DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000...

24
FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO Een antwoord op het voedselvraagstuk DUURZAME

Transcript of DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000...

Page 1: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

FAMILIALE LANDBOUWIN BURKINA FASOEen antwoord op het voedselvraagstuk

DUURZAME

Page 2: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

Colofon

Tekst: Katelijne Suetens, Suzy Serneels, Arianne Idzenga, Linde Van den BroeckFoto’s: Thomas De BoeverGrafische vormgeving: Toon Van Wambeke en Marine De KeyzerVerantwoordelijke uitgever: Lieve Herijgers, Huidevettersstraat 165, 1000 Brussel

Facts and figures

Burkina Faso: Het land van de integere mensen Politieke omwenteling Economische en demografische ontwikkelingenMilieu en klimaat Landbouw Kleinschalige familiale landbouw Recht op grond Vrouwen en jongeren Goudkoorts GGO’s en katoen De uitdagingen in een notendop…Het landbouwbeleid van de Burkinese overheid

Broederlijk Delen in Burkina FasoWerking van Broederlijk Delen en partners in Burkina Faso Recht op voedsel in Burkina Faso Duurzaam beheer van natuurlijk rijkdommen in Burkina FasoParticipatie en vrede in Burkina Faso

De kijk van Broederlijk Delen op landbouw en rurale ontwikkeling Gespecialiseerde industriële landbouw, analyse van de resultaten Bestaat er een alternatief? Gediversifieerde agro-ecologische landbouwsystemen, analyse van de resultatenJa! Een valabel alternatief bestaat! Weerstand tegen verandering De sleutel tot verandering

Het Belgische ontwikkelingsbeleid rond het recht op voedsel

Wat vraagt Broederlijk Delen aan de Belgische overheid?

Broederlijk Delen en het recht op voedsel in Vlaanderen

Wil u ook bijdragen aan verandering?

inhoud

3

4445667789

1011

1313131414

15151617181819

20

21

22

23

2

Page 3: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

Burkina Faso FACTS & FIGURES

3Bronnen: UNDP/CIA World Fact Book/ Min. de l’agriculture (BF)

B U R K I N A FA S O

B e lg I ë

aantal inwoners (2016)

18,6 miljoen

11,1 miljoen

B U R K I N A FA S O

B e lg I ë

GeletterDHeiD

28,5%

99%

B U R K I N A FA S O

B e lg I ë

levensverwacHtinG

54 jaar

80 jaar

B U R K I N A FA S O

B e lg I ë

steDelinGen

29%

97%

B U R K I N A FA S O

B e lg I ë

JaarliJKs inKoMen BNP PeR INwONeR (2014)

€1350 / PerSoon

€40.000 / PerSoon

B U R K I N A FA S OreliGie

B e lg I ë

moSlim 61% katholiek 19%

animiSt 15% ProteStant 4%

moSlim 5% katholiek 58%

atheïSt 27%

B U R K I N A FA S OoPPervlaKte

B e lg I ë

274.200 km²

30.528 km²

B U R K I N A FA S OleeftiJDsMeDiaan

B e lg I ë

17 jaar

41 jaar

B U R K I N A FA S OBevolKinGsGroei

B e lg I ë

3%

0,76%

B U R K I N A FA S O

B e lg I ë

HUMan DeveloPMent

183 / 188

17 / 188

inDeX (2014)

B U R K I N A FA S O

B e lg I ë

rUrale arMoeDe

52,8% - 47,5%

2009 - 2014

B U R K I N A FA S O

actieve BevolKinG

B e lg I ë

80% - 40% BnP

1,3% - 0,7% BnP

IN lANdBOUw+ BIJdRAge BNP

B U R K I N A FA S O

BevolKinGONdeR ARmOedegReNS

B e lg I ë

44,6%

15%

B U R K I N A FA S O

werKenDe BevolKinG

B e lg I ë

70,1%

dIe meT $2 / dAgmOeT RONdKOmeN

Page 4: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

4

Politieke omwenteling

In 1984 veranderde toenmalig president, Thomas Sankara, de naam van Opper Volta in Burkina Faso. Burkina betekent ‘integer, oprecht’ in het Mooré, Faso betekent ‘vaderland’ in het Dioula, één van de andere landstalen van Burkina Faso. Burkina Faso is dus ‘Le pays des hommes intègres’ een naam waar ze erg trots op zijn en die ze in de afgelopen twee, erg woelige, jaren alle eer hebben aangedaan. In 2014 kwam er een einde aan het semi-autoritaire regime van president Blaise Compaoré die op dat moment al 27 jaar aan de macht was. Het betekende het einde van een relatief stabiele periode die gekenmerkt werd door politieke repressie en inperking van de macht van democratische instanties. Toen het einde van het mandaat van Blaise Compaoré in zicht kwam, probeerde hij om de grondwet te wijzigen en zich verkiesbaar te stellen voor een derde mandaat. Deze pogingen vormden de directe aanleiding voor een grote volksopstand die het middenveld, de politieke oppositiepartijen, onafhankelijke media en vele misnoegde burgers, vooral vrouwen en jongeren, verenigde. Na tien dagen van geweldloos volksprotest moest Blaise Compaoré aftreden en het land ontvluchten.

Na het vertrek van president Compaoré werd er een transitieregering ingesteld onder leiding van Michel Kafando, in afwachting van presidentsverkiezingen. 2015 stond in het teken van spanningen rond de toekomst van het Regime de Sécurite Présidentielle (RSP) een elite-eenheid van het leger, die veel macht en privileges had verworven onder Compaoré. Ook de nieuwe verkiezingswet, die alle politici die zich hadden uitgesproken voor de grondwetswijziging van Compaoré, uitsloot van de verkiezingen, zorgde voor spanningen. Het kwam tot een militaire staatsgreep door de RSP in september 2015. Opnieuw kwamen de Burkinabé massaal op straat om hun net herwonnen democratie te verdedigen. Ze kregen de steun van het reguliere leger en de traditionele Mossi koning en na enkele spannende weken werden de coupplegers gedwongen zich over te geven. In november 2015 werden er presidentsverkiezingen georganiseerd en werd Roch Marc Christian Kaboré van de partij Mouvement du Peuple pour le Progrès (MPP) verkozen tot president.

Eén jaar na zijn inauguratie zijn de meningen verdeeld. Kaboré heeft onmiddellijk enkele populaire maatregelen ingevoerd die jobs creëren voor jongeren en gezondheidszorg voor kinderen onder de vijf jaar gratis maken. Er is echter heel veel ontevredenheid en teleurstelling over de juridische aanpak van de misdaden gepleegd tijdens het bewind van Compaoré en

tijdens de volksopstand en de staatsgreep. De regering heeft een nieuw plan uitgewerkt dat de krijtlijnen uitzet voor de ontwikkeling van Burkina Faso. Dit plan zet in de eerste plaats in op een industrie in de steden en houdt geen rekening met de noden van de overwegend arme rurale bevolking die actief is in de landbouw. Vrouwen en milieu krijgen zelfs minder aandacht dan onder de vorige regering. De regering Kaboré staat nochtans voor de enorme uitdaging om de vertrouwensband tussen de burgers en de politiek te herstellen. Haar succes zal afhangen van de oplossingen die ze aanbrengt om de Burkinese bevolking, met name de jongeren en vrouwen, waardige toekomstperspectieven te bieden.

Economische en demografische ontwikkelingen

Burkina Faso is één van de armste landen ter wereld. Het staat gerangschikt als 183ste land van 188 op de Human Development Index.1 Burkina Faso is volledig omgeven door land en heeft weinig natuurlijke rijkdommen. Het is bovendien erg kwetsbaar voor externe schokken. De Burkinese bevolking werd in 2016 geschat op 18,6 miljoen.2 80% van de actieve bevolking is werkzaam in de landbouw,3 overwegend georganiseerd in kleine familiebedrijven. Zij dragen 40% van het Bruto Nationaal Product (BNP) bij. Katoen en goud zijn Burkina’s twee belangrijkste exportproducten, wat het land erg gevoelig maakt voor prijsschommelingen op de internationale markten. De landbouw is grotendeels afhankelijk van de regen. Gedurende het regenseizoen van 3 à 4 maanden moeten boeren voldoende graan produceren om het hele jaar door hun gezinnen te voeden.

Op economisch vlak kende het BNP van Burkina Faso een gestage groei van 6,2% per jaar tussen 2005 en 2013.4 Deze economische groei is grotendeels gedreven door een vervijfvoudiging (2005-2014)5 van de export van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit van de landbouw te verhogen door investeringen en het verbeteren van de technische kennis van de boeren, is de grote groei in de productie van katoen louter te danken

1 UNDP, 2015. Human Development Report 2015. Available at: http://hdr.undp.org/en/countries/profiles/BFA2 UNData, 2016. Country Profile BF. Available at:http://data.un.org/CountryProfile.aspx?crName=burkina%20faso3 World Bank, 2016. Country, BF. Available at: http://www.worldbank.org/en/country/burkinafaso/overview4 World Bank, 2016. Data/BF/ GDP growth (annual %). Available at: http://data.worldbank.org/indicator/NY.GDP.MKTP.KD.ZG?locations=BF5 UNCTAD, 2016. General country profile, BF. Available at: http://unctadstat.unctad.org/CountryProfile/GeneralProfile/en-GB/854/index.html

Burkina Faso Het land van de integere mensen

Page 5: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

5

aan een uitbreiding van het landbouwareaal. Ook de stijging in de goudexport is toe te schrijven aan het in gebruik nemen van nieuwe mijnen en een explosie van artisanale mijnactiviteiten door jonge mensen op zoek naar alternatieve inkomsten.

De binnenlandse economie is slecht ontwikkeld. Corruptie en slecht functionerende instellingen zijn een grote handicap. Daarnaast zorgt gebrek aan infrastructuur, in het bijzonder marktwegen, ervoor dat overschotten van landbouwproducten niet tot bij

jaar mensen in armoede < $1.90/dag

Gini (ongelijkheid)

menselijke ontwikkeling index (hDi)

hDi ranglijst Bevolking in miljoen

2003 57,26 43,3     12,65

2005     0.324    

2009 55,29 39,8     15,17

2010     0.378 183/187  

2014  35.3 0.402 183/188 17,59

2015 43,70

Figuur 1: Armoede en ontwikkelingscijfers

Burkina Faso 2003-2014

Bron: UNDP/World Bank

6 UNU-Wider, 2015. BF – growth without poverty reduction. 10/15. Available at: https://www.wider.unu.edu/sites/default/files/10-Burkina-Faso-growth-without-poverty-reduction.pdf

Figuur 1 toont aan dat Burkina Faso ondanks de gelijkmatige groei van de economie, de afgelopen jaren maar matig vooruitgang boekte in het bestrijden van armoede. Gezien de slechte reputatie van het Compaoré regime op vlak van corruptie en zelfverrijking zou men kunnen verwachten dat dit de verklaring vormt voor deze schijnbare paradox en dit gevoel leeft ook sterk onder de Burkinese bevolking. Echter, de Verenigde Naties meten ongelijkheid via de zogenaamde GINI coëfficiënt. Ze kijken daarbij naar de verschillen in inkomen tussen de rijkste en de armste groepen van een bevolking. Hoe hoger de coëfficiënt, hoe groter de ongelijkheid. Wanneer we de cijfers voor Burkina Faso bekijken, zien we dat de ongelijkheid in de laatste tien jaar niet toenam maar zelfs daalde. De reden voor het uitblijven van een substantiëlere daling van de armoedecijfers is dus elders te zoeken. Ze is te wijten aan een voortdurende stijging van de voedselprijzen over de afgelopen 20 jaar6.

De oorzaken hiervan zijn divers. Ten eerste is er de snel groeiende bevolking. Burkina Faso heeft één van de hoogste bevolkingsgroeicijfers ter wereld. Wanneer men meer monden moet voeden, wordt voedsel schaarser en stijgen de prijzen. Ten tweede zorgen klimaatschokken regelmatig voor slechte oogsten waardoor prijzen tijdelijk de hoogte ingaan. Tenslotte jaagt speculatie op de wereldvoedselmarkt, zoals in 2008, de prijzen van geïmporteerde rijst de hoogte in. Zelfs in jaren waarin boeren goede oogsten hebben, slagen ze er vaak niet in om daar zelf munt uit te slaan omdat ze uit geldnood hun oogst onder de prijs verkopen aan opkopers of omdat ze het surplus niet tot op een plaats krijgen waar er vraag naar is.

De beschikbaarheid van een massa jonge arbeids-krachten, heeft de prijs van arbeid doen dalen, waardoor de koopkracht van de Burkinabé nog verder afkalft.

mogelijke kopers geraken. Het Zuiden van Burkina produceert voldoende rijst en andere graanproducten die het droge Noorden erg goed zou kunnen gebruiken maar gebrekkig transport zorgt ervoor dat de kost zo hoog is, dat het voor boeren economisch niet meer de moeite loont. Ook wegen naar de omliggende landen, die een zeehaven hebben, zijn erg slecht. Daarnaast heeft Burkina Faso bijna geen verwerkende industrie.

In 2016 was de gemiddelde leeftijd van de Burkinees 17 jaar. De afgelopen jaren hebben de armoede en het gebrek aan diensten en toekomstperspectieven op het platteland gezorgd voor een uittocht naar de steden, voornamelijk richting Ouagadougou en Bobo Dioulasso. Deze demografische verandering brengt uitdagingen met zich mee. De steden zijn hier niet op voorzien en huisvesting en waardig werk vormen een groot probleem. Zonder professionalisering van de dienstensector en het opbouwen van een moderne verwerkingsindustrie, vormt deze groeiende groep van politiek bewuste jongeren een tijdbom onder de sociale rust van Burkina Faso. Van de opgang van radicale Islam is in Burkina Faso vandaag nog maar weinig te merken, maar de onstabiele situatie in de buurlanden, in het bijzonder Mali, maakt het land en haar jeugd kwetsbaar voor deze invloeden. De snel groeiende bevolking plaatst Burkina Faso dus voor twee grote uitdagingen: het land moet alle monden blijven voeden zonder zijn afhankelijkheid van buitenlandse import op te drijven. Daarnaast moet een antwoord geboden worden aan de snel groeiende massa van jonge mensen die op zoek zijn naar een job en een waardig leven.

Milieu en klimaat

Burkina Faso’s klimaat varieert van het tropische savanneklimaat in het uiterste Zuiden over een droger warm steppeklimaat naar een warm woestijnklimaat in het Noorden, dat in de Sahel ligt. De klimaatverandering laat zich in Burkina Faso sterk voelen in de daling van het volume neerslag en de

Page 6: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

6

slechte verdeling ervan maar ook in het broeikaseffect (zie Fig. 2).

Klimaatverandering heeft de overlevingslandbouw van de 70% rurale bevolking nog onzekerder gemaakt. Natuurrampen nemen toe in frequentie en omvang. Onvoldoende regen zorgt voor slechte oogsten en hongersnood. Omdat de regen erg onregelmatig valt, qua tijd en plaats, zorgt deze helaas ook vaak voor overstromingen. De uitgeputte, kale bodem die insijpelen van het water onmogelijk maakt, werkt dit nog in de hand. Tussen 1991 en 2009 had het land te kampen met maar liefst 11 grote overstromingen en 3 periodes van strenge droogte. De cyclus van rampen waarmee Burkina Faso wordt geconfronteerd, verzwakt de bevolking en maakt het bij elke nieuwe tegenslag moeilijker om weer opnieuw te beginnen. Het verlaagt hun weerbaarheid.

De klimaatverandering in combinatie met het slechte beheer van de natuurlijke hulpbronnen zorgt ervoor

dat Burkina Faso kampt met grote milieuproblemen, in het bijzonder een oprukkende verwoestijning. Die uit zich in uitputting van de grond en waterbronnen, erosie en vermindering van de biodiversiteit en in lokale klimaatveranderingen. De toenemende demografische druk en het gebrek aan alternatieve energiebronnen leiden tot ontbossing. Niet-duurzame landbouwtechnieken putten gronden uit. Vandaag is van de 11 miljoen hectaren bewerkbare grond 34% gedegradeerd.7 Groeiende verstedelijking, grootschalige landbouwprojecten en de goudkoorts zorgen voor bijkomend verlies van landbouwgrond voor kleine boeren. Het schaarser worden van de natuurlijke rijkdommen brengt traditionele economieën, zoals de familiale landbouw en de herderseconomie, in het gedrang en veroorzaakt conflicten tussen deze gemeenschappen.

Landbouw

Kleinschalige familiale landbouw

Landbouw in Burkina Faso is voor het overgrote deel georganiseerd in kleine, familiale landbouwbedrijven. 72% van de landbouwfamilies bewerken minder dan 5 hectaren.8 Bij familiale landbouw wordt de arbeid geleverd door familieleden, wordt het productieproces georganiseerd en gepland in familiekring en is minstens een deel van de productie bestemd voor familiale consumptie.

Figuur 2: Trends in regenval en temperatuur, Burkina Faso 1900-2009. Bron: USGS

Groupement NAAM

Strijd tegen honger en verwoestijning

In de regio in het noorden van Burkina Faso waar Broederlijk Delen actief is, voelen de boeren heel sterk de gevolgen van een droog klimaat die nog versterkt worden door de klimaatverandering. Plaatselijke boeren wisten lang niet hoe ze met deze omstandigheden moesten omgaan en hoe ze konden zorgen dat hun grond niet verarmde. Decennia van ontbossing en overbegrazing hebben de bodem blootgesteld aan uitdroging. De aanhoudende hitte, afgewisseld met stortregens en felle winden deed de vruchtbare bovenlaag van de bodem verdwijnen. Met als gevolg dat de lokale bevolking zelfs niet genoeg kon produceren om in haar eigen voedselbehoeften te voorzien. De honger zorgde ervoor dat heel wat mensen definitief wegtrokken van het platteland.

Onze partnerorganisatie de Unie van Naamgroepen van Koumbri organiseert maar liefst 7.000 boeren in de provincie Yatenga. Samen leggen ze stenen dijkjes aan in de velden om erosie tegen te gaan en het regenwater langer vast te houden. Zo voorkomen ze dat de vruchtbare bodem en kostbare zaden van hun velden spoelen. Ze ontwikkelden ook allerlei andere technieken om met de beperkte middelen die de natuur hen aanreikt een zo goed mogelijke oogst te realiseren. Met succes, de verbeterde technieken leveren hen een hogere productie van granen op. Zo kunnen boeren nu het jaar rond leven van hun voorraden.

De Unie van Naamgroepen in Koumbri blijft verder innoveren en verspreidt haar kennis in de rest van het land via de federatie van Naamgroepen in Burkina Faso.

7 Ministère de l’Economie et des Finances, 2010. Stratégie de croissance accélérée et de développement durable (SCADD) 2011-2015, Burkina Faso http://www.unpei.org/sites/default/files/e_library_documents/Burkina_Faso_PRSP_2011.pdf8 FAO, MAFAP, 2013. Review of food and agricultural policies in Burkina Faso 2005-2011. p. 46. Available at: http://www.fao.org/3/a-at460e.pdf

Page 7: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

7

Het belang van deze familiale landbouw voor de voedselzekerheid van Burkina Faso kan nauwelijks overschat worden. Burkina Faso voerde in 2014 slechts 8,4% 9 van zijn voedsel in. Wat in Burkina Faso wordt gegeten, wordt dus voor het grootste deel ook in Burkina Faso geteeld. Hierdoor zijn boeren grotendeels afgeschermd van prijsschommelingen op internationale markten. Maar de productie dekt vandaag de behoeften van alle Burkinabés niet. Vooral de rurale gemeenschappen zelf zijn blootgesteld aan terugkerende voedselcrisissen. Via de katoenteelt dragen de landbouwers ook bij aan de monetaire inkomsten van het land.

In het Noorden van Burkina, de armste streek van het land, waar onze partners werkzaam zijn, wordt voornamelijk in het regenseizoen aan landbouw gedaan. Landbouwers telen er granen tussen mei en oktober, waarna de oogst wordt opgeslagen zodat ze de rest van het jaar, tijdens het droge seizoen, voldoende basisvoedsel hebben. Tijdens het droge seizoen wordt er waar mogelijk aan groenteteelt gedaan op laaggelegen stukken land of in de buurt van kleine dammen. Ook kleinveeteelt van geiten en kippen is een populaire nevenactiviteit, indien het budget het toelaat. De opbrengsten van deze activiteiten vormen een aanvulling op het basisvoedsel en leveren inkomsten om andere uitgaven te financieren. In de meeste dorpen bestaat er echter geen goed georganiseerde markt en de meeste opkopers bieden geen eerlijke prijs. Tijdens het regenseizoen worden de dorpen moeilijk bereikbaar voor handelaars, de graanvoorraad raakt op en vele families komen in een precaire situatie terecht. De voedselzekerheid van families wordt daarom seizoensgebonden bedreigd. Gemiddeld is de graanoogst maar om de twee jaar voldoende om de familie het hele jaar te voeden.

Recht op grond

Om aan landbouw te doen hebben boeren en boerinnen grond en rechtszekerheid over die grond nodig. Gronden werden traditioneel door de familie beheerd. De druk op grond is de laatste jaren erg toegenomen, door de bevolkingsexplosie en het verlies van goede landbouwgrond ten gevolge van klimaatstress en niet duurzaam gebruik, maar ook door de vraag naar grond voor agro-industriële projecten, mijnbouw en groeiende verstedelijking. In 2009 werd nieuwe wetgeving goedgekeurd die positieve elementen bevat maar die tot vandaag niet volledig is ingevoerd. De procedure is redelijk duur waardoor men de afgelopen jaren vaststelde dat vooral rijkere mensen, vaak gelinkt aan de politieke elite, gronden opkochten voor speculatieve doeleinden. En ook al krijgt een boer op deze manier rechtszekerheid over zijn grond, wat eronder zit blijft volgens de Burkinese wetgeving eigendom van de staat. Dat kan grote gevolgen hebben voor mensen die in gebieden wonen waar mineralen in de ondergrond zitten.

Vrouwen en jongeren

Vrouwen en jongeren zijn extra kwetsbaar in de moeilijke levensomstandigheden op het platteland. Ondanks progressieve wetgeving heersen hier tradities en gewoontes. In de patriarchale samenleving beslissen (oudere) mannen welke gewassen worden geteeld en hoe de inkomsten worden besteed. Ofschoon vrouwen het grootste deel van de werkkrachten op het platteland leveren en meer dan de helft van het basisvoedsel produceren, hebben ze geen gelijkwaardige toegang tot grond en verdienen ze minder dan mannen. Slechts 8,4% van de geregistreerde grondeigenaars in Burkina Faso is een vrouw.10

9 FAPDA, 2014. Country fact sheet on food and agriculture policy trends,

Burkina Faso. Available at: www.fao.org/docrep/field/009/i3760e/i3760e.pdf

10 FAO, 2015. Gender and Land Statistics. Recent developments in FAO’s Gender

and Land Rights Database. Available at: http://www.fao.org/3/a-i4862e.pdf

Page 8: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

8

Vrouwen en jongeren krijgen ook amper een lening bij de bank omdat ze geen onderpand (grond) kunnen inbrengen en vorming of andere steun gaan in de eerste plaats naar oudere landbouwers die lid zijn van een boerenorganisatie. Nochtans hebben volgens de Verenigde Naties en de Wereldbank studies aangetoond dat een gelijkwaardige toegang voor vrouwen tot productiemiddelen de opbrengst van een boerenbedrijf met 25 tot 30% kan laten toenemen. Op wereldvlak, kan het de voedselproductie doen stijgen met 2,5 tot 4% en tegelijk de honger doen afnemen met 12 tot 17%. Wanneer vrouwen meer controle hebben over het huishoudbudget resulteert dit in een andere priorisering van de uitgaven, die de ontwikkeling van de kinderen ten goede komt.11

Wanneer vrouwen en jongeren dezelfde mogelijkheden zouden hebben als mannen, zouden ze zelf keuzes kunnen maken, over hoe ook zij kunnen bijdragen aan een waardig leven voor het hele gezin. Omdat de jongeren met vergelijkbare problemen kampen als de vrouwen en moeilijk terecht kunnen in de landbouw, trekken velen onder hen naar de stad of naar het buitenland of gaan ze werken in artisanale goudmijnen.

11 The World Bank, 2012. World Development Report 2012. Gender, equality and development. Available at: http://siteresources.worldbank.org/INTWDR2012/Resources/7778105-1299699968583/7786210-1315936222006/Complete-Report.pdf

l’Union des groupements Naam de Koumbri (UGNK)

Doorbreken van traditionele patronen: Vrouwen krijgen inspraak in huishoudens in Noord-Burkina

Dat vrouwen op het platteland van Burkina een onmisbare maar tegelijk erg miskende rol spelen, is ook de mannen en vrouwen van de Unie van Naamgroepen niet ontgaan. Om daar verandering in te brengen, bedachten ze samen een aanpak die ze ‘Vie de Bon Ménage’ doopten. In dit model krijgen alle leden van het huishouden inspraak. Er wordt op geregelde tijdstippen een overleg georganiseerd om te bespreken welke uitgaven er moeten gedaan worden en wie welke taken op zich zal nemen. Op die manier worden traditionele patronen doorbroken en komt er ruimte voor dialoog en inbreng. Dat werkt in twee richtingen want ook de man kan de steun, het advies en hulp van zijn vrouw goed gebruiken.

In de aanpak van Vie de Bon Ménage wordt het huishouden vergeleken met een boom. De wortels van de boom worden gevormd door het gedrag en de houding van de gezinsleden en de daden die ze stellen. De stam wordt gevormd door de behoeften en de verwachtingen van het gezin. Als alle leden bijdragen en elkaar respecteren, dan is het huishouden een stevige boom die mooie vruchten draagt. De vruchten zijn het respect en de levenskwaliteit die het gezin dankzij het werk van zijn leden verkrijgt.

De formule van Vie de Bon Ménage wekte de nieuwsgierigheid op van anderen en verspreidt zich verder. Ook onze partner ADIF zet zich in om de dialoog in de huishoudens op deze manier te bevorderen. In het huishouden van Amsetou, onze campagnefiguur, krijgt ze de ruimte om mee te beslissen over belangrijke uitgaven. Zo kan ze zorgen dat het gezinsinkomen wordt uitgegeven aan gezond voedsel en onderwijs voor haar kinderen.

Goudkoorts

De sterke toename in goudmijnen in Burkina Faso sinds 2005 vormt een reële bedreiging voor de landbouw. De regering Compaoré en haar economische elite zette sterk in op de ontginning en export van goud, bijna uitsluitend naar Zwitserland, in ruil voor harde deviezen. In 2003 kondigden ze een nieuwe mijnbouwwet af, die erg voordelig was voor (buitenlandse) investeerders. Een van de eerste maatregelen van de transitieregering in 2015 was het uitvaardigen van een nieuwe wet die een groter deel van de winsten uit de goudmijnen in Burkina moet houden. De uitvoering van deze wet laat echter op zich wachten. Het belang van goud voor de staatskas zorgt ervoor dat de exploratie naar nieuwe mijnen verdergaat. Zoals elders in de wereld gaat dit gepaard met allerlei mistoestanden, van geweld en onteigening van lokale gemeenschappen tot vervuiling van de leefomgeving en het water. Ook alsmaar meer jonge mensen, velen onder hen kinderen nog, die geen toekomst meer zien op het platteland, worden gebeten door de goudkoorts. In mensonterende omstandigheden gaan ze op zoek naar het felbegeerde edelmetaal in artisanale mijnen. Vaak leidt dit tot gewelddadige conflicten met de mijnbedrijven.

Page 9: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

9

GGO’s en katoen

Ofschoon de boeren in het arme Noorden, waar Broederlijk Delen werkzaam is, geen katoen kweken, is het belangrijk de kwestie kort toe te lichten omdat de ervaring in Burkina bepalend kan zijn voor de familiale landbouw in Afrika. We gaven reeds aan dat katoen een erg belangrijk gewas is voor de Burkinese landbouw. Voor het uitbreken van de goudkoorts in Burkina Faso in 2005, was de katoenhandel goed voor 60% van de inkomsten uit de export. In 2012 was dat, ten gevolge van de goud-boom, nog maar 15%,12 maar Burkina Faso blijft vandaag wel de belangrijkste katoenproducent in Afrika en de nummer 26 van de wereld.13 Ongeveer 30% van de Burkinese boeren kweekt katoen. 80 % van de oogst kon in 2005 worden verhandeld als topkwaliteit. In 2003 begon Burkina Faso, in partnerschap met de agro-industriële multinational Monsanto, te experimenteren met Bt katoen, een genetisch gewijzigde katoenvariant die zelf insecticide produceert. Sinds 2008 werden de zaden op grote schaal verdeeld. Ondanks de duurdere zaden, zagen de boeren hun winst aanvankelijk toenemen en verminderden het pesticidegebruik en de arbeidsintensiteit gevoelig.14 Al snel viel echter op dat de oogst kwalitatief minder goed was. In het seizoen 2013/14 bleek dat nog maar 33% van de oogst als topkwaliteit kon worden verkocht, 66% was van lage of middelmatige kwaliteit.15

Burkina heeft een ingewikkeld systeem van prijsfixaties voor katoen, waardoor de landbouwers zelf min of meer buiten schot bleven van de negatieve prijseffecten. Niet zo voor de bedrijven die in Burkina het katoen opkopen, waarvan de met voorsprong belangrijkste speler, Sofitex, grotendeels in handen is van de overheid. Voor hen was de combinatie van minder bruikbare katoenvezels en een slechtere kwaliteit een financiële ramp. Zij vroegen Monsanto om uitleg en advies en toen bleek dat de multinational geen antwoord zou bieden op de kwaliteitsproblemen, besloot de sector terug te keren naar conventioneel zaaigoed. Omdat de katoenbedrijven de verdeling van zaaigoed en meststoffen controleren, hebben ze de macht om dit effectief te doen: in 2014/2015 plantte 73% van de boeren GGO katoen, in 2015/2016 was dit nog 53% en men verwacht een volledige terugkeer naar niet GGO zaaigoed in 2017/2018. Einde van het tot nu toe grootste GGO experiment in Afrika dat heeft aangetoond dat het manipuleren van het genetisch materiaal van zaden, met het oog op het verhogen van de opbrengsten van een gewas, ook onverwachte effecten heeft op andere genetische eigenschappen, met potentieel negatieve of zelfs gevaarlijke consequenties.

Organisation démocratique de la jeunesse du Burkina Faso, ODJ

Onze partnerorganisatie ODJ vormt en organiseert jongeren in heel Burkina opdat zij hun rechten kennen en waar nodig kunnen verdedigen. De ODJ jongeren waren erg actief tijdens de mobilisaties die leidden tot de val van het Compaoré-regime in 2014 en 2015. In Sabcé, in het Noorden van Burkina Faso, mobiliseren ze jongeren om van Nordgold, een internationaal mijnbedrijf, een correcte toepassing van de wet en het nakomen van gedane beloftes te eisen. De mijn in Sabcé heeft heel wat negatieve gevolgen voor de lokale bevolking. Hele dorpen werden gedwongen hervestigd in armzalige huisjes (de bevolking noemt ze ‘poulailler’ kippenhokken) en de boeren hebben geen grond meer om te bewerken. “Een boer zonder grond kan niet leven,” zegt Ouiry Sanou van ODJ. “Hoe moet hij zijn kinderen leren een waardig leven op te bouwen als hij zelf de hele dag thuiszit zonder bezigheid?” Het mijnbedrijf heeft een verwaarloosbare compensatie uitbetaald en beloofde die na 5 jaar te herzien maar daar lijkt niets van in huis te komen. Ook beloftes voor scholen, gezondheidscentra en werkgelegenheid voor de jongeren werden niet nagekomen. Enkele sites waar de dorpelingen al jaren op artisanale wijze goud delfden, zijn eigendom geworden van de mijn. Water en luchtkwaliteit gaan achteruit. Nordgold respecteert noch de oude, noch de nieuwe mijnbouwwet maar wordt ongemoeid gelaten door de overheden.

De ervaring in Sabcé zorgde ervoor dat ODJ beter voorbereid was toen ze in het kader van het Broederlijk Delen-programma een noodkreet ontvingen van de boeren van Koumbri. Ook daar zit goud in de grond en werd een exploratieconcessie uitgereikt aan een buitenlands bedrijf. ODJ kon dankzij de verankering van de Groupements NAAM snel en efficiënt de lokale jeugd organiseren. Ze stelden een eisenplatform op dat werd voorgelegd aan de lokale overheid en dat in de eerste plaats de kwaliteit van de uitgevoerde milieustudie en het formeel akkoord van de bevolking in twijfel trekt. Het is nog afwachten of dit zal volstaan om de uitreiking van een vergunning tegen te gaan. De partners van Broederlijk Delen hebben binnen het Burkina-programma het lobbywerk rond mijnbouw in een hogere versnelling geschakeld. Immers, sinds de jaren ’80 hebben de boeren van Koumbri met de steun van Broederlijk Delen geïnvesteerd in de kwaliteit van hun gronden. De resultaten van tientallen jaren van steen voor steen dijkjes aanleggen, herbebossen en bemesten dreigen verloren te gaan als de mijn er komt. We bekijken momenteel hoe we vanuit Broederlijk Delen deze strijd van onze partner het best kunnen ondersteunen.

12 FAPDA, 2014. Country fact sheet on food and agriculture policy trends,

Burkina Faso.

13 http://www.worldstopexports.com/cotton-exports-by-country/

14 Schnurr, M., 2016. Burkina Faso : les leçons à tirer de la fin du coton

transgénique. Le Monde Afrique, 16 February. Available at : http://www.

lemonde.fr/afrique/article/2016/02/16/burkina-faso-les-lecons-a-tirer-de-la-fin-

du-coton-transgenique_4866376_3212.html.

15 Noisette, C., 2016. Burkina Faso - La fin de la culture du coton OGM Bt pour

2018 ? InfOGM-Veille citoyenne. Available at : http://www.infogm.org/5901-

burkina-faso-fin-culture-coton-ogm-en-2018?lang=fr.

Page 10: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

10

De uitdagingen in een notendop

Boeren in Burkina Faso is omwille van het barre en grillige klimaat en de vele andere redenen een erg moeilijke opgave. Opdat boeren in Burkina Faso een einde kunnen maken aan de terugkerende honger en financiële onzekerheid moeten een aantal randvoorwaarden vervuld zijn. Boeren moeten in de eerste plaats de mogelijkheid hebben om op hun eigen grond voldoende en gevarieerd voedsel te kweken voor hun eigen gezin. Hiervoor zijn investeringen nodig in de vruchtbaarheid van de grond en in de technische kennis van de boeren. Diversificatie van activiteiten, naar tuinbouw, veeteelt en verwerking van landbouwproducten en de ontwikkeling van een dynamische rurale economie zijn een ander deel van het antwoord. Net als vrouwen en jongeren gelijke kansen bieden. De Burkinese boeren moeten hun autonomie behouden of zelfs verhogen. Dure, gepatenteerde zaden en bijhorende mest en bestrijdingsmiddelen beperken hun mogelijkheden en vrijheid. Indien de gewone boeren in Burkina Faso, en ze zijn met 90% van de actieve bevolking, naast het voedsel dat ze kweken om zelf te eten nog een eerlijk loon kunnen verdienen met hun arbeid, kunnen ze de gezondheidzorg van hun gezin bekostigen en er voor kiezen om voedsel dat ze zelf niet produceren op de markt te kopen. Ze kunnen kansen creëren voor hun kinderen en hen naar school sturen. Ze kunnen blijven leven in hun vertrouwde gemeenschap en hebben de keuze om boer te blijven.

Om de uitdagingen op een duurzame manier het hoofd te bieden en te kiezen voor een andere, betere toekomst, ook voor volgende generaties, moet het in Burkina Faso dominante systeem van familiaal georganiseerde landbouw prioriteit krijgen via het verbeteren van recht op grond, toegang tot nieuwe kennis, infrastructuur voor irrigatie en wegen en betaalbare productiemiddelen. Daarvoor is gepaste steun van de overheid dringend en broodnodig.

INADES Formation en Diobass

In Burkina hebben middenveldorganisaties, zoals onze partners INADES Formation en DIOBASS, zich verenigd onder de Afrikaanse koepel COPAGEN (Coalition pour la Protection du Patrimoine Génétique Africaine) in de strijd tegen de introductie van GGO’s. Zij waarschuwden voor de ongekende gevolgen van het genetisch manipuleren. Zij klagen aan dat de grote internationale spelers in de agro voedselindustrie via het patenteren van levende organismen het hele productieproces van zaad tot bord willen controleren om hun winsten te maximaliseren. Boeren worden afhankelijk van multinationals en dreigen de schulden op te stapelen. Ze klagen ook het gebrek aan inspraak van de boeren aan, in beslissingen die hen zo nauw aanbelangen. Noch bij het introduceren, noch bij de beslissing om het GGO katoen weer af te voeren werden landbouwers correct geïnformeerd en geconsulteerd. De civiele samenleving heeft, met het stopzetten van GGO katoen in Burkina Faso, een veldslag gewonnen maar blijft zijn strijd verder zetten. Immers, het is vooral het financiële verlies van de grote katoenbedrijven en hun politieke macht die ervoor zorgden dat het Bt katoen zo snel weer is afgevoerd in Burkina Faso. Het middenveld, dat gedetailleerde rapporten samenstelde over de échte gevaren van GGO’s, wil een erkenning van deze fundamentele bezorgdheden. Temeer daar Monsanto in Burkina ook experimenteert met GGO zaaigoed voor sorghum, bonen en mais. Aline Zongo, directrice van Inades-Formation, is desalniettemin tevreden: “Het Bt katoen debacle heeft de ogen van de Burkinese boeren geopend voor de gevaren, zowel de economische als de ongekende risico’s voor de gezondheid. Een gewaarschuwd man of vrouw is er twee waard!”

Page 11: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

11

Het landbouwbeleid van de Burkinese overheid

De landbouw in Burkina Faso is goed voor 40% van het BNP. Maar liefst 90% van de actieve bevolking is werkzaam in de landbouwsector.16

Burkina Faso is één van de weinige landen in Afrika dat zich gehouden heeft aan het in 2003 ondertekende Maputo Akkoord over landbouw. De landen van de Afrikaanse Unie, die dat akkoord ondertekenden, verbonden zich ertoe om jaarlijks 10% van het nationale budget te besteden aan landbouw.17

Deze investeringen kwamen voornamelijk de katoensector ten goede en in beperktere mate de rijstboeren. De steun werd grotendeels gegeven in de vorm van subsidies voor verbeterd zaaigoed, GGO zaden en chemische meststoffen. In plaats van te investeren in het verbeteren van de productiviteit, een prioriteit die reeds lang werd geïdentificeerd in Burkina’s Poverty Reduction Strategy Papers, is de stijging van de katoenproductie bijna volledig toe te schrijven aan het in gebruik nemen van nieuwe gronden. Een strategie die stilaan zijn grenzen bereikt.

Een groot deel van de overheidssteun voor landbouw (71% tussen 2006 en 2010) is afkomstig van officiële ontwikkelingshulp, wat gevaren inhoudt voor de duurzaamheid. Omdat de continuïteit en grootte van officiële ontwikkelingshulp vaak moeilijk te voorspellen zijn, bemoeilijkt deze afhankelijkheid van buitenlandse steun het uitbouwen van een langetermijnstrategie. De steun voor landbouw valt ook in het niets in vergelijking met het deel van het budget dat jaarlijks aan de mijnbouwsector wordt besteed.18

In de in 2011 aangenomen nieuwe strategie voor economische groei, La Stratégie de croissance accélérée et de développement durable (SCADD), kiest de overheid van Burkina Faso ervoor het investeringsklimaat te hervormen in de hoop investeerders aan te trekken om de broodnodige hervorming van de landbouw te financieren en de afhankelijkheid van goud en katoen meer te spreiden. Ze wordt hierin gesteund door de Wereldbank en nieuwe privé-publieke initiatieven zoals de G8 Nouvelle Alliance pour la sécurité alimentaire et la nutrition en Afrique – NASAN. De strategie is niet zonder risico. De kans is reëel dat de overheid zelf nog minder zal gaan investeren in landbouw. Ook willen de investeerders vanzelfsprekend een verzekerde toegang tot grond en water (vandaag in handen van Burkinese boeren) en opteren ze bijna altijd voor grootschalige industriële landbouw. De overheid riskeert daarmee de deur open te zetten voor het verlies van landbouwgrond voor kleine boeren en dreigt hun voedselzekerheid en het milieu verder te ondermijnen. De ervaring van het eerste pilootproject in dit genre, de groeipool van Bagré in Centraal-Oost Burkina, toont dit pijnlijk aan (zie kader blz 12).

16 Ministère de l’Agriculture et de la sécurité alimentaire, 2014. Mission

d’assistance technique pour la définition d’un état des lieux de l’application de

la loi n°034-2009 portant régime foncier rural au Burkina Faso, Rapport final.

17 Action Aid, 2013. Walking the talk: Why and how African governments

should transform their agriculture spending. Available at : http://www.

actionaid.org/publications/walking-talk-why-and-how-african-governments-

should-transform-their-agriculture

18 FAPDA, 2014. Country fact sheet on food and agriculture policy trends,

Burkina Faso. Available at: www.fao.org/docrep/field/009/i3760e/i3760e.pdf

Ook de nieuwe regering die sinds 2015 het land bestuurt, kwam op de proppen met een ambitieus plan, het Plan National du Développement Économique et Social, PNDES. Dit is echter in grote lijnen een verderzetting van de prioriteiten van de regering Compaoré. Het plan is gericht op landbouwproductie voor export, mechanisering en schaalvergroting en er is amper aandacht voor het duurzaamheidsaspect of familiale landbouw.

De gemiddelde Burkinese boer wordt dus niet gesteund door de overheid om de productiviteit, de duurzaamheid of de diversiteit van zijn eigen velden en andere activiteiten te verbeteren en blijft zo noodgedwongen steken in overlevingslandbouw. De Burkinese overheid trekt volop de kaart van de grootschalige industriële landbouw en de wet van de vrije markt en ondermijnt zo de kansen en het veelbelovende potentieel van de familiale landbouw.

Page 12: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

12

Oude wijn in nieuwe zakken: G8 –Nouvelle Alliance pour la sécurité alimentaire et la nutrition en Afrique – in Burkina Faso.

De ambitieuze doelstelling van het in 2012 gelanceerde initiatief G8-NASAN voor Burkina Faso was om 1,6 miljoen mensen duurzaam uit de armoede te helpen door hun voedselzekerheid te verbeteren via publiek-private investeringen. De financiering komt van 6 internationale en 10 Burkinese bedrijven, samen met fondsen van de overheid en internationale donoren zoals de Wereldbank, de EU en de landen van de G8. Er is een groot gebrek aan transparantie over welke bedrijven deelnemen aan de Alliantie. In Bagré zouden 13.000 hectaren land worden ontwikkeld en uitgerust met irrigatie en zouden er productie- en verwerkingsbedrijven worden opgezet voor een aantal interessante producten: fruit en groeten, kleinvee, sesam, vis,… met als doel de lokale werkgelegenheid op te krikken en de productiviteit te verhogen.

Vandaag blijkt er heel wat mis te gaan. Onder druk van de G8 heeft Burkina een aantal wetten gewijzigd om het investeringsklimaat te versoepelen en de investeerders voor jaren vrij te stellen van import-en exportheffingen. Ook werden de wetgevingen over zaaigoed en landrechten aangepast in het voordeel van de agro-industriële bedrijven. Slechts 22% van het land van de groeipool is beschikbaar voor de boeren die er woonden. 9.000 van hen zijn van hun land gezet, zonder dat de internationale standaarden voor consultatie en compensatie werden gerespecteerd. Verschillende projecten die door internationale donoren reeds toegezegd waren aan Burkina Faso werden herlabelled tot NASAN projecten, waardoor de beloofde investering een stuk minder was dan verwacht. In plaats van de voedselzekerheid van kleine boeren en de fiscale inkomsten van de staatskas te vergroten, vergroot Bagré de winstmarges van de investerende bedrijven. De keuze voor grootschalige gespecialiseerde landbouw dreigt de bestaande milieuproblemen te verergeren en maakt het vooral voor vrouwen moeilijk om te profiteren van de ontwikkelingskansen.

Bagré is slechts een voorbeeld. De G8 NASAN heeft overeenkomsten getekend met 10 Afrikaanse landen en de uitkomsten zijn vergelijkbaar. Broederlijk Delen heeft dan ook in het kader van CIDSE, ons internationaal netwerk, reeds in 2014 een oproep ondertekend aan onze overheden en de leiders van de G8 om NASAN stop te zetten en niet langer van Afrikaanse overheden te eisen wetswijzigingen door te voeren die het investeringsklimaat en het grootschalig opkopen van land bevorderen en boeren verbieden zaaigoed te bewaren, uit te wisselen of te verkopen. In plaats daarvan vragen wij overheden om investeringen in kleinschalige landbouw te steunen die rekening houden met de bijzondere noden van vrouwen, en om de verspreiding van agro-ecologische praktijken te faciliteren. In 2015 bestelde het Europees Parlement een studie over NASAN wat ertoe leidde dat er in juni 2016 een resolutie werd aangenomen die de keuze voor agro-business veroordeelt en voorstelt initiatieven te steunen van kleine boeren en in het bijzonder vrouwen.

19 Oxfam/Grow, 2014. For whose benefit? The G8 New Alliance for food security and nutrition in Burkina Faso. Available at: https://www.oxfam.org/en/research/whose-benefit20 CIDSE/EAA, 2014. Progress in the New Alliance? Not in support of small-scale food producers. http://www.cidse.org/articles/just-food/agricultural-investment/smallholder-farmers-not-transnational-corporations-must-be-at-the-center-of-g7-food-security-policies.html21 Résolution du Parlement européen du 7 juin 2016 sur la nouvelle alliance pour la sécurité alimentaire et la nutrition (2015/2277(INI))

Page 13: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

13

Werking van Broederlijk Delen en partners in Burkina Faso

Broederlijk Delen ondersteunt in Burkina Faso 7 partnerorganisaties, die samen zo’n 115.000 families bereiken. Ze zijn vooral actief in vijf provincies in het noorden van het land, aan de grens met Mali. De streek kampt met extreme weersomstandigheden en oprukkende verwoestijning.

In samenwerking met de partnerorganisaties streeft Broederlijk Delen naar duurzame, maatschappelijke verandering in Burkina Faso. Drie zaken staan daarbij centraal: méér mens, méér samenleving, méér zorg voor onze aarde. Broederlijk Delen heeft met de partners een programma uitgewerkt waarin we samen antwoorden zoeken en bieden op lokale uitdagingen en kansen voor overleg, samenwerking en groei maximaal benutten. Het programma is opgebouwd rond de drie thematische oriëntaties van Broederlijk Delen: recht op voedsel, duurzaam beheer van natuurlijke rijkdommen en inspraak en vrede. Ook zijn er 3 transversale assen die de andere thema’s doorkruisen: gender, jongeren en milieu. In de context van Burkina Faso, waar landbouw cruciaal is voor mens en samenleving, focussen we in de eerste plaats op het recht op voedsel. Het recht op voedsel is een internationaal erkend mensenrecht en wordt door de Verenigde Naties als volgt gedefinieerd:

“Elke man, vrouw of kind, alleen of in gemeenschap, heeft recht op een regelmatige, permanente en onbelemmerde toegang tot kwalitatief en kwantitatief gepast en voldoende voedsel. Dat kan door zelf voedsel te telen of door het te kopen. Bovendien moet dat voedsel aangepast zijn aan de culturele tradities van de gebruiker en zijn of haar fysieke, mentale, individuele en collectieve behoeften vervullen en toestaan een waardig leven, vrij van angst te leven.”22

Recht op voedsel in Burkina Faso

Er wordt in de eerste plaats gewerkt aan de toegang tot voedsel en dus aan een verbetering van de productiviteit en de diversiteit. Door het barre klimaat en de verarmde gronden is het in het noorden van Burkina Faso al lang niet meer voldoende om een zaadje in de grond te stoppen en te wachten tot het plantje gaat groeien. De Groupements NAAM hebben allerlei speciale

technieken ontworpen of verbeterd die toelaten om ondanks de effecten van de klimaatsverandering toch goede oogsten te realiseren. Ze delen die kennis met andere partners. Verwerking en bewaring van de landbouwproducten (graanbanken, opslagruimte) vormen een belangrijke stap in het diversifiëren en verhogen van de inkomsten. Zo overtuigde Inades Formation de boeren en boerinnen dat het beter was om niet alleen sesam te produceren en te verkopen maar ook om een deel zelf te verwerken, bijvoorbeeld tot koekjes of om het te stockeren. Wanneer boeren de kans hebben om hun oogst langer en in veilige omstandigheden te bewaren, krijgen ze een betere prijs of hebben ze een voorraad om op terug te vallen in tijden van schaarste. Ze worden weerbaarder. ADIF zette een kredietsysteem op poten dat arme boeren en boerinnen toelaat een geit of schaap te kopen. Dat kleinvee kunnen ze vetmesten en met winst verkopen. Ook op het gebied van tuinbouw wordt er veel geëxperimenteerd en geïnnoveerd. Partners en boeren zijn volop op zoek naar manieren om hun tuinbouw duurzamer te maken door nieuwe technieken toe te passen die het ecosysteem respecteren.

Boerenorganisaties dragen heel wat bij aan het verbeteren van de kennis van de kleine boeren. Dat doen ze door zelf onderzoek te doen, te innoveren en hun kennis verder te delen. Zo ontdekten de boeren van Diobass natuurlijke middelen om de kweekbedden van uien te beschermen tegen mieren. Een ander voorbeeld zijn de vele manieren waarop de Moringa oleifera-boom gebruikt kan worden als natuurlijk bestrijdingsmiddel of hoe men best zaaigoed vermeerdert. Deze kennis, die vaak behoort tot de tradities van de lokale boeren, wordt via actie-onderzoek door de boeren op punt gesteld en door organisaties als Diobass wetenschappelijk getest en weer verspreid. Het is belangrijk dat dit soort kennis niet verloren gaat, want er schuilen belangrijke kansen in voor lokale boeren om hun onafhankelijkheid te bewaren. Immers, externe inputs zoals fabriekszaden, pesticiden en synthetische meststoffen kosten handen vol geld en dwingen boeren zich in de schulden te steken. Indien ze zaad, meststoffen en natuurlijke bestrijdingsmiddelen uit hun eigen boerderij en de natuur halen, worden ze veel minder afhankelijk van de bank of van de opkoper van hun oogst. En het is nog goed voor het milieu ook.

Om het inkomen en de onafhankelijkheid van kleine familiale landbouwers te beschermen is naast verbetering van de productie en de kennis van boeren ook politieke actie nodig. Onze nationale partners Inades Formation, Diobass en ODJ ijveren voor de bescherming van de rechten van boeren en boerinnen

BROEDERLIJK DELEN IN BURKINA FASO

22 Ziegler, J. (2008). Promotion and Protection of all human rights, civil,

political, economic, social and cultural rights, including the right to

development. Report of the Special Rapporteur on the right to food, Jean Ziegler.

Human Rights Council, A/HRC/7/5. 10 January. Available at: www2.ohchr.org/

english/bodies/hrcouncil/docs/.../A-HRC-7-5.doc

Page 14: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

14

op grond, in het bijzonder in het kader van de recente mijnbouw-boom, voor een duurzame landbouw waarin geen plaats is voor GGO’s en monopolies van multinationals op zaaigoed en voor een erkenning van het grote belang van de familiale landbouw voor Burkina Faso.

Duurzaam beheer van natuurlijk rijkdommen in Burkina Faso

Een ander speerpunt van de partnerorganisaties van Broederlijk Delen is het duurzaam omgaan met grond, water en vegetatie. In de noordelijke Sahel-regio worden er veel maatregelen genomen om de grond te beschermen tegen erosie en verwoestijning. Belangrijke acties zijn het voorkomen van verdere ontbossing via sensibilisering en het herbebossen van kale gronden om te voorkomen dat de vruchtbare bovenlaag van de bodem wegspoelt. Ook het bouwen van dijkjes en geulen om het regenwater vast te houden is een techniek die al vele jaren met succes wordt toegepast door de Naamgroepen en die sinds kort ook door ADIF wordt verspreid. Verschillende partners werken aan een transitie naar een ecologisch meer duurzame landbouw.

Recent hebben onze partners noodgedwongen het verdedigen van hun rechten ten aanzien van de vele nieuwe mijnbouwexploraties aan hun acties toegevoegd. ODJ en de Naamgroepen sensibiliseren de bevolking over hun rechten en over potentiële gevaren en ondernemen gerichte politieke actie om de autoriteiten en de mijnbouwbedrijven te wijzen op hun verplichtingen én op de rechten van de lokale bevolking.

Participatie en vrede in Burkina Faso

Boerengemeenschappen op het Burkinese platteland hebben het heel moeilijk om op te komen voor hun rechten. Ze blijven kleine spelers die over het hoofd gezien worden bij belangrijke beslissingsprocessen, vaak omdat ze zich niet voldoende bewust zijn van hun rechten. Daarom staan onze partnerorganisaties hen bij voor de verdediging van hun socio-economische en civiele rechten. Ook bevorderen ze de sociale cohesie binnen het gezin en in de bredere gemeenschap, om samen sterker te staan. De aanpak van de Vie de bon ménage (zie kader pag. 8), ontwikkeld door de Groupements NAAM en ondertussen ook toegepast door andere partners in Burkina en Senegal, bevordert in de eerste plaats gelijkwaardige relaties binnen het gezin en bouwt daarop verder om ook binnen de gemeenschap en het dorp gelijkwaardigheid te stimuleren. Maar ook de acties van ODJ, die jongeren bewust maken van hun basisrechten en plichten en ze organiseren om waar nodig de actieve verdediging van deze rechten op te nemen, dragen bij aan een politiek bewuste en mondige civiele samenleving. De expertise en het netwerk van ODJ stellen andere partners in staat om lokaal hun rechten te verdedigen, bijvoorbeeld tegen de dreiging van nieuwe mijnen (zie kader pag. 9). Partner AMR promoot vanuit een rechtenbenadering de ontwikkeling van rurale vrouwen en kinderen en van boerenunies en de bescherming van natuurlijke hulpbronnen. Zij sensibiliseren rond mensenrechten, decentralisering en goed lokaal bestuur. Ook INADES verhoogt het politiek bewustzijn van lokale basisorganisaties en leert hen lokale overheden te interpelleren.

Page 15: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

15

Broederlijk Delen is overwegend actief in rurale gebieden en in alle Afrikaanse landen (en verschillende Latijns Amerikaanse landen) waar we werken is voedselonzekerheid dé grote uitdaging die we samen met onze partners aanpakken. Het is tevens één van de grootste mondiale uitdagingen. Hoewel er vandaag voldoende voedsel wordt geproduceerd om de planeet twee keer te voeden,23 leden in 2015 795 miljoen mensen chronisch honger en werden 2 miljard mensen getroffen door zogenaamde “verborgen honger”: een tekort aan belangrijke voedingselementen als gevolg van een éénzijdig dieet.24

Er is dus vandaag eerder een probleem van voedselverdeling dan van een tekortschietende voedselproductie. Vanzelfsprekend dreigt de snel groeiende wereldbevolking, in 2050 zullen we met bijna 10 miljard mensen zijn op deze kleine planeet,25

ervoor te zorgen dat er weldra een echte voedsel-schaarste zal ontstaan. Het algemeen aanvaarde idee is dat enkel gespecialiseerde, grootschalige landbouw en wereldwijde vrije handel in staat zouden zijn een antwoord te bieden op deze immense uitdaging. Bij Broederlijk Delen zijn we het niet eens met deze opvatting en we staan daarmee zeker niet alleen. Een snel groeiende groep van middenveldorganisaties wereldwijd, maar ook multilaterale instellingen zoals de Verenigde Naties en haar Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) wijzen al jaren op de ecologische en socio-economische problemen die ons huidige voedselsysteem met zich meebrengt en de noodzaak voor een alternatief. De in 2015 aangenomen Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG) van de Verenigde Naties, de opvolgers van de Millennium Doelstellingen, laten er weinig twijfel over bestaan. Onder Doelstelling 2, honger en voedselzekerheid, vinden we de volgende verduidelijkende tekst: “Het is tijd dat we op een andere manier voedsel gaan kweken, delen en consumeren. Een grondige verandering van het wereldwijde voedsel- en landbouwsysteem is noodzakelijk indien we de 795 miljoen mensen die vandaag honger hebben, en de voorspelde extra 2 miljard in 2050, willen voeden.”26

Een recent rapport van het onafhankelijke Internationaal Panel van Experten voor Duurzame Voedselsystemen (iPES Food, co-voorgezeten door de Belg Olivier De Schutter, die tot voor kort Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties voor het Recht op Voedsel was) zet de verworvenheden en tekortkomingen van het huidige voedselsysteem, gebaseerd op gespecialiseerde industriële landbouw, op een rijtje en staaft ze met data uit wereldwijd wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd over verschillende decennia. Een verhelderende bloemlezing…

Gespecialiseerde industriële landbouw, analyse van de resultaten

Een veelgeprezen en erg belangrijk positief resultaat van industriële landbouw, vooral sinds de “Groene Revolutie” die hoge-opbrengst-variëteiten promootte, is een verdubbeling van de voedselproductie per hoofd, in Azië, Latijns-Amerika en de Caraïben. Vele boeren werden dankzij deze hoge-opbrengst-variëteiten uit de armoede getild en ze hebben een grote bijdrage geleverd aan het vraagstuk hoe de groeiende wereldbevolking te voeden. Een wereldwijde studie over een periode van bijna 50 jaar toont echter aan dat, vooral in recentere decennia, in 24 tot 39% van de gevallen waarin hoge-opbrengst-variëteiten werden gebruikt voor graanproductie, de opbrengsten niet verbeterden, stagneerden of na verloop van tijd instortten.27

De kwetsbaarheid van monocultuur en de toenemende resistentie aan pesticiden zijn de belangrijkste oorzaak. Het ligt in de lijn van de verwachtingen dat deze tendens zich zal verderzetten.

Vanuit ecologisch standpunt heeft gespecialiseerde, industriële landbouw de grenzen van het houdbare bereikt en ruimschoots overschreden: grootschalige degradatie van gronden, vervuiling en uitputting van grondwatertafels, verlies van genetische rijkdom en biodiversiteit (in het bijzonder de voor landbouw cruciale ‘bestuivers‘ zoals bijen) en een belangrijke bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen zijn de belangrijkste bewezen negatieve gevolgen.28

Op sociaaleconomisch vlak blijkt de kapitaalintensieve, gespecialiseerde industriële landbouw vooral voor kleine familiale landbouwers in ontwikkelingslanden geen haalbare kaart. Laat ons hierbij niet vergeten dat zij desondanks 60% van het vandaag wereldwijd

DE KIJK VAN BROEDERLIJK DELENOP LANDBOUW EN RURALE ONTWIKKELING

23 IPES-FOOD, 2016. From uniformity to diversity: a paradigm shift from

industrial agriculture to diversified agro ecological systems. International Panel

of Experts on sustainable food systems. p.17-18. Available at:www.ipes-food.org

24 FAO, 2015. Agroecology for Food Security and Nutrition - Proceedings of the

FAO International Symposium. Available at: http://www.fao.org/about/meetings/

afns/en/.

25 http://www.un.org/en/development/desa/news/population/2015-report.html

26 http://www.un.org/sustainabledevelopment/hunger/

27 Ray, D.,K., et al., 2012. Recent patterns of crop yield growth and stagnation.

Nature Communications, 3.18 December. Available at: http://www.nature.com/

articles/ncomms2296

28 IPES-FOOD, 2016. From uniformity to diversity: a paradigm shift from industrial agriculture to diversified agro ecological systems. International Panel of Experts on sustainable food systems. p.17-22.

29 ICRISAT, 2015. Diversification. Available at: http://exploreit.icrisat.org/page/

diversification/917/55

Page 16: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

16

geconsumeerde voedsel produceren.29

Om te beginnen hebben zij meestal geen toegang tot irrigatiesystemen en andere gemechaniseerde hulpmiddelen, die noodzakelijk zijn om maximaal te profiteren van het technologisch pakket van zaaigoed, meststoffen en bestrijdingsmiddelen. De hoge kostprijs van die dure zaden, meststoffen en bestrijdingsmiddelen zorgt ervoor dat boeren, ook bij ons, amper kunnen overleven zonder subsidies. Subsidies die in de meeste armere landen niet beschikbaar zijn waardoor boeren genoodzaakt zijn om schulden aan te gaan. Subsidies die bovendien zorgen voor oneerlijke concurrentie tussen boeren in ontwikkelde en minder ontwikkelde landen. Werkgelegenheid daalt in industriële landbouw en het werk dat beschikbaar blijft, is vaak minderwaardig en gevaarlijk. 60% van de kinderarbeid wereldwijd vindt plaats in de industriële landbouwsector. Grootschalige landbouwprojecten hebben veel grond nodig, wat leidt tot concurrentie met de traditionele familiale eigenaars van landbouwgrond, die vrijwillig of gedwongen afstand doen van hun grond en als landloze arbeiders gaan werken op hun vroegere grond of richting stad trekken.

Vandaag wordt 23% van het wereldwijd geproduceerde voedsel verhandeld op de internationale markt. Voor vele onderontwikkelde landen is de handel in landbouwgrondstoffen de snelste manier om harde deviezen te verkrijgen, waardoor zij hun lokaal landbouwbeleid toespitsen op de productie van een beperkt aantal exportproducten en kleine boeren aanmoedigen mee te stappen in dit verhaal. Zo ondermijnen ze de eigen voedselsoevereiniteit en vergroten ze het risico voor individuele boeren, die al hun eieren in de mand van één enkel gewas leggen en bovendien blootgesteld worden aan de schommelende prijzen op de internationale markt. Vandaag zijn de meeste onderontwikkelde landen exporteurs van grondstoffen. Een rol waaruit zij maar moeilijk kunnen ontsnappen en die hen afhankelijk maakt van de toegang tot de markten van de rijkere landen, die zelf de regels van het handelsspel bepalen.30

Tenslotte heeft het huidige voedselproductiesysteem, gebaseerd op gespecialiseerde, industriële landbouw, ook negatieve gevolgen voor de gezondheid. Rechtstreeks, door het gevaar van blootstelling van boeren aan pesticiden en residu’s in ons voedsel. Maar ook onrechtstreeks heeft dit systeem geleid tot een verarming van de diversiteit en kwaliteit van het voedsel dat wereldwijd wordt geconsumeerd. Tenminste, in armere landen. In ontwikkelde landen kunnen rijke consumenten dankzij dit systeem in elk seizoen beschikken over een heel scala aan inheemse en exotische producten. In minder ontwikkelde landen heeft de specialisatie van de productie ertoe geleid dat een hoop traditionele, voedzame gewassen niet meer worden gekweekt. Boeren verkiezen het telen van marktgewassen, in de hoop dat deze voldoende inkomsten zullen opleveren om voedsel en nog wat extra’s te kopen. Het dieet is hierdoor een stuk minder gevarieerd geworden, wat leidt tot ondervoeding en tekorten aan belangrijke voedingselementen. Omdat

onderzoek naar hoge-opbrengst-variëteiten zich voornamelijk heeft gericht op het verhogen van de opbrengst, hebben veel graangewassen een deel van hun nutritionele waarde verloren en zijn ze vooral rijk aan energie. Niet alleen leidt dit tot gezondheids- en ontwikkelingsproblemen bij 2 miljard mensen in ontwikkelingslanden, het is tevens één van de oorzaken van de epidemie van overgewicht en obesitas die vandaag 1,9 miljard mensen treft.31

Bestaat er een alternatief?

Wanneer we de hierboven beschreven effecten van gespecialiseerde industriële landbouw op mens, maatschappij en milieu bestuderen, begrijpen we veel beter waarom de FAO reeds in 2002 stelde dat: “There is something fundamentally wrong in the distribution of food and the resources with which to access it. […] At the same time, efforts must be stepped up to promote broad-based agricultural and rural development which will create the opportunities for a sustainable exit from poverty.”32

Sindsdien werden studies en initiatieven opgezet die zochten naar alternatieven voor dit dominante model. Het belangrijkste resultaat van deze zoektocht was ongetwijfeld het in 2002 door de FAO en de Wereldbank gelanceerde IAASTD-proces (International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology for Development) dat in 2008 het baanbrekende rapport “Agriculture at a crossroads” voorstelde. Dat rapport onderstreept het belang van landbouwkennis, -technologie en -wetenschap en stelt dat landbouw moet plaatsvinden in een context die aandacht heeft voor de ecologische grenzen en sociale gelijkheid. Agro-ecologie kwam in dit rapport naar voor als hét alternatief om in de toekomst op een duurzame manier voedselzekerheid te realiseren.

Agro-ecologie is een andere manier om aan landbouw te doen en voedsel te produceren. Maar het is meer dan dat, het is ook een socio-politieke beweging en een wetenschap die uitgaat van grenzen, van “het genoeg”. Agro-ecologie vertrekt vanuit de stelling dat er ecologische en sociale grenzen zijn, die moeten gerespecteerd worden. Een voedselsysteem moet niet alleen voldoende produceren maar het moet tegelijkertijd de natuurlijke hulpbronnen beschermen en sociale rechtvaardigheid bewerkstelligen. Agro-ecologie betekent dat we voedsel anders produceren, op een manier die echt duurzaam is. Lokaal, met de natuur en de kringloop mee. Met respect voor de rechten, de kennis en de noden van de mensen die het produceren.

30 IPES-FOOD, 2016. From uniformity to diversity: a paradigm shift from

industrial agriculture to diversified agro ecological systems. International Panel

of Experts on sustainable food systems. p.22-27.

31 IPES-FOOD, 2016. From uniformity to diversity: a paradigm shift from

industrial agriculture to diversified agro ecological systems. International Panel

of Experts on sustainable food systems. p. 27-30.

32 FAO, 2002. Reducing poverty and hunger : the critical role of financing for

food, agriculture and rural development. Available at: ftp://ftp.fao.org/docrep/

fao/003/y6265e/y6265e.pdf

Page 17: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

17

Agro-ecologie als duurzaam landbouwsysteem is gebaseerd op de volgende principes:

p Recyclage van biomassa toelaten, de beschikbaarheid van voedingsstoffen optimaliseren en de nutriëntenkringloop in evenwicht brengen.

p Gunstige groeiomstandigheden voor planten waarborgen door het organische stofgehalte te beheren en het bodemleven te verbeteren. Dat veronderstelt een drastische vermindering van het gebruik van externe chemische inputs.

p Verliezen minimaliseren van wat zonlicht, water en bodem te bieden hebben door microklimaatbeheer, wateropvang, bodembeheer door middel van groenbedekking en territoriale complementariteit tussen veeteelt en gewasteelt.

p Genetische diversificatie van gewassen en rassen in het agro-ecosysteem nastreven in tijd en ruimte.

p Goedaardige interacties en biologische synergieën

toelaten tussen verschillende elementen van de agrobiodiversiteit om sleutelprocessen en ecosysteemdiensten vooruit te helpen.

Als wetenschap stelt agro-ecologie het dominante industriële voedselsysteem in vraag en toont de schadelijke gevolgen aan van intensief gebruik van externe inputs, die vreemd zijn aan het ecosysteem. Agro-ecologie stelt dat de productie van voedsel niet kan losgekoppeld worden van de bescherming van de biodiversiteit.

Als sociale beweging stelt agro-ecologie de nefaste gevolgen van de industrialisering van de landbouw op mens en maatschappij aan de kaak. Het wijst op de gevaren van de geglobaliseerde markteconomie, die losgekoppeld is van ecologische of productieve beperkingen. Het stelt alternatieven voor gebaseerd op de principes van ‘vrije keuze’ (van de boer of boerin) en het zorgzaam gebruik van grondstoffen.

Het hierboven vermeldde IAASTD rapport kreeg jammer genoeg niet de politieke aandacht die het verdiende. Daarom besloot het Internationaal Panel van Experten voor Duurzame Voedselsystemen (iPES-Food) verder te bouwen op dit rapport en de vergelijking te maken tussen gespecialiseerde industriële landbouw en agro-ecologie. Hun appreciatie van het eerstgenoemde kon u hierboven lezen, wat volgt is een samenvatting van hun vaststellingen met betrekking tot agro-ecologie.

Gediversifieerde agro-ecologische landbouwsystemen, analyse van de resultaten

Onderzoek naar de effecten van gediversifieerde agro-ecologische landbouwsystemen is veel beperkter in vergelijking met de data die beschikbaar zijn over gespecialiseerde industriële landbouw. De afgelopen

50 jaar werd ons voedselsysteem zo gedomineerd door gespecialiseerde industriële landbouw dat alternatieven niet op grote schaal werden uitgetest, ook door gebrek aan financiële ondersteuning of politieke wil. Maar de informatie die beschikbaar is, doet vermoeden dat de positieve effecten die we vandaag al waarnemen slechts een veelbelovend begin zijn.

Er zijn nog geen studies beschikbaar die op lange termijn een vergelijking maakten tussen de opbrengsten per hectare in geïndustrialiseerde, gespecialiseerde landbouw en die in gediversifieerde agro-ecologische systemen. Maar 2 meta-onderzoeken uit 2006 en 2007, die conventionele landbouw vergeleken met biolandbouw, kwamen tot de vaststelling dat conventionele landbouw in ontwikkelde landen gemiddeld 8% hogere opbrengsten per hectare oplevert maar dat in ontwikkelingslanden biologische landbouw tot 80% meer opbrengsten per hectare levert. Bijkomend onderzoek is nodig, maar voor het werk van Broederlijk Delen met kleine boeren in ontwikkelingslanden is dit in elk geval erg belangrijk. Bovendien toont onderzoek aan dat gediversifieerde agro-ecologische landbouwsystemen het ecosysteem en de boeren die er van afhankelijk zijn weerbaarder maken tegen klimaatstress en economische schokken. Eerder dan op korte termijn zoveel mogelijk uit het ecosysteem te halen voor een maximale opbrengst, onderhoudt agro-ecologische landbouw het ecosysteem zodat het op lange termijn vruchtbaar en productief blijft. De boeren verdelen hun eieren over verschillende mandjes. De hoge biodiversiteit in het systeem zorgt bovendien voor natuurlijke pestbestrijding.33

Op ecologisch gebied draaien gediversifieerde agro-ecologische systemen de negatieve impact van conventionele landbouw volledig om. Door geen synthetische meststoffen en pesticiden te gebruiken, reduceren ze de uitstoot van deze vervuilende industrie. Agro-ecologie streeft naar het verbeteren van de bodem met organisch materiaal en het behouden van vegetatie. Beide technieken verzekeren het vastleggen van koolstof in de bodem zodat het niet in de atmosfeer terecht komt. Agro-ecologische systemen toegepast door kleine boeren kunnen 2 tot 4 keer efficiënter zijn in het gebruik van energie en water dan grote conventionele landbouwbedrijven. Het bodembeheer in agro-ecologie zorgt er niet alleen voor dat water beter infiltreert, het is ook één van de weinige beschikbare manieren om reeds gedegradeerde gronden te herstellen.34

De socio-economische voordelen van gediversifieerde agro-ecologische landbouwsystemen, zeker voor kleine boeren, zijn niet te onderschatten. Het feit dat boeren diversifiëren, verschillende gewassen en dieren combineren op hun boerderij, is een belangrijke garantie tegen klimaat- en economische schokken.

33 IPES-FOOD, 2016. From uniformity to diversity: a paradigm shift from

industrial agriculture to diversified agro ecological systems. International Panel

of Experts on sustainable food systems. p.31-34.

34 Ibid, p. 34-36

Page 18: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

18

Het laat boeren ook toe om inkomsten en werkgelegenheid te spreiden over het hele jaar. Het zelf produceren van organische meststof vermindert de initiële kost aanzienlijk en bevordert de onafhankelijkheid van boeren van krediet of subsidies. Dit is in het bijzonder belangrijk voor vrouwen en jongeren die hiertoe beperkte toegang hebben. Een studie die over 40 jaar en in de 5 continenten, de inkomsten en het bezit van boeren in biologische en conventionele landbouw vergeleek, kwam tot de vaststelling dat, ondanks lagere opbrengsten per hectare, biolandbouwers 22 tot 35% meer winst maken.35

Biolandbouw en korte keten-vermarkting creëren 30% meer werkgelegenheid per hectare in vergelijking met conventionele landbouw. 36

Tenslotte hebben gediversifieerde agro-ecologische landbouwsystemen een positieve impact op de gezondheid. Ze zorgen voor de beschikbaarheid van gevarieerd en rijk voedsel, groenten, fruit, eiwitten en graanproducten, het hele jaar door. Boeren en hun landbouwproducten worden niet blootgesteld aan chemische meststoffen en pesticiden.

Ja! Een valabel alternatief bestaat!

Het iPES-Food rapport bevestigt dat de beleidskeuzes die Broederlijk Delen enkele jaren geleden maakte in haar strategienota over duurzame landbouw de juiste zijn: indien we de toekomst van de planeet willen veiligstellen en honger definitief de wereld uitbannen, is een drastische verandering van de wijze waarop we voedsel produceren (en consumeren) noodzakelijk én urgent. Samen met partners en gelijkgezinde organisaties wereldwijd ijveren wij voor een verschuiving naar een ecologisch en socio-economisch duurzamer voedselsysteem dat een antwoord biedt op de uitdagingen waarmee de voedselproductie vandaag wordt geconfronteerd. Gediversifieerde agro-ecologische landbouwsystemen dragen alle elementen in zich om dat nieuwe systeem te worden. Het iPES-Food rapport bevestigt dat. Maar waarom blijven anderen, in de eerste plaats beleidsmakers, halsstarrig vasthouden aan gekende maar falende remedies?

Weerstand tegen verandering

Men zou het kunnen vergelijken met de onwil en/of onmacht, die er bestond en nog steeds bestaat, om kordaat te handelen in het klimaatdossier. Men is zich bewust van de absolute noodzaak tot verandering maar de vereiste maatregelen lijken zo ver af te staan, en zoveel te eisen van onze huidige manier van leven, dat de politieke wil ontbreekt om eraan te beginnen.

Tal van mechanismen, ontwikkeld, vergroeid en versterkt gedurende de afgelopen 50 jaar, houden grootschalige gespecialiseerde landbouw stevig in het zadel. Wetenschappelijk onderzoek, landbouwsubsidies, ontwikkelingshulp en handelsakkoorden richten zich allemaal op dit dominante landbouwmodel. Dit is grotendeels toe te schrijven aan de macht en het

monopolie die een zeer kleine groep van multinationals in de agrovoedselindustrie heeft verworven. Zij bepalen de agenda van wetenschappelijk onderzoek, lobbyen bij overheden met veel succes voor een landbouw- en handelsbeleid dat hun belangen dient en hebben de macht om mensen en groepen die tegen hun belangen ingaan in diskrediet te brengen.

Consumenten in ontwikkelde en opkomende economieën zijn gewend het hele jaar door goedkoop en gevarieerd voedsel in de winkelrekken te vinden. Enkel grote producenten uit de agrovoedselindustrie kunnen aan deze dubbele eis voldoen. Zij kunnen vanuit alle hoeken van de wereld en op elk moment van het jaar goedkoop geproduceerd voedsel laten aanrukken. De ecologische en socio-economische kost van dit systeem hebben we reeds besproken. Als consument hebben we de macht en de mogelijkheid om het systeem mee te veranderen! In het licht van de wereldwijde bevolkingsgroei worden we door beleidsmakers, multilaterale instellingen en grote agro-industriële spelers voortdurend om de oren geslagen met de boodschap dat het noodzakelijk is de wereldvoedselproductie te verdubbelen tegen 2050 en dat alleen een nóg intensievere grootschalige landbouw, een nieuwe Groene Revolutie in het kwadraat, een antwoord kan bieden op deze uitdaging. Maar er wordt vandaag al voldoende voedsel geproduceerd om de planeet twee keer te voeden! Voedselverspilling en priorisering van veevoeder en biobrandstoffen zorgen ervoor dat het voedsel niet op de juiste plaats geproduceerd wordt of terecht komt.37

Als indicator voor het succes van industriële landbouw concentreert men zich bovendien eenzijdig op opbrengsten per hectare en de productiekost. Men houdt geen rekening met variabelen als sociale, ecologische, nutritionele en culturele voordelen. In het licht van de klimaatsverandering moet de ecologische duurzaamheid van het globale voedselsysteem nochtans een cruciale maatstaf voor succes worden. Men gaat bovendien voorbij aan misschien wel de meest cruciale vraag van het voedselvraagstuk vandaag: door wie en waar moet er meer voedsel worden geproduceerd?

De dominantie van het huidige voedselsysteem zorgt er ook voor dat veelbelovende alternatieven, in het bijzonder gediversifieerde agro-ecologie, niet de politieke en financiële steun krijgen die ze nodig hebben om hun ware potentieel te demonstreren. Een dergelijke transitie, met minder nood aan externe inputs zoals meststoffen en pesticiden, met een focus op lokaal zichzelf genererend zaaigoed en korte vermarktingsketens en lokale consumptie, betekent

35 Crowder, D.,W., Reganold, J.,P., 2015. Financial competitiveness of organic

agriculture on a global scale. Proceedings of the National Academy of Sciences

of the United States of America, vol. 112 no. 24, 1 May. Available at: http://www.

pnas.org/content/112/24/7611.full

36 IPES-FOOD, 2016. From uniformity to diversity: a paradigm shift from

industrial agriculture to diversified agro ecological systems. International Panel

of Experts on sustainable food systems. p.37-38.

37 Lundqvist,J., et al., 2008. Saving water: from field to fork: curbing losses and

wastage in the food chain. SIWI Policy Brief. Stockholm: International Water

Institute Stockholm.

Page 19: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

19

immers een streep door de rekening van de dominante spelers van de agrovoedselindustrie. Hun politieke macht en het kortetermijndenken van beleidsmakers in functie van verkiezingen, blokkeren verandering.

De sleutel tot verandering

Verandering, zeker van een systeem dat zich gedurende decennia genesteld en verankerd heeft in onze maatschappij, is dus geen makkelijke opdracht. Niet alleen de grote spelers in de agrovoedselindustrie, ook middelgrote geïndustrialiseerde landbouwbedrijven, die vandaag volop meedraaien in het systeem, zullen weerstand bieden. Vaak hebben zij op krediet zo zwaar geïnvesteerd in het systeem dat ze er niet meer zomaar uit kunnen stappen, zelfs al zouden ze dat willen. Maar er is een andere groep, ‘s werelds belangrijkste voedselproducent, die vandaag reikhalzend uitkijkt naar verandering en die staat te popelen om de voedselproductie over een andere boeg te gooien: de 84% van de boerderijen wereldwijd die als “kleine boeren” (small holders)38 worden beschouwd. De belangrijkste voedselproducent wereldwijd maar tegelijkertijd de grootste groep mensen die honger lijden omdat ze gevangen zitten in overlevingslandbouw. Indien deze boeren en boerinnen de financiële en technische ondersteuning krijgen om hun boerderijen om te vormen tot gediversifieerde agro-ecologische

38 The State of Food and Agriculture 2014: Innovation in Family Farming

39 IPCC, 2014. Climate Change 2014 Mitigation of Climate Change. Available at:

https://www.ipcc.ch/report/ar5/wg3/

ondernemingen, is het potentieel aan positieve gevolgen enorm. De bijdrage aan de klimaatopwarming vanuit de landbouwsector, die in 2014 op 24% werd geschat39, zal sterk dalen en mettertijd worden omgekeerd. Niet alleen omdat de vervuilende agrovoedselindustrie zal krimpen maar ook omdat agro-ecologische systemen koolstof fixeren in de bodem en een positieve rol spelen binnen ecosystemen. Meer lokale vermarkting zal de uitstoot van de transportsector doen dalen. Het belangrijkste gevolg is echter dat op deze manier gevarieerd voedsel geproduceerd zal worden door wie er het meest nood aan heeft, dáár waar men er nood aan heeft. Honger wordt op deze manier de wereld uit geholpen. De socio-economische en culturele voordelen als mensen de keuze hebben om binnen hun gemeenschap een waardig leven te leiden, spreken voor zich: meer werkgelegenheid, sociale rust, daling van de ongelijkheid, betere gezondheid, daling van migratie naar de stad of verder weg, meer kansen voor vrouwen en hun gezin…

Page 20: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

De strijd tegen honger en voor het recht op voedsel is in de eerste plaats een politieke strijd. Het recht op voedsel wordt in artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en in artikel 11 van het Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (ESC) vermeld. Beide verdragen zijn door België geratificeerd en ons land moet dus werk maken van de bescherming van het Recht op Voedsel. België heeft zich in 2015, samen met 192 anderelanden, geëngageerd om de Duurzame Ontwikkelings-doelstellingen te realiseren. Drie van de 13 doelen (2, beëindig honger, 12, verzeker duurzame productie en consumptie en 15, bescherm het leven op het land) zijn rechtstreeks afhankelijk van een resolute keuze voor een duurzamere en rechtvaardigere manier van voedsel produceren. Vanzelfsprekend zijn ook verschillende andere doelstellingen hierbij gebaat.

In haar in 2010 aangenomen strategienota landbouw en voedselzekerheid, verbond de Belgische ontwikkelingssamenwerking zich ertoe “de overgang te begeleiden naar een humane, professionele en economisch rendabele familiale landbouw, met inachtneming van de beginselen van het recht op voedsel en van gendergelijkheid.” 40

De engagementen en beleidskeuzes van de Belgische ontwikkelingssamenwerking voor landbouw en voedselzekerheid zaten dus best wel goed! Maar, België hield zich niet altijd consequent aan deze engagementen. Zo werd in 2014 39,7% van het totale budget van de Belgische ontwikkelingssamenwerking voor landbouw besteed via multilaterale instellingen, vooral de Wereldbank (8,5%) en de EU (13%). België voldeed daarmee aan zijn internationale verplichtingen maar verloor op deze manier wel grotendeels de controle over de precieze besteding van dat geld. NGO’s en ontwikkelingsorganisaties hebben de afgelopen jaren aangetoond en aangeklaagd dat de Wereldbank, en in toenemende mate ook de EU, voor een aanpak kiezen die landen aanmoedigt om hun investeringsklimaat te versoepelen in de hoop privé-investeerders aan te trekken en zo de landbouwsector te ontwikkelen. Het geloof in de vrije markt blijft domineren, ondanks het herhaaldelijke falen van dit systeem (denk maar aan de financiële crisis van 2008!). Zoals we in dit dossier aantoonden, leidt een zuiver economische insteek, die voorbijgaat aan de vele andere functies van landbouw (sociaal, ecologisch, nutritioneel, cultureel, …) niet tot een verbetering van de voedselzekerheid van kleine boeren en creëert geen kansen voor hun familiale landbouw. Integendeel, hun grondzekerheid, leefmilieu en onafhankelijkheid worden bedreigd.41

HET BELGISCH ONTWIKKELINGSBELEIDROND HET RECHT OP VOEDSEL

In de praktijk hield België zich dus niet altijd aan haar eigen beleidskeuzes. Helaas, eerder dan erover te waken dat de praktijk overeenstemt met de goede beleidskeuzes, die bovendien in lijn zijn met de heersende opvatting over honger en voedsel van internationaal gezaghebbende instituten zoals de VN en de FAO, heeft de Belgische ontwikkelingssamenwerking er in haar nieuwe ontwerpnota landbouw en voedselzekerheid, voor gekozen om de beleidskeuzes aan te passen aan de minder rooskleurige praktijk. De nieuwe strategie maakt een grote bocht, weg van de familiale landbouw, weg van de meer dan 50% kleine boeren in de overlevingslandbouw. De Belgische ontwikkelings-samenwerking wil de boeren die vandaag al kleine of middelgrote landbouwondernemers zijn, en dat is een minderheid in de Minst Ontwikkelde Landen waar de Belgische ontwikkelingssamenwerking op inzet, ondersteunen. De redenering hierbij is dat het succes van deze ondernemende boeren zal doorstromen naar de grote groep overlevingslandbouwers en landloze boeren. Ook bij Broederlijk Delen geloven we sterk in het ondernemerschap van de kleine boer. In 2007 zetten we een Burkinese boer op de cover van Trends Magazine als Manager van het jaar. Maar het ondernemerschap dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking vandaag voorstelt, zet in op een beperkte groep bevoorrechte boeren met productietechnieken waarvan bewezen is dat ze niet duurzaam zijn.

De redactie van de strategienota landbouw en voedselzekerheid bevindt zich bij het ter perse gaan van dit politiek dossier in een eindfase en het document zal weldra op het bureau van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking belanden voor definitieve goedkeuring. Samen met de Coalitie tegen de Honger stellen wij de komende weken alles in het werk om ervoor te zorgen dat onze standpunten en bekommernissen alsnog weerklank vinden in de definitieve versie. Ook indien dat niet gebeurt, zullen wij de komende maanden blijven ijveren voor een aanpassing van de beleidskeuzes want volgens ons zal het voorstel dat vandaag op tafel ligt, niet voldoende bijdragen aan een rechtvaardige en duurzame oplossing van het voedsel- én het klimaatvraagstuk.

40 De Belgische ontwikkelingssamenwerking, 2010. Strategienota voor de sector

landbouw en voedselzekerheid.

41 Coalition contre la faim, 2014. Aide publique de la Belgique pour l’agriculture

(et la sécurité alimentaire et nutritionnelle) : bilan. Available at :

http://www.coalitioncontrelafaim.be/publications/aide-publique-de-la-belgique-

pour-lagriculture-et-la-securite-alimentaire-et-nutritionnelle-bilan/

20

Page 21: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

WAT VRAAGT BROEDERLIJK DELENAAN DE BELGISCHE OVERHEID?

p Dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking ook in haar nieuwe strategienota de ondersteuning van het model van familiale landbouw centraal stelt en dus alle boeren, ook de armste, tot haar directe doelgroep rekent. Dit is in lijn met de internationaal breed gedragen visie rond honger en armoedebestrijding en met België ’s internationale verplichtingen, onder meer de in 2015 gelanceerde Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Ook de nieuwe Wet op de Ontwikkelingssamenwerking van 2013, die van de rechtenbenadering een basisprincipe maakt, verplicht België tot inclusiviteit.

p Dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking, in het licht van de klimaatproblematiek, niet alleen economische duurzaamheid nastreeft maar ook en vooral interventies en onderzoek steunt die ecologisch duurzaam zijn en de huidige negatieve impact van landbouw en voedselproductie op het klimaat verminderen en zelfs omkeren. Het agro-ecologische model moet een centrale plaats krijgen in het Belgische ontwikkelingsbeleid rond landbouw en voedselzekerheid en niet enkel een verwijzing in de marge.

Specifiek voor Burkina Faso is er wél goed Belgisch nieuws: in 2016 werd het land opnieuw opgenomen als partnerland van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Dat komt niet als een verrassing. Immers, de Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo, gaf bij de voorstelling van zijn beleid aan dat hij in de eerste plaats wil inzetten op de Minst Ontwikkelde Landen en Burkina Faso is één van de armste landen ter wereld. De minister verwees in de motivatie voor deze keuze ook expliciet naar de wens het prille democratiseringsproces te ondersteunen. Onderhandelingen tussen België en Burkina Faso over een bilateraal samenwerkingsakkoord voor de periode 2018-2021 zijn lopende en worden van nabij gevolgd door onze lokale vertegenwoordiger en beleidsmedewerkers.

21

Page 22: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

22

BROEDERLIJK DELENen het recht op voedsel in vlaanderen

Ten eerste doet Broederlijk Delen aan beleidsbeïnvloeding. Immers, een coherent beleid in België en op wereldvlak zal er pas komen als er vanuit de civiele samenleving voldoende druk komt om het recht op voedsel af te dwingen tegenover de grote commerciële belangen van de agrovoedselindustrie. Broederlijk Delen is sinds vele jaren actief in netwerken en coalities die onze overheden wijzen op hun verplichtingen om het recht op voedsel te realiseren. Samen staan we sterker.

In Vlaanderen doen we dit via de Coalitie tegen de Honger en de Coalitie voor recht op voedsel. Ook in het Transitienetwerk Middenveld, waar Broederlijk Delen actief is in de werkgroep landbouw. Recent schakelden de leden van deze werkgroep een versnelling hoger en lanceerden ze de beweging Voedsel Anders (www.voedsel-anders.be). 16 organisaties met uiteenlopende expertises, zijn allen voorstander van agro-ecologische landbouw. Allemaal werken we rond thema’s die kenmerkend zijn voor een agro-ecologisch voedselsysteem. Wij pleiten bijvoorbeeld al jaren voor een eerlijke handel met het Zuiden. Andere organisaties ijveren voor toegang tot grond en landrechten, zowel hier in Vlaanderen als in het Zuiden. Nog anderen leggen het accent op ecologische én korte ketens of het verminderen van onze vleesconsumptie. De sterkte van Voedsel Anders is dat elke organisatie zijn expertise heeft, maar door de krachten te bundelen kunnen we ook echt wat veranderen.

Internationaal verdedigt Broederlijk Delen het recht op voedsel via ons internationaal netwerk CIDSE (www.cidse.org/just-food.html). We bepleiten bij de EU, bij de G20 van landbouwministers en bij het Comité voor Voedselzekerheid van de FAO/VN een coherent beleid. Immers, ook op Europees niveau beïnvloeden landbouw, werkgelegenheid, ontwikkelingshulp, klimaat, gezondheid en internationale handel elkaar en is het van belang er over te waken dat wetgeving in het éne domein geen negatief effect heeft op het behalen van doelstellingen in andere domeinen.

Ten tweede steunt Broederlijk Delen de programma’s van onze partnerorganisaties in Burkina Faso die kansen creëren voor de familiale landbouw en lokaal bijdragen aan de realisatie van het recht op voedsel. Doorheen dit dossier gaven we daarvan voorbeelden.

Tenslotte promoten we als solidariteitsbeweging een andere kijk op landbouw en voedselproductie in onze campagnes en communicaties en in onze onderwijs- en jongerenwerking. We benadrukken dat wij via ons consumptiegedrag kunnen bijdragen aan verandering: van onevenwichtige handelsrelaties en van de moeilijkheden waarmee landbouwers in het Zuiden worden geconfronteerd. We tonen het belang aan van duurzame familiale landbouw, in het Zuiden en hier in Vlaanderen, voor de wereldwijde voedselproductie en voor het klimaat. Er zijn heel wat parallellen te trekken tussen de problemen van boeren en boerinnen in landen in Afrika en Latijns-Amerika en de moeilijkheden die boeren in Vlaanderen ondervinden, zeker zij die niet (langer) wensen mee te stappen in het verhaal van grootschalige gespecialiseerde landbouw. Toegang tot land, het bekomen van een leefbare lening, competitie met de producten uit de agro-industrie, zaad- en andere wetgeving die de onafhankelijkheid en de mogelijkheden inperkt … ook in Vlaanderen is het erg moeilijk om alternatieve, ecologisch duurzame landbouw economisch leefbaar te maken. Maar in Vlaanderen zien we, net als in Burkina Faso en in alle landen waar we werken, dat nieuwe initiatieven waar boeren en burgers de handen in elkaar slaan als paddenstoelen uit de grond schieten. We willen deze initiatieven ondersteunen, samenbrengen en versterken.

Page 23: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

Wil u ook bijdragen aan verandering? Via steun aan onze campagne steunt u boerenfamilies in Burkina Faso in het realiseren van hun recht op voedsel en helpt u hen een leefbare toekomst op het platteland uit te bouwen. Via onze partnerorganisaties krijgen deze families nieuwe keuzevrijheid en manoeuvreerruimte: ze vinden oplossingen voor de beperkingen die de klimaatverandering oplegt, verdedigen hun recht op grond en vechten tegen ontbossing en verwoestijning. Stort regen!

U kan stilstaan bij uw manier van leven. Er bestaan vandaag in Vlaanderen tal van initiatieven die u kunnen inspireren om op een andere manier om te gaan met voedsel en zelf, rechtstreeks, een bijdrage te leveren aan een daling van de honger en de bescherming van het klimaat. Dit klinkt misschien wat ambitieus, utopisch zelfs? Wij geloven erin! Als we allemaal in dezelfde richting bewegen, dan zal het systeem aan het schuiven gaan en is grondige verandering mogelijk! Omdat u misschien niet meteen weet waar te beginnen met uw steentje bijdragen, hebben wij een nieuwe tool uitgewerkt: FOODWISE. Dit is een dynamisch online platform dat een overzicht biedt van de verschillende initiatieven die er in Vlaanderen bestaan rond duurzaam en fair voedsel. Smakelijk!

www.broederlijkdelen.be/kies-bewust-met-foodwise

23

Page 24: DUURZAME FAMILIALE LANDBOUW IN BURKINA FASO...van goud en katoen. Hoewel het al sinds het jaar 2000 een doelstelling is in de Burkinese Poverty Reduction Strategy Papers om de productiviteit

24

Adressen reGIOnALe dIensten BrOederLIJK deLen

Regionale dienst AntwerpenRolwagenstraat 73, 2018 Antwerpentel. 03 217 24 [email protected]

Regionale dienst LimburgTulpinstraat 75, 3500 Hasselttel. 011 24 90 [email protected]

Regionale dienst Oost-Vlaanderen Sint-Salvatorstraat 30, 9000 Genttel. 09 269 23 [email protected]

Regionale dienst West-Vlaanderen Sint-Jorisstraat 13, 8800 Roeselaretel. 051 26 08 [email protected]

Regionale dienst Vlaams-Brabant/Mechelen/BrusselVarkensstraat 6, 2800 Mechelentel. 015 29 84 [email protected]

Huidevettersstraat 165, 1000 Brusseltel. 02 213 04 [email protected]

Nationaal secretariaat Broederlijk Delen

Huidevettersstraat 165, 1000 Brusseltel. 02 502 57 00fax 02 502 81 [email protected]

www.broederlijkdelen.be

OpgeLet ! Openingsuren van alle regionale diensten: 10.00 u. - 12.30 u. en 13.30 u. - 16.30 u. Sluitingsdag = maandagWest-Vlaanderen: woensdag-voormiddag gesloten

www.facebook.com/broederlijkdelen

www.twitter.com: @broederlijkdele

www.youtube.com/BroederlijkDelen