Een jaar uit het leven van een opmerkelijke Siberische...
Transcript of Een jaar uit het leven van een opmerkelijke Siberische...
Een jaar uit het leven van een opmerkelijke
Siberische Husky
Of: hoe Floris Maclaine Poot-Verkaik het leven van een verliefd stel op z’n kop zette
Auteur: Pieter Maclaine Pont
Co-auteur: Marita Verkaik
Proloog/epiloog en tekst bij illustraties: Floris
Proloog [FLORIS]
Om de rest van dit verhaal beter te kunnen begrijpen moet je iets meer van mijn achtergrond
kennen. Ik ben geboren in Polen en ben daar de eerste jaren van mijn leven opgegroeid. Mijn
naam was toen nog niet Floris maar Demon. Waarom heb ik nooit helemaal begrepen, mogelijk
omdat ik wat groter ben dan mijn soortgenoten een daarnaast twee verschillende ogen heb. Een
blauw en een bruin. Niet heel ongebruikelijk maar misschien dat iemand dat een beetje
afschrikkend vond. En dat is niet echt logisch want ik heb een super-zacht karakter. En vooral
kinderen zijn eigenlijk nooit bang voor me, ze voelen dat ik hen leuk vind.
Omdat ik best opgeruimd ben en onbezorgd in het leven sta, ben ik me niet altijd van gevaren in
mijn omgeving bewust. Qua risico’s zie ik ook niet zo’n groot verschil tussen een klein hondje,
een groot paard of een trein. Dat is jaren geleden dan ook een keer goed misgegaan. Mij niet
bewust van de massa van een auto ben ik ooit aangereden en heb daarbij mijn rechtervoorpoot
gebroken. Daarnaast is er ook iets kapotgegaan in mijn heup, maar wat precies weet ik niet. Mijn
poot is wel geheeld alleen niet helemaal goed. Daardoor liep ik wel eens mank maar echt last
had ik daar niet van.
Met mijn Poolse bazen ben ik op een bepaald moment naar Nederland verhuisd. In het begin
was dat best leuk maar mijn baasjes kregen ruzie en gingen uit elkaar. Het vrouwtje en de
kinderen zijn teruggegaan naar Polen en mijn baas bleef alleen met mij achter in een flatje. Ik
hield veel van mijn baas maar hij moest vaak werken, daarom was ik erg veel alleen thuis en zo’n
appartement is dan maar niets voor een Husky. Uiteindelijk heeft hij moeten besluiten dat ik
daar niet kon blijven.
Zo kon het gebeuren ik op mijn vijfde in een asiel terecht ben gekomen waar ik een paar
maanden heb gewoond. Eigenlijk was het best leuk daar; veel andere honden en best veel
vrijheid. Er kwamen ook allerlei mensen kijken maar die kwamen meestal niet terug. Op een
gegeven moment kwam er een stel en mocht ik weer aantreden, samen met wat andere
honden. Hun belangstelling leek vooral naar die anderen uit te gaan, dat had ik natuurlijk al
eerder meegemaakt. Intussen was ik ook meer ervaren en probeerde ze toch zover te krijgen om
mij te kiezen. Ze kwamen een paar keer terug en steeds mocht ik er ook bij zijn. Op een gegeven
moment kwam het vrouwtje alleen met mij wandelen, maar daarna moest ik toch weer terug
naar mijn hok. Ook het mannetje kwam een keer alleen met mij wandelen, dat was wel
spannend. Zou ik hen echt mogen adopteren?
Ze besloten van mijn poot eerst nog een foto te laten maken bij de dierenarts. Om te bekijken of
er nog iets aan mijn mankheid gedaan kon worden. Dat lukte en op de foto was ze zien dat twee
van mijn bottten aan elkaar gegroeid waren. Ik vind dat niet zo erg...
Vlak voor mijn zesde verjaardag kwamen ze nog een keer samen. Ik mocht met hen mee naar
huis en dat hebben we geweten!
(T)huisgenoten
Wij waren helemaal niet uit op een Husky. Als je er over leest dan wordt duidelijk dat het oer-
honden zijn, intelligent en eigengereid. Kunnen niet tegen alleen zijn, verharen als een gek en
luisteren slecht. En alles blijkt te kloppen! Toch trok Demon direct de aandacht. Een grote
goedmoedige hond die er bovendien scheel uit zag.
Een nieuw leven, een nieuwe naam. Demon sloeg wat ons betreft nergens op, klopte helemaal
niet met deze hond. Na allerlei vreemde ideeën hebben we voor Floris als nieuwe naam
gekozen. Achteraf was dat prima passend. Alleen de achternaam, Maclaine Poot-Verkaik… Hij is
wel ‘geholpen’ maar zeker geen poot. Het heeft iets te maken met onze achternamen en
verwarring daarover bij het asiel. We hebben het met een glimlach zo gelaten.
Floris mocht twee weken op proef, niet dat wij twijfelden maar dat is de regel bij dit asiel.
Volslagen zinloos zoals zou blijken. Omdat Floris eraan gewend was om alleen te zijn heeft hij
zich, ondanks onze veelvuldige afwezigheid hoewel nooit erg lang, voorbeeldig gedragen.
Althans die twee weken. Voor ons was het, net als voor hem, een nieuw ritme en het enige
opmerkelijke dat er in die tijd gebeurde was dat hij het kennelijk ongezellig vond om alleen
beneden te slapen. Hij besloot dan ook naar boven te komen en onze slaapkamer in te sluipen.
Dat kon, als we niets doorhadden, resulteren in een enorme gil. Je kan best schrikken als er zo’n
grote hond met aparte ogen ineens voor je bed staat als je half ontwaakt. Floris heeft namelijk
een aparte gave: ondanks zijn formaat sluipt hij als een kat, zonder enig geluid te maken. Hij
heeft trouwens nog wel meer eigenschappen van de kat zoals we later mee zouden maken.
Bovendien hield hij erg veel van katten, maar ook daarover later meer.
Proeftijd voorbij
Op 26 december was de proeftijd voorbij en hebben we het contract bij het asiel getekend.
Floris was nu officieel ons familielid. Zijn vrouwtje heeft Floris wel eens menselijke gedachten
toegeschreven, ik ben intussen ook aan het twijfelen gebracht. Het was alsof hij wist dat we
vanaf nu aan elkaar vastzaten!
Ons huis bevalt Floris prima. Hij hecht zich ook snel aan ons en dat is wederzijds. Wat hij minder
vindt is dat we allebei regelmatig weg zijn. Hoewel regelmatig niet het goede woord is omdat we
allebei juist heel onregelmatig weg zijn. In de eerste twee weken is dit voor Floris geen
probleem. Maar het contract was nog niet getekend of hij liet merken dat één keertje per dag
alleen nog wel best is, een tweede keer soms acceptabel, maar een derde keer zeker niet. Ook al
is dat maar een half uur. Dan wordt hij opstandig. Gaat bijvoorbeeld op de vensterbank zitten,
wat al snel in de buurt wordt opgemerkt, en pakt van alles waarvan hij weet dat het niet mag. Hij
sloopt niet echt, de meningen zijn hier verdeeld, maar opent alle deuren en kasten om daar
vervolgens van alles uit te halen en dat vervolgens ten toon te spreiden. ‘Kijk mij nou, dat heb je
ervan!’
We hebben kinderveilige sluitingen gemonteerd maar het lijkt wel of hij daar minder moeite
mee heeft dan wij. Deurkrukken verticaal monteren is in zijn ogen een leuke, maar absoluut
zinloze, bezigheid. Niet eens een uitdaging te noemen.
Een van de dingen waar wij rekening mee moeten houden is dat Floris wel lomp lijkt maar dat
zeker niet is. Het aanrecht is zijn recht. Daar staat een plastic afvalbakje op en Floris heeft op een
bepaald moment besloten dat dit voorwerp een prima middel is om zijn ongenoegen te uiten.
Hij stapt (springen is er niet bij) op de aanrecht en pakt het bakje om er vervolgens mee naar zijn
bed te lopen (Floris heeft geen mand maar een kinderbed). Daar aangekomen dumpt hij de
inhoud op zijn, bij voorkeur, brandschone laken. De inhoud, vooral gebruikte koffiepads, laat
fraaie sporen na. Ziedaar, zijn protest.
Medio december was ik de blije ontvanger van een kerstpakket. Om ongelukken te voorkomen
hebben we die boven op een kast gezet. We kenden Floris nog niet genoeg, zo bleek later, want
anderhalve meter hoogte is niets voor hem. Op een gegeven moment bleek hij het pakket zelf
gepakt te hebben. De enig breekbare inhoud was een fles wijn en hoe hij dat doet blijft me
verwonderen maar die lag geheel intact op de grond. De rest van de inhoud niet… En dat waren
vooral op chocola gebaseerde etenswaren. Heerlijk, alleen niet erg goed voor een hond en zeker
niet voor hem. Het is een soort dieren-amfetamine. Vooral het vrouwtje heeft dit geweten.
Floris mee aan de fiets. Kilometers heeft hij gehold. Ruim een uur lang, met aangetrokken
handremmen. Alles wat op chocolade leek hebben we vervolgens op een onbereikbare plek in
een champagnekoeler bewaard.
Stofzuigers vindt Floris minder leuk. Het vrouwtje is er wel blij mee en ze gebruikt hem vaak. Ik
probeer dat ook wel eens, maar één keer deed hij het niet erg goed. Het vrouwtje mopperde
toen en zei dat de stofzak vernieuwd moest worden. Ze heeft een hele grote voorraad gekocht...
Gewone leven?
’s Avonds liet ik Floris meestal uit. Vaak liepen we dan zwijgend ons rondje Devel. Floris was
geen druktemaker en zelf vond ik een rustig loopje ook fijn.
Floris was sowieso niet een hond die zich met veel drukte uitte. Op een avond liepen we langs
een haag en verdween Floris in stilte tussen de bosjes om er even later met een kat in zijn bek
weer uit te komen. Dit alles zonder enig geluid, ook van de kat niet. Des te meer geluid kwam er
van mij en gelukkig was dit genoeg voor Floris om de kat los te laten en die ging gelukkig er
ongeschonden - lichamelijk dan want geestelijk zal een ander verhaal zijn geweest - vandoor.
Vanaf dat moment ben ik toch veel beter op gaan letten hoe Floris zich gedroeg, hij was meer
een denker dan een herrieschopper. Pas twee dagen later heb ik dit avontuur thuis verteld.
Tafelmanieren
Hoewel sommigen daar anders over dachten waren de tafelmanieren van Floris goed te
noemen: hij heeft nooit leren bedelen, deed dat ook niet en in een restaurant gedroeg hij zich
voorbeeldig. Eén keer was het zelfs zo dat een restauranteigenaar tegen ons zei dat zij vol zat.
Maar toen Floris zich liet zien was er ineens wel plaats. Floris lag meestal onder de tafel en je
had geen hond aan hem, tenzij er een andere hond langs kwam. Dan kon het hem wel eens te
veel worden.
Tijdens ons avondeten lag Floris meestal in bed. Wel had hij snel door dat hij eten kreeg nadat
wij waren uitgegeten. Hij kreeg vrijwel net zo snel door wanneer dat zover was en kwam dan op
eigen gelegenheid wel poolshoogte nemen. “Of we al klaar waren?”, “Of we hem niet zouden
vergeten?”. Hij wist zijn punt uitstekend te maken.
Vakanties
Met de auto op vakantie gaan is steeds weer een belevenis. We zijn met z’n drieën naar Frankrijk
en naar België gereisd. Daar was een leuk restaurant waar volgens Floris onder te tafel lekkere
vleesjes uit de grond groeiden.
Zonder problemen zijn we met de auto naar Normandië geweest, Floris heeft geen enkele
moeite met autorijden. Een dagje Le Mont St. Michel was een typisch toeristisch uitje met heel
veel Japanners met camera’s. We werden opvallend vaak gevraagd te poseren, wat ons
verbaasde en bijna ijdel maakte. Het ging alleen niet om ons, maar altijd om Floris.
Echt heel opvallend zo vaak hij als fotomodel moest optreden.
Met vrienden zijn we naar Duitsland geweest en toen ging Floris’ hondenvriend Bach ook mee.
Dan slaapt hij tot zijn grote genoegen lekker bij ons op de kamer. Onze laatste vakantie met z’n
drieën was een weekend naar Ameland.
Juf Trudy en meester Willem van de hondenschool
Floris is, hoewel heel betrouwbaar, van nature een eigenwijze hond die wel wil luisteren maar
daar eerst zelf over moet nadenken en ook zelf de conclusie trekt of en hoe hij luistert.
Bovendien is Floris mijn eerste eigen hond (gedeeld natuurlijk) en omdat het vrouwtje mij ook
nog eens niet streng genoeg vindt moet Floris naar school, samen met mij.
Omdat dit een buitengewoon groot succes bleek nam zij mijn rol na enkele weken snel over. De
juf, Trudy, is een aimabel mens die in korte tijd buitengewoon gesteld is geraakt op Floris. Dat is
des te opmerkelijker omdat zij eigenlijk weinig met Husky’s op heeft. Maar dat was maar goed
ook want leren luisteren is niet echt zijn ding. En dat maakt het natuurlijk niet makkelijker voor
een leraar. Floris moest bijvoorbeeld leren om door een tunnel te lopen, het lokkertje was dat er
aan het einde een snoepje lag. Maar Floris vindt het veel logischer om om die tunnel heen te
lopen, er doorheen is belachelijk. Datzelfde geldt ook voor de hindernisbaan of wat dan ook
waar hij de logica niet van in ziet. Het mag dan ook een wonder heten dat het het vrouwtje
überhaupt is gelukt om hem basiscommando’s te leren zoals “stop” voor het oversteken en dat
soort zaken. Hoe het mogelijk is weet ik niet maar uiteindelijk hebben ze een diploma gekregen
voor het goed luisteren. Ik schrijf bewust ze, dat is geen verspelling. De lessen werden gegeven
vlakbij het lokale zwembad in weer en wind.
Het ging zo goed
Op een avond liep ik naar de keuken. Vrouwtje en baasje waren daar meestal rond die tijd bezig.
Gezellig. Ik keek mijn baasje aan. Hij zag er gek uit en ik zakte door mijn poot. Hij keek
geschrokken en ik was verbaasd. Die avond was ik niet echt mijzelf meer en heb ik veel geslapen.
De volgende dag was ik erg moe, blijkbaar hadden zij dit ook door want weer een dag later was
ik voor de zoveelste keer (het lijkt al gauw veel) bij Astrid de dierenarts. Er werd bloed afgetapt,
ik mocht plassen in een veel te klein schaaltje, gênant, en ik kreeg een spuit met iets. Ik voelde
me wel iets beter maar er werd eigenlijk niets ergs gevonden.
De dagen daarna knapte ik niet echt op. Op een nacht werd een dierenarts gebeld en de
volgende dag bracht mijn vrouwtje mij samen met een vriendin naar het ziekenhuis. Mijn buik
werd geschoren en ik kreeg allerlei prikken. Bovendien kreeg ik een naald in mijn poot die er
twee dagen in moest blijven. Nou ben ik een stoere hond en zeker niet kleinzielig maar dit was
niet leuk. Ik moest uiteindelijk twee dagen in een hok blijven al viel dat wel mee want ik kreeg
wel bezoek en eigenlijk sliep ik vooral.
Op zondag mocht ik naar huis. De naald was nu uit mijn poot maar ik moest wel veel pillen
slikken. En ik ben heel kieskeurig wat m’n eten betreft dus ik heb het ze niet makkelijk gemaakt
om die pillen in me te krijgen. Dat hebben ze geweten. Het lukte me dan ook om ervoor te
zorgen dat ik steeds minder kreeg en ik knapte zienderogen op. Ik was nog wel wat moe en
kortademig maar mijn staart stond weer in de (trotse) krul en het lopen ging steeds beter.
Vrouwtje, baasje en ik blij en hoewel ik nog niet helemaal beter was zag het leven er weer goed
uit.
Zoals gebruikelijk nam mijn baasje me ook op de derde dag na mijn terugkomst ’s avonds mee
uit wandelen. Wat er gebeurde weet ik niet maar ik zakte door mijn poten en ging in het gras
liggen. Dat gebeurde daarna weer midden op straat en mijn baas tilde me naar de kant. Toen
kwam mijn vrouwtje ook, ze zag er verwilderd en bezorgd uit. Hoe ik thuis ben gekomen weet ik
niet maar die avond lag ik afgeknoedeld op het kleed. Ik kon niet meer.
Die avond ging het mis. Ik kon echt niet meer en kreeg een soort aanval waarbij mijn poten heel
raar deden. Ik had geen pijn maar voelde me nergens toe in staat. Ik kon zien dat vrouwtje en
baasje heel bezorgd waren. Ze dachten erover naar het ziekenhuis te gaan maar dat is gelukkig
niet gebeurd. Ik kan me vaag herinneren dat ik nog wel wat stapjes heb gezet en dat we ’s nachts
nog met z’n allen beneden hebben gezeten. Uiteindelijk is de baas naar bed gegaan en is het
vrouwtje bij mij komen slapen.
Toen ik de volgende ochtend wakker werd was ik er niet meer….
Epiloog [FLORIS]
Waarom? Wat is het nut? Ik geloof niet dat iemand hier een antwoord op kan geven. Ik ben er
niet meer maar zolang er nog mensen zijn die mij hebben meegemaakt en zich mij herinneren,
leef ik toch voort. En datzelfde geldt voor de lezers van mijn verhaal. Vrijwel niemand weet wat
er in mijn eerste jaren is gebeurd. Maar dit laatste jaar is wel heel bijzonder geweest en vandaar
dit verhaal.
P.S. Ik hoop wel dat mijn baasjes niet teveel huilen en niet meer over het verleden praten. Want
dat is voorbij. We hebben heel erg veel leuke dingen meegemaakt en ik heb genoten van mijn
jaar bij hen! Het leken er wel honderd😉
En ik zal zo af en toe zwaaien met mijn staart en rechtervoorpoot. Vanaf mijn wolkje...
© Pieter Maclaine Pont en Marita Verkaik
maart 2018