Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC...

7
U kunt ook bijgaande bon uitprinten en ingevuld opsturen naar: Abonnementenadministratie De Levende Natuur, Antwoordnummer 134 6700 VB Wageningen. Tel. 0317 - 46 64 39 [email protected] U kunt zich abonneren via onze website ik wil graag een abonnement op De Levende Natuur naam: _____________________________________________________________ adres: _____________________________________________________________ postcode: ____________ woonplaats: _______________________________________ e-mail: ________________________________ tel.: __________________________ Ik machtig De Levende Natuur om het totale aangekruiste bedrag van mijn rekening af te schrijven: bank/giro: _____________________________________________________________ datum: ___________________ handtekening: Graag aankruisen: proefabonnement 9,90 (drie nummers) particulier 29,50 (NL + B) – overige landen 35,- instelling/bedrijf 50,- student/promovendus 9,90* * (max. vier jaar; graag kopie college- of PhD kaart bijvoegen) Na vier jaar gaat dit abonnement automatisch over in een regulier abonnement. De prijsontwikkeling kan het stichtingsbestuur dwingen de tarieven aan te passen. Tevens bent u gerechtigd om uw bank opdracht te geven het bedrag binnen 30 dagen terug te boeken. JA www.delevendenatuur.nl Hierna volgend artikel is afkomstig uit: Doelstelling van ’De Levende Natuur’ Het informeren over ontwikkelingen in onderzoek, beheer en beleid op het gebied van natuurbehoud en natuur- beheer, die van belang zijn voor Nederland en België. De artikelen zijn vooral gebaseerd op eigen ecologisch onderzoek, ervaring of waarneming van de auteurs. De Levende Natuur verschijnt 6x per jaar, waaronder tenminste 1 themanummer. Meer informatie op: www.delevendenatuur.nl

Transcript of Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC...

Page 1: Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC om is 25fb r u01 t-v o e ri nga V d (EG) .1 06 9/2 vanh e tEu r op sP lm dR - ...

U kunt ook bijgaande bon uitprintenen ingevuld opsturen naar:

AbonnementenadministratieDe Levende Natuur,

Antwoordnummer 1346700 VB Wageningen.

Tel. 0317 - 46 64 [email protected]

U kunt zichabonneren via

onze website

ik wil graag een abonnement op De Levende Natuur

naam: _____________________________________________________________

adres: _____________________________________________________________

postcode: ____________ woonplaats: _______________________________________

e-mail: ________________________________ tel.: __________________________

Ik machtig De Levende Natuur om het totale aangekruiste bedragvan mijn rekening af te schrijven:

bank/giro: _____________________________________________________________

datum: ___________________ handtekening:

Graag aankruisen:

proefabonnement – € 9,90 (drie nummers)

particulier – € 29,50 (NL + B) – overige landen € 35,-

instelling/bedrijf – € 50,-

student/promovendus – € 9,90* * (max. vier jaar; graag kopie college- of PhD kaart bijvoegen)

Na vier jaar gaat dit abonnement automatisch over in een regulier abonnement.

De prijsontwikkeling kan het stichtingsbestuur dwingen de tarieven aan te passen.

Tevens bent u gerechtigd om uw bank opdracht te geven het bedrag binnen 30 dagen terug te boeken.

JAwww.delevendenatuur.nl

Hierna volgend artikel is afkomstig uit:

Doelstelling van ’De Levende Natuur’ Het informeren over ontwikkelingen

in onderzoek, beheer en beleid op het gebied van natuurbehoud en natuur-

beheer, die van belang zijn voor Nederland en België.

De artikelen zijn vooral gebaseerd op eigen ecologisch onderzoek, ervaring

of waarneming van de auteurs. De Levende Natuur verschijnt 6x per jaar,

waaronder tenminste 1 themanummer. Meer informatie op:

www.delevendenatuur.nl

Page 2: Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC om is 25fb r u01 t-v o e ri nga V d (EG) .1 06 9/2 vanh e tEu r op sP lm dR - ...

198 | De Levende Natuur - jaargang 114 - nummer 5

Diverse gewervelde aaseters, waaronder desinds 2006 in Flevoland broedende Zeearend(Haliaeetus albicilla), zo’n 150 soorten vliegen(Huijbregts, pers. med.), circa 750 keversoor-ten (kader 1), alsmede een gevarieerd gezel-schap aan spinnen, hooiwagens, springstaar-ten, pissebedden, duizendpoten, mijten, vlin-ders, sprinkhanen, sluipwespen, bijen, hom-mels, mieren, wantsen en ringwormen(Smith, 1986; van Wielink, 2004; Gu et al.,in druk; Colijn, in druk; fig. 1) hebben inmeer of mindere mate baat bij een perma-nent aanbod van kadavers in de natuur.Kleine kadavers van bijvoorbeeld (spits)-

muizen en konijnen blijven (uiteraard) alsinds jaar en dag liggen in de natuur.Op het opzettelijk laten liggen van groteredode dieren zoals Ree (Capreolus capreolus),Dam- (Dama dama) en Edelhert (Cervuselaphus), Wild zwijn (Sus scrofa) en metname Paard (Equus caballus) of rund (Bostaurus) rust nog steeds een vrij groot taboe.Zowel emotioneel als wettelijk bestaan enigeobstakels. Eerstgenoemde zijn in de regelsubjectief en voor zover objectief grotendeelsweerlegd. Daarnaast biedt de wetgevingtegenwoordig diverse mogelijkheden voorhet laten liggen van dode dieren.

Emotioneel kaderDode dieren worden door velen geassocieerdmet voor de mens gevaarlijke ziektes. Vooralagrariërs zijn bevreesd voor veeziektes.Diverse dierenbeschermingsorganisaties lijkenzich het liefst geheel af te willen sluiten voorde dood in de natuur. De meeste argumententegen het laten liggen van kadavers in denatuur zijn echter inmiddels in diverse onder-zoeken weerlegd (Groot-Bruinderink et al.,2007; Voedsel en Waren Autoriteit, 2009).Het gevaar voor de mens is op dit ogenblikzeer klein. Bij keveronderzoekers die inNederland al enige jaren intensief contacthebben met kadavers (foto 1) zijn nooit ziekte-verschijnselen opgetreden die verband houdenmet dit onderzoek (eigen waarnemingen).Volgens de Voedsel en Waren Autoriteit(2009) dient alleen rekening gehouden teworden met aanraking van kadavers en hand-mond gedrag waarbij men eventueel eenparasitaire infectie zou kunnen oplopen.De kans hierop lijkt, gezien het afschrikwek-

Zonder dood, minder levenRuimte voor aas(fauna) in het natuurbeheer

Ed Colijn & Bart BeekersDood hout hoort thuis in de natuur, omdat het een grote waarde heeft voor de

verscheidenheid aan plant- en diersoorten. Maar ook dood dierlijk materiaal kan een

belangrijke bijdrage leveren aan deze biodiversiteit. Diverse gewervelde aaseters en

meer dan duizend soorten ongewervelden kunnen van en in dit mini-ecosysteem

leven. Rond het opzettelijk laten liggen van dode dieren bestaan echter nog diverse

onduidelijkheden. Dit artikel biedt een samenvatting van het emotionele, wettelijke

en ecologisch kader waarbinnen beheerders zich kunnen bewegen in de omgang

met kadavers in hun terreinen en hoopt daarmee een bijdrage te leveren aan de

acceptatie van de aanwezigheid van dode dieren in de Nederlandse natuur.

Foto 1. Keveronder-zoekers bij eenkadaver van eenWild zwijn in de

Meinweg(foto: Bart Beekers).

Page 3: Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC om is 25fb r u01 t-v o e ri nga V d (EG) .1 06 9/2 vanh e tEu r op sP lm dR - ...

De Levende Natuur - september 2013 | 199

kende karakter van de stinkende kadavers,echter zeer klein. Om de risico’s voor recre-anten totaal te vermijden zouden beheerdersinformatieborden kunnen plaatsen met daar-op de melding dat in het gebied kadaverskunnen liggen, dat het onverstandig is dezeaan te raken en dat het daarom verboden ishonden los te laten lopen (foto 2). Bij hetoptreden van veranderende risico’s kan hetbeleid eventueel worden bijgesteld en tijdelijkafgeweken worden van het laten liggen vansoortspecifieke kadavers.Groot-Bruinderink et al. (2007) concluderendat de veterinaire risico’s zeer beperkt zijnen tot minimale proporties kunnen wordenteruggebracht, indien voldaan wordt aanenkele randvoorwaarden zoals het aanhoudenvan bufferzones bij robuuste verbindingen,het monitoren van de diergezondheid van dewilde dieren en het weren van loslopendehonden. De Voedsel en Waren Autoriteit(2009) concludeert zelfs dat bij uitbrakenvan dierziekten wilde populaties eerderslachtoffer zullen zijn van de infectie dan debron en dat de veterinaire risico’s verwaar-loosbaar zijn. Alleen in het geval van over-slaan van dierziekten vanuit de veehouderijnaar de wilde populatie zou het laten liggenvan kadavers een gevaar kunnen gaan vor-men voor de veestapel. In de praktijk wordenkadavers in de natuur efficiënt opgeruimd.De aanwezigheid van een complete aaseter-gemeenschap versnelt dit proces aanzienlijk.Uit ervaringen in de Oostvaardersplassen enrecent in de Amsterdamse Waterleidingduinenblijkt dat bij het publiek en diverse dieren-beschermingsorganisaties grote weerstandontstaat bij massale sterftes. Deze emotio-nele reacties zijn vrijwel niet te weerleggenen kunnen alleen door het leveren van goedeinformatie over het gevolgde beheer enigs-zins gekanaliseerd worden. Meeusen (2001)

bracht overigens aan het licht dat de meestemensen het zien lijden van een dier ergervinden dan het zien van een dier dat reedsdood is. Individuele kadavers leiden in deregel ook tot veel minder weerstand. Eendeel van het publiek reageert afstandelijk,soms walgend, een ander deel staat vrij neu-traal ten opzichte van het fenomeen. Er isechter tevens een grote groep die zeer geïn-teresseerd is en meer wil weten, zeker alsze vooraf of ter plekke geïnformeerd worden(Meeusen, 2001; eigen waarnemingen).Goede voorlichting en de organisatie vanexcursies zouden bij kunnen dragen aan eengrotere acceptatie van de dood in de natuur.

Wettelijk kaderIn Europa is sinds de BSE-crisis verordening1774/2002 van kracht. Deze verplicht eigena-ren van ‘gehouden landbouwhuisdieren’ inEuropa tot het ruimen van gestorven dieren.De runderen en paarden die tegenwoordigals grazers worden ingezet in diverse natuur-gebieden vallen in principe onder deze cate-gorie landbouwhuisdieren. Wilde dieren val-len buiten deze wetgeving en mogen der-halve in de natuur blijven liggen. De invoe-ring van de verordening had verstrekkendegevolgen voor de populaties gieren, arendenen wouwen in Europa (Iñigo & Atienza,2007) en werd daarom een jaar later enigs-zins versoepeld. Vijf landen verkregen mid-dels een amendement toestemming om aan-gewezen vogelsoorten met kadavers van(gehouden) landbouwhuisdieren te voeren.Voor de overige landen en fauna werd in eer-ste instantie geen uitzondering gemaakt. Inde meest recente Europese verordening(EUR-Lex, 2011) wordt echter verwezen naaralle soorten van de Habitat- en Vogelrichtlijnals soorten die voor deze speciale regeling inaanmerking komen. Daaronder valt onder

andere de sinds 2006 in Nederland broe-dende Zeearend die als paraplusoort zoukunnen fungeren voor andere kadaverafhan-kelijke soorten. Concreet betekent dit voorbeheerders dat wettelijk alle als ‘wild’ gekwa-lificeerde dieren kunnen blijven liggen in denatuur en dat voor projecten gericht opHabitat- en Vogelrichtlijnsoorten zelfs ont-heffing zou kunnen worden verkregen voorkadavers van als ‘gehouden’ gekwalificeerdedieren.

Ecologisch kaderIn elk beheer is variatie evident. Bij het latenliggen van kadavers als beheermaatregel ishet van belang dat dit in diverse terreintypengebeurt. De kadaverfauna van open plekkenverschilt belangrijk van die van bossen. Ookde bodem speelt een belangrijke rol: op zandtreft men een heel ander soortenspectrumaan dan op zware klei. Een derde biotischefactor is de mate van beschaduwing.Warmte- en droogteminnende soorten zullenhun weg weten te vinden naar een duinpan,maar afwezig zijn in een nat broekbos. Ver-der dient het kadaver het complete afbraak-proces te kunnen voltooien. Een deel van desoorten leeft namelijk op of in verse kadavers,andere soorten zijn afhankelijk van doormaden aangetaste kadavers en weer anderenvan botten en huid.Tenslotte is het aan te raden te zorgen voorspreiding van kadavers in de natuur. In eennatuurlijke situatie zorgen grote roofdierenals Lynx (Lynx lynx) en Wolf (Canis lupus) jaar-rond voor de aanwezigheid en spreiding vanaas in het landschap. Een beperkt aantallocaties waar vrijwel altijd aas te vinden is,kan leiden tot verjaging van aaseters doordominante soorten of onderlinge concurren-tie tussen soorten. Zo concluderen Cortés-Avizanda et al. (2012) dat Vale gieren (Gypsfulvus) in Spanje vaste voerplekken monopo-liseren. Op de Veluwe is door Bijlsma (2012)waargenomen dat groepen jonge Raven(Corvus corax) de destijds vaste kadaver-locaties monopoliseerden, waardoor lokaalbroedende paren het nakijken hadden. Ditpleit voor het gebruik van meerdere kadaver-locaties en het minder voorspelbaar makenvan deze locaties.

De praktijkDe eerste terreinbeheerder die het besluitnam om grote gestorven dieren niet langeruit de natuur te verwijderen was Staatsbos-beheer. In 1996 verwierf deze organisatie eenontheffing van de Destructiewet om in deOostvaardersplassen en de Slikken van Flak-kee in het kader van ecologisch beheer een

Foto 2. Informatiepaneel‘Dood doet leven’ inhet Stramprooierbroek(foto: Denis Frissen).

Zie pagina 200-201

Page 4: Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC om is 25fb r u01 t-v o e ri nga V d (EG) .1 06 9/2 vanh e tEu r op sP lm dR - ...

200 | De Levende Natuur - jaargang 114 - nummer 5

Page 5: Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC om is 25fb r u01 t-v o e ri nga V d (EG) .1 06 9/2 vanh e tEu r op sP lm dR - ...

De Levende Natuur - september 2013 | 201

Fig. 1. Zoekplaat kadaverfauna.Deze is gratis verkrijgbaar op

www.dooddoetleven.nl.

Page 6: Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC om is 25fb r u01 t-v o e ri nga V d (EG) .1 06 9/2 vanh e tEu r op sP lm dR - ...

202 | De Levende Natuur

Foto 3. Kadaver van een Ree metongewervelde bewoners in Koren-

burgerveen (foto: Frank van Nunen).

Foto 4. Ontholestes murinus, eencarnivore kortschildkever die vaak

te vinden is op kadavers(foto: Ed Colijn).

Foto 5. Thanatophilus rugosus, éénvan de Echte aaskevers, met larvenop een kadaver (foto: Ed Colijn).

Kader 1. KadaverkeversAaskevers vormen de meest karak-teristieke aan kadavers gebondenkeverfamilie. De familie bestaat uittwee subfamilies: de Echte aaske-vers (Silphinae) en de Doodgravers(Nicrophorinae). Laatstgenoemdenzijn voor hun voortplanting afhan-kelijk van kleine kadavers en ken-nen een zeer unieke levenswijze.De kevers begraven namelijk kleinedode dieren zoals (spits)muizenen mollen, leggen hun eitjes inhet begraven materiaal en kennenzelfs broedzorg voor de larven.De Echte aaskevers vormen eengroep kevers met zeer verschil-lende levensbehoeften. Een deeldoet zijn naam eer aan en leeft vanaas, maar zeker vijf van de ledenvan deze subfamilie leeft van rup-sen, slakken of zelfs plantaardigmateriaal. De aan aas gebondensoorten zijn meer dan de Doodgra-vers gebonden aan grote kadavers.Maar niet alleen de aaskevers zijnbewoners van kadavers. Het leef-gebied van het dode dier vormteen rijk micro-ecosysteem op zichmet: aasetende; zich op aas voort-plantende; aan bot, haar en verengebonden; op maden, mijten enandere kevers prederende; vanrottende materialen en schimmelslevende; en zelfs op vliegenpoppenparasiterende soorten (foto 3, 4 & 5).

Page 7: Doelstelling van ’De Levende Natuur’ … · 2016. 5. 14. · V e rod nig(EU) . 14 2/0 v and eC om is 25fb r u01 t-v o e ri nga V d (EG) .1 06 9/2 vanh e tEu r op sP lm dR - ...

De Levende Natuur - september 2013 | 203

kleinschalig kadaverexperiment mogelijk temaken met de daar aanwezige runderen enpaarden. Helaas werd deze ontheffing nabezwaren van boerenorganisaties binnen eenjaar al weer ingetrokken, omdat het ministe-rie van LNV niet op de juiste gronden tot ditbesluit was gekomen (van Hoogstraten,1997) .Natuurmonumenten volgde in 2000 met hetbesluit om geschoten wild niet langer te ver-wijderen uit de Veluwezoom. Door onduide-lijkheid in de wetgeving werden de dodeSchotse Hooglanders in het gebied in prin-cipe nog steeds afgevoerd, alhoewel eenlatere uitspraak van de rechter, in 2009 nogeens bevestigd door minister Verburg, duide-lijk maakte dat de runderen en paarden in deOostvaardersplassen en de Veluwezoom alsinds de publicatie van de Leidraad Grotegrazers (LNV, 2000) niet meer tot de catego-rie landbouwhuisdieren, maar tot de wildedieren worden gerekend en dus ook nietonder verordening 1774/2002 vallen.De huidige praktijk is er één van het polder-model. Beheerders mogen dode wilde dierenlaten liggen, maar moeten gestorven ‘gehou-den landbouwhuisdieren’ (paarden en runde-ren) in principe nog steeds ruimen. In grotenatuurgebieden met de beheersstrategie‘nagenoeg natuurlijk’ die aan de criteriavoldoen uit de Leidraad Grote grazers (LNV,2000) hoeven beheerders niet meer te vol-doen aan de Regeling Identificatie & Regi-stratie of het paardenpaspoort en worden degrote grazers als wilde dieren beschouwd enook niet geoormerkt. Op dit moment geldtdat in ieder geval voor de Nationale ParkenOostvaardersplassen en Veluwezoom. Indeze gebieden kunnen de terreinbeheerdersook de paarden en runderen laten liggen envolstaan met het treffen van maatregelendie besmettingsgevaar onder landbouwhuis-dieren vermijden (LNV, 2000).

Ruimte voor aas(fauna)Tegenwoordig wordt behalve in boven-genoemde gebieden ook op diverse anderelocaties in Nederland rekening gehoudenmet de aasetergemeenschap, zoals bijvoor-beeld het Leuvenumse Bos, Kootwijk, hetDrents-Friese Woud en Korenburgerveen.Wilde (hoef)dieren die afkomstig zijn vanaanrijdingen en afschot, krijgen in dezegebieden een laatste rustplaats. Het project‘Dood doet Leven’ (www.dooddoetleven.nl)timmert daarvoor ook flink aan de weg.In 2011-2012 zijn in de provincie Limburgdiverse voorbeeldgebieden opgestart metnatuurorganisaties. In samenwerking metweg-, wild- en terreinbeheerders vindenaangereden wilde dieren (o.a. Ree en

Wild zwijn) hun weg terug naar de natuur.‘Dood doet Leven’ streeft ernaar om kada-vers van grote dieren weer een plek te gevenin de natuur. Hiervoor is een aantal stappenbelangrijk. Met organisaties die verantwoor-delijk zijn voor het opruimen van aangeredenwilde dieren kunnen afspraken gemaakt wor-den. Uitbreiding van het aasaanbod is ookmogelijk door een percentage van het gerea-liseerde afschot (wilde hoefdieren) te latenliggen en/of de ingewanden en slachtafval.Aaseters varen er immers wel bij. In deze lijnpast het ook om afspraken te maken over hetgebruik van loodvrije patronen om loodver-giftiging van aaseters te voorkomen (Bos etal., 2012). Bij onze oosterburen zijn de lood-houdende kogels al vervangen. Directe aan-leiding is de sterfte van aasetende Zeearen-den door loodvergiftiging (Smit, 2012). InNederland zijn delen van de Veluwe al lood-vrij, nu nog de rest van Nederland.

LiteratuurBijlsma, R., 2012. Mijn roofvogels. UitgeverijAtlasContact, Amsterdam/Antwerpen.Bos, N., K. Leliveld, B. Beekers & H. Meertens,2012. Aandacht voor kadavers in de natuur.Zoogdier 24 (1): 1-4.Colijn, E.O., in druk. Kevers op kadavers inNederland, the state of the art. EntomologischeBerichten.Cortés-Avizanda, A., R. Jovani, M. Carrete &J.A. Donázar, 2012. Resource unpredictabilitypromotes species diversity and coexistence in anavian scavenger guild: a field experiment. Ecology93: 2570-2579.EUR-Lex, 2011. Verordening (EU) nr. 142/2011van de Commissie van 25 februari 2011 tot uit-voering van Verordening (EG) nr. 1069/2009van het Europees Parlement en de Raad tot vast-stelling van gezondheidsvoorschriften inzake nietvoor menselijke consumptie bestemde dierlijkebijproducten en afgeleide producten en tot uit-voering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad watbetreft bepaalde monsters en producten die vrij-gesteld zijn van veterinaire controles aan degrens krachtens die richtlijn.http://eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2011:054:0001:0254:NL:PDFGroot Bruinderink, G.W.T.A., J.J. Snoep &R.J.H.G. Henkens, 2007. Veterinaire risico’s enmogelijkheden voor recreatief medegebruik vaneen robuuste verbinding tussen de Oostvaarders-plassen en het Horsterwold. Alterra-rapport 1554.Alterra, Wageningen.Gu, X., D. Haelewaters, R. Krawczynski, S. Van-poucke, H.G. Wagner & G. Wiegleb, in druk.Carcass ecology more than just beetles. Entomo-logische Berichten.Hoogstraten, S. van, 1997. Intrekking ontheffin-gen Destructiewet. Staatscourant 182: 9.

Iñigo, A. & J.C. Atienza, 2007. Impact of Regula-tion 1774/2002 and European Commission deci-sions in 2003 and 2005 on carrion-feeding birdsin the Iberian Peninsula, and possible solutions.SEO/BirdLife.LNV, 2000. Leidraad grote grazers. Ministerie vanLandbouw, Natuurbeheer & Visserij, Den Haag.Meeusen, Chr., 2001. Leven na de dood. Eeninventarisatie naar de verschillende aspecten vanhet laten liggen van hoefdierkadavers in groot-schalige natuurterreinen in Nederland. Afstudeer-verslag Hogeschool Delft.Smit, J.M., 2012. Loodvrije patronen? Goed koperis een goede koop! De Nederlandse Jager 20/21:50-51.Smith, K.G.V., 1986. A manual of forensic ento-mology. Trustees of the British Museum (NaturalHistory).Voedsel en Waren Autoriteit, 2009. Advies inzakerisico’s kadavers in natuurgebieden van de direc-teur bureau Risicobeoordeling aan de Ministervan LNV en de Minister van VWS. Voedsel enWaren Autoriteit – Bureau Risicobeoordeling.Wielink, P.S. van, 2004. Kadavers in De Kaai-stoep: de natuurlijke successie van kevers enandere insecten in een vos en een ree. Entomolo-gische Berichten 64: 34-50.

SummaryWithout death, less life – more chances forcarrion fauna in nature conservationThe importance of dead wood for biodiversity isgenerally understood and accepted. For dead ani-mal matter this is not the case, although variousvertebrate carrion feeders and a large number ofinvertebrates live of or in this mini-ecosystem.This paper presents a review of the Dutch emo-tional, legal and ecological framework relating tocarrion management in nature reserves andhopes to contribute to the acceptance of deadanimals in nature in The Netherlands.

DankwoordWe danken Dennis Frissen en Frank van Nunenvoor het beschikbaar stellen van hun foto’s. Debeheerders van diverse natuurgebieden bedankenwe voor het delen van informatie omtrent hetlaten liggen van kadavers en de medewerking bijhet opzetten van de diverse locaties.

E.O. ColijnEIS-NederlandPostbus 95172300 RA [email protected]

B. BeekersARK NatuurontwikkelingPostbus 216997 ZG Hoog [email protected]