Een hartoperatie

52
Universitair Ziekenhuis Antwerpen Patiënten Informatie Brochure Dienst Cardiochirurgie Wilrijkstraat 10, B-2650 Edegem

Transcript of Een hartoperatie

Page 1: Een hartoperatie

Universitair Ziekenhuis Antwerpen

Patiënten

Informatie

Brochure

Dienst Cardiochirurgie

Wilrijkstraat 10, B-2650 Edegem

Page 2: Een hartoperatie

2.

Page 3: Een hartoperatie

3.

1. Inhoud

1. Inhoud ...................................... 3.

2. Voorwoord ...................................... 4.

3. Even voorstellen ................................. 5.

4. Telefoonnummers ............................... 7.

5. Bezoek ...................................... 8.

6. Bouw & functie van het hart ................ 11.

7. Soorten operaties ............................... 13.

8. De hartlongmachine ........................... 19.

9. Risico's ...................................... 20.

10. Opname ...................................... 22.

11. De operatiekamer ............................... 26.

12. Na de operatie .................................... 28.

13. Terug op de kamer .............................. 32.

14. Cardiale revalidatie ............................. 35.

15. Terug naar huis ................................... 36.

16. Voedingsadvies .................................. 42.

17. Patiëntenvereniging ............................ 51.

18. Persoonlijke nota's .............................. 52.

Page 4: Een hartoperatie

4.

2. Voorwoord

Beste patiënt,

Eerst en vooral heten wij u hartelijk welkom in de dienst

hartchirurgie van het UZA.

Bent u bang voor een hartoperatie ? Dat is heel nor-

maal.

Maar angst is een slechte raadgever. Daarom bieden

wij u deze informatiebrochure aan. Ze is geschreven

voor wie een hartoperatie moet ondergaan. Maar ook

voor uw levenspartner, gezin en omgeving. Kortom,

voor allen die samen met u de komende periode moeten

overbruggen.

Een ziekenhuisopname is natuurlijk nooit aangenaam,

maar wij hopen dat u toch een aangenaam verblijf zult

hebben in onze afdeling.

Het cardiochirurgisch team

Page 5: Een hartoperatie

5.

3. Even voorstellen

In 1984 werd onze afdeling hartchirurgie in het UZA op-

gericht. Inmiddels zijn er bijna 20.000 patiënten met een

hartaandoening geopereerd. Het merendeel van deze

operaties zijn overbruggings- of bypass operaties

(waarbij de zieke kransslagaders “overbrugd” worden)

en klepoperaties (waarbij één van de hartkleppen ver-

vangen of hersteld wordt). In mindere mate komen

operaties voor met aangeboren hartafwijkingen, ingre-

pen aan de grote slagaders en harttransplantaties.

Omdat u binnenkort heel wat personeel zult ontmoeten,

stellen wij graag ons team voor :

cardiochirurgen

♥ prof. Dr. I. Rodrigus

♥ dr. D. De Bock

♥ dr. W. Vergauwen

♥ dr. S. Laga

♥ dr. T. Philipsen

cardiologen

♥ dr. B. Amsel

♥ prof.dr. B. Paelinck

Page 6: Een hartoperatie

6.

cardio-anaesthesisten

♥ dr. D. Van Doninck

♥ dr. B. Embrecht

intensivisten

intensieve zorg 1

♥ dr. R. De Paep

secretaresses cardiochirurgie

♥ Catherine Wauters

♥ Annick Tabak

secretaresses afdeling

♥ Marleen Van den Eynde

hoofdverpleegkundigen

♥ afdeling A2: Leo Lenaerts

♥ afdeling Intensieve Zorg 1: Patric Dierckx

♥ perfusie: Renate Vlaeminck

Page 7: Een hartoperatie

7.

4. Telefoonnummers

♥ UZA algemeen ............................. 03/821.30.00

♥ secretariaat hartchirurgie 03/821.31.29

03/821.30.71

♥ intensieve zorg 1 ......................... 03/821.36.85

♥ verpleegafdeling A2 .................... 03/821.55.50

♥ medium Care .............................. 03/821.55.75

♥ perfusielokaal .............................. 03/821.31.06

De artsen zijn bereikbaar via het secretariaat cardiochi-

rurgie of op het algemeen nummer.

Page 8: Een hartoperatie

8.

5. Bezoek

A. Intensieve zorg

U verblijft op de afdeling intensieve zorg de eerste 24

uur na de operatie, of langer indien nodig.

Bezoek

In het belang van de patiënt vragen wij het bezoek te

beperken tot de naaste familie. Het is niet aan te raden

kinderen jonger dan 12 jaar naar de verpleegeenheid

mee te brengen. Overdag kunnen ze bij de kinderop-

vang de Speelvogel opgevangen worden. Alle werkda-

gen open van 08.00 tot 17.30u en tijdens schoolvakan-

ties van 07.00 tot 18.00u. Aarzel niet om hierover meer

informatie te vragen en eventueel afspraken te maken.

Bezoekuren:

♥ INZO 1 14.00 tot 14.30 u. & 19.00 tot 19.30 u.

Toegelaten duur bezoek maximum 2 personen per pa-

tiënt, gedurende 30 minuten . Intensieve zorg bevindt

zich op de 3de verdieping van het UZA. (Route 160)

Page 9: Een hartoperatie

9.

Als deze bezoekuren u niet schikken, contacteer inten-

sieve zorg 1. Na overleg kan de bezoektijd individueel

aangepast worden.

Informatieverstrekking :

Informatie over uw familielid wordt verstrekt door de ver-

pleegkundige en/of de behandelende geneesheer.

Voor een uitgebreid gesprek met de arts kunt u een af-

spraak maken via de verpleegkundige.

U kan ook dag en nacht telefoneren naar de eenheid in-

tensieve zorg. De meegedeelde informatie zal dan eer-

der beperkt zijn, gezien vertrouwelijke gegevens niet via

de telefoon meegedeeld kunnen worden. Maak afspra-

ken binnen uw familie opdat slechts één persoon telkens

contact neemt.

B. Medium care

De afdeling ‘medium care’ fungeert als tussenstation

tussen intensieve zorg en uw eigen kamer.

♥ bezoekuren van 16.00 tot 20.00u

♥ toegelaten duur bezoek maximum 2 personen per pa-

tiënt, gedurende 10 minuten

♥ medium care bevindt zich op afdeling A2

Page 10: Een hartoperatie

10.

C. Afdeling A2

♥ bezoekuren : weekdagen 16.00 - 20.00u

weekend 14.00 - 20.00u

Bovenstaande maatregelen zijn bedoeld om u niet te

overbelasten met bezoekers tijdens uw herstelperiode.

Bij bepaalde infecties of na een harttransplantatie die-

nen bezoekers enkele voorzorgsmaatregelen in acht te

nemen (zoals handen wassen of mondmaskers dragen).

Onze verpleegkundigen zullen u de nodige informatie

verstrekken.

Bloemen

Bloemen en planten kunnen dragers zijn van kiemen en

kunnen allergie veroorzaken. Dat kan voor patiënten op

intensieve zorg en medium care risico's kan inhouden.

Daarom vragen wij u vriendelijk geen bloemen of plan-

ten mee te brengen zolang u nog niet op een gewone

kamer ligt.

Page 11: Een hartoperatie

11.

6. Bouw & functie van het hart

Het hart is de motor van ons lichaam. Het is een holle

spier die gemiddeld 70 maal per minuut samentrekt en

bij elke hartslag ongeveer 70 milliliter bloed het lichaam

inpompt. Per minuut wordt ruim vijf tot zes liter bloed

helemaal rondgepompt. Als we even doorrekenen bete-

kent dit dat 7200 liter bloed per dag door ons lichaam

circuleert waarvoor het hart meer dan 100.000 keer sa-

mentrekt.

Het bloed stroomt tweemaal door het hart: één keer naar

de longen toe, waar het zuurstof opneemt en andere ‘af-

val’gassen afgeeft. De tweede maal vloeit het naar het

hele lichaam waarbij het bloed zuurstof en brandstoffen

meeneemt om alle cellen in ons lichaam te voeden.

De rechterharthelft verzorgt dus de toestroom naar de

longen De linkerharthelft verzorgt dus de toestroom

naar het hele lichaam

Per harthelft is er een soort voorraadkamer of ‘boezem’

en een sterke pomp, het ventrikel of de kamer.

Hiertussen bevinden zich kleppen, die ervoor zorgen dat

het bloed slechts in één richting stroomt.

Page 12: Een hartoperatie

12.

Zij verhinderen dus dat het bloed terug zou lopen naar

de boezems bij het samentrekken van de hartspier.

Aan beide hartuiteinden, rechts in de longslagader en

links in de grote lichaamsslagaders of aorta’s zijn ook

kleppen gelegen.

Deze verhinderen dat het bloed terug het hart instroomt.

Ons hart heeft in totaal 4 kleppen. Later komen we hier

nog op terug.

Het kloppend hart heeft -zoals elke spier- veel zuurstof,

energie en brandstof nodig. Daarom wordt een kleine

hoeveelheid bloed uit de linkerkamer, onmiddellijk voor-

bij de aortaklep in de grote slagader afgetapt om via de

kransslagaderen de dikke spierwand van het hart te

voeden.

Deze kransslagaders, één aan de rechterkant en twee

aan de linkerkant, liggen zowel op als in de hartspier en

vertakken zich tot een heel fijn netwerk van bloed-

vaatjes. Ieder klein gedeelte van het hart wordt zodoen-

de van bloed voorzien en dus van de noodzakelijke

zuurstof en energie. Ze liggen met andere woorden als

een krans om het hart heen : vandaar hun naam :

‘kransslagaderen’.

Page 13: Een hartoperatie

13.

7. Soorten operaties

A. Overbruggings- of bypass-operatie

We zagen eerder dat het hart zuurstofrijk bloed nodig

heeft om te kunnen functioneren. Als de

kransslagaders gedeeltelijk of geheel verstoppen, komt

het bloed niet meer op de plaatsen waar het nodig is.

Dit kan allerlei oorzaken hebben maar vooral

aderverkalking kan aan de basis liggen. De patiënt

merkt dit door een beklemmend gevoel in de borstkas.

Deze gewaarwoording kent enkele verschillende

benamingen : angor, angina pectoris of angine de

poitrine. In het Nederlands betekent dit hartkramp.

Als de vernauwing nog beperkt is, heeft men enkel pijn

bij zware inspanningen. Naarmate de kransslagaders of

coronairen meer verstopt raken, kan de pijn vaker

voorkomen, langer duren en bij lichte inspanning of zelfs

in rust optreden. Omdat zo een hartinfarct dreigt, spre-

ken de dokters van onstabiele ‘angor’. Om nu precies te

kunnen zien waar er vernauwingen zijn, maakt de cardi-

oloog een film van het hart wat in vaktermen coronaro-

grafie of hartkatheterisatie genoemd wordt.

Meestal proberen we eerst met geneesmiddelen het

prestatie-vermogen van uw hart te verbeteren.

Page 14: Een hartoperatie

14.

Indien medicatie onvoldoende helpt, kan een

ballondilatatie (het openrekken van het bloedvat met een

ballonnetje) in vele gevallen een oplossing bieden om de

vernauwing op te heffen.

Pas als deze behandelingen onvoldoende of onmogelijk

zijn, zal een overbruggingsoperatie of coronaire by-

passoperatie nodig zijn.

Bij de bypassoperatie ‘overbrugt’ de chirurg de aanwezi-

ge vernauwingen met een gezond bloedvat zodat een

nieuwe en goede bloedvoorziening in het hart wordt ver-

zekerd. Dit gebeurt als volgt: de chirurg neemt een

slagader die links en rechts achter het borstbeen ver-

loopt (de arteria mammaria) of een ader uit het been

(vena saphena magna).

Hiermee maakt de chirurg een verbinding tussen de gro-

te lichaamsslagader en de kransslagader, voorbij de

vernauwing, zodat de hartspier weer voldoende zuurstof

krijgt.

Kransslagaders zijn hier zo klein (1,5 à 2 mm) dat een

volledige of gedeeltelijke stilleggen van het hart

wenselijk is. Volledig, met behulp van de

hartlongmachine.

Gedeeltelijk, via een toestelletje met zuignapjes dat het

werkveld van de chirurg onbeweeglijk maakt.

Page 15: Een hartoperatie

15.

De beslissing om de operatie met of zonder hartlongma-

chine uit te voeren is afhankelijk van een aantal techni-

sche aspecten, die de chirurg met u zal bespreken.

Waarom wordt voor deze operatie een eigen ader of

slagader gebruikt?

Naast één of twee borstslagaders (arteria mammaria) is

er meestal noodzaak om een ader uit het been of een

slagader uit de arm te gebruiken om alle bypassen te

kunnen aanleggen.

Bestaande kunstaders, zoals gebruikt voor overbruggen

ter hoogte van de benen, zijn immers niet bruikbaar om

kransslagaders te overbruggen. De ader uit het been of

slagader uit de arm wordt verwijderd via een kijkopera-

tie. Er wordt een kleine insnede gemaakt en de beno-

digde lengte wordt vrijgelegd en zorgvuldig uitgehaald.

Soms zijn er meerdere insneden nodig om voldoende

lengte vrij te kunnen maken. Na de operatie sluit de chi-

rurg het borstbeen met behulp van staaldraad.

B. De klepoperatie

Eerder in deze brochure zagen we waar hartkleppen

zich bevinden. Ze zorgen ervoor dat het bloed in één

richting stroomt.

Page 16: Een hartoperatie

16.

Er zijn 4 hartkleppen :

rechterharthelft :

♥ tricuspidaalklep : tussen rechtervoorkamer en -kamer

♥ pulmonaalklep : tussen rechterkamer en longslagader

linkerharthelft

♥ mitraalklep : tussen linkervoorkamer en -kamer

♥ aortaklep : tussen linkerkamer en lichaamsslagader

(aorta)

Het zijn vooral de mitralis- de aorta- en soms de tricus-

pidalisklep, waarvoor een operatie nodig kan zijn.

Een gezonde klep laat het bloed in slechts één richting

stromen. Indien een klep niet goed opent of sluit,

stroomt het bloed er niet goed door of krijgt het de kans

terug te stromen. Deze slechte werking zal u ervaren

als benauwdheid, kortademigheid, vermoeidheid, pijn in

de borstkas, duizeligheid.

We onderscheiden 2 belangrijke afwijkingen :

1. De klepstenose of vernauwing: de kleppen laten het

bloed moeilijker door

2. De klepinsufficiëntie: de kleppen sluiten niet meer

goed af zodat er bloed teruglekt

Bepaalde ziekten kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn:

gewrichtsreuma, een infectie die zich op de hartkleppen

zet (endocarditis), een aangeboren klepafwijking, een

Page 17: Een hartoperatie

17.

hartinfarct of veroudering.

Klepherstelling m.b.v. klepring: bij afwijkingen van de

mitralis- of tricuspidalisklep wordt in eerste instantie ge-

keken of de klep hersteld kan worden.

Vaak volstaat versteviging van de klep door het plaatsen

van een kunststofring. Maar soms zijn uitgebreide her-

stellingen ter hoogte van de klepblaadjes nodig.

Bij afwijkingen aan de aortaklep zal een klepvervanging

meestal nodig zijn, maar soms kan deze klep ook gere-

pareerd worden.

Klepvervanging door een kunstklepprothese: als een

herstel van de klep niet mogelijk is, zal een klepvervan-

ging door een kunstklep plaatsvinden. Meestal draait de

keuze tussen mechanische en biologische kunstklep-

pen, elk met bepaalde voor- en nadelen.

mechanische kunstklep

Een mechanisch klepmechanisme is omgeven door een

kunststofring waarmee de klep in het hart ingehecht

wordt.

voordeel: de klep gaat in principe levenslang mee

nadeel: de patiënt moet blijvend bloedverdunnende ge-

neesmiddelen nemen en zal regelmatig bloedcontroles

moeten ondergaan. De kans op bloedingen is groter.

Page 18: Een hartoperatie

18.

biologische kunstklep

Dit klepmechanisme bevat weefsel van dierlijke oor-

sprong

voordeel: tenzij er een andere reden voor antistolling

bestaat, moet het bloed slechts gedurende drie maan-

den ontstold worden: weinig tot geen bloedingsrisico.

nadeel: de duurzaamheid van deze klep is niet eeuwig

zodat deze meestal niet bij jongere patiënten gebruikt

wordt.

Na door uw cardioloog en chirurg te zijn geïnformeerd,

hebt u hoe dan ook medezeggenschap in de keuze van

het soort kunstklep.

Page 19: Een hartoperatie

19.

8. De hartlongmachine

Tijdens een hartoperatie moet het hart meestal stilge-

legd worden en soms ook geopend worden. Dit om af-

wijkingen goed te kunnen zien en ze zo zorgvuldig mo-

gelijk te opereren.

Tijdens deze operatie kan het hart niet werken en neemt

de hartlongmachine haar taak over.

Het is technisch veel eenvoudiger en veiliger om zowel

de hart- als longfuncties door de machine te laten over-

nemen omdat al het bloed dan naar de machine geleid

kan worden, alvorens het hart binnen te komen. Vanuit

de holle aders wordt het bloed naar de machine afgeleid

waar een kunstlong (oxygenator) het bloed van zuurstof

voorziet . Daarna wordt het teruggepompt in het li-

chaam voorbij het hart in de grote lichaamsslagader .

Sommige overbruggingsoperaties kunnen zonder deze

hartlongmachine uitgevoerd worden. Uw chirurg zal de-

ze mogelijkheid dan met u bespreken.

Page 20: Een hartoperatie

20.

9. Risico's

Aan alle ingrepen zijn er kleine en grote risico's verbon-

den. Een hartoperatie is veel minder risicovol dan vroe-

ger. Het is zelfs een routineoperatie geworden. Jaren-

lange ervaring en wetenschappelijk onderzoek hebben

ons geleerd dat risico's op verwikkelingen klein zijn en

sterk variëren van patiënt tot patiënt. Voor de ene pati-

ënt bestaat er wel degelijk een risico, voor de andere is

dit haast onbestaand. Vanzelfsprekend is de algemene

lichaamsconditie ook bepalend voor complicaties. Zo

zal bijvoorbeeld een patiënt met suikerziekte meer kans

hebben om een wondinfectie op te lopen.

Postoperatieve complicaties kunnen bij elke operatie op-

treden zoals wondinfecties, thrombose (bloedklonter ge-

vormd in de aders), embolieën (verplaatsing van bloed-

klonters) en drukbeschadiging van de zenuwen. Hier-

voor worden altijd de nodige voorzorgsmaatregelen ge-

nomen.

Sommige complicaties zijn specifiek voor een hart-

operatie

♥ bloed: door het onstolbaar maken van het bloed (om

de veilige werking van de hartlongmachine te garan-

deren) kunnen de eerste uren na de operatie stol-

lingsstoornissen optreden waardoor u meer bloedt.

Page 21: Een hartoperatie

21.

Recente aspirine-inname, gekende stollings-

stoornissen, uitgebreide operaties of heroperaties

kunnen nabloedingen veroorzaken. Deze bloedingen

stoppen meestal na het toedienen van bepaalde ge-

neesmiddelen of bloedplaatjes. Soms moet chirur-

gisch worden ingegrepen

♥ hartfunctie: als de hartfunctie voor de ingreep sterk

verminderd is door de ziekte, kan een langdurige on-

dersteuning van het hart door middel van geneesmid-

delen of door een mechanische ondersteuning nodig

zijn. Werkt het hart te langzaam, dan kan eventueel

een pacemaker nodig zijn

♥ hartslag: tijdens of vlak na de ingreep treden soms

onregelmatigheden van de hartslag op, meestal zijn

deze goedaardig en kunnen met medicatie geregulari-

seerd worden

♥ longfunctie: als de longfunctie (de zuurstof en kool-

zuuruitwisseling ter hoogte van de longen) verminderd

is, bijvoorbeeld door chronische bronchitis of roken,

kan een langere beademing noodzakelijk zijn

♥ geheugen: bij oudere patiënten kunnen na de opera-

tie voorbijgaande geheugenstoornissen, verwardheid

of agitatie optreden

Page 22: Een hartoperatie

22.

Een aantal van deze complicaties is bij bepaalde patiën-

ten te voorzien. Er worden steeds preventieve maatre-

gelen genomen. Uw chirurg zal het risico op complica-

ties met u bespreken.

10. Opname

In overleg met de patiënt bespreekt de huisarts of cardi-

oloog een opnamedatum met de dienst cardiochirurgie.

Meestal wordt u binnen de twee dagen na opname geo-

pereerd. Hou er rekening mee dat de operatie uitgesteld

kan worden door bijvoorbeeld een spoedoperatie of

doordat uw lichamelijke conditie nog niet optimaal is.

Belangrijk

Laat geld, waardevolle papieren en juwelen thuis of geef

ze terug mee aan uw familie of vrienden. Indien dit on-

mogelijk is, dringen wij erop aan ze op te bergen in een

kluis van de bank, gelegen in de inkomhal van het UZA.

Meer informatie hierover kan u verkrijgen bij de ver-

pleegkundige.

Volgende onderzoeken staan op het programma

♥ röntgenfoto (RX) van de borstkas (hart en longen)

♥ elektrocardiogram (EKG of film van het hart)

♥ bloedafname voor verschillende bepalingen

♥ urinestaal

Page 23: Een hartoperatie

23.

♥ meten van uw beenlengte om de maat te bepalen van

de elastische kous, die u moet dragen na de operatie

♥ bepalen van lengte en gewicht

♥ soms zijn er nog verdere onderzoekingen nodig

Sommige onderzoeken heeft u wellicht recent doorlo-

pen. Het is echter noodzakelijk een dossier van uw ge-

zondheidstoestand te maken juist voor de operatie. De

arts beslist of bovenstaande onderzoeken herhaald

moeten worden.

De verpleging zal u vragen stellen over vorige hospitali-

saties, medicatie, bloedgroep, eventuele allergieën en

telefoonnummers van familieleden. Geef alle belangrij-

ke informatie door (zoals over diabetes, dieet of hepati-

tis).

De afdelingsarts voert een lichamelijk onderzoek uit en

zal u gelijkaardige vragen stellen.

Om een optimaal verloop van de operatie te garanderen

moeten wij uw medische conditie volledig kennen.

De kinesist zal u ook regelmatig bezoeken om u enkele

ademhalingsoefeningen aan te leren. Deze helpen u na

de ingreep beter helpen te ademen en te hoesten.

Page 24: Een hartoperatie

24.

Soms worden deze oefeningen reeds enkele weken van

tevoren opgestart. De kinesist zal u eveneens leren het

borstbeen goed te ondersteunen bij hoesten en niezen.

Stoppen met roken minstens drie weken voor de opera-

tie is vanzelfsprekend noodzakelijk. Zo verlaagt u de

kans op complicaties.

Waarom zijn ademhalingsoefeningen zo belangrijk?

Een gezond persoon zal regelmatig eens diep ademen,

hoesten en de keel schrapen. Dat gebeurt automatisch

omdat het geen pijn veroorzaakt. Wie aan de borstkas

geopereerd werd, zal uit angst voor pijn minder diep

ademen en zo weinig mogelijk proberen te hoesten.

Gevolg: het vocht dat in onze longen geproduceerd

wordt, gekend als ‘fluimen’ zal zich in de longen

opstapelen, ontstekingen veroorzaken en de ademhaling

bemoeilijken.

De kinesist zal u na de operatie helpen en aanmoedigen

om uw fluimen op te hoesten zodat de longen vrijblijven.

Om infecties te voorkomen zullen uw borst, armen, lie-

zen, benen en enkels de dag voor de operatie gescho-

ren worden. 's Avonds geeft de verpleegkundige u een

klein lavement om nog een laatste maal stoelgang te

hebben. Daarna moet u gedurende een tiental minuten

een ontsmettende douche nemen.

Page 25: Een hartoperatie

25.

In de namiddag weet u of de operatie de volgende dag

kan doorgaan.

Uw chirurg brengt u op de hoogte en bespreekt met u de

details van de ingreep.

Zoals eerder vermeld, kan een spoedoperatie uw in-

greep onverwacht uitstellen. Wij hopen op uw begrip in-

dien deze situatie zich voordoet.

Voor een goede nachtrust, kan u aan de verpleging een

slaaptablet vragen. Vanaf middernacht moet u nuch-

ter blijven.

Deze brochure geeft slechts een algemeen overzicht.

Over de bijzondere omstandigheden van uw ziekte gaan

we nader in tijdens een voorlichtingsgesprek.

Stel ons al uw vragen

Verpleegkundigen en artsen zijn altijd bereid alle vragen

te beantwoorden. Heeft u na het lezen van deze bro-

chure nog vragen, schrijf ze dan eventueel op om ze ze-

ker niet te vergeten.

Het is voor uw genezing van belang dat u ons helpt bij

het onderzoek en bij de behandeling door

♥ zorgvuldig onze vragen te beantwoorden

♥ onze aanwijzingen betreffende uw levenswijze voor,

tijdens en na de behandeling trouw op te volgen

♥ ongewoonheden te melden

Page 26: Een hartoperatie

26.

Voor de operatie

Een halfuur voor het vertrek naar de operatiekamer mag

u nog eens naar het toilet gaan en u verfrissen. De

mannen mogen zich eventueel nog scheren. Verwijder

voor vertrek naar de operatiekamer horloge, bril, ringen

en tandprothese.

U krijgt een rustgevend spuitje (premedicatie)

toegediend en daarna moet u in bed blijven. Even later

wordt u vervoerd naar de operatiekamer. De ingreep zal

bij een normaal verloop ongeveer vier uur duren.

11. De operatiekamer

Op het operatiekwartier draagt iedereen steriele schor-

ten, mutsen en mondkappen. De verpleegkundigen

controleren nogmaals uw identiteit en nemen nu de zorg

voor u op zich.

U wordt verbonden met een hartmonitor, die permanent

het ritme van uw hart meet. U krijgt ook een infuus: voor

vochttoediening via een ader.

Een hartoperatie vindt plaats onder algemene of volledi-

ge verdoving (narcose).

Page 27: Een hartoperatie

27.

Dit gebeurt via hierboven genoemde infuus. Zodra u

slaapt, krijgt u nog pijnstillende en spierontspannende

middelen toegediend. De anesthesie wordt tijdens de

operatie voortdurend bijgestuurd.

U bent nooit alleen, hoe diep u ook slaapt.

De anesthesist blijft altijd bij u in de buurt en zorgt ervoor

dat uw hart en longen netjes correct blijven werken.

Ademhaling, hartslag, bloedsomloop en lichaamstempe-

ratuur worden onafgebroken gecontroleerd. Er worden

meer of minder pijnstillende middelen toegediend naar-

gelang de behoefte.

Verder zorgt de anesthesist dat u pijnloos onder narcose

blijft zolang de operatie duurt. U ontwaakt ongeveer 6

uren na de operatie op de dienst intensieve zorgen.

Page 28: Een hartoperatie

28.

12. Na de operatie

A. Verblijf op intensieve zorg

Schrik niet wanneer u langzaam ontwaakt op de eenheid

intensieve zorg.

In het begin ziet u uw omgeving meestal niet helder en

is alles een beetje wazig. U hoort ongekende geluiden

en stemmen die u niet vertrouwd voorkomen.

Een hartoperatie is een ingrijpende gebeurtenis voor uw

lichaam. Het is noodzakelijk om u in het begin voortdu-

rend onder toezicht te houden en na te gaan hoe uw li-

chaam van minuut tot minuut reageert met behulp van

apparatuur.

Dit wil zeggen dat uw hartslag en bloeddruk constant

gevolgd moeten worden. Een team anesthesisten en

verpleegkundigen verzekeren dag en nacht dit toezicht.

Waarin bestaat de continue observatie?

1. Beademing

Tijdens de ingreep en tot enkele uren erna zal een bea-

demingsapparaat uw ademhaling overnemen.

Page 29: Een hartoperatie

29.

Dit gaat als volgt: nadat de algemene verdoving ingetre-

den is, schuift de dokter-anaesthesist via de mondholte

een stevig plastic buisje in uw luchtpijp dat in verbinding

staat met het beademingstoestel. Langs deze weg

blaast de machine lucht in uw longen. Zes tot acht uur

na de operatie zult u ontwaken met dit slangetje nog ter

plaatse. Probeer u te ontspannen: zodra u zelf kunt

ademen, wordt het buisje verwijderd.

Tot dan zult u niet kunnen spreken. Maar uw verpleeg-

kundige is er speciaal op getraind u te begrijpen wan-

neer u iets wil zeggen. Met uw ogen en handen kunt u

vragen beantwoorden.

Regelmatig zal uw speeksel worden weggezogen met

een fijn buisje waardoor u kan hoesten. Maak u geen

zorgen, het buisje in uw keel is goed vastgeplakt en kan

niet uitgehoest worden.

2. Hartfunctie

Op uw lichaam worden kleefpleisters met geleidings-

draadjes bevestigd, die verbonden zijn met een toestel

dat de hartslag registreert. Op ieder moment hebben we

een beeld van uw hartactiviteit zoals dat te zien is op

een elektrocardiogram.

In de slagader aan de pols is een heel fijn buisje inge-

bracht, waardoor via een elektronisch systeem van

drukoverbrenging, de bloeddruk zichtbaar wordt ge-

maakt op een klein toestel.

Page 30: Een hartoperatie

30.

De hartslag wordt ook hierop afgelezen. Een katheter

via de halsader (Swan-Ganz) registreert de pompactivi-

teit van het hart.

3. Bloednames

Zolang u op de intensieve zorg verblijft, gebeuren alle

bloedafnames via het fijne buisje aan uw pols. Het

voordeel hiervan is dat men niet steeds moet prikken om

bloed af te nemen.

4. Nierfunctie

Heel belangrijk is te kunnen registreren hoe uw nier

functioneert na de operatie. Hiervoor werd een buisje in

de blaas (blaassonde).geschoven om te kunnen contro-

leren hoeveel u watert en om uw urine probleemloos te

laten afvoeren

5. Maagfunctie

Via de neus en de slokdarm loopt een slang tot in de

maag (maagsonde). Doel hiervan is afvloeiing van

maagsap. Het geproduceerde maagsap vloeit via deze

maagsonde af zodat het niet te lang in de maag blijft.

Wanneer er nu toch vocht in de maag zou achterblijven

en u braakneigingen zou krijgen ingevolge de verdoving,

kan de verpleegkundige via dit buisje het vocht uit de

maag zuigen. Enkele infuusleidingen zijn langs arm of

hals aangebracht.

Page 31: Een hartoperatie

31.

Via deze leidingen kan men het nodige vocht en calorie-

en geven gedurende de tijd dat u niet kan eten. Ook de

medicatietoediening verloopt via deze leidingen.

6. Wondvocht

Een wonde produceert vocht. Om te vermijden dat het

wondvocht zich opstapelt in de borstkas, brengt de chi-

rurg twee tot vier afvoerbuisjes in de operatiestreek aan,

die langs een kleine opening in de huid naar buiten ko-

men (thoraxdrain).

Door de verdovingsstoffen die u tijdens de algemene

verdoving gekregen heeft en door bijkomende verdoving

die u krijgt op de intensieve zorg, zult u meestal slapen.

Nochtans is het mogelijk dat u tussendoor wakker wordt.

Eén van de nevenwerkingen van deze verdovingsstoffen

is dat u zich soms vreemd zult voelen. U kunt plotseling

verdwaasd en suf wakker worden en niet direct weten

waar u bent.

Opdat u door een ongecontroleerde beweging één of

ander buisje niet zou lostrekken, worden uw handen de

eerste 24 uur lichtjes vastgemaakt.

Nu zult u wellicht wel begrijpen dat al die draadjes, buis-

jes en kabeltjes echt van belang zijn om u voortdurend

te observeren.

Deze labiele periode is slechts van korte duur. Meestal

kunt u de volgende dag al terug naar de afdeling.

Page 32: Een hartoperatie

32.

Daar verblijft u nog voor verdere controles op de medi-

um care (A218), een soort van tussenstation tussen in-

tensieve zorgen en uw eigen kamer.

Wanneer u alarmsignalen hoort op de intensieve zorg of

op de medium care, moet u niet ongerust zijn, dit hoort

bij de intensieve bewaking. Ze dienen om de verpleeg-

kundigen te verwittigen bijvoorbeeld van bepaalde be-

wegingen of wanneer er een infuus vervangen moet

worden.

13. Terug op de kamer

Als u terug op uw kamer bent, is het ergste voorbij.

Wat gebeurt er nadien nog op de verpleegafdeling ?

♥ dagelijkse bloeddruk-, pols- en temperatuurmeting zijn

noodzakelijk

♥ regelmatige bloedafname, elektrocardiogrammen,

foto's van hart en longen en echografie.

♥ nakijken of de nierfunctie in orde is en blijft. Hiervoor

wordt uw urine verzameld in een bokaal gedurende

vijf tot zes dagen. De dokter deelt u mee wanneer u

weer gewoon naar het toilet mag gaan.

Page 33: Een hartoperatie

33.

♥ registratie van het hartritme: de eerste dagen na de

operatie zal uw hartritme gevolgd worden op een kast-

je dat u meedraagt. Zonodig zal via pacemakerdraad-

jes, die tijdens de operatie op het hart aangebracht

werden, het juiste hartritme verzekerd worden. De

zesde dag na de operatie worden deze pacemaker-

draadjes verwijderd.

Wat indien?

Verwittig de verpleging indien uw hart fel bonst, hart-

kloppingen optreden of u begint te zweten.

Ze nemen een elektrocardiogram en indien nodig geeft

de dokter u medicatie.

Het is mogelijk dat u zich de eerste dagen na de

operatie niet goed voelt. Maar u zal merken dat u zich

na verloop van tijd steeds beter gaat voelen. Elke

patiënt is verschillend en de ene heeft meer tijd voor

herstel nodig dan de andere. Vergelijk u dus niet met

andere patiënten.

U hoeft ook niet ongerust te zijn als iemand, die dezelfde

dag als u een ingreep kreeg, eerder naar huis mag. Wij

laten u graag snel naar huis keren maar enkel wanneer

u er klaar voor bent.

Page 34: Een hartoperatie

34.

U schrikt wellicht bij het zien van uw borst- en beenwon-

den. U ziet een duidelijke snede, die meestal inwendig

gehecht is. De wondrand is geelbruin door het ontsmet-

tingsproduct. Meestal is de huidplooi wat gevoeliger en

lekt de wonde soms nog een beetje. Na enkele dagen

zal dit verdwijnen. Met de tijd zullen de wonden ook

steeds minder pijn doen. Tien dagen na de operatie

verwijderen we de hechtingen. Dat is voelbaar, maar

meestal niet pijnlijk. Als u inmiddels thuis bent, kan bij-

voorbeeld de huisarts uw hechtingen verwijderen.

Ondersteuning van de beenwonde is noodzakelijk. Tot

zes weken na de operatie zal u elastische kousen

moeten dragen. Zodra de wonde droog is, mag u een

douche nemen.

Als u thuis bent en alle korstjes verdwenen zijn, mag u

een bad nemen in niet te heet water.

U krijgt verschillende geneesmiddelen:

♥ Aspirine : om de bloedcirculatie te bevorderen

♥ Zantac : om de maag te beschermen

Meestal krijgt u ook geneesmiddelen om het hartritme of

de bloeddruk te regulariseren en zonodig aërosol om de

fluimen los te maken en dikwijls ook een anticholeste-

rolmiddel (Sommige van deze medicamenten moet u

maar tijdelijk nemen).

Page 35: Een hartoperatie

35.

Het verder op punt stellen van de medicatie gebeurt bij

controle door de cardioloog

Bij klepoperaties krijgt u bloedverdunnende of antistol-

lingsmedicatie (Marcoumar, Marevan, Sintrommitis). Bij

aanvang van de therapie zijn regelmatige bloedcontroles

vereist om de juiste dosis te bepalen. Deze tabletten

moet u heel stipt nemen. Er zijn ook medicamenten die

u niet mag combineren met antistollingstabletten zoals

aspirinederivaten die de juiste werking beïnvloeden.

U doet er goed aan een kaartje bij uw identiteitskaart te

voegen waarop staat welke soort medicatie u krijgt en

dat deze de bloedstolling vertraagt. Bij een ongeval is

dit belangrijk.

Wij rekenen op uw zorgvuldige inname van de medi-

catie.

14. Cardiale revalidatie

U zal de fysiotherapeut(e) dagelijks op bezoek krijgen.

Aanvankelijk wordt de aandacht gevestigd op de adem-

haling en het ophoesten van fluimen. Geleidelijk aan

wordt er meer aan beweging en mobilisatie gedacht.

Page 36: Een hartoperatie

36.

Dit onder de vorm van lichte oefeningen op de kamer,

begeleide wandelingen op de gang en later ook inspan-

ningsproeven op de fiets.

In overleg met uw cardioloog worden deze oefeningen

thuis verder gezet al dan niet met de hulp van een fysio-

therapeut.

15. Terug naar huis

Meestal kunt u acht dagen na de operatie naar huis.

Het is normaal dat u zich hierover nog wat zorgen maakt

of vragen stelt.

U kan steeds terecht bij de arts of verpleegkundige.

Alleenwonende die geen familiale opvang kunnen orga-

niseren, dienen hiervan zo snel mogelijk melding te ma-

ken bij de arts of verpleegkundige.

De patiëntenbegeleiding zal dan samen met u naar de

beste oplossing zoeken (zoals thuishulp of verblijf in een

hersteloord)

Sommige patiënten worden overgeplaatst naar het zie-

kenhuis waar hun verwijzend cardioloog werkzaam is.

Page 37: Een hartoperatie

37.

Dit om het bezoek voor de familie of vrienden te verge-

makkelijken of indien een langer verblijf in het zieken-

huis aangewezen is.

Met vragen over werkhervatting of revalidatie kan u te-

recht bij de arts.

Bij ontslag krijgt u de volgende documenten mee:

1. een brief voor de huisarts: zodra u thuis bent, ver-

wittigt u uw huisarts. Overhandig hem de medische ont-

slagbrief zodat hij op de hoogte is van uw gezondheids-

toestand en toereikend kan reageren op problemen die

zich kunnen voordoen. Een kopie van deze brief wordt

eveneens naar uw verwijzende cardioloog gestuurd.

2. een geneesmiddelenvoorschrift: met aanwijzingen

voor inname van de geneesmiddelen

3. afsprakenregeling voor nacontrole op de raadple-

ging cardiochirurgie

4. verslag van de kinesist over uw huidige conditie met

raadgevingen voor verdere revalidatie thuis en voor-

schrift kinesist.

Page 38: Een hartoperatie

38.

Aandachtspunten

1. autorijden

Gedurende zes weken is het niet aangewezen auto te

rijden, te fietsen (uitgezonderd hometrainer) of zware

dingen te tillen omdat uw borstbeen nog niet volledig

geheeld is.

2. lichaamstaal

♥ hartkloppingen: soms kunt u last hebben van hart-

kloppingen. Het bonzen van het hart kan met een

normale snelheid optreden. Wanneer het echter om

snelle of onregelmatige hartkloppingen gaat, waar-

schuwt u beter de huisarts of cardioloog.

♥ hoesten & fluimen: wanneer u thuis nog frequent

moet hoesten en u hebt groene of gele fluimen, doet u

er beter aan uw arts te consulteren.

♥ Koorts: gewoonlijk maakt u bij ontslag uit het zieken-

huis geen koorts meer. Wanneer u toch twee dagen

rond de 38° C heeft of 1 dag 38,5° C, neemt u best zo

snel mogelijk contact op met uw arts of cardioloog.

Dit in het bijzonder voor patiënten met een kunstklep.

U hoeft niet dagelijks uw temperatuur te nemen. In-

dien u zich onwel of 'grieperig' voelt, kan u best even

de temperatuur controleren.

Page 39: Een hartoperatie

39.

3. medicatie

Neem enkel de medicatie die de dokter voorschrijft.

Voor patiënten met een kunstklep is het ook belangrijk

dat er geen infectie optreedt. Verwittig steeds de dokter

als hij een onderzoek met een instrument wil doen

(tandheelkundige behandelingen, operatieve ingrepen,

bronchoscopie, gastroscopie, rectoscopie, cystoscopie

en curettages). Soms moet u een korte antibioticakuur

krijgen opdat de kunstklep niet zou infecteren. Wanneer

u zichzelf verwondt, gaat u ook best even naar de dok-

ter.

4. roken

Het rookverbod dat u werd opgelegd voor de operatie,

blijft ook na de operatie gelden. Onder andere kan het

roken leiden tot dichtgaan van overbruggingen

Om het stoppen met roken te vergemakkelijken, be-

staan er verschillende middeltjes waarover uw arts u kan

inlichten.

5. slapen en rust

Hoewel uw herstel al flink gevorderd is, bent u toch nog

niet helemaal "de oude". U kan misschien nog een tijdje

overgevoelig, prikkelbaar, vlug moe, vergeetachtig,

moeilijk kunnen lezen en minder goede eetlust hebben.

Page 40: Een hartoperatie

40.

Minstens acht uur slaap en één uur rust na het middag-

maal is aan te raden. Neem bij inspanning tijdig de nodi-

ge rust en hervat daarna uw bezigheden. Alle bovenge-

noemde symptomen zijn normaal en u zal merken dat

naarmate het herstel vordert, deze gevoelens zullen

verbeteren en uiteindelijk verdwijnen. Een volledig her-

stel kan soms enkele maanden duren.

6. sport

Regelmatig aan lichamelijke activiteit doen is belangrijk,

zelfs indien u voor de operatie geen of weinig sport be-

oefende. Tijdens de eerste weken kan beweging gebeu-

ren onder toezicht van een kinesist. Drijf uw inspanning

geleidelijk op bijvoorbeeld door te wandelen. Sommige

sporten zijn in het begin af te raden zoals tennis, voet-

bal, volleybal of squash.

7. seksuele betrekkingen

Vrijen is geen risicofactoren en vormt geen extra gevaar

voor het hart. De operatiewonde in de borstkas kan er

tegen. Wees er dus niet bang voor. Na een grote ope-

ratie is het normaal als het niet meteen lukt.

8. stress

Jaag u niet op, vermijd hevige discussies en conflicttoe-

standen. Verkies liever rustige muziek, aangename lec-

tuur, een wandeling en ontspanningsoefeningen.

Page 41: Een hartoperatie

41.

9. vakantie

Zodra u volledig genezen bent, is er geen gevaar en

mag u op vakantie gaan. We raden u wel aan eerst het

advies van uw huisarts of cardioloog te vragen.

10. wonden

De operatiewonden kunnen nog pijnlijk zijn bij hoesten

of niezen. U kunt hiervoor soms pijnstillers nemen. Na

een tijdje zal de pijn verdwijnen. Zo niet, raadpleeg dan

uw huisarts. Consulteer ook uw arts wanneer u vindt dat

de wonde ter hoogte van uw borst of been rood ziet en

warmer aanvoelt dan elders.

11. steunkous

Is uw geopereerde been dikker dan het andere?

Dat is normaal omdat de aders van dit been het bloed

moeten opvangen van de weggenomen ader, gebruikt

voor het maken van de overbruggingen. Vooral in het

begin is dat belastend. Daarom moet u zes weken of

langer een elastische steunkous dragen vanaf het op-

staan tot het slapengaan.

12. werkhervatting

Meestal zal het mogelijk zijn om drie maanden na de

operatie uw beroepsactiviteit te hervatten. Indien nodig

herneemt u eerst halftijds, nadien voltijds, uw werk-

zaamheden.

Page 42: Een hartoperatie

42.

13. extra aandachtspunten

♥ laat u regelmatig controleren door uw huisarts

♥ neem uw medicatie op het juiste tijdstip en stop geen

medicatie op eigen initiatief

♥ zorg dat uw gewicht normaal blijft en controleer dit

wekelijks

♥ een vochtinname van 1,5 liter per dag is aanbevolen

♥ volg de voedingsadviezen die in dit boekje vermeld

staan

♥ mochten er zich problemen voordoen die hier niet

werden besproken, raadpleeg dan steeds uw huisarts

of cardioloog

♥ bepaalde levensgewoonten wijzigt u beter in het be-

lang van uw gezondheid zoals stress, roken, weinig

beweging, veel vet eten en overtollig zoutgebruik.

17. Voedingsadviezen

Het voedingsadvies bij hart– en vaatziekten is geen

streng dieet. Volg onze gezonde voedingsrichtlijnen en

let vooral op uw gewicht. Bij een verhoogd vet- en cho-

lesterolgehalte in het bloed en bij adervernauwing,

schrijven we een vetarm dieet voor.

Page 43: Een hartoperatie

43.

Ons dieetadvies samengevat

1. beperk de hoeveelheid verzadigd vet

2. verhoog het aandeel onverzadigde vetzuren

3. beperk het gebruik van cholesterolrijke producten

4. gebruik meer vezelrijke voedingsmiddelen

5. wees matig met zout

6. matig het alcoholgebruik

7. let op uw gewicht

1. Beperk de hoeveelheid verzadigd vet

Verzadigde vetten doen uw bloedcholesterol stijgen.

Ze komen vooral voor in dierlijke voedingsmiddelen uit-

gezonderd in vis: vlees(waren), melkproducten, gebak,

maar ook in gewone margarine en gehard plantaardig

vet.

♥ vervang volle melkproducten en kaas door halfvolle of

magere producten

♥ vervang vet vlees en vette vleeswaren door magere

soorten (zie beleglijst)

♥ gebruik slechts 100 gram mager vlees bij de warme

maaltijd

♥ vervang één tot tweemaal per week vlees door vis,

ook vette vis is toegestaan

♥ vervang eventueel het vlees door vegetarische pro-

ducten(tofu, tempeh, seitan, quorn of peulvruchten).

Page 44: Een hartoperatie

44.

♥ Kies voor soorten met een laag gehalte aan verzadig-

de vetten en kies voor niet-gepaneerde soorten

♥ gebruik broodbeleg met mate

♥ als alternatief broodbeleg kunt u ook kiezen voor:

groenten, fruit, vis of vegetarische spreads.

♥ besmeer de boterham dun met minarine/halvarine

(bevat de helft minder vet dan margarine/boter); mina-

rine is alleen geschikt voor de boterham niet voor het

bakken en braden.

♥ gebruik maximaal één afgestreken eetlepel vetstof

voor de bereiding van warme maaltijden (olie of vloei-

bare bak– en braadmargarine).

Vermijd boter, kokosvet, palmolie, palmpitolie, gehar-

de plantaardige margarines, bak- en braadvetten en

frituurvet met hoog gehalte aan verzadigde vetzuren.

Opgelet met: voedingsmiddelen die verborgen vetten

bevatten. Dat zijn vetten die niet duidelijk zichtbaar zijn

op de verpakking maar wel degelijk aanwezig zijn in het

product.

2. Verhoog het aandeel van onverzadigde vetzuren

Onverzadigde vetzuren, zowel enkel- als meervoudig

onverzadigde vetzuren, stabiliseren en verlagen zelfs de

hoeveelheid cholesterol in uw bloed. Ze worden ook wel

de "goede vetsoorten" genoemd.

Page 45: Een hartoperatie

45.

Deze vetsoorten blijven vloeibaar bij kamertemperatuur

en zijn overwegend plantaardige producten.

Plantaardige oliën en margarine met een hoog gehalte

aan meervoudig onverzadigde vetzuren kunnen worden

gebruikt ter vervanging van de verzadigde vetten (aan-

wezig in boter en harde margarine)

♥ (dieet)margarines of minarine (halvarine) met een

hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren om de bo-

terham te besmeren. (Becel, Vitelma)

♥ olie voor alle soorten keukenbereidingen, zoals de be-

reiding van vlees of als dressing voor een rauwkost

♥ vloeibare bak– en braadmargarines

♥ voor het frituren zijn arachideolie en ‘speciale’

frituurolie het meest geschikt.

Dat zijn plantaardige oliën die bestand zijn tegen

temperaturen tot 180° C (kijk voor alle zekerheid

steeds op de verpakking) en vloeibare consistentie

behouden na afkoeling

♥ Frituur maximum 1 x 14 dagen !!!!!

♥ gebruik dressing en slasaus met een hoog gehalte

aan onverzadigde vetzuren (kijk op de verpakking) bij

een salade of rauwkost in plaats van mayonaise

♥ als alternatief voor room kan sojaroom (Alpro cuisine)

of Becel voor de koffie gebruikt worden. Hierbij is het

melkvet vervangen door olie, rijk aan onverzadigde

vetten.

Page 46: Een hartoperatie

46.

♥ noten in beperkte mate

♥ daarnaast kunt u ook enkelvoudige onverzadigde vet-

zuren gebruiken om het precentage verzadigde vetzu-

ren in de voeding te doen dalen:

♥ gebruik bijvoorbeeld olijfolie, arachideolie, raapzaad-

olie voor keukenbereidingen en/of dressings

♥ maak gebruik van pinda's of advocado in gerechten of

als tussendoortje

3. Beperk het gebruik van cholesterolrijke producten

Een normale hoeveelheid cholesterol in het bloed is niet

schadelijk, het is zelfs een onmisbare stof voor bijvoor-

beeld de celwand en de hormonen. Maar teveel choles-

terol kan samen met een aantal andere risicofactoren

problemen opleveren. Het lichaam maakt zelf het meest

cholesterol. Daarnaast zijn er voedingsmiddelen die van

nature ook cholesterol bevatten.

Daarom blijft het verstandig om zuinig om te springen

met cholesterolrijke produkten zoals volgende voe-

dingsmiddelen

♥ één eidooier éénmaal per week is toegestaan; op het

wit van ei staat geen beperking

♥ orgaanvlees, zoals hersenen, lever, niertjes en zweze-

rik: één maal per 14 dagen is toegestaan

♥ garnalen, kaviaar, paling

Page 47: Een hartoperatie

47.

Magere / cholesterolarme belegsoorten :

Kaas

♥ platte kaas: alle magere soorten. Bereiding : hartig

met kruiden of zoet met suiker, zoetmiddel of fruit

♥ magere Brusselse kaas, Cottage cheese, magere vas-

te kaas 20+ of 30+

♥ magere smeerkaas

♥ mozarella light, feta light

Vlees

Rund, varken, kalf, paard, gevogelte

Vis

Rauwkost met gekookte vis, zelfgemaakte vissla*, tonijn

op eigen nat, zelfgemaakte tonijnsla*, zelfgemaakte

krabsla*, mosselen azijn, zalm in blik of diepvries, zelf-

gemaakte zalmsla*, makreel in eigen nat

Ei

gekookt, gepocheerd, gebakken in antikleefpan, zelfbe-

reide eiersalade*

Groenten :

verse groenten zoals sla, tomaat, komkommer en worte-

len op smaak gebracht met citroen, frambozenazijn,

aceto balsamico, mager slasausje zelfbereide groente-

slaatjes* (komkommersalade, lentesalade)

Page 48: Een hartoperatie

48.

(*) ‘Zelfbereid’ betekent dat men voor de bereidingen

geen mayonaise gebruikt, maar zelf een magere slasaus

maakt op basis van magere platte kaas, magere yog-

hurt, slasaus of Yogorette. Je kan ook een Becel– of Vi-

telmadressing voor de helft vermengen met magere

yoghurt, dit alles op smaak brengen met peper, mosterd,

citroen of azijn en andere kruiden. (bijvoorbeeld : curry,

paprika, tuinkruiden zoals peterselie, bieslook….).

4. Gebruik meer vezelrijke voedingsmiddelen

Vezels zijn onverteerbare stoffen in ons voedsel die on-

der andere onmisbaar zijn voor een goede darmfunctie

en stoelgang. Tevens hebben vezels invloed op de vet-

ten in het bloed.

Maak daarom gebruik van

♥ volkorenproducten, zoals rogge- of tarwebrood, volko-

ren spaghetti, ongepelde rijst, muesli

♥ zemelen, peulvruchten

♥ fruit : liefst 2 à 3 stukken fruit per dag (zoveel mogelijk

met schil eten indien de vrucht het toelaat)

♥ groenten zowel bij de warme maaltijd als bij de

broodmaaltijd

Page 49: Een hartoperatie

49.

5. Wees zuinig met zout

Het is niet nodig om aan uw dagelijks voedsel extra zout

toe te voegen, omdat er van nature uit al voldoende zout

in de voedingsmiddelen aanwezig is. Wees daarom zui-

nig met

♥ keukenzout, zeezout, lookzout, selderzout

♥ soeparoma

♥ worcestershiresaus, sojasaus (ketjap)

♥ zoutrijke kruidenmengsels zoals kip-, vlees-, gehakt-

en spaghettikruiden

♥ soepen en groenten uit blik, kant-en-klaarmaaltijden,

bereide groenten, diepvriessoep

♥ saus- en juspoeders

Gebruik liever (verse) kruiden en specerijen !

6. Matig uw alcoholgebruik

Een matig alcoholgebruik heeft een gunstige invloed op

de vetten in het bloed. Daarom mag u, wanneer u geen

overgewicht heeft en indien het niet om één of andere

reden door de geneesheer verboden is, één tot twee

glazen alcohol per dag gebruiken. Rode wijn verdient

de voorkeur.

Page 50: Een hartoperatie

50.

7. Let op uw gewicht

Overgewicht kan leiden tot ernstige gezondheidspro-

blemen. Een matig gewichtsverlies van 10 % doet het

risico op hart– en vaatproblemen drastisch dalen. Een

veilig gewichtsverlies bedraagt 0,5 tot 1 kg per week.

Om een streefgewicht te bereiken of te handhaven is het

belangrijk de voedingsmiddelen met een hoog energie-

gehalte te beperken. Verminder vetrijke voedingsmidde-

len, pure suikers en alcohol. Eet daarom wat minder

vetten, (vette) vleeswaren, kaas en snoep en schakel

vooral groenten en fruit in.

Mocht u nog vragen hebben of wenst u een extra woord-

je uitleg rond dit voedingsadvies ? Aarzel niet te vragen

naar de diëtisten verantwoordelijk voor deze dienst car-

diochirurgie.

Page 51: Een hartoperatie

51.

18. Patiëntenverenigingen

Deze brochure bevat de belangrijkste informatie. Hope-

lijk bent u na het lezen hiervan wat meer vertrouwd met

het verloop van een hartoperatie.

Bijkomende opmerkingen of vragen kan u steeds bij ons

kwijt.

Wij wensen u alvast een spoedig herstel!

Sommige patiënten wensen zich na hun operatie in te

zetten voor andere hartpatiënten. Hiervoor bestaan ver-

schillende verenigingen:

Belgische Cardiologische Liga

Elyzeese Veldenstraat 43

1050Brussel

Tel 02 649 85 37

www.cardiologischeliga.be / www.liguecardiologique.be

Belgische hartpatiëntenvereniging

Regio Antwerpen

Hof van Riethlaan 11

2640 Mortsel

Tel 03 448 10 71

Page 52: Een hartoperatie

52.

19. Persoonlijke nota's

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................

.........................................................................................................................................................