Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving...

8
924 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16) Liesbreuken komen voor sinds mensenheugenis. Tot ver in de 19e eeuw vond de behandeling ervan louter plaats met behoudende maatregelen, zoals repositie, ‘weekmakende middelen’ en breukbanden. In noodgevallen werd dit aan- gevuld met castratie of resectie, vaak met de dood tot gevolg. De operatieve behandeling van de liesbreuk is pas met Bassini (1844-1924) aan het einde van de 19e eeuw van de grond gekomen. Hij beschreef de essentie van de patho- logie van de liesbreuk. Sinds Bassini is de ingreep door veel chirurgen aangepast en verder ontwikkeld. Het gebruik van synthetisch materiaal en de laparoscopie hebben de aanpak sterk veranderd. De belangrijkste verbeteringen zijn een laag recidiefpercentage en een operatieve sterfte die thans nihil is. De incidentie en prevalentie van de liesbreuk zijn niet precies bekend, maar in Nederland is de liesbreukoperatie met jaarlijks ruim 31.000 ingrepen (bron: Prismant; www. prismant.nl/informatieproducten/ziekenhuisstatistieken; doorklikken op ‘Ziekenhuisstatistiek – Verrichtingen’) de meest uitgevoerde operatie door chirurgen. In dit artikel lichten wij de geschiedenis van de liesbreukchirurgie toe. de liesbreukchirurgie in de oudheid De mummie van de Egyptische koning Ramses V (circa 1100 v.Chr.) liet een liesbreuk zien. 1 Hippocrates (460-375 v.Chr.), de ‘vader van de geneeskunde’, besprak de liesbreuk zijde- lings. Het is echter niet geheel duidelijk wat zijn behan- delwijze was. 2 3 Celsus (circa 25 v.Chr.), bekend van de ont- stekingsverschijnselen rubor, calor, tumor en dolor, was een beroemd compilator uit de Grieks-Romeinse periode die het reponeren (taxis) van de liesbreuk en het verschil tussen een hydrocele en een liesbreuk beschreef. Hij intro- duceerde voor het eerst de Latijnse term ‘hernia’, met als betekenis ‘uitstulping’. Zijn bekendste werk, de encyclo- pedie De re medicina, is chirurgisch georiënteerd met enkele gedetailleerde beschrijvingen van hernia’s. 2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.). Hij rese- ceerde de breuk in zijn totaliteit in combinatie met hemicas- tratie. 4 7 Toen al werden bloedingen door middel van ligatie verholpen. Dit gebeurde met linnen en later met kattendarm (‘catgut’), oplosbaar, dierlijk hechtmateriaal, zijde, wol, zil- verdraad, gouddraad of paardenhaar. De breukzak werd zo hoog mogelijk onderbonden. De pathofysiologie van de liesbreuk bleef echter onduidelijk. Galenus (129-199) op- perde dat een liesbreuk ontstond door een ruptuur van het peritoneum. 2 4 5 8 In het algemeen was men zeer terughoudend om een liesbreuk operatief te behandelen. Eerst werden ‘week- makende middelen’ gebruikt, zoals warme kruiden(baden), ‘breukzalven’ en natte verbanden, om al dan niet beklem- de liesbreuken te behandelen als taxis niet hielp. 7 9 10 Acute, geschiedenis der geneeskunde Een beknopte geschiedenis van de liesbreukoperatie bij volwassenen J.Bekker, J.N.Keeman, M.P.Simons en Th.J.Aufenacker Tot ver in de 19e eeuw bestond de behandeling van liesbreuken louter uit repositie met behulp van breukbanden of ‘weekmakende middelen’, zoals warme kruidenbaden en natte verbanden. Bij beklemde breuken die niet te reponeren waren, ging men over tot resectie of cauterisatie van de breuk, meestal in combinatie met hemicastratie. Bassini (1844-1924) wordt gezien als de grondlegger van de huidige moderne liesbreukoperatie aan het einde van de 19e eeuw. De essentiële bevinding van Bassini was dat de achterwand van het lieskanaal, de fascia transversalis, een belangrijke rol speelt in de pathofysiologie van de liesbreuk. Zijn behandeling, complete incisie van deze fascia met een reconstructie van de achterwand, werd bijna een eeuw lang beschouwd als de gouden standaard. Een van de problemen van de conventionele bassini-operatie was de spanning die op de weefsels werd gebracht en die tot hoge recidiefpercentages leidde. Hoewel de operatie van Bassini op zich obsoleet is geworden, is de opera- tieve behandeling tegenwoordig nog steeds toegespitst op versteviging van de achterwand van het lieskanaal. Die spanningsloze versteviging vindt thans plaats met synthetisch materiaal, waarbij de mat geplaatst wordt via een open anterieure benadering, laparoscopische ingreep of preperitoneale interventie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:924-31 Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam. Hr.J.Bekker, assistent-geneeskundige (thans: arts-onderzoeker, Univer- sitair Medisch Centrum Groningen, afd. Hepatobiliaire Chirurgie en Levertransplantatie, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen). Hr.dr.J.N.Keeman, chirurg n.p., Amsterdam. Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, afd. Chirurgie, Amsterdam. Hr.dr.M.P.Simons, chirurg. Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Nijmegen. Hr.dr.Th.J.Aufenacker, chirurg. Correspondentieadres: hr.J.Bekker ([email protected]).

Transcript of Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving...

Page 1: Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.).

924 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16)

Liesbreuken komen voor sinds mensenheugenis. Tot ver in

de 19e eeuw vond de behandeling ervan louter plaats met

behoudende maatregelen, zoals repositie, ‘weekmakende

middelen’ en breukbanden. In noodgevallen werd dit aan-

gevuld met castratie of resectie, vaak met de dood tot

gevolg. De operatieve behandeling van de liesbreuk is pas

met Bassini (1844-1924) aan het einde van de 19e eeuw van

de grond gekomen. Hij beschreef de essentie van de patho-

logie van de liesbreuk. Sinds Bassini is de ingreep door veel

chirurgen aangepast en verder ontwikkeld. Het gebruik van

synthetisch materiaal en de laparoscopie hebben de aanpak

sterk veranderd. De belangrijkste verbeteringen zijn een

laag recidiefpercentage en een operatieve sterfte die thans

nihil is.

De incidentie en prevalentie van de liesbreuk zijn niet

precies bekend, maar in Nederland is de liesbreukoperatie

met jaarlijks ruim 31.000 ingrepen (bron: Prismant; www.

prismant.nl/informatieproducten/ziekenhuisstatistieken;

doorklikken op ‘Ziekenhuisstatistiek – Verrichtingen’) de

meest uitgevoerde operatie door chirurgen. In dit artikel

lichten wij de geschiedenis van de liesbreukchirurgie toe.

de liesbreukchirurgie in de oudheid

De mummie van de Egyptische koning Ramses V (circa 1100

v.Chr.) liet een liesbreuk zien.1 Hippocrates (460-375 v.Chr.),

de ‘vader van de geneeskunde’, besprak de liesbreuk zijde-

lings. Het is echter niet geheel duidelijk wat zijn behan-

delwijze was.2 3 Celsus (circa 25 v.Chr.), bekend van de ont-

stekingsverschijnselen rubor, calor, tumor en dolor, was

een beroemd compilator uit de Grieks-Romeinse periode

die het reponeren (taxis) van de liesbreuk en het verschil

tussen een hydrocele en een liesbreuk beschreef. Hij intro-

duceerde voor het eerst de Latijnse term ‘hernia’, met als

betekenis ‘uitstulping’. Zijn bekendste werk, de encyclo-

pedie De re medicina, is chirurgisch georiënteerd met enkele

gedetailleerde beschrijvingen van hernia’s.2 4-7

Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit

deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.). Hij rese-

ceerde de breuk in zijn totaliteit in combinatie met hemicas-

tratie.4 7 Toen al werden bloedingen door middel van ligatie

verholpen. Dit gebeurde met linnen en later met kattendarm

(‘catgut’), oplosbaar, dierlijk hechtmateriaal, zijde, wol, zil-

verdraad, gouddraad of paardenhaar. De breukzak werd

zo hoog mogelijk onderbonden. De pathofysiologie van de

liesbreuk bleef echter onduidelijk. Galenus (129-199) op-

perde dat een liesbreuk ontstond door een ruptuur van het

peritoneum.2 4 5 8

In het algemeen was men zeer terughoudend om een

liesbreuk operatief te behandelen. Eerst werden ‘week-

makende middelen’ gebruikt, zoals warme kruiden(baden),

‘breukzalven’ en natte verbanden, om al dan niet beklem-

de liesbreuken te behandelen als taxis niet hielp.7 9 10 Acute,

geschiedenis der geneeskunde

Een beknopte geschiedenis van de liesbreukoperatie bij volwassenen

J.Bekker, J.N.Keeman, M.P.Simons en Th.J.Aufenacker

Tot ver in de 19e eeuw bestond de behandeling van liesbreuken louter uit repositie met behulp van breukbanden of ‘weekmakende middelen’, zoals warme kruidenbaden en natte verbanden. Bij beklemde breuken die niet te reponeren waren, ging men over tot resectie of cauterisatie van de breuk, meestal in combinatie met hemicastratie. Bassini (1844-1924) wordt gezien als de grondlegger van de huidige moderne liesbreukoperatie aan het einde van de 19e eeuw. De essentiële bevinding van Bassini was dat de achterwand van het lieskanaal, de fascia transversalis, een belangrijke rol speelt in de pathofysiologie van de liesbreuk. Zijn behandeling, complete incisie van deze fascia met een reconstructie van de achterwand, werd bijna een eeuw lang beschouwd als de gouden standaard. Een van de problemen van de conventionele bassini-operatie was de spanning die op de weefsels werd gebracht en die tot hoge recidiefpercentages leidde. Hoewel de operatie van Bassini op zich obsoleet is geworden, is de opera-tieve behandeling tegenwoordig nog steeds toegespitst op versteviging van de achterwand van het lieskanaal. Die spanningsloze versteviging vindt thans plaats met synthetisch materiaal, waarbij de mat geplaatst wordt via een open anterieure benadering, laparoscopische ingreep of preperitoneale interventie.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:924-31

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Amsterdam.Hr.J.Bekker, assistent-geneeskundige (thans: arts-onderzoeker, Univer-sitair Medisch Centrum Groningen, afd. Hepatobiliaire Chirurgie en Levertransplantatie, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen).Hr.dr.J.N.Keeman, chirurg n.p., Amsterdam.Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, afd. Chirurgie, Amsterdam.Hr.dr.M.P.Simons, chirurg.Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, afd. Chirurgie, Nijmegen.Hr.dr.Th.J.Aufenacker, chirurg.Correspondentieadres: hr.J.Bekker ([email protected]).

Page 2: Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.).

925Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16)

niet te reponeren beklemde liesbreuken werden in hun

geheel gereseceerd (hemicastratie) of gecauteriseerd (figuur

1); ook werd behandeling met hete olie niet geschuwd. De

sterfte door de ingreep was hoog, zeker als de darm necro-

tisch was door beklemming of als deze met de breuk mee

gereseceerd werd. De patiënt moest dan het geluk hebben

dat zich een stoma in de lies vormde (figuur 2).7-12

Postoperatief waren het vooral infecties die voor een

aanzienlijke sterfte van tenminste 50% zorgden. Paulus van

Aegina (625-690), een Griekse chirurg, meende dat de zaad-

streng een risico voor een recidief vormde.13 Hij reseceerde

of cauteriseerde de breukzak samen met de fu niculus sper-

maticus en de testikel. Castratie maakte standaard deel uit

van de behandeling, tot William van Saliceto (13e eeuw) zich

hiertegen verzette. Hij was de eerste chirurg sinds Celsus

die tegen verwijdering van de testis was. Hij cauteriseerde

weliswaar de breukzak, maar hij probeerde de zaadstreng

met testis te behouden, hetgeen toen nog niet door ieder-

een geaccepteerd werd.2 4 Zoals de Amsterdamse chirurg

Oidtmann (1865-1940) in zijn dissertatie schreef: ‘Er waren

rondtrekkende charlatans en breuksnijders die van de 13e

tot de 18e eeuw op zulke onzinnige en barbaarse wijze pa-

tiënten castreerden [figuur 3], dat zij zich niet alleen de

verontwaardiging van chirurgen, maar zelfs die van leken

op de hals haalden’.4

Anatomie. Breukbanden, zoals getoond in figuur 4, wer-

den door Saliceto ter preventie van inklemming en behan-

deling van symptomatische liesbreuken geadviseerd.15 Een

bekende Nederlandse medicus, anatoom en specialist in het

maken en bedenken van verschillende typen breukbanden

(figuur 5) was Petrus Camper (1722-1789).14-16 Hij deed een

ontleedkundige waarneming bij een meisje van 5 jaar, waar-

figuur 1. Cauteriseren van de liesbreuk door Arabieren rond de 17e eeuw.11

figuur 2. Stoma in de lies na breukresectie en hemicastratie.12

Page 3: Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.).

926 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16)

bij hij het nut van de breukband nog eens onderschreef. Zij

had vanaf de geboorte een breukband gedragen en ‘Binnen

in den buik was geen overblijfzel te vinden van de breuk’.16

Veruit de belangrijkste chirurgen dan wel anatomen in

de 16e eeuw waren Ambroise Paré (1510-1590) en Andreas

Vesalius (1514-1564). Mede dankzij hen zijn de anatomische

en chirurgische kennis op een hoger plan gekomen. Paré

wijdde een heel hoofdstuk aan hernia’s in zijn boek Apologie et traité.5 Dit maakte de weg vrij voor de gedetailleerder ken-

nis van de ingewikkelde anatomische onderdelen van het

lieskanaal (figuur 6).2 5 17-19

Verschillende anatomische structuren werden vernoemd

naar diegene die deze ontdekte: Cooper, Gimbernat, Poupart

en Scarpa, allen chirurgen met speciale interesse voor de

liesbreukchirurgie.6 18 In 1556 komt een Franse chirurg,

Pierre Franco (1500-1561), met een monografie over her-

nia’s. In zijn Petit traité sur les hernies beschrijft hij de operatie-

ve behandeling bij beklemde liesbreuken. Deze richtte zich

op het insnijden van de omklemmende breukpoort (kelo-

tomie) en het reponeren van de breukzak zonder deze te

openen. Een methode die lang standhield.21 Camper en

Andreas Bonn (1738-1818) vermeldden in de 18e eeuw de

verschillen tussen de twee typen liesbreuken. Bonn zegt bij-

voorbeeld over de directe liesbreuk: ‘Aan de binnenzijde der

bovenbuiksvaten, of tusschen deze vaten en het schaam-

been, wordt het buikvlies ook minder dan op andere plaat-

sen door spieren gesteund en wijkt dezelve somtijds voor de

ingewande.’ Over de indirecte hernia zegt hij dat deze ont-

staat als aangeboren liesbreuk, ‘hernia congenita’, bij kin-

deren door een persisterende tunica vaginalis. Camper doet

zijn bevindingen van directe breuken bij obductie van oude

mannen, ‘waar het buikvlies verslapt en verlengd is’.16 22

De eerste melding van een liesbreuk in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde is een ‘Heelkundige waarne-

ming’.23 In deze casuïstische mededeling beschrijft Krieger

duidelijk dat een operatie het allerlaatste redmiddel was bij

een beklemde liesbreuk: ‘[. . .] Hij had veel moeite de

breukbeklemming in de inwendige opening van het lies-

kanaal weder binnen te krijgen, ondanks zijn breukband.

Den 14den December 1856 was dit weder het geval, en

nu was iedere poging tot inbrengen door hem aangewend

vruch teloos. Spoedig volgden hierop pijn, benaauwdheid,

mis selijkheid, braken, kortom verschijnselen van een breuk-

beklemming. De behandeling daartegen door den genees-

heer, wiens hulp was ingeroepen, in het werkgesteld, name-

lijk: taxis, bloedzuigers, clysmata, fomentatie, bleef zonder

gewenscht gevolg. De verschijnselen van incarceratie hiel-

den niet alleen aan, maar namen toe, zoodat zich de nood-

zakelijkheid tot meer afdoende, namelijk operatieve hulp

begon te doen voelen [. . .]’.23 Dit illustreert in detail de

toenmalige behandeling van de liesbreuk voorafgaand aan

een operatie. Dat men een operatie zo veel mogelijk wilde

voorkomen, wordt geïllustreerd door figuur 7.

figuur 3. Resectie van een liesbreuk in 1264.6

figuur 4. Breukband gebruikt ter preventie van beklemming.14

Page 4: Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.).

927Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16)

Pijnstilling en infectiepreventie. Het gebrek aan adequate

pijnstilling en infectiepreventie was een groot probleem.

Operaties moesten snel en met weinig oog voor detail uit-

gevoerd worden. Lang werden ruwe opium, hasj en andere

kruidenmengsels gebruikt in de hoop een patiënt pijnvrij te

krijgen. Hieraan kwam een einde toen de tandarts Morton

(1818-1868) in 1846 aantoonde dat een patiënt bij het in-

haleren van diëthylether buiten bewustzijn raakte en zonder

pijn geopereerd kon worden. Een monografie van Braun

(1862-1934) speelde rond die tijd een belangrijke rol bij de

lokale anesthesie. Hij wist pijnloos allerlei zeer grote en uit-

gebreide operaties uit te voeren door novocaïne te introdu-

ceren en het effect te versterken dan wel te verlengen met

epinefrine.24 Dankzij deze revolutionaire uitvindingen kon-

den chirurgische technieken verder worden ontwikkeld. De

operatieduur nam toe, met als vervelende bijkomstigheid

een stijgende infectiekans. Mede door de Hongaarse arts

Semmelweis, die omstreeks 1846 de relatie tussen infectie

en hygiëne aantoonde, verminderde het infectierisico door

een reeks van preventieve maatregelen, het begin van het

zogenaamde aseptische tijdperk. Halsted bijvoorbeeld ad-

viseerde om handschoenen en een mondmasker te dragen

tijdens een ingreep.2 Het antiseptische tijdperk werd inge-

luid met Lister en Pasteur.2 3 19 De weg werd daarmee defini-

tief vrijgemaakt om operaties, waaronder liesbreukcorrec-

ties, goed te kunnen verrichten.

liesbreukchirurgie in de moderne tijd

Met Bassini (1844-1924) begint in 1884 het moderne tijd-

perk van de liesbreukchirurgie.25-28 Zijn essentiële bevin-

ding was dat de achterwand van het lieskanaal, de fascia

transversalis, een belangrijke rol speelt in de pathofysio-

logie van de liesbreuk.4 6 25 Zijn behandeling werd al snel de

gouden standaard: complete incisie van de fascia transver-

salis met een reconstructie van de achterwand door middel

van een drievoudige laag (‘triple layer’) (figuur 8 en 9),

bestaande uit de fascia transversalis, de aponeurose van

de M. transversus abdominis en die van de M. obliquus in-

ternus abdominis gehecht aan het ligamentum inguinale

(Pouparti). Op enkele modificaties na is dit een eeuw lang

de behandeling van liesbreuken geweest. Opvallend is dat

in Bassini’s studie slechts een recidiefpercentage van 2,8

(7/251) werd gevonden. Dit was dan wel met een follow-up

van bijna 5 jaar.26 Toch moeten wij thans constateren dat

de bassini-plastiek niet meer gebruikt wordt, omdat is

aan getoond dat deze techniek een recidiefpercentage geeft

van meer dan 30.29-31

Bekende modificaties van de bassini-techniek rond 1900

waren die van Halsted en Hackenbruch: zij transponeerden

de zaadstreng subcutaan boven de aponeurose van de

M. obliquus externus abdominis.20 31

Bassini was in Europa weliswaar een bekendheid door

zijn ingreep, in de Verenigde Staten was zijn methode

echter niet goed doorgedrongen. Shouldice (1890-1965),

een Canadese chirurg, maakte enkele kleine modificaties

voor Bassini’s techniek en verwierf daarmee veel bekend-

heid, met name in Amerika. Hij gebruikte staaldraad en

hechtte de drievoudige laag met een continue hechting in

4 lagen. Bovendien wist hij de ingreep onder lokale verdo-

ving uit te voeren. McVay (geboren in 1948) (her)introdu-

ceerde een techniek waarbij na complete incisie de fascia

transversalis gehecht werd aan het ligamentum pectineum

(Cooperi) en niet zoals bij de bassini-procedure aan het

ligamentum inguinale. In 1919 werd een preperitoneale

methode geïntroduceerd door LaRoque. Zijn benadering

van de breuk was via een wisselsnede volgens McBurney,

zoals bij de appendectomie. Hij prepareerde tot op het peri-

toneum en had zo zicht op de achterwand van het lies-

kanaal, de fascia transversalis. Daarna werd de breuk-

zak van binnenuit gereseceerd. Het duurde een aantal

decennia voordat dit een geaccepteerde methode zou

worden.6 7 20

Toepassing van matjes. Het synthetische, niet-oplosbare

matje (‘mesh’-techniek) bracht vooruitgang, doordat de

liesbreuk daarmee ‘zonder spanning’ wordt verholpen en

de achterwand van het lieskanaal met kunststof wordt ver-

sterkt. Sindsdien is het niet meer nodig om potentieel pijn-

lijke spanning op de vezels van de fascia transversalis te zet-

ten als deze gehecht wordt aan een ligament (ligamentum

figuur 5. Bij opgravingen in de Pieterskerk te Leiden, waar

Camper ter aarde werd besteld, werden twee breukbanden gevon-

den. De pelottes waren gemonteerd op een stalen veer die op de

wervelkolom rustte. Een van deze veren is op de foto als verroeste

stukken te zien.

Page 5: Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.).

928 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16)

inguinale of ligamenten pectineum), waardoor het uit-

scheuren van de fascia voorkomen kan worden. Het klieven

van de fascia transversalis werd obsoleet, mede door het

gebruik van kunststofmaterialen. Hiermee werd een aan-

zienlijke reductie in het aantal recidieven behaald.6 20 32 33

Tegenwoordig is een mat, in al zijn maten, vormen en soor-

ten, nauwelijks meer weg te denken in de (lies)breukchi-

rurgie. Eind 19e eeuw werden al zilveren netjes gebruikt om

liesbreuken te verhelpen, maar dit raakte in diskrediet van-

wege het oncomfortabele gevoel dat deze veroorzaakten.

Een ander punt was dat chirurgen ook in die tijd lichaams-

vreemd materiaal wantrouwden vanwege het potentiële

infectiegevaar. Naast lichaamsvreemd materiaal werd door

Kirschner (1879-1942) ook een vrij transplantaat van een

stukje fascie van de tractus iliotibialis gebruikt.6 25

Usher herintroduceerde rond 1960 dit concept en was

samen met Lichtenstein een van de pioniers die een primaire

liesbreukoperatie uitvoerden met de huidige gangbare poly-

propyleenmat.6 7 18 In Nederland is thans de lichtenstein-

plastiek de meest uitgevoerde procedure34 en wereldwijd

wordt deze beschouwd als gouden standaard vanwege het

lage recidiefpercentage (< 3), de kosteneffectiviteit en de

korte leercurve van deze ingreep.1 29 30 35-40 Lichtenstein

populariseerde bovendien de ingreep onder lokale anes-

thesie en in dagbehandeling.20

Rond 1970 konden Stoppa, Nyhus en Rives de preperito-

figuur 6. Anatomisch overzicht van het lieskanaal en de ‘indirecte’ liesbreuk links (zie sonde).20

Page 6: Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.).

929Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16)

neale methoden van LaRoque optimaliseren door ook syn-

thetische matjes te gebruiken en daarmee het recidiefper-

centage te verkleinen. Stoppa introduceerde een methode

waarbij uni- of bilaterale liesbreuken preperitoneaal verhol-

pen kunnen worden zonder hechtingen. Hierbij wordt een

incisie gemaakt in de mediaanlijn net boven het os pubis. Er

wordt vervolgens een grote mat tussen het peritoneum en

de achterwand van het lieskanaal geplaatst ter versteviging

van de fascia transversalis, waarmee alle potentiële hernia’s

in het liesgebied behandeld worden. Een voordeel is dat de

methode van Stoppa ook bij recidieven de oplossing kan

bieden als de lies zelf door littekenvorming van eerdere

operaties niet goed meer toegankelijk is.6 7 18

De laparoscopische benadering van de liesbreuk werd

door Ger in 1982 geïntroduceerd. Hij onderzocht een groep

patiënten die de conventionele behandeling wegens een

liesbreuk hadden ondergaan en één van die patiënten met

een indirecte liesbreuk werd voor het eerst succesvol la-

paroscopisch geopereerd.41 Stapsgewijs volgde introductie

van deze methode in Nederland. In 1991 werd de eerste

laparoscopische liesbreukcorrectie in Nederland verricht.

Deze elegant ogende methode is nog niet kosteneffectiever

dan de open ingreep en heeft een, meer dan bij andere

ingrepen geldend, lang leertraject. Het postoperatief herstel

is significant korter en de kans op chronische pijnklachten

is kleiner. Samen met het gegeven van een kleiner operatie-

litteken zit hier dan ook de winst van de laparoscopische

benadering. Ter preventie van recidieven en zeldzame, maar

potentieel ernstige complicaties dient de techniek uitge-

voerd te worden door ervaren teams.15 36-42

De noodzaak van ingrepen zonder toepassing van syn-

thetisch materiaal blijft bestaan, omdat er bij beklemde lies-

breuken met necrotische of beschadigde darmsegmenten

geen lichaamsvreemd materiaal gebruikt kan worden van-

wege de verhoogde kans op infectie. Het zal steeds moei-

lijker zijn voor nieuwe lichtingen chirurgen om conven-

tionele technieken te leren gezien de zeldzaamheid van die

ingrepen. Alle thans gangbare liesbreukcorrecties hebben

als gemeenschappelijk doel de achterwand van het lies-

kanaal te verstevigen. In feite betekent het dat Bassini in dat

opzicht zijn tijd ver vooruit was.6 8 18

tot slot

De liesbreukoperatie heeft zich ontwikkeld van hemicas-

tratie en cauterisatie tot een operatie die met behulp van

figuur 7. Zolang er geen breukbeklemming was, opereerde men

liever niet (A = urethraopening).12

figuur 8. De ‘triple layer’ wordt gehecht aan het ligament van

Poupart. Samen met incisie van de fascia transversalis is dit het

kenmerk van de bassini-procedure.27

Page 7: Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.).

930 Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16)

synthetische matjes uitgevoerd wordt via een open dan wel

een minimaal invasieve methode. De innovatie van de lies-

breukchirurgie heeft duidelijk haar invloed gehad op het

recidiefpercentage, maar in de nabije toekomst zal ook de

chronische pijn meer aandacht krijgen. Op dit punt lijken de

preperitoneale technieken veelbelovend. Toch zal het waar-

schijnlijk niet tot één exclusieve techniek komen, omdat

de veelheid aan vormen en modificaties van operatietech-

nieken zich moeilijk laat onderzoeken. Een mankement in

studies is vaak de follow-up: een enquête voldoet namelijk

niet en lichamelijk onderzoek is obligaat.31 In Nederland is

er de laatste decennia een duidelijke verschuiving te zien

van de bassini- en de shouldice-plastiek zonder toepassing

van synthetisch materiaal naar de lichtenstein-plastiek met

synthetisch materiaal. De lichtenstein-plastiek is op dit

moment de meest (in 57% van de gevallen) uitgevoerde

ingreep.1 31 34

Dr.H.Kroes, chirurg n.p., Amersfoort, en dr.H.Veeken, uitvoerend hoofd-redacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, gaven commentaar op het manuscript. Drs.J.P.Gijselhart, bibliothecaris van de Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, hielp bij het verkrijgen van de benodigde literatuur.

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Aanvaard op 8 december 2006

Literatuur

1 Aufenacker ThJ. The Lichtenstein inguinal hernia repair, applica-bility, antibiotic prophylaxis and complications [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam; 2006.

2 Rutkow IM. Surgery. An illustrated history. Philadelphia: Mosby-Year Book; 1993.

3 Kaandorp CJE, Everdingen JJE van. Dokters van eeuwen. Twintig artsen uit twee millennia. Overveen: Belvédère; 1999.

4 Oidtmann AH. Radikaal operatie der cruraalbreuk [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam; 1893.

figuur 9. Schematische tekening van de lies. De bassini-procedure met de ‘triple layer’, die gehecht is aan het ligament van Poupart.20

Page 8: Een beknopte geschiedenis van de … beschrijvingen van hernia’s.2 4-7 Een duidelijke beschrijving van een liesbreukoperatie uit deze periode is van Heliodorus (circa 150 n.Chr.).

931Ned Tijdschr Geneeskd. 2007 21 april;151(16)

5 Ambroise Paré. De chirurgi ende operatien van alle wercken over-geset door Carolum Battum. Amsterdam: Jan Jansz Schippers; 1655.

6 Bendavid R, Abrahamson J, Arregui ME, Flament JB, Phillips EH, editors. Abdominal wall hernias. Principles and management. New York: Springer; 2001.

7 Celsus AC. Aur. Cor. Celsus on medicine, in eight books, Latin and English/transl. from Targa L, editor. The words of the text being arranged in the order of construction; to which are prefixed, a life of the author, tables of weigh with explanatory notes, etc. designed to facilitate the progress of medical students by Alex. Lee. Londen: Cox; 1831-1836.

8 Nyhus LM, Condon RE. Hernia. 4th ed. Philadelphia: Lippincott; 1995.

9 Es L van. Verhandeling over den aart en de verscheidenheid der breuken/door W.Leurs. Amsterdam; 1797. p. 138.

10 Es L van. Verhandeling over de algemeene en bijzondere oorzaaken der breuken/door J.Spruyt. Amsterdam; 1799. p. 110-88.

11 Huard P, Grmek MD. Le premier manuscrit chirurgical turc. Parijs: Dacosta; 1960.

12 Tol A van der, Keeman JN, Go PMNYH, Gulik TM van, Hoogendam LJ, Jong E de, et al. Beelden uit het verleden van de Nederlandse Chirur-gie. Amsterdam: Six Art Promotion; 2002.

13 Pauli Aeginetae medici Opera, Joanne Guinterio Andernaco . . . inter-prete. Ejusdem Guinterij, & Iani Cornarij annotationes. Item, Jacobi Goupyli, & Jacobi Dalechampii scholia in eadem opera. Cum indice copiosissimo, ac locupletissimo. Leiden: apud Gulielmum Rovil-lium; 1589. p. 923.

14 Rainal J, Rainal L. Le bandage hernaire. Parijs: Masson; 1899.15 Camper P. Icones herniarum. Amsterdam: apud Joann. Schreuder et

Petrum Mortier juniorem; 1801.16 Camper P. Demonstrationum anatomico-pathalogicarum liber

primus [et] secundus. Amsterdam: apud Joann. Schreuder et Petrum Mortier juniorem; 1760-1762.

17 Rogge CW. Uit de geschiedenis der orthopedie. I. Ambroise Paré (1510-1590) en de orthopedie. Ned Tijdschr Geneeskd. 1975;119:204-8.

18 Arregui ME, Nagan RF. Inguinal hernia. Advances or controversies? New York: Radcliffe Medical Press; 1994.

19 Keeman JN. De behandeling van de open fractuur vóór Lister en de verzorging van de fatale beenbreuk van admiraal Michiel Adraensz de Ruyter, 1676. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:2607-15.

20 Lichtenstein IL. Hernia repair without disability. 2nd ed. Tokio: Ishiyaku Euroamerica; 1987.

21 Franco P. Petit traité sur les hernies. Parijs: Alcan; 1884. p. 92.22 Bonn A. Tabulae anatomico-chirurgicae doctrinam herniarum

illustrantes/editae a Gerardo Sandifort – Ontleed- en heelkundige platen, ter opheldering van het leerstuk der breuken/van Andreas Bonn; uitg. door Gerardus Sandifort. Leiden: S. en J.Luchtmans en H.W.Hazenberg; 1828.

23 Krieger FW. Heelkundige waarnemingen. Ned Tijdschr Geneeskd. 1857;1:656-8.

24 Braun H. Die Lokalanästhesie, ihre wissenschaftlichen Grundlagen und praktische Anwendung. Leipzig: Barth; 1914.

25 Masereeuw J. Het liesgebied: een ontleedkundig onderzoek en een analyse van de betekenis hiervan voor de breukchirurgie [proef-schrift]. Amsterdam: Vrije Universiteit; 1961.

26 Bassini E. Ueber die Behandlung des Leistenbruches. Langenbecks Arch Klin Chir. 1890;40:429-76.

27 Catterina A. Die Bruchoperation nach Bassini [proefschrift]. Genua: universiteit van Genua; 1933.

28 Preto A. Profilo della figura Bassiniana. Milaan: Dante Alighieri di Albrichi-Segati; 1928.

29 Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Richtlijn Behandeling van de liesbreuk. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; 2003.

30 Simons MP, Lange D de, Beets GL, Geldere D van, Heij HA, Go PMNYH. Richtlijn ‘Liesbreuk’ van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:2111-7.

31 Simons MP. Shouldice in Amsterdam. Aspects of conventional surgery for inguinal hernia and results of a prospective randomized trial [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam; 1996.

32 Scott NW, McCormack K, Graham P, Go PMNYH, Ross SJ, Grant AM. Open mesh versus non-mesh for repair of femoral and inguinal hernia [Cochrane review]. Cochrane Database Syst Rev. 2002;(4):CD002197.

33 Read RC. Milestones in the history of hernia surgery: prosthetic repair. Hernia. 2004;8:8-14.

34 Lange DH de, Aufenacker TJ, Roest M, Simmermacher RK, Gouma DJ, Simons MP. Inguinal hernia surgery in the Netherlands: a baseline study before the introduction of the Dutch guidelines. Hernia. 2005;9:172-7.

35 Kurzer M, Kark AE, Belsham PA. Open preperitoneal mesh repair for recurrent inguinal hernias. Hernia. 2005;9:105.

36 Kurzer M, Belsham PA, Kark AE. The Lichtenstein repair for groin hernias. Surg Clin North Am. 2003;83:1099-117.

37 Neumayer L, Giobbie-Hurder A, Jonasson O, Fitzgibbons jr R, Dun-lop D, Gibbs J, et al. Open mesh versus laparoscopic mesh repair of inguinal hernia. N Engl J Med. 2004;350:1819-27.

38 Schmedt CG, Sauerland S, Bittner R. Comparison of endoscopic procedures vs Lichtenstein and other open mesh techniques for inguinal hernia repair: a meta-analysis of randomized controlled trials. Surg Endosc. 2005;19:188-99.

39 Wara P, Bay-Nielsen M, Juul P, Bendix J, Kehlet H. Prospective nation-wide analysis of laparoscopic versus Lichtenstein repair of inguinal hernia. Br J Surg. 2005;92:1277-81.

40 Memon MA, Cooper NJ, Memon B, Memon MI, Abrams KR. Meta-analysis of randomized clinical trials comparing open and laparo-scopic inguinal hernia repair. Br J Surg. 2003;90:1479-92.

41 Ger R. The management of certain abdominal herniae by intra-abdominal closure of the neck of the sac. Preliminary communi-cation. Ann R Coll Surg Engl. 1982;64:342-4.

42 Aufenacker TJ, Lange DH de, Burg MD, Kuiken BW, Hensen EF, Schoots IG, et al. Hernia surgery changes in the Amsterdam region 1994-2001: decrease in operations for recurrent hernia. Hernia. 2005;9:46-50.

Abstract

A brief history of the inguinal hernia operation in adults. – Late into the 19th century, treatment for inguinal hernias consisted of repositioning the hernia with trusses or using ‘softening agents’ such as warm herbal baths and moist bandages. Surgical resection or cauterisation, often combined with hemicastration, was only considered for cases of strangu-lated hernia that could not be repositioned. Bassini (1844-1924) is credit-ed with developing the precursor to the modern inguinal hernia opera-tion at the end of the 19th century. Bassini’s essential discovery was that the transverse fascia plays a key role in the pathophysiology of inguinal hernias. Bassini’s operation, consisting of complete incision of the trans-verse fascia and reconstruction of the inguinal floor, was considered the gold standard for nearly a century. One problem with the conventional Bassini operation was the tension applied to tissues, which led to a high rate of recurrence. Although Bassini’s operation has now become ob-solete, current surgical approaches still centre on fortification of the in guinal floor. This tension-free repair now uses synthetic mesh that is positioned using an open anterior approach, laparoscopic surgery, or a preperitoneal technique.Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:924-31