DOC NIEU ECONNECT MAA15...skills programmes, sessies in verband met CV-writing en sollicitatie...

1

ECONnect

Students@FEB

85steEKONOMIKApraesidium

Met medewerking van:

Research@FEB

De Academic hero van prof. Frederic Vermeulen

Education@FEB

Bachelorstudenten aan het woord

Alumni@FEB

Theo Peeters: Eigenzinnig in Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI • DRIEMAANDELIJKS4DE JAARGANG • MAA.APR.MEI.2015

Inhoud

Education@FEB p 18

Students@FEB p 4

Research@FEB p 28

Alumni@FEB p 39

• Theo Peeters p 39• Absoc Alumni p 44• Voorstelling van de regionale kern

Ekonomika Antwerpen p 46

• Nieuwjaarsreceptie Ekonomika Antwerpen p 49• Ekonomika Oost-Vlaanderen p 50• Boekonomika p 52• Rik Torfs spreekt p 54

• Bachelorstudenten aan het woord p 18• Bezoek Paul Bulcke p 22• Awards, chairs and appointments p 23

• Patroonsfeest 2015 p 24• FEB soccer tournament 2015 p 26

• Topsport@FEB: A.Holthof & N. Paulissen p 4• Student in het buitenland p 7• Discover the World @FEB p 8• AFC: See the opportunity p 10

• New York reis p 13• Opening Dulci p 14• Sagio.be p 15• Ekonomika's skireis p 16

• Supply Chain Design: The story of many and much p 28

• Public Private Partnerships: Look before you leap into marriage p 31

• Academic hero: Frederic Vermeulen p 36

Beste Lezer

Utile Dulci! Koppel het nuttige aan het aangename, en omgekeerd. Het isde lijfspreuk van de studenten aan onze faculteit. Onze studentenkring

draagt ze in haar schild. In de Ekobar springt ze direct in het oog. Ze siert de T-shirts en sweaters. Nieuwe generaties studenten hebben al vanaf hun eerstebezoek aan een infodag een goed beeld van waar Utile en Dulci voor staan. In combinatie geven deze twee eenvoudige woorden krachtig weer dat eenboeiend studentenleven best kan zonder aan focus op het hoofddoel in teboeten. Evenwicht, daar gaat het om.

Vandaag is er een heel hechte band tussen de Faculteit Economie en Bedrijfs -wetenschappen en haar officiële studentenkring Ekonomika. De studenten -kring is voor de faculteit een onmisbare schakel in de realisatie van haar missieen doelen. Omgekeerd staat de faculteit mee borg voor een optimaal werk kadervoor de kring. De kring is al 85 jaar een deel van de FEB, de FEB al 85 jaar debestaansreden van de kring.

Al 85 jaar? Inderdaad, ooit opgericht als de ‘Vlaamsche Handelskring’ teltEkonomika momenteel 85 mooie levensjaren en dat vieren we uiteraard op gepaste wijze. Met een heuse Lustrumweek werden allerlei festiviteiten oppoten gezet. Daarnaast doken heel wat vrijwilligers in de archieven voor eententoonstelling waar u allen de evolutie van Ekonomika kan komen bewonderen.Het spreekt voor zich dat de faculteit een prominente, steeds terugkerende rolinneemt in de lange geschiedenis van haar studentenkring.

Dat die hechte band vooral gerealiseerd wordt in het Utile-luik zal u niet verbazen.Dankzij een uitstekende wisselwerking slagen we er samen in om de studentvan vandaag een vormingstraject aan te bieden dat ons opleidings aanbodverrijkt. De samenwerking vertaalt zich in de gezamenlijke organisatie vanB2U-lectures. Ze resulteert in een ruim extracurriculair aanbod van work shops,skills programmes, sessies in verband met CV-writing en sollicitatie technieken,en international immersion initiatives die onze studenten naar metropolenzoals Moskou, Peking, New York of Londen voeren.

Het is mooi dat faculteit en studentenkring hierbij onvoorwaardelijk gesteundworden door de derde partner in ons bondgenootschap, Ekonomika Alumni.Een vereniging van vrienden, maar ook van ervaringsdeskundigen die wetenhoe je op de arbeidsmarkt met al die competenties aan de slag kan. Een vereniging die, wat dacht u, het aangename aan het nuttige koppelt. Haar lijfspreuk? Utile Dulci!

Koen Spliet, Praeses EkonomikaLuc Sels, Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

3

ECONnect

Students@FEB

4

Topsport@FEB

Annelies Holthof & Nel PaulissenAnnelies Holthof is studente handelswetenschappen

aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

campus Carolus Antwerpen. Daarnaast maakt ze deel

uit van de Belgian Bullets, het bobsleeteam met

stuurvrouw Elfje Willemsen, zijzelf is remster.

Het team heeft het uitstekend gedaan tijdens de

voorbije wereldbekermanches, ze werden onder

meer tweede in Altenberg en Königssee en vijfde

in Sankt Moritz. In het Franse La Plagne (Europees

kampioenschap) slaagden ze er net niet in een medaille

te veroveren. Nel Paulissen, studente TEW, zorgt voor

de opvolging als remster bij het juniorenteam.

Annelies Holthof en Eefje Willemsen

55

WANNEER ZIJN JULLIE PRECIES MET BOBSLEEËNBEGONNEN?

Annelies: Ik ben begonnen in de zomer van 2013. Het wasHanna Mariën (de toenmalige remster van Elfje), die me vroegeens aan een training deel te nemen. In de zomer trainde ik meemet de hele groep, en in oktober had ik mijn eerste afdaling op ijs. Nel: Ik maak sinds vorige zomer deel uit van de Junior BelgianBullets. Ik had in april vorig jaar in de krant gelezen dat deBullets nieuwe remsters zochten, en ik heb direct een mailtjegestuurd om mij in te schrijven voor de testen. Twee testrondeslater kreeg ik te horen dat mijn testresultaten goed genoegwaren en werd ik toegevoegd aan het team. In oktober zijn wedan op stage geweest naar Letland, waar ik voor de eerste keerin een bobslee heb gezeten.Annelies: Vorig jaar was ik zoals Nel nu, lid van de JuniorBelgian Bullets. Toen werkte ik voornamelijk wedstrijden af opEuropa-Cup niveau. Op het einde van het seizoen won ik deselectietesten voor de plaats als reserve van Hanna Mariën opde Olympische Spelen. In het Russische Sochi was mijn eerstekennismaking met de Belgian Bullets.

ANNELIES, WAS JE VERRAST MET DE GOEDERESULTATEN DE AFGELOPEN PERIODE (TWEE KEEREEN TWEEDE PLAATS OP EEN WB-MANCHE)?

Annelies: Nadat Hanna bekend maakte dat ze een einde gingmaken aan haar topsportcarrière, was de druk op mijn schoudersredelijk groot. Ik zou dé Hanna Mariën moeten vervangen. Ze hadeen Olympische medaille en was de eerste Belgische vrouw diezowel aan de zomer- als winter spelen had deelgenomen. Ook Elfje maakte in elk interview bekend dat het een moeilijkeovergang zou worden. Ons doel dit jaar bestond er in de start -tijden van vorig jaar te benaderen en zo veel mogelijk top 6-plaatsen te behalen. Dit betekent in bobslee namelijk al eenpodiumplaats. We zijn van Amerika teruggekeerd met twee keereen 6e plaats in een Wereldbekermanche. Daar waren we alheel tevreden mee. We waren dus zeker verrast, die tweedeplaatsen waren onverhoopt, maar bieden wel perspectievenvoor de toekomst.

HOE TELEURGESTELD WAS JE MET DE VIERDEPLAATS OP HET AFGELOPEN EK?

Annelies: Op elke wedstrijd hadden we de Duitse vrouwen al kunnen verslaan. De voorgaande wedstrijd op het EK, deWereld beker in St. Moritz, waren we al twee van de drie Duitseteams voor. Als we de berekening maakten, was een medailleecht wel binnen handbereik. Zeker omdat de bobbaan van LaPlagne een lange, technische baan is waar de start kan ingehaaldworden. Dus die teleurstelling was er zeker.

HOE ZIET DE JUNIORENCOMPETITIE ER UIT?LOOPT DIE SIMULTAAN MET DIE VAN DE PROFS?

Nel: De juniorencompetitie loopt voornamelijk gelijk met decompetitie van de senioren. Er zijn drie verschillende circuitsin bobslee: de Europcup, de America's cup en de Worldcup.Zowel junioren- als seniorenteams kunnen hier aan deel nemen.De enige wedstrijd die apart gehouden wordt, is het WK voor Junioren.

WELKE RESULTATEN HEB JE AL BEHAALD?

Nel: Mijn beste resultaat dit seizoen heb ik behaald met mijnpilote, An Vannieuwenhuyse, met een 6de plaats tijdens eenEuropabekerwedstrijd in La Plagne, Frankrijk. Samen met eenandere remster werd mijn pilote vorig weekend nog derde ophet WK Junioren in Altenberg.

WELKE DOELEN STEL JE JEZELF VOOR DE KOMENDE JAREN?

Nel: Ik wil mezelf de komende jaren vooral zo goed mogelijkverbeteren. Ik weet dat ik nog veel vooruitgang kan boeken ophet gebied van kracht en techniek, dus daar ga ik mij dezezomer het meeste op focussen. Annelies: Ik zou natuurlijk graag deelnemen aan de OlympischeSpelen, maar die zijn nog veraf. Het doel voor dit jaar was eenmooi resultaat behalen op het WK in Winterberg (26-28/02/2015).Daarna zullen we verder zien hoe het loopt. Momenteel is het nogdrie jaar tot wanneer de volgende Spelen worden georganiseerd.Er kan nog veel voorvallen op fysiek en mentaal vlak. Maar hetdoel van een topsporter is steeds om de voorgaande prestatieste verbeteren. Elfje en Hanna slaagden er in om in Sochi 2014een zesde plaats te behalen. Het zou een mooie prestatie zijn om dit resultaat te kunnen benaderen of te verbeteren. Maar veel is natuurlijk ook afhankelijk van de concurrentie.

HOE VOELT HET OM IN EEN BOBSLEE TE ZITTEN?KUN JE BESCHRIJVEN WAT VOOR EEN GEVOEL HET GEEFT OM EEN BOBSLEEBAAN AF TE SUIZENAAN 140 KM/U?

Annelies: Het gevoel kan met niets vergeleken worden. Velen vragen of het gelijkaardig is aan een attractie in een pret -park, maar het lijkt daar in de verste verte niet op. Je krijgtzoveel G-krachten op je lichaam, die je nergens anders kan na -bootsen. Daarbij komt eveneens kijken dat je veel klappen krijgt.

WELKE TEAMLID HEEFT HET MEESTE STRESSTIJDENS DE WEDSTRIJD: DE REMSTER OF DE STUURVROUW?

Annelies: Als remster bestaat je taak er in de bob in bewegingte brengen en op het einde de bob te stoppen door te remmen.Als piloot heb je veel meer verantwoordelijkheid aangezien je detaak hebt de slee op vier ijzers beneden te brengen. Nel: Ikzelf heb stress omdat ik steeds het beste van mezelf wilgeven. Maar dit is gezonde stress, die er voor zorgt dat je netdat tikkeltje sneller kan lopen en de slee vooruit kan duwen. Als piloot denk je aan de start zowel aan het lopen, als aan debob snel naar de finish te laten glijden.

Sophie Vercruyssen en Nel Paulissen

Students@FEB

6

MOET JE GEEN BLIND VERTROUWEN HEBBEN IN ELKAAR?

Annelies: Als remmer zie je niets. Je springt in de slee, en dan geefje je lot in handen van je piloot. Vertrouwen is dus zeker een must.

WAAROM BEN JE AAN DE FEB BEGINNEN STUDEREN?

Nel: Ik heb voor de FEB gekozen voor de kwaliteit van deopleidingen. De richting TEW sprak mij het meeste aan omdathet een erg brede studierichting is. Ook de combinatie vaneconomie en de gedragswetenschappen interesseert mij enorm.De grote keuzemogelijkheden binnen deze opleiding vormdenvoor mij ook een groot pluspunt.Annelies: Na mijn middelbaar had ik geen idee wat ik verderwou studeren. Ik had Economie-Wiskunde gestudeerd, maar wasook erg geïnteresseerd in sport. Maar omdat de wetenschappelijkevakken mij niet echt lagen in mijn voor bereiding, was dit al sneluitgesloten. Ik heb lang getwijfeld tussen TEW en Handels -wetenschappen. Maar omdat ik veel met sport bezig was, hebik gekozen voor Handels wetenschappen, omdat dat deze richtingiets praktischer gericht was.

BEN JE AAN DE FEB ONMIDDELLIJK BEGINNENSTUDEREN ONDER EEN TOPSPORTSTATUUT?

Annelies: Ik ben pas begonnen met bobsleeën in 2013.Doordat deze sport zich voornamelijk in het buitenland afspeelt,had ik nood aan een topsportstatuut. Ik kon hierdoor namelijkveel lessen in het eerste semester niet volgen. Nel: Ik heb dit jaar direct een topsportstatuut gekregen dus ikheb meteen de kans gekregen om mijn sport en mijn studieszo optimaal mogelijk te combineren.

ZIJN ER BEPAALDE ZAKEN DIE JE EXTRA MOEILIJKVINDT IN DIE COMBINATIE TOPSPORT-STUDEREN?

Annelies: Doordat bobslee niet kan uitgeoefend worden inBelgië, ben je verplicht in het buitenland te trainen en wedstrijdenaf te werken. Het seizoen speelt zich af tussen oktober enfebruari. Hierdoor heb ik veel van het eerste semester moetenmissen, inclusief examens. Nel: De combinatie topstopsport-studeren is zeker niet altijdgemakkelijk. Ik train bijvoorbeeld bijna elke dag en ik moet ditcombineren met mijn lessen en examens. Het is een vrij drukleven en er komen heel wat planningen bij kijken, maar datneem ik er graag bij.

EN ZIJN ER OOK VOORDELEN?

Annelies: Je moet jezelf verplichten te plannen. Als je niet plantop voorhand, dan loopt het hele jaar in de soep. Nel: Het grootste voordeel van mijn topsportstatuut vind ik dat ikde kans krijg om alles zo goed mogelijk te combineren. Zo kanik mijn examens op een ander moment maken, omdat ik tijdensde examenperiode van januari in het buitenland zit. Ook leer ikom planningen te maken, wat later ook nog van pas kan komen.

BEN JE ACTIEF IN HET STUDENTENLEVEN? OF HEB JE HIERVOOR ECHT GEEN TIJD?

Annelies: Daar heb ik weinig tijd voor. Tijdens het seizoen bevindik me amper in België. Tijdens het off-season hou ik me voornamelijkbezig met trainen. En daarmee komt het school werk ook nog kijken.Nel: Tijdens het eerste semester ben ik niet echt actief geweestin het studentenleven. Door mijn trainingen en doordat ik eenpaar weken in het buitenland heb doorgebracht, had ik hier nietecht de tijd voor. Ons seizoen is bijna gedaan, dus ik hoop dat ikin het tweede semester wel kan deelnemen aan enkele activiteiten.

GA JE WANNEER JE AFGESTUDEERD BENT EERSTALLES NOG OP JE BOBSLEECARRIÈRE ZETTEN?

Annelies: In juni zal ik normaal gezien mijn masterdiplomahalen. Maar ik zal inderdaad eerst proberen alles uit mijn sport -carrière te halen.Nel: Als dit mogelijk zou zijn, heel graag! Ik zit nu nog maar inmijn eerste jaar, en de komende jaren kan er nog erg veelgebeuren, maar indien ik de kans krijg om mij na mijn studiesvolledig op mijn sport te concentreren, zal ik deze zeker grijpen.

EN WELKE RICHTING ZIE JE JEZELF INGAAN NA JE SPORTCARRIÈRE?

Annelies: Het voordeel van een diploma Handels wetenschappenis dat je een brede opleiding hebt gehad en nog veel richtingenkan uitgaan. De toekomst ziet er voor mij nog redelijk onduidelijkuit. Maar ik kan nog veel richtingen uit. Nel: Ik ben er nog niet helemaal uit wat ik na mijn sportcarrièrewil doen. Ik zou graag op de één of andere manier nog bezigwillen zijn met sport, dus een combinatie van mijn economischeopleiding met sport, zoals bijvoorbeeld sportmanagment, zegt me wel iets.

ALLEBEI ENORM VEEL SUCCES GEWENST !

Valérie Molly & Michael Boelaert

STEUN NEL

Sinds dit jaar ben ik lid van het Belgische bobsleeteamde Belgian Bullets. Het voorbije seizoen hebben wedeel genomen aan verschillende europacup- enworldcup wedstrijden, met als voorlopig hoogtepunteen derde plaats op het juniorenwereldkampioenschapin Altenberg. Samen met het hele team en mede dankzijde steun van de Belgische bobsleefederatie, metHanna Mariën als voorzitster, willen we ons verderontwikkelen en werken we toe naar een selectie voorde Olympische winterspelen van 2018 en 2022.

Bobslee is een dure sport, daarom zijn we steeds opzoek naar bedrijven die ons willen steunen doormiddel van sponsoring. Door jullie steun kunnen wijons verder ontplooien en zorgen wij ervoor dat julliebedrijf op een positieve manier in beeld komt via denationale pers en op verschillende sociale media.

Indien jullie een samenwerking zien zitten en willenmeewerken aan het schrijven van een stukje sport -geschiedenis bespreek ik graag elk voorstel met jullie.

U kan mij altijd contacteren via volgend emailadres:[email protected] of via mijn facebookpagina ‘Help Nelslide to the top’ www.facebook.com/helpnel

7

Een kleine 200 kilometer ten noorden van Santiago de Chile ligtde kleine baden studentenstad, Viña del Mar. Op vele vlakkenis de stad het tegenovergestelde van zijn – recent tot UNESCOwerelderfgoed uitgeroepen – buur Valparaíso. Viña del Mar heeftnamelijk een erg moderne infrastructuur terwijl Valpo – zoals delokale bevolking zegt – een veel oudere stad is waarvan huizensneller bijkomen dan wegen. Het is mede door de slechtebereikbaarheid tot de armere buurten van Valparaíso dat debrand vorig jaar een groot deel van de stad platlegde. Ikherinner me dat ik in april vol spanning de nieuwsupdates inChile volgde. De brand verspreidde zich zo snel dat ik bang wasdat de gaststad voor mijn ‘semester abroad’ in de vlammen zouopgaan. Gelukkig gebeurde dit niet en beleefde ik een enormtof semester aan de Universidad Adolfo Ibáñez.

Als mensen me vooraf vroegen waarom ik in godsnaam naarChile ging, had ik niet direct een antwoord klaar. Op voorhandwist ik niets over het continent en misschien is het dat onbekendedat me lonkte. Ik heb eindelijk mijn antwoord klaar: Chile is deperfecte uitvalsbasis voor een avontuurlijke student die de wereldwil ontdekken.

Aangezien het land zo uitgestrekt is, heeft het bijna elkemogelijke vorm van vegetatie. Must-See’s zijn de salars in deAtacama woestijn, Torres del Paine (het nationaal park in ChileensPatagonië), het beklimmen van een vulkaan in Pucon,… Als jede prachtige landschappen in Chile beu bent – wat behoorlijkonwaarschijnlijk is – steek je gerust even de grens over om inArgentinië de chorizo-steaks te proberen. De luchthaven vanSantiago is één van de grootste in Zuid-Amerika en de vluchtenverbinden praktisch het volledige continent met elkaar. Een reisjenaar La Paz – de hoogste hoofdstad ter wereld – of het beklimmenvan Huayna Picchu zijn heus niet uit de lucht gegrepen.

Maar er moest ook nog gestudeerd worden! Dat besefte ikmaar al te goed. Ik heb vele uren gespendeerd in de prachtigebibliotheek van UAI.

Voor de geïnteresseerden: de recente economische geschiedenisvan Chile en Latijns-Amerika in het algemeen is enorm fascinerend.Productief waren die uren niet altijd, aangezien een groot venstereen panoramisch uitzicht op de stad verschafte. Al zijn deofficiële talen in Chile Mapudungun en Spaans, toch wordt ereen meer hybride taaltje gesproken. Het heet Chileno en komtneer op Castillano met een vreemd accent en een hele hoop‘Chilenismos’. Schrik niet als u – ook al spreekt u vloeiendSpaans – wat moeite hebt om Chilenen te verstaan. Om u aleen beetje op weg te helpen in het Chileno, voegde ik eenwoordenlijst bij dit artikel.

Woordenlijst:• Weon: Dit woord betekent in principe niets. Afhangend van

de context wordt het gebruikt als scheldwoord of gewoon alsaanspreking. Het is een beetje vergelijkbaar met het West-Vlaamse ‘Kèeerel’ en wordt gemiddeld één keer per tweezinnen gebruikt.

• Carrete: Fiesta. Feestje. ‘Vamos a carretear en Valpo, weon!’• Caña: Kater. Dit woord wordt vaak gebruikt in combinatie

met ‘terremoto’. Een typisch Chileens drankje op basis vangoedkope witte wijn, – oftewel Chateau Migraine – grenadineen roomijs.

Ik heb een geweldige tijd beleefd in Chile, op studie- en andervlak en kan de ervaring om in het buitenland te gaan studerenzeker aan iedereen aanraden!

Simon De Roo

ONTDEK DE WERELD @ FEB

De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen heeft het meest omvangrijke internationale uit wisselings programma in Vlaanderen. Naast hetErasmus-programma binnen Europa, heeft FEB ook uit -wisselings akkoorden met top universiteiten en businessschools over de hele wereld. Dankzij dit uitwisselings -programma kunnen FEB-studenten aan een buiten landseuniversiteit studeren, een fantastische en unieke ervaring!

Student in het buitenland

Students@FEB

COULD YOU INTRODUCE YOURSELF?

My name is Adea and I’m from Canada. I was raised in the hometown of Mississauga, Ontario, roughly a 20 minutedrive from Toronto. I’m a third year student studyingCommerce from Queen’s University located in Kingston,Ontario and currently enrolled in the Business and EconomicsProgramme at KU Leuven.

WHY DID YOU CHOOSE KU LEUVEN?

KU Leuven was my first choice when I was deciding where I wanted to study abroad. I was super excited to finally be ableto live in a country that never makes headline news in Canada.I chose Belgium because I wanted to learn more about thecountry’s culture and the people. One of the other main reasonsI chose Belgium was because of how central it is compared tothe rest of Europe. I suppose that it’s difficult to understand theimportance of this when you’re an EU citizen, but as aCanadian, you take a 2 hour plane ride and not only are you stillin the same country, you might still be in the same province.Here, you take a 2 hour plane ride and you find yourself in a completely new place – like Majorca – surrounded with adifferent language, culture and climate.

I chose Leuven specifically because of the university town feelthat my friends who had gone on exchange here had ravedabout. It is just that – a picturesque and lively university townwhere something is always going on – except on the weekendswhen the student go back home. The size of Leuven is perfect– it’s not too big and you’re constantly running into friends fromclass at the main shopping street or at the grocery store. You’llquickly become best friends with your local doner kebap maker.

HOW WAS YOUR ARRIVAL IN BELGIUM?

Arriving in Belgium was very welcoming. I remember firstcoming out of the Leuven train station and needing to go to‘Sedes’, our residence located on the Naamsestraat. At thetime, it seemed liked the most difficult and furthest place thatwe had to get to. As another exchange student and I looked ata map, we were constantly offered help by Belgians walking by.This was extremely sweet of them and if it wasn’t for theirguidance, we would have walked around in circles with oursuitcases the whole day. The great thing is that once you getfamiliar with Leuven – which takes a whole two hours - youquickly realize that nothing in Leuven is considered ‘far away’.

WHAT WAS YOUR FIRST IMPRESSION ABOUT LEUVEN?

My first impression was that everyone in Leuven, and Belgiumin general, are very relaxed. This is a great change from Torontoas people are always hurrying to and from work or school. It’s easy to forget to do things that you enjoy when you’reconstantly surrounded by so much commotion. Belgium ismore lifestyle oriented and this is great because it gives you the opportunity to slow down and really enjoy your day.

WAS IT DIFFICULT TO ADAPT?

In the beginning, when you’re completely out of your comfortzone because you don’t know anyone and are not sure whereto go to get groceries, you think you will never adapt. Howeveryou soon realize that students in one part of the globe are thesame as they are in another – they’re human. Leuven was notvery difficult to adapt to because of the many similarities betweenBelgium and Canada.

Each edition of ECONnect, we talk to FEB students who have just experienced life

and study abroad, on FEB’s exchange programme. This edition however, we talk

to an international visitor who came to FEB on exchange; FEB through the eyes

of one of our international guests.

A different perspective Discover the world @ FEB

Queen’s University is one of Canada’s top universities and one of FEB’s prestigious exchangedestinations. Every year, students from Queen’s take classes at FEB, and FEB students go to Canadaand follow classes at Queen’s. FEB has a vast exchange network with top universities and businessschools, both within Europe and overseas. Not only does this create unique opportunities for FEBstudents to go abroad during their study, it also leads to a vibrant Internationalisation@Home, withinternational students becoming part of our classes and our campuses.

8

9

Lieve Smets, the exchange and Erasmus coordinator at FEB,is super sweet and extremely helpful during the whole process,so you never need to worry about anything.

WHAT IS YOUR FAVORITE THING AT FEB/KULEUVEN/LEUVEN/BELGIUM?

I think I speak for all my friends when I say that my favorite placeis The Oude Markt - the longest bar in the world. It’s full of lifeand the place where you can still find students singing andbands playing late into the night. The forty some cafés on onesquare ensure that the students and locals never go thirsty.

WHAT STILL STRIKES YOU AS ODD ABOUT FEB/KU LEUVEN/LEUVEN/BELGIUM?

One of the things that strikes me as odd, and I’m sure this is acommon theme, is how the Manneken Pis in Brussels becamethe city’s most popular landmark. Aside from that, I also find theamount of diversity you get when you travel outside of Leuvenvery interesting. Visiting the bigger cities like Antwerp andBrussels reminded me or Toronto with the vast array ofimmigrants and different cultures.

WHAT WILL YOU MISS THE MOST GOING HOME?

There are plenty of things that I will miss from Leuven andBelgium from the late night doner kebaps to celebratingSinterklaas. Out of all of these things, I will miss most the friendsthat I have met here at KU Leuven – most of them coming froma plethora of different countries and carry with them the mostinteresting of stories.

WHAT ARE YOU LOOKING FORWARD TO THE MOSTGOING BACK?

Going back to Canada, I am super excited to see my friendsand family. It’s always nice to go back home when you’ve beentraveling for a while.

DO YOU HAVE ANY TIPS FOR OTHERINTERNATIONAL STUDENTS ON EXCHANGE?

The biggest tips that I would have for other internationalstudents on exchange is that patience is important and thatlistening to opinions you don’t agree with is great because itteaches you to embrace different possibilities, opportunities,people, suggestions and interests.

Wake up early – on days when you haven’t gone to bed at 5AM.

Break out of your comfort zone and challenge yourself to trythings that normally give you anxiety. The more you do this, themore that anxiety will fade away. Not a hiker? Go on more hikes.Have trouble talking to strangers? Talk to everyone. Scared ofweird food? Eat the weirdest thing you can find – start with theBelgian dish: frites and mayonnaise!

Finally, learn to laugh at yourself if you don’t already know howto do it. I can assure you that you will look like a fool more thanonce in your travels. Rather than get embarrassed, learn toembrace it and realize that everything is what you make of it.

Thank you for this interview and Happy Holidays!

Loes Diricks

“I love the courses that I amtaking at KU Leuven andtheir respective professors.It’s common to hear thatwhen you go on exchangeyou won’t learn very muchsince you’ll be busy travelingand what not, however Ibelieve I have learned moreabout the world and aboutbusiness during my 4 monthshere at KU Leuven than I have in the last 3 years of university.”

Students@FEB

10

WAT IS AFC PRECIES?

Academics for companies of kortweg AFC Leuven is een non-profit studentenorganisatie, die is opgericht in 2007 met als doeleen leemte op te vullen in de ontwikkeling van de student. Het aspect waarbij de student kan werken aan zijn professionelevaardigheden naast zijn academische carrière was toen immersonontgonnen terrein. Ondertussen heeft AFC daar reeds mooiestappen in gezet, en biedt AFC een boeiend opleidingstrajectaan studenten die later als ondernemer of werknemer debedrijfs wereld willen instappen. De activiteiten en opleidingendie AFC aanbiedt, worden verdeeld onder 3 pijlers: StudentConsulting, Skill Development en Entrepreneurship.

100STE PROJECT BIJ STUDENT CONSULTING

De Student Consulting pijler geeft studenten de kans om mee tewerken aan een relevant bedrijfsproject en zo ervaring op te doenin de echte bedrijfswereld. AFC stelt teams samen van 4-talgemotiveerde studenten die gedurende 10 weken aan eeninteressante opdracht voor een bedrijf werken. Deze studentenhebben steeds een gezonde interesse in economie en komen vanverschillende faculteiten binnen de KU Leuven zoals de faculteitEconomie en Bedrijfswetenschappen, Ingenieurs wetenschappen,Rechtsgeleerdheid, Psychologie, Geneeskunde,… Alle projectenstaan permanent onder het toeziend oog van ervaren professioneleen academische begeleiders.

Dit jaar bereikt de Student Consulting pijler echter een mijlpaalin zijn bestaan. Aan het einde van het tweede semester van hetacademiejaar 2014-2015 zal AFC het 100ste student consultingproject mogen afvinken. Deze heuglijke gebeurtenis en zal nietonopgemerkt voorbijgaan: “We merken dat de student consultingformule een meerwaarde biedt zowel voor de bedrijven als voorde studenten. Om die reden zullen wij dit jaar een fles ontkurkenom het succes te vieren en streven we ernaar om in de toekomstnog meer en nog betere projecten in het aanbod te kunnenopnemen. Op naar de 200! “, aldus voorzitter Joran Liessens.

100 projecten op 8 jaar, dat is al een hele prestatie. De projectenkwamen van verschillende bedrijven, zoals u hieronder op de tijdlijn kan zien, en omvatten verschillende domeinen. Zo had jeprojecten rond de thema’s Finance & Accountancy, Marketing &Marketing Research, Strategie & Innovatie, Productie & Logistiek,Organisatie & HRM, Juridictie, Engeneering en IT.

Op dinsdag 17 februari vond het info-event van het tweedesemester plaats en stelde het Student Consulting team deprojecten van dit semester voor. In totaal biedt AFC dit semester12 projecten aan, in samenwerking met Medialaan, DeschachtPlastics, Athlon Car Lease, Federale verzekeringen, ToyotaBoshoku, Club Brugge, Colruyt Group, Cummins, GDF Suez,Crossbridge en BenSBugS. De inschrijvingen zijn ondertussenafgelopen en de nieuwe teams zijn enthousiast gestart aan hunnieuwe cases. Het is nu afwachten welke van deze projectenhet 100ste afgewerkte Student Consulting project zal worden!

Afstuderen met goede punten is lang niet meer genoeg om je te onderscheiden

op de arbeidsmarkt. Bedrijven zoeken studenten met extra skills en al relevante

ervaring. AFC biedt de mogelijkheid aan de studenten om deze te verwerven.

8 jaar na de oprichting lijkt AFC hier erg succesvol in te zijn: dit jaar start een

team van AFC-leden het 100ste consulting project.

Academics For Companiessee/seize the opportunity

11

OOK DE ANDERE PIJLERS GROEIEN MEE

Niet alleen de Student Consulting pijler doet het goed, ook deandere twee pijlers, nl. Skill Development en Entrepreneurshipdeden het goed vorig semester. Meer en meer studentenkennen AFC en willen deelnemen aan een van de projecten ofworkshops. Dit resulteerde in een record aantal inschrijvingenvoor de tracks bij Skill Development. Ook Entrepreneurshipkwam met nieuwigheden op de proppen: in samenwerking metVisiwa organiseerde ze GEWoon Doen!, een ideeën-competitienaar aanleiding van de Global Entrepreneurship Week van 17november tot 23 november. Hieraan namen een 20-tal teamsdeel, waar 5 finalisten uit gekozen werden.

Ook in diversiteit is AFC dit jaar erg gegroeid. Naast studentenvan de faculteit economie en bedrijfswetenschappen, rechtenen burgerlijk ingenieurs verwelkomen, mochten we ookstudenten van de faculteit sociale wetenschappen, bio-ingenieurs,geneeskunde en psychologie verwelkomen. Steeds meer vindenstudenten van alle richtingen hun weg naar AFC, iets wat AFCalleen maar kan aanmoedigen!

ENKELE BEDRIJVEN AAN HET WOORD

RUDI VERHEYDENCEO NATURAL POWER SYSTEMS

“De studenten van AFC zijn zeer enthousiaste encreatieve personen die uitstekend met bedrijfsprojectenomgaan. Zij hebben een zeer hoog staand resultaatafgeleverd, mede dankzij hun sterke technische eneconomische bagage die ze mee kregen uit hununiversitaire studies. Voor een volgende studie weet ikzeker bij welke mensen ik terecht kan!”

GEERT ANTONSEN, CATEGORY MANAGER COCA COLAENTERPRISES BELGIUM

“Onze samenwerking met de AFC studenten verliep vlot.Wij zijn tevreden met het resultaat van het project en kijkenintern verder hoe we de aan bevelingen kunnen integrerenin onze commerciële plannen. Het was ook een verrijkingvoor de studenten zelf. Zeker voor herhaling vatbaar!”

INTERESSE IN EEN PROJECT MET AFC?

Neem dan zeker vrijblijvend met ons contact [email protected] of bezoek onze websitewww.afcleuven.be

12

Start van een nieuwAFC-semesterNaar goede gewoonte startte het 2e semester voor deLeuvense studenten met het info-event van AFC op 17 februariin de Universiteitshallen. Dit semester werd het info-eventingeleid door de ‘What if you could create your own success’-campagne. AFC gelooft er namelijk in dat je zelf je succes kanbepalen, als je maar gemotiveerd bent. De campagne ging vanstart met enkele leuke ‘wat als..?’ filmpjes op de sociale media.Deze filmpjes toonden de studenten hoe anders hun toekomstkan zijn als ze de kansen grijpen die AFC hen aanbiedt (zie deAFC-facebook pagina voor de filmpjes).

Dat de Leuvense student aan -getrokken wordt door eenorganisatie die voor hen een brugslaat tussen het studenten levenen het professionele leven, werdnog maar eens bewezen doorde hoge opkomst. Maar liefst400 studenten kwamen luisterennaar het nieuwe aan bod vanAFC. Zoals eerder vermeld,biedt de Student Consultingpijler dit semester 12 projectenaan met enkele grote namen

zoals Medialaan en Club Brugge. De Skill Development pijlerheeft dit semester naast enkele losse workshops, 3 tracks inthema-vorm in aanbieding: ‘Effective Business’, ‘I Am A Brand’en ‘Be A Consultant’. Daarnaastfocust Entrepreneur ship zich op 2grote evenementen: de Clean -Tech Challenge (Kick-off start op25 februari) en het Student StartupForum op 25 maart. De avondwerd afgesloten met een receptiewaarop de studenten en AFC’ersgezellig konden napraten enkonden proosten op een nieuw,leerrijk AFC-semester.

Wil je meer weten over het aanbod van AFC? Bezoek dan zekeronze website: www.afcleuven.be

Laura Decremer

UTILE: BAIN & COMPANY, ABINBEV AND MORE

Overdag bezochten we met de groep enkele multinationalsgevestigd in New York. Onder andere Bain & Company, JPMorgan, Deloitte en ABinbev stonden op het programma. De studenten kregen telkens een rondleiding in het bedrijf ende interne werking en selectieprocedures werden uit de doekengedaan. Sommige ondernemingen hadden leuke extra’stoegevoegd aan hun rondleidingen. Zo was er een impressionantzicht op de New York Skyline bij Bain & Company en kregenwe elk een biertje of 2 aangeboden na het bezoek aan ABinbev.

De presentaties boden de mogelijkheid aan de studenten omniet enkel vragen te stellen over het bedrijfsleven en decorporate culture, maar ook over wat het voor hen was om inNew York te leven. De werknemers die het bedrijf voorsteldenwaren vaak zelf Belgen die aan de KU Leuven studeerden. Ze vertelden hoe het was om in New York te geraken en bodensoms tips en tricks over hoe je succes kan boeken in “The States”.

DULCI: 9/11 MEMORIAL, BROADWAY EN LIMOUSINES

Naast de bedrijfsbezoeken konden de studenten natuurlijk ookde stad verkennen. 9/11 Memorial was een van de hoogte -punten. Iedereen was onder de indruk van het aangrijpendemuseum waar je makkelijk 3 uur rond kan slenteren. Het museumbestond uit twee verdiepingen. Beneden was er een expositiedie je pre-9/11, 9/11 en post-9/11 toonde. Daarnaast kon watkunst ook niet ontbreken: we bezochten zo het Museum ofModern Arts waar je kon wegdromen tussen een afwisselingvan hedendaagse en oudere kunst.

Ekonomika bood ook de Broadway musical Matilda aan. Dezeshow was anders dan al hetgene de studenten ooit al haddengezien. Het was van begin tot eind een echt spektakel. De acteurshadden stuk voor stuk een zangstem om ‘u’ tegen te zeggen.

Tot slot kon een echte New York clubnight natuurlijk nietontbreken aan onze reis. De laatste avond vertrokken we metde limousine van de hostel naar de club. Daar kregen destudenten de kans om het einde van een geweldige week tevieren onder de beats van enkele ‘local’ DJs. De volgende dagopstaan om de koffers te maken was geen pretje aangezien ertot de vroege uurtjes doorgefeest werd.

Kortom, het was een buitengewone week waar studenteneindelijk van hun ‘American Dream’ konden genieten!

Dziubi Steenbergen

13

Op 31 januari vertrok Ekonomika voor een week naar ‘the city that never sleeps’:

New York! We deden dit op typische Ekonomika-wijze volgens de leuze “Utile Dulci”.

Overdag stond Utile centraal en ’s avonds werden enkele Dulci-activiteiten

georganiseerd. Een perfecte mix dus voor een indrukwekkende lesvrije week!

New York reis

Students@FEB

14

OPENING DULCIDe verhuis en opening van de nieuwe Dulci is weinigenontgaan bij de start van het tweede semester. Vijf jaarlang kon de Leuvense student vertoeven in onze geliefdefakbar in de Tiensestraat, maar vanaf nu vinden defeestjes plaats in de Naamsestraat. De ‘Grand Opening’was een groots succes dankzij de talrijke promo’s enbekende namen achter de draaitafels, zoals onder andereGunther D. Niet alleen de economie student maar ookvele studenten van andere faculteiten kwamen de sfeeropsnuiven in de oude Montréal. Aan de vele positievereacties te horen, heeft de heropening alvast eenfantastische start gekend.

Deze beslissing ging natuurlijk niet over één nacht ijs. Er werd al een tijdje gezocht naar een nieuwe locatie om enerzijds de geluidsoverlast in de Tiensestraat teverminderen en anderzijds een groter pand terbeschikking te hebben. Ook Nick ‘de studentenflik’ juicht deze verhuis toe omwille van het feit dat er buiten de oude Dulci nog drie andere fakbars in de Tiensestraat gevestigd zijn.

Alhoewel in de Montréal vooral fuiven georganiseerdwerden, is dit helemaal niet de bedoeling voor Dulci. Het is en blijft een bar voor en door studenten: destudentenkaartregel blijft gelden en de prijzen zijn nogsteeds democratisch. De uitbaters van de cafés op deOude Markt zien deze lagere prijzen echter niet als eenslecht teken, integendeel, ze hopen net op meer jeugdigefeestvierders. Ook het American College concept, datsinds vorig jaar werd ingevoerd, blijft duidelijk aanwezig.

Dat de nieuwe Dulci een meerwaarde is in het uitgaans -leven van de Leuvense student staat vast. Wij kijkenalvast uit naar wat de komende weken en jaren met zich meebrengen maar één ding blijft zeker gelden:

There’s only one way of life and that’s Dulci!

Josephine Verschoore

15

"But Sagio.be, what exactly is that?" In short, Sagio.be is a non-profit organization made for and run by students, which try tomatch tutors with students through an online platform. It wascreated for students that need something more or somethingdifferent in order to complete their studies. By doing this wecontinue building on the already beautiful and good initiativesof the faculties at the University of Leuven. With this wedeliberately rely on fair rates where the money goes where itbelongs: to the students. For example, one of the first newdevelopments in our IT-platform this year, is that a student nowreceive first a tutor before paying. In the past, Sagio.be’sbusiness plan was that the student needs to pay before he/shereceived a tutor from the IT-platform.

Thanks to the support of the faculty of economics and business,Sagio.be was able to grow and redevelop. For example, twostudents Business Engineering in Management InformationSystems are helping Sagio.be, through their thesis, to develop anew website. Ekonomika Alumni is one of our founding fathers anddeserves a special place in the organization of Sagio.be. CurrentlyLudovic Deprez is one of the members of the Board of Directors

Earlier I spoke about values and I can only speak for everySagio.be enthusiast when I tell you that it is precisely thesevalues that make us so excited.

QUALITY. FLEXIBILITY. TRANSPARENCE

Quality will remain a large pillar in the coming year, becauseeach student who enrolls for any form of education is entitledto that quality.

Our workshops build on this and not only offer our tutors help intutoring, but also offer lessons for further professional and evenpersonal challenges. Flexibility is an ongoing process. Sagio.becan rely on a unique and customized IT platform that bringsstudents and tutors together in the most discreet and directmanner. Every year, our IT-platform develop to become moreefficient and effective.

It is however transparent why I openly speak to you now. Wewant to clearly communicate about our motives and about whowe are. Sagio.be is a non-profit organization, which provide aservice for a lower price (up to 40%) and a higher compensation(up to 20%)

Sagio.be is not only a 'what', but also a 'who'. Behind Sagio.beis a dynamic team of students from various faculties at theUniversity of Leuven. Each with their own reasons to be here,but all of these reasons are based on interest, motivation,responsibility and eagerness to learn. In addition, Mathias (HR)and Jona (IT), students industrial engineer and electricalengineer: computer science, will join our team by supportingour tutors and students in two different, but complementaryareas: human resources and the IT platform. Jonah (legal) willcommit to Sagio.be with his law degree as his specializedbackground. Also Sophie (marketing) is studying at the lawfaculty. Finally, our board also has a share in three majorprograms at the Faculty of Economics and Business: AppliedEconomic Sciences, Business Engineering and BusinessEngineering in Management Information Systems with Christof(vice president), Janne (HR), Wouter (marketing), Sophie(finance), Lieselotte (HR), Michiel (PR) and Joris. These studentsshow that every person, regardless of his or her studies, canundertake something if they have the right motivation.

I have faith in the team that stands before me. Together we havethe ability to allow Sagio.be to grow even further and to sharethis beautiful experience. Sagio.be started out four years agoas a fascinating project and since then it hasn’t slowed down.With the fourth management team we will pick up the paceeven further and allow Sagio.be to grow according to its vision.

Joris Geens, President Sagio.be VZW 2014-2015

The torch has been passed and the

flame is already burning intensely.

On July 1, the new board of Sagio.be

received a beautiful legacy of the past

years. A growing organization with its

values and vision in the right place.

It is those values that we take with us

and that we apply in our policy.

Are you enthusiastic as well? More information aboutSagio.be can be found on www.sagio.be or by sendingan email to [email protected]! We’re always looking forteam members and ambassadors!

Looking for an interesting additional income? Or lookingfor quality tutoring? Register on www.sagio.be!

Students@FEB

16

Ekonomika’s skireis

Vanaf het moment dat we uit de bus stapten in Les Arcs, washet wauw-effect alompresent. Na even te zijn bekomen vanzoveel moois, konden we ons eindelijk installeren in onsgezellig nestje. Veel tijd om uit te pakken was er niet, wantclub 73 was al in vorm om de bevrijde economiestudent teontvangen, zodat we onze examenstress er konden uitswingen.

De volgende dag waren mijn beentjes al aan het trillen: nietalleen van de koude, maar zeker ook van de nakende eersteski-ervaring. Vallen en opstaan was schering en inslag. Echterna een broodje, dat wel niet kon tippen aan de kwaliteit vaneentje uit de Ekobar, kon ik er weer tegenaan en vloog ik opde latten. Wanneer ik dan op het einde van de dag mijnvrienden zag, die al 753 kilometer piste meer hadden geskied,genoten we samen van een vin chaud op de après-skigeorganiseerd door Snowblend.

Gelukkig was dit niet het enige vertier dat ons voorgeschoteldwerd: elke avond toverde Snowblend weer een ongelofelijkfeest uit zijn hoed. Van een fluo party tot een zomers feest inde koude bergen. De pret kon niet op. Ook Ekonomikaverwende zijn economisten en vrienden met gratis vatenen een memorabele duocantus.

Iedereen was het erover eens dat Les Arcs de Place To Ski was:zonnebaden in de diepsneeuw, fotoshoot op de pistes, engenieten van adembenemende uitzichten zoals de zalige zons -ondergang in de bergen. Van de meer gevorderde skiërshoorde ik ook veel lof over het aangrenzende gebied La Plagne.

De laatste dag voelde iedereen het sentiment al opkomen bijhet inpakken van de valiezen. Na deze ervaring ben ik er vanovertuigd dat dit zeker niet mijn laatste skireis van Ekonomikazal zijn. Ik kijk er al naar uit om al die mooie herinneringenterug boven te halen op de après-ski TD van Ekonomikavolgende week!

Sigrid Pauwels

Zes weken lang heeft de examenperiode

ons bloed, zweet en tranen gekost, maar

gelukkig zagen we uiteindelijk het licht

aan het einde van de tunnel en brak de

sneeuwrijke lesvrije week aan. Vrijdag

31 januari stapten we meteen op de bus

na het kleuren van de laatste antwoord -

mogelijkheid van ons examen economie.

De skireis van Ekonomika beloofde een

spetterende vakantie te worden. Men zegt

“sleep is for the weak”; want slapen is het

enige werkwoord dat niet aan bod kwam

op deze eclectische trip.

17

Playing the game or changing the game

tle black anged fashion

www.pwc.be

At PwC, we focus on three things: audit, tax and consulting. But we don’t think ‘off-the-shelf’ products and services are the way to go. How we use our knowledge and experience depends on what you want to achieve.

So we’ll start by getting to know you. You do the talking, we’ll do the listening. What you tell us will shape how we use our network of 195,000 people around the world – and their connections, contacts and expertise – to help you create the value you’re looking for.

We’re ready to help you change the game.

Coco’s little black dress changed women’s fashion in 1926

Move forward

Ik was geïnteresseerd in economie en politiek. Hoe een maatregelvan de beleidsmakers de sociaaleconomische context van onsland kan hertekenen, het juridisch kader waarbinnen men handelt,de historische context van beslissingen, al deze zaken vond ik hetonderzoeken waard. De bachelor in de economische weten -schappen laat je vanaf jaar 1 voldoende ruimte om je programmaaan te vullen met keuze vakken die je interesseren. Zo kan je jefocussen op economisch onderzoek, recht, overheids beleid,internationale en vergelijkende politiek, economische geschiedenis,etc. De keuzeruimte die men biedt en de specialisatie vanaf jaar 1vind ik grote troeven binnen deze opleiding.

KLOPT DE OPLEIDING MET WAT JE ER VAN VERWACHT HAD?

Alhoewel het eerste semester vooral inleidend is, maak je kennismet micro-economie via het vak “Markten en Prijzen”. Dit vakbegint vanaf nul en is dus ook te volgen door mensen zondereen economische vooropleiding. Onderschat het zeker en vastniet! Alhoewel “Markten en Prijzen” als inleidend vak wordtbeschouwd, vormt het een basis waarop je verder bouwt in detoekomst. In het tweede semester ga je verder met macro-economie bij het vak “De Globale Economie”, bestudeer je deevolutie van het begrip economie en haar invulling bij“Economische Geschiedenis” en buig je je over prangendevraagstukken bij het seminarie “Actuele Economische Problemen”.

WAT ZIJN VOLGENS JOU DE STERKTES VAN DE OPLEIDING?

De keuzevrijheid, het internationale karakter en het feit dat wede economie zelf als studieobject aanschouwen, zijn volgens mijde sterktes van de bachelor in de economische wetenschappen.(Bedrijfs)economen zijn nog steeds hoogst noodzakelijke schakelsbinnen onze hedendaagse samenleving en worden zowel doorprivébedrijven als door de verschillende overheden actief aan -geworven. Een diploma aan deze faculteit biedt je zo goed alseen garantie op werk.

WAT STUDEERDE JE IN HET MIDDELBAAR EN HEEFT DIT JE KEUZE BEÏNVLOED?

Ik heb in het vijfde en zesde middelbaar wetenschappen-wiskunde gestudeerd. Ik heb zelf lang getwijfeld tussen debachelor EW en de bachelor HIR, maar mijn voorliefde voor de exacte wetenschappen nam af en de debatten op TV rondde economische hervormingen die op til stonden vond ikinteressanter. Om me verder te kunnen verdiepen in deeconomie op zich heb ik dan gekozen voor de bachelor EW,een keuze waar ik nog steeds achtersta.

WAT IS DE LEUKSTE LES?

Het leukste vak van het eerste semester vond ik “Accountancy”.Voor mij was het de eerste keer dat ik in aanraking kwam met boekhouden.

WAT IS JE MOOISTE MOMENT IN LEUVEN?

Mooie momenten zijn er in Leuven genoeg! De actieve studenten -werking garandeert een tof jaar gevuld met zowel plezierige alsprofessionele events. Maar de mooiste momenten beleef ik opkot; ’s avonds tijdens het eten even bijpraten met mensen uitverschillende opleidingen.

HEB JE NOG TIPS VOOR TWIJFELAARS?

Gewoon doen! Het mag misschien clichéklinken, maar daar komt het eigenlijk welop neer. Ga voor een richting die je zelfinteressant vindt. Op de website van deKU Leuven vind je veel informatie. Printde verschillende programma’s eens uit enkijk per vak eens naar de inhoud, zo wordtduidelijk wat je het meest interesseert.

Jarn Denijs - 1ste studiefase bachelor EW

18

Education@FEB

WaaromEconomische Wetenschappen?

BACHELOR -STUDENTENaan hetwoord

Het tweede semester is gestart, de eerste maanden als

student zijn achter de rug. Tijd om enkele bachelor -

studenten aan het woord te laten voor een korte evaluatie.

Waarom hadden ze indertijd voor de opleiding gekozen?

Beantwoordt ze aan de verwachtingen? Wat is de leukste

les? Jarn, Lore, Jonas, Laura, Hanne en Elien namen de

tijd om hun opleiding door te lichten.Loes Diricks

19

Ik heb voor de opleiding TEW gekozen omdat ze een ruimewaaier aan vakken biedt. De klemtoon ligt uiteraard op heteconomische aspect, maar dit wordt aangevuld met een breedarsenaal aan vakken. Zo krijg je nog steeds wiskunde, maar ooktalen en andere vakken zoals bijvoorbeeld psychologie.Bovendien is TEW ook een richting waar je later nog veel kantenmee op kan.


Het is een boeiende opleiding waarin je veel meer leert danenkel economische termen. Je leert als TEW'er meepraten overde actualiteit. Ten tweede is het een richting die je niet vastpintop één beroep of een specifieke sector, door de vele keuze -mogelijkheden die aanwezig zijn in de bachelor. Ten derde kanje als afgestudeerde TEW'er op vele plaatsen aan de slag enbiedt deze richting een grote werkzekerheid.


Ik studeerde in het middelbaar Latijn-wiskunde. Ik had geenvoorkennis economie, maar heb hier weinig problemen meegehad. Op vlak van wiskunde is een goede basis wel handig inde richting TEW.


De leukste les vind ik “Economisch recht”, een zeerenthousiaste prof!


Mijn mooiste moment in Leuven is het bezoeken van dekerstmarkt na mijn examen Frans. Even met volle teugengenieten van de gezellige sfeer die er in Leuven hangt rond de Kerstperiode.

HEB JE NOG TIPS VOOR DE TWIJFELAARS?

Kijk vooral naar je eigen interesses bij het maken van je keuze.Probeer ook verder te denken dan het eerste jaar doorbijvoorbeeld naar eventuele job mogelijk -heden te kijken. Ik weet dat dit nog heelver weg lijkt, maar de richting die je kiest,zal je carrière voor een deel bepalen. Als je op zoek bent naar een interessanterichting, met tamelijk wat variatie en je weliets hebt met economie, dan is TEW zekeriets voor jou!

Lore Scheyltjens – 1ste studiefase bachelor TEW

Ik heb voor deze opleiding gekozen omdat ik zeer geïnteresseerdben in economie en omdat dit ook in lijn ligt met mijn middelbareopleiding. Ik zou later graag in de bedrijfswereld aan de slaggaan, dus dan is dit de ideale richting.


Voor mij is variatie belangrijk. We bestuderen verschillendeaspecten uit het bedrijfsleven. Recht en psychologie zijn bv. geeneconomische vakken, maar ze komen later wel goed van pas.Voor mij is het ook een sterkte dat het een vrij algemeneopleiding is die een ruime toekomst biedt.


Ik heb eerst 3 jaar wetenschappen gestudeerd, maar na 3 jaarben ik overgestapt naar economie. Economie boeide mijonmiddellijk en ik was zeker dat ik verder wou studeren in dierichting. De leerkrachten hebben me deze richting aangeradenen hier heb ik nog geen seconde spijt van gehad!


Voor mij is de leukste les “Accountancy”, in het middelbaar wasdit ook al mijn lievelingsvak.


De doop bij Ekonomika! Ik had nog nooit een doop gedaan maarachteraf had ik veel voldoening en vond ik het echt wel leuk.


Leuven is de hoogst aangeschrevenuniversiteit van België, dus voor later is ditzeker een pluspunt als je werk gaatzoeken. Als je graag economie doet enlater graag het bedrijfsleven zou ingaan,zorgt TEW voor een zeer goede basis. Je kan ook op Erasmus gaan, zeker eentroef. Ekonomika is ook een zeer goedestudenten vereniging!

Jonas Goossens – 1ste studiefase bachelor TEW

Waarom ToegepasteEconomische Wetenschappen?

20

Education@FEB

De opleiding HIR heeft voor mij een ideaal evenwicht tussenverschillende economische aspecten, de wiskunde enwetenschappelijke vakken. Dat je in je latere fases ook zelf kankiezen waarop je je wil toespitsen, maakte de opleiding nogaantrekkelijker. Je kan er op de arbeidsmarkt ook alle kanten meeuit en zelf kleur geven aan je opleiding, wat ideaal voor mij is!


De opleiding Handelsingenieur is een brede opleiding die deeconomische wetenschap en exacte wetenschappen combineert,waardoor je een heel brede kennis verwerft. Naarmate je vordertin je studieproces kan je zelf beslissen op welke aspecten jedieper wil ingaan zodat je opleiding iets persoonlijks wordt enje dus datgene kan doen wat je het liefst doet.


In het middelbaar studeerde ik Latijn - Wiskunde. Aangezien iknooit een economisch vak had in het middelbaar en nu deopleiding handelsingenieur volg, was dat toch een kleine stapin het ‘onbekende’.


Elke les heeft wel zijn leuke en minder leuke kantjes, die leerje vanzelf wel kennen.


Aangezien ik het middelbaar ook in Leuven volgde, ken ikLeuven ondertussen op mijn duimpje. Eigenlijk heb ik tweemooiste momenten in Leuven: het moment dat je ’s ochtendsdoor Leuven fietst en er nog niet veel beweging is, Leuvendat rustig ontwaakt (al dan niet met een kater :-)), of ’s avondsop een lente-dag vanop de Keizersberg genieten van deondergaande zon.


Volg je hart! Kies niet voor een richtingomdat je beste vriend het doet, omdat jedenkt dat die hoog in aanzien staat ofomdat mensen veronderstellen dat je dierichting gaat volgen. Kies voor de richtingwaarbij jij je het beste voelt. Maar slaagde goede raad van je ouders ook nietzomaar in de wind; ze kennen je vaakbeter dan je denkt.

Elien Devolder - 1ste studiefase bachelor HIR

Ik koos deze opleiding wegens de brede waaier aan mogelijk - heden achteraf. Ik twijfelde erg en deed bijna alles wel vrijgraag, dus was het voor mij essentieel om nog zoveelmogelijk opties binnen bereik te houden. Met een diplomahandels ingenieur kan je nog alle kanten uit en de opleidingop zich is heel veelzijdig.


De veelzijdigheid was voor mij doorslaggevend. Een handels -ingenieur kan een brug slaan tussen theorie en realiteit. We wordeneen brede achtergrondkennis bijgebracht, maar nooit zonderde vermelding van concrete toepassingen.


In het middelbaar studeerde ik Latijn - Wiskunde. We werdenvaak gewezen op het belang van wiskunde, wat me wel watheeft gestuurd in mijn keuze. Achteraf ben ik ook blij dat ik goedvoorbereid was op wiskundig vlak, want dat is echt wel een mustin deze richting. Aangezien ik geen voorkennis over economie haduit het middelbaar, wist ik niet echt wat me te wachten stond.In het begin was het wat wennen, maar na ik vind de economischeen bedrijfskundige vakken steeds interessanter.


Ik vind “Markten en prijzen” de leukste les tot nu toe, het iseen vak waarvoor geen economische voorkennis vereist is,maar waarin we aan een snel tempo worden ingewijd in degrond slagen van de economische wetenschap. Ik vind hetuiterst interessant, omdat het wiskundig aspect naadloosaansluit bij de maatschappelijke relevantie van de economischewetenschap. Plots begreep ik dat de toepassing van dezuivere theorie wel heel nuttig bleek te zijn in het dagelijkseleven. Ook het menselijke aspect spreekt me aan: er moetsteeds gezocht worden naar een efficiënte, maar ook ethischverantwoorde situatie voor iedereen.


Mijn mooiste moment in Leuven kan ik onmogelijk duiden: elke dag beleef ik hier fantastische momenten. Het varieert vanhet gezellig samen eten in de Ekobar met vrienden, tot eensessie wiskunde waarbij we tot onverwachte inzichten komen,tot feestjes waarbij je nieuwe vrienden maakt. En ik ben er zekervan dat het tweede semester nog beter wordt!

Waarom Handelsingenieur?

Ik heb voor HIRb gekozen omdat informatica me altijd heeftgeïnteresseerd, maar de opleiding informatica leek me tetechnisch. Daarnaast was ik ook geïnteresseerd in weten -schappen en vakken als economie en marketing leken meook wel boeiend. Ik heb voor HIRb gekozen omdat deopleiding veel verschillende aspecten heeft en je pas in eenlatere fase echt een specifieke richting moet kiezen.

KLOPT DE OPLEIDING MET WAT JE ER VAN VERWACHT HAD?

Tot nu toe wel. De vakken komen grotendeels overeen met debeschrijvingen in de brochures en met de uitleg gegeven doorandere studenten.


Ik vind het vooral belangrijk dat de opleiding nog zo breed is endat je pas in een latere fase een specifieke keuze moet maken.En natuurlijk is het belangrijk dat een job in deze richting latermakkelijk te vinden is. Het diploma HIRb geeft grote job zekerheiden mooie kansen op de arbeidsmarkt.


Ik studeerde Wiskunde - Wetenschappen. De invloed vanwetenschappen was wel groot, omdat ik zo voor mezelf konuitmaken dat chemie en biologie niets voor mij is, maar ik welin fysica en wiskunde geïnteresseerd ben.

Ik denk dat mijn vooropleiding voor mij vooral het verschil heeftgemaakt in de keuze tussen TEW of HIRb.


Ik vind “Marketing” de leukste les omdat het interessant is,maar ook omdat alles al toepasbaar is en we reële gevallenbestuderen, wat het minder abstract maakt.


De 24-urenloop. Ik ben niet veel betrokken bij Ekonomika,maar ik was tijdens het laatste uur wel gaan kijken naar de24-urenloop. Ondanks het feit dat ik daar eigenlijk bijnaniemand kende, voelde je binnen de groep van Ekonomikawel een verbondenheid.


Ga met studenten praten die nog bezig zijn of al afgestudeerd zijn.Leen eventueel wat cursussen om te zien of de vakken zelf jeinteresseren. Kijk ook naar de mogelijkemasterrichtingen en schakel jaren, vooralbij twijfel tussen twee richtingen. Kortom,bekijk alle mogelijkheden.

Hanne Meers - 1ste studiefasebachelor HIRb

Waarom Handelsingenieur in de Beleidsinformatica?

BACHELOR -STUDENTENaan hetwoord


Mijn tip is om af en toe te durven springen. Zelf was (en ben)ik bang om foute keuzes te maken. Gedurende de eerstemaanden vroeg ik me constant af of ik niet liever iets anderszou doen. Nu ik die gedachte heb kunnen loslaten, besef ikpas dat ik het best naar mijn zin heb. En misschien zou eenandere richting nog beter bij me passen, maar ik ben er zekervan dat ik uiteindelijk wel beland waar ikwil zijn. Er worden zoveel verschillendekansen aangeboden tijdens de opleiding,dat iedereen zijn unieke persoonlijk heidkan ontplooien!

Laura Vandendorpe - 1ste studiefasebachelor HIR

21

22

Bezoek Paul Bulcke Op 6 februari bezocht Paul Bulcke, CEOvan Nestlé en alumnus Handelsingenieur,zijn faculteit waar hij in 1976 afstudeerde.Paul Bulcke gaf een druk bezochte en erggesmaakte lezing en nam deel aan devergadering van het faculteitsbestuur.

Education@FEB

23

Inhuldiging leerstoel Colruyt: Smart Data and Decisions in Marketing

De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen is verheugd een leerstoel te mogen ontvangen van Colruyt, om onderzoek te verrichten naar een generische methodologie voor customersegmentation. Onderwerpen die hierbij bestudeerd zullen worden zijn het identificeren van KPI's voor segmentatie, het opstellen vanframeworks voor data quality measurement en management, het bestuderen van Netlift modellering, het ontwikkelen van winst -gedreven evaluatie maatstaven en het ontwikkelen van validatie,

backtesting en benchmarking raamwerken. Titularissen van de leerstoel zijn prof. Jan Vanthienen, prof. Bart Baesens en prof. Wilfried Lemahieu van de onderzoeksgroep Beleidsinformatica.

Beste Ida,

We nemen afscheid van jou als een geliefdecollega. We hebben jou altijd ervaren als eenzachte, vriendelijke, gedreven maar vooral zeerplichts bewuste collega, waarop je altijd konrekenen, die je blind kon vertrouwen. Geen vraag, geen opdracht was jou te veel.Was het nodig geweest, dan had je ons allemaalgedragen. En ons dragen, zij het figuurlijk, dat deed je. Welke functie we ook vervullen op de faculteit, die was lichter dankzij jou.

Sinds je vertrokken bent is het op de faculteitallemaal wat minder gemakkelijk, wat killer, wat stiller, verstild geworden. Maar jouwgedrevenheid indachtig, laten we de moed niet zakken. Ook al weegt alles nu precies zo zwaar, we zullen ons allemaal herpakken,want zo had jij het ook gewild.

Ida, waar je nu ook bent, het ga je heel goed.

Outstanding Case Writer

Stijn Viaene, together with Steve Muylle,won the 'Outstanding Case Writer' award at the Case Centre Awards & Competitions2015 with the featured case: 'Hello Bank!The birth of a mobile bank'

Elise Marescaux has been chosen,by the editorial team of PersonnelReview, as the joint winner of the 2014 Emerald/EFMD

Outstanding Doctoral Research Awardin the Human Resource Managementcategory with her thesis on “The impact of HR differentiation on employees”

Awards, chairs and appointments

In memoriam Ida Lieten

24

Education@FEB

PAT

RO

ON

SFE

EST

20

15

PATROONSFEEST 2015

Naar aanleiding van haar Patroonsfeest bekroontde KU Leuven jaarlijks een aantal personen metbijzondere verdiensten op wetenschappelijk,maatschappelijk of cultureel vlak. Op 2 februari2015 werden eredoctoraten uitgereikt aanPhilippe Claudel, Carl Folke, Rakesh Jain enBrainard Guy Peters. De Chileense presidenteMichelle Bachelet zal haar eredoctoraat later ditjaar in ontvangst nemen.

Vlnr Carl Folke, Rakesh Jain, Rik Torfs, Philippe Claudel en Brainard Guy Peeters

26

Four pools accommodated three teams each; as every goodtournament, ‘the group of death’ could not have been missing.Exhausting training sessions and painstaking strategy conventionsaccompanied the remaining weeks to the kick-off. The intellectualtitans were ready for - what turned out - a tough clash. Gossip,cheap talk, and espionage preceded the day: the stakes werehigh and the teams ready to do whatever it took to bring homethe full pot.

The start resembled more to a “blitzkrieg” than an amateurtournament: with only the first two teams to pass and just 15minutes to prevail, most group matches were thrilling fights,wherein time and exhaustion were two additional opponents(teams often won with one point difference). Down the tournament,strategies, and energies gave the way to luck and talent: MSI,OM, P&O / Steunpunt WSE, and Campus Antwerp made it tothe semi-finals. In its semi-final, MSI, acclaimed by most as thefavorite of the tournament (because of their fashion-victimgoalkeeper) got the better of the well-organized defense of OMwith just a couple of minutes to go (1 – 0); in the other semi-final, P&O / Steunpunt WSE won with difficulties against theAntwerp delegation (3 – 1). The final saw the two most skilledplayers of the tournament, Tom “the Wizzard” De Praetere forP&O / Steunpunt WSE and Philippe “the Swan of Maasmechelen”van Gruisen for MSI, leading their respective teams in a solidand heated game (two yellow cards and several bruises), onlydecided at penalty shoot-out. Four hours after the start of theFEB Soccer Tournament, MSI lifted the “Econ Cup”.

After the games, the tournament was concluded with a receptionon the fourth floor of the HOG, where the winner was awarded.While enjoying drinks and pizzas, matches were analyzed,victories celebrated, and blunders hopefully forgotten.

Sebastiaan Wijsman

FEB Soccer Tournament 2015On Thursday the 29th of January, the first FEB Soccer Tournament took place

in the KBC Indoor Hall. Starting at 4 pm, for about four hours twelve research

groups and departments faced each other in fierce and exhaustive matches under

the attention of an even fanatic crowd.

Group AVIVESMSIORSTAT

Group CLICOSOMP&O / Steunpunt WSE

Group BCESCampus AntwerpMonitoraat

Group DEcoom / MSILIRISAFI

28

Research@FEB

Supply chain design involves long-term, almost irreversible, decisions.

Such important decisions require sufficient attention from the supply chain

design modeler. However, a new supply chain design can only be accepted

and successfully implemented if it is supported by the relevant stakeholders.

This is the Story of Many. Each of these stakeholders focuses on different

Key Performance Indicators (KPI’s) and has different expectations regarding the

KPI levels accordingly. This implies that this group of stakeholders expresses

different, or even conflicting, requirements related to the same supply chain

design. This is the Story of Much. The Research Center for Operations Managment

of KU Leuven together with Ekonomika Alumni P&L and PICS Belgium organized

an evening seminar to introduce a stakeholder based framework for designing

a vaccine supply chain. During the evening, Prof. Dr. Nico Vandaele explained

the five steps of this framework and Dr. Mauro Bernuzzi, VP Supply Chain

Transformation within GlaxoSmithKline Vaccines (GSK), focused on the importance

of the stakeholders of a vaccine supply chain and highlighted the complexities

of designing a supply chain for the vaccine industry from his point of view.

The Story of Many and Much is currently explored by themembers of the Research Chair, held by Professor NicoVandaele, in a vaccine business context. This Research Chair,established in 2013, forms a tight collaboration between GSKVaccines and KU Leuven and consists of four members: Dr. Mauro Bernuzzi (GSK), Prof. Dr. Nico Vandaele (KULeuven), Ir. Catherine Decouttere (Senior researcher at KULeuven) and Stef Lemmens (PhD candidate at KU Leuven).The four members strive for applying the above mentionedstakeholder based supply chain design approach to thevaccine industry and consists of five steps: (1) a stakeholderanalysis and system definition, (2) the determination of KPI’s,(3) the system design and scenario generation, (4) a scenarioranking and (5) the final design selection and implementation(Decouttere and Vandaele, 2013).

The first speaker during the evening, Prof. Dr. Nico Vandaele,explains these five steps of the framework, shown in Figure 1,and reports his current findings regarding the implementationof the first two steps. Figure 2 shows a stakeholder mapincluding the many stakeholders at the demand and supply sideof the vaccine supply chain for developing countries (it is theStory of Many). These stakeholders have different interests:financial, physical (e.g. shipping on time) and humanitarianinterests (it is the Story of Much). The integration of suchhumanitarian interests is hard to find in the existing supply chaindesign modeling literature (Lemmens et al., 2014) and motivatesthe researchers to implement the presented broader stake -holder based framework. During the remainder of the evening,the second speaker, Dr. Mauro Bernuzzi, highlighted the typicalcharacteristics and the complexities of the vaccine supply chainfrom his point of view.

PRODUCTIE & LOGISTIEK

Supply chain design:

The Story of Many and Much

29

THE SUCCESSES OF THE VACCINE SUPPLY CHAIN

Dr. Mauro Bernuzzi emphasized that the most known successof vaccines is the eradication of smallpox. Nowadays, childrenare not vaccinated anymore against smallpox because the virusis completely eradicated through vaccination. Great results havealso been achieved so far for the eradication of polio. Despite the fact that polio is not completely eradicated, the veryfew disease cases in a small number of countries make that theeradication of polio is considered as imminent. These successesare achieved thanks to the collaboration of different stake holders:the vaccine manufacturers and aggressive governmental publichealth programmes to immunize both adults and children. When striving for the complete eradication of a particular virusin a population through vaccination, one is happy to achieve the“magic” threshold of 80% coverage of that population. This isa magic threshold because it triggers the herd immunityphenomenon: the vast majority of the population prevents the virusfrom circulating and subsequently protects the remaining people.

The successes of vaccines can not only be attributed to globalhealth. The burden of infectious diseases is not only a terriblephysical burden for the individuals, but also for their respectiveeconomy. This results in the fact that vaccination does not onlysave millions of lives, but also billions of dollars of healthcarecosts and economic losses in general.

THE FRAGILITY OF THE VACCINE SUPPLY CHAIN

One key message of the evening was the importance ofdesigning a robust vaccine supply chain which can recovermore easily from impacts. Destruction of the supply chainbecause of an exogenous impact should be preventedcontinuously, even when this probability of destruction is verysmall. Dr. Mauro Bernuzzi explains the drivers that make avaccine manufacturing supply chain fragile and are able tocontribute to the destruction of the vaccine supply chain.

First, vaccines are subjected to Quality Control tests from themanufacturer itself, the importing country and the exportingcountry. In total, a vaccine undergoes several hundred of QualityControl tests. This results in long cycle times (the time from thestart of production until the final delivery to the customer) whereup to 70% of this cycle time is spent to Quality Control. One can easily understand that, even when the probability ofsucceeding one test is very high, the probability of retestingincreases as the number of tests increases. This reasoning andpotential interactions of the antigens explain why the cycle timeof combined vaccines is even longer.

Second, the fragility of the supply chain is aggravated by thestandards of different regulatory agencies (e.g. Europe and US):the same vaccine for GSK can be suitable for shipment forEurope, but not for the US (and vice versa). This variability,together with the relatively limited shelf-life of vaccines (24 to 36months), challenges the research team to deal with the potentialstock building levels in the supply chain.

Third, recovering from a major plant failure is more difficult for the vaccine industry than most other industries. The manufacturing process needs to be validated after thefailure is fixed to check whether the process has changed.Variations due to process changes need to be submitted toexternal authorities. In such case, the total recovery time cantake up to two years and is considered as a nightmare thatbecame reality.

Figure 1: Five steps of the supply chain design framework (Decouttere and Vandaele, 2013)

Figure 2: Stakeholder Analysis: Story of Many

30

Research@FEB

Fourth, the vaccines must be distributed in cold chainconditions (2° - 8°C), as shown in Figure 3. This is especiallydifficult in developing countries where there is no electricity torun the refrigerators and subsequently makes the last mile veryfragile. Despite multi-dose vials take less space in a refrigerator,pre-filled syringes are often preferred. This is because safety ofadministration (sterility) is higher for these pre-filled syringes.Such tradeoff between safety and occupied space in therefrigerator is an example of a debate that needs to be resolvedat the relevant stakeholders’ level.

Finally, for some vaccines, the demand exceeds 7 to 10 timesthe available capacity. Up to 80 % of the demand is procuredby tenders: different vaccine manufacturers compete forachieving a contract based on reliability of supply, volume andprice. Such tender procurements have a huge impact on thedemand uncertainty. Thereby, a manufacturer of a worldhealthcare product wants to improve continuously itsaccessibility to the people, also to the developed countrieswhere a capped price is set. Improving the supply chain’s globalaccessibility requires a cost-effective supply chain.

ROADMAP FOR THE FUTURE

The research team is currently implementing the stakeholderbased supply chain design approach for the rotavirus vaccine.Rotavirus is the major cause of gastroenteritis (diarrhea andvomiting) among children and infants and is easily transmitted by contaminated objects, water, hands and faeces. Two oralvaccines are available internationally: Rotarix™ (GSK) andRotaTeq™ (Merck). The above mentioned drivers for supply chainfragility and the stakeholder impacts are highly relevant for thisresearch: deciding on the countries to prioritize the introductionof the rotavirus vaccine in the national immunization programme,the representation to be used (tubes, syringes or lyophilized), the investments in refrigerator capacities and storage levels indeveloping countries, are only a few examples of debates thatwere required to be resolved together with the relevant stake -holders and are important for the new supply chain design.

Catherine DecouttereStef LemmensNico Vandaele

REFERENCES

• Decouttere, C., Vandaele, N. (2013). A broader view onhealth care system design and modelling. FEB ResearchReport KBI_1323, 35 pp. Leuven (Belgium): KU Leuven -Faculty of Economics and Business.

• Lemmens, S., Decouttere, C., Vandaele, N., Bernuzzi, M.(2014). Integrated supply chain network design modelsfor vaccines: a literature review. FEB Research ReportKBI_1414, 73 pp. Leuven (Belgium): KU Leuven - Facultyof Economics and Business.

Figure 3: Maintaining the cold chain (UNICEF)

31

Public-private partnerships

look before youleap into marriage

Bridges, roads, tunnels, sports infrastructure,

hospitals, prisons and schools were traditionally

purely a government-led investment. Nevertheless,

when governments are building and operating these

public infrastructures, they often lacked efficiency

and the money to allow for high-quality standards.

The public sector often focuses on a basic service

delivery, due to the non-profit driven environment.

These project expenses and all the risks entirely

appear on the balance sheet of the government.

As a response to lacking financing on the one hand

and the belief in the underutilization of the private

sector’s efficiency, public-private partnerships (PPPs)

saw the daylight in the early nineties.

The definitions for this concept are wide-ranging and

often country- and sector specific (Wettenhal, 2010).

Essentially, PPPs are long-term contractual

agreements between a private sector contractor and

a public entity like a local or federal government.

The main difference between a PPP and the

traditional procurement contract is that the private

sector is not only responsible for building the

particular infrastructure, but it will usually also

be held responsible for the design, the financing

and the operation and maintenance afterwards. Dennis De Clerck

32

Research@FEB

FROM ONE NIGHT STAND TO MARRIAGE

An analogy from our day-to-day lives actually best explains themain characteristics and concepts that define a PPP. This storyof a long-term commitment draws back to the story of gettingmarried, while the traditional procurement mechanism is a storyof a one-night-stand. Traditionally, governments invited interestedcontractors to bid on the project proposal and usually tend toselect the cheapest option. As contractors were only carryingthe project risk, they could rely on their experience and theycould easily determine the price of the project. If this one-night-stand did not work out, no further long-term harm was involvedbecause after completing the project, both parties had nofurther obligations. The failure of the project usually remainswithin bounds and the risks can be (relatively) easily insured. On the other hand, going for a long-term commitment of overthirty years involves a considerable amount of risk. Sincemarriage involves the risk that your partner cheats on you orthat he or she becomes a shopaholic, the partners in a PPPcontract should be aware of the lock-in effect of the contract.Moreover, these projects are often hugely capital-intensive anda large societal value is at stake, because they usually involvepublic needs that are essential to fulfill.

Notwithstanding these risks, the number of especially megaPPP projects has been proliferating in most jurisdictions in Europeand in a wide range of other developed and also developingjurisdictions around the world (EPEC, 2015). There is anextensive belief in the increased quality of the projects and thehigher efficiency of the private sector, because the private sectoris incentivized by their long-term profitability objective. In Flanders,we have examples of social PPPs, like the new prison inBeveren-Waas or the school infrastructure project “Scholen vanmorgen” of the Flemish government. Examples of economicPPPs are the Diabolo project to increase the reachability of theBrussels National Airport or the well-known Oosterweel projectto complete the Antwerp ring road. The latter may be a textbookexample of relational difficulties, even well before the weddingactually took place and proves that PPP projects are not alwaysa bed of roses. For the Oosterweel project, several millions ofeuros have been lost at both the public as well asthe private side to develop the design for theproject and to organize the tender. After the initialprequalification stages, the public opinion turnedagainst the proposed plans and after more thanten years of development, consultations andadministrative procedures, the contracting has stillnot reached its final stage.

THE EXPENSIVE DATING PROCESS

In our research, it is not the purpose of developinga pro or contra vision on the PPP field or toassess projects. This type of empirical work hasbeen studied extensively and will be considerablygrowing the upcoming years with still a lot of newchallenges at the surface (Tang et al., 2010).

At the Research Center for Operations Management, we modeland optimize all types of business challenges in production andservice settings. The high value and the potential of PPPs,together with the scarcity of data were important triggers tostudy the bidding procedure of these types of projects.Therefore, modeling could assist in the decision process todesign the tendering procedure. We have used the high-riskproject environment to build a model that theoretically mimicsthe PPP tendering procedure. Eventually, it is of course importantto know how the PPP procurement process evolves.Unfortunately, there is no general, standardized approach and theprocedures and legislation is often country- and sector specific.

Nevertheless, we aimed for an approach that is quite generalizableand is best understood by looking back at our analogy of thedating process. Women and men who conquer the datingmarket, will usually do a prequalification of their possible dates.It is as easy as scrolling through the Tinder contacts until somematches appear. That is where the money comes in, becausethe dating process tends to be expensive and time-consuming.Assume that the woman takes the lead in this story and sheinvites her prequalified matches on a date. The guy invests inthe dating process by paying for flowers, dinners and hotels.Nevertheless, this investment has two interesting consequences.On the one hand, you will get a higher score on the woman’srating scale. On the other hand, you will slightly get to know thereal personality of the woman you are dating. Unfortunately, youwill never get to know the real risks of engaging with your date,so that’s why prenuptial agreements seem to have greatsuccess nowadays to mitigate the risk that your partner isrunning away with all your money. This results in two decisionsthat need to be made: how much effort and money are youwilling to put into the dating process and how strict should youmake your prenuptial agreement so that the one is still willingto marry you? Moreover, this is all situated within a competitivecontext, because there are also competitors that might havemore experience in the dating field.

When a public entity wants to engage in a new publicprocurement, these projects are publicly communicated.

The Oosterweel project

33

Subsequently, contractors that are interested in executing theproject express their interest and submit initial documents thatsupport their application. Since these projects involve a lot ofrisk, large capital requirements and since the project consistsof different activities and stages that require the cooperation ofdifferent companies, contractors will typically form consortia orspecial purpose vehicles. These consortia consist for instanceof different sub-contractors, legal firms and financial institutions.Then, the government assesses the interested consortia andprequalifies a certain number of bidders (typically two to five)that are invited for the tender or dating process. Although governments allow for a lot of flexibility in the projectdesign, some jurisdictions have quite stringent requirements towhich the contractor should obey. Nevertheless, eachcontractor needs to get insights into the details of the projectand needs to come up with a high-quality, competitive yetprofitable proposal. That bid preparation process is costly forthe contractor and time-consuming covering often more than1,5 years and resulting in a significant opportunity cost. A consultancy report (KPMG, 2010) showed that these biddingcosts are often between 1,5 and 2% of the total project costsand some empirical academic work has shown that theseexpenditures could become a burden for contractors (Carrilloet al., 2008; Chen and Doloi, 2008).

Because of the high societal value of PPPs, governments areought to select the best contractor and will make a cost/qualityassessment of the submitted proposals. The contractors, onthe other hand, have mostly a profit incentive and players couldbe reluctant to bid on PPPs because of the high risks and highupfront investment efforts that are required by the government.When applying for a contract, the consortium needs to make adecision on how much they are willing to put in the investment.Secondly, they want to mitigate any remaining risk by setting anappropriate risk premium. Why are the risks so considerable in PPPs? A major reason is the duration of the contract. If youare selected to build a toll road and you foresaw initially that1.000 cars per hour would use the road, while in practice only500 cars per hour use your road, that has a big impact on theprofitability of the contract if the contract has a duration of 30 years. This is called the winner’s curse and refers to the riskof winning.

Another important aspect to bear in mind is the lock-in issue.Once a contractor has been selected, governments expectthem to finish the deal. It is disastrous if a contractor defaults inthe middle of a project, because then the government needs tointervene and/or find a new contractor to complete the project.Our experience with the practitioners resulted in our mainresearch question: how can the government ensure that thereis enough competition in the market? Markets are often toonarrow and often only established companies participate, whichcould trigger oligopolistic situations. Consequently, ensuringcompetition and at the same time guaranteeing high-qualityproposals are main targets for the government in the design ofthe tendering procedure.

TOWARDS A VALID COMPETITIVE DATING MODEL

Contractors, consultancy firms, financiers, legal advisors andpublic agencies from around the world have been invited toshare their views on PPPs. First of all, contractors make estimatesof the costs and risks of the projects. We also account for thefact that contractors might have already some experience in thefield. We could assume that experienced contractors are moreefficient than entrants whose working costs are higher, becausethey cannot yet rely on the synergetic project efficiency gains.Secondly, we assume that more experienced players are alsobetter able to estimate the project cost, while the newcomershave a higher probability of over- or underestimating their cost.

Typically, it is common knowledge who the participants are andwhat their initial competitive position is. But while you might bein a competitive disadvantage once you hit the dating scene,nothing is lost. Nothing prevents you from putting a lot of effortin the bid preparation process. As stated earlier, theseinvestments in research could strengthen your competitiveposition. On the one hand, our model assumes that by investingin research and development, you could benefit frominnovations that could reduce the overall project cost. On theother hand, market studies or insurance coverage will alsoreduce the risk or the uncertainty about the real cost of the project.After calculating all the costs and assessing the remaining risksof the project, the contractor also sets a mark-up. For instance,after all the research efforts that cost me 30 thousand euro, I expect the cost of the project to be 1 million euro. In order toaccount for the remaining risk and in order to be profitable, I set a mark-up of 20%, resulting in a bid of 1,2 million euro.Three scenarios might occur: I lose the bid, because anopponent is cheaper. That means that I lose my investmenteffort, or 30 thousand euro. Secondly, I win the contract, butthe actual cost of the project turns out to be 1,3 million euro. In that case, I make a loss of 100 thousand euro. Thirdly, I winand the actual cost is below my bid, namely 1,1 million euro.Thus, I win 100 thousand euro. In the latter two cases we ofcourse also need to account for the investment expenditures.In the end, all bidders optimize their expected pay-off. That means that we need to enter the of “game theory”,because my outcome also depends on what my competitorsdo. Let’s freshen up what prof. De Bondt has lectured us. Gametheory has succeeded in investigating competitive dynamics invery diversified contexts (Gibbons, 1992). A game consists of aset of players, that each have a set of strategies to choose from.The strategy in our problem is a combination of an investmentamount in research and a mark-up or, respectively, the datingexpenditures and the prenuptial agreement characteristics inthe analogy. In brief, a Nash equilibrium defines the combinationof actions for which each player is in a state of satisfaction andnone of the players can improve their profit given the choicesthat their competitors have made.

“Ensuring competition and at the sametime guaranteeing high-quality proposalsare main targets for the government inthe design of the tendering procedure.”

34

Research@FEB

THE GOVERNMENT’S POWER AS THE MASTER OF CEREMONY

Cost estimations are always wrong, because you can over- orunderestimate the actual cost. More risk means more uncertainty.But, more experience and a higher investment reduces theuncertainty. Then the time has come to play with the differentparameters and to see what the impact is on the strategy of thebidders. In fact, we deal with a so-called bi-level programmingproblem. At the lower level, contracts or consortia competeagainst each other, arriving at an equilibrium bidding behavior.At the upper level, we have a government that can controlthe bidding environment to some extent. The decision that thegovernment makes, has an impact on the decision that the contractors make.

A first question concerns how many bidders we should invite tosubmit a proposal. In practice, governments usually invite usuallythree to five bidders. There might be different reasons for this.Firstly, governments believe in larger competitive forces thatwould result in cheaper projects and high-quality projects.Secondly, governments want to limit the risk that one of thecandidates withdraws during the long tendering procedure whichcould largely impact the proposals of the remaining bidders. Our study reveals that more bidders is not necessarily a benefitfor the contractor, especially when projects have a high-risknature. As a contractor, when you are facing more bidders, youshould reduce your margins (risk premium and mark-up) in orderto increase the probability of winning the contract. But maybeyou have considerably underestimated the actual cost of theproject or you did not account for some important risks, leavingyou with a loss once you start executing the project.

Contracts are cheaper in an environment with three bidders thanwhen only two players participate. Nevertheless, this is usuallyonly the case when the players have rather equivalent experienceor when the risks are within bounds. Once a contractor with anexperiential disadvantage is introduced, he often does not investin research and will often set a higher mark-up instead to accountfor the risks. In this vein, only incumbent firms invest and get amore accurate insight into the project costs and risks, while theentrants do not mitigate the risk by investing in research, but onlyplay on the pricing aspect (or the prenuptial agreement in ouranalogy) to diversify. It is often economically unsustainable toinvite three bidders: if they would behave rationally, in fact onebidder should stay out of the market and not participate at all,leaving only two players to bid on the project. In the irrational realworld, this does not happen: prequalified contractors will allparticipate, as they account for the sunk cost of all the overheadcosts that the constitution of the consortium has caused. But inthe longer term, this might lead to contractors that are lessenthusiastic to engage in all the tender efforts.

In this vein, we claim that, in theory, mature players are able tostrengthen their competitive position while newcomers have ahard time in penetrating the market, especially in a diversifiedmarket with established players.

In the long run, this could even be a disadvantage for thegovernment, as the mature companies become too comfortablein their competitive position, moving away from a competitivegame towards a cooperative game. We refer to this as a so-called “lazy-Susan” approach (a lazy-Susan is the turningplatform on the tables of a Chinese restaurant), that states thatall projects are divided among the contractors that are currentlynot too busy, while the other players are satisfied by executinga project in the near future. Eventually, that could lead to inflatedproject prices.

GIVE AND TAKE

Fascinatingly, we have found a mechanism that succeeds inreducing the market inequality in high-risk projects with morethan two players. When we allow the government to give areimbursement of a fraction of the investment efforts that thecontractors need to make to set up the proposal, the marketbecomes more leveled: the least experienced players will nowalso be willing to put more effort in the proposals and reducetheir mark-ups because of the greater knowledge that they haveacquired. So if you promise to give something in return for theefforts, the effort itself will be already higher. This compensationcomes at a cost of course, but because of the increasedcompetition, all players (inexperienced and experienced)request lower mark-ups. The majority of interviewed contractorsbelieve in the usefulness of compensations, especially whengovernments request detailed, expensive project proposals.Currently, we do see governments like in Canada and Francethat considerably reimburse losing bidders for the efforts.Concerning the magnitude of compensations, the views are dispersed. We claim that, compensations below 50% areinsufficient to affect the bidding behavior.

A FUTURE OF OPPORTUNITIES

Another tool that could generate better project outcomes is thecreation of a project pipeline. A contractor usually assesses allhis current and future project opportunities before entering aproject deal. If a market announces a lot of project opportunitiesin the near future, this could trigger the eagerness to enter thisparticular field or market, because winning and executing aproject will increase the contractor’s credibility and the informationthat has been obtained from the initial investments might beuseful in future projects.

The new prison in Beveren-Waas

35

A market with a project agenda could benefit from cheaperproject prices. Nevertheless, enthusiasm needs to be moderated:governments change and the large scale of the PPP projectsinhibits to allow for extensive project agendas. Nonetheless,another finding relates to the magnitude and the possibility todivide the project: it might be cheaper for a government to breakup large construction projects into smaller parts and tenderthem separately. Of course the ability to split up a projectdepends on the nature of the project in the sense that projectsthat could guarantee large economic synergies or the danger ofobstructive behavior among the contractors.

IT ALL SOUNDS GOOD ON PAPER

Admittedly, this is all theory. How do practitioners respond to ourfindings? After moderating some skepticism towards putting sucha complex deal into an analytical model, we could find a lot ofagreement on the findings. Experience tends to play an importantrole in this high-risk project environment. Not just the know-howwith respect to a particular project type, but also the familiarity witha market defines the experience level. Contractors agree that it issometimes better to aim to be the cheapest contractor than toengage in a lot of research efforts. Therefore, reimbursements ofthe research cost by the government would be a suitable triggerto invest more, especially for high-risk projects. But moreimportantly, governments should engage in standardizing thetendering procedures and reducing the non-value adding costs ofthe long tendering process. The pipeline of projects could definitelybe a means to increase the enthusiasm for a particular market, butthe engagement should be trustworthy and reasonable.

We have built a theoretical bidding model to represent tenderingdynamics in project environments with high risks. The pressurethat is on contractors to prepare decent project proposals couldresult in sub-optimal bidding behavior. Two mechanisms couldlevy these barriers: the introduction of compensations for biddingefforts and the introduction of a more extensive project pipeline.In a high-risk setting both could assist in triggering societallybetter bidding behavior, i.e. cheaper contracts and contractproposals of a higher quality. The challenge is to confirm thevalidity of our models and findings. While we assume thatcontractors and governments are rational institutions, a lot ofirrational drivers are involved in private and public decisionmaking. Bidders for instance often underbid because they preferto win the contract instead of optimizing the profit or theyoverspend in the bid proposal phase. In this vein, we haveconducted a laboratory computer experiment with 180 universitymaster students of our faculty in which we let them bid againsteach other on these high-risk projects.

By spending artificial money, they could reduce the risk of theproject and were able to make a more accurate estimation ofthe cost. Mark-ups were far below what is predicted by thetheory resulting in low profits or big losses. This was especiallythe case when three students were competing against eachother than when participants were divided in groups of two.

In conclusion, a lot of work needs to be done to study public-private partnerships. Like in a marriage, it is a commitmentbetween two partners in crime. It is essential to develop anappropriate set-up that benefits both the public as well as theprivate sector. That is the only way to result in an optimal socialequilibrium. So governments: look before you leap into marriage.

Dennis De Clerck, PhD candidate, Research Center forOperations Management, KU [email protected]

A full version of the analogy between PPPs and marriage has been presented on the YouReCa Science Slam of KU Leuven in Het Depot. A video recording can be found onhttp://youtu.be/7N7t_pmKX2c

REFERENCES

• Carrillo P, Robinson H, Foale P, Anumba C, BouchlaghemD (2008) Participation, barriers and opportunities in PFI:The United Kingdom experience. Journal of Managementin Engineering 24 138-145.

• Chen C, Doloi H (2008) BOT application in China: Drivingand impeding factors. International Journal of ProjectManagement 26 388-398.

• EPEC (2014) Market update: Review of the EuropeanPPP market. European PPP expertise Centre.

• Gibbons R (1992) Game-theory for applied economists.Princeton University Press, New Jersey (USA).

• KPMG (2010) PPP procurement: Review of barriers tocompetition and efficiency in the procurement of PPPprojects. KPMG Corporate Finance (aust) Pty Ltd, 65pp.

• Tang L, Shen Q, Cheng EWL (2010) A review of studieson public-private partnership projects in the constructionindustry. International Journal of Project Management 28683-694.

• Wettenhall R (2010) Mixes and partnerships throughtime. In Hodge, G., Greve, C., Boardman, A. eds.,International Handbook on Public-Private Partnerships(Edward Elgar, Cheltenham), 17-42.

“Governments should engage instandardizing the tendering procedures

and reducing the non-value addingcosts of the long tendering process.”

36

Research@FEB

Academic Hero

Professor Frederic Vermeulenover zijn ‘Academic hero’

Sir Richard Blundell

Iedere editie van ECONnect gaan we op zoek naar de ‘Academic Hero’van een van de professoren van de FEB. Ze nomineren in deze rubriekeen academische held, iemand die hen geïnspireerd en gestimuleerdheeft in hun onderzoek. Professor Frederic Vermeulen nomineert Sir Richard Blundell en verklaart waarom.

37

Toen ik de vraag kreeg wie mijn academic hero zou kunnen zijn, dacht ik automatischeerst aan enkele mensen die de literatuur zeer sterk hebben beïnvloed, zoals

enkele Nobelprijs winnaars waar ik erg naar opkijk. Maar uiteindelijk heb ik iemandgekozen die me zowel persoonlijk beïnvloed heeft als die academisch sterk staat. En dan ben ik uitgekomen bij Sir Richard Blundell, professor economie aan hetUniversity College London en onderzoeksdirecteur van het Institute for Fiscal Studies,een onderzoeksinstituut dat probeert hoog staand academisch onderzoek te koppelenaan beleids relevante vragen. In 2014 werd hij geridderd door Queen Elisabeth II. Sir Richard heeft dan ook veel inter nationale wetenschappelijke prijzen gewonnen enis voorzitter geweest van alle belangrijke genoot schappen in het vakgebied zoalsbijvoorbeeld the Econometric Society, the European Economic Association, of theRoyal Economic Society. Hij is ook fellow van de British Academy en Honorary Memberof the American Academy of Arts and Science. Prof. Blundell was ook editor vanEconometrica, een top 5-journal. Hij heeft enorm veel gepubliceerd: 29 top 5-artikelenen een honderdtal artikelen in andere goede journals, wat exceptioneel is. Om bijna30 top-5 artikelen te schrijven moet je echt wel uit het goede hout gesneden zijn.

WAT HOUDT ZIJN ONDERZOEK DAN PRECIES IN?

Hij doet aan structurele micro-econometrie. Eigenlijk kan je dat zien als het samengaanvan micro- economische theorie (die het gedrag van individuele economische agenten,inzake bijvoorbeeld het arbeidsaanbod van mensen, de consumptie beslissingen vanindividuen, of het productie gedrag van individuele bedrijven modelleert) met econo -metrie. Eerder dan de macro-economie in zijn geheel gaat het dus om het individueelbeslissingsgedrag. Bij die micro-econometrie gaat het dan om speciale technieken omte proberen economische modellen naar micro-data te brengen en die ook toe tepassen. Prof. Blundells onderzoek bevindt zich op die ontmoeting tussen micro-economische data en micro-economische theorie, waarbij hij ook nooit de beleids -relevante context uit het oog verliest. Stel dat bv. de overheid de inkomsten belastingwil hervormen. Wat is dan de invloed op het arbeidsaanbod: gaan mensen dan meerof net minder werken? Stel dat de overheid de pensioen voorzieningen verandert. Wat is dan de impact op de beslissing omtrent het tijdstip om op pensioen te gaan?Het gaat dus altijd om die sterke beleids relevante context. Dus niet alleen l’art pourl’art en enkel theorieën uitwerken maar ook kijken naar het concrete belang ervan.Naast die structurele micro-econometrie heeft hij ook meer theoretisch econometrischonderzoek gevoerd rond schattingstechnieken. Zijn onderzoek wordt alleszins in alletop journals gepubliceerd, wat maakt dat hij academisch erg belangrijk is.

EN HOE HEEFT HIJ U PERSOONLIJK BEÏNVLOED?

Wel, ik heb hem voor het eerst ontmoet in 1999 tijdens een doctorale workshop. Ik was doctoraatsstudent en je had toen in Nederland een netwerk waar alle belangrijkedepartementen economie aan deelnamen: Rotterdam, Amsterdam, Maastricht, Tilburg,…Die hadden een gezamenlijke PhD-opleiding. Jaarlijks werden er workshops voordoctoraatsstudenten georganiseerd waar een reeks lezingen werd gegeven doorgerenommeerde economen. In 1999 was Richard een van de sprekers. Omdat ik toenal de interesse had in die koppeling tussen micro-economie en econometrie was ikdaar naartoe gegaan. Naast die algemene lectures kon je je ook inschrijven voor eengesprek van 30 minuten. Ik tekende in op een gesprek met prof. Blundell en kwamtoen met mijn doctoraatsvoorstel: ik was geïnteresseerd in de impact van belastingenop het arbeidsaanbod van mensen.

Wie is Sir Richard Blundell?

• Professor of Economics at University College London(David Ricardo Chair in Political Economy).

• Research Director of the Institutefor Fiscal Studies; Britain’s leading independent micro -economic research institute;focus on public policy analysis(fiscal policy, education, laborsupply, health care,...).

• Director of the ESRC Centre for the Microeconomic Analysisof Public Policy.

• Honorary Doctorates from St. Gallen, Norwegian Schoolof Economics, Mannheim.

• Knighted in 2014.

• Winner of several awards: YrjöJahnsson Prize, EconometricSociety Frisch Prize Medal,Jean-Jacques Laffont Prize,CES-Ifo Prize, Sandmo Prize,IZA Prize in Labor Economics.

• Was president of the Econo-metric Society, EuropeanEconomic Association, Society of Labor Economics,Royal Economic Society.

• Fellow of the Econometric Society, fellow of the BritishAcademy, Honorary Memberof the American EconomicAssociation, Honorary Memberof the American Academy ofArts and Science.

• Was co-editor of Econometricaand the Journal of Econometrics.

• Published 29 top five journalarticles and about 100 articlesin other journals.

38

Research@FEB

Toen heeft hij me gewezen op een bepaalde literatuur rond zogenaamde collectievemodellen die ik niet kende. Het standaardmodel neemt aan dat een gezin (bv. eenkoppel) zich gedraagt alsof het één beslissingnemer is en dat het gezin op een optimalemanier beslist wie hoeveel gaat werken. Terwijl collectieve modellen ervan uitgaan datelk lid van een gezin eigen voorkeuren heeft. En die hoeven niet noodzakelijk hetzelfdete zijn. De beslissingen van een gezin hangen dan af van die voorkeuren maar ook vande onderhandelingspositie binnen het gezin. Dat opent een rijk aanbod van literatuurdat dingen verklaart die het standaardmodel niet kan verklaren. Sindsdien heb ikgewerkt rond die collectieve modellen. Prof. Blundell heeft dus een directe invloedgehad op wat ik de laatste 15 jaar van mijn carrière heb gedaan.

Een tijdje later had ik een paper geschreven over die collectieve modellen en stuurdeik die naar een van de belangrijkste auteurs in die literatuur. Die suggereerde omcontact op te nemen met François Laisney, die coördinator was van een EU-projectrond de impact van belastingen op arbeidsaanbodgedrag. Richard zat ook in datproject. Ik ben daar toen ook bij betrokken geraakt en toen heb ik prof. Blundellgevraagd in mijn doctoraatscommissie te zetelen. Sindsdien zijn die banden gegroeiden goed onderhouden. Ik heb ook een aantal papers met hem geschreven, de meestrecente is toevallig nu in februari gepubliceerd. Het is een paper met Richard en nogvier anderen, waaronder Laurens Cherchye en Bram De Rock (beiden KU Leuven) ennog twee andere Britten. En da’s steeds een heel leuke samenwerking geweest.

Samenvattend zie ik twee grote invloeden. Langs de ene kant een academische doorde koppeling van micro-economie met micro-data en altijd in het achterhoofd houdenddat het nuttig moet zijn voor de analyse van overheidsbeleid. Een tweede invloed iseerder op menselijk vlak. Voor mij is hij de ideale academicus. Prof Blundell is in 1984begonnen aan het University College Londen, maar toen stond het departement nogniet echt op de kaart, zeker niet in vergelijking met bv. Oxford, Cambridge of LSE. Hij heeft dat zodanig opgebouwd dat ze nu aan de wereldtop staan inzake micro-econometrie. En dit werd gerealiseerd door een heel gericht personeelsbeleid datcoöperatie tussen mensen stimuleert, tussen mensen met gelijkaardige interesses.Door eerder diep dan breed te willen gaan, en bepaalde fields uit te bouwen zoals bv. de micro-econometrie. UCL is nu het beste departement in het Verenigd Koninkrijk,wat bleek uit het laatste Research Excellence Framework. Ik vind hem ook eenvoorbeeld omdat hij mensen probeert samen te brengen en aanmoedigt om samenpapers te schrijven. Dat vind ik een heel toffe ingesteldheid.

Michael Boelaert

FREDERICVERMEULEN

• Hoogleraar Faculteit Economieen Bedrijfswetenschappen

• Onderzoekseenheid Centrumvoor Economische Studiën

• [email protected]

39

INTERVIEW

Theo Peeters “Vandaag is het euro-probleem een Grieksprobleem terwijl vijf jaar geleden het Grieksprobleem een euro-probleem was”

Alumni@FEB

40

We ontmoeten professor emeritus

Theo Peeters op 18 februari 2015 in de

statige gebouwen van de Universitaire

Stichting, in de Egmontstraat in Brussel,

gelegen in de schaduw van het ING-

gebouw, waar hijzelf zo’n kwarteeuw

geleden een prominente rol heeft

gespeeld. Aanleiding is zijn recent

gepubliceerde boek Eigenzinnig in

Economie (Lannoo Campus, zie boek -

bespreking hierbij).

UW EERSTE UITGEBREID HOOFDSTUK GAAT OVER“DE BANKEN”. HEBBEN DE BANKEN VOLGENS U GELEERD UIT DE BANKENCRISIS VAN HETVOORBIJE DECENNIUM?

Theo Peeters: "Voldoende geleerd? Tja, iets geleerd zeker,maar voldoende, dat weet ik niet. Men gaat een aantal foutenuit het verleden trachten te vermijden. Maar dat we voor eensen voor altijd financiële crisissen hebben uitgeschakeld, datgeloof ik niet. Na verloop van tijd gaat het geheugen alweervervagen en sluit ik niet uit dat men weer in oude geplogen -heden zou vervallen. Nu, er zijn wel serieuze bijsturingengemaakt en het bankensysteem is wel solider gemaakt; maargaranties dat nieuwe financiële crisissen onmogelijk zoudenworden, zijn er niet."

VOLSTAAT DE EUROPESE BANKENUNIE DAN NIET?

Theo Peeters: "Men heeft het prudentieel toezicht voor eenflink deel versterkt. De kapitaalvereisten werden substantieelopgetrokken. Ook de producten die de banken maken zijnstrenger gereglementeerd. Maar een kapitaalbuffer van 10%eigen vermogen, is dat genoeg? Ja en nee. Het hangt af vande risico-exposure. En als er een run-on-the-bank zou komendan is de 10% uiteraard evenmin voldoende. Het risico door hetverschil in looptijden tussen de activa en passiva moet goedgemanaged blijven. Het risico kan verkleind worden, maar isnooit helemaal weg. Het Dexia-verhaal is daarvan nog altijdhelaas de beste illustratie. Elke instelling moet haar vertrouwenverdienen."

DE BANKENCRISIS WAS OOK DE AANLEIDING VANDE EUROCRISIS. U WIJDT ER IN UW BOEK OOK EENHOOFDSTUK AAN. HOE ZIET U DE EUROCRISIS ENHOE KAN DIE WORDEN OPGELOST?

Theo Peeters: "De huidige crisis met Griekenland is weliswaareen heropflakkering van de eurocrisis 2010-11 maar die laatstewas mijns inziens veel erger. Vandaag is het grote verschil datde risico’s in de euro en euro-activa niet meer in dezelfde matein de financiële instellingen zitten zoals dat in 2010-11 wel was.Die risico's zijn in belangrijke mate uit de balansen van definanciële instellingen verdwenen en overgedragen naar deoverheden, de Europese steunfondsen, de ECB, … Nu zijnvooral de overheden erbij betrokken en aan zet, en zij hebbenhet voor een stuk ook zelf in handen, waarbij het gevaar vooreen systeemcrisis in de banksector en het domino-effect ervanin belangrijke mate is afgewend.

41

Ik heb het dan niet over het Griekse banksysteem, want dat iseen Grieks probleem, en blijkt steeds meer een geïsoleerdprobleem te zijn. Dat is tegelijk ook beter beheersbaar dan zo’n4 à 5 jaar geleden. Er is een soort van ring-fencing rondGriekenland gelegd. Nu, het kan nog altijd een negatief effecthebben, maar toch geen gevaar meer op een systeemcrisis.Alhoewel er altijd nog een aantal onbekende factoren zijn diekunnen ontsporen. Maar vandaag is het euro-probleem eenGrieks probleem terwijl vijf jaar geleden het Grieks probleem eeneuro-probleem was. De volgorde is nu omgekeerd en daardoorook beter beheersbaar."

VINDT U EEN “GREXIT” EEN MOGELIJK SCENARIO?

Theo Peeters: "Vooreerst is de Griekse overheidsschuld (176%van het BBP) eigenlijk niet af te lossen. Maar… u weet toch datoverheidsschulden over het algemeen niet afgelost worden. De Belgische overheidsschuld wordt ook niet echt terugbetaald,wel geherfinancierd. Het enige element dat belangrijk is, is dedraagkracht van de economie om de lasten van die schuldente kunnen dragen. En dat is in Griekenland vandaag niet hetgeval. Als dat zou leiden tot faling d.w.z. niet-terugbetaling vande schulden, dus staking van betaling, dan zitten we dicht bijde Grexit, de uittreding van Griekenland uit de euro. Voor wie isdit het grootste risico? Voor de Grieken zelf uiteraard, diedaardoor nog een stuk van hun welvaart zullen zien verdwijnen.Maar ze krijgen dan wel de kans om met hun nieuwe munt ineen versneld tempo hun welvaart opnieuw te kunnen opbouwen.In tweede instantie zijn er de schuldeisers, vooral de belasting -betaler van de landen die de steun aan Griekenland gegevenhebben. Maar zo’n vaart zal het niet lopen: de schuld alszodanig zal niet worden kwijtgescholden maar de looptijd kanverlengd worden, de rentevoet nog aangepast, terwijl de schuld - vordering blijft. Dat moet gepaard gaan met een beredeneerde,georganiseerde hervorming van de Griekse economie."

MAAR DAAR WRINGT NU HET SCHOENTJE VOLGENSDE NIEUWE RADICAAL-LINKSE GRIEKSE REGERINGVAN SYRIZA.

Theo Peeters: "Syriza moet toch beseffen dat de sleutel tot deoplossing bij de economische groei ligt? Als het BBP groeitdaalt de schuldratio bij gelijkblijvende totale schuld. Griekenland

moet op de noemer werken, de groei, en tegelijkertijd deteller, het schuldvolume, onder controle houden. Hoe de

economische groei aanzwengelen? Niet door debesparingen terug te draaien om zogezegd de

consumptie op peil te houden. Dat is nietstructureel. De Griekse economie moet zichstructureel versterken door meer investeringen,door de overheid, maar zeker ook door de privésector. Productieve bestedingen stimuleren en

consumptieve bestedingen afremmen. Dat verhoogtde economische dynamiek waardoor de groei

kan herpakken."

DAT BRENGT ONS EIGENLIJK NAADLOOS BIJ DEDISCUSSIE IN BELGIË OVER DE CONCURRENTIE -KRACHT EN MAATREGELEN ZOALS DE INDEX SPRONG.OOK DAAROVER VINDEN WE UW DUIDELIJKE VISIEIN HET BOEK TERUG.

Theo Peeters: "De vakbonden verdedigen de automatischeloonindexering steeds met als argument “de koopkracht”. Maar ze vergeten dat die indexering ook kosten meebrengt vooronze ondernemingen. Dat ondermijnt de concurrentiekracht, envoor een open, exportgeleide economie zoals de Belgische isdat op lange termijn nefast, zoals we de jongste jaren hebbengezien. De automatische loonindexering vernietigt koopkrachtop lange termijn. Er is ook nog een ander aspect: de index -koppeling is een bescherming van en voor de insiders (zij diewerk hebben) en een uitsluiting van de outsiders (zij die werkzoeken). In die zin is het systeem ook asociaal. Maar we moetenvooral vermijden om zo’n discussies ééndimensioneel te voeren."

DE AUTOMATISCHE LOONINDEXERING EN DE INDEX -SPRONG MAAR OOK DE ZOGENAAMDE “TAXSHIFT”ZORGT VOOR CONTROVERSE. HOE ZOU VOLGENSU ZO’N TAXSHIFT ER MOETEN UITZIEN?

Theo Peeters: "Taxshift heeft de laatste tijd veel verschillendebetekenissen gekregen. Maar het gaat hem eigenlijk niet omeen nieuwigheid. Reeds in 1981 werd door de regering MarkEyskens een taxshift doorgevoerd onder de naam “Maribel”,een simulatieprogramma van het Planbureau. In het boek leg ikdie Maribel-operatie in het lang en in het breed uit: een verlagingvan het RSZ gefinancierd met hogere BTW en accijnzen, omde concurrentiekracht van de bedrijven te verbeteren.

Vandaag denk ik dat een taxshift ook over substantiële bedragenmoet gaan, namelijk minstens 5 miljard euro over 4 à 5 jaar. Niet alleen en niet in eerste instantie te financieren met eenvermogens(winst)belasting, maar wel in eerste instantie dooreen verschuiving naar het verbruik. Als men de BTW verhoogtdan wordt onze export goedkoper (geen BTW maar wel lagereloonkosten) en worden de geïmporteerde producten duurder.M.a.w.: een taxshift via de BTW is vergelijkbaar met eendevaluatie van de munt, maar in dit geval een interne devaluatie.En men kan dat bovendien sociaal corrigeren door te bepalenwelke BTW-tarieven op welke producten worden toegepast. En inzake indirecte belastingen hebben we t.o.v. onze Europeseconcurrenten nog een beetje ruimte, omdat we daar nog ietsonder het Europees gemiddelde zitten. Hetzelfde geldt voor demilieubelastingen. Alléén de vermogens (winsten) extra belastenom een substantiële taxshift te kunnen financieren, dàt noem ikluidop dromen."

Alumni@FEB

42

DE VERGRIJZING EN DE BETAALBAARHEID VANONZE PENSIOENEN. ZIJN ONZE PENSIOENEN OPLANGE TERMIJN BETAALBAAR?

Theo Peeters: "Onze pensioenen blijven betaalbaar in de matedat onze economie dat kan blijven dragen. De pensioenlast isin feite een impliciete overheidsschuld, die niet in de overheids -boekhouding geëxpliciteerd is. Die impliciete schuld moet doordezelfde draagkracht van de economie worden betaald die alde bestaande hoge belastingen en sociale bijdragen moetdragen. We zullen dus het economisch draagvlak moetenverbreden. Want één ding is zeker, de pensioenlasten zullenalleen maar stijgen, al was het maar om puur demografischeredenen. En ook hier moeten we zowel langs de teller als langsde noemer werken. De teller (uitgaven voor pensioenen engezondheidszorg) afremmen door mensen langer te latenwerken, dus later op pensioen te laten gaan. En we moetenuiteraard ook de noemer vergroten door de economische groeite vergroten, want de werkzaamheidsgraad moet omhoog.

Na de vele staatshervormingen zijn vooral de Gewesten en deGemeenschappen verantwoordelijk voor het sociaal-economischbeleid. Hierbij wil ik er wel op wijzen dat de problemencommunautair verschillend zijn: Vlaanderen heeft een lagewerk loosheid en een hoge werkzaamheidsgraad (72% werkendenvan de personen op actieve leeftijd), maar in Wallonië en Brusselis het net omgekeerd. Zij zullen vooral een tandje moetenbijsteken om hun lage werkzaamheidsgraad (62% in Walloniëen 57% in Brussel) tot het Vlaamse niveau op te tillen. Zij zullenm.a.w. hun instrumenten van sociaal-economisch beleid veelbeter moeten inzetten: infrastructuur investeringen, onderwijs,innovatiebeleid, activeringsbeleid, … om méér groei te verkrijgen.Structuurversterkende maatregelen zijn cruciaal."

TOT SLOT: DE UNIVERSITEIT, DE KU LEUVEN WAARU EEN MOOIE ACADEMISCHE LOOPBAAN HEBTGEHAD. HOE ZIET U DE TOEKOMST VAN ONZEUNIVERSITEIT?

Theo Peeters: "Positief. Ik herinner me nog dat na mei '68 erheel wat waarnemers waren die beweerden dat de KU Leuveneen soort 'Universiteit van het Hageland' zou worden. Het tegendeel werd bewezen. In België is het de grootsteuniversiteit en internationaal de Belgische universiteit met debeste reputatie. Die splitsing destijds heeft kansen gecreëerddie de KU Leuven en het academisch personeel met beidehanden hebben gegrepen. Ik zie zelfs nog een acceleratie: de kwaliteit van het onderzoek, de spinoffs via LRD, deinternationalisering… De basis moet blijvend uitgedaagd worden.Het zijn zij die hun middelen moeten verdienen. Maar ik heb eralle vertrouwen in want het potentieel is enorm."

Fa Quix

THEOPEETERS

• Geboren in Maaseik op 30 januari 1937

• Licentiaat in de politieke en administratievewetenschappen (Antwerpen) en doctor in de economie (KU Leuven)

1979-1984: werkt op de kabinetten vanminister en premier Mark Eyskens

1989-1992: directievoorzitter Bank Brussel Lambert (BBL). Hij neemt ontslag als de gesprekken met ING over eenovername afspringen

1993-1998: vormt KS om tot de LimburgseReconversiemaatschappij

1996: komt in de verzekeringstak vanAlmanij/KB terecht en wordt bij de fusiegedelegeerd bestuurder van KBC Groep

2000: ondervoorzitter van de Hoge Raad van Financiën en voorzitter van de Studie -commissie voor de Vergrijzing tot 2006

2002: emeritus na een lange succesvolle loop baan als gewoon en buitengewoon hoog -leraar aan de FEB van de KU Leuven, belastmet colleges en onderzoek voornamelijk ininternationale en monetaire economie

• Publiceerde tal van bijdragen over Europese integratie en het Europesemonetaire systeem.

BOEKONOMIKA

Eigenzinnig in Economie Waarom professor emeritus Theo Peeters alsnog een boek over

economie heeft geschreven? Daar is geen simpel antwoord op.

Theo Peeters “Wat speelde is dat ik van 2002 tot 2012voorzitter van Uitgeverij Lannoo ben geweest, tot mijn vijfen -zeventigste. En ze hadden in die periode al meermaals aan mijnmouw getrokken om een boek te schrijven over mijn ervaringen.Dat was er niet van gekomen. En memoires wilde ik nietschrijven, daar heeft niemand een boodschap aan, vond ik. Tot ik in Leuven de directeur van Lannoo Campus, Hilde VanMechelen, ontmoette, en die nam mij onder de arm enovertuigde mij omdat zij beweerde 'een goede formule' tehebben om een boek te schrijven. En na wat lang aandringenheeft ze mij over de streep getrokken, al is het wel meer werkgeworden dan ze me had voorgespiegeld (knipoog). Maar hetis toch gelukt.

Het doel is een aantal thema’s te behandelen, op mijn manier,op een eigenzinnige manier, en dat is ook de titel van het boekgeworden Eigenzinnig in Economie (*). Het boek bestaat uit losvan elkaar staande hoofdstukken die men kriskras doorelkaar kan lezen. Thema’s die ik bekijk zijn o.a. de bank -wereld en de evolutie ervan, Europa en de eurozone, hetprobleem van de Belgische economie, de tikkende klok vande vergrijzing, de staats hervorming, en wat natuurlijk niet magontbreken zijn enkele reflecties over de universiteit, en ik sluitaf met het belang van de internationalisering. En met dit laatsteis de cirkel rond, want mijn vakgebied was decennia langInternationale Economie.

Natuurlijk heb ik me moeten beperken. Sommige zaken heb ikniet behandeld. Bv. mijn ervaringen met de Limburgse steen kool -mijnen, de KS, en de opvolger ervan, de Limburgse ReconversieMaatschappij, ook mijn overpeinzingen over de universiteit hebik beperkt. Het boek mocht toch niet te lang worden.”

EN WAT WIL PROFESSOR PEETERS MET HETBOEK NU BEREIKEN?

Theo Peeters: “Mijn uitgangspunt was: kunnen we iets leren uithet verleden? En ten tweede: de afweging van keuzes op kortetermijn versus wenselijkheden op langere termijn. Al te vaakoverschaduwt de waan van de dag de maatschappelijke belangenop lange termijn. De vergrijzing is zo’n dossier. De geschiedenisleert ons echter dat het uitstellen van noodzakelijke fundamentelebeslissingen de situatie alleen maar verergert.”

Allicht niet toevallig staat “De lange mars van de bankwereld”als eerste hoofdstuk . Wie de oorzaken van de bankencrisis nogeens in a nutshell wil lezen vindt hier zijn gading. Ook bijzonderleer rijk is de insider-kijk van de periode dat Theo Peeters voorzittervan de BBL-bank was en de reden(en) van het aanvankelijk falen van de geplande samenwerking met ING (1989-1992); met uiteindelijk de samenwerking die vijf jaar later (1997) dantoch zou lukken.

Een ander interessant verhaal als bevoorrecht getuige brengtTheo Peeters over zijn periode van (deeltijds) adviseur op dekabinetten van Mark Eyskens, einde jaren ’70 en begin jaren’80 van vorige eeuw. Dat was eerst toen Eyskens minister vanFinanciën was, vervolgens Premier (1981) en daarna ministervan Economische Zaken. De belangrijke 'taxshift' van toen, dezogenaamde Maribel-operatie, wordt in het boek haarfijn uit dedoeken gedaan.

Fa Quix

(*) Theo Peeters, 'Eigenzinnig in Economie', Lannoo Campus, 2014, 175 p., 19,90 €

44

Alumni@FEB

WANNEER IS ABSOC ALUMNI VAN START GEGAAN?

Valerie: Sinds de opstart van academiejaar 2014-2015 enmet het afstuderen van de eerste KU Leuven promovendi inAntwerpen, is de alumnikring Absoc Alumni onder de koepelEkonomika Alumni van start gegaan.

De eerste verkennende gesprekken met het bestuur vanEkonomika Alumni dateren wel al van december 2013.Aangezien in 2014 de eerste KU Leuven diploma’s in Antwerpenwerden uitgereikt kwam alles eind vorig academie jaar in een stroomversnelling.

Dankzij de professionele werking en ondersteuning vanEkonomika Alumni, zowel vanwege het centrale bestuur alsde regionale kring Antwerpen is onze opstart relatief snelkunnen gebeuren. Ook langs alumnizijde vonden we snelaanhang. De eerste adviesraad in oktober 2014 was met eentalrijke opkomst van alumni (spreiding promotiejaren 1987-2014) meteen een succes. Daaruit werd een bestuur met 6 enthousiaste bestuursleden samengesteld.

WAARVOOR STAAT DE TERM “ABSOC”?

Ben: Absoc is de naam van onze studentenkring (te vergelijkenmet Ekonomika) en staat voor “Antwerp Business SchoolOrganisation Committee”. Deze kring vertegenwoordigt allestudenten handelswetenschappen op Campus Carolus inAntwerpen. Naar het model van Ekonomika werd Absoc alsbasis gebruikt voor de oprichting van een nieuwe alumni kring.Absoc heeft gedurende haar 27-jarig bestaan steeds naar eenwisselwerking gestreefd tussen de studenten handels -wetenschappen enerzijds en de bedrijfswereld anderzijds.

WIE IS WIE IN HET BESTUUR EN HOE ZIJN DE TAKEN VERDEELD?

Ben: Naast de formele structuur, hebben we binnen de kringhoofddomeinen van de werking geïdentificeerd en eind -verantwoordelijken bepaald. Dit neemt niet weg dat steedsiedereen betrokken blijft bij de hele werking.

• Voorzitter: Ben Tuerlings (promotiejaar 2011)• Ondervoorzitter: Nico Debackere (promotiejaar 1994)• Penningmeester: Willem Spaas (promotiejaar 2013)• Secretaris: Eva Boeckx (promotiejaar 2011)• Bestuurders: Gregory De Meulenaer (promotiejaar 2013)

& Tim Van Raemdonck (promotiejaar 2010)• Afvaardiging vanuit de campus in Antwerpen: Campus -

decaan Steve Van Uytbergen & medewerkster Valerie Molly• Voorzitter Absoc academiejaar 2014-2015:

Nomie Van de Voorde• Voorzitter Ekonomika Alumni Antwerpen: Herman Provost

HOEVEEL LEDEN TELLEN JULLIE SINDS DE OPSTART?

Eva: Na drie maanden telt de kring ongeveer 90 betalendeleden. En het aantal blijft toenemen. De alumniwerking wasjaren beperkt tot 1 à 2 activiteiten per jaar en ook het principevan betaald lidmaatschap was toen onbekend. Alles moestdus opnieuw in gang getrokken worden, maar we merken weldat we steeds meer aanhangers krijgen. Onze LinkedINgroep telt nu 1400 leden. Hiernaast willen we ook metambassadeurs per afstudeerjaar werken, zodat alumni vaneen bepaald promotiejaar elkaar makkelijker terug kunnenvinden en kunnen ontmoeten.

ABSOC ALUMNI nieuw in Ekonomika AlumniFaculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, campus Carolus Antwerpen

Vlnr: Nomie Van de Voorde, Ben Tuerlings, Gregory De Meulenaer, Tim Van Raemdonck, Eva Boeckx, Herman Provost en Willem Spaas.Afwezig: Nico Debackere.

Absoc Alumni

45

HOE ZIJN JULLIE GEORGANISEERD? IS DIT TE VERGELIJKEN MET EEN AFDELING ONDEREKONOMIKA ALUMNI?

Nico: Inderdaad, we beschouwen onze kring als een afdelingonder Ekonomika Alumni, met een Bestuursraad die uit 6 ledenbestaat en met raad en daad wordt bijgestaan door de Advies -raad. De Bestuursraad is verantwoordelijk voor het organiserenvan evenementen, het zoeken van sponsors, het budgetbeheer, ...De Adviesraad is een klankbord voor het bestuur. Enerzijds is hethun taak een kritische blik te werpen op de voorstellen die doorhet bestuur gelanceerd worden. Anderzijds is het de bedoeling datzij suggesties aanleveren, helpen bij activiteiten, ... en last but notleast dat zij mede fungeren als ambassadeurs voor onze kring.

WAT IS JULLIE MISSIE? WELKE DOELSTELLINGENWILLEN JULLIE OP KORTE EN LANGE TERMIJNREALISEREN?

Ben: De doelstellingen van elke afdeling zijn in grote lijnen gelijk,maar elke lokale afdeling kan zijn eigen accenten leggen. Het zullen uiteindelijk de leden en de alumni van de Antwerpsecampus zijn die bepalen hoe dit voor Absoc Alumni zal evolueren.Op korte termijn willen we werk maken om zoveel mogelijkleden bij elkaar te brengen, bijvoorbeeld de oud-bestuursledenvan Absoc, en zoveel mogelijk nieuwe leden te kennen. En daarbijmoeten we terug in het verleden duiken, de tijd van de Handels -hogeschool, Lessius en dat ene jaartje onder Thomas More. We hebben al veel naamswijzigingen achter de rug. Dat maakt hetverhaal voor een oud-student des te complexer. Het belangrijkstezal de focus zijn op het organiseren van evenementen zodat denetwerken die er reeds zijn blijven bestaan en een kader krijgen,het kader van Absoc Alumni en Ekonomika Alumni.

HOE VERLOOPT DE SAMENWERKING MET EKONOMIKA ALUMNI?

Nico: Ik denk dat iedereen wel aanvoelt dat de twee besturenheel dicht tegen elkaar aanleunen en dat die samen werking optermijn alleen nog maar ‘dichter en beter’ zal worden.

Ben en Eva: Ekonomika Alumni heeft ons met open armenontvangen en heeft ons waar het kon de nodige begeleiding enadviezen gegeven. Bovendien zijn onze alumni welkom op deactiviteiten die door Ekonomika Alumni georganiseerd wordenen vice versa natuurlijk. We merken ook een gezonde nieuws -gierigheid en interesse bij de leden onderling!

ZIJN ER SPECIFIEKE SAMENWERKINGS VERBANDENMET DE REGIONALE AFDELING IN ANTWERPEN?

Nico: Absoc Alumni en Ekonomika Alumni Antwerpen willen dehanden in elkaar slaan om ervoor te zorgen dat alle oud-studenten via beide verenigingen een zo groot mogelijk netwerkkunnen uitbouwen. Aan de hand van gezamenlijke activiteitenen individueel georganiseerde activiteiten die samen beleefdworden streven we ernaar de doelgroepen zoveel mogelijk teverenigen. Dankzij de ervaring van Ekonomika Alumni Antwerpenkunnen wij er tenslotte naar streven zoveel mogelijk bij te lerenen ons te laten ontwikkelen in een richting die voor alle alumnieen meerwaarde kan bieden.

WELKE ZIJN DE GROOTSTE UITDAGINGEN?

Ben: Zoals eerder al aangehaald, leden terugvinden uit alle periodenvan voor de integratie met KU Leuven (Handels hogeschool, Lessius,Thomas More). Ook een aantal interessante activiteiten uit bouwenmet een juist mix tussen het academische en het meer informele.

WAARUIT HALEN JULLIE DE MEESTE VOLDOENING?

Eva: Het is een plezier om te zien hoe we samen aan de kartrekken en vooral hoe Ben, onze voorzitter, alles in goede banenleidt. Door verschillende karakters en visies samen te zetten,lukt het hem om alles te goed te managen. Dat is toch prachtig.

Ben: De alumni die tot nu aanwezig waren op de events hebbener al voor gezorgd dat de banden met de KU Leuven weerwerden aangehaald en dat is voor het bestuur en de alumni zelf het waardevolste geschenk! De mooiste dingen in het leven komen toch immers van onze vrienden en kennissen. Elke ontmoeting, met oude of nieuwe vrienden is een verrijking.Daarvoor staan we garant!

WAT ZIJN DE VOORDELEN OM TE OPERERENONDER DE KOEPEL EKONOMIKA ALUMNI?

Nico: We surfen voor een deel mee met de ervaring dieEkonomika Alumni heeft opgedaan de afgelopen decennia maarhopen dat we toch een steentje kunnen bijdragen door onzefrisse kijk.

WELKE ACTIVITEITEN ZIJN ER IN HET VERSCHIET?

Nico: Momenteel kunnen we jullie al warmmaken voor deAnnual Conference, die we samen met studentenkring Absoczullen organiseren begin mei. Deze Annual Conference hebbenwe dit jaar vernieuwd en is nu een stuk dynamischer. Het is ook voor het eerst een wisselwerking tussen de studenten- en alumnikring.

Nico: Daarnaast willen we de alumni verwelkomen op eenietwat meer leerrijke activiteit in de fiscaliteit. Het is dan ook dedecaan van FEB Campus Carolus Antwerpen, Steve VanUytbergen, die met veel plezier de alumni wil verwelkomen.Verder kunnen we jullie meedelen dat er zeker nog eeninformele netwerkactiviteit op de planning staat alsook eeneindejaars activiteit waarbij wij onze Alumnus van het Jaar zullenkiezen en de Masterproef van het Jaar zullen uitreiken.

WAT ZIJN DE TOEKOMSTPLANNEN?

Ben: Door de opstart wordt momenteel gefocust op deontwikkeling van Absoc Alumni. Het doel bestaat erin dealumnibeweging van de campus nieuw leven in te blazenwaarbij deze organisch kan groeien.

Eva: samenvattend: Linking talent with business, even beyondeducation!

Meer info: www.feb.kuleuven.be/antwerpen/absocalumniof volg ons op LinkedIN.

Valérie Molly

Alumni@FEB

46

Na West-Vlaanderen in vorige ECONnect is het nu de beurt aan Antwerpen om de

werking van de regionale kern Antwerpen van Ekonomika Alumni voor te stellen.

Co-voorzitter Herman Provost, die samen met Hans D'Olieslager het voorzitterschap

van de regionale kern Ekonomika Antwerpen op zich neemt, komt aan het woord.

WELKE TYPE VAN ACTIVITEITEN ORGANISEERT DE KERN EKONOMIKA ANTWERPEN, EN WATHEEFT SUCCES, EN WAT NIET?

Herman Provost: Ekonomika Antwerpen organiseert een helewaaier van activiteiten: gaande van bedrijfsbezoeken overdebatten en voordrachten tot ook culturele en sportieveactiviteiten. We merken dat onze leden, buiten onze activiteiten,heel wat andere activiteiten hebben of drukke beroeps bezig -heden. We worden dus steeds – op een aangename manier –uitgedaagd om een interessante activiteit uit te werken. Dit merken we het laatste anderhalve jaar ook aan de leden diekomen: we zien regelmatig nieuwe gezichten opduiken op onzeactiviteiten en ook terug meer jongeren. Dit geeft hoop op eengoede toekomst voor onze regionale kern hier in Antwerpen!

WAT WAREN UW ACTIVITEITEN VAN DE JONGSTE 3 JAAR? (KAN JE DEZE EVEN OPSOMMEN?)

Wij doen een tiental activiteiten per jaar, wat erg veel is voor eenregionale kern (zie kadert voor activiteiten van jongste 2 jaar).

WAT ZIE JIJ ALS DE GROOTSTE UITDAGINGEN OMEEN REGIONALE KERN VAN EKONOMIKA ALUMNISUCCESVOL TE DOEN DRAAIEN?

Een regionale kern moet zich elke keer weer in vraag durvenstellen, ook al heb je succesvolle activiteiten achter de rug.

Hierbij zijn er wel een aantal uitdagingen:

• Zorg er ook voor dat je een goede mix hebt van jonge enoudere bestuursleden, zodat je steeds continuïteit hebt in jebestuur, waarbij de ervaringen uitgewisseld en doorgegevenworden aan elkaar, maar waardoor je ook activiteiten organiseertvoor jong en oud

• Maak een mix van bedrijfsbezoeken, debatten en cultureleactiviteiten

• Onderhoud de vriendschapbanden, want daar draait allesrond binnen Ekonomika

• Voorzie steeds de mogelijkheid om na de activiteit aannetwerking te kunnen doen want dat is iets wat onze ledenmeer en meer waarderen

ANTWERPEN

Voorstelling van de regionalekern Ekonomika Antwerpen

47

Activiteiten Ekonomika Antwerpen 2013

31/01/2013 Nieuwjaarsreceptie bij KPMG met Paul De Herdt in de Hoofdrol. Na een gedreven speech door Rudy Aernoudt werd er (naar tweejaarlijkse gewoonte) een Ekonomist in de hoofdrol* gezet. Hierbij werd hij in de hemel geprezen door Marc Van Rompaey en Fa Quix* Dit is een persoon die veel betekend heeft voor Ekonomika maar ook als ekonomist veel gedaan heeft 94 deelnemers

28/02/2013 Voorstelling Project BMWi bij BMW Jorssen in Schoten + een voordracht van Frank Van Camp (fiscalist van KPMG) over ‘groene auto fiscaliteit’ 37 deelnemers

28/04/2013 Volgen van een top Hockey match van de dames. Nadien, tijdens een etentje, een voordracht door 2 speelsters van de nationale ploeg: Stefanie De Groof en Erika Coppey over de Olympische spelen en (de sfeer in) de ploeg 50 deelnemers

01/06/2013 Wandeling in de polders van Kruibeke, gevolgd door een etentje 28 deelnemers

28/06/2013 Bezoek aan de Indische Jain-tempel in Antwerpen gevolgd door een etentje in een Indisch restaurant06/07/2013 50 deelnemers

07/09/2013 Grote Prijs Patrick Luysterman: jaarlijkse fietstocht in Bornem en omstreken, gevolgd door een gezellige BBQ vol ambiance 35 deelnemers

10/10/2013 Bezoek aan WDP = Warehouse De Pauw in Wolvertem-Meise, thema “Logistiek vastgoed” (incl. debat) 80 deelnemers

19/10/2013 Met Ekonomika naar Kathedraalconcert van de Lions Antwerpen. Nadien gelegenheid tot deelname aan de receptie op ’t Schoon Verdiep 50 deelnemers

12/12/2013 Toneelbezoek in de Lotto Arena: “Els de Schepper Feest” 20 deelnemers

Activiteiten Ekonomika Antwerpen 2014

29/01/2014 Nieuwjaarsreceptie bij KBC in den Boerentoren met 2 top-sprekers: Johan Willemen, ondernemer van het jaar 2013, en Anneleen De Smyter (van QRF) 173 deelnemers

26/04/2014 Bezoek aan de bouw van de Waaslandhavensluis onder leiding van Marc Peeters (afgev. Bestuurder BAM Belgie). Nadien een lichte lunch. 40 deelnemers

22/05/2014 Een avond rond Ondernemers en startups met de oprichters van Bongo Bon (Marc Verbruggen) en Kipling (Paul Van de Velde). Dit was een eerste – zeer geslaagde – samenwerking met de nieuwe Alumni vereniging van FEB Campus Carolus Antwerpen = Absoc Alumni 50 deelnemers

13/06/2014 Wandeling door het stadscentrum van Antwerpen met als thema “Verloren Dromen” onder begeleiding van dè stadsgids van Antwerpen = Tanguy Ottomer 40 deelnemers

06/09/2014 20ste Grote Prijs Patrick Luysterman: jaarlijkse fietstocht in Bornem en omstreken, gevolgd door een gezellige BBQ vol ambiance 27 deelnemers

25/09/2014 Bezoek achter de schermen van het Sportpaleis met voordien een gedreven voordracht door Jan Vereecke over hun succesverhaal 72 deelnemers

23/10/2014 Bedrijfsbezoek bij Niko Group NV met en voordracht door CEO Jef De Backer 60 deelnemers

20/11/2014 Voordrachtavond bij Kluwer Belgie door Philippe Verlinden over “Hoe verloont u uw werknemers maximaal op een fiscaalvriendelijke manier?” 70 deelnemers

WIE ZIJN DE DRIJVENDE KRACHTEN, HOE IS UW BESTUUR SAMENGESTELD, EN WAT IS DE TAAKVERDELING? IS ER VOLDOENDE CONTINUÏTEIT?

Ons bestuur bestaan uit 24 leden, waarbij het jongste bestuurs lid24 jaar is en het oudste 67 jaar. Hierbij vormen Hans D’Olieslageren ikzelf een duobaan als voorzitter, omdat we merken dat hetniet steeds eenvoudig is, door het drukke werk, om altijd overalaanwezig/actief te zijn. Willy Smits is al jaren onze trouwepenningmeester en Patrick d’Espallier heeft zich de laatste tijdopgeworpen (ter opvolging van ons betreurd bestuurslid EricDorpmans) als fotograaf en verslaggever van onze activiteiten.

De activiteiten worden steeds opgenomen door iemand van onsuitgebreid bestuur. Het grote aantal bestuursleden maakt het ookgemakkelijker om een activiteit door iemand te laten uitwerken.Deze persoon kan steeds rekenen op de andere bestuursledenvoor hulp bij de uitwerking hiervan.

Hans en ikzelf nemen ook deel aan de Raad van Bestuur vanEkonomika Alumni Nationaal in Leuven om alzo de band tussende regionale kern en Nationaal te verzekeren.

Alumni@FEB

48

HOE STAAT HET MET DE OPKOMST OP DE ACTIVITEITEN? EN WAT IS VOLGENS U DE TOEGEVOEGDE WAARDE VOOR DE LEDEN VAN ACTIVITEITEN VAN DE REGIONALE KERN?

Als we de nieuwjaarsrecepties niet meetellen hebben wegemiddeld zo’n 45-50 deelnemers per activiteit (waar er ookenkele uitschieters bij zijn telkens van 70 tot 90 deelnemers).Daarbovenop zien we dat onze nieuwjaarsrecepties zeer sterkgewaardeerd worden; kijk maar naar de opkomst: 2012 = 120deelnemers; 2013 = 94 deelnemers; 2014 = 173 deelnemers.

De meerwaarde van onze activiteiten ligt volgens ons opverschillende vlakken:• onze leden weten dat we hen steeds kwaliteitsvolle

activiteiten aanbieden;• de mix van verschillende activiteiten in ons jaarprogramma;• men weet dat er steeds wel iemand is die men kent: het feit

dat men voor de activiteit reeds kan zien wie er ingeschrevenis maakt dat mensen zich ook gemakkelijker gaan inschrijven;

• men leert ook vlot nieuwe mensen kennen;• men kan ook steeds aan netwerking doen: dit wordt meer en

meer gewaardeerd.

De mensen komen graag terug naar onze activiteiten. Het feit –enerzijds – dat de jongeren ook meer en meer naar onzeactiviteiten komen en – anderzijds – dat we regelmatig nieuwegezichten zien, overtuigt ons van het feit dat onze leden steedswel hun gading vinden in de door ons aangeboden activiteiten.

WAT ZOU U KUNNEN HELPEN OM UWACTIVITEITEN NOG SUCCESVOLLER TE MAKEN?

Daar denken wij elk jaar goed over na binnen onze Regionalekern Antwerpen. We blijven ons telkens in vraag stellen enproberen steeds een antwoord te vinden op de nieuweuitdagingen. We willen hierbij een verdere samenwerkingopzetten met de Alumni-vereniging Absoc Alumni van de FEBCampus Carolus Antwerpen. Hun inzichten gecombineerd metde onze moet ons toelaten om steeds nieuwe interessanteactiviteiten voor onze leden te organiseren.

Daarbij komt ook dat we ons regelmatig moeten focussen oprecente ontwikkelingen in het bedrijfsleven. We voelen goed aandat als we hier op inspelen onze leden massaal opkomen.

WAT IS UW PERSOONLIJKE PROFESSIONELELOOPBAAN/ACTIVITEIT?

Hans D’Olieslager is werkzaam als Team Leader van hetBusiness Analytics verkoopsteam bij Oracle België. In dezehoedanigheid leidt hij het verkoopsteam van 4 man, dat zichspecialiseert in het verkopen van de Oracle Business Analyticsoplossingen. Oracle is één van de wereldleiders in dit domein,en staat garant voor continue innovatie.

Ik ben een zelfstandig consultant (Consult Result BVBA) in IT-diensten waarbij ik me in eerste instantie richt op het Bank- enVerzekeringswezen. Op dit ogenblik voer ik een consultancytaak uit bij Argenta Spaarbank in Antwerpen als Domeinanalist.

KAN U EEN TIPJE VAN DE SLUIER LICHTEN OVERDE TOEKOMSTIGE ACTIVITEITEN VAN UW KERN?

Voor 2015 denken we er o.a. aan om de volgende activiteitente organiseren:• 29/01/2015: Nieuwjaarsreceptie bij La Baloise in Antwerpen• 26/02/2015: Bezoek aan het Panamarenko Universum• 20/03/2015: Quiz• 04/2015 (?): Bezoek aan het bedrijf Carta Mundi te Turnhout• 05/2015: Bezoek aan de biologische kruidenkwekerij Vegobel

van Steven Lauwers• 06/2015: Bezoek aan het Red Star Line Museum• 09/2015: De 21ste grote Prijs Patrick Luysterman (fietsuitstap)(en er volgen er nog)

BENT U NOG STEEDS TEVREDEN OVER WAT U KANDOEN VOOR EN MET EKONOMIKA ANTWERPEN?

Het feit dat onze leden – na een activiteit – ons komen zeggendat ze het goed vonden en dit ook doorzeggen aan hunvrienden doet ons plezier en stimuleert ons telkens om eenvolgende activiteit uit te werken voor hen.

Ik zelf ben nu al zo’n 25 jaar actief binnen de regionale kern vanAntwerpen en ondervind dat de mix tussen jong en oud enormstimulerend werkt. De vriendschap tussen de verschillendebestuursleden is hierbij zeer belangrijk. Het geeft me zelf eenenorme drive om er nog x-aantal jaren mee door te gaan.

Dus, als er mensen zijn die graag willen helpen bij het organiserenvan activiteiten van Ekonomika Antwerpen voor en door onzeEkonomika-leden, aarzel dan niet om mij of Hans D’Olieslagerte contacteren. Wij ontvangen u met open armen. Vraag ditmaar eens aan onze laatste twee toegetreden bestuursleden:Lien Noyens (afstudeerjaar 2013) en Pierrette Mercken.

Fa Quix

Naar goede traditie bij Ekonomika Antwerpen werd het weereen feestelijke Nieuwjaarsreceptie, waarbij onze gastheerBaloise Insurance onze Alumni-ledenleden op 29 januari inde watten legde. Baloise Insurance, ontstaan uit de fusie vanMercator, Avéro en Nateus, biedt een ruim assortiment aanverzekeringsoplossingen voor particulieren en bedrijven aan,zowel in Leven als in Niet-Leven. Zij behoort tot de top 5 vande verzekeraars Niet-Leven. In Maritieme en Transport -verzekeringen is Baloise Insurance marktleider in België.

Na de fusie werden alle medewerkers samengebracht in eenkantorencomplex in Berchem. Dit gaf de gelegenheid om eennieuwe richting te geven aan hoe medewerkers hun dagtakenvolbrengen in deze nieuwe constellatie.

Baloise Insurance tracteerde ons bij ons bezoek royaal op 3 mooie momenten:

Twee boeiende uiteenzettingen:

• Gert De Winter, CEO van Baloise Insurance BE, gaf onsbusiness inzichten over zijn onderneming, blikte terug ophet complex maar succesvol fusietraject, op de notoriëteitdie ze snel verwierven dankzij sportsponsoring (wielrennen,over “Intelligente Preventie” die zij als toegevoegde waardebij hun verzekeringen aanbieden (oa. het verzekeren van“Bob” als derde bestuurder, burn-out, diefstalpreventie),over hun Safety Days in het jaar op vrijdag de 13de (er zijner 3 dit jaar!)

• Koen Van Dyck, Directeur Facility Management Center,wijdde ons dan weer enthousiast in in “de Wereld van hetNieuwe Werken/Working Differently”. Hij legde uit waaromze sinds 2010 opteren voor “Work Space Design” metopen space, lego-blokken, copy & coffee corners, enpapier loos beleid, voor “Flex Desking”, voor thuiswerken(met weinig regels, maar veel tips), voor “Values in Action”,voor “Talent & Succession Management”, voor “EmployerEngaged Survey”, voor “Energie”-activiteiten (met ruimtesmet indrukwekkende fitnesstoestellen, Meet & Greet plekkenom te socializen en te ontspannen “Mental Balance”.Kortom, een cultuuromslag die aansloeg en meer dan ooitgedragen wordt door het personeel.

Een rondleiding in hun gloednieuwe kantoren, die volledigingericht zijn volgens hun eigen Visie over "De Wereld vanhet Nieuwe Werken", concreet vertaald in efficiënte énaangename werkconcepten.

En een gezellige, culinaire Nieuwjaarsreceptie als feestelijke“Meet & Greet”.

Conclusie: de afwezigen hadden weer eens groot ongelijk.Onze Voorzitters Hans D’Olieslager & Herman Provost zagentevreden dat de veeltallig aanwezige Alumni het nieuwe jaar2015 met frisse ideëen en extra “energie” feestelijk inhuldigden.

Patrick D'Espallier

49

Baloise Insurance enEkonomika Antwerpenklinken op 2015 !

Alumni@FEB

50

Donderdag 19 februari 2015 werd het officiële startschot gegeven voor het nieuwe

bestuur van de jongste regionale alumnikern Oost-Vlaanderen. Alle registers werden

opengetrokken om onze leden een boeiende avond te bezorgen in de Arteveldetoren

van KBC in Gent. Het kantorencomplex is sedert korte tijd hét oriëntatiepunt van de

streek en net daarom spreekt het hoogste gebouw van Gent tot ieders verbeelding.

Maar Ekonomika Oost-Vlaanderen zorgde ervoor dat het voor onze leden niet alleen

bij die verbeelding moest blijven… In KBC vonden wij dan ook een geschikte partner

om een avond van – zowel letterlijk als figuurlijk – hoog niveau te brengen.

NIEUW BESTUUR

Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om het nieuwebestuur op een stijlvolle manier voor te stellen:

“Samen met Didier Devooght (gewezen voorzitter), Peter Willaerten Jo Vanderlinden (gewezen penningmeesters), Bert Vanholder(gewezen voorzitter en trouwens een talentrijke private bankerbij KBC), Alain Vanderheyden (ondervoorzitter), en LudoVandenabeele (huidig penningmeester, maar vooral jarenlangonze voorzitter), zullen wij ons verder engageren om onder hetmotto ‘Utile Dulci’ nieuwe leden aan te trekken.”

ONZE EERSTE ACTIVITEIT WAS AL METEEN EENVOLTREFFER

Een gezonde mix van exclusieve ontvangst door de KBC-top,met toelichting over twee bijzonder actuele thema’s, en aansluitendeen culinaire verwennerij op de hoogste verdieping van de torenmet een adembenemend panoramisch uitzicht over de stad Gent.

“Maar naast de netwerking en het aanbieden van exclusieveactiviteiten gaan we ons specifiek voorbereiden op volgend jaar.2016 wordt immers een jubileumjaar. Onze kern bestaat dan25 jaar en dat gaan we niet onopgemerkt laten voorbij gaan.”

Ludo Vandenabeele, die 10 jaar voorzitter is geweest, werdeveneens gepast in de bloemetjes gezet. Daarbij werd zijnechtgenote Nadine niet over het hoofd gezien. Geheel in de stijlvan ‘fifty shades of grey’ werd hen een wellness-pakket aan -geboden. Kwestie van de herwonnen tijd op een actieve manierin te vullen.

ELK VERMOGEN HEEFT ZIJN EIGEN VERHAAL

In wisselende economische tijden is onzekerheid troef. Wat moeten we nog doen om onze welvaart te behouden, ofom ons veilig te stellen voor slechte tijden? Hoe willen we onzeerfgenamen laten genieten van wat we achterlaten, zonder datwe zelf in de kou komen te staan?

Dieren hamsteren, maar mogen de mensen hamsteren? Is verantwoordelijkheid opnemen voor de eigen toekomst verzoen -baar met solidariteit t.o.v. anderen?

Het ware eenvoudig zonder vadertje staat… want die denktvolop na hoe er nog meer middelen kunnen gehaald worden uitdie zuurverdiende spaarcenten, uit ons vermogen…

OOST-VLAANDEREN

KBC Arteveldetoren opent zijn deurenvoor Ekonomika Oost-Vlaanderen:Private Banking op hoog niveau

51

Voor de dieren lijkt het zo natuurlijk, maar de burger kan moeilijknog zelf een weg vinden om zijn eigen leven en financiën teplannen. Daarom wordt meer en meer beroep gedaan opspecialisten, zoals private bankers.

Onder ruime belangstelling werden tips aangaande ‘Successie -planning anno 2015’ en ‘hoe uw koopkracht veilig stellen’ gevolgd.

Mevr. Vansteenkiste, directeur KBC Private Banking Vlaanderen,gaf zelf toelichting bij de toppositie van KBC private banking.Actief in Vlaanderen en Brussel, met twintig Privatebanking -kantoren en één Wealth Office met gespecialiseerde teams van200 gecertifieerde private bankers.

KBC: AWARD BESTE PRIVATE BANKER VAN BELGIË

Vorig jaar werd KBC Private Banking door drie internationalegerenommeerde magazines, Euromoney, Private Wealth Magazine(onderdeel van de The Financial Times) en International Bankersbekroond met de award voor beste private banker van België.Door deze internationale erkenningen mag KBC Private Bankingterecht doorgaan als dé referentie in vermogensbeheer.

Om het vertrouwen van meer dan 13.500 klanten dagdagelijkste blijven verdienen, wordt maximaal aandacht besteed aan hetpersoonlijke contact tussen de klant en de private banker.Tevens wordt er steeds gezocht naar de beste formule om tothet rendement te komen dat wordt beoogt op lange termijn, ofom het risico extra te bewaken en de klant te beveiligen tegengrote tussentijdse schommelingen.

WALKING DINER

Trouwe en nieuwe leden vonden elkaar nadien bij een wel -gesmaakte walking diner. Iedereen was het erover eens: dit waseen uitzonderlijk verzorgde en leerrijke ontvangst.

Ekonomika Oost-Vlaanderen heeft alvast de toon gezet voorverdere uitbreiding van haar netwerk.

Bedankt KBC Private Banking!

Patricia De WaeleVoorzitter Ekonomika Oost-Vlaanderen

JAARLIJKSE EKONOMIKA-SENIORENDAG OP DONDERDAG 24 APRIL IN DE FACULTY CLUB

SAVE THE DATE - voor alle leden van Ekonomika Alumni die meer dan 40 jaar geleden begonnen zijn aan het "Handelskot". Op 24 april om 11u in de Faculty Club in Leuven is er de jaarlijkseEkonomika-Seniorendag. Speciale oproep aan onze jubilarissen, onze leden die 50 jaar geledenzijn begonnen en die plusminus zijn uitgekomen in 1968, het jaar van preases Bert Houben. Het organisatie comité roept alle jaargenoten op om de datum in hun agenda te noteren. Hou uw mailbox in 't oog en meer bepaald de maandelijkse EKO FLASH.

Brigitte De Clippel, Dirk Vyncke, Paul D’haene, Guy Taillieu, Frans Florquin, Bob Elzen, Bert Houben

Op de seniorendag van 2014

Alumni@FEB

52

BOEKONOMIKA

“Goed gevoel is essentieel voor creativiteit en innovatie”

Christian Henrard In hun toekomstgerichte doelstellingen hechten bedrijven, ondernemers en beleids -

makers veel belang aan technologische innovatie, waarvoor ze aanzienlijke bedragen

vrijmaken. Tegelijkertijd wordt echter de druk op de medewerkers verhoogd en wordt

er van hen steeds meer verlangd, wat kan leiden tot een verhoogd stressniveau

en de daaruit voortvloeiende "welvaartsziektes" zoals angststoringen, depressie en

burnout, thema’s die binnen veel bedrijven en organisaties nog steeds baden in

een sfeer van taboe.

In het boek "Emosan. Emoties, creativiteit eninnovatie" belicht management consultantChristian Henrard het wezenlijke belangdat emoties hebben voor effectievebeslissingen en de manier waarop emotiesde kwaliteit van die beslissingen kunnenverbeteren. Hij respecteert daarbij recentwetenschappelijk onder zoek rond dewerking van de hersenen. Diverse onder -

zoeken geven aan dat positieve emoties en een goed gevoelvan groot belang zijn voor creativiteit en innovatie. Stress -preventie vormt daarbij de grootste uitdaging voor elk bedrijf oforganisatie. De auteur pleit voor nieuwe denkpistes voorbedrijfs strategieën, waarbij emoties en goed gevoel de prioriteitkrijgen die nodig is om van creativiteit en innovatie te komen totEmosan Creovation. Emosan bevat het woord “emotie”, terwijl“san” in het Japans “respect” betekent. Emosan staat dus voorrespect voor de emoties van anderen en van onszelf.

De eerste uitdaging bestaat erin om emoties de plaats te gevendie ze verdienen bij het nemen van beslissingen zowel in depersoonlijke als in de bedrijfsomgeving. Binnen bedrijven enorganisaties wordt rationeel denken bewust nog vaak beschouwdals superieur, terwijl emoties gezien worden als iets “soft” datvermeden of onderdrukt moet worden. Diverse onderzoekenhebben echter aangetoond dat emoties een wezenlijke rolspelen in de belangrijke en minder belangrijke beslissingen diewe dagelijks nemen, en dat de kwaliteit van onze beslissingensterk vermindert als ons emotiesysteem niet goed functioneert.Andere researchbevindingen tonen aan dat bewust denken nietaltijd superieur is, zoals zo vaak gedacht wordt, maar sterkgelimiteerd wordt door de beperkte informatieverwerkings -capaciteit van onze bewuste hersenen. Voor complexebeslissingen waarin veel parameters een invloed hebben, is hetdan ook voordelig om gebruik te maken van onbewusteprocessen in onze hersenen. Dat “onbewust denken” speeltook een belangrijke rol bij creativiteit en innovatie.

Ch. HenrardEmosan - Emoties, creativiteit en innovatieISBN 978-90-441-3097-3240 blz., € 26,-Garant, Antwerpen-Apeldoorn

Voor meer informatie kunt u terecht bij: Christian Henrard [email protected]+32 (0)3 231 95 13of Veerle Bonckaert [email protected]+32 (0)3 231 29 05

53

De tweede uitdaging die in het boek besproken wordt, isstresspreventie. Omdat elke vorm van (bewust of onbewust)probleem oplossend en creatief denkend vermogen uitgeschakeldkan worden door negatieve emoties of lang durige, chronischestress, vormt stresspreventie de grootste uitdaging waarmeeelke organisatie geconfronteerd zal worden.

De door de WHO (World Health Organization) gepubliceerdecijfers over de impact van mentale gezondheidsproblemen enangststoringen, waaronder depressie en burnout, zijn ronduitalarmerend. Een op zes Europeanen krijgt er in de loop van zijnleven mee te maken. In het boek worden diverse strategieënvoor stresspreventie besproken, zowel op het individueel niveauals op het niveau van organisaties.

De derde en ultieme uitdaging, het realiseren van “EmosanCreovation”, is gekoppeld aan het grote belang dat bedrijvenhechten aan innovatie. Voor de ontwikkeling van technologischeinnovaties worden aanzienlijke budgetten uitgetrokken, wat uiterstlovenswaardig is. Als bedrijven echter tegelijkertijd de druk ophun medewerkers blijven verhogen en steeds hogere eisen aanhen gaan stellen om met minder mensen nog meer te presteren,kan dat leiden tot een verhoogd stressniveau dat het eigencreatief probleemoplossend vermogen volledig teniet kan doen.Vandaar dat de auteur ervoor pleit om emosan-“well-being” een prioritaire plaats te geven in bedrijfsvisies en -strategieën.De tijd is rijp voor bedrijven om het geweer van schouder teveranderen en van menselijk “kapitaal” en “war on talents” overte schakelen op een strategie waarin het welzijn van de mens – als mens en als medewerker – op de eerste plaats komt. Zulk een strategie is veel meer in overeenstemming met demanier waarop miljoenen jaren van evolutie onze emoties enonze hersenen gevormd hebben om ons te helpen overleven.

Henrard: "In een omgeving waarin de intrinsieke inhoud van dejob op zich motiverend is, waarin mensen fair behandeldworden en er een goede sfeer van samenwerking heerst, zullenhun creatieve en innovatieve talenten veel beter tot hun rechtkomen bij het oplossen van de grote en kleine uitdagingenwaarmee ze dagelijks te maken krijgen. Goede bedrijfs -resultaten zullen daarvan het gevolg zijn. Het gevoel daaraan tekunnen bijdragen, zal op zich een stimulans vormen voor decreovatieve medewerker en leiden tot een emotioneel-positievespiraal van gezond goed gevoel en well-being."

Fa Quix

OVER DE AUTEUR

Christian Henrard is burgerlijk ingenieur enMBA van de KU Leuven. Hij werkte bij Unileveren BP Nutrition en is nu al meer dan 25 jaarzelfstandig management consultant, gevestigdin Antwerpen. Eerder verschenen van hem:Emosan. Emotie en neurocommunicatie enEmosan. Emoties in verkoop en management.

Alumni@FEB

Rik Torfs spreekt"We moeten loskomen van de ideeënvan de twintigste eeuw die nog teveelonze geesten domineren; zowel in hetonderzoek, als in het onderwijs, als

in onze maatschappelijke betrokkenheid. We moeten nukiezen voor nieuwe ideeën in plaats van krampachtig vastte houden aan het bestaande", dat was de rode draaddoorheen de nieuwjaarstoespraak van Rector Rik Torfs(KU Leuven) in de volgelopen Promotiezaal van deLeuvense Universiteitshallen. Torfs hield die toepspraakter gelegenheid van het nieuwjaars event van VKWBrabant dat werd georganiseerd samen met VOKA-Kamer van Koophandel Leuven op 23 januari 2015.

"In onze twee kerntaken, onderzoek en onderwijs, zitten we nogteveel vast in de ideeën van de vorige eeuw. Centraal stonddaar de ‘maakbare mens in een maakbare wereld’. Dat was hetgevolg van het feit dat we zo’n halve eeuw daarvoor de kluistersvan het beklemmende leven van de jaren vijftig van ons haddenafgegooid. Plots was alles ‘maakbaar’. In de jaren ’90 ging mennog een stap verder in die richting: het adagio werd meten isweten. Alle doelstellingen moesten op paper staan, kwantificeer -baar zijn. De vraag die steeds werd gesteld was: is dat welwaar? Het was een mechanisch-constructivistische zienswijzeop mens en wereld, die ook in het onderwijs opgeld maakte.Het ging om het afpunten, punt per punt. Maar waar was dedrive, de droom, de ziel gebleven? De docent werd gereduceerdtot coach aan de zijlijn. De bezieling was weg".

"We hebben nu een nieuw systeem: the future self. Een studentaan de KU Leuven moet uiteraard technisch sterk zijn in zijnvakgebied. Hij moet grote beroepsbekwaamheid aan de dagkunnen leggen, zodat hij succesvol kan zijn bv. als tandarts ofal manager. Met succes is immers niets mis. Maar hij moet ookals mens breed gevormd worden. Ik gebruik graag het Duitsewoord Bildung. Het gaat om een diepere vorming als mens.Zodat hij/zij zich beter kan situeren, het kader kent waarin je alsmens kan functioneren. Dat betekent bijvoorbeeld kunnenincasseren, tegenslagen kunnen verwerken, zoals ziekte, echt -scheiding, ontslag, ... De traditie van onze universiteit geeftdaarbij zekerheid, rust, en geeft de moed om steeds weer doorte gaan. Succesvol niet-succesvol kunnen zijn, dat moet jekunnen als je hier de universiteit verlaat. Dat is ook eenbelangrijke troef voor wie in het bedrijfsleven aan de slag gaat.En voor de persoonsvorming betekent dit ook dat mengefundeerde waardeoordelen moet kunnen vellen. Kortom, hetgaat nu terug om de ideeën, en niet meer in de eerste plaatsom de technieken."

"In het onderzoek zijn we ook aan een herbronning bezig. Ja,in de twintigste eeuw hebben we in de onderzoeksmethodiekgrote sprongen vooruit gemaakt. Hulde! Voordien was hetonderzoek onderbelicht. Het onderzoek werd de voorbije halveeeuw geprofessionaliseerd, vanuit alweer een ‘meten is weten’.

Maar steeds minder kwam de vraag naar voren of we inhoudelijkgoed bezig waren. Publicaties werden vooral kwantitatiefbeoordeeld, alweer dat afvinken. Belangrijk was het aantal A1-publicaties, en het aantal topreferenties. Maar waar ging datonderzoek eigenlijk nog over? In de Harvard Business Schoolheeft men het roer helemaal omgegooid. Wie er onderzoek wilkomen doen moet op twee pagina’s beschrijven wie hij/zij is, enwat men wil bereiken, wat de prioriteiten zijn en wat men algerealiseerd heeft. Op slechts twee bladzijden! Men laat terughet waardeoordeel primeren op het puur kwantitatieve. In hetgesprek wordt duidelijk of iemand juiste beslissingen kan nemen,vergissingen kan toegeven, humor heeft, want humor helptrelativeren. We moeten vooral ijveren voor nieuwe ideeën inplaats van krampachtig vast te houden aan het bestaande."

"Dat komt ook overeen met de verschuiving in hetwetenschappelijk denken. Vroeger waren onderzoekers bezigmet materiaal te verzamelen, en inductief te werken. Trial anderror, and accidental success. Nu is de houding anders:materiaal weggooien, het overbodige uit de massa-informatieverwijderen. En werken met open access voor informatie. We hebben in deze tijd terug nood aan synthetische geesten,mensen die uit de overinformatie de essentie kunnen selecteren.We gaan van de inductieve naar de deductieve methode.Hyperspecialisatie zonder de capaciteit om een juiste synthesete kunnen maken is een doodlopend straatje."

"In dat nieuwe toekomstbeeld past ook de internationaliseringvan de universiteit. Aan de KU Leuven hebben we nu 8700buitenlandse studenten. En een derde van alle nieuwe professorenzijn buitenlanders. En tussen haakjes, dat is géén bedreigingvoor het Nederlands. Ik zie dat net omgekeerd. Via integratie inonze samenleving leren die professoren en hun families onzetaal en cultuur kennen. En die zullen later genereus onze taalen cultuur verdedigen. De Nederlanders? Welkom! We moetenoog hebben voor het kleine verschil, dat is zo’n verrijking."

"En tenslotte wil ik ook nog iets zeggen over morele moed.Morele moed is een vorm van hoge intelligentie. Het betekentdat je moedig genoeg bent om desnoods tegen de main streamgedachten in te gaan. Echt tegen de stroom in durven gaan,onafhankelijk en trots. Omdat je weet dat je juist bent. Dat ispas écht universitair. Want van wie zeker ‘nee’ kan zeggen weetje ook zeker dat een ‘ja’ een ‘ja’ is."

"Laat ons ook wat minder controledrift tonen. Want controle driftheeft onze samenleving haar schwung doen verliezen. Iets minder controle en iets meer vertrouwen zal ertoe leiden dateen briljant idee niet vroegtijdig – door de controle – in de kiemgesmoord wordt. Als universiteit moeten we meehelpen om diecultuur van vertrouwen te scheppen. Dat is ook durven. Maar wehebben geen andere keuze als we terug een dynamischesamenleving willen worden. De KU Leuven moet dat vertrouwenbrengen. Maar het is ook een opdracht voor ieder van u."

Fa Quix

54

HET LAATSTE WOORDEKONOMIKA BESTAAT 85 JAAR EN IS SPRINGLEVEND!

2015 is een lustrumjaar, het zeventiende al in de roemruchte geschiedenis vanEkonomika. En eens te meer laat Ekonomika Studenten zien dat het aan de top staatvan de Leuvense faculteitskringen: een grote en enthousiaste bestuurs ploeg, eenbrede en innovatieve waaier aan activiteiten, met nog altijd die aanstekelijke balanstussen Utile en Dulci.

En u als alumnus weet het ongetwijfeld ook: de hechte vriendschapsbanden die tijdensde studies aan de faculteit gesmeed worden en de brede ervaringen die men alsstudent aan onze faculteit opdoet, maken dat het “Leuven”-gevoel nooit verdwijnt.

Met diezelfde spirit en evenveel enthousiasme werkt Ekonomika Alumni na destudenten jaren verder en wilt een platform zijn waar alumni in diezelfde kenmerkendeUtile Dulci-stijl samen actief kunnen zijn: hoogwaardige netwerk evenementen waaropmet vroegere generatiegenoten herinneringen kunnen worden opgehaald, uniekebedrijfs bezoeken, mogelijkheden tot kennisname van het nieuwste academischonderzoek, kortom voor elk wat wils! De samen werking tussen alumni en studenten,alsook met de faculteit, verloopt optimaal en geeft een toegevoegde waarde aan elkeen.

Voor ons, alumni, is de studentenwerking van Ekonomika een garantie voor de toekomst, met tal van jongeren met verfrissendeideeën en nieuwe uitdagingen, en wij hopen dat ook u daar deel van blijft uitmaken.

In de voorbije jaren heeft het bestuur nauwgezet de uitgetekende strategie geïmplementeerd en de samenwerking met de Faculteit en met de universiteit verder geïntensifieerd. Internationale accreditaties en ook nationale aanpassingen van het universitaire onderwijslandschap vereisen een nauwere samenwerking tussen universitaire instellingen en haar alumni. Met haar succesvolle werking van 85 jaar is Ekonomika Alumni hier uitermate goed geplaatst om deze uitdaging meeinvulling te geven.

Onze meer dan 15 deelverenigingen (regionale kernen, vakgroepen, 5YG, senioren,…) werken nu actief mee aan de integratievan de alumniwerking aan de andere campussen. Met ECONnect gaan we u dan ook verder op de hoogte houden van de toch wel ingrijpende veranderingen die aan het “Handelskot” plaatsvinden, zowel in de faculteit als bij de studenten. Het laatste woord is hier nog niet over gesproken!

Freddy Nurski

Voorzitter

LIDMAATSCHAP 2015 BIJ EKONOMIKA ALUMNI VERGETEN?NU METEEN DOEN!

Een sterke Faculteit en een sterke alumnivereniging gaan hand in hand. Lid zijn van EkonomikaAlumni brengt u bovendien een unieke combinatie van Utile et Dulci: geen andere alumniverenigingin Vlaanderen weet deze 2 aspecten zo goed te combineren in een jaarwerking. Met meer dan 3.000 betalende leden staan wij aan de top van de alumniverenigingen van de KU Leuven.

Het lidgeld 2015 bedraagt 40 € te storten op rekeningnummer BE77 4310 6952 7142.

Belangrijk is ook uw e-mailadres. Krijgt u op dit ogenblik geen mails van ons, stuur dan uw e-mail -adres naar [email protected]. Dan blijft u op de hoogte van onze activiteiten.

Heeft u nog vragen? Contacteer ons secretariaat op [email protected] of bel op hetnummer 016/ 32 66 90 en vraag naar Katrien Wauters. Wij hopen u alvast te mogen verwelkomen op één van onze tientallen activiteiten die doorheen het jaar worden georganiseerd!

55

ECONnect

Driemaandelijks magazine

Gezamenlijke uitgave van de Leuvense campus van de Faculteit Economie enBedrijfswetenschappen(FEB@Leuven) van KU Leuven en Ekonomika Alumni, de vereniging van alumni van FEB@Leuven.

Contact: Michael Boelaert,[email protected], tel. +32 16 37 92 36, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven, Naamsestraat 69, 3000 Leuven

Hoofdredacteur: Fa Quix, [email protected]

Voorzitter redactieraad: Freddy Nurski, voorzitter Ekonomika Alumni

Kernredactie: Michael Boelaert,Loes Diricks, Koen Spliet, Freddy Nurski, Fa Quix, Peter Reusens, Luc Sels, Katrien Vanwetswinkel, Katrien Wauters, Maud Wellens

Fotografen: Jan Maryssael, Rob Stevens

Verantwoordelijke Uitgever:Luc Sels, decaan FEBNaamsestraat 69, 3000 Leuven

Druk: Artoos – www.artoos.be

Heeft u ook interesse om driemaandelijksECONnect toegestuurd te krijgen? Word lid van Ekonomika Alumni of mail [email protected]

ECONnect MagazinePagina’s Tarief

2/1 pagina € 2500 / editie



Jaarpakket 1/1 € 5950 / 4 edities € 1050 korting

Redactie +€ 500 / redactie wij schrijven en designen uw publireportage

Corporate partnershipTools Waarde

Jaardeal ECONnect: 4 x ½ pagina € 3800

Logo nieuwsbrief € 950 / jaar

Logo website € 950 / jaar

Vacature plaatsing x 3 € 1350

TOTAALPRIJS € 7050

Korting € 2050

UW PRIJS € 5000

Wij streven er ook naar om duurzame jaarpartnerships tesluiten met onze trouwe partners. In dat opzicht, bieden weeen totaalpakket aan van de verschillende communicatie -middelen, waarmee uw bedrijf of merk gedurende het helejaar over verschillende touchpoints tot bij onze alumni komt.

JobwerkingAfgestudeerde economen van de Faculteit Economie &Bedrijfs wetenschappen zijn gegeerde profielen op de arbeids markt. Doorheen hun carrière zien we dat zijgemiddeld 4 tot 5 keer van werkgever veranderen. Binnenons bereik van 15 000 alumni wil dit zeggen dat er jaarlijkszo’n 1500 alumni actief of passief op zoek zijn naar eennieuwe uitdaging, het is dan ook een van onze doelen omze hierbij te begeleiden waar mogelijk.

Als u concrete vacatures hebt, kunnen wij deze verspreidenonder onze alumni. Wij plaatsen vacatures op onze website,en gedurende 3 maanden wordt uw vacature ondergebracht in de “nieuwe vacatures” sectie van onze maandelijksenieuwsbrief naar onze 15000 alumni. Hier kan het logo vanuw bedrijf met titel van de vacature vermeld worden.

Daarnaast bieden we ook de mogelijkheid om een gerichte e-mail te sturen naar een selectie van onze alumnidatabase.De selectie kan op uw maat gemaakt worden, op basis vanonder andere regio, leeftijd en vakgroep. De kost hiervoor isdan ook variabel op basis van uw selectie.

Tool Tarief

Vacature plaatsing € 450 / vacature

Partnership Ekonomika Alumni vzw

DOC NIEU ECONNECT MAA15...skills programmes, sessies in verband met CV-writing en sollicitatie...

Documents

Transcript of DOC NIEU ECONNECT MAA15...skills programmes, sessies in verband met CV-writing en sollicitatie...