Draaiboek€¦ · Draaiboek Project “Haskerfit” Studieteam 4: Joran Fonville Joren Peeters Luc...

Draaiboek

Project “Haskerfit”

Studieteam 4: Joran Fonville Joren Peeters

Luc Hop Marouan Achammachi

Tessa Jager Zeb Tjie A Njiem

Inhoud Inleiding.................................................................................................................................................. 3

Omschrijving taken en verantwoordelijkheden ..................................................................................... 4

Planning ................................................................................................................................................. 7

Activiteiten ............................................................................................................................................. 9

Plattegronden ...................................................................................................................................... 19

Protocol gezondheidstest BMI-meting ................................................................................................. 23

Overig ................................................................................................................................................... 26

Inleiding Op vrijdag 15 februari organiseren wij een gezonde dag voor de kinderen van de basisschool de Haskerplak uit Oudehaske. Om alles goed te laten verlopen en om niet voor verassingen te komen te staan, gebruiken wij een draaiboek. Hierin staan de taken, activiteiten, planning en overige informatie in vermeld. Onze doelstelling is om de kinderen van de basisschool bewust te laten worden van een gezonde en actieve leefstijl en het stimuleren hiervan. Deze doelstelling is passend bij de verwachtingen van de basisschool (directie basisschool). Zowel voor de kinderen en voor ons moet het Haskerfit project leerzaam zijn. Ons doel is om vervolgens iets duurzaams neer te zetten waar we de kinderen en directe omgeving een plezier mee doen. We willen de kinderen iets leren over een gezonde voeding en bewegen (leefstijl). Dit kunnen ze dan ook aan hun vriendjes/familie etc. aan meegeven.

Omschrijving taken en verantwoordelijkheden Taken:

Alle projectleden helpen met het materiaal klaarzetten voordat het project begint

Tessa deelt de groepen in na de gezamenlijke opening.

Iedereen van de projectgroep weet wat er van hem/haar verwacht wordt. Hierdoor kunnen

we het goed over brengen aan de kinderen.

Iedereen moet goed de tijd bij houden wanneer er gewisseld moet worden.

Wij zorgen er samen voor dat tijdens het koken de juiste materialen aanwezig zijn en dat de

kinderen die materialen gebruiken zoals nodig is.

We laten de kinderen de verschillen zien tussen gezonde en ongezonde etenswaren, ook

tijdens het koken.

We zorgen er voor dat alle activiteiten worden gespeeld op een eerlijke en verantwoorde

manier.

We zorgen er voor dat de kinderen zelf met antwoorden komen, hierdoor is te zien dat ze het

begrijpen.

We zijn enthousiast en motiveren de deelnemers.

Wij als projectgroep moeten ervoor zorgen dat als de projectdag klaar is, alles netjes

opgeruimd wordt en het weer staat zoals de opdrachtgever het wil hebben

Als alles klaar is gaan wij met de projectgroep een evaluatiegesprek houden met de

opdrachtgever

Aan het einde van de projectdag bedanken wij de leerlingen, docenten & de opdrachtgever.

Verantwoordelijkheden:

We zorgen ervoor dat we op tijd op de afgesproken plek zijn om alles klaar te zetten.

We zorgen er samen voor de alle benodigdheden aanwezig zijn.

We zorgen er voor dat iedereen zich aan de vooraf gestelde opdrachten houd.

De projectleden moeten zorgen dat alle leerlingen goed bij het project worden betrokken.

Samen waarborgen we de veiligheid van de deelnemende kinderen en docenten.

Elk projectlid is enthousiast en laat dit duidelijk overkomen aan de kinderen.

Tijdens de wisseling van activiteiten zorgen we er voor dat de kinderen veilig en goed

aankomen op de nieuwe gewenste plek.

Tijdens het koken let iedereen op de veiligheid van de kinderen, denk aan gebruik van

messen.

Wij als projectleiders worden gefilmd door een leerling van de media en beeld opleiding. We

zorgen er voor dat we duidelijk in beeld zijn om er zo voor te zorgen dat we genoeg materiaal

hebben om de omvang en het plezier van het project aan te tonen.

Tijdens het project draagt ieder lid een shirt van de opleiding om professioneel over te

komen.

Taakverdeling Project Haskerfit Onderbouw:

Activiteit Wie? Observatie Annemarie koekoek / fruifruit Joren, Marouan, Luc, Zeb &

Joran zijn bij dit onderdeel de scheidsrechters.

Tessa gaat de Annemaria gezonde en ongezonde producten helpen

Memory gezond en ongezond Joren & Marouan Tessa loopt rond en grijpt waar nodig in

Vies en lekker Luc Tessa loopt rond en grijpt waar nodig in

Quiz bravo factoren Joran Tessa loopt rond en grijpt waar nodig in

Map pleinspelen (spellen introduceren aan de kinderen) Spel 1: Stand in de mand Spel 2: Poortbal

Zeb Tessa loopt rond en grijpt waar nodig in

Tessa is ten alle tijden de observator bij alle onderdelen. Ze springt bij als het nodig is en geeft aanwijzingen bij onduidelijkheden. Bovenbouw:

Activiteit Wie? Observatie Gezond en ongezond Iedereen helpt bij deze

openingsactiviteit Iedereen

memory schijf van vijf Joren en Marouan Tessa loopt rond en grijpt waar nodig in

Calorieën-verbranden Luc Tessa loopt rond en grijpt waar nodig in

Quiz bravo factoren Joran Tessa loopt rond en grijpt waar nodig in

Map pleinspelen (spellen introduceren aan de kinderen) Spel 1: Honkenbal (soort van slagbal)

Zeb Tessa loopt rond en grijpt waar nodig in

Tessa is ten alle tijden de observator bij alle onderdelen. Ze springt bij als het nodig is en geeft aanwijzingen bij onduidelijkheden.

Randvoorwaarden Haskerfit project

- De projectnaam moet goed en pakkend zijn De naam van het project is ‘Haskerfit’. Er is voor deze naam gekozen, omdat de naam van de school ‘Haskerplank’ is en je fit gaat voelen zodra je een gezonde leefstijl hebt.

- De opdrachtgever moet duidelijk zijn Dit is Idzard Silvius die de leiding heeft over de basisschool ‘t Haskerplak te Oudehaske.

- Er moet een projectleider aangesteld zijn. De projectleider is in meerdere mate Tessa Jager.

- De doelstelling van het project moet duidelijk zijn Een veel voorkomend probleem in Nederland tegenwoordig is dat mensen niet bewust omgaan met hun eigen leefstijl. Dit resulteert in mensen die tegen allerlei ziektes oplopen, overgewicht hebben en veel lichamelijke klachten hebben. De bedoeling van het project is ervoor zorgen dat kinderen vanaf jongs af aan al leren wat goed en slecht voor hun is zodat zij hier bewust mee om kunnen gaan in hun verdere leven.

- De deadline moet helder zijn De deadline om alles af te hebben is 11 januari 2016, want dan volgt de laatste meeting met de opdrachtgever, zodat alles besproken kan worden.

- Het budget moet helder zijn Het budget is 50 euro voor boodschappen bij de Poiesz en de school kan eventueel ook 50 euro bijdragen.

Planning

Planning voorbereiding project

Wanneer Waar Wat Wie

14 januari Poiesz supermarkt Oudehaske

Eten & drinken ophalen voor het koken.

Tessa en Joren

15 januari 07:45 uur – 08:00 uur

School ’t Haskerplak Benodigdheden uit school halen en verplaatsen naar ‘t Kulturhus.

Iedereen zijn of haar onderdeel


School ’t Haskerplak en ’t Kulturhus

Eten, drinken, bestek, snijplank etc in de kantine zetten (Lunch bovenbouw).

Tessa

15 januari 07:45 uur

‘t Kulturhus Draaiboek uitgeprint mee

Luc en Joran

15 januari 08:05 uur - 08:35 uur

‘t Kulturhus Onderdelen/spellen opbouwen

Iedereen zijn of haar onderdeel


‘t Kulturhus Alles checken Iedereen

Planning projectdag onderbouw


15 januari 09:00-09:05

‘t Kulturhus Openingswoordje Tessa

09:07-09:13

‘t Kulturhus Inleiding: spel Tessa

09:15 – 09:17

‘t Kulturhus Indeling groepjes Tessa

09:20-09:34 ‘t Kulturhus Memory gezond en ongezond

Marouan

09:36-09:50

‘t Kulturhus Vies en lekker Luc

09:52 – 10:06 ‘t Kulturhus Quiz BRAVO factoren + eten appel en ranja

Joran

10:10-10:24

‘t Kulturhus Map pleinspel Zeb

10:26 – 10:30

‘t Kulturhus Afsluiting (woord) Tessa

- Tussen elke activiteit is er 2 minuten de tijd om door te wisselen. - De algehele leiding en observatie wordt uitgevoerd door Tessa.

Planning projectdag bovenbouw



‘t Kulturhus Onderdelen/spellen opbouwen Lunch klaarmaken

Iedereen zijn of haar eigen onderdeel Tessa


Kantine van ‘t Kulturhus

Gezamenlijk eten lunch

Iedereen

11:40 uur – 11:45 uur

‘t Kulturhus Openingswoord Tessa

11:48 uur – 11:55 uur

‘t Kulturhus Inleiding: spel Tessa

11:57 uur – 11:59 uur

‘t Kulturhus Indeling groepjes Tessa

12:00 uur – 12:15 uur

‘t Kulturhus Memory schijf van 5 Joren en Marouan

12:17 uur – 12:33 uur

‘t Kulturhus Calorieen spel Luc

12:35 uur – 12:50 uur ‘t Kulturhus Quiz BRAVO factoren + eten appel en ranja

Joran

12:50 uur – 13:05 uur

‘t Kulturhus Map pleinspelen Zeb

13:06 uur – 13:10 uur ‘t Kulturhus Gezamelijk alles opruimen (eigen onderdeel met de kinderen).

Iedereen

13:11 uur – 13:15 uur

‘t Kulturhus Afsluiting(woord) Tessa

- Tussen elke activiteit is er 2 minuten de tijd om door te wisselen. - De algehele leiding en observatie wordt uitgevoerd door Tessa.

Activiteiten

Activiteiten groep 1 t/m 4

Opening Annemarie koekoek / fruifruit Materiaal: geen Iedereen staat aan de ene kant van de zaal (of de speelplaats), op één na. Deze persoon staat aan de andere kant van de zaal, met gezicht naar de anderen gekeerd. Op een bepaald moment draait hij zich om en zegt bijvoorbeeld: "Annemaria appel!" Tijdens deze periode mogen de anderen zich verplaatsen in zijn richting. Wanneer hij zich na het uitspreken van "een gezond product" echter weer omdraait, mag hij niemand zien bewegen. Wie er nog wel beweegt, is af en moet terug naar de startlijn. Het spel gaat door tot iemand de "Annemaria "-roeper kan tikken zonder dat diegene hem heeft zien bewegen. Deze tikker krijgt in de volgende ronde de beurt om "Annemaria gezonde/ongezonde producten" te roepen. 1e ronde: gezonde producten roepen 2e ronde: ongezonde producten roepen Tessa gaat de Annemaria koekoek helpen en gezonde en ongezonde producten. Rest zijn scheidsrechters.

Onderdeel 1: Memory gezond en ongezond ● Je maakt 2 gelijke teams (team 1 en team 2). ● Van elk team rennen er 2 naar de memory kaartjes (samenwerken). ● Het doel van dit spel is om twee van dezelfde kaartjes te vinden. ● Heb je twee dezelfde kaartjes gevonden, ren je door naar de korven. ● Hier moet je de kaartjes in de korf: gezond of ongezond neerleggen. ● Het team dat als eerst klaar is: 2 punten en per goed antwoord: 1 punt ● Wie de meeste punten aan het einde van het spel heeft, heeft gewonnen.

Kaartjes (afbeeldingen) Materiaal

Cola, water, appel, patat en bloemkool en aardappelen

- 2 korven - 2 pionnen - Memory kaartjes

Onderdeel 2: Vies en lekker Aan de ene kant van de zaal/lijn is het ‘ lekker’ en aan de andere kant is het ‘vies’ . De leiding/leerling roept steeds (sneller) allerlei etenswaren. De bevers rennen naar de kant van lekker of vies. Ze moeten goed opletten, want niet iedereen rent dezelfde kant op. Variant gezond en ongezond Hinkelend, kruipend, rennend, springend etc naar de juiste kant (de tikker ook). Weten de bevers al een beetje welke dingen gezond zijn en welke minder? Vertel hen op een speelse manier dat iets niet zo gezond is of juist wel gezond is. Materiaal

● 1 lintje

Onderdeel 3: Quiz bravo factoren Met deze quiz proberen we de kinderen inzicht te geven in wat gezond is en wat niet, maar dan op een sportieve manier.

● De kinderen staan met z’n allen in het midden van de zaal. ● Er zijn twee kanten om heen te rennen. Naar A en naar B. ● Het is de bedoeling dat ze naar het gezonde kant toe rennen als ze de

antwoordmogelijkheden hebben gekregen. ● Ook kun je de kinderen een opdracht geven: kruipend, hinkelend etc naar het juiste vak. ● Geef de kinderen ook informatie over wat gezond en ongezond is.

Vraag 1: A: Bewegen B: Roken Vraag 2: A: Patat B: Fruit Vraag 3: A: Alcohol B: Hardlopen Vraag 4: A: Water B: Pizza Vraag 5: A: Spruitjes B: Hamburger Vraag 6: A: Dropjes B: Bloemkool Vraag 7: A: Voetballen B: Televisie kijken Vraag 8: A: Frikandellen B: Aardappelen Vraag 9: A: Chocolade B: Druiven Vraag 10: A: Peer B: Pannenkoeken

Onderdeel 4: Map pleinspelen (spellen introduceren aan de kinderen) De bedoeling is dat we 1 of 2 leuke spellen uit de beweegmap laten ervaren aan de kinderen. Zodat ze tijden de pauzes op school, zich niet meer vervelen. Spel 1: Stand in de mand Materiaal: een bal. Eén van de spelers begint het spel. Hij gooit een bal in de lucht en roept een ander kind bij de voornaam. Degene wiens naam geroepen is, is de vanger en rent naar de bal toe om hem te vangen / pakken. De andere kinderen moeten zo snel mogelijk weg rennen. Wanneer de vanger de bal uiteindelijk te pakken heeft en van de grond heeft opgeraapt, roept de vanger "STOP"! Alle andere kinderen blijven dan op de plek staan waar ze op dat moment zijn. De vanger doet nu drie (grote) stappen en probeert met de bal bij één van de kinderen door het poortje te gooien. Is de bal door het poortje gerold, dan krijgt dat kind een strafpunt. Rolt de bal niet door het poortje, dan krijgt juist de vanger een strafpunt. Nu mag de vanger, de bal in lucht gooien en iemands naam roepen. Zo gaat het spel steeds door. Heeft een kind twee strafpunten, dan mogen de andere kinderen een LEUKE bijnaam voor dat kind verzinnen. Op dat moment vervallen de strafpunten voor dat kind en begint het kind dus weer bij nul strafpunten. Daarna gaat het spel weer verder. Het kind wordt in het spel voortaan bij die bijnaam genoemd.

Spel 2: Poortbal Materiaal: een bal. Iedereen staat in een kring, met de benen wijd. De leiding / een kind gooit een bal in de groep en de spelers mogen vervolgens allemaal proberen om de bal bij elkaar door de benen te spelen. Wanneer dit bij iemand lukt, moet degene bij wie de bal door de benen heen ging, andersom gaan staan. Vervolgens wordt er verder gespeeld. Gaat de bal bij iemand door de benen die al andersom staat, dan is hij of zij af. De rest van de kring sluit aan, en speelt verder. De winnaar van het spel is degene die tot het eind in de kring blijft staan. Regels Een extra regel die toegevoegd kan worden, is bijvoorbeeld de regel dat het verboden is om de bal te spelen door de benen van degene die naast je staat. Dit betekent wel, dat het spel is afgelopen zodra er nog maar drie spelers over zijn.

Activiteiten groep 5 t/m 8

Opening

Gezond en ongezond Soort van raten en raven, maar dan gezond en ongezond. Materiaal: 4 pylonen. Vorm tweetallen. Één kind is de gezond, het andere kind is de ongezond. Alle gezonde kinderen vormen een rijtje bij één van de middelste pylonen, alle ongezonde kinderen bij de andere pylon. De ongezond en de gezond van ieder tweetal staan nu ongeveer 2 meter van elkaar. De spelleider roept gezond of ongezond. Als de spelleider gezond roept, rennen alle gezonde kinderen weg richting hun finishlijn. De ongezonde kinderen proberen het gezonde kind te tikken voordat deze over de finish is. Als de spelleider ongezond roept, rennen de ongezonde kinderen weg en proberen de gezonde kinderen hun te tikken. Als het lukt om te ontkomen, of als het lukt om de andere te tikken, krijgt het kind een punt. Hoeveel punten kunnen de kinderen verzamelen? Na een paar keer rennen krijgen alle kinderen een andere tegenstander. Variatie mogelijkheden Er is alleen een team gezond en een team ongezond. Als de trainer gezond roept, proberen de ongezonde kinderen samen zoveel mogelijk gezonde kinderen te tikken (voordat deze veilig zijn). Ongezonde kinderen die worden getikt, horen vanaf dan bij het team van de gezonde kinderen. Omgekeerd precies hetzelfde.

Activiteiten

Onderdeel 1: memory schijf van vijf Met tekst en plaatjes

● Je maakt 2 gelijke teams (team 1 en team 2). ● Het tweetal moet samen het parcour afleggen: over de omgekeerde bank lopen, over de

kast, daarna moet je samen 2 kaartjes omdraaien. Zijn het twee dezelfde, mag je naar de hoepels rennen. Zijn het niet twee dezelfde, dan moet je weer achteraan sluiten

● Het doel van dit spel is om twee van dezelfde kaartjes te vinden en ze in de juiste hoepel neer te leggen.

● Het team dat als eerst klaar is: 2 punten en per goed antwoord: 1 punt ● Wie de meeste punten aan het einde van het spel heeft, heeft gewonnen.

Kaartjes tekst en afbeeldingen Materiaal

1. Voor het noodzakelijke water (geen frisdrank of alcohol) 2. Kies met voorkeur voor volkoren producten 3. Welk deel van de schijf van vijf bevat de meeste eiwitten? 4. Afbeelding brood 5. Afbeelding fruit 6. Afbelding vlees 7. Afbeelding muesli 8. Afbeelding halvarine en magarine

- 5 hoepels - 2 pionnen - Memory kaartjes

In totaal 5 hoepels: 1. Groenten (fruit mist) 2. Granen, aardappelen, rijst,peulvructen, pasta en couscous (brood mist). 3. Zuivel, vis, ei en vleesvervangers (vlees mist). 4. Vetten en olie 5. Vocht

Onderdeel 2: Calorieën-verbranden Bij calorieën-verbranden willen we de kinderen laten realiseren hoeveel je nu eigenlijk moet bewegen om een bepaald voedingsmiddel te verbranden. Hiervoor zijn er 2 onderdelen. De 1e is een parcour. Dit parcour bestaat uit verschillende onderdelen. Aan de hand van wat je eet moet je een deel van het parcour, of het parcour helemaal, afleggen. Dit deel geeft een beeld van voor wat je veel en voor wat je weinig moet bewegen. Wanneer je nu exact wilt weten hoeveel je moet bewegen is er een 2e onderdeel. Hier worden de exacte calorieën uitgerekend. Dit kan met behulp van www.mycaloriecoach.com. Hierbij zie je bijvoorbeeld dat je 22minuten moet touwtjespringen om een mars te verbranden. Doe je dit met een groepje van 10 mensen, moet iedereen 2,2 minuten touwtjespringen. Hierbij kan je gezamenlijk voedingsproducten verbranden. Voor een appel moet je bijvoorbeeld 6minuten touwtjespringen, met een groep van 10 is dit dus 36seconden per persoon.

Zig-zag om de pionnen

Crawlen onder de dikke mat door

Over de kast, op het matje, over de kast, op het matje.

5ballen van het ene matje naar het andere matje brengen. 1 voor 1. Hierbij kan je zeggen dat je voor een appel alleen de zigzag moet doen, voor een mars het hele parcour. Je kan dan ook testen hoeveel appels je kunt eten voordat iemand anders een mars heeft verdient. We kunnen kinderen vragen wat ze gisteravond gegeten hebben en dit opzoeken op mycaloriecoach zodat het ook persoonlijker word.

http://www.mycaloriecoach.com/

Onderdeel 3: Quiz bravo factoren Voor de quiz verdelen we de zaal in 4 vlakken. A – B – C – D. Iedere vraag is een 4 keuze vraag. In ieder vak liggen dingen die ze moeten doen. Bijvoorbeeld hoepels, touwen, misschien moeten ze de letter van hun antwoord uitbeelden. Je kan een opdracht krijgen om van vlak naar vlak te lopen in 2 tallen met 1 persoon op de rug, in kruiwagen of iets dergelijks.

1. Hoeveel beweging heb je minimaal per dag nodig? a. 15minuten b. 30minuten c. 1uur d. 1,5uur

2. Welke voedingsstof heb je nodig om stoffen in je lichaam te vervoeren? a. Water b. Vetten c. Koolhydraten d. Eiwitten

3. Welke voedingsstof heb je nodig voor sterke botten en een sterke bouw? a. Water b. Vetten c. Koolhydraten d. Eiwitten

4. Wat is de schijf van 5? a. Vijf stappen om te gaan eten b. Vijf stappen om beter te gaan sporten c. Vijf voedingsstoffen die ongezond zijn d. Vijf voedingsstoffen die nodig zijn voor een gezonde maaltijd

5. Hoeveel liter water/drinken heb je gemiddeld nodig? a. 0.5 liter b. 1 liter c. 1,5 liter d. 4 liter

6. Hoeveel suikerklontjes zitten er in een flesje Coca-Cola? a. 3 b. 5.5 c. 8 d. 12.5

7. Hoe lang moet je hardlopen om de energie van een mars te verbranden? a. 10 minuten b. 30 minuten c. 40 minuten d. 1 uur

8. Wat gebeurt er met je lichaam als je meer eet maar minder beweegt?

a. Je word dikker b. Er gebeurt niks zolang je gezond eet c. Er gebeurt niks, maakt niet uit wat je eet d. Je word dunner

9. Welk antwoord bevat voldoende fruit voor een hele dag? a. Een appel en een banaan b. Een aardbei en een mandarijn c. Een handje druiven d. Een flesje multivruchtensap

Onderdeel 4: Map pleinspelen (spellen introduceren aan de kinderen) De bedoeling is dat we 1 of 2 leuke spellen uit de beweegmap laten ervaren aan de kinderen. Zodat ze tijden de pauzes op school, zich niet meer vervelen.

Geef aan dat er vanaf nu een de pauze een beweegmap aanwezig is voor de kinderen.

Laat de beweegmap zien aan de kinderen, geef wat voorbeelden van spellen die er in staan.

We introduceren 1 spel en laten dit ervaren aan de kinderen. Spel 1: Honkenbal (soort van slagbal) Materiaal: 1 bal, 4 pionnen een hoepel. Omschrijving In het veld staan 4 pionnen (een vierkant – de honken). Je hebt een veldteam en een slagteam (2 teams). Eén speler moet eerst de bal gooien en dan van honk naar honk rennen. Als hij alle honken is gepasseerd, verdient hij een punt, maar als de brander de bal vangt voor de speler op een honk is, is deze uit. Wanneer er drie spelers uit of twee vangballen zijn, moeten de teams wisselen en is de veldpartij aan slag. Het team dat eindigt met de meeste punten wint. Je moet de bal in het veld gooien (niet buiten de pionnen). Variatie mogelijkheden - De bal slaan met je hand - Veld groter of kleiner maken

https://nl.wikipedia.org/wiki/Honkbal

https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Brander_(sport)&action=edit&redlink=1

https://nl.wikipedia.org/wiki/Team

= Uitlegger

= Bank =Deuropening = Materialen voor activiteiten

Plattegronden Plattegrond project “Haskerfit”

Plattegrond kantine

Plattegrond sporthal

= Bar = Tafel = Deuringang = Leiding = uitlegger

Plattegrond activiteiten Groep 1 t/m 4

Spel 1:

Spel 2: Spel 3:

A

B

= Kinderen

= Leiding

= Bal

= Kinderen

= Leiding

= Bal

Spel 4:

Onderdeel 1:

Onderdeel 2:

Plattegrond activiteiten Groep 5 t/m 8

Spel 1:

Spel 2:

Zig-zag om de pionnen

Crawlen onder de dikke mat door

Over de kast, op het matje, over de kast, op het matje.

5ballen van het ene matje naar het andere matje brengen. 1 voor 1.

Protocol gezondheidstest BMI-meting Wat is BMI? De afkorting BMI staat voor Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen het gewicht en de lengte van een bepaald persoon weergeeft. Om een indicatie te krijgen bij een persoon (onder- en/of overgewicht) wordt de BMI meting vaak gehanteerd. Een andere naam hiervoor is de queteletindex (Q.I.). Betrouwbaarheid Bij de meting van het BMI wordt er geen rekening gehouden met de verhouding van spier-, bot- en vetweefsel van een bepaald persoon. Omdat er bij elk individueel persoon een verschil is lichaamsbouw is, wordt de test niet gezien als een betrouwbare bron bij overgewicht. Daarentegen wordt te test in de geneeskunde wel veel gebruikt. In de dagelijkse medische praktijk wordt de BMI test als voldoende bruikbaar en betrouwbaar ervaren. Randvoorwaarden:

De weegschaal moet op een vlakke vloer staan.

Tegen de muur Benodigdheden:

Meetlint

Geijkte weegschaal

Rekenmachine of schuiftabel om de BMI uit te rekenen Hoe bereken ik mijn BMI? De formule die hiervoor gehanteerd wordt is : gewicht in kilo’s : lichaamslengte²) = BMI.

Stap 1: Bereken je lichaamsgewicht door op de weegschaal te gaan staan(in ondergoed).

Stap 2: Bereken je lichaamslengte door tegen een muur te gaan staan(zonder schoeisel op een vlakke ondergrond).

Stap 3: Deel je lichaamsgewicht in KG door je lengte, de uitkomst hiervan deel je nogmaals door je lengte. Voorbeeld: 75(gewicht):1,85(lengte):1,85(lengte)=21,91(BMI).

Uitkomst Uit de berekening komt een bepaald verhoudingsgetal. In onderstaand schema kun je vervolgens lezen waar jouw BMI zich bevind en wat voor interpretatie en gezondheidsrisico dit met zich meebrengt. Relatie uitkomsten Wanneer men een te hoge BMI heeft, is de kans vaak groter dat je hoger dan gemiddelde bloeddruk hebt. Als men een (te) grote buikomvang heeft, is het waarschijnlijker dat men een hoge BMI heeft. Bij de huidplooimeting wordt de onderhuidse vetlaag gemeten en is het nauwkeuriger dan bij de BMI test.

Norm Volwassen (18-70 jaar)

BMI Interpretatie Gezondheidsrisico

18,4 en minder ondergewicht verhoogd

18,5 tot 25 normaal gewicht normaal

25 tot 27 licht overgewicht iets verhoogd

27 tot 30 matig overgewicht verhoogd

30 tot 40 ernstig overgewicht (obesitas) duidelijk tot ernstig verhoogd

40 en meer ziekelijk overgewicht (morbide obesitas) zeer ernstig verhoogd

Jongens (2-18 jaar)

Bron: Talma H et al. Groeidiagrammen 2010. Den Haag: TNO, 2010.

Leeftijd

BMI bij ernstig ondergewicht

BMI bij ondergewicht

BMI bij gezond gewicht

BMI bij overgewicht

BMI bij ernstig overgewicht (obesitas)

2 minder dan 13,36 13,37- 15,13 15,14- 18,40 18,41- 20,09 meer dan 20,09

















Meisjes (2-18 jaar)

Bron: Talma H et al. Groeidiagrammen 2010. Den Haag: TNO, 2010.

Leeftijd

BMI bij ernstig ondergewicht

BMI bij ondergewicht

BMI bij gezond gewicht

BMI bij overgewicht

BMI bij ernstig overgewicht (obesitas)

2 minder dan 13,24 13,25-14,82 14,83-18,01 18,02-19,81 meer dan 19,81

















Overig Voor ons project “Haskerfit” hebben we een beweegmap met pleinspelen gemaakt. In deze map worden spellen weergegeven die kunnen toegepast worden tijdens het buitenspelen op het schoolplein. De spellen zijn ontwikkelt om ervoor te zorgen dat de kinderen van de basisschool ’t Haskerplak tijdens de pauzes verschillende activiteiten met elkaar kunnen doen, zodat zij zich niet vervelen.

Draaiboek€¦ · Draaiboek Project “Haskerfit” Studieteam 4: Joran Fonville Joren Peeters Luc...

Documents

Transcript of Draaiboek€¦ · Draaiboek Project “Haskerfit” Studieteam 4: Joran Fonville Joren Peeters Luc...