Docentenrollen en ICT - Hbo-opleidingen … of kennisconstructie. In de komende jaren willen meer...
Transcript of Docentenrollen en ICT - Hbo-opleidingen … of kennisconstructie. In de komende jaren willen meer...
UNIVERSITEIT UTRECHT
Docentenrollen en ICT Onderzoek naar de veranderende docentenrollen door het
gebruik van ICT
8 april 2008
Student Jolanda van Leeuwen (3085198)
Studie-onderdeel Masterthesis Onderwijskundig ontwerp & advisering
1e beoordelaar Dr. G. Erkens
2e beoordelaar Drs. J. Jaspers
Opdrachtgevers Mr. Drs. F. Brekelmans van de Algemene Onderwijsbond
Dr. G. Wijngaards van het E-lectoraat INHOLLAND
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 2 -
Voorwoord
“Toen ik besefte dat je best veel zelf kunt maken braken er gouden tijden aan.”¹
De bovenstaande uitspraak sluit goed aan op het gevoel wat ik had tijdens het afronden van mijn
masterthesis. Vaak had ik een onzeker gevoel maar uiteindelijk kan ik met opluchting en een zucht
zeggen dat ik er “klaar” mee ben!
Hier ligt dan mijn masterthesis over de veranderende rollen van docenten door het gebruik van ICT.
Tijdens mijn studie onderwijskunde werd mij duidelijk dat ICT een zeer belangrijke plaats heeft
veroverd in het onderwijs. De verwachtingen omtrent ICT-gebruik in het onderwijs zijn dan ook veel
belovend (Vier in balans monitor, 2007). Als onderwijskundige zou ik mij in de toekomst graag bezig
houden met deze ontwikkelingen. Door mijn interesse op dit gebied sprak het onderzoek wat de
Algemene Onderwijsbond in samenwerking met INHOLLAND aanbood mij aan.
Ik heb deze twee instellingen gedurende het onderzoek beter leren kennen en heb dit als een zeer
leerzame werkomgeving ervaren. Ik wil bij deze dan ook Frans Brekelmans van de AOb bedanken
voor de vrijheid, werkmogelijkheden en begeleiding die hij mij geboden heeft. Daarnaast wil ik de
heren van het E-lectoraat van INHOLLAND, Guus Wijngaards, Bas van Goozen, Pieter Swager en Jos
Fransen bedanken voor het vrij maken van hun kostbare tijd om mij te voorzien van goede feed-back
en tips tijdens mijn onderzoek. Ook wil ik mijn begeleider Gijsbert Erkens bedanken voor zijn
professionele blik op het onderzoek en de verhelderende gesprekken die hij met mij heeft gevoerd op
momenten waar voor mij het onderzoek een ‘zwarte vlek’ was. Tenslotte wil ik alle respondenten die
mee hebben gewerkt aan dit onderzoek bedanken.
Jolanda van Leeuwen
¹Citaat uit Loesje (2003)
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 3 -
Samenvatting
Het onderzoek is uitgevoerd voor de Algemene Onderwijsbond en INHOLLAND. In het onderzoek is
een poging gedaan om veranderende docentenrollen door het gebruik van ICT aan te tonen door een
antwoord te zoeken op de hoofdvraag; ‘In hoeverre veranderen de rollen van de docent wanneer zij
gebruik maken van ICT in het onderwijs? Met daarbij drie deelvragen betreffende de
onderwijssectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het middelbaar beroeps onderwijs.
Om een antwoord te krijgen op deze vragen werd er aan de hand van de geschreven literatuur over
docentenrollen een vragenlijst opgesteld en naar 600 leden van de Algemene Onderwijsbond gestuurd.
Naast deze vragenlijsten is er data verkregen door middel van zes semi-gestructureerde interview.
Aan de hand van de resultaten waarbij de respondenten van de vragenlijst werden vergeleken op hun
computervaardigheid (gevorderd of in ontwikkeling) en hun ICT-gebruik bij de docentenrollen
uitvoerder, ontwerper, onderzoeker, teamlid/begeleider en lerende professional zijn er conclusies
getrokken. Uit het onderzoek is gebleken dat in alle onderwijssectoren iedere docentenrol wel
verandert. De mate van verandering verschilt per rol en per onderwijssector. Er kan geconcludeerd
worden, hoe vaardiger de docent wordt in het gebruik van computers hoe meer hij dit ook in zal gaan
zetten in de praktijk. In het primair onderwijs en voortgezet onderwijs bleek dit het geval te zijn bij de
rol als uitvoerder en ontwerper. Bij deze rollen verschilden de respondenten in ontwikkeling en de
gevorderde respondenten gemiddeld significant op het gebruik van ICT. In het middelbaar beroeps
onderwijs werd er een significant verschil gevonden tussen deze twee groepen bij de rol als ontwerper
en onderzoeker. Naast deze conclusies zijn er aannames uitgesproken op basis van de inventariserende
items van de vragenlijst en de afgenomen interviews.
Het onderzoeksverslag wordt afgesloten met een kritische blik op het onderzoek met daarop volgend
aanbevelingen voor een eventueel vervolgonderzoek op de volgende onderzoeksaspecten;
onderzoeksdesign, verdiepend literatuuronderzoek, onderzoeksgroep, vragenlijst en interviews.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 4 -
Inleiding
Het gebruik van ICT in het onderwijs is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Hoewel het leerproces
nog altijd op de eerste plaats komt in het onderwijs en in de tweede plaats welke middelen er daarbij
worden ingezet (Wijngaards,2007). Hoewel ICT een hulpmiddel is kunnen door het inzetten hiervan
positieve efffecten optreden zoals verbetering van leerprestaties van leerlingen, gemotiveerde houding
van leerlingen maar ook verschillende didactische benaderingen zoals zelfstandig werken maar ook
samenwerkend werken (Vier in balans monitor, 2007). Het is een feit dat docenten goede
vaardigheden en inzichten moeten hebben om de bovengenoemde effecten te bereiken met behulp van
ICT. Het overdragen van een leerproces met behulp van ICT komt op de docent neer. Het beroep als
docent kent bepaalde rollen die hij dient aan te nemen om op een vakbekwame manier te handelen.
Maar wat gebeurd er met deze rollen wanneer ICT een grotere rol gaat spelen in het onderwijs? Zullen
er veranderingen plaats vinden? Verdwijnen er rollen? Krijgen bepaalde rollen een andere betekenis of
wellicht een belangrijkere betekenis?
In dit onderzoek zullen deze vragen achterliggende gedachten zijn maar wel als een rode draad door
dit onderzoek lopen. Het onderzoek is in opdracht van de Algemene Onderwijsbond en INHOLLAND
uitgevoerd. De wens van deze instellingen was dan ook het verkennen van mogelijk nieuwe
docentenrollen en posities. Hierdoor zouden er nieuwe competenties aan het licht kunnen komen. Om
de uitkomsten van het onderzoek te concretiseren is de volgende onderzoeksvraag opgesteld; ‘In
hoeverre veranderen de rollen van de docent wanneer zij gebruik maken van ICT in het onderwijs?
Vanuit deze hoofdvraag zullen er drie onderwijssectoren, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en
het middelbaar beroeps onderwijs, worden behandeld aan de hand van de deelvragen.
Dit onderzoeksverslag is ingedeeld in zeven hoofdstukken. In hoofdstuk één wordt de aanleiding en
probleemstelling besproken daaropvolgend in hoofdstuk twee het theoretische kader. In hoofdstuk drie
zal de onderzoeksmethode worden toegelicht. In hoofdstuk vier worden de resultaten van de data
verzameling weergegeven per deelvraag. Hoofdstuk vijf beschrijft de aannames en conclusies op het
onderzoek. In hoofdstuk zes, de discussie wordt er kritisch naar het onderzoek gekeken. Tenslotte in
hoofdstuk 7 volgen er aanbevelingen voor mogelijk vervolgonderzoek wat enigszins te maken heeft
met het huidige onderzoek.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 5 -
Inhoudsopgave
Voorwoord 2
Samenvatting 3
Inleiding 4
1. Probleemstelling 7
Aanleiding 7
Doelstelling 7
Context 7
Vraagstelling 8
2. Theoretisch kader 10
De rollen van docenten 10
Is er een verschil in betekenis van de rollen? 13
Hoe zullen de rollen er in de toekomst uitzien? 14
Welke factoren hebben invloed op het gebruik van ICT in het onderwijs? 16
Docentrollen gekoppeld aan factoren 19
3. Methode 20
Soort onderzoek 20
Onderzoeksgroep 20
Meetinstrument 22
Betrouwbaarheidsanalyse vragenlijst 24
Procedure 26
4. Resultaten 27
Resultaten deelvraag 1 27
Resultaten deelvraag 2 32
Resultaten deelvraag 3 38
Resultaten deelvraag 4 43
5. Conclusie 48
Conclusies op de deelvragen vanuit de vragenlijst 48
Conclusies op de hoofdvraag 50
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 6 -
6. Discussie 53
Docentenrollen 53
Respondenten 53
Betrouwbaarheid van de vragenlijst 54
Analyses 54
7. Aanbevelingen 56
Onderzoeksdesign 56
Verdiepend literatuuronderzoek 56
Onderzoeksgroep 56
Vragenlijst 57
Interviews 57
Literatuur 58
Bijlagen 60
Bijlage 1 Tabellen docentenrollen en factoren 61
Bijlage 2 Vragenlijst 63
Bijlage 3 Beschrijvende statistieken PO 70
Bijlage 4 Beschrijvende statistieken VO 72
Bijlage 5 Beschrijvende statistieken MBO 74
Bijlage 6 Pilot- onderzoek 76
Bijlage 7 Interviewschema 77
Bijlage 8 Interviewresultaten PO 80
Bijlage 9 Interviewresultaten VO 86
Bijlage 10 Interviewresultaten MBO 96
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 7 -
1. Probleemstelling
Aanleiding
Uit onderzoek van Kozma (2003) kwam naar voor dat docenten uit verschillende landen het gebruik
van ICT willen integreren in het curriculum. Hij deed daarbij onderzoek in innovatieve
onderwijspraktijken waar er gebruik werd gemaakt van ICT. De resultaten gaven weer dat de
onderzoeksgroep (docenten) ICT gebruikte om hun rol te veranderen van “wandelende” bron van
kennis naar een docent die structuur creëert en daarbij leerlingen adviseert, begeleidt en resultaten
beoordeelt. De docenten maakten vooral gebruik van ICT wanneer zij planningen en
lesvoorbereidingen maakten. Daarnaast werd ICT ingezet om contacten en samenwerkingsverbanden
te onderhouden met personen of instanties buitenaf.
Hakkarainen en collega’s (2001) deden onderzoek naar de relatie tussen ICT- vaardigheden van
docenten en hun pedagogische opvattingen en zelfgerapporteerde praktijkervaringen. Hieruit
concludeerden zij het volgende; hoe intensiever de docent gebruik maakt van ICT hoe belangrijker zij
het vinden om ICT te gebruiken in het onderwijs. Wanneer er naar het ICT-gebruik in het
Nederlandse onderwijs gekeken wordt, worden er op dit gebied zeker vorderingen geboekt. De laatste
vier jaar is het computergebruik in het onderwijs verdubbeld. Maar om in de komende jaren ICT in het
onderwijs nog effectiever in te zetten zullen de docenten meer gebruik moeten gaan maken van ICT
voor onder andere het oefenen van de leerstof, het opzoeken van informatie en het benutten van
verschillende mogelijkheden voor communicatie (Vier in balans monitor, 2006).
Op basis van de bovenstaande onderzoeksrapporten zijn de Algemene Onderwijsbond en
INHOLLAND E-learning Lectoraat zeer benieuwd hoe Nederlandse docenten van verschillende
onderwijssectoren omgaan en inspelen op het ICT-gebruik in het onderwijs.
Doelstelling
In deze thesis zal worden onderzocht of de rollen van docenten veranderen door het gebruik van ICT
en welke veranderingen er dan plaats vinden. Hierbij zullen docenten met verschillende niveaus van
computervaardigheid met elkaar vergeleken worden. Er wordt daarbij verondersteld dat als gevolg van
de toename van ICT in het onderwijs de docenten in de toekomst steeds meer expertise krijgen op het
gebied van ICT-gebruik in het onderwijs. De resultaten uit het onderzoek leiden tot conclusies en
aanbevelingen die inzicht kunnen geven aan de Nederlandse docenten waar zij aan kunnen gaan
werken om zich verder te ontwikkelen op het gebied van ICT.
Context
ICT-gebruik in het onderwijs biedt ondersteuning aan verschillende onderwijsconcepten zoals
kennisoverdracht of kennisconstructie. In de komende jaren willen meer docenten gebruik maken van
ICT voor het oefenen van de leerstof, het opzoeken van informatie en het benutten van verschillende
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 8 -
mogelijkheden voor communicatie (Vier in balans monitor, 2007). Echter beschikken lang niet alle
docenten over de competenties die nodig zijn om rendement te halen uit het gebruik van ICT bij de
bovengenoemde mogelijkheden. Meer dan de helft van de docenten voelt zichzelf ook niet instaat om
zodanig gebruikt te maken van ICT dat er sprake is van een meerwaarde (Onderwijsverslag, 2007).
Als een aantal belangrijke opbrengsten van ICT in het onderwijs wordt door Vier in balans monitor
(2007) de volgende aspecten genoemd:
- leerlingen leren meer, sneller en met meer plezier
- Het heeft een positief effect op leerprestaties van goed en zwak presterende leerlingen
- Toename van motivatie en zelfvertrouwen van de leerlingen
- Ondersteunend voor didactische benaderingen zoals kennisoverdracht, zelfstandig werken en
samenwerkend leren.
Om deze belangrijke positieve opbrengsten ook te realiseren zijn naast het gebruik van een ICT-
toepassing de volgende aspecten nodig:
- De bekwaamheid met ICT van de docent
- De bekwaamheid van het team waarin de docent werkzaam is
- Ondersteuning die de schoolorganisatie biedt
- De technische voorzieningen in orde zijn
- De gebruikte ICT- vorm aansluit bij de onderwijsvisie
De docent speelt een sleutelrol bij het bereiken van deze positieve opbrengsten. Hij moet dan wel in
staat zijn om ICT op een juiste manier in te zetten en open staan voor deze veranderingen (Vier in
balans monitor, 2007).
Vraagstelling
Om tijdens dit onderzoek de opgestelde doelstelling te halen staat de volgende onderzoeksvraag
centraal:
‘In hoeverre veranderen de rollen van de docent wanneer zij gebruik maken van ICT in het
onderwijs?’
Operationalisering van de begrippen
Docentenrollen; Verschillende taken en functies die een docent moet beheersen om vakbekwaam en
professioneel te kunnen handelen (Jansma, 2006).
ICT; ICT staat voor Informatie- en Communicatietechnologie. Hieronder vallen ondermeer het
ontwikkelen en beheren van systemen, netwerken, databanken en websites. Wanneer dit wordt
toegepast in een educatieve omgeving kan ICT zorgen voor een uitdagend en interessant leerproces
zorgen (Drenoyianni, 2006).
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 9 -
Deelvragen
Om meer richting te kunnen geven aan het onderzoek zijn de volgende deelvragen opgesteld;
1. Welke veranderingen vinden er plaatst in de rollen van een docent PO (primair onderwijs)
door het gebruik van ICT?
2. Welke veranderingen vinden er plaats in de rollen van een docent VO ( voortgezet onderwijs)
door het gebruik van ICT?
3. Welke veranderingen vinden er plaats in de rollen van een docent MBO (middelbaar beroeps
onderwijs) door het gebruik van ICT?
4. Zijn er verschillen in het gebruik van ICT bij de docentenrollen tussen de docenten van de
drie onderwijssectoren PO, VO en MBO?
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 10 -
2. Theoretisch kader
In het theoretische kader zal de bestudeerde literatuur worden besproken betreffende het
onderzoeksonderwerp van het onderzoek.
De rollen van docenten
Goed onderwijs komt volgens Jansma (2006) tegemoet aan de basisbehoeften van leerlingen en biedt
ondersteuning aan leerlingen die leren omgaan met kenmerken van de huidige maatschappij.
Daarnaast is het van belang dat onderwijs bij de tijd is op het gebied van leermiddelen, werkwijzen
maar ook inhoud van lesstof waarbij de school de actuele stand van zaken op het gebied van
onderwijskundige theorieën en praktijk bijhoudt.
Jansma (2006) geeft aan dat goed onderwijs niet gerealiseerd kan worden wanneer er geen bekwame
docenten zijn. Om belangrijke componenten van beroepsbekwaamheid in beeld te brengen hebben
Spencer & Spencer (1993) een ijsbergmodel opgesteld. Dit model is opgedeeld in twee delen het
zichtbare en het onzichtbare gedeelte van de ijsberg. Het zichtbare gedeelte staat voor de verschillende
situaties waarin een docent kan handelen dus wat van hem of haar wordt verwacht. Het onzichtbare
gedeelte geeft het mentale proces van de docent weer, waar de aspecten kennis, houding en
vaardigheden onder vallen.
Het SBL (Stichting Beroepskwaliteit Docenten) definieert aan de hand van het ijsbergmodel
beroepsbekwaamheid als het in staat zijn om de praktische opgaven van het beroep uit te voeren door
de benodigde kennis te hanteren en methodisch geïnstrumenteerd te zijn.
Deze praktisch opgaven worden betiteld als kernopgaven en zijn samengevat in vier beroepsrollen
(Jansma, 2006). In tabel 1 is te zien welke opgaven bij de beroepsrol horen. Deze rollen zijn zowel van
toepassing op de docenten die werkzaam zijn in het PO, VO en MBO.
Tabel 1. beroepsrollen SBL (Jansma 2006)
Beroepsrol Opgaven die daarbij horen
Interpersoonlijke rol - communicatie speelt een sleutelrol
- creëren van een goede werksfeer
- creëren van nabijheid en betrokkenheid
Pedagogische rol - waarden en normen weten over te dragen
- fysieke en emotionele veiligheid bieden
Vakinhoudelijke didactische rol - streven naar krachtige leeromgeving
- leerprocessen ontwerpen en begeleiden
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 11 -
Organisatorische rol - creëren van een ordelijke en overzichtelijke
werkomgeving.
In het bovengaande stuk wordt duidelijk dat de rol van de docent niet alleen bestaat uit het helpen van
leerlingen bij leerprocessen. De rollen gaan verder dan informatie geven, een docent speelt de
sleutelrol in een educatief proces (Harden & Crosby, 2000).
Wanneer een docent zijn kennis productief kan maken wordt er door Jansma (2006) verondersteld dat
de docent een professionele beroepsuitoefening heeft. Jansma (2006) wil daarmee zeggen dat wanneer
een docent zijn eigen kennis op een duidelijke manier weet over te brengen op zijn leerlingen en dat
zijn leerlingen er ook mee aan de slag kunnen of van leren, de docent zich bekwaam mag noemen.
Van Strien (1986) maakt duidelijk dat een professionele beroepsuitoefening bestaat uit het kunnen
hanteren van een praktisch en een theoretische kant van het beroep en maakt hierin onderscheidt door
zowel een regulatieve als een empirische cyclus te typeren. Wanneer er een brug wordt gelegd tussen
theorie en praktijk ontstaat het methodisch, reflectief handelen waardoor kennis productief wordt en de
docent zich dus professioneel beroepsbekwaam mag noemen.
Eerder zijn beroepsrollen besproken aan de hand van de kernopgaven. Uit deze beroepsrollen zijn zes
formele professionele rollen opgesteld voor docenten van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs
en middelbaar beroeps onderwijs (Jansma, 2006). In deze rollen kan de docent zijn kennis in
verschillende taken en functies toepassen. Het SBL heeft aan de hand van deze rollen de competenties
van docenten opgesteld voor zowel het primair onderwijs, voortgezet onderwijs als middelbaar
beroeps onderwijs. Op die manier dienen de rollen tevens als aangrijpingspunt voor verdere
professionele ontwikkeling van de docent (Jansma, 2006).
Harden en Crosby (2000) maken net als het SBL onderscheid in bepaalde rollen van docenten die
globaal overeenkomen met de rollen van Jansma (2006). Deze rollen zijn echter meer gericht op het de
sector medische educatie van het middelbaar beroeps onderwijs. Echter doordat deze rollen
overlapping met de rollen van Jansma (2006) vertonen worden zij meegenomen in de onderstaande
rollenbeschrijvingen.
1. De rol als uitvoerder
Deze rol bestaat uit vele taken en functies doordat de rol in alle competenties terug komt. Hierbij staat
het handelen in de praktijk vanuit theoretische kennis centraal.
De term klassenmanagement wordt aan deze rol gekoppeld. De docent als uitvoerder kan een goed
klimaat scheppen doordat hij zorgt voor een goede samenwerking tussen leerlingen onderling. Daarbij
maakt de docent als uitvoerder afspraken met leerlingen op een consequente en concrete manier. Naast
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 12 -
de bovengenoemde aspecten van klassenmanagement kan de docent als uitvoerder ook een heldere
tijdsplanning maken en afwisseling in werkvormen weten te bieden (Jansma, 2006).
Harden en Crosby (2000) halen naast het managen van een klas andere didactische aspecten aan die bij
deze rol horen. Zo kan een docent zijn eigen kennis overdragen op zijn leerlingen. Dit kan hij
realiseren door de leerlingen van te voren opgestelde leerdoelen te laten behalen. Daarnaast is de
docent in deze rol bekwaam om leerlingen bepaalde beroepsvaardigheden (vooral in het middelbaar
beroeps onderwijs) aan te leren.
2. Rol als ontwerper
Een docent is in staat door zijn theoretische kennis en ervaring materialen te ontwerpen die naar zijn
idee nodig zijn bij het geven van lessen. Deze materialen kunnen zowel ondersteunend als
differentiërend van aard zijn. Wanneer de lesstof niet aansluit bij het niveau van de leerlingen is de
docent als ontwerper genoodzaakt om extra materiaal te ontwerpen. Hierdoor kan de docent de
leerlingen extra motiveren of ondersteunen waardoor het voor alle leerlingen een uitdaging blijft om
de lesstof te volgen (Jansma, 2006). Naast het ontwerpen van materiaal wordt onder de rol van
ontwerper ook het bijhouden van de ontwikkeling van leerlingen gerekend. De docent kan toetsen
ontwerpen om deze ontwikkeling te meten en vast te stellen (Harden & Crosby, 2000).
3. Rol als onderzoeker van de praktijk
Deze rol is de laatste jaren vooral in beeld is gekomen. De docent kan zich een beeld vormen van zijn
leerlingen. Het signaleren van ontwikkelingsproblemen (zowel gedrags- als leerproblemen) is een
belangrijk onderdeel van deze rol. Door de opgedane vakkennis kan de docent een plan ontwerpen en
uitvoeren waarbij hij de uitkomsten kan evalueren en reflecteren op de leerling. Op die manier blijft de
docent opzoek naar kennis en inzichten die hem kunnen helpen in de toekomst en antwoord geven op
gestelde vragen over de problemen van de betreffende leerlingen (Harden & Crosby, 2000; Jansma,
2006).
Naast onderzoek uitvoeren naar problemen van kinderen haalt Jansma (2006) ook het
onderzoeksmatig samenwerken met collega’s aan. Docenten gaan gezamenlijk op onderzoek uit hoe
de school zich kan ontwikkelen en verbeteren.
4. Rol als ontwerper en innovator
De rol als ontwerpen en innovator wordt alleen door Jansma (2006) onderscheiden. Deze rol is een
samengestelde rol van ontwerper en onderzoeker. De docent richt zich in deze rol echter enkel op het
ontwerpen en onderzoeken van onderwijsvernieuwingen van de school waarop de docent werkt.
Daarbij stelt de docent of het team onderzoeksvragen op, om deze vervolgens te gaan onderzoeken en
tot nieuwe kennis te komen. Deze kennis wordt gebruikt wanneer de school gedwongen zowel
ongedwongen vernieuwingen ondergaat.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 13 -
5. Rol als adviseur, coach of begeleider
Deze rol bevat taken die van belang zijn voor zowel de leerlingen, ouders van leerlingen en collega’s
van de docent. De docent dient in deze rol adviezen te kunnen geven aan leerlingen over hun verdere
loopbaan en hen te begeleiden bij het bijbehorende leerproces. De docent helpt de leerling daarbij om
eigen leerdoelen op te stellen, zich zelf te sturen in het proces en te reflecteren op hun eigen
handelingen (Harden & Crosby, 2000; Jansma, 2006).
Deze rol heeft zoals eerder gezegd ook te maken met de ouders van de leerlingen. De docent dient hen
op een correcte en duidelijke wijze op de hoogte te houden van de ontwikkeling van hun kind. Daarbij
kan de docent te maken hebben met goed en slecht nieuwsgesprekken en weet deze informatie tactisch
te brengen.
De laatste partij die belang heeft bij deze rol is het team van de school waar de docent werkt. Een
belangrijke taak daarin is het adviseren van collega’s in bepaalde situaties waarin hij in dergelijke
mate ervaring mee heeft. Door zijn praktische kennis over te dragen, draagt hij bij aan
kennisverbreding van zijn collega’s (Jansma, 2006).
6. Rol als lerende professional
Doordat onderwijs nauw verbonden is met de maatschappij zijn docenten genoodzaakt zich te blijven
ontwikkelen. De docent doet dit middels zelf opgestelde leerdoelen die hij continu bijwerkt en laat
aansluiten op onderwijsvernieuwingen die van toepassing zijn op de school waar hij werkt. Door zijn
eigen bekwaamheid en competenties te analyseren kan hij een plan van aanpak bedenken om zijn
leerdoelen te gaan behalen. Tijdens deze ontwikkeling durft de docent zijn collega’s en experts om
hulp te vragen zodat zij hem nieuwe kennis en inzichten kunnen geven waardoor zijn leerproces wordt
bevorderd. Na enige periode kan de docent reflecteren op zijn eigen handelen en hieruit conclusies
trekken ten aanzien van zijn leerdoelen. Uit deze conclusies kan de docent enerzijds verder werken aan
leerdoelen die nog niet bereikt zijn en anderzijds nieuwe leerdoelen opstellen (Jansma, 2006).
Is er een verschil in betekenis van de rollen?
Ondanks dat de rollen apart worden beschreven zijn ze met elkaar verbonden en vullen elkaar aan. In
de praktijk neemt de docent meerdere rollen tegelijk aan. Wanneer zij kennis overdragen tijdens een
les zijn zij tegelijker tijd bezig met het stimuleren van de leerlingen (Jansma, 2006). Harden en
Crosby (2000) geven aan dat het voor een docent (zeker een beginnende) onmogelijk is alle rollen te
vervullen. De taken en functies van docenten zijn zeer divers en welke rol hij aanneemt hangt af van
verschillende factoren zoals de inhoud van les/module, het niveau van de leerlingen, het curriculum
wat nagestreefd moet worden en de omgeving waarin les wordt gegeven. Hoe meer ervaring de docent
heeft hoe diepgaander en breder de rollen worden. Maar kan er worden gezegd dat er bepaalde rollen
zijn die belangrijker zijn in het beroep als docent? Volgens Jansma (2006) zijn alle rollen even
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 14 -
belangrijk echter kan er worden opgemerkt dat de rol als uitvoerder een veel breder scala aan
competenties bevat en worden er dus meer eisen gesteld in vergelijking met de rol van lerende
professional. In het onderzoek van Harden en Crosby (2000) waarbij 251 docenten zijn gevraagd naar
hun mening over de betekenis van de rollen kwam naar voor dat de rol van uitvoerder het belangrijkst
wordt bevonden. Zij gaven aan dat het voor leerlingen het belangrijkste is dat een docent zijn kennis
en vaardigheden kan overdragen en daarbij het goede voorbeeld geeft zodat de leerlingen tegen de
docent opkijken. Het is echter merkwaardig te noemen dat in hetzelfde onderzoek gemiddeld het laagst
werd gescoord op de rol van adviseur, coach en begeleider. Wanneer een docent op een zinvolle
manier kennis wil overdragen zal hij ook in staat moeten zijn om de leerlingen te stimuleren en te
begeleiden bij moeilijkheden in het leerproces.
Makhanya (2001) is tijdens een onderzoek niet uitgegaan van bestaande rollen maar heeft aan
docenten van zeven verschillende scholen voor voortgezet onderwijs gevraagd welke taken en functies
zij van belang vinden om een beroepsbekwame docent te zijn. Daar werden het overdragen van kennis,
conflicthantering, voorbeeld functie en actieve participatie zowel in de klas met leerlingen als met het
team het meest genoemd. Het is opmerkelijk te noemen dat deze docenten niet de rol als lerende
professional noemen die Jansma (2006) wel aanhaalt.
Zo noemt Simons (2004) deze rol als zeer belangrijk is in het huidige onderwijs door de komst van
ICT.
Hoe zullen de rollen er in de toekomst uitzien?
Door de komst van ICT en daarnaast de steeds grotere rol van ICT in het onderwijs is Levinsen
(2006) van mening dat de rollen van docenten daardoor ook zullen veranderen in de toekomst. De
docent moet zowel kennis als vaardigheden verwerven betreffende computergebruik (met name
software) zowel te op een juiste manier te gebruiken bij de pedagogische kant van het beroep als in
kennisgebieden.
Om deze professionele ontwikkeling door te maken geeft Simons (2004) aan dat de docent moet gaan
werken volgens het UUU- model. Dit model haakt in op impliciet leren waarbij Simons (2004)
werken, onderzoeken en creëren noemt als essentiële werkvormen. Uit deze drie vormen worden
ondersteund door uitwerken, uitbreiden en uitdragen (de drie u’s uit het model). Uitwerken wordt
gezien als het verhelderen en expliciteren van bestaande praktijktheorieën. Uitbreiden richt zich op het
verrichten van onderzoeksactiviteiten waar de docent bewust, gericht en systematisch mee bezig is.
Tenslotte komt uitdragen aan de orde waar de docent de resultaten beschikbaar maakt zodat deze bij
kunnen dragen aan zijn eigen professionalisering maar ook aan de ontwikkeling van de
schoolorganisatie. Wanneer de docent deze taken uit voert en dit model aanhoudt zal er een
roldifferentiatie plaatsvinden. Waarin de rollen van docenten zich zullen gaan ontwikkelen in drie
hoofdrollen;
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 15 -
- de docent als ontwikkelaar; waarbij de docent digitaal leerstof ontwikkelt aansluitend bij de
les/ cursus die hij aan de leerlingen geeft. Daarnaast heeft de docent overzicht op beschikbare
internetcursussen en materialen op eigen vakgebieden waardoor de leerlingen uitdagende
vragen en opdrachten kunnen maken met behulp van de computer.
- De docent als begeleider; Deze rol is door Jansma (2006) ook genoemd. Het verschil in deze
twee bronnen zit hem vooral in het coachingsgedeelte. Zo haalt Simons (2004)aan dat de
docent een coachende rol moet aannemen waarbij hij de leerlingen niet te veel moet
begeleiden maar dat de leerlingen elkaar begeleiden en hen daarop deskundige feedback geeft.
De leerling krijgt meer vrijheid waardoor de zelfwerkzaamheid van de leerlingen wordt
bevorderd.
- Docent als assessor en administrateur; Het digitale portfolio komt hier sterk naar voor maar
ook collega’s ondersteunen bij het opzetten van portfoliotrajecten. Als assessor dient de
docent om te kunnen gaan met elektronische toetssystemen en daarbij elektronische evaluaties
kunnen uitvoeren. Als administrateur kan de docent de ontwikkelingen van de leerlingen
digitaal registreren.
Zoals Simons (2004) aangaf worden de rollen van docenten in de toekomst anders van invulling. Deze
rollenverandering vindt momenteel al plaats bij het vernieuwde onderwijsconcept van Slash 21 waarin
men geen docenten kent maar tutoren. De taak van de tutor is niet zo zeer het overdragen van kennis
maar vooral het begeleiden van leerlingen bij hun eigen leerproces. De tutor heeft wel te maken met
verschillende rollen die afgeleid zijn uit de algemene leerdoelen die in elk leerproces terug komen. Het
eerste leerdoel gaat vooral om routines, leeractiviteiten en feitenkennis. Daarin wordt voor de tutor de
rollen als trainer, meester en feedbackgever aangegeven. Bij het tweede leerdoel gaat het vooral om
het kunnen ontdekken, ervaren, reflecteren en analyseren. Bij dit leerdoel vervult de tutor de rol van
coach en begeleider. Bij het laatste leerdoel is het van belang dat de leerlingen kunnen redeneren,
navragen en reflecteren en zal de tutor hen daarbij helpen door de rol van uitlegger en toezichthouder
op zich te nemen (Pauw, 2003). Er kan worden geconcludeerd dat deze rollen wel degelijk
overeenkomen met de rollen die Jansma (2006) noemt echter wordt in het onderwijs van Slash 21 er
op gehamerd dat de tutor zich vooral moet richten op de kerntaken als coachen, begeleiden,
aanmoedigen en ondersteunen (Pauw, 2003).
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 16 -
Welke factoren hebben invloed op het gebruik van ICT in het onderwijs?
ICT optimaal benutten in het onderwijs is een ideaal beeld waarbij aspecten horen die daar zeker
invloed op uit oefenen, de zogenaamde factoren. Maar welke factoren zijn van belang? Dat zal worden
besproken in de volgende paragraven.
Veen (1994) onderscheidt twee soorten factoren; de randvoorwaardelijke factoren en docentgebonden
factoren. Elk van deze twee factoren hebben drie subfactoren. De randvoorwaardelijke factoren zijn
die aspecten waar docenten niet onmiddellijk invloed op uit kunnen oefenen. Daarmee bedoelt Veen
(1994) dat de docent niet op korte termijn invloed kan uitoefenen op factoren zoals schoolorganisatie
en hardware. De andere subfactor is het software gebruik in het onderwijs. Deze drie subfactoren
geven aan waar een docent afhankelijk van is bij het vervullen van zijn taken en functies met behulp
van de computer. De docentgebonden factoren hebben wel rechtstreeks met de docent als
beroepsbeoefenaar te maken. Hierin maakt Veen (1994) onderscheid in de subfactoren betreffende
opvattingen van de docent zoals meningen, doceerstijl, persoonlijke opvattingen over het onderwijs
etc. en vaardigheden van de docent waaronder zijn didactische vaardigheden, technische vaardigheden
en organisatorische vaardigheden vallen.
De factoren die Veen (1994) noemt komen globaal overéén met de factoren die Hulsen, Wartenbergh-
Cras, Smeets, Uerz, van der Neur, Sontag, Wolput en van den Bogaard (2005) aanhalen in de ICT
onderwijsmonitor. Zij houden rekening met zeven factoren om ICT-onderwijs te laten slagen. Zo
onderscheidt de Vier in balans monitor (2007) tevens zeven factoren. Ook bij deze genoemde factoren
zijn overeenkomsten te zien in vergelijking met Veen (1994) en Hulsen et al (2005). In de
onderstaande tabel is een overzicht van de factoren te zien. In de tabel zijn achter enkele kruisjes
andere benamingen van factoren te zien. Volgens de onderzoeker/auteur komen deze factoren wel
inhoudelijk overéén. In de tabel wordt een overzicht gegeven van de invulling van factoren volgens
verschillende bronnen en onder de tabel zullen de factoren inhoudelijk worden weergegeven.
Tabel 2. Factoren die van invloed zijn op ICT-gebruik in het onderwijs
Factor Veen (1994) Hulsen et. al (2005) Vier in balans monitor
(2007)
Voorzieningen van
hardware
X X X
Voorzieningen van sofware X X X
ICT – beleid
(schoolorganisatie)
X X X (visie en leiderschap)
Onderwijsleerproces X X (onderwijs en ICT-
gebruik)
Vaardigheden en X X X
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 17 -
deskundigheidsbevordering
Ondersteunende processen
en management
X X X
Houding van docenten X (opvattingen) X X
Voorzieningen van hardware
Deze factor geeft aan dat wanneer scholen ICT gebruik in het onderwijs willen optimaliseren zij
moeten zorgen voor voldoende computers en multimedia. Daarbij haalt Hulsen et al (2005) aan dat
computer op tijd vervangen dienen te worden en er een evenwicht moet zijn tussen het aantal
leerlingen en aantal computers. Een snelle internetverbinding en interne netwerk voorzieningen
worden steeds belangrijker voor scholen, docenten en leerlingen om niet achter te blijven in
communiceren en mogelijke informatiebronnen (Hulsen et al, 2005); Vier in balans monitor, 2007).
Naast de bovengenoemde aspecten wordt in de Vier in balans monitor (2007) ook het digitale
schoolbord vermeld. Veen (1994) onderscheidt als enige van de drie de vakspecifieke kwaliteitseisen
van hardware. In het VO en het MBO moet er rekening worden gehouden met de docent en in welk
vak hij gespecialiseerd is. Een docent lichamelijk opvoeding heeft waarschijnlijk minder belang bij
een snelle internetverbinding dan een docent informatica.
Voorzieningen van software
Leerlingen zijn extra gemotiveerd en gestimuleerd wanneer zij tijdens de les gebruik mogen maken
van programma’s op de computer (Veen, 1994). Het is echter lastig voor de scholen om te beslissen
welke software wordt aangeschaft; sluit een dergelijk programma wel aan bij de behoeften van de
docenten en leerlingen? Bij het aanschaffen van software moet er rekening worden gehouden met de
inpasbaarheid van de software in het bestaande lesprogramma (Hulsen et al, 2005; Veen, 1994).
Inmiddels hebben vele educatieve uitgevers gehoor gegeven aan dit probleem waar de scholen mee
kampen. Zij ontwerpen software passend bij de methode zodat scholen gemakkelijk voorzien kunnen
worden van software doordat zij zelf niet op onderzoek uithoeven maar de uitgevers die dit werk al
hebben verricht (Vier in balans monitor, 2007).
ICT-beleid
In het ICT-beleid van scholen komen verschillende aspecten naar voor. Een beleid wordt opgesteld
aan de hand van de opvattingen binnen de school over de inrichting van organisatie en leerprocessen.
Op die manier wordt ICT-gebruik afgestemd aan de onderwijsvisie van de school (Vier in balans
monitor, 2007). In het beleid worden aspecten als kennisoverdracht via ICT, kennisconstructie via
ICT, ICT-toepassingen, samenwerking via ICT en werkdruk van docenten door ICT, beschreven
(Hulsen et al, 2005; Vier in balans monitor, 2007; Veen, 1994).
Veen (1994) noemt de rol van de rector (Voortgezet Onderwijs) bij het nastreven van het ICT- beleid
van groot belang. Hij zorgt voor faciliteiten betreffende organisatorische, financiële en personele
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 18 -
behoeften. Hulsen et al (2005) geeft aan dat de ICT- coördinator juist degene is met een bemiddelende
rol tussen schoolorganisatie en de docenten.
Onderwijsleerproces
Deze factor wordt door Veen (1994) niet aangehaald. Dit is opvallend te noemen omdat Hulsen en
collega’s (2005) deze factor als eerste behandelen. Bij de factor onderwijsleerproces/ ICT-gebruik in
het onderwijs wordt aangehaald waar en waarom ICT belangrijk is voor het onderwijs. Door bij het
onderwijsleerproces van leerlingen de computer te betrekken zal de kwaliteit en de efficiëntie van het
onderwijs verbeteren. Zowel leren als onderwijzen wordt op die manier leuker en aantrekkelijker (Vier
in balans monitor, 2007). Volgens Hulsen et al (2005) noemt bij het verwezenlijken van de
bovengenoemde aspecten het gebruik van ICT, in de les, tijdens lesvoorbereidingen, tijdens instructie,
tijdens leeractiviteiten, tijdens het volgen van studieloopbanen en als digitaal communicatiemiddel.
Vaardigheden en deskundigheidsbevorderingen
Alle bronnen spreken van bepaalde vaardigheden waarover met name docenten moeten beschikken
wanneer zij een positieve bijdrage willen leveren aan het ICT-gebruik binnen het onderwijs. De
geschreven literatuur maakt een verdeling in verschillende type vaardigheden met daarbij
deskundigheidsbevordering. Er wordt door Hulsen et al (2005) onderscheidt gemaakt tussen
didactische ICT- vaardigheden, die tevens door Veen (1994) worden genoemd. Onder deze
vaardigheden vallen het oplossen van knelpunten van leerlingen, leerlingen aanwijzingen geven bij
programma’s, inspelen op tempoverschillen van leerlingen maar ook het maken van lesplanningen.
Naast de didactische ICT-vaardigheden wordt er van de docenten verwacht dat zij over ICT-
basisvaardigheden beschikken. Deze vaardigheden spelen in op de algemene beheersing van docenten
op het gebied van ICT. Zoals het gebruiken elektronische leeromgevingen, leerlingvolgsystemen,
internet en e-mail maar ook software beoordelen en het organiseren van computerondersteunende
lessen en tenslotte kennis hebben van het gebruik van verschillende soorten hardware zoals digitaal
schoolbord, scanners, printers etc. (Hulsen et al, 2005; Vier in balans monitor, 2007; Veen, 1994).
Docenten hebben de basisvaardigheden van ICT beter onder de knie dan de didactische vaardigheden
bij het gebruik van ICT. Hierbij dient de school te helpen en sluit deze factor dus aan op de factor ICT-
beleid waarbij de school rekening moet houden met bijscholing van docenten, docenten moeten laten
experimenteren, samenwerking met collega’s aanmoedigen en professionaliseringsactiviteiten richten
op effecten van de klas (Vier in balans monitor, 2007).
Ondersteunende processen en management
Deze factor is volgens Hulsen en collega’s (2005) vooral administratief van aard en gedeeltelijk
afhankelijk van de factor ICT-beleid en vaardigheden en deskundigheidsbevordering. De prioriteiten
die worden aangehaald bij deze factor zijn voor docenten anders dan voor het schoolse management.
Docenten zijn van mening dat er een betere ondersteuning kan plaats vinden wanneer een team
dezelfde visie heeft op het gebruik van ICT terwijl het management meer waarde hecht aan het
verbeteren van de kennis en vaardigheden van de docenten met het oog op ICT-gebruik (Vier in balans
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 19 -
monitor, 2007).
ICT-gebruik kan een docent ondersteuning bieden bij individuele leerlingenzorg maar ook bij het
uitwisselen van informatie, kennis en lesmaterialen. Tevens kan het digitaliseren van het
leerlingvolgsysteem zorgen voor vermindering van de werkdruk van docenten (Hulsen et al., 2005;
Veen, 1994).
Houdingen/ opvattingen
De laatste factor heeft vooral betrekking op de drijfveer en motivatie van docenten en hoe zij tegen het
gebruik van ICT aan kijken. Wanneer zij positief zijn zullen zij gemotiveerder bezig zijn met ICT-
gebruik (Hulsen et al, 2005; Vier in balans monitor 2007) . Veen (1994) geeft zelfs aan dat dit de
belangrijkste factor is die de activiteiten van docenten naar aanleiding van de computer bepaald. Hij
geeft daarbij aan dat wanneer docenten intrinsiek gemotiveerd zijn in hun beroep zij ICT- gebruik in
het onderwijs als een vorm van professionalisering zien.
Docentenrollen gekoppeld aan de factoren
Wanneer een docent ICT wil inzetten bij het uitvoeren van een bepaalde rol zullen de factoren van
groot belang zijn om ICT op een goede en leerzame manier in te zetten. In bijlage 1 zijn tabel 49 en 50
te vinden waarin is weergegeven welke functies en taken de docenten hebben bij desbetreffende rollen
en welke aspecten in het onderwijs onder welke factor vallen. De auteur van dit onderzoeksverslag
heeft naar eigen inziens een koppeling gemaakt tussen deze twee tabellen (figuur 1).
Figuur 1. Model; docentenrollen gekoppeld aan factoren
Voorzieningen van
hardware
Voorzieningen van
software
ICT-beleid
OnderwijsleerprocesVaardigheden en
deskundigsheidbevordering
Ondersteunende processen
en managementHouding van docenten
Uitvoerder
Ontwerper
Onderzoeker
Teamlid/
begeleider
Onderzoeker
Teamlid/
begeleider
Lerende
professional
Uitvoerder
Ontwerper
Teamlid/
begeleider
Ontwerper
Onderzoeker
Lerende
professional
Ontwerper
Teamlid/
begeleider
Lerende
professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 20 -
3. Methode
Soort onderzoek
In het onderzoek is een survey uitgevoerd die bestaat uit een vragenlijst en interviews. Deze manieren
van dataverzameling tracht een antwoord te geven in hoeverre de rollen van docenten veranderen door
ICT- gebruik. Er is gekozen voor een vragenlijst omdat er een groot aantal respondenten bij betrokken
kunnen worden. Hierdoor zijn de statistische gegevens die uit deze data voortkomen beter te
generaliseren naar andere docenten in de populatie. In de vragenlijst is zowel naar de attitude als de
opinie van de respondenten gevraagd.
Naast de vragenlijst is er data verzameld middels interviews. Deze interviews zijn semi-gestructureerd
waarbij de vragen dienden als richtlijnen maar de respondenten vrij waren om aanvullingen te geven
op de vragen (Baarda, 2003). De interviews zijn afgenomen omdat de resultaten het onderzoek kunnen
verduidelijken met praktijkvoorbeelden en kwalitatieve gegevens.
Onderzoeksgroep
In het onderzoek zijn er drie steekproeven getrokken uit het ledenbestand van de Algemene
Onderwijsbond. Er zijn drie onderwijssectoren bij het onderzoek betrokken waar er per sector 200
vragenlijsten zijn verzonden. Deze zijn verzonden via post met daarbij een inleidende brief en een
antwoordenvelop. Totaal zijn er 146 vragenlijsten ingevuld.
Tabel 3 geeft weer hoeveel respondenten per onderwijssector hebben gereageerd met het percentage
gebaseerd op de 200 vragenlijsten die verstuurd zijn per onderwijssector.
Tabel 3. overzicht respondenten in de vragenlijst
Onderwijssector Aantal respondenten Responspercentage
Primair onderwijs 51 25,5%
Voortgezet onderwijs 53 26,5%
Middelbaar beroeps Onderwijs 42 21%
Naast de respondenten die aan het onderzoek mee hebben gedaan aan de vragenlijst zijn er per
onderwijssector twee respondenten ondervraagd tijdens een interview. De respondenten uit de
onderwijssector primair onderwijs en middelbaar beroeps onderwijs zijn leden van de Algemene
Onderwijsbond en zijn verworven via de sectorbestuurders. De respondenten die werkzaam zijn in het
voortgezet onderwijs zijn door een contactpersoon van INHOLLAND aangegeven en benaderd
middels mailcontact.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 21 -
Primair onderwijs
Vragenlijst
De groep respondenten werkzaam in het primair onderwijs bestaat uit elf mannen en 40 vrouwen. Het
merendeel van de respondenten heeft een leeftijd tussen de 41 en 50 jaar. Bij het invullen van de
vragenlijst geeft 65% van de respondenten aan werkzaam te zijn als groepsdocent, de functie van ICT-
coördinator is door 10% van de respondenten vervuld en 24% van de respondenten blijken werkzaam
te zijn in het schoolmanagement.
Interviews
De eerst geïnterviewde respondent is werkzaam in het SBO met 31 jaar onderwijservaring. Daarnaast
was deze persoon 4 jaar ICT- coördinator geweest.
De tweede geïnterviewde respondent is werkzaam op een basisschool met 7 jaar onderwijservaring.
Zij werkt in de klas met een digibord en zit daarvoor ook in een ICT-werkgroep.
Voortgezet onderwijs:
Vragenlijst
Deze groep respondenten bestond uit 29 mannen en 24 vrouwen. Deze groep bestaat voor het grootste
gedeelte uit de leeftijd tussen de 51 en 60 jaar. In deze onderzoeksgroep blijkt het grootste deel van de
respondenten docent te zijn namelijk 72% van de respondenten geeft deze functie aan. Daarnaast is
6% van de respondenten die de functie van ICT- coördinator hebben en 23% is werkzaam bij het
schoolmanagement.
Interview
De geïnterviewden uit het voortgezet onderwijs hadden beiden belangrijke taken die te maken hadden
met ICT op de school waar zij werkzaam zijn. De eerste respondent is werkzaam als ICT- manager op
een voortgezet onderwijs voor VMBO, HAVO en VWO.
De tweede geïnterviewde docent heeft 30 jaar leservaring en staat voor tien uur in de week voor klas
en gaf informaticalessen. Naast deze taak heeft hij de functie als ICT-coördinator.
Middelbaar beroeps onderwijs
Vragenlijst
De laatste groep respondenten bestaat uit 21 mannen en 21 vrouwen. Bij deze onderzoekgroep is het
merendeel van de respondenten tussen de 51 en 60 jaar oud. Van de respondenten is 98% werkzaam
als docent en 2% van de respondenten werkzaam bij het schoolmanagement. Aan deze groep
respondenten werd ook de sector gevraagd waarin zij werkzaam zijn (Tabel 4).
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 22 -
Tabel 4. Aantal respondenten per sector MBO
Sector Responspercentage Aantal respondenten
Zorg & Welzijn 33% 14
Zakelijke dienstverlening en Transport 5% 2
Techniek en Technologie 14% 6
Horeca, Toerisme en Voeding 5% 2
Handel en Commercie 10% 4
Media, Reclame, Kunst en Cultuur 2% 1
Anders 31% 13
Interview
De eerst geïnterviewde respondent heeft 26 jaar onderwijservaring. Naast docent is hij ook
studiebegeleider.
De tweede geïnterviewde respondent heeft 8 jaar onderwijservaring. Zij is docent en sectorconsulent
voor de Algemene Onderwijsbond.
Meetinstrument
Vragenlijst
De vragen die opgenomen zijn in de vragenlijst zijn ontwikkeld aan de hand van de docentenrollen die
vanuit de theorie zijn beschreven. De genoemde rollen door Jansma (2006) zijn terug gebracht van zes
naar vijf rollen waarbij de rol als teamlid en de rol als begeleider samen werd gevoegd vanwege het
feit dat de bekwaamheidseisen van deze rollen overeenkomen. Het aantal items per rol zijn niet gelijk.
Hiervoor is gekozen omdat uit de theorie naar voren kwam dat bepaalde rollen een veel uitgebreider
scala hebben aan taken en functies.
De vragenlijst bestaat uit drie verschillende delen; een algemeen deel, vragendeel over de
docentenrollen, stellingen over de docentenrollen (zie onder voor verdere beschrijving). Als afsluiting
hebben de respondenten nog ruimte om overige opmerkingen te plaatsen. De vragenlijst is geheel
anoniem ingevuld.
1. Algemene vragen
In het eerste deel zijn een aantal algemene vragen aan de respondenten voor gelegd. De algemene
vragen dienen duidelijkheid te scheppen over bepaalde eigenschappen van de respondent, het
algemene gebruik van ICT, de reden van het gebruik van ICT en welke mogelijkheden de school biedt.
Voor het onderzoek zijn de onafhankelijke variabelen onderwijssector en computervaardigheid van
groot belang.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 23 -
2. Vragen over rollen
Het tweede deel van de vragenlijst is opgedeeld in de verschillende docentenrollen. Wanneer de
respondent items ging invullen over een andere rol werd de desbetreffende rol kort uitgelegd in twee
zinnen.
Het tweede deel van de vragenlijst bestaat uit twee verschillende soort items. Zo zijn er items die
frequentie dienen aan te geven met daarbij een vierpuntsschaal waarbij de respondenten vier
verschillende antwoorden kunnen kiezen namelijk; van zelden tot nooit, soms (één tot twee keer per
week), regelmatig (meer dan twee keer in de week), vaak (meerdere malen per dag).
Naast deze items zijn er items opgesteld die inventariseren. De respondenten kunnen hierbij kiezen
tussen ja en nee of kunnen aangeven of ze een bepaald middel of een manier van ICT- gebruik
hanteerden. In tabel 5 Is te zien hoeveel items per rol er zijn gesteld en wat de items trachten te meten.
Tabel 5. aantal vraag-items in de vragenlijst per docentenrol
Rol Frequentie- items Inventarisatie- items
Uitvoerder 10 2
Ontwerper 3 1
Onderzoeker 1 2
Teamlid/begeleider Geen 3
Lerende professional Geen 7
3. Stellingen over rollen
De laatste deel van de vragenlijst bestaat uit 10 items geformuleerd in stellingen. Deze items zijn
gebaseerd op dezelfde docentenrollen als in het tweede deel van de vragenlijst. Echter gaat het bij het
derde deel van de vragenlijst meer om de mening van de respondenten over ICT-gebruik als docent.
Hierbij kunnen de respondenten wederom kiezen uit antwoordmogelijkheden geformuleerd op basis
van een vierpuntsschaal oplopend van helemaal oneens, oneens, mee eens tot helemaal eens. In tabel 6
is te zien hoeveel items per rol zijn gesteld.
Tabel 6. aantal stelling-items in de vragenlijst per docentenrol
Rol Stellingen
Uitvoerder 4
Ontwerper Geen
Onderzoeker 1
Teamlid/begeleider 3
Lerende professional 2
Interview
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 24 -
Het interviewschema is opgesteld in 5 hoofdonderwerpen; houding docent, ICT-vaardigheden,
educatieve software, beleid, voorzieningen en beheer. Deze onderwerpen zijn gebaseerd op de factoren
die invloed hebben op ICT in het onderwijs (Veen, 1994; Vier in balans monitor, 2007; Hulsen et. al.,
2005). Aan de hand van het model wat de auteur zelf heeft opgesteld (zie eerder in dit verslag, figuur
1) is elk onderwerp gekoppeld aan een hoofdvraag waar dieper op in wordt gegaan tijdens het
interview. Hierbij werd gebruik gemaakt van de volgende topiclist. Om de interviews te analyseren is
er gebruik gemaakt van zelfontworpen model (bijlage 6).
Tabel 7. Topiclijst interview
Onderwerp Topics
Houding docent - meerwaarde voor de docent
- nadelen
- ergernissen
ICT-vaardigheden - zelf lesmateriaal ontwerpen met gebruik van ICT
- vaardigheden vergeleken met leerlingen
Educatief sofware - software gebruik zowel op school als privé
- reden van sofware gebruik
Beleid - nieuwe taken en functies
Voorzieningen en beheer - ICT-ondersteuning vanuit school
- bijscholing
- collega’s en ICT
Betrouwbaarheidsanalyse vragenlijst
Met de Cronbach’s alpha zijn er betrouwbaarheidsanalyses uitgevoerd op bepaalde items van de
vragenlijsten. Alleen de items met een vierpuntsschaals (zowel de vragen als de stellingen) zijn
meegenomen in de analyse. De drie betrokken onderwijssectoren zijn daarbij gescheiden van elkaar en
de items zijn per rol gescheiden geanalyseerd.
Primair Onderwijs
In tabel… is de homogeniteit van de docentenrollen op het PO weer gegeven. De rol als
teamlid/begeleider heeft een lage homogeniteit, namelijk 0,19 wanneer stelling 7 (‘door face-to-face
contact kan ik leerlingen beter stimuleren’) wordt verwijderd neemt de betrouwbaarheid toe namelijk
0,52. Tevens is er een item verwijderd die aansloot bij de rol als ontwerper (hoe vaak gebruikt u
internet om uw eigen kennis te verbreden). Na de verwijdering van dit item wordt de betrouwbaarheid
op deze variabele niet 0,02 maar 0,60.
Tabel 8. Resultaten betrouwbaarheidsanalyse PO
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 25 -
Rol Cronbach’s alpha Item verwijderd Aantal items
Uitvoerder 0,85 Geen 14
Ontwerper 0,60 1 3
Onderzoeker 0,73 Geen 2
Teamlid/begeleider 0,52 1 2
Lerende professional 0,60 Geen 2
De rol als lerende professional heeft een lage betrouwbaarheid. Echter wanneer er items worden
verwijderd heeft dit geen invloed op de Cronbach’s alpha van deze rol. Tevens is er geprobeerd de
antwoorden op de items te hercoderen, ook dit geeft geen verbetering in de Cronbach’s alpha.
Voortgezet Onderwijs
Tabel 9 geeft de homogeniteit weer van de docentenrollen in het VO. De betrouwbaarheid van de rol
als lerende professional is dermate laag namelijk 0,10 dat er is besloten om deze rol niet mee te nemen
in verdere parametrische toetsen en analyses. De resultaten op de rol van lerende professional zijn
gebaseerd op de items waarbij geen vierpuntsschaal gehanteerd is. De homogeniteit van de rol als
teamlid/begeleider scoort tamelijk laag. Deze variabele is wel meegenomen in verdere analyses
vanwege het belang van de rol als teamlid/begeleider.
Tabel 9. Resultaten betrouwbaarheidsanalyse VO
Rol Cronbach’s alpha Item verwijderd Aantal items in de
schaal
Uitvoerder 0,85 Geen 14
Ontwerper 0,70 Geen 3
Onderzoeker 0,87 Geen 2
Teamlid/begeleider 0,60 Geen 2
Middelbaar Beroeps Onderwijs
Bij deze onderzoeksgroep komt tevens naar voor dat de betrouwbaarheid van de rol als lerende
professional te laag is om mee te kunnen nemen in verdere analyses. Er is één item verwijderd bij de
rol als teamlid (‘door face-to-face contact kan ik leerlingen beter stimuleren’). Hierdoor stijgt de
Cronbach’s alpha van 0,74 naar 0,82. De homogeniteit van de rol als ontwerper is niet hoog te noemen
echter wel bevredigend.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 26 -
Tabel 10. Resultaten betrouwbaarheidsanalyse MBO
Rol Cronbach’s alpha Item verwijderd Aantal items
Uitvoerder 0,84 Geen 14
Ontwerper 0,64 Geen 3
Onderzoeker 0,85 Geen 2
Teamlid/begeleider 0,82 1 2
Procedure
Het onderzoek is oktober 2007 gestart met het ontwerpen van de vragenlijst. Nadat de vragenlijst is
samengesteld is deze voorgelegd aan elf respondenten werkzaam in het onderwijs waarna zij het
invullen van de vragenlijst hebben bespoken tijdens een panelgesprek. Hierin hebben zij hun mening
gegeven over de items en hebben zij onduidelijkheden aangegeven. Na het panelgesprek is de
vragenlijst aangepast en nogmaals bekeken door medewerkers van het e-learning lectoraat
INHOLLAND. Vervolgens zijn de vragenlijsten november 2007 verstuurd naar de respondenten. Zij
hadden vier weken de tijd om deze vragenlijst weer te retourneren. In deze tussentijd zijn de
interviews afgenomen.
De interviews zijn rechtstreeks vanaf de geluidsopnamen uitgeschreven. Vervolgens zijn de teksten
verdeeld in fragmenten en zijn er open labels gegeven aan de fragmenten. Vervolgens werden aan de
hand van de labels een docentenrol aan het fragment gegeven zodat de praktijkvoorbeelden gekoppeld
kunnen worden aan de conclusies die getrokken zijn vanuit de resultaten van de vragenlijst.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 27 -
4. Resultaten
Resultaten deelvraag 1
‘In hoeverre veranderen de rollen van een docent po door het gebruik van ICT?’
Achtergrondgegevens onderzoeksgroep Primair Onderwijs
• Vaardigheid
Vragenlijst
Een belangrijke onafhankelijk variabele in het onderzoek was de computervaardigheid van de
respondenten. In deze onderzoeksgroep beschouwde 55% van de respondenten hun vaardigheid als “in
ontwikkeling” en 45% beschouwde zich als gevorderd betreffende computervaardigheid.
Interview
Respondent één gaf aan dat zijn computervaardigheid elementair van aard was en bedoelde hiermee
dat hij zelf weinig gebruik maakt van ICT maar de leerlingen er wel mee laat werken. Respondent
twee betitelde haar computervaardigheid als redelijk. Zij maakt tijdens haar taak als docent gebruik
van een digitaal schoolbord. Daarnaast heeft zij een schoolmailaccount waarmee ze kan
communiceren met collega’s, instellingen en eventueel ouders.
• Houding
Vragenlijst
Wanneer er gevraagd werd naar de reden die de respondenten hebben om ICT te gebruiken in het
onderwijs konden zij meerdere antwoorden geven (Tabel 11).
Tabel 11. Reden ICT-gebruik in het onderwijs onderzoeksgroep PO
Reden van ICT-gebruik in het onderwijs Frequentie
Effectief 76%
Belangrijk om bij de tijd te blijven 75%
Aansluiting bij de belevingswereld van de leerlingen 41%
Verplichting van het schoolbestuur 16%
Collega’s doen het ook 10%
Anders 16%
Interview
Respondent één gaf als voornaamste reden dit te doen omdat hij de leerlingen beter kan ondersteunen.
Daarnaast zet hij ICT in voor differentiatie en tweede leerlijn. Respondent twee gaf als reden het
kunnen motiveren van de leerlingen.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 28 -
Resultaten per docentenrol Primair Onderwijs
• Rol als uitvoerder
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er een significant verschil is tussen
het gebruik van ICT bij de rol als uitvoerder van docenten in ontwikkeling en gevorderde docenten (t
(49)= -3,052; p= 0,004). De computervaardigheid (in ontwikkeling, gevorderd) kan 23% van de
verschillen in de rol als uitvoerder verklaren (d= -0,87). Gemiddeld genomen verschillen de gebruiken
docenten in ontwikkeling (M= 2,48, SD=0,57) minder ICT bij de rol uitvoerder dan de gevorderde
docent (M=2,95, SD=0,51).
Frequenties
Er was geen verschil tussen de respondenten in ontwikkeling en de gevorderde respondenten op het
gebied van contact met de leerlingen via e-mail (Tabel 12).
Tabel 12. Percentages rol als uitvoerder PO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Contact met leerlingen via e-mail 0 % 0%
Interview
Respondent twee gaf meerdere veranderingen met betrekking op deze rol. Zij gaf aan tijdwinst te
behalen op het voorbereiden van instructie en kan zij als docent de leerlingen extra motiveren door
ICT te gebruiken.
• Rol als ontwerper
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er een significant verschil is tussen
het gebruik van ICT bij de rol als ontwerper van docenten in ontwikkeling en gevorderde docenten (t
(48) -2,923; p = 0,005). De computervaardigheid kan 20% van de verschillen in de rol als ontwerper
verklaren (d= -0,84). Gemiddeld genomen gebruiken docenten in ontwikkeling (M= 1,86, SD=0,65)
minder ICT bij de rol ontwerper dan de gevorderde docent (M=2,44, SD=0,70).
Frequenties
De gevorderde respondenten maken meer gebruik van de computer als ondersteunend hulpmiddel bij
het ontwerpen van leermateriaal (Tabel 13).
Tabel 13. Percentages rol als ontwerper PO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Computer als ondersteuning bij
het ontwerpen van leermateriaal
64 % 100%
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 29 -
Interview
Beide respondenten gaven aan dat het aanbieden van differentiatieprogramma’s door de komst van
ICT makkelijker en sneller te realiseren is. Respondent twee gaf aan de ontwikkeling van de leerlingen
via rapporten en leerlingvolgsysteem bij te houden op de computer. Zij gaf ook aan dat je zelf
gemaakte werkbladen makkelijker kan bewaren.
• Rol als onderzoeker
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er geen significant verschil is
tussen het gebruik van ICT bij de rol als onderzoeker van docenten in ontwikkeling en de gevorderde
docenten (t(39,776) = -0,956; p= 0,345).
De docenten in ontwikkeling maken gemiddeld minder gebruik (M= 1,98, SD=0,66) van ICT bij de rol
onderzoeker als de gevorderde docent (M=2,20, SD=0,89). Dit verschil is echter niet significant.
Frequenties
Er is een verschil bij de rol als onderzoeker tussen de twee groepen respondenten. De respondenten in
ontwikkeling gebruiken de computer meer voor het analyseren en de gevorderde respondenten voor
het evalueren van onderzoeken (Tabel 14).
Tabel 14. Percentages rol als onderzoeker PO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Computer gebruiken bij het analyseren van
gedrags- en leerproblemen van de leerlingen
50 % 29%
Evalueren van een onderzoek met behulp
van de computer
18% 50%
Interview
Respondent twee gaf aan dat zij op onderzoek uitgaat naar vernieuwende lessen die zij kan gebruiken
bij het digibord. Hiervoor zit zij bij een forum waar ze overlegt met collega’s die werkzaam zijn op
andere scholen en net als zij werken met een digibord.
• Rol als teamlid/begeleider
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er geen significant verschil is
tussen het gebruik van ICT bij de rol als teamlid/begeleider van docenten in ontwikkeling en
gevorderde docenten (t (47) = -1,01; p= 0,32).
Gemiddeld genomen maken docenten in ontwikkeling (M= 2,33, SD=0,68) minder gebruik van ICT
bij de rol teamlid/begeleider als de gevorderde docent (M=2,52, SD=0,63). Het verschil is echter niet
significant.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 30 -
Frequenties
De gevorderde respondenten zetten zowel bij feed-back geven aan leerlingen als bij het informeren
van ouders ICT vaker in ten opzicht van de respondenten in ontwikkeling (Tabel 15). Tevens gaven de
gevorderde respondenten meerdere communicatiemiddelen aan dan de respondenten in ontwikkeling
(Tabel 16).
Tabel 15. Percentages rol als teamlid/begeleider PO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Gebruik maken van de computer bij feed-
back aan leerlingen
7 % 9%
Ouders informeren via internet 39% 77%
Tabel 16. Effectiefste communicatiemiddel via de computer PO
Middel In ontwikkeling Gevorderd
E-mail 93 % 100%
Discussieforum - 5%
Weblog - 5%
Elektronische leeromgeving - 5%
Anders 11% 15%
Interview
Respondent één gaf aan dat hij hulp moet vragen aan jongere collega’s wanneer het gaat om
computergebruik zoals een document in pdf zetten. Respondent twee gaf aan dat documenten zoals
agenda’s voor vergaderingen of notulen vooral over de mail worden verstuurd.
• Rol als lerende professional
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er geen significant verschil is
tussen het gebruik van ICT bij de rol als lerende professional van docenten in ontwikkeling en
gevorderde docenten (t (46)= 1,046;p = 0,301).
Gemiddeld genomen gebruiken docenten in ontwikkeling (M= 2,27, SD=0,70) meer ICT bij de rol
teamlid/begeleider als de gevorderde docent (M=2,07, SD=0,62). Dit verschil is echter niet significant
Frequenties
De gevorderde respondenten hadden op drie van de vier items bij de rol lerende professional een hoger
percentage dan de respondenten in ontwikkeling. Daarnaast was het verschil op het item waar deze
groep een lager percentage had dan de respondenten in ontwikkeling zeer klein (Tabel 17).
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 31 -
Tabel 17. Percentages rol als lerende professional PO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Persoonlijke leerdoelen ter bevordering
computervaardigheid
39 % 61%
Gebruik maken van ICT om hulp te vragen aan
collega’s
36% 43%
Prettig om via ICT hulp te vragen van collega’s 60% 59%
Intervisie is beter om persoonlijk te doen 89% 90%
Op de vraag welke faciliteiten de respondenten graag nog willen leren gebruiken of benutten kwam
naar voor dat de respondenten in ontwikkeling kozen voor andere faciliteiten dan de gevorderde
respondenten. Wel scoorden beide groepen hoog op presentatieprogramma’s en leerlingvolgsysteem.
Tabel 18. Percentages faciliteiten die geleerd willen worden door de respondenten PO
Faciliteiten In ontwikkeling Gevorderd
e-mail 30% 5%
Internet 22% 5%
Tekstverwerkingprogramma’s 19% 5%
Presentatieprogramma’s 59% 50%
Elektronische rekenprogramma’s 11% 27%
Programma’s om rekenbladen te maken 15% 55%
Programma’s om websites te maken 19% 36%
Elektronische leeromgeving 26% 23%
leerlingvolgsysteem 44% 41%
Anders 7% 18%
Ik hoef niks meer te leren - 9%
In Tabel 19 is te zien dat de respondenten in ontwikkeling werkzaam zijn op scholen die meerdere
mogelijkheden bieden voor advisering op het gebied van weblog en elektronische leefomgeving. De
groep gevorderde respondenten zijn werkzaam op scholen die meer mogelijkheden bieden voor
advisering op het gebied van discussieforums en andere manieren.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 32 -
Tabel 19. Percentages welke mogelijkheden scholen bieden voor hulp PO
Mogelijkheden die de school biedt om hulp te
vragen aan collega’s
In ontwikkeling Gevorderd
e-mail 100% 100%
chat - -
Online discussieforum 4% 9%
weblog 8% 4%
Elektronische leeromgeving 31% 26%
Interview
Respondent één gaf aan dat hij wel van mening is dat een bijscholing in het Office-pakket wel moet
gebeuren. Als docent leert hij veel van zijn leerlingen op het gebied van ICT. Respondent twee volgt
cursussen om beter om te gaan met het digibord maar ook heeft zij onlangs een cursus Power-Point
gedaan.
Resultaten deelvraag 2
‘In hoeverre veranderen de rollen van een docent VO door het gebruik van ICT?
Achtergrondgegevens onderzoeksgroep VO
• Vaardigheid
Vragenlijst
Van de 53 respondenten gaven er veertien (26%) aan dat zijn/haar computervaardigheden “in
ontwikkeling” waren en 39 respondenten (74%) vonden hun computervaardigheden gevorderd.
Interview
Respondent één is werkzaam als ICT-manager en heeft daardoor goed ontwikkelde ICT-vaardigheden.
Voordat hij deze functie bekleedde was hij docent informatica en had dus al een affectie met ICT.
Respondent twee is werkzaam als docent informatica en is ICT-coördinator zijn ICT-vaardigheden
zijn goed ontwikkeld.
• Houding
Vragenlijst
Wanneer er gevraagd werd naar de reden die de respondenten hebben om ICT te gebruiken in het
onderwijs konden zij meerdere antwoorden geven (Tabel 20).
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 33 -
Tabel 20. Reden ICT-gebruik in het onderwijs onderzoeksgroep VO
Reden van ICT-gebruik in het onderwijs Frequentie
Effectief 73%
Belangrijk om bij de tijd te blijven 57%
Aansluiting bij de belevingswereld van de leerlingen 29%
Verplichting van het schoolbestuur 9%
Collega’s doen het ook 9%
Anders 25%
Interview
Beide respondenten hebben een open en positieve houding ten opzichte van ICT- gebruik in het
onderwijs. Zo noemt respondent één het gebruik van ICT als tool om het onderwijs te verbeteren en
benadrukt daarbij de communicatieve kant. Respondent twee haalt de blended learning aan en is van
mening dat een combinatie tussen en een balans van ICT en traditioneel onderwijs de perfecte
combinatie is.
Resultaten per docentenrol VO
• Rol als uitvoerder
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er een significant verschil is tussen
het gebruik van ICT bij de rol als uitvoerder van docenten in ontwikkeling en gevorderde docenten (t
(49) = -3,300; p= 0,002). De computervaardigheid kan 28% van de verschillen in de rol als uitvoerder
verklaren (d= -0,94). Gemiddeld genomen gebruiken docenten in ontwikkeling (M= 1,95, SD=0,43)
minder ICT bij de rol uitvoerder dan de gevorderde docent (M=2,42, SD=0,46).
Frequenties
Er was een verschil tussen de respondenten in ontwikkeling en de gevorderde respondenten op het
gebied van contact met de leerlingen via e-mail. Het daaropvolgende item waar de respondenten
aangaven of zij e-mail als meerwaarde beschouwden in vergelijking met face-to-face communicatie
was tevens een verschil tussen de groepen (Tabel 21).
Tabel 21. Percentages rol als uitvoerder VO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Contact met leerlingen via e-mail 54 % 64%
Meerwaarde van email in vergelijking met
face-to-face communicatie
65% 80%
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 34 -
Interview
Beide respondenten gaven in het interview aan dat de docent de lessen voor de leerlingen
aantrekkelijker en uitdagender kan maken door ICT te gebruiken. Daarnaast geven zij aan dat de rol
van de docent meer coachend en begeleidend van aard zal worden. Het communiceren met leerlingen
gaat steeds meer via digitale middelen zoals een elektronisch portfolio maar ook een
communicatieplatform waarbij MSN als educatief tool wordt ingezet tussen docent en leerling wat
respondent één aangaf.
• Rol als ontwerper
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er een significant verschil is tussen
het gebruik van ICT bij de rol als ontwerper van docenten in ontwikkeling en gevorderde docenten (t
(47)= -3,259; p= 0,002). De computervaardigheid kan 29% van de verschillen in de rol als ontwerper
verklaren (d= -0,95). Gemiddeld genomen gebruiken docenten in ontwikkeling (M= 1,81, SD=0,48)
minder ICT bij de rol ontwerper dan de gevorderde docent (M=2,49, SD=0,71).
Frequenties
De gevorderde respondenten maken meer gebruik van de computer als ondersteunend hulpmiddel bij
het ontwerpen van leermateriaal (Tabel 22).
Tabel 22. Percentages rol als ontwerper VO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Computer als ondersteuning bij
het ontwerpen van leermateriaal
85 % 100%
Interview
Respondent één gaf aan dat sommige afdelingen op de school waar hij werkzaam is de reguliere
methodes van uitgeverijen zijn afgeschaft. Daar maken de docenten zelf lesmateriaal zowel digitaal als
op papier. Respondent twee gaf aan dat de laatste jaren de docenten bepaalde workshops konden
volgen om zelf digitaal lesmateriaal te ontwikkelen. Waar onder het maken van digitale toetsen.
• Rol als onderzoeker
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er geen significant verschil is
tussen het gebruik van ICT bij de rol als onderzoeker van docenten in ontwikkeling en gevorderde
docenten (t (49)= -0,701; p= 0,486).
Gemiddeld genomen gebruiken docenten in ontwikkeling (M= 1,68, SD=0,89) minder ICT bij de rol
onderzoeker als de gevorderde docent (M=1,86, SD=0,83). Dit verschil is echter niet significant.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 35 -
Frequenties
Er is verschil ontdekt bij de rol als onderzoeker tussen de twee groepen respondenten. De
respondenten in ontwikkeling gebruiken de computer meer voor het analyseren en de gevorderde
respondenten voor het evalueren van onderzoeken (Tabel 23).
Tabel 23. Percentages rol als onderzoeker VO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Computer gebruiken bij het analyseren van
gedrags- en leerproblemen van de leerlingen
31% 26%
Evalueren van een onderzoek met behulp
van de computer
31% 34%
Interview
Respondent twee gaf aan dat docenten bezig zijn met een onderzoek naar de effecten van ICT op het
leren van de leerlingen. Er zijn digitale leerlingenportfolio’s ingezet om de resultaten te meten.
Daarnaast gaf hij aan dat de verandering plaats vindt op de manier van leren en dat dit mede komt door
het begrip ‘nieuwe leren’. Waar hij een mix van ICT en docentgestuurd onderwijs onder verstaat.
• Rol als teamlid/begeleider
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er geen significant verschil is
tussen het gebruik van ICT bij de rol als teamlid/begeleider van docenten in ontwikkeling en
gevorderde docenten (t (49)= -1,303; p= 0,199).
Gemiddeld genomen gebruiken docenten in ontwikkeling (M= 2,43, SD=0,59) minder ICT bij de rol
teamlid/begeleider als de gevorderde docent (M=2,64, SD=0,49). Dit verschil is echter niet significant.
Frequenties
De gevorderde respondenten zetten zowel bij feed-back geven aan leerlingen als bij het informeren
van ouders ICT vaker in ten opzicht van de respondenten in ontwikkeling (Tabel 24). Tevens gaven de
gevorderde respondenten meerdere communicatiemiddelen aan dan de respondenten in ontwikkeling
(Tabel 25).
Tabel 24. Percentages rol als teamlid/begeleider VO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Gebruik maken van de computer bij feed-
back aan leerlingen
9 % 44%
Ouders informeren via internet 62% 46%
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 36 -
Tabel 25. Effectiefste communicatiemiddel via de computer VO
Middel In ontwikkeling Gevorderd
E-mail 100% 100%
Discussieforum - -
Weblog - 3%
Elektronische leeromgeving 7% 14%
Anders 7% 11%
Interview
Respondent twee gaf aan dat er leerlingen zijn die eerder een mail naar hem durven te sturen dan hem
persoonlijk aan te spreken.
De rol als teamlid verandert volgens beide respondenten doordat collega’s onderling elkaar helpen op
het gebied van ICT en ook dat er veel gecommuniceerd wordt via de mail. Respondent twee benoemde
daarnaast de elektronische leeromgeving als communicatiemiddel van collega’s onderling. Daarnaast
gaf hij aan dat bepaalde docenten de taak als e-coach op zich hebben genomen. Zij bieden
ondersteuning aan collega’s die hulp nodig hebben bij het gebruik van ICT.
• Rol als lerende professional
Frequenties
De gevorderde respondenten hadden op drie van de vier items bij de rol lerende professional een hoger
percentage dan de respondenten in ontwikkeling. Daarnaast was het verschil op het item waar deze
groep een lager percentage had dan de respondenten in ontwikkeling zeer klein (Tabel 26).
Tabel 26. Percentages rol als lerende professional VO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Persoonlijke leerdoelen ter bevordering
computervaardigheid
38 % 36%
Gebruik maken van ICT om hulp te vragen aan
collega’s
38% 66%
Prettig om via ICT hulp te vragen van collega’s 45% 87%
Intervisie is beter om persoonlijk te doen 85% 95%
De respondenten in ontwikkeling kozen andere faciliteiten die zij wilden leren dan de gevorderde
respondenten. Wel hadden beide groepen een hoog percentage bij de elektronische leeromgeving en
leerlingvolgsysteem.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 37 -
Tabel 27. Percentages faciliteiten die geleerd willen worden door de respondenten VO
Faciliteiten In ontwikkeling Gevorderd
e-mail 21% 15 %
Internet 21% 15 %
Tekstverwerkingprogramma’s 21% 15 %
Presentatieprogramma’s 43 % 28 %
Elektronische rekenprogramma’s 36 % 33 %
Programma’s om rekenbladen te maken 14 % 23 %
Programma’s om websites te maken 14 % 33 %
Elektronische leeromgeving 50 % 41 %
leerlingvolgsysteem 43 % 33 %
Anders 36 % 3 %
Ik hoef niks meer te leren 14 % 21 %
In Tabel 28 is te zien dat de gevorderde respondenten werkzaam zijn op scholen die meerdere
mogelijkheden bieden voor advisering op het gebied van chat, weblog, elektronische leeromgeving en
andere mogelijkheden. De respondenten in ontwikkeling zijn werkzaam op scholen die meer
mogelijkheden bieden voor advisering op het gebied van discussieforums.
Tabel 28. Percentages welke mogelijkheden scholen bieden voor hulp VO
Mogelijkheden die de school biedt om hulp te
vragen aan collega’s
In ontwikkeling Gevorderd
e-mail 100% 100%
chat 7% 13%
Online discussieforum 7% 5%
weblog 7% 8%
Elektronische leeromgeving 43% 55%
Anders - 18%
Interview
Respondent één gaf aan dat docenten veelvuldig leerlingen inschakelen wanneer zij bepaalde ICT-
vaardigheden niet beheersen. Leerlingen zijn in bepaalde activiteiten met de computer vaardiger dan
de docent en hiervan moet de docent van profiteren. Respondent twee gaf aan dat een docent wel
bepaalde ICT-vaardigheden moet hebben om de onderwijsvisie van de school te kunnen volgen.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 38 -
Resultaten deelvraag 3
‘In hoeverre veranderen de rollen van een docent MBO door het gebruik van ICT?’
Achtergrondgegevens onderzoeksgroep MBO
• Vaardigheden
Vragenlijst
In deze groep gaven van de 42 respondenten er 16 (38%) respondenten aan dat hun
computervaardigheden in ontwikkeling waren en 26 (62%) respondenten beschouwden zijn
computervaardigheden als gevorderd.
Interview
Respondent één gaf aan dat zijn computervaardigheden redelijk zijn. Regelmatig komen er collega’s
naar hem toe wanneer zij hulp nodig hebben en daarnaast is hij een aantal jaar systeembeheerder
geweest.
Respondent twee gaf aan redelijke computervaardigheden te beheersen. Wanneer er nieuwe cursussen
worden aangeboden kijkt ze eerst of het relevant voor haar is en vervolgens maakt ze een keuze de
cursus wel of niet te volgen.
• Houding
Vragenlijst
Wanneer er gevraagd werd naar de reden die de respondenten hebben om ICT te gebruiken in het
onderwijs konden zij meerdere antwoorden geven (Tabel 29).
Tabel 29. Reden ICT-gebruik in het onderwijs onderzoeksgroep MBO
Reden van ICT-gebruik in het onderwijs Frequentie
Effectief 79%
Belangrijk om bij de tijd te blijven 49%
Aansluiting bij de belevingswereld van de leerlingen 26%
Verplichting van het schoolbestuur 4%
Collega’s doen het ook 13%
Anders 21%
Interview
Respondent één is positief ten opzichte van het gebruik van ICT in het onderwijs. Hij geeft aan dat
veel taken als docent makkelijker uitvoerbaar zijn.
Respondent twee gaf aan je ICT moet gebruiken in het onderwijs omdat de leerlingen hier in het
bedrijfsleven ook mee te maken zullen hebben. Zij gaf aan dat het persoonlijke contact moet blijven
voor vaardigheden zoals samenwerken die ook heel belangrijk zijn in toekomst van de leerlingen.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 39 -
Resultaten per docentenrol MBO
• Rol als uitvoerder
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er geen significant verschil is
tussen het gebruik van ICT bij de rol als uitvoerder van docenten in ontwikkeling en gevorderde
docenten (t (40) = -1,581; p= 0,122).
Gemiddeld genomen gebruiken docenten in ontwikkeling (M= 2,67, SD=0,39) minder ICT bij de rol
als uitvoerder als de gevorderde docent (M=2,87, SD=0,44). Dit verschil is echter niet significant.
Frequenties
Er was een klein verschil tussen de respondenten in ontwikkeling en de gevorderde respondenten op
het gebied van contact met de leerlingen via e-mail. Het daarop volgende item was er een groter
verschil te zien in percentages (Tabel 30).
Tabel 30. Percentages rol als uitvoerder MBO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Contact met leerlingen via e-mail 80% 84%
Meerwaarde van email in vergelijking met
face-to-face communicatie
50% 62%
Interview
Respondent één gaf aan dat hij gebruik maakt van een digitaal lesprogramma van een uitgeverij.
Hierbij geeft een virtuele docent feed-back op de activiteiten van de leerling. Zo wordt hij ontlast en
heeft hij tijd om individuele leerlingen intensiever te begeleiden.
Respondent twee gaf aan dat samenwerken lastiger wordt omdat er continu een beeldscherm tussen de
leerlingen onderling en docent staat. Daarnaast is het van belang dat je als docent er continu op blijft
letten dat de leerlingen niet worden afgeleid door andere activiteiten die zij kunnen doen op de
computer. Feed-back geven is wel makkelijker geworden. Voorheen ging huiswerk heen en weer
tussen student en docent. Tegenwoordig leveren haar studenten opdrachten in via de elektronische
leeromgeving en kan zij snel feed-back geven en het proces tijdens de lessen makkelijk in de gaten
houden.
• Rol als ontwerper
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er een significant verschil is tussen
het gebruik van ICT bij de rol als ontwerper van docenten in ontwikkeling en gevorderde docenten (t
(36) = -2,004; p= 0,053). De computervaardigheid kan 13% van de verschillen in de rol als ontwerper
verklaren (d=-0,67). Gemiddeld genomen maken de docenten in ontwikkeling (M= 2,13, SD=0,69)
minder gebruik van ICT bij de rol als ontwerper dan de gevorderde docent (M=2,59, SD=0,70).
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 40 -
Frequenties
De gevorderde respondenten maken wel meer gebruik van de computer als ondersteunend hulpmiddel
bij het ontwerpen van leermateriaal maar er is niet een groot verschil in percentages (Tabel 31).
Tabel 31. Percentages rol als ontwerper MBO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Computer als ondersteuning bij
het ontwerpen van leermateriaal
87 % 91%
Interview
Beide respondenten gaven aan dat het registreren van toetsen sneller gaat met het gebruik van de
computer. Daarnaast gaf respondent één aan dat studenten zichzelf kunnen toetsen zodat de docent
minimale hulp hoeft te bieden. Dit is vaak nog leuker voor de studenten vanwege de verschillende
manieren van toetsen die de computer hanteert.
• Rol als onderzoeker
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er een significant verschil is tussen
het gebruik van ICT bij de rol als onderzoeker van docenten in ontwikkeling en gevorderde docenten
(t (40) = -2,498; p= 0,017). De computervaardigheid kan 18% van de verschillen in de rol als
onderzoeker verklaren (d=-0,79). Gemiddeld genomen maken de docenten in ontwikkeling (M= 1,63,
SD=0,59) minder gebruik van ICT bij de rol als onderzoeker dan de gevorderde docent (M=2,21,
SD=0,81).
Frequenties
Er is in beide items betreffende rol als onderzoeker een verschil ontdekt tussen de twee groepen. De
gevorderde respondenten gebruiken de computer zowel voor het analyseren als evalueren meer dan de
respondenten in ontwikkeling (Tabel 32).
Tabel 32. Percentages rol als onderzoeker MBO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Computer gebruiken bij het analyseren van
gedrags- en leerproblemen van de leerlingen
21% 41%
Evalueren van een onderzoek met behulp
van de computer
27% 36%
Interview
Respondent twee gaf aan dat je als docent moet blijven zoeken naar nieuwe dingen die je kan
gebruiken in het onderwijs wat voor jou handig is. Je moet je blijven verdiepen in bijvoorbeeld de
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 41 -
elektronische leeromgeving. Zij gaf aan dat hier meerdere mogelijkheden in zitten dan dat zij eruit
haalt.
• Rol als teamlid/begeleider
T-toets
Op basis van een onafhankelijke t-toets wordt er geconstateerd dat er geen significant verschil is
tussen het gebruik van ICT bij de rol als teamlid/begeleider van docenten in ontwikkeling en
gevorderde docenten (t (40)= -0,679; p= 0,501).
Gemiddeld genomen maken de docenten in ontwikkeling (M= 2,63, SD=0,59) minder gebruik van
ICT bij de rol als teamlid/begeleider als de gevorderde docent (M=2,77, SD=0,71). Dit verschil is
echter niet significant.
Frequenties
De gevorderde respondenten zetten ICT vaker in bij zowel feed-back geven aan leerlingen als bij het
informeren van ouders ten opzichte van de respondenten in ontwikkeling (Tabel 33). Tevens gaven de
gevorderde respondenten aan meerdere communicatiemiddelen effectief te kunnen gebruiken in
vergelijking met de respondenten in ontwikkeling (Tabel 34).
Tabel 33. Percentages rol als teamlid/begeleider MBO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Gebruik maken van de computer bij feed-
back aan leerlingen
53% 57%
Ouders informeren via internet - 18%
Tabel 34. Effectiefste communicatiemiddel via de computer MBO
Middel In ontwikkeling Gevorderd
E-mail 100% 96%
Chat - 4%
Discussieforum - -
Weblog - 4%
Elektronische leeromgeving 7% 21%
Anders 13% 17%
Interview
Als teamlid is respondent één naar eigen zeggen veel kwijt aan het bijhouden van zijn mailbox. Hij gaf
aan dit vervelend te vinden. Respondent twee gaf aan dat zij naast contact met collega’s ook veel mail
contact heeft met haar studenten omdat zij naast haar taak als docent nog andere taken heeft en
daardoor niet altijd aanwezig is op de afdeling en vindt het dan handig om mailcontact te
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 42 -
onderhouden. Naast het mailen met collega’s gaf zij aan door een nieuwe manier van onderwijs
‘geintegreerd lesprogramma’ staat zij met een collega tegelijkertijd in de leertuin (plaats waar
meerdere computers staan waar studenten zelfstandig kunnen werken maar wel enige begeleiding van
een docent nodig heeft). Er kan dan wrijving komen omdat zij een andere aanpak, stijl of mening heeft
over bepaalde onderwijskundige dingen zoals orde houden.
• Rol als lerende professional
Frequenties
De gevorderde respondenten hadden op drie van de vier items bij de rol lerende professional een hoger
percentage dan de respondenten in ontwikkeling. Daarnaast was het verschil op het item waar deze
groep een lager percentage had dan de respondenten in ontwikkeling zeer klein (Tabel 35).
Tabel 35. Percentages rol als lerende professional MBO
Item In ontwikkeling Gevorderd
Persoonlijke leerdoelen ter bevordering
computervaardigheid
33% 42%
Gebruik maken van ICT om hulp te vragen aan
collega’s
53% 58%
Prettig om via ICT hulp te vragen van collega’s 50% 74%
Intervisie is beter om persoonlijk te doen 100% 83%
De respondenten in ontwikkeling kozen over het algemeen andere faciliteiten die zij wilden leren dan
de gevorderde respondenten. Wel hadden beide groepen een hoog percentage bij de elektronische
leeromgeving en leerlingvolgsysteem (Tabel 36).
Tabel 36. Percentages faciliteiten die geleerd willen worden door de respondenten MBO
Faciliteiten In ontwikkeling Gevorderd
e-mail 13% -
Internet 13% 4%
Tekstverwerkingprogramma’s 20% 4%
Presentatieprogramma’s 60% 29%
Elektronische rekenprogramma’s 47% 25%
Programma’s om rekenbladen te maken 20% 8%
Programma’s om websites te maken 7% 29%
Elektronische leeromgeving 47% 58%
leerlingvolgsysteem 47% 50%
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 43 -
Anders 7% 13%
Ik hoef niks meer te leren 13% 8%
In Tabel 37 is te zien dat de respondenten in ontwikkeling werkzaam zijn op scholen die meerdere
mogelijkheden bieden voor advisering op het gebied van e-mail, chat, online
discussieforums,elektronische leeromgeving en andere mogelijkheden. De gevorderde respondenten
zijn werkzaam op scholen die meer mogelijkheden bieden voor advisering op het gebied van weblogs
en andere mogelijkheden.
Tabel 37. Percentages welke mogelijkheden scholen bieden voor hulp MBO
Mogelijkheden die de school biedt om hulp te
vragen aan collega’s
In ontwikkeling Gevorderd
e-mail 100 % 91 %
chat 20 % 4 %
Online discussieforum 7 % 4 %
weblog 7 % 9 %
Elektronische leeromgeving 47 % 39 %
Anders 10 % 18 %
Interview
Respondent één gaf aan dat je gebruik moet maken van de kennis en vaardigheden van de studenten.
Respondent twee gaf aan dat een docent zich moet blijven ontwikkelen maar dit is niet alleen door de
toename van ICT in het onderwijs.
Resultaten deelvraag 4
‘Zijn er verschillen in het gebruik van ICT bij de docentenrollen tussen de docenten van de drie
onderwijssectoren PO, VO en MBO?’
Om een vergelijking te maken tussen de drie onderwijssectoren en het ICT-gebruik bij de
docentenrollen zijn er Chi-kwadraattoetsen uitgevoerd.
• Rol als uitvoerder
Er bestaat een significant verschil tussen de onderwijssectoren en hoe vaak zij ICT gebruiken bij de rol
als uitvoerder. Van de respondenten PO geeft meer dan helft aan ICT regelmatig tot vaak in te zetten
terwijl meer dan de helft van de respondenten VO en MBO aangeeft ICT soms te gebruiken bij de
uitvoering van deze rol (tabel 38). Wanneer de respondenten in computervaardigheid worden
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 44 -
onderscheiden zijn deze significante verschillen terug te vinden bij de gevorderde respondenten (tabel
39).
Tabel 38. Verschillen in onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als uitvoerder
Rol als uitvoerder PO VO MBO
Zelden tot nooit 2 4% 5 10% 4 10%
Soms 15 29% 31 61% 22 53%
Regelmatig 28 55% 15 29% 16 47%
Vaak 6 12% - - - -
Totaal 51 100% 51 100% 42 100%
χ² = 124,8; df = 78; p = 0,01
Tabel 39. Verschillen in gevorderde respondenten per onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als uitvoerder
Rol als uitvoerder
gevorderd
PO VO MBO
Zelden tot nooit 0 5 14% 2 8%
Soms 4 17% 25 67% 17 65%
Regelmatig 14 61% 7 19% 7 27%
Vaak 5 22% - -
Totaal 23 100% 37 100% 26 100%
χ² = 71,58; df = 44; p = 0,01
• Rol als ontwerper
Er bestaat een significant verschil tussen de onderwijssectoren en hoe vaak zij ICT gebruiken bij de rol
als ontwerper. Van de respondenten MBO geeft meer dan helft aan ICT regelmatig tot vaak in te
zetten terwijl de respondenten PO en VO grotendeels aangeven ICT zelden tot nooit of soms te
gebruiken bij de uitvoering van deze rol (tabel 40). Wanneer de respondenten in computervaardigheid
worden onderscheiden zijn deze significante verschillen terug te vinden bij de respondenten in
ontwikkeling (tabel 41).
Tabel 40. Verschillen in onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als ontwerper
Rol als ontwerper PO VO MBO
Zelden tot nooit 8 16% 3 6% 0
Soms 19 38% 28 54% 8 19%
Regelmatig 20 40% 20 40% 31 74%
Vaak 3 6% 0 - 3 7%
Totaal 50 100% 51 100% 42 100%
χ² = 242,2; df = 116; p = 0,01
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 45 -
Tabel 41. Verschillen respondenten in ontwikkeling per onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als ontwerper
Rol als ontwerper
in ontwikkeling
PO VO MBO
Zelden tot nooit 7 25% 3 22% 0
Soms 12 43% 9 64% 3 19%
Regelmatig 9 32% 2 14% 13 81%
Vaak 0 0 0
Totaal 28 100% 14 100% 16 100%
χ² = 95,65; df = 52 ; p = 0,01
• Rol als onderzoeker
Er bestaat een significant verschil tussen de onderwijssectoren en hoe vaak zij ICT gebruiken bij de rol
als onderzoeker. In vergelijking met de respondenten PO en MBO geven de respondenten VO met een
hoger percentage aan ICT zelden tot nooit in te zetten bij het uitvoeren van de rol als onderzoeker
(tabel 42). Wanneer de respondenten in computervaardigheid worden onderscheiden zijn deze
significante verschillen terug te vinden in beide groepen (tabel 43 en tabel 44).
Tabel 42. Verschillen in onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als onderzoeker
Rol als onderzoeker PO VO MBO
Zelden tot nooit 6 12% 16 30% 2 5%
Soms 25 49% 21 42% 16 40%
Regelmatig 16 31% 11 22% 16 40%
Vaak 4 8% 3 6% 2 5%
Totaal 51 100% 51 100% 38 100%
χ² = 109,5; df = 22; p = 0,01
Tabel 43. Verschillen respondenten in ontwikkeling per onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als onderzoeker
Rol als onderzoeker
in ontwikkeling
PO VO MBO
Zelden tot nooit 3 10% 7 50% 4 27%
Soms 16 57% 3 21% 4 27%
Regelmatig 8 29% 4 29% 7 46%
Vaak 1 4% 0 0
Totaal 28 100% 14 100% 15 100%
χ² = 57,07; df = 18; p = 0,01
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 46 -
Tabel 44. Verschillen in gevorderde respondenten per onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als onderzoeker
Rol als onderzoeker
gevorderd
PO VO MBO
Zelden tot nooit 3 13% 9 24% 0
Soms 9 39% 18 49% 12 52%
Regelmatig 8 35% 7 19% 9 38%
Vaak 3 13% 3 8% 2 8%
Totaal 23 100% 37 100% 23 100%
χ² = 64,91; df = 20; p = 0,01
• Rol als teamlid/begeleider
Er bestaat een significant verschil tussen de onderwijssectoren en hoe vaak zij ICT gebruiken bij de rol
als teamlid/begeleider. Het significante verschil is bij deze rol minder duidelijk zichtbaar. In
vergelijking met de andere onderwijssectoren geven de docenten PO in een hoger percentage aan ICT
vaak te gebruiken bij deze rol (tabel 45). Wanneer de respondenten in computervaardigheid worden
onderscheiden zijn deze significante verschillen terug te vinden in de groep in ontwikkeling (tabel 46).
Tabel 45. Verschillen in onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als teamlid/begeleider
Rol als teamlid/begeleider PO VO MBO
Zelden tot nooit 1 2% 2 5% 1 2%
Soms 19 39% 16 31% 14 34%
Regelmatig 24 49% 31 59% 25 60%
Vaak 5 10% 2 5% 2 4%
Totaal 49 100% 51 100% 42 100%
χ² = 95,1; df = 24; p = 0,01
Tabel 46. Verschillen respondenten in ontwikkeling per onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als teamlid/begeleider
Rol als teamlid/begeleider
in ontwikkeling
PO VO MBO
Zelden tot nooit 1 4% 2 14% 0
Soms 12 44% 3 22% 6 37%
Regelmatig 12 44% 9 64% 10 63%
Vaak 2 8% - - - -
Totaal 27 100% 14 100% 16 100%
χ² = 61,24; df = 20; p = 0,01
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 47 -
• Rol als lerende professional
Er bestaat een significant verschil tussen de onderwijssectoren en hoe vaak zij ICT gebruiken bij de rol
als lerende professional. De respondenten PO geven met een hoger percentage aan regelmatig ICT te
gebruiken bij deze rol dan de respondenten VO en MBO (tabel 47). Wanneer de respondenten in
computervaardigheid worden onderscheiden zijn deze significante verschillen terug te vinden in de
groep in ontwikkeling (tabel 48).
Tabel 47. Verschillen in onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als lerende professional
Rol als lerende professional PO VO MBO
Zelden tot nooit 6 13% 5 10% 6 14%
Soms 17 35% 28 57% 23 55%
Regelmatig 23 48% 14 29% 10 24%
Vaak 2 4% 2 4% 3 7%
Totaal 48 100% 49 100% 42 100%
χ² = 106,2; df = 24; p = 0,01
Tabel 48. Verschillen respondenten in ontwikkeling per onderwijssector naar gebruik ICT bij rol als lerende professional
Rol als lerende professional
in ontwikkeling
PO VO MBO
Zelden tot nooit 2 8% 3 22% 4 25
Soms 9 34% 10 71% 9 56%
Regelmatig 13 50% 1 7% 3 19%
Vaak 2 8% 0 0
Totaal 26 100% 14 100% 16 100%
χ² = 54,39; df = 18; p = 0,01
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 48 -
5. Conclusies
In dit hoofdstuk zullen er per deelvraag conclusies worden beschreven die vervolgens mee genomen
zullen worden bij het beantwoorden van de hoofdvraag ‘In hoeverre veranderen de rollen van de
docent wanneer zij gebruik maken van ICT in het onderwijs?’
De conclusies op de hoofdvraag komen voort uit de resultaten die weergegeven zijn in hoofdstuk 4.
Conclusies op de deelvragen vanuit de vragenlijst
Deelvraag 1
Aan de hand van de resultaten kan geconcludeerd worden dat er enkele rollen van PO-docenten door
het gebruik van ICT kunnen veranderen. Er is een significant verschil gevonden bij de rol als
uitvoerder. De docent in ontwikkeling gebruikt minder ICT bij de rol als uitvoerder dan de gevorderde
docent. Wanneer een docent vaardiger wordt in het gebruik van ICT kan worden verwacht dat de
diversiteit op het gebied van taken en functies van de rol als uitvoerder gemiddeld toe neemt.
Daarnaast kan er worden aangenomen dat de docent in de toekomst leerlingen sneller motiveren door
ICT te gebruiken tijdens de lessen waardoor leerlingen beter opletten en daardoor meer leren.
Daarnaast hebben de leerlingen onderling meer interactie en contact.
Er is een significant verschil gevonden bij de rol als ontwerper. De docent in ontwikkeling scoort daar
gemiddeld lager dan de gevorderde docent. Hieruit kan geconcludeerd worden dat wanneer een docent
vaardiger wordt in het gebruik van computers de rol als ontwerper veranderd. Deze rol zal mogelijk
veranderen op de taak ’ontwerpen van leermateriaal’. Daarnaast kan worden aangenomen dat de
docent als ontwerper door het gebruik van ICT makkelijker en sneller kan inspringen op de
niveauverschillen van de leerlingen. Verwacht wordt dat in de toekomst er nog meer mogelijkheden
komen om te differentiëren door ICT in te zetten en wanneer een docent hier goed mee om kan gaan
zijn rol als ontwerper uitbreidt.
Bij de rol als onderzoeker gaf de docent in ontwikkeling vaker aan gebruik te maken van ICT om
gedrags- en leerproblemen van leerlingen te analyseren dan de gevorderde docent. Hieruit kan worden
aangenomen dat de gevorderde docent ICT waarschijnlijk inzet voor andere doeleinden. Zoals het
evalueren van onderzoeken. Naast deze bevindingen kan er worden verwacht dat de docenten, door de
nieuwe ontwikkelingen op het gebied van techniek maar ook op het gebied van
onderwijsvernieuwingen, zich moeten blijven verdiepen. Door het gebruik van ICT kan dit proces
sneller en kunnen er handvatten worden aangereikt.
De rol van docent als teamlid/begeleider zal vooral op het gebied van oudervoorlichting veranderen.
Docenten zullen vaker ICT in zetten om ouders te informeren. Bij de rol kan geconcludeerd worden
dat het persoonlijke contact (nog steeds) van groot belang is.
De rol als lerende professional zal niet veel veranderen door het gebruik van ICT. De gevorderde
docenten gaven vaker aan persoonlijke leerdoelen te hebben waarbij zij willen werken aan
computergebruik van docenten in ontwikkeling. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de gevorderde
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 49 -
docent waarschijnlijk geïnteresseerd is in het gebruik van ICT en zich daar graag verder in wil
verdiepen. Hierdoor zou het verschil tussen computervaardigheid van de gevorderde docent en de
docent in ontwikkeling nog groter kunnen worden.
Deelvraag 2
Er kan geconcludeerd worden dat er mogelijk enkele rollen van VO-docenten veranderen door het
gebruik van ICT. Zowel bij de rol als uitvoerder als ontwerper is er een significant verschil gevonden
tussen de docenten in ontwikkeling en de gevorderde docenten. Hier kan geconcludeerd hoe vaardiger
de docent op het gebied van ICT, hoe vaker hij dit zal gebruiken in de rol als uitvoerder en ontwerper.
Het merendeel van zowel de gevorderde docent als de docent in ontwikkeling gaf aan dat zij e-mail
contact met hun leerlingen beschouwen als een meerwaarde. Deze meerwaarde van e-mail contact
geeft aan dat in de toekomst de rol als uitvoerder door het gebruik van ICT door de snelle en
makkelijke communicatie tussen docent en leerling zal veranderen. Hierdoor heeft de docent een beter
zich op het leerproces van de leerlingen. Naast de toename van communicatiemogelijkheden kan er
worden aangenomen dat de docent als uitvoerder zijn lessen en onderwijs aantrekkelijker en
uitdagender kan maken door ICT in te zetten.
In deze onderzoeksgroep kan tevens aangenomen worden dat in de toekomst de docent als ontwerper
bij de taak ‘ontwerpen van lesmateriaal’ maar ook het ‘ontwerpen van toetsen’ steeds vaker de
computer in gaat zetten. Hierdoor kan de docent als ontwerper tijd winnen.
Er wordt op grond van de resultaten aangenomen dat de docent als onderzoeker een andere weg in zal
slaan. Hij zal zich vooral gaan verdiepen in blended learning een ‘mix’ van ICT en docentgestuurd
onderwijs.
De rol als teamlid/begeleider zal door het gebruik van ICT veranderen. De docent zal in de toekomst
door het gebruik van ICT meer een begeleidende rol zal gaan aannemen door de vele manieren van
communicatie die geboden wordt door middel van ICT. Tevens zal de rol als teamlid een meer
ondersteunende rol worden waarbij de gevorderde docenten de docenten in ontwikkeling verder
helpen met het ontwikkelen van hun computervaardigheden.
De docent als lerende professional zal in de toekomst vaker ICT gaan inschakelen om hulp te vragen
van experts of collega’s. De experts waaraan zij hulp vragen zullen waarschijnlijk leerlingen zijn
aangezien zij zich sneller op het gebied van ICT ontwikkelen dan de meeste docenten.
Deelvraag 3
Er kan worden aangenomen dat de rol als uitvoerder in het MBO door het gebruik van ICT zal
veranderen. Door gebruik van de virtuele docent (via de computer) wordt de docent ontlast. Wel zal de
docent als uitvoerder in de toekomst alerter moeten worden op de taakgerichtheid van de studenten
aangezien de leerlingen geneigd zijn taakafwijkende dingen te doen op de computer. Door de
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 50 -
elektronische leeromgeving kan het huiswerkproces versneld worden waardoor de docent eerder feed-
back kan geven.
De rol als ontwerper van de MBO-docent zal veranderen. Dit kan geconcludeerd worden doordat er
een significant verschil is gevonden op deze rol tussen de docent in ontwikkeling en de gevorderde
docent. Hoe vaardiger de docent wordt hoe meer hij de computer zal gebruiken bij de rol als
ontwerper. Dit zal met name op het gebied van digitale toetsprogramma’s zijn waarbij de studenten
zichzelf toetsen en daarnaast het registreren hiervan grotendeels automatisch is waardoor de docent
wordt ontlast.
Er is tevens een significant verschil gevonden tussen de gemiddelden van de docent in ontwikkeling
en de gevorderde docent op de rol als onderzoeker. Hoe vaardiger de docent is in het gebruik van ICT
hoe meer hij de computer inzet bij het uitvoeren van deze rol dit geldt vooral bij het analyseren van
gedrags- en leerproblemen van leerlingen.
Er kan worden aangenomen dat de rol als teamlid/begeleider verandert. De docent is steeds meer tijd
kwijt aan het bijhouden van zijn mailbox van zowel collega’s als leerlingen. Doordat er meer gebruik
wordt gemaakt van ICT in zogenoemde leertuinen moeten de docenten ook een goede
verstandhouding hebben omdat zij te maken hebben met een geïntegreerd lesprogramma. Daardoor
moeten de docenten goed met elkaar op kunnen schieten en kan er worden aangenomen dat de rol als
teamlid intenser wordt om goed onderwijs te realiseren.
In de toekomst zal de rol als lerende professional veranderen op het gebied van hulp vragen aan
collega’s. De gevorderde docenten gaven merendeels aan het prettig te vinden om hulp aan collega’s
te vragen via ICT hierdoor kan worden aangenomen dat wanneer een docent betere
computervaardigheden heeft hij ook meer plezier ervaart aan het gebruik van ICT. Naast deze
aanname wordt er verwacht dat docenten vaker leerlingen in zullen schakelen wanneer zij hulp nodig
hebben bij het gebruik van ICT.
Deelvraag 4
Er kan geconcludeerd worden dat docenten van de drie onderzoeksgroepen bij alle docentenrollen van
elkaar verschillen op het gebruik van ICT. De verschillen waren allen significant.
Hoewel er in de onderzoeksgroep PO minder respondenten aangaven gevorderde computervaardigheid
te beheersen, gaf deze groep grotendeels aan ICT regelmatig tot vaak te gebruiken bij de rol als
uivoerder. Er kan worden gezegd dat de gevorderde PO-docenten voor een groter deel ICT inzetten bij
de rol als uitvoerder dan de gevordere VO- en MBO-docenten.
Bij de rol als ontwerper zijn er significante verschillen gevonden die met name berusten op de
verschillen tussen de PO-, VO- en MBO-docenten in ontwikkeling. Hier blijkt dat de MBO-docenten
in ontwikkeling grotendeels aangaven ICT regelmatig te gebruiken bij de rol als ontwerper. Dit is
opmerkelijk te noemen aangezien er van docenten die minder ontwikkelde computervaardigheden
hebben wordt verwacht ook minder vaak ICT in te zetten bij de uitvoering van de docentenrollen.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 51 -
Hieruit kan aangenomen worden dat wanneer MBO-docenten in ontwikkeling hun
computervaardigheden blijven ontwikkelen, zij wellicht nog vaker ICT zullen gebruiken bij het
uitvoeren van de rol als ontwerper.
Bij de rol als onderzoeker blijkt dat zowel de VO-docenten in ontwikkeling als de gevorderde VO-
docenten verschillen van de andere twee onderzoeksgroepen. De VO-docenten geven met een hoger
percentage aan dan de PO- en MBO-docenten, ICT zelden tot nooit te gebruiken bij deze rol. Er kan
worden aangenomen dat VO-docenten (ongeacht computervaardigheid) bij deze rol ICT in mindere
mate inzetten dan PO- en MBO-docenten.
Op de rol als teamlid/begeleider werd er een significant verschil gevonden. Er kan worden
aangenomen dat ICT door PO-docenten in ontwikkeling vaker wordt ingezet bij het uitvoeren van de
rol als teamlid/begeleider dan de VO- en MBO-docenten in ontwikkeling.
Tevens is er bij de laatste rol als lerende professional een significant verschil aangetoond tussen de
onderzoeksgroepen. Hier blijkt dat de helft van de PO-docenten in ontwikkeling regelmatig ICT te
gebruiken bij het uitvoeren van deze rol. Er kan worden aangenomen dat PO-docenten in ontwikkeling
meer inzet tonen om zichzelf te ontwikkelen als professional op het gebied van ICT in vergelijking
met de VO- en MBO-docenten in ontwikkeling.
Conclusies op de hoofdvraag
Op basis van de resultaten uit verschillende data wordt er geconcludeerd dat alle docentenrollen in
elke onderwijssector wel veranderen door het gebruik van ICT. De mate waarin en manier waarop die
veranderingen plaats zullen vinden zijn wel verschillend. De rol als uitvoerder kan door het gebruik
van ICT enerzijds tijdwinst opleveren door het inzetten van een virtuele docent en anderzijds zorgen
voor extra taken zoals naast het persoonlijke contact met leerlingen ook e-mail contact met hen
onderhouden. Bij deze rol kan tevens geconcludeerd worden dat met name de gevorderde PO-
docenten meer gebruik maken van ICT bij deze rol dan de VO- en MBO-docenten. Hierdoor kan
worden aangenomen dat zij zich verder ontwikkelen in de toekomst en dat PO-docenten nog vaker
ICT zullen inzetten bij het uitvoeren van deze rol.
Bij de rol als ontwerper is tevens te concluderen dat ICT zorgt voor tijdwinst. Door ICT te gebruiken
blijken de docenten werkzaam in het PO sneller en makkelijker te kunnen inspringen op
niveauverschillen. Voor de VO- en MBO-docenten blijkt dat ICT er voor kan zorgen dat het toetsen en
het ontwerpen van lesmateriaal makkelijker wordt. Er kan geconcludeerd worden dat met name MBO-
docenten zich sneller zullen ontwikkelen in deze rol doordat de MBO-docenten in ontwikkeling in
regelmatig gebruik maken van ICT. Wanneer zij hun computervaardigheden zullen verbeteren is de
verwachting dat het ICT-gebruik daardoor toe zal nemen in het MBO.
Wanneer er gekeken wordt naar de rol als onderzoeker kan er aangenomen worden dat deze rol per
onderwijssector op verschillende manieren zal veranderen. PO-docenten zullen naar mate de
computervaardigheid vordert ICT inzetten bij deze rol voor het evalueren terwijl MBO-docenten juist
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 52 -
meer problemen zullen gaan analyseren met behulp van ICT. VO-docenten zullen zich meer gaan
richting op nieuwe manieren van leren met het gebruik van ICT zoals ‘blended learning’.
Naast de tijdwinst wat naar voor kwam bij de rol als teamlid/begeleider geconcludeerd worden dat de
manier van communiceren tussen de leerlingen onderling, de leerlingen met de docent, de docent en
ouders en docenten onderling zal veranderen door het gebruik van ICT. Leerlingen zullen in het PO
vooral meer interactie hebben doordat ICT wordt ingezet en daardoor moeten samenwerken en leren
van elkaar. Het veranderende contact tussen leerlingen en docenten zal zich vooral voordoen op het
VO en het MBO (waar dit reeds aan de gang is). Door ICT te gebruiken zullen de docenten meer een
begeleidende taak krijgen. Naast het gebruik van e-mail zullen er vele andere manieren worden ingezet
zoals elektronische leeromgevingen maar ook messenger services. De laatste verandering op het
gebied van contact tussen docenten en ouders zal voornamelijk veranderen in het PO. De docenten
zullen ouders steeds meer via internet benaderen. De laatste verandering die er plaats zal vinden op het
gebied van communicatie is tussen de docenten onderling. Zij zullen elkaar vaker moeten
ondersteunen doordat er nu nog veel verschil is in computervaardigheid van docenten. Het
persoonlijke contact blijft daarbij belangrijk maar ook de e-mail is belangrijk in de rol als teamlid. Het
is opmerkelijk te noemen dat de rol als teamlid/begeleider in het MBO meer tijd vraagt door het
gebruik van ICT. Dit is te wijten aan de vele e-mails die docenten moeten lezen en beantwoorden.
Daarnaast is in het MBO door het geïntegreerde lesprogramma de verstandhouding tussen docenten
zeer belangrijk om goede lessen te kunnen verzorgen. De rol als teamlid wordt daar intenser en zullen
docenten door het vrije gebruik van ICT tijdens lessen veel moeten overleggen en samenwerken. De
PO-docenten zullen in de toekomst voor de rol als teamlid/ begeleider vaker ICT gebruiken aangezien
de PO-docenten in ontwikkeling momenteel al regelmatig gebruik maakt van ICT.
De rol als lerende professional zal op het gebied van taken niet echt veranderen. Wel kan er worden
geconcludeerd dat VO- en MBO-docenten de toekomst vaker hun leerlingen om hulp zullen moeten
vragen aangezien de leerlingen over het algemeen meer expertise hebben op het gebied van ICT dan
de docenten. Tenslotte wordt er verwacht dat de PO-docenten bij de rol als lerende professional zich
sneller zullen gaan ontwikkelen dan de VO- en MBO-docenten aangezien de groep PO-docenten in
ontwikkeling met een hoger percentage dan de VO en MBO-docenten aangeven ICT te gebruiken bij
deze rol.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 53 -
6. Discussie
Het onderzoek kent een aantal beperkingen. In dit hoofdstuk zullen beperkingen op het gebied van de
docentenrollen, respondenten, betrouwbaarheid van de vragenlijst en de analyses worden besproken.
Docentenrollen
De docentrollen die tijdens het onderzoek onderzocht zijn naar verandering waren docentenrollen die
aan de hand van bestaande literatuur zijn gehanteerd. De respondenten die de vragenlijst hebben
ingevuld zijn echter niet getest op de invulling die zij geven aan deze rollen. Hier is voor gekozen
omdat de vragenlijst anders te veel items zou beschikken. Als gevolg daarvan zouden respondenten
wellicht de vragenlijst niet hebben ingevuld vanwege de omvang. Doordat er in de vragenlijst geen
items zijn meegnomen over de invulling van de rollen zijn deze rollen geïdealiseerd beschreven . Er
wordt daarnaast in de literatuur vanuit gegaan dat elke docent deze rollen beheerst en de daarbij
behorende taken en functies ook vakbekwaam uitoefent maar of dit in de praktijk ook het geval is
blijft nog een vraag. Vanuit dit oogpunt kan gezegd worden dat de onderzoeksvragen daardoor niet
volledig en onbetrouwbaar beantwoord kunnen worden omdat er niet met zekerheid gezegd kan
worden dat de betrokken respondenten de desbetreffende rollen uitvoert.
Respondenten
Er kunnen meerdere kanttekeningen gegeven worden met betrekking tot de respondenten in het
onderzoek. Hoewel er totaal 600 vragenlijsten zijn verstuurd (200 per onderwijssector) zijn er maar
146 terug gestuurd en dus een non-responspercentage van 76% . De respondenten zijn allen afkomstig
uit het ledenbestand van de AOb. Hier kan de kantekening gemaakt worden dat deze personen
(zogenaamde vakbondmensen) wellicht extra actief en vooruitstrevend zijn in het onderwijs.
Een ander discussiepunt is onder andere het aantal respondenten per onderwijssector. Het aantal
respondenten per onderzoeksgroep varieerde nogal. De respondenten zijn werkzaam in het PO,VO of
MBO daarbij zitten ook ICT-coördinatoren en respondenten die werkzaam zijn bij het
schoolmanagement. Zij werken wel in het onderwijs maar weinig of niet (meer) als docent. Zij konden
op sommige vragen dus moeilijk antwoord geven en hebben dit waarschijnlijk ingevuld op basis van
ervaring als docent in het verleden. Deze respondenten en de door hen ingevulde items zijn echter wel
meegenomen in de analyses vanwege de steekproefgrootte. Wanneer deze respondenten niet
meegenomen waren hadden er geen analyses uitgevoerd kunnen worden. Door deze beperkingen
kunnen de resultaten niet gegeneraliseerd worden (Stokking, 2003).
Naast de bovengenoemde opmerkingen over de respondenten in de vragenlijst kunnen er tevens
kanttekeningen worden geplaatst bij het aantal respondenten dat mee heeft gewerkt aan de interviews.
Om betrouwbare conclusies uit de resultaten van de interviews te kunnen trekken hadden er meer
respondenten geïnterviewd moeten worden. Vanwege de relatief korte periode waarin het onderzoek
werd uitgevoerd was er te weinig tijd om meerdere interviews af te nemen.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 54 -
De respondenten die werkzaam waren in het PO en MBO zijn geworven doordat zij een directe band
hadden met de AOb en hebben zij op vrijwillige basis meegedaan aan het interview. De respondenten
die werkzaam waren in het VO hadden een band met het E-Lectoraat van INHOLLAND. Over de
respondenten van het VO kan worden gezegd dat zij over zeer goed ontwikkelde
computervaardigheden beschikten. Zij waren zeer enthousiast over ICT in het onderwijs en zeer
gemotiveerd om nieuwe aspecten ervan onder de knie te krijgen. Hierdoor zijn de resultaten van de
interviews met de respondenten die werkzaam zijn in het VO niet betrouwbaar en kan er een vertekend
beeld ontstaan.
Betrouwbaarheid van de vragenlijst
De vragenlijst bestond uit drie verschillende delen waarvan het tweede en derde deel vragen bevatten
die antwoord dienden te geven op de onderzoeksvragen. Uit de betrouwbaarheidsanalyse bleek dat de
Cronbach’s alpha van enkele rollen dermate laag was zodat deze items niet meegenomen konden
worden in verdere analyses. De schalen die per rol zijn ontstaan na de betrouwbaarheidsanalyse
bestonden niet allemaal uit een gelijk aantal aan items. De rol als uitvoerder bestond uit 14 items en de
rol als onderzoeker uit twee items. Hoewel de docentenrollen in de literatuur als gelijk worden gezien
is er wel degelijk een verschil in de hoeveelheid taken en functies die bij de desbetreffende rol horen.
Daarnaast bestonden bepaalde schalen uit weinig items waardoor er geen harde conclusies getrokken
mogen worden op basis van de resultaten. Naast het ongelijke aantal vierpuntsschaal-items per rol,
bestond de vragenlijst uit vragen die inventariseerden (ja/nee antwoordmogelijkheden). De conclusies
uit de resultaten van deze items kunnen geen significante verschillen aantonen doordat deze items van
nominaal meetniveau zijn.
Analyses
Om antwoord te geven op de onderzoeksvragen zijn de respondenten in ontwikkeling en gevorderd op
het gebied van computervaardigheid met elkaar vergeleken. De analyses zijn op deze manier
uitgevoerd omdat er geen nulmeting bestond. De conclusies die getrokken zijn op basis van de
verschillen tussen deze twee groepen geven dus niet de verandering weer maar een vergelijking. Toch
zijn deze groepen vergeleken omdat er wordt verwacht dat de docenten in de toekomst betere
computervaardigheden hebben en er wellicht geen docenten meer zijn die een computervaardigheid
hebben die in ontwikkeling is. Er is een opmerking te plaatsen over de analyses die zijn uitgevoerd.
Wanneer een t-toets voor onafhankelijke steekproeven wordt uitgevoerd, wordt aangeraden om het
aantal respondenten in de steekproeven minimaal 25 respondenten te laten omvatten (Baarda, 2003).
Dit was echter niet in alle onderwijssectoren het geval. Toch is er gekozen voor de t-toets vanwege de
parametrische aard. Bij deelvraag 4 is om de verschillen te meten tussen de onderwijssectoren de Chi-
kwadraattoets uitgevoerd. Echter wordt hierbij doorgaans de volgende richtlijn gehanteerd, minimaal
80% van de verwachte celfrequenties een verwachte waarde hebben die groter is dan vijf. Bij de data
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 55 -
die gebruikt is in het onderzoek was dit echter niet het geval. Deze toets is toch uigevoerd omdat er
meer dan twee afhankelijke en onafhankelijke variabelen getoetst moesten worden om antwoord te
krijgen op deze deelvraag.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 56 -
7. Aanbevelingen
Op grond van voorgaande discussiepunten worden in dit hoofdstuk enkele aanbevelingen gegeven
voor een eventueel vervolgonderzoek.
Onderzoeksdesign
Wanneer er wordt onderzocht welke rollen docenten met de daarbij behorende functies en taken in de
praktijk vervullen kan er triangulatie worden toegepast. Er kunnen interviews en vragenlijsten worden
afgenomen maar ook observaties worden uitgevoerd. Op die manier kan een duidelijk beeld verkregen
worden over de docentenrollen en kan men verder gaan met de hoofdvraag die bij het huidige
onderzoek is gesteld. Om een betrouwbaar antwoord te kunnen geven op de gestelde
onderzoeksvragen en dus verandering te meten, kan een longitudinaal onderzoek worden uitgevoerd.
De docenten worden dan voor een langere tijd gevolgd in hun taken en functies en daarbij hun ICT-
gebruik.
Verdiepend literatuuronderzoek
Er zou een verdiepend literatuuronderzoek uitgevoerd kunnen worden. De literatuurstudie die bij het
huidige onderzoek is uitgevoerd is met name gebaseerd op Nederlandse literatuur. De gebruikte
bronnen kwamen redelijk overeen maar er zaten echter wel verschillen in. Zo is de rol als ontwerper
en de rol als ontwerper en innovator in het huidige onderzoek samengevoegd vanwege de overlap
hoewel er toch wel wat verschillen tussen deze rollen zaten. Wanneer een compleet beeld van de
mogelijke docentenrollen wordt gevormd, zou dit ten goede komen van de items in de vragenlijst.
Deze kunnen dan specifieker geformuleerd worden.
Onderzoeksgroep
Om uitspraken te kunnen doen over docentenrollen is het aan te bevelen om in vervolg onderzoek
enkel docenten bij de onderzoeksgroep te voegen. Zij kunnen het beste weergeven hoe hun rollen
veranderd zijn.
De onderzoeksgroep was bij de vragenlijst per sector onderverdeeld in twee groepen de respondenten
in ontwikkeling en de gevorderde respondenten betreffende computervaardigheid. Deze verdeling is
voort gekomen naar eigen inziens van de respondenten. De respondenten konden zichzelf beter of juist
minder bekwaam voordoen dan dat zij in werkelijkheid zijn. Om dit in een vervolgonderzoek tegen te
gaan kunnen er een aantal gerichte vragen over ICT-gebruik aan de respondenten voorgelegd worden
en zou een expert naar aanleiding van de vragen de respondenten kunnen verdelen op
computervaardigheid.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 57 -
Vragenlijst
De vragenlijst die bij het huidige onderzoek is gebruikt dient verder uitgewerkt te worden. In het
huidige onderzoek is bij de sectoren VO en MBO de items betreffende lerende professional niet
meegenomen in statistische toetsen vanwege de lage betrouwbaarheid terwijl ook deze rol zeker van
belang is. Om de betrouwbaarheid van de vragenlijst te verbeteren zouden bij alle docentenrollen een
gelijk aantal items moeten worden opgenomen. Daarnaast zouden het aantal vragen (deel twee in de
huidige vragenlijst) en het aantal stellingen (deel drie in de huidige vragenlijst) gelijk moeten zijn.
De vragen die in de huidige vragenlijst dienden als inventarisatie zouden een vierpuntsschaal kunnen
krijgen zodat ook deze vragen meegenomen kunnen worden in statistische toetsen. Hierdoor zouden
er conclusies worden getrokken en kunnen significante verschillen worden aangetoond.
De items betreffende de rol als onderzoeker werden bij de uitgevoerde pilot (zie bijlage 5) als
onduidelijk beschouwd. Deze items zijn toen hergeformuleerd maar echter werden deze items door
een aantal respondenten nog steeds niet goed begrepen. Zij gaven dit aan door vraagtekens bij de
betreffende items te zetten of door deze items niet in te vullen. Door verder onderzoek te doen naar
deze rol zullen er gerichter vragen gesteld kunnen worden.
Interviews
De interviews die gehouden zijn met de respondenten hebben praktijkvoorbeelden opgeleverd echter
door de kleine hoeveelheid interviews die afgenomen zijn kunnen geen generaliseerbare conclusies
hieruit worden getrokken. In een eventueel vervolgonderzoek is aan te raden om meerdere interviews
af te nemen. Daarnaast zouden de respondenten na een langere tijd weer geïnterviewd moeten worden.
Op die manier kunnen de resultaten van de interviews uitwijzen naar mogelijke veranderingen die
plaats hebben gevonden bij de taken en functies van bepaalde rollen door het gebruik van ICT.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 58 -
Literatuur
Baarda, D. , Goede, M. de , & Dijkum, C. (2003). Basisboek statistiek met SPSS. Handleiding voor het
verwerken en analyseren van en rapporteren over (onderzoeks)gegevens. Groningen/Houten:
Stenfert Kroese
Baarda, D., Goede, M. de & Kalmijn, M. (2000). Basisboek enquêteren en gestructureerd interviewen.
Praktische handleiding voor het maken van een vragenlijst en het voorbereiden en afnemen
van gestructureerde interviews. Houten; Educatieve Partners Nederland
Baarda, D., Goede, M. de & Teunissen, J. (2005). Basisboek kwalitatief onderzoek. Handleiding voor
het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Houten: Stenfert Kroese
Brinkman, J. (2000). De vragenlijst. Groningen; Wolters-Noordhoff
Czaja, R. & Blair, J. (2005). Designing Surveys. A guide to decisions and procedures (pp 59-102).
London: Pine Forge Press .
Drenoyianni, H. (2006). Reconsidering change and ICT: Perspectives of a human
and democratic education. Education information technology, 11, 401-413
Hakkarainen, K., Muukkonen, H., Lipponen, L., Rahikainen, M. & Lehtinen, E. (2001). Teachers
information and communication technology (ICT) skills and practices of using ICT in their
pedagogical thinking. Journal of technology and teacher education, 9, 181-197
Harden R.M. & Crosby, J. (2000). The good teacher is more than a lecturer. The twelve roles of the
teacher. Medical teacher, 22, 334-347
Hulsen, M., Wartenbergh-Crass, F., Smeets, E., Uerz, D., Neut, I. van der, Sontag, L., Wolput, B. van,
Bogaard, M. van der. (2005). ICT in cijfers. ICT-onderwijsmonitor studiejaar 2004/2005.
Binnengehaald op 10 oktober 2007, op http://www.minocw.nl
Jansma, F. (2006). Het kwalificatieniveau en de rol van kennis in de beroepsbekwaamheid van de
docent. Binnengehaald op 2 oktober 2007, op http://www.docentenweb.nl
Kozma, R.B. (2003). Technology and classroom practices. An international study. Journal of research
in technology in education, 36, 1-14
Levinsen K.T. (2006). Qualifying online teachers. Communicative skills and their compact on e-
learning quality. Education informatic technology, 51, 42-51
Loesje (2003). Hoezo crisis (pp 22). Haarlem: A.W. Bruna Uitgevers
Makhanya, M.S. (2001). What do teachers do? A qualitative analysis of the role of the teacher.
Systemic practice and action research, 15, 123-144
Oost, H. (2002). Een onderzoek voorbereiden. Baarn: HB Uitgevers
Oost, H. (2002). Een onderzoek uitvoeren. Baarn: HB Uitgevers
Pauw, S (2003). ICT-schoolportretten. Zoektocht naar nieuwe rollen,taken en functies. Binnengehaald
op 18 oktober 2007 op http://parlando.sdu.nl/
Simons, P.R.J. (2004). ICT in het onderwijs naar de derde fase? Binnengehaald op 1 november 2007
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 59 -
op http://igitur-archive.library.uu.nl/ivlos
Spencer, L.M. & Spencer S.M. (1993). Competence at work, Models for suprior performance. New
York: Wiley & Sons
Stokking, K.M. (2003). Bouwstenen voor onderzoek in onderwijs en opleiding. Binnengehaald op 2
oktober 2007, op http://studion.fss.uu.nl/Bouwstenenonline/startpagina.doc
Strien, P.J. van (1986). Praktijk als wetenschap. Methodologie van het sociaal-wetenschappelijk
handelen. Assen: Van Gorcum
Veen, W.(1994). Computer ondersteunende docenten. De rol van docenten bij invoering van
computers in de klaspraktijk (pp 175-230). Academisch Boeken Centrum: De Lier
Vier in balans monitor 2007. (2007). Binnengehaald op 7 oktober 2007, op
http://www.ICTopschool.net/
Vier in balans monitor 2006. (2006). Binnengehaald op 7 oktober 2007, op
http://www.ICTopschool.net/onderzoek
Vocht, A. de (2005). Basishandboek SPSS 13. Statistiek met SPSS 13. Utrecht: Bijleveld
Wijngaards, G. (red) (2007). Innovatief leren met jongeren. Inholland lectoraat e-learning; Rotterdam
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 60 -
Bijlagen
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 61 -
Bijlage 1: Tabellen docentenrollen en factoren
Tabel 49. Overzicht docentenrollen en daarbijbehorende taken en functies (Harden & Crosby, 2000; Jansma, 2006).
Rol Onder categorieën
Uitvoerder - omgaan met leerlingen
- hoeverre betrekken zij collega’s daarbij
- materialen gebruiken
- de manier waarop er geleerd wordt (samenwerkend leren….)
- uitvoering van klassenmanagement met aspecten als planning, regels,
afspraken
- afwisseling in werkvormen
- werken met handelingsplannen (invullen/ontwikkelen, doorlopen,
evalueren)
Ontwerper - ontwerpen van materialen die nodig zijn als ondersteuning van de
les/leerstof/leerdoelen
- ontwikkeling van leerlingen bijhouden
- bestaande leerinhouden zoals lesstof die behandeld wordt in lesboeken
aanpassen op het niveau van de leerlingen waar dit nodig is
Onderzoeker in de
praktijk
- onderzoek kunnen doen naar problemen van leerlingen op zowel cognitief
als sociaal-emotioneel gebied.
- materialen evalueren op bruikbaarheid
- onderzoek doen naar onderwijsvernieuwingen
- welke onderwijsvernieuwingen bruikbaar en realiseerbaar zijn voor
zijn/haar school
Teamlid en
begeleider
- Leerlingen begeleiden, motiveren, helpen, stimuleren
- gesprekken kunnen voeren met collega’s/ouders/leerlingen
- onderhouden van contacten met collega’s om verbetering van de school te
ontwikkelen
Lerende professional - leerdoelen opstellen
- leerdoelen nastreven
- persoonlijk ontwikkelings plan bijhouden om de opgestelde leerdoelen
proberen te bereiken
- durven hulp te vragen aan experts
- gebruik maken van intervisie met zijn/haar collega’s
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 62 -
Tabel 50. Overzicht van aspecten behorende bij factoren (Hulsen et al, 2005; Veen, 1994; Vier in balans monitor, 2007).
Factor Inhoud
Ict in onderwijsleerproces - ICT- gebruik in de les
- Leeractiviteiten met ICT
- Lesvoorbereiding
- Instructie
- Ict- gebruik bij het volgen van schoolloopbanen
- Digitale communicatie
Ict beleid - Visie
- Stimulerende activiteiten
- Effecten van ICT
- Samenwerking door leerkrachten
- ICT en werkdruk
Ict voorzieningen en beheer - Leerlingcomputerratio
- Vervanging van computers
- Intern netwerk
- Internetverbindingen
- ICT- voorzieningen en ondersteuning
Educatieve software - Beschikbaarheid van goede software
- Knelpunten bij het gebruik van educatieve software
- Kosten van educatie software
- Standaardisatie van educatieve software
Vaardigheden en
deskundigheids bevorderingen
- ICT - basisvaardigheden
- Didactische ICT - vaardigheden
- Deskundigheidsbevordering
Ict in management en
ondersteunende processen
- onderwijsondersteuning met ICT
- inzet van digitale leerlingvolgsystemen/toetsing
Betrokkenheid en houding - houding t.o.v. ict gebruik in het onderwijs
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 63 -
Bijlage 2 Vragenlijst
Vragenlijst Veranderende docentenrollen door het gebruik van ICT
Een onderzoek in opdracht voor de Algemene Onderwijsbond en het
INHOLLAND Lectoraat eLearning
Voor u ligt een vragenlijst die drie delen kent: • In deel 1 worden algemene vragen gesteld. • In deel 2 zal de vragenlijst overgaan op vragen naar de verschillende rollen van leraren
door het gebruik van ICT. • Afsluitend worden in deel 3 stellingen gegeven. U wordt gevraagd naar uw persoonlijke visie, houding en vaardigheden met betrekking tot ICT- gebruik. De meeste vragen zijn gesloten, waarbij gevraagd wordt te kiezen uit verschillende antwoordmogelijkheden. [U kunt antwoord geven door het bolletje in te kleuren van het antwoord dat u het meest aanspreekt. Wanneer u bij een vraag meerdere antwoorden mag geven, staat dit vermeld. Voor correctie zet u een kruis door het foutieve bolletje en kleurt u vervolgens het juiste bolletje in.]
Bepaalde termen komen regelmatig terug in de vragenlijst. Hieronder worden zij nader toegelicht: • Computergebruik: het gebruiken van de computer zowel privé als op het werk. Inclusief
het gebruik van software, het internet en multimedia • ICT: informatie- en communicatietechnologie. Daarmee worden alle elektronische
apparaten en programma’s bedoeld waarmee je zaken elektronisch opslaat, bewerkt, transporteert en in- en uitvoert.
• Multimedia: computertoepassingen waarbij verschillende media worden gebruikt en waarbij vooral tekst, beeld en geluid een rol spelen.
• Elektronische leeromgeving: is een systeem dat elektronisch leren mogelijk maakt doordat er bijgehouden kan worden wat er geleerd wordt, gecommuniceerd kan worden met anderen over het leerproces en hoe het leerproces georganiseerd moet worden.
Aan het einde van deze vragenlijst is er nog ruimte om op- en aanmerkingen te geven. Alle gegevens worden strikt vertrouwelijk verwerkt. Bedankt voor uw deelname aan het onderzoek! Met vriendelijke groet, Jolanda van Leeuwen
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 64 -
Deel 1 Algemene vragen:
I. Bent u een man of een vrouw? 0 man 0 vrouw II. Welke leeftijd heeft u? 0 30 jaar en jonger 0 31 – 40 jaar 0 41 – 50 jaar 0 51 – 60 jaar 0 61 jaar en ouder
IIIa. In welk onderwijssector bent u werkzaam? 0 primair onderwijs 0 voortgezet onderwijs 0 middelbaar beroeps onderwijs
IIIb. Welke functie heeft u? (meerdere antwoorden mogelijk) 0 Groepsleraar/docent 0 ICT- coördinator 0 Schoolmanagement
IIIc. Wanneer u op het MBO werkzaam bent, in welke sector geeft u les? 0 Zorg & Welzijn 0 Sport 0 Zakelijke dienstverlening & transport 0 Techniek en technologie 0 Horeca, toerisme en voeding 0 Handel & commercie 0 Mode en uiterlijke verzorging 0 Luchtvaart, transport & logistiek 0 Media, reclame, kunst & cultuur 0 International studies 0 Anders, namelijk……………………………………………….. IV. Hoe computervaardig ziet u zichzelf? 0 beginnend 0 in ontwikkeling 0 gevorderd 0 zeer gevorderd
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 65 -
V. Welke ervaring heeft u met computergebruik? ( meerdere keuzes mogelijk) Software Hardware 0 tekstverwerkingsprogramma’s 0 spreadsheets 0 presentatieprogramma’s 0 internet 0 e-mail 0 elektronische leeromgeving
0 scanner 0 usb-stick 0 digitale camera 0 digitaal schoolbord 0 mp3-speler 0 pda/ smartphone
VI. Welke stelling(en) is op u van toepassing?(meerdere antwoorden mogelijk). Ik maak als leraar gebruik van ICT omdat, 0 ik het zelf effectief vind. 0 ik het belangrijk vind om bij de tijd te blijven. 0 ik de belevingswereld van mijn leerlingen beter kan begrijpen. 0 het moet van het schoolbestuur. 0 mijn collega’s het ook doen. 0 anders namelijk…………………………
VII. De school waarop u werkt vindt u innovatief (vernieuwend): 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal mee eens
VIII. Hoe vaak wordt er bij leermateriaal van de school ICT gebruikt? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak
IX. De ICT-faciliteiten op de school waarop u werkt, vindt u: 0 onvoldoende 0 zwak 0 voldoende 0 goed
X. Hoe vaak werkt u thuis op de eigen computer aan school? 0 nooit 0 1-2 keer in de week 0 3-4 keer in de week 0 5-6 keer in de week 0 meer dan 7 keer in de week
XI. Hoe vaak werken de leerlingen tijdens de les op de computer? 0 zelden tot nooit 0 wekelijks 0 dagelijks 0 2 maal per dag 0 3 maal per dag 0 meer dan 3 maal per dag
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 66 -
Deel 2: Vragen over de rollen van de leraar
Rol van uitvoerder:
Docenten moeten veelzijdig zijn en verschillende rollen vervullen. Een hoofdtaak is natuurlijk
het
werken met leerlingen in de praktijk.
1) Hoe vaak is het gebruik van ICT gespreksstof tussen u en uw leerlingen? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 2) Hoe vaak vraagt u hulp van een leerling bij het gebruik van ICT? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak
3) Heeft u contact met leerlingen via email? 0 ja 0 nee, ga door naar vraag 5 4) Zo ja, vindt u dat dit een meerwaarde heeft in vergelijking met face-to-face
communicatie? 0 ja 0 nee 5) Hoe vaak maakt u gebruik van de computer van lesmateriaal die door de methode
wordt geleverd? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 6) Hoe vaak schaft u zelf lesmateriaal aan dat alleen gebruikt kan worden op de computer? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 7) Hoe vaak zoekt u didactisch lesmateriaal op internet? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 8) Hoe vaak maakt u gebruik van microsoft office bij het voorbereiden van uw lessen? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 9) Hoe vaak maakt u gebruik van microsoft office tijdens uw lessen? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 10) Hoe vaak voert u werkvormen uit waarbij de leerlingen bezig zijn met de computer? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak Onder klassenmanagement wordt het plannen en organiseren van activiteiten met leerlingen verstaan. 11) Hoe vaak maakt u bij klassenmanagement gebruik van microsoft office? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 12) Hoe vaak maakt u bij klassenmanagement gebruik van internet als informatiebron? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 67 -
Rol als ontwerper: Iedere leraar bedenkt of ontwerpt wel eens materialen of opdrachten voor zijn leerlingen.
13) Hoe vaak bedenkt u een opdracht als aanvulling voor de leerlingen waarbij zij de
computer moeten gebruiken? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 14) Hoe vaak maakt u gebruik van internet wanneer u op zoek bent naar verbreding van
uw eigen kennis ten behoeve van een bepaalde les? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 15) Biedt de computer u ondersteuning bij het ontwikkelen van materialen voor een les? 0 ja 0 nee 16) Biedt de computer u mogelijkheden om in te spelen op de niveauverschillen van de
leerlingen? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak
Rol als onderzoeker van de praktijk:
Een leraar komt in de praktijk regelmatig voor nieuwe uitdagingen te staan. Daarbij zoekt de
leraar naar verbreding van zijn eigen kennis en reflecteert daarop.
17) Helpt het internet om bepaalde gedrags- en leerproblemen van leerlingen te analyseren?
0 ja 0 nee 18) Hoe vaak maakt u gebruik van ICT wanneer u zelf onderzoek doet naar gedrags- en leerproblemen van bepaalde leerlingen? 0 zelden tot nooit 0 soms 0 regelmatig 0 vaak 19) Kunt u na afloop van dit onderzoek met behulp van ICT het onderzoek evalueren? (door bijvoorbeeld gebruik te maken van digitale evaluatieschema’s)
0 ja 0 nee
Rol als begeleider en teamlid
Van leraren wordt verwacht dat zij leerlingen begeleiden bij in hun studie. Bovendien
functioneren leraren vaak in een team. Naast het begeleiden van leerlingen dienen zij ook
collega’s enerzijds te ondersteunen en anderzijds aan collega’s hulp te durven vragen.
20) Maakt u gebruik van de computer bij het feedback geven aan leerlingen? 0 ja 0 nee 21) Heeft u wel eens ouders van leerlingen geïnformeerd via het internet? (door
bijvoorbeeld een nieuwsbrief te verspreiden via de website van de school) 0 ja 0 nee
22) Welke manier(en) van communicatie met uw collega’s via de computer vindt u dan het effectiefst werken (meerdere keuzes mogelijk) ? 0 e-mail 0 chat 0 online discussieforum 0 weblog 0 elektronische leeromgeving 0 anders, namelijk……..
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 68 -
Rol als lerende professional
Doordat de maatschappij verandert, blijft het beroep als leraar ook veranderen. Het is van
belang dat leraren zichzelf blijven ontwikkelen om op die manier een echte professional te
blijven.
22) Heeft u bepaalde persoonlijke leerdoelen opgesteld waarbij u wilt werken aan de
bevordering van uw computergebruik? 0 ja 0 nee
23) Welke faciliteiten die een computer kan bieden wilt u graag leren gebruiken of beter leren benutten?
(meerdere keuzes mogelijk) 0 e-mail 0 internet 0 tekstverwerkingprogramma’s zoals microsoft word 0 presentatieprogramma’s zoals PowerPoint 0 elektronische toetsprogramma’s 0 programma’s om rekenbladen te maken (spreadsheets) 0 programma’s om websites te maken 0 elektronische leeromgeving 0 leerlingvolgsysteem 0 anders, namelijk……………….. 0 ik hoef niks meer te leren
24) Worden voorzieningen aangeboden vanuit de school om dergelijke leerdoelen te
realiseren? 0 ja 0 nee
25) Gebruikt u ICT om uw collega’s om hulp te vragen?
0 ja 0 nee 26) Zo ja, vindt u het prettig om op deze manier hulp te vragen? 0 ja 0 nee 27) Welke mogelijkheden biedt uw school (meerdere keuzes mogelijk)? 0 e-mail 0 chat 0 online discussieforum 0 weblog 0 elektronische leeromgeving 0 anders, namelijk…….. 28) Heeft u het idee dat intervisie (overleggen met collega’s om uw functioneren te
optimaliseren) beter tot zijn recht komt wanneer dit persoonlijk gebeurt? 0 ja 0 nee
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 69 -
Deel 3: Stellingen over de rollen van de leraar
1) Ik kan meerdere werkvormen aanbieden door de computer te gebruiken. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 2) Ik geef leerlingen opdrachten waarbij zij samen moeten werken met het gebruik van de
computer. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 3) Ik vind de computer een belangrijk hulpmiddel bij samenwerkend leren. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 4) Ik vind de computer een bruikbaar hulpmiddel om afwisselende lessen te bieden. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 5) Ik heb door het gebruik van internet meer kennis gekregen over de diversiteit van gedrags- en leerproblemen van leerlingen 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 6) Ik kan door de communicatiemogelijkheden van de computer mijn leerlingen sneller helpen. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 7) Met face-to-face contact kan ik leerlingen beter stimuleren. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 8) Ik werk makkelijker samen met vak- of andere collega’s wanneer ik computers, internet en multimedia inzet. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 9) Ik voel het als een bedreiging wanneer leerlingen meer van ICT af weten dan ik. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens 10) Wanneer ik bijscholing krijgt zal het verschil in ICT-vaardigheden tussen mij en de leerlingen kleiner worden. 0 helemaal oneens 0 oneens 0 eens 0 helemaal eens Ruimte voor overige opmerkingen: ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Bedankt voor het invullen van de vragenlijst! U kunt de vragenlijst retourneren in de bijgeleverde retourenvelop. Algemene Onderwijsbond T.a.v. Jolanda van Leeuwen Postbus 2875 3500 GW Utrecht
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 70 -
Bijlage 3 Beschrijvende statistieken PO
Rol als uitvoerder
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak is het gebruik van ICT gespreksstof tussen u en
uw leerlingen? 1 3 1,92 ,75
Hoe vaak vraagt u hulp van een leerling bij het gebruik van
ICT? 1 3 1,44 ,64
Hoe vaak maakt u gebruik van de computer van
lesmateriaal die door de methode wordt geleverd? 1 4 2,54 1,03
Hoe vaak schaft u zelf lesmateriaal aan dat alleen gebruikt
kan worden op de computer? 1 3 1,56 ,76
Hoe vaak zoekt u didactisch lesmateriaal op internet? 1 4 2,78 ,84
Hoe vaak maakt u gebruik van microsoft office bij het
voorbereiden van uw lessen? 1 4 2,08 1,03
Hoe vaak maakt u gebruik van microsoft office tijdens uw
lessen? 1 4 1,62 ,81
Hoe vaak voert u werkvormen uit waarbij de leerlingen
bezig zijn met de computer? 1 4 2,28 ,97
Hoe vaak maakt u bij klassenmanagement gebruik van
microsoft office? 1 4 2,08 ,93
Hoe vaak maakt u bij klassenmanagement gebruik van
internet als informatiebron? 1 4 2,49 1,06
Ik kan meerdere werkvormen aanbieden door de computer
te gebruiken. 1 4 3,02 ,63
Ik geef leerlingen opdrachten waarbij zij samen moeten
werken met het gebruik van de computer 1 4 2,68 ,90
Ik vind de computer een belangrijk hulpmiddel bij
samenwerkend leren 1 4 2,77 ,72
Ik vind de computer een bruikbaar hulpmiddel om
afwisselende lessen te bieden 1 4 3,17 ,60
Rol als ontwerper
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak bedenkt u een opdracht als aanvulling voor de
leerlingen waarbij zij de computer moeten gebruiken? 1 4 1,82 ,80
Hoe vaak maakt u gebruik van internet wanneer u op zoek
bent naar verbreding van uw eigen kennis ten behoeve van
een bepaalde les?
1 4 2,77 ,98
Biedt de computer u mogelijkheden om in te spelen op de
niveauverschillen van de leerlingen? 1 4 2,42 ,90
Rol als onderzoeker
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak maakt u gebruik van ICT wanneer u zelf
onderzoek doet naar gedrags- en leerproblemen van
bepaalde leerlingen?
1 4 1,78 ,84
Ik heb door het gebruik van internet meer kennis gekregen
over de diversiteit van gedrags- en leerproblemen van 1 4 2,35 ,81
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 71 -
leerlingen
Rol als teamlid/begeleider
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Ik kan door de communicatiemogelijkheden van de
computer mijn leerlingen sneller helpen. 1 4 2,20 ,77
Ik werk makkelijker samen met vak- of andere collega’s
wanneer ik computers, internet en multimedia inzet. 1 4 2,59 ,76
|Rol als lerende professional
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Ik voel het als een bedreiging wanneer leerlingen meer van
ICT af weten dan ik 1 4 1,81 ,70
Wanneer ik bijscholing krijg zal het verschil in ICT-
vaardigheden tussen mij en de leerlingen kleiner worden 1 4 2,62 ,80
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 72 -
Bijlage 4 beschrijvende statistieken VO
Rol als uitvoerder
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak is het gebruik van ICT gespreksstof tussen u en
uw leerlingen? 1 4 2,19 ,77
Hoe vaak vraagt u hulp van een leerling bij het gebruik van
ICT? 1 3 1,39 ,53
Hoe vaak maakt u gebruik van de computer van
lesmateriaal die door de methode wordt geleverd? 1 4 2,06 1,02
Hoe vaak schaft u zelf lesmateriaal aan dat alleen gebruikt
kan worden op de computer? 1 4 1,73 ,93
Hoe vaak zoekt u didactisch lesmateriaal op internet? 1 4 2,40 ,92
Hoe vaak maakt u gebruik van microsoft office bij het
voorbereiden van uw lessen? 1 4 2,79 1,06
Hoe vaak maakt u gebruik van microsoft office tijdens uw
lessen? 1 4 1,93 1,00
Hoe vaak voert u werkvormen uit waarbij de leerlingen
bezig zijn met de computer? 1 4 2,10 ,96
Hoe vaak maakt u bij klassenmanagement gebruik van
microsoft office? 1 4 2,00 ,92
Hoe vaak maakt u bij klassenmanagement gebruik van
internet als informatiebron? 1 4 2,10 ,90
Ik kan meerdere werkvormen aanbieden door de computer
te gebruiken. 1 4 2,82 ,74
Ik geef leerlingen opdrachten waarbij zij samen moeten
werken met het gebruik van de computer 1 4 2,58 ,84
Ik vind de computer een belangrijk hulpmiddel bij
samenwerkend leren 1 4 2,69 1,44
Ik vind de computer een bruikbaar hulpmiddel om
afwisselende lessen te bieden 1 4 3,05 ,67
Rol als ontwerper
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak bedenkt u een opdracht als aanvulling voor de
leerlingen waarbij zij de computer moeten gebruiken? 1 4 2,24 ,82
Hoe vaak maakt u gebruik van internet wanneer u op zoek
bent naar verbreding van uw eigen kennis ten behoeve van
een bepaalde les?
1 4 2,75 ,94
Biedt de computer u mogelijkheden om in te spelen op de
niveauverschillen van de leerlingen? 1 4 1,87 ,97
Rol als onderzoeker
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak maakt u gebruik van ICT wanneer u zelf
onderzoek doet naar gedrags- en leerproblemen van
bepaalde leerlingen?
1 4 1,61 ,88
Ik heb door het gebruik van internet meer kennis gekregen
over de diversiteit van gedrags- en leerproblemen van 1 4 2,00 ,89
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 73 -
leerlingen
Rol als teamlid/begeleider
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Ik kan door de communicatiemogelijkheden van de
computer mijn leerlingen sneller helpen. 1 4 2,48 ,73
Met face-to-face contact kan ik leerlingen beter stimuleren 1 4 3,12 ,69
Ik werk makkelijker samen met vak- of andere collega’s
wanneer ik computers, internet en multimedia inzet. 1 3 2,40 ,69
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 74 -
Bijlage 5 Beschrijvende statistieken MBO
Rol als uitvoerder
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak is het gebruik van ICT gespreksstof tussen u en
uw leerlingen? 1 4 2,53 ,83
Hoe vaak vraagt u hulp van een leerling bij het gebruik van
ICT? 1 4 1,63 ,76
Hoe vaak maakt u gebruik van de computer van
lesmateriaal die door de methode wordt geleverd? 1 4 2,17 1,20
Hoe vaak schaft u zelf lesmateriaal aan dat alleen gebruikt
kan worden op de computer? 1 4 1,58 ,86
Hoe vaak zoekt u didactisch lesmateriaal op internet? 1 4 2,70 ,98
Hoe vaak maakt u gebruik van microsoft office bij het
voorbereiden van uw lessen? 1 4 3,07 1,00
Hoe vaak maakt u gebruik van microsoft office tijdens uw
lessen? 1 4 2,12 1,00
Hoe vaak voert u werkvormen uit waarbij de leerlingen
bezig zijn met de computer? 1 4 2,60 ,99
Hoe vaak maakt u bij klassenmanagement gebruik van
microsoft office? 1 4 2,46 1,07
Hoe vaak maakt u bij klassenmanagement gebruik van
internet als informatiebron? 1 4 2,24 1,01
Ik kan meerdere werkvormen aanbieden door de computer
te gebruiken. 1 4 3,11 ,59
Ik geef leerlingen opdrachten waarbij zij samen moeten
werken met het gebruik van de computer 1 4 2,80 ,70
Ik vind de computer een belangrijk hulpmiddel bij
samenwerkend leren 1 4 2,73 ,66
Ik vind de computer een bruikbaar hulpmiddel om
afwisselende lessen te bieden 2 4 3,02 ,46
Rol als ontwerper
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak bedenkt u een opdracht als aanvulling voor de
leerlingen waarbij zij de computer moeten gebruiken? 1 4 2,28 ,89
Hoe vaak maakt u gebruik van internet wanneer u op zoek
bent naar verbreding van uw eigen kennis ten behoeve van
een bepaalde les?
1 4 2,86 ,93
Biedt de computer u mogelijkheden om in te spelen op de
niveauverschillen van de leerlingen? 1 4 2,07 ,99
Rol als onderzoeker
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Hoe vaak maakt u gebruik van ICT wanneer u zelf
onderzoek doet naar gedrags- en leerproblemen van
bepaalde leerlingen?
1 4 1,60 ,82
Ik heb door het gebruik van internet meer kennis gekregen
over de diversiteit van gedrags- en leerproblemen van 1 4 2,28 ,80
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 75 -
leerlingen
Rol als teamlid/begeleider
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Ik kan door de communicatiemogelijkheden van de
computer mijn leerlingen sneller helpen. 1 4 2,78 ,75
Ik werk makkelijker samen met vak- of andere collega’s
wanneer ik computers, internet en multimedia inzet. 1 4 2,64 ,69
Rol als lerende professional
Vierpuntsschaal items Min. Max. Mean Std.
Ik voel het als een bedreiging wanneer leerlingen meer van
ICT af weten dan ik 1 4 2,33 ,57
Wanneer ik bijscholing krijg zal het verschil in ICT-
vaardigheden tussen mij en de leerlingen kleiner worden 1 4 2,52 ,67
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 76 -
Bijlage 6 Pilot-onderzoek
Voordat de vragenlijsten naar de respondenten verstuurd werden zijn deze ingevuld door acht
respondenten waarvan zeven werkzaam zijn in het primair onderwijs en één respondent werkzaam is
in het voortgezet onderwijs. Door het korte tijdbestek konden er niet zo snel meerdere respondenten
gevonden worden. Daarnaast is het aantal respondenten in de pilot te klein om een
betrouwbaarheidsanalyse uit te voeren daarom is er een panelgesprek gehouden met deze groep nadat
zij de vragenlijst hadden ingevuld. In het panelgesprek konden de respondenten hun mening geven
over de vragen en voor hun onduidelijkheden aangeven in de vragenlijst. Uit het gesprek kwam
bruikbare informatie. Hieruit volgde aanpassingen in de items. Het item ‘Hoe vaak maakt u bij het
managen van de klas gebruik van internet?’ is vervangen door ‘Hoe vaak maakt u bij
klassenmanagement gebruik van internet als informatiebron?’. Daarnaast werden bepaalde begrippen
als onduidelijk ervaren en zijn de volgende begrippen veranderd; innovatief is vernieuwend geworden
en faciliteiten is mogelijkheden geworden. Naar aanleiding van het panelgesprek is het voorblad met
de instructies tevens aangepast. Er is een deel met instructie toegevoegd en uitleg gegeven over het
begrip ‘elektronische leeromgeving’.
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 77 -
Bijlage 7 Interviewschema
Introductie
- Achtergrond vertellen over het onderzoek:
De laatste jaren is het ict- gebruik in de maatschappij sterk toegenomen en zo dus ook in het
onderwijs. Daarbij maken niet alleen leerlingen gebruik van ict maar ook van de docenten wordt
verwacht dat zij op enige wijze om kunnen gaan met computers.
In dit onderzoek wordt onderzocht in welke zin de rollen van docenten veranderen door het gebruik
van ict. Er wordt hierbij zowel naar de betekenis als naar de inhoud van de rollenverandering gekeken.
Het onderzoek wordt gehouden onder leerkrachten van het po, vo en mbo. Door middel van een al
eerder verstuurde vragenlijst en interviews worden er hopelijk nieuwe inzichten verkregen wat
betreffende deze rollen.
Zoals al eerder is aangegeven is er al een vragenlijst verstuurd dit interview zal aanvulling geven op de
vragenlijst. Het is daarbij van belang dat u als leerkracht voorbeelden kan geven over uw gebruik van
ict in uw eigen praktijksituatie of die van anderen op school.
- Tijdsduur aangeven van het interview
- Inlichten over het opnemen van de het interview
- Hoe de gegevens uit het interview worden verwerkt
U krijgt eerst de uitwerking van het interview om dit door te lezen voordat ik het ga analyseren.
Wanneer er onduidelijkheden of onwaarheden inzitten kunt u dit aangeven en zal ik dit veranderen.
Eigen ict-gebruik van docent (houding)
Beginvraag: Kunt u aangeven waarom u gebruik maakt van ict?
Eventueel doorvragen over:
- Welke meerwaarde heeft het gebruik van ict volgens u? niet alleen voor de leerlingen maar
ook voor u als leerkracht
- Welke nadelen heeft het gebruik van ict volgens u?
- Welke ergernissen heeft u omtrent het gebruik van ict in het onderwijs?
Ict-vaardigheden
Beginvraag: Wat vindt u van uw eigen computervaardigheden?
Eventueel doorvragen over:
- Ontwerpt u eigen materiaal m.b.v. computer?
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 78 -
- Hoe vergelijkt u uw vaardigheden met betrekking op het gebied van ict, met de vaardigheden
van de leerlingen?
Educatief software gebruik: (educatief software)
Beginvraag: Welke ervaring heeft u met educatief software?
Eventueel doorvragen over:
- Maak u gebruik van educatieve software thuis middels internet (voorbeelden web 2.0 noemen)
om dit vervolgens te kunnen gebruiken bij activiteiten die met de functie van leerkracht te
maken heeft?
- Maakt u gebruik op school van educatieve software?
Taken en functies van docenten door ict (beleid)
Beginvraag: Welke taken van de leerkracht zijn er volgens u veranderd door ict in het onderwijs?
Zijn er veel nieuwe taken en functies bijgekomen sinds er meer gebruik gemaakt wordt van de
computer in het onderwijs?
Ondersteuning van school aan de docenten bij ict- gebruik (voorzieningen en beheer)
Beginvraag: Welke begeleiding zou een school moeten bieden aan docenten om ict- gebruik te
stimuleren?
Eventueel doorvragen over:
- Doet de school waarop u werkt volgens u voldoende aan ict- ondersteuning op technisch
gebied. Zijn er naar uw mening voldoende computers, een snelle netwerkverbinding? Beschikt
de school over digitale schoolborden?
- Op welke manier maakt u gebruik van deze technische voorzieningen?
- Doet de school volgens u voldoende aan ict- ondersteuning op didactisch gebied. Zodat u de
computer kunt gebruiken bij didactische handelingen…
- Biedt de school daarbij mogelijkheden voor her- of bijscholing?
- Toont het management begrip wanneer u aangeeft dat u extra scholing wilt betreffende het
gebruik van ict?
- Waar wilt u verbetering zien op het gebied van ict- gebruik binnen de school?
- Krijgt/ Vraagt u hulp van collega’s wanneer u tegen problemen aanloopt betreffende ict-
gebruik
- Vraagt u hulp van leerlingen wanneer u tegen problemen aanloopt betreffende ict- gebruik?
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 79 -
Afsluitende vraag:
Denkt u dat het beroep als leerkracht in de toekomst anders wordt door de toename van ict in het
onderwijs? (lerende professional)
Afsluiting interview:
- Heeft u zelf nog opmerkingen of iets toe te voegen aan dit interview?
- Wilt u het verslag ontvangen?
- Bedanken
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 80 -
Bijlage 8 Interviewresultaten PO
Labels aan de hand van tekstfragmenten respondent één
Tekstfragment Labels Rol
Ja tuurlijk gebruik ik ict. Op verschillende manieren als
een soort tweede leerlijn, als differentiatiemateriaal als
kinderen vlot klaar zijn maar ook differentiatie voor
kinderen waarvoor de basisstof te moeilijk is kunnen zij
eenvoudigere programma’s op de computer doen.
Tweede leerlijn
Differentiatie
programma’s
Uitvoerder
Dan denk ik aan rekenen, dus de hoofdlijn is dan de
methode wereld in getallen de tweede leerlijn is dan
maatwerk dat is een flink software pakket. Bij lezen denk
ik dan aan leesladder van Zwijsen
Software voor
rekenen
Software voor
lezen
Ontwerper
Ja zonder meer naar de onderwijspoot toe maar ook naar
de interactie tussen kinderen onderling. Ik zie heel veel
dat kinderen iets ontdekken en anderen willen het ook
doen. Goed één begint ermee die is enthousiast en dan
zitten ze op een gegeven moment alle vier achter de
computer het te doen.
Onderwijspoot
Interactie
leerlingen
Begeleider
De kinderen zijn juist gesteld op communicatie. Het is
natuurlijk heel functioneel. Het is niet functioneel om in
je eentje achter een computer te zitten dan blijf je achter.
Communicatie Begeleider
Nou ik zelf niet maar dat komt omdat ik zelf wel
restrictief ben. We hebben dan wel internetaansluiting en
ik heb dan een aantal sites bij de favorieten staan en
daaruit mogen ze kiezen en andere sites moeten ze
vragen. Dan zeg ik heel vaak nee met name als het om
spelletjes sites gaat dat moeten ze thuis maar doen,
clipjes en noem maar op dat mag bij mij ook niet
Geen nadelen
Restrictief persoon
Uitvoerder
Nou nee ik heb privé geen computer maar gewoon
binnen het onderwijs kan je het heel goed gebruiken dat
is mijn motivatie. Binnen het team ben ik inderdaad één
van de oudere leerkrachten maar ik heb het voordeel dat
ik aan de jongere leerkrachten dingen kan vragen. Als er
dan een jonger iemand langs komt en ik vraag kan jij pdf-
bestanden kopiëren in Word nou dan zeggen ze nee en
Hulp vragen van
collega’s
Teamlid
Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 81 -
dan probeer ik het niet eens meer.
Tekstverwerking: Nou dat is ook minimaal ik zelf
gebruik dat programma nooit.
Programma’tjes: Nee ook niet
Werkvormen voor lln:Nee ook niet mijn collega’s doen
dat wel hoor zoals taakbrief en dat soort dingen.
Weinig
vaardigheden
Lerende professional
Er zou nageschoold moeten worden. Ik kreeg laatst een
brief van de ict- coördinator en daarbij heb ik aangegeven
voor het team maar ook voor mezelf het hele
officepakket als een soort van nascholingstraject willen
doen.
Nascholing
Office pakket
Lerende professional
Er was ook nog een zijsprong dat heette digitaal
rijbewijs. Dat is nooit doorgegaan want toen op een
gegeven moment de plannen concreet werden hing er een
flink prijskaartje aan als je dat wilde invoeren of
verplicht stellen moest je ook weer nascholing
verzorgen. Toen werd het terug gestuurd want het was
gewoon te duur.
Hoge kosten voor
bijscholing
Lerende professional
Ja ik zou dat heel handig vinden. Bijvoorbeeld mijn
typvaardigheden zijn ook zeer gering ik weet niet of ik
dat nog kan verbeteren. Ik typ maar met 1 vinger dus ja
Typen met 1
vinger
Lerende professional
We hebben hier vier computers voor 11 kinderen. De
psychologe heeft een computer, de logopediste de
administratie, de directie en dan nog twee of drie laptops.
We hebben een gedeelte kabelnetwerk en hoe heet dat
zonder kabels.
Draadloze
internetverbinding
Ja daar hebben we heel veel. Voor een deel heb ik dat
zelf ingevoerd want ik ben zelf ict coördinator geweest
tot twee jaar terug. Ik kan wel software pakketten
beoordelen op didactische waarde en het installeren heb
ik me niet mee bezig gehouden.
Ict- coördinator
Waarde van
software
Uitvoerder
Onderzoeker
Ik heb al heel veel van de kinderen geleerd inderdaad.
Zij zijn er veel mee bezig.
Leren van
leerlingen
Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 82 -
Ik heb idee dat de principes niet veranderen De principes
zijn dus dat je als een volwassenen een groep kinderen
hebt en dat je daar een opvoedkundige taak in hebt met
didactische componenten. Die didactische componenten
kan door ict mogelijk wel steker worden maar die basis
die er moet zijn de interactie tussen leerkracht en
leerlingen die is heel bepalend voor de sfeer in de groep
en dat is natuurlijk moeilijk te digitaliseren denk ik.
Hoewel er wel allerlei programma’s zijn die een helpdesk
hebben die bevestigd wat je zegt dan voelen mensen zich
wel wat beter als ze een kwartiertje daarmee gewerkt
hebben. Dan zou je haast denken dat het toch kan. Maar
kinderen zijn toch echt op opvoeding aangewezen en zal
er een opvoerder moeten zijn.
ICT didactisch
hulpmiddel
Interactie
Opvoeding van
leerlingen
Uitvoerder
Begeleider
Onderzoeker
Labels rollen en verandering respondent één
Rollen Verandering
Uitvoerder - Ict gebruiken bij een tweede leerlijn
- Leerlingen zijn ontdekkend bezig
- Leerlingen hebben meer interactie met elkaar (samenwerking)
Ontwerper - Differentiatieprogramma’s aanbieden
Onderzoeker - Installeren van nieuwe software
Teamlid/begeleider - Hulp nodig van jongere teamleden om bijvoorbeeld iets in een
pdf-bestand te zetten
Lerende professional - Nascholen in het officepakket zal wel moeten
- Leren van de kinderen op gebied van ict
Labels aan de hand van tekstfragmenten respondent twee
Tekstfragment Labels Rol
Als leerkracht wil je natuurlijk altijd je kinderen
motiveren om iets te leren en je merkt dat kinderen
alles wat met ict te maken heeft helemaal fantastisch
vinden dus dat vind ik wel belangrijk. Daardoor
omdat de kinderen het leuk vinden ga je het zelf ook
steeds leuker vinden en ga je het meer gebruiken
Motiveren van
leerlingen.
Zelf leuk om te
gebruiken.
Uitvoerder
Lerende professional
Het gebruik van het digitale schoolbord vind ik in Loop van de tijd Uitvoerder
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 83 -
eerste instantie meer tijd kosten maar naar mate je er
handiger in wordt gaat het juist sneller. Ook met een
instructie op het bord zetten. Het is nu gewoon een
kwestie van in scannen, aanpassen en het staat er.
Dus met voorbereiden ga ik al tijdwinst merken maar
ik werk er nog niet zo lang mee pas dit schooljaar.
handiger.
Tijdwinst
Instructie
Ontwerper
Lerende professional
Er zijn wel een aantal kinderen die bijna alleen maar
op de computer werken in plaats van een individueel
programma en als je dan voor een kind een
individueel programma moet maken dan heb je wel
tijdwinst als je de computer in kan zetten.
Individueel
programma
Uitvoerder
Ontwerper
Nee wij maken geen eigen software Educatief software Ontwerper
Ik heb wel een jaar een kind gehad met een
dayziespeler in verband met ernstige dyslectie dat
was natuurlijk heel prettig. Wat ging daardoor doen
heel veel klassikaal anders kon dat meisje het niet
meelezen of we moesten van te voren voorlezen.
Door die daysiespeler werd zij heel erg op weg
geholpen en werd zij veel zelfstandiger en voor mij
was het als leerkracht ook allemaal prettiger.
Individueel Uitvoerder
Ontwerper
De rapporten maken op de computer vind ik juist
prettig
Ontwikkeling
bijhouden
Ontwerper
Als je een schrift nakijkt heb ik het gevoel dat je in 1
oogopslag ziet wat het werk is van het kind en als je
op de computer moet gaan opzoeken wat de
resultaten zijn dan is dat toch wel erg zwart op wit en
je ziet het niet gelijk en ik vind het lastiger om op te
zoeken wat is het probleem en ik heb het gevoel dat
je daar op papier sneller achterkomt.
Ontwikkeling
bijhouden
Ontwerper
Ik vind de software programma’s die worden
aangeboden bij de methodes de laatste jaren echt wel
heel goed en ook wel zo dat de kinderen er ook wel
achter blijven dus dat ze ook wel gemotiveerd zijn
om door te werken om een level hoger te komen of
robbies te verdienen of hoe ze dat noemen. Ze
blijven daar wel achter zitten.
Motivatie Begeleider
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 84 -
Ik kan nog wel vaardiger worden als ik dat zelf zou
willen.
Ik heb dit jaar wel een cursus PowerPoint gedaan en
die heb ik meteen ingezet.
Volgen van cursussen Lerende professional
Nee, omdat we dit jaar natuurlijk ook met het
digibord bezig zijn moet je je daarvoor natuurlijk
ook laten bijscholen dat hoort natuurlijk bij de taak.
Digibord Uitvoerder
Ik kan al mijn collega’s een mail sturen en daar krijg
ik snel antwoord van maar je heb altijd wel collega’s
waarvan je weet dat je die geen mail hoeft te sturen
omdat je daar niks van terug krijgt. Dat zijn toch de
twee oudere leerkrachten waar ik het beter
persoonlijk kan vragen of via het postvak als via de
mail.
Mailcontact collega’s Teamlid
Voor het digibord komen collega’s naar mij toe.
Over computers en over mailen worden ook wel
dingen aan mij gevraagd. Maar ik ben niet de ict-er
op school.
Collega’s hulp bieden Teamlid
Eh nou zes op een klas van 27 is denk ik wel netjes.
Er wordt regelmatig iets vervangen wanneer iets
kapot gaat zoals microfoontjes.
Faciliteiten Onderzoeker
Ik miste altijd een eigen computer, dus echt een
eigen leerkracht computer op mijn bureau maar sinds
we de digiborden hebben, hebben we ook een eigen
computer en dat is erg prettig want dan maak je ook
dingen zoals werkbladen op de computer want dan
hoef je niet op die koude gang te gaan zitten.
Werkbladen maken Ontwerper
We doen de rapporten allemaal op de computer maar
de cijferlijsten is wel nog allemaal gewoon met de
hand op papier in de leerlingenmap dus dat is nog
niet veranderd. Het leerlingvolgsysteem is wel op de
computer. Dat is sinds 2 of 3 jaar dat het zo wordt
ingevoerd.
Leerlingvolgsysteem Ontwerper
Agenda’s en notules gaan wel allemaal via de mail.
We hebben allemaal een school emailadres
Schoolmail Teamlid
Over portfolio: Portfolio Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 85 -
Nee, dat is ieder zijn eigen verantwoordelijkheid.
Daar zetten we lessen op en van elkaar gebruiken en
daar reacties op geven dus echt een forum bij. Maar
niet binnen onze school zelf. Maar dat is wel heel erg
handig want dit jaar ben ik gestart met het digibord
maar er zijn scholen die vorig jaar al zijn begonnen
daarmee en bijvoorbeeld met kerst en sinterklaas heb
ik geen les hoeven te maken.
Forum van
overkoepelende
stichting
Onderzoeker
Ik heb al mijn flipcharts daar vanaf kunnen halen en
daarvoor kunnen gebruiken en het waren hartstikke
leuke lessen.
Lessen Uitvoerder
Maar de leerkracht blijft zeker voor de interactie.
Interactie Uitvoerder
Begeleider
Labels rollen en verandering respondent twee
Rol Verandering
Uitvoerder - Leerlingen makkelijk te motiveren met ict
- Tijdwinst door digitaal schoolbord
- Instructie anders voorbereiden
Ontwerper - Leerlingen met aparte programma’s makkelijker te combineren
met de klassikale les
- Leerling met dyslcetie kreeg dayziespeler waardoor de docent
minder aparte tijd vrij hoefde te maken
- Rapporten bijhouden op de computer
- Werkbladen zelf maken op de computer kan je makkelijk bewaren
en doorgeven aan andere collega’s
- Leerlingvolgsysteem via de computer
Onderzoeker - Forum van een overkoepelende stichting gebruiken om
lessen en cursussen van het digibord te gebruiken en te
volgen.
Teamlid/begeleider - Met sommige collega’s kan ik mailen over dingen
- Agenda’s, notule gaan bijna allemaal over de mail
Lerende professional - Cursussen volgen van PP
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 86 -
Bijlage 9 Interviewresultaten VO
Labels aan de hand van tekstfragmenten respondenten één
Tekstfragment Label Rol
Het is een tool die je zou kunnen inzetten om onderwijs
te verbeteren, het aantrekkelijker te maken voor de
leerlingen en het brengt ook veel gemak met zich mee.
Aantrekkelijker
onderwijs
Uitvoerder
Ehm heel veel methodes die zij hanteren komen ook met
digitale materialen en die gaan ze toepassen dus de ict
neemt plaats in hun eigen vak
Methodes Ontwerper
Nou we hebben 4, 5 jaar geleden hebben we alle
docenten aangeboden om digitaal rijbewijs te gaan
halen. We hadden daar 6 of 7 modules die ze konden
doen en ze moesten er vier doen dus een keuze, en de
belangrijkste zijn dan inderdaad tekstverwerken of
internet, mailen, spreadsheet, PowerPoint dat zijn
officeapplicaties en voor de diehards hadden we ook
videobewerking, fotobewerking
Digitaal rijbewijs Lerende professional
Waar je loopt krijg je vragen, ik hoef maar ergens te
lopen en ze schieten me aan en wat betreft vind ik dat
zelf ook wel erg prettig want ik wil ze ook meteen
kunnen bedienen.
Hulp Teamlid
Wat ik weet dat antwoord ik en anders verwijs ik ze
door naar de mensen die het wel weten. Dit is dan naar
de ict de systeemjongens wat technische vragen betreft
en als het inhoudelijke vragen zijn over applicatie
gebied dan zeg ik er zijn voldoende collega’s die zo
uitgerust zijn dat die even kunnen ondersteunen.
Inschakelen van
experts
Lerende professional
De sharepoint-omgeving hebben we hier dan zelf
ingericht en we zijn nu met de testfase bezig en we
hebben ook al een aantal, dat aan het werk zijn in die
omgeving en in maart gaan we dat uitrollen.
Share-point Onderzoeker
Als je dan kijkt in die omgeving hoe dat gaat. We
hebben zelf een team een projectgroep en elke docent
neemt weer zo’n 5 docenten onder zijn hoede en die
gaan dan de mensen instrueren, die olievlekwerking
Collegiale
bijscholing
Teamlid
Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 87 -
krijgen we daardoor.
Je wilt communiceren met de leerlingen op een ander
niveau, al pratend, al schrijvend maar nu ook digitaal
Contact leerlingen Uitvoerder
Wat de docenten dan doen is al hun hulpmiddelen aan
de leerling aanbieden, gewoon in dat platform weggezet,
en de leerlingen hebben dat overal en nergens
beschikbaar .
Hulp voor
leerlingen
Uitvoerder
Ja, er zijn zelfs al docenten maar dat zijn uitzonderingen
nog, maar ik zou dat graag verder zien uitgroeien, die
msn gebruiken als educatieve tool. Die zeggen dan ik zit
tussen 15u en 16u hier op school op msn, ben je thuis
huiswerk aan het maken, wil je met mij communiceren,
zet mij in je buddylist en ik help je.
Communiceren met
leerlingen
Uitvoerder
Begeleider
Ik zeg ook altijd tegen collega’s je moet privé en school
scheiden, dus zorg dat je twee adressen hebt. Via school
mail je met de leerlingen en met je collega’s en thuis
doe je dat met je eigen adres.
Mailcontact Teamlid
de filosofie van onze school is wel dat we het
contactonderwijs blijven houden.
Contactonderwijs Uitvoerder
Het sociale contact moeten we bewaren dus niet
allemaal digitaal. De digitale leefwereld moet er wel bij
betrokken worden want leerlingen hebben die omgeving
ook.
Sociaal contact Uitvoerder
stel dat je drie uur lessen Nederlands hebt kan je 1 uur
laten vallen qua contacttijd maar dan samen
communiceren op het internet dat betekent dat zo’n
docent niet de hele tijd op school aanwezig hoeft te zijn
maar dan gewoon thuis kan werken en met de leerlingen
in de avonduren samen aan de slag kunnen gaan en dan
heb je leren op afstand kijk en dat is dan een beetje
flexibele inzet van je tijd.
Communiceren via
het net
Begeleider
We hebben zelf bepaalde afdelingen die de methode
hebben afgeschaft. Die kopen de boeken niet meer die
maken eigen materialen want we hebben in het vmbo de
Lesmateriaal
maken
Ontwerper
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 88 -
studiehuisklassen dat zijn de vmbo basisleerlingen
die hebben zoveel moeite met lezen dus alle boeken,
teksten is lastig die zijn op taalniveau nog niet zover dat
ze heel lang geconcentreerd teksten kunnen lezen.
Niveauverschillen Ontwerper
Onderzoeker
Dus straks kan het goed zo zijn dat al die boeken niet
meer aangeschaft worden en dat alles nou ja het is niet
allemaal digitaal materiaal ook gewoon tekstueel wat
wel digitaal is gemaakt maar dan op papier gewoon
opdrachten. Maar het is een mengeling.
Lesmateriaal
maken
Ontwerper
Ja, op dat gebied wordt de docent ontlast ja daardoor
kunnen ze beter tot schrijfproducten komen. Dat gaat
met het platform, ze leveren daar stukken in en daar
wordt weer replay gegeven via internet.
Inleveren stukken Uitvoerder
Er staat een computer onder en ze hoeven thuis iets voor
te bereiden en op usbstick te plaatsen en ze kunnen het
hier dan presenteren
Thuis voorbereiden Lerende professional
Tuurlijk heb je ook nog echt docenten die moeten niks
van die pc maar dat percentage is geen 5%.
Houding ict Lerende professional
Vorig jaar was een docent filosofie van 64 jaar die deed
zelf niet zoveel met de pc behalve dan wat mail en
word. Maar die had wel het gevoel ik moet ict wel
binnen mijn les halen, maar ik hoef het niet zelf te
kunnen. Dus die gaf gewoon de leerlingen de opdracht
van goh ik kan het niet doe jij het even voor mij dus die
betrok de leerlingen bij haar eigen les.
Inschakelen van
expert (leerling in
dit geval)
Lerende professional
Ik denk wel dat de rol van de docent zachtjes aan gaat
veranderen. Door het studiehuis, het nieuwe leren, het is
niet alleen door ict. Ze zeggen altijd de docent gaat van
een docerende rol naar een begeleidende rol. Dat klopt
ook wel het blijft altijd een mengvorm een blended
learning.
Blended learning Onderzoeker
Want het gesprek gaat daardoor verloren dus de
contacttijd moet wel behouden blijven.
Contacttijd Uitvoerder
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 89 -
Labels rollen en verandering respondent één
Rol Verandering
Uitvoerder - Kan onderwijs aantrekkelijker brengen
- Methodes die docenten moeten gebruiken komen ook met
digitale middelen die ze moeten toepassen
- Je wilt op een ander niveau gaan communiceren met de
leerlingen, al pratend, al schrijvend en nu ook digitaal
- Msn als educatief-tool. De docent en leerlingen communiceren
over opdrachten via msn
- Docent gaat van docerend naar begeleidend
Ontwerper - Bepaalde afdelingen zijn methoden afgeschaft. Die maken eigen
digitaal materiaal
- Via internet opdrachten inleveren zodat de leerkracht wordt
ontlast
Onderzoeker - Het nieuwe leren en een gemixte manier van
onderwijs tussen ict en docent
Teamlid/begeleider - Mailcontact met collega’s
Lerende professional - Inschakelen van leerlingen als expert
Labels aan de hand van tekstfragmenten respondent twee
Tekstfragment Labels Rol
Dat als ict als je het goed inzet in de organisatie
en de les dat het een ongelooflijke meerwaarde
kan hebben voor leerlingen. Daar bedoel ik mee
dat naar mijn idee als je ict goed inzet leerlingen
de stof beter kunnen begrijpen, iets eerder kunnen
begrijpt en dat het beter onthouden blijft omdat de
leeromgeving waarin de leerlingen werken
aantrekkelijker voor ze wordt, dat is mijn visie op
het hele ict gebeuren.
Motiveren van
leerlingen
Uitvoerder
Begeleider
Vandaar hebben wij hier op school zijn gestart
met een project een pilot dat heet “leren met meer
effect” en daar gaan wij bijvoorbeeld kijken naar
de meerwaarde bij inzet van een elo en een
digitaal portfolio in combinatie met een bepaald
Meerwaarde inzet elo
en digitaal portfolio
Onderzoeker
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 90 -
project en het project heet respect in de derde klas
is dat.
Ja, ik ben zelf ervan overtuigd dat het voor
leerlingen een verrijking is in hun leerproces.
Leerproces van
leerlingen
Uitvoerder
Ik doet dat in combinatie met een klein project
van kennisnet, digitaal lesmateriaal arrangeren.
Als school alleen lukken heel veel dingen niet dus
we hebben al een aantal jaar geleden besloten
deel uit te maken van netwerken van 7, 8, 9
scholen, Digidat-netwerken en dat is eigenlijk de
speurtocht naar digitale lesgeving. Hoe doe je
dat? Waar loop je tegen op? Hoe kan je dat
verbeteren? Die scholen gaan samenwerken om
digitaal lesmateriaal te ontwikkelen.
Onderwijsvernieuwing Onderzoeker
Daar hebben we over nagedacht, daar hebben we
aansluitingen gezocht bij een andere groep
scholen en we hebben daar dit jaar een goede start
mee gemaakt. Het adres is www.digilessenvo.nl,
dat zijn 21 scholen in Nederland die dit jaar
onderzoeken in hoeverre het haalbaar is voor de
school om digitaal lesmateriaal te ontwikkelen
Digitaal lesmateriaal
maken met andere
scholen
Ontwerper
Onderzoeker
Deze school heeft bijvoorbeeld samen met het
stedelijk college 4 mensen voor 0,1 fte
uitgeroosterd zodat zij een middag of een dag in
de week bezig zijn en vrijgesteld om
ictvakkenpakket zich eigen te maken en
lesmateriaal te maken. Dat zijn docenten die
vrijgeroosterd zijn.
Lesmateriaal maken Ontwerper
Daarbij is niet zo zeer bekeken of die mensen
heel erg computervaardig zijn of ict-minded zijn
maar meer hebben die mensen ook stukken
didactische achtergrond, staan ze al langer voor
de klas, hebben ze enig idee waar de meerwaarde
zou kunnen zitten en kunnen daarmee aan de
gang.
Meerwaarde ict Lerende professional
voor de docenten hebben we gewoon een Leerlingvolgsysteem Ontwerper
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 91 -
leerlingvolgsysteem, een school
administratiepakket dat heet Magister, daar zitten
gewoon de cijfers in van leerlingen
Waarin de leerlingen hun gemaakt werk in
opslaan en terwijl het werkproces plaatsvindt,
vindt er via dat digitale portfolio communicatie
plaats tussen de docent en de leerlingen, van dit is
goed, dit is wat minder.
Digitaal
leerlingportfolio
Begeleider
Dus leerlingen krijgen steeds feedback op wat ze
aan het doen zijnen wat ze hebben ingeleverd.
Feedback Begeleider
Ik ben er zelf van overtuigd dat de interactie die
ontstaat groter is dan in de bestaande situatie, het
is een aanvulling op niet in plaats van maar het
komt erbij. Die combinatie die blending, die mix
die er ontstaat dat is een versteviging van het
coachende gedeelte tussen de docent en
leerlingen.
Blended learning Begeleider
Dat neemt niet weg dat er gewoon heel duidelijk
ook een klassikale instructie wordt gegeven. Het
is echt een misverstand dat dat er niet meer bij
zou zijn.
Instructie Uitvoerder
Want in het nieuwe gebouw, daar zijn ook geen
gangen meer met traditionele klaslokalen daar
omheen maar dat zijn domeinen, grote
werkruimtes waar leerlingen zelfstandig kunnen
werken het zij onderbegeleiding en daaromheen
liggen instructieruimtes en dat zijn grotere
instructieruimtes, klaslokalen maar ook kleinere
ruimtes waar je met 10 of 15 of 6 leerlingen ter
gelijke tijd een stuk instructie kan geven dat
betekent ook dat de leerlingen niet meer vast
gebonden zijn aan het geijkte rooster van 6 of 7
lessen per dag
Domeinen Onderzoeker
Dus daar moet je ook zorgen zoals we vorig jaar
hebben gedaan, we hebben allemaal workshops
gedaan dat allemaal workshops zijn dat collega’s
Workshops Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 92 -
zich kunnen bekwamen. En waar moeten zij zich
dan in bekwamen, je wilt weten wat ze zelf willen
doen, waar het uitgangspunt is, ze moeten de ict-
vaardigheden opdoen die nodig zijn om ict in het
onderwijs goed te kunnen laten verlopen
Ze waren niet verplicht, sterker nog het kan ook
niet onder schooltijd worden gegeven, les uitval is
heilig hè om het zo maar even te betitelen.
Docenten doen het dus grotendeels in hun eigen
tijd, dus wat je dan probeert te doen is dat je de
meest gelukkige momenten uit kiest.
Eigen tijd Lerende professional
Maar de driehoek bij die workshops was dat je
instaat moest zijn om digitaal lesmateriaal te
maken, je moet in staat zijn het zelf als docent te
kunnen opslaan en te bewaren dus in een elo
bijvoorbeeld en je moet het ook kunnen
presenteren met bijvoorbeeld een Active Board.
Leermateriaal gerbuik Uitvoerder
Er zijn mensen die zeggen goh ik hoorde dat
jullie Gamemaker aanbieden aan leerlingen in de
topklassen daar kan je games mee maken, nou als
er collega’s zijn die dat zelf leuk vinden om te
kunnen moet je dat doen want dat vergroot hun
ict-affiniteit. Ook al gebruiken ze het daarna niet
meer zoveel of grotendeels thuis dat maakt mij
niet uit, je bouwt toch een ict-minded en
ictvaardigheden op.
Ict affiniteit Lerende proffesional
Mijn indruk is voor wat betreft het gebruikmaken
van digitaal lesmateriaal hetzelfde is. Je hebt een
groep waarvoor dat lastig is, die zouden eerst zich
zo’n pakket eigen moeten maken en daarom zijn
we dat ook aan het uitproberen
Digitaal lesmateriaal Ontwerper
. zoals die collega’s en die maken daar
programma’s mee zoals lector en dan leer je dat
eerst op de oppervlakkerige manier en vervolgens
merk je dat er in het pakket ontzettend veel
mogelijkheden zitten maar dat je toch behoorlijk
Deskundig Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 93 -
deskundig moet zijn, want je moet er toch de
nodige uren in steken om dat allemaal te doen.
Ik heb vorige week met die hele groep bij elkaar
gezeten en hebben we een presentatie gegeven
over hoe je in dat pakket toetsen maakt
Toetsen Ontwerper
Je moet er niet aan denken dat je als docent al het
lesmateriaal gaat maken maar ik kan me wel
voorstellen dat in de toekomst dat er binnen een
domein toch iemand gaat komen die daarvoor
zorgt.
Experts Lerende professional
Binnen de domeinen geven de docenten elkaar
ondersteunen maar je moet ondersteuning krijgen
van iemand die dat kan geven. Dus wij hopen op
de olievlek werking.
Ondersteuning van
collega’s
Teamlid
. We hebben als school ook een aantal e-coaches
dat zijn mensen die de collega’s behulpzaam zijn
maar dat is eigenlijk veel te weinig dat zijn er
maar twee en dat moeten er veel meer zijn. Dat is
een functie naast hun taak als leerkracht.
E-choaches Teamlid
Laat ik het zo zeggen er zijn mensen bang dat de
leerlingen geen uitleg meer krijgen of dat het
persoonlijke contact verwaterd dar hoeft geen
sprake van te zijn. Je moet goed zorgen dat in die
mix goed in balans is.
Persoonlijk contact Uitvoerder
Er wordt dus geacht dat je als docent zoveel uur
per jaar aan scholing doet maar dit zou altijd nog
meer kunnen.
Scholing Lerende professional
Daarnaast ook al levert het een meerwaarde op als
het voor de docent zelf heel veel extra werk
oplevert dan heeft die er natuurlijk ook niet zo
heel veel zin in.
Extra werk Lerende professional
Bijvoorbeeld het digitale toetsen, men zag daar
onmiddellijk resultaat. Het is wel even lastig om
in te zetten maar je kreeg wel gelijk bepaalde
toetsresultaten en iedereen had zoiets van hé is
het nu al klaar nou dat was fantastisch.
Digitaal toetsen Ontwerper
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 94 -
. Een ander stokpaardje voor mij is als jij er nou
voor zorgt dat ict in de organisatie goed geregeld
is ik neem een voorbeeld van de
cijferadministratie, als dat goed geregeld is kan je
thuis gewoon de cijfers invoeren en hoef je niet
zoals het vroeger ging als parttimer naar school
toe te komen fietsen.
Cijferadministratie Ontwerper
het letterlijk voor de klas staan dat betekent dat de
docent daar waarschijnlijk toch meer de rol gaat
krijgen van coach.
Coach Uitvoerder
Hij zal niet alleen meer klassikaal instructie
geven maar die instructie zal voor een deel door
de leerling zelfstandig worden gedaan en die
leerling is in staat om die instructie op andere
momenten tot zich te nemen.
Instructie Uitvoerder
bijvoorbeeld leerproblemen zoals dyslexie, hoe
speelt de docent daar op in?
Voor dat soort zaken zijn er speciale
programmatjes. Dus die docent is dan meer
begeleider maar dat is meer voor specifieke
begeleiders en niet zo zeer voor de docenten.
Leerproblemen Onderzoeker
Lerende professional
Ja, dan denk ik dat zo’n elo en een digitaal
portfolio wel een rol daarin gaan spelen en dat
leerlingen communiceren via mail en elo met de
docent. Ik kan lesmateriaal voorzien van
commentaar op het ingeleverde werk van
leerlingen en op het moment dat ik dan de klas in
ga weet ik al hoe de situatie is.
Communiceren Uitvoerder/begeleider
Ik heb ook voorbeelden van leerlingen die via de
computer contact met mij opnemen om iets te
bespreken en ik ben ervan overtuigt dat sommige
daarvan niet aan de tafel of mijn bureau zouden
verschijnen, maar de drempel om een mailtje te
sturen is blijkbaar lager dan om face-to-face iets
te vertellen.
Contact leerlingen Uitvoerder
Ik bedoel je moet niet terug schrikken om een Ontwikkeling Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 95 -
powerpointje te maken of met een elo om te gaan
dat moet je gewoon hebben. Ik vind dat een
minimale eis aan docenten anno 2008. Die
ontwikkeling zal wel doorgaan alleen komt het
woord ict daar nu in voor.
Labels rollen en verandering respondent twee
Rol Verandering
Uitvoerder - Door het inzetten van ict kan je leerlingen beter motiveren zodat ze
de stof beter begrijpen
- Leeromgeving kan de docent aantrekkelijker maken voor leerlingen
- Het letterlijk voor de klas staan wordt waarschijnlijk meer coachend
- Leerkracht geeft minder klassikale instructie, de leerling is instaat
instrucite zelfstandig en op andere momenten tot zicht te nemen.
Ontwerper - Administatiepakket Magister voor het leerlingvoglsysteem
- Toetsen maken in een ictprogramma
Onderzoeker - Digitaal portfolio wordt ingezet om te bepalen of ict meer effect
heeft op het leren
- Samen werken van scholen om digitaal lesmateriaal te maken
Teamlid/begeleider - Communicatie leerling en docent gaan via het digitale portfolio
- Meer interactie tussen leerling en docent doordat het choachgedeelt
wordt verstevigd
- E-coaches zijn docenten die ondersteuning bieden aan andere
docenten
- Communiceren met email en elo’s wordt zowel tussen collega’s als
leerlingen meer
- Drempel voor een leerling om een mail te sturen is kleiner dan
zomaar naar een leerkracht toestappen
Lerende professional - Docenten hebben ict-vaardigheden nodig om het onderwijsvisie van
de school te volgen
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 96 -
Bijlage 10 Interviewresultaten MBO
Labels aan de hand van tekstfragmenten respondent één
Tekstfragment Label Rol
Het taalblok wat we hebben van Malmberg daar heb je
een algemene leerlijn zeg maar in die taal en daar heb je
oefening. Bij de oefening zit bij de studenten zit feedback
als een antwoordenknop dat noemen we maar even de
virtuele docent . Dus dat zijn dingen als zij het goed doen,
als zij het goed gebruiken hoef ik dat niet steeds uit te
leggen ze krijgen dan al via het programma uitleg en dan
is het voor mij makkelijker om tijd over te houden om
andere dingen te doen.
Tijdwinst Uitvoerder
Tja het nadeel is dat de studenten geen robots zijn, je kunt
het natuurlijk heel vaak uitleggen aan het begin en steeds
weer proberen en dat pas je toch elk jaar wel aan zodat ze
meteen goed begrijpen wat de bedoeling is en dat ze dit
ook doen.
Uitleggen Uitvoerder
je moet taalblok opstarten en uitmuntend opstarten dat is
dan een online woordenboek en wrts dat is een
idioomprogramma zeg maar, daar kunnen ze hun eigen
idioomlijsten aanleggen. Dat kan op zich heel leuk zijn, je
kan daar ook op verschillende manieren mee toetsten en
dat is veel leuker als dat ik dat doe want ik zeg hier heb je
20 woordjes en zet er de vertaling bij
Verschillende
manieren
toetsen
Ontwerper
Zo moeten ze beginnen bij mij in de les maar wat zo’n
student dan doet is dat hij ook hyves opstart en ze mogen
van mij ook muziek op de achtergrond draaien want ze
hebben sowieso ook luisteroefeningen dus ze hebben die
oordoppen bij zich hebben en er komen nog andere
dingen bij dus ze zijn afgeleid.
Afleiding Uitvoerder
Als ze aan de slag gaan met die taalblokken en die
virtuele docent dan kan ik individueel met studenten aan
de gang om spreekvaardigheid te oefenen. Daar krijg je
dan meer ruimte voor.
Begeleiden van
individuele
leerling
Ontwerper
Collega’s komen mij wel eens vragen als ze problemen Hulp bij ict Teamlid
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 97 -
hebben en dat zie ik wel als een voordeel dat ik vrij veel
weet want studenten iets uitleggen gaat dan ook veel
vlotter.
Nee ik heb zelf nou ja als je oefeningen uitwerkt of
instructie maar verder niet echt.
Sofware
ontwikkelen
Ontwerper
Dit zou ik wel meer willen doen maar daar heb ik nu dus
minder tijd voor vind ik.
Te weinig tijd Lerende professional
Ja ik werk thuis veel op de computer ik heb ook een vpm-
verbinding met de server van hier, dus je kan ook thuis
werken. Ik vind het dat heel fijn alleen kan je niet alles
wat je hier gebruikt thuis ook gebruiken.
Thuis werken Teamlid/begeleider
Wat ik wel een groot probleem vind is mijn mail. Als ik
die echt wil gaan beantwoorden zoals het zou moeten dan
ben ik echt 2 a anderhalf uur per dag bezig. Het is
onvoorstelbaar als je ziet hoeveel mail je krijgt.
Mailverkeer
Teamlid/beleider
Ja van studenten ook maar dat heb je zelf in de hand
omdat je dat zelf kan aangeven maar ook mail van je
collega’s en leidinggevende. Alles wordt naar benenden
gegooid. En als je dat goed wil beantwoorden ja dat kost
veel tijd. Hier wordt in de jaartaak helemaal geen
rekening meegehouden.
Jaartaak Teamlid/begeleider
Je moet het blijven zien als een hulpmiddel vind ik Hulpmiddel Uitvoerder
Vooral in de begintijd was het zo dat mensen piepten en
schreeuwden van die computer gaat de docent vervangen
maar dat kan ook gewoon niet.
Docent
vervanging
Onbekend
Als je het middel goed gebruikt kun je er voordeel bij
hebben, dan kun je tijdwinst ervan hebben en je hoeft niet
na te kijken zoals bij dat taalblok dan hoef je niet na te
kijken. De toetsen worden door het pakket nagekeken de
registratie is dan niet 100% maar het scheelt wel. Je hoeft
het nakijken niet meer te doen.
Tijdwinst
Toetsen
Registratie
Uitvoerder
Ontwerper
Je heb dan ook digitaal rijbewijs, dat was een aantal jaar
terug en daar moest dan iedereen aan meedoen, dat heb ik
zelf gewoon afgehouden daar moet je weer tijd voor
Vaardigheden Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 98 -
maken en ik vroeg toen om vrijstelling maar dat kon niet
Ik heb ook collega’s die hulp vragen van mij en dan alle
handelingen opschrijven nog steeds en die zou het
gebruik van de computer ook nooit echt eigen maken. Ze
moet er mee werken maar ze zou het nooit haar eigen
ding maken. En dat zijn vooral oudere mensen die daar
helemaal niks mee hebben en willen hebben. Daar moet je
wel rekening mee houden.
hulp Teamlid
Lerende professional
. Van studenten zou ik gerust hulp vragen. Als ik zie dat
iemand daar heel goed is ja waarom niet? Ik vind dat je
daar gebruik van moet maken.
Je moet er tussen staan en je krijgt van zelf wel respect
om je meer weet dan de student op een bepaald vakgebied
dus daar hoef je je helemaal niet zo druk om te maken.
Experts
inschakelen
Lerende professional
Labels rollen en verandering respondent één
Rol Verandering
Uitvoerder - Door virituele docent hoef ik minder uit te leggen.
- Daardoor weer tijdwinst
Ontwerper - Leerlingen kunnen zichzelf toetsen
- Registratie toetsen gaat sneller
Onderzoeker
Teamlid/begeleider - Collega’s hebben mijn hulp wel eens nodig
- Veel tijd kwijt aan mail beantwoorden en lezen van collega’s
en studenten
Lerende professional - Student als expert inschakelen
Labels aan de hand van tekstfragmenten respondent twee
Tekstfragment Label Rol
Wat ik zie is dat er geen enkel methode meer op de markt
wordt gebracht door uitgeverijen zonder ict
Uitgeverijen Onderzoeker
het is allemaal een klein bronnenboek gekoppeld aan ict-
bronnen waarin ze een deel zelfstandig kunnen doen testjes
en toetsjes onderzoekjes en een deel door middel van
trainingen.
Koppeling ict Begeleider
Onderzoeker
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 99 -
Daar zie je dat ze heel erg op ict gericht zijn, dat willen ze
ook dat zijn ze ook echt gewend, ze zitten echt continu
achter de pc. Dat maakt een aantal dingen makkelijker dat
is inderdaad dat je ze met bepaalde opdrachten aan het
werk kunt zetten. Een belangrijke competentie binnen
juridisch is het omgaan met bronnen nou daar kun je ict
niet in overslaan. Het internet is een bron die ontzettend
veel gebruikt wordt maar die heel secuur werk vraagt.
Competenties
van leerlingen
Uitvoerder
Aan de andere kant zie ik dat voor de andere vaardigheden
zoals het samenwerken het steeds moeilijker wordt. Omdat
ze zo op die pc gericht zijn en ict gebruik. Dat de
menselijke contacten letterlijk een beeldscherm tussen
staat.
S=Samenwerken Uitvoerder
Bij MCV en burgerschap werk je vaak met werkstukken
over een bepaald onderwerp en dan moest je dat echt als
huiswerk opgeven, dat betekent dat ze thuis iets maakte dat
leverde ze dan in en dan moest je dat bespreken en dan gaf
je dat weer terug en dan moesten ze het weer verbeteren
daar ging heel veel tijd overheen en nu kan ik dat gaande
weg bijsturen omdat ze hier bezig zijn.
Ontwikkeling
van leerlingen
Ontwerper
Uitvoerder
ik heb tijdwinst omdat ik direct kan coachen op opdrachten
die ik ze geef, waar ik vroeger echt puur een
huiswerkopdracht meegaf kan ik dat nu voor een deel
tijdens de les doen en daar de interactie voor opzoeken en
dat vind ik wel erg efficiënt.
Tijdwinst Uitvoerder
Begeleider
Ik kan ze ook materiaal laten inleveren via Each Learning
dus ik kan ze een deadline geven. Met huiswerk
bijvoorbeeld dat moet op vrijdagmiddag om 12.00
ingeleverd zijn en dan kunnen ze het via Each Learning
doen en als het vrijdag 12.00 is geweest dan gaat dat ook
echt niet meer.
Elektronische
leeromgeving
Uitvoerder
Ontwerper
En wat ik zie is dat het contact met leerlingen. Ik ben door
die verschillende rollen die ik heb hier niet altijd op de
afdeling dus ik heb mijn leerlingen wel aangeleerd stuur
een berichtje dat kan via Each Learning, via mail dus ze
hebben ook gewoon mijn mailadres van het werk hier.
Conctact met
leerlingen
Begeleider
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 100 -
Ja inderdaad dat ze aan de pc vast geplakt zitten dus ik heb
ook al roosterwijzigingen aangevraagd voor het tweede
semester dat ik een deel van mijn uren gewoon in een
theorielokaal zit omdat het daar gevoelsmatiger veiliger is.
Interactie met
leerlingen
onderling en
docent
Uitvoerder
Dat ze even hun thuismail checken na een pauze even 2, 3
minuten heb ik ook geen moeite mee maar wat je ziet is dat
er spelletjes gespeeld worden, er berichtjes heen en weer
gestuurd worden, gemsnd noem de hele mikmak maar op.
Dat is een continue afleiding. Je ziet het meteen aan gedrag
want non-verbaal stralen ze het gewoon meteen uit. Als
iemand non-stop drie kwartier aan zijn beeldscherm zit
geplakt is niet voor de schoolopdracht dus je ziet het wel
meteen maar ja je bent niet altijd in de gelegenheid om daar
aandacht aan te besteden.
Afleiding
studenten
Uitvoerder
Aan de ene kant zijn mijn collega’s van
bedrijfsadministratie daar heel streng in. Die hebben een
soort kaartensysteem.
Controle Uitvoerder
Als ik de noodzaak ervan in zie ga ik ermee aan de slag
maak ik het mezelf eigen maar ik noem het gemiddeld
omdat ik echt nog wel eens moet zoeken en bepaalde
aspecten ook gewoon niet interessant vind en dus ook echt
niet in ga verdiepen.
Verdieping Lerende professional
Nou de volgende stap voor mij is dat ik nu wel een
trainingsdag heb aangevraagd want ik zie allerlei collega’s
er dingen mee doen waarvan ik denk he dat is best wel leuk
dat wil ik ook.
Trainingsdag Lerende professional
Als je een beetje rond kijkt in dat programma dan heb je
helft van mogelijkheden nog niet te pakken vandaar dat we
nu ook aan het kijken zijn of we bepaalde toetsen via Each
Learning kunnen doen. Dan moet je ook even weten hoe je
dat moet beveiligen. Nou dan ga je opzoek en dan kan je
gewoon de helpdesk hier bellen en dan een afspraak maken
en dan verzamelen ze een groepje mensen en dan ga je
ermee aan de slag.
Toetsen via elo Onderzoeker
Ik ga een cursus WIZ doen voor de CMR. Omdat wij als Cursus wiz Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 101 -
CMR op de internetpagina staan en intranet ga ik dus nu
een dagdeel daarheen en dan leggen ze mij uit hoe ik zelf
dingen erop kan zetten.
Dus er komt gewoon steeds meer bij en steeds meer dingen
komen vanzelf op je pad maar dan moet je wel zelf het
initiatief nemen om dat te doen.
Innovaties Onderzoeker
Lerende professional
Ontwerpen niet, ik heb wel een directe college van het team
bedrijfsadministratie dat is een van de schrijvers bij At
Work
Software
ontwerpen
Ontwerper
Wij werken niet meer in een school waar je een klaslokaal
ingaat en je doet je les en aan het einde van de les is het
klaar. Je bent niet meer alleen bezig met je eigen
programma, op je eigen moment met jouw eigen klas. Je
bent met een geïntegreerd onderwijsprogramma bezig
waarin je bepaalde rollen hebt.
Geïntegreerd
lesprogramma
Uitvoerder
Dat vraagt meer samenwerking van de docenten onderling
want je hebt allemaal je eigen stijl. Je moet je op de een of
andere manier wel behouden anders klopt het niet meer
maar je moet wel meer gaan samenwerken daarin.
Samenwerking
collega’s
Teamlid
Dat is al een gevolg maar ook dat ik soms verder ga waar
een andere collega is gebleven dus de afstemming is
veranderd.
Afstemming Teamlid
Aan de andere kant is het gewoon makkelijker. De
registratie van dingen zijn er een aantal programma’s die je
daarin heel makkelijk ondersteunen.
Registratie Ontwerper
Ja, dat had je eerst ook wel want je was eerst ook met
elkaar een opleiding aan het vorm geven maar dan hoefde
dat geen probleem te zijn als iemand een heel andere stijl
had. Nu geeft dat ook wel eens wrijving onderling. Ik laat
bewijs van spreken de leerlingen wel zitten als het pauze is
en ik ga even koffie drinken en mijn collega’s wil dat
bijvoorbeeld pertinent niet hebben. Eerst was dat niet zo’n
punt want je zat apart van elkaar maar nu is dat wel anders.
Wrijving
collega’s
Ontwerper
Daarnaast hebben we een docent ict die les geeft aan de
leerlingen die hebben we dan niet binnen ons eigen team
Hulp van expert Lerende professional
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 102 -
maar bij bedrijfsadministratie wel en bij de andere buren
loopt er ook een rond dus dan loop je daar wel eens langs
met je probleem.
Ik heb laatst gewoon geleerd in Word hoe ik brieven en
adresbestanden bij elkaar kan voegen, nou geniaal. Ik wist
wel dat het kon maar dat is even zoeken hoe zit dat ook
alweer en dat zit je met 3 collega’s om de pc hoe deed je
dat ook alweer
Hulp van
collega’s
Teamlid
Ik denk ook dat de leerlingen er nu wel meer aangewend
zijn dat het voor handen is en juist moeten willen want ook
in je werk, ik heb heel de dag die computer tot mijn
beschikking maar als ik er de hele dag achter zou zitten dan
gaat er iets niet goed. Dus om die balans te zoeken hoort
dat denk ik ook bij de ontwikkeling.
Balans ict Uitvoerder
Ik denk dat het menselijke aspect blijft. Het coachen en het
uitleggen blijft in het onderwijs.
Contact Uitvoerder
Leren op afstand zou kunnen. Ik weet dat beide ict hier in
gesprek zijn met de onderwijsinspectie om goedkeuring te
kunnen krijgen om een aantal colleges via internet dat heeft
te maken met een aantal leerlingen die op stage zijn. Die
kunnen dan inloggen en overleggen met hun docent op
bepaalde momenten maar ook filmpje bekijken waarin
dingen worden uitgelegd een digitaal college.
Uitvoerder
Ontwerper
Begeleider
Dat ik via ict contact heb met mijn leerlingen zal wel
veranderen maar ik moet nog steeds dat persoonlijke
contact hebben. Omdat je ook, dat zie ik hier op MBO
niveau, het omgaan met internet, 90% wat hier zit denkt dat
alles wat op internet staat waarheid is, dat is niet zo. Dus ik
zal wel af en toe nog steeds met ze mee moeten kijken.
Persoonlijk
contact
Uitvoerder
Ontwerper
Als de rol docent ben ik wel van mening dat je mee moet
gaan maar dat is volgens mij altijd wel zo met wat is de
leerling nou gewend. Je moet meegaan met het
bedrijfsleven waarvoor je in opleidt. Er zijn wel
verschuivingen gaande maar echt het leerlingen begeleiden
Begeleiden Begeleider
Lerende professional
Onderzoeker
Masterthesis Jolanda van Leeuwen
- 103 -
blijft menselijk. Het contact met mensen kun je niet
helemaal uitbannen.
Labels rollen en verandering respondent twee
Rol Verandering
Uitvoerder - geen enkele methode zonder ict-lesmateriaal, overal is ict aan
gekoppeld
- samenwerken wordt moeilijker doordat de menselijke contacten
moeilijker te leggen zijn door het beeldscherm wat er tussen staat.
- waar ik vroeger echt puur een huiswerkopdracht meegaf kan ik dat
nu voor een deel tijdens de les doen en daar de interactie voor
opzoeken en dat vind ik wel erg efficiënt.
- Emailen met leerlingen omdat ik niet altijd op de afdeling ben.
- Leerlingen zitten wel erg veel vastgeplakt aan de computer, dus heb
ik volgend semester een theorielokaal aangevraagd voor het
persoonlijke contact.
- Opletten op de continue afleiding die leerlingen hebben wanneer ze
achter de computer zitten
- Leren op afstand door digitale college’s
Ontwerper - huiswerk digitaal inleveren
- registratie van toetsen zijn programma’s lekker makkelijk
Onderzoeker - je moet uitzoeken wat je allemaal kan met een elektronscihe
leeromgeving zodat je toetsen extra kan beveiligen.
Teamlid/begeleider - kan sneller feed-back geven op huiswerk en gaande weg bijsturen.
- Andere manier van onderwijs door geintegreerd lesprogramma doe
je niet meer je eigen les. Dat vraagt meer samenwerking van
docenten onderling. Je moet het met elkaar eens zijn over
computergebruik anders geeft het wrijving.
Lerende professional - In het vakgebied juridisch is de manier van bronnen zoeken een
comptetentie, internet moet gebruikt worden.