draaiboek bezuinigingen GGZ sector
-
Upload
dannie-brus -
Category
Documents
-
view
220 -
download
2
description
Transcript of draaiboek bezuinigingen GGZ sector
Draaiboek bezuinigingen medezeggenschap GGZsector
Met participatie als centraal ijkpunt
Danthe vestiging Oost
Arnhem, maart 2012
Pagina 2 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Inleiding
Alle medezeggenschapsorganen in de GGZsector worden geconfronteerd met
omvangrijke bezuinigingen die enorme invloed hebben op de positie van cliënten en
medewerkers. In dit draaiboek wordt een concrete werkwijze gegeven die
ondernemingsraden en cliëntenraden kunnen hanteren bij het beoordelen van het beleid
en de besluiten van het bestuur van de instelling.
Dit draaiboek is een concrete vertaling van de Danthe Methode, een procesmodel voor
besluitvorming in de medezeggenschap. In dit model wordt uitgegaan van optimale
participatie van alle betrokkenen in de organisatie.
De bezuinigingen in de GGZ‐sector hebben een oorzaak die buiten de organisatie zelf
ligt. In het Position Paper, wordt daarop ingegaan. De overheid heeft ervoor gekozen de
financiering van de activiteiten van de sector anders in te richten. Het regeringsbeleid
is onder meer concreet geworden in de brief van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
van 1 december 2012. Daarin worden de volgende maatregelen vastgelegd:
‐ Vanwege een overschrijding van € 222 miljoen in 2009 worden de DBC‐tarieven in
de tweedelijns GGZ volgend jaar met 5,55% gekort.
‐ Door middel van een aanwijzing heeft de minister van VWS de NZa opgedragen om
met ingang van 1 januari 2012 de tarieven van de DBC’s van 18.000 minuten en
langer te verlagen tot het tarief van de DBC met dezelfde diagnose in de tijdsklasse
van 12.000 tot en met 17.999 minuten. De instellingsbudgetten worden in lijn met
deze maatregel verlaagd, met dien verstande dat de korting van het
instellingsbudget als gevolg van deze maatregel niet hoger is dan 2% van het
instellingsbudget 2012.
‐ De minister van VWS voert per 1 januari 2012 een eigen bijdrage in voor
tweedelijns curatieve GGZ.
Met deze brief werd het jaar 2011 afgesloten en werd duidelijk wat de ernst van het
nieuwe beleid is en welke gevolgen dat heeft voor de instellingen binnen de sector.
We weten verder dat er een eigen risico is van € 200,= , bovenop de eigen bijdrage die
elke Nederlander moet betalen, en dat er een bijdrage moet worden betaald voor een
verblijf tot € 145 per maand, na de eerste 31 dagen. Een kleine greep uit de
maatregelen die diep insnijden in de GGZ‐sector.
Een lid van de Raad van Bestuur van één van de GGZ‐instellingen stelde dat het
lidmaatschap van een golfclub goedkoper is dan de kosten voor een opname van een
maand in een GGZ‐kliniek.
Pagina 3 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
De GGZ‐organisatie moet daarop anticiperen met een beleid dat enerzijds de zorg voor
cliënten veilig stelt en anderzijds de continuïteit van de werkgelegenheid kan
waarborgen.
Hoewel de aanleiding voor de bezuinigingen een externe oorzaak heeft, is de interne
kracht van de organisatie wel bepalend voor de gevolgen die er zijn voor de organisatie,
cliënten en medewerkers. Een intern krachtige organisatie weet waarop de focus is
gericht, weet waar de organisatie nu staat en weet welke transitie er noodzakelijk is.
Zo’n organisatie weet ook wat de financiële positie is en wat er noodzakelijk is om ‘Jan
Splinter Door de Winter’ te loodsen.
Een dergelijke organisatie zal wellicht toch ingrijpende besluiten moeten nemen, die
grote gevolgen hebben voor cliënten en personeel. Echter, een intern en extern
krachtige organisatie heeft de richting al bepaald en de keuzen zijn erop gericht de stip
op de horizon te bereiken. Er is control.
Organisaties die niet in control zijn krijgen het moeilijk. Deze moeten eerst de stip op
de horizon zetten en hun interne kracht in kaart brengen. Vaak zijn de verrassingen
dan zo groot dat er wel besluiten worden genomen maar er geen sprake is van
strategisch beleid. Het zijn dan veelal ad‐hocbesluiten om brandjes te blussen.
Uiteindelijk zal een dergelijke organisatie het niet redden.
In beide situaties zal de ‘formele’ medezeggenschap [ondernemingsraad en
cliëntenraad] besluiten, die gevolgen hebben voor cliënten, personeel en organisatie,
moeten gaan beoordelen [adviesrecht]. Deze besluiten kunnen zijn gericht op
bijvoorbeeld strategische keuzen, organisatieaanpassingen, afstoten van taken,
transitie van klinische naar ambulante zorg of financieel beleid.
Op de volgende pagina’s beschrijven wij een ‘draaiboek’ dat de ondernemingsraad kan
gebruiken bij het beoordelen van het beleid en de besluitvorming in het kader van de
bezuinigingen die in de GGZ‐sector aan de orde van de dag zijn.
Het draaiboek is echter ook een goed instrument voor de beoordeling van
adviesaanvragen en business cases.
Pagina 4 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Allereerst gaan we in op de Danthe Methode, de basis van dit draaiboek.
Vervolgens wordt – per fase van de Danthe Methode – het draaiboek beschreven en
specifiek gemaakt voor het bezuinigingsproces binnen de instellingen. In bijlage 1 staat
een reeks vragen die de OR kan hanteren.
In twee intermezzo’s worden specifieke thema’s besproken:
‐ Strategisch beleid [bijlage 2]
‐ Participatie in besluitvorming [bijlage 3]
In ‘wist u’ staan suggesties voor de OR – CR.
Tot slot. Veel succes bij uw werk. Heeft u even een zetje in de rug nodig: bel of mail ons.
Dannie Brus
Arnhem, maart 2012
Pagina 5 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
De Danthe Methode
Veel ondernemingsraden [OR], onderdeelcommissies [OC]1, cliëntenraden [CR] maar
ook Raden van Bestuur, directies en HRM‐afdelingen gaan ervan uit dat de
medezeggenschap pas in beeld komt als er sprake is van een ‘voorgenomen besluit’.
Zowel de WOR2 als de WMCZ3 geven aan dat de medezeggenschap pas kan adviseren
als er een voorgenomen besluit is dat onder meer aangeeft:
‐ de problematiek & de oplossing;
‐ afwegingen en alternatieven;
‐ de gevolgen voor personeel en cliënten, en de maatregelen die daartoe getroffen
worden.
Met andere woorden: de medezeggenschap zit altijd achter in het proces van
besluitvorming en daadwerkelijke invloed is op dat moment vaak een kwestie van
macht.
De Danthe Methode gaat uit van een ander proces van besluitvorming, waarbij de
participatie van de OR en CR voluit tot zijn recht komt. Dat geldt ook voor de
participatie van de cliënten of ervaringsdeskundigen/vertegenwoordigers en de
betrokken medewerkers.
In schema ziet de Danthe Methode er als volgt uit.
1 Lees waar OR staat ook OC
2 Wet op de Ondernemingsraden
3 Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen
Pagina 6 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Een korte toelichting.
In deze methode wordt het proces van besluitvorming in vier fasen vormgegeven. Na
elke fase is er een moment van afweging waarop een keuze moet worden gemaakt:
gaan we door en zo ja, hoe gaan we door? De Danthe Methode wordt een krachtige tool
als de formele medezeggenschap op alle momenten van afweging een rol heeft in de
besluitvorming. En dan niet op formele en wettelijke gronden, maar wel omdat de visie
van de OR en CR het besluit van het management beter maakt en versterkt.
De Danthe Methode gaat ervan uit dat het management fasegewijs gaat werken op weg
naar de besluitvorming over essentiële zaken die gevolgen hebben voor cliënten en
medewerkers. Dat wil zeggen dat er op alle momenten van afweging een moment van
advies is voor de OR en CR. We lopen hieronder de vier fasen van de Danthe Methode
langs. Eerst in zijn algemeenheid en daarna per fase op het thema ‘bezuinigingen’.
Pagina 7 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Draaiboek Bezuinigingen met de Danthe Methode
Fase 1: herkennen en erkennen van aanleiding en doel van de verandering
Aanleiding Vragen van de OR – CR
‐ Het gaat er in deze fase om de beelden
gelijk te schakelen over het nut, de
noodzaak en de urgentie van een
voorgestelde verandering /
bezuiniging.
‐ Als de beelden bij de participanten in
de besluitvorming niet gelijk zijn,
zullen zij het nooit eens worden over
de gekozen oplossing.
1. Wat is het nut en de noodzaak van de verandering?
a. Wat is het probleem dat moet worden opgelost?
b. Wat moet er morgen anders gaan dan gisteren?
c. Waaruit blijkt nut en
noodzaak? 2. Wat is de urgentie van de verandering?
a. Waaruit blijkt die urgentie?
Doel Vragen van de OR – CR
‐ Het doel zal zijn het uit wereld helpen
van het probleem. ‐ Het is van belang dat doel nu al vast te
stellen, omdat het straks een
belangrijk criterium is voor het
beoordelen van de plannen die het
probleem moeten doen oplossen.
1. Wat is het gewenste effect van beleid? a. Waaruit blijkt dat dit beleid
ons verder helpt en het
probleem oplost?
b. Past dit beleid in het strategisch beleid van onze
instelling? i. Waaruit blijkt dat?
OR – CR spreken zich uit over de vraag:
‐ herkennen en erkennen wij de aanleiding en het doel van de verandering
Ja, dus adviseren: Nee, nog geen advies, maar eerst:
‐ Advies van de OR en CR o Het proces kan door naar de fase
van de planvorming. ‐ Afspraken maken over het proces van
verandering. ‐ Afspraken maken over de vorm van
de participatie van medewerkers en
cliënten.
‐ De OR en CR moeten de dialoog met
het management doorzetten totdat
aanleiding en doel van de verandering
worden herkend en erkend. ‐ Lukt dat niet, dan is de kans groot dat
‘het plan’ ook niet door de OR en CR
wordt ondersteund.
‐ Na overeenstemming handelen als
onder ‘Ja, dus adviseren’.
Pagina 8 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Fase 1: specifiek voor de bezuinigingen.4
Aanleiding
‐ Wat is de omvang van de bezuinigingen die onze instelling moet doorvoeren? o Wat is hiervan de oorzaak?
Welk deel is het gevolg van overheidmaatregelen? Welk deel heeft andere oorzaken of motieven?
o Bij alles de vraag: waaruit blijkt het? ‐ De OR of CR moet zich uit deze informatie een beeld kunnen vormen over het nut,
de noodzaak en de urgentie van de bezuinigingen.
Doel en de koppeling met het strategisch beleid
‐ Natuurlijk is het doel de noodzakelijke bezuinigingen te realiseren, maar dat kan op
verschillende manieren en met verschillende effecten.
‐ Hier is het van belang een koppeling te maken met het strategisch beleid van de
instelling: o Als gevolg van de aard van de overheidsmaatregelen zal de instelling
keuzen moeten maken in de productenportfolio. Welke diensten doen
we nog wel, welke anders en welke helemaal niet meer? Om die keuzen te kunnen maken moet de huidige
productenportfolio bekend zijn bij de OR en CR.
Wist u
Dat het voor een OR en een CR mogelijk is een second opinion te laten doen door een
extern adviesbureau? Zo kan een dergelijk bureau de strategische keuzen van de
organisatie beoordelen op juistheid van de aannames en/of de realiteit van gekozen
strategie.
Afronding op het eerste moment van afweging
We ronden fase 1 [aanleiding en doel van de verandering / bezuiniging] af met een
advies. De OR – CR adviseren op alle momenten van afweging. Dat is de rode draad van
deze werkwijze.
Op moment 1 moet de OR – CR een beoordeling maken van de omvang van het
financiële probleem van de instelling [de aanleiding], de strategische keuzen die het
kader vormen voor het bezuinigingsplan en de effecten die het bezuinigingsbeleid moet
4 Zie ook bijlage 1: vragen lijst voor de OR / OC en CR
Pagina 9 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
realiseren [doel]. Nogmaals, het gaat om het nut, de noodzaak en de urgentie en vooral
om het antwoord op de vraag: waar blijkt dat uit?
Fase 2: de planvorming
Werkwijze OR CR Wat te doen OR CR
‐ Deze fase levert een plan op waarmee
de organisatie de noodzakelijke
bezuinigingen gaat aanpakken.
‐ De OR en CR moeten dit plan
beoordelen.
‐ Dat kan uitsluitend door het
ontwikkelen van beoordelingscriteria.
‐ De OR – CR moet beoordelingscriteria
ontwikkelen. o Deze moeten goed meetbaar zijn,
dus zeer ‘SMART’ geformuleerd. ‐ Het is aan te bevelen deze criteria te
bespreken met de bestuurder en
hiervan gezamenlijke criteria te
maken. ‐ Oefen dit de eerste keer met een
adviseur van Danthe.
Participatie Wat te doen OR CR
‐ In deze fase zal ook de participatie
vorm en inhoud moeten krijgen. ‐ Daarover zijn afspraken gemaakt in de
vorige fase. Deze zijn ook opgenomen
in het advies van de OR – CR
‐ De OR – CR zullen ‘control’ moeten
houden op de afspraken over aard en
functioneren van de participatie.
‐ Dus gesprekken met de mensen die
‘participeren’.
OR – CR adviseren over het bezuinigingsplan
Plan voldoet aan de criteria: Plan voldoet [nog] niet aan de criteria:
‐ Advies van OR – CR o Het proces kan door naar de fase
van het implementatieplan. ‐ Afspraken maken over de wijze
waarop het implementatieplan wordt
gemaakt. ‐ Afspraken maken over de vorm en
inhoud van de participatie.
‐ De OR en CR moeten de dialoog met
het management voortzetten totdat
het bezuinigingsplan wél de
beoordeling door de OR – CR kan
doorstaan. ‐ Lukt dat niet, dan is de kans groot dat
er in het eindadvies geen
overeenstemming is tussen
bestuurder en OR – CR. ‐ Na overeenstemming handelen als in
het linker rijtje [plan voldoet aan
criteria].
Pagina 10 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Afronding op het tweede moment van afweging
Ook deze fase wordt afgerond met een advies, waarmee de volgende fase kan worden
ingegaan. De tweede rode draad bij deze manier van adviseren is dat er steeds een fase
wordt afgerond en hierdoor wordt ruimte gegeven voor een volgende fase. In het
advies worden de randvoorwaarden en kaders neergezet voor de volgende fase.
‘Inhoudelijk adviseren’ is een derde rode draad: Niet positief of negatief, maar de
bestuurder adviseren dingen niet te doen, anders te doen of heel andere dingen te
doen.
Fase 3: implementatieplan
Werkwijze OR CR Wat te doen OR CR
‐ Deze fase levert een
implementatieplan op waarin de
gevolgen voor iedereen in de
organisatie zichtbaar worden.
‐ De OR en CR moeten dit
implementatieplan beoordelen.
‐ Dat kan uitsluitend door het
ontwikkelen van beoordelingscriteria. ‐ Deze criteria hebben veelal betrekking
op het sociaal flankerend beleid en
vaak ook op het geldende sociaal plan.
‐ De OR – CR moet beoordelingscriteria
ontwikkelen. o Deze moeten goed meetbaar zijn
dus zeer ‘SMART’ geformuleerd.
‐ Het is aan te bevelen deze criteria te
bespreken met de bestuurder en er
gezamenlijke criteria van te maken. ‐ Oefen dit de eerste keer met een
adviseur van Danthe.
‐ Let op het [doorlopend] sociaal plan.
Participatie Wat te doen OR CR
‐ Ook in deze fase kan de participatie
vorm en inhoud krijgen. ‐ Daarover zijn afspraken gemaakt in de
fase hiervoor en in het advies van de
OR – CR.
‐ De OR – CR zullen ‘control’ moeten
houden op de afspraken over aard en
functioneren van de participatie. ‐ Dus gesprekken met de mensen die
‘participeren’.
Pagina 11 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
OR – CR adviseren over het implementatieplan
Plan voldoet aan de criteria: Plan voldoet [nog] niet aan de criteria:
‐ Advies van OR ‐ CR o Het proces kan door naar de fase
waarin het definitieve
voorgenomen besluit ter
advisering wordt voorgelegd aan
de OR – CR.
‐ De OR en CR moeten de dialoog met
het management voortzetten totdat
het implementatieplan wél de
beoordeling door de OR – CR kan
doorstaan ‐ Lukt dat niet, dan is de kans groot dat
er in het eindadvies geen
overeenstemming is tussen
bestuurder en OR – CR. ‐ Na overeenstemming handelen als in
het linker rijtje.
Afronding op het derde moment van afweging
Dit is de belangrijkste fase, omdat het hele plan nu in feite klaar is. We maken de stand
van zaken op en adviseren weer inhoudelijk: de RvB formuleert op basis van de
voorgaande adviezen en besluiten een definitief besluit en legt dat ter advisering voor
aan de OR – CR.
Wist u
Ook voor de beoordeling van het bezuinigingsplan en het implementatieplan kan de OR
een second opinion laten uitvoeren door een extern bureau.
Vaak wordt er, in het kader van de afspraken rond het projectmanagement, gewerkt
met een business case. Deze wordt dan ook ter advisering voorgelegd aan de OR en CR.
Danthe en Andersson Elfers en Felix [AEF] verzorgen voor OR‐en een quick scan van
dergelijke business cases.
Pagina 12 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Fase 4: definitief voorgenomen besluit
Werkwijze OR CR Wat te doen OR CR
‐ Als alle voorgaande fases zijn
doorlopen, kunnen er in deze fase
geen verrassingen meer ontstaan. ‐ In deze fase kan het advies van de OR
– CR centraal staan.
‐ De OR en CR beoordelen of het
voorgenomen besluit in
overeenstemming is met de
besluitvorming in de voorafgaande
fases. ‐ De OR – OC kan een [digitale]
achterbanraadpleging organiseren.
OR – CR adviseren over definitief voorgenomen besluit
Voorgenomen besluit is akkoord: Voorgenomen besluit is niet akkoord:
‐ Advies van OR ‐ CR o DOEN o Afspraken maken over evaluatie. o De evaluatiepunten zijn al
beschikbaar omdat we in fase 1
het gewenste effect van het beleid
hebben vastgesteld.
‐ Bijna onmogelijk ‐ De OR en CR moeten de dialoog met
het management voortzetten totdat
het voorgenomen besluit wél de
beoordeling door de OR – CR kan
doorstaan.
‐ Lukt dat niet, dan zal de OR – CR de
bestuurder adviseren het
bezuinigingsplan niet uit te voeren. ‐ Na overeenstemming: handelen als in
het linker rijtje.
Afronding op het vierde moment van afweging
Het gaat hier om de afronding van het adviestraject. De bestuurder heeft alle
voorgaande besluiten verwoord in een definitief besluit en dat ter advisering
voorgelegd aan de OR – CR. De OR – CR maakt een eigen afweging op basis van de
voorgaande adviezen. Soms is nog een achterbanraadpleging noodzakelijk. De OR – CR
stellen weer een inhoudelijk advies op!
Wist u
Veel bestuurders nemen niet de moeite om, na advisering door OR – CR, een definitief
besluit te nemen en dat schriftelijk aan de OR – CR aan te bieden. Een dergelijk besluit
is noodzakelijk, omdat de OR – CR dan pas kan zien of en in hoeverre zijn advies in
voldoende mate is meegenomen in het definitieve besluit. Vraag dus altijd om een
schriftelijk besluit van uw bestuurder!
Pagina 13 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Wist u
Om het besluit goed te kunnen toetsen, is een goed advies van de OR – CR noodzakelijk.
Adviseer nooit met de woorden ‘positief’ of ‘negatief’ en ook niet met ‘mitsen en
tenzij’s’. Adviseer inhoudelijk: ‘bestuurder doe dit niet’, ‘doe dit wel’ of ‘doe dit anders
en wel zo’.
Digitale achterbanraadpleging snel en eenvoudig
Danthe heeft een tool ontwikkeld waarmee snel en eenvoudig een digitale
achterbanraadpleging kan worden opgezet. Dat kan ook anoniem. Binnen 32 uur na
sluiting is de uitslag bij u binnen. De opzet van de raadpleging maakt u zelf met
ondersteuning door Danthe. In een offerte worden de kosten vooraf met u
overeengekomen.
Voor meer informatie: vestiging Danthe Oost, 026 3793391 of [email protected]
Pagina 14 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Maar wat te doen als de bestuurder deze werkwijze niet wil
hanteren?
Het is maar de vraag of de bestuurder het proces van besluitvorming ook zo wil
inrichten. Als dit niet het geval is, dan wordt de OR – CR geconfronteerd met een
voorgenomen besluit dat helemaal klaar is en in zijn geheel moeten worden
beoordeeld. Ook dat kan met de Danthe Methode.
In feite behandelt de OR – CR het voorgenomen besluit op dezelfde manier als
hierboven is omschreven. We gaan toch eerst terug naar de aanleiding [nut, noodzaak
en urgentie] en het doel van de verandering / bezuiniging. Is dat niet in voldoende mate
helder, dan moet de OR – CR op dat moment het overleg met de bestuurder aangaan.
Pas als de beelden tussen OR – CR en bestuurder gelijk zijn, kan de OR – CR doorgaan
met het adviestraject. Zo wordt de bestuurder met zachte drang toch gedwongen om,
achteraf, gefaseerd te gaan werken.
Om het [implementatie‐]plan te kunnen beoordelen gaan we eerst onze eigen
beoordelingscriteria ontwikkelen en toepassen.
Ook gaan we inhoudelijk adviseren. Een [digitale] achterbanraadpleging en een second
opinion zijn nu standaardonderdelen van het proces.
Deze werkwijze volgens het Danthe Schema:
Pagina 15 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Bijlage 1: Vragen die kunnen helpen.
Hieronder een waslijst aan vragen. Ga deze niet zomaar aan de bestuurder stellen, maar
stel deze aan jezelf als lid van de OR – CR of gebruik de vragen als checklist in de OR – CR.
Lees de vragen als: ‘heb ik voldoende informatie om het thema te beoordelen?’
De OR – OC kan deze vragen ook gebruiken om de eigen criteria te ontwikkelen.
De centrale vraag is steeds: Waar blijkt het uit?
1. Is de financiële onderbouwing toegevoegd aan de voorgelegde
bezuinigingsmaatregel?
a. Vindt de ondernemingsraad deze voldoende?
b. Is er een juiste analyse gemaakt van de financiële positie van de
organisatie en de gevolgen van het overheidbeleid?
2. Zijn de maatregelen die de bestuurder voorstelt tijdelijk, of kondigt de bestuurder
de maatregel voor onbepaalde tijd af?
a. Zijn het voorstellen om een eenmalig probleem aan te pakken of is het
probleem van structurele aard?
3. Zijn bezuinigingsmaatregelen omkeerbaar of wordt definitief afscheid genomen van
bepaalde diensten en producten?
a. Waaruit blijkt dat deze keuzes de goede zijn?
4. Gaat het bij de bezuinigingsmaatregelen om de kaasschaaf of worden er echte
strategische keuzen gemaakt?
a. Zijn deze keuzes gebaseerd op een goede analyse van interne en externe
ontwikkelingen en van de kracht van de organisatie?
b. Waar blijkt dat uit?
5. Grijpt de organisatie in op het primaire of ondersteunende proces en kloppen de
verhoudingen tussen beide processen nog?
a. Handen aan het bed en overhead?
6. Zijn de ingrepen die de organisatie uitvoert in overeenstemming met de terugval in
de financiering en als gevolg daarvan een uitval in de vraag naar producten of
diensten?
a. Minder instroom?
7. Wordt de voorgestelde maatregel daadwerkelijk door het overheidsbeleid en de
nieuwe wijze van financiering ingegeven, of zijn er andere oorzaken waarom men
in moet grijpen?
a. Deze vraag gaat feitelijk over bestuurskracht en het op orde zijn van de
bedrijfsvoering.
8. Geeft de bestuurder aan waarom juist de voorgestelde maatregelen het gewenste
resultaat opleveren en welke andere opties hij heeft onderzocht?
9. Passen de voorgestelde maatregelen binnen de kaders van de CAO?
10. Zijn de maatregelen van dien aard, dat de vakbonden een rol moeten spelen bij de
verdere uitwerking van de plannen?
Pagina 16 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
11. Neemt de bestuurder voldoende maatregelen tegen de negatieve consequenties
voor het personeel?
12. Stelt de bestuurder een zorgvuldig communicatieplan op om alle betrokken
medewerkers tijdig en op de juiste wijze te informeren?
a. Criteria:
i. Kan iedereen op de hoogte zijn?
ii. Heeft iedereen zijn zegje kunnen doen?
1. Waar blijkt dat uit?
iii. Heeft dat zegje invloed gehad op het voorgenomen besluit?
1. Waar blijkt dat uit?
13. Van klinisch naar ambulant:
a. Wat zijn de competenties die de organisatie moet hebben om de omslag
te maken van klinisch werken naar ambulante zorg?
b. Kunnen alle betrokkenen die omslag meemaken:
i. Hoe staat het ervoor met competenties in de organisatie?
ii. Is er een strategische personeelsplanning?
1. Wat is het beeld?
2. Wat is het beleid?
14. Wat is de transitie die de organisatie moet maken? Gaat dat lukken?
a. Waar blijkt dat uit?
b. De organisatie wordt kleiner en anders, maar kan iedereen die
beweging meemaken?
i. Voorbeeld van klinisch naar ambulant:
1. Kunnen alle verpleegkundigen‐B die transitie
meemaken?
2. Hebben zij een aanvullende opleiding nodig?
3. Gaat dat voor iedereen lukken?
15. Houdt de organisatie de medewerkers zo lang mogelijk in dienst, zodat deze
mensen bij eventuele betere tijden in de toekomst nog voor de organisatie
beschikbaar zijn?
16. Neemt de organisatie op een zorgvuldige manier afscheid van medewerkers?
17. Stelt de bestuurder voor de flexibele schil (de uitzendkrachten) te verminderen?
a. Zo ja, welke consequenties heeft dit dan voor het vaste personeel?
b. Wat zijn de maatregelen om die gevolgen op te vangen?
De hamvraag blijft: hebben wij [OR – CR] er vertrouwen in dat met de voorgestelde
maatregelen ‘Jan Splinter door de Winter komt’ of ….?
Pagina 17 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Bijlage 2: Intermezzo Strategisch Beleid
Strategie is het antwoord op de vraag welke positie de organisatie kiest in het
krachtenveld binnen de GGZ‐sector en de maatschappelijke werkelijkheid rondom de
sector. Vervolgens wordt bepaald welke koers de organisatie inzet en hoe die gekozen
koers wordt gerealiseerd.
Organisaties die geen wensen hebben, niets willen en geen dromen hebben, blijven
doormodderen. Zij zoeken de spanning niet op. Het gaat er niet om steeds wat anders te
willen. Het kan ook een goede wens zijn hetzelfde beter te willen doen.
Organisaties die veel, teveel willen en daarbij geen rekening houden met hun
mogelijkheden of die van hun omgeving, bouwen luchtkastelen. Zij zoeken de spanning
niet op, ze fantaseren, maar zullen waarschijnlijk niet tot daden komen.
Het gaat om de spanning tussen wat de organisatie wil, welke speelruimte zij weet te
bedingen en welke menskracht en middelen zij weet te mobiliseren.
Pagina 18 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Bij een organisatie met een publieke taak, of met een taak die sterk afhankelijk is van
overheidsbeleid en/of ‐beslissingen, is er sprake van extra spanning. De GGZ‐sector
heeft zo’n positie. Het gaat er dan om de politieke ruimte te verkennen en daarmee in
de driehoek te bepalen wat men wil, wat men mag en wat men kan. Met die informatie
is het mogelijk de strategie van de organisatie te ontwikkelen.
Voor de OR en CR is het goed deze ‘beelden’ te kennen en te zien of wat we Willen,
Mogen en Kunnen wel realistisch is. Vervolgens kan worden bezien of de strategische
keuzen realistisch zijn.
Pagina 19 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Bijlage 3: Intermezzo Participatie
De Danthe Methode is gebaseerd op het idee van participatie. Soms denken zowel het
management als de OR – CR dat in het overleg tussen de partners de participatie vorm
heeft gekregen en er dus ook draagvlak is voor de plannen en de gevolgen van die
plannen voor medewerkers en cliënten. Niets is minder waar.
Draagvlak is een kwestie van acceptatie van de plannen. Dat kan alleen als ook de direct
betrokkenen de problematiek herkennen en erkennen, en als de betrokkenen hebben
kunnen meepraten in de fase van de planvorming. De OR – CR kunnen meetbare
criteria ontwikkelen om greep te houden op de kwaliteit van de participatie.
De criteria die de OR – CR kan hanteren om die participatie meetbaar te maken zijn:
‐ Kunnen de direct betrokkenen op de hoogte zijn van de problematiek en de
plannen?
‐ Hebben zij hun zegje kunnen doen?
‐ Waar blijkt dat uit?
‐ Heeft dat zegje invloed gehad?
‐ Waar blijkt dat uit?
In de onderstaande schema’s is deze participatie uitgewerkt in de vijf processtappen
van de Danthe Methode. Het is gebaseerd op afspraken die zijn gemaakt in een van de
GGZ‐instellingen. Het model is gehanteerd bij de besluitvorming over de planvorming
in het kader van de noodzaak voor sluiting van een kliniek en het ontwikkelen van
nieuw beleid voor de betreffende zorggroep.
Pagina 20 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
In dit model wordt de participatie vormgegeven door medewerkers en
ervaringsdeskundigen van CR en FR.
De fasering die in het onderstaande schema wordt gehanteerd wijkt iets af van het
Danthe Schema. Deze fasering gaat in op de aard en vorm van de participatie in de
verschillende besluitvormingsfases.
Beslisboom met participatie voor adviestraject GGZsector
Fase 1: Aanleiding en doel Wat te doen
Aanleiding en gewenste effecten van beleid.
Herkennen & erkennen: ‐ Gelijke beelden over nut, noodzaak
en urgentie. ‐ RvB licht alle adviesgremia in. ‐ Veranderorganisatie inrichten met
participatie. ‐ Criteria voor een goed plan
opstellen. ‐ Tijdpad vaststellen.
Pagina 21 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Fase 2: Planvorming Wat te doen
Planontwikkeling in de lijnorganisatie met
participatie.
Veranderorganisatie aan het werk: ‐ Planontwikkeling binnen criteria en
tijdpad. ‐ Participatie namens:
o CR [vertegenwoordiger
PED] o FR
[ervaringsdeskundige] o VAR [medewerker V&V o MS [vertegenwoordiger
MS] o OR / OC [
vertegenwoordiging van
betrokken
medewerkers]
Fase 3: Conceptbesluit Wat te doen
RvB stelt conceptplan vast en legt dit voor
aan de participanten.
‐ Beoordeling en advies door
participanten: o Herkennen wij ons in
voldoende mate in het
concept besluit RvB? ‐ Mogelijke bijstelling van het plan door
RvB? ‐ Plan wordt vrijgegeven voor formele
advisering.
Pagina 22 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Fase 4: Formele adviesfase Wat te doen
RvB neemt een formeel voorgenomen
besluit.
‐ Beoordeling en advies familieraad.
‐ Bij akkoord gaat het dossier door naar
de wettelijke adviesorganen CR en OR
[OC]. ‐ Advisering door CR en OR [OC]. ‐ Advies op basis van vooraf opgestelde en
besproken criteria.
Fase 5: Besluit door RvB Wat te doen
Beoordeling door CR en OR [OC]
‐ Is het advies in voldoende mate
verwerkt in het besluit?
Pagina 23 van 23
Draaiboek bezuinigingen
Medezeggenschap GGZ sector
Maart 2012
Colofon
Auteur: Dannie Brus, vestiging Danthe Oost, 026 3793391 of [email protected]
Arnhem, maart 2012
Danthe, participatie in besluitvorming
Vestiging Oost
Fruithoeve 8
6846 JH Arnhem
(t) +31 (0) 26 3793391
(m) +31 (0) 65 1408584
(em) [email protected]
(w) www.danthe.nl