Duurzaam beleggen: Je moet het wel willen!

5
maart 2016 - PensioenAdvies 17 maart 2016 - PensioenAdvies 17 De wirwar aan termen, definities, handvesten en – al dan niet vrijwillige– gedragsregels op het gebied van duurzaam beleggen is groot. Alleen de term duurzaam beleggen’ al, biedt volop ruimte aan definitie- en interpretatieverschillen. De geografi- sche en sectorale reikwijdte van wetten, (gedrags) regels en handvesten is al even pluriform als de periode waarbinnen ze in de tijd gemeten van toe- passing worden verklaard. Zie daar maar eens als beleggingscommissie van een bescheiden pensioen- fonds of als pensioencommissie van een onderne- mingsraad of anderszins als nationaal of lokaal ope- rerende pensioenprofessional, uit te komen. Ook deze reportage die qua omvang en diepgang nu eenmaal beperkt moet zijn, is niet het ‘handboek soldaat’ voor de ‘duurzame belegger’. Niettemin zijn er best wel meningen, visies, sugges- ties en initiatieven te benoemen waar leden van beleggings- en pensioencommissies en andere pen- sioen professionals die qualitate qua met ‘duurzaam beleggen’ kennis willen maken, hun voordeel kun- nen doen. Om hen op weg te helpen is deze repor- tage geschreven. Wat is duurzaam beleggen? We ontkomen er natuurlijk niet aan: wat is een de- finitie van ‘duurzaam beleggen’? Een ingewikkelde, maar actuele, complete en veelzeggende definitie lezen we bij de ex-journalist en thans lector Sustainable Finance (Avans Hogeschool), Marleen DOOR MICHIEL HUISMAN Michiel Huisman Hoofdredacteur PensioenAd- vies Zonder willen, wordt kunnen nooit doen! Janssen Groesbeek, in haar bijdrage aan het boek Het profijt van duurzaamheid’ (zie kader). Haar definitie: “Duurzaamheid is het vergroten van de weerbaarheid en flexibiliteit van het economisch sys- teem en zijn spelers, zodat de huidige en toekomstige generaties welvarend kunnen zijn en zichzelf materieel en immaterieel beter kunnen ontplooien, met inachtne- ming van de grenzen van de planeet en zonder de bewoners van de aarde schade toe te brengen.En hoe zit het dan met duurzaam ‘pensioenbeleg- gen’? Een belangrijk element bij pensioenbeleggen betreft de zogenaamde fiduciaire plicht. De be- stuurders van pensioenfondsen gaan eenvoudig ge- steld over andermans geld en moeten zich daar ten volle rekenschap van geven. De beleggingscriteria, duurzaam of niet, die zij aanleggen dienen altijd in overeenstemming met die fiduciaire plicht te zijn. Interessant is dan natuurlijk de vraag hoe het zit met het criterium van ‘people, planet, profit’ (ofte- wel: de ESG-criteria, zie kader). Zijn die criteria een beperkende factor en (dus) strijdig met het fiduciaire beginsel? Aanvankelijk dachten we van wel. De redenering vatte post dat duurzaam beleg- gen uitsluiting impliceerde van bepaalde sectoren (bijvoorbeeld de wapenindustrie). Een beperking in het beleggingsuniversum dus en daarmee een ver- hoogd risico (minder spreiding) en de kans op lager rendement. Niet waar, zo onderstreept de UNEP FI na hiernaar onderzoek te hebben laten doen in 2005 (zie kader). Interessant is dat het omgekeerde Duurzaam beleggen is allang het stadium van een hype ontstegen. Ingezet in de jaren negentig, onder aanvoering van de Verenigde Naties, hebben de Principles for Responsible Investment de weg geëffend voor allerlei internationale, nationale en lokale initiatieven die ertoe hebben geleid dat institutionele beleggers (privaat, publiek en daar tussenin) oog hebben gekregen voor verduurzaming van economieen en markten en verantwoorde manieren om daarin te beleg- gen. Maar hoe gaat dat dan? En vooral: hoe gaat dat in pensioenland? Daarover gaat deze reportage. Investeren in duurzaam ondernemen en verantwoord beleggen

Transcript of Duurzaam beleggen: Je moet het wel willen!

Page 1: Duurzaam beleggen: Je moet het wel willen!

maart 2016 - PensioenAdvies 17maart 2016 - PensioenAdvies 17

De wirwar aan termen, definities, handvesten en – al dan niet vrijwillige– gedragsregels op het gebied van duurzaam beleggen is groot. Alleen de term ‘duurzaam beleggen’ al, biedt volop ruimte aan definitie- en interpretatieverschillen. De geografi-sche en sectorale reikwijdte van wetten, (gedrags)regels en handvesten is al even pluriform als de periode waarbinnen ze in de tijd gemeten van toe-passing worden verklaard. Zie daar maar eens als beleggingscommissie van een bescheiden pensioen-fonds of als pensioencommissie van een onderne-mingsraad of anderszins als nationaal of lokaal ope-rerende pensioenprofessional, uit te komen. Ook deze reportage die qua omvang en diepgang nu eenmaal beperkt moet zijn, is niet het ‘handboek soldaat’ voor de ‘duurzame belegger’.

Niettemin zijn er best wel meningen, visies, sugges-ties en initiatieven te benoemen waar leden van beleggings- en pensioencommissies en andere pen-sioen professionals die qualitate qua met ‘duurzaam beleggen’ kennis willen maken, hun voordeel kun-nen doen. Om hen op weg te helpen is deze repor-tage geschreven.

Wat is duurzaam beleggen?We ontkomen er natuurlijk niet aan: wat is een de-finitie van ‘duurzaam beleggen’? Een ingewikkelde, maar actuele, complete en veelzeggende definitie lezen we bij de ex-journalist en thans lector Sustainable Finance (Avans Hogeschool), Marleen

DOOR MICHIEL HUISMAN

Michiel Huisman

Hoofdredacteur PensioenAd-

vies

Zonder willen, wordt kunnen nooit doen!

Janssen Groesbeek, in haar bijdrage aan het boek ‘Het profijt van duurzaamheid’ (zie kader). Haar definitie: “Duurzaamheid is het vergroten van de weerbaarheid en flexibiliteit van het economisch sys-teem en zijn spelers, zodat de huidige en toekomstige generaties welvarend kunnen zijn en zichzelf materieel en immaterieel beter kunnen ontplooien, met inachtne-ming van de grenzen van de planeet en zonder de bewoners van de aarde schade toe te brengen.”

En hoe zit het dan met duurzaam ‘pensioenbeleg-gen’? Een belangrijk element bij pensioenbeleggen betreft de zogenaamde fiduciaire plicht. De be-stuurders van pensioenfondsen gaan eenvoudig ge-steld over andermans geld en moeten zich daar ten volle rekenschap van geven. De beleggingscriteria, duurzaam of niet, die zij aanleggen dienen altijd in overeenstemming met die fiduciaire plicht te zijn. Interessant is dan natuurlijk de vraag hoe het zit met het criterium van ‘people, planet, profit’ (ofte-wel: de ESG-criteria, zie kader). Zijn die criteria een beperkende factor en (dus) strijdig met het fiduciaire beginsel? Aanvankelijk dachten we van wel. De redenering vatte post dat duurzaam beleg-gen uitsluiting impliceerde van bepaalde sectoren (bijvoorbeeld de wapenindustrie). Een beperking in het beleggingsuniversum dus en daarmee een ver-hoogd risico (minder spreiding) en de kans op lager rendement. Niet waar, zo onderstreept de UNEP FI na hiernaar onderzoek te hebben laten doen in 2005 (zie kader). Interessant is dat het omgekeerde

Duurzaam beleggen is allang het stadium van een hype ontstegen. Ingezet in de jaren negentig, onder aanvoering van

de Verenigde Naties, hebben de Principles for Responsible Investment de weg geëffend voor allerlei internationale,

nationale en lokale initiatieven die ertoe hebben geleid dat institutionele beleggers (privaat, publiek en daar tussenin)

oog hebben gekregen voor verduurzaming van economieen en markten en verantwoorde manieren om daarin te beleg-

gen. Maar hoe gaat dat dan? En vooral: hoe gaat dat in pensioenland? Daarover gaat deze reportage.

Investeren in duurzaam ondernemen en verantwoord beleggen

Page 2: Duurzaam beleggen: Je moet het wel willen!

18 PensioenAdvies - maart 2016

wél waar is: de fiduciaire plicht impliceert prudentie voor (in ie-der geval) de p van planet en dus het stimuleren van (lees: inves-teren in) publieke en private initiatieven voor oplossingen van milieu-vraagstukken en het mijden van investeren in onderne-mingen die de p van planet bedreigen.

Een andere reden voor institutionele beleggers om de drie P’s nauwgezet in de gaten te houden en zich in hun beleggingsbeleid hierdoor te laten leiden, is het feit dat indirect bijna alle Neder-landse werknemers en gepensioneerden via hun pensioenregeling aandeelhouder zijn. Beleggers moeten zich dus rekenschap geven van het feit dat zij met hun beleggingen niet alleen de huidige groep werknemers (pensioenspaarders) en gepensioneerden ‘be-dienen’, maar ook een ‘aandeel’ hebben in een leefbare toekomst voor, en het welzijn van hun kinderen en kleinkinderen. Dit brengt de eerder aangehaalde Janssen Groesbeek tot de conclusie: “Het enige wat erop zit, is te zorgen dat we een economisch systeem bouwen dat tegen een stootje kan. Duurzaam ondernemen en verant-woord beleggen zijn het fundament daarvoor”.

Kortgezegd: de fiduciaire plicht impliceert een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor people, planet en profit (nú en in de toekomst).

Daarmee is echter nog geenszins de vraag beantwoord of het wel kán en hoe dat dan moet. Vooropgesteld: zonder willen, wordt kunnen nooit doen!

Ethiek en rendementVeelgehoorde argumenten om maar niet te ‘verduurzamen’ zijn van technologische, politieke en economische aard. Verduurza-ming – en dus bijvoorbeeld investeren in ‘schone energie’ – zou waardevernietiging van de oude industrie betekenen (econo-misch motief). Gebrekkige of nog niet ‘uitgerijpte’ nieuwe tech-nologie heeft – in aanvang – een negatief effect op rendement: ‘schoon’ betekent derhalve kostbare productie en geringe op-brengsten. En als de politiek zich ermee bemoeit zijn de rapen helemaal gaar: omgekeerde subsidiering, concurrentievervalsing, subjectieve bevoordeling van bepaalde sectoren en regio’s en andere politieke maatregelen verstoren de marktorde. Bovendien: is het niet zo dat olie en gas (hoewel mineraal en fossiel) veel schoner zijn dan kolen? En moeten we niet toch op korte termijn een graantje meepikken van de economische groei in China (ook al valt die inmiddels weer tegen) in plaats van het moralistische vingertje opsteken tegen de geweldige CO2 uitstoot van een

groeiend aantal, intensief gebruikte kolencentrales van de Chine-zen die alleen op termijn onze planeet bedreigen? Inderdaad: in een wereld waarin ‘oude’ en ‘nieuwe’ economie dusdanig zijn vervlochten is een vlekkeloze transitie naar de ‘nieuwe wereld’ een illusie. Maar, moet dat dan? Ter overweging: AXA (een global player van franse origine in verzekeringsland) levert wereldwijd producten en diensten in 56 landen aan 102 miljoen klanten. Ongeveer een derde van de omzet wordt be-haald met de vermogensbeheerdiensten. Deze verzekeraar die zeker niet ‘het braafste jongetje van de klas’ is, investeert niet langer in kolen (wél in olie en gas). Net als andere institutionele beleggers ligt daar een ambigue redenering aan ten grondslag. Enerzijds is de besluitvorming ingegeven door de maatschappelij-ke, ethische kwestie van de p van planet. Anderzijds ziet de ver-zekeraar in dat de kolensector het zwaar zal krijgen en rende-menten onder druk komen bij een aangescherpt beleid inzake klimaat- en luchtkwaliteit. Conclusie: ethische én kille economi-sche rendementskwesties gaan hand in hand.

Wat doet Nederland?Hoe gaat dat nu in de pensioenpraktijk in Nederland? Verant-woord beleggen heeft in de afgelopen jaren in de pensioenwereld een grote vlucht genomen, lezen we op de website van de Pen- sioenfederatie. “Veel pensioenfondsbestuurders, en in het bijzonder de Beleggingscommissies ontwikkelen en implementeren een verant-woord beleggingsbeleid. De beslissingen daarover en concrete invul-ling ervan verschilt aanzienlijk per pensioenfonds. Uiteraard hangt dat samen met de identiteit van het pensioenfonds en zijn achterban. Maar ook de grootte van het fonds speelt een rol.”

De Pensioenfederatie is er “voorstander van dat pensioenfondsen aandacht besteden aan dit thema.” Maar: “Dit betekent nadrukkelijk niet dat de Pensioenfederatie een opvatting heeft over de vraag of en hoe een pensioenfonds uiteindelijk besluit tot het opstellen en imple-menteren van een verantwoord beleggingsbeleid. Die beslissing en concrete invulling zal per pensioenfonds verschillen.”

Uitsluitingsbeleid“Pensioenfondsen kunnen op verschillende manieren hun verant-woord beleggingsbeleid vormgeven”, zo valt verder te lezen op www.pensioenfederatie.nl. “Fondsen kunnen bijvoorbeeld milieu-, sociale en governance criteria integreren in de beleggingsbeslissingen. Dit houdt in dat ze beleggingen uitsluiten in bedrijven die niet aan bepaalde criteria voldoen, waarbij deze criteria vaak gebaseerd zijn op door Nederland ondertekende internationale verdragen. Een an-dere mogelijkheid is het uitsluiten van landen die onder VN- of EU-sancties vallen. Ook kunnen ze stemmen bij aandeelhoudersvergade-ringen. ‘Engagement’, oftewel het aangaan van de rechtstreekse dialoog met ondernemingen, is een andere overweging. Thematische beleggingen en het eisen van schadevergoeding (class actions) komt soms ook voor.”

Recente cijfers over de implementatiegraad van ‘verantwoord beleggen’ (de term duurzaam beleggen hanteert de federatie niet), zijn er op de website niet voorhanden. We moeten het doen met cijfers uit 2013 toen de federatie de inventarisatie ‘Verantwoord beleggen’ publiceerde. Daaruit blijkt, aldus de Pensioenfederatie, dat “een ruime meerderheid van alle pensioendeelnemers en gepensio-neerden is aangesloten bij een pensioenfonds dat een beleid voor ver-antwoord beleggen heeft. Vooral bij grotere fondsen is

Page 3: Duurzaam beleggen: Je moet het wel willen!

maart 2016 - PensioenAdvies 19

Wat doen verzekeraars?Meer nog dan pensioenfondsen hebben (pensioen)verzekeraars een dubbele rol als het om ‘verduurzamen’ gaat: namelijk een rol als institutioneel belegger én – de primaire taak – als leverancier van zekerheid.

Per 1 januari 2012 hanteren de leden van het Verbond van Verze-keraars de Code Duurzaam Beleggen. Deze is nagenoeg volledig gebaseerd op UN PRI (zie kader). Op de code is het ‘pas toe of leg uit’ (‘comply or explain’) beginsel van toepassing. Een verze-keraar past de principes van de code in beginsel toe. Afwijkingen, mits gemotiveerd, zijn echter toegestaan. Bij niet-naleving kan het Verbond van Verzekeraars passende maatregelen treffen. De enige échte uitsluiting in beleggingscategorieën en sectoren be-treft een deel van de wapenindustrie: “Omdat het maatschappelijk niet wenselijk wordt gevonden om te beleggen in bedrijven die zijn betrokken bij de productie van of handel in controversiële wapens (zoals antipersoonsmijnen en clustermunitie), zullen leden van het Verbond dat (…), nalaten.” Overigens wordt de Code aange-scherpt, zie verderop in deze reportage.

In het Beleidsplan 2015 van het Verbond van Verzekeraars staat over duurzaam beleggen het volgende: “Ook verzekeraars geven gehoor aan de maatschappelijke roep naar meer duurzaam beleggen. Dat ligt onder meer vast in de gedragscode met dezelfde naam uit 2012. Het Verbond houdt de ontwikkelingen op dit terrein in de gaten en stimuleert bij de leden het duurzame beleggen.”

Iets concreter is het Verbond als het gaat om ‘verduurzaming’ in relatie tot de primaire verzekeringstaak. Dan klinken in de be-leidsplannen termen door als “duurzame inzetbaarheid, het bevor-deren van gezond gedrag, vitaliteit en persoonlijke ontwikkeling om daarmee langer vitaal en bekwaam te kunnen blijven deelnemen aan het arbeidsproces is een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Het Verbond levert hieraan een bijdrage door tegen de achtergrond van een veranderende arbeidsmarkt de mogelijkheden van de inte-gratie van zorg- en inkomensverzekeringen met name op het gebied van preventie, te verkennen en die met de leden te delen.”

Ook andere aspecten die je onder de term ‘duurzaamheid’ kan laten vallen brengt – logischerwijze – het Verbond eerder in ver-band met ‘verzekeren’ dan met ‘beleggen’. “Het Verbond volgt het maatschappelijk debat over de mogelijkheid van boren naar scha-liegas, de bijkomende risico’s en het mogelijk verzekeren daar-van.” En: “Andere voorbeelden van nieuwe markten zijn onder ande-re risico’s in het kader van milieuaansprakelijkheid en straling.”

Als institutioneel belegger zien verzekeraars vooral een rol voor zichzelf weggelegd bij het stimuleren van de Nederlandse econo-mie. Voorbeelden daarvan zijn investeringen in het MKB, in (gese-curitiseerde) hypotheken en in duurzame energie en infrastructuur.

Tenslotte is het wat dit onderdeel betreft, interessant om te con-stateren dat het Verbond van Verzekeraars de maatschappelijke rol van zijn leden nog eens extra voor het voetlicht brengt naar aanleiding van de ‘Parijse Klimaattop’. “Met het ondertekenen van de Paris Pledge geven wij aan dat we de boodschap van het Parijse akkoord hebben begrepen en dat ook wij willen bijdragen aan het behalen van de doelstellingen. Het thema duurzaamheid staat name-lijk hoog op de agenda binnen het Verbond. Ook verzekeraars zien de

beleid op dit gebied in de afgelopen jaren gemeengoed geworden.”

Daar past wel de kanttekening bij dat de enquête waar de inven-tarisatie op is gebaseerd slechts is ingevuld door een derde van alle pensioenfondsen. Circa driekwart van die deelnemers heeft een beleid voor verantwoord beleggen. Dat is dus nog geen 25% van alle pensioenfondsen. 12 procent van de deelnemende fond-sen gaf te kennen bezig te zijn met het formuleren van dat be-leid. Overigens: Fondsen zonder expliciet eigen beleid voor ver-antwoord beleggen sluiten naar eigen zeggen vaak aan bij het beleid van hun externe vermogensbeheerders. In dat geval is dus sprake van ‘indirect beleid’.

Politieke bemoeienisHet totale belegd vermogen van pensioenfondsen beloopt hon-derden miljarden euro’s. De economische belangen zijn groot en het hoeft dus allerminst verwondering te wekken dat Den Haag met argusogen toekijkt op het beleggingsbeleid. Sterker nog, ook al gaan primair sociale partners er over die weer op de vingers worden gekeken door daartoe aangestelde nationale en internati-onale toezichthouders, de Tweede Kamer laat zich niet wegdu-wen. Op de website van de Tweede Kamer meldt de Vaste Com-missie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid: “… ook gaat de commissie in gesprek met betrokkenen en deskundigen uit de pen- sioensector. Bijvoorbeeld over het beleggingsbeleid van pensioenfond-sen.”

Niet overschattenOverigens moeten we de daadwerkelijke invloed die pensioen-fondsen kunnen of willen aanwenden in de investering in duur-zaamheid niet overschatten. De pensioenfondsen in Nederland beleggen ruim 14% van hun totale vermogen binnen de lands-grenzen, zo blijkt uit onderzoek van de Nederlandsche Bank. Eind maart 2013 was van de bijna 960 miljard aan belegd vermo-gen 134,9 miljard euro belegd in Nederland. Daarvan was 12,7 miljard euro in Nederlandse hypotheken geïnvesteerd (overigens 1 miljard euro in het midden- en kleinbedrijf. De cijfers van DNB over 2013 laten verder zien dat een groot deel van de 134,9 miljard euro aan Nederlandse investeringen, vastrentende waarden betreffen. Het totaal van 87,1 miljard aan Nederlandse vastrentende waarden bestaat uit Nederlandse staatsobligaties (43,5 miljard euro), hypotheken (12,7 miljard euro), bedrijfsobli-gaties (14,0 miljard euro) en cash en kortlopende vorderingen (16,9 miljard). Van de totale vastgoedbeleggingen van 91,3 mil-jard beleggen pensioenfondsen 21,7 miljard in Nederlands vast-goed. Er blijft dus maar een relatief klein deel over voor investe-ringen in producenten en dienstverleners in de reële economie. Van een bijdrage aan verduurzaming in ons eigen land is in dat perspectief gezien, weinig sprake.

SamenwerkenVerschillende Nederlandse pensioenfondsen werken op het thema verantwoord beleggen samen met de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) en Eumedion. VBDO publiceert jaarlijks een vergelijkende studie naar verant-woord beleggen door de vijftig grootste Nederlandse pensioen-fondsen. Eumedion behartigt de belangen van de bij haar aange-sloten institutionele beleggers op het gebied van corporate governance en duurzaamheid.

Page 4: Duurzaam beleggen: Je moet het wel willen!

20 PensioenAdvies - maart 2016

gevolgen van klimaatverandering terug in hun statistieken. Dit was voor het Verbond mede reden om de Principles for Sustainable Insurance van de VN te ondertekenen. Verder streeft het Verbond ernaar om samen met de overheid en stakeholders te komen tot een convenant op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verant-woord Ondernemen (IMVO). Daarnaast zal de huidige zelfregule-ring op het gebied van duurzaam beleggen, de zogenoemde ‘Code Duurzaam Beleggen’, worden aangescherpt.”

Wat zegt de wetAls het om pensioenbeleggen gaat spreekt de wet zich op twee punten uit over kwesties die verantwoord pensioenbeleggen be-treffen:

− Pensioenfondsen moeten in hun jaarverslag verantwoording afleggen over de uitvoering van hun beleid op het gebied van verantwoord beleggen. De Wet Versterking bestuur pensioen-fondsen, zegt daarover: “Een pensioenfonds vermeldt in zijn jaarverslag op welke wijze in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale ver-houdingen.”

− Pensioenfondsen mogen niet beleggen in bedrijven die be-trokken zijn bij de productie van clustermunitie. Het betreft hier een verbod dat op 1 januari 2013 is ingegaan en terug-voert op een internationaal verdrag uit 2008 over een verbod op clustermunitie. De AFM houdt hier toezicht op (gedrags-toezicht).

ConclusiesConclusies trekken op het thema ‘duurzaam beleggen’ blijft een ha-chelijke zaak. Veel conclusies zijn meningen. Veel feiten blijken visies te zijn. Veel objectieve waarnemingen blijken met een sub-jectieve bril op gedaan te zijn. Toch vallen een aantal dingen op.

Allereerst: Hoe voorzichtig ook, de termen ‘verduurzaming’ van economieën en ‘duurzaam en verantwoord beleggen’ worden steeds meer main stream.

Vervolgens: Institutionele beleggers, ook Nederlandse, zien in dat demografische, economische én ecologische factoren druk zetten op ons huidige systeem van produceren en consumeren. De mening vat post dat dit op termijn niet langer houdbaar is. De wereldwijde waardevernietiging door afvalproductie, milieuver-vuiling en gezondheidsbelemmerende consumptie, noopt tot een transitie naar nieuwe economische modellen waar institutionele beleggers grote verantwoordelijkheid voor kunnen dragen. Niet in het minst verzekeraars. In dat verband is de terminologie van het Verbond van Verzekeraars goed gekozen: “mogelijk maken” (Beleidsplan 2015).

Dat gezegd hebbende komen we op een derde aspect: de groot-ste belemmering voor institutionele beleggers als het om een ech-te doorbraak voor investeren in verduurzaming gaat, ligt gelegen in het feit dat in de prijs voor producten en diensten (nog) niet de kosten zijn opgenomen voor de effecten die deze producten op milieu (klimaatverandering) en mens (gezondheid) hebben. Het is goedkoper mens- en milieubelastend te produceren en te herproduceren (lineair produceren) dan circulaire producten te leveren. En daarmee is het dus voor institutionele beleggers (nog altijd) renderend(er) in de ‘oude wereld’ te blijven investeren. Hoe terecht is dat? Daar stellen veel professionals inmiddels vra-

gen bij. Hebben pensioenfondsen en verzekeraars niet (ook) een maatschappelijke verantwoordelijkheid om industrieën en econo-mieën ertoe te bewegen ook een volgende stap te zetten? Een stap van minder slecht en lineair produceren (van kolen naar gas bijvoorbeeld) naar circulair produceren en van bezit naar gebruik van duurzame consumptiegoederen.

BeleggingsovertuigingenInteressant is het om na te gaan of algemeen geformuleerde en geaccepteerde beleggingsovertuigingen (omdat ze onderzocht, getoetst en in de praktijk gebracht zijn) in verband gebracht kun-nen worden met duurzaam beleggen. Onno de Lange en Frans Dooren (beiden bestuurslid van het Instituut voor Pensioenedu-catie) wijden daar behartenswaardige woorden aan in hun uiterst lezenswaardige artikel in eerder aangehaalde publicatie ‘het Profijt van Duurzaamheid’. Zij formuleerden zeven beleggingsovertuigingen:

− de strategische allocatie bepaalt voor het grootste gedeelte de beleggingsresultaten en het risico van de beleggingsporte-feuille;

− een langetermijnbelegger hanteert een breed beleggingsspec-trum;

− beleggingsrisico wordt beloond; − diversificatie loont en verbetert de rendement-risico verhou-

ding; − actief management voegt waarde toe; − de drie P’s zijn belangrijk; − Wederkerigheid (de auteurs noemen dit de Gulden Regel)

zorgt voor een optimale verhouding tussen risico en rende-ment.

Duurzaam beleggenVervolgens geven de auteurs twee voorbeelden van beleggings-overtuigingen in relatie tot duurzaamheid.

Voorbeeld 1Het integreren van maatschappelijk verantwoord beleggen in de beleggingsprocessen kan hand in hand gaan met het behalen van gestelde rendementsdoelstellingen. Bovendien geldt dat beleggin-gen op de langere termijn alleen goed renderen als samenlevin-gen zich evenwichtig kunnen ontwikkelen. Daarom past het om bij beleggingsadviezen en – beslissingen de maatschappelijke con-sequenties te betrekken, na te streven dat negatieve maatschap-

Page 5: Duurzaam beleggen: Je moet het wel willen!

maart 2016 - PensioenAdvies 21

commerciële bankiers, samen met UNEP tot de conclusie kwam dat de financiële sector verantwoordelijkheid moest nemen voor haar impact op het milieu. Hieruit volgde dat in 1992 het UNEP Financial Institutions Initiative werd opgericht, gevolgd door het UNEP Insurance initiative (Verzekeringsinitiatief) in 1995. Deze twee initiatieven werden in 2003 samengevoegd. Daaruit ontstond het hui-dige UNEP FI (bron: Wikipedia). De organisatie publiceer-de belangrijke documenten in het kader van de fiduciaire plicht van (o.a.) pensioenfondsen in 2005 en 2009 onder de titels: The Freshfields report: A legal framework for the in-tegration of environmental, social and governance issues into institutional investment (2005) en ‘Fiduciary Duty II: Fiduci-ary responsibility – Legal and practical aspects of integrating environmental, social and governance issues into institutional investment (2009).

VBDOwww.vbdo.nl is de website van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling. De vereniging is opgericht in 1995 met het doel om de kapitaalmarkt te verduurzamen. De VBDO maakt multinationals en beleggers bewust van hun bijdrage aan een duurzame kapitaalmarkt door hen te wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. De kapitaalmarkt bestaat voor de VBDO uit beleggers, zowel institutionele als particuliere, aan de ene kant en onderne-mingen waarin wordt belegd aan de andere kant. De VBDO beweegt beide partijen tot meer duurzaamheid.

Maatschappelijk Verantwoord BeleggenGoogle op de term ‘maatschappelijk verantwoord beleggen’ en u krijgt 118.000 resultaten. In heel veel gevallen gaat het dan om de ‘geloofsbrieven’ van institutionele beleggers en de maatregelen die zij nemen met of uit respect voor mens, milieu en natuur. De term is ook goed voor allerlei aanprijzin-gen van producten (beleggingsfondsen). U weet wel: instappen vanaf € 50 per maand om te beleggen in een mix van fondsen die ‘verantwoord’ cq ‘duurzaam’ zijn. Dat heeft met duurzaam beleggen in het kader van deze reportage niets te maken! Duurzaam beleggen is geen product maar vooral gedrag!

Pensioenfederatie & Verbond van VerzekeraarsBeide belangenorganisaties besteden op hun website aan-dacht aan duurzaam beleggen. Terecht! De verantwoorde-lijkheid van deze organisaties reikt ver en het is goed om bij voortduring de leden van deze belangenbehartigers te be-trekken bij verder reikende belangen dan die van kille risico-rendement afwegingen. Al moeten ze dat laatste natuurlijk altijd (con brio) blijven doen!

ESG en drie P’sESG staat voor Environmental, Social & Governance. U komt deze drieslag vaak tegen als het om ‘duurzaam beleg-gen’ gaat. In essentie zijn het drie criteria die institutionele beleggers toepassen op hun beleggingsbeleid als het om duurzaam gaat. Een meer bijdetijdse term zou kunnen zijn: ‘people, planet, profit’.

pelijke effecten worden voorkomen en waar mogelijk na te streven een positieve maatschappelijke bijdrage te leveren.

Voorbeeld 2Aandacht voor duurzaamheid met de integratie van de drie P’s of niet-financiële informatie in het beleggingsbeleid verbetert de beleggingsresultaten en is in lijn met de fiduciaire verantwoorde-lijkheid.

De auteurs (overigens beiden zeer goed ingevoerd in de wereld van pensioenfondsen en erkende autoriteiten op hun vakgebied) zijn van mening dat moreel handelen (wederkerigheid) een mid-del is om tot efficiënte beleggingsresultaten te komen en leidt tot een gezonde afweging tussen risico en rendement. Het draagt bij tot een op duurzaamheid gericht vermogensbeheer. Zij gaan er daarbij vanuit dat wederkerigheid in een economische context geplaatst betekent: “Ik behandel iemand anders op een goede ma-nier omdat ik wil dat een ander mij ook op een goede manier behan-delt. Het goede doen spruit voort uit eigenbelang. Precies wat de economische theorie zegt over de homo economicus die op zoek gaat naar de juiste weg om zijn doelen te bereiken. Toepassing daarvan zal tot efficiënte uitkomsten leiden.” Wederkerigheid is daarmee een beloning voor goed gedrag, naast het gegeven dat het goede gewoon gedaan (moet) word(t)(en) omdat het goed is. De Lange en Dooren spreken veelzeggend over wederkerigheid als “moreel pareltje in de oester van de econo-mische wetenschap”.

Tips voor wie meer wil weten over duurzaam beleggen

Het profijt van DuurzaamheidDat is de titel van een bijzonder lezenswaardige publicatie, uitgegeven door Wolters Kluwer. Daarin een groot aantal bij-dragen van deskundigen die stuk voor stuk erin geslaagd zijn om het onderwerp op een begrijpelijke, heldere manier naar voren te brengen. Dat doen zij wars van wollige, vage taal en met een nuchtere kijk op de zakelijke belangen die instituti-onele beleggers vanuit hun fiduciaire plichten hebben na te komen. Maar ook met een warme betrokkenheid op een be-tere wereld en een leefbare toekomst. Voor de samenstelling van het boek tekent het Instituut voor Pensioeneduactie (IVP). Een ‘must read’. In deze reportage wordt er gretig uit geciteerd en geput. ISBN 978013134179. Ook verkrijgbaar als e-book: www.wolterskluwer.nl/e-books.

UNPRIhttp://www.unpri.org/: De moeder van alle principles voor verantwoord beleggen. Enkele cijfers: Wereldwijd 1380 in-vestment managers en Institutional Investors met, 57 biljoen dollar aan beheerd vermogen en … 6 principles. De Neder-lander Xander den Uyl is in november vorig jaar november verkozen tot lid van de Board van PRI.

UNEP FIwww.unepfi.org: deze website moet in één adem met die van UNPRI (zie hierboven) genoemd worden. Achter de site zit het United Nations Environment Program Finance Initiative. UNEP FI ontstond in 1991 toen een kleine groep