Acculturatie project Karen van Oyen Renate Klaassen Sofia Dopper Nationaal actieplan e-learning.
Dopper CHALlenge (derde graad) - Thomas More · 7. Wat is de grote van de sprong waarmee de...
Transcript of Dopper CHALlenge (derde graad) - Thomas More · 7. Wat is de grote van de sprong waarmee de...
DOPPER CHALLENGE (DERDE GRAAD)
1
Hallo, leerkracht van de derde graad!
Wie ben ik? Mijn naam is Lien Tops, studente verkorte opleiding lager onderwijs aan de Thomas More in Vorselaar.
Normaal zou ik nu aan mijn eindstage bezig zijn, maar alles
verloopt een beetje anders. Door de corona crisis hebben wij nu
alternatieve stageopdrachten gekregen. Eén van die opdrachten was om een thema te ontwerpen met verschillende domeindoelen
(WO, wiskunde, beeld, Nederlands, media, …). Het doel van dit thema is om kinderen te laten ontdekken, te laten beleven en uit te
dagen op hun eigen niveau.
Waarom dit thema? Het duurde eventjes voor ik had beslist rond welk thema ik deze opdracht wilde maken. Een brainstorm over verschillende thema’s hielp hierbij.
Over plasticvervuiling kon ik blijven brainstormen. Het resultaat leest u in deze bundel.
Vervolgens heb ik de details over de dopper challenge opgezocht om
volledig geïnformeerd aan de opdracht te beginnen. Nu ik die weet, ben ik er heel enthousiast over. Het is een leuk thema waarbij leerlingen
uitgedaagd worden om zelf een uitvinding te ontwerpen. Leerlingen van de derde graad zijn nieuwsgierig en houden van onderzoekend leren,
perfect dus!
Ik vind dit thema niet alleen heel leuk maar ook heel belangrijk om aan te reiken aan leerlingen. Jaarlijks komt er ongeveer 13 miljoen ton plastic in
onze oceanen terecht. Hier staan we te weinig bij stil. Het is een probleem
van het heden en zeker de toekomst. Daarom dat een eerste bewustmaking echt een nut heeft.
Bij de lessen WO, heb ik puur rond het dopper challenge gedeelte
gewerkt. Hier wordt de ontwerpcyclus van onderzoekend leren helemaal doorlopen. De leerlingen maken een schets, een brainstorm, een
uitvinding, ze presenteren en worden beoordeeld. (175 min.) Ik heb ook nog een aparte Wo les voorzien rond ‘een schone buurt’ (75 min.)
Bij de andere lessen wordt het thema meer opengetrokken. Het gaat daar
meer over plasticvervuiling in het algemeen. In de les Nederlands (50 min.) worden er teksten gelezen over plasticsoep. Bij wiskunde (50 min.)
wordt er naar grafieken gekeken ‘hoeveel plastic ligt er in de oceaan?’. Bij de les beeld (50 min.) gaan de leerlingen zelf kunst creëren doormiddel
van afval.
Veel plezier ermee!
2
DOPPER CHALLENGE: Plasticsoep in cijfers!
Duur les: +/- 50 minuten
Doelen
Focusdoel: De leerlingen kunnen een staafdiagram lezen en er zelf één tekenen.
Leerplandoelen: OVSG: WI-BEW. TAB.27: De lln. kunnen van een staafdiagram kwantitatieve gegevens aflezen.
WI-BEW. TAB.28: De lln. kunnen een staafdiagram tekenen aan de hand van gegevens. Bron: https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/reader_itembound3.aspx
GO:
2.2.27 Bij metingen de meetresultaten in een grafiek kunnen weergeven.
Bron: https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao
ZIll:
SErv3 Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een gemeenschappelijk doel WDlw5 Wiskundige gegevens correct en nauwkeurig interpreteren en wiskundige redeneringen op
verschillende manieren weergeven • Grafische voorstellingen • Grafische voorstellingen > 4-12j Gegevens kritisch lezen en interpreteren uit tabellen, diagrammen en grafieken • Grafische voorstellingen > 4-12j Eenvoudige grafische voorstellingen zoals een tabel of diagram opstellen Bron: https://zill-selector.katholiekonderwijs.vlaanderen/#/review
Concrete doelen: De leerlingen bekijken een staafdiagram en lossen de vragen op.
De leerlingen gaan per twee een staafdiagram tekenen met gekregen gegevens.
3
Opdrachtenbundel leerlingen:
Bekijk de tekening
aandachtig.
Los de vragen die erbij horen
op.
Alle vragen opgelost?
Ga nu de verbetersleutel
halen.
Klassikale uitleg
De juf zet iedereen per twee.
De juf legt kort iets uit over de staafdiagram.
Je hebt per twee een tekstje
en je leest dit grondig door.
Duid alle cijfers aan die je
tegenkomt.
4
Neem een tablet/computer
en maak jullie staafdiagram
via Word.
Hoe doe je dat? Klik op de
link!
https://www.youtube.com/watch?v=QQ_cx7P_OX0
Klaar? Laat dit controleren
aan de juf.
Neem een stuk stoepkrijt en
ga jullie staafdiagram op de
speelplaats tekenen.
TIP: Een grafiek heeft rechte
lijnen. Gebruik de lijnen van
de tegels om je grafiek te
tekenen.
.
5
Bron: Het is een grafiek van Sea First. De gegevens dateren van 2020. (https://www.seafirst.org/grafieken-van-onze-beach-clean-up-op-7-mei-in-noordwijk/)
Vragen bij deze tekening:
1. Hoe wordt deze tekening/figuur genoemd? Ik ben op zoek naar een specifieke naam.
2. Wat wordt hier weergegeven? Waarover gaat dit? (denk aan het thema waarover we leren)
3. Wat is het meest gevonden? Hoe zie je dat?
6
4. Wat is het minst gevonden? Hoe zie je dat?
5. Wat willen de gegevens op de horizontale lijn zeggen?
6. Wat willen de gegevens op de verticale lijn zeggen?
7. Wat is de grote van de sprong waarmee de verticale as vermeerdert?
8. Van welke gegevens ben je geschrokken?
7
Leerkrachtenfiche:
Deze les gat grotendeels gewoon door in het klaslokaal. De leerlingen moeten ook een stuk
digitaal doen. Voorzie een tablet voor de leerlingen (per twee). Als dit niet gaat kan je best
de computerklas reserveren.
In het begin van deze les hoef je nog geen uitleg te geven. De leerlingen kunnen a.d.h.v. het
stappenplan en de vragen van de staafdiagram aan de slag.
Als de leerlingen de oefeningen verbeterd hebben ga jij als leerkracht wat meer uitleg geven
over het staafdiagram. Je projecteert deze ook op het bord.
Uitleg:
Jullie hebben allemaal een staafdiagram gezien van welk afval er in de zee ligt. Er ligt heel
veel afval in de zee en dat zijn allemaal verschillende getallen. Als we dat in één doorlopende
tekst moeten zetten dan zou dat onoverzichtelijk zijn. Nu het in een diagram staat kan je
meteen een heleboel gegevens aflezen.
- Welk afval komt het meest voor in de zee? Hoe zie je dat?
- Welk afval komt het minst voor in de zee? Hoe zie je dat?
Je kan dat zien naargelang hoe hoog of hoe laag de blauwe staven komen. We hebben een
verticale as en daar staan de getallen op/het aantal van het vuil. Op de horizontale as staat
welk soort vuil we aan het bekijken zijn.
Wat valt je op aan de verticale as? Verspringt het met één of twee of ….? (het verspringt met
100). Je hebt grote getallen en dan moet je inschatten hoe een grote sprongen je gaat
nemen.
Jullie krijgen van mij zo dadelijk per twee een tekstje. Als je grote getallen in je tekstje hebt
dan zal je ook sprongen moeten nemen op je verticale as, van 100 of misschien wel
sprongen van 500. Als je kleine getallen hebt in je tekstje kan je bijvoorbeeld sprongen
nemen van 5.
De leerkracht verdeelt op voorhand de groepen. Maak heterogene groepen. Een “sterke”
leerling met een iets “zwakkere” leerling. Op deze manier gaan de leerlingen veel leren van
elkaar en elkaar kunnen verder helpen.
De leerlingen gaan hun diagram eerst uittekenen op de tablet/de computer. Via de functie
‘invoegen grafiek’ op Word kunnen ze zien hoe hun staafdiagram er zal uitzien. Ze nemen
deze grafiek mee naar buiten om hem te tekenen met stoepkrijt. Voor veel leerlingen zal het
de eerste keer zijn dat ze werken met deze Word functie. Hierbij dus een instructiefilmpje: https://www.youtube.com/watch?v=QQ_cx7P_OX0
Alvorens de leerlingen beginnen tekenen met stoepkrijt is het belangrijk om ze even de
regels van orde en nauwkeurigheid mee te geven. Wiskunde moet exact gebeuren. Je moet
ordelijk werken en je mag geen scheve lijnen tekenen. Normaal zou je een lat moeten
gebruiken, maar omdat we naar buiten gaan en we gaan in het groot tekenen kan dit niet.
8
Tip: Laat ze de lijnen van de tegels van de speelplaats gebruiken om rechte lijnen te tekenen.
Als de leerlingen klaar zijn met het tekenen van hun diagram en er is nog tijd over dan kan je
de leerlingen altijd elkaars grafiek eens laten bekijken en eventueel een aantal vragen
stellen:
- Over wat gaat het hier? Wat was het thema?
- Hoe een grote sprongen zijn er gemaakt op de verticale as?
Organisatie les:
- 15 minuten: Staafdiagram bekijken, vragen oplossen en verbeteren
- 10 minuten: Uitleg staafdiagram
- 25 minuten: Staafdiagram in Word maken + tekenen met stoepkrijt
Benodigdheden:
- Stappenplan, staafdiagram en vragen voor iedere leerling
- Verbetersleutel (zie bijlage 1)
- Foto staafdiagram in het groot (tonen op digibord link) https://www.google.com/search?q=grafiek+plastic+soep&sxsrf=ALeKk01R2Xsk6jEyUrFUJo84_MBvcEVi9A:1586541272888&sou
rce=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=2ahUKEwiFrPfntt7oAhUH36QKHVaNCjwQ_AUoAXoECAwQAw&biw=1536&bih=754#imgrc=gg9
s5mTLC0uAaM
- Tablet/computer
- Tekstjes (zie bijlage 4)
- Instructiefilmpje staafdiagram: https://www.youtube.com/watch?v=QQ_cx7P_OX0
- Stoepkrijt
Differentiatie:
- Interessedifferentiatie: Leerlingen die wiskunde niet zo fijn vinden gaan zich eventueel wel kunnen
optrekken aan het tekenen met stoepkrijt. Er zit een stukje analyseren in van de grafiek (individueel),
uitleg door de juf (klassikaal), grafiek maken in Word en tekenen met stoepkrijt (per twee).
- Differentiatie in de groep: In het begin van de les wordt er individueel gewerkt, dan een stukje
klassikaal en dan per twee. Er wordt gewerkt met heterogene groepen.
- Tempodifferentiatie: Er gaan waarschijnlijk enkele leerlingen eerder klaar zijn bij het maken van de
vragen over de diagram. Deze leerlingen kan je extra uitdagen door nog een extra opdracht rond een
cirkeldiagram te geven. De extra opdracht vind je onder de verbetersleutel als je naar onder scrolt
hier.
Bijlage 1: verbetersleutel Bijlage 2: Extra opdracht cirkeldiagram Bijlage 3: Verbetersleutel cirkeldiagram Bijlage 4: Tekstjes leerlingen Wil je graag een beetje ontspanning en beweging na deze les? Klik dan op deze link: https://www.youtube.com/watch?v=enmhFusVLXk
9
BIJLAGE 1: Vragen bij deze tekening: (verbetersleutel)
Bron: Het is een grafiek van Sea First. De gegevens dateren van 2020. (https://www.seafirst.org/grafieken-van-onze-beach-clean-up-op-7-mei-in-noordwijk/)
1. Hoe wordt deze tekening/figuur genoemd? Ik ben op zoek naar een specifieke naam.
2. Wat wordt hier weergegeven? Waarover gaat dit? (denk aan thema waarover we leren)
3. Wat is het meest gevonden? Hoe zie je dat?
De figuur wordt een staafdiagram genoemd.
Het gaat hier over wat er allemaal in de zee ligt van afval.
Touwen en netten kleiner dan 50 centimeter. Dit heeft de hoogste blauwe staaf.
10
4. Wat is het minst gevonden? Hoe zie je dat?
5. Wat willen de gegevens op de horizontale lijn zeggen?
6. Wat willen de gegevens op de verticale lijn zeggen?
7. Wat is de grote van de sprong waarmee de verticale as vermeerdert?
8. Van welke gegevens ben je geschrokken?
Luiers, tampons en maandverbanden Olie - en teerklonten Deze twee hebben de laagste blauwe staaf.
Welk soort afval er in de zee ligt.
Hoeveel afval er van een bepaalde soort in de zee ligt.
De verticale as maakt sprongen van 100. 0 – 100 -200 -300 – 400 -500 -600 -700 -800 -900 -1000
Eigen antwoord.
11
BIJLAGE 2: Extra opdracht cirkeldiagram: (uitdaging)
Je mag hiervoor een rekenmachine gebruiken.
Bron: De grafiek is van NewScientist. De gegevens dateren van 2013. (https://newscientist.nl/blogs/plasticsoep-verstikt-oceanen/)
1. Over wat gaat deze cirkeldiagram?
2. Welke vier landen/contineten produceren samen bijna evenveel plastic als Europa?
3. Welke drie landen/continenten vormen net niet de helft van de plasticproductie?
12
BIJLAGE 3: Extra opdracht cirkeldiagram (verbetersleutel)
Bron: De grafiek is van NewScientist. De gegevens dateren van 2013. (https://newscientist.nl/blogs/plasticsoep-verstikt-oceanen/)
1. Over wat gaat deze cirkeldiagram?
2. Welke vier landen/contineten produceren samen bijna evenveel plastic als Europa?
3. Welke drie landen/continenten vormen net niet de helft van de plasticproductie?
Over de wereldwijde plasticproductie.
Latijns- Amerika, Midden- Oosten + Afrika, Rusland en Japan Deze vormen samen 19,4%. Dit komt in de buurt van Europa dat 20% bedraagt.
Europa (20%), China (24,8%), Japan (4,4%) vormen samen 49,2% van de plasticproductie. Dit is bijna de helft de totale productie (50%).
13
BIJLAGE 4: Tekstjes voor de leerlingen Er zijn drie verschillende tekstjes. Er gaan groepen meerdere keren hetzelfde tekstje behandelen. Dit is net leerrijk om te kijken hoe de andere groepen hun staafdiagram hebben opgebouwd. Tekstje 1:
Tekstje 2:
Tekstje 3:
Wereldwijd zijn er al veel zeedieren gestorven door afval in hun spijsverteringssystemen. Hier een kort lijstje van welke dieren:
- Schildpadden = 1500
- Walvissen = 350
- Zeehonden = 800
- Meeuwen = 1800
Hoeveel ton afval komt er jaarlijks in de zee terecht?
- 2016 = 5 (miljoen ton)
- 2017 = 6,5 (miljoen ton)
- 2018 = 7,5 (miljoen ton)
- 2019 = 8 (miljoen ton)
Welk soort afval vindt men het vaakst terug in de zee? (op een jaar)
- PMD = 3,5 (miljoen ton)
- Restafval = 1,5 (miljoen ton)
- Glas = 0,5 (miljoen ton)
- Papier = 2,5 (miljoen ton)
14
DOPPER CHALLENGE: Plasticsoep, wat is me dat?
Duur les: +/- 50 minuten
Doelen
Focusdoel: De leerlingen lezen twee artikels rond plasticsoep. Vervolgens kiezen ze een eigen verwerking van deze tekst. (mindmap, gedicht, verhaal, liedje, )
Leerplandoelen: OVSG: NL-LEZ-DV-D03-02a-03: De leerlingen kunnen de betekenis van een gelezen woord of afkorting opzoeken in een schoolwoordenboek.
NL-LEZ-DV-D06-02-03: De leerlingen kunnen in een korte informatieve tekst de sleutelwoorden onderstrepen. NL-LEZ-TV-04-05: De leerlingen kunnen in voor hen bestemde school- en studieteksten de voornaamste informatie terugvinden en deze gestructureerd weergeven. Bron: https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/reader_itembound3.aspx
GO:
1.2.2 (72): Belangrijke woorden of woordgroepen in een zin herkennen en aanduiden.
1.2.2 (99): Op een doelbewuste en efficiënte manier informatie in verschillende bronnen zoeken,
selecteren en verwerken.
1.2.2 (117): De gewenste informatie opzoeken in een woordenboek.
Bron: https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao
ZIll:
TOsn1 Een schriftelijke boodschap verwerken • Informatie herkennen en selecteren (in instructies, schema’s, tabellen en informatieve teksten uit tijdschriften en andere media)
TOsn2 Voldoende vlot kunnen lezen om leeftijdsadequate teksten te begrijpen
• 6-12j Gebruik maken van de betekenis van een woord of van de context van een woord om een woord te ontsleutelen IVoc5 Informatiebronnen hanteren • 9-12j Gericht en systematisch informatie verzamelen - kritisch omspringen met
informatiebronnen Bron: https://zill-selector.katholiekonderwijs.vlaanderen/#/review
Concrete doelen: Leerlingen kunnen in de artikels de sleutelwoorden aanduiden.
Leerlingen kunnen de vragen die bij de tekst horen oplossen.
Leerlingen zoeken woorden op in een woordenboek als ze een woord niet begrijpen.
Leerlingen kiezen een eigen verwerking van de tekst (mindmap, verhaal, gedicht, lied, …)
15
Opdrachtenbundel leerlingen:
Lees artikel 1.
Als ik een woord niet begrijp
dan zoek ik het op in het
woordenboek.
‘90 procent van zeevogels eet plastic - steeds meer vogels gaan
ervan dood'
Markeer de sleutelwoorden.
Los de vragen op die bij
artikel 1 horen.
Lees artikel 2.
Als ik een woord niet begrijp
dan zoek ik het op in het
woordenboek.
‘Verbeterde plasticvanger The Ocean Cleanup functioneert: ‘Zelfs
minuscule stukjes worden verzameld’
Markeer de sleutelwoorden.
Los de vragen op die bij
artikel 2 horen.
Als je klaar bent met de
vragen van artikel 1 en 2 ga
je de verbetersleutel halen.
16
Je gaat een brainstorm
maken van één artikel.
Hoe maak ik een
brainstorm? Klik op de link!
https://www.youtube.com/watch?v=ml3lizPwXvk
Je gaat je brainstrom nu
verwerken in iets naar
keuze. Je kan kijken naar de
mogelijkheden, maar als jij
zelf nog iets leuks weet, mag
je dit ook doen.
Mogelijkheden:
- Je maakt een liedje van je brainstorm.
- Je maakt een gedicht van je brainstorm.
- Je maakt een mindmap van je brainstrom.
- Je maakt en verhaal van je brainstrom.
- …
17
ARTIKEL 1: 90 procent van zeevogels eet plastic - steeds meer vogels gaan ervan dood'
Over heel de wereld sterven steeds meer zeevogels door het opeten van plastic. Albatrossen, stormvogels of pinguïns verwarren kleurrijk plastic met garnalen of krill.
Dat blijkt uit een studie die de Amerikaanse National Academy of Sciences maandag publiceerde.
De onderzoekers zien een steil opwaartse curve. In 1960 had nog minder dan 5 procent van de zeevogels met plastic te maken. Momenteel heeft 90 procent van de zeevogels al plastic gegeten. Tegen 2050 zal 99 procent van alle zeevogels plastic gegeten hebben.
De oorzaak is, voorspelbaar genoeg, de toenemende vervuiling met plastic. De productie van plastic verdubbelt om de 11 jaar, en de vervuiling gaat navenant. In bepaalde gebieden worden momenteel 580.000 stukken plastic geteld in een vierkante kilometer oceaan.
1.1 Tandenborstel
Vogels gaan vooral voor de meer gekleurde resten plastic, zoals strandslippers, waterflessen, resten van ballonnen, maar ook weggegooide tandenborstels of aanstekers zijn al in de spijsverteringssystemen van overleden jonge albatrossen teruggevonden.
18
Onderzoeker Chris Wilcox pleit voor een meer efficiënte aanpak van het afval. "Tussen 2015 en 2026 zal evenveel plastic geproduceerd worden als tot op vandaag is geproduceerd".
Dit jaar zal de productie, volgens de studie, 300 miljoen ton bedragen, waarvan bij ongewijzigd beleid 7 miljoen in de oceanen zal belanden.
De inname van plastic door vogels is, enigszins verrassend, het ergst in de buurt van Antarctica en in de zuidelijke zeeën. De Tasmaanse Zee, tussen Australië en Nieuw-Zeeland, is er het allerergst aan toe, maar ook de zeeën bij Chili en Zuid-Afrika tonen zware plastic-sterfte bij vogels. De onderzoekers hadden de grootste schade verwacht in de buurt van Californië en Hawaï, waar veel plastic-vervuiling is. Ook daar is de ravage toegenomen, maar minder dan in de zuidelijke gebieden.
BRON: De Knack (https://www.knack.be/nieuws/planet-earth/90-procent-van-zeevogels-eet-plastic-
steeds-meer-vogels-gaan-ervan-dood/article-normal-598835.html).
Vragen artikel 1: Heb je de sleutelwoorden al gemarkeerd? Dan mag je de vragen oplossen.
1. De studie rond dit artikel is uitgevoerd in Noord- Amerika. Kan jij Noord- Amerika aanduiden
op deze wereldkaart?
Bron: google afbeeldingen
19
2. Hoe komt het dat de vogels het plastic opeten?
3. Wat is een albatros?
4. “Ook daar is de ravage toegenomen.”
Leg het onderstreepte woord uit. Gebruik GEEN woordenboek.
20
ARTIKEL 2: Verbeterde plasticvanger The Ocean Cleanup
functioneert: ‘Zelfs miniscule stukjes worden verzameld’
Beeld The Ocean Cleanup
De nieuwste versie van de beroemde ‘plasticvanger’ van The Ocean
Cleanup, die is ontworpen om de oceanen te ontdoen van plasticafval,
werkt volgens de bouwers opnieuw goed. In tegenstelling tot de vorige
versie van het schoonmaaksysteem houdt het verbeterde prototype het
afval wél succesvol vast, meldt de ngo.
De organisatie van de Nederlandse uitvinder en milieu-activist Boyan Slat
is zelfs “aangenaam verrast”. Het systeem verzamelt namelijk niet alleen
zichtbare stukken plastic en bijvoorbeeld visnetten, maar ook minuscule
stukjes plastic met een doorsnede van 1 millimeter.
1.1.1 “VISIE BEREIKBAAR”
De Nederlander en zijn team hebben met het prototype meerdere
technische problemen opgelost. Zo hebben ze de nieuwe versie voorzien
van een ‘parachute-anker’, zodat het beter afgeremd kan worden. En er is
ook voor gezorgd dat het systeem trager beweegt in de oceaan dan plastic
21
en hierdoor plastic kan vangen, gebruikmakend van de natuurlijke
stroming van de zee.
"Dit eerste jaar van testen in de ongenadige omgeving van de volle zee,
duidt er sterk op dat onze visie bereikbaar is", stelt Slat. Hij zegt wel dat er
nog veel werk moet worden verzet.
1.1.2 GROOT SYSTEEM
De volgende stap is de bouw van een groot systeem, waarbij vooral ingezet
wordt op duurzaamheid (een systeem dat jaren in de oceaan kan
ronddrijven) en retentie (het plastic opvangen gedurende jaren in plaats van
dagen/weken), zodat ze uiteindelijk een hele vloot van deze systemen in de
oceaan kunnen plaatsen om rommel op te ruimen.
Het systeem wordt momenteel ingezet om de zogeheten Great Pacific
Garbage Patch op te ruimen. Dat is een soort drijvende vuilnisbelt vol
plasticdeeltjes. De zone is drie keer zo groot als Frankrijk.
22
BRON: De Morgen (https://www.demorgen.be/nieuws/verbeterde-plasticvanger-the-ocean-cleanup-functioneert-zelfs-miniscule-stukjes-worden-verzameld~b6fb4e5f/).
23
Vragen artikel 2: Heb je de sleutelwoorden al gemarkeerd? Dan mag je de vragen oplossen.
1. Wat is een plasticvanger? (Kijk hiervoor ook naar de prentjes bij het artikel)
2. Wat kan de Plasticvanger allemaal?
3. Hoe hebben ze de plasticvanger verbeterd?
4. ‘Zodat ze uiteindelijk een hele vloot van deze systemen in de oceaan kunnen plaatsen om
rommel op te ruimen.’ Leg het onderstreepte woord uit. Gebruik GEEN woordenboek.
24
Leerkrachtenfiche:
Deze les gaat gewoon door in het klaslokaal. De leerlingen zitten aan hun bank.
Je hoeft bij deze les eigenlijk geen uitleg te geven. De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag
met de teksten, de vragen en de opdracht (verwerking van de tekst). Er is een stappenplan
dat zegt hoe ze het moeten doen en er zijn verbetersleutels voor de sleutelwoorden en de
vragen.
De leerlingen werken allemaal individueel. Als ze de artikels gelezen hebben, de vragen
hebben opgelost en verbeterd dan mogen ze een eigen verwerking maken van de tekst. Dit
kan een mindmap, gedicht, lied, verhaal, tekening, … zijn. Het is belangrijk dat de leerlingen
dit zelf kunnen kiezen vanuit hun eigen interesse. Vanuit wat voor hun haalbaar is.
Organisatie les:
- 20 minuten: Het lezen van de artikels en het oplossen van de vragen.
- 10 minuten: Vragen verbeteren.
- 20 minuten: Verwerking maken van de gelezen artikels.
Benodigdheden:
- Woordenboeken
- Een paar tablets voor de link van ‘hoe maak ik een brainstorm?’
- Stappenplan, artikels en vragen voor iedere leerling
- Balpen + markeerstift voor iedere leerling
- A3 papieren (brainstorm)
- Witte A4 papieren (gedicht, lied, verhaal, )
Differentiatie:
- Interessedifferentiatie: De leerlingen kunnen kiezen hoe ze een tekst verwerken (mindmap, verhaal,
lied, gedicht, …)
- Niveaudifferentiatie: Als je leerlingen in de klas hebt die dyslexie hebben of veel moeite met lezen kan
je ze altijd één artikel laten lezen i.p.v. twee of de ingesproken versie beluisteren via mijn YouTube
kanaal: artikel 1 (https://www.youtube.com/watch?v=eXfYxz5wYk4)
artikel 2 (https://www.youtube.com/watch?v=THwvKMwJGKI)
Voor de ingesproken artikels kan je leerlingen best een hoofdtelefoon geven zodat ze de rest van de
klas niet storen. Je geeft deze leerlingen wel het artikel om mee te volgen terwijl mijn stem voorleest.
Als je verder naar beneden scrolt ga je de verbetersleutel van de sleutelwoorden en de vragen terug
vinden.
Heb je graag wat ontspanning na deze les? Klik dan op deze link:
https://www.youtube.com/watch?v=PO_zp2MOppQ
25
ARTIKEL 1: 90 procent van zeevogels eet plastic - steeds meer vogels gaan ervan dood'
Over heel de wereld sterven steeds meer zeevogels door het opeten van plastic. Albatrossen, stormvogels of pinguïns verwarren kleurrijk plastic met garnalen of krill.
Dat blijkt uit een studie die de Amerikaanse National Academy of Sciences maandag publiceerde.
De onderzoekers zien een steil opwaartse curve. In 1960 had nog minder dan 5 procent van de zeevogels met plastic te maken. Momenteel heeft 90 procent van de zeevogels al plastic gegeten. Tegen 2050 zal 99 procent van alle zeevogels plastic gegeten hebben.
De oorzaak is, voorspelbaar genoeg, de toenemende vervuiling met plastic. De productie van plastic verdubbelt om de 11 jaar, en de vervuiling gaat navenant. In bepaalde gebieden worden momenteel 580.000 stukken plastic geteld in een vierkante kilometer oceaan.
1.2 Tandenborstel
Vogels gaan vooral voor de meer gekleurde resten plastic, zoals strandslippers, waterflessen, resten van ballonnen, maar ook weggegooide tandenborstels of aanstekers zijn al in de spijsverteringssystemen van overleden jonge albatrossen teruggevonden.
26
Onderzoeker Chris Wilcox pleit voor een meer efficiënte aanpak van het afval. "Tussen 2015 en 2026 zal evenveel plastic geproduceerd worden als tot op vandaag is geproduceerd".
Dit jaar zal de productie, volgens de studie, 300 miljoen ton bedragen, waarvan bij ongewijzigd beleid 7 miljoen in de oceanen zal belanden.
De inname van plastic door vogels is, enigszins verrassend, het ergst in de buurt van Antarctica en in de zuidelijke zeeën. De Tasmaanse Zee, tussen Australië en Nieuw-Zeeland, is er het allerergst aan toe, maar ook de zeeën bij Chili en Zuid-Afrika tonen zware plastic-sterfte bij vogels. De onderzoekers hadden de grootste schade verwacht in de buurt van Californië en Hawaï, waar veel plastic-vervuiling is. Ook daar is de ravage toegenomen, maar minder dan in de zuidelijke gebieden.
BRON: De Knack (https://www.knack.be/nieuws/planet-earth/90-procent-van-zeevogels-eet-plastic-
steeds-meer-vogels-gaan-ervan-dood/article-normal-598835.html).
Vragen artikel 1: Heb je de sleutelwoorden al gemarkeerd? Dan mag je de vragen oplossen.
5. De studie rond dit artikel is uitgevoerd in Noord- Amerika. Kan jij Noord- Amerika aanduiden
op deze wereldkaart?
Bron: google afbeeldingen
27
6. Hoe komt het dat de vogels het plastic opeten?
7. Wat is een albatros?
8. “Ook daar is de ravage toegenomen.”
Leg het onderstreepte woord uit. Gebruik GEEN woordenboek.
Ze verwarren het kleurrijk plastic met garnalen of krill.
Een albatros is een vogel die denkt dat gekleurd plastic garnalen of krill zijn. Deze vogels worden vaak dood teruggevonden met hun spijsvertering vol plastic.
Schade, puinhoop, verwoesting
28
ARTIKEL 2: Verbeterde plasticvanger The Ocean Cleanup
functioneert: ‘Zelfs miniscule stukjes worden verzameld’
Beeld The Ocean Cleanup
De nieuwste versie van de beroemde ‘plasticvanger’ van The Ocean
Cleanup, die is ontworpen om de oceanen te ontdoen van plasticafval,
werkt volgens de bouwers opnieuw goed. In tegenstelling tot de vorige
versie van het schoonmaaksysteem houdt het verbeterde prototype het
afval wél succesvol vast, meldt de ngo.
De organisatie van de Nederlandse uitvinder en milieuactivist Boyan Slat
is zelfs “aangenaam verrast”. Het systeem verzamelt namelijk niet alleen
zichtbare stukken plastic en bijvoorbeeld visnetten, maar ook minuscule
stukjes plastic met een doorsnede van 1 millimeter.
1.2.1 “VISIE BEREIKBAAR”
De Nederlander en zijn team hebben met het prototype meerdere
technische problemen opgelost. Zo hebben ze de nieuwe versie voorzien
van een ‘parachute-anker’, zodat het beter afgeremd kan worden. En er is
ook voor gezorgd dat het systeem trager beweegt in de oceaan dan plastic
29
en hierdoor plastic kan vangen, gebruikmakend van de natuurlijke
stroming van de zee.
"Dit eerste jaar van testen in de ongenadige omgeving van de volle zee,
duidt er sterk op dat onze visie bereikbaar is", stelt Slat. Hij zegt wel dat er
nog veel werk moet worden verzet.
1.2.2 GROOT SYSTEEM
De volgende stap is de bouw van een groot systeem, waarbij vooral ingezet
wordt op duurzaamheid (een systeem dat jaren in de oceaan kan
ronddrijven) en retentie (het plastic opvangen gedurende jaren in plaats van
dagen/weken), zodat ze uiteindelijk een hele vloot van deze systemen in de
oceaan kunnen plaatsen om rommel op te ruimen.
Het systeem wordt momenteel ingezet om de zogeheten Great Pacific
Garbage Patch op te ruimen. Dat is een soort drijvende vuilnisbelt vol
plasticdeeltjes. De zone is drie keer zo groot als Frankrijk.
30
BRON: De Morgen (https://www.demorgen.be/nieuws/verbeterde-plasticvanger-the-ocean-cleanup-functioneert-zelfs-miniscule-stukjes-worden-verzameld~b6fb4e5f/).
31
Vragen artikel 2: Heb je de sleutelwoorden al gemarkeerd? Dan mag je de vragen oplossen.
2. Wat is de Plasticvanger? (Kijk hiervoor ook naar de prentjes bij het artikel)
5. Wat kan de Plasticvanger allemaal?
6. Hoe hebben ze de plasticvanger verbeterd?
7. ‘zodat ze uiteindelijk een hele vloot van deze systemen in de oceaan kunnen plaatsen om
rommel op te ruimen.’ Leg het onderstreepte woord uit. Gebruik GEEN woordenboek.
Verzameld zichtbare stukken plastic maar ook minuscule stukjes plastic.
Ze hebben een ‘parachute-anker’ geplaatst, zodat het beter afgeremd kan worden. Er is ook voor gezorgd dat het systeem trager beweegt in de oceaan dan plastic en hierdoor plastic kan vangen, gebruikmakend van de natuurlijke stroming van de zee.
Dit is een boot die is ontworpen door de organisatie Ocean CleanUp. De boot vaart rond op de oceaan en vangt het plastic dat hij tegenkomt. Op deze manier probeert de organisatie het plasticgehalte in de oceaan te verminderen.
Veel, een hele boel, een groot aantal
32
DOPPER CHALLENGE: Maak je eigen afvalkunst!
Duur les: +/- 100 minuten
Doelen
Focusdoel: De leerlingen maken uit kosteloos materiaal (afval) een nieuwe, zelfverzonnen creatie.
Leerplandoelen: OVSG: MV-BLD-OM-3.6: Kinderen vinden plezier en voldoening in het beeldend vormgeven. MV-BLD-OM-2.6: Kinderen onderzoeken de mogelijkheden en beperking van materialen, hulpmiddelen en beeldelementen in combinatie met elkaar.
MV-BLD-BS-3: Kinderen praten over het werk van anderen. Bron: https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/reader_itembound3.aspx
GO:
4.1.1.1: Verwoorden welke impressies de waarneming oproept.
4.1.2.25: Experimenteren met materialen
Bron: https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao
ZIll:
MUgr5: Inspelen op de muzische beleving van anderen: de uitvoerder of het publiek
• 10-12j Zich inleven en actief interesse tonen in de leef- en gevoelswereld van de uitvoerder
(kunstenaar, andere leerling) - bewust rekening houden met mogelijke, verschillende reacties
MUge5: Muzische domeinen, hun werkvormen en vormgevingsmiddelen ontdekken, doelgericht
kiezen en combineren om zich expressief te uiten
• 4-6j (Spontaan) experimenteren met expressiemogelijkheden om een eigen idee, ervaring,
fantasie vorm te geven - expressie benutten als communicatiemiddel.
IVoc1: Nieuwsgierig zijn naar en bereidheid tonen om het nieuwe te ontdekken en erover te leren
• 2.5-12j (Aangeboden) kansen om te exploreren en te experimenteren aangrijpen.
Bron: https://zill-selector.katholiekonderwijs.vlaanderen/#/review
Concrete doelen: Leerlingen laten zich inspireren door de kunstenaar Tom Deiningen.
Leerlingen kunnen verwoorden wat het kunstwerk bij hen doet. Ze kunen hun favoriete kunstwerk
bespreken.
Leerlingen experimenteren met kosteloos materiaal en maken een creatieve creatie in groep.
Leerlingen werken rond het beeldaspect vorm (vorm stileren). Ze creeëren een uitvinding waarbij ze
zelf de vorm bepalen. De vorm zal waarschijnlijk mede de fuctie bepalen van de creatie.
33
Opdrachtenbundel leerlingen:
Alle foto’s in het stappenplan komen van Google afbeeldingen.
Surf naar het internet
Ga naar Google afbeeldingen
Type in: Tom Deininger
Bekijk de foto’s aandachtig
Los de volgende vragen op 1. Uit wat heeft deze kunstenaar zijn kunstwerken
gemaakt?
2. Wat vind je van deze kunstwerken? Waarom?
34
Kies nu één kunstwerk dat jij leuk/mooi/ontroerend/… vindt en vul de identiteitskaart in over dat
kunstwerk.
Je tekent het kunstwerk in het witte vakje.
Als je je identiteitskaart klaar hebt dan maak je groepen van vier. Je gaat NIET aan elkaar vertellen
welk kunstwerk jij hebt gekozen. Wat ga je dan wel doen?
Opdracht: Je beeldt het kunstwerk uit met je mimiek en/of gebaren. De andere groepsleden
proberen te raden hoe jouw kunstwerk er uit ziet?
- Waarom kiest niet iedereen voor hetzelfde kunstwerk?
- Hebben jullie alle kunstwerken geraden? Welke niet?
- Welk ander kunstwerk van iemand uit je groep zou jij ook nog kiezen en waarom?
Naam:
In welk jaar gemaakt:
Uit welk materiaal gemaakt:
35
Iedereen uit de groep gaat vooraan in de klas één stuk afval kiezen (leeg doosje, plastic flesje, stuk stof, …). Je luistert naar de opdrachten van de juf en voert deze uit. De schoenen maken de mens! Je kiest samen in totaal maximum 10 stukken afval. We gaan recycleren! Jullie gaan met je groep uit deze stukken afval een nieuwe schoen ontwerpen voor één van de personen vanop het schip. Jullie geven jullie schoen ook een naam en kunnen er kort iets over vertellen. Je mag een schaar en plakband gebruiken.
NAAM SCHOEN: KORT VERTELLEN:
Bron: google afbeeldingen
Bron: google afbeeldingen
36
Leerkrachtenfiche:
Voor het begin van de les ga je best naar een computerlokaal. Wanneer je tablets ter
beschikking hebt op de school kan het ook via de tablets. Zorg dat elke leerling zelfstandig
kan opzoeken.
Na het maken van de identiteitskaart keer je terug naar het klaslokaal. De leerlingen maken
groepjes van vier. De leerlingen voeren nu de opdracht uit rond het uitbeelden van hun
zelfgekozen kunstwerk. Ondertussen leg jij vooraan in de klas allerlei stukken afval (lege
doosjes, petflessen, stukken stof, dopjes, …).
TIP: Je kan op voorhand ook een briefje meegeven met de leerlingen zodat zij ook afval
meebrengen. Je hebt op deze manier zeker genoeg aanbod. Wat je ook kan doen, is deze les
plannen na het afval rapen (Wo les 2). Dan kan je eventueel dat afval ook gebruiken.
Je gaat de leerlingen laten experimenteren met het afval. Bij het experimenteren is het
belangrijk dat de leerlingen creatief kunnen zijn. Je geeft ze vrije opdrachten, maar ook weer
niet te vrij want dan heb je de leerlingen niet meer mee.
Opdracht 1: De leerlingen mogen elks één stuk afval nemen. Ze mogen een schaar nemen en
drie knipjes doen ergens naar keuze. Vervolgens moeten ze vertellen wat ze er in zien.
Opdracht 2: De leerlingen mogen nu drie plakbandjes gebruiken om er iets anders van te
maken. Het stuk afval van opdracht 1 blijft, enkel komt er nu iets bij. Ze vertellen weer wat
ze er in zien.
Opdracht 3: De leerlingen geven hun stuk afval nu door aan iemand anders van hun groepje.
Deze leerling mag nog eens drie plakbandjes gebruiken en probeert een schoen te maken
van het stuk afval.
‘Ah ja’ dat is juist, nu ik over schoenen bezig ben. Ik moet jullie nog iets vertellen. Ik heb
gisteren de ‘grote meneer Dopper’ aan de lijn gehad. Hij is baas van een heel groot en
belangrijk schip. Op dat schip is er een kapitein aanwezig om alles in goede banen te leiden,
er is ook een poestvrouw om alles proper te houden en tenslotte is er ook een sportcoach om
iedereen fit te houden. Gisterenavond belde de kapitein naar meneer Dopper om te zeggen
dat ze met een probleem zaten. Hun schip zat weer maar eens vast in een hele hoop afval. Ze
zijn heel de nacht bezig geweest om het afval vanonder het schip weg te hengelen. Nu vinden
de kapitein, de poestvrouw en de sportcoach dat ze een beloning hebben verdient. Ze willen
namelijk nieuwe schoenen. Ze lopen een hele dag op hun blote voeten of oude schoenen en
ze willen hunzelf eens mooi maken. Ik ga zo dadelijk drie filmpjes laten zien. Je gaat één
persoon kiezen waar jullie als groep een schoen voor willen maken. De schoen ga je maken
uit afval. We gaan dus afval recycleren. We gaan er iets nieuws van maken.
- Kapitein: https://www.youtube.com/watch?v=yD1cP7bAGCk - Poestvrouw: https://www.youtube.com/watch?v=wrPemrh6bXM
- Sportcoach: https://www.youtube.com/watch?v=tTcaVhHQuAI
37
Je kiest nu één persoon, maar je vertelt niet aan andere groepjes wie jullie gekozen hebben.
Dit gaan we straks proberen raden.
De leerlingen mogen in groep 10 stukken afval kiezen waarmee ze de schoen willen maken.
Deze afbakening (10 stukken) zorgt voor een extra uitdaging.
Als de leerlingen bezig zijn ga jij als leerkracht rond en stimuleert de kinderen om verder te
denken.
Stimulerende vragen:
- Hoe zijn jullie op het idee gekomen?
- Hoe ga je alles aanpakken?
- Hebben jullie een taakverdeling?
- Heb je al een leuke naam bedacht? Vanwaar komt die naam?
- Waarom hebben jullie specifiek voor deze stukken afval gekozen?
Als alle groepjes klaar zijn dan komen ze hun creatie voorstellen aan de rest van de klas. Na
het voorstellen proberen de andere leerlingen te raden voor welke persoon de schoen is
gemaakt. Vervolgens stel jij als leerkracht nog enkele beschouwende vragen over het werk.
Beschouwende vragen:
- Wat is je eerste indruk van deze schoen? Waar doet deze schoen jou misschien aan denken?
- Had iemand deze schoen misschien een andere naam gegeven? Welke naam dan?
- Wat kan je allemaal vertellen over de vorm? Welke materialen zijn er gebruikt?
- Wat vind je van deze schoen? Waarom vind je dat?
Organisatie les:
- 20 minuten: Computerlokaal
- 10 minuten: Uitbeelden welk kunstwerk heb ik?
- 15 minuten: Experimenteren in groep
- 40 minuten: schoen maken met afval + presenteren
- 15 minuten: presenteren + beschouwing
Benodigdheden:
- Computer/tablet voor elke leerling (eerste deel van de les)
- Opdrachtenbundel voor elke leerling
- Scharen
- Plakband (voor elke groepje)
- Verschillende soorten afval (eventueel ook door leerlingen laten meebrengen of je gebruikt het afval
van wo les 2)
- Witte A3 bladeren voor de sneller klaar opdracht
- Filmpjes van kapitein, poestvrouw en sportcoach
Tempodifferentiatie: Er gaan groepen zijn die eerder klaar zijn dan andere groepen. Deze groepen kan je nog een extra opdracht geven.
38
De groepen die klaar zijn mogen vooraan een wit A3 blad komen halen en mogen een reclameaffiche/poster maken van hun creatie. De bedoeling is als mensen dit zien ze de creatie willen kopen. In deze opdracht zit ook interessedifferentiatie. Het eerste deel is met de computer werken, het volgende deel is uitbeelden in groep (drama), daarna experimenteren en dan iets creëren. Deze opdracht spreekt verschillende types van kinderen aan. Extra: Je kan eventueel ook een tentoonstelling geven met alle schoenen. Je kan dan ouders en andere leerkrachten uitnodigen om te komen kijken naar de creaties. De leerlingen kunnen dan zelf vertellen over hun creatie, ze verwelkomen de gasten, zorgen eventueel voor een hapje, … Op deze manier kan je er een klein projectje van maken.
39
DOPPER CHALLENGE: Dopper wat?!
Duur les: +/- 50 minuten
WO les 1 (deel 1)
Doelen
Focusdoel: De leerlingen maken kennis met de dopperchallenge. Ze ontwerpen een eigen idee tegen de
hoeveelheid wegwerpplastic.
Leerplandoelen: OVSG: WO-TEC-02.12: De leerlingen ervaren de behoefte om een probleem technisch op te lossen. WO-TEC-02.19: De leerlingen tekenen een ruwe schets van de technische realisatie die ze willen maken. Bron: https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/reader_itembound3.aspx
GO:
3.3.3 (1): Een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen.
3.3.3 (10): Ideeën voor een ontwerp van een eenvoudig technisch systeem verzamelen via een probleemoplossende denkwijze.
Bron: https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao
ZIll:
IVoz2 Creatief denken en daarbij nieuwe paden durven bewandelen • 2.5-12j Oog hebben voor wat nieuw, origineel is - originele oplossingen bedenken - durven afstappen van het gewone, van wat anderen denken en doen - gericht zijn op originaliteit
OWte4 Vanuit een behoefte een technische oplossing bedenken voor een probleem, daarbij de verschillende stappen van het technisch proces doorlopen • 7-12j Een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen en daarbij de verschillende stappen van het technisch proces doorlopen: het probleem stellen, ontwerpen, maken, in gebruik nemen en evalueren Bron: https://zill-selector.katholiekonderwijs.vlaanderen/#/review
Concrete doelen: De leerlingen maken kennis met dopper challenge. De leerlingen maken in groep een schets en een brainstorm van hun eigen uitvinding. De leerlingen starten met het realiseren van deze uitvinding.
40
Opdrachtenbundel leerlingen:
Maak een brainstorm van
wat je allemaal kan doen.
Kies uiteindelijk 1 idee.
Maak een schets van jullie
idee.
Schrijf bij jullie schets de
materialen die je wil
gebruiken.
TIP: Ga even kijken naar de
materialen van de juf.
Laat jullie schets zien aan de
juf.
Start met het maken van
jullie uitvinding.
Veel succes!
41
Maak een PowerPoint
waarin je meer informatie
geeft over jullie uitvinding.
Presenteer jullie uitvinding
aan de rest van de klas.
Leerkrachtenfiche:
Jij als leerkracht gaat je klas/school inschrijven voor de dopper challenge.
De les gaat door in het klaslokaal. Het is handig dat de banken op voorhand al in groepjes
van vier personen staan.
Om de les te beginnen zet je een filmpje van de dopper challenge op.
Filmpje Bartel Van Riet: https://www.youtube.com/watch?v=NXl_k9Xzf58
- Wat is de dopper challenge? Wie kan dit met eigen woorden uitleggen?
Je zegt tegen de leerlingen dat jullie als klas ook gaan meedoen met de dopper challenge.
De leerlingen gaan per vier brainstormen en schetsen over een idee. “Hoe krijgen we het
plastic de wereld uit?” “Hoe kunnen we het aantal plastic verminderen?”
De leerlingen gaan eigenlijk een soort uitvinding maken. Als ze een brainstorm/schets
hebben dan gaan ze ook moeten nadenken welke materialen ze willen gebruiken. Jij als
leerkracht hebt in de gang (of ergens anders) materialen gezet die de leerlingen mogen
gebruiken.
Als de leerlingen materialen hebben gekozen en ze hebben een duidelijk idee, dan komen ze
dit aan jou uitleggen en mogen ze beginnen met het maken van de uitvinding.
Je kan de leerlingen enkele instructiefilmpjes laten zien:
- Fase 1: Een brainstorm en schets maken (https://www.youtube.com/watch?v=HlHIsZQvpl8)
- Fase 2: Uitvinding maken (https://www.youtube.com/watch?v=g8xZpF981jU)
- Fase 3: Uitvinding testen (https://www.youtube.com/watch?v=DkJ-tInJA-o)
42
Jij als leerkracht voorziet een heleboel materialen. Stel dat de leerlingen nog iets anders
willen gebruiken en ze denken dat ze dat thuis nog hebben liggen, mogen ze dit altijd
meenemen.
Je geeft de leerlingen per groep een stappenplan. Hier staat op wat ze allemaal moeten
doen. Dit stappenplan moeten ze deze les niet helemaal doorlopen hebben. Er staat
PowerPoint presentatie maken en een presentatie voor de klas geven. Dat is pas voor de
volgende lessen.
Deze les zouden de leerlingen eigenlijk een idee moeten hebben en moeten weten welk
materiaal ze daarvoor willen gebruiken. Op die manier kunnen ze de volgende les starten
met het maken van hun uitvinding.
Organisatie les:
- 15 minuten: filmpje + uitleggen opdracht
- 35 minuten: brainstorm + schets + materialen kiezen
Benodigdheden:
- Stappenplan (per groep)
- Instructiefilmpjes (brainstorm, schets en uitvinding maken)
- A3 papieren (brainstorm + schets)
- Materialen: hout, hamers, nagels, piepschuim, mousse, touw, plakband, ballonnen, behangpapier,
oude lakens, kurk, … (Tip: duik eens in je werkplaats)
- Leerlingen kunnen ook materialen van thuis meebrengen
Differentiatie:
- Interessedifferentiatie: Leerlingen die het leuk vinden om te brainstormen, te schetsen, een plan te
bedenken wordt hier aangesproken. Technische leerlingen worden hier aangesproken door de
uitvinding effectief te mogen maken. Ook leerlingen die graag met de computer werken worden hier
aangesproken door de PowerPoint te maken. Ten slotte worden ook leerlingen die graag
communiceren en iets uitleggen, aangesproken. Dit door het presenteren van de uitvinding.
43
DOPPER CHALLENGE: Wij worden echte uitvinders!
Duur les: +/- 50 minuten
WO les 1 (deel 2)
Doelen
Focusdoel: De leerlingen realiseren in groep hun uitvinding. Ze maken een PowerPoint die meer uitleg geeft
over hun uitvinding.
Leerplandoelen: OVSG: WO-TEC-02.12: De leerlingen ervaren de behoefte om een probleem technisch op te lossen. WO-TEC-02.19: De leerlingen tekenen een ruwe schets van de technische realisatie die ze willen maken.
MV-MED-OOW-2.3: De kinderen kunnen voldoende informatie inwinnen over audiovisuele middelen om ze zelfstandig te hanteren. Bron: https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/reader_itembound3.aspx
GO:
3.3.3 (1): Een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen.
3.3.3 (10): Ideeën voor een ontwerp van een eenvoudig technisch systeem verzamelen via een
probleemoplossende denkwijze.
7.3.1: Technische vaardigheden ontwikkelen i.f.v. het hanteren van media. Bron: https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao
ZIll:
IVoz2 Creatief denken en daarbij nieuwe paden durven bewandelen • 2.5-12j Oog hebben voor wat nieuw, origineel is - originele oplossingen bedenken - durven afstappen van het gewone, van wat anderen denken en doen - gericht zijn op originaliteit OWte4 Vanuit een behoefte een technische oplossing bedenken voor een probleem, daarbij de verschillende stappen van het technisch proces doorlopen
• 7-12j Een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen en daarbij de verschillende stappen van het technisch proces doorlopen: het probleem stellen, ontwerpen, maken, in gebruik nemen en evalueren MEva1 Technische en instrumentele computervaardigheden ontwikkelen
• 10-12j Een presentatietoepassing kiezen - een eenvoudige presentatie ontwerpen, opmaken en presenteren
Bron: https://zill-selector.katholiekonderwijs.vlaanderen/#/review
44
Concrete doelen:
De leerlingen realiseren in groep hun uitvinding. De leerlingen maken een PowerPoint die meer informatie geeft over hun uitvinding.
Opdrachtenbundel leerlingen:
Maak een brainstorm van
wat je allemaal kan doen.
Kies uiteindelijk 1 idee.
Maak een schets van jullie
idee.
Schrijf bij jullie schets de
materialen die je wil
gebruiken.
TIP: Ga even kijken naar de
materialen van de juf.
Laat jullie schets zien aan de
juf.
Start met het maken van
jullie uitvinding.
Veel succes!
45
Maak een PowerPoint
waarin je meer informatie
geeft over jullie uitvinding.
Hoe maak je nu ook alweer en PowerPoint presentatie? Check zeker
deze link: https://www.youtube.com/watch?v=HQlm0LqNb-s&t=2s
Presenteer jullie uitvinding
aan de rest van de klas.
Iedereen van de groep moet aan de beurt komen!
Leerkrachtenfiche:
De les gaat door in het klaslokaal en het computerlokaal. Er zullen telkens twee leerlingen
van de groep in de klas zitten om de uitvinding te maken. De andere twee van de groep
zullen in het computerlokaal zitten.
Als het computerlokaal ver verwijderd is van je klas kan je eventueel hulp vragen aan de
zorgjuf om een oogje in het zeil te houden in de computerklas.
Vorige les zijn de leerlingen begonnen met een brainstorm en een schets te maken van hun
uitvinding.
Vandaag gaan ze met hun groep hun uitvinding realiseren. Ze zitten met vier in een groep en
zullen voor deze les de taken moeten verdelen. De uitvinding moet gemaakt worden, maar
er moet ook een PowerPoint gemaakt worden waar meer informatie instaat over de
uitvinding:
- Wat is de naam van jullie uitvinding?
- Hoe zijn jullie op het idee gekomen om die uitvinding te maken?
- Welke materialen heb je gebruikt?
- Hoe werkt de uitvinding precies?
46
Je projecteert deze vragen op het digibord in het computerlokaal zodat de leerlingen weten
wat er in hun PowerPoint moet staan.
Als de leerlingen nog nooit een PowerPoint hebben gemaakt of ze hebben wat opfrissing
nodig van hoe het nu weer allemaal werkt dan kunnen ze klikken op de link in het
stappenplan. Alles wordt nog eens uitgelegd.
De leerlingen spreken eerst af welke twee van de groep er hier blijven en de uitvinding gaan
maken en welke twee naar het computerlokaal gaan om de PowerPoint te maken.
Voor de leerlingen die in de klas blijven zet je de evaluatiecriteria open op het digibord. De
leerlingen worden de volgende les beoordeeld via deze criteria. Op deze manier kunnen ze
hier rekening mee houden.
Voor de leerlingen beginnen, geef je ze eerst allemaal nog een tussentijdse evaluatie.
Iedereen krijgt een blad en vult dit alleen in. (zie bijlage)
Organisatie les:
- 10 minuten: uitleggen van de opdracht van vandaag + evaluatie in groep invullen
- 40 minuten: Uitvinding maken + PowerPoint maken
Benodigdheden:
- Stappenplan (per groep)
- Link om het instructiefilmpje van PowerPoint te bekijken:
https://www.youtube.com/watch?v=HQlm0LqNb-s&t=2s
- Materialen: Materialen: hout, hamers, nagels, piepschuim, mousse, touw, plakband, ballonnen,
behangpapier, oude lakens, kurk, … (Tip: duik eens in je werkplaats)
- Materialen die leerlingen van thuis hebben meegenomen
- Tussentijds evaluatiefiche (zie bijlage)
Differentiatie:
- Interessedifferentiatie: Leerlingen die het leuk vinden om een uitvinding te maken kunnen dit doen.
Andere leerlingen die het leuker vinden om een presentatie te maken kunnen dit doen. De leerlingen
verdelen zelf de taken. Ze kunnen kiezen vanuit hun eigen interesse.
- Niveaudifferentiatie: Leerlingen die niet weten hoe je met PPT moet omgaan, kunnen kijken naar het
instructiefilmpje.
47
BIJLAGE Tussentijds evaluatie fiche: Omcirkel wat van toepassing is. Naam:
1. Ben je tevreden met jullie idee? JA NEE
2. Hebben jullie lang moeten nadenken over een idee? JA NEE
3. Vind je de opdracht moeilijk? JA NEE
4. Zou je nog eens zo een opdracht willen doen? JA NEE
Denk je dat deze uitvinding kans maakt om te winnen? JA NEE
48
DOPPER CHALLENGE: Uitvindingen presenteren!
Duur les: +/- 75 minuten
WO les 1 (deel 3)
Doelen
Focusdoel: De leerlingen presenteren hun uitvinding a.d.h.v. een PowerPointpresentatie.
Leerplandoelen: OVSG: NL-SPR-DV-D03-06-05-01: De leerlingen kunnen, wanneer zij gebruikmaken van een informatiedrager, met eigen woorden verduidelijken voor de luisteraar wat zij hebben gevonden/opgezocht/gemaakt. Bron: https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/reader_itembound3.aspx
GO:
1.1.1 (13): Bereid zijn om op een veilige, doelmatige en verantwoorde manier mondeling te
communiceren via media.
Bron: https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao
ZIll:
TOmn2 Een mondelinge boodschap overbrengen
• Persoonlijk verslag uitbrengen (over een beluisterde of gelezen tekst, een beleefd voorval, een behandeld onderwerp) Bron: https://zill-selector.katholiekonderwijs.vlaanderen/#/review
Concrete doelen: De leerlingen werken hun uitvindingen en presentaties af.
De leerlingen kunnen a.d.h.v. hun PowerPoint een presentie geven over hun uitvinding.
49
Opdrachtenbundel leerlingen:
Maak een brainstorm van
wat je allemaal kan doen.
Kies uiteindelijk 1 idee.
Maak een schets van jullie
idee.
Schrijf bij jullie schets de
materialen die je wil
gebruiken.
TIP: Ga even kijken naar de
materialen van de juf.
Laat jullie schets zien aan de
juf.
Start met het maken van
jullie uitvinding.
Veel succes!
50
Maak een PowerPoint
waarin je meer informatie
geeft over jullie uitvinding.
Presenteer jullie uitvinding
aan de rest van de klas.
Iedereen van de groep moet aan beurt komen.
Leerkrachtenfiche:
Deze les gaat door in het klaslokaal.
De leerlingen krijgen nog 20 minuten de tijd om afwerkingen te doen en hun PowerPoint te
overlopen.
Na 15-20 minuten starten de presentaties. De leerlingen gaan elkaar beoordelen tijdens de
presentaties. Elk groepje krijgt een ander groepje dat ze gaan moeten beoordelen. Het
groepje dat het verslag heeft ingevuld mag meteen na de presentatie de feedback
meedelen. De juf heeft ook een verslag dat ze invult bij elke groep. De juf vertelt ook kort na
elke presentatie wat ze er van vond.
Na de presentaties kan je de leerlingen laten stemmen voor één van de uitvindingen. De
winnende uitvinding wordt ingezonden naar dopper challenge.
Na de presentaties is het tijd voor een korte evaluatie van het “dopper challenge thema”. We hebben nu drie keer 50 minuten aan de uitvindingen en alles daarrond gewerkt. Wat is er nu net blijven hangen bij de leerlingen? De korte evaluatie is een quiz waarbij de leerlingen allemaal een QR-code hebben en op deze manier vragen moeten oplossen.
51
Organisatie les:
- 20 minuten: afwerking + inoefenen presentaties
- 40-45 minuten: presentaties + evaluatie
- 10 minuten: Quiz over het thema dopper challenge via QR Codes
Benodigdheden:
- Evaluatiefiche (zie bijlage)
- QR codes (voor elke leerling een apart CR code)
- Download de app ‘Plickers’ op je gsm.
- Quiz via Plickers: https://www.plickers.com/library
Differentiatie:
- Bij het evalueren worden de leerlingen beoordeeld op meerdere aspecten. Het is naar het totaal
plaatje dat wordt gekeken.
- Leerlingen die spreekangst hebben worden gerustgesteld door met een PowerPoint te presenteren
(hier zal veel aandacht naar gaan). Ook staan ze er als groep en niet alleen.
Bijlage 1: evaluatiefiche Bijlage 2: Quiz via Plickers
52
BIJLAGE 1 Evaluatiefiche: Omcirkel 5 = zeer goed 1 = zwak Groepsleden die presenteren: Groepsleden die evalueren:
5. Wat vind je van het uitzicht van deze uitvinding? 1 2 3 4 5
6. Wat vind je van het idee achter deze uitvinding? 1 2 3 4 5
7. Maakten ze oogcontact met het publiek? 1 2 3 4 5
8. Wat vond je van de PowerPoint ? 1 2 3 4 5
9. Zou deze uitvinding echt kunnen werken? 1 2 3 4 5
Extra feedback:
53
BIJLAGE 2
Quiz via Plickers: https://www.plickers.com/library Hieronder vind je voorbeelden van vragen die ik gekozen heb voor de evaluatie van het thema. Je kan ook meer of minder vragen stellen of andere soort vragen. Je maakt de quiz helemaal zelf en uniek. Je voegt de namen van de leerlingen van je klas in en elke leerling krijgt een unieke QR- code. Deze code druk je af en geef je aan de juiste leerling. Je downloadt de app PLICKERS op je smartphone of tablet en het spel kan beginnen.
54
DOPPER CHALLENGE: Een schone buurt!
Duur les: +/- 75 minuten
WO les 2
Doelen
Focusdoel: De leerlingen gaan a.d.h.v. een zelf omschreven weg afval rapen in de buurt van de school.
Leerplandoelen: OVSG: WO-NAT-08.07: De leerlingen herkennen een aantal afvalfracties en benoemen ze correct. WO-RUI-57: De leerlingen kunnen tijdens uitstappen kaarten oriënteren (met behulp van een kompas). Bron: https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/reader_itembound3.aspx
GO:
3.2.1 (6): Een houding van zorg en respect voor de natuur.
3.2.8 (5): Acties bedenken die zij zelf kunnen uitvoeren om milieubewuster om te gaan met afval,
water, energie.
Bron: https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao
ZIll:
IKwn2 Gewetensvol en verantwoord handelen • 2.5-12j Begrijpen dat afspraken en regels het welzijn van zichzelf, van anderen, van een groter geheel kunnen bevorderen - waarden en normen kunnen hanteren als bijdrage aan het welzijn van zichzelf, van anderen, van een groter geheel OWna7 Ervaren, onderzoeken, vaststellen en illustreren hoe mensen de natuur en het milieu zowel
op een positieve als negatieve wijze beïnvloeden
• 7-12j Ervaren, onderzoeken en vaststellen hoe iets maken vaak leidt tot één of andere vorm van afval - illustreren hoe bepaalde menselijke activiteiten soms schade berokkenen in de vorm van lucht-, water- en bodemverontreiniging, opwarming van de aarde … Bron: https://zill-selector.katholiekonderwijs.vlaanderen/#/review
Concrete doelen: De leerlingen oriënteren zichzelf op een kaart van de omgeving. De leerlingen gaan met behulp van de kaart afval rapen in de eigen omgeving.
55
Opdrachtenbundel leerlingen:
Bekijk de kaart
aandachtig.
Er staan in totaal drie
kringen op de kaart. Dit
zijn plaatsen waar je
naartoe moet. Kunnen
jullie een route bedenken
zodat je langs alle kringen
gaat?
Laat jullie route zien aan
de juf.
Wat neem ik mee naar
buiten?
- Kaart met route
- Afvalprikker
- Fluovest
- Handschoenen
- Vuilzak (1 per
groep)
- Tablet
Met de tablet ga je een foto nemen bij elks van de drie
kringen.
Op de tablet zie je ook het uur. De juf zegt wanneer je terug
in de klas moet zijn.
GO GO GO!
Zorg dat alles spik en span
is straks!
56
Leerkrachtenfiche:
Het eerste deel van de les gaat door in het klaslokaal. Alle leerlingen zitten aan hun bank. De
leerkracht laat een filmpje zien over plasticvervuiling.
Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=VnHos3vHN2o
Na het filmpje stel je een paar vragen aan de leerlingen:
- Wat heb je gezien?
- Wat wist je al?
- Waar ben je van geschrokken?
- Welke oplossing wordt er al in het filmpje aangereikt?
- Kennen jullie nog andere oplossingen?
- …
Tijdens de vorige lessen WO ging het over de dopper challenge. We hebben zelf een
uitvinding ontworpen en deze aan elkaar voorgesteld. Nu zou je eens moeten nadenken over
nog andere alternatieven die we gemakkelijk kunnen doen. De uitvinding is heel leuk, maar
welke zaken kan je dagelijks doen om afval te verminderen?
Leerlingen krijgen 5 minuten de tijd om per twee wat oplossingen voor plastic afval op te
schrijven. Vervolgens mag elk groepje “hun beste oplossing” op het digibord komen
schrijven. Even kort klassikaal overlopen.
Als er al is opgeschreven “plastic oprapen uit de buurt” dan omcirkel je dit. Zo niet, kan je
het zelf nog aangeven als oplossing.
Vertel even kort wat de bedoeling is van de resterende tijd:
Ik ga jullie zo dadelijk in groepen verdelen van vier. Je krijgt per groep een kaartje van mij.
Het is een kaartje van de schoolomgeving. Op elke kaartje staan drie kringen. Dat zijn
plaatsen waar je zeker naartoe moet gaan. Deze kringen liggen niet naast elkaar. Je gaat met
je groep een route moeten bedenken die langs deze drie kringen passeert. Bij elke kring trek
je een foto met de tablet. Je hebt deze tablet ook bij om het uur op af te lezen. We gaan om
(….) uur terug in de klas zijn. Onderweg op jullie route rapen jullie al het afval op dat je
tegenkomt.
Ik heb hier vooraan fluovesten, vuilniszakken, prikkers en handschoenen liggen.
Ik heb ook nog voor iedere groep een “zwerfvuil bingo”. Als je iets tegenkomt dat erop staat
mag je een kruisje zetten bij het juiste prentje.
Je overloopt de afspraken voor onderweg:
- Je vertrekt hier samen en komt ook samen aan. Je laat niemand alleen.
- Je doet wat er van je verwacht wordt. Je volgt je route, raapt afval en komt terug naar school.
- Je neemt het afval niet met blote handen van de grond. Hiervoor heb je een prikker of handschoenen.
- Je speelt niet met de prikkers maar je draagt zorg voor het materiaal.
57
Organisatie les:
- 10 minuten: filmpje + gesprek
- 15-20 minuten: route uitstippelen
- 35 minuten: afval rapen
- 10 minuten: korte bespreking
Benodigdheden:
- Stappenplan (per groep)
- Kaart met drie kringen (per groep) (voorbeeld zie bijlage)
- één stift (per groep)
- Fluovestjes (aanvragen bij gemeente of eigen fluovest)
- Prikkers (aanvragen gemeente)
- Handschoenen (aanvragen gemeente)
- Vuilniszakken (aanvragen gemeente)
- Tablet (één per groep)
- zwerfvuil bingo (zie bijlage)
Nabespreking:
- Wat voor soort vuilnis hebben jullie gevonden? (kijken naar bingo)
- Waren het veel blikjes/schillen/papiertje/….?
- Wat denk je daar nu van nu je dit allemaal hier vooraan ziet?
- Hoe zou dit vuilnis in de zee kunnen belanden?
Differentiatie:
- Interessedifferentiatie: Leerlingen die het leuk vinden om met een kaart te werken, te plannen, te
organiseren, een route uit te stippelen gaan in hun element zijn maar het vuil rapen en de foto’s
nemen bij elk punt kan dan weer totaal andere leerlingen aanpreken.
Algemene tip: Na deze les kan je de beeldles eventueel plannen. Je kan het kunstwerk dan maken uit het gevonden afval.
58
BIJLAGE 1: Voorbeeldkaart met kringen (gemeente Gierle)
Bron: Google Maps
Deze kinderen gaan moeten passeren bij de begraafplaats, de kleuterschool en de apotheker. Ze stippelen zelf een route uit zodat ze langs deze drie plaatsen komen. TIP: Check de plaatsen op voorhand. Ligt er niet veel afval? Neem dan best een andere plaats. Neem ook een plek waar er niet zoveel verkeer is. De kinderen moeten er veilig kunnen rondlopen. Stel dat je school enkel wordt omringd door drukte kan je eventueel naar een park of een rustige buurt wandelen samen met je leerlingen. Daar doen de leerlingen dan dezelfde opdracht terwijl jij als juf bijvoorbeeld op een centrale plaats zit.
59
BIJLAGE 2
Bron: google afbeeldingen
Tip: Plastificeer deze kaart voor elke groep. Geef een stift mee die je daarna terug kan uitwissen op de bingo. Op deze manier kan je ze het jaar daarna nog gebruiken.
60
DOPPER CHALLENGE: Wat heb jij onthouden?
Duur les: +/- 25 minuten
WO afsluiting
Doelen
Focusdoel: De leerlingen herhalen het thema a.d.h.v. een leuk spelletje op de computer/tablet.
Leerplandoelen: OVSG: MV-MED-MO-4.2: De kinderen kunnen mediaproducten aandachtig bekijken en/of beluisteren.
Bron: https://schoolweb.ovsg.be/ovsg/reader_itembound3.aspx
GO:
7.3.9: Informatie verwerken en/of bewaren met behulp van media. Bron: https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/leerplannen/leerplannen-bao
ZIll:
MEmw1 Media enthousiast en positief aanwenden • 6-12j Interesse tonen voor (nieuwe) media en hun mogelijkheden en deze mogelijkheden gebruiken - interesse tonen voor het mediagebruik van anderen - op zoek gaan naar nieuwe media-ervaringen. Bron: https://zill-selector.katholiekonderwijs.vlaanderen/#/review
Concrete doelen: De leerlingen bekijken het spel aandachtig.
De leerlingen koppelen de voorbije lessen aan het spel.
De leerlingen spelen het spel via de tablet/computer.
61
Opdrachtenbundel leerlingen:
Neem een tablet/computer.
Klik op de link. https://learningapps.org/watch?v=pw0tfgggj20
Ontdek samen welk woord
er wordt gezocht.
Klaar? Hoe ging de
opdracht?
Is er nog tijd over? Bekijk
dan de volgende link!
https://learningapps.org/watch?v=pjm8crei220
Kan jij alle woorden vinden in het kruiswoordraadsel?
62
Leerkrachtenfiche:
Deze les gaat door in het klaslokaal als je over tablets beschikt. Als dit niet het geval is
reserveer je de computerklas.
Deze les plan je als laatste les van het thema. Na alle WO lessen, les beeld, les Nederlands en
les wiskunde.
De leerlingen worden per twee gezet. Je kan de groepen op voorhand verdelen of de
leerlingen zelf laten kiezen.
De leerlingen krijgen allemaal een stappenplan waar opstaat wat ze moeten doen. Ze klikken
op de link en krijgen een soort van galgje te zien. Telkens zoeken de leerlingen een woord
dat ze de voorbije lessen hebben geleerd. Sommige woorden zijn makkelijk te vinden omdat
er veel uitleg bijstaat. Andere zijn moeilijker te vinden omdat er minder uitleg bijstaat.
Als alle leerlingen klaar zijn dan kan je even vragen welke duim (zie stappenplan) er het
beste past bij hun prestatie van het spel. Hebben ze het goed gedaan of hebben ze veel
fouten gemaakt? Hoe komt dit? Welk woord heeft bijna iedereen gevonden en welk woord
was heel moeilijk? Wie begrijpt er niet van waar een woord komt? Op deze manier heb jij als
leerkracht een beeld van wat de kinderen nu precies is bijgebleven van het thema en wat er
doorheen geglipt is.
Organisatie les:
- 5 minuten: stappenplan uitdelen + tablets/ naar computerlokaal gaan
- 15 minuten: spel spelen
- 5 minuten: kort overlopen
Benodigdheden:
- Tablets/computers (lln. werken per twee)
- Stappenplan
- Link van het spel: https://learningapps.org/watch?v=pw0tfgggj20
- Link van het spel (snelle leerlingen): https://learningapps.org/watch?v=pjm8crei220
Differentiatie:
- Tempodifferentiatie: De leerlingen krijgen ongeveer 15 minuten de tijd om de woorden te vinden. Er
gaan leerlingen zijn die hier sneller mee klaar zijn. Deze leerlingen kunnen aan een volgend spel
beginnen: https://learningapps.org/watch?v=pjm8crei220
- Niveaudifferentiatie: Er zijn woorden moeilijker te vinden dan anderen. Hier zit een duidelijke
differentiatie in de woorden.
63
Leuke weetjes over plasticvervuiling:
Deze weetjes zijn ook telkens op een leuke manier gefilmd. Klik op de link
onder het weetje om het filmpje te bekijken.
1. Wist je dat: Plastic wel duizenden jaren kan blijven bestaan. https://www.youtube.com/watch?v=RKLaEHRVTSo
2. Wist je dat: Er 12 miljoen kilo plastic per dag in zee komt. https://www.youtube.com/watch?v=-lgFL3QYZ6s
3. Wist je dat: Als we niks aan de plasticvervuiling doen er tegen 2050
meer plastic in de zee zwemt dan vis. https://www.youtube.com/watch?v=f8_HFK2yvwU
4. Wist je dat: Er dagelijks wereldwijd 500 miljoen rietjes worden
weggegooid. https://www.youtube.com/watch?v=UwcwWZHsWAM
5. Wist je dat: Slechts 5 procent van het afval echt wordt gerecycleerd.
De rest gaat naar stortplaatsen of de zee. https://www.youtube.com/watch?v=Her1REqEQ_U
6. Wist je dat: Er elk jaar een miljoen zeevogels sterven aan plastic op
het strand. https://www.youtube.com/watch?v=FIgHXMFCR80
7. Wist je dat: Vanaf 2021 plastic verboden gaat worden (rietjes,
bordjes, bekertjes,…). https://www.youtube.com/watch?v=ftasteLtkbo
8. Wist je dat: Plastic giftige stoffen aantrekt. Vissen eten het op en
mensen eten vis. https://www.youtube.com/watch?v=4UqJWXjPpzs
9. Wist je dat: Jij een groot verschil kan betekenen. Vervang zelf een
plastic flesje door een leuke dopper! https://www.youtube.com/watch?v=bphSYsV8434
Bronnen: - https://www.hetkanwel.nl/2015/03/01/10-schokkende-feiten-over-plastic-en-wat-
eraan-gedaan-wordt/. Geraadpleegd op 29 april 2020.
- https://www.plasticsoupfoundation.org/plastic-probleem/feiten-en-
cijfers/plasticcijfers/. Geraadpleegd op 29 april 2020.
- https://retulp.nl/plastic-oceaan-5-feiten/. Geraadpleegd op 29 april 2020.
- https://amanprana.eu/Amanprana-blog/lifestyle/mei-plasticvrij/. Geraadpleegd op
29 april 2020.
64
- https://www.europarl.europa.eu/news/nl/headlines/society/20181005STO15110/
plasticsoep-feiten-gevolgen-en-aanpak. Geraadpleegd op 29 april 2020.
Differentiatie:
Leerlingen die sterk zijn in taal, kan je de weetjes laten lezen via de linken op het internet.
Leerlingen die zwakker zijn in taal kunnen op de link klikken om een
filmpje te beluisteren over het weetje. In de filmpjes wordt het weetje
kort aangehaald waarbij ik op een creatieve manier het weetje nog extra in de verf zet. Op deze manier zal dit beter blijven hangen bij de
leerlingen.
65
Boekentips over plastic(vervuiling):
1. Abbing Roscam, M. (2018). Plastic Soup atlas. Uitgeverij: Lias B.V.
2. mcCallum, W. (2019). Hoe je stopt met plastic. Uitgeverij: Boekerij.
3. Van den Brink, A. (2018). Plasticsoep is troep! Uitgeverij: Zwijsen.
4. Goossens, J. ((2009). Plastic Soep. Uitgeverij: Lemniscaat.
5. Fix, A. (2009). Plastic. Uitgeverij: Corona.
6. Schutten, J. P. (2011). Groeten uit 2030: Van plasticsoep tot
allesmakers. Uitgeverij: Davidsfonds/infodok.
7. Parker, S. (2001). Plastic. Uitgeverij: Biblion.
8. Langley, A. (2010). Plastic. Uitgeverij: Biblion.
9. Kaufmann , B. (2014). Het lekkerste knutselboek: knutselen plastic
cupjes van Danone. Uitgeverij: Manteau.
10. Mulligan, A. (2014). Trash: Je weet nooit wat je tussen het
afval vindt… Uitgeverij: Gottmer.
11. Paul, C. (2019). Grijp de macht! : zo kun jij de wereld
verbeteren. Uitgeverij: Kluitman.
12. Inskipp, C. (2006). Afval en recycling. Uitgeverij: Corona.