Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

445
STUDIE AANBODZIJDE DPO en visie kleinhandel provincie Limburg

description

In 2007 gaf het provinciebestuur de opdracht tot het opmaken van een Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg. Dit is een diepgaand onderzoek naar de gewijzigde detailhandelsontwikkelingen, met de evoluties in koopkrachtbinding, koopkrachttractie en koopkrachtvlucht. Het onderzoek leverde niet alleen bruikbare resultaten op voor het provinciale en lokale beleid inzake detailhandel, maar is ook nuttig voor alle detailhandelaars en retailers die op basis van de resultaten hun marktbenadering kunnen aanpassen en bijsturen. Het onderzoek bestaat uit vier delen: een aanbodstudie, een vraagstudie, een schets van de kaders waarbinnen de visie dient vorm gegeven te worden en last but not least de uiteindelijke visie met instrumentarium.

Transcript of Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Page 1: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

STUDIEAANBODZIJDE

DPO en visie kleinhandel provincie Limburg

Cover studies detailhandel:A4 11-06-2009 09:32 Pagina 2

Page 2: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Inhoudsopgave 1

Inhoudsopgave pagina

1. INLEIDING 3

1.1 Aanleiding 3 1.2 Opzet 3 1.3 Rapport 4

2. STRUCTUUR 5

2.1 Kleinhandel 5 2.2 Winkels 7 2.3 Diensten en horeca 21 2.4 Leegstand 23 2.5 Trends en ontwikkelingen 23

3. GEMEENTEN 29

Gemeente Alken 30 Gemeente As 32 Gemeente Beringen 34 Gemeente Bilzen 36 Gemeente Bocholt 38 Gemeente Borgloon 40 Gemeente Bree 42 Gemeente Diepenbeek 44 Gemeente Dilsen-Stokkem 46 Gemeente Genk 48 Gemeente Gingelom 50 Gemeente Halen 52 Gemeente Ham 54 Gemeente Hamont-Achel 56 Gemeente Hasselt 58 Gemeente Hechtel-Eksel 60 Gemeente Heers 62 Gemeente Herk-de-Stad 64 Gemeente Heusden-Zolder 66 Gemeente Hoeselt 68 Gemeente Houthalen-Helchteren 70 Gemeente Kinrooi 72 Gemeente Kortessem 74 Gemeente Lanaken 76

Page 3: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Inhoudsopgave 2

Inhoudsopgave (vervolg) pagina

Gemeente Leopoldsburg 78 Gemeente Lommel 80 Gemeente Lummen 82 Gemeente Maaseik 84 Gemeente Maasmechelen 86 Gemeente Meeuwen-Gruitrode 88 Gemeente Neerpelt 90 Gemeente Nieuwerkerken 92 Gemeente Opglabbeek 94 Gemeente Overpelt 96 Gemeente Peer 98 Gemeente Riemst 100 Gemeente Sint-Truiden 102 Gemeente Tessenderlo 104 Gemeente Tongeren 106 Gemeente Voeren 108 Gemeente Wellen 110 Gemeente Zonhoven 112 Gemeente Zutendaal 114

4. PLANNEN EN INITIATIEVEN 117

DEFINITIES

Page 4: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 1 3

1. INLEIDING

1.1 Aanleiding In opdracht van de deputatie van de provincie Limburg is door BRO een aanbodstudie van de kleinhandel in Limburg uitgevoerd. De studie van de aanbodzijde vormt onderdeel van een distributie-planologische studie. De opdracht aan BRO voorziet naast studies van respectievelijk de aanbod- en vraagzijde in de ontwikkeling van een visie voor de kleinhandel op middellange termijn. De distributie-planologische studie zal inzicht geven in de elementen en variabelen die een invloed hebben op vraag en aanbod in de kleinhandel en reikt provincie en gemeen-ten instrumenten aan om het sociaal-economisch en ruimtelijk evenwicht tussen vraag en aanbod te bewaren, te bevorderen of te versterken. Voorliggende rapportage bevat de resultaten en bevindingen van de studie naar het commerciële voorzieningenaanbod van de provincie Limburg, de eerste deelstudie van de opdracht. 1.2 Opzet Om de studie van de aanbodzijde te kunnen aanvatten zijn alle publiektoegankelijke ruimten met aldaar gevestigde consumentgerichte activiteiten in de provincie Limburg over een periode van enkele maanden bezocht en geïnventariseerd. Het betreft hier alle commerciële activiteiten zowel van kleinhandel als van dienstverstrekkers en horeca. Ook leegstaande commerciële panden werden geïnventariseerd. Van de in totaal meer dan 16 500 panden werden de belangrijkste kenmerken opgeno-men. Naast handelsnaam (embleem) betreft het de naam van de winkelformule, het adres, de winkelvloeroppervlakte, bestemming en branche. De opname levert een actue-le weergave op van de commerciële voorzieningen in de provincie, zowel in kwantitatieve als ruimtelijke zin.

Page 5: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 1 4

1.3 Rapport Hoofdstuk 2 In hoofdstuk twee wordt de structuur van de kleinhandel op provinciale schaal nader on-derzocht, zowel voor de kleinhandel in haar totaliteit als voor winkels, dienstverstrekkers en horeca apart. De winkelgebieden worden benoemd naar ruimtelijke maatstaven (concentraties versus verspreiding, perifeer versus centrumgebieden e.d.) en verder onderzocht op dichtheid en branchering. De voornaamste winkelconcentraties in de provincie zijn ook kwalitatief beknopt omschreven. Voorts worden algemene resultaten en relevante ontwikkelingen in de sectoren diensten en horeca nader toegelicht. Apart wordt ingegaan op omvang en spreiding van de leeg-stand in de provincie. Waar mogelijk zijn vergelijkingen getrokken met landelijke gegevens of gegevens uit een recente inventarisatie in Vlaams-Brabant.1 Hoofdstuk 3 In een volgend hoofdstuk worden voor 43 afzonderlijke gemeenten2 volgens een vast stramien de voornaamste resultaten van het winkelaanbod nader toegelicht. Het betreft hier per gemeente een verdeling naar handelsfuncties, goederengroepen en productgroepen (branchering). Voorts wordt de ruimtelijke structuur van het gemeentelijk aanbod nader bekeken en getoetst aan enkele parameters. Hoofdstuk 4 De voornaamste retailontwikkelingen die in uitvoering zijn of in de pipeline zitten worden in een algemeen overzicht voorgesteld in hoofdstuk 4.

1 Bron: Locatus, 2005. 2 In de gemeente Herstappe is geen winkelaanbod aanwezig. Van deze gemeente is om die reden geen

fiche opgemaakt.

Page 6: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 5

2. STRUCTUUR

2.1 Kleinhandel Kleinhandel totaal De kleinhandel en aanverwante functies in de provincie Limburg telt in totaal ruim 16 500 zaken. In onderstaande tabel zijn deze zaken onderverdeeld naar functie. Kleinhandel onderverdeeld naar functie

Functie Aantal

vestigingen

% aantal

vestigingen

Aantal vestigingen

per 1.000 inwoners

Winkels 6.727 41% 8,3

Horeca 3.534 21% 4,4

Diensten 5.076 31% 6,3

Overig 184 1% 0,2

Leegstand 996 6% 1,2

Totaal 16.517 100% 20,3

Bron: BRO, 2005.

Op basis van het inwonertal van de provincie kan de dichtheid (het aantal vestigingen per 1 000 inwoners) worden benaderd.3 De provincie Limburg telt gemiddeld 20 kleinhan-delsvestigingen per 1 000 inwoners, waarvan 8 winkels. Economische betekenis kleinhandel Limburg De tewerkstelling in de kleinhandel bestaat voornamelijk uit de loontrekkende tewerkstel-ling en de zelfstandigen. Limburg telt in totaal ca. 257 700 loontrekkende jobs. Daarvan zijn ruim 26 400 jobs in de kleinhandel (inclusief garagewezen) en de horeca. Dit komt neer op ca. 11% van het totaal aantal loontrekkende jobs. Dit aandeel is op het niveau van het Vlaams gewest en België vergelijkbaar. Loontrekkende jobs Limburg, Vlaams gewest en België

Limburg Vlaams gewest België

Totaal 257.730 1.989.123 3.487.283

Diensten 160.799 1.382.427 2.583.614

• Kleinhandel en garagewezen 18.113 148.638 262.979

• Horeca 9.304 69.807 114.616

Bron: RISZ, 2001.

3 Het inwonertal van de provincie Limburg bedraagt per 01/07/2005 in totaal ca. 811 960 inwoners. Bron: NIS, 2005.

Page 7: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 6

Recente cijfers over het aandeel zelfstandigen in de kleinhandel ontbreken. Op basis van cijfers uit 2001 kan worden gesteld dat van het totaal aantal zelfstandigen (inclusief hel-pers) ruim 40% werkzaam zijn in de handel en horeca. Hiermee zijn zelfstandigen binnen deze bedrijfstak zeer sterk vertegenwoordigd. De cijfers over het Vlaams gewest en Bel-gië laten een vergelijkbaar beeld zien. Aandeel zelfstandigen en helpers per bedrijfstak

Limburg Vlaams gewest België

Landbouw 9,9% 10,3% 9,6%

Nijverheid en ambachten (productie) 20,1% 20,7% 20,6%

Handel en horeca 42,3% 42,0% 40,7%

Vrije beroepen 17,6% 17,4% 20,1%

Diensten 9,7% 9,4% 8,8%

Diverse beroepen 0,4% 0,3% 0,2%

Totaal 100% 100% 100%

Bron: RISZ, 2001.

Andere verkoopkanalen dan handelszaken Naast verkoop in handelszaken worden via andere kanalen producten aangeboden. Veelal wordt onderscheid gemaakt tussen directe verkoop en verkoop op afstand. Directe verkoop: • De markt speelt, als vorm van ambulante handel, een belangrijke rol in de aanvulling

van reguliere handel. Limburg telt 35 openbare markten.4 Verkopers aan de openba-re weg of aan de deur spelen in mindere mate een rol.

• Diverse landbouw-, tuinbouw- en fruitbedrijven in Limburg verkopen producten recht-streeks aan de consument. De hoeveverkoop vormt een nevenactiviteit naast het uit-baten van het landbouwbedrijf. De verkochte producten, zoals fruit, groente, zuivel en vlees, worden op het bedrijf zelf of dat van een collega-landbouwer geproduceerd. In Haspengouw ligt het accent sterk op fruit.5

• Daarnaast vindt nog enige verkoop plaats via bijvoorbeeld musea, kruidentuinen, horecabedrijven, e.d.

Verkoop op afstand: • De elektronische kleinhandel, ook wel e-commerce genoemd, neemt een beperkt

maar groeiend aandeel van de verkopen voor haar rekening. • Als gevolg van de toename van e-commerce is de verkoop via postorderbedrijven

afgenomen. Toch zijn deze verkoopkanalen noemenswaardig. Via catalogi, maar bij-voorbeeld ook telefonisch, kunnen goederen worden aangeschaft. Het gaat hierbij vooral om kleding en kantoorartikelen.

4 Bron: Provincie Limburg, Markten Limburg, 2000/provinciale beroepsvereniging van marktkramers 5 Een uitputtend overzicht van hoevewinkels is niet aanwezig. In de door de provincie Limburg uitgegeven Adressengids Limburgse hoeveverkopers staan bijna 90 bedrijven genoemd.

Page 8: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 7

2.2 Winkels Winkelaanbod in Limburg relatief omvangrijk De provincie Limburg telt in 2005 in totaal ruim 6 700 winkels met een totaal winkelvloer-oppervlakte (wvo) van ca. 1 389 400 m². Het winkelaanbod in de provincie Limburg is beperkter van omvang (zowel in aantal winkels als in oppervlakte) dan het winkelaanbod in Vlaams-Brabant. Een recente inventarisatie in de provincie Vlaams-Brabant leert dat deze provincie ca. 7 200 winkels telt met een oppervlakte van ca. 1 430 000 m² wvo.6 Wanneer deze cijfers gerelateerd worden aan het inwonertal ontstaat echter een ander beeld. Vergelijking winkelaanbod Limburg en Vlaams-Brabant naar dichtheid

inwonertal

per 1 juli 2005

aantal winkels

per 1.000 inwoners

aantal m² winkel per

inwoner

Provincie Limburg 811.960 8,3 1,7

Provincie Vlaams-Brabant 1.040.260 6,9 1,4

Bron: NIS, BRO en Locatus, 2005.

Meer winkels per inwoner dan in Vlaams-Brabant In vergelijking met de provincie Vlaams-Brabant is de dichtheid (het aanbod per inwoner) in Limburg relatief hoog. Waar Limburg meer dan 8 winkels telt per 1 000 inwoners, ligt dit aantal in Vlaams-Brabant op bijna 7. Ook de winkeloppervlakte is relatief hoger in Limburg. Oorzaak hiervan is dat in Vlaams-Brabant veel koopkracht afvloeit naar Brussel, hetgeen tot een lager aanbod in Vlaams-Brabant leidt. Winkeloppervlakte in Limburg in afgelopen tien jaar toegenomen Een raming uit 1996 resulteerde in 7 818 winkels met een oppervlakte van ca. 1 353 573 m².7 Op basis van deze gegevens kan worden gesteld dat het aantal winkels in de afge-lopen tien jaar is afgenomen terwijl de vloeroppervlakte over dezelfde periode is toege-nomen. Dit betekent dat de omvang per winkel is toegenomen. Deze constatering is in lijn met de algemeen geconstateerde schaalvergroting. Winkels naar goederengroep

aantal m² wvo schaal % m² wvo

Convenience 2.093 290.450 139 21%

Shopping 3.083 659.410 214 47%

Specialty 1.551 439.520 283 32%

Totaal 6.727 1.389.380 207 100%

6 Bron: Locatus, 2005. 7 Bron: BBM, 1996. Deze raming is gebaseerd op een volledige opname van de kleinhandel in de periode1989 tot 1992, geactualiseerd met gunstig beoordeelde dossiers in het kader van de wet op de handelsvestigingen over de periode 1992 tot 1997 en met enkele geactualiseerde opnamen. Aangezien geen zicht was op de stopzettingen in de periode 1992 tot 1997 betreft het geen exacte cijfers, maar een raming.

Page 9: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 8

Lommel

Hamont-Achel

Neerpelt

Overpelt

Hechtel-Eksel

Leopoldsburg

Ham

Tessenderlo

Bocholt

Peer

Beringen

Bree Kinrooi

Meeuwen- Gruitrode

Maaseik

Houthalen-Helchteren

Lummen

HalenHerk-de-Stad

Zonhoven

Opglabbeek Dilsen- Stokkem

Maasmechelen

Zutendaal

Genk

Hasselt

Nieuwerkerken Alken

Diepenbeek

Sint-Truiden Wellen

Kortessem

Bilzen

Hoeselt

Lanaken

Borgloon

Gingelom

Heers

Tongeren

Riemst

Voeren

Heusden-Zolder

Page 10: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 9

Ongeveer de helft van de winkels valt in de categorie shopping goederen. Winkels in Limburg hebben een omvang van gemiddeld ca. 205 m² wvo. De omvang per winkel verschilt per goederengroep. Zo zijn convenience winkels kleiner van schaal en specialty winkels groter dan gemiddeld.

Winkels naar productgroep

aantal m² wvo schaal % m² wvo

Voeding 2.046 282.355 140 20%

Drogisterijartikelen/reukwaren 106 13.360 125 1%

Warenhuis 15 40.390 2.695 3%

Kleding/mode 1.094 170.600 155 12%

Schoenen/lederwaren 254 43.585 170 3%

Juwelier/optiek 289 15.155 50 1%

Huishoudelijke artikelen 338 58.860 175 4%

Media 153 22.375 145 2%

Hobby 115 9.155 80 1%

Sport en spel 145 47.610 330 3%

Bruin- en witgoed 407 53.115 130 4%

Doe-het-zelf 341 142.205 415 10%

Plant en dier 434 107.290 245 8%

Rijwielen/autoaccessoires 192 23.820 125 2%

Wonen 663 347.430 525 25%

Overige detailhandel 135 12.070 90 1%

Totaal 6.727 1.389.380 205 100%

Indeling van het winkelaanbod in de provincie Limburg naar productgroep levert de vol-gende constateringen op: • De productgroep voeding telt het meeste aantal winkels. Ook winkels in kleding en

mode zijn sterk vertegenwoordigd in Limburg. De winkels in beide productgroepen zijn echter relatief beperkt van schaal. De productgroep warenhuis is in aantal win-kels het minst omvangrijk.

• Gerekend naar winkeloppervlakte is de productgroep wonen het sterkst vertegen-woordigd, gevolgd door voeding, kleding/mode en doe-het-zelf aanbod. Het minst omvangrijk is het aanbod in de productgroepen hobby en drogisterijartike-len/reukwaren.

• De productgroep voeding omvat zowel superettes en supermarchés als speciaalza-ken. De provincie telt 335 superettes en 189 supermarchés.

• Gekeken naar de gemiddelde schaal van winkels valt op dat warenhuizen relatief omvangrijk zijn. Dat geldt ook voor woonwinkels en doe-het-zelfzaken. Juweliers en opticiens zijn relatief klein van opzet.

Page 11: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 10

As

Lommel

Hamont-Achel

Neerpelt

Overpelt

Hechtel-Eksel

Leopoldsburg

Ham

Tessenderlo

Bocholt

Peer

Beringen

Bree Kinrooi

Meeuwen- Gruitrode

Maaseik

Houthalen-Helchteren

Lummen

HalenHerk-de-Stad

Zonhoven

Opglabbeek Dilsen- Stokkem

Maasmechelen

Zutendaal

Genk

Hasselt

Nieuwerkerken Alken

Diepenbeek

Sint-Truiden Wellen

Kortessem

Bilzen

Hoeselt

Lanaken

Borgloon

Gingelom

Heers

Tongeren

Riemst

Voeren

Heusden-Zolder

Page 12: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 11

In onderstaande tabel zijn de Limburgse gemeenten gerangschikt naar het aantal win-kels. Ook het aantal winkels per 1 000 inwoners is aangegeven (de dichtheid).

Rangorde gemeenten naar aantal winkels

Nr. Gemeente Aantal

winkels

Dichtheid Nr. Gemeente Aantal

winkels

Dichtheid

1 Hasselt 901 13,1 23 Lummen 86 6,3

2 Genk 578 9,1 24 Herk-de-Stad 84 7,2

3 Sint-Truiden 458 12,2 25 Overpelt 82 6,3

4 Maasmechelen 396 11,0 26 Meeuwen-Gruitrode 76 6,1

5 Tongeren 357 12,0 27 Hechtel-Eksel 75 6,7

6 Lommel 311 9,9 28 Bocholt 74 6,1

7 Beringen 244 6,1 29 Borgloon 70 7,0

8 Maaseik 235 10,1 30 Alken 68 6,2

9 Bilzen 234 7,9 31 Kinrooi 67 5,6

10 Heusden-Zolder 208 6,8 32 Opglabbeek 66 7,1

11 Lanaken 199 8,2 33 Halen 61 7,3

12 Houthalen-Helchteren 170 5,8 34 Ham 59 6,2

13 Bree 154 10,8 35 Hoeselt 57 6,2

14 Neerpelt 140 8,8 36 Kortessem 44 5,5

15 Leopoldsburg 138 9,8 37 Zutendaal 42 6,1

16 Zonhoven 131 6,7 38 Wellen 41 6,0

17 Dilsen-Stokkem 124 6,7 39 Nieuwerkerken 40 6,2

18 Tessenderlo 122 7,5 40 Gingelom 35 4,5

19 Peer 121 7,8 41 Heers 26 3,9

20 Riemst 115 7,3 42 Voeren 22 5,1

21 Diepenbeek 105 6,0 43 As 17 2,3

22 Hamont-Achel 94 6,9 44 Herstappe 0 0,0

Het volgende valt op: • De provinciehoofdstad Hasselt is de gemeente met het meeste aantal winkels. Ook

de dichtheid (het aantal winkels per 1 000 inwoners) is in Hasselt het hoogst. • De stad Hasselt telt 13 winkels per 1 000 inwoners. Deze hoge dichtheid duidt op de

sterke verzorgingsfunctie van Hasselt voor inwoners uit andere gemeenten in Lim-burg.

• Met 578 winkels bezet Genk een tweede plaats. De dichtheid is in Genk echter aan-zienlijk lager. Gemeten naar dichtheid hebben gemeenten als Sint-Truiden, Tonge-ren, Maasmechelen en Bree een sterkere functie voor inwoners van buiten de eigen gemeente.

• Kleinere gemeenten, zoals bijvoorbeeld As, Voeren, Heers en Gingelom hebben logischerwijs een beperkt aantal winkels. Herstappe heeft geen winkelaanbod.

Page 13: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 12

Lommel

Hamont-Achel

Neerpelt

Overpelt

Hechtel-Eksel

Leopoldsburg

Ham

Tessenderlo

Bocholt

Peer

Beringen

Bree Kinrooi

Meeuwen- Gruitrode

Maaseik

Houthalen-Helchteren

Lummen

HalenHerk-de-Stad

Zonhoven

Opglabbeek Dilsen- Stokkem

Maasmechelen

Zutendaal

Genk

Hasselt

Nieuwerkerken Alken

Diepenbeek

Sint-Truiden Wellen

Kortessem

Bilzen

Hoeselt

Lanaken

Borgloon

Gingelom

Heers

Tongeren

Riemst

Voeren

Heusden-Zolder

Page 14: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 13

Rangorde gemeenten naar omvang winkelaanbod

Nr. Gemeente Omvang

winkelaanbod

Dichtheid

per inw.

Nr. Gemeente Omvang

winkel-

aanbod

Dichtheid

per inw.

1 Hasselt 208.335 3,0 23 Hamont-Achel 17.485 1,3

2 Genk 132.275 2,1 24 Neerpelt 17.040 1,1

3 Sint-Truiden 83.420 2,2 25 Herk-de-Stad 16.910 1,5

4 Maasmechelen 82.805 2,3 26 Opglabbeek 15.965 1,7

5 Lommel 74.470 2,4 27 Meeuwen-Gruitrode 13.330 1,1

6 Tongeren 55.065 1,9 28 Lummen 12.500 0,9

7 Peer 52.615 3,4 29 Nieuwerkerken 12.180 1,9

8 Riemst 49.475 3,1 30 Alken 12.130 1,1

9 Beringen 47.980 1,2 31 Hoeselt 11.375 1,2

10 Houthalen-Helchteren 45.430 1,5 32 Bocholt 11.095 0,9

11 Lanaken 42.200 1,7 33 Ham 10.795 1,1

12 Maaseik 37.880 1,6 34 Hechtel-Eksel 10.350 0,9

13 Bree 37.760 2,7 35 Halen 10.090 1,2

14 Heusden-Zolder 34.005 1,1 36 Borgloon 9.425 0,9

15 Bilzen 32.580 1,1 37 Zutendaal 7.910 1,2

16 Kinrooi 29.840 2,5 38 Kortessem 7.650 0,9

17 Diepenbeek 25.860 1,5 39 Heers 6.125 0,9

18 Zonhoven 21.760 1,1 40 Wellen 5.235 0,8

19 Dilsen-Stokkem 21.650 1,2 41 Gingelom 3.010 0,4

20 Overpelt 20.385 1,6 42 As 2.190 0,3

21 Leopoldsburg 20.200 1,4 43 Voeren 1.195 0,3

22 Tessenderlo 19.390 1,2 44 Herstappe 0 0,0

Het volgende valt op: • Hasselt neemt ook naar omvang van het winkelaanbod de eerste plaats in. • Gekeken naar de dichtheid per inwoner is het winkelaanbod in de stad Peer het

meest omvangrijk. De verklaring hiervoor kan worden gevonden in het omvangrijke aanbod aan baanwinkels.

• Ook Riemst heeft een omvangrijk winkelaanbod per inwoner. Tongeren, Genk en Beringen behoren tot de top 10 gemeenten naar omvang winkelaanbod. De dichtheid per inwoner in deze gemeenten is echter vrij laag.

• Opglabbeek en Herk-de-Stad vallen op doordat zij een in omvang relatief beperkt winkelaanbod combineren met een relatief hoge dichtheid.

• Door de omvang van het winkelaanbod te delen door het aantal vestigingen kan de schaalgrootte van winkels berekend worden. Hieruit valt het volgende op: in de ge-meenten Kinrooi, Peer, Riemst en Nieuwerkerken is de gemiddelde pandgrootte van de detailhandel hoger dan 300 m² wvo. In Gingelom en Voeren is de gemiddelde pandgrootte lager dan 100 m² wvo. Deze gegevens komen terug in de fiches in hoofdstuk 3.

Page 15: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 14

Page 16: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 15

Rangorde winkelgebieden naar aantal winkelvestiging en

Nr. Winkelgebied Aantal

vestigingen

Nr. Winkelgebied Aantal

vestigingen

1 Centrum Hasselt 437 22 Genkersteenweg Hasselt 41

2 Centrum Sint-Truiden 294 23 Lummen Centrum 38

3 Centrum Tongeren 238 24 Centrum Peer 36

4 Centrum Genk 235 25 Centrum Diepenbeek 32

5 Centrum Lommel 126 26 Centrum Neeroeteren Maaseik 30

6 Centrum Maaseik 119 27 Centrum Herk-de-Stad 30

7 Centrum Bilzen 102 28 Kermt Hasselt 29

8 Centrum Eisden Maasmechelen 94 29 Centrum Paal Beringen 29

9 Centrum Neerpelt 84 30 Hoevenzavel Genk 29

10 Maasmechelen Village 84 31 Kuringersteenweg Hasselt 28

11 Centrum Lanaken 83 32 Steenweg Lanaken 28

12 Centrum Bree 72 33 Centrum Overpelt 28

13 Centrum Leopoldsburg 71 34 Centrum Borgloon 28

14 Centrum Houthalen 65 35 Luikersteenweg Tongeren 27

15 Hasseltweg Genk 64 36 Centrum Koersel Beringen 27

16 Centrum Tessenderlo 64 37 Centrum Opglabbeek 27

17 Centrum Heusden 56 38 Centrum Wellen 24

18 Stalenstraat Genk 51 39 Vennestraat Genk 23

19 Centrum Zonhoven 49 40 Centrum Zolder 23

20 Centrum Beringen 44 41 Sint-Truidersteenweg Borgloon 22

21 M2 Shopping Center Maasmechelen 42 42 Steenweg Alken 21

In bovenstaand overzicht zijn de naar omvang grootste winkelgebieden aangegeven. Op basis hiervan kunnen de volgende constateringen worden gedaan: • Het centrum van Hasselt is het winkelgebied in Limburg met het grootste aantal win-

kels. De centrumgebieden van Sint-Truiden, Tongeren en Genk volgen op afstand. • Naast het centrum van Hasselt behoren ook winkelconcentraties langs diverse toe-

gangswegen naar Hasselt tot de grootste winkelgebieden. • Genk is de gemeente met het grootste aantal noteringen: naast het centrum gaat het

om de Hasseltweg, Stalenstraat, Hoevenzavel en de Vennestraat. • De gemeente Maasmechelen telt maar liefst drie winkelconcentraties bij de eerste 25

winkelgebieden: centrum Eisden, Maasmechelen Village en M2 Shopping Center Maasmechelen.

In naastliggend kaartbeeld zijn de grootste winkelgebieden aangegeven. Het betreft win-kelconcentraties met minimaal 10 winkels en minimaal 10 000 m² winkelvloeroppervlakte. Daarnaast zijn enkele bijzondere concentraties aangegeven.

Page 17: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 16

Rangorde winkelgebieden naar omvang winkelaanbod

Nr. Winkelgebied Omvang

winkel-

aanbod

Nr. Winkelgebied Omvang

winkel-

aanbod

1 Centrum Hasselt 72.745 22 Centrum Bilzen 10.805

2 Hasseltweg Genk 36.260 23 Centrum Neerpelt 10.215

3 Centrum Sint-Truiden 30.850 24 M2 Shopping Center Maasmechelen 8.550

4 Centrum Genk 30.600 25 Grote Baan Herk-de-Stad 7.990

5 Centrum Tongeren 25.925 26 Hasseltsesteenweg Sint-Truiden 7.890

6 Kuringersteenweg Hasselt 24.015 27 Centrum Bree 7.875

7 Genkersteenweg Hasselt 18.760 28 Centrum Tessenderlo 7.355

8 Centrum Eisden Maasmechelen 17.830 29 Diestersteenweg Nieuwerkerken 7.295

9 Venlosesteenweg Kinrooi 16.725 30 Centrum Leopoldsburg 7.085

10 Centrum Lommel 16.610 31 Centrum Zonhoven 6.830

11 Centrum Maaseik 15.500 32 Maasmechelen Village 6.795

12 Stalenstraat Genk 14.825 33 Steenweg Lanaken 6.695

13 Centrum Lanaken 14.225 34 Lummen Centrum 6.440

14 Luikersteenweg Tongeren 13.370 35 Centrum Overpelt 6.295

15 Buitensingel Lommel 13.335 36 Hendrik van Veldekesingel Hasselt 5.650

16 Schampbergstraat Hasselt 13.075 37 Toleik Bree 5.610

17 Centrum Heusden 12.860 38 Kermt Hasselt 5.310

18 Industrielaan Sint-Truiden 12.775 39 Centrum Peer 5.250

19 Centrum Houthalen 12.750 40 Centrum Ophoven 5.245

20 Nieuwstraat Diepenbeek 12.210 41 Lommelsesteenweg Leopoldsburg 5.060

21 Zuiderring Genk 11.875 42 Wijkstraat Diepenbeek 5.045

In bovenstaande tabel zijn de winkelgebieden gerangschikt naar omvang van het winkel-aanbod. • Ook wanneer naar de omvang van het winkelaanbod wordt gekeken, bezet het cen-

trum van Hasselt de eerste plaats. • Anders dan in de vorige tabel scoren naar omvang gerekend ook een aantal baan-

winkelconcentraties hoog. Relevant om te noemen zijn onder meer de Hasseltweg in Genk, de Kuringersteenweg en Genkersteenweg in Hasselt en de Venlosesteenweg in Kinrooi. Voor deze concentraties geldt dat het aantal winkels weliswaar relatief be-perkt is, maar de omvang per winkel groot.

• Het centrum van Zolder en Wellen komen in onderstaande tabel niet meer voor en vallen af als het gaat om de omvang van winkelconcentraties in m².

Page 18: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 17

Rangorde van winkelformules naar aantal vestigingen

Nr. Formule Aantal

vestigingen

Nr. Formule Aantal

vestigingen

1 Spar 51 27 Cash Fresh 9

2 Aldi Markt 44 27 Colruyt 9

3 Aveve 36 27 Delhaize 9

4 Supra 33 27 Shoes in the Box 9

5 Budget Slager 31 31 Brico 8

6 Leonidas 28 31 De Broodgalerij 8

7 Super GB Partner 26 31 E5 Mode 8

8 Oxfam Wereldwinkel 24 31 Esprit 8

9 Blokker 20 31 Het Graantje 8

9 Kruidvat 20 31 Ici Paris XL 8

11 Lidl 19 37 Contact GB 7

11 Zeeman 19 37 Exellent Electro 7

13 Ad Delhaize 18 37 Gamma 7

14 Press Shop 15 37 Hubo 7

14 Shoe Discount 15 37 Panos 7

16 Standaard Boekhandel 13 37 Pearle Opticien 7

17 Prémaman 12 37 Primo 7

17 Tecno 12 37 Street One 7

19 JBC 11 45 Avance 6

19 Mobistar Center 11 45 Belgacom 6

19 Proxy Delhaize 11 45 EP 6

19 Vangrootloon 11 45 Extrazone 6

23 Brantano 10 45 Hunkemöller 6

23 Eldi 10 45 Keurslager 6

23 Essec 10 45 Schlecker 6

23 Prik & Tik 10

Van de 6 700 winkels in Limburg is ca. 83% zelfstandig. Slechts 17% van de winkels behoort tot een formule. In bovenstaande tabel zijn de formules weergegeven met het grootste aantal vestigingen in Limburg. Hieruit valt het volgende op te maken: • Vooral supermarktformules zijn sterk vertegenwoordigd in Limburg. Het gaat dan om

formules als Spar, Aldi Markt, Supra en Super GB Partner. • Aveve is de best vertegenwoordigde niet-supermarktformule. Deze winkels verkopen

een divers aanbod aan artikelen, zoals tuinartikelen, hobbyartikelen, levensmiddelen en andere boerenproducten.

• Door ontwikkelingen als de toenemende vraag naar eerlijke producten en de mobiele telefonie is het vrij grote aantal vestigingen van formules zoals de Oxfam Wereldwin-kel, Mobistar Center, Essec en Belgacom te verklaren.

• Ook diverse levensmiddelenspeciaalzaken zijn terug te vinden in de top 45. Voor-beelden zijn: Budget Slager, Leonidas, Vangrootloon en Prik & Tik.

Page 19: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 18

Rangorde van winkelformules naar m² wvo

Nr. Formule Omvang

winkelaanbod

Nr. Formule Omvang

winkelaanbod

1 Super GB Partner 36.375 27 Primo 4.775

2 Aldi Markt 28.635 28 Zeeman 4.720

3 Carrefour 23.450 29 Hennes & Mauritz 4.200

4 Spar 19.120 30 Standaard Boekhandel 4.195

5 Aveve 17.650 31 Orga 4.100

6 Ad Delhaize 16.165 32 Prik & Tik 3.415

7 Brico 15.350 33 Leen Bakker 3.300

8 Colruyt 12.900 34 Scapino 2.920

9 Delhaize 12.515 35 Hema 2.690

10 Gamma 11.700 36 United Brands 2.640

11 Lidl 10.385 37 Top 1 Toys 2.600

12 Blokker 9.725 38 Media Markt 2.500

13 Hubo 9.150 39 Tecno 2.450

14 JBC 8.525 40 Prémaman 2.440

15 Cash Fresh 8.175 41 Pecotex 2.350

16 Fun 8.050 42 Vanden Borre 2.325

17 Shoe Discount 7.850 43 O’Cool 2.300

18 Brantano 7.175 44 Carpet Right 2.300

19 E5 Mode 6.375 45 AVA 2.181

20 Proxy Delhaize 6.065 46 Extrazone 2.145

21 Kruidvat 5.930 47 Vögele 2.075

22 Superconfex 5.900 48 Wibra 2.055

23 Gifi 5.725 49 Tom & Co 2.050

24 Supra 5.595 50 Eldi 2.000

25 C&A 5.375 51 Dreamland 2.000

26 Contact GB 5.025

In bovenstaande tabel zijn de winkelformules opgenomen met het meest omvangrijke aantal winkelmeters in de provincie Limburg. • Ook hier scoren de supermarktformules het hoogste. Super GB Partner neemt de

eerste plaats in, gevolgd door Aldi Markt, Carrefour en Spar. • Ook doe-het-zelfzaken zoals Gamma en Hubo beschikken over een relatief grote

winkeloppervlakte. • Ongeveer 34% van de totale winkeloppervlakte (ca. 475 000 m² wvo) in de provincie

is in gebruik bij formules. De overige 66% (ca. 915 000 m² wvo) wordt benut door zelfstandigen.

De verzorgingsindex Per gemeente kan op basis van de aanwezige metrage detailhandel en het aantal inwo-ners het verzorgingsniveau worden bepaald. Het verzorgingsniveau is niets anders dan de gemiddelde metrage van de winkelvloeroppervlakte dat in een gemeente per 1 000 inwoners beschikbaar is. Door het verzorgingsniveau van een gemeente af te zetten te-gen het gemiddelde van alle gemeenten in Vlaanderen resulteert de verzorgingsindex.

Page 20: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 19

Ligt de verzorgingsindex boven de 100, dan is er relatief veel aanbod; ligt de index onder de 100 dan is er relatief weinig aanbod. Ofwel:

Verzorgingsindex Classificatie

Groter of gelijk aan 160 Zeer hoog

Groter of gelijk aan 120 en kleiner dan 160 Hoog

Groter of gelijk aan 80 en kleiner dan 120 Gemiddeld

Groter of gelijk aan 40 en kleiner dan 80 Laag

Kleiner dan 40 Zeer laag

Hoge tot zeer hoge verzorgingsindexen kunnen duiden op een regiofunctie van het win-kelapparaat in de betreffende gemeente. Ook toerisme kan een verklarende factor zijn voor een hoge index. Een hoge index betekent niet per definitie dat de inwoners van de betreffende gemeente over de gehele branchelinie meer aanbod hebben. Soms betreft het enkele branches die sterk vertegenwoordigd zijn en die zich richten op de omliggende regio (bijvoorbeeld het grote aanbod op gebied van woninginrichting in Peer en Riemst). In het hieronder staande overzicht is per gemeente de verzorgingsindex gegeven. Peer, Riemst en Hasselt hebben in Limburg de hoogste verzorgingsindexen. Voor Peer en Riemst worden deze veroorzaakt door het grote aanbod op gebied van woninginrich-ting. Voor de gemeente Hasselt is het de zeer sterke provinciaal verzorgende functie voor het gehele kleinhandelsapparaat. Hoog is ook de verzorgingsindex van de gemeenten Bree, Kinrooi, Lommel, Maasmeche-len, Sint-Truiden en Genk. Bij de gemeente Kinrooi wordt deze voornamelijk veroorzaakt door het grote aanbod op gebied van woninginrichting en doe-het-zelf.

Page 21: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 20

Verzorgingsindex per gemeente

Gemeente Inwoners m² wvo m² / 1.000 m² Vl +bhg Index

Verzorgingsindex zeer hoog

Peer 15725 52615 3346 1643 204

Riemst 15815 49475 3128 1643 190

Hasselt 69540 208335 2996 1643 182

Verzorgingsindex hoog

Bree 14420 37760 2619 1643 159

Kinrooi 11995 29840 2488 1643 151

Lommel 31615 74470 2356 1643 143

Maasmechelen 36175 82805 2289 1643 139

Sint-Truiden 37990 83420 2196 1643 134

Genk 63605 132275 2080 1643 127

Verzorgingsindex gemiddeld

Tongeren 29635 55065 1858 1643 113

Nieuwerkerken 6585 12180 1850 1643 113

Lanaken 24450 42200 1726 1643 105

Opglabbeek 9415 15965 1696 1643 103

Maaseik 23565 37880 1607 1643 98

Overpelt 13245 20385 1539 1643 94

Houthalen Helchteren 29800 45430 1524 1643 93

Diepenbeek 17675 25860 1463 1643 89

Herk-de-stad 11665 16910 1450 1643 88

Leopoldsburg 14245 20200 1418 1643 86

Verzorgingsindex laag

Hamont-Achel 13780 17485 1269 1643 77

Hoesselt 9230 11375 1232 1643 75

Halen 8515 10090 1185 1643 72

Beringen 40850 47980 1175 1643 71

Tessenderlo 16650 19390 1165 1643 71

Zutendaal 6865 7910 1152 1643 70

Dilsen-Stokkem 18920 21650 1144 1643 70

Ham 9625 10795 1122 1643 68

Heusden-Zolder 30650 34005 1109 1643 68

Zonhoven 19695 21760 1105 1643 67

Alken 11035 12130 1099 1643 67

Bilzen 29860 32580 1091 1643 66

Meeuwen-Guitrode 12505 13330 1066 1643 65

Neerpelt 16065 17040 1061 1643 65

Kortessem 8085 7650 946 1643 58

Borgloon 10045 9425 938 1643 57

Heers 6685 6125 916 1643 56

Lummen 13665 12500 915 1643 56

Bocholt 12230 11095 907 1643 55

Hechtel-Eksel 11455 10350 904 1643 55

Wellen 6835 5235 766 1643 47

Verzorgingsindex zeer laag

Gingelom 7775 3010 387 1643 24

As 7445 2190 294 1643 18

Voeren 4240 1195 282 1643 17

Page 22: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 21

2.3 Diensten en horeca Diensten Diensten maken met ca. 5 100 vestigingen 30% van de totale kleinhandel uit. Binnen de dienstensector zijn de ambachten het sterkst vertegenwoordigd, met onder meer kap-pers, schoonheidssalons, schoenmakers en zonnebanken. Ook banken, garagebedrij-ven, financieel intermediairs en apothekers hebben veel vestigingspunten. In Hasselt (527), Genk (381) en Sint-Truiden (277) zijn de meeste diensten gevestigd. Aantal vestigingen in de dienstensector naar soort

Aantal vestigingen %

Ambacht 1.983 40%

Financiële dienstverlening 1.103 22%

Particuliere dienstverlening 820 16%

Automotive 792 16%

Brandstoffen 282 6%

Verhuur 96 2%

Totaal 5.076 100%

Horeca Horeca maakt met 3 534 vestigingen 21% uit van de kleinhandel als totaal. De cafés zijn het best vertegenwoordigd, gevolgd door fastfood (inclusief grillroom/shoarma) en restau-rants. Ook hier heeft Hasselt wederom het meeste aantal vestigingen (365), gevolgd door Genk (306)en Sint-Truiden (237). Nieuwerkerken en Wellen beschikken over slechts enkele horecavestigingen. Aantal vestigingen in de horecasector naar soort

Aantal vestigingen %

Cafés 1.366 39%

Fastfood 811 23%

Restaurants 792 22%

Lunchrooms/koffiehuizen 171 5%

Hotels 129 4%

Discotheken/nachtclubs 122 3%

IJssalons 72 2%

Partycentra 39 1%

Horeca overig 32 1%

Totaal 3.534 100%

Overige Onder de overige vestigingen worden bijvoorbeeld bibliotheken, musea, theaters en bios-copen gerekend. Zij maken in totaal slechts 2% uit van de totale kleinhandel.

Page 23: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 22

Lommel

Hamont-Achel

Neerpelt

Overpelt

Hechtel-Eksel

Leopoldsburg

Ham

Tessenderlo

Bocholt

Peer

Beringen

Bree Kinrooi

Meeuwen- Gruitrode

Maaseik

Houthalen-Helchteren

Lummen

HalenHerk-de-Stad

Zonhoven

Opglabbeek Dilsen- Stokkem

Maasmechelen

Zutendaal

Genk

Hasselt

Nieuwerkerken Alken

Diepenbeek

Sint-Truiden

Wellen

Kortessem

Bilzen

Hoeselt

Lanaken

Borgloon

Gingelom Heers

Tongeren

Riemst

Voeren

Heusden-Zolder

Page 24: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 23

2.4 Leegstand Bijna 1 000 panden met een kleinhandelsbestemming in de provincie staan leeg. Dit is 6% van het totale bestand. Over Vlaams-Brabant zijn ramingen bekend. Dit maakt verge-lijking mogelijk. De leegstand in Vlaams-Brabant is met 744 panden lager dan die in Lim-burg. 2.5 Trends en ontwikkelingen Landelijke trends, maar ook ontwikkelingen in huishoudensamenstelling en veranderend beleid hebben gevolgen voor de kleinhandelsstructuur van de provincie Limburg. Deze trends en ontwikkelingen zijn deels al zichtbaar. De volgende aspecten hebben gevolgen (gehad) voor de winkelstructuur van Limburg: Kleinere huishoudens en toenemende vergrijzing Ongeveer een derde van de Belgische gezinnen bestaat nog uit koppels met kinderen, ongeveer evenveel als er alleenstaanden zijn. Nog eens een kwart zijn koppels zonder kinderen. Deze trend naar kleinere gezinnen zal zich nog doorzetten door het toenemen-de aantal echtscheidingen. De beroepsbevolking in Limburg zal tot 2010 toenemen met gemiddeld 1 920 personen per jaar. Na 2010 wordt een daling verwacht; de vergrijzing van de bevolking neemt toe.

De tertiaire sector versterkt zich Voornamelijk door de ontwikkelingen in de industrie, de bevolkingsgroei, de inkomens-groei, de overheidsstimuli en de relatief lage tertiaire tewerkstelling in het verleden, kende Limburg een relatief sterke groei van de werkgelegenheid in de tertiaire sector. Niettemin is deze sector in Limburg nog ondervertegenwoordigd in vergelijking met de meeste an-dere provincies. Als gevolg van een vergrijzende bevolking zal de tertiaire sector ook in de toekomst groeien, doordat de behoefte aan verzorgende diensten zoals bejaarden-zorg zal stijgen.

Het aandeel 65-plussers in Limburg zal de komende jaren verder toenemen. Dit biedt kansen voor de

kleinhandel. Hierdoor kunnen in bepaalde productgroepen het aantal winkels gaan groeien. Een voor-

beeld is de productgroep juwelier en optiek waar bijvoorbeeld ook hoortoestellen onder worden gere-

kend. Senioren stellen andere eisen aan winkels en horeca, zoals bredere paden in winkels, minder

diepe winkelkarren en voldoende ruimte tussen tafels in de horeca. Studies uit buurlanden hebben

aangetoond dat winkels met grote deuren, lage drempels en praktische inrichting meer uitnodigen om

binnen te gaan. Bron: www.gelijkekansen.vlaanderen.be

Page 25: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 24

Ikea-wet Op 1 maart 2005 is de nieuwe wet betreffende handelsvestigingen van kracht, welke de wet van 29 juni 1975 vervangt. De wet inzake de vergunning van handelsvestigingen, zoals de Ikea-wet officieel heet, vereenvoudigt de procedure van handelsvestigingen voor de toekenning van vergunningen aan grote handelszaken. Volgens deze wet zijn de ge-meenten bevoegd om vergunningen toe te kennen voor handelszaken groter dan 400 m². De termijn voor goedkeuring wordt meer dan gehalveerd. Daarnaast is ook de verdeling van het nationale grondgebied in zones afgeschaft. Groei van grote complexen met gemengde bestemming In binnensteden worden winkels en vrijetijdsvoorzieningen geïntegreerd in grote com-plexen met een gemengde bestemming. Door verscherping van de regelgeving worden vergunningen naar verwachting makkelijker vergund in binnensteden dan in meer peri-feer gelegen ontwikkelingslocaties, waar een lange proceduretijd voor staat. Trend schaalvergroting winkels zet druk op kleine k ernen Van de ruime mogelijkheden die de gewestplannen boden, heeft de kleinhandel dank-baar gebruik gemaakt om alternatieve locaties te zoeken. Die locaties bieden extra mo-gelijkheden voor grotere handelsvoorzieningen en komen tegemoet aan de mobielere consument. Die verschuiving naar grotere winkels heeft ertoe geleid dat de gemiddelde verkoopvloeroppervlakte van de kleinhandel in Limburg sedert 1975 is toegenomen van 93 m² tot 170 m² wvo. Deze grootschalige en meer perifere nieuwe winkelvoorzieningen leiden tot aantasting van de historisch gegroeide hiërarchische structuur en leefbaarheid van de bestaande meer centraal in de kleinstedelijke gebieden gelegen voorzieningen.

Funshoppen versus runshoppen: ervaringen en beleven issen versus efficiëntie Mensen gaan bewuster om met de invulling van hun vrije tijd. Daarbij neemt het recrea-tief winkelen, ook wel funshoppen genaamd, aan belang toe. In toenemende mate vraagt de consument om belevings- en ervaringselementen; hij is bereid hiervoor verder te rei-zen. Outletwinkelconcentratie Maasmechelen Village is een goed voorbeeld van fun-shoppen in Limburg. In tegenstelling tot het funshoppen wil de consument gemakkelijk en efficiënt de dagelijkse boodschappen kunnen doen. Dit runshoppen of doelgericht winke-len wordt als een verplichting ervaren en moet daarom zo min mogelijk tijd kosten. Hier-voor winkelt men het liefst dicht bij huis.

Meer dan een kwart van de Zuid-Limburgse bevolking woont in kernen van minder dan 1 000 inwo-

ners. Hier stellen zich specifieke problemen in verband met de leefbaarheid als gevolg van het be-

perkte draagvlak van deze kleine leefgemeenschappen voor allerhande voorzieningen namelijk

onderwijs, sociale en culturele voorzieningen, huisvesting, handel en ook tewerkstelling. In de kern-

gebieden van steden en dorpen wordt een grote leegstand van gemiddeld 11% of meer vastgesteld.

Bron: Limburgs economisch strategisch ontwikkelingsplan, 2002 en Ruimtelijk structuurplan provincie

Limburg, 2003

Page 26: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 25

Nationale en internationale detailhandelsorganisati es expanderen Door overnames en marktintrede zijn nationale en internationale detailhandelsorganisa-ties in belang aan het toenemen. Voorbeeld is Carrefour (GIB) die onder andere met de GB Express en Contact formules het aantal winkels uitbreidt. Andere voorbeelden zijn Hennes & Mauritz en Zara. Met name aan stadsranden vestigen zich deze buitenlandse ketens. Buurtwinkels zullen terrein winnen op de hypermarkt en en grootwarenhuizen Kleine winkels verliezen al tientallen jaren marktaandeel, maar blijven wel populair bij alleenstaanden en gezinnen zonder kinderen. Omdat die bevolkingsgroep toeneemt, wordt verwacht dat ze de komende jaren zullen floreren. Het gaat dan niet om winkels van kleine zelfstandigen, maar om kleine filialen van grote warenhuisketens. Hypermark-ten zoals Carrefour en Cora zullen hun marktaandeel op voedingsproducten zien dalen.

Prijzenoorlog supermarkten gestart Er vindt momenteel een prijzenoorlog plaats tussen supermarkten. Supermarkten ver-kleinen hun marges op producten om een hogere verkoop te bewerkstelligen. Op korte termijn levert dit prijsvoordelen op voor de consument. Op langere termijn zou dit kunnen leiden tot het verdwijnen van de kleinere spelers op de markt, een verschraling van het aanbod, een daling van de tewerkstelling en uiteindelijk prijsstijging voor de consument door het gebrek aan concurrentie. Kleinhandelsbestedingen van consumenten dalen Niet de kleinhandel, maar informatica, telecommunicatie, diensten en vrije tijd zijn de pijlers van de nieuwe economie. De productie- en consumptiegroei van basisgoederen als voeding, kleding en huisvesting zijn gestagneerd.

De belangrijkste supermarktketens in België, zoals Carrefour Groep, spelen duidelijk in op deze trend

naar buurtwinkels met formules met een oppervlakte tot een maximum van 600 m². Voorbeelden zijn

de GB Express en de GB Contact formule. Zij maken inmiddels 40% uit van het totaal aantal winkels

van Carrefour in België. Dezelfde beweging is te zien bij Delhaize die zijn City en Proxy formules snel

uitbreidt. Bron: www.vrtnieuws.net en www.vlerick.be/news

De Belgische supermarktgroep Delhaize gaat mee in de Belgische supermarktoorlog. De supermarkt

zal de prijs van duizend producten verlagen. Met de actie hoopt de tweede keten van België weerstand

te bieden tegen prijsvechters Aldi en Lidl en buitenlandse rivalen Carrefour. “Er gaat niet echt iets

veranderen, maar wij moeten de indruk wegnemen dat wij duurder zijn”, zegt Arthur Goedhals van

Delhaize. Bron: Financiële Dagblad, 5 januari 2006

Page 27: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 26

Page 28: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 27

Zo dalen de gezinsbestedingen aan kleinhandel. Maakten de bestedingen van gezinnen aan kleinhandel in 1979 nog 45,5% van de totale bestedingen uit, in 2001 bedroeg deze nog maar 34,3%8. Een groter deel van het inkomen gaat naar wonen, gezondheid, ver-voer en communicatie, cultuur, ontspanning en onderwijs. De E-economie demateriali-seert de economie. Handel via de elektronische weg, productie, distributie en consumptie van kleinere en lichtere goederen, diensten, web- en infotainment nemen toe. Sociale- en milieuaspecten spelen in toenemende mat e een rol bij het aankoopge-drag van consumenten Deze trend is zichtbaar in de kleinhandel door het aanbieden van onder andere biologi-sche producten. Deze hebben sinds de laatste jaren een vaste schapruimte gekregen in supermarkten. Steeds meer consumenten hebben een voorkeur voor verantwoorde en gevarieerde producten. Daarnaast is in toenemende mate aandacht voor verantwoord ondernemen, wat in de kleinhandel terug te vinden is middels het aanbod aan niet met kinderarbeid geproduceerde kleding en milieuvriendelijke en duurzame producten. Branchevervaging en het aanbieden van branchevreemd e producten neemt toe Om de consument te binden en door de toenemende concurrentie nemen winkels niet alleen branchevreemde producten, maar ook sectorvreemde goederen op in het assorti-ment. Daarnaast gaan bijvoorbeeld supermarkten zich steeds meer profileren als dienst-verlener door de integratie van een fotoservice, stomerij en soms zelfs een drogisterij en planten & bloemen.

8 Bron: NIS, Huishoudbudgetenquête.

Het aantal wereldwinkels in Belgisch-Limburg is de laatste jaren gegroeid. Zo heeft Oxfam Wereld-

winkel 24 filialen in de provincie. De Oxfam wereldwinkel is het belangrijkste verkoopkanaal van

Oxfam Fairtrade producten in Vlaanderen en Wallonië en wordt opgericht door vrijwilligers. Sinds

enkele jaren worden deze eerlijke handelsproducten echter ook verkocht in verschillende supermark-

ten zoals Carrefour, Delhaize, Colruyt en Bioplanet. Bron: www.oww.be

Kruidvat verkoopt speelgoed en stunt met de prijs van deze artikelen. Dezelfde artikelen zijn met een

hoger prijskaartje in de speelgoedwinkels te koop. De speelgoedwinkel heeft echter een ruimer assor-

timent aan speelgoed en biedt daardoor meer service. Hierdoor zal de consument waarschijnlijk de

weg naar de speelgoedwinkel blijven vinden. Bron: Orizontaal, magazine november 2005

Page 29: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 28

Verruimde winkelopeningstijden Momenteel gaat een discussie over de avondopenstelling en zondagse openstelling van winkels. De wetgeving op de openingstijden voor handelszaken regelt de verplichte we-kelijkse rustdag, de beperking van de winkelopeningstijden en het zondagswinkelen. Gemeenten erkend als toeristisch centrum kunnen verregaande verruimingen bekomen op de winkelopeningstijden en daardoor de rustdag loslaten. In de praktijk blijkt dat keten- en filiaalbedrijven eenvoudiger kunnen inspelen op verruiming van winkelopeningstijden dan zelfstandigen.

Page 30: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 29

3. GEMEENTEN

In dit hoofdstuk is voor elk van de gemeenten (behalve Herstappe) een tweetal fiches opgenomen waarin de belangrijkste gegevens zijn opgenomen ten aanzien van de klein-handel. De opzet is als volgt: Het kaartbeeld geeft steeds de omvang van het winkelaanbod per gemeente aan. Dit geeft in één oogopslag een goed beeld van de positie van de betreffende gemeente bin-nen de regio. Vervolgens zijn tabellen opgenomen over het aantal handelsfuncties, de verdeling van het winkelaanbod naar goederengroep en productgroep. Het aanbod naar productgroep is in een figuur steeds afgezet tegen het winkelaanbod in plaatsen van vergelijkbare omvang. Daarbij is een indeling naar vier klassen gehanteerd: • gemeenten tot 10 000 inwoners; • gemeenten met 10 000 tot 20 000 inwoners; • gemeenten met 20 000 tot 40 000 inwoners; • gemeenten met 40 000 inwoners of meer. Voorts wordt ingezoomd op de spreiding van winkels over de verschillende typen concen-traties en zijn de belangrijkste concentraties per gemeente genoemd. Een groep winkels wordt beschouwd als een concentratie wanneer sprake is van minimaal 5 winkels op korte afstand van elkaar gelegen, met een duidelijke ruimtelijke samenhang. Tenslotte is tevens per gemeente de verzorgingsindex genoemd.

Page 31: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 30

Gemeente Alken

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 68 36%

Horeca 38 20%

Diensten 70 37%

Overig 3 2%

Leegstand 11 6%

Totaal 192 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 24 3.100 129 26%

Shopping 29 5.820 201 48%

Specialty 15 3.210 214 26%

Totaal 68 12.130 178 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 24 3.100 129 26%

Drogisterijartikelen/reukwaren 1 40 40 0%

Kleding/mode 5 320 64 3%

Schoenen/lederwaren 2 140 70 1%

Juwelier/optiek 1 100 100 1%

Huishoudelijke artikelen 1 60 60 0%

Sport en spel 1 300 300 2%

Bruin- en witgoed 4 440 110 4%

Doe-het-zelf 10 2.950 295 24%

Plant en dier 8 1.940 243 16%

Rijwielen/autoaccessoires 2 360 180 3%

Wonen 8 2.310 289 19%

Overige detailhandel 1 70 70 1%

Totaal 68 12.130 178 100%

Page 32: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 31

Gemeente Alken

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 19 1.795 94 15%

Baanwinkels 21 3.610 172 30%

Verspreide bewinkeling 28 6.725 240 55%

Totaal 68 12.130 178 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Alken 19 11 21 1 5

Steenweg 21 10 9 2

Kengetallen gemeente

Inwonertal 11.035

Verzorgingsindex 67 laag

Page 33: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 32

Gemeente As

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 17 20%

Horeca 28 29%

Diensten 44 44%

Overig 4 4%

Leegstand 3 3%

Totaal 96 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 10 1.195 120 55%

Shopping 5 940 188 43%

Specialty 2 55 28 3%

Totaal 17 2.190 129 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 9 1.075 119 49%

Kleding/mode 1 40 40 2%

Huishoudelijke artikelen 1 110 110 5%

Media 1 120 120 5%

Hobby 1 90 90 4%

Doe-het-zelf 1 250 250 11%

Rijwielen/autoaccessoires 1 20 20 1%

Wonen 1 35 35 2%

Overige detailhandel 1 450 450 21%

Totaal 17 2.190 129 100%

Page 34: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 33

Gemeente As

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 5 505 101 23%

Verspreide bewinkeling 12 1.685 140 77%

Totaal 17 2.190 129 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum As 5 6 9 1 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 7.445

Verzorgingsindex 18 Zeer laag

Page 35: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 34

Gemeente Beringen

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 244 39%

Horeca 127 20%

Diensten 198 32%

Overig 13 2%

Leegstand 46 7%

Totaal 628 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 101 15.331 152 32%

Shopping 90 23.765 264 50%

Specialty 53 8.883 168 19%

Totaal 244 47.979 197 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 101 15.331 152 32%

Drogisterijartikelen/reukwaren 6 605 101 1%

Kleding/mode 36 12.890 358 27%

Schoenen/lederwaren 6 1.700 283 4%

Juwelier/optiek 9 435 48 1%

Huishoudelijke artikelen 10 1.240 124 3%

Media 2 230 115 0%

Hobby 1 100 100 0%

Sport en spel 2 260 130 1%

Bruin- en witgoed 13 1.670 128 3%

Doe-het-zelf 9 4.460 496 9%

Plant en dier 16 2.190 137 5%

Rijwielen/autoaccessoires 10 910 91 2%

Wonen 21 5.868 279 12%

Overige detailhandel 2 90 45 0%

Totaal 244 47.979 197 100%

Page 36: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 35

Gemeente Beringen

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 107 14.816 138 31%

Baanwinkels 16 5.710 357 12%

Verspreide bewinkeling 121 27.453 227 57%

Totaal 244 47.979 197 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Beringen 44 19 29 1 15

Centrum Beverlo 7 4 8 1 3

Centrum Koersel 27 19 22 2 6

Centrum Paal 29 16 17 2 8

Diestersesteenweg 8 2 3 1

Koolmijnlaan 8 2 2 1 2

Kengetallen gemeente

Inwonertal 40.850

Verzorgingsindex 71 Laag

Page 37: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 36

Gemeente Bilzen

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 234 41%

Horeca 117 20%

Diensten 175 31%

Overig 4 1%

Leegstand 41 7%

Totaal 571 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 83 8.718 105 27%

Shopping 100 14.951 150 46%

Specialty 51 8.913 175 27%

Totaal 234 32.582 139 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 79 8.553 108 26%

Drogisterijartikelen/reukwaren 4 675 169 2%

Kleding/mode 39 3.885 100 12%

Schoenen/lederwaren 9 900 100 3%

Juwelier/optiek 12 430 36 1%

Huishoudelijke artikelen 8 985 123 3%

Media 8 470 59 1%

Hobby 3 155 52 0%

Sport en spel 5 851 170 3%

Bruin- en witgoed 12 798 67 2%

Doe-het-zelf 6 2510 418 8%

Plant en dier 17 4.275 251 13%

Rijwielen/autoaccessoires 4 295 74 1%

Wonen 23 7.390 321 23%

Overige detailhandel 5 410 82 1%

Totaal 234 32.582 139 100%

Page 38: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 37

Gemeente Bilzen

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 102 10.803 106 33%

Baanwinkels 32 5.086 159 16%

Verspreide bewinkeling 100 16.693 167 51%

Totaal 234 32.582 139 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Bilzen 102 42 44 1 30

Hasseltsestraat 14 16 23 1

Maastrichterstraat 18 10 11

Kengetallen gemeente

Inwonertal 29.860

Verzorgingsindex 66 Laag

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

8.000

9.000

10.000

Voeding Persoonlijkeverzorging

Huishouden enwoninginrichting

Hobby, sport envrije tijd

Kleding/schoeisel Vervoer Overige

Bilzen

Vergelijkbare gemeenten

Page 39: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 38

Gemeente Bocholt

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 74 38%

Horeca 48 24%

Diensten 65 33%

Overig 2 1%

Leegstand 8 4%

Totaal 197 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 32 3.014 94 27%

Shopping 22 4.365 198 39%

Specialty 20 3.715 186 33%

Totaal 74 11.094 150 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 32 3.014 94 27%

Drogisterijartikelen/reukwaren 1 130 130 1%

Kleding/mode 2 650 325 6%

Juwelier/optiek 5 190 38 2%

Huishoudelijke artikelen 2 380 190 3%

Hobby 1 25 25 0%

Sport en spel 2 850 425 8%

Bruin- en witgoed 5 460 92 4%

Doe-het-zelf 5 1.090 218 10%

Plant en dier 7 1.165 166 11%

Rijwielen/autoaccessoires 3 175 58 2%

Wonen 7 2.890 413 26%

Overige detailhandel 2 75 38 1%

Totaal 74 11.094 150 100%

Page 40: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 39

Gemeente Bocholt

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 19 1.586 83 14%

Ondersteunend 8 1.100 138 10%

Verspreide bewinkeling 47 8.408 179 76%

Totaal 74 11.094 150 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Bocholt 19 13 19 2 5

Kaulillerdorp 8 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 12.230

Verzorgingsindex 55 Laag

Page 41: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 40

Gemeente Borgloon

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 70 33%

Horeca 54 24%

Diensten 85 36%

Overig 4 2%

Leegstand 12 5%

Totaal 225 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 28 3.431 123 36%

Shopping 28 4.286 153 45%

Specialty 14 1.709 122 18%

Totaal 70 9.426 135 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 28 3.431 123 36%

Kleding/mode 5 564 113 6%

Schoenen/lederwaren 1 35 35 0%

Juwelier/optiek 3 140 47 1%

Huishoudelijke artikelen 1 25 25 0%

Media 1 65 65 1%

Hobby 3 123 41 1%

Sport en spel 1 35 35 0%

Bruin- en witgoed 2 230 115 2%

Doe-het-zelf 6 1.840 307 20%

Plant en dier 8 1.469 184 16%

Rijwielen/autoaccessoires 4 499 125 5%

Wonen 5 840 168 9%

Overige detailhandel 2 130 65 1%

Totaal 70 9.426 135 100%

Page 42: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 41

Gemeente Borgloon

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 28 2.400 86 25%

Baanwinkels 22 4.315 196 46%

Verspreide bewinkeling 20 2.711 136 29%

Totaal 70 9.426 135 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Borgloon 28 9 16 1 9

Sint-Truidersteenweg 22 16 22 1 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 10.045

Verzorgingsindex 57 laag

Page 43: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 42

Gemeente Bree

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 154 44%

Horeca 56 16%

Diensten 120 34%

Overig 5 1%

Leegstand 14 4%

Totaal 349 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 47 7.522 160 20%

Shopping 66 19.611 297 52%

Specialty 41 10.629 259 28%

Totaal 154 37.762 245 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 47 7.522 160 20%

Drogisterijartikelen/reukwaren 2 375 188 1%

Warenhuis 1 3.800 3800 10%

Kleding/mode 24 4.756 198 13%

Schoenen/lederwaren 6 2.690 448 7%

Juwelier/optiek 7 615 88 2%

Huishoudelijke artikelen 8 1.515 189 4%

Media 2 420 210 1%

Hobby 5 290 58 1%

Sport en spel 3 850 283 2%

Bruin- en witgoed 15 1.820 121 5%

Doe-het-zelf 8 2.995 374 8%

Plant en dier 7 1.920 274 5%

Rijwielen/autoaccessoires 4 1.185 296 3%

Wonen 15 7.009 467 19%

Totaal 154 37.762 245 100%

Page 44: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 43

Gemeente Bree

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 72 7.873 109 21%

Grootschalige concentratie 9 5.610 623 15%

Verspreide bewinkeling 73 24.279 333 64%

Totaal 154 37.762 245 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Bree 72 24 40 3 13

Toleik 9 1 2

Kengetallen gemeente

Inwonertal 14.420

Verzorgingsindex 159 Hoog

Page 45: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 44

Gemeente Diepenbeek

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 105 36%

Horeca 69 24%

Diensten 100 34%

Overig 4 1%

Leegstand 13 4%

Totaal 291 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 40 7.195 180 28%

Shopping 37 7.372 199 29%

Specialty 28 11.295 403 44%

Totaal 105 25.862 246 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 40 7.195 180 28%

Drogisterijartikelen/reukwaren 2 75 38 0%

Kleding/mode 10 1.530 153 6%

Schoenen/lederwaren 2 130 65 1%

Juwelier/optiek 5 640 128 2%

Huishoudelijke artikelen 5 815 163 3%

Media 1 55 55 0%

Hobby 2 67 34 0%

Bruin- en witgoed 7 420 60 2%

Doe-het-zelf 6 2.940 490 11%

Plant en dier 7 1.670 239 6%

Rijwielen/autoaccessoires 4 515 129 2%

Wonen 12 9.720 810 38%

Overige detailhandel 2 90 45 0%

Totaal 105 25.862 246 100%

Page 46: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 45

Gemeente Diepenbeek

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 32 3.160 99 12%

Ondersteunend 12 5.045 420 20%

Baanwinkels 20 12.210 611 47%

Verspreide bewinkeling 41 5.447 133 21%

Totaal 105 25.862 246 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Diepenbeek 32 22 32 2 11

Nieuwstraat 20 13 11 1

Wijkstraat 12 2 6

gemeente

Inwonertal 17.675

Verzorgingsindex 89 Gemiddeld

Page 47: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 46

Gemeente Dilsen-Stokkem

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 124 37%

Horeca 80 24%

Diensten 107 32%

Overig 2 1%

Leegstand 18 5%

Totaal 331 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 47 5.513 117 25%

Shopping 37 8.407 227 39%

Specialty 40 7.730 193 36%

Totaal 124 21.650 175 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 47 5.513 117 25%

Drogisterijartikelen/reukwaren 1 50 50 0%

Kleding/mode 6 1.467 245 7%

Schoenen/lederwaren 3 165 55 1%

Juwelier/optiek 3 100 33 0%

Huishoudelijke artikelen 3 1.320 440 6%

Hobby 2 55 28 0%

Sport en spel 3 815 272 4%

Bruin- en witgoed 13 4.645 357 21%

Doe-het-zelf 12 3.505 292 16%

Plant en dier 7 1.030 147 5%

Rijwielen/autoaccessoires 5 445 89 2%

Wonen 19 2.540 134 12%

Totaal 124 21.650 175 100%

Page 48: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 47

Gemeente Dilsen-Stokkem

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 23 2.195 95 10%

Verspreide bewinkeling 101 19.455 193 90%

Totaal 124 21.650 175 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Dilsen 13 3 10

Centrum Stokkem 10 15 5 3

gemeente

Inwonertal 18.920

Verzorgingsindex 70 Laag

Page 49: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 48

Gemeente Genk

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 578 42%

Horeca 306 22%

Diensten 389 28%

Overig 14 1%

Leegstand 83 6%

Totaal 1.370 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 159 23.560 148 18%

Shopping 285 73.267 257 55%

Specialty 134 35.450 265 27%

Totaal 578 132.277 229 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 155 23.295 150 18%

Drogisterijartikelen/reukwaren 10 1.370 137 1%

Warenhuis 3 7.515 2505 6%

Kleding/mode 104 16.318 157 12%

Schoenen/lederwaren 31 7.540 243 6%

Juwelier/optiek 25 1.345 54 1%

Huishoudelijke artikelen 27 7.520 279 6%

Media 18 1.830 102 1%

Hobby 15 2.484 166 2%

Sport en spel 13 6.845 527 5%

Bruin- en witgoed 34 5.310 156 4%

Doe-het-zelf 27 14.800 548 11%

Plant en dier 26 5.880 226 4%

Rijwielen/autoaccessoires 14 1.620 116 1%

Wonen 61 27.175 445 21%

Overige detailhandel 15 1.430 95 1%

Totaal 578 132.277 229 100%

Page 50: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 49

Gemeente Genk

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 235 30.600 130 23%

Ondersteunend 127 27.179 214 21%

Grootschalige concentratie 13 11.875 913 9%

Baanwinkels 64 36.260 567 27%

Verspreide bewinkeling 139 26.363 190 20%

Totaal 578 132.277 229 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Genk 235 95 126 2 35

Guillaume Lambertlaan 10 11 10 1 3

Hasseltweg 64 18 10 3

Hoevenzavel 29 15 12 3 6

Landwaartslaan 9 6 11

Sledderlo 5 2 1 1

Stalenstraat 51 18 20 1 11

Vennestraat 23 17 17 1 6

Zuiderring 13

Kengetallen gemeente

Inwonertal 63.605

Verzorgingsindex 127 Hoog

Page 51: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 50

Gemeente Gingelom

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 35 36%

Horeca 23 21%

Diensten 48 41%

Overig 1 1%

Leegstand 1 1%

Totaal 108 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 18 1.715 95 57%

Shopping 11 950 86 32%

Specialty 6 345 58 11%

Totaal 35 3.010 86 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 18 1.715 95 57%

Kleding/mode 2 130 65 4%

Schoenen/lederwaren 1 30 30 1%

Huishoudelijke artikelen 1 25 25 1%

Bruin- en witgoed 2 85 43 3%

Doe-het-zelf 1 300 300 10%

Plant en dier 5 415 83 14%

Rijwielen/autoaccessoires 1 40 40 1%

Wonen 3 220 73 7%

Overige detailhandel 1 50 50 2%

Totaal 35 3.010 86 100%

Page 52: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 51

Gemeente Gingelom

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 8 965 121 32%

Verspreide bewinkeling 27 2.045 76 68%

Totaal 35 3.010 86 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Gingelom 8 6 8 1 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 7.775

Verzorgingsindex 24 Zeer laag

Page 53: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 52

Gemeente Halen

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 61 39%

Horeca 33 20%

Diensten 56 33%

Overig 5 3%

Leegstand 7 4%

Totaal 162 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 19 2.225 117 22%

Shopping 21 4.545 216 45%

Specialty 21 3.320 158 33%

Totaal 61 10.090 165 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 18 2.075 115 21%

Warenhuis 1 1.800 1800 18%

Kleding/mode 5 695 139 7%

Juwelier/optiek 2 85 43 1%

Huishoudelijke artikelen 3 640 213 6%

Media 1 150 150 1%

Bruin- en witgoed 5 405 81 4%

Doe-het-zelf 6 755 126 7%

Plant en dier 5 605 121 6%

Rijwielen/autoaccessoires 3 150 50 1%

Wonen 11 2.680 244 27%

Overige detailhandel 1 50 50 0%

Totaal 61 10.090 165 100%

Page 54: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 53

Gemeente Halen

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 18 2.655 148 26%

Baanwinkels 7 2.370 339 23%

Verspreide bewinkeling 36 5.065 141 50%

Totaal 61 10.090 165 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Halen 18 9 14 4

Staatsbaan 7 4 9 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 8.515

Verzorgingsindex 72 Laag

Page 55: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 54

Gemeente Ham

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 59 41%

Horeca 33 22%

Diensten 54 34%

Leegstand 6 4%

Totaal 152 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 21 2.670 127 25%

Shopping 20 4.313 216 40%

Specialty 18 3.810 212 35%

Totaal 59 10.793 183 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 21 2.670 127 25%

Kleding/mode 4 580 145 5%

Juwelier/optiek 3 115 38 1%

Huishoudelijke artikelen 2 240 120 2%

Hobby 2 100 50 1%

Sport en spel 1 38 38 0%

Bruin- en witgoed 4 535 134 5%

Doe-het-zelf 5 460 92 4%

Plant en dier 6 2.895 483 27%

Rijwielen/autoaccessoires 3 390 130 4%

Wonen 8 2.770 346 26%

Totaal 59 10.793 183 100%

Page 56: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 55

Gemeente Ham

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 16 1.388 87 13%

Verspreide bewinkeling 43 9.405 219 87%

Totaal 59 10.793 183 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Kwaadmechelen 8 5 7 2

Centrum Oostham 8 3 4 2

Kengetallen gemeente

Inwonertal 9.625

Verzorgingsindex 68 Laag

Page 57: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 56

Gemeente Hamont-Achel

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 94 44%

Horeca 47 21%

Diensten 69 28%

Overig 3 1%

Leegstand 12 5%

Totaal 225 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 27 4.948 183 28%

Shopping 44 6.450 147 37%

Specialty 23 6.085 265 35%

Totaal 94 17.483 186 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 27 4.948 183 28%

Kleding/mode 5 335 67 2%

Schoenen/lederwaren 2 80 40 0%

Juwelier/optiek 3 85 28 0%

Huishoudelijke artikelen 12 690 58 4%

Hobby 1 80 80 0%

Sport en spel 4 560 140 3%

Bruin- en witgoed 6 520 87 3%

Doe-het-zelf 7 1.590 227 9%

Plant en dier 10 2.910 291 17%

Rijwielen/autoaccessoires 3 540 180 3%

Wonen 11 4.940 449 28%

Overige detailhandel 3 205 68 1%

Totaal 94 17.483 186 100%

Page 58: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 57

Gemeente Hamont-Achel

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 26 5.575 214 32%

Verspreide bewinkeling 68 11.908 175 68%

Totaal 94 17.483 186 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Achel 11 8 10 1 2

Centrum Hamont 15 10 17 5

Kengetallen gemeente

Inwonertal 13.780

Verzorgingsindex 77 Laag

Page 59: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 58

Gemeente Hasselt

Handelsfuncties Aantal % aantal

Detailhandel 901 46%

Horeca 365 19%

Diensten 537 28%

Overig 31 2%

Leegstand 115 6%

Totaal 1.949 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 210 26.906 128 13%

Shopping 493 129.156 262 62%

Specialty 198 52.274 264 25%

Totaal 901 208.336 231 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 204 23.746 116 11%

Drogisterijartikelen/reukwaren 12 2.095 175 1%

Warenhuis 3 19.950 6650 10%

Kleding/mode 237 42.731 180 21%

Schoenen/lederwaren 48 6.818 142 3%

Juwelier/optiek 47 3.161 67 2%

Huishoudelijke artikelen 39 7.918 203 4%

Media 33 8.341 253 4%

Hobby 11 1.230 112 1%

Sport en spel 28 10.615 379 5%

Bruin- en witgoed 37 7.820 211 4%

Doe-het-zelf 23 16.240 706 8%

Plant en dier 47 14.655 312 7%

Rijwielen/autoaccessoires 21 2.630 125 1%

Wonen 93 38.663 416 19%

Overige detailhandel 18 1.723 96 1%

Totaal 901 208.336 231 100%

Page 60: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 59

Gemeente Hasselt

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 437 72.743 166 35%

Ondersteunend 53 8.167 154 4%

Grootschalige concentratie 13 18.725 1.440 9%

Baanwinkels 160 61.074 382 29%

Verspreide bewinkeling 238 47.627 200 23%

Totaal 901 208.336 231 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Hasselt 437 139 100 16 54

Genkersteenweg 41 5 6

Hendrik van Veldekesingel 5

Kermt 29 11 22 4

Kuringersteenweg 34 10 16 1 6

Schampbergstraat 8 2

Sint-Hubertusplein 12 4 10 3

Sint-Truidersteenweg 20 7 9 1 2

Stevoort 12 5 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 69.540

Verzorgingsindex 182 Zeer hoog

Page 61: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 60

Gemeente Hechtel-Eksel

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 75 35%

Horeca 61 27%

Diensten 71 30%

Overig 3 1%

Leegstand 13 6%

Totaal 223 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 28 2.779 99 27%

Shopping 26 5.058 195 49%

Specialty 21 2.515 120 24%

Totaal 75 10.352 138 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 28 2.779 99 27%

Drogisterijartikelen/reukwaren 1 45 45 0%

Kleding/mode 4 728 182 7%

Schoenen/lederwaren 1 30 30 0%

Juwelier/optiek 3 130 43 1%

Huishoudelijke artikelen 5 2.425 485 23%

Hobby 1 50 50 0%

Bruin- en witgoed 8 600 75 6%

Doe-het-zelf 6 1.380 230 13%

Plant en dier 4 250 63 2%

Rijwielen/autoaccessoires 2 145 73 1%

Wonen 8 1.640 205 16%

Overige detailhandel 4 150 38 1%

Totaal 75 10.352 138 100%

Page 62: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 61

Gemeente Hechtel-Eksel

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 25 1.736 69 17%

Baanwinkels 10 1.730 173 17%

Verspreide bewinkeling 40 6.886 172 67%

Totaal 75 10.352 138 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Eksel 15 9 19 2

Centrum Hechtel 10 5 7 1 3

Hasseltsebaan 10 13 10 1 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 11.455

Verzorgingsindex 55 Laag

Page 63: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 62

Gemeente Heers

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 26 34%

Horeca 25 30%

Diensten 27 30%

Leegstand 5 6%

Totaal 83 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 13 1.865 143 30%

Shopping 7 1.190 170 19%

Specialty 6 3.070 512 50%

Totaal 26 6.125 236 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 13 1.865 143 30%

Schoenen/lederwaren 1 625 625 10%

Juwelier/optiek 1 30 30 0%

Media 1 45 45 1%

Bruin- en witgoed 2 340 170 6%

Plant en dier 5 520 104 8%

Wonen 3 2.700 900 44%

Totaal 26 6.125 236 100%

Page 64: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 63

Gemeente Heers

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 4 240 60 4%

Verspreide bewinkeling 22 5.885 268 96%

Totaal 26 6.125 236 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Steenweg 4 4 5 3

Kengetallen gemeente

Inwonertal 6.685

Verzorgingsindex 56 Laag

Page 65: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 64

Gemeente Herk-de-Stad

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 84 36%

Horeca 52 23%

Diensten 85 37%

Overig 5 2%

Leegstand 5 2%

Totaal 231 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 25 2.655 106 16%

Shopping 34 4.124 121 24%

Specialty 25 10.132 405 60%

Totaal 84 16.911 201 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 25 2.655 106 16%

Drogisterijartikelen/reukwaren 1 25 25 0%

Kleding/mode 10 695 70 4%

Schoenen/lederwaren 1 34 34 0%

Juwelier/optiek 3 110 37 1%

Huishoudelijke artikelen 4 260 65 2%

Hobby 3 130 43 1%

Bruin- en witgoed 10 575 58 3%

Doe-het-zelf 2 990 495 6%

Plant en dier 12 1.965 164 12%

Rijwielen/autoaccessoires 2 398 199 2%

Wonen 10 9.049 905 54%

Overige detailhandel 1 25 25 0%

Totaal 84 16.911 201 100%

Page 66: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 65

Gemeente Herk-de-Stad

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 30 1.565 52 9%

Baanwinkels 6 7.990 1.332 47%

Verspreide bewinkeling 48 7.356 153 43%

Totaal 84 16.911 201 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Herk-de-Stad 30 15 20 1 3

Grote Baan 6 7 10 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 11.665

Verzorgingsindex 88 Gemiddeld

Page 67: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 66

Gemeente Heusden-Zolder

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 208 40%

Horeca 106 21%

Diensten 162 31%

Overig 14 3%

Leegstand 27 5%

Totaal 518 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 77 10.400 135 31%

Shopping 83 15.255 184 45%

Specialty 48 8.350 174 25%

Totaal 208 34.005 163 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 76 10.330 136 30%

Drogisterijartikelen/reukwaren 3 340 113 1%

Kleding/mode 27 3.705 137 11%

Schoenen/lederwaren 8 730 91 2%

Juwelier/optiek 7 350 50 1%

Huishoudelijke artikelen 7 1.045 149 3%

Media 3 130 43 0%

Hobby 3 115 38 0%

Sport en spel 1 2.100 2100 6%

Bruin- en witgoed 11 2.050 186 6%

Doe-het-zelf 13 4.020 309 12%

Plant en dier 14 2.890 206 8%

Rijwielen/autoaccessoires 8 780 98 2%

Wonen 22 5.170 235 15%

Overige detailhandel 5 250 50 1%

Totaal 208 34.005 163 100%

Page 68: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 67

Gemeente Heusden-Zolder

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 79 15.750 199 46%

Ondersteunend 9 505 56 1%

Baanwinkels 22 3.940 179 12%

Verspreide bewinkeling 98 13.810 141 41%

Totaal 208 34.005 163 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Beringersteenweg 10 7 8 1

Centrum Heusden 56 10 25 3 5

Centrum Zolder 23 11 24 1 12

Meylandtlaan 12 5 16 1

Sint-Willibrordusplein 9 9 12 1 2

Kengetallen gemeente

Inwonertal 30.650

Verzorgingsindex 68 Laag

Page 69: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 68

Gemeente Hoeselt

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 57 40%

Horeca 43 28%

Diensten 46 28%

Overig 2 1%

Leegstand 3 2%

Totaal 151 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 21 2.795 133 25%

Shopping 19 5.145 271 45%

Specialty 17 3.435 202 30%

Totaal 57 11.375 200 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 20 2.745 137 24%

Drogisterijartikelen/reukwaren 2 145 73 1%

Kleding/mode 4 1.930 483 17%

Schoenen/lederwaren 1 725 725 6%

Juwelier/optiek 2 90 45 1%

Media 1 50 50 0%

Hobby 1 30 30 0%

Sport en spel 1 40 40 0%

Bruin- en witgoed 7 735 105 6%

Doe-het-zelf 2 570 285 5%

Plant en dier 6 1.650 275 15%

Rijwielen/autoaccessoires 2 260 130 2%

Wonen 6 2.350 392 21%

Overige detailhandel 2 55 28 0%

Totaal 57 11.375 200 100%

Page 70: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 69

Gemeente Hoeselt

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 15 1.185 79 10%

Ondersteunend 9 3.475 386 31%

Verspreide bewinkeling 33 6.715 203 59%

Totaal 57 11.375 200 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Bilzersteenweg 9

Centrum 15 17 16 1 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 9.230

Verzorgingsindex 76 Laag

0

5001.000

1.500

2.0002.500

3.000

Voe

ding

Dro

gist

War

enhu

is

Kle

ding

Sch

oene

n

Juw

elie

r

Hui

shou

delij

k

Med

ia

Hob

by

Spo

rt e

n sp

el

Bru

in-

enw

itgoe

d

Doe

-het

-zel

f

Pla

nt e

n di

er

Rijw

iele

n/au

to

Won

en

Ove

rige

Hoeselt tot 10.000 inw.

Page 71: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 70

Gemeente Houthalen-Helchteren

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 170 36%

Horeca 113 24%

Diensten 160 34%

Overig 2 0%

Leegstand 22 5%

Totaal 467 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 68 11.882 175 26%

Shopping 66 18.195 276 40%

Specialty 36 15.352 426 34%

Totaal 170 45.429 267 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 67 11.802 176 26%

Drogisterijartikelen/reukwaren 2 330 165 1%

Kleding/mode 19 4.150 218 9%

Schoenen/lederwaren 8 1.660 208 4%

Juwelier/optiek 5 250 50 1%

Huishoudelijke artikelen 6 970 162 2%

Media 4 580 145 1%

Hobby 4 275 69 1%

Sport en spel 5 2.600 520 6%

Bruin- en witgoed 11 1.092 99 2%

Doe-het-zelf 6 2.240 373 5%

Plant en dier 9 5.110 568 11%

Rijwielen/autoaccessoires 6 660 110 1%

Wonen 14 13.350 954 29%

Overige detailhandel 4 360 90 1%

Totaal 170 45.429 267 100%

Page 72: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 71

Gemeente Houthalen-Helchteren

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 78 14.501 186 32%

Baanwinkels 10 6.690 669 15%

Verspreide bewinkeling 82 24.238 296 53%

Totaal 170 45.429 267 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Helchteren 13 8 14 1 3

Centrum Houthalen 65 20 37 1 15

Houthalen-Oost 4 4 5

Kengetallen gemeente

Inwonertal 29.800

Verzorgingsindex 93 Gemiddeld

Page 73: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 72

Gemeente Kinrooi

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 67 36%

Horeca 47 24%

Diensten 74 36%

Overig 4 2%

Leegstand 4 2%

Totaal 196 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 27 3.755 139 13%

Shopping 20 14.730 737 49%

Specialty 20 11.355 568 38%

Totaal 67 29.840 445 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 27 3.755 139 13%

Kleding/mode 5 430 86 1%

Juwelier/optiek 2 60 30 0%

Hobby 1 35 35 0%

Bruin- en witgoed 6 835 139 3%

Doe-het-zelf 9 12.775 1419 43%

Plant en dier 4 1.460 365 5%

Rijwielen/autoaccessoires 4 310 78 1%

Wonen 8 10.150 1269 34%

Overige detailhandel 1 30 30 0%

Totaal 67 29.840 445 100%

Page 74: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 73

Gemeente Kinrooi

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 17 6.480 381 22%

Baanwinkels 9 16.725 1.858 56%

Verspreide bewinkeling 41 6.635 162 22%

Totaal 67 29.840 445 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Kinrooi 11 7 16 2 1

Centrum Ophoven 6 4 5 2

Venlosesteenweg e.o. 9 5 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 11.995

Verzorgingsindex 151 Hoog

Page 75: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 74

Gemeente Kortessem

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 44 43%

Horeca 23 21%

Diensten 42 34%

Leegstand 2 2%

Totaal 111 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 22 2.695 123 35%

Shopping 19 4.715 248 62%

Specialty 3 240 80 3%

Totaal 44 7.650 174 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 22 2.695 123 35%

Kleding/mode 4 460 115 6%

Schoenen/lederwaren 2 380 190 5%

Juwelier/optiek 1 40 40 1%

Huishoudelijke artikelen 1 60 60 1%

Media 1 100 100 1%

Bruin- en witgoed 1 100 100 1%

Doe-het-zelf 4 1.220 305 16%

Plant en dier 5 2.380 476 31%

Rijwielen/autoaccessoires 1 100 100 1%

Overige detailhandel 2 115 58 2%

Totaal 44 7.650 174 100%

Page 76: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 75

Gemeente Kortessem

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 14 940 67 12%

Baanwinkels 7 820 117 11%

Verspreide bewinkeling 23 5.890 256 77%

Totaal 44 7.650 174 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Kortessem 14 8 16 2

Tongersesteenweg 7 3 5

Kengetallen gemeente

Inwonertal 8.085

Verzorgingsindex 58 Laag

0

500

1.0001.500

2.000

2.500

3.000

Voe

ding

Dro

gist

War

enhu

is

Kle

ding

Sch

oene

n

Juw

elie

r

Hui

shou

delij

k

Med

ia

Hob

by

Spo

rt e

n sp

el

Bru

in-

enw

itgoe

d

Doe

-het

-zel

f

Pla

nt e

n di

er

Rijw

iele

n/au

to

Won

en

Ove

rige

Kortessem tot 10.000 inw.

Page 77: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 76

Gemeente Lanaken

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 199 39%

Horeca 112 22%

Diensten 161 31%

Overig 5 1%

Leegstand 38 7%

Totaal 515 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 56 8.335 149 20%

Shopping 90 17.228 191 41%

Specialty 53 16.639 314 39%

Totaal 199 42.202 212 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 53 7.629 144 18%

Drogisterijartikelen/reukwaren 3 550 183 1%

Kleding/mode 31 3.975 128 9%

Schoenen/lederwaren 5 325 65 1%

Juwelier/optiek 11 685 62 2%

Huishoudelijke artikelen 8 975 122 2%

Media 10 1.295 130 3%

Hobby 4 120 30 0%

Sport en spel 9 3.687 410 9%

Bruin- en witgoed 9 1.486 165 4%

Doe-het-zelf 6 2.300 383 5%

Plant en dier 12 4.327 361 10%

Rijwielen/autoaccessoires 3 218 73 1%

Wonen 30 14.250 475 34%

Overige detailhandel 5 380 76 1%

Totaal 199 42.202 212 100%

Page 78: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 77

Gemeente Lanaken

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 83 14.223 171 34%

Baanwinkels 33 11.553 350 27%

Verspreide bewinkeling 83 16.426 198 39%

Totaal 199 42.202 212 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Lanaken 83 27 51 2 23

Maaseikersteenweg 5 4 4 1

Steenweg 28 18 21 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 24.450

Verzorgingsindex 105 Gemiddeld

Page 79: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 78

Gemeente Leopoldsburg

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 138 43%

Horeca 69 21%

Diensten 85 24%

Overig 4 1%

Leegstand 34 10%

Totaal 330 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 49 6.739 138 33%

Shopping 62 7.586 122 38%

Specialty 27 5.875 218 29%

Totaal 138 20.200 146 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 49 6.739 138 33%

Drogisterijartikelen/reukwaren 2 310 155 2%

Kleding/mode 20 1.805 90 9%

Schoenen/lederwaren 10 760 76 4%

Juwelier/optiek 8 355 44 2%

Huishoudelijke artikelen 8 1.666 208 8%

Media 4 310 78 2%

Hobby 6 300 50 1%

Sport en spel 1 50 50 0%

Bruin- en witgoed 6 795 133 4%

Doe-het-zelf 3 1.400 467 7%

Plant en dier 7 945 135 5%

Rijwielen/autoaccessoires 7 1.495 214 7%

Wonen 6 3.230 538 16%

Overige detailhandel 1 40 40 0%

Totaal 138 20.200 146 100%

Page 80: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 79

Gemeente Leopoldsburg

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 71 7.085 100 35%

Baanwinkels 22 9.340 425 46%

Verspreide bewinkeling 45 3.775 84 19%

Totaal 138 20.200 146 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Antwerpsesteenweg 6 3 4

Centrum Leopoldsburg 71 38 29 2 16

Leopoldsburgsesteenweg 6 5 5 2

Lommelsesteenweg 10 2 5 4

Kengetallen gemeente

Inwonertal 14.245

Verzorgingsindex 86 Gemiddeld

Page 81: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 80

Gemeente Lommel

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 311 43%

Horeca 157 22%

Diensten 209 29%

Overig 4 1%

Leegstand 42 6%

Totaal 723 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 76 11.216 148 15%

Shopping 161 35.947 223 48%

Specialty 74 27.319 369 37%

Totaal 311 74.482 239 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 72 11.016 153 15%

Drogisterijartikelen/reukwaren 3 620 207 1%

Warenhuis 1 500 500 1%

Kleding/mode 52 10.257 197 14%

Schoenen/lederwaren 13 4.222 325 6%

Juwelier/optiek 11 530 48 1%

Huishoudelijke artikelen 16 3.370 211 5%

Media 12 1.183 99 2%

Hobby 8 370 46 0%

Sport en spel 12 4.015 335 5%

Bruin- en witgoed 21 2.729 130 4%

Doe-het-zelf 25 6.995 280 9%

Plant en dier 15 4.000 267 5%

Rijwielen/autoaccessoires 5 1190 238 2%

Wonen 37 22.870 618 31%

Overige detailhandel 8 615 77 1%

Totaal 311 74.482 239 100%

Page 82: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 81

Gemeente Lommel

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 126 16.612 132 22%

Grootschalige concentratie 20 13.335 667 18%

Verspreide bewinkeling 185 57.870 270 60%

Totaal 311 74.482 239 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Lommel 126 62 56 3 27

De Singel 16

Kengetallen gemeente

Inwonertal 31.615

Verzorgingsindex 143 Hoog

Page 83: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 82

Gemeente Lummen

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 86 39%

Horeca 51 22%

Diensten 85 34%

Overig 1 0%

Leegstand 10 4%

Totaal 233 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 38 4.260 112 34%

Shopping 27 2.902 107 23%

Specialty 21 5.340 254 43%

Totaal 86 12.502 145 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 38 4.260 112 34%

Drogisterijartikelen/reukwaren 2 80 40 1%

Kleding/mode 9 1.020 113 8%

Schoenen/lederwaren 1 60 60 0%

Juwelier/optiek 4 190 48 2%

Huishoudelijke artikelen 2 690 345 6%

Hobby 1 60 60 0%

Sport en spel 1 90 90 1%

Bruin- en witgoed 7 540 77 4%

Doe-het-zelf 2 290 145 2%

Plant en dier 8 562 70 4%

Rijwielen/autoaccessoires 4 510 128 4%

Wonen 6 4.100 683 33%

Overige detailhandel 1 50 50 0%

Totaal 86 12.502 145 100%

Page 84: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 83

Gemeente Lummen

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 45 7.410 165 59%

Verspreide bewinkeling 41 5.092 124 41%

Totaal 86 12.502 145 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Meldert 7 6 6

Centrum Lummen 38 10 29 1 4

Kengetallen gemeente

Inwonertal 13.665

Verzorgingsindex 56 Laag

Page 85: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 84

Gemeente Maaseik

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 235 42%

Horeca 128 23%

Diensten 165 30%

Overig 6 1%

Leegstand 25 4%

Totaal 559 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 62 9.595 155 25%

Shopping 128 20.970 164 55%

Specialty 45 7.315 163 19%

Totaal 235 37.880 161 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 61 9.345 153 25%

Drogisterijartikelen/reukwaren 5 595 119 2%

Kleding/mode 39 3.755 96 10%

Schoenen/lederwaren 11 930 85 2%

Juwelier/optiek 12 725 60 2%

Huishoudelijke artikelen 14 2.700 193 7%

Media 7 1.070 153 3%

Hobby 6 460 77 1%

Sport en spel 8 1.430 179 4%

Bruin- en witgoed 8 930 116 2%

Doe-het-zelf 12 5.870 489 15%

Plant en dier 21 3.620 172 10%

Rijwielen/autoaccessoires 6 480 80 1%

Wonen 19 5.180 273 14%

Overige detailhandel 6 790 132 2%

Totaal 235 37.880 161 100%

Page 86: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 85

Gemeente Maaseik

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 158 21.035 133 56%

Baanwinkels 5 2.290 458 6%

Verspreide bewinkeling 72 14.555 202 38%

Totaal 235 37.880 161 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Maaseik 119 56 46 2 18

Centrum Neeroeteren 30 11 23 4

Centrum Opoeteren 9 5 6

Maastrichtersteenweg Maaseik 5 2 2

Kengetallen gemeente

Inwonertal 23.565

Verzorgingsindex 98 Gemiddeld

Page 87: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 86

Gemeente Maasmechelen

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 396 44%

Horeca 196 22%

Diensten 208 23%

Overig 7 1%

Leegstand 89 10%

Totaal 896 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 88 17.293 197 21%

Shopping 233 41.057 176 50%

Specialty 75 24.454 326 30%

Totaal 396 82.804 209 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 87 17.193 198 21%

Drogisterijartikelen/reukwaren 8 947 118 1%

Warenhuis 1 400 400 0%

Kleding/mode 122 16.188 133 20%

Schoenen/lederwaren 21 3.881 185 5%

Juwelier/optiek 11 434 39 1%

Huishoudelijke artikelen 15 2.050 137 2%

Media 5 665 133 1%

Hobby 8 1.090 136 1%

Sport en spel 7 2.680 383 3%

Bruin- en witgoed 18 2.343 130 3%

Doe-het-zelf 24 8.378 349 10%

Plant en dier 13 3.670 282 4%

Rijwielen/autoaccessoires 8 667 83 1%

Wonen 38 21.010 553 25%

Overige detailhandel 10 1.208 121 1%

Totaal 396 82.804 209 100%

Page 88: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 87

Gemeente Maasmechelen

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 103 19.607 190 24%

Grootschalige concentratie 42 8.550 204 10%

Speciaal winkelgebied 84 6.796 81 8%

Verspreide bewinkeling 167 47.851 287 58%

Totaal 396 82.804 209 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Eisden 94 57 45 2 29

Centrum Maasmechelen 9 3 5 4

M2 Shopping Center 42 7 3 6

Maasmechelen Village 84 5 14

Kengetallen gemeente

Inwonertal 36.175

Verzorgingsindex 139 Hoog

Page 89: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 88

Gemeente Meeuwen-Gruitrode

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 76 41%

Horeca 40 21%

Diensten 67 34%

Overig 1 1%

Leegstand 7 4%

Totaal 191 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 21 2.665 127 20%

Shopping 36 6.760 188 51%

Specialty 19 3.905 206 29%

Totaal 76 13.330 175 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 21 2.665 127 20%

Drogisterijartikelen/reukwaren 2 185 93 1%

Kleding/mode 4 460 115 3%

Schoenen/lederwaren 2 605 303 5%

Juwelier/optiek 3 120 40 1%

Huishoudelijke artikelen 5 715 143 5%

Media 1 35 35 0%

Hobby 2 95 48 1%

Sport en spel 3 160 53 1%

Bruin- en witgoed 6 330 55 2%

Doe-het-zelf 7 1.625 232 12%

Plant en dier 8 2.660 333 20%

Rijwielen/autoaccessoires 4 405 101 3%

Wonen 6 3.050 508 23%

Overige detailhandel 2 220 110 2%

Totaal 76 13.330 175 100%

Page 90: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 89

Gemeente Meeuwen-Gruitrode

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 16 2.595 162 19%

Baanwinkels 8 1.415 177 11%

Verspreide bewinkeling 52 9.320 179 70%

Totaal 76 13.330 175 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Meeuwen 16 8 8 1 1

Weg op Bree 8 7 10 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 12.505

Verzorgingsindex 65 Laag

Page 91: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 90

Gemeente Neerpelt

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 140 41%

Horeca 62 18%

Diensten 109 32%

Overig 2 1%

Leegstand 25 7%

Totaal 338 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 36 4.885 136 29%

Shopping 64 6.264 98 37%

Specialty 40 5.890 147 35%

Totaal 140 17.039 122 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 35 4.840 138 28%

Drogisterijartikelen/reukwaren 4 530 133 3%

Kleding/mode 28 2.189 78 13%

Schoenen/lederwaren 3 240 80 1%

Juwelier/optiek 8 350 44 2%

Huishoudelijke artikelen 9 950 106 6%

Media 4 405 101 2%

Hobby 2 95 48 1%

Sport en spel 2 80 40 0%

Bruin- en witgoed 18 1.600 89 9%

Doe-het-zelf 4 515 129 3%

Plant en dier 7 1.175 168 7%

Rijwielen/autoaccessoires 4 275 69 2%

Wonen 10 3.665 367 22%

Overige detailhandel 2 130 65 1%

Totaal 140 17.039 122 100%

Page 92: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 91

Gemeente Neerpelt

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 84 10.215 122 60%

Verspreide bewinkeling 56 6.824 122 40%

Totaal 140 17.039 122 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Neerpelt 84 34 53 15

Kengetallen gemeente

Inwonertal 16.065

Verzorgingsindex 65 Laag

Page 93: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 92

Gemeente Nieuwerkerken

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 40 43%

Horeca 14 14%

Diensten 39 38%

Overig 1 1%

Leegstand 3 3%

Totaal 97 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 18 2.010 112 17%

Shopping 13 3.105 239 25%

Specialty 9 7.065 785 58%

Totaal 40 12.180 305 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 18 2.010 112 17%

Kleding/mode 1 90 90 1%

Schoenen/lederwaren 1 50 50 0%

Juwelier/optiek 1 30 30 0%

Huishoudelijke artikelen 2 390 195 3%

Sport en spel 2 250 125 2%

Bruin- en witgoed 1 45 45 0%

Doe-het-zelf 4 1.525 381 13%

Plant en dier 3 800 267 7%

Rijwielen/autoaccessoires 1 40 40 0%

Wonen 6 6.950 1158 57%

Totaal 40 12.180 305 100%

Page 94: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 93

Gemeente Nieuwerkerken

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 4 900 225 7%

Baanwinkels 10 7.295 730 60%

Verspreide bewinkeling 26 3.985 153 33%

Totaal 40 12.180 305 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Nieuwerkerken 4 5 8 2

Diestersteenweg 10 3 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 6.585

Verzorgingsindex 113 Gemiddeld

Page 95: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 94

Gemeente Opglabbeek

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 66 39%

Horeca 32 19%

Diensten 64 38%

Overig 2 1%

Leegstand 4 2%

Totaal 168 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 24 3.400 142 21%

Shopping 28 10.785 385 68%

Specialty 14 1.780 127 11%

Totaal 66 15.965 242 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 23 3.360 146 21%

Drogisterijartikelen/reukwaren 1 35 35 0%

Kleding/mode 2 1.510 755 9%

Schoenen/lederwaren 1 500 500 3%

Juwelier/optiek 2 100 50 1%

Huishoudelijke artikelen 4 470 118 3%

Media 2 340 170 2%

Hobby 1 80 80 1%

Sport en spel 3 320 107 2%

Bruin- en witgoed 4 330 83 2%

Doe-het-zelf 9 5.890 654 37%

Plant en dier 6 1.680 280 11%

Rijwielen/autoaccessoires 2 510 255 3%

Wonen 6 840 140 5%

Totaal 66 15.965 242 100%

Page 96: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 95

Gemeente Opglabbeek

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 27 4.095 152 26%

Verspreide bewinkeling 39 11.870 304 74%

Totaal 66 15.965 242 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Opglabbeek 27 12 20 1 3

Kengetallen gemeente

Inwonertal 9.415

Verzorgingsindex 103 Gemiddeld

Page 97: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 96

Gemeente Overpelt

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 82 38%

Horeca 46 21%

Diensten 83 35%

Overig 1 0%

Leegstand 12 5%

Totaal 224 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 31 3.310 107 16%

Shopping 26 11.558 445 57%

Specialty 25 5.515 221 27%

Totaal 82 20.383 249 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 30 3.230 108 16%

Warenhuis 2 3.700 1850 18%

Kleding/mode 2 2.045 1023 10%

Schoenen/lederwaren 1 70 70 0%

Juwelier/optiek 4 200 50 1%

Huishoudelijke artikelen 2 105 53 1%

Media 2 158 79 1%

Sport en spel 1 160 160 1%

Bruin- en witgoed 6 565 94 3%

Doe-het-zelf 8 4.005 501 20%

Plant en dier 5 940 188 5%

Rijwielen/autoaccessoires 3 300 100 1%

Wonen 12 4.450 371 22%

Overige detailhandel 4 455 114 2%

Totaal 82 20.383 249 100%

Page 98: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 97

Gemeente Overpelt

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 28 6.293 225 31%

Verspreide bewinkeling 54 14.090 261 69%

Totaal 82 20.383 249 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Overpelt 28 16 22 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 13.245

Verzorgingsindex 94 Gemiddeld

Page 99: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 98

Gemeente Peer

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 121 43%

Horeca 57 20%

Diensten 72 26%

Overig 3 1%

Leegstand 26 9%

Totaal 279 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 37 4.158 112 8%

Shopping 48 13.243 276 25%

Specialty 36 35.216 978 67%

Totaal 121 52.617 435 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 36 4.108 114 8%

Drogisterijartikelen/reukwaren 4 485 121 1%

Kleding/mode 11 1.548 141 3%

Schoenen/lederwaren 3 1.110 370 2%

Juwelier/optiek 2 80 40 0%

Huishoudelijke artikelen 5 290 58 1%

Media 2 219 110 0%

Hobby 1 70 70 0%

Sport en spel 6 1.362 227 3%

Bruin- en witgoed 10 638 64 1%

Doe-het-zelf 4 3.960 990 8%

Plant en dier 13 4.249 327 8%

Rijwielen/autoaccessoires 7 1.718 245 3%

Wonen 17 32.780 1928 62%

Totaal 121 52.617 435 100%

Page 100: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 99

Gemeente Peer

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 36 5.249 146 10%

Baanwinkels 6 24.280 4.047 46%

Verspreide bewinkeling 79 23.088 292 44%

Totaal 121 52.617 435 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Peer 36 13 14 7

Kengetallen gemeente

Inwonertal 15.725

Verzorgingsindex 204 Zeer hoog

Page 101: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 100

Gemeente Riemst

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 115 38%

Horeca 79 26%

Diensten 102 34%

Overig 5 2%

Leegstand 3 1%

Totaal 304 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 45 4.561 101 9%

Shopping 41 11.899 290 24%

Specialty 29 33.016 1138 67%

Totaal 115 49.476 430 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 45 4.561 101 9%

Kleding/mode 5 1.040 208 2%

Schoenen/lederwaren 1 100 100 0%

Juwelier/optiek 3 131 44 0%

Huishoudelijke artikelen 10 5.710 571 12%

Media 1 185 185 0%

Hobby 1 200 200 0%

Sport en spel 1 400 400 1%

Bruin- en witgoed 4 435 109 1%

Doe-het-zelf 8 2.385 298 5%

Plant en dier 12 1.494 125 3%

Rijwielen/autoaccessoires 4 460 115 1%

Wonen 18 31.990 1777 65%

Overige detailhandel 2 385 193 1%

Totaal 115 49.476 430 100%

Page 102: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 101

Gemeente Riemst

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 10 904 90 2%

Baanwinkels 13 14.086 1.084 28%

Verspreide bewinkeling 92 34.486 375 70%

Totaal 115 49.476 430 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Riemst 10 8 23

Kengetallen gemeente

Inwonertal 15.815

Verzorgingsindex 190 Zeer hoog

Page 103: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 102

Gemeente Sint-Truiden

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 458 43%

Horeca 237 22%

Diensten 283 27%

Overig 6 1%

Leegstand 77 7%

Totaal 1.061 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 146 23.669 162 28%

Shopping 222 40.908 184 49%

Specialty 90 18.841 209 23%

Totaal 458 83.418 182 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 140 22.369 160 27%

Drogisterijartikelen/reukwaren 8 935 117 1%

Warenhuis 2 2.250 1125 3%

Kleding/mode 88 13.626 155 16%

Schoenen/lederwaren 25 3.391 136 4%

Juwelier/optiek 22 1.100 50 1%

Huishoudelijke artikelen 26 3.335 128 4%

Media 10 1.850 185 2%

Hobby 6 305 51 0%

Sport en spel 6 1.335 223 2%

Bruin- en witgoed 30 4.735 158 6%

Doe-het-zelf 22 10.465 476 13%

Plant en dier 26 4.106 158 5%

Rijwielen/autoaccessoires 8 1.610 201 2%

Wonen 30 11.396 380 14%

Overige detailhandel 9 610 68 1%

Totaal 458 83.418 182 100%

Page 104: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 103

Gemeente Sint-Truiden

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 294 30.848 105 37%

Baanwinkels 71 30.170 425 36%

Verspreide bewinkeling 93 22.400 241 27%

Totaal 458 83.418 182 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum 294 101 129 4 63

Hasseltsesteenweg 18 8 13 1

Industrielaan 16 1 8

Luikersteenweg 13 41 20 5

Tongersesteenweg 11 2 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 37.990

Verzorgingsindex 134 Hoog

Page 105: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 104

Gemeente Tessenderlo

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 122 38%

Horeca 66 21%

Diensten 108 34%

Overig 2 1%

Leegstand 23 7%

Totaal 321 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 50 6.176 124 32%

Shopping 50 7.463 149 38%

Specialty 22 5.750 261 30%

Totaal 122 19.389 159 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 49 6.031 123 31%

Drogisterijartikelen/reukwaren 5 440 88 2%

Kleding/mode 17 2.058 121 11%

Schoenen/lederwaren 4 320 80 2%

Juwelier/optiek 6 245 41 1%

Huishoudelijke artikelen 8 1.355 169 7%

Media 2 205 103 1%

Hobby 2 110 55 1%

Sport en spel 3 245 82 1%

Bruin- en witgoed 6 475 79 2%

Doe-het-zelf 4 1.050 263 5%

Plant en dier 5 1.775 355 9%

Rijwielen/autoaccessoires 3 365 122 2%

Wonen 7 4.665 666 24%

Overige detailhandel 1 50 50 0%

Totaal 122 19.389 159 100%

Page 106: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 105

Gemeente Tessenderlo

Spreiding winkels Aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 64 7.355 115 38%

Baanwinkels 21 4.153 198 21%

Verspreide bewinkeling 37 7.881 213 41%

Totaal 122 19.389 159 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Tessenderlo 64 24 34 10

Diesterstraat 9 2 14

Hulsterweg 12 5 10 1 4

Schoterweg 3 4 2 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 16.650

Verzorgingsindex 71 Laag

Page 107: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 106

Gemeente Tongeren

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 357 44%

Horeca 166 20%

Diensten 227 28%

Overig 4 0%

Leegstand 65 8%

Totaal 819 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 85 11.850 139 22%

Shopping 189 28.765 152 52%

Specialty 83 14.450 174 26%

Totaal 357 55.065 154 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 80 11.280 141 20%

Drogisterijartikelen/reukwaren 7 810 116 1%

Warenhuis 1 475 475 1%

Kleding/mode 76 8.030 106 15%

Schoenen/lederwaren 13 2.005 154 4%

Juwelier/optiek 25 1.120 45 2%

Huishoudelijke artikelen 43 4.225 98 8%

Media 10 1.280 128 2%

Hobby 5 275 55 0%

Sport en spel 4 1.085 271 2%

Bruin- en witgoed 25 2.165 87 4%

Doe-het-zelf 10 3.295 330 6%

Plant en dier 21 7.030 335 13%

Rijwielen/autoaccessoires 7 625 89 1%

Wonen 26 10.540 405 19%

Overige detailhandel 4 825 206 1%

Totaal 357 55.065 154 100%

Page 108: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 107

Gemeente Tongeren

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 238 25.925 109 47%

Baanwinkels 59 22.170 376 40%

Verspreide bewinkeling 60 6.970 116 13%

Totaal 357 55.065 154 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Bilzersteenweg 7 4 8

Centrum Tongeren 238 92 100 4 53

Hasseltsesteenweg 7 3 3

Luikersteenweg 27 8 16 1 3

Maastrichtersteenweg 11 8 13 3

Sint-Truidersteenweg 7 9 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 29.635

Verzorgingsindex 113 Gemiddeld

Page 109: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 108

Gemeente Voeren

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 22 34%

Horeca 24 34%

Diensten 23 30%

Leegstand 1 1%

Totaal 70 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 11 450 41 38%

Shopping 8 544 68 46%

Specialty 3 200 67 17%

Totaal 22 1.194 54 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 11 450 41 38%

Kleding/mode 1 30 30 3%

Schoenen/lederwaren 1 40 40 3%

Huishoudelijke artikelen 4 190 48 16%

Bruin- en witgoed 1 60 60 5%

Doe-het-zelf 1 174 174 15%

Plant en dier 1 110 110 9%

Rijwielen/autoaccessoires 1 80 80 7%

Wonen 1 60 60 5%

Totaal 22 1.194 54 100%

Page 110: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 109

Gemeente Voeren

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 10 480 48 40%

Verspreide bewinkeling 12 714 60 60%

Totaal 22 1.194 54 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Voeren 10 3 9 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 4.240

Verzorgingsindex 17 Zeer laag

Page 111: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 110

Gemeente Wellen

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 41 46%

Horeca 15 16%

Diensten 34 33%

Leegstand 5 5%

Totaal 95 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 18 2.690 149 51%

Shopping 15 1.555 104 30%

Specialty 8 988 124 19%

Totaal 41 5.233 128 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 17 2.350 138 45%

Drogisterijartikelen/reukwaren 1 90 90 2%

Kleding/mode 3 330 110 6%

Schoenen/lederwaren 1 60 60 1%

Juwelier/optiek 2 78 39 1%

Huishoudelijke artikelen 1 250 250 5%

Media 2 380 190 7%

Sport en spel 1 120 120 2%

Bruin- en witgoed 2 590 295 11%

Doe-het-zelf 1 50 50 1%

Plant en dier 4 580 145 11%

Rijwielen/autoaccessoires 2 90 45 2%

Wonen 2 230 115 4%

Overige detailhandel 2 35 18 1%

Totaal 41 5.233 128 100%

Page 112: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 111

Gemeente Wellen

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 24 2.693 112 51%

Verspreide bewinkeling 17 2.540 149 49%

Totaal 41 5.233 128 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Centrum Wellen 24 6 12 2

Kengetallen gemeente

Inwonertal 6.835

Verzorgingsindex 47 Laag

Page 113: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 112

Gemeente Zonhoven

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 131 40%

Horeca 60 17%

Diensten 128 35%

Overig 4 1%

Leegstand 21 6%

Totaal 344 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo Schaalgrootte % m² wvo

Convenience 42 6.321 151 29%

Shopping 58 11.510 198 53%

Specialty 31 3.930 127 18%

Totaal 131 21.761 166 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo Schaalgrootte % m² wvo

Voeding 40 6.111 153 28%

Drogisterijartikelen/reukwaren 3 450 150 2%

Kleding/mode 19 1.305 69 6%

Schoenen/lederwaren 3 475 158 2%

Juwelier/optiek 5 181 36 1%

Huishoudelijke artikelen 5 950 190 4%

Media 2 210 105 1%

Hobby 1 40 40 0%

Sport en spel 4 3.350 838 15%

Bruin- en witgoed 9 707 79 3%

Doe-het-zelf 9 1.605 178 7%

Plant en dier 9 2.845 316 13%

Rijwielen/autoaccessoires 4 225 56 1%

Wonen 13 2.817 217 13%

Overige detailhandel 5 490 98 2%

Totaal 131 21.761 166 100%

Page 114: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 113

Gemeente Zonhoven

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 49 6.831 139 31%

Baanwinkels 16 4.417 276 20%

Verspreide bewinkeling 66 10.513 159 48%

Totaal 131 21.761 166 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Beringersteenweg 8 4 6

Centrum Zonhoven 49 22 30 15

Heuveneindeweg 8 4 10 1 1

Kengetallen gemeente

Inwonertal 19.695

Verzorgingsindex 67 Laag

Page 115: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 114

Gemeente Zutendaal

Handelsfuncties aantal % aantal

Detailhandel 42 35%

Horeca 29 23%

Diensten 36 27%

Overig 2 2%

Leegstand 15 12%

Totaal 124 100%

Winkels naar goederengroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Convenience 13 1.000 77 13%

Shopping 22 2.750 125 35%

Specialty 7 4.160 594 53%

Totaal 42 7.910 188 100%

Winkels naar productgroep aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Voeding 13 1.000 77 13%

Kleding/mode 6 350 58 4%

Schoenen/lederwaren 1 30 30 0%

Huishoudelijke artikelen 5 230 46 3%

Hobby 1 50 50 1%

Sport en spel 1 30 30 0%

Bruin- en witgoed 1 130 130 2%

Doe-het-zelf 4 550 138 7%

Plant en dier 3 1.480 493 19%

Rijwielen/autoaccessoires 2 130 65 2%

Wonen 4 3.900 975 49%

Overige detailhandel 1 30 30 0%

Totaal 42 7.910 188 100%

Page 116: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 115

Gemeente Zutendaal

Spreiding winkels aantal m² wvo schaalgrootte % m² wvo

Centraal 12 3.240 270 41%

Verspreide bewinkeling 30 4.670 156 59%

Totaal 42 7.910 188 100%

Concentraties

aantal

winkels

aantal

horeca

aantal

diensten

aantal

overige

aantal

leegstand

Zutendaal Centrum 12 8 7 1 2

Kengetallen gemeente

Inwonertal 6.865

Verzorgingsindex 70 Laag

Page 117: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 116

Page 118: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 117

4. PLANNEN EN INITIATIEVEN

De kleinhandel is een dynamische bedrijfstak. In diverse gemeenten in Limburg spelen plannen en initiatieven op het vlak van herontwikkeling van bestaand winkelaanbod dan wel bouw van nieuwe winkels. Onderstaand overzicht geeft een aantal van deze huidige plannen. Het overzicht is opgemaakt op basis van informatie uit diverse bronnen, waar-onder krantenartikelen, websites, e.d. Per plan zijn gemeente, locatie, omschrijving en (waar bekend) de omvang van het toe te voegen winkelaanbod aangegeven.

Locatie Omschrijving Omvang

winkels (bvo)

Beringen

Mijnwereld Herontwikkeling van mijnterrein met naast residentiële, toeristische en

recreatieve functies ook ruimte voor thematische detailhandel en een

versmarkt.

-

Bree

In het kader van het afbakeningsproces voor het kleinstedelijk gebied

wordt er momenteel een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan opge-

steld, waarvan één deelplan de afbakening van een geplande klein-

handelszone betreft in Gerdingen, tussen de Bocholterkiezel, Sport-

laan en Hamonterweg.

Genk

Stadsplein De ontwikkeling van het Stadsplein en het Martinusplein omvat ca.

15 000 m² handelszaken, inclusief een supermarché van 3 000 m²

(oplevering gepland in 2007). Integraal project met o.a. woningen,

cultuur (schouwburg) en vrije tijd.

ca. 12 000 tot

15 000 m²

Hasselt

Blauwe Boulevard Herontwikkeling van de kanaalkom ten noorden van de stadskern tot

een binnenstedelijke woonomgeving (‘Zuid-Frans havenstadje’). Het

project start in 2006 (oplevering gepland in 2010) en bestaat uit o.a.

winkels, kantoren en woningen (circa 1 200).

-

Lommel

Bouw van winkelpark (baanwinkels) aan de Binnensingel. Een pro-

gramma van 5 000 m² verdeeld over 5 units, waarvan de invulling

bestaat uit Lidl en lokale handelszaken in elektro, vloerbedekking,

papierwaren en sanitair.

ca. 5 000 m²

Maaseik

Kloosterbempden

Nieuwbouw handelsruimte (ca. 9 000 m² bvo), woningen en een

parking aan de rand van de stad. Het project werd in 2006 opgele-

verd.

ca. 9 000 m²

Kolonel Aertsplein Nieuwbouw winkelruimte (4 000 - 5 000 m²), woningen en parking aan

de rand van het stadscentrum (oplevering 2008).

ca. 4 500 m²

Page 119: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 118

Locatie Omschrijving Omvang

winkels (bvo)

Maasmechelen

Centrum Metamorfose van het centrum. In het gebied rondom het gemeente-

huis wordt commerciële -, woon- en kantoorruimte gerealiseerd. Het

project zal in 2011 gereed zijn.

ca. 4 000 m²

Shopping Center M2 Uitbreiding met circa 12 000 m² bvo. ca. 12 000 m²

Neerpelt

Ontwikkeling Sooi

Willemsplein en

omgeving

Integrale gebiedsontwikkeling in het centrum van Neerpelt met

3 900 m² detailhandel, 7 000 m² residentieel en ondergrondse publie-

ke parking.

Overpelt

Binnenring Tegenover het nieuwe ziekenhuis wordt 8 000 m² wvo commerciële

functies gerealiseerd. Voor een groot gedeelte betreft het herlocalisa-

tie van bestaande zaken.

-

Den Dries Aan de overzijde van het spoor is het BPA voor de locatie Den Dries

goedgekeurd. De locatie beslaat circa 1,6 ha, waar in een hoge den-

siteit op gebouwd zal worden. Er zal ruim 10 000 m² bvo kleinhandel

verschijnen.

ca. 10 000 m²

Overig binnenring

Rondom het nieuwe ziekenhuis zijn verder nog te valoriseren ruimtes,

die met verschillende (commerciële) functies worden ingevuld. Dit

project is opgenomen in de afbakening kleinstedelijk gebied.

-

Station Het station zal worden verplaatst in de richting van het ziekenhuis en

worden uitgebouwd tot transferium.

-

Sint-Truiden

De Sluisberg/

Clockhempoort

(Her)ontwikkeling van een multifunctioneel project met wonen, retail

en parking aan de rand van het centrum. Het project zal in 2006

worden opgeleverd.

-

Tessenderlo

Binnenhof Project Binnenhof (voorheen Kloosterproject) bestaat uit nieuwbouw

van een groot winkel- en wooncomplex. Er is circa 3 500 m² winkel-

ruimte gerealiseerd worden, waarvan een supermarché van 1 200 m².

ca. 3 500 m²

Tongeren

Julianusproject

Versterking van de stadskern met een uitbreiding van 8 900 m². Het

voormalige Sint Jacobushospitaal werd herontwikkeld en ingevuld

met winkels, 44 appartementen en parking (ca. 290 plaatsen). Het

project werd in het voorjaar van 2008 opgeleverd worden. Huurders

voor de 22 units zijn o.a. JBC, Torfs, Essenza, Kruidvat, Bigor en

Belcompany. Er is een supermarkt voorzien.

ca. 9 000 m²

Luikersteenweg Ontwikkeling van een (gemengde) kleinhandelszone van circa 9 ha,

waarbij winkels minimaal 600 m² bvo moeten tellen en een branche-

beperking is ingesteld.

-

Pliniusterrein Ontwikkeling van een nieuw Romeins themapark (recreatief) op het

Pliniusterrein.

-

Sint-Truidersteenweg Er bestaan een aantal particuliere initiatieven voor ontwikkeling van

commerciële ruimte, ter versterking van een aantal binnengebieden.

De initiatieven moeten tegenwicht bieden aan het Julianusproject

(een centrumgebied met twee polen).

-

Page 120: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

DEFINITIES

Page 121: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg
Page 122: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Definities Baanwinkels Onder baanwinkels worden die winkels verstaan die zich gevestigd hebben aan de ran-den van woonkernen, vaak aan de grote invalswegen. Baanwinkels zijn vaak grootscha-lig. Centrumgebied (Centrale handelsgebieden) Onder het centrumgebied of de centrale handelsgebieden worden die gebieden verstaan waar de detailhandel zich van nature geconcentreerd heeft. Meestal gaat het dan om de binnensteden of de historische kern van een gemeente. Goederengroepen De detailhandel valt uiteen in drie goederengroepen: • Convenience goederen die zeer frequent en met zo weinig mogelijk inspanning aan-

gekocht worden, zoals voeding. • Shopping goederen, zoals kleding, huishoudartikelen en geschenkartikelen waarbij al

winkelend vergelijken van prijs en kwaliteit centraal staat. • Specialty goederen die weinig frequent worden aangekocht, met een hoge geldwaar-

de, zoals meubelen, juwelen en bruin- en witgoed. Handelsfuncties Binnen de kleinhandel wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten handelsfuncties: detailhandel, horeca en diensten. Daarnaast is een categorie overige voorzien. Kleinhandel Kleinhandel wordt hier gezien als economische functie die verwijst naar kleinhandelsbe-drijvigheid of kleinhandelsactiviteiten. Periferie / perifere concentraties Onder de periferie worden de gebieden verstaan die zich buiten de centrale winkelgebie-den bevinden. Perifere concentraties zijn dan de winkelgebieden buiten de centrale win-kelgebieden. Deze bevinden zich vaak aan de rand van steden of op industrieterreinen. Productgroepen In deze studie wordt een indeling in vijftien productgroepen gehanteerd, te weten: voe-ding, drogisterijartikelen/reukwaren, warenhuis, kleding/mode, schoenen/lederwaren, juwelier/optiek, huishoudelijke artikelen, media, hobby, sport/spel, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant en dier, rijwielen/autoaccessoires, wonen en overige detailhandel. Onder de productgroep warenhuis worden zowel hypermarchés (bijvoorbeeld Carrefour) als winkels (zoals Inno en Hema) gevat.

Page 123: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Superettes, supermarkten en hypermarchés Onder de benamingen hypermarkten, supermarkten en superettes worden detailhandels-zaken, hoofdzakelijk in zelfbediening, in voedings- en niet-voedingswaren verstaan. Hy-permarkten beschikken over een minimaal 2 500 m² wvo; supermarkten hebben een omvang die ligt tussen 400 m² en 2 499 m² wvo en superettes hebben een oppervlakte tussen 100 m² en 399 m² wvo. Verzorgingsfunctie De verzorgingsfunctie van een gemeente geeft weer of een gemeente een functie heeft voor de eigen bevolking (lokaal verzorgend), voor de omliggende gemeenten (regionaal verzorgend), voor de eigen gemeente, de omliggende gemeenten en verder weg liggen-de gemeenten (bovenregionaal verzorgend), voor de gehele provincie (provinciaal ver-zorgend) of voor gemeenten in andere provincies (bovenprovinciaal). Warenhuis Een warenhuis is een grote winkel die een zeer breed aanbod heeft van allerlei artikelen. Bekende voorbeelden zijn Gallerie Inno, HEMA, Vroom & Dreesmann, Bijenkorf.

Winkelformule Een bedrijf met minimaal 5 vestigingen in België en/of daarbuiten. In plaats van formule wordt ook vaak het begrip embleem gehanteerd. Winkelgebied Een concentratie van minimaal 5 winkels die voor de consument waarneembaar als een-heid te onderscheiden is. Winkelvloeroppervlakte De winkelruimte die voor de consument toegankelijk is, dus exclusief magazijn, kantoor, etalage, e.d.

Page 124: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

provincie LimburgUniversiteitslaan 1B–3500 HASSELT

Cover studies detailhandel:A4 11-06-2009 09:32 Pagina 1

Page 125: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

STUDIEVRAAGZIJDE

DPO en visie kleinhandel provincie Limburg

Cover studies detailhandel:A4 11-06-2009 09:32 Pagina 4

Page 126: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Inhoudsopgave 1

Inhoudsopgave pagina

1. INLEIDING 3

1.1 Aanleiding 3 1.2 Opzet 3 1.3 Rapport 4

2. PROVINCIE 5

2.1 Kooporiëntatie 5 2.2 Koopvlucht 16 2.3 Andere aankoopplaatsen 17 2.4 Achtergronden van het koopgedrag 19 2.5 Bestedingen van buiten Limburg 23 2.6 Trends en ontwikkelingen 26 2.7 Parameters 29

3. GEMEENTEN 39

Gemeente Alken 40 Gemeente As 42 Gemeente Beringen 44 Gemeente Bilzen 46 Gemeente Bocholt 48 Gemeente Borgloon 50 Gemeente Bree 52 Gemeente Diepenbeek 54 Gemeente Dilsen-Stokkem 56 Gemeente Genk 58 Gemeente Gingelom 60 Gemeente Halen 62 Gemeente Ham 64 Gemeente Hamont-Achel 66 Gemeente Hasselt 68 Gemeente Hechtel-Eksel 70 Gemeente Heers 72 Gemeente Herk-de-Stad 74 Gemeente Heusden-Zolder 76 Gemeente Hoeselt 78 Gemeente Houthalen-Helchteren 80 Gemeente Kinrooi 82

Page 127: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Inhoudsopgave 2

Inhoudsopgave (vervolg) pagina

Gemeente Kortessem 84 Gemeente Lanaken 86 Gemeente Leopoldsburg 88 Gemeente Lommel 90 Gemeente Lummen 92 Gemeente Maaseik 94 Gemeente Maasmechelen 96 Gemeente Meeuwen-Gruitrode 98 Gemeente Neerpelt 100 Gemeente Nieuwerkerken 102 Gemeente Opglabbeek 104 Gemeente Overpelt 106 Gemeente Peer 108 Gemeente Riemst 110 Gemeente Sint-Truiden 112 Gemeente Tessenderlo 114 Gemeente Tongeren 116 Gemeente Voeren 118 Gemeente Wellen 120 Gemeente Zonhoven 122 Gemeente Zutendaal 124

Definities

Page 128: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 1 3

1. INLEIDING

1.1 Aanleiding In opdracht van de deputatie van de provincie Limburg is door BRO een vraagstudie van de kleinhandel in Limburg uitgevoerd. De studie van de vraagzijde vormt onderdeel van een distributie-planologische studie. Eerder heeft BRO reeds een studie van de aanbod-zijde verricht1. De opdracht aan BRO voorziet naast studies van respectievelijk de aan-bod- en vraagzijde in de ontwikkeling van een visie voor de kleinhandel op middellange termijn. De distributie-planologische studie zal inzicht geven in de elementen en variabelen die een invloed hebben op vraag en aanbod in de kleinhandel en reikt provincie en gemeen-ten instrumenten aan om het sociaal-economisch en ruimtelijk evenwicht tussen vraag en aanbod te bewaren, te bevorderen of te versterken. De vraagstudie omvat het in kaart brengen van het gedrag- en consumptiepatroon van inwoners en bezoekers van Limburg ten aanzien van de kleinhandel. Voorliggende rap-portage bevat de resultaten en bevindingen van deze studie naar de vraagzijde, de twee-de deelstudie van de opdracht. 1.2 Opzet Om de studie van de vraagzijde te kunnen aanvatten zijn in samenwerking met internet-veldwerkbureau iVOX in totaal ca. 8 900 inwoners van de provincie Limburg bevraagd over hun koopgedrag. De getrokken steekproef betreft een weerspiegeling van de sa-menstelling van de bevolking in de provincie Limburg, evenwichtig naar onder meer ge-slacht, leeftijd en gemeente. Voor gemeenten met minder dan 15 000 inwoners wordt een afwijking toegestaan van maximaal 4,5% tot 6,5% (bij een betrouwbaarheid van 80%), voor de gemeenten met meer dan 15 000 inwoners geldt een maximale afwijking van 5% (bij een betrouwbaarheid van 90%). De studie van de vraagzijde levert een schat aan informatie op over het actuele koopge-drag van inwoners van de provincie. Daarbij gaat het zowel om cijfers, zoals kooporiënta-tie en koopvlucht, als om de achtergronden van het gedrag, naar beoordeling en motie-ven toe. Hierbij wordt nadrukkelijk een relatie gelegd met de verschillende parameters die de vraagzijde beïnvloeden. Ook zijn de relevante sociaal-economische kenmerken in deze studie vervat.

1 Provincie Limburg, DPO en visie Limburg, studie aanbodzijde, februari 2006, BRO.

Page 129: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 1 4

1.3 Rapport Hoofdstuk 2 In hoofdstuk twee wordt het koopgedrag op provinciale schaal onderzocht. Daarbij staan vragen centraal als: In welke mate zijn inwoners van Limburg georiënteerd op het eigen winkelbestand? Welke verschillen bestaan tussen de gemeenten? In welke mate is spra-ke van koopvlucht? Is deze koopvlucht gericht op andere gemeenten in Limburg of op gemeenten daarbuiten? Wat zijn de belangrijkste motieven om een bepaald winkelgebied te bezoeken? Hoe oordelen consumenten over winkelgebieden binnen dan wel buiten de provincie Limburg? Voorts worden algemene resultaten (demografische gegevens) en relevante ontwikkelin-gen aan de vraagzijde nader toegelicht. Deze aspecten zijn van belang bij de interpretatie van de resultaten. Waar mogelijk zijn vergelijkingen getrokken met eerdere onderzoeken, met landelijke gegevens of gegevens uit recent onderzoek in andere provincies. Op voorhand moet echter gesteld worden dat de beschikbaarheid van betrouwbaar en actu-eel referentiemateriaal beperkt is. Hoofdstuk 3 In een volgend hoofdstuk worden voor 43 afzonderlijke gemeenten volgens een vast stramien de voornaamste resultaten van het consumentenonderzoek nader toegelicht. Van de gemeente Herstappe is geen fiche opgenomen. Voor de 43 gemeenten is de kooporiëntatie en koopvlucht in beeld gebracht, alsmede de verzorgingsfunctie voor andere gemeenten. Ook achtergronden van het koopgedrag (mo-tieven, oordelen, e.d.) zijn opgenomen. Per gemeente zijn tot slot relevante opmerkingen en wetenswaardigheden aan de fiche toegevoegd.

Page 130: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 5

2. PROVINCIE

2.1 Kooporiëntatie Kooporiëntatie naar goederengroep Van de totale winkelbestedingen van inwoners van de provincie Limburg komt ca. 88,2% bij winkels in de eigen provincie terecht. Dit komt neer op ca. € 2 965 mln. op jaarbasis. De overige ca. 11,8% (ca. € 397 mln.) wordt buiten de provincie besteed, zowel in plaatsen in België als bijvoorbeeld in Nederland en Duitsland.

Kooporiëntatie en koopvlucht naar goederengroep

Functie Kooporiëntatie Koopvlucht

Convenience 91,8 % 8,2 %

Shopping 84,5 % 15,5 %

Specialty 85,1 % 14,9 %

Totaal 88,2 % 11,8 %

De kooporiëntatie is het hoogst in de convenience sector. Deze dagelijkse boodschappen worden met name dicht bij huis verricht. Voor shopping en specialty goederen bezoeken consumenten in sterkere mate winkelgebieden buiten de provincie, vandaar dat de koop-vlucht in deze goederengroepen omvangrijker is. Vergelijking met onderzoek in andere regio’s in België en Nederland geeft zicht op de mate waarin de aangegeven kooporiënta-tie hoog, gemiddeld dan wel laag is. Een vrij recent uitgevoerd koopstromenonderzoek in Vlaams-Brabant wees uit dat de kooporiëntatie daar iets lager ligt, namelijk op een niveau van ca. 90% voor convenience en ca. 76% voor shopping en specialty samen. Het winkel-aanbod per inwoner is echter ook kleiner. Overzicht kooporiëntatie naar ordegrootte aantal in woners In onderstaand overzicht zijn de kooporiëntaties naar ordegrootte van het aantal inwoners weergegeven. In algemene zin geldt dat hoe meer inwoners de gemeente telt, hoe hoger de oriëntatie is op het eigen winkelaanbod. Alleen voor shopping goederen gaat deze con-clusie niet helemaal op. Kooporiëntatie naar ordegrootte aantal inwoners

Aantal inwoners Convenience Shopping Specialty

Tot 10.000 74,4 % 33,2 % 36,8 %

10.000 tot 20.000 83,2 % 37,3 % 38,9 %

20.000 tot 40.000 84,2 % 35,2 % 46,9 %

40.000 en meer 93,1 % 67,4 % 64,9 %

Totaal 91,8 % 84,1 % 85,8 %

Pee Bree

Page 131: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 6

Lommel

Hamont-Achel

Neerpelt

Overpelt

Hechtel-Eksel

Leopoldsburg

Ham

Tessenderlo

Bocholt

Peer

Beringen

Bree Kinrooi

Meeuwen- Gruitrode

Maaseik

Houthalen-Helchteren

Lummen

HalenHerk-de-Stad

Zonhoven

Opglabbeek Dilsen- Stokkem

Maasmechelen

Zutendaal

Genk

Hasselt

Nieuwerkerken Alken

Diepenbeek

Sint-Truiden Wellen

Kortessem

Bilzen

Hoeselt

Lanaken

Borgloon

Gingelom

Heers

Tongeren

Riemst

Voeren

Heusden-Zolder

Page 132: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 7

Kooporiëntatie per gemeente In onderstaande tabel is de kooporiëntatie weergegeven voor elk van de gemeenten. Voor elk van de drie goederengroepen afzonderlijk wordt de kooporiëntatie (oftewel koopbin-ding) getoond. Op naastliggend kaartbeeld is per gemeente de totale kooporiëntatie weer-gegeven, dus voor convenience, shopping en specialty samen. Kooporiëntatie per gemeente naar goederengroep

Gemeente Conv. Shop. Spec. Gemeente Conv. Shop. Spec.

Alken 77,5 % 18,2 % 19,2 % Kortessem 65,9 % 21,2 % 21,4%

As 56,3 % 8,2 % 8,2 % Lanaken 88,4 % 50,9 % 42,3%

Beringen 91,2 % 41,7 % 39,4 % Leopoldsburg 83,0 % 46,3 % 47,8%

Bilzen 89,8 % 37,9 % 42,1 % Lommel 88,2 % 80,2 % 74,0%

Bocholt 53,8 % 20,5 % 18,3 % Lummen 88,8 % 19,1 % 44,7%

Borgloon 75,8 % 19,8 % 34,2 % Maaseik 90,1 % 37,6 % 33,4%

Bree 87,2 % 67,9 % 53,7 % Maasmechelen 91,6 % 67,3 % 56,4%

Diepenbeek 89,0 % 31,6 % 25,9 % Meeuwen-Gruitrode 55,4 % 15,5 % 39,6%

Dilsen-Stokkem 80,7 % 22,7 % 29,9 % Neerpelt 95,7 % 41,7 % 50,8%

Genk 92,9 % 67,4 % 72,1 % Nieuwerkerken 62,2 % 23,6 % 28,9%

Gingelom 42,7 % 11,8 % 11,4 % Opglabbeek 72,3 % 39,8 % 25,1%

Halen 79,5 % 28,0 % 63,9 % Overpelt 76,1 % 36,3 % 22,1%

Ham 56,4 % 19,2 % 45,6 % Peer 79,6 % 40,8 % 43,0%

Hamont-Achel 79,2 % 26,1 % 41,3 % Riemst 73,8 % 21,0 % 43,6%

Hasselt 95,3 % 93,2 % 83,3 % Sint-Truiden 93,5 % 74,4 % 69,0%

Hechtel-Eksel 72,7 % 20,9 % 19,9 % Tessenderlo 79,8 % 42,8 % 56,4%

Heers 71,5 % 20,2 % 38,6 % Tongeren 93,2 % 61,0 % 62,2%

Herk-de-Stad 77,9 % 26,6 % 28,2 % Voeren 58,2 % 7,3 % 22,1%

Heusden-Zolder 92,3 % 45,7 % 43,1 % Wellen 72,0 % 19,1 % 26,7%

Hoeselt 62,9 % 23,7 % 37,6 % Zonhoven 81,6 % 30,6 % 27,9%

Houthalen-Helchteren 90,3 % 38,3 % 37,4 % Zutendaal 70,0 % 20,5 % 6,4%

Kinrooi 64,9 % 19,9 % 36,4 % Provincie Limburg 91,8 % 84,1 % 85,8 %

De kooporiëntatie verschilt per gemeente en per goederengroep. De hoogte van de oriën-tatie wordt grotendeels verklaard door enerzijds de omvang en kwaliteiten van het eigen winkelaanbod en anderzijds de ligging ten opzichte van concurrerende winkelgebieden. Het verschil tussen convenience enerzijds en shopping en specialty anderzijds ligt veelal in het feit dat afstand c.q. reistijd voor convenience een belangrijke factor is. Voor shop-ping en specialty zijn consumenten bereid verder te reizen.

Page 133: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 8

Lommel

Hamont-Achel

Neerpelt

Overpelt

Hechtel-Eksel

Leopoldsburg

Ham

Tessenderlo

Bocholt

Peer

Beringen

Bree Kinrooi

Meeuwen- Gruitrode

Maaseik

Houthalen-Helchteren

Lummen

HalenHerk-de-Stad

Zonhoven

Opglabbeek Dilsen- Stokkem

Maasmechelen

Zutendaal

Genk

Hasselt

Nieuwerkerken Alken

Diepenbeek

Sint-Truiden Wellen

Kortessem

Bilzen

Hoeselt

Lanaken

Borgloon

Gingelom

Heers

Tongeren

Riemst

Voeren

Heusden-Zolder

Page 134: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 9

Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie convenience aanbod In onderstaand overzicht zijn de Limburgse gemeenten gerangschikt naar de koop-oriëntatie op het eigen convenience aanbod. Op naastliggend kaartbeeld is voor elk van de Limburgse gemeenten de kooporiëntatie in de convenience aangegeven. Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie convenience aanbod

Nr. Gemeente Kooporiëntatie Nr. Gemeente Kooporiëntatie

1 Neerpelt 95,7% 23 Hamont-Achel 79,2%

2 Hasselt 95,3% 24 Herk-de-Stad 77,9%

3 Sint-Truiden 93,5% 25 Alken 77,5%

4 Tongeren 93,2% 26 Overpelt 76,1%

5 Genk 92,9% 27 Borgloon 75,8%

6 Heusden-Zolder 92,3% 28 Riemst 73,8%

7 Maasmechelen 91,6% 29 Hechtel-Eksel 72,7%

8 Beringen 91,2% 30 Opglabbeek 72,3%

9 Houthalen-Helchteren 90,3% 31 Wellen 72,0%

10 Maaseik 90,1% 32 Heers 71,5%

11 Bilzen 89,8% 33 Zutendaal 70,0%

12 Diepenbeek 89,0% 34 Kortessem 65,9%

13 Lummen 88,8% 35 Kinrooi 64,9%

14 Lanaken 88,4% 36 Hoeselt 62,9%

15 Lommel 88,2% 37 Nieuwerkerken 62,2%

16 Bree 87,2% 38 Voeren 58,2%

17 Leopoldsburg 83,0% 39 Ham 56,4%

18 Zonhoven 81,6% 40 As 56,3%

19 Dilsen-Stokkem 80,7% 41 Meeuwen-Gruitrode 55,4%

20 Tessenderlo 79,8% 42 Bocholt 53,8%

21 Peer 79,6% 43 Gingelom 42,7%

22 Halen 79,5% Provincie Limburg 91,8 %

In het algemeen geldt dat hoe groter het eigen winkelaanbod is, hoe hoger de oriëntatie is. Daarnaast is het aanbod in omliggende gemeenten van invloed. De oriëntatie op het eigen convenience aanbod is het hoogst in Neerpelt en Hasselt. Inwoners van kleinere gemeen-ten zoals Gingelom, Bocholt en Meeuwen-Gruitrode zijn juist vrij beperkt gericht op de eigen winkels, en in grotere mate op winkels in andere gemeenten.

Page 135: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 10

Lommel

Hamont-Achel

Neerpelt

Overpelt

Hechtel-Eksel

Leopoldsburg

Ham

Tessenderlo

Bocholt

Peer

Beringen

Bree

Kinrooi

Meeuwen- Gruitrode

Maaseik

Houthalen-Helchteren

Lummen

HalenHerk-de-Stad

Zonhoven

Opglabbeek Dilsen- Stokkem

Maasmechelen

Zutendaal

Genk

Hasselt

Nieuwerkerken Alken

Diepenbeek

Sint-Truiden Wellen

Kortessem

Bilzen

Hoeselt

Lanaken

Borgloon

Gingelom

Heers

Tongeren

Riemst

Voeren

Heusden-Zolder

Page 136: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 11

Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie shopping aan bod In onderstaand overzicht zijn de Limburgse gemeenten gerangschikt naar de koop-oriëntatie op het eigen shopping aanbod. Op naastliggend kaartbeeld is voor elk van de Limburgse gemeenten de kooporiëntatie in de shopping weergegeven. Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie shopping aan bod

Nr. Gemeente Kooporiëntatie Nr. Gemeente Kooporiëntatie

1 Hasselt 93,2% 23 Herk-de-Stad 26,6%

2 Lommel 80,2% 24 Hamont-Achel 26,1%

3 Sint-Truiden 74,4% 25 Hoeselt 23,7%

4 Bree 67,9% 26 Nieuwerkerken 23,6%

5 Genk 67,4% 27 Dilsen-Stokkem 22,7%

6 Maasmechelen 67,3% 28 Kortessem 21,2%

7 Tongeren 61,0% 29 Riemst 21,0%

8 Lanaken 50,9% 30 Hechtel-Eksel 20,9%

9 Leopoldsburg 46,3% 31 Bocholt 20,5%

10 Heusden-Zolder 45,7% 32 Zutendaal 20,5%

11 Tessenderlo 42,8% 33 Heers 20,2%

12 Beringen 41,7% 34 Kinrooi 19,9%

13 Neerpelt 41,7% 35 Borgloon 19,8%

14 Peer 40,8% 36 Ham 19,2%

15 Opglabbeek 39,8% 37 Lummen 19,1%

16 Houthalen-Helchteren 38,3% 38 Wellen 19,1%

17 Bilzen 37,9% 39 Alken 18,2%

18 Maaseik 37,6% 40 Meeuwen-Gruitrode 15,5%

19 Overpelt 36,3% 41 Gingelom 11,8%

20 Diepenbeek 31,6% 42 As 8,2%

21 Zonhoven 30,6% 43 Voeren 7,3%

22 Halen 28,0% Provincie Limburg 84,1 %

Niet verwonderlijk is de kooporiëntatie op het eigen shopping aanbod het hoogst in Has-selt. Gemeenten zoals Lommel, Sint-Truiden, Bree, Genk en Maasmechelen volgen. Be-ringen scoort relatief laag. Dit zal te maken hebben met het voor gemeenten van deze omvang vrij beperkte aanbod. De oriëntatie op het eigen shopping aanbod is het laagst in Voeren en As.

Page 137: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 12

Lommel

Hamont-Achel

Neerpelt

Overpelt

Hechtel-Eksel

Leopoldsburg

Ham

Tessenderlo

Bocholt

Peer

Beringen

Bree Kinrooi

Meeuwen- Gruitrode

Maaseik

Houthalen-Helchteren

Lummen

HalenHerk-de-Stad

Zonhoven

Opglabbeek Dilsen- Stokkem

Maasmechelen

Zutendaal

Genk

Hasselt

Nieuwerkerken Alken

Diepenbeek

Sint-Truiden Wellen

Kortessem

Bilzen

Hoeselt

Lanaken

Borgloon

Gingelom

Heers

Tongeren

Riemst

Voeren

Heusden-Zolder

Page 138: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 13

Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie specialty aa nbod In onderstaand overzicht zijn de Limburgse gemeenten gerangschikt naar de koop-oriëntatie op het eigen specialty aanbod. De kooporiëntatie in de specialty is ook weerge-geven op naastliggend kaartbeeld. Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie specialty aa nbod

Nr. Gemeente Kooporiëntatie Nr. Gemeente Kooporiëntatie

1 Hasselt 83,3% 23 Hoeselt 37,6%

2 Lommel 74,0% 24 Houthalen-Helchteren 37,4%

3 Genk 72,1% 25 Kinrooi 36,4%

4 Sint-Truiden 69,0% 26 Borgloon 34,2%

5 Halen 63,9% 27 Maaseik 33,4%

6 Tongeren 62,2% 28 Dilsen-Stokkem 29,9%

7 Maasmechelen 56,4% 29 Nieuwerkerken 28,9%

8 Tessenderlo 56,4% 30 Herk-de-Stad 28,2%

9 Bree 53,7% 31 Zonhoven 27,9%

10 Neerpelt 50,8% 32 Wellen 26,7%

11 Leopoldsburg 47,8% 33 Diepenbeek 25,9%

12 Ham 45,6% 34 Opglabbeek 25,1%

13 Lummen 44,7% 35 Overpelt 22,1%

14 Riemst 43,6% 36 Voeren 22,1%

15 Heusden-Zolder 43,1% 37 Kortessem 21,4%

16 Peer 43,0% 38 Hechtel-Eksel 19,9%

17 Lanaken 42,3% 39 Alken 19,2%

18 Bilzen 42,1% 40 Bocholt 18,3%

19 Hamont-Achel 41,3% 41 Gingelom 11,4%

20 Meeuwen-Gruitrode 39,6% 42 As 8,2%

21 Beringen 39,4% 43 Zutendaal 6,4%

22 Heers 38,6% Provincie Limburg 85,8 %

Net als bij shopping is de oriëntatie van inwoners van Hasselt op het eigen specialty aan-bod het hoogst. Andere grotere gemeenten zoals Lommel, Genk en Sint-Truiden volgen. Beringen scoort vanwege het voor gemeenten van deze omvang vrij beperkte eigen win-kelaanbod relatief laag. Halen scoort om dezelfde reden juist relatief hoog. Zutendaal en As zijn met een kooporiëntatie van minder dan 10% de hekkensluiters. Halen, Riemst en Peer hebben een relatief hoge binding omwille van het aanbod van baanwinkels.

Page 139: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 14

Verzorgingsbereik shopping Genk, Hasselt, Sint-Trui den en Tongeren

Page 140: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 15

Verzorgingsbereik shopping belangrijkste steden Voor Genk, Hasselt, Sint-Truiden en Tongeren is de koopattractie, oftewel het verzor-gingsbereik, voor shopping nader geanalyseerd. In onderstaande tabel is het aandeel van de verschillende gemeenten in de totale bestedingen van de vier gemeenten weergege-ven. Verzorgingsbereik shopping grotere steden

Gemeente Hasselt Genk Sint-

Truiden

Ton-

geren

Gemeente Hasselt Genk Sint-

Truiden

Ton-

geren

Alken 6% 0% 4% 0% Kortessem 5% 1% 1% 5%

As 1% 13% 0% 0% Lanaken 1% 3% 0% 1%

Beringen 2% 0% 0% 0% Leopoldsburg 2% 0% 0% 0%

Bilzen 3% 4% 0% 2% Lommel 1% 0% 0% 0%

Bocholt 1% 1% 0% 0% Lummen 5% 0% 0% 0%

Borgloon 3% 0% 9% 7% Maaseik 1% 3% 0% 0%

Bree 1% 1% 0% 0% Maasmechelen 1% 3% 0% 0%

Diepenbeek 4% 5% 0% 0% Meeuwen-Gruitr. 1% 2% 0% 0%

Dilsen-Stokkem 1% 2% 0% 0% Neerpelt 1% 0% 0% 0%

Genk 2% 21% 0% 0% Nieuwerkerken 3% 0% 12% 0%

Gingelom 1% 0% 21% 0% Opglabbeek 1% 9% 0% 0%

Halen 3% 1% 1% 0% Overpelt 1% 0% 0% 0%

Ham 2% 0% 0% 0% Peer 1% 1% 0% 0%

Hamont-Achel 1% 0% 0% 0% Riemst 2% 1% 0% 12%

Hasselt 13% 1% 0% 0% Sint-Truiden 2% 0% 31% 0%

Hechtel-Eksel 1% 0% 0% 0% Tessenderlo 2% 0% 0% 0%

Heers 2% 0% 15% 6% Tongeren 2% 1% 0% 43%

Herk-de-Stad 6% 1% 1% 0% Voeren 1% 1% 0% 13%

Heusden-Zolder 3% 1% 0% 0% Wellen 5% 1% 3% 3%

Hoeselt 2% 2% 0% 6% Zonhoven 3% 2% 0% 0%

Houthalen-Helcht. 2% 5% 0% 0% Zutendaal 1% 13% 0% 0%

Kinrooi 1% 1% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100%

Hasselt heeft het grootste verzorgingsbereik. Inwoners uit alle Limburgse gemeenten zijn sterk dan wel minder sterk georiënteerd op (het centrum van) Hasselt. De drie andere gemeenten hebben een verzorgingsbereik dat een deel van Limburg bestrijkt.

Page 141: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 16

2.2 Koopvlucht Aankopen buiten de provincie Van alle winkelbestedingen van Limburgers vindt ca. 11,8% plaats buiten de provincie Limburg. Dit komt neer op ca. € 397 mln. per jaar. Koopvlucht buiten de provincie

Gebied Convenience Shopping Specialty

Provincie Limburg 91,8 % 84,5 % 85,8 %

Overig België 4,1 % 9,0 % 7,2 %

Nederland 3,4 % 5,1 % 5,1 %

Duitsland 0,5 % 1,3 % 0,8 %

Overige 0,2 % 0,7 % 1,0 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Deze bestedingen komen voor een belangrijk deel terecht in andere delen van België en in Nederland. Ook Duitsland oefent aantrekkingskracht uit op de Limburgse consument. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste winkelgebieden in rangorde weergegeven, zowel voor convenience als voor shopping en specialty. Limburgers zijn vrij sterk georiënteerd op winkelgebieden in andere delen van Vlaanderen en in Nederland. Grote steden als Antwerpen, Luik, Maastricht en in mindere mate Brussel en Aken trekken veel consumenten uit Limburg, met name voor een dagje uit. Omliggende gemeenten zoals Diest, Mol en Balen hebben echter ook een verzorgende functie. Belangrijkste winkelgebieden buiten Limburg

Convenience Shopping Specialty

Maastricht (NL) Antwerpen Antwerpen

Antwerpen Luik Luik

Luik Maastricht (NL) Maastricht (NL)

Weert (NL) Diest Heerlen (NL)

Diest Aken (D) Brussel

Mol Leuven Diest

Leuven Weert (NL) Weert (NL)

Brussel Leuven

Heerlen (NL) Eindhoven (NL)

Sittard-Geleen (NL) Aken (D)

Mol Beek (NL)

Eindhoven (NL) Mol

Page 142: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 17

2.3 Andere aankoopplaatsen Aandeel bestedingen in winkels en andere aankoopkan alen De consument kan voor zijn aankopen ook terecht bij andere aankoopkanalen dan win-kels, bijvoorbeeld op de markt, bij postorderbedrijven of op het internet. De in deze studie weergegeven koopstromen hebben betrekking op bestedingen in winkels. Aankopen in andere kanalen worden in deze koopstromen niet meegenomen. Wel is het belang van deze aankoopkanalen inzichtelijk gemaakt. In totaal komt ca. 95,3% van de detailhandels-bestedingen van consumenten terecht bij winkels. Dit betekent dat de overige ca. 4,7% terechtkomt bij andere aankoopkanalen. Aandeel niet-winkel aankopen naar goederengroep

Goederengroep Winkels Andere aankoopkanalen

Convenience 95,7 % 4,3 %

Shopping 94,5 % 5,5 %

Specialty 95,9 % 4,1 %

Totaal 95,3 % 4,7 %

Verdeling bestedingen over alternatieve aankoopkana len Ongeveer 4,7% van de bestedingen van inwoners van Limburg komt terecht bij andere aankoopkanalen dan winkels. De belangrijkste kanalen zijn markten in Limburg en daar-buiten, internet en fabrieksverkoop/groothandel. Relevant om te vermelden is nog dat en-kele Nederlandse markten relatief gezien een belangrijke aantrekkingskracht uitoefenen. Het betreft met name de markten in Maastricht en Geleen. Voor een drietal aankoopkana-len ligt de oriëntatie afgerond op 0,0%. Dit betekent niet dat helemaal geen aankopen worden gedaan via deze aankoopkanalen. Het aandeel in de totale bestedingen ligt echter onder 0,05%. Aandeel andere aankoopkanalen (afgerond)

Aankoopkanalen % Aankoopkanalen %

Markt 3,2 % Bedrijfswinkel 0,1 %

Internet 0,5 % Eigen tuin/product zelf maken 0,1 %

Fabrieksverkoop/groothandel 0,4 % Tweedehands particulier 0,1 %

Postorderbedrijf 0,2 % Boer/kwekerij/tuinder 0,0 %

Vaste standplaats/kraam 0,1 % Atelier/exposities 0,0 %

Bezorging aan de deur 0,1 % Rijdende winkel 0,0 %

Totaal 4,7 %

Wanneer onderscheid wordt gemaakt naar convenience, shopping en specialty ontstaat onderstaand beeld. Ook hier geldt dat de oriëntatie voor een aantal kanalen afgerond ligt op 0,0%. Zoals gezegd betekent dit niet dat helemaal geen aankopen worden gedaan via deze aankoopkanalen. Het aandeel in de totale bestedingen bedraagt in deze gevallen echter minder dan 0,05%.

Page 143: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 18

Aandeel andere aankoopkanalen naar goederengroep (a fgerond)

Aankoopkanalen Convenience Shopping Specialty

Markt 4,0 % 3,6 % 3,0 %

Internet 0,0 % 0,5 % 0,2 %

Fabrieksverkoop/groothandel 0,1 % 0,7 % 0,3 %

Postorderbedrijf 0,0 % 0,2 % 0,2 %

Vaste standplaats/kraam 0,0 % 0,2 % 0,2 %

Bezorging aan de deur 0,0 % 0,0 % 0,0 %

Bedrijfswinkel 0,0 % 0,1 % 0,1 %

Eigen tuin/product zelf maken 0,0 % 0,0 % 0,1 %

Tweedehands particulier 0,0 % 0,1 % 0,0 %

Boer/kwekerij/tuinder 0,0 % 0,0 % 0,1 %

Atelier/exposities 0,0 % 0,0 % 0,0 %

Rijdende winkel 0,0 % 0,0 % 0,0 %

Totaal 4,3 % 5,5 % 4,1 %

De volgende constateringen zijn relevant: • Uit bovenstaande tabel kan worden geconcludeerd dat convenience aankopen naast

in winkels met name worden gedaan op de markten en in de fabrieksver-koop/groothandel.

• Markten vormen binnen elk van de goederengroepen verreweg het belangrijkste alter-natieve aankoopkanaal, gevolgd door fabrieksverkoop/groothandel (bijvoorbeeld Ma-kro).

• Internet speelt voor convenience nauwelijks een rol van betekenis. Dat is anders bij aankopen van goederen in shopping en in mindere mate in specialty. Dit past binnen de algemene trends en ontwikkelingen, waarbij via internet met name elektronica, boeken, cd’s, kleding, e.d. wordt gekocht en slechts in zeer beperkte mate levensmid-delen.

Aandeel niet-winkelaankopen per gemeente Eerder werd gesteld dat ca. 4,7% van de bestedingen van inwoners van Limburg terecht-komt bij andere aankoopkanalen zoals markten, internet en fabrieksverkoop/groothandel. Het aandeel van de niet-winkelaankopen in het totaal van de aankopen verschilt per ge-meente. In Bilzen en Sint-Truiden is het aandeel van de niet-winkelaankopen het grootst van om-vang. In Bilzen komt ca. 8,7% van de bestedingen van de inwoners terecht bij andere aankoopkanalen, in Sint-Truiden ca. 8,2%. Met name markten in Limburg trekken een aanzienlijk deel van de bestedingen van inwoners van Bilzen (6,3%) en van Sint-Truiden (6,4%). Inwoners van Opglabbeek, Halen en Lanaken besteden het minst in alternatieve aankoopkanalen.

Page 144: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 19

Aandeel niet-winkel aankopen naar gemeente

Gemeente Winkels Andere

kanalen

Gemeente Winkels Andere

kanalen

Alken 95,7 % 4,3 % Kortessem 96,9 % 2,9 %

As 97,1 % 2,9 % Lanaken 97,5 % 2,4 %

Beringen 95,6 % 4,4 % Leopoldsburg 94,9 % 5,1 %

Bilzen 91,3 % 8,7 % Lommel 96,7 % 3,2 %

Bocholt 96,9 % 3,0 % Lummen 95,3 % 4,6 %

Borgloon 93,9 % 6,1 % Maaseik 95,5 % 4,5 %

Bree 93,2 % 6,8 % Maasmechelen 95,3 % 4,6 %

Diepenbeek 96,5 % 3,5 % Meeuwen-Gruitrode 94,6 % 5,3 %

Dilsen-Stokkem 95,7 % 4,3 % Neerpelt 96,0 % 4,0 %

Genk 95,6 % 4,4 % Nieuwerkerken 95,2 % 4,8 %

Gingelom 93,4 % 6,6 % Opglabbeek 97,7 % 2,3 %

Halen 97,5 % 2,6 % Overpelt 96,4 % 3,6 %

Ham 95,5 % 4,5 % Peer 94,2 % 5,8 %

Hamont-Achel 96,3 % 3,7 % Riemst 94,0 % 6,0 %

Hasselt 96,5 % 3,5 % Sint-Truiden 91,8 % 8,2 %

Hechtel-Eksel 96,3 % 3,7 % Tessenderlo 94,3 % 5,7 %

Heers 94,8 % 5,2 % Tongeren 92,8 % 7,2 %

Herk-de-Stad 92,7 % 7,3 % Voeren 96,7 % 3,3 %

Heusden-Zolder 96,7 % 3,3 % Wellen 96,3 % 3,7 %

Hoeselt 92,1 % 7,9 % Zonhoven 96,3 % 3,7 %

Houthalen-Helchteren 96,5 % 3,5 % Zutendaal 96,5 % 3,5 %

Kinrooi 95,9 % 4,0 %

Provincie Limburg 95,3 % 4,7 %

Het doen van aankopen via het internet is met name in Maasmechelen, Heers en Hoeselt vrij goed ingeburgerd. In deze gemeenten wordt ca. 1% van de bestedingen via het inter-net verricht. De gemeenten Heers en Hoeselt volgen met 0,9% internetbestedingen op de voet. 2.4 Achtergronden van het koopgedrag Naast inzicht in de feiten van het koopgedrag (koopattractie en koopvlucht) zijn met behulp van het consumentenonderzoek ook de achtergronden van het koopgedrag in beeld ge-bracht. Bezoekmotieven Consumenten is gevraagd naar de belangrijkste reden om een specifiek winkelgebied te bezoeken. Onderstaande motieven spelen een rol bij de keuze van een winkelgebied.

Page 145: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 20

Page 146: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 21

Belangrijkste bezoekmotief Motieven Convenience Shopping Specialty Totaal

De keuze aan producten 21% 27% 27% 26%

De kwaliteit van de producten 17% 21% 23% 21%

Het prijsniveau van de producten 17% 15% 18% 16%

De bereikbaarheid 20% 14% 13% 15%

De parkeermogelijkheden 12% 8% 8% 8%

De klantvriendelijkheid van het personeel 7% 7% 7% 7%

De sfeer en gezelligheid van de locatie 4% 7% 4% 6%

Anders 2% 2% 2% 2%

Totaal 100% 100% 100% 100%

Het bezoek aan een specifiek winkelgebied wordt in de eerste plaats bepaald door de keuze aan producten. Ook de kwaliteit van het aanbod is een belangrijk bezoekmotief. Indien de kwaliteit van de aangeboden producten te wensen over laat, is de gemiddelde Limburger geneigd de aankooplocatie te mijden. Prijsniveau is een derde bezoekmotief, bereikbaarheid het vierde. Met name voor convenience speelt bereikbaarheid een rol. Andere aspecten zoals de klantvriendelijkheid van het personeel, de parkeermogelijkhe-den en de sfeer sluiten het rijtje van elementen die het bezoek aan een bepaald winkelge-bied beïnvloeden. Redenen voor verrichten aankopen buiten de provinci e Limburgers zoeken soms oorden buiten de eigen provincie op om daar hun inkopen te verrichten. Eerder werd al aangegeven dat ca. 11,8% van de totale bestedingen wegvloeit naar winkelgebieden buiten Limburg. Het betreft deels winkelgebieden in direct omliggen-de gemeenten, deels verder weg gelegen gebieden. De belangrijkste redenen voor het doen van aankopen buiten de provincie zijn hierna weergegeven. Motieven voor aankopen buiten de provincie Motieven Convenience Shopping Specialty Totaal

Het lage prijsniveau van de producten 26% 20% 24% 24%

De ruime keuze aan producten 15% 24% 25% 20%

Andere producten dan dichtbij verkrijgbaar 15% 18% 17% 16%

De goede kwaliteit van de producten 5% 10% 13% 8%

De sfeer en gezelligheid van de locatie 9% 9% 4% 8%

De goede bereikbaarheid 9% 6% 6% 8%

De ruime parkeermogelijkheden 6% 4% 4% 5%

De klantvriendelijkheid van het personeel 2% 2% 2% 2%

Anders 13% 7% 5% 10%

Totaal 100% 100% 100% 100%

Limburgers verplaatsen zich vooral tot buiten de provincie omwille van de ruime keuze aan producten. Een tweede reden is het lage prijsniveau van de elders aangeboden producten. Het feit dat buiten de provincie andere producten verkrijgbaar zijn, is een derde belangrijke drijfveer. Dat geldt logischerwijs met name voor winkelgebieden in het buitenland. De goe-

Page 147: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 22

de kwaliteit van de producten, de sfeer en de gezelligheid van de locatie en de goede be-reikbaarheid zijn andere aspecten die Limburgers tot buiten de eigen provincie bewegen. De parkeermogelijkheden en de klantvriendelijkheid van het winkelpersoneel spelen bij de beslissing om een locatie buiten Limburg op te zoeken daarentegen slechts een beperkte rol. Bij convenience speelt prijs een belangrijkere rol dan bij shopping en specialty. Bij deze laatste gaat de ruime keuze voor de lage prijs. Beoordeling winkelgebieden De door de respondent meest bezochte winkelgebieden zijn beoordeeld op een aantal aspecten. De respondent gaf een cijfer van 1 (heel slecht) tot 10 (heel goed). Waardering centrumgebieden

Aspect Rapportcijfer

Keuze 8,2

Kwaliteit 8,1

Prijsniveau 6,3

Klantvriendelijkheid 6,6

Bereikbaarheid 7,6

Parkeren 6,9

Sfeer en gezelligheid 6,2

Gemiddeld 7,1

Met gemiddeld een ruime 7 blijken consumenten vrij tevreden over de door hen bezochte centrumgebieden. Met name over de keuze, de kwaliteit en de bereikbaarheid van de win-kelgebieden zijn ze te spreken. Prijs en sfeer/gezelligheid worden minder gewaardeerd. De hiervoor aangegeven waardering is van toepassing voor alle centrumgebieden, zowel in Limburg als daarbuiten, zowel in binnensteden als daarbuiten. Van de vier grotere cen-trumgebieden krijgt Sint-Truiden het beste algemene oordeel.

Waardering centrumgebieden

Aspect Genk Hasselt Sint-Truiden Tongeren

Keuze 8,5 8,7 8,6 8,0

Kwaliteit 8,1 8,2 8,4 7,7

Prijsniveau 6,5 5,8 6,3 5,5

Klantvriendelijkheid 5,9 5,9 6,4 5,7

Bereikbaarheid 7,3 7,0 7,6 7,0

Parkeren 6,7 6,5 6,8 6,0

Sfeer en gezelligheid 6,3 6,4 6,1 5,9

Gemiddeld 7,0 6,9 7,2 6,5

Page 148: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 23

2.5 Bestedingen van buiten Limburg Het in het kader van deze studie uitgevoerde consumentenonderzoek geeft inzicht in de koopstromen en het achterliggende koopgedrag van de inwoners van de provincie Lim-burg. De detailhandel profiteert daarnaast echter ook van bestedingen van consumenten vanuit omliggende regio’s en toeristen. Hierna is een beeld geschetst van het koopgedrag van deze consumenten. Voor informatie over deze bestedingen is geput uit diverse bron-nen.2 Onderscheid is gemaakt tussen: • bestedingen van consumenten uit direct omliggende gemeenten; • bestedingen van Belgische, Nederlandse en Duitse recreanten (als dagje uit); • bestedingen van toeristen die in Limburg verblijven. Bestedingen van inwoners uit België Consumenten winkelen wanneer het winkelaanbod aan de verwachtingen voldoet bij voor-keur dicht bij huis. Men trekt zich daarbij niet al te veel aan van provincie- of landsgrenzen. Waar inwoners uit gemeenten aan de randen van Limburg zoals bijvoorbeeld Bocholt, Gingelom, Ham, Kinrooi en Lanaken voor aankopen in convenience, shopping en specialty winkelgebieden bezoeken net buiten Limburg, zijn deze koopstromen ook andersom zicht-baar. Consumentenonderzoek in Vlaams-Brabant en Nederland (provincies Limburg, Noord-Brabant) laat dit ook zien. Per provincie geldt het volgende: • De koopvlucht vanuit Vlaams-Brabant bedraagt volgens Idea/Ecorys in totaal ca. 10%

voor convenience en ca. 24% voor shopping en specialty. Ongeveer 14% hiervan komt terecht in Limburg. Zo is er sprake van koopvlucht vanuit Brabantse gemeenten zoals Geetbets, Landen, Linter, Kortenaken en Zoutleeuw naar nabijgelegen Limburg-se gemeenten zoals Sint-Truiden, Tessenderlo, e.d.

• Daarnaast oefent het wat verder gelegen Hasselt een sterke aantrekkingskracht uit op inwoners van met name het oostelijk deel van Vlaams-Brabant. Hasselt is voor inwo-ners van Vlaams-Brabant zelfs het belangrijkste winkelgebied buiten de eigen provin-cie. Uitgedrukt in geld komt de koopvlucht vanuit Vlaams-Brabant naar Limburg neer op naar schatting ca. € 85 mln. per jaar voor convenience, shopping en specialty sa-men.

• Voor de provincie Antwerpen zijn geen recente gegevens beschikbaar. Alleen over de stad Antwerpen is informatie aanwezig. Rekening houdend met de karakteristieken van deze provincie (ligging, omvang aanbod, e.d.) wordt de toevloeiing vanuit omlig-gende Antwerpse gemeenten lager ingeschat, dan vanuit Vlaams-Brabant, namelijk op ca. € 35 tot 40 mln. op jaarbasis.

• De uitwisseling tussen Limburg en gemeenten in de provincie Luik is beperkt. Consu-menten uit de provincie Luik zijn, wanneer ze buiten de eigen provincie winkelen, met

2 Waardevol in dit kader is de Monitor (Eu-)regiogrensoverschrijdend koopgedrag uit 2005 dat in opdracht van

de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg en de gemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen werd uit-gevoerd door BRO. Daarnaast is gebruik gemaakt van informatie uit diverse consumentenonderzoeken die zijn uitgevoerd (deels door BRO zelf) in onder meer Noord-Brabant (NL), Limburg (NL) en Vlaams-Brabant, studies naar toerisme, zoals Toerisme in cijfers 2005 XL van Toerisme Vlaanderen, Beleidsnota Toerisme 2004-2009 van de Vlaamse Overheid, e.d.

Page 149: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 24

name georiënteerd op winkelgebieden buiten Limburg, zoals Brussel en Maastricht. In Limburg profiteert eigenlijk alleen Tongeren nog van enige bestedingen uit deze pro-vincie. De totale koopvlucht vanuit de provincie Luik naar Limburg wordt ingeschat op maximaal ca. € 15 tot 20 mln. op jaarbasis.

De koopvlucht vanuit andere delen van België zal (behoudens toerisme) zeer beperkt zijn. De totale koopvlucht naar Limburg vanuit andere delen van België wordt ingeschat op ca. € 140 tot 150 mln. per jaar. Bestedingen van Nederlandse consumenten in Limburg Limburg is een belangrijk aankoopgebied voor consumenten uit Nederland. Daarbij geldt wel dat in totaliteit meer bestedingen vanuit Belgisch Limburg naar Nederland vloeien, dan andersom. Met name consumenten uit de regio Maastricht en Roermond/Weert zijn geori-enteerd op winkelgebieden in Limburg. Inwoners uit de regio Heerlen (Parkstad Limburg) en Noord-Brabant zijn minder gericht op winkelgebieden in Limburg. De belangrijkste win-kelgebieden voor Nederlanders zijn gelegen in Maasmechelen (met name Maasmechelen Village), Hasselt, Genk, Peer (Meubelboulevard), Maaseik en Tongeren. Het centrum van Hasselt wordt vooral gewaardeerd vanwege de sfeer en gezelligheid en het hoogwaardige modeaanbod. Op basis van in Nederlands Limburg en Noord-Brabant uitgevoerd consu-mentenonderzoek wordt de koopvlucht vanuit deze provincies ingeschat op in totaal ca. € 60 tot 70 mln. per jaar. Bestedingen van Duitse recreanten in Limburg Het aandeel Duitsers dat Limburg bezoekt om een dagje te winkelen is beperkt. Met name Maasmechelen Village, Hasselt en Tongeren trekken enige Duitse bezoekers. De frequen-tie van het bezoek is vanwege de afstand echter vrij beperkt en daarmee ook het aandeel van deze bestedingen in de totale omzet van de winkelgebieden. Duitsers waarderen de Belgische winkelgebieden vanwege de sfeer en de gezelligheid (met name Hasselt) en het assortiment (vooral op gebied van mode). Naar verwachting is de totale omvang van de bestedingen van Duitse consumenten in Limburg vergelijkbaar met het totaal van de be-stedingen van Belgische consumenten in Duitsland (met name gericht op Aken en Düs-seldorf). Op basis van in de Euregio uitgevoerd consumentenonderzoek wordt de koop-vlucht vanuit Duitsland naar Limburg ingeschat op maximaal ca. 5 mln. op jaarbasis. Bestedingen van toeristen Tot slot bestaat een deel van de omzet van de kleinhandel in Limburg uit bestedingen van toeristen. Limburg, met onder meer de Limburgse Kempen en Haspengouw, is een be-langrijke toeristische regio in België. In kleinere kernen in sterk toeristische gebieden zijn deze bestedingen vaak van significante betekenis. Er zijn voorbeelden bekend van su-permarkten die in de zomermaanden een omzet draaien die het dubbele is van de norma-le omzet. Winkelen is daarnaast een populair tijdverdrijf onder toeristen. Vooral de grotere binnensteden en Maasmechelen Village profiteren van deze aankopen, met name de win-kels in de goederengroep shopping.

Page 150: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 25

Aantal overnachtingen per gemeente, 2005

Gemeente Belgen Anderen Totaal Gemeente Belgen Anderen Totaal

Alken * * * Kinrooi 21.417 10.476 31.893

As 14.489 1.500 15.989 Kortessem - - -

Beringen 37.412 2.760 40.172 Lanaken 36.989 24.086 61.075

Bilzen 14.700 5.483 20.183 Leopoldsburg 10.115 1.382 11.497

Bocholt 27.713 15.351 43.064 Lommel 407.150 600.312 1.007.462

Borgloon 15.911 3.135 19.046 Lummen 3.497 8.296 11.793

Bree 40.338 9.155 49.493 Maaseik 81.871 13.318 95.189

Diepenbeek 1.115 1.773 2.888 Maasmechelen 57.773 8.659 66.432

Dilsen-Stokkem 32.961 3.557 36.518 Meeuwen-Gruitrode 42.156 7.804 49.960

Genk 85.182 64.800 149.982 Neerpelt 31.595 5.866 37.461

Gingelom - - - Nieuwerkerken * * *

Halen 8.625 393 9.018 Opglabbeek 23.559 25.398 48.957

Ham 6.348 1.640 7.988 Overpelt 30.082 8.333 38.415

Hamont-Achel 11.919 4.766 16.685 Peer 304.858 507.024 811.882

Hasselt 55.693 70.634 126.327 Riemst 5.730 9.029 14.759

Hechtel-Eksel 24.912 15.924 40.836 Sint-Truiden 13.784 13.498 27.282

Heers 5.916 1.551 7.467 Tessenderlo 11.034 1.173 12.207

Herk-de-Stad - - - Tongeren 14.258 10.663 24.921

Herstappe * * * Voeren 86.289 18.971 105.260

Heusden-Zolder 23.945 3.932 27.877 Wellen * * *

Hoeselt * * * Zonhoven 10.541 7.796 18.337

Houthalen-

Helchteren

219.732 226.321 446.053 Zutendaal 61.326 74.239 135.565

Provincie Limburg 1.893.621 1.791.532 3.685.153

België 12.827.414 15.553.279 28.380.693

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005. (*) vertrouwelijk vanwege onvoldoende logiesverstrek-

kende inrichtingen in deze gemeente. (-) geen overnachtingen geregistreerd.

De bijna één miljoen vakantiegangers die Limburg in 2005 bezochten, waren samen goed voor ca. 3,4 miljoen overnachtingen. Daarnaast zijn nog ca. 0,3 miljoen overnachtingen geregistreerd met een ander motief (beroepsdoeleinden). Met name Lommel, Peer en Houthalen-Helchteren zijn populaire gemeenten voor verblijfstoeristen. Ongeveer de helft van de vakantiegangers heeft de Belgische nationaliteit. Naast Belgen trekt de regio met name veel Nederlandse vakantiegangers. Ook toeristen uit andere landen zoals Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk weten Limburg te vinden. Toeristen overnachten in verschillende typen logies. Voor het benaderen van de bestedin-gen van toeristen is een onderscheid naar logiesvorm relevant.

Page 151: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 26

Aantal overnachtingen naar type logies in Limburg, 2005

Logies Aantal %

Hotels 577.305 16%

Campings 465.485 13%

Vakantieparken 1.853.925 50%

Logiesvormen voor doelgroepen 788.435 21%

Totaal 3.685.155 100%

Bron: Vlaamse overheid, Beleidsnota Toerisme 2004-2009, 2004.

De vakantieparken nemen ongeveer de helft van de overnachtingen voor hun rekening. De rest is verdeeld over hotels, campings en logiesvormen voor doelgroepen.

Bestedingen verblijfstoeristen in Vlaamse regio’s, per persoon per nacht

Bestedingen In €

Logies 19,04

Maaltijden, drank en voeding (betreft winkels en horeca) 9,54

Attracties en ontspanning 0,92

Shopping (primair als vrijetijdsbesteding) 1,29

Verplaatsingen 1,36

Andere uitgaven 0,35

Totaal 32,50

Bron: Vlaamse overheid, Beleidsnota Toerisme 2004-2009, 2004.

Gegevens over winkelbestedingen van verblijfstoeristen in Limburg zijn niet aanwezig. Wel kan mede op basis van de tabel een schatting worden gemaakt. Toeristen die verblijven op campings of in vakantieparken gedragen zich gewoonlijk als normale consumenten, zeker als men ergens gedurende langere tijd verblijft. Consumenten geven in de conveni-ence gemiddeld ca. € 2.071,- uit op jaarbasis3, dus ca. € 5,67 per dag. Dit komt bij ca. 3,1 mln. overnachtingen (dit is exclusief hotelgasten) neer op in totaal ca. € 17,6 mln. aan bestedingen in winkels. Verblijfstoeristen geven gemiddeld ca. € 1,29 per dag uit aan (met name) shopping goederen. Dit komt bij ca. 3,7 mln. overnachtingen neer op ca. € 4,8 mln. aan bestedingen in winkels. In totaal dus ca. € 22,4 mln. 2.6 Trends en ontwikkelingen De consument anno 2006 is een andere consument dan die van vijf of tien jaar geleden. De consument anno 2010 of 2015 zal weer anders zijn dan de huidige consument. Veran-deringen in consumentengedrag, landelijke trends, maar ook ontwikkelingen in huishou-densamenstellingen hebben gevolgen voor de kleinhandelsstructuur van de provincie Lim-burg.

3 Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2006.

Page 152: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 27

Kleinere huishoudens en toenemende vergrijzing Ongeveer een derde van de Belgische gezinnen bestaat nog uit koppels met kinderen, ongeveer evenveel als er alleenstaanden zijn. Nog eens een kwart zijn koppels zonder kinderen. Deze trend naar kleinere gezinnen zal zich nog doorzetten door het toenemende aantal echtscheidingen. De beroepsbevolking in Limburg zal tot 2010 toenemen met ge-middeld 1.920 personen per jaar. Na 2010 wordt een daling verwacht. De vergrijzing van de bevolking neemt toe.

Het aandeel 65-plussers in Limburg zal de komende jaren verder toenemen. Dit biedt kansen voor de kleinhan-

del. Hierdoor kan in bepaalde productgroepen het aantal winkels gaan groeien. Een voorbeeld is de product-

groep juwelier en optiek waar bijvoorbeeld ook hoortoestellen onder worden gerekend. Senioren stellen andere

eisen aan winkels en horeca, zoals bredere paden in winkels, minder diepe winkelkarren en voldoende ruimte

tussen tafels in de horeca. Studies uit buurlanden hebben aangetoond dat winkels met grote deuren, lage

drempels en praktische inrichting meer uitnodigen om binnen te gaan. Bron: www.gelijkekansen.vlaanderen.be

Kleinhandelsbestedingen van consumenten dalen Niet de kleinhandel, maar informatica, telecommunicatie, diensten en vrije tijd zijn de pij-lers van de nieuwe economie. De productie- en consumptiegroei van basisgoederen als voeding, kleding en huisvesting zijn gestagneerd. Zo dalen de gezinsbestedingen aan kleinhandel. Een groter deel van het inkomen gaat uit naar wonen, gezondheid, vervoer en communicatie, cultuur, ontspanning en onderwijs. De E-economie dematerialiseert de economie. Handel via de elektronische weg, productie, distributie en consumptie van klei-nere en lichtere goederen, diensten, web- en infotainment nemen toe. Toenemende internetaankopen Belgen kopen in toenemende mate producten online. De ramingen van bureaus over de bestedingen via het internet in 2005 variëren van ca. € 700 mln. tot ca. 1,1 mld. Bijna de helft van de Belgen heeft wel eens iets online gekocht. De meest populaire producten zijn tickets voor events of reizen en in mindere mate elektronica, boeken en kleding. Internet blijft het koopgedrag in winkels in belangrijke mate beïnvloeden. Consumenten shoppen kritischer en zijn beter geïnformeerd omdat zij zich eerst op het internet oriënteren. Voor de daadwerkelijke aankoop waarderen consumenten vooral de winkel. De verwachting is dan ook dat de winkel het dominante verkoopkanaal blijft.

In 2005 kocht de Belg voor 1,67 mld. euro aan producten en diensten op afstand. Twee derde van die aanko-

pen doet de consument online. Dit blijkt uit de resultaten van de eerste BeCommerce Barometer, een repre-

sentatief onderzoek dat voor het eerst inzicht geeft in de Belgische verkoop op afstand. Het onderzoek is

ontwikkeld door BeCommerce, het platform van Belgische e-commerce en multi-channel verkoop-op-afstand

bedrijven binnen het Belgisch Direct Marketing Verbond (BDMV). Van dat totale bedrag van 1,67 mld. euro

werd voor 410 mln. euro bij buitenlandse webwinkels gekocht. Een op de vier aankopen zijn tickets voor

events of reizen. De verkoop via internet steeg in 2005 met 108% voor de webwinkels en met 26% voor de

multi-channel verkoop-op-afstand bedrijven, en dit ten koste van de bestellingen via post. Deze trend in de

multichannel sector zet zich trouwens voort in het eerste kwartaal van 2006. Bron: RetailUpdate, 19 mei 2006

Page 153: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 28

Allochtone doelgroep wint aan belang Het aankoopgedrag van de allochtone groep consumenten wijkt af van het aankoopgedrag van autochtonen. Allochtonen consumeren kwantitatief en kwalitatief anders. De huishou-delijke uitgaven van allochtonen liggen gemiddeld hoger. Allochtonen zeggen van zichzelf dat zij gevoeliger zijn voor luxe en status. Zij zijn dan ook bereid om aan luxeproducten en producten die status bieden meer geld uit te geven. Zo achten zij merkkleding buitenge-woon belangrijk omdat het aanzien en status verschaft. Bij (her)ontwikkeling van winkel-gebieden in verzorgingsgebieden met relatief veel allochtonen dient met dat gedrag reke-ning te worden gehouden.

Marokkanen geven veel geld uit aan merkkleding. Vooral de Marokkaanse jeugd is zeer modebewust. Dure

merkkleding is gewild onder de Marokkaanse jongeren. De Marokkaanse jeugd tussen 15 en 19 jaar besteedt

gemiddeld 1.680 euro per jaar aan schoenen en kleding. Nederlandse leeftijdgenootjes besteden 768 euro op

jaarbasis. De Marokkaans-Nederlandse jongeren hebben per maand gemiddeld 325 euro te besteden. Een

gemiddelde 18-jarige beschikt over 250 euro. Dit verschil zit in het feit dat de meeste Marokkaanse jongeren

bij moeder thuis wonen en geen kostgeld hoeven af te dragen. Daarnaast werkt de Marokkaanse jeugd volop.

Zij hebben vaker dan gemiddeld een bijbaantje. De kleding die zij aanschaffen hoeft geen grote merknaam te

hebben, maar moet wel van hoge kwaliteit zijn. Onder de Marokkanen is de verzorgde Italiaanse look popu-

lair. De filosofie is: je bent wat je draagt. Kapsel, kleding en lichaamsconditie dienen in topvorm te zijn, want

`uiterlijk gaat voor innerlijk`. Bron: de Volkskrant Verleiding

Het aantal doelgroepen is niet meer te overzien Elke consument is een individu dat zich ook zo gedraagt. De variatie in het gedrag wordt bovendien vergroot door bijvoorbeeld multiculturele invloeden, andere leefwijzen en type samenlevingsvormen. Het aantal doelgroepen is haast niet meer te overzien. Sociaalde-mografische kenmerken zoals leeftijd en inkomen zijn geen verklarende factoren meer. Vaak worden levensfase en sociale klasse voor de typering van consumenten gebruikt. In advisering omtrent detailhandel gaat het in essentie echter om de afstand tussen de winkel of het winkelgebied en de consument én om het aanbod dat de consument binnen een bepaalde afstand tot zijn of haar beschikking heeft.

Moeders die het om wat voor reden dan ook een groot deel van de tijd zonder partner moeten stellen, zijn

marketingtechnisch een interessante doelgroep. Tot de groep ‘suddenly single moms’ behoren alle moeders

met kinderen die tijdelijk manloos door het leven gaan. Hun mannen maken zakenreizen, hebben een diploma-

tieke of politieke functie, zijn consultants of soldaten. Wat de doelgroep tijdelijk alleenstaande moeders inte-

ressant maakt, is dat ze allang niet meer alleen moeder zijn. Hun eigen opleiding en inkomen zijn zodanig dat

zij zich alle mogelijke hulp kunnen veroorloven. Ze kopen alles waar ze zelf tijd noch zin in hebben in, varië-

rend van gezonde kant-en-klaar-maaltijden met veel keuzemogelijkheden en het bezorgen van vergeten bood-

schappen in de avonduren tot een conciërge die bereid is problemen in hun afwezigheid op te lossen. Ook qua

entertainment zijn tijdelijk alleenstaande moeders een interessante doelgroep. Zij nemen danslessen, gaan

naar de fitness, winkelen alleen en gaan uit met vriendinnen. Zij verwennen zichzelf graag en willen verleid

worden door de leisure-industrie. Bron: Brandweek nr. 7

Page 154: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 29

Winkelen als vorm van vrijetijdsbesteding krijgt co ncurrentie Winkelen krijgt steeds meer concurrentie van andere vormen van vrijetijdsbesteding. Vroeger gingen we naar een stad om te winkelen. Tegenwoordig besteden we onze tijd ook meer en meer aan bijvoorbeeld sporten, een dagje pretpark of een weekendje weg. Daarnaast blijft onze mobiliteit toenemen. De verschillende mogelijkheden om te recreëren komen daarmee ook steeds dichterbij. Kortom, ons referentiekader neemt toe, terwijl onze vrije tijd afneemt. Dit leidt ertoe dat we kritischer worden in hoe en waar we onze tijd be-steden. Voor onze ‘kostbare want beperkte’ vrije tijd gaan we op zoek naar ‘gegarandeer-de beleving’. We bezoeken alleen nog winkelgebieden die kunnen voldoen aan onze wen-sen. Door toenemende mobiliteit wordt concurrentie grote r Huishoudenverdunning, individualisering, flexibilisering, welvaartstijging en de toename van het aantal tweeverdieners hebben de groei van de mobiliteit sterk gestimuleerd. Met de toegenomen mobiliteit wordt het referentiekader van de consument groter. Als gevolg daarvan neemt de concurrentie tussen winkelgebieden toe. Aanbodkwaliteit, keuzemoge-lijkheid, prijsstelling en interne (winkelinrichting en uitstraling) en externe (omgevingskwali-teit) verschijningsvorm worden daardoor belangrijker. Het belang van een goede autobe-reikbaarheid en voldoende parkeergelegenheid neemt eveneens verder toe. Niet voor niets wordt vaak geroepen: ‘No parking, no business’. 2.7 Parameters Inwonertallen De provincie Limburg telt op 1 januari 2005 in totaal ca. 809 950 inwoners, verdeeld over 44 gemeenten. In de provincie Limburg woont daarmee bijna 8% van de totale Belgische bevolking.

Inwonertal per gemeente

Gemeente Inwonertal Gemeente Inwonertal

Alken 11.035 Kinrooi 11.995

As 7.445 Kortessem 8.085

Beringen 40.850 Lanaken 24.450

Bilzen 29.860 Leopoldsburg 14.245

Bocholt 12.230 Lommel 31.615

Borgloon 10.045 Lummen 13.665

Bree 14.420 Maaseik 23.565

Diepenbeek 17.675 Maasmechelen 36.175

Dilsen-Stokkem 18.920 Meeuwen-Gruitrode 12.505

Genk 63.605 Neerpelt 16.065

Gingelom 7.775 Nieuwerkerken 6.585

Page 155: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 30

Halen 8.515 Opglabbeek 9.415

Ham 9.625 Overpelt 13.245

Hamont-Achel 13.780 Peer 15.725

Hasselt 69.540 Riemst 15.815

Hechtel-Eksel 11.455 Sint-Truiden 37.990

Heers 6.685 Tessenderlo 16.650

Herk-de-Stad 11.665 Tongeren 29.635

Herstappe 85 Voeren 4.240

Heusden-Zolder 30.650 Wellen 6.835

Hoeselt 9.230 Zonhoven 19.695

Houthalen-Helchteren 29.800 Zutendaal 6.865

Provincie Limburg 809.950

België 10.445.850

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005.

De gemeente Hasselt telt met ca. 69 540 inwoners de meeste inwoners, gevolgd door Genk met ca. 63 605 inwoners. Beringen neemt met ca. 40 850 inwoners de derde plaats in. De gemeente Herstappe is met slechts 85 inwoners verreweg de kleinste gemeente van de provincie Limburg. Nationaliteiten Op 1 januari 2005 leven in België ca. 870 860 personen van niet-Belgische afkomst. Dit is ca. 8% van de totale Belgische bevolking. De provincie Limburg telt op 1 januari 2005 ca. 65 530 inwoners van niet-Belgische afkomst en zit met ca. 8% van de totale Limburgse bevolking rond het landelijk gemiddelde. Verhouding Belgen/niet-Belgen

Gemeente % Belgen % Niet-Belgen Gemeente % Belgen % Niet-Belgen

Alken 98,7% 1,3% Kinrooi 85,5% 14,5%

As 94,5% 5,5% Kortessem 98,3% 1,7%

Beringen 94,8% 5,2% Lanaken 74,7% 25,3%

Bilzen 95,1% 4,9% Leopoldsburg 95,7% 4,3%

Bocholt 90,5% 9,5% Lommel 87,8% 12,2%

Borgloon 97,9% 2,1% Lummen 98,3% 1,7%

Bree 95,7% 4,3% Maaseik 88,8% 11,2%

Diepenbeek 97,4% 2,6% Maasmechelen 81,7% 18,3%

Dilsen-Stokkem 89,8% 10,2% Meeuwen-Gruitrode 95,8% 4,2%

Genk 85,7% 14,3% Neerpelt 85,3% 14,7%

Gingelom 98,0% 2,0% Nieuwerkerken 98,5% 1,5%

Halen 98,3% 1,7% Opglabbeek 94,5% 5,5%

Ham 96,9% 3,1% Overpelt 92,2% 7,8%

Hamont-Achel 73,7% 26,3% Peer 95,9% 4,1%

Hasselt 96,2% 3,8% Riemst 84,5% 15,5%

Page 156: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 31

Hechtel-Eksel 92,3% 7,7% Sint-Truiden 97,2% 2,8%

Heers 98,0% 2,0% Tessenderlo 97,9% 2,1%

Herk-de-Stad 98,5% 1,5% Tongeren 96,9% 3,1%

Herstappe 100,0% 0,0% Voeren 76,3% 23,7%

Heusden-Zolder 93,2% 6,8% Wellen 98,6% 1,4%

Hoeselt 97,6% 2,4% Zonhoven 96,7% 3,3%

Houthalen-

Helchteren

89,3% 10,7% Zutendaal 90,7% 9,3%

Provincie Limburg 91,9% 8,1%

België 91,7% 8,3%

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005.

De gemeente Hamont-Achel kent met 26,3% relatief gezien het hoogste aandeel niet-Belgen. Lanaken en Voeren volgen met respectievelijk 25,3% en 23,7% op een tweede en derde plaats. De buurgemeenten Hechtel-Eksel en Overpelt worden gekenmerkt door een aandeel niet-Belgen dat ligt rond het Limburgse gemiddelde. In de gemeenten Alken, Wel-len, Nieuwerkerken en Herk-de-Stad leeft slechts een beperkt aantal mensen van niet-Belgische afkomst. In Herstappe is het aandeel niet-Belgen in het totaal zelfs nihil.

Page 157: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 32

Page 158: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 33

Leeftijdsstructuur In de provincie Limburg bevindt ca. 62% van de bevolking zich in het leeftijdssegment van 20 tot 64 jaar. Het Limburgse segment van 20 tot 64 jaar is daarmee iets omvangrijker dan hetzelfde Belgische leeftijdssegment. Het aandeel van de mintwintigers en vierenzestig-plussers is in Limburg in vergelijking met de Belgische gemiddelden iets kleiner. Leeftijdsstructuur (afgerond)

Gemeente -20 20 - 64 +64 Gemeente -20 20 - 64 +64

Alken 23% 62% 15% Kinrooi 24% 63% 13%

As 24% 63% 14% Kortessem 23% 64% 13%

Beringen 24% 62% 14% Lanaken 21% 64% 16%

Bilzen 23% 62% 16% Leopoldsburg 22% 61% 17%

Bocholt 24% 62% 14% Lommel 23% 62% 15%

Borgloon 19% 62% 19% Lummen 21% 63% 16%

Bree 22% 61% 17% Maaseik 22% 62% 16%

Diepenbeek 22% 65% 13% Maasmechelen 23% 63% 14%

Dilsen-Stokkem 23% 63% 14% Meeuwen-Gruitrode 24% 63% 13%

Genk 25% 60% 15% Neerpelt 23% 62% 15%

Gingelom 21% 61% 19% Nieuwerkerken 21% 63% 16%

Halen 20% 61% 19% Opglabbeek 24% 64% 12%

Ham 21% 63% 16% Overpelt 23% 61% 16%

Hamont-Achel 23% 60% 17% Peer 24% 63% 13%

Hasselt 19% 63% 18% Riemst 20% 63% 17%

Hechtel-Eksel 25% 61% 14% Sint-Truiden 19% 63% 18%

Heers 19% 62% 19% Tessenderlo 21% 64% 15%

Herk-de-Stad 22% 63% 16% Tongeren 20% 61% 19%

Herstappe 15% 63% 22% Voeren 24% 59% 17%

Heusden-Zolder 24% 62% 14% Wellen 21% 65% 15%

Hoeselt 21% 63% 16% Zonhoven 23% 63% 14%

Houthalen-Helchteren 25% 62% 13% Zutendaal 22% 65% 12%

Provincie Limburg 22% 62% 16%

België 23% 60% 17%

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005.

De gemeente Houthalen-Helchteren heeft een jonge bevolking. Ongeveer 25% van de inwoners is jonger dan 20 jaar en slechts ca. 13% is ouder dan 64 jaar. In Opglabbeek woont eveneens een jonge bevolking. Het aandeel van de vierenzestigplussers is daar het kleinst en ca. 24% van de inwoners is jonger dan 20 jaar. De gemeente Herstappe wordt juist gekenmerkt door een oudere bevolking. Ca. 22% van de inwoners is ouder dan 64 jaar en slechts ca. 15% is jonger dan 20 jaar.

Page 159: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 34

Bevolkingsevolutie In vergelijking met het jaar 1995 is de bevolking in de provincie Limburg toegenomen van ca. 771 615 tot 809 950 inwoners, een toename van ongeveer 5%. In dezelfde periode is de totale Belgische bevolking slechts toegenomen met ca. 3,1%, van ca. 10 130 575 tot ca. 10 445 850 inwoners. Bevolkingsevolutie 1995-2005 (afgerond)

Gemeente 1995 2000 2005 Gemeente 1995 2000 2005

Alken 10.570 10.900 11.035 Kinrooi 11.270 11.750 11.995

As 7.035 7.215 7.445 Kortessem 7.905 8.010 8.085

Beringen 37.880 39.260 40.850 Lanaken 22.845 23.500 24.450

Bilzen 28.445 29.335 29.860 Leopoldsburg 13.715 13.795 14.245

Bocholt 11.395 11.885 12.230 Lommel 29.195 30.435 31.615

Borgloon 9.955 10.115 10.045 Lummen 13.200 13.500 13.665

Bree 13.705 14.000 14.420 Maaseik 22.105 22.850 23.565

Diepenbeek 16.680 17.175 17.675 Maasmechelen 35.315 35.430 36.175

Dilsen-Stokkem 17.380 18.185 18.920 Meeuwen-Gruitrode 11.995 12.515 12.505

Genk 61.995 62.840 63.605 Neerpelt 14.760 15.380 16.065

Gingelom 7.345 7.600 7.775 Nieuwerkerken 6.165 6.485 6.585

Halen 7.980 8.215 8.515 Opglabbeek 8.525 9.130 9.415

Ham 8.915 9.325 9.625 Overpelt 12.025 12.535 13.245

Hamont-Achel 13.100 13.585 13.780 Peer 14.620 15.250 15.725

Hasselt 67.485 68.060 69.540 Riemst 15.355 15.615 15.815

Hechtel-Eksel 10.635 11.150 11.455 Sint-Truiden 37.445 37.145 37.990

Heers 6.525 6.575 6.685 Tessenderlo 14.930 15.820 16.650

Herk-de-Stad 11.285 11.615 11.665 Tongeren 29.790 29.725 29.635

Herstappe 90 85 85 Voeren 4.295 4.315 4.240

Heusden-Zolder 29.295 30.105 30.650 Wellen 6.505 6.725 6.835

Hoeselt 8.900 9.135 9.230 Zonhoven 18.240 18.940 19.695

Houthalen-Helchteren 28.435 29.215 29.800 Zutendaal 6.385 6.755 6.865

Provincie Limburg 771.615 791.178 809.950

België 10.130.575 10.239.085 10.445.850

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 1995, 2000, 2005.

De gemeente Tessenderlo wordt gekenmerkt door de grootste bevolkingtoename. In de periode van 1995 tot 2005 is de bevolking van Tessenderlo toegenomen van ca. 14 930 tot 16 650 inwoners, een toename van ruim 11%. De gemeenten Opglabbeek en Overpelt volgen op een tweede en derde plaats met een bevolkingtoename van meer dan 10%. In drie Limburgse gemeenten is een bevolkingafname waar te nemen. In Herstappe is de bevolking in de periode van 1995 tot 2005 afgenomen met bijna 8%, de grootste bevol-kingafname in de provincie Limburg. In de gemeenten Voeren en Tongeren is een afname van het aantal inwoners met ca. 1% waar te nemen.

Page 160: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 35

Bevolkingsprognose De voorspellingen geven aan dat de Limburgse bevolking in de richting van het jaar 2015 zal toenemen tot ca. 844 620 inwoners, een stijging van ca. 4%. Volgens de voorspellin-gen zal de Belgische bevolking in dezelfde periode slechts met ca. 2% toenemen, van ca. 10 445 850 tot 10 625 475 inwoners. Bevolkingsprognose 2005-2015 (afgerond)

Gemeente 2005 2015 Gemeente 2005 2015

Alken 11.035 11.295 Kinrooi 11.995 12.290

As 7.445 7.675 Kortessem 8.085 8.475

Beringen 40.850 44.995 Lanaken 24.450 26.315

Bilzen 29.860 30.375 Leopoldsburg 14.245 15.660

Bocholt 12.230 12.895 Lommel 31.615 33.425

Borgloon 10.045 9.930 Lummen 13.665 13.960

Bree 14.420 14.975 Maaseik 23.565 25.025

Diepenbeek 17.675 18.640 Maasmechelen 36.175 37.570

Dilsen-Stokkem 18.920 19.900 Meeuwen-Gruitrode 12.505 12.800

Genk 63.605 65.020 Neerpelt 16.065 16.980

Gingelom 7.775 8.070 Nieuwerkerken 6.585 6.610

Halen 8.515 9.060 Opglabbeek 9.415 9.865

Ham 9.625 10.745 Overpelt 13.245 14.080

Hamont-Achel 13.780 13.930 Peer 15.725 16.700

Hasselt 69.540 70.985 Riemst 15.815 16.610

Hechtel-Eksel 11.455 11.805 Sint-Truiden 37.990 38.980

Heers 6.685 6.955 Tessenderlo 16.650 18.875

Herk-de-Stad 11.665 11.705 Tongeren 29.635 29.355

Herstappe 85 80 Voeren 4.240 4.330

Heusden-Zolder 30.650 31.755 Wellen 6.835 6.995

Hoeselt 9.230 9.595 Zonhoven 19.695 20.905

Houthalen-Helchteren 29.800 31.195 Zutendaal 6.865 7.245

Provincie Limburg 809.950 844.620

België 10.445.850 10.625.475

Bron: Studiecel Provincie Limburg.

Volgens de voorspellingen zal het merendeel van de Limburgse gemeenten in de komen-de jaren gekenmerkt worden door een bevolkingtoename. Dit betekent extra bestedingen in de kleinhandel in de provincie. Enkel voor de gemeenten Borgloon, Herstappe en Ton-geren wordt in de richting van het jaar 2015 een afname van het aantal inwoners voor-speld.

Page 161: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 36

Inkomensniveau Het gemiddeld inkomen in België ligt op ca. € 12 655,- per hoofd van de bevolking per jaar. Limburgers blijven met gemiddeld ca. € 12 405,- per hoofd van de bevolking per jaar iets achter. Gemiddeld inkomensniveau per gemeente, voor de prov incie en landelijk (afgerond)

Gemeente Inkomens-

niveau in €

Ten opzichte

van landelijk

Gemeente Inkomens-

niveau in €

Ten opzichte

van landelijk

Alken 13.625 8% Kinrooi 10.855 -14%

As 12.825 % Kortessem 12.915 2%

Beringen 11.840 -6% Lanaken 12.435 -2%

Bilzen 12.545 -1% Leopoldsburg 12.315 -3%

Bocholt 11.135 -12% Lommel 12.090 -5%

Borgloon 13.115 4% Lummen 13.155 4%

Bree 12.170 -4% Maaseik 12.020 -5%

Diepenbeek 13.640 8% Maasmechelen 10.680 -16%

Dilsen-Stokkem 11.270 -11% Meeuwen-Gruitrode 11.565 -9%

Genk 11.580 -9% Neerpelt 12.190 -4%

Gingelom 13.035 3% Nieuwerkerken 12.730 1%

Halen 13.125 4% Opglabbeek 12.445 -2%

Ham 12.985 3% Overpelt 12.250 -3%

Hamont-Achel 11.295 -11% Peer 11.830 -7%

Hasselt 14.550 15% Riemst 12.105 -4%

Hechtel-Eksel 11.700 -8% Sint-Truiden 13.265 5%

Heers 12.305 -3% Tessenderlo 14.020 11%

Herk-de-Stad 13.255 5% Tongeren 12.760 1%

Herstappe 13.335 5% Voeren 10.485 -17%

Heusden-Zolder 11.625 -8% Wellen 12.565 -1%

Hoeselt 12.735 1% Zonhoven 13.025 3%

Houthalen-Helchteren 11.460 -10% Zutendaal 12.985 3%

Provincie Limburg 12.405 -2%

België 12.655 0%

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005.

Binnen de provincie Limburg zijn qua inkomensniveau duidelijk verschillen waarneembaar. Gemeenten waar het inkomensniveau gemiddeld fors hoger ligt dan het landelijk gemid-delde zijn Hasselt en Tessenderlo. Gemeenten zoals Voeren, Maasmechelen, Kinrooi, Bocholt, Dilsen-Stokkem en Hamont-Achel liggen onder het landelijk gemiddelde.

Page 162: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 37

Bestedingen per hoofd De gemiddelde Belg besteedt volgens het huishoudbudgetonderzoek 2004 ongeveer € 4 150,- per jaar in winkels. Bij een hoger inkomen liggen de bestedingen in winkels door-gaans wat hoger, bij een lager inkomen zijn de bestedingen wat lager. Aangezien het in-komensniveau in sommige gemeenten in de provincie Limburg substantieel (meer dan 5% positief of negatief) afwijkt van het landelijk gemiddelde is het wenselijk hiervoor te corrige-ren. Voor de betreffende gemeenten is een correctie op de gemiddelde bestedingen toe-gepast.4 Bestedingen per hoofd per gemeente, voor de provinc ie en landelijk

Gemeente Conv.

in €

Shop.

in €

Spec.

in €

Tot.

in €

Gemeente Conv.

in €

Shop.

in €

Spec.

in €

Tot.

in €

Alken 2.111 1.336 823 4.270 Kinrooi 1.997 1.196 736 3.929

As 2.071 1.287 792 4.150 Kortessem 2.071 1.287 792 4.150

Beringen 2.038 1.246 767 4.050 Lanaken 2.071 1.287 792 4.150

Bilzen 2.071 1.287 792 4.150 Leopoldsburg 2.071 1.287 792 4.150

Bocholt 2.009 1.210 745 3.963 Lommel 2.071 1.287 792 4.150

Borgloon 2.071 1.287 792 4.150 Lummen 2.071 1.287 792 4.150

Bree 2.071 1.287 792 4.150 Maaseik 2.045 1.255 772 4.072

Diepenbeek 2.111 1.337 823 4.272 Maasmechelen 1.990 1.187 730 3.907

Dilsen-Stokkem 2.014 1.217 749 3.980 Meeuwen-Gruitrode 2.026 1.232 758 4.016

Genk 2.027 1.233 759 4.018 Neerpelt 2.071 1.287 792 4.150

Gingelom 2.071 1.287 792 4.150 Nieuwerkerken 2.071 1.287 792 4.150

Halen 2.071 1.287 792 4.150 Opglabbeek 2.071 1.287 792 4.150

Ham 2.071 1.287 792 4.150 Overpelt 2.071 1.287 792 4.150

Hamont-Achel 2.015 1.218 750 3.983 Peer 2.037 1.245 766 4.049

Hasselt 2.148 1.384 852 4.383 Riemst 2.071 1.287 792 4.150

Hechtel-Eksel 2.032 1.239 762 4.033 Sint-Truiden 2.071 1.287 792 4.150

Heers 2.071 1.287 792 4.150 Tessenderlo 2.127 1.357 835 4.319

Herk-de-Stad 2.071 1.287 792 4.150 Tongeren 2.071 1.287 792 4.150

Herstappe 2.099 1.322 814 4.234 Voeren 1.982 1.177 724 3.883

Heusden-Zolder 2.029 1.235 760 4.023 Wellen 2.071 1.287 792 4.150

Hoeselt 2.071 1.287 792 4.150 Zonhoven 2.071 1.287 792 4.150

Houthalen-Helchteren 2.022 1.226 755 4.003 Zutendaal 2.071 1.287 792 4.150

Provincie Limburg 2.071 1.287 792 4.150

België 2.071 1.287 792 4.150

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek. Berekeningen BRO, 2006.

De gemiddelde bestedingen per hoofd per gemeente zijn weergegeven in bovenstaande tabel. Het (fors) hogere inkomensniveau in onder meer Hasselt, Tessenderlo, Alken en Diepenbeek vertaalt zich in hogere bestedingen in winkels.

4 Bij een hoger of lager dan landelijk gemiddeld inkomensniveau wordt een correctie doorgevoerd. In convenience gaat het om een inkomenselasticiteit van ¼%, in shopping en specialty om ½%.

Page 163: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 38

Het bestedingspotentieel Door combinatie van voorgaande parameters kan het bestedingspotentieel per gemeente worden berekend. Het bestedingspotentieel is het totaal aan bestedingen in winkels dat door inwoners van een gemeente wordt gedaan. De formule is als volgt: inwonertal x be-stedingen per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd naar het gemiddelde inkomensniveau in de betreffende gemeente. Bestedingspotentieel per gemeente

Gemeente Bestedingspotentieel

(in mln. €)

Gemeente Bestedingspotentieel

(in mln. €)

Alken 47,1 Kinrooi 47,1

As 30,9 Kortessem 33,6

Beringen 165,5 Lanaken 101,5

Bilzen 123,9 Leopoldsburg 59,1

Bocholt 48,5 Lommel 131,2

Borgloon 41,7 Lummen 56,7

Bree 59,8 Maaseik 96,0

Diepenbeek 75,5 Maasmechelen 141,3

Dilsen-Stokkem 75,3 Meeuwen-Gruitrode 50,2

Genk 255,6 Neerpelt 66,7

Gingelom 32,3 Nieuwerkerken 27,3

Halen 35,3 Opglabbeek 39,1

Ham 39,9 Overpelt 55,0

Hamont-Achel 54,9 Peer 63,7

Hasselt 304,8 Riemst 65,6

Hechtel-Eksel 46,2 Sint-Truiden 157,7

Heers 27,7 Tessenderlo 71,9

Herk-de-Stad 48,4 Tongeren 123,0

Herstappe 0,4 Voeren 16,5

Heusden-Zolder 123,3 Wellen 28,4

Hoeselt 38,3 Zonhoven 81,7

Houthalen-Helchteren 119,3 Zutendaal 28,5

Provincie Limburg 3.361,6

Bron: Berekeningen BRO, 2006. De gemeente Hasselt wordt gekenmerkt door een hoog bestedingspotentieel. Het grote aantal inwoners en het relatief hoge gemiddelde inkomensniveau resulteren in een beste-dingspotentieel van ca. € 304,8 mln.. Genk komt op de tweede plaats met ca. € 255,6 mln. aan bestedingspotentieel. Door het beperkte aantal inwoners van de gemeente Herstappe is het bestedingspotentieel in de kleinste gemeente van de provincie Limburg logischerwijs beperkt.

Page 164: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 39

3. GEMEENTEN

In dit hoofdstuk is voor elk van de gemeenten (behalve Herstappe) een tweetal fiches op-genomen waarin de belangrijkste gegevens zijn opgenomen ten aanzien van de vraagzij-de. De opzet is als volgt. Het kaartbeeld geeft steeds de oriëntatie van de gemeente zelf en de regio op de betref-fende gemeente weer. Dit geeft in één oogopslag een goed beeld van de positie van de betreffende gemeente binnen de regio. Vervolgens zijn tabellen opgenomen over kooporiëntatie, koopvlucht, koopkrachttoevloei-ing, e.d. per goederengroep. Deze cijfers zijn steeds afgezet tegen het gemiddelde van de provincie als geheel. Voorts wordt ingezoomd op de spreiding van winkels over de verschillende typen concen-traties en zijn de belangrijkste concentraties per gemeente genoemd. Een groep winkels wordt beschouwd als een concentratie wanneer sprake is van minimaal 5 winkels op korte afstand van elkaar gelegen, met een duidelijke ruimtelijke samenhang. Elk fiche sluit af met een aantal constateringen.

Page 165: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 40

Gemeente Alken

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,7 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,3 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 77,5 % 77,7 %

Shopping 18,2 % 35,0 %

Specialty 19,2 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Alken Steenweg Steenweg

Steenweg Centrum Alken Centrum Alken

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Borgloon 0,1 % 1,4 % 2,2 %

Hasselt 0,0 % 0,5 % 0,7 %

Kortessem 0,4 % 0,7 % 0,0 %

Nieuwerkerken 1,2 % 1,7 % 0,0 %

Sint-Truiden 0,1 % 0,9 % 1,1 %

Tongeren 0,0 % 0,5 % 0,6 %

Wellen 3,6 % 4,3 % 2,9 %

Zonhoven 0,1 % 0,0 % 0,4 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 77,5 % 18,2 % 19,2 %

Overig provincie Limburg 16,7 % 56,1 % 72,2 %

Buiten provincie Limburg 5,7 % 25,7 % 8,6 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 166: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 41

Gemeente Alken

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Borgloon 0,5 % 0,2 % 0,6 %

Genk 0,0 % 1,1 % 1,5 %

Hasselt 12,3 % 42,6 % 56,9 %

Kortessem 0,2 % 0,3 % 0,0 %

Sint-Truiden 2,5 % 8,3 % 11,1 %

Wellen 0,8 % 0,8 % 2,0 %

Bezoekmotief centrum Alken referentie

Keuze aan producten 24% 25%

Kwaliteit producten 27% 20%

Prijsniveau producten 14% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 11% 8%

Bereikbaarheid 10% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 4% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Alken referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 11.035

Page 167: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 42

Gemeente As

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 97,1 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 2,9 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 56,3 % 77,7 %

Shopping 8,2 % 35,0 %

Specialty 8,2 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum As Centrum As Centrum As

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Dilsen-Stokkem 0,2 % 0,8 % 0,8 %

Kortessem 0,0 % 0,7 % 0,0 %

Maaseik 0,2 % 1,0 % 0,7 %

Maasmechelen 0,0 % 0,6 % 0,3 %

Opglabbeek 0,8 % 2,4 % 0,8 %

Zutendaal 0,0 % 0,6 % 0,5 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 56,3 % 8,2 % 8,2 %

Overig provincie Limburg 29,9 % 62,6 % 77,5 %

Buiten provincie Limburg 13,8 % 29,3 % 14,3 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 168: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 43

Gemeente As

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bree 1,1 % 1,4 % 2,4 %

Dilsen-Stokkem 0,1 % 0,4 % 2,6 %

Genk 18,3 % 39,2 % 51,2 %

Hasselt 0,7 % 8,8 % 14,5 %

Maasmechelen 1,6 % 5,6 % 4,3 %

Opglabbeek 7,1 % 4,3 % 2,2 %

Bezoekmotief centrum As referentie

Keuze aan producten 25% 25%

Kwaliteit producten 23% 20%

Prijsniveau producten 13% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 10% 8%

Bereikbaarheid 12% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 7% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum As referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 9 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 5 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 5 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 7.445

Page 169: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 44

Gemeente Beringen

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,6 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,4 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 91,2 % 77,7 %

Shopping 41,7 % 35,0 %

Specialty 39,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Koersel Centrum Paal Centrum Beringen

Koolmijnlaan Centrum Koersel Koolmijnlaan

Centrum Paal Centrum Beringen Centrum Paal

Centrum Beringen Koolmijnlaan Centrum Koersel

Toevloeiing uit andere gemeenten convenience shopping specialty

Ham 6,0 % 17,3 % 7,8 %

Heusden-Zolder 1,1 % 8,2 % 4,7 %

Leopoldsburg 1,8 % 12,0 % 6,1 %

Lummen 0,8 % 13,9 % 6,0 %

Tessenderlo 1,4 % 8,6 % 4,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 91,2 % 41,7 % 39,4 %

Overig provincie Limburg 3,1 % 33,6 % 46,6 %

Buiten provincie Limburg 5,7 % 24,7 % 14,1 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 170: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 45

Gemeente Beringen

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Genk 0,0 % 1,2 % 1,3 %

Hasselt 1,5 % 18,0 % 27,4 %

Heusden-Zolder 0,6 % 7,5 % 10,0 %

Houthalen-Helchteren 0,2 % 0,9 % 0,6 %

Leopoldsburg 0,3 % 2,7 % 4,5 %

Tessenderlo 0,1 % 0,6 % 1,5 %

Bezoekmotief centrum Beringen referentie

Keuze aan producten 25% 25%

Kwaliteit producten 23% 20%

Prijsniveau producten 16% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 9% 8%

Bereikbaarheid 15% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Beringen referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 40.850

Page 171: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 46

Gemeente Bilzen

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 91,3 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 8,7 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 89,8 % 77,7 %

Shopping 37,9 % 35,0 %

Specialty 42,1 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Bilzen Centrum Bilzen Centrum Bilzen

Hasseltsestraat Hasseltsestraat Hasseltsestraat

Maastrichterstraat Maastrichterstraat Maastrichterstraat

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Diepenbeek 0,0 % 2,3 % 1,9 %

Hoeselt 7,7 % 14,2 % 14,4 %

Kortessem 0,4 % 2,7 % 1,8 %

Riemst 2,0 % 10,2 % 9,3 %

Voeren 1,2 % 3,8 % 0,3 %

Zutendaal 0,7% 3,3 % 1,7 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 89,8 % 37,9 % 42,1 %

Overig provincie Limburg 5,0 % 49,4 % 46,8 %

Buiten provincie Limburg 5,2 % 12,7 % 11,1 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 172: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 47

Gemeente Bilzen

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Diepenbeek 1,0 % 4,9 % 2,8 %

Genk 0,7 % 11,2 % 11,2 %

Hasselt 1,2 % 20,3 % 23,6 %

Hoeselt 0,9 % 3,3 % 2,6 %

Lanaken 0,3 % 2,4 % 2,2 %

Bezoekmotief centrum Bilzen referentie

Keuze aan producten 24% 25%

Kwaliteit producten 23% 20%

Prijsniveau producten 14% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 15% 19%

Parkeermogelijkheden 6% 8%

Sfeer en gezelligheid 9% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Bilzen referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 29.860

Page 173: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 48

Gemeente Bocholt

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,9 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,0 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 53,8 % 77,7 %

Shopping 20,5 % 35,0 %

Specialty 18,3 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Bocholt Centrum Bocholt Centrum Bocholt

Kaulillerdorp Kaulillerdorp Kaulillerdorp

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bree 0,5 % 1,1 % 0,8 %

Hamont-Achel 0,0 % 1,4 % 0,4 %

Meeuwen-Gruitrode 0,0 % 0,5 % 0,3 %

Neerpelt 0,0 % 0,7 % 0,5 %

Peer 0,0 % 0,5 % 0,7 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 53,8 % 20,5 % 18,3 %

Overig provincie Limburg 28,3 % 61,0 % 58,0 %

Buiten provincie Limburg 17,9 % 18,5 % 23,7 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 174: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 49

Gemeente Bocholt

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bree 20,9 % 35,1 % 30,9 %

Genk 0,2 % 1,9 % 2,4 %

Hamont-Achel 1,6 % 1,3 % 1,6 %

Hasselt 0,3 % 5,9 % 9,0 %

Lommel 0,4 % 4,3 % 3,3 %

Neerpelt 2,8 % 4,9 % 7,9 %

Overpelt 0,7 % 1,4 % 0,0 %

Peer 0,8 % 3,2 % 1,4 %

Bezoekmotief centrum Bocholt referentie

Keuze aan producten 20% 25%

Kwaliteit producten 19% 20%

Prijsniveau producten 18% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 19% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 7% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Bocholt referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 9 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 12.230

Page 175: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 50

Gemeente Borgloon

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 93,9 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 6,1 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 75,8 % 77,7 %

Shopping 19,8 % 35,0 %

Specialty 34,2 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Borgloon Centrum Borgloon Centrum Borgloon

St.-Truidersteenweg St.-Truidersteenweg St.-Truidersteenweg

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Alken 0,5 % 0,2 % 0,6 %

Heers 2,5 % 4,6 % 4,1 %

Kortessem 1,1 % 1,2 % 2,6 %

Overpelt 0,3 % 0,3 % 0,0 %

Sint-Truiden 0,0 % 0,5 % 0,7 %

Tongeren 0,0 % 0,6 % 0,0 %

Wellen 2,3 % 1,6 % 2,4 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 75,8 % 19,8 % 34,2 %

Overig provincie Limburg 13,7 % 57,5 % 60,0 %

Buiten provincie Limburg 10,5 % 22,6 % 5,8 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 176: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 51

Gemeente Borgloon

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Alken 0,1 % 1,4 % 2,2 %

Genk 0,0 % 1,2 % 1,6 %

Hasselt 3,0 % 20,7 % 26,6 %

Maaseik 0,3 % 0,2 % 0,0 %

Sint-Truiden 6,6 % 20,4 % 20,2 %

Tongeren 2,3 % 9,4 % 6,0 %

Wellen 0,9 % 1,1 % 0,8 %

Bezoekmotief centrum Borgloon referentie

Keuze aan producten 22% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 11% 8%

Bereikbaarheid 17% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 4% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Borgloon referentie

Keuze aan producten 9 8

Kwaliteit producten 7 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 10.045

Page 177: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 52

Gemeente Bree

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 93,2 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 6,8 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 87,2 % 77,7 %

Shopping 67,9 % 35,0 %

Specialty 53,7 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Bree Centrum Bree Centrum Bree

Toleik Toleik Toleik

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bocholt 20,9 % 35,1 % 30,9 %

Kinrooi 10,8 % 20,2 % 13,7 %

Maaseik 1,8 % 16,9 % 14,1 %

Meeuwen-Gruitrode 21,5 % 24,0 % 32,6 %

Peer 3,2 % 13,3 % 11,1 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 87,2 % 67,9 % 53,7 %

Overig provincie Limburg 4,7 % 22,7 % 25,3 %

Buiten provincie Limburg 8,1 % 9,4 % 21,0 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 178: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 53

Gemeente Bree

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bocholt 0,5 % 1,1 % 0,8 %

Genk 0,7 % 3,6 % 7,3 %

Hasselt 1,3 % 7,6 % 13,2 %

Kinrooi 0,3 % 0,6 % 0,7 %

Maaseik 0,5 % 1,3 % 1,2 %

Meeuwen-Gruitrode 0,4 % 1,9 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Bree referentie

Keuze aan producten 27% 25%

Kwaliteit producten 22% 20%

Prijsniveau producten 16% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 7% 8%

Bereikbaarheid 13% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Bree referentie

Keuze aan producten 9 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 14.420

Page 179: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 54

Gemeente Diepenbeek

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,5 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,5 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 89,0 % 77,7 %

Shopping 31,6 % 35,0 %

Specialty 25,9 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Diepenbeek Centrum Diepenbeek Centrum Diepenbeek

Wijkstraat Wijkstraat Wijkstraat

Nieuwstraat Nieuwstraat Nieuwstraat

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Alken 0,2 % 0,3 % 0,0 %

Bilzen 1,0 % 4,9 % 2,8 %

Genk 0,2 % 0,6 % 0,4 %

Hasselt 0,0 % 0,4 % 0,4 %

Hoeselt 1,3 % 2,0 % 1,4 %

Kortessem 7,0 % 9,1 % 10,1 %

Wellen 0,4 % 0,9 % 0,3 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 89,0 % 31,6 % 25,9 %

Overig provincie Limburg 5,5 % 48,4 % 66,8 %

Buiten provincie Limburg 5,5 % 20,1 % 7,2 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 180: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 55

Gemeente Diepenbeek

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,0 % 0,6 % 0,4 %

Bilzen 0,0 % 2,3 % 1,9 %

Genk 1,8 % 13,5 % 21,0 %

Hasselt 3,4 % 29,4 % 43,0 %

Maasmechelen 0,1 % 0,4 % 0,3 %

Zonhoven 0,0 % 0,6 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Diepenbeek referentie

Keuze aan producten 27% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 13% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 6% 8%

Bereikbaarheid 18% 19%

Parkeermogelijkheden 11% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Diepenbeek referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 5 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 8 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 17.675

Page 181: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 56

Gemeente Dilsen-Stokkem

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,7 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,3 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 80,7 % 77,7 %

Shopping 22,7 % 35,0 %

Specialty 29,9 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Dilsen Centrum Dilsen Centrum Dilsen

Centrum Stokkem Centrum Stokkem Centrum Stokkem

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

As 0,1 % 0,4 % 2,6 %

Kinrooi 0,0 % 0,6 % 3,3 %

Maaseik 0,7 % 3,7 % 7,9 %

Maasmechelen 0,4 % 1,9 % 5,1 %

Meeuwen 0,2 % 0,0 % 0,7 %

Opglabbeek 0,2 % 0,3 % 3,3 %

Zutendaal 0,0 % 1,2 % 0,5 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 80,7 % 22,7 % 29,9 %

Overig provincie Limburg 10,8 % 40,2 % 53,6 %

Buiten provincie Limburg 8,5 % 37,1 % 16,5 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 182: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 57

Gemeente Dilsen-Stokkem

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

As 0,2 % 0,8 % 0,8 %

Bree 0,3 % 2,7 % 2,2 %

Genk 1,4 % 7,7 % 14,0 %

Hasselt 0,2 % 4,2 % 9,0 %

Maaseik 1,8 % 5,1 % 3,9 %

Maasmechelen 6,5 % 18,1 % 22,2 %

Bezoekmotief centrum Dilsen referentie

Keuze aan producten 22% 25%

Kwaliteit producten 19% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 21% 19%

Parkeermogelijkheden 7% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Dilsen referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 8 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 18.920

Page 183: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 58

Gemeente Genk

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,6 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,4 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 92,9 % 77,7 %

Shopping 67,4 % 35,0 %

Specialty 72,1 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Genk Centrum Genk Centrum Genk

Vennestraat Hasseltweg Hasseltweg

Stalenstraat Stalenstraat Stalenstraat

Hasseltweg Vennestraat Vennestraat

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

As 18,3 % 39,2 % 51,2 %

Diepenbeek 1,8 % 13,5 % 21,0 %

Houthalen-Helchteren 2,3 % 15,4 % 21,4 %

Meeuwen-Gruitrode 4,1 % 7,4 % 15,0 %

Opglabbeek 11,4 % 28,6 % 41,3 %

Zutendaal 12,7 % 38,4 % 56,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 92,9 % 67,4 % 72,1 %

Overig provincie Limburg 1,7 % 17,5 % 15,5 %

Buiten provincie Limburg 5,3 % 15,1 % 12,4 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 184: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 59

Gemeente Genk

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Diepenbeek 0,2 % 0,6 % 0,4 %

Dilsen-Stokkem 0,0 % 0,1 % 0,6 %

Hasselt 0,9 % 12,1 % 12,8 %

Houthalen-Helchteren 0,3 % 0,6 % 0,5 %

Maasmechelen 0,0 % 0,6 % 1,2 %

Opglabbeek 0,1 % 0,8 % 0,0 %

Zonhoven 0,1% 0,6 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Genk referentie

Keuze aan producten 27% 25%

Kwaliteit producten 20% 20%

Prijsniveau producten 16% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 6% 8%

Bereikbaarheid 14% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 8% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Genk referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 63.605

Page 185: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 60

Gemeente Gingelom

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 93,4 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 6,6 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 42,7 % 77,7 %

Shopping 11,8 % 35,0 %

Specialty 11,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Gingelom Centrum Gingelom Centrum Gingelom

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Heers 0,0 % 0,4 % 0,0 %

Sint-Truiden 0,1 % 0,2 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 42,7 % 11,8 % 11,4 %

Overig provincie Limburg 20,9 % 62,8 % 69,8 %

Buiten provincie Limburg 36,4 % 25,4 % 18,7 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 186: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 61

Gemeente Gingelom

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Borgloon 0,2 % 0,4 % 0,2 %

Genk 0,0 % 0,5 % 0,0 %

Hasselt 0,7 % 7,8 % 11,5 %

Heers 0,7 % 0,8 % 1,4 %

Nieuwerkerken 0,0 % 0,5 % 0,0 %

Sint-Truiden 18,9 % 50,7 % 56,3 %

Tongeren 0,1 % 0,2 % 0,5 %

Wellen 0,2 % 0,2 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Gingelom referentie

Keuze aan producten 15% 25%

Kwaliteit producten 11% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 12% 8%

Bereikbaarheid 24% 19%

Parkeermogelijkheden 13% 8%

Sfeer en gezelligheid 7% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Gingelom referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 8 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 9 8

Parkeermogelijkheden 8 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 7.775

Page 187: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 62

Gemeente Halen

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 97,5 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 2,6 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 79,5 % 77,7 %

Shopping 28,0 % 35,0 %

Specialty 63,9 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience Shopping specialty

Centrum Halen Centrum Halen Centrum Halen

Staatsbaan Staatsbaan Staatsbaan

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Herk-de-Stad 0,7 % 5,0 % 5,1 %

Lummen 0,0 % 1,0 % 0,7 %

Tessenderlo 0,0 % 0,2 % 0,0 %

Zutendaal 0,0 % 0,2 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 79,5 % 28,0 % 63,9 %

Overig provincie Limburg 3,1 % 41,6 % 22,3 %

Buiten provincie Limburg 17,4 % 30,4 % 13,8 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 188: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 63

Gemeente Halen

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,0 % 4,0 % 0,5 %

Hasselt 1,1 % 24,5 % 17,7 %

Heers 0,3 % 0,4 % 0,0 %

Herk-de-Stad 0,9 % 3,0 % 1,9 %

Heusden-Zolder 0,1 % 0,6 % 1,1 %

Lummen 0,6 % 1,2 % 0,0 %

Sint-Truiden 0,0 % 2,9 % 0,6 %

Bezoekmotief centrum Halen referentie

Keuze aan producten 21% 25%

Kwaliteit producten 20% 20%

Prijsniveau producten 14% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 14% 8%

Bereikbaarheid 21% 19%

Parkeermogelijkheden 7% 8%

Sfeer en gezelligheid 3% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Halen referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 8.515

Page 189: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 64

Gemeente Ham

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,5 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,5 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 56,4 % 77,7 %

Shopping 19,2 % 35,0 %

Specialty 45,6 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

C. Kwaadmechelen C. Kwaadmechelen C. Kwaadmechelen

Centrum Oostham Centrum Oostham Centrum Oostham

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,0 % 0,6 % 0,2 %

Heusden-Zolder 0,0 % 0,3 % 0,0 %

Leopoldsburg 0,0 % 1,5 % 0,2 %

Tessenderlo 0,1 % 2,0 % 0,1 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 56,4 % 19,2 % 45,6 %

Overig provincie Limburg 13,0 % 51,9 % 43,2 %

Buiten provincie Limburg 30,6 % 28,9 % 11,2 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 190: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 65

Gemeente Ham

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 6,0 % 17,3 % 7,8 %

Hasselt 1,3 % 13,0 % 19,1 %

Heusden-Zolder 0,0 % 1,2 % 0,4 %

Leopoldsburg 2,9 % 8,6 % 6,8 %

Lommel 0,0 % 2,4 % 0,0 %

Tessenderlo 2,7 % 8,2 % 9,0 %

Bezoekmotief centrum Kwaadmechelen referentie

Keuze aan producten 27% 25%

Kwaliteit producten 19% 20%

Prijsniveau producten 11% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 7% 8%

Bereikbaarheid 21% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 6% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Kwaadmechelen referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 9.625

Page 191: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 66

Gemeente Hamont-Achel

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,3 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,7 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 79,2 % 77,7 %

Shopping 26,1 % 35,0 %

Specialty 41,3 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Hamont Centrum Hamont Centrum Hamont

Centrum Achel Centrum Achel Centrum Achel

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 0,0 % 0,1 % 0,1 %

Bocholt 1,6 % 1,3 % 1,7 %

Hechtel-Eksel 0,1 % 0,1 % 0,0 %

Neerpelt 0,1 % 2,0 % 2,0 %

Overpelt 0,3 % 0,6 % 0,1 %

Peer 0,0 % 0,3 % 0,2 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 79,2 % 26,1 % 41,3 %

Overig provincie Limburg 10,2 % 55,2 % 44,9 %

Buiten provincie Limburg 10,6 % 18,7 % 13,8 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 192: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 67

Gemeente Hamont-Achel

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bree 1,1 % 9,0 % 4,2 %

Hasselt 0,1 % 7,9 % 7,6 %

Lommel 0,3 % 12,5 % 8,3 %

Neerpelt 8,2 % 19,5 % 22,1 %

Overpelt 0,4 % 2,5 % 2,1 %

Bezoekmotief centrum Hamont Referentie

Keuze aan producten 30% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 10% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 6% 8%

Bereikbaarheid 12% 19%

Parkeermogelijkheden 5% 8%

Sfeer en gezelligheid 16% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Hamont referentie

Keuze aan producten 7 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 13.780

Page 193: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 68

Gemeente Hasselt

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,5 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,5 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 95,3 % 77,7 %

Shopping 93,2 % 35,0 %

Specialty 83,3 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Kuringersteenweg Centrum Hasselt Centrum Hasselt

Centrum Hasselt Kuringersteenweg Kuringersteenweg

H. van Veldekesingel Genkersteenweg Genkersteenweg

Genkersteenweg H. van Veldekesingel H. van Veldekesingel

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Alken 12,3 % 42,6 % 56,9 %

Herk-de-Stad 8,5 % 45,7 % 55,8 %

Kortessem 11,3 % 37,2 % 46,1 %

Lummen 3,3 % 34,5 % 33,4 %

Nieuwerkerken 9,9 % 23,2 % 37,8 %

Wellen 8,5 % 36,7 % 49,0 %

Zonhoven 5,3 % 22,6 % 44,9 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 95,3 % 93,2 % 83,3 %

Overig provincie Limburg 1,2 % 5,3 % 7,4 %

Buiten provincie Limburg 3,6 % 1,5 % 9,4 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 194: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 69

Gemeente Hasselt

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Alken 0,0 % 0,5 % 0,7 %

Bilzen 0,0 % 0,1 % 0,3 %

Diepenbeek 0,0 % 0,4 % 0,4 %

Genk 0,1 % 1,6 % 3,4 %

Zonhoven 0,4 % 0,8 % 0,7 %

Bezoekmotief centrum Hasselt referentie

Keuze aan producten 32% 25%

Kwaliteit producten 23% 20%

Prijsniveau producten 18% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 5% 8%

Bereikbaarheid 11% 19%

Parkeermogelijkheden 5% 8%

Sfeer en gezelligheid 7% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Hasselt referentie

Keuze aan producten 9 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 69.540

Page 195: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 70

Gemeente Hechtel-Eksel

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,3 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,7 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 72,7 % 77,7 %

Shopping 20,9 % 35,0 %

Specialty 19,9 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Hechtel Centrum Hechtel Centrum Hechtel

Centrum Eksel Centrum Eksel Centrum Eksel

Hasseltsebaan Hasseltsebaan Hasseltsebaan

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,1 % 0,1 % 0,0 %

Bree 0,0 % 0,1 % 0,2 %

Houthalen-Helchteren 0,1 % 0,1 % 0,1 %

Leopoldsburg 0,2 % 0,9 % 0,0 %

Lommel 0,0 % 0,4 % 0,0 %

Neerpelt 0,0 % 0,2 % 0,6 %

Overpelt 0,3 % 0,3 % 0,0 %

Peer 0,7 % 1,0 % 0,6 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 72,7 % 20,9 % 19,9 %

Overig provincie Limburg 19,1 % 63,2 % 67,8 %

Buiten provincie Limburg 8,2 % 16,0 % 12,3 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 196: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 71

Gemeente Hechtel-Eksel

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Hasselt 0,7 % 8,8 % 14,1 %

Houthalen-Helchteren 7,2 % 7,2 % 8,7 %

Leopoldsburg 2,7 % 6,0 % 9,3 %

Lommel 1,8 % 18,8 % 21,4 %

Neerpelt 2,1 % 2,8 % 6,1 %

Peer 2,4 % 9,8 % 3,3 %

Bezoekmotief centrum Eksel referentie

Keuze aan producten 17% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 13% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 11% 8%

Bereikbaarheid 24% 19%

Parkeermogelijkheden 7% 8%

Sfeer en gezelligheid 6% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Eksel referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 11.455

Page 197: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 72

Gemeente Heers

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 94,8 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 5,2 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 71,5 % 77,7 %

Shopping 20,2 % 35,0 %

Specialty 38,6 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Heers Centrum Heers Centrum Heers

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Borgloon 0,0 % 0,0 % 0,2 %

Gingelom 0,7 % 0,8 % 1,4 %

Halen 0,3 % 0,4 % 0,0 %

Sint-Truiden 0,2 % 0,3 % 0,4 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 71,5 % 20,2 % 38,6 %

Overig provincie Limburg 15,7 % 68,0 % 50,3 %

Buiten provincie Limburg 12,8 % 11,8 % 11,1 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 198: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 73

Gemeente Heers

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Borgloon 2,5 % 4,6 % 4,1 %

Hasselt 2,9 % 14,9 % 14,0 %

Sint-Truiden 6,8 % 35,9 % 26,2 %

Tongeren 2,8 % 9,0 % 6,1 %

Wellen 0,6 % 0,1 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Heers referentie

Keuze aan producten 22% 25%

Kwaliteit producten 17% 20%

Prijsniveau producten 10% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 12% 8%

Bereikbaarheid 24% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 6% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Heers referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 9 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 8 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 8 7

Sfeer en gezelligheid 8 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 6.685

Page 199: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 74

Gemeente Herk-de-Stad

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 92,7 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 7,3 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 77,9 % 77,7 %

Shopping 26,6 % 35,0 %

Specialty 28,2 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centr. Herk-de-Stad Centr. Herk-de-Stad Centr. Herk-de-Stad

Grote Baan Grote Baan Grote Baan

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Halen 0,9 % 3,0 % 1,9 %

Hasselt 0,0 % 0,0 % 0,1 %

Lummen 0,1 % 0,7 % 0,0 %

Nieuwerkerken 0,9 % 1,1 % 1,1 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 77,9 % 26,6 % 27,2 %

Overig provincie Limburg 11,9 % 64,6 % 64,1 %

Buiten provincie Limburg 10,2 % 8,8 % 8,7 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 200: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 75

Gemeente Herk-de-Stad

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,4 % 2,7 % 0,7 %

Genk 0,0 % 1,8 % 1,6 %

Halen 0,7 % 5,0 % 5,1 %

Hasselt 8,5 % 45,7 % 55,8 %

Lummen 1,2 % 1,1 % 1,0 %

Sint-Truiden 0,5 % 3,0 % 1,6 %

Bezoekmotief centrum Herk-de-Stad referentie

Keuze aan producten 31% 25%

Kwaliteit producten 15% 20%

Prijsniveau producten 8% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 9% 8%

Bereikbaarheid 26% 19%

Parkeermogelijkheden 7% 8%

Sfeer en gezelligheid 3% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Herk-de-Stad referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 9 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 9 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen Gemeente

Inwonertal 11.665

Page 201: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 76

Gemeente Heusden-Zolder

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,7 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,3 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 92,3 % 77,7 %

Shopping 45,7 % 35,0 %

Specialty 43,1 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Heusden Centrum Heusden Centrum Heusden

Centrum Zolder Centrum Zolder Centrum Zolder

St.-Willibrordusplein Beringersteenweg Beringersteenweg

Beringersteenweg St.-Willibrordusplein St.-Willibrordusplein

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,6 % 7,5 % 10,0 %

Halen 0,1 % 0,6 % 1,1 %

Hechtel-Eksel 0,3 % 0,2 % 0,1 %

Houthalen-Helchteren 0,5 % 3,1 % 2,5 %

Lummen 0,3 % 5,1 % 5,1 %

Opglabbeek 0,3 % 0,5 % 0,6 %

Zonhoven 0,3 % 1,4 % 1,8 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 92,3 % 45,7 % 43,1 %

Overig provincie Limburg 4,9 % 43,4 % 46,9 %

Buiten provincie Limburg 2,7 % 10,9 % 10,0 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 202: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 77

Gemeente Heusden-Zolder

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 1,1 % 8,2 % 4,6 %

Genk 0,0 % 2,6 % 2,6 %

Hasselt 2,2 % 22,7 % 35,1 %

Houthalen-Helchteren 0,6 % 3,4 % 3,3 %

Lummen 0,2 % 0,3 % 0,1 %

Zonhoven 0,4 % 3,2 % 1,0 %

Bezoekmotief centrum Heusden referentie

Keuze aan producten 23% 25%

Kwaliteit producten 24% 20%

Prijsniveau producten 16% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 16% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 4% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Heusden referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 30.650

Page 203: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 78

Gemeente Hoeselt

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 92,1 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 7,9 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 62,9 % 77,7 %

Shopping 23,7 % 35,0 %

Specialty 37,6 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Bilzersteenweg Centrum Hoeselt Bilzersteenweg

Centrum Hoeselt Bilzersteenweg Centrum Hoeselt

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 0,9 % 3,3 % 2,6 %

Hasselt 0,0 % 0,0 % 0,1 %

Kortessem 2,4 % 2,5 % 1,2 %

Riemst 1,1 % 0,9 % 1,3 %

Tongeren 0,3 % 1,8 % 1,6 %

Voeren 0,2 % 0,4 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 62,9 % 23,7 % 37,6 %

Overig provincie Limburg 20,2 % 50,3 % 51,3 %

Buiten provincie Limburg 16,8 % 26,0 % 11,2 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 204: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 79

Gemeente Hoeselt

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 7,7 % 14,2 % 14,4 %

Diepenbeek 1,3 % 2,0 % 1,4 %

Genk 1,0 % 4,7 % 7,3 %

Hasselt 5,5 % 19,1 % 21,1 %

Tongeren 4,4 % 8,3 % 5,4%

Bezoekmotief centrum Hoeselt referentie

Keuze aan producten 25% 25%

Kwaliteit producten 18% 20%

Prijsniveau producten 10% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 11% 8%

Bereikbaarheid 24% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 3% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Hoeselt referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 9 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 8 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 8 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 9.230

Page 205: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 80

Gemeente Houthalen-Helchteren

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,5 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,5 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 90,3 % 77,7 %

Shopping 38,3 % 35,0 %

Specialty 37,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Houthalen Centrum Houthalen Centrum Houthalen

Centrum Helchteren Centrum Helchteren Centrum Helchteren

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,2 % 0,9 % 0,6 %

Hechtel-Eksel 7,2 % 7,2 % 8,7 %

Heusden-Zolder 0,6 % 3,4 % 3,3 %

Leopoldsburg 0,1 % 1,4 % 0,5 %

Meeuwen-Gruitrode 1,4 % 0,6 % 0,3 %

Overpelt 0,6 % 0,4 % 0,0 %

Peer 3,3 % 3,0 % 2,3 %

Zonhoven 1,2 % 2,4 % 2,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 90,3 % 38,3 % 37,4 %

Overig provincie Limburg 4,8 % 46,6 % 51,7 %

Buiten provincie Limburg 5 % 15,1 % 10,8 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 206: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 81

Gemeente Houthalen-Helchteren

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Genk 2,3 % 15,4 % 21,4 %

Hasselt 1,2 % 19,4 % 25,8 %

Hechtel-Eksel 0,1 % 0,1 % 0,1 %

Heusden-Zolder 0,5 % 3,1 % 2,5 %

Lommel 0,0 % 0,4 % 0,4 %

Zonhoven 0,5 % 1,9 % 0,7 %

Bezoekmotief centrum Houthalen referentie

Keuze aan producten 23% 25%

Kwaliteit producten 22% 20%

Prijsniveau producten 15% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 19% 19%

Parkeermogelijkheden 10% 8%

Sfeer en gezelligheid 4% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Houthalen referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 4 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 29.800

Page 207: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 82

Gemeente Kinrooi

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,9 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,0 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 64,9 % 77,7 %

Shopping 19,9 % 35,0 %

Specialty 36,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Kinrooi Centrum Kinrooi Centrum Kinrooi

Venlosesteenweg Centrum Ophoven Venlosesteenweg

Centrum Ophoven Venlosesteenweg Centrum Ophoven

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 0,0 % 0,1 % 0,1 %

Bree 0,3 % 0,6 % 0,7 %

Houthalen-Helchteren 0,1 % 0,0 % 0,0 %

Maaseik 0,1 % 2,3 % 2,3 %

Meeuwen-Gruitrode 0,1 % 0,0 % 0,0 %

Tongeren 0,0 % 0,0 % 0,1 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 64,9 % 19,9 % 36,4 %

Overig provincie Limburg 20,5 % 43,0 % 39,7 %

Buiten provincie Limburg 14,6 % 37,2 % 23,9 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 208: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 83

Gemeente Kinrooi

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bree 10,8 % 20,2 % 13,7 %

Dilsen-Stokkem 0,0 % 0,6 % 3,3 %

Genk 0,4 % 2,3 % 4,5 %

Hasselt 0,3 % 4,7 % 6,6 %

Maaseik 8,9 % 11,7 % 11,5 %

Maasmechelen 0,1 % 2,0 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Kinrooi referentie

Keuze aan producten 20% 25%

Kwaliteit producten 18% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 7% 8%

Bereikbaarheid 29% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 1% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Kinrooi referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 11.995

Page 209: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 84

Gemeente Kortessem

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,9 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 2,9 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 65,9 % 77,7 %

Shopping 21,2 % 35,0 %

Specialty 21,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Kortessem Centrum Kortessem Centrum Kortessem

Tongersesteenweg Tongersesteenweg Tongersesteenweg

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Alken 0,2 % 0,3 % 0,0 %

Borgloon 0,2 % 1,0 % 0,0 %

Heers 0,0 % 0,5 % 0,0 %

Tongeren 0,0 % 0,4 % 0,0 %

Wellen 1,3 % 2,6 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 65,9 % 21,2 % 21,4 %

Overig provincie Limburg 25,3 % 68,9 % 72,6 %

Buiten provincie Limburg 8,8 % 9,9 % 6,0 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 210: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 85

Gemeente Kortessem

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Borgloon 1,1 % 1,2 % 2,6 %

Diepenbeek 7,0 % 9,1 % 10,1 %

Genk 0,4 % 3,3 % 3,2 %

Hasselt 11,3 % 37,2 % 46,1 %

Hoeselt 2,4 % 2,5 % 1,2 %

Tongeren 1,4 % 7,3 % 5,7 %

Bezoekmotief centrum Kortessem referentie

Keuze aan producten 30% 25%

Kwaliteit producten 10% 20%

Prijsniveau producten 12% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 5% 8%

Bereikbaarheid 33% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 2% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Kortessem referentie

Keuze aan producten 9 8

Kwaliteit producten 9 8

Prijsniveau producten 8 6

Klantvriendelijkheid personeel 8 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 8 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 8.085

Page 211: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 86

Gemeente Lanaken

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 97,5 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 2,4 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 88,4 % 77,7 %

Shopping 50,9 % 35,0 %

Specialty 42,3 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Lanaken Centrum Lanaken Centrum Lanaken

Steenweg Maaseikersteenweg Steenweg

Maaseikersteenweg Steenweg Maaseikersteenweg

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

As 0,6 % 0,4 % 0,0 %

Bilzen 0,3 % 2,4 % 2,2 %

Dilsen-Stokkem 0,2 % 0,2 % 1,1 %

Maasmechelen 0,4 % 3,2 % 3,2 %

Riemst 0,8 % 2,9 % 2,4 %

Zutendaal 5,2 % 3,1 % 6,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 88,4 % 50,9 % 42,3 %

Overig provincie Limburg 4,1 % 35,7 % 35,3 %

Buiten provincie Limburg 7,5 % 13,5 % 22,4 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 212: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 87

Gemeente Lanaken

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 0,2 % 2,1 % 1,2 %

Genk 0,5 % 8,2 % 9,2 %

Hasselt 0,4 % 8,8 % 10,4 %

Maasmechelen 2,6 % 12,8 % 12,1 %

Tongeren 0,0 % 0,8 % 1,1 %

Zutendaal 0,1 % 0,6 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Lanaken referentie

Keuze aan producten 25% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 16% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 7% 8%

Bereikbaarheid 18% 19%

Parkeermogelijkheden 10% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Lanaken referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 24.450

Page 213: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 88

Gemeente Leopoldsburg

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 94,9 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 5,1 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 83,0 % 77,7 %

Shopping 46,3 % 35,0 %

Specialty 47,8 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Lommelsesteenweg Centr. Leopoldsburg Centr. Leopoldsburg

Centr. Leopoldsburg Lommelsesteenweg Lommelsesteenweg

Leopold. steenweg Leopold. steenweg Leopold. steenweg

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,3 % 2,7 % 4,5 %

Ham 2,9 % 8,6 % 6,8 %

Hechtel-Eksel 2,7 % 6,0 % 9,3 %

Lommel 0,3 % 2,0 % 1,7 %

Opglabbeek 0,3 % 0,1 % 0,0 %

Peer 0,1 % 0,8 % 0,9 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 83,0 % 46,3 % 47,8 %

Overig provincie Limburg 3,9 % 44,3 % 36,9 %

Buiten provincie Limburg 13,1 % 9,5 % 15,3 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 214: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 89

Gemeente Leopoldsburg

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 1,8 % 12,0 % 6,0 %

Hasselt 0,2 % 13,8 % 20,8 %

Hechtel-Eksel 0,2 % 0,9 % 0,0 %

Houthalen-Helchteren 0,1 % 1,4 % 0,5 %

Lommel 1,3 % 10,5 % 8,9 %

Peer 0,1 % 1,1 % 0,0 %

Zonhoven 0,0 % 0,1 % 0,3 %

Bezoekmotief centrum Leopoldsburg referentie

Keuze aan producten 31% 25%

Kwaliteit producten 18% 20%

Prijsniveau producten 13% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 7% 8%

Bereikbaarheid 19% 19%

Parkeermogelijkheden 6% 8%

Sfeer en gezelligheid 6% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Leopoldsburg referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 14.245

Page 215: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 90

Gemeente Lommel

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,7 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,2 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 88,2 % 77,7 %

Shopping 80,2 % 35,0 %

Specialty 74,0 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Lommel Centrum Lommel Centrum Lommel

Buitensingel Buitensingel Buitensingel

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bocholt 0,4 % 4,3 % 3,3 %

Hamont-Achel 0,3 % 12,5 % 8,3 %

Hechtel-Eksel 1,7 % 18,8 % 19,7 %

Leopoldsburg 1,2 % 10,5 % 21,4 %

Neerpelt 0,3 % 18,4 % 13,1 %

Overpelt 2,7 % 24,2 % 21,4 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 88,2 % 80,2 % 74,0 %

Overig provincie Limburg 2,2 % 14,0 % 10,2 %

Buiten provincie Limburg 9,5 % 5,7 % 15,8 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 216: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 91

Gemeente Lommel

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,2 % 0,4 % 0,0 %

Genk 0,0 % 0,5 % 0,1 %

Hasselt 0,5 % 5,6 % 6,4 %

Leopoldsburg 0,3 % 2,0 % 1,7 %

Neerpelt 0,3 % 2,7 % 1,7 %

Overpelt 0,6 % 1,5 % 0,3 %

Bezoekmotief centrum Lommel referentie

Keuze aan producten 23% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 15% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 18% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 6% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Lommel referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 31.615

Page 217: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 92

Gemeente Lummen

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,3 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,6 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 88,8 % 77,7 %

Shopping 19,1 % 35,0 %

Specialty 44,7 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Lummen Centrum Lummen Centrum Lummen

Centrum Meldert Centrum Meldert Centrum Meldert

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,1 % 0,1 % 0,0 %

Halen 0,6 % 1,2 % 0,0 %

Herk-de-Stad 1,2 % 1,1 % 1,0 %

Heusden-Zolder 0,2 % 0,3 % 0,1 %

Opglabbeek 0,1 % 0,0 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 88,8 % 19,1 % 44,7 %

Overig provincie Limburg 4,8 % 59,9 % 46,1 %

Buiten provincie Limburg 6,4 % 21,0 % 9,2 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 218: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 93

Gemeente Lummen

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,8 % 13,9 % 5,9 %

Genk 0,0 % 0,9 % 0,9 %

Halen 0,0 % 1,0 % 0,7 %

Hasselt 3,3 % 34,5 % 33,4 %

Herk-de-Stad 0,1 % 0,7 % 0,0 %

Heusden-Zolder 0,3 % 5,1 % 5,2 %

Zonhoven 0,1 % 0,9 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Lummen referentie

Keuze aan producten 29% 25%

Kwaliteit producten 16% 20%

Prijsniveau producten 13% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 6% 8%

Bereikbaarheid 24% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 3% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Lummen referentie

Keuze aan producten 9 8

Kwaliteit producten 9 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 5 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 13.665

Page 219: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 94

Gemeente Maaseik

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,5 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,5 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 90,1 % 77,7 %

Shopping 37,6 % 35,0 %

Specialty 33,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Maaseik Centrum Maaseik Centrum Maaseik

Centr. Neeroeteren Centr. Neeroeteren Centr. Neeroeteren

Maastrichtersteenw. Centrum Opoeteren Centrum Opoeteren

Centrum Opoeteren Maastrichtersteenw. Maastrichtersteenw.

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bocholt 0,2 % 0,4 % 0,7 %

Bree 0,5 % 1,3 % 1,2 %

Dilsen-Stokkem 1,8 % 5,1 % 3,9 %

Kinrooi 8,9 % 11,7 % 11,5 %

Meeuwen-Gruitrode 1,0 % 0,7 % 0,1 %

Opglabbeek 0,6 % 0,8 % 0,3 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 90,1 % 37,6 % 33,4 %

Overig provincie Limburg 4,6 % 46,4 % 52,9 %

Buiten provincie Limburg 5,4 % 16,1 % 13,7 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 220: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 95

Gemeente Maaseik

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bree 1,8 % 16,9 % 14,1 %

Dilsen-Stokkem 0,7 % 3,7 % 7,9 %

Genk 0,7 % 7,9 % 11,7 %

Hasselt 0,2 % 6,5 % 8,6 %

Maasmechelen 0,3 % 5,1 % 6,4 %

Opglabbeek 0,4 % 1,6 % 0,6 %

Bezoekmotief centrum Maaseik referentie

Keuze aan producten 23% 25%

Kwaliteit producten 22% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 6% 8%

Bereikbaarheid 17% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 7% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Maaseik referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 23.565

Page 221: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 96

Gemeente Maasmechelen

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,3 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,6 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 91,6 % 77,7 %

Shopping 67,3 % 35,0 %

Specialty 56,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centr.Maasmechelen Centr.Maasmechelen Centr.Maasmechelen

M2 Shopping Center M2 Shopping Center Centrum Eisden

Centrum Eisden Centrum Eisden M2 Shopping Center

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

As 1,6 % 5,6 % 4,3 %

Dilsen-Stokkem 6,5 % 18,1 % 22,2 %

Lanaken 2,6 % 12,8 % 12,1 %

Maaseik 0,3 % 5,1 % 6,4 %

Opglabbeek 0,7 % 1,8 % 2,6 %

Zutendaal 0,5 % 2,2 % 1,1 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 91,6 % 67,3 % 56,4 %

Overig provincie Limburg 1,4 % 23,7 % 29,3 %

Buiten provincie Limburg 7,0 % 9,0 % 14,2 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 222: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 97

Gemeente Maasmechelen

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

As 0,0 % 0,6 % 0,3 %

Dilsen-Stokkem 0,4 % 1,9 % 5,1 %

Genk 0,2 % 8,3 % 9,6 %

Hasselt 0,2 % 6,0 % 10,2 %

Lanaken 0,4 % 3,2 % 3,2 %

Bezoekmotief centrum Eisden referentie

Keuze aan producten 23% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 18% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 6% 8%

Bereikbaarheid 16% 19%

Parkeermogelijkheden 10% 8%

Sfeer en gezelligheid 6% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Eisden referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 36.175

Page 223: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 98

Gemeente Meeuwen-Gruitrode

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 94,6 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 5,3 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 55,4 % 77,7 %

Shopping 15,5 % 35,0 %

Specialty 39,6 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Meeuwen Centrum Meeuwen Centrum Meeuwen

Weg op Bree Weg op Bree Weg op Bree

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bocholt 0,3 % 0,7 % 0,0 %

Bree 0,4 % 1,9 % 0,0 %

Herk-de-Stad 0,1 % 0,0 % 0,0 %

Opglabbeek 0,4 % 0,7 % 0,2 %

Peer 0,3 % 1,6 % 0,1 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 55,4 % 15,5 % 39,6 %

Overig provincie Limburg 34,0 % 45,7 % 58,5 %

Buiten provincie Limburg 10,5 % 38,9 % 1,9 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 224: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 99

Gemeente Meeuwen-Gruitrode

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bree 21,5 % 24,0 % 32,6 %

Dilsen-Stokkem 0,2 % 0,0 % 0,7 %

Genk 4,1 % 7,4 % 15,0 %

Hasselt 0,8 % 4,9 % 8,6 %

Houthalen-Helchteren 1,4 % 0,6 % 0,3 %

Lommel 0,1 % 0,6 % 0,4 %

Opglabbeek 2,2 % 2,0 % 0,2 %

Peer 1,9 % 2,9 % 0,4 %

Bezoekmotief centrum Meeuwen referentie

Keuze aan producten 34% 25%

Kwaliteit producten 16% 20%

Prijsniveau producten 11% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 7% 8%

Bereikbaarheid 22% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 3% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Meeuwen referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 12.505

Page 225: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 100

Gemeente Neerpelt

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,0 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,0 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 95,7 % 77,7 %

Shopping 41,7 % 35,0 %

Specialty 50,8 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Neerpelt Centrum Neerpelt Centrum Neerpelt

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bocholt 2,8 % 4,9 % 7,9 %

Hamont-Achel 8,2 % 19,5 % 22,1 %

Hechtel-Eksel 2,1 % 2,8 % 6,1 %

Overpelt 11,0 % 19,5 % 25,8 %

Peer 2,4 % 3,6 % 6,3 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 95,7 % 41,7 % 50,8 %

Overig provincie Limburg 1,9 % 47,3 % 35,5 %

Buiten provincie Limburg 2,4 % 11,0 % 13,7 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 226: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 101

Gemeente Neerpelt

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bree 0,0 % 2,4 % 2,2 %

Hamont-Achel 0,1 % 2,0 % 2,0 %

Hasselt 0,2 % 11,1 % 11,0 %

Lommel 0,3 % 18,4 % 13,1 %

Overpelt 1,1 % 8,7 % 5,8 %

Bezoekmotief centrum Neerpelt referentie

Keuze aan producten 26% 25%

Kwaliteit producten 24% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 14% 19%

Parkeermogelijkheden 7% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Neerpelt referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 16.065

Page 227: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 102

Gemeente Nieuwerkerken

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 95,2 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 4,8 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 62,2 % 77,7 %

Shopping 23,6 % 35,0 %

Specialty 28,9 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

C. Nieuwerkerken Diestersteenweg C. Nieuwerkerken

Diestersteenweg C. Nieuwerkerken Diestersteenweg

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Gingelom 0,0 % 0,5 % 0,0 %

Halen 0,0 % 0,6 % 0,0 %

Herk-de-Stad 0,2 % 0,4 % 0,0 %

Sint-Truiden 0,1 % 0,3 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 62,2 % 23,6 % 28,9 %

Overig provincie Limburg 27,2 % 59,5 % 64,3 %

Buiten provincie Limburg 10,6 % 16,9 % 6,7 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 228: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 103

Gemeente Nieuwerkerken

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Alken 1,2 % 1,7 % 0,0 %

Hasselt 9,9 % 23,2 % 37,8 %

Herk-de-Stad 0,9 % 1,1 % 1,1 %

Peer 0,2 % 0,0 % 0,0 %

Sint-Truiden 14,8 % 28,1 % 25,5 %

Bezoekmotief centrum Nieuwerkerken referentie

Keuze aan producten 25% 25%

Kwaliteit producten 17% 20%

Prijsniveau producten 12% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 11% 8%

Bereikbaarheid 25% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 1% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Nieuwerkerken referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 7 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 6.585

Page 229: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 104

Gemeente Opglabbeek

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 97,7 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 2,3 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Belangrijkste locaties gemeente referentie

Convenience 72,3 % 77,7 %

Shopping 39,8 % 35,0 %

Specialty 25,1 % 38,9 %

Binding belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centr. Opglabbeek Centr. Opglabbeek Centr. Opglabbeek

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

As 7,1 % 4,3 % 2,2 %

Bocholt 0,2 % 0,6 % 0,0 %

Bree 0,2 % 1,2 % 0,0 %

Maaseik 0,4 % 1,6 % 0,6 %

Meeuwen-Gruitrode 2,2 % 2,0 % 0,2 %

Peer 0,0 % 0,4 % 0,1 %

Sint-Truiden 0,0 % 0,2 % 0,1 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 72,3 % 39,8 % 25,1 %

Overig provincie Limburg 17,7 % 53,9 % 70,0 %

Buiten provincie Limburg 10,0 % 6,3 % 4,9 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 230: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 105

Gemeente Opglabbeek

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

As 0,8 % 2,4 % 0,8 %

Bree 1,5 % 8,9 % 6,6 %

Dilsen-Stokkem 0,2 % 0,3 % 3,3 %

Genk 11,4 % 28,6 % 41,3 %

Hasselt 0,5 % 8,3 % 14,2 %

Maaseik 0,6 % 0,8 % 0,3 %

Maasmechelen 0,7 % 1,8 % 2,7 %

Bezoekmotief centrum Opglabbeek referentie

Keuze aan producten 24% 25%

Kwaliteit producten 22% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 9% 8%

Bereikbaarheid 19% 19%

Parkeermogelijkheden 6% 8%

Sfeer en gezelligheid 3% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Opglabbeek referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 9.415

Page 231: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 106

Gemeente Overpelt

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,4 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,6 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 76,1 % 77,7 %

Shopping 36,3 % 35,0 %

Specialty 22,1 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Overpelt Centrum Overpelt Centrum Overpelt

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bocholt 0,7 % 1,4 % 0,0 %

Hamont-Achel 0,4 % 2,5 % 2,1 %

Hechtel-Eksel 1,5 % 2,1 % 3,6 %

Lommel 0,6 % 1,5 % 0,3 %

Neerpelt 1,1 % 8,7 % 5,8 %

Peer 0,8 % 1,2 % 1,1 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 76,1 % 36,3 % 22,1 %

Overig provincie Limburg 15,8 % 58,1 % 59,8 %

Buiten provincie Limburg 8,1 % 5,6 % 18,1 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 232: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 107

Gemeente Overpelt

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

As 0,0 % 0,6 % 0,3 %

Borgloon 0,3 % 0,3 % 0,0 %

Bree 0,1 % 1,0 % 1,0 %

Hasselt 0,2 % 7,7 % 10,6 %

Houthalen-Helchteren 0,6 % 0,4 % 0,0 %

Lommel 2,7 % 24,2 % 21,4 %

Neerpelt 11,0 % 19,5 % 25,8 %

Bezoekmotief centrum Overpelt referentie

Keuze aan producten 25% 25%

Kwaliteit producten 20% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 6% 8%

Bereikbaarheid 17% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 4% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Overpelt referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 5 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 13.245

Page 233: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 108

Gemeente Peer

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 94,2 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 5,8 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 79,6 % 77,7 %

Shopping 40,8 % 35,0 %

Specialty 43,0 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Peer Centrum Peer Centrum Peer

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bocholt 0,8 % 3,2 % 1,4 %

Bree 0,2 % 1,5 % 0,3 %

Hechtel-Eksel 2,4 % 9,8 % 3,3 %

Houthalen-Helchteren 0,0 % 0,9 % 0,1 %

Meeuwen-Gruitrode 1,9 % 2,9 % 0,4 %

Nieuwerkerken 0,2 % 0,0 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 79,6 % 40,8 % 43,0 %

Overig provincie Limburg 12,0 % 45,5 % 47,7 %

Buiten provincie Limburg 8,4 % 13,7 % 9,4 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 234: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 109

Gemeente Peer

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bree 3,2 % 13,3 % 11,1 %

Genk 0,1 % 1,7 % 2,3 %

Hasselt 0,3 % 10,0 % 17,5 %

Hechtel-Eksel 0,8 % 1,0 % 0,6 %

Houthalen-Helchteren 3,3 % 3,0 % 2,3 %

Lommel 0,2 % 6,9 % 4,2 %

Neerpelt 2,4 % 3,6 % 6,3 %

Overpelt 0,8 % 1,2 % 1,1 %

Bezoekmotief centrum Peer referentie

Keuze aan producten 24% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 17% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 9% 8%

Bereikbaarheid 17% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Peer referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 15.725

Page 235: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 110

Gemeente Riemst

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 94,0 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 6,0 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 73,8 % 77,7 %

Shopping 21,0 % 35,0 %

Specialty 43,6 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Riemst Centrum Riemst Centrum Riemst

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 0,3 % 0,9 % 1,4 %

Hoeselt 0,1 % 0,2 % 0,9 %

Lanaken 0,0 % 0,5 % 0,0 %

Tongeren 0,0 % 0,5 % 0,0 %

Voeren 2,4 % 1,7 % 2,3 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 73,8 % 21,0 % 43,6 %

Overig provincie Limburg 11,1 % 46,7 % 47,2 %

Buiten provincie Limburg 15,2 % 32,3 % 9,2 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 236: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 111

Gemeente Riemst

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 2,0 % 10,2 % 9,2 %

Genk 0,0 % 1,8 % 1,3 %

Hasselt 1,3 % 12,0 % 12,3 %

Hoeselt 1,1 % 0,9 % 1,2 %

Lanaken 0,8 % 2,9 % 2,4 %

Tongeren 5,2 % 16,4 % 20,2 %

Bezoekmotief centrum Riemst referentie

Keuze aan producten 48% 25%

Kwaliteit producten 17% 20%

Prijsniveau producten 13% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 3% 8%

Bereikbaarheid 12% 19%

Parkeermogelijkheden 6% 8%

Sfeer en gezelligheid 2% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Riemst referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 15.815

Page 237: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 112

Gemeente Sint-Truiden

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 91,8 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 8,2 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 93,5 % 77,7 %

Shopping 74,4 % 35,0 %

Specialty 69,0 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centr. Sint-Truiden Centr. Sint-Truiden Centr. Sint-Truiden

Hasseltsesteenweg Hasseltsesteenweg Tongersesteenweg

Tongersesteenweg Industrielaan Hasseltsesteenweg

Industrielaan Tongersesteenweg Industrielaan

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Alken 2,5 % 8,3 % 11,1 %

Borgloon 6,6 % 20,4 % 21,2 %

Gingelom 18,9 % 50,7 % 56,3 %

Heers 6,8 % 35,9 % 26,2 %

Nieuwerkerken 14,8 % 28,1 % 25,5 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 93,5 % 74,4 % 69,0 %

Overig provincie Limburg 1,7 % 19,7 % 21,4 %

Buiten provincie Limburg 4,8 % 6,0 % 9,6 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 238: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 113

Gemeente Sint-Truiden

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Alken 0,1 % 0,9 % 1,1 %

Borgloon 0,0 % 0,5 % 0,7 %

Genk 0,0 % 1,2 % 1,0 %

Gingelom 0,1 % 0,2 % 0,0 %

Hasselt 1,2 % 13,7 % 17,6 %

Heers 0,2 % 0,3 % 0,4 %

Nieuwerkerken 0,1 % 0,3 % 0,0 %

Bezoekmotief centrum Sint-Truiden referentie

Keuze aan producten 24% 25%

Kwaliteit producten 23% 20%

Prijsniveau producten 15% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 14% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 7% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Sint-Truiden referentie

Keuze aan producten 9 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 37.990

Page 239: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 114

Gemeente Tessenderlo

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 94,3 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 5,7 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 79,8 % 77,7 %

Shopping 42,8 % 35,0 %

Specialty 56,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Tessenderlo Centrum Tessenderlo Centrum Tessenderlo

Diesterstraat Hulsterweg Diesterstraat

Hulsterweg Diesterstraat Hulsterweg

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,1 % 0,6 % 1,5 %

Halen 0,1 % 0,5 % 0,0 %

Ham 2,7 % 8,2 % 9,0 %

Herk-de-Stad 0,1 % 0,0 % 0,1 %

Lummen 0,0% 1,0 % 0,0 %

Voeren 0,0 % 0,6 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 79,8 % 42,8 % 56,4 %

Overig provincie Limburg 2,6 % 29,7 % 21,0 %

Buiten provincie Limburg 17,6 % 27,5 % 22,6 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 240: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 115

Gemeente Tessenderlo

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Alken 0,0 % 0,0 % 0,3 %

Beringen 1,4 % 8,6 % 3,9 %

Genk 0,0 % 1,3 % 0,4 %

Ham 0,1 % 2,0 % 0,1 %

Hasselt 0,7 % 14,9 % 15,5 %

Leopoldsburg 0,2 % 0,8 % 0,6 %

Bezoekmotief centrum Tessenderlo referentie

Keuze aan producten 29% 25%

Kwaliteit producten 20% 20%

Prijsniveau producten 14% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 7% 8%

Bereikbaarheid 17% 19%

Parkeermogelijkheden 8% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Tessenderlo referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 16.650

Page 241: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 116

Gemeente Tongeren

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 92,8 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 7,2 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 93,2 % 77,7 %

Shopping 61,0 % 35,0 %

Specialty 62,2 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Luikersteenweg Centrum Tongeren Centrum Tongeren

Centrum Tongeren Luikersteenweg Luikersteenweg

Maastrichtersteenw. Maastrichtersteenw. Maastrichtersteenw.

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Borgloon 2,3 % 9,4 % 6,0 %

Heers 2,8 % 9,0 % 6,1 %

Hoeselt 4,4 % 8,3 % 5,5 %

Kortessem 1,4 % 7,3 % 5,7 %

Riemst 5,2 % 16,4 % 20,2 %

Voeren 9,4 % 19,5 % 6,7 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 93,2 % 61,0 % 62,2 %

Overig provincie Limburg 1,4 % 26,3 % 20,7 %

Buiten provincie Limburg 5,5 % 12,8 % 17,1 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 242: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 117

Gemeente Tongeren

Afvloeiing belangrijkste gemeenten Convenience shopping specialty

Bilzen 0,0 % 2,9 % 0,9 %

Genk 0,0 % 1,7 % 1,7 %

Hasselt 0,6 % 14,5 % 14,7 %

Hoeselt 0,3 % 1,8 % 1,6 %

Sint-Truiden 0,2 % 1,1 % 0,7 %

Bezoekmotief centrum Tongeren referentie

Keuze aan producten 25% 25%

Kwaliteit producten 23% 20%

Prijsniveau producten 14% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 7% 8%

Bereikbaarheid 17% 19%

Parkeermogelijkheden 6% 8%

Sfeer en gezelligheid 8% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Tongeren referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 5 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 6 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 29.635

Page 243: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 118

Gemeente Voeren

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,7 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,3 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 58,2 % 77,7 %

Shopping 7,3 % 35,0 %

Specialty 22,1 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Voeren Centrum Voeren Centrum Voeren

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

- - -

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 58,2 % 7,3 % 22,1 %

Overig provincie Limburg 13,7 % 41,7 % 13,1 %

Buiten provincie Limburg 28,1 % 51,1 % 64,7 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 244: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 119

Gemeente Voeren

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 1,2 % 3,8 % 0,3 %

Hasselt 0,0 % 8,8 % 3,3 %

Hoeselt 0,2 % 0,4 % 0,0 %

Lanaken 0,3 % 0,6 % 0,0 %

Maasmechelen 0,1 % 2,1 % 0,5 %

Riemst 2,4 % 1,7 % 2,3 %

Tongeren 9,4 % 19,5 % 6,7 %

Bezoekmotief centrum Voeren referentie

Keuze aan producten 32% 25%

Kwaliteit producten 11% 20%

Prijsniveau producten 4% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 18% 8%

Bereikbaarheid 25% 19%

Parkeermogelijkheden 0% 8%

Sfeer en gezelligheid 11% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Voeren referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 8 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 8 7

Sfeer en gezelligheid 8 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 4.240

Page 245: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 120

Gemeente Wellen

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,3 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,7 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 72,0 % 77,7 %

Shopping 19,1 % 35,0 %

Specialty 26,7 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Wellen Centrum Wellen Centrum Wellen

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Alken 0,8 % 0,8 % 2,0 %

Borgloon 0,9 % 1,1 % 0,8 %

Gingelom 0,2 % 0,2 % 0,0 %

Hasselt 0,0 % 0,0 % 0,1 %

Heers 0,6 % 0,1 % 0,0 %

Kortessem 0,8 % 1,0 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 72,0 % 19,1 % 26,7 %

Overig provincie Limburg 18,3 % 62,9 % 66,4 %

Buiten provincie Limburg 9,7 % 18,0 % 6,9 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 246: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 121

Gemeente Wellen

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Alken 3,6 % 4,3 % 2,9 %

Borgloon 2,3 % 1,6 % 2,4 %

Hasselt 8,5 % 36,7 % 49,0 %

Kortessem 1,3 % 2,6 % 0,0 %

Sint-Truiden 1,3 % 8,0 % 6,8 %

Tongeren 1,0 % 4,9 % 3,3 %

Bezoekmotief centrum Wellen Referentie

Keuze aan producten 26% 25%

Kwaliteit producten 19% 20%

Prijsniveau producten 15% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 11% 8%

Bereikbaarheid 17% 19%

Parkeermogelijkheden 9% 8%

Sfeer en gezelligheid 3% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Wellen referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 7 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 8 7

Sfeer en gezelligheid 7 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 6.835

Page 247: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 122

Gemeente Zonhoven

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,3 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,7 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 81,6 % 77,7 %

Shopping 30,6 % 35,0 %

Specialty 27,9 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Zonhoven Centrum Zonhoven Centrum Zonhoven

Heuveneindeweg Heuveneindeweg Heuveneindeweg

Beringersteenweg Beringersteenweg Beringersteenweg

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Hasselt 0,4 % 0,8 % 0,7 %

Heusden-Zolder 0,4 % 3,2 % 1,0 %

Houthalen-Helchteren 0,5 % 1,9 % 0,7 %

Leopoldsburg 0,0 % 0,1 % 0,3 %

Lummen 0,1 % 0,9 % 0,0 %

Meeuwen-Gruitrode 0,1 % 0,0 % 0,0 %

Opglabbeek 0,5 % 0,1 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 81,6 % 30,6 % 27,9 %

Overig provincie Limburg 9,0 % 35,8 % 63,8 %

Buiten provincie Limburg 9,4 % 33,6 % 8,3 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 248: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 123

Gemeente Zonhoven

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Beringen 0,1 % 1,2 % 0,0 %

Genk 1,8 % 6,9 % 13,0 %

Hasselt 5,3 % 22,6 % 44,9 %

Heusden-Zolder 0,3 % 1,4 % 1,8 %

Houthalen-Helchteren 1,2 % 2,4 % 2,0 %

Maasmechelen 0,0 % 0,3 % 0,8 %

Bezoekmotief centrum Zonhoven referentie

Keuze aan producten 21% 25%

Kwaliteit producten 21% 20%

Prijsniveau producten 15% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 8% 8%

Bereikbaarheid 19% 19%

Parkeermogelijkheden 11% 8%

Sfeer en gezelligheid 5% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Zonhoven referentie

Keuze aan producten 9 8

Kwaliteit producten 9 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 7 7

Bereikbaarheid 8 8

Parkeermogelijkheden 8 7

Sfeer en gezelligheid 6 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 19.695

Page 249: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 124

Gemeente Zutendaal

Aandeel detailhandel gemeente referentie

Winkelaankopen 96,5 % 95,3 %

Niet-winkelaankopen 3,5 % 4,7 %

Totaal 100 % 100 %

Binding naar goederengroep gemeente referentie

Convenience 70,0 % 77,7 %

Shopping 20,5 % 35,0 %

Specialty 6,4 % 38,9 %

Belangrijkste locaties convenience shopping specialty

Centrum Zutendaal Centrum Zutendaal Centrum Zutendaal

Toevloeiing vanuit andere gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 0,0 % 0,3 % 0,0 %

Lanaken 0,1 % 0,6 % 0,0 %

Lummen 0,0 % 0,2 % 0,0 %

Maaseik 0,0 % 0,2 % 0,0 %

Aandeel afvloeiing convenience shopping specialty

Gemeente (binding) 70,0 % 20,5 % 6,4 %

Overig provincie Limburg 21,0 % 59,3 % 81,3 %

Buiten provincie Limburg 9,1 % 20,2 % 12,3 %

Totaal 100 % 100 % 100 %

Page 250: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 125

Gemeente Zutendaal

Afvloeiing belangrijkste gemeenten convenience shopping specialty

Bilzen 0,7 % 3,3 % 1,7 %

Genk 12,7 % 38,4 % 56,0 %

Hasselt 1,6 % 8,2 % 15,4 %

Lanaken 5,2 % 3,1 % 6,0 %

Maasmechelen 0,6 % 2,2 % 1,1 %

Bezoekmotief centrum Zutendaal referentie

Keuze aan producten 18% 25%

Kwaliteit producten 15% 20%

Prijsniveau producten 9% 14%

Klantvriendelijkheid personeel 11% 8%

Bereikbaarheid 27% 19%

Parkeermogelijkheden 15% 8%

Sfeer en gezelligheid 4% 5%

Totaal 100% 100%

Oordeel centrum Zutendaal referentie

Keuze aan producten 8 8

Kwaliteit producten 8 8

Prijsniveau producten 6 6

Klantvriendelijkheid personeel 6 7

Bereikbaarheid 7 8

Parkeermogelijkheden 7 7

Sfeer en gezelligheid 4 6

Kengetallen gemeente

Inwonertal 6.865

Page 251: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 126

Page 252: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Definities

Page 253: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg
Page 254: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Definities 1

Bestedingspotentieel Totaal aan detailhandelsbestedingen die door inwoners van een bepaald gebied gedaan kunnen worden. Gebaseerd op inwonertal naar gemiddelde (landelijke) besteding per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd naar het gemiddelde inkomensniveau in de betref-fende gemeente of provincie. Goederengroepen De detailhandel valt uiteen in drie goederengroepen: • Convenience goederen die zeer frequent en met zo weinig mogelijk inspanning aan-

gekocht worden, zoals voeding. • Shopping goederen, zoals kleding, huishoudartikelen en geschenkartikelen waarbij al

winkelend vergelijken van prijs en kwaliteit centraal staat. • Specialty goederen die weinig frequent worden aangekocht, met een hoge geldwaar-

de, zoals meubelen, juwelen en bruin- en witgoed. Handelsfuncties Binnen de kleinhandel wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten handelsfuncties: detailhandel, horeca en diensten. Daarnaast is een categorie overige voorzien. Kleinhandel Kleinhandel wordt hier gezien als economische functie die verwijst naar kleinhandelsbe-drijvigheid of kleinhandelsactiviteiten. Koopattractie Mate waarin inwoners van buiten een bepaalde gemeente of provincie hun bestedingen verrichten binnen deze gemeente of provincie. Koopori ëëëëntatie Mate waarin inwoners van een bepaalde gemeente of provincie hun bestedingen verrich-ten in deze gemeente of provincie. Koopvlucht Mate waarin inwoners van een bepaalde gemeente of provincie hun bestedingen verrich-ten buiten deze gemeente of provincie. Productgroepen In de aanbodstudie wordt een indeling in vijftien productgroepen gehanteerd, te weten: voeding, drogisterijartikelen/reukwaren, warenhuis, kleding/mode, schoenen/lederwaren, juwelier/optiek, huishoudelijke artikelen, media, hobby, sport/spel, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant en dier, rijwielen/autoaccessoires, wonen en overige detailhandel. Onder de productgroep warenhuis worden zowel hypermarchés (bijvoorbeeld Carrefour) als winkels (zoals Inno en Hema) gevat.

Page 255: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Definities 2

Superettes, supermarkten en hypermarchés Onder de benamingen hypermarkten, supermarkten en superettes begrijpt men detail-handelszaken, hoofdzakelijk in zelfbediening, in voedings- en niet-voedingswaren. Hy-permarkten beschikken over een minimaal 2 500 m² wvo; supermarkten hebben een omvang die ligt tussen 400 m² en 2 499 m² wvo en superettes hebben een oppervlakte tussen 100 m² en 399 m² wvo.

Vloerproductiviteit Gemiddelde detailhandelsomzet per vierkante meter winkelvloeroppervlak. Winkelformule Een bedrijf met minimaal 5 vestigingen in België en/of daarbuiten. In plaats van formule wordt ook vaak het begrip embleem gehanteerd. Winkelgebied Een concentratie van (minimaal 5) winkels die voor de consument waarneembaar als eenheid te onderscheiden is. Winkelvloeroppervlakte De winkelruimte die voor de consument toegankelijk is, dus exclusief magazijn, kantoor, etalage, e.d.

Page 256: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

provincie LimburgUniversiteitslaan 1B–3500 HASSELT

Cover studies detailhandel:A4 11-06-2009 09:32 Pagina 3

Page 257: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

KADERSVOOR DE VISIE

DPO en visie kleinhandel provincie Limburg

Cover studies detailhandel:A4 11-06-2009 09:32 Pagina 6

Page 258: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Inhoudsopgave 1

Inhoudsopgave pagina

1. INLEIDING 3

2. KLEINHANDELSSTRUCTUUR PROVINCIE LIMBURG 5

2.1 Inleiding 5 2.2 Indeling detailhandelsstructuur 5 2.3 Bevolking 12 2.4 Kleinhandelsaanbod 13 2.5 Koopstromen 19 2.6 Economisch functioneren 20 2.7 SWOT 20

3. KLEINHANDELSSTRUCTUUR PER REGIO 23

3.1 Inleiding 23 3.2 Noord-Limburg 24 3.3 West-Limburg 30 3.4 Midden-Limburg 35 3.5 Maasland 41 3.6 Haspengouw 46

4. KADERS VOOR DE VISIE 53

4.1 Trends en ontwikkelingen 53 4.1.1 Trends aan vraagzijde 54 4.1.2 Trends aan aanbodzijde 55 4.1.3 Vraag en aanbod dragers van complementaire retailstructuur 57 4.1.4 Aanbodsvormen 60 4.1.5 Conclusies trends en ontwikkelingen voor aanbod in België 66

4.2 Beleidskaders 67 4.2.1 Wet van 13 augustus 2004 omtrent de vergunning van handelsvestigingen 67 4.2.2 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 68 4.2.3 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg 72 4.2.4 Streekpact 2008-2013 75 4.2.5 STAP, Strategisch Toeristisch ActiePlan 78 4.2.6 Provinciaal Plattelandsbeleidsplan 2007-2013 79 4.2.7 Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen 79 4.2.8 Conclusie 79

Page 259: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Inhoudsopgave 2

Inhoudsopgave pagina

4.3 Marktpartijen 80 4.3.1 UNIZO Limburg 81 4.3.2 Fedis 81 4.3.3 Group GL 83 4.3.4 Heijmans Property Development NV 84 4.3.5 Democo/DMI 85 4.3.6 Retail Forum Belgium 86

BIJLAGEN

Overzicht gemeentelijke structuurplannen, uitgangspunten detailhandel 1

Page 260: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 1 3

1. INLEIDING

Aanleiding De deputatie van de provincie Limburg heeft aan BRO de opdracht verstrekt om een distributieplanologisch onderzoek uit te voeren en een provinciale detailhandelsvisie te ontwikkelen. Deze opdracht bestaat uit 3 delen en 4 deelrapportages. Een eerste deel betreft een inventarisatie van het commercieel aanbod, bestaande uit detailhandel, hore-ca, commerciële diensten en leegstand. Deze deelstudie geeft inzicht in de detailhan-delsstructuur van de provincie en bevat per gemeente een fiche met de voornaamste kengetallen en conclusies voor detailhandel op gemeentelijk niveau. In een tweede deel wordt de vraagzijde onderzocht middels een grootschalig consumentenonderzoek. Aan de hand van een bevraging van 8 900 inwoners uit de provincie wordt een schat aan informatie verzameld met betrekking tot het koopgedrag van de inwoners van de provin-cie en de commerciële positionering van de Limburgse gemeenten. In het derde deel, worden vraag en aanbodgegevens geïntegreerd tot een detailhandelsvisie voor de mid-dellange termijn en worden aan het provinciebestuur aanbevelingen en instrumenten aangereikt om gewenste doelstellingen te bereiken. In voorliggende deelrapportage wor-den in afwachting van de uiteindelijke visie de kaders aangereikt die deze visie mee moe-ten vormgeven. Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de voornaamste kenmerken van de detailhandelsstructuur in de provincie toegelicht en wordt het economisch draagvlak berekend aan de hand van het huidig functioneren. Een SWOT-analyse zet de voornaamste conclusies aan aanbod- en vraagzijde op een rij. Het overleg inzake sociaaleconomische streekontwikkeling voor de provincie wordt geregeld via het RESOC, het Regionaal Economisch en Sociaal Overleg Comité Limburg. Hiertoe is tevens een subregionaal niveau opgericht middels de 5 re-gio’s of streektafels, te weten Noord-Limburg, West-Limburg, Midden-Limburg, Maasland en Haspengouw. In hoofdstuk 3 wordt per regio gekeken naar de sterke en zwakke pun-ten met betrekking tot het aanwezige aanbod voor de verschillende productgroepen, de koopgerichtheid en het huidig profiel van de betrokken gemeenten, de lopende of ge-plande ontwikkelingen. In hoofdstuk 4 worden eerst en vooral de voornaamste trends en ontwikkelingen opgelijst zodat mogelijke oplossingen en aanbevelingen maximaal aansluiting vinden bij hetgeen vandaag de dag zowel voor de distributiesector als voor de uiteindelijke klant als wense-lijk of haalbaar wordt ervaren. Vervolgens worden de ruimtelijke, socio-economische of andere beleidskaders beknopt samengevat voor de verschillende overheidsniveaus en worden de inzichten van verschillende marktpartijen toegelicht.

Page 261: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 1 4

De beleidsmatige en/of markteconomische uitgangspunten vormen een belangrijke hoek-steen voor de verdere strategiebepaling en visieontwikkeling. Bovendien kan een visie maar ingang vinden bij alle betrokken partijen, organisaties en overheidsinstanties als deze op voorhand voldoende afgetoetst is en zodoende op draagvlak kan berusten. Met betrekking tot de marktpartijen is er in overleg met het provinciebestuur een evenwichtige selectie gemaakt van intermediaire organisaties en projectontwikkelaars. Zoals verderop zal blijken vormen ruimtelijke structuurvisies van provinciale en gemeen-telijke overheden belangrijke input bij het aanscherpen van een overkoepelende detail-handelsvisie. Daarom worden in de bijlage de voornaamste krachtlijnen van de afzonder-lijke gemeentelijke structuurplannen, voor zover voorlopig of definitief goedgekeurd, weergegeven. Hier dient ook bij gezegd te worden dat de kaders voor de visie werden uitgewerkt in het najaar van 2007, waardoor de status van bepaalde procedures vandaag de dag (juni 2008) in enkele gevallen wellicht geëvolueerd is.

Page 262: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 5

2. KLEINHANDELSSTRUCTUUR PROVINCIE LIMBURG

2.1 Inleiding Doel van dit gedeelte is het schetsen van een duidelijk profiel van de provincie Limburg. Voor het opstellen van een helder profiel is gebruik gemaakt van BRO’s studies van aan-bodzijde en vraagzijde, geleverde informatie door gemeenten en ontwikkelaars, gege-vens uit verschillende vakbladen en BRO’s kennis van de verschillende Limburgse win-kelgebieden, opgedaan door inventarisatie ter plekke. Allereerst worden op hoofdlijnen een aantal belangrijke uitkomsten van de aanbodstudie en van de vraagstudie opge-somd. Hierbij wordt ook ingegaan op de voornaamste kleinhandelsconcentraties van de provincie en het huidig economisch functioneren van de kleinhandel in Limburg. Een en ander wordt afgezet tegen referentiecijfers. Daarbinnen zal specifiek worden ingegaan op de verschillende regio’s. Het gedeelte wordt afgesloten met een SWOT analyse. 2.2 Indeling detailhandelsstructuur De Limburgse detailhandelsstructuur is opgebouwd uit verschillende elementen: cen-trumgebieden zoals bovenregionaal verzorgende centra, regionaal verzorgende centra, bovenlokaal verzorgende centra en lokaal verzorgende centra, grootschalige kleinhan-delsconcentraties, baanwinkelconcentraties en een bijzondere kleinhandelsconcentratie. Bij de typering van het volledige kleinhandelsaanbod is rekening gehouden met de om-vang van het aanbod en met ruimtelijke maatstaven, zoals ruimtelijke karakteristieken, geconcentreerd versus versnipperd, in het centrum versus verspreid. Evolutie Vlaanderen heeft een fijnmazig netwerk met relatief veel detailhandelsvestigingen. Glo-baal zijn deze onder te brengen onder één van de categorieën zoals hieronder beschre-ven. Hier is een hele evolutie aan vooraf gegaan. Vroeger waren de binnensteden de belangrijkste aankoopgebieden voor detailhandel. Hier werden alle voorzieningen gecon-centreerd en woonden, recreëerden en deden mensen boodschappen in de stads- en dorpscentra. Vanaf de jaren zestig zochten bedrijven en handelszaken locaties op buiten de stadscentra. Daar werd de ruimte te schaars en de grond te duur. Het begin van een suburbanisatiegolf die alle voorzieningen in een meer verspreide slagorde bracht. Waar het eerst de super- en hypermarkten waren die zich langs invalswegen gingen vestigen, volgden later andere ruimtebehoevende branches zoals woninginrichting, meubel, doe-het-zelf. Naar het voorbeeld van de Amerikaanse malls openden eind jaren zestig de eerste shopping centra, in Genk en Woluwe.

Page 263: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 6

In Genk was er nog niet echt sprake van een stadscentrum en fungeerde het shopping center 1 als een heuse katalysator voor de centrumontwikkeling. Woluwe zocht de rand van Brussel op, makkelijk bereikbaar langsheen de autosnelweg. Er volgden meer derge-lijke centra, niet enkel in de rand maar ook ter aanvulling van het traditioneel aanbod in de binnenstad. Hoe verder de shopping centra van de stadsrand lagen, hoe zwaarder de impact voor de binnensteden. Immers het aanbod was veelal vergelijkbaar, de randvoor-waarden oogden veel interessanter: overdekt, goed bereikbaar, makkelijke parking, maar ook met kleinere, binnenstedelijke aanbieders. De wet op de handelsvestigingen van 1975 moest deze tendens met kwalijke gevolgen voor de binnenstad afblokken. De wet had tot doel snelle groei van grote winkels zowel in stedelijke omgeving (zone 1) als daarbuiten (zone 2) onder controle te houden. Toch waren er nog voldoende mogelijkheden voor grotere zaken om zich in het stedelijk weef-sel aan de rand of langs invalswegen te vestigen. En de branches beperkten zich niet langer tot food, doe-het-zelf of wonen, ook binnenstedelijke branches volgden hun voor-beeld. Omwille van het residentieel suburbanisatieproces werd de druk op de periferie nog gro-ter en zocht de detailhandel haar heil op industrie- of kmo-zones. Hierdoor ontstond op-nieuw een grootschalig aanbod van solitaire spelers en/of shopping centra met negatieve gevolgen voor de voorzieningenstructuur in de centra. De echte baanwinkelconcentraties met een aaneenschakeling van solitaire aanbieders (de ‘schoendozen’) waren een feit. Niet alleen de economische functie in binnensteden liep terug, ook de woonfunctie en veelal recreatieve functies. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de megabioscopen aan in-valswegen van de grote steden. Deze verschraling van het voorzieningenaanbod in bin-nensteden leidde ook tot andere ongelukkige ontwikkelingen. Er woonden minder men-sen in de stad en er werd ’s avonds elders gerecreëerd waardoor de sociale controle afnam en het onveiligheidsgevoel de kop op stak. Voorts werd er minder geïnvesteerd waardoor gebouwen of stadsgedeelten stilaan verkommerden, de leegstand toenam en nog meer winkels verhuisden naar de lucratievere stadsrand. Zowel overheid, investeerders, handelaars en andere marktpartijen werden zich bewust van deze situatie en vanaf eind jaren ’90 werd het beleid meer en meer toegespitst op een revitalisering van binnensteden. Interessante hefboom was het Mercuriusproject van de Vlaamse Regering waarbij in een 20-tal steden binnenstedelijke initiatieven werden opgestart om de stadscentra nieuw leven in te blazen. In navolging van de Vlaamse overheid werden ook door de provinciale en gemeentelijke overheid maatregelen geno-men ter versterking van binnensteden, middels het uitwerken van subsidiereglementen, het opstarten en aanmoedigen van binnenstedelijke overlegorganen. Centrummanagers deden hun intrede in grote en kleinere steden, ontwikkelaars en promotoren zagen kan-sen in PPS-projecten die veelal in binnensteden een multifunctionele ontwikkeling inhiel-den.

Page 264: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 7

Een bijkomende troef voor de gemeentebesturen is de nieuwe wet op de handelsvesti-gingen van augustus 2004 die een grotere verantwoordelijkheid legt bij de lokale bestu-ren. Hieronder lichten we de verschillende types van detailhandelsconcentraties toe, zo-wel in binnensteden en kernen als in perifere en bijzondere concentraties. Typering centrumgebieden naar m² wvo aan kleinhande l Onder centrumgebieden wordt verstaan: de binnensteden, de belangrijkste winkelgebie-den en de kernverzorgende centra, zowel voor grote als voor kleine centra. Tot de cen-trumgebieden behoren niet de kleinhandelsconcentraties die zich ontwikkelen langs de baan. Bij de typering van de verschillende centrumgebieden is met name gekeken naar de omvang van het centrumaanbod. Zo is een centrumgebied met meer dan 50 000 m² wvo aan kleinhandel getypeerd als een bovenregionaal verzorgend centrum. Regionaal verzorgende centra zijn centrumgebieden met 20 000 à 50 000 m² wvo aan kleinhandel. In bovenlokaal verzorgende centra is 10 000 à 20 000 m² wvo aan kleinhandel in het centrumgebied gevestigd en in lokaal verzorgende centra neemt de kleinhandel in het centrumgebied 1 500 à 10 000 m² wvo in beslag. (Boven)provinciaal verzorgend centrum Binnen de provincie Limburg vervult Hasselt-Centrum de rol van (boven)provinciaal ver-zorgend centrum en bekleedt daarmee de hoogste verzorgingspositie binnen de Lim-burgse kleinhandelsstructuur. Door de omvang en de kwaliteit van het volledige voorzie-ningenpakket, bestaande uit een mix van kleinhandel, horeca en cultuur en door de vaak sfeervolle inrichting oefenen bovenregionaal verzorgende centra een brede aantrek-kingskracht uit op bezoekers uit de regio en daarbuiten. Het verzorgingsgebied van Has-selt-Centrum bestrijkt in ieder geval heel de provincie Limburg, maar de uitstraling reikt ver buiten de provinciegrenzen. Met name de meest oostelijk gelegen gemeenten in Vlaams-Brabant zijn sterk gericht op Hasselt-Centrum. In Hasselt-Centrum neemt het kleinhandelsaanbod ca. 72 740 m² wvo in beslag. Het accent in het aanbod ligt op het recreatieve winkelen, met de nadruk op de modische branches. Het assortiment is breed en diep en varieert van prijsvriendelijk tot en met hoogwaardig. De Hoogstraat staat in de top 5 van drukste winkelstraten in België met een aantal van 170 000 passanten per week. Volgens de laatste tellingen van het bureau Fastigon deelt het hiermee de 4de plaats samen met de Veldstraat in Gent. Recente binnenstedelijke ontwikkelingen aan de 2-Torenwijk met de komst van Media Markt en enkele andere belangrijke trekkers heb-ben de koppositie voor Limburg enkel versterkt. Hasselt heeft een redelijk compact cen-trum binnen de ‘kleine ring’ of de ‘groene boulevard’. Met onder meer het gratis bussen-beleid, de komst van het pretpark Plopsa Indoor en de gedurfde slogan ‘Hoofdstad van de Smaak’ weet de stad geregeld het nieuws te halen. Andere belangrijke ontwikkelingen in of aan de rand van het centrum zoals de herbestemming van de rijkswachtkazerne en de Blauwe Boulevard aan de kanaalkom zitten in de pipeline.

Page 265: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 8

(Boven)regionaal verzorgende centra Tot de categorie (boven)regionaal verzorgende centra behoren Sint-Truiden-Centrum, Genk-Centrum en Tongeren-Centrum. De centra van Sint-Truiden en Tongeren vervullen een verzorgende rol voor de regio Haspengouw, terwijl Genk-Centrum dat doet voor de regio Midden-Limburg. De omvang van het kleinhandelsaanbod in de genoemde centra varieert van ca. 25 925 m² wvo tot ca. 30 850 m² wvo. De (boven)regionaal verzorgende centra beschikken over een gemengd aanbod, dat echter minder breed en diep is dan in Hasselt-Centrum. Het accent ligt op het prijsvriendelijke tot en met het middenmarktseg-ment. Gespecialiseerd aanbod in het hoogwaardige marktsegment is nauwelijks of niet aanwezig. De centra zijn de laatste jaren versterkt, zowel in kwantitatieve als in kwalita-tieve zin. De initiatieven en ontwikkelingen hebben gezorgd voor een vernieuwde dyna-miek. Tevens is een aantal initiatieven hetzij volop in ontwikkeling, hetzij bijna voltooid. Mede door de recente en lopende ontwikkelingen in de centra van Sint-Truiden, Genk en Tongeren beschikken de regio’s Haspengouw en Midden-Limburg over sterke regionaal verzorgende centra. De (boven-)regionale centra danken hun aantrekkingskracht niet alleen aan hun omvang (kritische massa) van het detailhandelsaanbod, maar ook vaak aan een aantal andere factoren • historiciteit van het centrumgebied, vaak een toeristische trekker; • gezellige sfeer; • extra aandacht voor inrichting van openbaar domein vaak met verkeersvrije of -luwe

straten en pleinen; • vaak verrassende architectonische ontwerpen; • multifunctioneel aanbod met aanwezigheid van culturele, toeristische, recreatieve en

andere voorzieningen, veel horeca; • compactheid van centrumgebieden met voorzieningen op wandelafstand. De mate waarin deze steden beschikken over deze unieke kwaliteiten zijn natuurlijk sterk bepalend voor het onderscheidend vermogen van een binnenstad. Zo is de groei van Genk-centrum vooral aangezwengeld door de komst van Shopping Center 1 en wordt het profiel sterk bepaald door een eigentijds aanbod van winkels, overdekte galerijen en randparkings. Voor Hasselt en Tongeren spelen toeristische troeven en het patrimonium een grotere rol. Ook Sint-Truiden heeft een historisch centrum met een Grote Markt en een erg bloeiende horeca. Omwille van de historische structuur kampen deze centrumgebieden vaak met proble-men van parkeren en bereikbaarheid. Genk valt hier buiten omwille van net aangehaalde redenen (eigentijds centrum uitgebouwd in een periode van sterk toegenomen automobi-liteit). Andere bedreigingen voor de centra zijn: • slechte routing zowel voor automobilist als voor wandelaar/winkelaar; • vaak te kleine winkels waardoor het aanbod niet breed of niet diep genoeg is; • ketenzaken vragen grotere units, vinden ze vaak in de rand van de stad;

Page 266: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 9

• herontwikkelingen zijn niet eenvoudig wegens versnipperde eigendomsstructuren; • binnensteden lenen zich minder voor trendgevoelige concepten in tegenstelling tot

shopping centra en baanwinkelconcepten; • vaak een sterk A-circuit en een verzwakt B of C-circuit, met toenemende leegstand.

Hierdoor ontstaat grote druk op huurtarieven van A-straten; • leegstaande bovenverdiepingen, te weinig bewoning; • het ontbreken van een binnenstedelijke ontwikkelingsvisie met aanduiding van stra-

tegische ontwikkelingslocaties; • het ontbreken van aangepast gemeentelijk instrumentarium om ontwikkelingen te

kunnen sturen; • A-straten hebben vaak een vergelijkbaar aanbod, te weinig onderscheidend vermo-

gen. Regionaal verzorgende centra De centra van Eisden, Lommel, Maaseik, Lanaken, Heusden, Houthalen, Bilzen, Neerpelt en Bree maken deel uit van de regionaal verzorgende centra. Deze centra hebben een verzorgende functie voor de inwoners van de eigen gemeente én voor de meest omlig-gende gemeenten. Het kleinhandelsaanbod is gemengd, maar minder breed en diep dan het aanbod in de regionaal verzorgende centra. Het accent ligt op voeding- en genots-middelen, veelvoudig benodigde producten en gericht non-food. De omvang van het kleinhandelsaanbod in de centra varieert van ca. 10 215 m² wvo tot ca. 17 830 m² wvo. Hoewel Bree-Centrum op basis van de omvang van het kleinhandelsaanbod van circa 7 875 m² wvo niet tot de categorie van bovenlokaal verzorgende centra behoort, wordt het centrum vanwege haar uitstraling en specifieke verzorgingsfunctie toch tot de boven-lokaal verzorgende centra gerekend. Lommel heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld en komt aankloppen bij de andere regionale centra in de provincie. Lokaal verzorgende centra Binnen de Limburgse kleinhandelsstructuur bevinden de lokaal verzorgende centra zich op het laagste niveau van de hiërarchie. Het verzorgingsbereik is veelal beperkt tot de eigen gemeente en eventueel aanpalende woonwijken. Lokaal verzorgende centra func-tioneren als aankoopplaats voor de dagelijkse boodschappen. Het accent ligt haast uit-sluitend op voeding- en genotsmiddelen en op veelvuldig benodigd non-food aanbod zoals drogisterijartikelen. Nabijheid is de belangrijkste drijfveer om deze centra te bezoe-ken. Voorbeelden van lokaal verzorgende centra zijn de centra van Tessenderlo, Leo-poldsburg, Zonhoven, Lummen, Overpelt, Peer, Ophoven, Koersel, Paal, Neeroeteren, Beringen, Opglabbeek, Zutendaal, Diepenbeek, Achel, Zolder, Wellen, Halen, Meeuwen-Gruitrode, Hamont, Borgloon, Alken, Maasmechelen, Helchteren, Dilsen, Bocholt en Herk-de-Stad. In de genoemde centra varieert de omvang van het aanbod van ca. 1 565 m² wvo tot ca. 7 875 m² wvo.

Page 267: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 10

Voor de bovenlokale centra gelden dezelfde bedreigingen als omschreven bij de regiona-le centra: een binnenstedelijk weefsel met veel kleinere commerciële ruimtes, onduidelij-ke routing, moeilijke bereikbaarheid. De lokale centra lijden sterk onder de economische realiteit waarbij handelszaken een voldoende groot verzorgingsgebied moeten kunnen bestrijken om te kunnen overleven. Hierdoor verdwijnen buurtvoorzieningen, mobiliteit wordt een must in plaats van een ver-worvenheid om producten te kunnen vinden, leegstaande winkels in kleinere kernen wor-den niet meer vervangen door andere. In de kleine centra ontbreekt het draagvlak voor een volwaardig aanbod. Bovendien belemmert de regelgeving het nemen van nieuwe initiatieven in kleinere kernen. De centra vissen allemaal in dezelfde vijver met betrekking tot het aantrekken van retailers en goedverkopende formules waardoor sommige centra uit de boot vallen ten voordele van andere. Langs de andere kant stellen we vast dat sommige gemeenten resoluut de toeristische of recreatieve kaart trekken om de verloren economische positie op te vangen. De ontwik-kelingen in Maasmechelen zijn hiervan een goed voorbeeld. Landelijke gemeenten en steden zoals Zutendaal en Borgloon spelen in op de natuur, verblijfstoerisme e.d. en passen hier hun handels- en horeca-aanbod op aan. De sociale cohesie in deze centra is groter dan in de meer anonieme grotere binnensteden, waardoor aspecten als nazorg, persoonlijke benadering, kwaliteit toch nog een belangrijke rol spelen. Grootschalige kleinhandelsconcentraties Toleik in Bree, De Singel in Lommel, De Zuiderring in Genk, de Hendrik van Veldekesin-gel en de Schampbergstraat (Kuringersteenweg) in Hasselt en M2 Shopping Center in Maasmechelen vallen onder de categorie grootschalige kleinhandelsconcentraties. Grootschalige kleinhandelsconcentraties zijn vaak planmatig opgezette clusters, opge-bouwd volgens één bepaald concept. In Limburg zijn de grootschalige clusters sterk ge-richt op de shopping sector en hebben ze een evenwichtige branchemix. Naast doe-het-zelf gaat het vaak om kleding, schoenen en lederwaren en sport en spel. Veelal geldt een minimum aantal m² wvo per unit. Grootschalige kleinhandelsconcentraties beschikken door hun omvang veelal over een bovenlokale tot regionale aantrekkingskracht. De nadelen van binnensteden zijn vaak de troeven voor dergelijke concentraties en om-gekeerd. Ze beschikken over ruime en vaak gratis parkeermogelijkheden, men kan er efficiënt en doelgericht winkelen in grote units. Wel zijn ze erg monofunctioneel opgevat waardoor beleving en kruisbestuiving met andere functies en troeven ontbreken. Baanwinkelconcentraties Typisch voor de Belgische en dus ook de Limburgse kleinhandelsstructuur zijn de talrijke baanwinkelconcentraties. Baanwinkelconcentraties zijn, net als de grootschalige klein-handelsconcentraties, koopzones waarlangs ruimtebehoevende zaken zich hebben ge-vestigd. Baanwinkelconcentraties vormen langgerekte vitrines, die met name bekende

Page 268: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 11

winkelketens omvatten. In tegenstelling tot de grootschalige kleinhandelsconcentraties zijn de baanwinkelconcentraties vaak niet planmatig opgezet, maar is de lintvorm histo-risch gegroeid. Baanwinkelconcentraties vormen conceptueel dan ook veel minder één geheel en zijn zowel gericht op de shopping sector als op de specialty sector. In het me-rendeel van de gevallen is het kleinhandelsaanbod divers van karakter. Enkel de concen-tratie langs de Baan naar Bree in Peer vormt hierop een uitzondering en is, met een in-vulling uitsluitend gericht op de branche wonen, monofunctioneel van karakter. De voor-naamste baanwinkelconcentraties in Limburg zijn: • Hasseltweg in Genk; • Genkersteenweg, Kempische steenweg, Kuringersteenweg in Hasselt; • Luikersteenweg in Tongeren; • Tongersesteenweg in Riemst; • Ringlaan in Sint-Truiden; • Baan naar Bree in Peer. Bijzondere kleinhandelsconcentratie De provincie Limburg beschikt met Maasmechelen Village over een bijzondere kleinhan-delsconcentratie. In Maasmechelen Village Outlet Center gaat het haast uitsluitend om hoogwaardige merkproducten van een jaar oud, die tegen hoge kortingen worden aan-geboden. De nadruk ligt op de branches kleding en mode en schoenen en lederwaren. In Outlet Centra treden fabrikanten rechtstreeks in contact met consumenten, zonder tus-senkomst van detaillisten, om zo controle te houden over het aankoopkanaal. De centra vormen in die zin één van de nieuwere vormen van kleinhandel. Overige elementen Naast de 7 genoemde elementen is sprake van kleinhandelsaanbod dat niet tot de klein-handelsstructuur van de provincie Limburg wordt gerekend. Zo zijn het kleinhandelsaan-bod in centra met een buurtverzorgend karakter, het ondersteunende kleinhandelsaan-bod en het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod niet begrepen in de Limburgse klein-handelsstructuur.

Page 269: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 12

2.3 Bevolking De provincie Limburg telt op 1 januari 2005 in totaal ca. 809 865 inwoners, verdeeld over 44 gemeenten. De regio Midden-Limburg telt de meeste inwoners, gevolgd door de regio Haspengouw. In de regio Maasland wonen de minste inwoners. Figuur 2.1 Inwonertal naar regio

Binnen de provincie Limburg telt Hasselt met ca. 69 540 de meeste inwoners, gevolgd door Genk met ca. 63 605 inwoners. Beide zijn in de regio Midden-Limburg gelegen, de naar inwonertal meest omvangrijke regio in Limburg. Beringen neemt met ca. 40 850 inwoners de derde plaats in. Daarnaast hebben relatief veel gemeenten (14) minder dan 10 000 inwoners. Herstappe, gelegen in de regio Haspengouw, is met slechts 85 inwo-ners de kleinste gemeente van de provincie Limburg. Verwachte toename van de bevolking De laatste 10 jaren is de bevolking in de provincie Limburg toegenomen met ca. 5%. Verwacht wordt dat het aantal inwoners in de toekomst nog verder zal toenemen. In de richting van 2015 wordt een toename van ca. 4% verwacht. Deze procentuele groei zal met name in de regio West-Limburg plaatsvinden.

115.105

141.040

145.865

183.815

224.040

Maasland

Noord-Limburg

West -Limburg

Haspengouw

Midden-Limburg

Page 270: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 13

2.4 Kleinhandelsaanbod Het totale kleinhandelsaanbod in de provincie Limburg beslaat in totaal ca. 1 389 400 m² winkelvloeroppervlak (wvo), verdeeld over ruim 6 700 winkels. Het aanbod per inwoner bedraagt ca. 1,7 m² wvo. Dit is hoger dan het gemiddelde aanbod per inwoner van ca. 1,4 m² wvo in de provincie Vlaams- Brabant, maar ligt wel onder het Belgische gemiddel-de van ca. 2,0 m² wvo per inwoner. Figuur 2.2: Omvang kleinhandelsaanbod per inwoner i n m² wvo

De regio Midden-Limburg kent binnen de provincie Limburg het meest omvangrijke klein-handelsaanbod per inwoner. In de regio West-Limburg beschikken de inwoners over het minste aanbod. Verdeling naar goederengroep Ongeveer de helft van de winkels valt onder de goederengroep shopping. Winkels in Limburg hebben een gemiddelde omvang van ca. 205 m² wvo. De omvang per winkel verschilt per goederengroep. Zo zijn convenience winkels gemiddeld kleiner van schaal en specialty winkels gemiddeld groter van schaal. Tabel 2.1: Winkels naar goederengroep

aantal m² wvo schaal % m² wvo

Convenience 2.093 290.450 139 21%

Shopping 3.083 659.410 214 47%

Specialty 1.551 439.520 283 32%

Totaal 6.727 1.389.380 207 100%

2,1

1,9

1,8

1,6

1,2W est -Lim burg

Haspengouw

Noord-Lim burg

M aasland

M idden-Lim burg

Page 271: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 14

Spreiding van het kleinhandelsaanbod Ten aanzien van de spreiding van het kleinhandelsaanbod valt op dat in Limburg ca. 42% van de omvang van het aanbod verspreid is gevestigd en ca. 22% uit baanwinkels be-staat. In de centrumgebieden is slechts 28% van het aanbod gevestigd. In de regio West-Limburg is het aandeel van de kleinhandel in de centrale winkelgebieden het grootst. In Noord-Limburg is het aandeel van de centrale winkelgebieden het kleinst. Noord-Limburg kenmerkt zich juist door veel verspreid gelegen aanbod. Figuur 2.3: Spreiding van het kleinhandelsaanbod na ar regio

Relatief veel verspreid kleinhandelsaanbod in Limbu rg Als wij de weergegeven percentages vergelijken met andere provincies en met Neder-land, dan is in de provincie Limburg relatief veel kleinhandelsaanbod verspreid gevestigd. In de provincie Vlaams-Brabant is ca. 35% van het aanbod in de centrumgebieden ge-vestigd. In Nederland bedraagt dit ca. 38% en is ca. 14% in ondersteunende winkelge-bieden gevestigd. Het verschil met Nederland heeft te maken met het gevoerde beleid, dat altijd sterk gericht is op het behoud van het voorzieningenniveau in de centrale win-kelgebieden en op wijk- en buurtniveau. In België, en dus ook in de provincie Limburg, zien wij dat door de sterke opkomst van de baanwinkels en het verspreid gelegen aanbod met name het voorzieningenniveau in de centrale winkelgebieden (vooral in de kleinere gemeenten) onder druk is komen te staan.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Provincie Limburg

Noord-Limburg

Haspengouw

Midden-Limburg

Maasland

West-Limburg

Centrum Ondersteunend Grootschalig Baan Verspreid

Page 272: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 15

Belangrijkste winkelgebieden Zowel naar omvang als naar aantal winkels is het centrum van Hasselt het belangrijkste winkelgebied van de provincie Limburg. Naast Hasselt-Centrum behoren ook winkelcon-centraties langs diverse toegangswegen naar Hasselt tot de meest omvangrijke winkel-gebieden. Het centrum van Hasselt is het winkelgebied in Limburg met het grootste aan-tal winkels. De centrumgebieden van Sint-Truiden, Tongeren en Genk volgen op afstand. Naar aantal winkels is Genk de gemeente met het grootste aantal noteringen: naast het centrumgebied gaat het om de Hasseltweg, de Stalenstraat, de Hoevenzavellaan en de Vennestraat. De gemeente Maasmechelen telt maar liefst drie winkelconcentraties bij de

eerste 25 winkelgebieden naar aantal winkels: Eisden-Centrum, Maasmechelen Village en M2 Shopping Center. Tabel 2.2: Top 10 winkelgebieden naar omvang

Winkelgebied Omvang in m² wvo

Centrum Hasselt 72.745

Hasseltweg Genk 36.260

Centrum Sint-Truiden 30.850

Centrum Genk 30.600

Centrum Tongeren 25.925

Kuringersteenweg Hasselt 24.015

Genkersteenweg Hasselt 18.760

Centrum Eisden Maasmechelen 17.830

Venlosesteenweg Kinrooi 16.725

Centrum Lommel 16.610

Page 273: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 16

Page 274: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 17

Zwaartepunt in de regio Midden-Limburg In naastliggend kaartbeeld zijn de meest omvangrijke winkelgebieden aangegeven. Het betreft winkelconcentraties met minimaal 10 winkels en minimaal 10 000 m² winkelvloer-oppervlak. Daarnaast zijn enkele bijzondere concentraties aangeduid. Het zwaartepunt ligt in de regio Midden-Limburg, waar de functie sterk bepaald wordt door Hasselt en Genk. In Noord-Limburg is de positie van Lommel bepalend, zij het in mindere mate dan Hasselt en Genk, gevolgd door Neerpelt, Peer en Bree. Centra in West-Limburg zijn vooral lokaal verzorgend. In de regio is geen sprake van een dominerend centrum. In de regio Maasland neemt Maasmechelen de koppositie, gevolgd door Maaseik en Lanaken. Tot slot wordt het kleinhandelsbeeld in de regio Haspengouw met name bepaald door de centra van Sint-Truiden en Tongeren.

Page 275: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 18

Detailhandelstructuur Limburg

Centrumgebieden Overige

Bovenregionaal Regionaal Bovenlokaal Lokaal Grootschalige kleinhandelsconcentra-

ties

Baanwinkelconcentraties Bijzondere kleinhan-

delsconcentratie

750.000 m2 wvo 20.000 –

50.000

m2 wvo

10.000 –

20.000

m2 wvo

2.500 – 10.000

m2 wvo

Hasselt Sint-

Truiden

Eisden Tessenderlo Toleik in Bree Baan naar Bree in Peer Maasmechelen Village

Outlet Center

Genk Lommel Leopoldsburg De Singel in Lommel Hasseltweg in Genk

Tongeren Maaseik Zonhoven De Zuiderring in Genk Genkersteenweg in Hasselt

Lanaken Lummen Hendrik van Veldekesingel in Hasselt Kempische steenweg,

Hasselt

Heusden Overpelt Schampbergstraat in Hasselt (Kurin-

gersteenweg)

Kuringersteenweg, Hasselt

Houthalen Peer M2 Shopping Center in Maasmechelen Ringlaan, Sint-Truiden

Bilzen Ophoven Luikersteenweg, Tongeren

Neerpelt Koersel N78, Lanaken tot Maaseik

Bree Paal Grote Baan, Houthalen-

Helchteren

Neeroeteren Venlosesteenweg, Kinrooi

Beringen Tongersesteenweg, Riemst

Opglabbeek Nieuwstraat, Diepenbeek

Zutendaal

Diepenbeek

Achel

Zolder

Wellen

Halen

Meeuwen-

Gruitrode

Hamont

Borgloon

Alken

Maasmechelen

Helchteren

Dilsen

Bocholt

Herk-de-Stad

Page 276: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 19

2.5 Koopstromen Van de totale winkelbestedingen van inwoners uit de provincie Limburg komt ca. 88,2% bij winkels in de eigen provincie terecht. Dit komt neer op ca. € 2 965 mln. op jaarbasis. De overige ca. 11,8% (ca. € 397 mln.) wordt buiten de provincie besteed, zowel in plaat-sen in België (bijvoorbeeld Diest, Leuven en Antwerpen-Stad) als in Nederland en Duits-land. Tabel 2.3: Koopkrachtbinding en koopkrachtvlucht na ar goederengroep

Functie Kooporiëntatie Koopvlucht

Convenience 91,8 % 8,2 %

Shopping 84,5 % 15,5 %

Specialty 85,1 % 14,9 %

Totaal 88,2 % 11,8 %

Bovengemiddelde koopkrachtbinding aan kleinhandel De kooporiëntatie is het hoogst in de convenience sector. Deze dagelijkse boodschappen worden met name dicht bij huis verricht. Voor shopping en specialty goederen bezoeken consumenten in sterkere mate winkelgebieden buiten de provincie, vandaar dat de koop-vlucht in deze goederengroepen omvangrijker is. Vergelijking met onderzoek in andere regio’s in België en Nederland geeft zicht op de mate waarin de aangegeven kooporiën-tatie hoog, gemiddeld dan wel laag is. Een vrij recent uitgevoerd koopstromenonderzoek in Vlaams-Brabant wees uit dat de kooporiëntatie daar iets lager ligt, namelijk op een niveau van ca. 90% voor convenience en ca. 76% voor shopping en specialty samen. Het winkelaanbod per inwoner is echter ook kleiner. Tabel 2.4 Koopkrachtbinding naar goederengroep en n aar regio

Koopkrachtbinding Convenience Shopping Specialty

Noord-Limburg 86,8 % 71,1 % 68,1 %

West-Limburg 86,7 % 50,8 % 55,9 %

Midden-Limburg 93,9 % 83,5 % 87%

Maasland 87,4 % 54,9 % 53,4 %

Haspengouw 86,8 % 60 % 58,9 %

Provincie Limburg 91,8 % 84,5 % 85,1 %

Sterke koopkrachtbinding in Midden-Limburg De regio Midden-Limburg wordt in vergelijking met de overige Limburgse regio’s geken-merkt door een sterke binding aan de kleinhandel. De binding aan de convenience sector is het kleinst in de regio’s West-Limburg , Noord-Limburg en Haspengouw. In West-Limburg is de binding aan de shopping sector het kleinst en in de regio Maasland blijft de binding aan de specialty sector achter op de andere regio’s.

Page 277: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 20

2.6 Economisch functioneren Door de confrontatie van de gegevens uit de analyse van aanbodstructuur en vraagstruc-tuur is het economisch functioneren van de detailhandel in de provincie Limburg bena-derd. Uit de benadering volgt de gemiddelde vloerproductiviteit, dit is de gemiddelde om-zet per m² wvo en de gangbare indicator voor het economisch functioneren van de de-tailhandel. De Limburgse convenience sector draait een gemiddelde omzet van ca. € 5 870,- per m² wvo. In de shopping en specialty sector worden in het algemeen lagere om-zetten per m² wvo behaald. De shopping sector in Limburg realiseert een gemiddelde omzet van ca. € 1 820,- per m² wvo. In de specialty sector wordt een gemiddelde omzet van ca. € 1 390,- per m² wvo gedraaid1. 2.7 SWOT In het volgende overzicht worden de belangrijkste sterke en zwakke punten van de Lim-burgse kleinhandelsstructuur samengevat, met aandacht voor specifieke kenmerken op regionaal niveau.

1 Ter vergelijking: In de provincie Vlaams-Brabant bedraagt de gemiddelde vloerproductiviteit ca. € 5 545,-

in de food sector en ca. € 1 980,- in de non-food sector.

Page 278: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 21

Tabel 2.5: Sterkten en zwakten Limburgse kleinhande lsstructuur

Sterkten Zwakten

• Meeste inwoners in de regio Midden-Limburg • Veel verspreid gevestigd kleinhandelsaanbod

• Verwachte toename van het inwonertal, met

name in de regio West-Limburg

• Beperkt aandeel centrumaanbod

• Beperkt ondersteunend kleinhandelsaanbod

• Omvangrijk kleinhandelsaanbod per inwoner • Kleinhandel in de kleine kernen staat onder druk,

onder meer door de opkomst van de baanwinkel-

concentraties

• Zwaartepunt van de kleinhandel in de regio Mid-

den-Limburg, met Hasselt als sterk bovenregio-

naal verzorgend centrum, gevolgd door Genk als

regionaal verzorgend centrum

• Ontbreken van (boven)regionaal verzorgende

centra in de regio’s West-Limburg, Noord-

Limburg en Maasland

• Structuur van het kleinhandelsaanbod in Midden-

Limburg is goed afgestemd op het verzorgings-

gebied

• Met name in de regio West-Limburg ligt de na-

druk op lokaal verzorgende centra

• In de regio Haspengouw wordt de structuur be-

paald door de regionaal verzorgende centra van

Sint-Truiden en Tongeren

• Dynamiek in de regionaal verzorgende centra

• Bijzondere concentratie Maasmechelen Village

Outlet Center waarmee de provincie Limburg zich

sterk profileert in nationaal en internationaal per-

spectief

• Hoge koopkrachtbinding, zowel voor de conveni-

ence sector als voor de shopping en specialty

sector

Page 279: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 22

Page 280: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 23

3. KLEINHANDELSSTRUCTUUR PER REGIO

3.1 Inleiding Doel van het gedeelte ‘Kleinhandelsstructuur per regio’ is het schetsen van een duidelijk profiel per Limburgse regio. Immers, pas als de regionale profielen gekend zijn, kan daar met een gedegen visie op worden ingespeeld. Voor de splitsing van de provincie Limburg in regio’s volgt BRO de indeling van het Regionaal Economisch en Sociaal Overleg Co-mité Limburg. RESOC Limburg maakt een indeling in 5 deelgebieden, namelijk Noord-Limburg, West-Limburg, Midden-Limburg, Maasland en Haspengouw. Voor elk van de 5 regio’s worden een aantal uitgangspunten op een rij gezet. Hierbij wordt grotendeels de indeling uit het gedeelte ‘Kleinhandelsstructuur provincie Limburg’ gehanteerd. Bij de beschrijving van de detailhandelsstructuur worden ook de ‘lokale’ baanwinkelconcentra-ties vernoemd, zoals deze in de aanbodinventarisatie zijn opgenomen. De meeste van deze concentraties zijn echter kleinschalig van aard of liggen in het stedelijk gebied. Zij worden niet op hetzelfde niveau geplaatst als de provinciale baanwinkelconcentraties (zie kaart 1, detailhandelstructuur Limburg).

Page 281: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 24

3.2 Noord-Limburg Tweede kleinste regio naar inwonertal De meest noordelijk gelegen Limburgse regio omvat de gemeenten Bocholt, Bree, Ha-mont-Achel, Hechtel-Eksel, Lommel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt, Overpelt en Peer. De regio Noord-Limburg is met ca. 141 040 inwoners een naar inwonertal kleine regio2. Al-leen de regio Maasland telt minder inwoners dan Noord-Limburg. Lommel is met ruim 31 500 inwoners de naar inwonertal grootste gemeente, gevolgd door Neerpelt en Peer met respectievelijk ca. 16 065 en ca. 15 725 inwoners. Verwacht wordt dat het inwonertal in de regio Noord-Limburg richting 2015 zal toenemen tot ca. 147 600 inwoners, dit is een toename van ca. 5%. Ter vergelijking: in geheel Limburg bedraagt de verwachte toename van het inwonertal ca. 4%.

2 Bron: Studiecel Provincie Limburg, bewerking BRO.

Page 282: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 25

Ruim 254 500 m² wvo aan kleinhandel Met ruim 254 500 m² wvo aan kleinhandel is Noord-Limburg naar omvang van het klein-handelsaanbod de derde grootste regio in Limburg. De regio beschikt over 1,8 m² wvo per inwoner, wat rond het Limburgse gemiddelde van 1,7 m² wvo per inwoner ligt. Het kleinhandelsaanbod is zowel gericht op de shopping sector als op de specialty sector. Beide sectoren houden elkaar plusminus in evenwicht en nemen ruim 80% van het klein-handelsaanbod in. Tabel 3.1 Regio Noord-Limburg: Kleinhandel naar goe derengroep en naar gemeente

Convenience Shopping Specialty Totaal

aantal m² wvo aantal m² wvo Aantal m² wvo aantal m² wvo

Bocholt 33 3.144 19 4.160 22 3.790 74 11.094

Bree 49 7.897 64 19.236 41 10.629 154 37.762

Hamont-Achel 27 4.948 41 6.245 26 6.290 94 17.483

Hechtel-Eksel 29 2.824 21 4.863 25 2.665 75 10.352

Lommel 75 11.636 154 34.912 82 27.934 311 74.482

Meeuwen-Gruitrode 23 2.850 32 6.355 21 4.125 76 13.330

Neerpelt 39 5.370 59 5.649 42 6.020 140 17.039

Overpelt 30 3.230 23 11.183 29 5.970 82 20.383

Peer 40 4.593 45 12.808 36 35.216 121 52.617

Noord-Limburg 345 46.492 458 105.411 324 102.639 1.127 254.542

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Versnipperd kleinhandelsaanbod Het kleinhandelsaanbod in de regio Noord-Limburg wordt gekenmerkt door een sterk versnipperde ligging. Ruim een tweede van de omvang van het kleinhandelsaanbod en ruim een tweede van het aantal winkels is verspreid gevestigd. In de centrumgebieden is het aantal winkels aanzienlijk, maar zijn de winkels kleinschalig van opzet. Met 23% is Noord-Limburg de regio met het kleinste aandeel centrumaanbod. Het overige aanbod bestaat merendeels uit baanwinkelconcentraties dan wel grootschalige kleinhandelscon-centraties. Met name de baanwinkelconcentraties zijn ruim van opzet. Tabel 3.2 Regio Noord-Limburg: Spreiding kleinhande l

aantal m² wvo schaal % m² wvo

Centraal 432 57.734 134 23%

Ondersteunend 8 1.100 138 0%

Grootschalig 29 18.945 653 7%

Baanwinkel 24 27.425 1.143 11%

Verspreid 634 149.338 236 59%

Noord-Limburg 1.127 254.542 226 100%

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Page 283: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 26

Drie bovenlokaal verzorgende centra In de regio is noch een bovenregionaal verzorgend centrum, noch een regionaal verzor-gend centrum aanwezig. Met respectievelijk ca. 16 610 m² wvo en ca. 10 215 m² wvo aan kleinhandel behoren Lommel-Centrum en Neerpelt-Centrum tot de categorie van boven-lokaal verzorgende centra. In Lommel-Centrum is het accent zeer sterk gericht op de shopping sector. Vanwege haar uitstraling en specifieke verzorgingsfunctie wordt het centrum van Bree eveneens tot de bovenlokaal verzorgende centra gerekend. De Singel in Lommel en Toleik in Bree zijn de Noord-Limburgse grootschalige kleinhandelsconcen-traties. De clusters zijn sterk georiënteerd op de shopping sector en beslaan respectieve-lijk ca. 13 335 m² wvo en ca. 5 610 m² wvo aan kleinhandel. Lokale baanwinkelconcen-traties zijn de Hasseltsebaan in Hechtel-Eksel, de Weg op Bree in Meeuwen-Gruitrode en de Baan naar Bree in Peer. De concentratie in Peer wordt gekenmerkt door een eenzijdi-ge invulling en omvat uitsluitend de branche wonen. Tabel 3.3 Regio Noord-Limburg: Indeling naar typen winkelgebieden

Bovenregionaal centrum

Regionaal centrum

Bovenlokaal centrum • Lommel-Centrum

• Neerpelt-Centrum

• Bree-Centrum

Lokaal centrum • Bocholt-Centrum

• Hamont-Centrum

• Achel-Centrum

• Meeuwen-Centrum

• Overpelt-Centrum

• Peer-Centrum

Grootschalige concentratie • Bree, Toleik

• Lommel, De Singel

Baanwinkelconcentratie • Hechtel-Eksel, Hasseltsebaan

• Meeuwen-Gruitrode, Weg op Bree

• Peer, Baan naar Bree

Bijzondere concentratie

Overig

Gemiddelde binding convenience sector De koopkrachtbinding in de regio Noord-Limburg is in vergelijking met de andere Lim-burgse regio’s met name in de convenience sector ongeveer gelijk. Enkel Midden-Limburg scoort veel hoger. In Neerpelt is de binding in de convenience sector bovenge-middeld. Ook Lommel en Bree scoren op dit vlak goed. In de shopping sector is de bin-ding in vergelijking met de andere regio’s gemiddeld iets hoger. Binnen de regio scoren Lommel en Bree op het vlak van shopping zeer goed. In Lommel ligt de binding in de specialty sector sterk boven het regionale gemiddelde.

Page 284: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 27

Tabel 3.4 Regio Noord-Limburg: Koopkrachtbinding

Convenience Shopping Specialty

Bocholt 53,8 % 20,5 % 18,3 %

Bree 87,2 % 67,9 % 53,7 %

Hamont-Achel 79,2 % 26,1 % 41,3 %

Hechtel-Eksel 72,7 % 20,9 % 19,9 %

Lommel 88,2 % 80,2 % 74,0 %

Meeuwen-Gruitrode 55,4 % 15,5 % 39,6 %

Neerpelt 95,7 % 41,7 % 50,8 %

Overpelt 76,1 % 36,3 % 22,1 %

Peer 79,6 % 40,8 % 43,0 %

Noord-Limburg 86,8 % 71,1 % 68,1 %

Provincie Limburg 91,8 % 84,5 % 85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • In Neerpelt wordt een ruimtelijk-functionele ontwikkelingsvisie voor het centrum mo-

menteel tot uitvoer gebracht door de (her-)ontwikkeling van enkele binnenstedelijke hefboomlocaties. Dit leidt onder meer tot de creatie van minimaal 4 000 m² handels-ruimte om ontbrekende branches te kunnen huisvesten. Behalve ontwikkeling van strategische locaties trekt de gemeente Neerpelt de kaart van een kernversterkend beleid, ook jegens handelaars en andere marktpartijen. Andere mogelijkheden voor grootschalige kleinhandel moeten steeds afgewogen worden vanuit het perspectief van het kleinstedelijk gebied Neerpelt-Overpelt.

• In Lommel plant men in de Gasstraat de komst van een grootschalige aanbieder in sport, kleding en vrije tijd.

• In Overpelt zijn er plannen voor een PPS-project nabij het centrum en het ziekenhuis, inclusief 8 000 m² retail en is er een goedgekeurd BPA Den Dries, dat ruimte biedt aan 10 000 m² bvo.

• In Bree wordt door de provincie een ruimtelijk uitvoeringsplan en een plan-MER voor Bocholterkiezel opgesteld.

Economisch functioneren In de volgende overzichten wordt de vloerproductiviteit van de verschillende goederen-groepen per gemeente weergegeven. In Bocholt en Hamont-Achel realiseert de conveni-ence sector in vergelijking met het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo een benedengemiddelde omzet per m² wvo. Neerpelt scoort ruim boven het Limburgse gemiddelde. In de shopping sector wordt in het algemeen een lage omzet gehaald, lager dan het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,-. Uitzonderingen zijn de gemeenten Bree, Lommel en Neerpelt, waar bovengemiddelde omzetten per m² wvo worden gereali-seerd.

Page 285: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 28

Tabel 3.5 Regio Noord-Limburg: Indicatie huidig eco nomisch functioneren convenience sector

Convenience sector: Omzet per m² wvo

3.500 - 5.000 5.000 - 6.000 6.000 - 7.500 > 7.500

Bocholt x

Bree x

Hamont-Achel x

Hechtel-Eksel x

Lommel x

Meeuwen-Gruitrode x

Neerpelt x

Overpelt x

Peer x

Bron: BRO, 2007.

Tabel 3.6 Regio Noord-Limburg: Indicatie huidig eco nomisch functioneren shopping sector

Shopping sector: Omzet per m² wvo

< 800 800 - 1.400 1.400 - 2.000 > 2.000

Bocholt x

Bree x

Hamont-Achel x

Hechtel-Eksel x

Lommel x

Meeuwen-Gruitrode x

Neerpelt x

Overpelt x

Peer x

Bron: BRO, 2007.

De specialty sector draait een omzet van minder dan € 1 000,- per m² wvo en ligt daar-mee onder het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 390,- per m² wvo. Bree, Lommel en Neerpelt vormen hierop uitzonderingen. In Neerpelt wordt een omzet van meer dan € 2 000,- per m² wvo behaald. Opvallend is dat Peer beneden het Limburgse gemiddelde scoort. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat met name de baanwinkelconcentratie in Peer vooral omzet van buiten Limburg aantrekt.

Page 286: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 29

Tabel 3.7 Regio Noord-Limburg: Indicatie huidig eco nomisch functioneren specialty sector

Specialty sector: Omzet per m² wvo

< 1.000 1.000 - 1.500 1.500 - 2.000 > 2.000

Bocholt x

Bree x

Hamont-Achel x

Hechtel-Eksel x

Lommel x

Meeuwen-Gruitrode x

Neerpelt x

Overpelt x

Peer x

Bron: BRO, 2007.

Resumé Op basis van de voorgaande analyses en de inventarisatie in de gemeenten afzonderlijk worden in onderstaand overzicht de sterkten en zwakten van de kleinhandel in de regio Noord-Limburg benoemd. Tabel 3.8 Regio Noord-Limburg: Sterkten en zwakten

Sterkten Zwakten

• Gemiddelde verwachte toename van de bevol-

king

• Benedengemiddeld functioneren shopping en

specialty sector

• Kleinhandelsaanbod per inwoner rond provinciaal

gemiddelde

• Erg versnipperd kleinhandelsaanbod

• Bovengemiddeld functioneren convenience sec-

tor

• Ontbreken centrumgebieden met (bo-

ven)regionale verzorgingsfunctie, veel lokaal ver-

zorgende centra

• Lommel-Centrum sterk bovenlokaal verzorgend

centrum, gevolgd door Neerpelt-Centrum

• Beperkt aandeel centrumaanbod

• Lommel-Centrum als shopping aankoopplaats en

Neerpelt-Centrum als convenience aankoop-

plaats

• Binding shopping en specialty goederen

• Gemiddeld functioneren convenience sector

• Aantrekkingkracht Meubelboulevard Peer van

buiten de regio en de provincie

Page 287: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 30

3.3 West-Limburg Regio met de sterkste toename van het inwonertal De regio West-Limburg is samengesteld uit de gemeenten Beringen, Halen, Ham, Herk-de-Stad, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen en Tessenderlo. In West-Limburg wonen ca. 145 865 inwoners. Verwacht wordt dat het inwonertal in de richting van 2015 zal toenemen met ca. 7%, dit is boven het Limburgse gemiddelde van ca. 4%. Opmerke-lijk zijn de verschillen binnen de regio. In Tessenderlo en Ham wordt een verwachte toe-name van het inwonertal van meer dan 10% genoteerd. In Herk-de-Stad en Lummen wordt nauwelijks een toename van het inwonertal verwacht. Kleinste regio naar omvang van het kleinhandelsaanb od Met circa 171 870 m² wvo aan kleinhandel is West-Limburg de kleinste regio naar om-vang van het kleinhandelsaanbod. De regio beschikt met 1,2 m² wvo per inwoner over een beperkt kleinhandelsaanbod. In de regio ligt de nadruk op de shopping sector. De convenience sector neemt ca. 30% van de omvang van het kleinhandelsaanbod in en is

Page 288: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 31

daarmee sterk vertegenwoordigd. De specialty sector bevindt zich op het niveau van de convenience sector. Tabel 3.9 Regio West-Limburg: Kleinhandel naar goed erengroep en naar gemeente

Convenience Shopping Specialty Totaal

aantal m² wvo aantal m² wvo aantal m² wvo aantal m² wvo

Beringen 107 15.936 82 23.070 55 8.973 244 47.979

Halen 18 2.075 21 4.645 22 3.370 61 10.090

Ham 21 2.670 20 4.313 18 3.810 59 10.793

Herk-de-Stad 26 2.680 32 4.074 26 10.157 84 16.911

Heusden-Zolder 79 10.670 76 14.735 53 8.600 208 34.005

Leopoldsburg 51 7.049 59 7.236 28 5.915 138 20.200

Lummen 40 4.340 24 2.772 22 5.390 86 12.502

Tessenderlo 54 6.471 45 7.118 23 5.800 122 19.389

West-Limburg 396 51.891 359 67.963 247 52.015 1.002 171.869

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Betrekkelijk ruim aandeel centrumaanbod Met 34% is West-Limburg de regio met het ruimste aandeel centrumaanbod. Ondanks het betrekkelijk ruime aandeel centrumaanbod is het merendeel van het kleinhandels-aanbod verspreid gevestigd. In vergelijking met de Regio Noord-Limburg is in West-Limburg een groot aantal baanwinkels gevestigd. Echter, in West-Limburg zijn de baan-winkels veel kleinschaliger van opzet. In de regio is enig ondersteunend aanbod geves-tigd, doch ontbreekt elke vorm van grootschalige kleinhandelsconcentratie. Tabel 3.10 Regio West-Limburg: Spreiding kleinhande l

aantal m² wvo schaal % m² wvo

Centraal 430 58.024 135 34%

Ondersteunend 9 505 56 0%

Grootschalig 0 0 0 0%

Baanwinkel 94 33.503 356 19%

Verspreid 469 79.837 170 46%

West-Limburg 1.002 171.869 172 100%

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Heusden-Centrum is bovenlokaal verzorgend centrum Binnen de regio West-Limburg is Heusden-Centrum een bovenlokaal verzorgend cen-trum. Een bovenregionaal en regionaal verzorgend centrum ontbreekt. De shopping sec-tor neemt in Heusden-Centrum ruim 65% van het kleinhandelsaanbod in. Zolder-Centrum, het tweede centrum binnen de gemeente Heusden-Zolder, bevindt zich op lo-kaal niveau. Langs de Diestersesteenweg en de Koolmijnlaan in Beringen, de Staatsbaan in Halen, de Grote Baan in Herk-de-Stad, de Beringersteenweg en de Meylandtlaan in Heusden-Zolder, de Antwerpsesteenweg, de Leopoldsburgsesteenweg en de Lommelse-

Page 289: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 32

steenweg in Lepoldsburg en langs de Diesterstraat, de Hulsterweg en de Schoterweg in Tessenderlo zijn baanwinkelconcentraties gevestigd. Tabel 3.11 Regio West-Limburg: Indeling naar typen winkelgebieden

Bovenregionaal centrum

Regionaal centrum

Bovenlokaal centrum • Heusden-Centrum

Lokaal centrum • Zolder-Centrum

• Tessenderlo-Centrum

• Leopoldsburg-Centrum

• Lummen-Centrum

• Koersel-Centrum

• Paal-Centrum

• Beringen-Centrum

• Halen-Centrum

• Herk-de-Stad-Centrum

Grootschalige concentratie

Baanwinkelconcentratie • Beringen, Diestersesteenweg, Paalsesteenweg en Koolmijnlaan

• Halen, Staatsbaan

• Herk-de-Stad, Grote Baan

• Heusden-Zolder, Beringersteenweg en Meylandtlaan

• Leopoldsburg, Antwerpsesteenweg, Leopoldsburgsesteenweg en

Lommelsesteenweg

• Tessenderlo, Diesterstraat, Hulsterweg en Schoterweg

Bijzondere concentratie

Overig

Benedengemiddelde binding shopping sector In West-Limburg is met name de binding in de shopping sector benedengemiddeld in vergelijking met de overige regio’s. De binding in de convenience sector zit aardig op peil. Beringen en Heusden-Zolder scoren erg goed op het vlak van convenience. Op het vlak van specialty behalen met name Halen en Tessenderlo een bovengemiddelde binding.

Tabel 3.12 Regio West-Limburg: Koopkrachtbinding

Convenience Shopping Specialty

Beringen 91,2 % 41,7 % 39,4 %

Halen 79,5 % 28,0 % 63,9 %

Ham 56,4 % 19,2 % 45,6 %

Herk-de-Stad 77,9 % 26,6 % 28,2 %

Heusden-Zolder 92,3 % 45,7 % 43,1 %

Leopoldsburg 83,0 % 46,3 % 47,8 %

Lummen 88,8 % 19,1 % 44,7 %

Tessenderlo 79,8 % 42,8 % 56,4 %

Page 290: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 33

West-Limburg 86,7 % 50,8 % 55,9 %

Provincie Limburg 91,8 % 84,5 % 85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • Herbestemming Mijnsite: PPS-project voor de realisatie van een regionaal bezoe-

kerscentrum voor de mijnstreek, woningen, versmarkt, 15 000 m² aan winkels, zwembad. Beringen-Mijn wordt als extra troef van de stad Beringen beschouwd. De ontwikkeling van de mijnterreinen heeft bovenlokale uitstraling, voor het hoofddorp Beringen-Mijn ligt de klemtoon veeleer op lokale en kleinschalige ontwikkeling van de kern.

• De dubbele relatie van de mijnsite met enerzijds Beringen-Mijn en anderzijds Berin-gen-Centrum maakt van deze kern een satelliet van het stedelijk gebied.

• Aan de Koolmijnlaan in Beringen-Mijn zijn momenteel plannen voor een commerciële opwaardering van het bestaande handels- en horeca-aanbod.

• Bovenlokale handelszaken worden in het GRS Beringen voorbehouden voor het cen-trum en de invalswegen dienen als poorten voor het centrum.

• In Tessenderlo nadert de bouw van het project Binnenhof haar einde. Hier is onder meer 3 500 m² winkelruimte voorzien.

Economisch functioneren Uit de volgende overzichten blijkt dat in Halen, Herk-de-Stad en Lummen de convenience sector in vergelijking met het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo een bovengemiddelde omzet per m² wvo realiseert. In Ham, Leopoldsburg en Tessenderlo ligt de gerealiseerde omzet juist sterk onder het Limburgse gemiddelde. Tabel 3.13 Regio West-Limburg: Indicatie huidig eco nomisch functioneren convenience sector

Convenience sector: Omzet per m² wvo

3.500 - 5.000 5.000 - 6.000 6.000 - 7.500 > 7.500

Beringen x

Halen x

Ham x

Herk-de-Stad x

Heusden-Zolder x

Leopoldsburg x

Lummen x

Tessenderlo x

Bron: BRO, 2007.

In het algemeen wordt in de shopping sector een gemiddelde omzet per m² wvo behaald. Enkel in Halen, Ham en Herk-de-Stad blijft de gerealiseerde omzet wat achter op het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,- per m² wvo. De specialty sector in West-Limburg draait een omzet boven het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 390,- per m² wvo. Ham, Herk-de-Stad en Lummen vormen hierop de uitzonderingen. Daar draait de specialty sector een omzet van minder dan € 1 000.- per m² wvo.

Page 291: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 34

Tabel 3.14 Regio West-Limburg: Indicatie huidig eco nomisch functioneren shopping sector

Shopping sector: Omzet per m² wvo

< 800 800 - 1.400 1.400 - 2.000 > 2.000

Beringen x

Halen x

Ham x

Herk-de-Stad x

Heusden-Zolder x

Leopoldsburg x

Lummen x

Tessenderlo x

Bron: BRO, 2007.

Tabel 3.15 Regio West-Limburg: Indicatie huidig eco nomisch functioneren specialty sector

Specialty sector: Omzet per m² wvo

< 1.000 1.000 - 1.500 1.500 - 2.000 > 2.000

Beringen x

Halen x

Ham x

Herk-de-Stad x

Heusden-Zolder x

Leopoldsburg x

Lummen x

Tessenderlo x

Bron: BRO, 2007.

Resumé In het volgende overzicht worden de sterkten en zwakten van de kleinhandel in de regio West-Limburg weergegeven. De sterke en zwakke punten resulteren uit voorgaande analyses van vraag en aanbod. Tabel 3.16 Regio West-Limburg: Sterkten en zwakten

Sterkten Zwakten

• Betrekkelijk ruim aandeel centrumaanbod • Benedengemiddeld kleinhandelsaanbod per

inwoner

• Sterke verwachte toename van de bevolking • Ontbreken grootschalige kleinhandelsconcentra-

ties met regionale aantrekkingskracht

• Heusden-Centrum als bovenlokaal verzorgend

centrum

• Ontbreken dominerend centrum, nadruk ligt op

lokaal verzorgende centra

• Gemiddeld functioneren convenience • Binding shopping sector benedengemiddeld

Page 292: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 35

3.4 Midden-Limburg Meest omvangrijke regio naar inwonertal De centrale Limburgse regio bestaat uit de gemeenten As, Diepenbeek, Genk, Hasselt, Houthalen-Helchteren, Opglabbeek, Zonhoven en Zutendaal. Midden-Limburg is met ca. 224 040 inwoners de meest omvangrijke regio naar inwonertal. De verwachte toename van het inwonertal bedraagt ca. 3% en ligt daarmee iets lager dan het Limburgse gemid-delde. Ondanks deze benedengemiddelde stijging blijft Midden-Limburg naar verwachting ook in 2015 de meest omvangrijke regio naar inwonertal. Meest omvangrijke regio naar omvang van het kleinha ndelsaanbod Midden-Limburg is niet alleen de meest omvangrijke regio naar inwonertal, maar is ook zowel naar aantal winkels als naar omvang van het kleinhandelsaanbod de meest om-vangrijke regio van Limburg. De kleinhandel in Midden-Limburg neemt ca. 33% van het volledige Limburgse kleinhandelsaanbod in. Met 2,1 m² wvo per inwoner beschikt de

Page 293: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 36

regio inderdaad over een bovengemiddeld kleinhandelsaanbod. Met name de shopping sector is sterk vertegenwoordigd. Met meer dan 50% van de omvang van het kleinhan-delsaanbod neemt de shopping sector een prominente plaats in het Midden-Limburgse kleinhandelsbeeld in. Van de volledige Limburgse shopping sector neemt de shopping sector in Midden-Limburg ca. 39% in. Tabel 3.17 Regio Midden-Limburg: Kleinhandel naar g oederengroep en naar gemeente

Convenience Shopping Specialty Totaal

aantal m² wvo aantal m² wvo aantal m² wvo aantal m² wvo

As 9 1.075 5 610 3 505 17 2.190

Diepenbeek 42 7.270 33 7.207 30 11.385 105 25.862

Genk 165 24.665 264 70.732 149 36.880 578 132.277

Hasselt 216 25.841 469 128.498 216 53.997 901 208.336

Houthalen-Helchteren 69 12.132 61 17.585 40 15.712 170 45.429

Opglabbeek 24 3.395 28 10.790 14 1.780 66 15.965

Zonhoven 43 6.561 52 10.780 36 4.420 131 21.761

Zutendaal 13 1.000 21 2.720 8 4.190 42 7.910

Midden-Limburg 581 81.939 933 248.922 496 128.869 2.010 459.730

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Tamelijk geconcentreerd kleinhandelsaanbod In Midden-Limburg is het aandeel verspreid kleinhandelsaanbod in vergelijking met de overige Limburgse regio’s beperkt. Met andere woorden, in Midden-Limburg is het klein-handelsaanbod tamelijk geconcentreerd gevestigd, hetzij in centrumgebieden, hetzij in baanwinkelconcentraties, hetzij in grootschalige clusters. Met een gemiddelde schaal van ca. 1 175 m² wvo zijn de baanwinkelconcentraties in Midden-Limburg vrij ruim van opzet. Tabel 3.18 Regio Midden-Limburg: Spreiding kleinhan del

Aantal m² wvo schaal % m² wvo

Centraal 875 135.675 155 30%

Ondersteunend 192 40.391 210 9%

Grootschalig 26 30.600 1.177 7%

Baanwinkel 270 120.651 447 26%

Verspreid 647 132.413 205 29%

Midden-Limburg 2.010 459.730 229 100%

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Koplopers zijn Hasselt-Centrum en Genk-Centrum Binnen de regio Midden-Limburg is Hasselt-Centrum met ca. 72 745 m² wvo aan klein-handel een bovenregionaal verzorgend centrum. Genk-Centrum bevindt zich met ca. 30 600 m² wvo aan kleinhandel op regionaal niveau. Binnen de regio bekleedt Houthalen-Centrum de derde positie en is met ca. 12 750 m² wvo aan kleinhandel een bovenlokaal verzorgend centrum. Grootschalige kleinhandels-

Page 294: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 37

concentraties zijn De Zuiderring in Genk en de Hendrik van Veldekesingel en de Schampbergstraat in Hasselt. De omvang van de grootschalige clusters varieert van ca. 5 650 m² wvo tot ca. 13 075 m² wvo en het accent ligt op de shopping sector. De Nieuwstraat in Diepenbeek, de Hasseltweg in Genk, de Genkersteenweg, de Kuringer-steenweg en de Sint-Truidersteenweg in Hasselt en de Beringersteenweg en de Heu-veneindeweg in Zonhoven vormen de Midden-Limburgse baanwinkelconcentraties. De baanwinkelconcentraties zijn zowel gericht op de shopping sector als op de specialty sector. Tabel 3.19 Regio Midden-Limburg: Indeling naar type n winkelgebieden

Bovenregionaal centrum • Hasselt-Centrum

Regionaal centrum • Genk-Centrum

Bovenlokaal centrum • Houthalen-Centrum

Lokaal centrum • Zonhoven-Centrum

• Opglabbeek-Centrum

• Zutendaal-Centrum

• Diepenbeek-Centrum

• Helchteren-Centrum

Grootschalige concentratie • Genk, De Zuiderring

• Hasselt, Hendrik van Veldekesingel en Schampbergstraat

Baanwinkelconcentratie • Diepenbeek, Nieuwstraat

• Genk, Hasseltweg

• Hasselt, Genkersteenweg, Kuringersteenweg en Sint-

Truidersteenweg

• Zonhoven, Beringersteenweg en Heuveneindeweg

Bijzondere concentratie

Overig

Bovengemiddelde koopkrachtbinding In de regio Midden-Limburg is de koopkrachtbinding in de drie sectoren sterk bovenge-middeld in vergelijking met de andere regio’s. Hasselt is zowel in de convenience als in de shopping en specialty sector koploper, gevolgd door Genk. In de andere plaatsen liggen de bindingspercentages betrekkelijk lager. Binnen de regio scoren met name As en Zutendaal ondermaats, zowel op het vlak van convenience, shopping als specialty.

Page 295: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 38

Tabel 3.20 Regio Midden-Limburg: Koopkrachtbinding

Convenience Shopping Specialty

As 56,3 % 8,2 % 8,2 %

Diepenbeek 89,0 % 31,6 % 25,9 %

Genk 92,9 % 67,4 % 72,1 %

Hasselt 95,3 % 93,2 % 83,3 %

Houthalen-Helchteren 90,3 % 38,3 % 37,4 %

Opglabbeek 72,3 % 39,8 % 25,1 %

Zonhoven 81,6 % 30,6 % 27,9 %

Zutendaal 70,0 % 20,5 % 6,4 %

Midden-Limburg 93,9 % 83,5 % 87 %

Provincie Limburg 91,8 % 84,5 % 85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • In Hasselt zal de omgeving van de Blauwe Boulevard ontwikkeld worden. Behalve

kwaliteitsvol wonen aan het water en kantoren wordt er ook ruimte voorzien voor re-tail, direct aansluitend op het kernwinkelgebied aan de ‘kleine ring’.

• Een andere belangrijke ontwikkeling is de ontwikkeling van de voormalige rijkswacht-kazerne aan de ‘kleine ring’. Hier kan 17 400 m² retail voorzien worden in een directe relatie met de binnenstad.

• Andere inbreidingsmogelijkheden situeren zich aan de Kuringersteenweg ter hoogte van plantenzaak Thomas.

• In Genk werd in het najaar van 2007 het eerste deel van het PPS-Project aan het stadsplein opgeleverd. Deel 2 was voorzien voor voorjaar 2008. Het betreft in totaal 15 000 m² wvo.

• In een latere fase is ook de upgrading voorzien van shopping 1, het oudste shop-pingcentrum van België. Het betreft hier een ontwikkeling door ING Real Estate en de hoofdaandeelhouder, Redevco.

• Winkelcentrum Zuiderring aan de Bosdel wordt onderzocht als mogelijkheid voor een modern retailpark met valorisatie van het bestaande aanbod en uitbreiding met nieu-we grootschalige handelszaken.

• Houthalen-Centrum is in de gemeentelijke visie weerhouden als hoofdcentrum met bovenlokale functie. Versterking en uitbreiding van het aanbod is dan ook voorname-lijk ter versterking van het handelscentrum bedoeld. Bovendien is in het masterplan voor de gemeente tevens een zone opgenomen op het Industrieterrein Zuid voor de vestiging van enkele groothandelszaken.

• Genk onderzoekt de mogelijkheden voor vestiging van retail aan het stadion van KRC Genk. Invulling dient dan voornamelijk gezocht te worden in de sfeer van sport en vrije tijd.

Economisch functioneren Het overzicht met de vloerproductiviteiten van de convenience sector in Midden-Limburg toont een erg gevarieerd beeld. In As en Zutendaal, waar de binding in de convenience

Page 296: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 39

sector juist onder het regionale gemiddelde ligt, realiseert de sector een sterk bovenge-middelde omzet per m² wvo. Ook de Hasseltse convenience sector scoort ruim boven het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo. De convenience sector in Diepen-beek en Opglabbeek behaalt een benedengemiddelde omzet per m² wvo. Tabel 3.21 Regio Midden-Limburg: Indicatie huidig e conomisch functioneren convenience sector

Convenience sector: Omzet per m² wvo

3.500 - 5.000 5.000 - 6.000 6.000 - 7.500 > 7.500

As x

Diepenbeek x

Genk x

Hasselt x

Houthalen-Helchteren x

Opglabbeek x

Zonhoven x

Zutendaal x

Bron: BRO, 2007.

In het algemeen wordt in de shopping sector in vergelijking met het Limburgse gemiddel-de van ca. € 1 820,- een benedengemiddelde tot gemiddelde omzet per m² wvo behaald. As is een positieve uitschieter, in die zin dat de shopping sector daar een omzet van meer dan € 2 000,- per m² wvo draait. Tabel 3.22 Regio Midden-Limburg: Indicatie huidig e conomisch functioneren shopping sector

Shopping sector: Omzet per m² wvo

< 800 800 - 1.400 1.400 - 2.000 > 2.000

As x

Diepenbeek x

Genk x

Hasselt x

Houthalen-Helchteren x

Opglabbeek x

Zonhoven x

Zutendaal x

Bron: BRO, 2007.

Net als de convenience sector laat de specialty sector een erg wisselend beeld zien. In Hasselt en Genk wordt een omzet van meer dan € 2 000,- per m² wvo behaald. In Die-penbeek, Houthalen-Helchteren en Zutendaal draait de sector een omzet van minder dan € 1 000,- per m² wvo, wat onder het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 390,- per m² wvo is.

Page 297: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 40

Tabel 3.23 Regio Midden-Limburg: Indicatie huidig e conomisch functioneren specialty sector

Specialty sector: Omzet per m² wvo

< 1.000 1.000 - 1.500 1.500 - 2.000 > 2.000

As x

Diepenbeek x

Genk x

Hasselt x

Houthalen-Helchteren x

Opglabbeek x

Zonhoven x

Zutendaal x

Bron: BRO, 2007.

Resumé Het volgende overzicht geeft inzicht in de sterke en zwakke punten van de kleinhandel in de regio Midden-Limburg. De sterkten en zwakten resulteren uit de voorgaande analyses van vraag en aanbod. Tabel 3.24 Regio Midden-Limburg: Sterkten en zwakte n

Sterkten Zwakten

• Relatief groot aantal inwoners • Benedengemiddeld tot gemiddeld functioneren

shopping sector

• Relatief omvangrijk kleinhandelsaanbod per

inwoner

• Structuur van het kleinhandelsaanbod is goed

afgestemd op het verzorgingsgebied

• Tamelijk geconcentreerd kleinhandelsaanbod

• Shopping sector neemt prominente plaats in het

kleinhandelsbeeld in

• Hasselt-Centrum als dé provinciale shopping en

specialty aankoopplaats

• Sterk regionaal verzorgend centrum Genk

• Bovengemiddelde binding convenience, shopping

en specialty sector

• Gemiddeld tot bovengemiddeld functioneren

convenience sector

Page 298: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 41

3.5 Maasland Kleinste regio naar inwonertal De meest oostelijk gelegen Limburgse regio omvat de gemeenten Dilsen-Stokkem, Kin-rooi, Lanaken, Maaseik en Maasmechelen. Met iets meer dan 115 000 inwoners is Maas-land de kleinste regio naar inwonertal. Ondanks een verwachte toename van het inwo-nertal met ca. 5% is Maasland ook in 2015 de regio met de minste inwoners. In Kinrooi is de verwachte toename van het inwonertal met 2% opmerkelijk lager dan het gemiddelde van de regio, in Lanaken is de verwachte stijging juist opmerkelijk hoger. Ruim 214 000 m² wvo aan kleinhandel Met iets meer dan 214 000 m² wvo is Maasland de tweede kleinste regio naar omvang van het kleinhandelsaanbod. Desondanks beschikt de regio - de kleinste regio naar in-wonertal - met 1,9 m² wvo per inwoner over een bovengemiddeld kleinhandelsaanbod. Net als in de regio’s West-Limburg en Midden-Limburg is het aanbod met name gericht op de shopping sector. De convenience sector neemt ca. 21% van de omvang van het kleinhandelsaanbod in beslag.

Page 299: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 42

Tabel 3.25 Regio Maasland: Kleinhandel naar goedere ngroep en naar gemeente

Convenience Shopping Specialty Totaal

aantal m² wvo aantal m² wvo aantal m² wvo aantal m² wvo

Dilsen-Stokkem 48 5.563 36 8.357 40 7.730 124 21.650

Kinrooi 27 3.755 19 14.700 21 11.385 67 29.840

Lanaken 56 8.179 85 17.004 58 17.019 199 42.202

Maaseik 66 9.940 118 19.835 51 8.105 235 37.880

Maasmechelen 95 18.140 216 39.002 85 25.662 396 82.804

Maasland 292 45.577 474 98.898 255 69.901 1.021 214.376

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Tamelijk beperkt aandeel baanwinkelconcentraties Met ca. 14% van de omvang van het kleinhandelsaanbod is het aandeel van de baan-winkelconcentraties in de regio Maasland tamelijk beperkt. Het aandeel centrumaanbod en verspreid kleinhandelsaanbod is juist redelijk ruim. In Maasland is bijna een tweede van de winkelmeters verspreid gevestigd. Enkel in Noord-Limburg wordt het kleinhan-delsaanbod gekenmerkt door een nog meer versnipperde ligging. Met Maasmechelen Village beschikt Maasland over een bijzondere kleinhandelsconcentratie, met een be-langrijk aandeel in de shopping sector. Tabel 3.26 Regio Maasland: Spreiding kleinhandel

aantal m² wvo schaal % m² wvo

Centraal 384 63.540 165 30%

Speciaal 84 6.796 81 3%

Grootschalig 42 8.550 204 4%

Baanwinkel 47 30.568 650 14%

Verspreid 464 104.922 226 49%

Maasland 1.021 214.376 210 100%

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Maasmechelen Village is bijzondere kleinhandelsconc entratie Binnen de regio Maasland bevinden zich drie centra op bovenlokaal niveau, namelijk Eisden-Centrum, Maaseik-Centrum en Lanaken-Centrum. De kleinhandel in de drie bo-venlokaal verzorgende centra beslaat respectievelijk ca. 17 830 m² wvo, ca. 15 500 m² wvo en ca. 14 225 m² wvo. In de regio ontbreekt een bovenregionaal en regionaal ver-zorgend centrum. Veel centra bevinden zich op lokaal niveau. Maasmechelen beschikt met het M2 Shopping Center en Maasmechelen Village enerzijds over een grootschalige kleinhandelscluster en anderzijds over een bijzondere kleinhandelsconcentratie. In beide concentraties neemt de shopping sector duidelijk de overhand. Baanwinkelconcentraties binnen de regio Maasland zijn de Venlosesteenweg in Kinrooi, de Maaseikersteenweg en de Steenweg in Lanaken, de Maastrichtersteenweg in Maaseik en de Rijksweg in Maas-mechelen.

Page 300: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 43

Tabel 3.27 Regio Maasland: Indeling naar typen wink elgebieden

Bovenregionaal centrum

Regionaal centrum

Bovenlokaal centrum • Eisden-Centrum

• Maaseik-Centrum

• Lanaken-Centrum

Lokaal centrum • Ophoven-Centrum

• Neeroeteren-Centrum

• Maasmechelen-Centrum

• Dilsen-Centrum

Grootschalige concentratie • Maasmechelen, M2 Shopping Center

Baanwinkelconcentratie • Kinrooi, Venlosesteenweg

• Lanaken, Maaseikersteenweg en Steenweg

• Maaseik, Maastrichtersteenweg

• Maasmechelen, Rijksweg

Bijzondere concentratie • Maasmechelen, Maasmechelen Village

Overig

Benedengemiddelde binding specialty sector De koopkrachtbinding in de regio Maasland is in vergelijking met de andere Limburgse regio’s met name in de specialty sector benedengemiddeld. In de convenience zit de binding aardig op peil. In de shopping sector scoort Maasmechelen ruim boven het regio-nale gemiddelde, Lanaken blijft juist achter op het gemiddelde. Ook op het vlak van spe-cialty is de koopkrachtbinding in Maasmechelen bovengemiddeld. Tabel 3.28 Regio Maasland: Koopkrachtbinding

Convenience Shopping Specialty

Dilsen-Stokkem 80,7 % 22,7 % 29,9 %

Kinrooi 64,9 % 19,9 % 36,4 %

Lanaken 88,4 % 50,9 % 42,3 %

Maaseik 90,1 % 37,6 % 33,4 %

Maasmechelen 91,6 % 67,3 % 56,4 %

Maasland 87,4 % 54,9 % 53,4 %

Provincie Limburg 91,8 % 84,5 % 85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • In Maasmechelen wenst de eigenaar van het M2 Shopping Center de aanpalende

gronden te ontwikkelen met grootschalige ‘baanwinkelachtige’ handelszaken als aan-vulling op het meer binnenstedelijk aanbod van het winkelcentrum zelf.

• Momenteel is er reeds een nieuwe JBC gevestigd, de Aldi volgt en er rest nog ruimte voor gefaseerde ontwikkeling van de site. Het Europaplein aan de Pauwengraaf biedt ontwikkelingsperspectief als tweede halter naast de kop met de M2 als trekker.

Page 301: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 44

• In Maaseik is het project Kloosterbempden al grotendeels geopend. Aan de andere kant van het centrum zal er haltergewijs een tweede ‘pool’ ontwikkeld worden, nl. winkelcentrum Bospoort, samen goed voor 15 000 m² winkelruimte.

• In Lanaken plant men op het industriegebied Smeermaas nieuwe retailontwikkelingen (+/- 5 000 m²), complementair aan het bestaande aanbod. Ook wordt de komst van een AD Delhaize van 1 400 m² momenteel onderzocht.

• Maasmechelen-Centrum is zich momenteel middels een PPS-project aan het ver-sterken als administratief centrum van de gemeente met ruimte voor lokale voorzie-ningen.

Economisch functioneren In Dilsen-Stokkem en Lanaken realiseert de convenience sector in vergelijking met het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo een gemiddelde omzet. Kinrooi, Maaseik en Maasmechelen scoren ruim onder het Limburgse gemiddelde. In de shop-ping sector wordt een erg lage omzet behaald in de hele regio, lager dan het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,- per m² wvo. Met name in Kinrooi en Maaseik presteert de shopping sector ondermaats. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat die plaatsen met name bestedingen van buiten de provincie Limburg aantrekken. Gezien de ligging nabij de Belgisch-Nederlandse grens is het zeer aannemelijk dat de shopping sector in de Belgische grensgebieden bestedingen vanuit Nederland aantrekt. De Nederlandse en ook Duitse bestedingen zijn bij de benadering van het economisch functioneren buiten beschouwing gelaten, vandaar het vaak ondermaatse presteren van de shopping sector. Tabel 3.29 Regio Maasland: Indicatie huidig economi sch functioneren convenience sector

Convenience sector: Omzet per m² wvo

3.500 - 5.000 5.000 - 6.000 6.000 - 7.500 > 7.500

Dilsen-Stokkem x

Kinrooi x

Lanaken x

Maaseik x

Maasmechelen x

Bron: BRO, 2007.

Tabel 3.30 Regio Maasland: Indicatie huidig economi sch functioneren shopping sector

Shopping sector: Omzet per m² wvo

< 800 800 - 1.400 1.400 - 2.000 > 2.000

Dilsen-Stokkem x

Kinrooi x

Lanaken x

Maaseik x

Maasmechelen x

Bron: BRO, 2007.

Page 302: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 45

Voor de specialty sector geldt dezelfde conclusie als voor de shopping sector. De bene-dengemiddelde omzetten per m² wvo moeten worden genuanceerd, daar bij de benade-ring van het economisch functioneren de bestedingen van buitenlanders aan de Maas-landse specialty sector buiten beschouwing zijn gelaten. Desondanks noteert de specialty sector in Dilsen-Stokkem en in Maaseik een gemiddeld resultaat.

Tabel 3.31 Regio Maasland: Indicatie huidig economi sch functioneren specialty sector

Specialty sector: Omzet per m² wvo

< 1.000 1.000 - 1.500 1.500 - 2.000 > 2.000

Dilsen-Stokkem x

Kinrooi x

Lanaken x

Maaseik x

Maasmechelen x

Bron: BRO, 2007.

Resumé Voorgaande analyses vormen de basis voor het volgende overzicht, dat de sterke en zwakke punten van de kleinhandel in de regio Maasland samenvat. Tabel 3.32 Regio Maasland: Sterkten en zwakten

Sterkten Zwakten

• Bovengemiddeld kleinhandelsaanbod per inwo-

ner

• Veel verspreid gevestigd kleinhandelsaanbod

• Bijzondere concentratie Maasmechelen Village

Outlet Center

• Binding specialty sector blijft achter

• Ruim aandeel centrumaanbod • Relatief beperkt aantal inwoners

• Ontbreken (boven)regionaal verzorgend centrum

• Sterk benedengemiddeld functioneren shopping

sector

• Benedengemiddeld functioneren convenience en

specialty sector

Page 303: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 46

3.6 Haspengouw Regio met de kleinste toename van het inwonertal Tot de regio Zuid-Limburg, ook wel Haspengouw genaamd, behoren de gemeenten Al-ken, Bilzen, Borgloon, Gingelom, Heers, Herstappe, Hoeselt, Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren, Voeren en Wellen. In de regio Haspengouw wonen ca. 183 815 inwoners. Verwacht wordt dat het inwonertal in de richting van 2015 zal toene-men met ca. 2%, dit is onder het Limburgse gemiddelde van ca. 4%. Opmerkelijk zijn de verschillen binnen de regio. In Kortessem en Riemst wordt een verwachte toename van het inwonertal van ca. 5% genoteerd. In Borgloon en Tongeren wordt - geheel tegen de Limburgse trend in - een daling van het inwonertal verwacht.

Page 304: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 47

Wederom nadruk op shopping sector Gezien het ontbreken van kleinhandelsaanbod in Herstappe, is de kleinste gemeente van Limburg niet opgenomen in de analyse. Met ruim 288 800 m² wvo is Haspengouw de tweede meest omvangrijke regio naar omvang van het kleinhandelsaanbod. Desondanks beschikt de regio met 1,6 m² wvo per inwoner over een benedengemiddeld aanbod. De nadruk ligt wederom op de shopping sector, die ca. 42% van de omvang van het klein-handelsaanbod inneemt. Tabel 3.33 Regio Haspengouw: Kleinhandel naar goede rengroep en naar gemeente

Convenience Shopping Specialty Totaal

aantal m² wvo aantal m² wvo aantal m² wvo aantal m² wvo

Alken 25 3.140 27 5.710 16 3.280 68 12.130

Bilzen 83 9.228 95 14.031 56 9.323 234 32.582

Borgloon 28 3.431 26 4.156 16 1.839 70 9.426

Gingelom 18 1.715 10 900 7 395 35 3.010

Heers 13 1.865 7 1.190 6 3.070 26 6.125

Hoeselt 22 2.890 16 4.995 19 3.490 57 11.375

Kortessem 22 2.695 17 4.600 5 355 44 7.650

Nieuwerkerken 18 2.010 13 3.105 9 7.065 40 12.180

Riemst 45 4.561 39 11.514 31 33.401 115 49.476

Sint-Truiden 148 23.304 211 40.663 99 19.451 458 83.418

Tongeren 87 12.090 183 27.700 87 15.275 357 55.065

Voeren 11 450 8 544 3 200 22 1.194

Wellen 18 2.440 13 1.770 10 1.023 41 5.233

Haspengouw 538 69.819 665 120.878 364 98.167 1.567 288.864

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Ontbreken grootschalige kleinhandelsclusters In de regio Haspengouw is het aandeel baanwinkelconcentraties met 30% betrekkelijk ruim. Wel zijn de baanwinkels vrij kleinschalig van opzet. Ondanks het betrekkelijk ruime aandeel baanwinkelconcentraties is het merendeel van het kleinhandelsaanbod verspreid gevestigd. In Haspengouw ontbreekt een grootschalige kleinhandelsconcentratie. Wel is enig ondersteunend aanbod in de regio gevestigd. Tabel 3.34 Regio Haspengouw: Spreiding kleinhandel

aantal m² wvo schaal % m² wvo

Centraal 770 80.078 104 28%

Ondersteunend 9 3.475 386 1%

Grootschalig 0 0 0 0%

Baanwinkel 235 87.552 373 30%

Verspreid 553 117.759 213 41%

Haspengouw 1.567 288.864 184 100%

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Page 305: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 48

Sint-Truiden en Tongeren als regionaal verzorgende centra Met respectievelijk ca. 30 850 m² wvo en ca. 25 925 m² wvo aan kleinhandel vormen Sint-Truiden-Centrum en Tongeren-Centrum regionaal verzorgende centra. Een boven-regionaal verzorgend centrum ontbreekt. In beide centra neemt de shopping sector meer dan 50% van het kleinhandelsaanbod in. Binnen de regio Haspengouw bevinden Wellen-Centrum, Borgloon-Centrum en Alken-Centrum zich op lokaal niveau en Bilzen-Centrum op bovenlokaal niveau. De overige centrumconcentraties zijn minder omvangrijk en ne-men minder dan 1 500 m² wvo in beslag. Tabel 3.35 Regio Haspengouw: Indeling naar typen wi nkelgebieden

Bovenregionaal centrum

Regionaal centrum • Sint-Truiden-Centrum

• Tongeren-Centrum

Bovenlokaal centrum • Bilzen-Centrum

Lokaal centrum • Wellen-Centrum

• Borgloon-Centrum

• Alken-Centrum

Grootschalige concentratie

Baanwinkelconcentratie • Alken, Steenweg

• Bilzen, Hasseltsestraat en Maastrichterstraat

• Borgloon, Sint-Truidersteenweg

• Kortessem, Tongersesteenweg

• Nieuwerkerken, Diestersteenweg

• Riemst, Tongersesteenweg

• Sint-Truiden, Hasseltsesteenweg, Industrielaan, Luikersteenweg

en Tongersesteenweg

• Tongeren, Bilzersteenweg, Hasseltsesteenweg, Luikersteenweg,

Maastrichtersteenweg en Sint-Truidersteenweg

Bijzondere concentratie

Overig

Vrij middelmatige koopkrachtbindingen In vergelijking met de overige Limburgse regio’s zijn de bindingscijfers in de regio Has-pengouw vrij middelmatig. Binnen de regio zijn wel opmerkelijke verschillen waar te ne-men. In Sint-Truiden en Tongeren is de binding in de convenience sector bovengemid-deld, hetgeen ook geldt voor de shopping en specialty sector. In Voeren ligt de binding in de drie sectoren juist sterk onder het gemiddelde van de regio.

Page 306: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 49

Tabel 3.36 Regio Haspengouw: Koopkrachtbinding

Convenience Shopping Specialty

Alken 77,5 % 18,2 % 19,2 %

Bilzen 89,8 % 37,9 % 42,1 %

Borgloon 75,8 % 19,8 % 34,2 %

Gingelom 42,7 % 11,8 % 11,4 %

Heers 71,5 % 20,2 % 38,6 %

Hoeselt 62,9 % 23,7 % 37,6 %

Kortessem 65,9 % 21,2 % 21,4 %

Nieuwerkerken 62,2 % 23,6 % 28,9 %

Riemst 73,8 % 21,0 % 43,6 %

Sint-Truiden 93,5 % 74,4 % 69,0 %

Tongeren 93,2 % 61,0 % 62,2 %

Voeren 58,2 % 7,3 % 22,1 %

Wellen 72,0 % 19,1 % 26,7 %

Haspengouw 86,8 % 60 % 58,9 %

Provincie Limburg 91,8 % 84,5 % 85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • In Tongeren zal het Julianusproject ruimte bieden aan 8 900 m² winkelruimte. Gele-

gen aan de kop van de hoofdwinkelstraat Maastrichterstraat betekent deze realisatie een belangrijke binnenstedelijke impuls.

• In 2007 opende het pretpark Het Land van Ooit kort zijn deuren. Momenteel is het park gesloten en wacht het op een nieuwe bestemming. Toch kan deze toeristische troef gelegen nabij het centrum een belangrijke meerwaarde betekenen voor de bin-nenstedelijke attractiviteit.

• Aan de Luikersteenweg worden kleinhandelsactiviteiten voorzien. De stad wenst hier branchebeperkingen op te leggen.

Economisch functioneren Ondanks de benedengemiddelde koopkrachtbinding realiseert de convenience sector in Voeren een omzet van meer dan € 7 500,- per m² wvo. Ook in Alken en Bilzen scoort de sector ruim boven het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo. Ondanks deze uitschieters realiseert de convenience sector in de hele regio slechts een beneden-gemiddelde tot gemiddelde omzet per m² wvo. De Haspengouwse shopping sector in haar geheel realiseert een benedengemiddelde omzet per m² wvo, dit is lager dan het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,- per m² wvo. Uitzonderingen zijn Bilzen, Ginge-lom en Bree, waar de gerealiseerde omzet per m² wvo rond het Limburgse gemiddelde varieert.

Page 307: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 50

Tabel 3.37 Regio Haspengouw: Indicatie huidig econo misch functioneren convenience sector

Convenience sector: Omzet per m² wvo

3.500 - 5.000 5.000 - 6.000 6.000 - 7.500 > 7.500

Alken x

Bilzen x

Borgloon x

Gingelom x

Heers x

Hoeselt x

Kortessem x

Nieuwerkerken x

Riemst x

Sint-Truiden x

Tongeren x

Voeren x

Wellen x

Bron: BRO, 2007.

Tabel 3.38 Regio Haspengouw: Indicatie huidig econo misch functioneren shopping sector

Shopping sector: Omzet per m² wvo

< 800 800 - 1.400 1.400 - 2.000 > 2.000

Alken x

Bilzen x

Borgloon x

Gingelom x

Heers x

Hoeselt x

Kortessem x

Nieuwerkerken x

Riemst x

Sint-Truiden x

Tongeren x

Voeren x

Wellen x

Bron: BRO, 2007.

De vloerproductiviteiten van de specialty sector in de regio Haspengouw variëren sterk van plaats tot plaats. In Borgloon, Kortessem en Voeren scoort de specialty sector ruim boven het Limburgse gemiddelde. In Alken, Heers, Nieuwerkerken en Riemst draait de specialty sector een omzet van minder dan € 1 000,- per m² wvo, beduidend lager dan het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 390,- per m2 wvo.

Page 308: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 51

Tabel 3.39 Regio Haspengouw: Indicatie huidig econo misch functioneren specialty sector

Specialty sector: Omzet per m² wvo

< 1.000 1.000 - 1.500 1.500 - 2.000 > 2.000

Alken x

Bilzen x

Borgloon x

Gingelom x

Heers x

Hoeselt x

Kortessem x

Nieuwerkerken x

Riemst x

Sint-Truiden x

Tongeren x

Voeren x

Wellen x

Bron: BRO, 2007.

Resumé In het volgende overzicht worden de belangrijkste sterkten en zwakten van de Haspen-gouwse kleinhandel weergegeven. Tabel 3.32 Regio Haspengouw: Sterkten en zwakten

Sterkten Zwakten

• Twee sterke regionaal verzorgende centra: Sint-

Truiden en Tongeren

• Beperkte verwachte toename van het inwonertal

• Sterk bovengemiddeld functioneren specialty

sector in aantal plaatsen

• Benedengemiddeld kleinhandelsaanbod per

inwoner

• Ontbreken grootschalige kleinhandelsconcentra-

ties met regionale aantrekkingskracht

• Betrekkelijk ruim aandeel baanwinkelconcentra-

ties

• Veel verspreid gevestigd kleinhandelsaanbod

• Benedengemiddeld tot gemiddeld functioneren

convenience sector

• Benedengemiddeld functioneren shopping sector

• Sterk benedengemiddeld functioneren specialty

sector in aantal plaatsen

Page 309: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg
Page 310: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 53

4. KADERS VOOR DE VISIE

Op basis van alle voorgaande analyses is de kleinhandelsstructuur in de provincie Lim-burg in beeld gebracht. De Limburgse kleinhandelsstructuur is opgebouwd uit verschil-lende elementen: centrumgebieden (een bovenregionaal verzorgend centrum, regionaal verzorgende centra, bovenlokaal verzorgende centra en lokaal verzorgende centra), grootschalige kleinhandelsconcentraties, baanwinkelconcentraties en een bijzondere kleinhandelsconcentratie. In het gedeelte ‘Kaders voor de visie’ worden de verschillende elementen van de Limburgse kleinhandelsstructuur benoemd en wordt ingezoomd op de problematiek binnen elke kleinhandelsconcentratie. Vervolgens worden allerhande ont-wikkelingen op een rij gezet, relevant voor de verschillende concentraties. Voorts wordt inzicht gegeven in de bestaande beleidskaders ten overstaan van kleinhandel. 4.1 Trends en ontwikkelingen In dit gedeelte worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op de Limburgse kleinhandelsstructuur weergegeven. Immers, het is belangrijk het juiste evenwicht te vinden tussen het profiteren van bestaande kwaliteiten in de kleinhandels-structuur enerzijds en het inspelen op trends en ontwikkelingen, die zich zowel voordoen bij de consument als in de maatschappij en de kleinhandel, anderzijds. De gevolgen voor de kleinhandelsstructuur in de provincie Limburg worden eensdeels bezien vanuit ontwik-kelingen aan de vraagzijde en anderdeels vanuit ontwikkelingen aan de aanbodzijde.

Page 311: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 54

4.1.1 Trends aan vraagzijde Tabel 4.1 Trends aan vraagzijde: Gevolgen voor klei nhandelsstructuur

Trend aan vraagzijde Gevolg voor kleinhandelsstructuur

Door een grotere mobiliteit is het referentiekader van

consumenten de laatste jaren groter geworden. Aan-

bodkwaliteit, keuzemogelijkheid, prijsstelling en interne

(winkelinrichting, uitstraling) en externe (omgevings-

kwaliteit) verschijningsvorm worden als gevolg hiervan

belangrijker.

De concurrentie tussen winkelgebieden neemt toe. Op

regionaal niveau is profilering, met name van de voor-

naamste concentraties, ten opzichte van elkaar een

mogelijkheid om daarmee om te gaan. De bereikbaar-

heid wordt eveneens steeds belangrijker. Zonder

ingrijpen wordt het aantal verliezers aan de aanbodzij-

de groter.

Bestedingen in de convenience sector doet de consu-

ment echter nog steeds en in toenemende mate dicht

bij huis.

Voor de convenience sector geldt dat het aanbod (mits

het voldoet aan het verwachtingspatroon) met een

buurtverzorgend karakter en het ondersteunende

aanbod perspectief behouden blijft. Op de lagere

hiërarchische niveaus bestaan kansen voor de integra-

tie van zowel commerciële als niet-commerciële ver-

zorgingselementen.

De consument stelt veranderende eisen. Mentaliteits-

groepen bepalen het koopgedrag. Tevens leidt de

verhoging van de welvaart tot nieuwe behoeften,

gericht op zelfontplooiing, gevoel voor eigenwaarde en

levenskwaliteit.

De kleinhandel laat een sterkere flexibiliteit zien in

ruimtelijke verschijningsvorm en in assortiment.

De wijze waarop men vrije tijd invult, wordt bepaald

door de eigen identiteit. Meer en meer inkomen wordt

besteed aan vrije tijd.

Leisure ontwikkelingen zijn sterk in opkomst.

De hedendaagse consument gaat niet louter meer een

dagje winkelen, maar gaat veeleer een volledige dag

de binnenstad in om een museum te bezoeken, een

koffietje te drinken, rustig te kuieren, eventjes te winke-

len en iets te eten. De aankoop op zich is niet meer

het belangrijkste motief. Aspecten als ondervinding,

experience en beleving worden steeds belangrijker.

Een juiste mix van retail en leisure in winkelgebieden

leidt tot synergie. Het imago en de aantrekkingskracht

van het winkelgebied worden versterkt. Consumenten

blijven langer in de winkels en besteden gemiddeld

hogere bedragen per bezoek. Tevens zijn consumen-

ten meer geneigd om het winkelgebied opnieuw te

bezoeken. Waardoor het aantal herhalingsbezoeken

bovengemiddeld is.

Verruimde winkelopenstelling leidt tot verschuivingen

in koopgedrag. De discussie omtrent de 24-

ureneconomie en de daarbij horende vraag om meer

zondagsopeningen wordt druk gevoerd in Limburg.

Op alle hiërarchische niveaus en zowel in de conveni-

ence als in de shopping en specialty sector moet

hierop worden ingespeeld. Wie niet meedoet, verliest

markt.

Page 312: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 55

Trend aan vraagzijde Gevolg voor kleinhandelsstructuur

De consument bezoekt steeds vaker grotere winkels

en winkelcentra omwille van het gemak van ruime

keuze en makkelijke bereikbaarheid.

……………………………………………………………

De vergrijzing zet zich onverminderd door: Afhankelijk

van de ouderdomsgraad zijn senioren meer of minder

afhankelijk van voorzieningen.

Ze hebben een hoger besteedbaar inkomen, worden

wel kritisch omwille van enige aankoopervaring. Staan

vaak voor vervangingsaankopen. Extra aandacht gaat

naar kwaliteit, service en na-service.

Mits voldaan wordt aan het verwachtingspatroon

blijven de grootschalige kleinhandelsclusters en de

baanwinkelconcentraties perspectief behouden. De

bereikbaarheid speelt bovendien in het voordeel van

deze perifere concentraties.

……………………………………………………………

Aanbod speelt hierop in door servicecentra te voorzien

waar commerciële, publieke en maatschappelijke

voorzieningen onder één dak worden aangeboden.

Ook zoeken ketenzaken de kleinere kernen op met

aangepast producten- en dienstenpakket (postverrich-

tingen, openbaar vervoer.) of ontstaan er buurtwinkels

om de sociale cohesie te bevorderen.

Speciaalzaken met bediening door geestesgenoten

scoren erg goed. Prijs is hier niet de eerste factor.

Andere gezinssamenstelling. Er is sprake van gezins-

verdunning, meer en meer éénoudergezinnen. Minder

grote volumes dan vroeger.

Ook meer en meer twee verdieners per gezin. Minder

tijd.

Gevoelige doelgroep voor gemakswinkelen. Formules

gericht op efficiënt en prijsbewust winkelen liggen

goed.

4.1.2 Trends aan aanbodzijde De kleinhandel reageert op de veranderende consumen t De kleinhandel reageert op de veranderende consument met schaalvergroting, speciali-satie en filialisering. Daarnaast komen nieuwe elementen van leisure en retailconcepten op, zoals bijvoorbeeld Maasmechelen Village Outlet Shopping of retailparken onder de noemer van Frun Shopping (combinatie van run and funshopping). Kleinhandel wordt daarbij steeds vaker gecombineerd met horeca en leisure. Ook worden de centra van voorname steden geherwaardeerd, met name door de menging van functies, die hier van oudsher al sterk aanwezig is. Bestaande aanbodsvormen België staat hoog op de lijst van sterkst bewinkelde landen in Europa. Per vierkante km zijn er in België 3,6 winkels aanwezig. In Limburg spreken we van 2,7 winkels per vier-kante kilometer, ruim onder het Belgisch gemiddelde. Vlaanderen heeft dus een fijnmazig netwerk met relatief veel detailhandelszaken. Globaal komen deze voor in kernen van gemeenten en steden, langs invalswegen en op perifere locaties zoals bedrij-venterreinen en nabij grote verbindingswegen. Toch dient opgemerkt te worden dat een groot deel verspreid ligt op gemeentelijke gronden zonder echt deel uit te maken van een herkenbare concentratie.

Page 313: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 56

Tabel 4.2 Trends aan aanbodzijde: Gevolgen voor kle inhandelsstructuur

Trend aan aanbodzijde Gevolg voor kleinhandelsstructuur

In veel branches wordt gezocht naar de maximale

c.q. optimale schaal in winkeloppervlak. Dat geldt

bijvoorbeeld voor supermarkten, doe-het-zelf,

bruin- en witgoed, persoonlijke verzorging, rijwie-

len, sport en spel, media en plant en dier.

Door de opschaling worden aspecten als autobereikbaar-

heid en parkeermogelijkheden belangrijker. Mede in ver-

band hiermee wordt steeds vaker geopteerd voor locaties

buiten reguliere winkelgebieden, wat kan leiden tot aan-

tasting van de historisch gegroeide kernen. In relatie tot

de tegenbeweging van specialisatie en de wens van de

consument om aanbod in de nabijheid ter beschikking te

hebben, kan dat leiden tot grote ruimtelijke functionele

veranderingen. Vaak worden aan de verkoopvloeropper-

vlakte niet-detailhandelsfuncties voorzien (kinderopvang,

try and buy, herstelateliers.). De grootschaligheid biedt het

voordeel van het schaalvoordeel (korter traject van fabri-

cage en inkoop) maar boet in op klantgericht maatwerk.

Dit biedt weer kansen voor nichespelers.

Tegenover de schaalvergroting is tegelijk een trend

van schaalverkleining en superspecialisatie waar te

nemen. Steeds vaker duiken winkels op met een

zeer specialistisch en bijzonder assortiment.

Omdat voor speciaalzaken de bereikbaarheid en het

parkeren anders kunnen worden ingepast, zien met name

kleinschalige speciaalzaken kans om zich in de centra te

ontwikkelen. Ook supermarkten volgen deze trend, bijv.

Contact GB en City Delhaize of de Bio Planet van de

Colruyt Groep.

Doelgroeporiëntatie is ook een tegenbeweging van

schaalvergroting, bijvoorbeeld bij flagshipstores,

brandstores en convenience concepten of trafficlo-

caties3.

Brandstores en flagshipstores zoeken vernieuwende

locaties in de belangrijkste centra. Convenience concep-

ten vormen een alternatief voor voorzieningenconcentra-

ties op dit niveau.

Branchevervaging en branchevervreemding zowel

op perifere locaties als in centrumgebieden.

Branchevervaging doet zich voor in diverse branches.

Supermarkten verkopen niet-convenience artikelen. De

branchevreemde aanbieders zijn concurrenten voor de

vakhandel. De vakhandel kan de eigen toegevoegde

waarde alleen blijven waarmaken door beter te presteren

op punten als advisering, diepte van het assortiment,

kwaliteit, service, en dergelijke.

Ketenzaken willen hun marketinginspanningen

valideren door verschillende consumententypes te

bereiken

Typische binnenstedelijke formules zoeken periferie op en

omgekeerd, vaak met aangepast concept en dito aanbod.

Gespecialiseerd aanbod in centrumgebieden en bulkgoe-

deren op baanwinkellocaties.

3 Een flagshipstore is het paradepaardje van een merk. Het assortiment omvat de complete collectie van

het merk. De winkels worden alleen geëxploiteerd in topwinkelstraten en lopen voorop qua architectuur, huisstijl en presentatie. Zij staan model voor mono- en multibrandstores. In brandstores worden producten van één (monobrandstore) of enkele (multibrandstore) merken verkocht in een op het product afgestemde sfeer. Conveniencewinkels zijn gericht op het gemak. Zij zijn gesitueerd op locaties waar veel consumen-ten komen, zoals het station of drukke winkelstraten. Het assortiment is vooral gericht op kant-en-klare maaltijden, snacks en de ‘vergeten boodschappen’.

Page 314: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 57

Vervolg Tabel 4.2 Trends aan aanbodzijde: Gevolgen voor kleinhandelsstructuur

Trend aan aanbodzijde Gevolg voor kleinhandelsstructuur

Filialisering versus uniciteit. Herkenbaarheid van aanbodkanalen is zowel voor de

markt als voor de consument van waarde. Met name in

de belangrijkste winkelconcentraties moet meer aan-

dacht worden geschonken aan het onderscheidend

vermogen. Dat kan door een duidelijke profilering van

deelgebieden. Toch is in Limburg nog sprake van een

filialiseringsgraad van 34 % naar oppervlakte en van

17 % naar aantal winkels. Naar oppervlakte ligt het

Belgisch gemiddelde op +/- 40%.

Integratie van kleinhandel met dienstverlening, horeca,

vermaak en vrijetijdsconcepten. Integratie is gericht op

het verlengen van de verblijfsduur, het verlenen van

meer service en het realiseren van meer toegevoegde

waarde.

Deze ontwikkeling biedt kansen om het onderschei-

dend vermogen van winkelconcentraties te vergroten.

Winkels worden in toenemende mate gepland als

kostendrager voor leisurevoorzieningen, zoals bijvoor-

beeld voetbalstadions.

Waar kleinhandel wordt gesitueerd op suboptimale

locaties laat men kansen liggen voor versterking van

de kleinhandelsstructuur.

Nieuwe concepten en formules, zoals lifestyle concep-

ten en themaconcentraties doen hun intrede. Voor-

beelden zijn de verschillende Factory Outlet Centers.

De concepten en formules zoeken passende locaties.

Dit biedt kansen voor versterking van het onderschei-

dend vermogen van de voornaamste centra. Ook niet-

centrale locaties en belangrijke knooppunten komen

voor vestiging in aanmerking.

Het aandeel van de online verkopen neemt toe. Vooral

probleemloze en emotieloze goederen en diensten,

zoals reizen, boeken en cd’s worden online gekocht.

Elektronische aanbieders moeten zich profileren.

Internet en media alleen zijn daartoe ontoereikend.

Aanbieders zullen zich naar verwachting dan ook

nadrukkelijk fysiek manifesteren op locaties waar veel

mensen komen.

Afkalving voorzieningenniveau in kleinere kernen. Afkalving van het voorzieningenniveau is een reëel

gevaar voor veel kleine kernen.

4.1.3 Vraag en aanbod dragers van complementaire re tailstructuur Het samenspel van vraag en aanbod zorgen voor een evenwichtige detailhandelsstruc-tuur waarin de onderlinge complementariteit tussen de verschillende typen van winkelge-bieden verder wordt versterkt. Immers, afhankelijk van de bezoekmotieven zoekt de con-sument andere winkelgebieden op.

Page 315: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 58

De consument wordt een multividu De consument kan niet meer gecatalogeerd worden onder één type. Het consumenten-gedrag is grilliger geworden naar tijd en plaats. De consument bepaalt zelf hoe, waar en wanneer hij/zij aankopen verricht. Afhankelijk van verwachtingspatroon, motivatie en gezelschap zal de consument vandaag een gerichte boodschap doen in een baanwinkel, morgen uitgebreid flaneren in een binnenstad en op een ander moment de buurtwinkel opzoeken voor een vergetelheid. Het koopgedrag kan per bezoekmotief als volgt omschreven worden.

Koopgedrag Tijd spenderen Tijd sparen Geld spenderen Geld sparen

Vergelijkend winkelen xx xx

Discount winkelen xx xx

Funshoppen xx xx

Runshoppen xx xx

Een andere benadering heeft het over 3 categorieën, die uitgaan van 2 motieven, nl de zorg (wat hebben we nodig?) en de ontspanning (wat willen we?) 1) Vergelijkend en/of recreatief winkelen (gebiedsgericht).

In deze omschrijving hebben we het dan ook over funshoppen. Men wil kijken, verge-lijken en desgevallend kopen. Niet als eerste motief wel als logisch gevolg van het recreatief stedenbezoek. Het gaat over seizoensartikelen, persoonsgebonden artike-len met grote emotionele waarde, een hoge betrokkenheid ook. Winkelen is een vrije-tijdsbesteding waar sfeer en gezelligheid hoog scoren.

2) Nabijheid, gemak en comfort (boodschappen doen) Aankopen zijn gericht op zorg, zowel voor de kleine, vergeten boodschappen als voor de wekelijkse bulkaankopen. Accent ligt hier op gemakswinkelen. Het betreft dagda-gelijkse artikelen, sterk routinematig, geen emotionele betrokkenheid.

3) Doelgericht winkelen Hier ligt het accent op efficiënt aankopen van meerdere artikelen tegelijk, frequente, routinematige bulkaankopen, alles onder één dak, snel en gemakkelijk. Ook semi-duurzame gebruiksartikelen en frequente, routinematige aankopen met gerichte be-trokkenheid. Ook grote, duurzame aankopen met een langer beslissingsproces, meer voorbereiding, specifieke criteria vallen hier onder. Het betreft laagfrequente aanko-pen.

De binnensteden en nieuwe centrumgebieden lenen zich het best voor gebiedsgericht winkelen. Grootschalige retailvoorzieningen, zoals hypermarkten en baanwinkels worden doelgericht bezocht. Voorzieningen in lokale centra en buurten worden gemaksgericht bezocht.

Page 316: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 59

Grenzen bestaan niet meer Consumenten zoeken verschillende locaties op, verschillende niveaus ook. Voor een aantal zaken zoekt men de nabijheid op. Het moet snel, dichtbij zijn en vaak kent men de ondernemers. Voor andere zaken gaat men buiten de eigen woon/werkomgeving, buiten de stad of zelfs elders. Afstand speelt een minder grote rol, door een groter referentieka-der legt men grotere afstanden af als er elders meer te beleven valt of meer te kopen valt. Men gaat voor de beleving van het nieuwe. Shoppingtrips naar steden in de buur-landen zijn al lang geen nieuwigheid meer. Lille, Keulen, Maastricht zijn voor de Limbur-ger populaire bestemmingen. Winkelen is meer dan kopen alleen We evolueren van een diensten- en producteneconomie naar een beleveniseconomie. Het concurrentieel vermogen wordt niet enkel bepaald door de naakte eigenschappen van product of dienst maar wel door associaties die het oproept, het onderscheidend vermogen, de sfeer. Net zoals bij de producten zelf geldt dat eveneens voor winkelgebie-den. Men gaat niet zomaar winkelen, maar men ‘duikt de stad in’. Consumenten combi-neren de zaken, ze pikken een terrasje mee, gaan wat winkelen, lopen de bibliotheek in, gaan een hapje eten….. Vandaar het belang van een totaalpakket aan voorzieningen, niet enkel functioneel (horeca, evenementen, cultuur, vrije tijd.) maar ook ruimtelijk. Hier-bij wordt gedacht aan vlotte parkeermogelijkheden, inrichting openbaar domein, sfeerver-lichting. Stadscentra tooien zich in een thematisch kleedje (Halloween, beach and fun…) om koopdagen of opendeurweekends op te vrolijken. Er wordt gezorgd voor randanima-tie, cadeautjes worden uitgedeeld…. Stadscentra en winkelconcentraties spelen in op een juiste mix van retail en leisure om hun onderscheidend vermogen en profiel scherper te stellen. • hierdoor kunnen ze het verzorgingsgebied en de regionale attractie vergroten; • mikt men op langere verblijfstijden en hogere bestedingen per bezoek; • doelgroepen worden beter gesensibiliseerd met aangepaste campagnes, themati-

sche benadering (bijv. omgeving Kammenstraat in Antwerpen); • citymarketing speelt in op de trend om steden of stadscentra te ‘vermarkten’ net zoals

dat gebeurt met producten of diensten; • door te verrassen wil men herhalingsbezoeken bekomen. Stedelijk voorzieningenweefsel Het klassieke patroon met een allesomvattend stadscentrum heeft plaats gemaakt voor een stedelijk veld met kriskras locaties. In grote stedelijke gebieden ontstaan nieuwe locaties, die omwille van specifieke ruimtelijke, economische of andere redenen hun heil buiten de centra hebben gezocht en voor nieuwe relaties zorgen met bestaande concen-traties, vaak in het centrum. Vaak zijn het multifunctionele ontwikkelingen in de sfeer van detailhandel en vrije tijd. Maasmechelen Village, als reconversieproject gelegen op voor-malig mijnterrein en nu wachtend op bijkomende recreatieve troeven, is een goed voor-beeld. Het oude centrum van Maasmechelen is al lang niet meer het commercieel cen-trum - dat ligt al tientallen jaren in de deelgemeente Eisden – en zal zich in de toekomst

Page 317: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 60

enkel profileren als administratief centrum met enkele lokale voorzieningen. De Pauwen-graaf als voornaamste handelsstraat ligt op 1 km van het Outlet Center. In Genk is er een interessante cluster met het centrum als locomotief naar enkele bovenlokale handelsstra-ten gelegen rond de vroegere mijnzetels. Voorts zijn er commerciële voorzieningen op de verbindingsweg richting Hasselt of op industriezones. Nieuwe voorzieningen in de cultu-rele en recreatieve sfeer liggen in Winterslag, terwijl het centrum zich verder commercieel versterkt. Andere voorzieningen, KRC-stadion, scholengroep, sportcentrum liggen ver-spreid. 4.1.4 Aanbodsvormen We hebben aan de hand van trends en ontwikkelingen zowel aan aanbod- als aan vraag-zijde al enkele nieuwe distributievormen toegelicht. We zetten de belangrijkste op een rijtje, zoals we deze in binnen- en buitenland tegenkomen. • (regionale) shoppingcentra; • Factory Outlet Centra; • retailparken; • thematische centra; • hypermarkten/grootschalige winkels; • traffic-centra. Regionale shopping centra • het betreft hier doorgaans erg grote shopping centra met (boven)regionale verzor-

gingsfunctie op stadsrandlocaties, langs heel grote verbindingswegen; • omvang 30 000 – 50 000 m², met grote en kleinere units; • ze hebben een binnenstedelijk aanbod met een evenwichtige, vaak vastgelegde

branchemix van modisch aanbod, trekker in de food. • aandacht voor shoppen en fun (horeca, randanimatie, decoratie), inspelend op doel-

gerichte en recreatieve motieven; • overdekt met ruime en vaak gratis parkeermogelijkheden, goed gelegen, ook voor

openbaar vervoer; • een centraal beheer. Limburg herbergt wel het eerste shopping center van België (Shopping Center 1 in Genk) maar dit beantwoordt niet aan de huidige normen van een regionaal shopping center. Er zijn er geen in Limburg. Wijnegem in Antwerpen trekt daarom veel Limburgers. Overdek-te winkelgalerijen met enige allure in de binnenstad zijn ook belangrijke troeven met na-me voor de versterking van de centrumgebieden. Zij zijn vaak iets kleiner maar verster-ken natuurlijk het omliggend aanbod en vice versa. Deze zijn minder op zichzelf aange-wezen. Galerie St. Lambert in Luik, maar zeer recent nog Mosae Forum en Entre Deux in Maastricht zijn nieuwe en dus concurrerende troeven voor Limburg. Shopping centra aan de rand hebben vaak een negatieve invloed op nabijgelegen centrumgebieden. In Ant-

Page 318: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 61

werpen is er een nieuw evenwicht ontstaan tussen het centrum en Wijnegem maar in Sint Niklaas staat het centrumaanbod onder druk na de komst van Waasland Shopping. Factory Outlet Centra Een FOC is een concentratie van uitsluitend fabriekswinkels waar merkartikelen aan sterk verlaagde prijzen verkocht worden. Het gaat vaak om artikelen uit vroegere collec-ties, (lichtjes) gedemodeerd, B-keuzen of artikelen met schoonheidsfoutjes. Het betreft een duidelijk concept met hoofdingang en een ‘main street’ waar verkeersvrij kan gekui-erd worden. Vaak speelt het concept in op de lokale omstandigheden (landschap, cul-tuurhistorie,..) Het accent ligt behalve op het aanbod ook op kwaliteit van inrichting, hore-ca en andere vrijetijdsgerelateerde activiteiten. Vaak zoeken de FOC’s de combinatie op met toeristische activiteiten of aanbod. • een FOC heeft doorgaans een kritische massa van 10 000 tot 20 000 m². De bran-

chering varieert afhankelijk van thematisering; • goede bereikbaarheid en ruime parkeergelegenheden zijn essentieel. Klanten komen

uit een regio van circa 60 autominuten rij-afstand; • bezoekfrequentie een à twee keer per jaar; • inspelend op de trend van ‘beleven’, een ‘dagje uit’. Maasmechelen heeft de eer om het eerste FOC in België te herbergen. Ondertussen is Maasmechelen Village een begrip geworden in de retailwereld en is er na de tweede fase sprake van een groot aantal winkels. Jaarlijks komen er tussen de 2 en 3 miljoen bezoe-kers over de vloer. Andere outlet centra in de regio zijn Roermond Designer Outlet en het Ardennes Outlet Center te Verviers in de provincie Luik. Retailparken Waar baanwinkels zich organisch en gefaseerd gevestigd hebben langs invalswegen met veel aandacht voor gemakswinkelen en minder aandacht voor uitstraling, willen de retail-parken de voordelen van de binnenstad koppelen aan deze van baanwinkels, m.a.w. een combinatie van funshoppen en runshoppen. Het nieuwe woord frunshoppen © is gebo-ren. • het betreft grootschalige concentraties (vanaf 25 000 m²) met regionale uitstraling; • vaak grotere units voor nationale en internationale enseignes; • men probeert aspecten als leisure, beleving en andere te koppelen aan het winkelen

om de verblijfsduur te verlengen en de locatie zodoende een meerwaarde mee te ge-ven.

Page 319: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 62

Een kwalitatieve concentratie van grotere units is om ruimtelijke en economische redenen te verkiezen boven verspreide vestigingen. Indien dergelijk aanbod versterkend en com-plementair kan zijn voor een bepaalde stad of agglomeratie, bieden retail- parken zeker perspectieven. Sommige aanbieders hebben nu eenmaal nood aan grotere ruimtes en spelen minder in op het binnenstedelijk aanbod. Conceptuele concentratie zal de herken-baarheid van deze locaties alleen maar verhogen. Een kanttekening is dat er hoofdzake-lijk in dezelfde vijver wordt gevist en dat een kwalitatief sausje wordt gebruikt om perifere vestigingen mogelijk te maken. Retail parken slagen er niet in de beleving van een bin-nenstad met haar centrumfuncties en stedelijk weefsel op te roepen. Gemaksmotieven zoals de bereikbaarheid en gratis parking blijven dan ook de voornaamste troeven. Thema- en vermaakcentra Woonboulevards • een concept van aanbieders met als kapstok wonen en aanverwante branches (keu-

kens, vloeren, decoratie); • met name grootschalige aanbieders maar in functie van thema ook nichezaken of

speciaalzaken; • ook andere woongerelateerde diensten zoals binnenhuisinrichting, hypothecaire

diensten zijn er gehuisvest; • bezoekgedrag is productgericht, toch koppelt men het ook aan recreatieve bezoeken;

getuige hiervan op zondag de grote drukte ter hoogte van dergelijke concentraties; • vaak in combinatie met andere centra. Peer is een soort woon- of meubelboulevard, weliswaar niet als concept maar als erken-de concentratie met een gethematiseerd aanbod. Heerlen heeft een meubelboulevard met een Ikea als trekker en tal van andere meubelaanbieders of aanverwante winkels. Themacentra gericht op specifieke doelgroepen Behalve het thema wonen zijn er nog andere kapstokken om themacentra aan op te han-gen. Het fenomeen staat nog in zijn kinderschoenen maar elders duiken toch al plannen op om activiteiten te bundelen rond tuinieren, mobiliteit, levensmiddelen, vrije tijd en der-gelijke of rond specifieke doelgroepen zoals kinderen, ouderen of culturele minderheden. Er is al sprake van ‘autostrada’ waar autodealers onder één dak hun wagens aanprijzen zodat de klant niet langer een ‘tour de garages’ moet organiseren maar alle info en ver-gelijkingsmateriaal bij de hand heeft. De autodealers delen een aantal overheadkosten en de garages worden opnieuw ateliers waar wagens kunnen worden afgehaald en/of hersteld en waar persoonlijke service terug kan primeren. Dit multibrandgegeven zit nog in een embryonale fase maar het is een vervolg op de bestaande concentraties van autodealers langs belangrijke verkeersaders.

Page 320: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 63

Voorbeeld van dergelijk concept: Noorderhelling Rot terdam 4 Op de locatie Noorderhelling, vlakbij stadion de Kuip in Rotterdam, zal naar verwachting in 2007 een centrum tot stand komen op het gebied van mobiliteit en vrije tijd. Dit project van in totaal ca. 64 000 m² wordt ontwikkeld door Fortis Vastgoed Ontwikkeling. Het cen-trum zal een verzamelgebouw worden waar verkoop en aftersales van auto’s en motoren aan particulieren plaatsvinden. Doordat het centrum gekenmerkt zal worden door een warenhuisachtige benadering van autoverkoop, kunnen consumenten zo comfortabel en efficiënt mogelijk verschillende auto’s en motoren bekijken, vergelijken en kopen. De consument kan in het centrum terecht voor een groot aanbod aan mobiliteitgerelateerde retail. Verder zal er ruimte zijn voor vrijetijdsgerelateerde detailhandel en horeca en leisu-re. Een onderscheidend aspect van deze ontwikkeling is de P+R functie die het centrum moet gaan vervullen. Zo zal de Noorderhelling moeten fungeren als overstapplaats voor de binnenstad en de Kop van Zuid, welke zijn verbonden met een sneltram. Anderzijds zal de Noorderhelling een functie hebben als parkeeropvangfunctie voor omliggende functies aan de stadionboulevard, waaronder het Feijnoord-stadion. Leisureboulevard Concentratie van vrijetijdsactiviteiten inspelend op aspecten als plezier, activiteit, laag-drempelig, regionaal en goed bereikbaar. Mogelijke activiteiten zijn discotheek, fitness-centrum, karting, kinderspeelhal, partycentrum, klimmuur, andere relevante vrijetijdsfunc-ties. Sportcenter Een sportcluster bestaat uit een mix van sportvoorzieningen met kleinschalige of gespe-cialiseerde detailhandel en sportgerelateerde horeca. • vaak gaat het om een combinatie van sportieve en recreatieve activiteiten zoals sub-

tropisch zwembad, wellnessactiviteiten, squash- en tennisbanen, indoorklimmuur en dergelijke;

• de detailhandel is er omheen gedrapeerd en kleinschalig van aard; • soms hangen de activiteiten conceptueel aan elkaar vast, soms gaat het om een

concentratie van voorzieningen op een herkenbare plaats.

4 Bron: www.fortisvastgoedontwikkeling.nl

Page 321: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 64

Page 322: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 65

De grootschalige winkels zien ook heil in dergelijke wisselwerking en zoeken dus ook mogelijkheden om sport en handel te combineren. Getuige hiervan zijn de voetbalstadi-ons waar grotere formules in of rond het stadion zorgen voor een dagdagelijkse toe-stroom van bezoekers en klanten, daar waar de hoofdactiviteit, het voetbal, slechts (twee) wekelijks volk op de been brengt. Bovendien worden er nog andere activiteiten als fitness, bowling, horeca, try-outzones aan gekoppeld om het geheel meer op de kaart te zetten. Deze constructie speelt dus zowel in op de trend van ruimtelijke organisatie en concen-tratie als de trend om functies te koppelen en er zo een meer recreatief cachet aan te geven. Bovendien biedt handel voor dergelijke investeringen meer zekerheid aan promo-toren dan de ‘zachte’ activiteiten als sport en recreatie en voor de lokale overheid wordt een vaak kostenverslindende activiteit ‘betaalbaar’. Het betreft vaak nieuwe locaties, waardoor een evenwicht moet gezocht worden met bestaande concentraties of stadscen-tra. Bestaande voorbeelden zijn het Roda JC-stadion in Kerkrade en de Arena in Amsterdam. In Brugge woedt volop de discussie omtrent een nieuw voetbalstadion annex commercië-le voorzieningen voor beide Brugse voetbalclubs in eerste divisie te Loppem. Een groep investeerders heeft zich voor de realisatie al bereid getoond. Het stadsbestuur verkiest voorlopig investeringen aan het bestaande Olympia-stadion. Ook worden gesprekken gevoerd met het stadsbestuur van Lier en Genk om aldaar de mogelijkheid van een com-merciële invulling te willen onderzoeken. Een ander fenomeen is deze van sportformules die zelf een aantal andere activiteiten op de been brengen om de winkelfunctie te ondersteunen en die heuse belevingsconcepten uitdokteren om het ‘experience’-gehalte te maximaliseren. Decathlon heeft op een aantal locaties outdoor-voorzieningen om sporten uit te proberen of ze hebben herstel- en ver-huurateliers voor fietsen, boardmateriaal e.d. Een ander voorbeeld is Globetrotter uit Duitsland met recent de opening van een nieuw filiaal in Keulen. Het gaat om de grootste outdoorspeciaalzaak van Duitsland met 7 000 m² wvo en 100 werknemers. Er worden niet enkel over 4 verdiepingen artikelen uitgestald, klanten kunnen via simula-ties en initiaties zaken uitproberen. Er is een heus duikbassin, je kan kano’s uitproberen in een rond zwembad, thermische kledij testen in een vrieskamer of regenkledij onder een stortbad. Voorts zijn er nog een klimmuur, een reiskliniek e.d.

Page 323: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 66

Hypermarkten/Grootschalige spelers Behalve enkele belangrijke spelers in de F1 sector (hypermarkten) zijn er een aantal supergrootschalige aanbieders met een omvang van > 10 000 m². Bekende voorbeelden zijn Makro (groothandel), Ikea, Morres meubelen, Molecule in Vichte en enkele groot-schalige bouwmarkten. • deze formules kennen een solitaire aantrekkingskracht en zijn niet afhankelijk van

andere aanbieders; ruimtelijk ook moeilijk in te passen in bestaande commerciële clusters of in combinatie met andere aanbieders;

• zeer goed bereikbaar en ruime (gratis) parkeermogelijkheden; • langs belangrijke verkeersaders in stedelijke gebieden om een zo groot mogelijk ver-

zorgingsgebied te kunnen bestrijken; • regionale tot bovenregionale (provinciale) uitstraling; • worden nog steeds groter omdat er voortdurend ingespeeld wordt op nieuwe trends:

betere presentatie, recreatief gehalte versterken, meer horeca en betere kinderop-vang, verbreding assortiment, branchevervaging;

• combinatie van doelgericht en recreatief bezoek. Traffic locaties De consument heeft niet alleen behoefte aan voldoende winkelvoorzieningen in stads-centrum of eigen wijk. Ook op locaties waar tijdelijk – om diverse redenen – veel mensen aanwezig zijn, ontstaan winkelvoorzieningen die inspelen op specifieke behoeften van de consument op dat moment. Het gaat dan bijvoorbeeld om winkels bij stationslocaties, benzinestations, ziekenhuizen, scholengemeenschappen. Deze commerciële functies spelen in op bezoekersstromen en verschijnen veelal in de vorm van gemakswinkels zoals broodjeszaken, kranten- en tabakswinkels, cd-zaken, reisbureaus. Dit aanbod is gericht op snelheid en gemak en speelt in op de momentbehoefte van die consument op die locatie. 4.1.5 Conclusies trends en ontwikkelingen voor aanb od in België • België kent een zeer fijnmazige detailhandelsstructuur, zodat de consument op korte

afstand over meerdere voorzieningen beschikt. • Een deel van de fijnmazigheid wijst echter op een te grote versnippering hetgeen de

impact op de ruimtelijke ordening verzwaart en de herkenbaarheid niet altijd vergroot. Bijna de helft van het aanbod in België is niet onder te brengen onder één of andere vorm van concentratie.

• De detailhandelsstructuur is als volgt in te delen: centrumgebieden, baanwinkels en grootschalige concentraties, bijzondere concentraties en centra met buurtverzorgend karakter of verspreid aanbod.

• Suburbanisatieproces en toenemende mobiliteit gaan hand in hand vanaf de jaren 60/70 met een groeiend aantal vestigingen buiten de centra tot gevolg. Hierdoor ont-stond een verschraling van het voorzieningenaanbod in centrumgebieden. Ondanks

Page 324: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 67

verdienstelijke pogingen van het beleid blijft er een spanningsveld bestaan tussen pe-rifere en binnenstedelijke ontwikkelingen.

• Nieuwe concepten of vormen van detailhandel hebben België ontdekt. Het eerste outletcentrum is in Limburg geopend, retailparken zetten hun opmars verder, voet-balstadions zijn gedroomde locaties voor ontwikkelaars, trafficlocaties genereren nieuwe formules van bestaande aanbieders.

• Nieuwe concepten en ontwikkelingen worden vaak gekoppeld aan andere functies zoals sport, toerisme, cultuurhistorie.

• Het verlangen van consumenten naar beleving leidt tot andere inrichting en schikking van winkels, galerijen en stadscentra.

• Mobiliteit werkt in 2 richtingen. Referentiekaders worden groter voor de consument, dus ook de concurrentie neemt toe. Langs de andere kant slibben de wegen meer en meer dicht waardoor een uitstap per auto minder evident is dan in de jaren zeventig. Dit biedt kansen voor centrumgebieden en voorzieningen in de nabije omgeving.

• Economische wetten leiden tot een verschraling van voorzieningen in buurten met een bescheiden draagvlak.

• Trend van filialisering, branchevervaging en internationalisering zet zich door. Schaalvergroting versus specialisatie en nichevorming.

• E-commerce is nog enigszins een jong gegeven, toch wordt hier de komende jaren een sterke groei verwacht.

4.2 Beleidskaders In dit gedeelte worden de relevante beleidsstukken in kaart gebracht. De nieuwe wet op de handelsvestigingen, een bevoegdheid op federaal niveau, oefent uiteraard invloed uit op de consolidatie en versterking van de kleinhandelsstructuur in de verschillende ge-meenten. Naast deze nieuwe wet komen eveneens de belangrijkste krachtlijnen uit de ruimtelijke structuurplannen op de verschillende overheidniveaus aan bod. Tevens wor-den de socio-economische regionale visies in beeld gebracht, die inzicht geven in de aandachtspunten die zowel de provincie als de andere overheden en instanties naar voor hebben geschoven met betrekking tot de economische ontwikkeling in het algemeen en de kleinhandel in het bijzonder. 4.2.1 Wet van 13 augustus 2004 omtrent de vergunnin g van handelsvestigingen Na meer dan 25 jaar zag het beleid de noodzaak in om de wet omtrent de vergunning van de handelsvestigingen van 1975 aan te passen aan de noden en wensen van van-daag. De dynamiek in het distributielandschap deed de noodzaak van eenvoudigere en snellere procedures inzien. Een gemeentelijke sturing leek bovendien meer aangewezen dan een centraal gestuurde benadering om een beter evenwicht te bereiken tussen ener-zijds de centrumconcentraties en anderzijds de perifere clusters. Tevens werden de be-

Page 325: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 68

roepsmogelijkheden herbekeken zodat meerdere betrokken partijen kunnen worden ge-hoord bij belangrijke en vaak grensoverschrijdende ontwikkelingen. Bekomen van socio-economische vergunningen Sinds 2004 is de nieuwe wet omtrent de vergunning van de handelsvestigingen van kracht. Deze regelt voortaan de aspecten met betrekking tot het bekomen van socio-economische vergunningen: • Alle kleinhandelszaken en -complexen in een bepaalde gemeente met een netto

handelsoppervlakte groter dan 400 m² moeten over een socio-economische vergun-ning beschikken.

• Gemeenten hebben een grotere autonomie. Voorgaand advies door het Nationaal Socio-Economisch Comité voor de Distributie (NSECD) is slechts nodig voor projec-ten boven 1 000 m² en bovendien niet bindend.

• De handelaar, de eigenaar of de initiatiefnemer moet de wenselijkheid en haalbaar-heid van het project onder meer aantonen aan de hand van de vier criteria: - de ruimtelijke ligging van de kleinhandelsvestiging; - de belangen van de consument; - de invloed van het project op de werkgelegenheid; - de weerslag van het project op de bestaande kleinhandel.

• De termijnen voor het verkrijgen van een socio-economische vergunning zijn verkort. • De procedures voor beperkte uitbreiding en verhuis binnen een straal van 1 kilometer

zijn vereenvoudigd. 4.2.2 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen In Vlaanderen is geopteerd om de structuurplanning op drie niveaus te voeren. De drie planningsniveaus zijn gekoppeld aan de drie bestuursniveaus in Vlaanderen, namelijk het gewest, de provincies en de gemeenten. Richtinggevend is het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen dat uitspraak doet over de structuurbepalende elementen van (bo-ven)gewestelijk belang, aanwijzingen of desgevallend bindende bepalingen bevat over de inhoud van provinciale (en eventueel gemeentelijke) uitvoeringsplannen en naast bin-dende bepalingen met betrekking tot de uitvoering op gewestelijk niveau, eveneens bin-dende bepalingen bevat die aan provincies en desgevallend gemeenten worden opge-legd in de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Ruimtelijke principes De visie op de ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen wordt geconcretiseerd door vier ruimtelijke principes: • Gedeconcentreerde bundeling. Hiermee wordt een halt toegeroepen aan het subur-

banisatieproces en de versnippering en kunnen stedelijke gebieden en kernen van het buitengebied terugvallen op een draagvlak. Dit principe biedt perspectieven voor de uitbouw van collectief vervoer, speelt in op de verscheidenheid van landschappen en levert schaalvoordelen op voor allerhande activiteiten.

Page 326: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 69

• Poorten als motor voor ontwikkeling. Hiermee worden de grote internationale stations van Vlaanderen, de zeehavens en de internationale luchthaven van Zaventem be-doeld.

• Infrastructuur als bindmiddel tussen Vlaamse stedelijke gebieden onderling en met stedelijke gebieden buiten Vlaanderen. De infrastructuur is ook sturend in de locatie-keuze voor activiteiten.

• Het bestaand fysisch systeem fungeert als ruggengraat voor de ruimtelijke ontwikke-ling van structuurbepalende functies.

Gewenste ruimtelijke structuur De gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen wordt opgebouwd volgens vier ni-veaus: • stedelijke gebieden; • buitengebied; • gebieden voor economische activiteiten; • lijninfrastructuur. Stedelijke gebieden In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden stedelijke gebieden als volgt afgeba-kend, met voor Limburg de opsomming van de desbetreffende stedelijke gebieden en gemeenten: • het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel; • grootstedelijke gebieden; • regionaalstedelijke gebieden: Hasselt-Genk, met delen van Diepenbeek, Hasselt,

Genk en Zonhoven; • structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden: Tongeren en Sint-Truiden; • kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau: Beringen, Bilzen, Bree, Maaseik,

Maasmechelen, Neerpelt-Overpelt en Lommel. Stedelijke netwerken Naast de stedelijke gebieden worden ook de volgende stedelijke netwerken geselecteerd: • stedelijk netwerk op internationaal niveau, Vlaamse Ruit genoemd; • stedelijke netwerken op Vlaams niveau, met voor Limburg de relevante netwerken

Kempische As en Limburgs Mijngebied; • grensoverschrijdende stedelijke netwerken of samenwerkingsverbanden, met voor

Limburg het netwerk Maastricht-Heerlen-Hasselt-Genk-Aken-Luik; • stedelijke netwerken op provinciaal niveau. Kleinhandel in stedelijke gebieden Kleinhandel in stedelijke gebieden wordt binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen beschouwd als een bij uitstek stedelijke functie waarbij verweving met andere functies in een stedelijke context essentieel is. Bundelen is hierbij het uitgangspunt als reactie op

Page 327: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 70

vroegere commerciële ontwikkelingen in suburbane gebieden op kruispunten en langs invalswegen. Voor de herstructurering van bestaande kleinhandelslinten en -concentraties en voor de inplanting van nieuwe kleinhandelszaken gelden de volgende principes: • creatie van interessante locatievoorwaarden in het kader van de afbakeningsproces-

sen van stedelijke gebieden of in de kernen van het buitengebied; • kleinhandelszones op specifieke regionale bedrijventerreinen binnen stedelijke ge-

bieden of op economische knooppunten met aandacht voor ontsluiting en bedoeld voor grootschalige kleinhandel;

• geen kleinhandel op bedrijventerreinen die niet als kleinhandelszone zijn aangewe-zen.

Ontwikkelingsperspectieven stedelijke gebieden Naast bovenvermelde bundeling van kleinhandel zijn de volgende ontwikkelingsperspec-tieven voor de stedelijke gebieden noemenswaardig: • verhouding van 60-40 voor woningdichtheden in stedelijke gebieden en kernen van

buitengebieden; • versterken van multifunctionaliteit, dit is de verweving van de functies wonen, werken,

kleinhandel, stedelijk groen, enzovoort; • afstemmen van gemeenschaps- en nutsvoorzieningen op het belang van het stedelijk

gebied; • stedelijke mobiliteit en locatiebeleid. Het verminderen van de druk van automobiliteit

in stedelijke gebieden door: - concentratie en verweving; - afstemmen van mobiliteitsprofiel activiteit op bereikbaarheidsprofiel locatie; - autoarme delen in stedelijke gebieden; - gericht parkeerbeleid, onder andere tariefdifferentiatie en randstadparkings; - uitwisseling van verkeersmodi; - versterken openbaar vervoersnet; - stimuli voor zacht vervoer in regionaal- en kleinstedelijke gebieden.

Buitengebied In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt de ruimtelijke structuur van het buiten-gebied bepaald door: • de natuurlijke structuur; • de agrarische structuur; • de nederzettingsstructuur; • de infrastructuur. Uitgangspunten Wonen en werken zijn te concentreren in de kernen van het buitengebied. Ook hier is verweving van functies het uitgangspunt. Nieuwe en bijkomende voorzieningen voor

Page 328: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 71

dienstverlening, kleinhandel en lokale economie worden uitsluitend bij de kern gereali-seerd. Belang en reikwijdte van de functies moeten worden afgestemd op het niveau van de kern. Selectieve bundeling van groei in perifere landschappen, met name daar waar sprake is van functionele en morfologische concentratie, vb. stationsomgevingen, histori-sche kernen, centra van wijken. De groei van linten en verspreide bebouwing wordt afge-blokt. Doelstellingen buitengebied Ten overstaan van het buitengebied worden de volgende doelstellingen gesteld: • vrijwaren van ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor structuurbepalende func-

ties en activiteiten in het buitengebied; • tegengaan van versnippering van het buitengebied; • ontwikkelingen bundelen in de kernen van het buitengebied, onder andere wonen en

andere verzorgende activiteiten; • goed gestructureerde gehelen voor landbouw-, natuur- en bosfunctie; • vastleggen van ruimtelijke kwaliteitsobjectieven; • afstemmen ruimtelijk en milieubeleid met fysisch systeem als uitgangspunt; • bufferen van natuurfunctie in het buitengebied ten opzichte van aangrenzende func-

ties. Ontwikkelingsperspectieven agrarische structuur Met betrekking tot enerzijds de afbakening van en anderzijds de ontwikkelingsperspectie-ven voor de agrarische structuur onthouden wij dat voor de kleinhandelsbedrijven in land- en tuinbouwproducten en voor de grondstoffenverdelers (tuincentra) dezelfde ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven gelden als voor de kleinhandel in de stedelijke gebieden. Dit betekent dat de kleinhandel een wezenlijk deel moet uitmaken van het functioneren van de woon- en werkstructuur. Ontwikkelingsperspectieven nederzettingsstructuur Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen gaat uit van de volgende nederzettingsstructuur: • kernen, dit zijn de hoofddorpen en de woonkernen, waarvan de hoofddorpen be-

schikken over voldoende uitrustingsgraad; • bebouwd perifeer landschap; • linten; • verspreide bebouwing. Conclusie De kleinhandel in stedelijke gebieden wordt gebundeld op die locaties waarbij functies optimaal verweven worden, dus in kernen of waar een goede ontsluiting en ruimte voor grootschalige kleinhandel voorzien zijn, met name op specifieke bedrijventerreinen of economische knooppunten. Met betrekking tot de kernen in het buitengebied moeten activiteiten gebundeld worden in de kernen.

Page 329: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 72

4.2.3 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen behandelt de principes omtrent aan- en ontmoe-diging van kleinhandel en kleinhandelsconcentraties. Echter, het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen benoemt de zones niet die al dan niet voor ontwikkeling in aanmerking ko-men. In het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg wordt wel een overzicht gegeven van de grootschalige kleinhandelsconcentraties die voor herstructurering, valorisatie of uitbreiding in aanmerking komen. Desondanks blijft de mogelijkheid bestaan om eventue-le ontwikkelingen op bepaalde locaties geval per geval te bekijken. Kleinhandelsaanbod In de studie van de aanbodzijde van het distributieplanologisch onderzoek wordt een geactualiseerd beeld geschetst van het bestaande kleinhandelsaanbod. Het kleinhan-delsaanbod in de provincie Limburg beslaat in totaal ca. 1 389 400 m² winkelvloeropper-vlak, verdeeld over ruim 6 700 winkels. Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg vermeldt een vergelijkbare oppervlakte van ca. 1 353 573 m², verspreid over ca. 7 818 winkels. Deconcentratie Als bevolkingsvolgende economische sector heeft de kleinhandel de afgelopen decennia het suburbanisatieproces gevolgd. In de verstedelijkte zones was veel potentieel voor nieuwe concentraties en drukke wegen werden buiten de steden nieuwe dragers voor de kleinhandel. Zichtlocaties en autobereikbaarheid zijn in deze doorslaggevende locatie-voorwaarden. Vaak is op deze plaatsen een concentratie ontwikkeld of zijn nieuwe com-merciële kernen ontstaan. Winkels met volumineuze artikelen zijn meestal koplopers in de verschuiving naar de periferie. In de stadscentra was echter sprake van geringe groei omwille van de hoge huurprijzen, de internationalisering, de filialisering en de moeilijke bereikbaarheid. Momenteel is dus sprake van een onevenwicht tussen perifere locaties en centrumgebieden, zowel naar aantal winkels als naar winkelvloeroppervlakte. Ontwikkelingsperspectieven kleinhandelsconcentratie s Kleinhandelsconcentraties worden getypeerd als aansluitend op een kern of los van een kern. Naast kerngebonden kleinhandel bestaat enerzijds een groot aantal kleinhandels-concentraties die al dan niet aansluiten bij een verstedelijkt gebied en anderzijds een groot aantal solitaire winkels. Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg hanteert volgende uitgangspunten bij de bepaling van ontwikkelingsperspectieven voor kleinhan-delsconcentraties: • bundelen van de kleinhandel; • bewaken van evenwicht tussen vraag en aanbod; • bevorderen van een kwalitatieve inrichting en efficiënte invulling; • stimuleren van een kerngericht beleid.

Page 330: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 73

Kerngebonden kleinhandelsconcentraties in stedelijk e gebieden In het volgende overzicht worden de kerngebonden kleinhandelsconcentraties in stedelij-ke gebieden weergegeven, waarvan sprake in het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg.

Gemeente Kleinhandelsconcentratie Commerciële functie

Beringen O.L.V. straat, Collegestraat, Koolmijnlaan Convenience en courante shopping

Bilzen Centrum Beperkt recreatief shoppend

Bree Centrum Beperkt recreatief shoppend

Genk Centrum

Hasseltweg

Vennestraat

Stalenstraat

Hoevenzavel

Beperkt recreatief shoppend

Functioneel shoppend bovenlokaal

Convenience

Convenience

Convenience

Hasselt Centrum (binnen boulevard) Zeer belangrijk recreatief shoppend

Heusden-Zolder Koolmijnlaan Berkenbos Convenience en courante shopping

Houthalen-Helchteren Houthalen-Centrum en Rijksweg Convenience en courante shopping

Lanaken Centrum Convenience en courante shopping

Leopoldsburg Centrum Convenience en courante shopping

Lommel Centrum (Kerkstraat - Dorp) Beperkt recreatief shoppend

Maaseik Bosstraat, Markt en omgeving Beperkt recreatief shoppend

Maasmechelen Pauwengraaf en omgeving

Rijksweg Mechelen-aan-de-Maas

Beperkt recreatief shoppend

Convenience lokaal

Neerpelt Centrum Convenience en courante shopping

Peer Marktplein en centrumstraten Convenience en courante shopping

Sint-Truiden Centrum Belangrijk recreatief shoppend

Tessenderlo Centrum Convenience en courante shopping

Tongeren Maastrichterstraat, Markt, Sint-

Truiderstraat, Hemelingstraat, Stationslaan

Belangrijk recreatief shoppend

Kleinhandelsconcentraties op provinciaal niveau Bij de selectie van kleinhandelsconcentraties op provinciaal niveau richt de provincie Limburg zich enkel op perifeer gelegen concentraties van grootschalige kleinhandel. Daarbij wordt enkel uitgegaan van bestaande concentraties. Nieuwe kleinhandelsconcen-traties op provinciaal niveau buiten de stedelijke gebieden zijn niet mogelijk. Nieuw aan-bod wordt gecreëerd in bestaande concentraties. De verschillende types van kleinhan-delsconcentraties worden deels bepaald door de samenhang ervan met een stedelijk gebied. Voor de geselecteerde concentraties worden provinciale ruimtelijke uitvoerings-plannen uitgewerkt. De bij de selectie gehanteerde criteria zijn: • meer dan 10 vestigingen van minstens 600 m² over een lengte van 2 km of op een

oppervlakte van 1 km²; • voldoende frequente opvolging;

Page 331: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 74

• huidige bestemming al dan niet problematisch; • gemeentegrensoverschrijdend karakter; • meer dan 250 000 bezoekers per jaar; • mogelijkheden voor bijkomend aanbod. Kleinhandelsconcentraties Type I Uitbreiding van de bestaande kleinhandelszaken en toevoegen van nieuwe kleinhandels-zaken is mogelijk. Bij de herinrichting wordt uitgegaan van interne verdichting, invulling van de leegstand, concentratie en herstructurering. De relatie met het stedelijk gebied ligt in de complementariteit van de grootschalige kleinhandel met de kleinhandel in de kern. De provinciale uitvoeringsplannen laten toe deze concentraties te ordenen en ontwikke-lingskansen te geven. Tot de Limburgse kleinhandelsconcentraties type I behoren: • Toleik, Bree; • Luikersteenweg, Tongeren; • Ringlaan, Sint-Truiden. Kleinhandelsconcentraties Type II De ontwikkelingskansen voor de kleinhandelsconcentraties type II worden bepaald door de afbakeningsprocessen van de stedelijke gebieden. Enkel de concentraties die binnen de grenslijnen van het stedelijk gebied blijken te vallen, komen in aanmerking voor uit-breiding, behoud en herstructurering. In het andere geval vallen de concentraties onder type III. Uitvoeringsplannen worden door de provincie opgemaakt, behalve als de con-centraties gelegen zijn binnen de grenslijn van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Dan is het opstellen van uitvoeringsplannen een gewestelijke bevoegdheid. Lim-burgse kleinhandelsconcentraties type II zijn: • Hasseltweg en Genkersteenweg, Genk en Hasselt; • Buitensingel, Lommel; • Zuiderring, Genk; • Kempische steenweg, Hasselt; • Kuringersteenweg, Hasselt. Kleinhandelsconcentraties Type III Kleinhandelsconcentraties type III komen niet in aanmerking voor ontwikkeling. De enige geselecteerde Limburgse concentratie van dit type is de Meubelboulevard te Peer, waar een optimalisering van de bestaande toestand de hoogste inzet is. Enkel parkeermaatre-gelen kunnen daar aanleiding geven tot een kleine uitbreiding van het terrein. Kleinhandelsconcentraties Type IV Kleinhandelsconcentraties type IV spelen een rol in het stedelijk netwerk Zuidelijk Maas-land. Het gaat om de N78 Lanaken-Maasmechelen, een structuurbepalend element bin-nen het netwerk en Value Retail Maasmechelen, een bijzondere locatie met veel aan-trekkingskracht.

Page 332: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 75

Overige kleinhandelsconcentraties buiten kernen Andere concentraties buiten de kern zijn van lokaal niveau of bevatten een aantal solitai-re winkels. De concentraties als dusdanig komen niet voor ontwikkeling in aanmerking. Wel kan sprake zijn van individuele uitbreiding van bestaande kleinhandelszaken in func-tie van de lokale draagkracht. 4.2.4 Streekpact 2008-2013 RESOC Limburg is het Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomite voor de provin-cie Limburg en is een partnerschap van het provinciebestuur, gemeentebesturen, werk-gevers- en werknemersorganisaties. Het RESOC is het Limburgs overleg- en adviesor-gaan voor de sociaal-economische streekontwikkeling. Het streekpact formuleert een geïntegreerde lange termijnvisie met belangrijke hefbomen en strategische doelstellingen voor de sociaal-economische ontwikkeling van Limburg. Behalve afstemming op provin-ciaal niveau organiseert RESOC Limburg ook subregionaal overleg tussen de 5 zoge-naamde streektafels, namelijk Noord-Limburg, West-Limburg, Midden-Limburg, Haspen-gouw en Maasland. Het streekpact is afgesloten voor de periode 2008-2013 en is vastgesteld en goedge-keurd door RESOC Limburg op 11 februari 2008. In het Streekpact worden voor de provincie Limburg de volgende ambities genoemd: • Limburg wil op een duurzame wijze voorzien in een kwaliteitsvolle en steeds hoger

en breder wordende levensstandaard voor haar inwoners; • Limburg wenst een sociaal-economisch draagkrachtige regio te zijn. De strategie die

uitgaat van ‘eenheid in diversiteit’ moet er voor zorgen dat Limburg zich kan profile-ren als een kwaliteitsvolle, dynamische en innovatieve woon-, werk-, verblijfs- en in-vesteringsomgeving. Iedere streek, stad en gemeente moet hierbij welvaren;

• Limburg kiest voor een gebalanceerde polycentrische ontwikkeling. Deze optie gaat uit van een versterking van het regionaalstedelijk gebied in samenwerking, comple-mentariteit en afstemming met de andere stedelijke gebieden in alle Limburgse stre-ken. Dit moet leiden tot een evenwichtige verdeling en benutting van het potentieel en tot een gelijkwaardige spreiding van welvaart en welzijn. Ontwikkelingen moeten hiertoe geïntegreerd worden in een netwerkstrategie;

• Limburg wenst een duidelijke positie te verwerven in het Vlaams economisch weefsel dat momenteel gesitueerd wordt binnen de Vlaamse Ruit, waarvan Limburg geen deel van uit maakt;

• Limburg wil een regio zijn waar menselijke competenties optimaal tot ontwikkeling kunnen komen. Daartoe wenst Limburg te beschikken over een volwaardig, zorg-zaam en innovatief onderwijs- en opleidingsinstrumentarium;

• Limburg wil door een boeiende, veelzijdige en zorgzame leefomgeving mensen, on-dernemers en bezoekers aantrekken en stimuleren.

Page 333: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 76

In het Streekpact worden van diverse beleidsdomeinen de ambities, hefbomen en doel-stellingen genoemd. Onderscheid wordt gemaakt in de beleidsdomeinen: 1. onderwijs en arbeidsmarkt; 2. economisch weefsel; 3. omgevingskwaliteit en profilering; 4. regio-imago en promotie; 5. organiserend vermogen. Onderwijs en arbeidsmarkt Limburg wil een talentvolle regio zijn met een optimale ontwikkeling en benutting van het menselijk potentieel. Een van de doelstellingen hierbij is een versterking van de band tussen hoger onderwijs en bedrijfsleven met als doel de praktijkgerichtheid van het on-derwijs te stimuleren en de kennisinzet ten aanzien van het bedrijfsleven te versterken en daarmee de innovatiegerichtheid van bedrijven te ondersteunen. Voorts streeft men via een krachtig regionaal werkgelegenheidsinstrumentarium een optimale benutting van het arbeidspotentieel na. Economisch weefsel Limburg wil een innoverende ondernemende omgeving zijn met doorgroei naar een inno-vatiegedreven economie. Limburg wil hiervoor ruimte scheppen voor ondernemerschap middels het realiseren van kwaliteitsvolle bedrijfszones en bedrijfsinfrastructuren, het verhogen van de multimodale bereikbaarheid van de bedrijfszones en het realiseren van een ondernemingsvriendelijk en stimulerend omgevingskader. Ook wenst men een veelzijdig en krachtig innovatie-instrumentarium te ontwikkelen ge-baseerd op een duidelijke beleidsvisie en een gecoördineerd en geïntegreerd actieplan rond innovatie in Limburg. Om dit te bereiken wenst men tevens te voorzien in aangepas-te vestigingslocaties die tegemoet komen aan de specifieke behoeften van startende hightechbedrijven; ook uitbreiding en oprichting van nieuwe wetenschapsparken wordt hier beoogd. Een andere belangrijke hefboom is het inzetten op speerpuntsectoren, waartoe o.a. de tertiaire sector behoort. Ook toerisme is zo’n speerpuntsector, waarbij Limburg zich zal moeten profileren als top of mind voor landschapsgerichte korte bestemmingen. En ten-slotte zal Limburg zich gaan vermarkten als een economische regio met een sterke vesti-gingswaarde voor ondernemers. Omgevingskwaliteit en profilering Ambitie is dat Limburg een stimulerende, belevingsvolle en dynamische regio op men-senmaat wil zijn. Een belangrijke hefboom hierbij is een duidelijke profilering van het ste-delijk weefsel van de provincie/regio. De provincie heeft daarbij behoefte aan het geven van een identiteit aan haar ruimtelijke economisch weefsel dat is opgebouwd uit:

Page 334: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 77

1. het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk5; 2. het Economisch Netwerk Albertkanaal met de economische knelpunten Ham, Tes-

senderlo, Beringen, Heusden-Zolder, Lummen, Hasselt, Genk, Diepenbeek, Bilzen, Zutendaal en Lanaken;

3. de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Tongeren en Sint-Truiden; 4. de kleinstedelijke gebieden Beringen, Leopoldsburg, Neerpelt-Overpelt, Maasmeche-

len, Maaseik, Lommel, Bree en Bilzen; 5. de specifieke economische knooppunten Houthalen-Helchteren, Dilsen-Stokkem,

Alken, Hamont-Achel en Opglabbeek; 6. de buitengebieden: de overige gemeenten. Het regionaalstedelijk gebied zal zich moeten profileren als een dynamisch centrum met een hoge densiteit en als drager va de ontwikkeling van de gehele provincie. Limburg heeft niet zoals andere provincies een grootstad, maar wel de ambitie om een dynamisch en wervend regionaalstedelijk gebied uit te bouwen dat het potentieel van de betrokken steden bundelt in een sterk trekkersprofiel voor de regio. Door de bundeling van ontwik-kelingskracht van dit gebied moet de nodige kritische massa worden opgebouwd om – rekening houdende met de eigen troeven van de betrokken steden - een kwaliteitsvol en wervend stedelijk aanbod te realiseren dat de concurrentie met andere grootsteden aan-kan. Het regionaalstedelijk gebied moet een sterke positie kunnen innemen (m.b.t. zake-lijke dienstverlening en gespecialiseerde centra) in relatie tot de andere regio’s zowel op Vlaams als op interregionaal niveau. Een belangrijk aandachtspunt in de polycentrische ontwikkeling is de netwerking en complementariteit tussen het regionaalstedelijk gebied en de andere stedelijke gebieden in Limburg, zowel op organisatorisch vlak als op het vlak van fysieke verbindingen. De economische knooppunten (als onderdeel van de economische netwerken, de klein-stedelijke gebieden en de specifieke knooppunten) zullen worden uitgebouwd tot dragers van de regiodynamiek. De economische knooppunten zorgen in Limburg voor een sprei-ding van taakstellingen, een geconcentreerde spreiding van welvaart en welzijn en ver-vullen een sterke rol in de duurzame ontwikkeling van de Limburgse deelregio’s. De buitengebieden of kleinere gemeentelijke omgevingen zullen zich profileren als leefomgevingen met een eigen woon-, verblijfs- en economisch profiel en een eigen on-dernemingskracht op maat van de draagkracht en potenties van deze gemeenten die de leefbaarheid van deze kernen een sterke impuls en onderscheidende waarde geven. Regio-imago en promotie Limburg en de vijf subregio’s hebben bij niet-Limburgers geen sterk imago. Het beeld komt vaak niet overeen met de realiteit van de samenlevingskwaliteit en de economische en maatschappelijke dynamiek die Limburg en de vijf subregio’s kenmerkt. Doelstelling is derhalve om een sterke koepeldrager te realiseren waarin de merkwaarde van Limburg krachtig tot uiting komt en het uitwerken van krachtlijnen en krijtlijnen voor het ontwikke-

5 De exacte afbakening hiervan is nog niet vastgesteld.

Page 335: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 78

len van imago- en promotie-activiteiten voor Limburg en haar subregio’s op diverse deeldomeinen en actoren. Organiserend vermogen De provincie Limburg dient een regio te zijn met een krachtig gebundelde bestuurskracht en daadkracht. Gefocust zal o.a. worden op: • het aanstellen van sterke trekkers voor iedere doelstelling uit het Streekpact; • het realiseren van sterke samenwerkingsverbanden op provinciaal en subregionaal

niveau tussen alle actoren binnen bepaalde actiedomeinen; • het ondersteunen van bestuurskracht van kleinere gemeenten; • het realiseren van een sterk Limburgimago in de omliggende regio’s en bij sleutelfigu-

ren. 4.2.5 STAP, Strategisch Toeristisch ActiePlan Toerisme is een speerpuntsector in het regionaal-economisch beleid voor de provincie Limburg met een belangrijke impact op tewerkstelling en inkomensvorming. Om een goed overkoepelend, coördinerend en integrerend toeristisch beleid te kunnen voeren, werd een Strategisch Toeristisch ActiePlan 2007-2012 ontwikkeld. Dit plan schenkt aan-dacht aan: • verhoging van toeristische attractiviteit door ontwikkeling van streekeigen, middelgro-

te en weersongebonden attracties (publiekstrekkers); • concentratie van ruimte en middelen; • het clusteren van kleinschalige attracties; • het ondersteunen van de bestaande toeristische infrastructuur; • het onderscheiden en complementair zijn ten opzichte van omliggende regio’s; • de promotie van Limburg als bestemming, met als thema onthaasting; • de ontwikkeling van hefboomprojecten. Hefboomprojecten De hefboomprojecten waarvan sprake zorgen voor rechtstreekse of onrechtstreekse so-cio-economische impulsen op het vlak van tewerkstelling en economische leefbaarheid. Limburgs hefboomprojecten zijn: • Herckenrode Abdij; • Attractiepark Plinius; • Oude Stad Bokrijk; • Mijnsite Beringen; • Nationaal Park Hoge Kempen; • Dierenpark Molenheide; • Leisure Valley Maasmechelen.

Page 336: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 79

4.2.6 Provinciaal Plattelandsbeleidsplan 2007-2013 De deputatie van de provincie Limburg heeft een plattelandsbeleidsplan laten uitwerken voor de legislatuur 2007-2012. Dit plan bevat een aantal uitgangspunten voor latere pro-jecten met betrekking tot de economische leefbaarheid van plattelandsgebieden. 4.2.7 Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen De uitgangspunten en initiatieven uit de Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen worden, indien zij als relevant kunnen worden beschouwd voor de ontwikkeling van de kleinhandel, kort beschreven in de bijlage. De belangrijkste conclusies uit de beschikbare Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen worden hierna even op een rij gezet. • Algemeen kunnen wij met betrekking tot de Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan-

nen vaststellen dat kleinhandelsactiviteiten weliswaar ruimtelijk bestemd zijn ter ver-sterking van de kernen en ter consolidatie en heropwaardering van bestaande en nieuwe niet-kerngebonden en perifere concentraties, maar dat op het vlak van invul-ling en commerciële evenwichten weinig instructies worden meegegeven.

• In overeenstemming met het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg is de strate-gie binnen de meeste Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen om sterk in te zet-ten op kernversterking, waarbij wordt geopteerd voor centrumvorming en verweving van functies. De kernversterking wordt bereikt door het concentreren van voorzienin-gen.

• Kleinhandel wordt vaak als verzamelnaam gebruikt voor allerhande publieksgerichte commerciële voorzieningen zonder rekening te houden met de diverse distributie-vormen, ruimtelijke bijzonderheden, een bestaande of wenselijke hiërarchie.

4.2.8 Conclusie Uit de hierboven beschreven ruimtelijke en socio-economische uitgangspunten kunnen wij de volgende conclusies afleiden: • De gemeenten hebben een grotere autonomie gekregen voor de vergunning van

grootschalige handelsvestigingen vanaf 400 m² en kunnen dus zelf aansturen op een gevoelige uitbreiding van het aanbod.

• Gezien het bovenlokaal en gemeentegrensoverschrijdend belang van grootschalige kleinhandelsontwikkelingen lijkt (inter)regionale afstemming wenselijk. Op dit moment is dit overleg niet structureel geregeld.

• Het ontbreken van visie op de gewenste kleinhandelsstructuur voor een bepaalde gemeente maakt beoordeling van socio-economische dossiers of het voeren van een pro-actief kleinhandelsbeleid moeilijk. Kennis en inzichten van kleinhandel zijn echter noodzakelijk bij het bepalen van de juiste randvoorwaarden voor een structurele ver-sterking van de kleinhandel en bij het vastleggen van een gewenst ambitieniveau.

Page 337: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 80

• Er wordt in de verschillende beleidsplannen te weinig aandacht geschonken aan commerciële evenwichten tussen de verschillende handelsconcentraties en aan branchesturende of branchebeperkende maatregelen.

• Met betrekking tot mogelijke locaties voor grootschalige aanbieders is er een be-leidsmatig spanningsveld tussen afbakening van stedelijke gebieden met ruimte voor detailhandel enerzijds en economische haalbaarheid en leefbaarheid van deze zones anderzijds. Gemeentebesturen polsen bij hogere overheden wat betreft de afbake-ning van de stedelijke gebieden of bij het opstellen van provinciale uitvoeringsplan-nen zonder zich rekenschap te geven van de functionele wenselijkheid van bijko-mende detailhandel in gemeentelijk of intergemeentelijk verband.

• In ruimtelijke beleidsplannen, zowel structurerend als bestemmend worden functies weliswaar benoemd maar niet nader uitgewerkt naar invulling, economisch draag-vlak, onderlinge versterking en onderscheidend vermogen.

• De verschillende beleidskaders vertrekken van een versterking van (handels)kernen en streven naar verweving en kruisbestuiving van (centrum)functies met betrekking tot de versterking van het kleinhandelsaanbod. Met name toeristische voorzieningen kunnen hier als hefboom fungeren.

• Grootschalige concentraties in de periferie of op bedrijventerreinen worden wel be-noemd en al dan niet voor ontwikkeling, consolidatie, herstructurering en uitbreiding geselecteerd. Nieuwe concentraties die buiten de weerhouden locaties zijn gesitu-eerd kunnen in principe niet.

• Er wordt gestreefd naar complementariteit en wisselwerking tussen stedelijke gebie-den en plattelandsvoorzieningen.

• De provincie wil via verschillende beleidsingangen het klimaat scheppen voor het uitvoeren van socio-economische hefboomprojecten. Als basisfunctie tot op niveau van kleine kernen of individuele attracties maakt kleinhandel hier vaak integraal deel van uit.

4.3 Marktpartijen In de vorige paragrafen hebben we de voornaamste aandachtspunten en krijtlijnen van de verschillende beleidsniveaus op een rijtje gezet. Deze beleidskaders zijn immers be-langrijke toetsingselementen bij het vastleggen van een latere strategie. De consument is ook reeds aan het woord gekomen middels het koopstromenonderzoek. In deze para-graaf laten we een aantal marktpartijen aan het woord die een belangrijke rol spelen bij de latere implementatie van een detailhandelsvisie. Voor dit onderzoek hebben een aan-tal gesprekken plaatsgevonden met onder meer belangenorganisaties, projectontwikke-laars en de retailers zelf. UNIZO en Fedis kwamen aan bod namens de belangenbeharti-ging, de sector van de projectontwikkeling werd vertegenwoordigd door achtereenvol-gens Group GL, Democo en Heijmans. Met betrekking tot de retailers, heeft er een ge-sprek plaatsgevonden met het Retail Forum Belgium.

Page 338: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 81

4.3.1 UNIZO Limburg BRO sprak met Frank Vols en Patrick Buteneers, respectievelijk (voormalig) directeur en adjunct-directeur voor de provinciale zetel van UNIZO, de organisatie van zelfstandige ondernemers. UNIZO verwacht dat deze studie cijfers en kengetallen kan reveleren die de detailhandel in Limburg op een correcte manier duiden. Zij verwachten geen beleids-kader, veeleer het objectief inzicht in de feitelijke structuur en marktkansen voor detail-handel. De verschillende actoren, waaronder beleid en belangenorganisaties, kunnen aan de hand van deze gegevens hun eigen standpunten bepalen en hun beleid aan-scherpen of het overleg hieromtrent organiseren met de relevante partijen. De studie moet dus een weergave zijn van de feitelijk situatie die op de best mogelijke manier moet gekoppeld worden aan bestaande of te ontwikkelen wetgeving. In afwachting van meer concrete informatie geven ze volgende bedenkingen mee: • UNIZO is voorstander van een Vlaams distributiebeleid, dat regionale afstemming

moet mogelijk maken. Naar analogie met een Vlaams ruimtelijk structuurplan pleiten ze voor een Vlaams socio-economisch kader dat bepaalt welke ontwikkelingen in re-gionaal verband haalbaar en wenselijk zijn.

• UNIZO klampt zich niet vast aan het lokaal ondernemerschap in de kernen alleen, maar vreest wel dat een opbod van grootschalige ontwikkelingen op termijn voor ie-dereen nadelig zijn. Vandaar de wens om duidelijke uitspraken te kunnen doen over wat nu waar mogelijk is en drukken ze de hoop uit dat dit richtinggevend kader voor iedereen helder en verdedigbaar is.

• UNIZO heeft sterk de indruk dat het beleid momenteel wordt gemaakt door project-ontwikkelaars, die niet alleen ontwikkelen maar ook bouwen. Vaak stopt het enga-gement van projectontwikkelaars bij de doorverkoop van het vastgoed aan beleg-gingsorganisaties.

• Er zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen bij de publiek-private samenwerkings-verbanden zoals die momenteel op vele plaatsen ingang vinden. Vaak wordt een zware last neergelegd bij de lokale overheid in de vorm van exploitatielasten voor parkeergarage of andere publieksgerichte werkzaamheden, zonder dat de toege-voegde waarde van dergelijke ontwikkelingen voor bestaande kern of concentratie voldoende is ingeschat. Ook hier is sprake van een spanningsveld tussen het presti-gehalte van dergelijke ontwikkelingen met vaak middelgrote retailers en aantoonbare meerwaarden voor centrum of kern.

• UNIZO vraagt consequentie bij bepaalde beleidsbeslissingen, ook binnen de be-staande gemeentelijke structuurplannen.

4.3.2 Fedis BRO sprak met Peter Haegeman, hoofd van het economisch departement van de Belgi-sche Federatie van de Distributie-Ondernemingen. Fedis vertrekt vanuit de consument, hetgeen een vraagvolgend aanbod impliceert. Indien de consument zich terug naar de stad begeeft, duiken nieuwe concepten op die hier handig op inspelen. Voorbeelden zijn

Page 339: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 82

de kleinschalige concepten van grote spelers zoals Delhaize, Carrefour die centra of trafficlocaties (stationsbuurten) opzoeken. De consument zoekt de stadscentra dus op omwille van de nabijheid van voorzieningen en tevens de periferie omwille van volledigheid van aanbod. Hij is dus een grillige partner. Fedis is voorstander van een helder vestigingskader in functie van een gezond evenwicht tussen behoeften aan een correcte ruimtelijke ordening en de consumentenvraag, op zich moeilijker te ‘ordenen’. Bovendien moet er binnen dit kader een interregionale af-stemming worden opgenomen waardoor op voorhand invulling kan vastgelegd worden. Hierbij mag men zich niet blindstaren op een aantal m² meer of minder maar moet men ook durven uitgaan van kwalitatief aanbod dat de hedendaagse behoeften kan dekken. Er ligt dus ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij bestaande handelszaken die niet altijd even sprankelend en dynamisch voor de dag komen. Het aantal m² bevriezen om een al te star aanbod te beschermen is geen oplossing voor de consument. Sturing op locatie namens het beleid moet geloofwaardig, coherent en consequent ge-beuren. Dit is mogelijk indien er voldoende draagvlak is bij alle partijen. Immers, de markt voor detailhandel wordt niet enkel gevormd door retailers maar ook door projectontwikke-laars en andere marktpartijen. Nadruk moet hier liggen op complementariteit van het aanbod omdat de consument vragende partij is om vergelijkingspunten. Een evenwichtig en geconcentreerd aanbod is een goed antwoord op de versnipperde distributie die wei-nig voordelen biedt. Toch waarschuwt Fedis voor al een strak RO-beleid dat moeilijk kan afgestemd worden op economische realiteiten. Sturing op branches en invulling ligt moeilijker. Concepten zijn vaak tijdelijk, hetgeen thematisering niet eenvoudig maakt, de sector past er vaak zelf een mouw aan door ruim en creatief om te gaan met branchering. Wat vandaag speelgoed is, kan in de zomer tuinmateriaal en speeltuigen zijn. Men hoopt dat discussies over socio-economische dossiers niet verzanden in clichémati-ge argumenten van binnenstad versus periferie, of groot tegen klein maar integendeel gebaseerd zijn op goed onderbouwde visies met voldoende zuurstof voor alle belang-hebbende partijen. Fedis ziet nog heel wat koopkracht wegvloeien uit Limburg hetgeen doet vermoeden dat er nog marktruimte is voor sterke, (boven)regionale trekkers. Immers de afvloeiing richt zich naar provincieoverschrijdende projecten, zoals bovenregionale binnensteden, grootschalige solitaire spelers (genre Ikea, Makro) of commerciële clusters al dan niet onder één dak (Wijnegem, Gouden Kruispunt).

Page 340: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 83

4.3.3 Group GL BRO sprak met Patrick Koster, verantwoordelijke projectontwikkeling van de Group GL. De groep is duidelijk geëvolueerd van ontwikkelaar van uitsluitend individuele baanwin-kels naar ontwikkelaar van gemengde concepten in periferie of centrumgebieden. De groep is zich bewust van het feit dat kernversterking belangrijke voordelen en poten-ties inhoudt, maar benadrukt het feit dat zowel de klant als de aanbieders ook perifere locaties opzoeken. De eerste groep omwille van gemaksredenen zoals gratis parking, vlotte ontsluiting en ruim aanbod en de tweede groep omwille van goedkopere huurprij-zen, zichtbaarheid, grotere winkels en dus grotere afzet en bevoorradingsvoordelen. Zij verwachten dan ook een gedifferentieerd beleid waarbij de verschillende distributievor-men kansen krijgen om zich verder te ontwikkelen. Een heksenjacht naar ketenzaken in de periferie biedt geen oplossing voor de consument. Group GL wijst vooral op enkele lopende ontwikkelingen in Limburg, die hetzij in uitvoe-ring zijn, hetzij gepland zijn op korte of middellange termijn. Een aantal van deze ontwik-kelingen worden mogelijk gemaakt door ruimtelijke uitvoeringsplannen of bestemmings-plannen. Deze ontwikkelingen worden ook elders in dit rapport vermeld en waren tevens grotendeels opgenomen in deel 1 van de studie, nl. aanbodinventarisatie. Met betrekking tot onderstaande ontwikkelingen heeft of plant Group GL een positie. • Hasselt, Kuringersteenweg. De groep tracht positie te verwerven in percelen ter

hoogte van plantenzaak Thomas. Het moet de realisatie van 10 000 m² bvo mogelijk maken.

• De stad Hasselt schrijft een wedstrijd uit voor de herontwikkeling van de Rijkswacht-kazerne aan de Guffenslaan. Hierdoor ontstaat er een nieuwe relatie vanaf de ‘kleine ring’ tot in het hart van de binnenstad. Behalve woningen en groenvoorzieningen, plant men er ook 17 400 m² winkelruimte.

• Genk, Bosdel/Winkelcentrum Zuiderring. Group GL heeft aandelen kunnen verwer-ven om mee het initiatief te nemen voor een grondige herstructurering en opwaarde-ring van het verouderd centrum aan de Zuiderring in Genk. De valorisatie van deze commerciële concentratie is opgenomen in het GRS, als één van de 3 Genkse groot-schalige concentraties buiten het centrumgebied (naast de Hasseltweg en de zone aan de mijn van Winterslag) en de bovenlokale handelsstraten Vennestraat, Stalen-straat, Hoevenzavellaan. Het betreft hier een uitbreiding van 27 000 m² bvo naar 36 000 m² bvo.

• De stad Tongeren werkt momenteel aan een BPA voor grootschalige detailhandel aan de Luikersteenweg. De stad Tongeren wenst hier branchebeperkende maatrege-len aan toe te voegen om het binnenstedelijk aanbod te beschermen. Hier is nog geen consensus rond bereikt.

• In Houthalen-Helchteren heeft het gemeentebestuur een masterplan ontwikkeld dat de gemeente tegen 2020 impulsen op meerdere vlakken moet geven. Zo wordt het huidige centrum opgewaardeerd en verbonden met de voormalige mijnsite waar tal

Page 341: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 84

van administratieve en gemeentelijke diensten zullen worden gehuisvest en ruimte voor evenementen wordt voorzien. Het bestaande centrum biedt via inbreidingspro-jecten ruimte voor meerdere grotere en middelgrote handelszaken, zodat er meer shoppingaanbod kan worden aangetrokken. Samen met kwalitatieve ingrepen in het openbaar domein moet dat de verblijfsduur van bezoekers doen toenemen. Tevens zal de industriezone pal langs de E314 en centraal in Limburg uitgespeeld worden als dé topligging waar naast nieuwe industriële activiteiten ook ruimte kan vrijkomen voor grootdistributie, al dan niet in de groothandelssfeer.

• De provincie is te Bree bezig met het opstellen van een provinciaal uitvoeringsplan voor de zone Bocholterkiezel, waar tevens ruimte kan geboden worden aan klein-handelsactiviteiten.

• Aan de Maaseikerbaan in Smeermaas, deelgemeente van Lanaken is industriezone Smeermaas gevestigd. Het vigerend BPA laat naast industriële activiteiten ook klein-handelsactiviteiten toe, met specifieke voorwaarden voor de voedingssector. Momen-teel zijn er reeds een aantal detailhandelszaken gevestigd en laat het BPA een uit-breiding toe. De Group GL zal 5 000 m² bijkomende bpo realiseren zodat de huidige concentratie versterkt wordt en de herkenbaarheid voor de consument vergroot. Te-vens is er sprake van de mogelijke komst van een AD Delhaize van 1 400 m² wvo.

• In Overpelt is men gestart met opmaak BPA Den Dries, een kleinhandelszone ter hoogte van het station.

4.3.4 Heijmans Property Development NV Gesprek met dhr. Alex Michils, General Manager. De Groep Heijmans focust zich voor-namelijk op binnenstedelijke heroriëntering met gemengde projecten in kleinere steden of grotere gemeenten. In Limburg zijn ze momenteel bezig met de realisatie van de projec-ten ‘Binnenhof’ in Tessenderlo of het Julianusproject in Tongeren. Dhr. Michils wijst op volgende bedenkingen of moeilijkheden om kernversterkende pro-jecten tot een goed einde te kunnen brengen. • Tijdens de acquisitiefase moeten te verwerven percelen onmiddellijk in kaart worden

gebracht. Vaak vertonen de te ontwikkelen percelen een versnipperde eigendoms-structuur. Bij aanvang van het project moeten deze zaken met het oog op latere ver-werving of onteigening in kaart worden gebracht om zo efficiënt mogelijk vooruitgang te kunnen boeken en desgevallend noodzakelijk procedures te kunnen voorbereiden.

• Van in het begin moet duidelijk zijn welke studies en wanneer ze moeten uitgevoerd worden bij ontwikkeling van binnenstedelijke projecten. Te denken hierbij aan MER, MOBER, archeologische studies, ...

• Het parkeerbeleid moet in functie van extra winkelruimte van in het begin afgestemd worden op de nieuwe situatie voor het centrum algemeen en voor de nieuwe ontwik-keling in het bijzonder.

• Ontwikkelaars zijn vragende partij voor nieuwe hefbomen zoals Mercurius. Deze laten toe extra meerwaarde te creëren. Zo kan er meer aandacht geschonken wor-

Page 342: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 85

den aan kwalitatieve inrichting van de omgeving, kunnen (nieuwe) winkelstraten wor-den overgedragen aan de gemeente na herinrichting door de ontwikkelaars.

4.3.5 Democo/DMI BRO sprak met Jacky Scherens, hoofd van de ontwikkelingsmaatschappij DMI, dochter van DEMOCO. Democo is eveneens gespecialiseerd in kernversterkende, gemeng-de/multifunctionele, - vaak PPS- projecten in de minder grote steden of grotere gemeen-ten. Liefst ‘onder of in de buurt’ van de kerktoren. Democo is momenteel bezig met de herontwikkeling van de mijnsite van Beringen, heeft positie in het PPS-project in Overpelt en onderhandelt momenteel met eigenaars in Neerpelt met het oog op integrale centru-montwikkeling. Jacky Scherens schetst de volgende problematiek: • Sommige projecten zijn allesomvattend. Zo zijn bij het project op de voormalige mijn-

site van Beringen verschillende overheidsniveaus betrokken, zoals Stedenbouw, AWG als beheerder van gewestwegen, Monumenten en Landschappen e.d. In dit verband is het wenselijk dat ook hogere overheidsniveaus zich daadwerkelijk kunnen uitspreken over noodzakelijke randvoorwaarden als toegankelijkheid en mobiliteit. Het project wordt geacht een bovenregionale uitstraling te hebben, maar dit is niet haalbaar indien de locatie slecht bereikbaar is. In plaats van discussies op lokaal ni-veau, moet de provincie hier een standpunt innemen zodat een correcte toeganke-lijkheid kan verzekerd worden. Dhr. Scherens verwijst in dit verband naar de ontslui-tingsweg die de autostrade E314 in Maasmechelen verbindt met Maasmechelen Vil-lage. Dit is nodig om het regionale belang te kunnen dienen.

• Verschillende PPS-projecten bevatten naast publieke functies ook een aantal private functies. Deze worden verondersteld gefinancierd te worden door de private ontwik-kelaar. Dit heeft eveneens betrekking op de infrastructuur, mobiliteit, veiligheid en netheid van deze voorzieningen. Toch dienen zij ook vaak het gemeentelijk belang omdat het centrumweefsel hiermee versterkt wordt. Waarom moeten dan de private partijen vaak voor deze kosten opdraaien terwijl deze voor de bestaande winkelstra-ten door de gemeente worden gedragen? Indien de gemeente het project op een zelfde manier beschouwt als de rest van het centrum, komen er middelen vrij om het geheel ‘een extra kleedje’ te voorzien en zodoende het onderscheidend vermogen te versterken.

• Het overleg met middenstandsorganisaties is absoluut belangrijk maar gebeurt vaak te eenzijdig. Met het oog op het verkrijgen van socio-economische en andere ver-gunningen is het belangrijk dat er een breder en deskundig draagvlak is voor derge-lijke ontwikkelingen. Vaak wordt in dergelijke visie gestreefd naar een ideaal even-wicht tussen centrum, de verschillende kernen en perifere of bijzondere concentra-ties. Elke concentratie krijgt hier een duidelijke rol toebedeeld. Deze visie biedt een duidelijk kader voor beleid, bestaande handel, ontwikkelaars, retailers, belangen en andere betrokken instanties met het oog op toekomstige ontwikkelingen en investe-ringen.

Page 343: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 86

• Democo gelooft sterk in de creatie van toeristische en recreatieve hefbomen waarbij retail een belangrijke kostendrager is. Dat vraagt dan ook een iets soepelere benade-ring naar invulling toe. Het heeft ook te maken met voorgaande opmerking waarbij eerst nagedacht moet worden over een integrale visie, mede in functie van strategi-sche ontwikkelingslocaties.

4.3.6 Retail Forum Belgium Het RFB telt momenteel 56 leden, die ca. 81 enseignes vertegenwoordigen en momen-teel meer dan 4 000 winkelpunten in België hebben. Bedoeling is om een coherente groep van marktspelers bij elkaar te brengen rond retailontwikkelingen, nieuwe projecten e.d. BRO sprak met de voorzitter van het forum, de heer Wouter Torfs, general manager van de gelijknamige schoenenketen. • Hij voelt eveneens het spanningsveld tussen perifere ontwikkelingen met vaak keten-

bedrijven als trekker en kernversterkende projecten waar het lokaal onderne-merschap doorgaans beter is georganiseerd. Hij is daarom voorstander van een dui-delijk en transparant beleid dat rekening houdt met een evenwichtige detailhandels-structuur voor de hele gemeente en duidelijk aangeeft wat waar mogelijk is. Het be-leid mag niet op angst worden gebaseerd maar wel op realistische ontwikkelingsmo-gelijkheden voor de bestaande distributievormen.

• Het RFB is voorstander van clustering en complementariteit tussen de verschillende winkelgebieden, met name tussen centrumgebied en periferie. Perifere clustering heeft het voordeel van een efficiënter ruimtegebruik en verhoogt ook de efficiëntie voor het winkelen, indien de consument daar op dat moment behoefte aan heeft. Centrumgebieden bieden doorgaans meer sfeer en herbergen vaak andere functies en een meer gespecialiseerd aanbod. De consument heeft immers meerdere petten op en hanteert dus vaak andere koop- of bezoekmotieven. De verschillende concen-traties spelen hier best op in.

• De periferie biedt een antwoord op de vraag naar grotere oppervlaktes. Deze zijn in het centrum niet te vinden of onbetaalbaar. Meerdere enseignes hebben dan ook pe-rifere en binnenstedelijke concepten uitgewerkt. Zo hanteert Torfs de norm van 300 m² voor centrumgebieden en minimaal 1 000 m² voor perifere concentraties.

• RFB is dus vragende partij om duidelijkheid, ook op vlak van branchering. De heer Torfs verwacht niet dat het beleid de branches bepaalt wegens te betuttelend maar begrijpt wel de vraag om verhoudingsgewijs een sectoriële indeling te hanteren of om in de mate van het mogelijke een bepaald thema uit te spelen.

• Behalve een bepaalde mix, verwacht hij ook dat er een hogere kwaliteit wordt nage-streefd op perifere locaties zowel naar service en product als naar bereikbaarheid en infrastructuur.

Page 344: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen

Page 345: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg
Page 346: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 1

Overzicht gemeentelijke structuurplannen, uitgangsp unten detailhandel GRSP Alken, goedgekeurd op 14-12-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • In de gemeente Alken wordt uitgegaan van impulsen die in het RSV worden voorop-

gesteld: versterking van de kernen, bundeling en verweving van functies, bescher-ming van de open ruimte.

• Concreet betekent dit voor Alken dat er gekozen wordt voor Alken-Centrum in de context van versterking van de kern en duurzame ontwikkeling. Dit ten nadele van de handelszaken langs de Steenweg die weliswaar hun functie kunnen blijven vervullen doch waar verdere uitbreiding wordt beperkt.

• Herlocatie en uitbreiding van supermarkt naar depot brouwerij samen met andere kernversterkende functies (geen handel) betekent belangrijke traffic-builder in het centrum.

• Ontstaan van lijnstructuur op Hoogdorp. • Enkel ruimte op ‘winkelas’ voor middelgrote handel van het centrum gezien de be-

perkte economische uitbreidingsruimte. • Herlocalisatiebeleid kan bijdragen tot versterken van het Dorp. GRSP As, goedgekeurd op 16-05-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • De taakstelling voor bedrijvigheid beperkt zich tot het niveau van de gemeente. Dit wil

zeggen dat de eigen behoefte aan lokale bedrijvigheid binnen de gemeente zelf moet worden ingevuld. De deelkernen in As zijn in de eerste plaats woonkernen waar een meer beperkte en gepaste rol inzake bedrijvigheid wordt voorzien. Het gevolg hiervan is dat er voldoende ontwikkelingskansen en ruimte moet worden geboden om han-delsvoorzieningen te verweven in de kernen.

• Gezien de hoofddoelstelling om As uit te bouwen tot attractieve woongemeente is het nodig om op een geïntegreerde wijze aandacht te besteden aan alle aspecten die het wonen aangenaam kunnen maken zoals een veilige en overzichtelijke verkeerssitua-tie, gezellig winkelen, dicht bij huis werken en tevens in een groen kader aangenaam recreëren. Voor leefbare en aantrekkelijke woonkernen is een verscheidenheid en een actieve verweving van wonen, werken en ontspannen in directe relatie tot de no-dige voorzieningen noodzakelijk

GRSP Beringen, goedgekeurd op 23-08-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Het centrum van Beringen wordt uitgebouwd tot stedelijk handelscentrum met een

bovenlokale aantrekkingskracht.

Page 347: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 2

• Voor de overige hoofddorpen en woonkernen is het beleid gericht op kernversterking, wooninbreiding en lokale voorzieningen.

• Aan de Kasteletsingel-Noord wordt een afgebakende zone met grootschalige klein-handel voorzien.

GRSP Bilzen, goedgekeurd op 21-06-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • De algemene lijn is dat het stedelijk gebied Bilzen en de hoofddorpen Beverst, Mun-

sterbilzen en Eigenbilzen/ Mopertingen als winkelcentra naar voren worden gescho-ven, waar dagdagelijkse goederen voor de hele gemeente worden aangeboden. Nieuwe handelsactiviteiten worden prioritair voorzien in het centrum van Bilzen en in tweede instantie in de centra van de hoofddorpen. De versterking van de aanbod-structuur voor wat betreft secundaire en tertiaire voorzieningen wordt voorbehouden voor het stedelijk gebied Bilzen, terwijl bijkomende primaire handelsvoorzieningen ook in de hoofddorpen mogelijk zijn. De zones waarin kleinhandelsactiviteiten moge-lijk zijn in het centrum en de hoofddorpen worden als handelsperimeters vastgelegd in RUP’s.

• Binnen het stedelijk gebied van Bilzen wordt de handelsperimeter bepaald door een éénduidig herkenbaar kernwinkelgebied en enkele aanloopstraten.

• Behalve een afgesproken woondichtheid wordt aandacht geschonken aan wonen boven winkels.

• Extra aandacht gaat uit naar een upgrading van de verblijfswaarden middels een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein en extra zorg voor zwakke wegge-bruikers.

• Trekkers zullen aan de uiteinden van de perimeters ruimte krijgen voor voldoende parkeergelegenheid.

• De voorkeur gaat uit naar een zo volledig mogelijk en gedifferentieerd aanbod aan handel, zowel in het centrum als in de hoofddorpen.

• Voor baanwinkels en handelslinten wordt het Stand Still principe gehanteerd. GRSP Bocholt, goedgekeurd op 31-01-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Wat betreft kleinhandel, diensten en voorzieningen stuurt de gemeente enkel op ont-

wikkelingen in de hoofddorpen Kaulille en Bocholt. Ontwikkelingen van kleinhandels-activiteiten langs de Kaulillerweg tussen Bocholt en Kaulille die verder gaan dan de mogelijkheden volgens de bepalingen van het gewestplan worden niet ondersteund.

• De hoofddorpen Bocholt en Kaulille hebben een beperkt winkelapparaat en een aan-tal toeristische en recreatieve voorzieningen. Naast winkel- en recreatieve/ toeristi-sche voorzieningen beschikt de kern van Bocholt ook over onderwijsvoorzieningen, welzijnsvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen. Deze voorzieningen wor-den centrumgebonden binnen de hoofddorpen verder ontwikkeld.

Page 348: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 3

Het streven is gericht op het behoud en waar mogelijk het versterken van het kern-winkelapparaat in Bocholt en Kaulille. Het beleid richt zich op een kleinschalig maar aantrekkelijk winkelgebied en het benutten van de culturele, toeristische en histori-sche kwaliteiten.

• De gemeente maakt een plan op voor het voeren van een pandenbeleid in de kernen van Bocholt en Kaulille. Dit houdt in dat een afbakeningsplan gemaakt wordt waaraan stimulerende maatregelen voor de kleinhandel gekoppeld worden. Voor Bocholt gaat het om de Dorpsstraat, Brugstraat en het Kerkplein. Voor Kaulille gaat het om het Nevenplein-Kaulillerdorp.

• Het herziene BPA Dorpskom voorziet in een kwalitatief inbreidingsproject voor de site van de voormalige melkerij langs de Kaulillerweg in het centrum van Bocholt en het achterliggend gebied. Het betreft voornamelijk de realisatie van een gedifferentieerde en passende invulling met woningtypologieën en een goede inpassing in het woon-weefsel. Het gebouw van de oude melkerij zelf wordt, zover stedenbouwkundig ver-antwoord, ingevuld met een handels- en woonfunctie.

GRSP Borgloon, goedgekeurd op 15-02-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Concentratie van handel en diensten in de hoofddorpen. Voorzieningen die gericht

zijn op de hele gemeente worden geconcentreerd in het kernwinkelgebied van Borg-loon-Centrum. Dit loopt van de Graethempoort over de twee centrale pleinen tot aan de Tongersepoort, met inbegrip van de Wellenstraat. Nieuwe bijkomende lokale han-del en diensten worden aangemoedigd om zich in deze afgebakende zone te vesti-gen, dit om een aantrekkelijk en continu handelscentrum te creëren. Binnen het kernwinkelgebied wordt gestreefd naar het behoud van een aanbod aan middelgrote winkels (supermarkten). In de overige straten van Borgloon-Centrum zijn handel en diensten kleinschaliger en meer gericht op buurtniveau. Hoepertingen biedt ruimte voor handel en voorzieningen gericht op het hoofddorp.

GRSP Bree, goedgekeurd op 11-05-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Bree wenst zich in de toekomst te profileren als een stad met een regionale uitstra-

ling. Zij wenst dit onder meer te realiseren door het bereiken van een hoger voorzie-ningenniveau, het aantrekken/genereren van winkelfuncties die complementair zijn aan de huidige handelsactiviteiten binnen het centrum. De handel van regionaal ni-veau situeert zich in het kleinstedelijk gebied Bree.

• De stadskern is de belangrijkste aantrekkingspool voor zowel lokale als regionale behoeften. Nadruk wordt gelegd op recreatief shoppen. Handel in de Breese binnen-stad wordt hoofdzakelijk geconcentreerd binnen de wallen.

• Daarnaast wordt in het noordoostelijk deel Toleik-Bocholterkiezel, een ontwikkelings-zone voorzien waarin meer grootschalige handel een plaats kan vinden. De bestaan-

Page 349: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 4

de zone Toleik wordt intern verbeterd en geclusterd. Ter hoogte van het gebied Bocholterkiezel wort een nieuwe zone ontwikkeld voor verkeersaantrekkende han-delszaken.

• Beide handelspolen moeten een bipolaire eenheid vormen met een complementair aanbod.

• In de woonkernen wordt enkel handel van lokaal niveau aangeboden, met uitzonde-ring van het aanbod dat nu reeds specifiek is voor deze kernen en een groter bereik heeft dan de lokale gemeenschap.

• Aan de Meeuwerkiezel zullen geen nieuwe ontwikkelingen worden toegelaten. Dit gebied zal voor wonen ontwikkeld worden.

GRSP Diepenbeek, goedgekeurd op 30-03-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Het centrum van Diepenbeek heeft een handelsvoorzienende functie voor de hele

gemeente. In de woon-werk-winkelzone aan de Grendelbaan en het binnengebied Molenstraat - N76 is ruimte voor handelszaken die moeilijk inpasbaar zijn in het cen-trum. Het betreft grotere oppervlaktes met vooral een autogenererend aanbod. Voor-waarden bij deze invulling zijn een goede ontsluiting, behoorlijke inrichting en een correcte integratie in het omliggende verblijfsweefsel.

• In de woonkernen is enkel ruimte voor wijkverzorgende handelszaken. • De historisch gegroeide handelszaken langs gewestwegen kunnen blijven mits enke-

le verkeerstechnische ingrepen. Uitbreiding met nieuwe handelszaken is niet mogelijk behalve als de activiteiten gebonden zijn aan de transitfunctie van de gewestweg.

GRSP Dilsen-Stokkem, goedgekeurd op 25-08-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • Dilsen, Stokkem en Lanklaar, de hoofddorpen binnen de gemeente, voorzien in de

centrumfuncties op gemeentelijk niveau. • De kernen Rotem, Elen, Reselt, het gehucht Boyen en de woonwijken Reinkenshei-

de, Grote en Nieuwe Homo zullen in de eerste plaats woongebieden zijn. Er moet derhalve maximale aandacht uitgaan naar de kwaliteit van deze bestemming.

• De verdere uitbreiding van de woonfunctie gaat uit van het bundelen van de activitei-ten (wonen, recreatie, centrumfuncties) in de hoofddorpen.

• Het kernwinkelgebied van Dilsen situeert zich langsheen de Europalaan en deels langs de Rijksweg. Bij de inrichting van deze verbindingsweg moet de verblijfsfunctie worden verzoend met de doorstoomfunctie. Aansluitend aan het kernwinkelgebied langs de Europalaan worden ontwikkelingsmogelijkheden voorzien voor de voorzie-ningencluster van gemeentelijk niveau.

• Een belangrijk deel van de kern van Stokkem wordt ingenomen door een grote zone met een voorzieningencluster. Het gebied moet verder worden afgewerkt, en bijge-volg ook ingebreid, binnen de bestaande grenzen van het gewestplan.

Page 350: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 5

• In Lanklaar zijn de kernfuncties, zoals het kleinhandelsapparaat, verspreid over de hele kern. Door de heraanleg van het plein voor de kerk kan er echter wel een plek ontstaan. Streven is het historische centrum langs de Dorpsstraat te versterken.

• Voor de bedrijvigheid in de kernen vormt het verweven van wonen en werken het uitgangspunt. Bedrijvigheid die bestaanbaar is met de woonfunctie en al dan niet een woonondersteunende functie heeft, kan verder verweven voorkomen in de hoofddor-pen en de woonkernen.

GRSP Genk, goedgekeurd op 09-03-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Het centrum van Genk is de aankoopplaats met regionale uitstraling. Voorts zijn er 3

handelsstraten van bovenlokaal belang, namelijk de Vennestraat, de Stalenstraat en de Hoevenzavellaan. De Stalenstraat is de belangrijkste winkelstraat van Waterschei. Het GRSP Genk pleit voor een kwalitatieve versterking van het handelslint in de Hoevenzavellaan. Door het beperken van nieuwe handelszaken in de omgeving wordt de economische leefbaarheid van dit handelslint beschermd.

• In Genk zijn 3 zones weerhouden voor grootschalige detailhandel, namelijk de Has-seltweg, Winkelcentrum De Zuiderring aan de Bosdel en Winterslag aan C-Mine.

• Langs de Evence Coppéelaan zijn grootschalige commerciële uitbreidingen niet ge-wenst. Langs de Weg naar As en de Maaseikerbaan worden nieuwe handel en be-drijvigheid niet gestimuleerd.

GRSP Gingelom, openbaar onderzoek op 02-01-228 en 3 1-03-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Kleinhandel, diensten en voorzieningen die gericht zijn op de hele gemeente worden

in het hoofddorp gebundeld. In de woonkernen wordt de ontwikkeling van basisvoor-zieningen gestimuleerd.

• Kleinhandel, diensten en voorzieningen zijn gebundeld langs de N80 in Gingelom. Het ruimtelijk beleid is gericht op het versterken van de bestaande concentratie van kleinhandel en diensten in het hoofddorp. Nieuwe ruimtelijke initiatieven die zich rich-ten op het bedienen van de hele gemeente worden gelokaliseerd aan de N80. De N80 zal dienst doen als drager van de te ontwikkelen dynamische activiteiten. De oversteekbaarheid, het langzaam verkeer, de ligging van de Molenbeek en de voor-opgestelde ruimtelijke kwaliteit vormen belangrijke randvoorwaarden in deze ontwik-keling. Zo wordt het winkellint beperkt in haar lengte, wordt het profiel aangepast aan het gemengde verkeer en zullen de winkels via langzaamverkeersverbindingen van-uit de omgeving bereikbaar worden gemaakt.

• In de kleinere woonkernen is de schaal van handel en diensten beperkt tot het niveau van de kern. Het behoud en de ontwikkeling van lokale voorzieningen in de kernen worden gestimuleerd. Enkel in Montenaken, Jeuk en Mielen-boven-Aalst wordt een aanbod voorzien dat de kern overschrijdt.

Page 351: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 6

GRSP Halen, goedgekeurd op 23-11-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Een lokaal voorzieningenniveau voor de kernen (hoofddorp Halen en overige woon-

kernen). De voorzieningen in het hoofddorp zijn van belang voor de hele gemeente. Behalve lokale voorzieningen wordt hier gedacht aan sporthal, cultureel centrum, postkantoor e.d. Het uitrustingsniveau in woonkernen situeert zich op niveau van de woonkern zelf (voorzieningen voor buurt en wijk zoals plaatselijke horeca, voeding, basisschool, buurthuis).

• Er worden een kernwinkelgebied en winkeluitloopstraten voorzien voor het hoofd-dorp. Uitgangspunt voor het kernwinkelgebied is het faciliteren van doelgericht winke-len of bezoeken van het centrum, in relatie tot andere nabijgelegen voorzieningen. Facilitering voornamelijk op vlak van infrastructuur, openbaar domein, ruimtelijke or-dening.

• In de woonkernen kan versterking en ondersteuning van de handelsfuncties best gebeuren aan de hand van kleinschalige inbreidingsgerichte projecten.

• Geen nieuwe activiteiten buiten de aangeduide centrumgebieden (kernwinkelgebied en uitloopstraten). Aanvragen voor handel en horeca buiten deze gebieden worden geval per geval bekeken.

• Mogelijkheden laten voor specifieke handelsfuncties langs de Staatsbaan (N2) mits het aangeven van randvoorwaarden en duidelijke ruimtelijke inplantinglocaties.

GRSP Ham, goedgekeurd op 15-09-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • Nieuwe handelsactiviteiten worden maximaal in Kwaadmechelen en Oostham gesi-

tueerd. In Kwaadmechelen worden de handelsactiviteiten en diensten maximaal ge-concentreerd in de onmiddellijke omgeving van de N141 (Kanaalstraat, Dorpsstraat en een deel van de Heidestraat) waarbij het zwaartepunt wordt gevormd door de on-middellijke omgeving van de kerk. Bestaande handelszaken buiten deze zones wor-den behouden en kunnen verder evolueren. De ontwikkeling van nieuwe concentra-ties buiten deze zones wordt tegengegaan. Lokale winkels met nood aan grotere vloeroppervlaktes worden bij voorkeur gelokaliseerd langsheen de Heidestraat, aan-sluitend op de bebouwde kern van Kwaadmechelen. In Oostham vormt het Helden-plein het centrum voor handel en diensten.

• In de kernen Genendijk, de Warande en Genebos kunnen voorzieningen worden ontwikkeld. De voorzieningen mogen zich enkel richten op de behoeften van de loka-le gemeenschap.

GRSP Hamont-Achel, goedgekeurd op 05-02-2004 Gewenste ruimtelijke structuur

Page 352: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 7

• De huidige lokale gerichtheid van het handelsfunctioneren blijft bestendigd en wordt versterkt. Bijkomende ruimte in het buitengebied voor onder meer dienstverlening, kleinhandel en lokale economie wordt daarom aansluitend bij de kern gerealiseerd. Het belang en de reikwijdte van de functies moeten afgestemd zijn op het niveau van de kern. Specifieke, grotere handelszaken moeten ingepast kunnen worden op ruim-telijk-verkeerskundig verantwoorde plaatsen.

• Het uitrustingsniveau van de handelsactiviteiten, diensten en voorzieningen in Ha-mont-Achel is voornamelijk lokaal gericht en afgestemd op het niveau van een bui-tengebiedgemeente. Dat wordt in de toekomst als dusdanig geconsolideerd. Kern-versterking van Hamont en Achel betekent dat de ruimtelijke inpassing en positione-ring van de handels- en voorzieningfuncties nauw verbonden zijn met de indeling van de kernen in Hamont-Achel in hoofddorpen en woonkernen en de bijhorende ontwik-kelingsperspectieven.

• In de kernen van Hamont en Achel blijven er ruime ontwikkelingskansen voor een aangepast en lokaal bedienend handels- en voorzieningenapparaat. De hoofddorpen Hamont en Achel zijn de kernen bij uitstek qua voorzieningenniveau, handelsappa-raat en administratieve diensten. In de woonkernen Achel-Statie en Hamont-Lo kan een beperkt handels- en voorzieningenapparaat voorzien blijven. Het gaat dan over de dagdagelijkse voorzieningen die in de centrumgebieden van de woonkernen hun potenties moeten kunnen blijven benutten. Voor andere voorzieningen zijn deze woonkernen aangewezen op de hoofddorpen.

• De bestaande handelsactiviteiten rondom het kruispunt Quatre-Bras kunnen behou-den blijven. De huidige toestand wordt bevroren. De bestaande activiteiten kunnen eventueel ter plaatse uitbreiden, maar een verdere soortgelijke ontwikkeling van het kruispunt is niet gewenst.

GRSP Hasselt, voorontwerp op 16-04-2004 Gewenste ruimtelijke structuur • In de visieontwikkeling voor de kleinhandel is het behouden en versterken van de

regionaal stedelijke functie een absolute voorwaarde. Het is daartoe noodzakelijk ruimtelijke voorzieningen te treffen zodat de dynamiek van de kleinhandel kan wor-den opgevangen. De multifunctionele opdracht van Hasselt betekent ook dat een complementaire diversiteit in ruimtelijke invulling moet worden geboden, zowel tus-sen de stadskern en de periferie als binnen de stadskern. Ten aanzien van Hasselt verdient het aanbeveling om, naast het fysische aanbod, te streven naar een zo groot mogelijke kwaliteit.

• Tot het versterken van de kernstad is het enerzijds aangewezen om bijkomende loopcircuits te stimuleren en anderzijds de kernstad ruimtelijk uit te breiden. Het sti-muleren van bijkomende loopcircuits is slechts mogelijk mits de creatie van publieks-

Page 353: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 8

trekkende initiatieven. Tot het ruimtelijk uitbreiden van de kernstad is alvast de ont-wikkeling van de Blauwe Boulevard een positief element.

• Om de verkeersontsluitende functie van de Grote Ring niet in het gedrang te bren-gen, zal de kleinhandel langs de Grote Ring niet verder uitbreiden. De bestaande clusters van kleinhandel worden afgebakend en geconsolideerd op de huidige om-vang.

• Voor het gedeelte invalswegen tussen Groene Boulevard en Grote Ring wordt de klemtoon gelegd op de woonfunctie. De kleinhandel is er ondergeschikt en slechts afgestemd op de bevoorrading van de buurt. Functioneel slaat de kleinhandel op convenience en dagelijkse producten.

• Teneinde de doorstroming en de verkeersveiligheid niet in het gedrang te brengen zal de kleinhandel langs de Kempische Steenweg tussen de Grote Ring en de spoorweg niet verder worden uitgebouwd. In het gedeelte van de Kempische Steen-weg tussen de spoorweg en Zonhoven is kleinhandel niet aangewezen.

• Het verdient aanbeveling om de clusters langs de Genkersteenweg af te bakenen en, in de lengte van het traject, niet verder uit te bouwen. Wel kan, binnen de cluster, een opvulregel voor kleinhandel worden toegepast.

• Langsheen de Universiteitslaan is kleinhandel uitgesloten. • De Diepenbekerweg is niet geschikt voor het uitbouwen van kleinhandel. • Het is aan te bevelen om de Luikersteenweg niet verder te belasten met kleinhandel. • In de woonkern Rapertingen moet de kleinhandel zich toekomstgericht beperken tot

convenience en dagelijkse producten en diensten, gericht op de buurt. • De woonkern Wimmertingen is naar draagkracht te beperkt om kleinhandel levens-

vatbaar te maken. • De Expressweg komt niet in aanmerking voor kleinhandel. De behoefte aan klein-

handel langs de Sint-Truidersteenweg zal zich vooral richten op de bevoorrading van de deelkern Sint-Lambrechts-Herk. Het is aan te bevelen om een lineaire afbakening te voorzien.

• Voor het gedeelte van de Kuringersteenweg tussen de Grote Ring en het spoor is verdere uitbouw van kleinhandel niet aangewezen. Gelet op de reeds aanwezige aanzet van middelgrote en grote kleinhandel en de beschikbare ruimte verdient het aanbeveling om een gedeelte van de Kuringersteenweg het statuut van kleinhan-delszone te geven.

• Kleinhandel ter hoogte van de deelkern Kermt is vooral afgestemd op de buurt. Op het verdere gedeelte van de Diestersteenweg verdient het aanbeveling om de ont-wikkeling van de kleinhandel niet te stimuleren.

• Het hele shopping- en horecagebeuren heeft, naast een economische functie, ook een belangrijk toeristisch en recreatief aspect. Door verder te werken aan de inrich-ting van het publiek domein en het stimuleren van diverse detailhandelszaken en ex-clusieve horecazaken in de kern van de stad, wordt de aantrekking tot de stad nog vergroot.

• Om de concurrentiepositie ten opzichte van andere steden op het vlak van handel te behouden en te verstevigen, wordt het handelsapparaat uitgebouwd. Er wordt een

Page 354: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 9

divers, maar complementair aanbod gecreëerd. De handelsfunctie heeft, zeker in de binnenstad, ook een belangrijke toeristische aantrekkingskracht en ontspannings-functie die verder uitgebouwd wordt door exclusieve horecazaken en een uitgebreid cultureel aanbod. Ook de verdere kwaliteitsvolle en duurzame inrichting van het pu-bliek domein in de stad (straten en pleinen) zullen hiertoe bijdragen.

• Door wonen boven handelszaken te verplichten verhoogt de dynamiek van het cen-trum.

• Ontwikkeling van diverse voorzieningen in de kernen ter ondersteuning van de woon-kwaliteit en leefbaarheid van woonomgevingen zal worden gestimuleerd.

• Elke wijk moet zijn lokale wijkverzorgende kern verder kunnen ontwikkelen. Op het vlak van dagelijkse voorzieningen moeten de wijken een zekere onafhankelijkheid ten opzichte van het winkelapparaat in de stadskern krijgen.

• Steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt met het hoofddorp Kermt. Tegengaan van een versnipperd voorzieningenaanbod door bundeling van handel en diensten op seg-menten van de belangrijke dragers (steenweg en kiezels) van de steenwegband die genoeg draagkracht bieden om deze ontwikkelingen te ondersteunen. Het koppelen van horeca aan de cultuurhistorische gebouwen of sportaccommodaties.

• Hoofddorp Stevoort. Handel wordt blijvend ondersteund rond het Sint-Maartenplein en in de dorpskern, als uitloper van het plein, op de lokale verbindingswegen. Horeca wordt naar voor geschoven in het centrum, gerelateerd aan cultuurhistorische ge-bouwen, de doortocht van de Herk of koppeling aan het sportcomplex van Stevoort.

• Woonkern Stokrooie. Handel wordt gestimuleerd rond het marktplein van Stokrooie ter bevordering van de leefbaarheid van de kern. Horeca wordt gestimuleerd op maat van de kern in functie van het toeristisch-recreatieve Albertkanaal en de kernher-waardering van Stokrooie.

• Woonkern Sint-Lambrechts-Herk. Handel concentreren op de steenweg en in het centrum. Horeca, inspelend op hoevetoerisme, cultuur en centrum met koppeling aan andere voorzieningen.

• Woonkern Rapertingen. Handel wordt gebundeld ter hoogte van de kerk en de Lui-kersteenweg.

• Wimmertingen. Handel wordt gebundeld op de Luikersteenweg ter hoogte van de Sint-Niklaaskerk. Horeca kan op maat van de kern voorzien worden op schakelpun-ten tussen de Mombeekvallei, de kern en de Luikersteenweg.

• Ondersteunend beleid kleinhandel en horeca in de binnenstad. • Grootschalige kleinhandel op goed afgebakende en goed bereikbare locaties. • Ondersteunen van lokale handelscentra in de kernen. • Aandacht naar de interne commercieel-hiërarchische structuur, met name tussen de

kernstad, de deelkernen, de wijken en de perifere handelsnederzetting. GRSP Hechtel-Eksel, goedgekeurd op 01-03-2007 Gewenste ruimtelijke structuur

Page 355: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 10

• Met betrekking tot de bedrijvigheid in het algemeen wordt er in de kernen van de hoofddorpen Hechtel en Eksel gestreefd naar een maximale verweving van handel met wonen. Bedrijvigheid tot op een bepaald niveau kan in de (landelijke) woonge-bieden, zowel in hoofddorpen, woonkernen als woningconcentraties met woonge-biedsmerken.

• Met betrekking tot handel moeten nieuwe activiteiten geconcentreerd worden in bei-de hoofddorpen. Men streeft naar een ontmoediging van winkels langs de baan en naar een concentratie van winkels met nood aan grotere oppervlakte aan het kruis-punt van de gewestwegen N73 en N715. In Eksel wordt geopteerd voor detailhandel met een kleinschalig karakter en zal omzichtig worden omgegaan met grotere win-kels.

• Met betrekking tot de rotonde naar de N74 gaat men uit van optimalisatie van het bestaande aanbod door sanering en herinrichting. Uitbreiding met nieuwe zaken wordt niet nagestreefd.

GRSP Heers, goedgekeurd op 09-03-2006 GRSP Herk-de-Stad, goedgekeurd op 23-08-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Wat betreft kleinhandel, diensten en voorzieningen wenst de stad de eigen koopbin-

ding te behouden en te versterken door ontwikkelingen in het hoofddorp te onder-steunen.

• Bijkomende wooneenheden en lokale bedrijven moeten zo veel mogelijk worden gebundeld in Herk. Het hoofddorp wordt duidelijk afgebakend. Een verdere uitwaaie-ring van bebouwing langs wegen wordt niet ondersteund. Het verweven van de func-ties wonen, handel, bedrijvigheid, scholen, enzovoort staat voorop.

• De aanwezigheid van een aantal handelszaken en diensten kan de leefbaarheid van de kernen verzekeren. Nieuwe voorzieningen kunnen enkel op het niveau van de woonkern.

• De N2 is niet erkend als perifere kleinhandelsconcentratie van provinciaal niveau. Herk-de-Stad ondersteunt de provinciale visie. Bijkomende grootschalige kleinhandel langsheen de N2 bovenop de reeds bestaande is met andere woorden niet wenselijk.

GRSP Heusden-Zolder, goedgekeurd op 09-03-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • De gemeente kiest ervoor om handel en diensten te bundelen in vernieuwde, aan-

trekkelijke en goed bereikbare centra. Deze centra worden ontwikkeld overeenkom-stig het gewenste voorzieningenniveau en duidelijk afgebakend.

• De voornaamste voorzieningen en de handel worden geconcentreerd rondom de centraal gelegen N719, meer specifiek in het structuurondersteunend hoofddorp Heusden. Een duidelijke begrenzing dringt zich daarbij op.

Page 356: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 11

• Het gebied van Suska Berg bezit de potentie om als poort te worden ontwikkeld. Ge-let op de uitgestrekte lineaire kern langs de N719 en de ontwikkelingsperspectieven voor de kleinhandel in de gemeente, namelijk bundeling, wordt geopteerd geen bij-komende commerciële ontwikkelingen in het gebied van Suska Berg toe te laten.

• De bestaande kern van Eversel wordt ruimtelijk duidelijk afgebakend. Handel en buurtgebonden diensten worden overeenkomstig het niveau en de ruimtelijke draag-kracht van de woonkern geclusterd rondom de kerk.

• Verdere kernversterking in het centrum van Zolder door het clusteren van handel en diensten in een oost-west gerichte commerciële as. Boekt dient kwalitatief comple-mentair en ondersteunend te zijn aan Zolder, met eerstelijnshandelszaken en buurt-voorzieningen.

• Rond de kerk en aansluitend op de Kerkstraat in Viversel zijn bijkomende lokale han-del en vooral horeca gewenst. Langsheen de Westlaan zijn handel en diensten niet gewenst.

• In de kern van Bolderberg is een beperkt aanbod van enkele gespecialiseerde klein-handelszaken gewenst.

• In de gemeente zijn geen concentratiezones van grootschalige kleinhandel geselec-teerd.

GRSP Hoeselt, goedgekeurd op 10-11-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • Hoeselt-centrum als ontmoetings-, handels- en dienstencentrum voor de hele ge-

meente. De behoefte aan nieuwe woningen wordt opgevangen in het centrum met de bedoeling het handelsapparaat en het centrumleven maximaal te ondersteunen. Con-venience, shopping en specialty worden zoveel mogelijk geconcentreerd in de kern. De kern wordt aangeduid als handelsperimeter. Binnen deze handelsperimeter kun-nen zich nieuwe handelszaken vestigen. Over ontwikkelingen en stimulerende maat-regelen omtrent handel wordt overleg gepleegd met LEA (Lokale Economie Advies-raad). Bestaande, in de kern gelegen handelszaken kunnen blijven, kunnen aanpas-sen en vernieuwen en uitbreiden binnen de draagkracht van de kern. Wanneer lokale handelszaken meer ruimte nodig hebben dan mogelijk binnen de morfologie van de kern, wordt een mogelijkheid voorzien om zich te herlokaliseren in de te herstructure-ren zone van de SuperConfex. Bestaande, buiten de kern gelegen handelszaken kunnen blijven, kunnen aanpassen maar niet substantieel uitbreiden, en zullen bij stopzetting van bestaande handelsactiviteiten uitdoven.

• In de woonkernen wordt de nadruk gelegd op het landelijk wonen. Andere lokale functies zoals handel en ambachtelijke bedrijvigheid zijn mogelijk in de woonkernen ter bevordering van tewerkstelling en leefbaarheid. Vanzelfsprekend mag de draag-kracht van de omgeving niet overschreden worden.

• Behoud, maar geen uitbreiding, van de bestaande handel langs de Steenweg.

Page 357: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 12

GRSP Houthalen-Helchteren, voorontwerp op 13-12-200 6 Gewenste ruimtelijke structuur • Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de deelruimte Centrumgebied Houthalen worden

geconcentreerd in het centrum. De handelsomgeving en de omgeving van het hoofd-gebouw van de mijn bieden ruimte voor nieuwe dynamische ontwikkelingen. De rela-tie tussen beide wordt door deze ontwikkelingen versterkt. De nieuwe ontwikkeling beoogt een versterking van het handelsapparaat, het uitbreiden van het woonaanbod en het verhogen van de omgevingskwaliteit van het openbaar domein.

• Het kernwinkelgebied, gevormd door de Vredelaan en de Dorpsstraat, wordt afgeba-kend waardoor een concentratie van de handelsactiviteiten gestimuleerd wordt. De werken aan de N715 moeten leiden tot het beperken van de handelszaken langs de-ze weg. Een nieuw aanbod wordt gecreëerd door ruimte te voorzien ter hoogte van het Dorpsplein en langs de Pastorijstraat richting hoofdgebouw. Het is wenselijk om de verweving tussen grootschalige kleinhandel en kleinhandelszaken (warenhuizen, supermarkten, ketenwinkels, enzovoort) te behouden en te versterken.

• De Pastorijstraat vormt de schakel tussen het kernwinkelgebied en de omgeving van het hoofdgebouw. Beide gebieden vormen samen het centrum van Houthalen en moeten beter op elkaar afgestemd worden. Via een nieuwe straat wordt de omgeving van het hoofdgebouw gekoppeld aan de nieuwe ontwikkeling van het kernwinkelge-bied.

• Langsheen de N714/N74 wordt het handelscentrum beperkt: leegstaande en leeg-komende handelszaken kunnen niet opnieuw een handelszaak worden.

• Langs de Koolmijnlaan wordt de vestiging van nieuwe commerciële activiteiten en diensten beperkt tot het gebied tussen de Brelaarschansweg en de Weidestraat/ Bre-laarstraat. Belangrijk voor de leefbaarheid van de handelsvestigingen is het voorzien van een herkenbare omgeving en het aanbieden van voldoende parkeerplaatsen.

• Het Sint-Trudoplein in Helchteren moet sterker worden aangeduid als centrale ont-moetingsruimte, als het dorpsplein. Bijkomende ruimte voor handelsvestigingen wordt aangeboden in de onmiddellijke omgeving. Het Begijnenplein biedt hiervoor voldoen-de capaciteit.

• In de omgeving van de Kazernelaan is het handelscentrum van Helchteren gecon-centreerd. Het is wenselijk om de handelsomgeving te versterken. Dit wordt gestuurd door het creëren van een gericht aanbod voor nieuwe handelszaken, het afbakenen van het kernwinkelgebied en het herinrichten van de openbare ruimte.

• Het centrumgebied omheen de kerk en het cultureel centrum in Houthalen-Oost wordt verder ontwikkeld met het oog op het (opnieuw) aantrekken van handelszaken, diensten en horeca en het creëren van een aangename publieke ontmoetingsruimte. Het handelscentrum langsheen de Weg naar Zwartberg mag niet in concurrentie tre-den met het handelscentrum rondom de kerk, maar moet een complementair aanbod bieden. Op die manier kunnen beide centra elkaar versterken. Belangrijk is de afba-kening van het handelscentrum langsheen de Weg naar Zwartberg.

Page 358: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 13

• Handelsvestigingen in de omgeving van het bedrijventerrein N715 worden geherloka-liseerd naar de hoofddorpen.

GRSP Kinrooi, goedgekeurd op 08-11-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • De commerciële structuur (handels- en voorzieningenapparaat) in Kinrooi situeert

zich in de verschillende kernen en gedeeltelijk toeristische en recreatieve zones. Er zal hier ook ruimte blijven voor een aangepast en lokaal bedienend handels- en voor-zieningenapparaat. Deze is vooral geconcentreerd op dagdagelijkse voorzieningen. Hierbij moet rekening gehouden worden met de draagkracht van de ruimere omge-ving en mag deze niet overschreden worden. Nieuwe ontwikkelingen op lokaal ni-veau zullen aansluiten bij de lokale woon- en leefstructuur. Leegstand van winkels moet voorkomen worden. Voor de verschillende deelkernen is in de nederzettings-structuur een afbakening gemaakt. Nieuwe ontwikkelingen zullen altijd binnen deze zone gebeuren.

• Nieuwe groothandelszaken zijn slechts mogelijk in deze afgebakende kernen en voornamelijk langs ontsluitingswegen (verkeersaantrekkende functies). Verweven-heid in de bestaande structuren wordt daar waar mogelijk gepromoot, maar opnieuw mag ook hierbij de draagkracht niet overschreden worden. Bijkomende voorzieningen op een hoger niveau worden voorzien in het hoofddorp Kinrooi-centrum. In de andere kernen zijn bijkomende functies woonondersteunend gericht.

• Voor de verschillende kernen is bepaald welke de meest geschikte zones zijn voor commerciële functies en waar deze gepromoot zullen worden. Andere locaties zijn ook mogelijk, indien gelegen in de afbakening van de kernen. Bestaande handelsza-ken blijven behouden.

• Bijkomende perifere (groot)handel, buiten de afgebakende woonkernen, wordt door de gemeente niet meer getolereerd. Groothandelszaken langs gewestwegen zijn echter nog altijd mogelijk, maar dan in centrumgebieden, zonder daarbij de draag-kracht van de plek te overschrijden. Deze winkels zijn meestal sterk autogericht. Bij nieuwe inplantingen moeten problemen zoals ontsluiting, parkeren, verkeersleef-baarheid en -veiligheid onderzocht worden. Bij de bestaande baanwinkels worden de knelpunten geanalyseerd en moeten oplossingen gezocht worden. De locatie van de grensovergang wordt geselecteerd als een niet-kernversterkende kleinhandelscon-centratie. Uitbreidingen zijn hier niet meer mogelijk, herstructureringen wel.

GRSP Kortessem, goedgekeurd op 19-02-2003 Gewenste ruimtelijke structuur • Bundeling van wonen en werken in de kernen. De bundeling streeft een selectieve

concentratie na van de groei van het wonen, het werken en van de andere maat-schappelijke functies in de kernen van het buitengebied met een essentieel gesitu-

Page 359: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 14

eerde hoofdkern, namelijk Kortessem-centrum. Verweving van activiteiten en functies staat voorop.

• Invulling van de woonbehoefte bundelen in de kernen van het buitengebied, zijnde Kortessem-centrum, Guigoven, Vliermaal en Vliermaalroot.

• Daar waar ruimtelijk verantwoord door inbreiding aan kernversteviging doen om een voldoende draagvlak te realiseren voor een lokaal en bovenlokaal voorzieningenni-veau in de hoofdkern van Kortessem. In de woonkernen van Vliermaal, Vliermaalroot, Guigoven en Wintershoven wordt een beperkt voorzieningenniveau van basisvoor-zieningen verzekerd (kruidenier, slager, bakker, enzovoort).

• Lokalisatie van bijkomende ruimtebehoefte voor onder meer dienstverlening, klein-handel en lokale economie in het hoofddorp Kortessem-centrum, weliswaar op het niveau van het hoofddorp.

• In het centrum van Kortessem wordt gestreefd naar de Dorpsstraat als lokaal han-delscentrum voor detailhandel en een concentratie van horeca in het gebied ter hoogte van de kerk.

• Vanuit de ruimtelijke ontwikkeling van de kern van Kortessem-centrum moet de leeg-loop van het centrum worden tegengegaan. Om de handelsontwikkelingen langs de N20 in de hand te houden en ruimtelijke structurering van de bestaande handelsop-pervlakte te verbeteren en te definiëren werd het centrum BPA bijgestuurd.

GRSP Lanaken, plenaire vergadering op 07-01-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Een afgewogen ontwikkeling met Maastricht. Voorgesteld wordt om in de grenszone

een grensoverschrijdend ontwikkelingsproject op te starten. • Het versterken van de continuïteit en de kwaliteiten van de open ruimte via de uit-

bouw en het herstel van open-ruimte-corridors op regionaal en lokaal niveau, en de multifunctionele ontwikkeling van de Langkeukelbeekvallei tot in Lanaken-Centrum.

• De kwalitatieve uitbouw van de nederzettingen, volgens de categorisering in hoofd-dorpen en woonkernen.

• De maximale benutting van de aanwezige economische mogelijkheden als knoop-punt in het Economisch Netwerk Albertkanaal.

• De optimalisering van de lijninfrastructuur door een hiërarchisering van het wegennet, de uitbouw van een lightrail verbinding tussen Hasselt en Maastricht en een intensie-ver gebruik van het Albertkanaal.

GRSP Leopoldsburg, openbaar onderzoek op 11-11-2007 en 18-02-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • De compactheid en de verweving van commerciële functies (handel, diensten en

horeca) zijn sterke kwaliteiten van het huidige commerciële centrum. Beide kenmer-ken worden in stand gehouden. Om de aantrekkelijkheid van het centrum te verster-ken wordt een commercieel circuit gedefinieerd. Doelstelling hiervan is om een par-

Page 360: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 15

cours te creëren met een continue etalage. De ontwikkeling van het commerciële centrum wordt gefaseerd aangepakt. In een eerste fase wordt gestreefd naar een opwaardering van de huidige commerciële assen. In een tweede fase kan gedacht worden aan uitbreiding.

• In functie van de leefbaarheid (en in tweede instantie ook de werkgelegenheid) kan buurtgebonden kleinhandel gebundeld worden in lokale centra. Dit geldt zowel voor het kleinstedelijk gebied als voor het buitengebied.

• Aanvullend op het commercieel centrum en de buurtcentra kan in beperkte mate grootschalige detailhandel een plaats krijgen in Leopoldsburg. Deze vorm van klein-handel is complementair aan het centrum. Deze aanvulling versterkt de positie van Leopoldsburg als kleinstedelijk gebied in de regio. Het kan echter niet de bedoeling zijn om in concurrentie te treden met grote detailhandelszones in de regio.

• De steenwegen kunnen in beperkte mate dienen voor de inplanting van economische activiteiten die grootschaliger zijn en een sterker verkeersgenererend karakter heb-ben. Gewenste activiteit is onder andere grootschalige detailhandel. De gewenste multifunctionele ontwikkeling van de steenwegen, met aandacht voor het behoud van de woonfunctie, stelt echter randvoorwaarden aan hun commerciële ontwikkeling.

• Gezien de stationsomgeving grenst aan het centrum kunnen ook kleinhandel en ho-reca er een plaats krijgen. De aanwezigheid van deze functies moet echter beperkt worden om geen te sterke concurrentie met het centrum te introduceren. Aan de ka-naalkom is plaats voor economische activiteiten die gericht zijn op de recreatieve functie van het kanaal. Het gaat om bedrijvigheid, specifieke detailhandel en horeca. Aan de kop van het kanaal is ruimte voor bijkomende kleinhandel die ondersteunend is voor het noordelijk deel van het kleinstedelijk gebied.

GRSP Lommel, goedgekeurd op 28-10-2004 Gewenste ruimtelijke structuur • De kleinhandel in Lommel wordt verder uitgebouwd ter ondersteuning van de stede-

lijke en regionale rol van Lommel. Deze uitbreiding op stedelijk en regionaal niveau zal gebeuren binnen het stedelijk gebied. Daarbij wordt gestreefd naar een verster-king van en een interactie met de bestaande handels- en horecaconcentraties. Bij de ontwikkeling van de kleinhandel wordt rekening gehouden met de bereikbaarheid voor het openbaar vervoer en voor de auto en met de aard en de draagkracht van de nabije omgeving.

• De stedelijke drager Dorp – Stationsstraat – Station wordt uitgebouwd tot een stede-lijke concentratie van kleinhandel met een regionale uitstraling. Het is tevens een zoekzone voor kantoren. Binnen deze stedelijke drager wordt een onderscheid ge-maakt tussen drie concentraties van kleinhandel:

- In het kernwinkelgebied van Lommel wordt bundeling en verweving van kleinhandel, horeca, diensten en wonen nagestreefd.

- De Buitensingel, in het provinciaal structuurplan Limburg geselecteerd als kleinhan-delsconcentratie van provinciaal niveau, wordt verder uitgebouwd tot een toonzaal-

Page 361: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 16

distributiezone. Een 2de fase wordt in het vooruitzicht gesteld voor kleinhandel gericht op bouw, tuinbouw, interieur enz. Er wordt een reservestrook voorzien langsheen de N71 tussen de Balendijk en de Hoeverheide.

- Een specfieke kleinhandelsconcentratie langsheen de Stationsstraat laat ontwikkeling toe voor middelgrote handels- en dienstenzaken die niet thuishoren in het kernwin-kelgebied noch in een grootschalige kleinhandelsconcentratie.

• Het stadsbestuur is pleitbezorger voor de aanwezigheid van kleinhandelszaken als sociale contactpunten in woonkernen en in de woondorpen.

• Een bijzondere locatie is het kruispunt Molse Kiezel en N769 in Heeserbergen, waar specifieke voorzieningen, die ruimte-extensief en tegelijkertijd laagdynamisch zijn, kunnen ondergebracht worden. Voorbeelden zijn een tuincentrum, een kuuroord….

GRSP Lummen, goedgekeurd op 01-02-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • De gewenste nederzettingenstructuur wordt bepaald door een centrumgericht beleid

waarbij op verschillende schaalniveaus het wonen, de diensten, de voorzieningen en de economische ontwikkeling worden gebundeld. De nieuwe ontwikkelingen en bij-sturingen in de ruimtelijke structuur zijn centrumgericht door inbreiding en verdichting, toegespitst op het verzekeren van de leefbaarheid, voldoende draagvlak voor voor-zieningen en het optimaal functioneren van hoofddorp en woonkernen. Een verdere uitzwerming, verlinting en wildgroei wordt tegengegaan.

• Lummen wordt geselecteerd als hoofddorp. Prioriteit wordt gegeven aan een multi-functionele ontwikkeling en verweving van functies. De kleinhandel in Lummen wordt in het kernwinkelgebied versterkt ter hoogte van de Kerkstraat, het Gemeenteplein, de Dorpsstraat en de Dr. Vanderhoeydonckstraat. De Oostereindestraat, tussen de Dr. Vanderhoeydonckstraat en de Ringlaan, en de Neerstraat worden aangewezen als zogenaamde winkeluitloopstraten, waarbij naast de winkelfunctie ook sprake is van een sterke woon- en verkeersfunctie. Het uitzwermen van kleinhandel buiten het commercieel centrum, dit is kernwinkelgebied en winkeluitloopstraten samen, wordt tegengegaan. Langs en buiten de Ringlaan worden geen kleinhandelsontwikkelingen meer toegelaten. Het Gemeenteplein wordt, ondersteunend aan de kleinhandel, ver-sterkt als horecagebied.

• In de woonkernen Meldert, Linkhout en Genenbos wordt een herkenbaar en klein-schalig centrum op maat van de woonkern uitgebouwd. Het bestaande voorzienin-genniveau wordt op het niveau van de kern versterkt. In de woonkernen worden de volgende straten als lokaal winkelgebied voor lokale kleinhandelsvoorzieningen weer-houden: de Genenbosstraat tussen de Begijnhofstraat en de Sint-Rochusstraat in Genenbos, de Linkhoutstraat tussen de Demerstraat - Beekstraat en de Schansstraat in Linkhout, de Meldertsebaan tussen de Zandstraat en het ontmoetingscentrum en de Pastorijstraat tussen de Geenmeerstraat en de Meldertsebaan in Meldert. In Thie-winkel wordt de bestaande kleinhandel langs de Thiewinkelstraat ondersteund.

Page 362: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 17

GRSP Maaseik, goedgekeurd op 06-04-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • De commerciële structuur moet worden opgehangen aan de differentiatie van de

kernen: woonkernen, hoofddorp en stedelijke gebied. Bovendien moet deze structuur de kern versterken. Perifere kleinhandel aan de rand van het stadscentrum is enkel mogelijk in stedelijk Maaseik voor handel die niet verweefbaar is met een centrumlo-catie.

• Maaseik heeft nood aan een centrumondersteunende kleinhandelsontwikkeling, dit zijn middelgrote kleinhandelszaken die op wandelafstand liggen van het historische centrum en ingepast zijn in een logisch wandelcircuit. Belangrijk is wel dat de winkel-vestigingen naar afstand, omvang en assortiment het centrum geen concurrentie aandoen. De bestaande commerciële as Bosstraat - Bleumerstraat met daarop een aantal vertakkingen moet worden versterkt. Aanknopingspunt is het voorzien van een nieuwe museumsite om de Boomgaardstraat in te schakelen in het wandelcircuit.

• Binnen het stedelijk commercieel centrum moet leegstand van winkels worden ver-meden en moet een groot aanbod van verschillende kleinere winkels worden gepro-moot. Stedelijk commerciële poorten liggen op strategische uiteinden van het stede-lijk commercieel centrum. De poorten zijn complementair aan het centrum door de grotere vloeroppervlakten die per winkel beschikbaar zijn. Perifere stedelijk commer-ciële polen moeten beperkt blijven. Uitbreidingen en nieuwvestigingen zijn mogelijk voor zover die niet in het centrum kunnen worden verdragen en de ruimtelijke draag-kracht van de omgeving niet overschrijden. De polen moeten minimaal langsheen een lokale ontsluitingsweg zijn gelegen en maximaal in het stedelijk weefsel geïnte-greerd zijn. Buiten de geselecteerde locaties zijn nieuwe perifere kleinhandelsontwik-kelingen niet toegelaten. In de commerciële centra in het buitengebied mag de in-vloedssfeer van de winkels de kern niet overschrijden.

• In de kernen van Wurfeld, Heppeneert, Aldeneik en Siemkensheuvel kan de be-staande kleinhandel op maat van de kern behouden en versterkt worden. Kleinhandel die de maat van de kern overstijgt, moet worden afgebouwd en vermeden. De kern Siemkensheuvel moet leefbaar worden gehouden door milderende maatregelen in functie van de overlast ten gevolge van de N78, waar enkele bovenschaalse klein-handelsactiviteiten voorkomen.

GRSP Maasmechelen, openbaar onderzoek op 18-02-2008 en 20-05-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Maasmechelen wil het handelscentrum kunnen blijven uitbouwen en versterken op

het niveau van het kleinstedelijk gebied en met een regionaal hinterland voor het zui-delijk Maasland en zelfs ver daarbuiten door de sterke concentratie in Eisden (Pau-wengraaf en grootschalig winkelcomplex M2). Value Retail in de Leisure Valley wordt

Page 363: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 18

niet als handelsactiviteit beschouwd, maar als toeristisch-recreatieve pool met een shopping karakter.

• Langs de N78 zijn tal van handelszaken gegroeid. Overeenkomstig het gevoerde beleid van de afgelopen 5 jaren wordt de handelsfunctie over het algemeen niet ver-der gestimuleerd ten voordele van de mogelijkheden voor een stedelijk wonen ge-koppeld aan een openbaar vervoerscorridor. In de toekomstvisie wordt de handelsac-tiviteit wel op selectieve plekken behouden, geconcentreerd en gestimuleerd, onder andere het centrumgebied van Mechelen-aan-de-Maas en een gebied ten zuiden van de E314.

• Gedifferentieerd versterken van het lokaal verzorgend en regionaal handelsapparaat binnen het stedelijk netwerk door een gevarieerde ontwikkeling met duidelijke ver-schillende accenten en van verschillend niveau (Pauwengraaf, M2, Kruindersweg, Oude Baan, N78, centrum Mechelen-aan-de-Maas, J. Smeetslaan).

• Verdere versterking en uitbouw van het commercieel centrum, ter hoogte van de Pauwengraaf (en omgeving) met een regionale uitstraling.

• In stand houden van een commercieel subcentrum ter hoogte van Mechelen-aan-de-Maas.

• Het ontwikkelen van een gebiedsgericht specifiek ruimtelijk handelsbeleid voor de N78.

• Streven naar een optimale verweving van lokale handel en diensten in de woonom-gevingen en woonkernen.

• Ontwikkeling van Maasmechelen Leisure Valley met onder andere de toeristisch-recreatieve shopping Value Retail.

GRSP Meeuwen-Gruitrode, goedgekeurd op 13-01-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • In de verschillende kernen van Meeuwen-Gruitrode blijven er ontwikkelingskansen

voor een aangepast en lokaal bedienend handels- en voorzieningenapparaat. Het gaat dan om de dagdagelijkse voorzieningen (bakker en slager) die in de centrumge-bieden van de kern hun potenties moeten kunnen blijven benutten. Er wordt een dui-delijke concentratie in de kernen nagestreefd.

• De diensten en voorzieningen van een hoger niveau moeten gewaarborgd blijven binnen de hoofdkern Meeuwen. Meeuwen is de kern bij uitstek qua voorzieningenni-veau, handelsapparaat, administratief hart, inwonerstal en de ligging van de ambach-telijke zone Klein Heide.

GRSP Neerpelt, goedgekeurd op 26-01-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Actief centrumbeleid voor een winkelcentrum van bovenlokaal belang. • Gewenste ruimtelijke structuur van kleinhandel af te stemmen op gewenste ruimtelij-

ke structuur van het centrum.

Page 364: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 19

• Visie op 3 schaalniveaus: - Bipolair stedelijk gebied, waarin handelskern Neerpelt een belangrijk knooppunt

van handel en diensten vormt. Mogelijke nieuwe initiatieven van andere omvang op verbindingsweg tussen Overpelt en Neerpelt.

- Neerpelt centrum, met aandacht voor meer samenhang in de ruimtelijke struc-tuur, een meer uniforme inrichting van openbaar domein en creatie van herken-bare routing.

- Knooppunten en concentraties, met aanduiding van aantal centrumlocaties maar tevens aanduiding van concentratie aan Station, zone noordelijke omleiding (her-kenbare poort aan noordzijde centrum voor grootschaligere handelsactiviteiten) en zone Leopoldlaan en binnengebied (verbinding van 2 herkenbare kerngebie-den)

• kleinhandel buitengebied, minimale eerstelijnsbevoorrading op lokaal niveau. GRSP Nieuwerkerken, goedgekeurd op 21-12-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • Nieuwerkerken wordt geselecteerd als hoofddorp. De toekomstige behoeften aan

wonen, kleinhandel, lokale bedrijvigheid, recreatie, sport, enzovoort worden dan ook in Nieuwerkerken gepland. In het hoofddorp wordt gestreefd naar een bundeling van voorzieningen. Op de Diestersteenweg zijn specifieke en beperkte lokale bedrijvig-heid en kleinhandel mogelijk naast de woonfunctie.

• Kozen, Wijer en Binderveld zijn woonkernen waar een kleinschalig centrum op maat van de kern kan worden uitgebouwd. Binderveld is een woonkern met een beperkt kleinhandels- en voorzieningenapparaat in het centrum. In Wijer kan een beperkt kleinhandels- en voorzieningenapparaat plaatsvinden. Het gaat dan om de dagdage-lijkse voorzieningen zoals een bakker en een slager. Kozen is net als Wijer en Bin-derveld een woonkern met beperkte kleinhandel en voorzieningen in het centrum, rond de kruising van de Dorpsstraat en de Wijerstraat met de Opcosenstraat en de Bergstraat.

GRSP Opglabbeek, goedgekeurd op 13-09-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Opglabbeek wordt geselecteerd als hoofddorp. Prioriteit wordt gegeven aan het op-

krikken van het centrumgebeuren en het opwaarderen van de openbare gebieden als één samenhangend geheel, gekoppeld aan een duidelijke afbakening van een ver-dicht centrumwonen en een ruimtelijke link naar de Bosbeekvallei. Op die manier wil men streven naar een dynamisch en leefbaar kleinhandels- en wooncentrum in het hoofddorp.

• In de woonkernen Louwel, Nieuwe Kempen en Dennenweelde wil men de openbare gebieden opwaarderen, gekoppeld aan een beleid van centrumverdichting. Zo kan men de leefbaarheid en eigenheid van elke woonkern zeker stellen.

Page 365: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 20

GRSP Overpelt, openbaar onderzoek op 21-02-2008 en 22-05-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Het handelscentrum van Overpelt wordt afgebakend ter hoogte van de Dorpsstraat,

de Oude Markt en de Heuf. Binnen dit handelscentrum worden de centrumverster-kende, kleinschalige handelsactiviteiten, zoals bijvoorbeeld kleinhandel en horeca, gebundeld in het kader van het revitaliseren van de dynamiek van het centrumge-bied.

• De Leopoldlaan wordt als een groene, stedelijke boulevard verder vorm gegeven. Bestaande handelsactiviteiten worden geconsolideerd en nieuwe kleinschalige han-delsactiviteiten kunnen zich langsheen de boulevard blijven vestigen, weliswaar steeds in combinatie met wonen. Nieuwe grootschalige handelsactiviteiten worden gebundeld in de stedelijke ontwikkelingsclusters, gelegen in het gebied tussen Over-pelt-centrum en Neerpelt-centrum.

• De handelszone Den Dries ontwikkelt zich als nieuwe stedelijke ontwikkelingscluster voor middelgrote handelszaken, detailhandel complementair aan Overpelt-centrum en Neerpelt-centrum, maar omwille van de schaalgrootte niet verweefbaar in het kleinschalige centrumweefsel.

• In de woonkern Lindel is enkel woonkerngebonden handel toegelaten. Nieuwe woon-kerngebonden activiteiten moeten zich bij voorkeur bundelen in de directe omgeving van de Parkstraat. De bestaande en verspreid liggende handelszaken langsheen de Lindelsebaan worden geconsolideerd.

• Het centrumgebied van de woonkern Overpelt Fabriek-West biedt ruimte voor moge-lijke kleinschalige en woonkerngebonden handelsactiviteiten.

• In de woonkern Overpelt Fabriek-Oost wordt geen extra handelsperimeter afgeba-kend. Men wenst enkel de bestaande, lokale handelsvoorzieningen (op wijkniveau) toe te laten.

• In de woonwijk Holheide worden de dagdagelijkse voorzieningen voldoende ingevuld waardoor onvoldoende draagvlak is voor nieuwe wijkgebonden voorzieningen.

• Het historisch gegroeide handelslint langsheen de Astridlaan wordt als handelslint erkend.

GRSP Peer, goedgekeurd op 23-02-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • De centraal voorzienende functies zoals kleinhandel, openbare diensten, dienstverle-

ning en kantoren voor de hele gemeente worden verder ontwikkeld in het centrum van Peer.

• In de binnenstad van het centrum van Peer staat het behoud van een divers aanbod aan kleinhandelszaken centraal. Het eigenlijke winkeltraject wordt beperkt tot de Steenweg op Wijchmaal tot ca. 100 m buiten de vesten, de Kerkstraat, een gedeelte van de Nieuwstraat, de Markt, de Oudestraat en de Baan naar Bree tot ca. 100 m

Page 366: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 21

vanaf het rond punt. De zones in het binnengebied De Boogert en aan het Armand Preud’hommeplein worden aangeduid als lobben behorend tot de kleinhandelsperi-meter. Binnen de perimeter kunnen nieuwe kleinhandelszaken zich vestigen. Buiten de perimeter kunnen bestaande, verspreide kleinhandelszaken blijven, maar worden geen nieuwe zaken toegelaten.

• Met betrekking tot convenience, shopping en speciality met een ruim winkelvloerop-pervlak wordt het volgende beleid gevoerd: - Het locatiebeleid voor nieuwe regionaal gerichte kleinhandelszaken (meubelza-

ken, grote confectiezaken, enzovoort) wordt geregeld op bovenlokaal niveau. - Bestaande, in de binnenstad gelegen kleinhandelszaken kunnen blijven, kunnen

aanpassen en vernieuwen. - Bestaande, op de toegangswegen naar Peer-Centrum gelegen kleinhandelsza-

ken kunnen blijven, kunnen aanpassen maar niet substantieel uitbreiden, en zul-len, bij stopzetting van de bestaande handelsactiviteiten, uitdoven.

• De horecaperimeter voor nieuwe horecazaken bevindt zich op het volgende traject van de Kerstraat, de Markt en de Oudestraat binnen de vesten. Nieuwe horecazaken binnen deze perimeter worden gestimuleerd. Buiten deze perimeter worden geen nieuwe horecazaken meer toegelaten. Bestaande horecazaken kunnen uiteraard ter plaatse blijven.

• Op lokale bedrijventerreinen worden geen nieuwe zuivere kleinhandelszaken toege-laten.

• De provincie selecteert de Meubelboulevard als kleinhandelszone type III. Voor de Meubelboulevard is herstructurering aangewezen met als hoogste inzet de optimali-sering van de bestaande toestand. Alleen ten behoeve van een herschikking van het parkeren kan een kleine uitbreiding van het terrein in het ruimtelijk uitvoeringsplan worden toegelaten. De Meubelboulevard heeft een belangrijke potentie als toeristisch punt. Onderzocht zal worden of de kleinhandelszaken van de Meubelboulevard kun-nen gekoppeld worden aan bepaalde kleinhandelszaken in het centrum. Op die ma-nier wordt de relatie met Peer en het belang van de Meubelboulevard voor het toe-risme ondersteund.

• Het gemengd bedrijventerrein-kleinhandelszone Laerderheide, dat gezien kan wor-den als historisch gegroeide zone, moet op die plaats kunnen blijven functioneren. Een goede inrichting, structurering en ontsluiting is hier nodig en in het kader van de leefbaarheid zal een uitbreiding worden afgewogen. Voor het hele gebied moet een inrichtingsplan worden uitgewerkt dat de ontwikkeling van bedrijvigheid en kleinhan-del verenigt.

GRSP Riemst, goedgekeurd op 23-08-2007

Page 367: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 22

Gewenste ruimtelijke structuur • Het streven is een leefbare handel op het niveau van Riemst. Voor de verdere ont-

wikkeling van de kleinhandelsactiviteiten wordt uitgegaan van het principe van ver-weving van functies, maar deze mogen elkaar niet bedreigen.

• Riemst en Vlijtingen worden geselecteerd als de hoofddorpen. Kleinhandelszaken vestigen zich zo veel mogelijk in de kernen van de hoofddorpen en de woonkernen. Handelsactiviteiten en horeca-activiteiten aan de woonlinten kunnen slechts indien ze historisch gegroeid zijn. Nieuwe zaken situeren zich beter in de woonkernen. De acti-viteiten zijn telkens op het niveau van de desbetreffende kern.

• In grote lijnen kan gesteld worden dat de Maastrichtersteenweg en het gebied ten noorden ervan de zone wordt van kleinhandel en bedrijvigheid.

• Het samen voorkomen van wonen, kleinhandel, bedrijvigheid, diensten en landbouw langs de steenweg blijft gemengd en op lokaal niveau. Met uitzondering van land-bouw zullen de functies zich concentreren aan de steenweg maar ter hoogte van de kernen. De bestaande voorzieningen buiten deze kernen blijven behouden.

• Bestaande kleinhandelsvestigingen kunnen uitbreiden in functie van de leefbaarheid, dit zal altijd gebeuren binnen de geëigende bestemmingszone. Belangrijker is de schaal en de architectuur van de bebouwing die in overeenstemming moet zijn met de bebouwde omgeving en het open landschap. Nieuwe kleinhandelsvestigingen si-tueren zich altijd op lokaal niveau, bijvoorbeeld krantenwinkel, superette, bank, broodjesbar, enzovoort. Nieuwe vestigingen die het lokaal niveau overstijgen worden niet toegelaten. Nieuwe lokale kleinhandelszaken kunnen zich enkel vestigen aan de steenweg in de drie dorpen.

GRSP Sint-Truiden, goedgekeurd op 25-10-2000 Gewenste ruimtelijke structuur • De handels-, dienstverlenende en verzorgende functie voor de ruime regio blijft een

belangrijke activiteit in de stad, maar deze sectoren kennen naar de toekomst geen explosieve ontwikkeling meer. Zij blijven stabiel, kennen een normale, gestadige groei (o.m. om hun regionale functie te kunnen opnemen) en een regelmatige ver-nieuwing. Zij concentreren zich in de kernstad. De handel zal zich verder met diversi-teit in het aanbod ontwikkelen. Het winkelgebeuren in Sint-Truiden situeert zich bin-nen de kernstad, met accent op de binnenstad. De as station - binnenstad - Brus-tempoort is het regionale handelscentrum; ook de grootwinkels worden hier gecon-centreerd, met een uitloper in de omgeving van Brustempoort aan de noordoostelijke omleiding.

• Voor een leefbaar, onafhankelijk dorp zijn economische en sociaal-culturele voorzie-ningen op een zekere schaal noodzakelijk. Het gaat dan in de eerste plaats om een bakker, een algemene voedingwinkel, een slager en een café. In Sint-Truiden beho-ren Zepperen, Brustem en Velm tot de groep van onafhankelijke kernen. In het dor-pengeheel Gelinden-Engelmanshoven-Gelmen gedragen de kernen zich, met een

Page 368: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 23

weliswaar beperkte uitrusting van een warenhuis, ook als economisch onafhankelijke kernen.

• Uitbouw van een oost-west commerciële hoofdas Station-Markt-Brustempoort. Deze gemengde as bevat naast wonen een verscheidenheid aan detailwinkels, in de stati-onsomgeving ook kantoren en aan de beide uiteinden mogelijkheden voor middelgro-te winkels. Dit houdt in dat zogenaamde baanwinkels in Sint-Truiden worden ge-weerd en dat zij worden geïntegreerd in het stedelijk weefsel op de best bereikbare plaatsen langs deze as in de kernstad.

• Ontwikkeling van twee stedelijke pleinen (noord en zuid) met eromheen een kring van stedelijke voorzieningen. De voorzieningenplekken zijn gesitueerd aan Veemarkt en Montakenweg/ Ziekerenweg. De twee pleinen en hun wanden worden aantrekke-lijk ingericht, maar blijven functioneel, qua attractiviteit en belevingswaarde op een lager niveau dan de stedelijke pleinen in de binnenstad, in het bijzonder Markt en Groenmarkt.

• Versterking van de zeven bestaande woonbuurten en de nieuwe stationsbuurt tot aantrekkelijke, gemengde stadsbuurten. Kleinere handelsplekken in elke woonbuurt kennen hun normale ontwikkeling.

• Velm wordt een groot dorp. Handelszaken in de omgeving van het dorpsplein en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkern krijgen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden.

• Halmaal wordt een gehucht. • Wilderen-Duras wordt een middelgroot dorpengeheel waar de handelszaken in de

omgeving van de twee dorpskruispunten en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de beiden woonkernen aangepaste ontwikkelingsmoge-lijkheden krijgen.

• Runkelen-Gorsem wordt een middelgroot dorpengeheel waar de handelszaken in de omgeving van de twee accenten in de straatlinten en landbouwbedrijven en klein-schalige (ambachtelijke) bedrijven in de beiden woonkernen aangepaste ontwikke-lingsmogelijkheden krijgen.

• Metsteren wordt een gehucht. • Kortenbos-Senselberg wordt een recreatief-toeristisch gericht middelgroot dorpenge-

heel waar de handelszaken in de omgeving van basiliek en domeintoegang en land-bouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de beiden woonkernen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen.

• Zepperen wordt een groot dorp waar de handelszaken in de omgeving van het Sint-Genevovaplein en de accenten aan de hoofdstraat en landbouwbedrijven en klein-schalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkern aangepaste ontwikkelingsmoge-lijkheden krijgen.

• Ordingen wordt een middelgroot dorp waar de handelszaken in de omgeving van het dorpsplein en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkern aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen.

• Brustem wordt een groot dorp met een kleine centrale as tussen kerkplein en dorps-plein als concentratieplek voor handel en nieuwe voorzieningen, waar de handelsza-

Page 369: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 24

ken in de omgeving van de twee pleinen en landbouwbedrijven en kleinschalige (am-bachtelijke) bedrijven in de woonkern aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krij-gen.

• Gelinden-Groot-Gelmen-Engelmanshoven wordt een groot dorpengeheel waar de handelszaken in de omgeving van de twee dorpspleinen en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkernen aangepaste ontwikkelings-mogelijkheden krijgen.

• Aalst wordt een middelgroot dorp waar de handelszaken in de omgeving van het dorpsplein en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de beide woonkernen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen.

• Kerkom wordt een klein dorp. • Bevingen wordt een klein dorp dat voor handelszaken en voorzieningen sterk aan-

gewezen is op de kernstad. GRSP Tessenderlo, plenaire vergadering op 15-12-200 7 Gewenste ruimtelijke structuur • Het centrum van Tessenderlo wordt verder ontwikkeld als handelscentrum. Er wordt

een gedifferentieerd beleid gevoerd voor de vestiging van nieuwe horeca en han-delszaken in het centrum. Aan de hand van stimulerende maatregelen wordt het ei-genlijke winkeltraject kwalitatief uitgewerkt in de zogenaamde T: de Diesterstraat en de Neerstraat tussen Rodeheide en Lichtveld en de Stationsstraat vanaf de Markt tot Steendriesen. Binnen deze perimeter wordt het vestigen van nieuwe handelszaken gestimuleerd. Buiten de perimeter kunnen bestaande, verspreide handelszaken blij-ven en ontwikkelen, maar dat wordt niet gestimuleerd. De horecaperimeter voor nieuwe horecazaken bevindt zich rond de Markt, waar eveneens een stimulerend lo-catiebeleid wordt gevoerd.

• In de woonkernen Hulst, Schoot en Engsbergen worden basisvoorzieningen (bakker, slager, superette) ondersteund in functie van het behouden van de woonkwaliteit.

• Grotere handelszaken worden zoveel mogelijk geconcentreerd op daarvoor voorzie-ne plaatsen, namelijk de handelszone langs de Hulsterweg en de Diesterstraat. De handelszaken daar zijn complementair aan die in het centrum. Naar deze locaties kan enkel worden uitgeweken indien een inplanting in de kern of het centrum niet haalbaar blijkt.

GRSP Tongeren, openbaar onderzoek op 07-05-2007 en 04-08-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Tongeren wil zich als handelscentrum op het niveau van het structuurondersteunend

kleinstedelijk gebied positioneren tussen Hasselt, Luik en Maastricht en haar koop-binding met het hinterland stabiliseren.

• Het kernwinkelgebied versterken in functie van het directe en indirecte marktgebied. De historisch gegroeide winkelstraten binnen de wallen worden als kernwinkelgebied

Page 370: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 25

versterkt door het wegwerken van de leegstaande panden en het verbeteren van het wooncomfort. De zone omheen de Grote Markt wordt als horecapool versterkt en het gebied tussen de Romanaparking en de Grote Markt wordt herontwikkeld. De stati-onsomgeving wordt als zone voor dienstverlenende activiteiten en kantoorondersteu-nend aanbod gedefinieerd. De Veemarkt/ Leopoldwal wordt als kerngebied voor an-tiek versterkt terwijl het Julianusproject de uitvalbasis vormt voor iets grotere winkels ondersteunend aan het winkelkerngebied.

• De woonkernen voorzien een aanbod aan primaire voorzieningen. • Aansluitend aan het regionaal bedrijventerrein Overhaem wordt aan de overzijde van

de N20, de Luikersteenweg, een kleinhandelszone uitgebouwd in aansluiting op de bestaande kleinhandel.

GRSP Voeren, openbaar onderzoek op 16-12-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Doelstelling: het aangeven van ontwikkelingsperspectieven voor kleinhandel en hore-

ca, met klemtoon op het bestendigen en verweven van de hoofdkern en woonkernen. • Dorpskernen als concentraties voor horeca, handel, diensten en verweven bedrijvig-

heid. Horeca concentreert zich in de eerste plaats in de zes kernen. Voor toekomsti-ge ondersteuningen en ontwikkelingen wordt daarbij tevens rekening gehouden met de aangegeven hiërarchie. De herwaardering van het openbaar domein draagt bij tot een aantrekkelijke omgeving als ontmoetingsplaats en ondersteunt de lokale horeca.

• Handelszaken op het niveau van de dorpen, met vloeroppervlakten tot een grootteor-de van 300 m2, zijn verweven met het wonen en blijven mogelijk. Wat betreft de pri-maire voorzieningen blijven de inwoners van Voeren aangewezen op Visé, Tongeren, Aubel en Alleurs. De diensten blijven in die zin gerelateerd aan de eigen woonfunctie van de verschillende dorpen.

GRSP Wellen, goedgekeurd op 24-06-2004 Gewenste ruimtelijke structuur Handelszaken vestigen zich bij voorkeur in de kernen. Omdat het gezien de lintstructuur niet altijd mogelijk is een duidelijke kernbeleid te volgen worden de volgende principes gehanteerd: • In de handelszone Wellen vestigen nieuwe handelszaken zich bij voorkeur langs de

hoofdstraten binnen de poorten naar de kern. Het uitwaaieren van handelszaken zal ontmoedigd worden. De Dorpsstraat wordt opgewaardeerd en verfraaid als belang-rijkste herkenbare handelsstraat in de gemeente. Grotere handelszaken moeten be-schikken over eigen parkeerterreinen.

• Op het lokaal inkooperf Overbroekstraat kunnen handelszaken met groter vloerop-pervlak gevestigd blijven die onvoldoende ruimte hebben binnen de poorten van het centrum. Men wenst de zone niet uit te breiden, maar wel te behouden en beter te

Page 371: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Bijlagen 26

structureren. De Overbroekstraat biedt ruimte en mogelijkheden aan een speciaal segment van handel dat niet integreerbaar is in het eigenlijke centrum.

• In de woonkern Vrolingen en in het brouwerijdorp Ulbeek, het dorp Berlingen en in het lintgebied kunnen zich handelszaken ontwikkelen of handhaven op wijkniveau. De vestiging van grotere handelszaken is niet toegelaten.

• Op alle andere plaatsen zal de vestiging van handelsvoorzieningen ontmoedigd wor-den. Alleen in de geselecteerde bakens kunnen zich eventueel speciale handelsza-ken vestigen.

GRSP Zonhoven, openbaar onderzoek op 17-05-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Handelszaken vestigen zich zoveel mogelijk in de kernen van de woongebieden. De

activiteiten zijn op het niveau van de desbetreffende kernen. De gemeente voert hier-voor een stimuleringsbeleid. Het centrum van Zonhoven wordt hier anders benaderd dan de woonkernen.

• Voor vestiging van de handelsactiviteit in functie van lokaal gerichte handel met nood aan grotere vloeroppervlaktes zal worden gezocht naar een locatie waar deze zich zullen concentreren.

GRSP Zutendaal, voorontwerp op 14-06-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • In het hoofddorp wordt bijkomende ruimte voorzien voor het versterken van handel

en diensten. Het is wenselijk dat in omvang nieuwe handelszaken en diensten zich vestigen in het centrum van Zutendaal. Een concentratie van handel en diensten ver-hoogt de aantrekkingskracht van het geheel. Het centrum functioneert dan als han-dels- en dienstencentrum op lokaal niveau met een uitgebreid aanbod aan horeca en openbare dienstverlening.

• Handelsvoorzieningen in de overige kernen zijn enkel gericht op de dagelijkse be-hoeften (bakker, beenhouwer, krantenwinkel, bank,…) en horeca.

• Nieuwe handelsactiviteiten en diensten buiten het hoofddorp zijn niet wenselijk. Deze beperken de verdere groei en de gewenste versterking van het handelscentrum in het hoofddorp, verhogen de automobiliteit en beperken kwaliteit en identiteit van de landschappelijke omgeving. De ontwikkelingsperspectieven van bestaande vestigin-gen van grootschalige kleinhandel buiten de kernen worden beperkt.

Page 372: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

provincie LimburgUniversiteitslaan 1B–3500 HASSELT

Cover studies detailhandel:A4 11-06-2009 09:32 Pagina 5

Page 373: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

VISIE ENINSTRUMENTARIUM

DPO en visie kleinhandel provincie Limburg

Cover studies detailhandel:A4 11-06-2009 09:32 Pagina 8

Page 374: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Inhoudsopgave 1

Inhoudsopgave pagina

1. INLEIDING 3

2. AMBITIE OP HOOFDLIJNEN 5

3. EERSTE UITWERKING AMBITIENIVEAU 11

3.1 Teruggreep op belangrijkste conclusies vraag en aanbod 11 3.2 De gewenste hiërarchie 15 3.3 De kwaliteit en kwantiteit van het aanbod 16 3.4 Vestigingslocaties voor kleinhandel 20

4. DE HANDELSCENTRA 23

4.1 Versterking centrale handelscentra heeft prioriteit 23 4.1.1 Ruimtelijk 23 4.1.2 Functioneel 25 4.1.3 Beleidsmatig 26

4.2 De centra in het regionaal stedelijk gebied 27 4.3 De centra in structuurondersteunend kleinstedelijk gebied en in het

kleinstedelijk gebied 27 4.4 De centra in de overige gemeenten 28

5. BAANWINKELS, RETAILPARKEN, THEMACENTRA 31

5.1 Beleid traditionele baanwinkellocaties 31 5.2 Beleid retailparks 33 5.3 Winkels op verspreide locaties 35 5.4 Wenselijkheid andere aanbodsvormen 35

5.4.1 Perifeer gelegen regionale shopping centra 36 5.4.2 Hypermarkten 36 5.4.3 Factory outlet centra 37 5.4.4 Themacentra 37 5.4.5 Traffic locaties 39 5.4.6 Samenvattend 40

Page 375: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Inhoudsopgave 2

Inhoudsopgave (vervolg) pagina

6. VISIE OP DE STRUCTUUR PER REGIO 43

6.1 Noord Limburg 43 6.2 West-Limburg 45 6.3 Midden-Limburg 48 6.4 De regio Maasland 51 6.5 De regio Haspengouw 53

7. INSTRUMENTARIUM 57

7.1 Algemeen 57 7.2 Het belang van detailhandel in de binnenstad 57 7.3 Ruimtelijk en socio-economisch instrumentarium 59

7.3.1 Provinciaal uitvoeringsplan 59 7.3.2 Gemeentelijk uitvoeringsplan 60 7.3.3 Stedenbouwkundige verordening 60 7.3.4 Socio-economische vergunning 61

7.4 Provincie als initiator bij detailhandelsontwikkelingen 62 7.5 Limburg sterk merk 65 7.6 Lokaal ondernemerschap 67 7.7 De gemeente als regisseur 68

Page 376: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 1 3

1. INLEIDING

Aanleiding De deputatie van de provincie Limburg heeft aan BRO de opdracht verstrekt om een distributieplanologisch onderzoek uit te voeren en een provinciale detailhandelsvisie te ontwikkelen. Deze opdracht bestaat uit 3 delen. Een eerste deel betrof een inventarisatie van het commercieel aanbod, bestaande uit detailhandel, horeca, commerciële diensten en leegstand. Deze deelstudie gaf inzicht in de detailhandelsstructuur van de provincie en bevat per gemeente een fiche met de voornaamste kengetallen en conclusies voor detailhandel op gemeentelijk niveau. In een tweede deel werd de vraagzijde onderzocht middels een grootschalig consumentenonderzoek. Aan de hand van een bevraging van 8 900 inwoners uit de provincie werd een schat aan informatie verzameld met betrekking tot het koopgedrag van de inwoners van de provincie en de commerciële positionering van de Limburgse gemeenten. Alvorens tot de uiteindelijke visie te komen, werden in een afzonderlijke deelrapportage de kaders geschetst die als basis voor het eindconcept moesten dienen. In voorliggende rapportage wordt het derde en laatste deel van de opdracht, visie en instrumentarium, nader uitgewerkt. Dit deel schetst de beleidsrichting die de provincie wenst aan te houden met betrekking tot het te voeren detailhandelsbeleid. Er worden kansen en perspectieven geboden op provinciale, regionale en lokale schaal die de voor-zieningenstructuur in Limburg verder moeten ondersteunen. Leeswijzer Een visie wordt uitgewerkt aan de hand van een eerder geformuleerd ambitieniveau. In het tweede hoofdstuk worden de kapstokken voor de ambitiebepaling beschreven. In hoofdstuk 3 wordt de ambitie verder uitgewerkt aan de hand van de eerder geformu-leerde uitgangspunten. De voornaamste conclusies uit vraag- en aanbodanalyses ge-koppeld aan de na te streven doelstellingen leiden tot een commerciële hiërarchie die de fijnmazigheid en complementariteit van het voorzieningenweefsel moet mogelijk maken. Het zal niemand verbazen dat de complementariteit voor detailhandel onder meer moet gezien worden in een aanvaardbaar en noodzakelijk evenwicht tussen binnenstedelijke of kerngebonden voorzieningen enerzijds en perifeer aanbod anderzijds. In de huidige con-text van detailhandel dienen immers alle bestaande of verwachte aanbodsvormen ge-toetst te worden aan hun wenselijkheid en haalbaarheid om te komen tot een volledig aanbod voor de verschillende doelgroepen. In hoofdstuk 4 staat de handelskern centraal, in hoofdstuk 5 zoomen we nader in op an-dere aanbodsvormen.

Page 377: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 1 4

In het volgende hoofdstuk krijgt de structuurvisie voor detailhandel verder vorm aan de hand van perspectieven per deelregio. In het laatste hoofdstuk worden handvatten aangereikt die de implementatie van de visie moeten mogelijk maken. Meer bepaald worden tools en initiatieven beschreven die door de provinciale overheid kunnen worden geïnitieerd dan wel gecoördineerd. Dankwoord Bij afronding van deze studie wensen wij in naam van BRO België en de BRO-groep uit Boxtel het provinciebestuur nadrukkelijk te bedanken voor het in ons gestelde vertrou-wen. Onze dank gaat met name uit naar gedeputeerde Marc Vandeput, zijn kabinetsmedewer-kers en de medewerkers van de 4de en 3de directie. Ook danken we alle plaatselijke overheden voor het aanreiken van relevante informatie, belangenorganisaties, projectontwikkelaars en andere belanghebbenden voor de erg gewaardeerde input. Wij hopen dan ook van harte dat het provinciebestuur met deze visie haar eigen detail-handelsbeleid verder vorm kan geven maar meer nog dat ook lokale overheden met de hun aangereikte informatie verder werk kunnen maken van een lokaal detailhandelsbe-leid. Immers, de grootste verantwoordelijkheid bij het creëren van kansen voor detailhan-del rust bij het lokale bestuur. Door echter gebruik te maken van en in te spelen op regio-nale beleidskaders verhogen de slaagkansen voor het bestaande of te ontwikkelen han-delsapparaat op gemeentelijk niveau en worden de inwoners en bezoekers van onze provincie op commercieel vlak op de meest optimale manier op hun wenken bediend. Genk, juni 2008

Page 378: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 5

2. AMBITIE OP HOOFDLIJNEN

Het tot nu toe gevoerde beleid in de provincie Limburg, de getoonde ambities zoals die zijn verwoord in het Streekpact Limburg1 en de uitkomsten van het nu voorliggende on-derzoek en de gesprekken met diverse partijen (provincie, belangenorganisaties, markt-partijen en gemeenten) biedt de provincie een voldoende basis om te komen tot actuali-satie van het beleid op het gebied van kleinhandel in de provincie Limburg. Dit kleinhan-delsbeleid is mede gestoeld op een aantal algemene ambities die de provincie hanteert bij haar voorzieningenbeleid. Zo wil de provincie Limburg zich de komende jaren toeleg-gen op: 1. Het realiseren van een economisch weefsel gericht op innovatieve ontwikkelingen op

diverse gebieden, ruimte voor vernieuwing; 2. Het realiseren van een eenduidige profilering van het stedelijk weefsel van de provin-

cie/regio; 3. Een duurzaam woon-, leef-, werk- en verblijfsklimaat; 4. Een compleet en eigentijds pakket aan voorzieningen voor haar eigen inwoners en

bezoekers; 5. Ruimtelijke concentratie van voorzieningen; 6. Stimulering zelfstandig ondernemerschap; 7. Kwaliteit voor kwantiteit; 8. Het realiseren van een sterk merk Limburg. Gericht op innovatieve ontwikkelingen Limburg wil een innoverende ondernemende omgeving zijn met doorgroei naar een inno-vatiegedreven economie. Limburg wil hiervoor ruimte scheppen voor ondernemerschap middels het realiseren van kwaliteitsvolle bedrijfszones en bedrijfsinfrastructuren, het verhogen van de multimodale bereikbaarheid van de bedrijfszones en het realiseren van een ondernemingsvriendelijk en stimulerend omgevingskader. Ook wenst men een veel-zijdig en krachtig innovatie-instrumentarium te ontwikkelen gebaseerd op een duidelijke beleidsvisie en een gecoördineerd en geïntegreerd actieplan rond innovatie in Limburg. Om dit te bereiken wenst men tevens te voorzien in aangepaste vestigingslocaties die tegemoet komen aan de specifieke behoeften van startende hightechbedrijven en uitbrei-ding en oprichting van nieuwe wetenschapsparken. Een andere belangrijke hefboom is het inzetten op speerpuntsectoren, waartoe o.a. de tertiaire sector behoort. Ook toerisme is zo’n speerpuntsector, waarbij Limburg zich zal moeten profileren als top of mind voor landschapsgerichte korte bestemmingen. En ten-slotte zal Limburg zich gaan vermarkten als een economische regio met een sterke vesti-gingswaarde voor ondernemers.

1 Streekpact Limburg 2008-2013, goedgekeurd door RESOC Limburg op 11 februari 2008.

Page 379: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 6

In de afgelopen jaren heeft de ontwikkeling op het vlak van kleinhandel in de provincie niet stil gestaan. Voorbeelden van vernieuwende concepten zijn Maasmechelen Village Outlet Center en de Tweetorenwijk in het centrum van Hasselt. Deze projecten hebben een grote bijdrage geleverd aan de aantrekkingskracht van de kleinhandel in de provin-cie. Het is de provincie er veel aan gelegen om – ook op het gebied van de kleinhandel - zo-veel mogelijk ruimte te bieden aan vernieuwende initiatieven. Zeker wanneer deze initia-tieven voortkomen uit nieuwe behoeften vanuit de consument, nadrukkelijk inspelen op wijzigingen in consumentengedrag en zullen leiden tot provinciegrens overschrijdende koopstromen. Toch is de provincie zich er van bewust dat dergelijke initiatieven ook na-delen met zich mee kunnen brengen. Nieuwe initiatieven kunnen ten koste gaan van het lokale voorzieningenniveau, kunnen ten koste gaan van kleinschalig ondernemerschap, enz. De provincie zal daarom ook bij nieuwe initiatieven een zorgvuldige afweging maken tussen het economisch belang, het ruimtelijk belang en het belang van de consument. Gericht op een eenduidige profilering van het stede lijk weefsel Ambitie is dat Limburg een stimulerende, belevingsvolle en dynamische regio op men-senmaat wil zijn. Een belangrijke hefboom hierbij is een duidelijke profilering van het ste-delijk weefsel van de provincie/regio. De provincie heeft daarbij behoefte aan het geven van een identiteit aan haar ruimtelijk economisch weefsel dat is opgebouwd uit: 1. Het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk2; 2. Het Economisch Netwerk Albertkanaal met de economische knelpunten Ham, Tes-

senderlo, Beringen, Heusden-Zolder, Lummen, Hasselt, Genk, Diepenbeek, Bilzen, Zutendaal en Lanaken;

3. De structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Tongeren en Sint-Truiden; 4. De kleinstedelijke gebieden Beringen, Leopoldsburg, Neerpelt-Overpelt, Maasmeche-

len, Maaseik, Lommel, Bree en Bilzen; 5. De specifieke economische knooppunten Houthalen-Helchteren, Dilsen-Stokkem,

Alken, Hamont-Achel en Opglabbeek; 6. De buitengebieden: de overige gemeenten. Het regionaalstedelijk gebied zal zich moeten profileren als een dynamisch centrum met een hoge densiteit en als drager voor de ontwikkeling van de gehele provincie. Limburg heeft niet zoals andere provincies een grootstad, maar wel de ambitie om een dynamisch en wervend regionaalstedelijk gebied uit te bouwen dat het potentieel van de betrokken steden bundelt in een sterk trekkersprofiel voor de regio. Door de bundeling van ontwik-kelingskracht van dit gebied dient de nodige kritische massa te worden opgebouwd om – rekening houdend met de eigen troeven van de betrokken steden - een kwaliteitsvol en wervend stedelijk aanbod te realiseren dat de concurrentie met andere grootsteden aan-kan. Het regionaalstedelijk gebied moet een sterke positie kunnen innemen (m.b.t. zake-lijke dienstverlening en gespecialiseerde centra) in relatie tot de andere regio’s zowel op

2 De exacte afbakening hiervan is nog niet vastgesteld.

Page 380: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 7

Vlaams als op interregionaal niveau. Een belangrijk aandachtspunt in de policentrische ontwikkeling is de netwerking en complementariteit tussen het regionaalstedelijk gebied en de andere stedelijke gebieden in Limburg, zowel op organisatorisch vlak als op het vlak van fysieke verbindingen. De economische knooppunten (als onderdeel van de economische netwerken, de klein-stedelijke gebieden en de specifieke knooppunten) zullen worden uitgebouwd tot dragers van de regiodynamiek. De economische knooppunten zorgen in Limburg voor een sprei-ding van taakstellingen, een geconcentreerde spreiding van welvaart en welzijn en ver-vullen een sterke rol in de duurzame ontwikkeling van de Limburgse deelregio’s. De buitengebieden of kleinere gemeentelijke omgevingen zullen zich profileren als leefomgevingen met een eigen woon-, verblijfs- en economisch profiel en een eigen on-dernemingskracht op maat van de draagkracht en potenties van deze gemeenten die de leefbaarheid van deze kernen een sterke impuls en onderscheidende waarde geven. Het detailhandelsbeleid in deze gebieden zal op deze profilering afgestemd dienen te zijn. Gericht op een duurzaam woon-, leef-, werk- en verb lijfsklimaat De provincie Limburg wil nu en in de toekomst aan haar burgers een aangenaam en duurzaam woon- en leefklimaat bieden. Daarnaast wil zij aan toeristen en andere bezoe-kers een klimaat bieden waarin het goed toeven is en waarin optimale mogelijkheden geboden worden voor recreatief verblijf. Naast de bestaande grotere centra kunnen ook nieuwe bijzondere kleinhandelsfuncties hierin voorzien. Ook op economisch gebied wil de provincie haar bijdrage leveren aan een zo groot mogelijke werkgelegenheid voor haar burgers, wil zij innovatieve bedrijven aantrekken en wil zij haar steentje bijdragen aan het scheppen van optimale investeringsmogelijkheden. Gericht op een compleet en eigentijds pakket aan vo orzieningen voor haar eigen inwoners en bezoekers Als afgeleide van een duurzaam woon-, leef-, werk- en verblijfsklimaat kan worden ge-steld dat de provincie Limburg streeft naar een zo compleet mogelijk voorzieningenpak-ket voor haar eigen inwoners en haar bezoekers. Hiermee wordt zowel een bijdrage ge-leverd aan de economische ontwikkeling van Limburg als aan een beperking van de mo-biliteit. Voor wat de kleinhandel betreft, vertaalt deze doelstelling zich naar de maatschappelijke functie die de kleinhandel vervult. Kleinhandel maakt een belangrijk deel uit van het func-tioneren van stedelijke en toeristische gebieden. Het vervult naast een economische functie (economische motor binnenstedelijke ontwikkelingen, werkgelegenheid) ook een functie als ontmoetingsplaats en als broedplaats voor zelfstandig ondernemerschap. De omvang en kwaliteit van de aanwezige kleinhandel is mede bepalend voor de kwaliteit, de vitaliteit en duurzaamheid van de leefomgeving. Voorts is de kleinhandel mede bepa-lend voor de sfeer en aantrekkelijkheid van centrumgebieden.

Page 381: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 8

Ook in de kernen, dorpen en woonbuurten bepaalt de omvang van de kleinhandel voor een belangrijk gedeelte de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Aanwezigheid van voorzieningen die aan de inwoners op korte afstand van de woning een pakket van dage-lijks benodigde artikelen aanbieden, speelt hierin een belangrijke rol. Gericht op ruimtelijke concentratie van voorziening en De kleinhandel heeft de laatste decennia het suburbanisatieproces van de bevolking gevolgd. Er ontstonden veel handelscentra langs drukke verkeerswegen buiten de ste-den. De laatste jaren zijn er ook nieuwe commerciële kernen ontstaan. Winkels met vo-lumineuze goederen zijn meestal de koplopers in de verschuiving naar de periferie, waarbij op diverse plaatsen – zonder enige samenhang - grootschalige winkels werden bijgebouwd (langs de invalswegen, de baanwinkels). Deze verschuiving is kenmerkend voor België, maar zeker ook voor de provincie Limburg. Als gevolg hiervan heeft er maar een geringe groei en vernieuwing van het winkelareaal in de stadscentra plaatsgevon-den. Het functioneren van de stadscentra is hiermee onder druk komen te staan. In ver-schillende dorpskernen heeft dit zelfs geleid tot een verschraling van het voorzieningen-niveau waardoor hier van centrumvorming nauwelijks meer sprake is. Een bijkomend gevolg is dat ook de mobiliteit sterk is toegenomen. Vanuit de verschillende invalshoeken wordt dan ook ingezet om te streven naar verdere concentratie en versterking van binnenstedelijke centra en op een ruimtelijke concentratie van voorzieningen in de periferie. Concentratie van voorzieningen biedt zowel economi-sche als ruimtelijke voordelen. En voor de consument heeft dat het voordeel dat op één plek meerdere voorzieningen worden aangetroffen, waardoor meerdere aankopen ge-combineerd kunnen worden, meer tegemoet gekomen wordt aan de vrijetijdsbesteding en tijdswinst geboekt kan worden. De provincie zal tevens waar mogelijk proberen om, in overleg met de betreffende ge-meenten, het aantal verspreide winkels (langs invalswegen, in woonbuurten, e.d.) zoveel mogelijk te beperken en te streven naar een zo groot mogelijke concentratie van winkel-functies in daarvoor bestemde winkelgebieden. Gericht op stimuleren van zelfstandig ondernemersch ap Kleinhandel is een belangrijk onderdeel van het economisch weefsel van gebieden en biedt aan veel mensen werkgelegenheid. Zelfstandig ondernemerschap is de kurk waar-op de economie drijft. Zelfstandig ondernemerschap begint bij startende bedrijven. Met name op het gebied van detailhandel komt dit veel voor. Maar zelfstandig ondernemerschap geeft ook kleur aan centrumgebieden, bevordert de kwaliteit en geeft aan centrumgebieden onderscheidend vermogen ten opzichte van an-dere centrumgebieden. Zelfstandige ondernemers weten vaker en beter in te spelen op de lokale noden dan de filiaalmanagers van grote ketenbedrijven.

Page 382: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 9

Toch moet het belang van zelfstandig ondernemerschap niet overtrokken worden. Het zijn vaak de grote ketenbedrijven die de aantrekkingskracht van centrumgebieden op de bevolking in de regio bepalen. De provincie Limburg wil daarom ook streven naar een optimaal evenwicht tussen de aanwezigheid van ketenbedrijven en de aanwezigheid van zelfstandig ondernemerschap. Door de huidige ontwikkelingen dreigen zelfstandige ondernemers echter vaak het loodje te moeten leggen tegen de grote ketenbedrijven. Zo zijn uit de A1 winkelgebieden reeds vele zelfstandige ondernemers verdwenen en gaan alle A1 winkelgebieden in Vlaanderen steeds meer op elkaar lijken. Een beleid gericht op het stimuleren van zelfstandig onder-nemerschap is dan ook zeer gewenst. Gericht op kwaliteit De inrichting van de kleinhandelsconcentraties, hun integratie in de omgeving, de kwali-teit van de openbare ruimte en hun verschijningsvorm laten vaak te wensen over. Ook de architecturale vormgeving van de gebouwen is meestal van lage kwaliteit. De provincie is er van overtuigd dat ook de uiterlijke verschijningsvorm van haar kleinhandelsconcentra-ties van wezenlijk belang is voor haar functioneren. Zij wil zich daarom ook inzetten om bij het verbeteren hiervan haar bijdrage te leveren. Gericht op een sterk merk Limburg Limburg en de vijf subregio’s3 hebben bij niet-Limburgers geen sterk imago. Het beeld komt vaak niet overeen met de realiteit van de samenlevingskwaliteit en de economische en maatschappelijke dynamiek die Limburg en de vijf subregio’s kenmerkt. Doelstelling is derhalve om een sterke koepeldrager te realiseren waarin de merkwaarde van Limburg krachtig tot uiting komt en het uitwerken van krachtlijnen en krijtlijnen voor het ontwikke-len van imago en promotieactiviteiten voor Limburg en haar subregio’s op diverse deel-domeinen en actoren.

3 In het Streekpact wordt de provincie ingedeeld in de volgende regio’s: Noord-Limburg, West-Limburg,

Midden-Limburg, Maasland en Haspengouw.

Page 383: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 2 10

Page 384: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 11

3. EERSTE UITWERKING AMBITIENIVEAU

In dit hoofdstuk zullen de in het vorige hoofdstuk geformuleerde ambities nader worden uitgewerkt. De visie moet uiteindelijk het toetsingskader vormen voor het te voeren beleid en moet daarbij handvaten bieden om bijvoorbeeld initiatieven zowel in functioneel als in ruimtelijk opzicht te toetsen en wenselijke en onwenselijke ontwikkelingen te sturen (t.b.v. socio-economische vergunningen). Daarnaast moet de visie een kader zijn waarbinnen gewenste ontwikkelingen in gang worden gezet om zo bij te dragen aan de uiteindelijke realisatie van de gewenste verzorgingshiërarchie. Tot op dit moment ontbreekt het in de provincie Limburg aan een helder geformuleerde ruimtelijke en vooral functionele kleinhandelsstructuur. Om hierin ordening te brengen is het gewenst om duidelijkheid te scheppen in de hiërarchische verhoudingen tussen ste-den, hun centra en de verzorgingsfunctie daarvan. Ter onderbouwing hiervan wordt in de volgende paragraaf eerst teruggegrepen naar de belangrijkste conclusies uit het tot nu toe uitgevoerde onderzoek, zoals deze zijn verwoord in de deelrapporten Studie Aanbod-zijde; Studie Vraagzijde en Kaders voor de visievorming. 3.1 Teruggreep op belangrijkste conclusies vraag en aanbod Hieronder is een kort overzicht gegeven van de belangrijkste conclusies tot nu toe. • De provincie Limburg telt ruim 800 000 inwoners. De grootste gemeenten zijn Hasselt

en Genk (beide meer dan 60 000 inwoners). Na Hasselt en Genk volgt Beringen met circa 40 000 inwoners en vervolgens de gemeenten Heusden-Zolder, Sint-Truiden, Houthalen-Helchteren, Lommel, Bilzen, Tongeren en Maasmechelen. Het aantal in-woners van deze gemeenten ligt tussen de 30 000 en 40 000 inwoners. Het inwoner-tal van de andere gemeenten ligt onder de 30 000 inwoners;

• De grootste gemeenten van de provincie Limburg liggen in Midden-Limburg en liggen nabij de belangrijkste infrastructurele voorzieningen in de provincie (de E313 en de E314). Deze rijkswegen doorsnijden de provincie van oost naar west;

• In het noordelijke en zuidelijke deel van de provincie liggen vooral kleinere gemeen-ten;

• In Limburg is ongeveer 1,4 miljoen m² kleinhandel aanwezig. Per 1 000 inwoners is dat 1 700 m². Limburg wijkt daarmee niet of nauwelijks af van andere, vergelijkbare provincies in Vlaanderen;

• In Limburg bestaat ongeveer 25 a 30% (2005) van het aanbod (in m² wvo uitgedrukt) uit baanwinkels. Het percentage baanwinkels ligt daarmee enigszins onder het ni-veau van het gemiddelde in Vlaanderen. Zo bedraagt het percentage baanwinkels in de provincie Antwerpen circa 40%, in de provincie Oost-Vlaanderen 41%, in de pro-vincie West-Vlaanderen 38% en in de provincie Vlaams-Brabant 26%;

Page 385: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 12

• Steden met relatief veel detailhandel zijn Hasselt, Genk, Peer, Bree, Lommel, Maas-mechelen, Sint-Truiden en Tongeren. De meeste van de hier genoemde gemeenten hebben een veelzijdig detailhandelsaanbod; andere zijn zeer gericht op een branche of type bewinkeling. Zo kennen Peer en Riemst een zeer uitgebreid aanbod op ge-bied van woninginrichting en heeft Maasmechelen haar Factory Outlet Center en het shopping center M2;

• De grootste binnenstedelijke centra liggen in Hasselt, Genk, Sint-Truiden, Tongeren, Maasmechelen, Lommel en Maaseik. Concentraties van baanwinkels of solitair gele-gen baanwinkels worden vooral aangetroffen in Hasselt, Genk, Lommel, Sint-Truiden en Tongeren;

• De provincie Limburg beschikt (functioneel gezien) over een vrij traditioneel aanbod van detailhandel. Winkels en winkelcentra met een provinciale of boven-provinciale aantrekkingskracht zijn slechts in beperkte mate aanwezig. Het aanbod beperkt zich hier tot het stadscentrum van Hasselt (met onder andere een Mediamarkt), het Fac-tory Outlet Center in Maasmechelen, en de cluster van woninginrichtingszaken in Peer en Riemst;

• Een belangrijke maat om de verzorgingsfunctie van een gemeente te meten is de verzorgingsindex. Deze index geeft de verhouding weer tussen het aantal inwoners van een gemeente en het daar aanwezige aanbod kleinhandel. Een hoge index geeft weer dat er in die gemeente relatief veel aanbod aanwezig is (en dus een regionale verzorgingsfunctie); een lage verzorgingsindex geeft aan dat er weinig aanbod is (lo-kaal of beperkt lokaal verzorgend). Hasselt kent een zeer hoge verzorgingsindex. Wat lager maar nog wel hoog is de verzorgingsindex in de gemeenten Genk, Sint-Truiden, Maasmechelen, Lommel en Bree. Opvallend is dat naast de hiervoor ge-noemde gemeenten ook gemeenten als Peer, Riemst en Kinrooi hoog scoren. Deze hoge score heeft echter te maken met het feit dat in deze 3 gemeenten relatief veel aanbod aanwezig is in specifieke branches. Zo kennen Peer en Riemst een groot aanbod op het gebied van woninginrichting en heeft de gemeente Kinrooi daarnaast ook nog veel aanbod op het gebied van doe-het-zelf;

• Limburgse consumenten doen hun boodschappen en winkelen vooral in hun eigen provincie. Op het gebied van convenience (levensmiddelen, enz.) vindt bijna 92% van de bestedingen plaats in Limburg. Op het gebied van shopping en specialty is dat ongeveer 85%;

• Wanneer gekeken wordt naar de onderlinge koopstromen tussen gemeenten komt duidelijk naar voren dat: - Het winkelaanbod in Hasselt zeker een provinciale functie heeft. Vanuit nage-

noeg elke gemeente in Limburg gaat een aanzienlijk deel van de koopstromen naar Hasselt.

- Ook het winkelaanbod in Genk trekt vanuit grote delen van Limburg veel consu-menten. De aantrekkingskracht van Genk is echter niet provinciaal zoals het win-kelaanbod in Hasselt, maar heeft veel meer een bovenregionale verzorgingsfunc-tie.

Page 386: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 13

- Ook naar gemeenten als Sint-Truiden, Tongeren, Maasmechelen, Bree, Lommel, Bilzen en Beringen gaan vanuit verschillende gemeenten in Limburg belangrijke koopstromen. Soms hebben deze betrekking op het gehele winkelaanbod in de-ze gemeenten, soms op onderdelen daarvan. Deze stromen strekken zich echter niet uit over de gehele provincie, maar zijn meer van regionale aard.

- Alle overige gemeenten zijn vooral lokaalverzorgend voor de eigen bevolking. • Zowel in het Structuurplan Vlaanderen als in het Streekpact van de provincie Limburg

wordt de identiteit van het stedelijk weefsel in de provincie Limburg als volgt inge-deeld: - Het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Dit gebied dient zich te profileren als

een dynamisch centrum en een sterke trekkersrol te vervullen voor de regio. Het regionaalstedelijk gebied zal een sterke positie kunnen innemen in relatie tot de andere regio’s.

- De structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Tongeren en Sint-Truiden en de kleinstedelijke gebieden Beringen, Leopoldsburg, Neerpelt-Overpelt, Maasmechelen, Maaseik, Lommel, Bree en Bilzen. Deze gemeenten zorgen in Limburg voor een spreiding van taakstellingen en een gedeconcentreerde sprei-ding van welvaart en welzijn. Ook vervullen zij een sterke rol in de duurzame ont-wikkeling van de Limburgse deelregio’s.

- De buitengemeenten: de overige gemeenten. De overige gemeenten dienen zich te ontwikkelen tot leefomgevingen met een eigen woon-, verblijfs- en economisch profiel en een eigen ondernemingskracht op maat van de draagkracht en poten-ties van deze gemeenten die de leefbaarheid van deze kernen een sterke impuls en onderscheidende waarde geven.

• Wanneer de identiteit van het stedelijk weefsel wordt vergeleken met de verzorgings-index van de verschillende gemeenten ontstaat een beeld dat geen recht doet aan de gewenste identiteit van het stedelijk weefsel. Zo is de verzorgingsindex van Tongeren nog enigszins aan de lage kant, alhoewel hier door de recente oplevering van het Ju-lianusproject wel enige verandering in is opgetreden. Ook voor gemeenten als Maas-eik, bipool Neerpelt-Overpelt, Leopoldsburg, Beringen en Bilzen is de verzorgingsin-dex nog onder de maat.

Page 387: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 14

De gewenste hiërarchie in de kleinhandel

Page 388: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 15

3.2 De gewenste hiërarchie Conform de uitgangspunten in het Streekpact van de provincie Limburg zal ook op het gebied van kleinhandel sprake zijn van een hiërarchie van gemeenten. Vertaald naar de gewenste verzorgingsfunctie van de kleinhandel in deze gemeenten ziet deze er als volgt uit:

Hiërarchie Gemeenten Gewenste verzorgingsfunctie voor

kleinhandel

Regionaalstedelijk gebied Hasselt

Genk

Provinciaal en bovenprovinciaal

Bovenregionaal en provinciaal

Structuurondersteunende kleinstede-

lijke gebieden

Tongeren

Sint-Truiden

Bovenregionaal

Bovenregionaal

Kleinstedelijke gebieden Beringen

Leopoldsburg

Neerpelt-Overpelt

Maasmechelen

Maaseik

Lommel

Bree

Bilzen

Regionaal

Regionaal

Regionaal

Regionaal

Regionaal

Regionaal

Regionaal

Regionaal

Buitengemeenten Overige gemeenten Lokaal

Naast deze gemeenten hebben ook nog de gemeenten Peer, Riemst en Kinrooi een rol die verder voert dan alleen een lokale verzorgingsfunctie. Deze regionale c.q. (bo-ven)provinciale rol beperkt zich echter tot de woninginrichtingsbranche. Deze is echter specifiek gericht op een branche (thema) en speelt derhalve in de provinciale hiërarchie van winkelgemeenten geen rol. Hetzelfde geldt voor het Factory Outlet Center in Maas-mechelen. In de figuur hiernaast is de gewenste hiërarchie grafisch weergegeven. De provincie wil de bovenstaande indeling naar verzorgingsfuncties van gemeenten niet als een star gegeven beschouwen. Ook hier wil zij open staan voor dynamiek. Met name geldt dit voor de gemeenten die in bovenstaande indeling ‘slechts’ een lokale verzor-gingsfunctie hebben. Ook in deze gemeenten kunnen initiatieven tot stand komen die mogelijk invloed kunnen hebben op de hiërarchische positionering van deze gemeenten. De provincie zal zich hier niet op voorhand van afkeren, maar stelt hierbij wel als voor-waarde dat het moet gaan om innoverende initiatieven die zowel in het belang zijn van het functioneren van de betreffende gebieden als in het belang van de consumenten. Voorts mogen deze geen aantasting vormen van het functioneren van de door de provin-cie gewenste kleinhandelsstructuur.

Page 389: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 16

3.3 De kwaliteit en kwantiteit van het aanbod De kwaliteit en kwantiteit van het aanbod komt onder andere tot uiting in het aanwezige metrage en in de omvang van de koopstromen ofwel in de vraag in hoeverre Limburgse consumenten georiënteerd zijn op voorzieningen in Limburg zelf. Immers indien het aan-bod in zijn woongemeente, regio of provincie niet voldoet aan de eisen die de consument daaraan stelt, zal hij snel geneigd zijn naar andere locaties (binnen of buiten de provin-cie) uit te wijken. Binding en koopvlucht Uit het koopstromenonderzoek is gebleken dat op het gebied van convenience artikelen bijna 92% van het bestedingspotentieel in Limburg over de toonbank gaat. Op het gebied van shopping en specialty is dat ongeveer 85%. Deze cijfers houden tevens in dat op het gebied van convenience ruim 8% buiten de provincie tot besteding komt en op het gebied van shopping en specialty is dat ongeveer 15%. De vraag die hierbij rijst is de vraag waarom men dan buiten de provincie boodschappen doet of gaat winkelen. Uit het koop-stromenonderzoek (zie studie vraagzijde) komt duidelijk naar voren dat aspecten als prijsniveau, de ruime keuze aan producten en het feit dat buiten de provincie andere pro-ducten verkrijgbaar zijn dan binnen de provincie, hierbij een rol spelen. Daarnaast spelen ook de goede kwaliteit van de producten, sfeer en gezelligheid en de goede bereikbaar-heid een rol van betekenis. De concurrentie buiten Limburg Als belangrijkste winkelgebieden buiten de provincie komen in het koopstromenonder-zoek naar voren: • Maastricht (zeer aantrekkelijke binnenstad); • Heerlen (woonboulevard); • Eindhoven (compleet winkelaanbod); • Antwerpen (zeer aantrekkelijke binnenstad, shopping center Wijnegem); • Luik (binnenstad, shopping center Cora, IKEA, Makro); • Diest (baanwinkels, grote supermarkt); • Leuven (zeer aantrekkelijke binnenstad); • Brussel (zeer aantrekkelijke binnenstad, shopping centra, IKEA) Het moge duidelijk zijn dat er voor de consument verschillende motieven zijn om buiten de provincie boodschappen te gaan doen of te gaan winkelen. En het aanbod buiten de provincie zal zich de komende jaren alleen maar versterken. Zo worden in diverse ge-meenten rondom Limburg vernieuwingen in de binnenstad gerealiseerd. Genoemd kun-nen worden: Antwerpen, Luik, Maastricht, Sittard, Geleen en Tienen. Maar ook op peri-feer gebied vinden rondom Limburg diverse nieuwbouwprojecten plaats. Met name op het gebied van retailparks vinden diverse activiteiten plaats (Hannuit, Borgworm, Grâce Hollogne, Roermond, Weert).

Page 390: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 17

Nieuwe investeringen noodzakelijk Om tegenwicht te bieden aan deze ontwikkelingen buiten Limburg zullen ook in de pro-vincie Limburg de noodzakelijke versterkingen en vernieuwingen in de kleinhandelsstruc-tuur moeten plaatsvinden. Deze zijn echter vooral defensief van aard. Maar Limburg wil ook in het offensief gaan. Limburg wil in de toekomst kunnen beschikken over nieuwe, onderscheidende vormen van aanbod die het kleinhandelsaanbod van de provincie Lim-burg meer kleur geven en ook een bovenprovinciale aantrekkingskracht hebben. Mede hierdoor kan Limburg in de toekomst ook in de Vlaamse detailhandelsstructuur een rol van betekenis spelen. De netto marktruimte Alvorens te kunnen aangeven hoe dit zou moeten plaatsvinden, wordt eerst een inschat-ting gemaakt van de mogelijke uitbreidingsruimte die er de komende jaren in de provincie Limburg bestaat. Om enig idee te krijgen over de omvang hiervan worden eerst de huidi-ge koopstromen van de provincie vergeleken met soortgelijke en beschikbare cijfers van andere provincies in België (Vlaams Brabant4) en Nederland (Zuid-Holland en Utrecht5). Hieruit kunnen immers conclusies getrokken worden over de aantrekkelijkheid van het aanbod in de provincie Limburg. Hieronder worden de beschikbare cijfers met elkaar vergeleken:

Limburg Vlaams-Brabant Zuid-Holland Utrecht

Convenience 92% 90% 98% 95%

Shopping en specialty 85% 76% 95% 76%

Bij bestudering van deze cijfers dient rekening gehouden te worden met het feit dat de genoemde percentages voor de provincie Vlaams-Brabant voor een groot deel medebe-paald worden door de naburigheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG). Veel inwoners van Vlaams-Brabant doen hun inkopen in het BHG, waardoor de binding binnen de provincie Vlaams-Brabant normaliter laag zal zijn. De Nederlandse provincie Zuid-Holland vindt haar natuurlijke begrenzing voor een groot deel aan de Noordzee, waar-door de uitwijkmogelijkheden naar andere provincies voor de hier wonende bevolking gering zullen zijn. Zowel geografisch als demografisch biedt de Nederlandse provincie Utrecht een goede vergelijkingsmogelijkheid. Opvallend is hier dat de binding in Utrecht op het gebied van convenience hoger is dan in Limburg en op het gebied van shopping en specialty lager. Op grond van deze gegevens is te concluderen dat de binding in Limburg op het gebied van convenience opgehoogd kan worden naar zo’n 95%, terwijl die op het gebied van shopping en specialty haar maximale omvang bereikt zal hebben. Voor wat betreft de toevloeiing van omzet van buiten Limburg wordt verwezen naar specifieke informatie die uit deze provincies afkomstig is en is opgenomen in de rapportage “Provincie Limburg,

4 Bron: Kleinhandelsstudie Vlaams-Brabant 5 Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2004

Page 391: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 18

DPO en visie kleinhandel, studie vraagzijde6. In totaal kwam de afgelopen jaren de om-zettoevloeiing uit op circa € 242 miljoen. Voor 2018 wordt er van uitgegaan dat deze enigszins zal toenemen. Deze toename zal tot stand komen op basis van nog te realise-ren vernieuwingen en uitbreidingen van het detailhandelsaanbod in de provincie. Veron-dersteld wordt dat deze toename circa 10% zal bedragen. Op basis van deze veronder-stellingen kan de uitbreidingsruimte voor het jaar 2018 als volgt berekend worden:

Convenience Shopping Specialty Totaal

Aantal inwoners 842.260 842.260 842.260 842.260

Bestedingen / hoofd 2.071 1.287 792

Bestedingspotentieel 1.744 miljoen 1.084 miljoen 667 miljoen 3.495 miljoen

Binding 95% 85% 85%

Omzet uit eigen provincie 1.657 miljoen 921 miljoen 567 miljoen 3.145 miljoen

Toevloeiing uit Vlaams Brabant 50 miljoen 28 miljoen 17 miljoen 95 miljoen

Toevloeiing uit Antwerpen 23 miljoen 13 miljoen 8 miljoen 44 miljoen

Toevloeiing uit Luik 12 miljoen 7 miljoen 3 miljoen 22 miljoen

Toevloeiing uit Nederland 40 miljoen 22 miljoen 14 miljoen 76 miljoen

Toevloeiing uit Duitsland 3 miljoen 1 miljoen 1 miljoen 5 miljoen

Toevloeiing van toeristen 13 miljoen 7 miljoen 4 miljoen 24 miljoen

Totale omzet 1.798 miljoen 999 miljoen 614 miljoen 3.411 miljoen

Norm. Omzet per m² 5.870 1.820 1.390

Benodigd metrage 306.300 m² 548.900 m² 441.700 m² 1.296.900 m²

Aanwezige metrage 290.450 m² 659.410 m² 439.520 m² 1.389.400 m²

Uitbreidingsruimte 15.850 m² nihil 2.200 m² nihil

Op het gebied van convenience zou er op basis van bovengenoemde veronderstellingen een netto uitbreidingsruimte aanwezig zijn van circa 16 000 m² wvo. Op het gebied van shopping is er in principe geen uitbreidingsruimte en op het gebied van specialty slechts een ruimte van 2 200 m² wvo. De bruto marktruimte Bovenstaande cijfers impliceren dat er de komende jaren in het totale detailhandelsaan-bod derhalve geen uitbreidingsruimte meer aanwezig is. Dat wil echter niet zeggen dat er de komende jaren geen uitbreidingen van het kleinhandelsaanbod meer mogen plaats-vinden. Kleinhandel is immers een zeer dynamische branche waar met de regelmaat van de klok nieuwe vormen van kleinhandel op de markt komen, maar ook winkels verdwij-nen. In hoofdstuk 4 van het visierapport wordt een aantal van deze nieuwe aanbodsvormen genoemd. Uitbreidingen van het kleinhandelsapparaat die een wezenlijke bijdrage leve-

6 In deze vraagstudie is voor de berekening van de toevloeiing gebruik gemaakt van diverse bronnen. Ge-

noemd worden: de kleinhandelsstudie van de provincie Vlaams-Brabant, de Monitor (Eu-) regiogrensover-schrijdend koopgedrag uit 2005, informatie uit diverse consumentenonderzoeken in provincies in Neder-land, studies naar toerisme, zoals Toerisme in cijfers XL van Toerisme Vlaanderen, Beleidsnota Toerisme 2004-2009 van de Vlaamse Overheid, e.d.

Page 392: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 19

ren aan het up-to-date houden van de kleinhandelsstructuur, inspelen op het koopgedrag van de consument, vernieuwend zijn in Limburg en haar concurrentiepositie versterken moeten in principe altijd gefaciliteerd kunnen worden. In de paragrafen 2.4 en 2.5 wordt hierop nader ingegaan. Uiteraard dient hierbij een zorgvuldige besluitvorming plaats te vinden, waarbij enerzijds de toegevoegde waarde van de uitbreiding zorgvuldig afgewo-gen dient te worden op de impact van deze ontwikkeling op de kleinhandelsstructuur. Uitbreiding van kleinhandel die geen toegevoegde waarde heeft - of anders gezegd meer van hetzelfde is – zal in de provincie Limburg niet meer geaccommodeerd kunnen wor-den. Voorts zal bij de uitbreiding van het kleinhandelsaanbod absolute prioriteit gelegd moeten worden bij de versterking van de centrale handelscentra in de Limburgse ge-meenten en bij het op peil houden, respectievelijk versterken van het kleinhandelsaanbod in kleinere kernen / gemeenten. Dat wil echter niet zeggen dat er buiten deze handels-centra geen uitbreidingen meer mogen plaatsvinden. Met de toename en de kwaliteitsverhoging van het kleinhandelsaanbod zullen echter ook veel winkels van het front verdwijnen (stopzettingen). Vaak gaat het hier om winkels die te kampen hebben met opvolgingsproblemen, gelegen zijn op verspreide locaties in woongebieden, stadsrandlocaties of industrieterreinen en in minder aantrekkelijke win-kelgebieden. Over de omvang van het metrage winkels dat de komende jaren zal ver-dwijnen zijn geen exacte gegevens bekend, doch de verwachting is wel dat het hier om een aanzienlijke metrage gaat. Indien er van uitgegaan wordt dat jaarlijks circa 2 à 3% van het winkelaanbod verdwijnt, respectievelijk vervangen wordt door nieuwe winkels, kan voor de komende jaren tot 2018 het aanbod dat om welke reden dan ook verdwijnt, ingeschat worden op circa 350 000 m² wvo (25%7 van het in 2008 aanwezige aanbod). Daarmee komt het in 2018 nog aanwezige kleinhandelsaanbod uit op ruim 1 040 000 m² wvo, terwijl in totaal 1 297 000 m² noodzakelijk is. Hieruit resulteert een nieuwbouwbe-hoefte van circa 255 000 m² wvo in de komende 10 jaar, ofwel van circa 25 000 m² per jaar. Deze nieuwbouwbehoefte spreidt zich zowel uit over centrale handelsgebieden in grote en kleine gemeenten als over baanwinkels en clusters van baanwinkels.

7 Dit percentage lijkt zeer reëel. Zo is in de periode 1993 tot en met 2003 circa 40% van het aantal buurtwinkels en zelfstandige buurtsupermarkten (voornamelijk in voedingsproducten) verdwenen. Bron: Buurtwinkels: analy-se en Unizo-actieplan; Unzio-studiedienst, 31 mei 2005.

Page 393: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 20

3.4 Vestigingslocaties voor kleinhandel Voor de vestiging van winkels komen diverse locaties in aanmerking. Vaak zijn deze ge-baseerd op bezoekmotieven van de consument. Zoals in hoofdstuk 4 van het deelrapport “Kaders voor de visievorming” beschreven wordt, is het bezoekmotief van de consument vooral gebaseerd op vergelijkend en recreatief winkelen, boodschappen doen en doelge-richt winkelen. Vergelijkend en recreatief winkelen in binnenstedel ijke centra Voor het vergelijkend en recreatief winkelen komen vooral de binnenstedelijke winkelcen-tra in aanmerking. Het aanbod in deze centra en de kwaliteit van het openbaar gebied (o.a. de bereikbaarheid, parkeren, sfeervolle winkelstraten en pleinen) zal derhalve moe-ten kunnen zorg dragen voor een aangenaam verblijfsklimaat. Naast kleinhandel is in deze centrumgebieden ook een uitgebreid aanbod aanwezig van andere functies, zoals bijvoorbeeld horeca, cultuur, vermaak en dienstverlening. Grote centra, zoals bijvoor-beeld in Hasselt, hebben daarnaast ook een toeristische functie. Typische branches die in binnenstedelijke centra worden aangetroffen zijn kleinschalige specialistische levens-middelenzaken, parfumerieën, warenhuizen, winkels op het gebied van kleding en mode, schoenenwinkels, juweliers, luxe artikelen, antiek en kunst, media. Maar ook specialisti-sche winkels op het gebied van sport en spel en lokale ondernemers in tal van branches worden vaak in binnenstedelijke centra aangetroffen. Aan de aankopen in centrale han-delsgebieden wordt vaak een hoge emotionele betrokkenheid verbonden. Een sterke complementariteit kan gerealiseerd worden wanneer binnenstedelijke centra worden uitgebreid met (clusters van) grootschalige winkels of met andere nieuwe vormen van kleinhandelsaanbod8. Boodschappen doen in de dorpen en wijken van groter e gemeenten Boodschappen doen doet de consument het liefst in zijn eigen woonomgeving. Nabijheid (waaronder ook bereikbaarheid en parkeren), gemak en comfort spelen in zijn winkelkeu-ze een belangrijke rol. Supermarkten, speciaalzaken in voeding, krantenwinkels en dro-gisterijen zijn de belangrijkste branches die de consument in zijn directe woonomgeving wenselijk acht. Maar ook op het gebied van dagelijks benodigde niet-voedingsartikelen is aanbod nabij de woonomgeving van belang. Evenals bij centrale handelsgebieden is ook hier clustering van winkelfuncties gewenst. Maar ook clustering met andere wijkgerichte functies, zoals bijvoorbeeld medische voorzieningen, onderwijsvoorzieningen, maat-schappelijk werk, enz. Hoe meer functies gecombineerd worden hoe hoger het aantal bezoekmotieven voor deze voorzieningencentra. De aankopen in dergelijke voorzienin-gencentra zijn gericht op zorg, zowel voor de kleine, vergeten boodschappen als voor de wekelijkse bulkaankopen. Aankopen vinden sterk routinematig plaats en zonder enige emotionele betrokkenheid.

8 Bekende voorbeelden hiervan zijn in Nederland te vinden. Bijvoorbeeld het factory outlet center in Roer-

mond is gevestigd tegen de binnenstad. Ook ArenA boulevard in Amsterdam en de grootschalige winkels in Alexandrium in Rotterdam zijn gelocaliseerd naast belangrijke binnenstedelijke winkelgebieden. De er-varingen hiermee zijn zeer positief.

Page 394: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 21

Doelgericht winkelen op perifere locaties (baanwink els, retailparken) Accent bij het doelgericht winkelen ligt op het efficiënt aankopen van meerdere artikelen tegelijkertijd, frequente, routinematige bulkaankopen, alles onder één dak, snel en ge-makkelijk. Ook kan het vaak gaan om grootschalige artikelen, zoals bijvoorbeeld meube-len, wasmachines, e.d. Doorgaans is bij de aankoop van dit soort aankopen wat minder emotionele betrokkenheid aanwezig (met uitzondering van meubelen). De frequentie voor doelgerichte aankopen is laag. Branches die passen binnen het doelgericht winkelen zijn: grootschalige supermarkten, huishoudelijke artikelen, sport en spel, plant en dier, bruin- en witgoed, auto en fietsbenodigdheden, doe-het-zelf en woninginrichting. Voor het doel-gericht winkelen komen vooral locaties buiten de winkelcentra in aanmerking (baanwin-kels, retailparken).

Page 395: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 3 22

Page 396: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 23

4. DE HANDELSCENTRA

4.1 Versterking centrale handelscentra heeft priori teit In haar kleinhandelsbeleid wil de Provincie prioriteit geven aan een versterking van de centrale handelsgebieden in de steden, gemeenten, dorpen en kernen. Dit versterkt het woon- en leefklimaat in deze woongebieden en geeft aan de zittende ondernemers meer mogelijkheden voor een succesvolle exploitatie. De nadruk van de uitbreidingscapaciteit die de komende 10 jaar zal ontstaan (circa 255.000 m²) zal dan ook sterk moeten liggen op uitbreiding en versterking van binnenstedelijke centra en centra in kleinere gemeen-ten, dorpen en woonkernen. Uitgaande van de huidige verdeling tussen enerzijds winkels in centrale handelskernen en op verspreide locaties en anderzijds winkels op perifere locaties (baanwinkels, grootschalige concentraties e.d.) mag maximaal circa 30 à 35 % van deze uitbreidingscapaciteit buiten de centrale handelskernen gerealiseerd worden. Voor de handelskernen in grote en kleine gemeenten is er dan een uitbreidingsvolume van circa 175 000 m²; voor baanwinkellocaties en retailparken een uitbreidingsvolume van circa 80 000 m² wvo (exclusief verplaatsers). Het moge duidelijk zijn dat op de door stopzetting vrijkomende locaties die zich in de toekomst minder goed lenen voor klein-handelsfuncties, aanpassingen dienen plaats te vinden in het RUP. Deze aanpassingen dienen zodanig plaats te vinden dat er in de toekomst geen kleinhandel meer mogelijk is. Hieronder volgt een algemeen overzicht van activiteiten die ondernomen kunnen (moe-ten) worden om de centrale handelsgebieden beter te laten functioneren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke activiteiten, functionele activiteiten en beleidsma-tige activiteiten. 4.1.1 Ruimtelijk Eenduidige afbakening van centrumgebieden Geconstateerd is dat er in Limburg een aanzienlijke hoeveelheid baanwinkel(locaties) en veel verspreid aanbod is gevestigd. Op een aantal plaatsen is dit duidelijk ten koste ge-gaan van de centrale handelscentra, waardoor centra nauwelijks meer in staat zijn de functie te vervullen die zij zouden moeten vervullen. Voorts zijn centrumfuncties vaak over een te groot gebied van het centrum uitgewaaierd en zijn er hinderlijke onderbrekin-gen van het kleinhandelsfront ontstaan, waardoor van onderlinge synergie tussen deze centrumfuncties geen sprake meer is. Veel handelscentra in Limburg zijn derhalve niet veel meer dan een ‘verzameling van verspreid liggende winkels en aanverwante functies in het centrum van de gemeente’. Afbakening van de centrumgebieden is derhalve een eerste vereiste om nieuwe ontwikkelingen in deze centrumgebieden te accommoderen.

Page 397: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 24

Bereikbaarheid en parkeren De attractiviteit van een centrumgebied bestaat niet alleen uit de aanwezigheid van aller-lei functies. Deze functies moeten ook goed bereikbaar zijn en kunnen beschikken over voldoende parkeerplaatsen. Parkeerplaatsen en andere bronpunten voor centrumbezoek dienen goed verspreid over het centrumgebied gelegen te zijn. Voorts is het raadzaam om te beschikken over goed functionerende parkeerverwijzing naar centrumgebieden. Stedelijk weefsel en de openbare ruimte Een aantrekkelijk winkelgebied wordt ook gekenmerkt door haar ruimtelijke opbouw. Dat wil zeggen: geen lange winkelstraten, maar veel meer een compact winkelgebied met daarin aantrekkelijke winkelstraten en pleinen, aantrekkelijke winkelcircuits, aantrekkelijk straatmeubilair. Voor de grotere centrumgebieden met een aanbod dat in belangrijke mate is gericht op recreatief en vergelijkend winkelen biedt realisatie van voetgangersge-bieden respectievelijk verkeersarme winkelstraten/pleinen een extra kans om de ver-blijfswaarde van de centrumgebieden te versterken. Combinatie met grootschalige winkels Traditioneel heerst de opvatting dat binnenstedelijke handelscentra alleen maar ruimte bieden voor de kleinere winkels. Grootschalige winkels zouden immers bij gebrek aan geschikte ruimte wel moeten uitwijken naar locaties aan de rand van de stad. De provin-cie is er echter van overtuigd dat in een aantal gevallen ook locaties in centrale handels-gebieden in aanmerking kunnen komen voor de vestiging van grootschalige winkels. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten: • het leidt niet tot koopvlucht uit de centrale handelscentra en het ontstaan van onge-

wenste uitbreidingen van het kleinhandelsaanbod aan de rand van de stad; • de winkels en andere functies in het centrale handelsgebied kunnen profiteren van de

aantrekkingskracht van deze grootschalige winkels. Inspelen op veranderingen in de bevolkingssamenstel ling De bevolkingssamenstelling van België en ook die van Limburg evolueert. In toenemende mate zal er de komende jaren vergrijzing optreden. Dat betekent dat centrale handelsge-bieden zich hierop dienen te oriënteren. Niet alleen de branchering en assortimentssa-menstelling dienen op de vergrijzing afgestemd te worden, maar ook de ruimtelijke kwali-teiten van centrumgebieden vereisen hier hun aandacht. Aandacht voor nabijheid van parkeerlocaties, ruime parkeerlocaties, veiligheid en vooral service aan de bezoekers zijn hierbij sleutelbegrippen. Nieuwe uitbreidingen moeten passen in structuur Binnenstedelijke uitbreidingsprojecten worden nogal eens gerealiseerd op locaties die zich buiten de bestaande winkelcircuits bevinden. Met als gevolg dat er gescheiden loop-stromen ontstaan en er onvoldoende geprofiteerd kan worden van wederzijdse bevruch-ting. Een juiste inpassing van nieuwe uitbreidingsprojecten kan ook het reeds bestaande gedeelte van het handelscentrum aanzienlijk versterken.

Page 398: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 25

4.1.2 Functioneel Bevordering zelfstandig ondernemerschap Voorts hecht de provincie er aan om ten behoeve van het onderscheidend vermogen van de handelscentra sterk in te zetten op behoud en versterking van het zelfstandig onder-nemerschap. Lokale ondernemers zijn meer in staat om in te spelen op de specifieke behoeften die er in gemeenten/regio’s bestaan dan de filiaalmanagers van het grootwin-kelbedrijf. Complete branchering Handelscentra moeten kunnen beschikken over een volledig assortiment om te voorko-men dat ongewenste koopvlucht gaat optreden. Op het moment dat bepaalde branches in handelscentra wegvallen, is er sprake van een structurele onevenwichtigheid in de branchesamenstelling van het handelsgebied. Consumenten zullen dan geneigd zijn om voor bepaalde aankopen uit te wijken naar andere centrumgebieden en zullen dan tege-lijkertijd ook andere aankopen doen. Het vervalproces van handelscentra komt hierdoor in een stroomversnelling terecht, wat uiteindelijk leidt tot het verdwijnen van veel winkels. Binnensteden zijn ook synoniem voor verrassend winkelen. Van een hoogwaardig en meer grootschalig aanbod in de highstreet naar kleinere exclusieve boetieks in de zijstra-ten. De kracht van de centrale handelsgebieden is gelegen in de grote mate van vergelij-kend winkelen in de zin van veel keus bij een ruim aanbod van winkels, en een rijke vari-eteit aan winkels van verschillende stijl. Inspelen op veranderingen in de vrijetijdsbesteding Shoppen is een van de belangrijkste activiteiten die mensen in hun vrije tijd ondernemen. Voor centrale handelscentra ligt hier een veel groter omzetpotentieel dan voor aan de rand van de stad gelegen winkels/winkelconcentraties. Centrale handelsgebieden zullen deze troef veel sterker moeten uitspelen dan tot nu toe het geval is. Consumenten moe-ten figuurlijk ‘in de watten’ gelegd worden om van hun vrijetijd te kunnen genieten. Nieu-we investeringen zijn daarom noodzakelijk, zowel in de detailhandel als in de overige functies en de verblijfswaarde van deze handelsgebieden. Verwevenheid met andere functies Niet alleen de kleinhandel is bepalend voor de aantrekkelijkheid van handelscentra. Ook de aanwezigheid van andere functies, zoals horeca, leisure, cultuur en dienstverlening zijn medebepalend. Bezoek aan handelscentra vindt immers plaats uit hoofde van re-creatief en vergelijkend winkelen. De consument stelt daarom ook hoge eisen aan de functionele samenstelling van het centrumgebied. Tussen het winkelen door moet hij zich kunnen ontspannen, kunnen genieten van de aanwezige horeca en wellicht een bezoekje brengen aan musea, bibliotheek en vermaaksfuncties.

Page 399: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 26

Ook dwaalgebieden spelen in centrumgebieden een belangrijke rol. Dwaalgebieden zijn verrassend en uitdagend en onderscheiden zich van de andere deelgebieden in het cen-trum door hun sterke mix aan vaak kleinschalige functies (van een hoog kwaliteitsniveau tot een laag kwaliteitsniveau) in een specifieke – vaak historische - omgeving. Dwaalge-bieden bieden de consument niet alleen de confrontatie met een sfeervol gebied binnen het centrum, maar bieden ook uitstekende mogelijkheden voor startende ondernemers (broedplaatsfunctie). Centraal handelsgebied en de markt Centrale handelsgebieden zijn vaak gesitueerd rond marktpleinen, en marktpleinen zijn vaak het domein van de warenmarkt en speciale markten. Markten zijn voor veel mensen een motief om het centrale handelsgebied van een gemeente te bezoeken. Een aantrek-kelijke markt in het centrum van de stad beïnvloedt het imago van een gemeente als koopgemeente en trekt tevens veel publiek. Wonen in het centrum Levendigheid in het centrumgebied wordt niet alleen gecreëerd door de voorzieningen die er zijn en de mensen die de binnenstad bezoeken. Een belangrijk deel van de kleur van het centrumgebied wordt bepaald door de mensen die er wonen. De bewoners zor-gen er voor dat er ook op rustige momenten levendigheid en sociale controle in het cen-trum is. De bewoners zorgen tevens voor extra draagvlak voor de voorzieningen. Wonen boven winkels wordt reeds door veel gemeenten nagestreefd. 4.1.3 Beleidsmatig Gemeentelijke initiatieven voor versterking handels centra Veel gemeenten blijken nog niet te beschikken over een langetermijnvisie voor hun cen-trale handelscentrum. Beslissingen worden vaak ad hoc genomen en andere binnenste-delijke belangen leggen een nadruk op te nemen beslissingen. De gevolgen hiervan uiten zich in een geringe samenhang in de componenten die gezamenlijk de binnenstad vor-men. De provincie wil daarom alle gemeenten in haar grondgebied aansporen om de noodzakelijke maatregelen te nemen om hun centrale handelsgebied te versterken. Beperking groei van baanwinkels De provincie hecht er ook grote waarde aan om actief in te zetten op beperking van de groei van het aantal baanwinkels, respectievelijk een begeleide groei van het aantal baanwinkels toe te staan. De aanwezigheid van baanwinkels zal echter steeds onderge-schikt zijn aan de groei van centrale handelscentra. Momenteel bestaat circa 25 à 30% van het handelsaanbod in de provincie uit baanwinkels en grootschalige concentratiege-bieden. Het streven zal er op gericht zijn dit de komende 10 jaar niet verder op te laten lopen dan tot maximaal circa 30 à 35% van het totale aanbod.

Page 400: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 27

Centrummanagement en marketing Centrummanagement is een belangrijke succesfactor voor centrumgebieden. Centrum-management is daarbij meer dan alleen het dagelijks onderhoud van het centrumgebied en dient zich ook in te zetten voor het op niveau houden van de kwaliteit van de winkels en de branchemix. Centrummanagement zal zich ook bezig moeten houden met de mar-keting van het handelscentrum. 4.2 De centra in het regionaal stedelijk gebied Het centrum van Hasselt en het centrum van Genk zullen zich in het kleinhandelsaanbod nog nadrukkelijker moeten gaan profileren als de belangrijkste recreatieve handelscentra van de provincie Limburg. Deze centra vervullen daarnaast ook een sterke toeristische functie. Een uitgebreid pakket aan detailhandel, zowel op het gebied van dagelijkse als niet-dagelijkse goederen, behoort in deze centrumgebieden aanwezig te zijn. Verweven-heid van de kleinhandel met horeca, cultuur, ontspanning dient hier hoog in het vaandel te staan. Naast deze vooral functionele aspecten, verdienen ook ruimtelijke aspecten de aandacht. Nieuwe investeringen in de bereikbaarheid van het centrum, de parkeercapaci-teit, de openbare ruimte, pleinen en behoud van de architectuur zijn aspecten die blijvend om aandacht vragen. Maar de centra van Hasselt en Genk zijn ook verschillend van ka-rakter. Zo onderscheidt Hasselt zich door haar aangename, historische verblijfsomgeving en onderscheidt Genk zich door haar moderne opbouw van het centrumgebied. De com-plementariteit tussen deze centra zal zich in de toekomst moeten versterken, waardoor de concurrentiekracht van het regionaalstedelijk gebied sterk toeneemt en in staat is te kunnen concurreren met andere grootsteden in Vlaanderen. Daarnaast zal bezien moeten worden in hoeverre nieuwe aanbodsvormen die een (bo-ven)provinciaal verzorgingsgebied bestrijken zich kunnen vestigen in of aan de rand van het centrumgebied van Hasselt of Genk. Daarmee wordt een synergie bereikt die ook voor de bestaande functies in het centrum van Hasselt c.q. Genk van groot belang is. Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 6.3. 4.3 De centra in structuurondersteunend kleinstedel ijk gebied en in

het kleinstedelijk gebied Tot de centra in het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied behoren de centra van Sint-Truiden en Tongeren. Deze centra hebben vooral een (boven)regionale verzorgings-functie. Tot de centra in het kleinstedelijk gebied behoren de centra van Beringen, Leo-poldsburg, Neerpelt-Overpelt, Maasmechelen, Maaseik, Lommel, Bree en Bilzen. Deze laatste groep centra heeft een regionale verzorgingsfunctie.

Page 401: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 28

In deze centra zal vooral ingezet moeten worden op de vestiging van functies die regio-naal verzorgend zijn. Naast een aanbod gericht op shopping en recreatieve doeleinden, hebben deze centra ook een belangrijke functie op het gebied van convenience. Daar-naast dient in de regionaal verzorgende centra gezocht te worden naar mogelijkheden voor de versterking van de shopping en specialty sector om de winkelfunctie van deze centra te behouden/versterken. Daarbij dient veel aandacht uit te gaan naar de multifunc-tionaliteit en de onderscheidende kwaliteiten van de centra. Uit het consumentenonder-zoek is gebleken dat de bereikbaarheid en het parkeren relatief slecht scoren in een aan-tal centra. Ook dit is een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Nieuwe ontwikke-lingen in deze centra dienen te passen binnen het profiel van deze centra en mogen niet concurrerend zijn voor de binnenstad van Hasselt. 4.4 De centra in de overige gemeenten De lokaal verzorgende centra functioneren vooral als convenience aankoopplaats. Het accent ligt op supermarkten, levensmiddelenzaken en drogisterijaanbod. Aanvullend zijn enige frequent benodigde niet-dagelijkse artikelen (textiel, huishoudelijke artikelen) in de centra aanwezig. Nabijheid is het belangrijkste bezoekmotief voor de consument. Voor de lokaal verzorgende centra wordt ingezet op het behoud van een compleet voor-zieningenaanbod. In de kleinste kernen is het echter niet altijd haalbaar een compleet voorzieningenaanbod overeind te houden. Het streven voor deze kernen is gericht op behoud van de aanwezige voorzieningen. Initiatieven op dit vlak worden dan ook positief tegemoet getreden. Aard en omvang van voorzieningen dienen in overeenstemming te zijn met de verzorgingsfunctie van de kern. Het uitzwermen van kleinhandel buiten het commercieel centrum dient zoveel mogelijk te worden tegengegaan. Daarnaast kan wor-den ingezet op een multifunctionele ontwikkeling en verweving van functies. Overige aandachtspunten bij de handhaving en versterking van de positie zijn: • ruimtelijke concentratie van voorzieningen; • voldoende kritische massa; • behoud waar mogelijk; • bereikbaar en parkeren; • veiligheid en leefbaarheid. Kleine buurtsupers Zoals reeds hiervoor vermeld, is de belangrijkste prioriteit van de provincie om de bin-nenstedelijke centra en de centra in de dorpen en wijken te versterken. Met name voor de kleinere gemeenten en de kleinere centra is een belangrijk middel hierbij de realisatie van kleine buurtsupers en kleine buurtwinkels. Kleine buurtsupers en kleine buurtwinkels hebben een verzorgingsfunctie voor kleinere woongemeenschappen, voorzien in de be-hoefte van – het steeds toenemende aantal – een- en tweepersoonshuishoudens, oude-ren en minder mobielen. Voorts brengen kleine buurtsupers en kleine buurtwinkels le-

Page 402: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 29

vendigheid in de centra en hebben ze een sociale functie (ontmoetingsfunctie). Proble-matisch is vaak de ruimtelijke inpasbaarheid van kleine buurtsupers. Met name gaat het dan om de parkeerproblematiek, ruimtelijke inpassing, e.d. De provincie zal derhalve een maximale inspanning leveren om in deze centra kleine buurtsupers en buurtwinkels te realiseren.

Page 403: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 4 30

Voorbeeld sport/leisure cluster. Winkel Globetrotter in Keulen

Page 404: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 31

5. BAANWINKELS, RETAILPARKEN, THEMACENTRA

Hoog in het kleinhandelsbeleid van de provincie staat het beleid ten aanzien van baan-winkels. De provincie kenmerkt zich door veel locaties waar baanwinkels gevestigd zijn. Zoals eerder vermeld is dit op veel plaatsen ten koste gegaan van het functioneren en de ontwikkeling van de centrale handelscentra. Toch kan niet voorbij gegaan worden aan de trend naar grootschaligheid. Grootschalige winkels hebben inmiddels een belangrijke positie in de kleinhandelsstructuur ingenomen en zijn hierin niet meer weg te denken. Voor diverse artikelgroepen bieden locaties aan de randen van steden en gemeenten zeer geschikte vestigingsmogelijkheden. Het standpunt van de provincie is echter toch dat een verdere uitbreiding van het aantal baanwinkels beperkt moet blijven c.q. in principe niet gewenst is. Dat betekent echter niet dat er geen uitbreidingen c.q. vervangingen van het aanbod meer mogen plaatsvinden. In het vorige hoofdstuk is becijferd dat de uitbreidingsbehoefte voor baanwinkels c.q. retail-parken voor de komende 10 jaar becijferd is op circa 80 000 m² wvo (exclusief verplaat-sers). Inclusief verplaatsers zal de nieuwbouwbehoefte echter groter zijn. Een groot gedeelte van deze nieuwbouwbehoefte zal ontstaan uit hoofde van vervanging en herstructurering van het bestaande aanbod. Immers op veel verspreide locaties in de provincie Limburg bevinden zich nog traditionele baanwinkels, die geen enkele toege-voegde waarde hebben voor de kleinhandelsstructuur in de regio en alleen maar versto-rend werken op het in stand houden en versterken van de kleinhandelsstructuur en met name het in stand houden en versterken van centrale handelscentra. 5.1 Beleid traditionele baanwinkellocaties Alleen in gemeenten met een provinciale, bovenregio nale of regionale verzorgings-functie Ondanks het feit dat de provincie sterk de nadruk wil leggen op versterking van centrale handelscentra wil zij een verdere uitbreiding van het aantal baanwinkels op traditionele baanwinkellocaties niet in zijn geheel blokkeren. Dat wil zeggen dat het aantal gemeen-ten waar nog uitbreidingen van het aantal baanwinkels mogelijk zijn, beperkt zal worden tot die gemeenten die een provinciaal verzorgende, bovenregionaal verzorgende of regi-onaal verzorgende functie hebben. In gemeenten met slechts een lokaal verzorgende functie zullen, ter bescherming en ter versterking van de toch al kwetsbare winkelcentra in deze gemeenten, geen nieuwe baanwinkels meer toegestaan worden, tenzij het gaat om bouwmarkten, tuincentra of grote meubeltoonzalen. De provincie zal, in overleg met de daarvoor in aanmerking komende gemeenten (met een provinciale, bovenregionale of regionale verzorgingsfunctie), de locaties aanwijzen

Page 405: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 32

waar zich – onder de hieronder genoemde voorwaarden - nieuwe baanwinkels mogen vestigen. De provincie is van het standpunt dat zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat nieuwe solitaire locaties gaan ontstaan en dat zoveel mogelijk aangesloten dient te worden bij reeds bestaande clusters van baanwinkels. Ten aanzien van de hier bedoelde baanwinkelconcentraties gelden, wanneer het gaat om nieuwe uitbreidingen, nadrukkelij-ke vestigingsvoorwaarden: 1. Winkels dienen in principe groter te zijn dan 800 m², tenzij dat het gaat om een winkel

die weliswaar kleiner is dan 800 m² maar in zijn branche wel als grootschalig wordt aangemerkt.

2. Winkels mogen geen structuurverstorende invloed hebben op de door de provincie en gemeente gewenste kleinhandelsstructuur.

3. Alleen die branches mogen toegelaten worden die niet concurrerend zijn met de bin-nensteden of centra in kleinere gemeenten en dorpen. In concreto betekent dit dat winkels die sterk gericht zijn op recreatief en vergelijkend winkelen (warenhuizen, winkels in mode, kleding en schoenen, boekhandels, juweliers, kunst en antiek) en supermarkten uitgesloten dienen te worden op traditionele baanwinkelconcentraties.

4. Aangetoond dient te worden dat er elders (in de stedelijke centra, ondersteunende centra of andere centra) geen geschikte ruimte beschikbaar is.

Per daarvoor in aanmerking komende gemeente zal slechts een locatie benoemd wor-den, - waar onder de gestelde voorwaarden - eventuele uitbreidingen van het aantal baanwinkels mogen plaats vinden. Dit zullen uitsluitend die locaties zijn waar zich al en-kele of meerdere baanwinkels gevestigd hebben. Geen nieuwe locaties voor solitaire baanwinkels De provincie zal geen nieuwe toewijzingen meer doen voor nieuwe solitair gelegen baanwinkels. Deze leiden slechts tot verrommeling van de openbare ruimte, veroorzaken extra mobiliteit, gaan ten koste van bedrijfsterreinen of natuurgebieden en dragen in het geheel niet bij tot het ontstaan van een gezonde en duurzame kleinhandelsstructuur. Uitzondering voor super grootschaligen Uitzondering zijn echter die winkels die vanwege hun omvang niet inpasbaar zijn in be-staande binnenstedelijke gebieden of andere concentratiegebieden van baanwinkels. Het zou hierbij bijvoorbeeld kunnen gaan om de inpassing van een groot warenhuis op het gebied van woninginrichting (bijvoorbeeld IKEA) of de inpassing van een grote bouw-markt (supergrootschaligen). Ook supergrote supermarkten kunnen tot de supergroot-schaligen gerekend worden (bijvoorbeeld een grote Carrefour of Cora). Nadrukkelijk dient het te gaan om echt grote winkeloppervlaktes (bijvoorbeeld meer dan 15 000 m² wvo) die niet inpasbaar zijn in de bestaande detailhandelsstructuur. Het spreekt voor zich dat – alvorens tot vestiging besloten wordt – een uitgebreid onderzoek dient plaats te vinden naar de effecten van realisatie van een dergelijke winkel op de kleinhandelsstructuur en het voorzieningenniveau in de provincie, mobiliteitseffecten,

Page 406: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 33

enz. In een dergelijk onderzoek dienen niet alleen structuurverstorende invloeden opge-nomen te worden, maar ook dient aandacht besteed te worden aan de toegevoegde waarde van een dergelijke winkel op het economisch functioneren van de regio. Als mo-gelijke locaties voor deze supergrote winkels komen alleen die locaties in aanmerking die regionaal goed ontsloten zijn en bereikbaar zijn met openbaar vervoer. Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan locaties aansluitend op het rijkswegennet met lange op- en afritten (ter voorkoming van filevorming op de snelweg). 5.2 Beleid retailparken Een bijzondere vorm van concentratiegebieden van baanwinkels zijn de in opkomst zijn-de retailparken. Retailparken zijn conceptmatig gebouwde winkelcentra waar grootschali-ge detailhandel zich in geconcentreerde vorm vestigt. Retailparken variëren in omvang van 10 000 tot 15 000 m² wvo9 tot retailparken met een grotere omvang (meer dan 15 000 m² wvo). Kleinere retailparken hebben een kleiner verzorgingsgebied dan grotere retailparken. Zo bestrijkt het verzorgingsgebied van een kleiner retailpark voornamelijk het direct aangrenzende gebied rondom de vestigingslocatie (< 10 kilometer), terwijl de grotere retailparken een groter gebied bestrijken van 20 kilometer en meer met een be-volkingsomvang van circa 250 000 tot 300 000 inwoners. Een bekend voorbeeld van een groter retailpark is het Hydrion Retailpark in Arlon (circa 30 000 m²), waar een aantal grootschalige winkels zich in een U-vorm rondom een centrale parkeerplaats gevestigd hebben. Retailparken zijn zeer auto-afhankelijk en zijn daarom vaak gelegen op goed bereikbare locaties (vaak aan de autosnelwegen/knooppunten aan autosnelwegen). In-dien zich echter op binnenstedelijke locaties mogelijkheden voordoen om aansluitend op het centrumgebied een retailpark te realiseren verdient dit – met het oog op een eventu-eel te bereiken synergie met de binnenstad - uiteraard de voorkeur. Voorts dienen retail-parken te beschikken over voldoende parkeervoorzieningen en ook bereikbaar te zijn met openbaar vervoer. De provincie is van het standpunt dat retailparken kunnen bijdragen aan het concentreren en professionaliseren van baanwinkels en daarmee aan een versterking van de regionale kleinhandelsstructuur, doch wil wel nadrukkelijke voorwaarden stellen bij de realisatie van retailparken. Deze zijn: 1. De invulling van retailparken zal voor een groot deel moeten plaats vinden middels

verplaatsingen van baanwinkels die momenteel elders in Limburg gevestigd zijn10. De provincie wil hierbij als voorwaarde stellen dat een groot gedeelte (bijvoorbeeld 50%) van de winkelvloeroppervlakte van een retailpark ingevuld moet worden met ver-plaatsers. De overige ruimte kan ingevuld worden met andere grootschalige winkels,

9 De kritische ondergrens bedraagt circa 10 000 m² wvo. 10 Het moge duidelijk zijn dat bij verplaatsingen de bestemming van de achter gebleven locatie gewijzigd

dient te worden. Dit ter voorkoming van nieuwe kleinhandel die zich op de vrij gekomen locatie zou willen gaan vestigen.

Page 407: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 34

die een wezenlijke bijdrage leveren aan de kwaliteit en vernieuwing van de kleinhan-delsstructuur in de regio (en dus niet meer van hetzelfde zijn). De ruimte die vrijkomt door de verplaatsers zal niet heringevuld mogen worden met kleinhandel. Het RUP of BPA voor deze locaties dient derhalve aangepast te worden.

2. Om de complementariteit met de binnenstedelijke centra te bevorderen zal het alleen mogen gaan om winkels met een minimale omvang van 800 m² wvo of meer. Dit is een omvang die vaak moeilijk in de centrale handelscentra is in te passen. Kleinere oppervlaktes zijn mogelijk wanneer het gaat om een kleinere winkel die in zijn bran-che wel als grootschalig beschouwd wordt.

3. Ten aanzien van de branchering worden door de provincie geen beperkingen ge-steld. Ook retailparken hebben immers trekkers nodig om goed te kunnen functione-ren. Dat kunnen zowel supermarkten zijn, als warenhuizen en kleding en modewin-kels. Het is overigens aan de gemeenten om middels op te maken stedenbouwkun-dige of socio-economische richtlijnen nader invulling te geven aan de gewenste bran-chering van de retailparken.

4. Ook zal nagegaan moeten worden wat voor effecten de realisatie van een retailpark zal hebben op de kleinhandelsstructuur en het voorzieningenniveau in de regio. In-dien deze tot een structurele verstoring van de kleinhandelsstructuur leidt, zal de pro-vincie geen toestemming tot realisatie van het retailpark geven.

5. In gemeenten waar retailparken gerealiseerd worden, zullen op andere locaties geen baanwinkels meer toegestaan worden.

De provincie wil het aantal retailparken dat binnen haar grenzen gerealiseerd kan wor-den, beperken. Zij stelt daarom voor om op een drietal locaties binnen de provincie mo-gelijkheden te scheppen voor grote retailparken (> 15 000 m² wvo). Deze grote retailpar-ken kunnen slechts gerealiseerd worden in gemeenten met een provinciaal of regionaal verzorgende functie. Het gaat hierbij om: • een locatie in het noordelijke deel van Limburg; • een in Midden-Limburg; • een in het zuidelijke deel van Limburg. Voorts dienen deze bij voorkeur gerealiseerd te worden door herstructurering van be-staande, verouderde retailparken. De kleinere retailparken (tussen de 10 000 en 15 000 m² wvo) kunnen – onder de gestel-de voorwaarden – alleen maar gelokaliseerd worden in gemeenten met een provinciale, regionale of bovenlokale verzorgingsfunctie en dan bij voorkeur op locaties waar nu al baanwinkels gevestigd zijn (herstructurering van bestaande baanwinkellocaties). Voorts zal de provincie in gemeenten waar retailparken gerealiseerd worden (maximaal een retailpark per daarvoor in aanmerking komende gemeente) geen uitbreidingen van ande-re baanwinkelconcentratiegebieden meer toestaan.

Page 408: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 35

In gemeenten met een lokale verzorgingsfunctie zullen ter bescherming van de lokale kleinhandel geen retailparken gerealiseerd worden. 5.3 Winkels op verspreide locaties In de kleinhandelsstructuur van de provincie Limburg komen op diverse locaties nog win-kels voor die solitair gelegen zijn. Soms gaat het over kleine verspreide winkels in woon-gebieden, soms over kleine of grote solitair gelegen winkels langs de invalswegen en op industrieterreinen. In de provincie Limburg bestaat circa 40 à 45% van het gehele aanbod uit verspreid gelegen vestigingen. Veel van deze winkels worden gekenmerkt door een marginaal economisch functioneren en zullen in de toekomst verdwijnen als gevolg van opvolgingsproblemen of minder gunstige omgevingsfactoren. Het beleid van de provincie Limburg is er op gericht om het verspreid liggend winkelvo-lume niet verder te laten uitbreiden c.q. aanzienlijk te verminderen ten gunste van de binnenstedelijke handelscentra en de centra in de kleinere gemeenten, dorpen en woon-kernen. Winkels dienen immers gelokaliseerd te zijn in winkelgebieden waar zij elkaar kunnen versterken. 5.4 Wenselijkheid andere aanbodsvormen In de bovenstaande paragrafen is aangegeven hoe de provincie beleidsmatig wenst om te gaan met haar binnenstedelijke centra, haar baanwinkels en de retailparken. Naast deze aanbodsvormen zijn er nog een aantal andere aanbodsvormen die momenteel of in de nabije toekomst vraag zullen uitoefenen naar geschikte locaties. De provincie Limburg stelt zich hierbij op het standpunt dat nieuwe aanbodsvormen aan de kleinhandelsstruc-tuur in Limburg toegevoegd kunnen worden wanneer deze • een wezenlijke bijdrage leveren aan het up-to-date houden van de kleinhandelsstruc-

tuur in de verschillende regio’s van de provincie Limburg; • tegemoet komen aan de verlangens van de consument; • vernieuwend zijn; • niet ten koste gaan van het voorzieningenniveau in de gemeenten. Hierbij is echter tegelijkertijd gewaarschuwd voor de mogelijkheid dat er een ernstige verstoring van de kleinhandelsstructuur zal kunnen optreden. Een zorgvuldige afweging dient hierover plaats te vinden. Hieronder wordt voor enkele nieuwe aanbodsvormen aangegeven wat deze effecten zouden kunnen zijn, zowel in positieve als in negatieve zin. Achtereenvolgens komen aan de orde: • perifeer gelegen regionale shopping centra; • hypermarkten;

Page 409: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 36

• factory outlet centra; • themacentra; • traffic locaties. 5.4.1 Perifeer gelegen regionale shopping centra Perifeer gelegen shopping centra komen veel voor in het buitenland. Maar ook in België komen op verschillende locaties regionaal verzorgende shopping centra voor. Vaak lig-gen deze buiten de traditionele kleinhandelsstructuur. Voorbeelden hiervan zijn: • shopping centrum Wijnegem; • shopping centrum Waasland in Sint-Niklaas; • de in Brussel gelegen shopping centra Woluwe, Basilix en Westland; • de Cora shopping centra in Anderlecht, Châtelineau, Hornu, La Louvière, Messancy,

Rocourt en Woluwe. Over het algemeen bestaan deze shopping centra uit een grote supermarkt (in de Cora centra tot meer dan 10 000 m² wvo) en een aantal winkels die ook in binnensteden wor-den aangetroffen (zoals op het gebied van kleding en mode, schoenen, juwelen, binnen-huisdecoratie, beauty, boekhandels, opticiens, horecavoorzieningen). Shopping centra worden vaak beheerd door een management. Tevens vindt gezamenlijke marketing plaats. Perifere shopping centra liggen vaak aan de rand van woongebieden op een met de auto en openbaar vervoer goed bereikbare locaties met ruime en veelal gratis par-keervoorzieningen. De opkomst van dergelijke centra heeft zowel in het buitenland als in België vaak geleid tot aanzienlijke negatieve effecten en leegstand/verpaupering in de binnensteden. Perifeer gelegen shopping centra zijn derhalve in de provincie Limburg niet gewenst. 5.4.2 Hypermarkten Hypermarkten hebben een sterk regionaal verzorgende functie en kunnen – zeker wan-neer in de traditionele centra geen nieuwe investeringen meer plaats vinden - ten koste gaan van het lokale voorzieningenniveau. Hypermarkten kennen ook een ander bezoek-motief dan kleinere supermarkten. Hypermarkten hebben een grote auto-afhankelijkheid, worden door de consument slechts bezocht voor de grote boodschappen (gemiddeld zo’n een à twee keer per maand) en kennen een hoog gemiddeld bestedingsbedrag per be-zoek. Kleinere supermarkten in de binnenstedelijke centra of in de dorpen en wijken wor-den meerdere keren per week bezocht en kennen een gemiddeld bestedingsbedrag dat per bezoek aanzienlijk lager is dan dat bij hypermarkten. Opvallend is ook dat uit een recent uitgevoerd onderzoek11 is gebleken dat hypermarkten op het gebied van voeding marktaandeel zullen gaan verliezen aan buurtwinkels.

11 4th Belgian Consumer Goods onderzoek van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Page 410: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 37

Desondanks wil de provincie – onder voorwaarden - toch nog mogelijkheden scheppen voor een nieuwe hypermarkt in Midden-Limburg. Als motivatie hiervoor geldt dat op het gebied van convenience momenteel nog een relatief grote koopvlucht optreedt naar loca-ties buiten Limburg12. Hierin kan een nieuwe hypermarkt voorzien. Hypermarkten hebben voorkeur voor locaties nabij snelwegen. Aansluiting van een hypermarkt bij een bestaan-de baanwinkellocatie of retailpark heeft hierbij met het oog op synergetische effecten de voorkeur. Een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van een nieuwe hypermarkt in Limburg is dat middels een uitgebreid distributieplanologisch onderzoek aangetoond dient te worden dat de realisatie hiervan geen schadelijke effecten heeft op de regionale kleinhandels-structuur en het lokale voorzieningenniveau. 5.4.3 Factory outlet centra Momenteel zijn er in België reeds een drietal FOC’s gevestigd, nl. in Maasmechelen (provincie Limburg), Messancy (provincie Luxemburg) en Verviers (provincie Luik). Een vierde FOC is gepland in Gent. Factory outlet centra onderscheiden zich van andere winkelcentra door hun specifieke aanbod. Een FOC is geen gewoon winkelcentrum maar een centrum waar de fabrikanten hun overtollige voorraden of artikelen met enige schade aanbieden tegen prijzen die doorgaans circa 30 tot 50% onder de winkelwaarde ligt. FOC’s hebben een grote aantrekkingskracht op het publiek. Vaak zijn consumenten be-reid om een reistijd van 1 uur en meer te accepteren om een FOC te bezoeken. Men maakt er een daguitstap van. Over de impact van FOC’s op traditionele winkelgebieden bestaat veel discussie. Afhankelijk van de locatie (aansluitend aan een winkelgebied of solitair gelegen) is er in min of meerdere mate sprake van negatieve of positieve omzetef-fecten. Momenteel is er in Maasmechelen reeds een FOC gevestigd. Daarmee is de pro-vincie Limburg in voldoende mate voorzien van FOC’s. 5.4.4 Themacentra Themacentra komen in steeds meer vormen voor. Onder themacentra worden centra verstaan waar een zeer specialistisch aanbod van winkels en aanvullende voorzieningen plaatsvindt. Deze themacentra hebben vaak een groot verzorgingsgebied, zijn zeer on-derscheidend van traditionele winkelcentra, liggen vaak op goed bereikbare locaties aan de rand van steden en hebben in principe weinig of geen negatieve invloed op de traditi-onele winkelstructuur. Veel voorkomende thema- en vermaakscentra zijn: • woonboulevards en woonmalls; • sport- en vrijetijdsboulevards; • tuinboulevards; • zorgboulevards.

12 Er is in Limburg momenteel een koopvlucht van circa 8%. De provincie wil deze koopvlucht inperken tot

maximaal 5%.

Page 411: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 38

Naast deze centra zijn ook andere vormen van themacentra in opkomst. Zo bestaan er bijvoorbeeld in Beringen plannen om een themapark rondom het mijnverleden van Berin-gen te realiseren. Over de exacte invulling hiervan is nog maar weinig bekend. Wat be-treft de mogelijke locaties voor themacentra komen in principe alleen die gemeenten in aanmerking die een provinciale, bovenregionale of regionale verzorgingsfunctie hebben. Uitzonderingen op deze regel zijn echter mogelijk wanneer het gaat om zeer specifieke locaties elders in Limburg die zich vanwege hun bijzondere ligging, architectonische ei-genschappen of andere redenen bijzonder goed lenen voor een passende themagerichte invulling. Hieronder wordt nader ingegaan op enkele veel voorkomende themacentra. Woonboulevards en woonmalls In Nederland komen op diverse locaties woonboulevards voor. Woonboulevards zijn themacentra, vaak gelegen op perifere locaties, met een veelheid aan winkels op het gebied van woninginrichting. Woonboulevards zijn conceptmatig gebouwd in een U-vorm met in het midden een centrale parkeergelegenheid. Woonboulevards worden bezocht door klanten die afkomstig zijn uit een regio die zich uitstrekt tot gemiddeld zo’n 20 kilo-meter. Vanwege hun specifieke winkelaanbod vormen woonboulevards geen bedreiging voor binnensteden. Voorbeelden hiervan zijn Ekkersrijt in Eindhoven, Woonboulevard Breda, Woonboulevard In de Cramer in Heerlen. De omvang van woonboulevards schommelt doorgaans tussen de 10 000 en 20 000 m² wvo. Een meer geprofessionaliseerde vorm van een woonboulevard is een woonmall. Onder een dak bieden tal van winkels op het gebied van woninginrichting hun artikelen aan. De verzorgingsgebieden van deze woonmalls zijn aanzienlijk groter dan die van de woon-boulevards. Voorbeelden hiervan zijn Alexandrium in Rotterdam en Woonmall ArenA in Amsterdam. Deze hebben een omvang van circa 60 000 tot 80 000 m² wvo. Ook woon-malls vormen geen bedreiging voor binnensteden. In België worden sporadisch woon-boulevards aangetroffen (Peer, Riemst). Woonmalls zijn niet aanwezig. Toevoeging c.q. uitbreiding van bestaande woonboulevards (Peer, Riemst) en het reali-seren van een woonmall kan derhalve leiden tot een aanzienlijke versterking van de kleinhandelsstructuur in Limburg. Wel zal er voor gewaakt moeten worden dat het aantal woonboulevards/woonmalls beperkt moet blijven. In Nederland is de afgelopen jaren een ware hausse ontstaan op het realiseren van woonboulevards, hetgeen geleid heeft tot een overaanbod in deze branche. Om dit te voorkomen wordt in de provincie Limburg maximaal ruimte toegestaan voor twee woonboulevards en een woonmall. Voor de woonboulevards is de provincie Limburg van het standpunt dat het best aange-sloten kan worden bij de bestaande clusters van woninginrichting in Peer en Riemst. Voor de realisatie van een woonmall komt het regionaalstedelijk gebied (Hasselt, Genk) in aanmerking met dien verstande dat een maximale krachtsinspanning geleverd moet worden om deze woonmall te lokaliseren in of aan de rand van de centrale handelsge-

Page 412: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 39

bieden in deze steden. Wanneer hier geen ruimte gevonden kan worden, zal getracht moeten worden aansluiting te zoeken bij concentratiegebieden van baanwinkels c.q. re-tailparken. Sportboulevard Ook op het gebied sport en vrije tijd komt thematisering voor. Bekend voorbeeld hiervan in Nederland is de sportboulevard in Heerenveen (Nederland). Inmiddels is ook in de provincie Limburg een initiatief tot stand gekomen om een sportboulevard te realiseren (KRC Genk). Op een sportboulevard (vaak bij voetbalstadions) wordt een cluster van sport- en vrijetijdsvoorzieningen aangetroffen zowel op het gebied van horeca, leisure als themagelieerde detailhandel. Ontwikkelaars van sportboulevards zijn echter vaak om financiële redenen geneigd om de kleinhandelscomponent van een sportboulevard te verhogen middels andere niet themagelieerde kleinhandelsfuncties. De provincie is hierbij van het standpunt dat niet-themagelieerde detailhandel op sport- en vrijetijdsboulevards voorkomen moet worden. Een scherp geformuleerde lijst van toegestane en niet-toegestane branches is noodzake-lijk om te voorkomen dat zich in deze sportboulevards ongewenste ontwikkelingen voor-doen. Voorts stelt de provincie zich op het standpunt dat het aantal sportboulevards - vanwege het unieke karakter - beperkt dient te blijven tot een locatie in Noord-Limburg, een locatie in Midden-Limburg en een locatie in Zuid-Limburg. Vanzelfsprekend dient voorafgaand aan de realisatie van een sportboulevard onderzoek plaats te vinden naar de effecten hiervan op de regionale kleinhandelsstructuur. Overige themacentra Naast de hierboven genoemde themacentra zullen zich in de toekomst ook andere vor-men van themacentra (zoals bijvoorbeeld tuinboulevards, zorgboulevards, e.d.) ontwikke-len en zich willen vestigen in de provincie Limburg. De provincie Limburg is hierbij van het standpunt dat themacentra een versterking van de kleinhandelsstructuur kunnen be-tekenen, mits deze niet ten koste gaat van de gewenste kleinhandelsstructuur in de pro-vincie. Een uitgebreid onderzoek zal derhalve dienen plaats te vinden naar de effecten hiervan op de kleinhandelsstructuur. De provincie is hierbij tevens van het standpunt dat de toegelaten branches in dergelijke themacentra steeds themagelieerd moeten zijn. Voorts is de provincie – met het oog op synergie - voorstander van locaties die zoveel mogelijk aansluiten bij de bestaande kleinhandelsstructuur. 5.4.5 Traffic locaties Traffic centra zijn centra die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van grote aantal-len bezoekers. In deze centra ontstaan steeds meer winkels, zoals bijvoorbeeld bij stati-ons, benzinestations, ziekenhuizen, universiteiten, kantoorlocaties, enz. Kleinhandel is in

Page 413: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 40

deze centra ondergeschikt aan de hoofdfunctie van deze gebieden. Het aanbod in win-kels in traffic centra dient gericht te zijn op de momentbehoefte van de daar aanwezige consument (bijvoorbeeld een kleine voedingswinkel, een boekhandel, bloemenverkoop, e.d.). Traffic centra zijn niet concurrerend ten opzichte van de elders aanwezige winkel-gebieden. Wel stelt de provincie dat de winkels in traffic centra beperkt van omvang die-nen te blijven. Een winkelvloeroppervlakte van zo’n 100 à 150 m² wvo per winkel is hierbij het maximum. 5.4.6 Samenvattend AANBODSVORM POSITIEF NEGATIEF CONCLUSIE

Perifeer gelegen regionaal

shopping centrum (o.a.

Cora inclusief plint)

• Niet aanwezig in

Limburg

• Sterke aantrekkings-

kracht

• (Boven)regionaal

verzorgend

• Werkgelegenheid

• Vaak hetzelfde aan-

bod als in binnenste-

den

• Negatieve impact op

binnensteden en

dorps- en wijkvoorzie-

ningen

• Mobiliteitseffecten

Niet gewenst

Hypermarkten (grote

Carrefour, Cora hyper-

markt zonder plint)

• Breed en diep assor-

timent

• Grote (boven)re-

gionale aantrekkings-

kracht

• Verhoogt binding aan

convenience in Lim-

burg

• Groot ruimtebeslag

• Mobiliteit

• Nadelige impact op

lokale voorzieningen-

structuur

Beperkt gewenst. Maxi-

maal een in Limburg op

zeer centrale locatie

(Midden Limburg).

Onderzoek gewenst op

impact op lokale voorzie-

ningenstructuur.

Factory Outlet Centrum • Sterke aantrekkings-

kracht

• (Boven)regionaal

verzorgend

• Aanwezig in de pro-

vincie (Maasmeche-

len)

Niet meer gewenst

Themacentra:

Woonboulevard / woon-

mall

• Diep assortiment in

een branche

• Grote (boven) re-

gionale aantrekkings-

kracht

• Woonboulevard be-

perkt uniek

• Woonmall zeer uniek

• Reeds voldoende

aanbod op gebied van

woninginrichting, maar

wel erg verspreid

Gewenst, doch waken

voor een te groot aanbod

van woonboulevards.

Maximaal 2 in Limburg.

Vestigingsvoorkeur bij

retailparken of bij be-

staande concentratie van

woninginrichtingswinkels

(bijvoorbeeld in Peer,

Riemst).

Woonmall: gewenst op

slechts een locatie in

Page 414: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 41

AANBODSVORM POSITIEF NEGATIEF CONCLUSIE

Limburg (Hasselt, Genk).

Voor zowel woonboule-

vard als woonmall is

branche specifiek aanvul-

lend onderzoek gewenst.

Themacentra:

Sportboulevard (bijv.

winkels bij sportstadions)

• Diep assortiment in

een branche

• Grote (boven)re-

gionale aantrekkings-

kracht

• Sportboulevard is

uniek

• Combinatie met leisu-

re

• Kleinhandel vaak

misbruikt als financiële

grondslag voor exploi-

tatie

Gewenst, doch branche-

ring beperken tot thema-

gelieerde branches.

Maximaal 3 in de provin-

cie: een in Noord-

Limburg, een in Midden-

Limburg en een in Zuid-

Limburg.

Aanvullend branche

specifiek onderzoek

gewenst.

Traffic locaties (bij trein-

stations, ziekenhuizen)

• Spelen in op moment-

behoefte

• Kan ten koste gaan

van lokale voorzienin-

gen

Gewenst, doch voorwaar-

den stellen omtrent om-

vang (bijvoorbeeld maxi-

maal 100 à 150 m² wvo).

Onderzoek naar ruimtelij-

ke en functionele inpas-

sing gewenst.

Page 415: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 5 42

Page 416: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 43

6. VISIE OP DE STRUCTUUR PER REGIO

6.1 Noord Limburg Noord-Limburg bestaat uit de volgende gemeenten: Regionaal verzorgend: Lommel, Overpelt-Neerpelt, Bree; Lokaal verzorgend: Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, Bocholt, Meeuwen-Guitrode; Specifieke functie: Peer. In Noord Limburg wonen momenteel circa 141 000 inwoners. Dit aantal zal uitgroeien tot ruim 147 500 inwoners in 2015. Aan kleinhandel is een aanbod aanwezig van circa 255 000 m² wvo (1 800 m² per 1 000 inwoners). Op het gebied van convenience wordt in Noord-Limburg circa 86,8% van het bestedingspotentieel gebonden. Op het gebied van shopping en specialty is dat ongeveer 70%. De verzorgingsindex van de aanwezige gemeenten in Noord-Limburg geeft aan dat van de regionaal verzorgende gemeenten Lommel een verzorgingsindex heeft van 143, Overpelt-Neerpelt van 78 en Bree een verzorgingsindex van 159. Op basis van deze cijfers kan geconstateerd worden dat zowel Lommel als Bree hun regionale verzorgings-functie waar maken met een voldoende aanbod aan kleinhandel. Voor Neerpelt-Overpelt geldt dit niet. Deze bipool maakt haar regionale verzorgingsfunctie momenteel nog niet waar. Regionaal verzorgend centrum Lommel Het centrum van Lommel heeft momenteel al een stevige positie op het vlak van shop-ping. In het centrum zijn momenteel circa 125 winkels gevestigd met een totale omvang van ruim 16 500 m² wvo. Er is een relatief sterk aanbod op het gebied van shopping en specialty. In bezoekmotieven, waarom men het centrum van Lommel wel of niet bezoekt, doen zich in vergelijking met andere centra geen spectaculaire ontwikkelingen voor. Lommel heeft vooral een functie voor het westelijk deel van Noord-Limburg. Daar waar mogelijk zal ruimte moeten worden gegeven om deze kwaliteit sterker uit te bouwen. Regionaal verzorgend centrum Bree Het centrum van Bree kan op dit moment haar positie als regionaal verzorgend centrum nog niet geheel waarmaken, ondanks het feit dat hier de afgelopen jaren al aanzienlijk is geïnvesteerd. Het centrum van Bree heeft met circa 72 winkels van in totaal bijna 8 000 m² wvo een nog te beperkte omvang. Op het totale aanbod in Bree heeft het centrum slechts een omvang van circa 20%. Het winkelcentrum van Bree heeft vooral een functie voor het oostelijk deel van Noord-Limburg.

Page 417: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 44

Aspect dat in de beoordeling van de consument naar voren springt, is vooral de minder gunstige bereikbaarheid van het centrum. Onderzoek dient verricht te worden om het centrum van Bree beter bereikbaar te maken. Regionaal verzorgend centrum Neerpelt-Overpelt In de gemeenten Overpelt en Neerpelt is het centrum van Neerpelt het belangrijkste win-kelgebied. Dit centrum heeft een omvang van circa 10 000 m² en heeft een regionaal verzorgende functie. Het centrum van Overpelt is aanzienlijk kleiner (circa 6 000 m²) en is vooral lokaal verzorgend. Naast deze centra is er in beide gemeenten nog een aanzienlij-ke hoeveelheid verspreide bewinkeling aanwezig. Neerpelt heeft werk gemaakt van een ruimtelijk-functionele ontwikkelingsvisie voor het centrum. Een aantal uitgangspunten heeft geleid tot de selectie van 3 hefboomlocaties die moeten zorgen voor een verdich-ting en uitbreiding van het voorzieningenaanbod. Momenteel is voor één locatie reeds een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen gemeente en ontwikkelaar betref-fende de realisatie van een integrale centrumontwikkeling met 3 900m² retail, 7 000m² wonen en 250 parkeerplaatsen. Op dit moment zijn onderhandelingen lopende met eige-naars voor de heropwaardering van de tweede locatie. Lokaal verzorgende winkelcentra in Noord-Limburg Met uitzondering van Lommel en Bree en de gewenste verzorgingsfunctie van Neerpelt-Overpelt hebben alle overige centra in Noord-Limburg een overwegend lokale verzor-gingsfunctie. Voor deze centra is het vooral van belang om te kunnen voorzien in de da-gelijkse behoeften van de consument (supermarkten, voedingswinkels) en waar mogelijk de onderscheidende kwaliteiten sterker te benadrukken. Belangrijke punten die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen en die in de verdere lokale beleidsvorming aandacht behoeven, zijn: • De mindere bereikbaarheid en parkeermogelijkheden in het centrum van Hamont-

Achel. • In de gemeente Hechtel-Eksel wordt de keuze aan producten opvallend negatief

beoordeeld. In de branchering van Hechtel-Eksel valt op dat enkele branches sterk ondervertegenwoordigd zijn (drogist, schoenen, sport en spel).

• Meeuwen-Guitrode onderscheidt zich van de andere lokaal verzorgende centra door haar grote productkeuze en haar goede bereikbaarheid. Het centrum is echter klein van omvang.

• Peer kent een ruim detailhandelsaanbod. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de branche woninginrichting. In de branche woninginrichting heeft Peer een (bo-ven)regionale verzorgingsfunctie.

Baanwinkels / retailparken De regio Noord-Limburg kenmerkt zich verder door een aantal grotere baanwinkelcon-centraties zoals de Buitensingel in Lommel (13 000 m²), Toleik in Bree (6 000 m²), en de baan naar Bree in Peer (circa 24 000 m² woninginrichting). Naast deze locaties is er ook nog een aantal kleinere concentratiegebieden. De Buitensingel in Lommel manifesteert

Page 418: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 45

zich reeds als een retailpark. De provincie zal in overleg met de betreffende gemeenten (uitsluitend die gemeenten met een regionaal verzorgende functie – in Noord-Limburg zijn dat Lommel, Bree en Neerpelt-Overpelt) vaststellen op welke locaties (een per ge-meente) nog uitbreidingen van het aantal baanwinkels mogen plaatsvinden. Hiervoor gelden echter wel de volgende vestigingsvoorwaarden: • niet concurrerend zijn voor de bestaande winkelgebieden; • in principe groter zijn dan 800 m² wvo; • vernieuwend zijn; • geen betrekking hebben op de branches mode en kleding, warenhuizen en super-

markten; • aangetoond is dat er elders (bijvoorbeeld op retailparken) geen vestigingsmogelijk-

heden zijn. De provincie is er, ter verdere kwalitatieve versterking en professionalisering van het aanbod, voorstander van om – onder de reeds eerder gestelde voorwaarden - retailparks te realiseren. Deze zouden alleen gerealiseerd kunnen worden in de regionaal verzor-gende gemeenten Lommel, Bree of in Neerpelt-Overpelt. De Singel in Lommel (een reeds bestaand groot retailpark van 13 000 m² wvo) leent zich het beste voor een even-tuele verdere uitbouw naar een groot retailpark met een omvang van meer dan 15 000 m². Een aanvullend programma van 5 000 m² verdeeld over 5 units (met o.a. een Lidl supermarkt, en enkele lokale handelszaken in elektro, vloerbedekking, papierwaren en sanitair) past in deze ontwikkeling. De locatie Toleik in Bree leent zich het beste voor de realisatie van een kleiner retailpark (< 15 000 m²). Het moge duidelijk zijn dat, in het geval dat retailparken gerealiseerd worden, de uitbreidingen van baanwinkels alleen maar mo-gen plaatsvinden op deze retailparken. Themacentra In de kleinhandelsstructuur neemt Peer een bijzondere positie in. Peer beschikt - naast haar regulier kleinhandelsaanbod - over een sterk themagericht winkelaanbod (een woonboulevard). Indien hiertoe mogelijkheden aanwezig zijn en dit niet leidt tot een ver-storing van de aanbodstructuur, kan dit aanbod uitgebreid worden. Verspreid aanbod Ten aanzien van het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod dient tot een verdere con-centratie van het aanbod te worden gekomen. Verplaatsing van verspreid gelegen en daarvoor in aanmerking komende winkels naar de centrale handelscentra in Noord-Limburg c.q. retailparken is zeer gewenst. 6.2 West-Limburg West-Limburg bestaat uit de volgende gemeenten: Regionaal verzorgend: Beringen, Leopoldsburg;

Page 419: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 46

Lokaal verzorgend: Ham, Tessenderlo, Lummen, Halen, Herk-de-Stad, Heus-den-Zolder.

In West Limburg wonen momenteel ruim 145 000 mensen. Dit aantal zal toenemen tot circa 156 000 in 2015. De kleinhandel heeft een omvang van zo’n 172 000 m², ofwel circa 1 200 m² per inwoner. Dat is laag in vergelijking met het provinciaal gemiddelde. De kleinhandel in West-Limburg bindt op het gebied van convenience circa 86,7% van de bestedingen. Op het gebied van shopping en specialty is de binding laag, nl. circa 53%. De verzorgingsindex van de verschillende gemeenten is bijzonder laag. Zo hebben de regionaal verzorgende gemeenten Beringen en Leopoldsburg slechts een verzorgingsin-dex van respectievelijk 71 en 86 en zijn daarmee niet in staat om hun regionale verzor-gingsfunctie ook waar te maken. Regionaal verzorgend centrum Beringen Het aanbod in Beringen strekt zich echter uit over enkele dorpskernen, zoals het centrum van Beringen zelf, van Beverlo, Koersel en Paal. Om haar positie als regionaal verzor-gend centrum ook waar te kunnen maken zal het centrum van Beringen uitgebreid moe-ten worden (meer concentratie in Beringen-centrum). Momenteel loopt een onderzoek naar de mogelijkheden hiertoe. In dit onderzoek worden tevens de mogelijkheden onder-zocht om te bekijken hoe het centrum van Beringen zoveel mogelijk gekoppeld kan wor-den aan de ontwikkelingen die momenteel in Beringen-Mijn gaande zijn (zie hieronder). Voor de overige kernen van de gemeente Beringen wordt vooral een lokaal verzorgend karakter voorzien, dat wil zeggen gericht op de dagelijkse behoeften van de daar wonen-de bevolking. Regionaal verzorgend centrum Leopoldsburg Het aanbod in Leopoldsburg bestaat uit in totaal circa 20 000 m², waarvan de branche voeding circa 2/3 voor zich opeist. Veel van het in Leopoldsburg aanwezige aanbod be-vindt zich buiten het centrum. Het centrum telt slechts ruim 7 000 m², de baanwinkels ruim 9 000 m² en de verspreide winkels bijna 4 000 m² wvo. Om haar regionaal verzor-gende functie waar te maken is er behoefte aan versterking van het centrumgebied. Deze zal vooral gevonden moeten worden in verplaatsing van verspreid gelegen aanbod naar het centrumgebied en uitbreiding en versterking van het aanbod in modeartikelen. Daar-naast zal ook bezien moeten worden in hoeverre de bereikbaarheid en parkeermogelijk-heden in het centrumgebied van Leopoldsburg verbeterd kunnen worden. Lokaal verzorgende centra De centra van de overige gemeenten in West-Limburg hebben overwegend een lokale verzorgingsfunctie. Dat betekent dat met name aandacht geschonken dient te worden aan de beschikbaarheid van winkels op het gebied van dagelijkse goederen (supermark-ten, voedingswinkels). Een belangrijk aandachtspunt dat uit het onderzoek naar voren is

Page 420: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 47

gekomen is de mindere bereikbaarheid van het centrum van Heusden-Zolder. Andere opvallende conclusies in deze lokaal verzorgende centra kunnen niet getrokken worden. Baanwinkels / retailparken In de regio West-Limburg is een tweetal grotere concentratiegebieden met baanwinkels aanwezig, nl. de Grote Baan in Herk-de-Stad (8 000 m²) en de Lommelsesteenweg in Leopoldsburg (5 000 m²). Daarnaast is ook nog een aantal kleinere concentratiegebieden aanwezig. De baanwinkellocaties in deze gemeenten zullen niet verder uitgebreid mogen worden. Vanwege haar regionale verzorgingsfunctie zullen alleen mogelijkheden bestaan voor baanwinkels in Beringen en Leopoldsburg. De provincie geeft hierbij echter sterk de voorkeur aan Beringen daar deze gemeente reeds beschikt over sterke baanwinkels en zeer gunstig is gelegen aan een knooppunt van rijkswegen (E313 en E314). De provincie zal met de gemeente Beringen afspraken maken over de locatie (slechts één locatie) waar deze baanwinkels mogelijk zijn (zie paragraaf 7.2.4). Themaparken Belangrijk initiatief in de regio West-Limburg is het initiatief om in Beringen een thema-park te realiseren. Dit themapark (MijnWereld) behelst een herontwikkeling van het mijn-terrein aan de Koolmijnlaan in Beringen. Het concept bestaat uit de onderdelen MijnWo-nen (uitbouw van een nieuwe woonwijk) en MijnBeleven (waartoe o.a. leisurevoorzienin-gen en een retailpark behoren). De provincie ondersteunt dit initiatief onder voorwaarde dat het voorziene retailpark voldoet aan de randvoorwaarden die hieraan in het vorige hoofdstuk zijn gesteld, nl. • het retailpark mag niet groter worden dan 15 000 m² wvo; • het retailpark bestaat voor minimaal 50% uit verplaatsers; • de overige 50% betreffen branches die vernieuwend zijn voor de kleinhandelsstruc-

tuur in West-Limburg; • van het retailpark gaat geen structuurverstorende invloed uit op de kleinhandelsstruc-

tuur en het voorzieningenniveau in West-Limburg en geen belemmerde invloed op de herontwikkeling en uitbreiding van Beringen-centrum.

De provincie sluit derhalve de ontwikkeling van een retailpark niet uit, maar heeft toch een sterke voorkeur voor de ontwikkeling van een themagericht detailhandelsaanbod. Een themagericht aanbod is veel minder concurrerend met de ontwikkelingsplannen voor Beringen-centrum, geeft aan Beringen een onderscheidend vermogen en is in de ogen van de provincie veel meer passend in de oude historische mijngebouwen van Mijnwe-reld. Verspreid aanbod Ten aanzien van het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod dient tot een verdere con-centratie van het aanbod te worden gekomen.

Page 421: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 48

Knooppunt Lummen Een goede locatie voor het realiseren van supergrootschalige winkels die niet inpasbaar zijn in de bestaande kleinhandelsstructuur en retailparken is de omgeving van het rijks-wegenknooppunt Lummen (knooppunt E313, E314). Hierbij kan gedacht worden aan de realisatie van een grootschalige winkel op het gebied van woninginrichting (IKEA), een grootschalige bouwmarkt of een grote hypermarché (Carrefour, Cora hypermarkt zonder plint). Indien tot vestiging hiervan besloten wordt, zal er voor gewaakt dienen te worden dat deze locatie niet uitgroeit tot een nieuw concentratiegebied voor grootschalige klein-handel. Tenzij dat voor deze ontwikkeling andere locaties worden gesaneerd. 6.3 Midden-Limburg Midden-Limburg bestaat uit de volgende gemeenten: Bovenprovinciaal en provinciaal: Hasselt en Genk; Lokaal verzorgend: Houthalen-Helchteren, Zonhoven, Opglabbeek,

As, Zutendaal en Diepenbeek. Midden-Limburg is de belangrijkste regio in Limburg. Niet alleen wat betreft haar aantal inwoners en de aanwezigheid van de grote steden Hasselt en Genk, maar ook vanwege haar ligging aan de E313 en E314. In Midden-Limburg wonen momenteel ongeveer 225 000 mensen. In 2015 zullen dat er ongeveer 230 000 zijn. In Midden-Limburg is een kleinhandelsomvang aanwezig van circa 460 000 m² wvo, waarvan een zeer belangrijk gedeelte is gelegen in de steden Hasselt en Genk. Op het gebied van convenience wordt circa 94% van de koopkracht gebonden; op het gebied van shopping en specialty onge-veer 85%. De verzorgingsindex van Hasselt en Genk bedraagt respectievelijk 182 en 127. Dat betekent dat Hasselt op dit moment haar verzorgingsfunctie waarmaakt. Voor Genk geldt dat nog niet. De uitbreidingen van het centrumgebied van Genk en de ge-plande uitbreidingen op andere locaties in Genk maken het ook voor Genk mogelijk om haar verzorgingsfunctie binnen het kader van het regionaalstedelijk netwerk waar te kun-nen maken. (Boven)Provinciaal verzorgend centrum Hasselt De binnenstad van Hasselt bekleedt het hoogste verzorgingsniveau in de kleinhandels-structuur van de provincie. Door omvang en kwaliteit van het voorzieningenpakket, be-staande uit een menging van functies (kleinhandel, horeca, cultuur), en een sfeervolle inrichting oefent Hasselt een brede aantrekkingskracht uit op bezoekers vanuit de provin-cie, maar ook van daarbuiten, onder andere uit Vlaams-Brabant. Op het gebied van win-kels telt het centrum van Hasselt ruim 425 winkels met een omvang van ruim 72 000 m² wvo. Hasselt heeft een sterke functie op het gebied van shopping, vooral gericht op kleding en mode. Het centrum wordt positief beoordeeld op de keuze aan producten. Aspecten als

Page 422: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 49

bereikbaarheid en parkeren scoren echter minder. Investeren in de binnenstad blijft noodzakelijk om ook in de toekomst de positionering te kunnen handhaven. Ook om te-genwicht te kunnen bieden aan de ontwikkelingen die de laatste jaren langs de han-delslinten hebben plaatsgevonden. De belangrijkste basisvoorwaarden om het functione-ren van de binnenstad op peil te houden en verder te versterken, liggen op het vlak van de vele keuzemogelijkheden, de mix met leisure (met name horeca), een goede (au-to)bereikbaarheid en voldoende parkeermogelijkheden. Inspelen op nieuwe trends is daarbij van groot belang om aan de wensen en de behoeften van de consument te kun-nen voldoen. Onderscheidende kwaliteiten dienen te worden benadrukt. Aandachtspun-ten bij de handhaving en versterking van de positie zijn: • compact centrum; • parkeren en bereikbaarheid; • verblijfswaarde; • variatie in aanbod; • thematisering en gebiedsprofielen; • multifunctionaliteit. In Hasselt zal de ontwikkeling van de Blauwe Boulevard (een herontwikkeling van de kanaalkom ten noorden van de stadskern) tot een binnenstedelijke woonomgeving met onder andere winkels, kantoren en woningen de bovenregionale uitstraling van de bin-nenstad versterken. Ook dient aandacht besteed te worden aan de mogelijkheden om het centrum van Hasselt uit te breiden met themacentra. In het vorige hoofdstuk is al uitvoe-rig ingegaan op de mogelijkheden om in Limburg themacentra te realiseren. Vanwege de synergie die van deze centra uitgaat naar andere winkellocaties zal nadrukkelijk nage-gaan moeten worden in hoeverre bijvoorbeeld een woonmall of ander themacentrum gerealiseerd zou kunnen worden in of nabij het Hasseltse centrumgebied. Provinciaal verzorgend centrum Genk In Genk wordt gewerkt aan een versterking van het centrum. Met de ontwikkeling van het Stadsplein en het Martinusplein zal een kwalitatieve impuls en vernieuwslag in en aan de rand van het centrum worden gemaakt. Het centrum heeft op dit moment een omvang van zo’n 30 000 m² wvo, maar zal na de ontwikkeling van het Stadsplein en het Marti-nusplein (waarvan inmiddels de eerste fase is afgerond) een totale omvang gaan krijgen van circa 45 000 m² wvo. Na afronding van het Stadsplein – Sint-Martinusplein zal ook het reeds lang bestaande Shopping 1 gerenoveerd en uitgebreid worden. Ook de ruimte-lijke kwaliteit van het centrum van Genk zal de komende jaren aanzienlijk versterkt wor-den. Onder andere door de realisatie van een voetgangersgebied tussen het Stadsplein en de Markt zal de verblijfskwaliteit aanzienlijk verbeterd worden. De investeringen in Genk zijn noodzakelijk om de positie te kunnen versterken. Blijvende aandacht vraagt de bereikbaarheid van het stadscentrum. De consument waardeert deze laag.

Page 423: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 50

Lokaal verzorgende centra De centra in de overige gemeenten in Midden-Limburg hebben een lokaal verzorgende functie. Dat wil zeggen dat de nodige aandacht besteed moet worden aan het in stand houden en versterken van het aanbod van vooral dagelijks benodigde artikelen. Opval-lende conclusies die uit de consumentenenquêtes naar voren kwamen zijn: • de minder goede bereikbaarheid van het centrum van As; • de geringe keuze en de kwaliteit van producten in Zutendaal. Baanwinkels / retailparks Het aanbod van baanwinkels in de regio Midden-Limburg is groot. De belangrijkste con-centratiegebieden zijn de Hasseltweg in Genk (36 000 m²), de Kuringersteenweg in Has-selt (24 000 m²), de Genkersteenweg in Hasselt (19 000 m²), de Schampbergstraat in Hasselt (13 000 m²), de Zuiderring (Bosdel) in Genk (12 000 m²), de Nieuwstraat in Die-penbeek (12 000 m²), de Hendrik van Veldekesingel in Hasselt (6 000 m²) en de Wijkstraat in Diepenbeek (5 000 m²). Daarnaast is er in de regio nog een aantal kleinere locaties waar baanwinkels geconcentreerd zijn. De provincie zal in overleg met de betref-fende gemeenten (alleen die gemeenten met een provinciale of regionale verzorgings-functie: in Midden-Limburg zijn dat alleen Hasselt en Genk) vaststellen op welke locaties (één per gemeente) nog uitbreidingen van het aantal baanwinkels mogen plaatsvinden. In gemeenten met een lokale verzorgingsfunctie zullen geen uitbreidingen meer mogen plaatsvinden, tenzij het gaat over bouwmarkten, tuincentra of meubeldetailhandel. Het initiatief van de GL-Groep om in Genk het verouderde retailpark Bosdel een nieuwe impuls te geven, wordt momenteel door de provincie onderzocht. Met name aspecten als de invloed van dit nieuwe retailpark op de gewenste kleinhandelsstructuur in Genk en de regio speelt hierin een rol. Met de herstructurering van dit retailpark is tevens een uitbrei-ding voorzien tot circa 30 000 m² wvo. Met de realisatie van dit retailpark is de regio Mid-den-Limburg in voldoende mate voorzien van retailparken met een omvang van meer dan 15 000 m² wvo. Naast dit grote retailpark zijn er in de regio Midden-Limburg tevens nog mogelijkheden om een bestaande concentratie van baanwinkels te transformeren naar een kleiner retailpark (< 15 000 m² wvo). De mogelijkheden hiervoor dienen gezocht te worden in Hasselt. Het moge duidelijk zijn dat wanneer gekozen wordt voor een retailpark, daar ook alle uitbreidingen van het aantal baanwinkels in die gemeente moeten plaats vinden. Andere concentratiegebieden komen dan niet meer in aanmerking. Themacentra De provincie zal het initiatief in Genk met betrekking tot de realisatie van een sport- en vrijetijdscenrum bij het stadion van KRC Genk nog onderzoeken op haar effecten op de kleinhandelsstructuur. De provincie stelt hierbij echter wel als uitdrukkelijke voorwaarde dat de detailhandel slechts mag bestaan uit themagelieerde winkels. Voorts zal deze ontwikkeling niet ten koste mogen gaan van de gewenste kleinhandelsstructuur en het voorzieningenniveau in de regio.

Page 424: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 51

Voor wat betreft mogelijkheden voor andere themacentra (bijvoorbeeld een woonmall) wordt verwezen naar het hiervoor gestelde. 6.4 De regio Maasland De regio Maasland bestaat uit de volgende gemeenten: Regionaal verzorgend: Maasmechelen en Maaseik; Lokaal verzorgend: Kinrooi, Dilsen-Stokkem en Lanaken. In de regio Maasland wonen momenteel circa 115 000 inwoners. Dit aantal zal de ko-mende jaren toenemen tot circa 120 000 inwoners. In de regio is een totaal kleinhandels-aanbod aanwezig van circa 214 000 m² wvo. Dit komt overeen met circa 1 900 m² per 1 000 inwoners. Het provinciaal gemiddelde bedraagt circa 1 700 m² wvo. Het kleinhandelsaanbod in de regio Maasland bindt circa 87% van de bestedingen op het gebied van convenience en circa 54% op het gebied van shopping en specialty. Het kleinhandelsaanbod in de regio is tamelijk verspreid. Ongeveer de helft van het win-kelaanbod is gelegen op verspreide locaties. Circa 30% bevindt zich in centrale winkel-gebieden en circa 18% betreft baanwinkels. Daarnaast is er nog een speciaal winkelge-bied (het Factory Outlet Center in Maasmechelen) waar circa 3% van het winkelaanbod is gelegen. In de verzorgingshiërarchie hebben de gemeenten Maasmechelen en Maaseik een regi-onaal verzorgende functie. Feit is dat alleen Maasmechelen haar regionaal verzorgende functie waarmaakt met een verzorgingsindex van 139. In Maaseik is de verzorgingsindex aanzienlijk lager, nl. 98. Maaseik maakt haar regionale verzorgingsfunctie kennelijk nog niet waar. Regionaal verzorgend centrum Eisden (Maasmechelen) Het commercieel centrum van Eisden (gemeente Maasmechelen) heeft vooral dankzij het aanbod in het Shopping Center M2 een regionaal verzorgende functie. Inclusief het Shopping Center heeft het centrum van Eisden een omvang van zo’n 25 000 m² wvo. In de beoordeling van de consument over de keuze en de kwaliteit van de producten doen zich geen opvallende uitspraken voor. Wel is er aandacht nodig voor de bereikbaarheid van het centrum. Deze blijft in verhouding tot referentiecentra enigszins achter. Gepland is een verdere uitbreiding van het Shopping Center M2 met circa 12 000 m² bvo. Met deze ontwikkeling zal een verdere bijdrage geleverd worden aan de regionale verzor-gingsfunctie van Maasmechelen. Daarnaast zal in het centrum van Maasmechelen rondom het gemeentehuis nog een project gerealiseerd worden met circa 4 000 m² aan commerciële, woon- en kantoorruimte.

Page 425: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 52

Naast M2 is er in Maasmechelen ook nog het Factory Outlet Center dat een bovenpro-vinciale verzorgingsfunctie heeft. Regionaal verzorgend centrum Maaseik In de gemeente Maaseik is een detailhandelsaanbod aanwezig van bijna 38 000 m² wvo. Van dit aanbod is ruim 20 000 m² gelegen in het centrumgebied. Veel aanbod is aanwe-zig op verspreide locaties. Maaseik probeert met de ontwikkeling van de Kloosterbemp-den en de in gang gezette ontwikkeling van winkelcentrum Bospoort haar positie in de regio te versterken. Aandachtspunt hierbij is de interactie tussen de individuele ontwikke-lingen en het bestaande centrale winkelgebied. Voorts zal in Maaseik aan de rand van het centrumgebied (Kolonel Aertsplein) een nieuwe winkelruimte met 4 700 m² wvo voor-zien worden. Lokaal verzorgende centra De centra in de overige gemeenten van de regio Maasland hebben een lokaal verzor-gende functie. Dat wil zeggen dat de nodige aandacht besteed moet worden aan het in stand houden en versterken van het aanbod van vooral dagelijks benodigde artikelen. Themacentra In de regio Maasland is een Factory Outlet Center in Maasmechelen aanwezig. Maasme-chelen heeft met Maasmechelen Village Outlet Center de meest bijzondere positie bin-nen de regio. Het Outlet Center heeft een bovenregionale verzorgingspositie en trekt ook veel publiek van buiten de provincie, onder andere uit de Euregio. Blijvende aandacht zal geschonken moeten worden aan de verblijfskwaliteit van het centrum en de combinatie van kleinhandel met andere recreatieve functies in het winkelgebied. Factory outlet cen-tra zijn immers centra die met name recreatief bezocht worden. Herhalingsbezoek is in grote mate afhankelijk van de mate waarin het centrum in staat is om regelmatig te ver-nieuwen, hetzij op het gebied van kleinhandel, hetzij op het gebied van leisure en eve-nementen, e.d. Over de mogelijkheden om de derde uitbreidingsfase ter hand te nemen zal nog onderzoek moeten plaats vinden. Baanwinkels / retailparks Belangrijke concentratiegebieden van baanwinkels worden in de regio Maasland aange-troffen aan de Venlosesteenweg in Kinrooi (17 000 m²) en aan de Steenweg in Lanaken (7 000 m²). Daarnaast is ook nog een aantal kleinere concentratiegebieden aanwezig. Ook in de regio Maasland wil de provincie de groei van het aantal baanwinkels sterk aan banden leggen. Nieuwe baanwinkels zijn – onder de eerder gestelde voorwaarden – al-leen nog maar mogelijk in Maasmechelen en Maaseik. De provincie geeft echter sterk de voorkeur aan Maasmechelen omdat hier reeds bijzondere winkelcentra (M2, FOC) aan-wezig zijn. Daarbij komt dat in Maaseik sterk ingezet moet worden op versterking van het centrumgebied. Realisatie van baanwinkels in Maaseik zou de plannen voor een sterker centrumgebied kunnen dwarsbomen. De provincie zal, indien daar behoefte aan is, in overleg met de gemeente Maasmechelen vaststellen welke locatie daarvoor benoemd zal

Page 426: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 53

worden. Eventueel kan dat in Maasmechelen een transformatie zijn van een concentra-tiegebied tot een klein retailpark. Indien hiervoor mogelijkheden aanwezig zijn, zou deze locatie (met het oog op synergie) moeten aansluiten bij het Village Outlet Center of M2. Indien in Maasmechelen gekozen wordt voor een retailpark zullen op andere locaties geen baanwinkels meer toegestaan worden. Verspreid aanbod Ten aanzien van het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod dient tot een verdere con-centratie van het aanbod te worden gekomen. Zoals reeds eerder gezegd is in deze regio sprake van veel verspreide bewinkeling. 6.5 De regio Haspengouw De regio Haspengouw bestaat uit de volgende gemeenten: Bovenregionaal verzorgend: Sint-Truiden en Tongeren; Regionaal verzorgend: Bilzen; Lokaal verzorgend: Nieuwerkerken, Alken, Wellen, Borgloon, Gingelom,

Heers, Kortessem, Hoeselt, Herstappe en Voeren; Specifieke functie: Riemst. In de regio Haspengouw wonen momenteel zo’n 185 000 inwoners. Dit aantal zal de komende jaren slechts in geringe mate toenemen tot ongeveer 187 000 inwoners. Het kleinhandelsaanbod heeft een omvang van ongeveer 290 000 m² wvo en komt daarmee uit op circa 1 600 m² per 1 000 inwoners. Het provinciaal gemiddelde bedraagt circa 1 700 m² per 1 000 inwoners. In Haspengouw wordt in de convenience sector circa 86% van het bestedingspotentieel gebonden (provinciaal gemiddelde 92%); in de shopping en specialty sector wordt circa 59% gebonden (provinciaal gemiddelde circa 85%). Het winkelaanbod concentreert zich voor 28% in centrale winkelgebieden, 30% betreft baanwinkels en circa 40% is verspreid gelegen. De bovenregionaal verzorgende gemeenten Sint-Truiden en Tongeren hebben momen-teel een verzorgingsindex van 134 en 113. Dat betekent dat op dit moment alleen Sint-Truiden haar functie als bovenregionaal verzorgend centrum waarmaakt. Tongeren doet dat op basis van de gehanteerde cijfers niet. Hierbij dient echter wel opgemerkt te wor-den dat door de recente realisatie van het Julianusproject de verzorgingsindex van Ton-geren aanzienlijk is gestegen en het niveau van Sint-Truiden bereikt heeft. In Bilzen wordt momenteel een verzorgingsindex bereikt van 66, hetgeen wil zeggen dat de ge-meente Bilzen op het gebied van kleinhandel haar regionale verzorgingsfunctie niet waarmaakt.

Page 427: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 54

Bovenregionaal verzorgend centrum Sint-Truiden Het winkelcentrum van Sint-Truiden is ongeveer even groot als het huidige winkelcen-trum van Genk (van voor de uitbreiding met het Stadsplein) en heeft daarmee op dit mo-ment een regionale verzorgingsfunctie. Naast winkels zijn er in het centrum tevens diver-se horeca en andere dienstverlenende functies. De consument heeft een grote waarde-ring voor de productkeuze in het centrum, maar is minder te spreken over de bereikbaar-heid van het centrum. Dit is dan ook een aandachtspunt bij de verdere ontwikkeling van het centrum van Sint-Truiden. Enige uitbreiding van het centrumgebied van Sint-Truiden is gewenst om haar positie als bovenregionaal verzorgend centrum waar te maken. Bovenregionaal verzorgend centrum Tongeren In Tongeren is een detailhandelsaanbod aanwezig van ruim 55 000 m² wvo, waarvan bijna 26 000 m² in het centrum. Daarnaast zijn er nog enkele baanwinkelconcentraties, waarvan de Luikersteenweg de belangrijkste is. In het centrumgebied van Tongeren is een ruim aanbod aanwezig, waarbij veel aanbod gericht is op shopping. Inmiddels is het aanbod in Tongeren sterk uitgebreid met de realisatie van het Julianusproject, een bin-nenstedelijke uitbreiding van circa 8 900 m² wvo. Met de realisatie van dit project is de gemeente veel mee in staat om haar bovenregionale verzorgingsfunctie uit te oefenen. Evenals in andere gemeenten vragen de bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden in het centrum van Tongeren veel aandacht. Regionaal verzorgend centrum Bilzen Het centrum van Bilzen meet circa 11 000 m² wvo en is vooral gericht op haar eigen in-woners en de inwoners uit haar directe omgeving. Uit het consumentenonderzoek is naar voren gekomen dat de bereikbaarheid van het centrum en de parkeermogelijkheden min-der goed scoren. Bij de verdere ontwikkeling van het centrumgebied zal hieraan aan-dacht besteed moeten worden. Deze verdere ontwikkeling van het centrumgebied van Bilzen is zeer noodzakelijk, wil Bilzen haar regionale verzorgingsfunctie ook daadwerke-lijk realiseren. Lokaal verzorgende centra De overige gemeenten in de regio Haspengouw hebben een overwegend lokaal verzor-gende functie. Het aanbod in deze centra zal zich derhalve voornamelijk richten op dage-lijkse artikelen. Opvallende conclusies uit het onderzoek zijn: • de slechte bereikbaarheid van het centrum van Alken; • de geringe keuze en de geringe kwaliteit van producten in het centrum van Gingelom; • de geringe keuze en de mindere kwaliteit van de producten in Heers; • de slechte bereikbaarheid van het centrum van Riemst. Baanwinkels / retailparks In de regio Haspengouw bevinden zich op diverse locaties concentraties van baanwin-kels. De belangrijkste zijn in Sint-Truiden de Industrielaan (13 000 m²) en de Hasseltse-steenweg (8 000 m² wvo). In Tongeren is er de Luikersteenweg (13 000 m² wvo). En in

Page 428: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 55

de gemeente Nieuwerkerken de Diestersteenweg (7 000 m²). Naast deze grotere con-centraties is ook nog een aantal kleinere concentratiegebieden en solitaire baanwinkels aanwezig. De provincie wil ook in de regio Haspengouw de groei van het aantal baan-winkels beperken. Zij wil daarom in overleg met de gemeenten met een bovenregionale of regionale verzorgingsfunctie (Sint-Truiden, Tongeren en Bilzen) vaststellen op welke locaties (een per gemeente) deze uitbreidingen gerealiseerd mogen worden. Uiteraard gelden voor deze uitbreidingen de reeds eerder gestelde voorwaarden. In gemeenten met een lokale verzorgingsfunctie worden, met uitzondering van bouwmarkten, tuincentra en meubeldetailhandel, geen mogelijkheden meer voorzien voor uitbreiding van het aan-tal baanwinkels. Tevens zou onderzocht zou tevens moeten worden welke van deze concentratiegebie-den getransformeerd kunnen worden tot retailparken. Met name in Sint-Truiden zijn mo-gelijkheden aanwezig om – onder de reeds eerder gestelde voorwaarden - een groot retailpark (> 15 000 m² bvo) te realiseren. Daarnaast zou in Tongeren – eveneens onder de reeds eerder gestelde voorwaarden - een klein retailpark (< 15 000 m² wvo) gereali-seerd kunnen worden. Zoals reeds eerder gezegd, zullen wanneer retailparks gereali-seerd worden er geen uitbreidingsmogelijkheden meer bestaan voor andere locaties in deze gemeenten. Themapark Riemst Riemst neemt in de kleinhandelsstructuur (evenals Peer in Noord-Limburg) een bijzonde-re positie in. Van het totale aanbod in Riemst (circa 50 000 m²), is bijna 32 000 m² ge-concentreerd in de branche woninginrichting. Riemst heeft daarmee (in de branche wo-ninginrichting) een bovenregionaal verzorgende functie. Herstructurering van het aanbod op het gebied van woninginrichting tot een woonboulevard behoort tot de mogelijkheden. Voor het overige heeft Riemst vooral een lokaal verzorgende functie. Verspreid aanbod Ten aanzien van het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod dient tot een verdere con-centratie van het aanbod te worden gekomen. Zoals reeds eerder gezegd is in deze regio sprake van veel verspreide bewinkeling.

Page 429: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 6 56

Page 430: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 57

7. INSTRUMENTARIUM

7.1 Algemeen In het vorig hoofdstuk is de ambitie op hoofdlijnen voor de detailhandel in Limburg nader uitgewerkt in een visie. Hierin is een hiërarchie opgenomen die garant kan staan voor een evenwichtige detailhandelsstructuur in de provincie. Rode draad doorheen deze visie is de consolidatie en versterking van handelskernen en een aanvaardbaar evenwicht met andere detailhandelsconcentraties in de rand van ker-nen of in de periferie. Andere uitgangspunten zijn een afgeleide van eerdere uitgewerkte koepelvisies of anticiperen op een aantal socio-demografische en maatschappelijke ont-wikkelingen die een constante dynamiek in vraag en aanbod met zich meebrengen. Een richtinggevend kader laat toe om de wenselijke maar onvermijdelijke dynamiek een plaats te geven en tegelijkertijd om aan de provincie de mogelijkheid te bieden haar re-gisseursrol voor zover mogelijk te kunnen uitspelen. Om de visie te kunnen nastreven zijn evenwel een aantal maatregelen nodig die door de provincie kunnen gecoördineerd worden binnen haar wettelijke bevoegdheden of die door haar kunnen geïnitieerd worden in haar relatie met andere overheden, marktpartijen, belangenorganisaties, ontwikkelaars en andere actoren. In dit hoofdstuk zal een instrumentarium worden uitgewerkt dat als basis kan dienen voor een draaiboek ter versterking van de detailhandelsstructuur in Limburg en meer alge-meen ter uitvoering van de visie om Limburg mee op de kaart te zetten als een dynami-sche, innoverende regio waar het goed is om te ondernemen en waar bezoekers, bewo-ners en andere genieters volop aan hun trekken komen op vlak van commerciële of an-dere voorzieningen. 7.2 Het belang van detailhandel in de binnenstad De detailhandel is van nature een vraagvolgende sector. Daar waar de consument voor-zieningen verwacht zal er een aanbod zijn. Dit impliceert dat beleidskaders doorgaans rigider zijn dan de dynamiek van de detailhandel. Vroeger werd het aanbod verwacht in centrumgebieden omdat alle relevante omgevingsfactoren daar toen aanwezig waren. In de loop der jaren is de consument echter andere eisen gaan stellen aan het handelsap-paraat. Bereikbaarheid, parkeerplaatsen, gemak, snelheid, aanwezigheid van andere handelszaken en keuze hebben voor een belangrijke vlucht naar de periferie gezorgd.

Page 431: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 58

Het opstellen van een detailhandelsvisie impliceert dat er ruimte wordt gecreëerd voor nieuwe ontwikkelingen. Deze worden best gestimuleerd op de best mogelijke locaties voor alle betrokken partijen. Door elke partner zullen andere eisen worden gesteld aan deze locatie. Vanuit het oogpunt van de winkelier-ondernemer is uiteraard de omzet maatgevend of de binnenstad dan wel een andere locatie goed functioneert. Voor de projectontwikkelaar is dit het rendement op de investering, voor de consument wordt de attractiviteit bepaald door de diversiteit van het aanbod en de multimodale bereikbaar-heid. Voor de lokale overheid zijn bredere sociale en maatschappelijke doelstellingen van belang zoals kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid van de stad, tewerkstelling, verkeersaf-wikkeling…… Bij het bepalen van een vestigingsplaats speelt dus een spanningsveld tussen een locatie in de binnenstad of elders, aan de stadsrand. Veelal wordt in dit verband gewezen op een complementariteit tussen beide locaties, maar in de praktijk is het zoeken naar een functioneel evenwicht geen eenvoudige opdracht. Detailhandel heeft in het verleden mee bijgedragen tot de aantrekkelijkheid en leefbaar-heid van binnensteden en dorpscentra. De detailhandel heeft zich in deze aantrekkelijke omgeving ook kunnen bestendigen als economische sector en is daardoor onlosmakelijk verbonden met de ruimtelijke, maatschappelijke en functionele weefsels van deze ker-nen. Het beleid moet er dus op gericht zijn om deze weefsels voldoende te versterken zonder evenwel de marktdynamiek en commerciële realiteit te verloochenen. In het vorig hoofd-stuk is reeds een uitgebreid hiërarchisch overzicht gegeven van de binnensteden en han-delscentra aan de hand van de gewenste positionering, kritische massa en branchemix. In de meeste van de vernoemde lokale, regionale of provinciale kernen bepalen ook cul-turele voorzieningen, vrijetijdsfuncties, horeca en een goed draaiende dienstverlening de attractiviteit van deze handelskernen die vaak ook een belangrijke woon- en werkfunctie hebben. Deze kernen zijn dus meer dan traditionele ‘marktplaatsen van vraag en aan-bod’. Het zijn bij uitstek sociale ontmoetingsplaatsen. De uitstraling van de binnenstad, de beeldkwaliteit en de staat van het publieke domein zijn hierin van onschatbare waarde. In dit alles speelt detailhandel dus een dominante zij het niet exclusieve rol. Indien binnensteden en dorpskernen hun multifunctionele rol willen blijven uitspelen, hebben ze de detailhandel dus hard nodig. De vraag kan gesteld worden of de winkels de binnenstad nodig hebben. Sommige handelszaken hebben de levendigheid en de drukte van een binnenstad nodig om te overleven, andere zaken die gericht zijn op gemakswin-kelen of prijsbewust winkelen overwegen net zo goed andere locaties. Binnensteden zijn dus niet voor elke ondernemer top of mind en bijgevolg erg kwetsbaar. De eerste prioriteit van de provincie is de bestaande handelscentra te versterken en te dynamiseren. De eerder vermelde hiërarchie tussen de verschillende centra is hierbij

Page 432: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 59

uitgangspunt. Zo dienen centra met een provinciale, regionale verzorgingsfunctie dit te behouden en waar mogelijk te versterken. Centra met een lokale functie dienen zoveel mogelijk in te zetten om ook in de toekomst aan de wensen van de lokale consument te kunnen voldoen. Door handel in de kernen te stimuleren, moet er evenwel bijgestuurd worden in de rand. Op de eerste plaats kunnen een aantal ruimtelijke instrumenten ingezet worden. De grootste verantwoordelijkheid ligt hiervoor bij de lokale besturen, wel kunnen de provincie en het Vlaams Gewest een aantal uitgangspunten verankeren in hun beleidsvisies. 7.3 Ruimtelijk en socio-economisch instrumentarium 7.3.1 Provinciaal uitvoeringsplan Op dit moment zijn volop de afbakeningsprocessen bezig voor de kleinstedelijke gebie-den of zijn ze net afgerond. Het afbakeningsproces voor het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk is dat nog niet. Na afronding van deze processen dienen de provincie of het Vlaams Gewest13 ruimtelijke uitvoeringsplannen aan te reiken die ontwikkelingen moeten begeleiden, sturen of kanaliseren. De uitvoeringsplannen moeten toelaten de retailstructuur te verbeteren. Verbetering houdt in dat wat goed is, kan worden behouden en versterkt en wat onvoldoende functioneert, kan gerevitaliseerd worden en toegevoegd of ingepast in de bestaande weefsels, hetzij in het centrum hetzij elders. In enkele geval-len dienen slecht functionerende locaties te worden onttrokken aan de voorraad. Uitvoeringsplannen zijn echter het resultaat van tamelijk stringente en logge procedures en hebben een lange looptijd. Daarin vermelde bestemmings- en/of andere bepalingen lopen het risico voorbij te gaan aan de dynamiek van de detailhandel. Het komt er dus op neer om voorwaarden te scheppen die de dynamiek in goede banen kunnen leiden en dus ruimte kunnen geven aan structuurversterkende ontwikkelingen. Tijdens de afbakeningsprocessen zal de provincie haar bekommernis voor goed functio-nerende binnensteden en een zorgvuldig evenwicht met andere voorzieningen meene-men. Ontwikkelingen in de kern of in de periferie staan immers niet op zichzelf maar die-nen een wisselwerking te genereren. Binnen de afbakeningsprocessen kan erover ge-waakt worden dat de verschillende locaties niet los van mekaar worden onderzocht of dat er afzonderlijke initiatieven worden genomen. Grootschalige detailhandel kan enkel ontwikkeld worden binnen deze kleinstedelijke of regionaalstedelijke gebieden. Er moet dus ruimte gecreëerd worden voor dergelijke grootschalige handel.

13 Voor het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk maakt het Vlaams Gewest de ruimtelijke uitvoeringsplan-

nen op, die de afbakening van het stedelijk gebied vertalen in concrete verordende plannen. Voor de klein-stedelijke gebieden is dit de provincie.

Page 433: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 60

Bij het zoeken van deze ruimte kunnen de principes van verdichting en herstructurering gehanteerd worden, afhankelijk van de locatie. Verdichting laat toe om kleinhandels- en andere functies aan elkaar te schakelen, waardoor de herkenbaarheid voor de consu-ment verhoogt en de attractiviteit van het gebied wordt versterkt. Herstructurering laat toe om bestaande grootschalige handelszaken te concentreren of een bestaande concentratie kwalitatief te versterken, ruimtelijk, functioneel en verkeers-technisch. Belangrijk hierbij is het aspect van herlokalisatie van solitair gelegen handels-zaken naar deze vernieuwde locaties en een kwalitatieve herbestemming van de oor-spronkelijke vestigingsplaats. De bestemming detailhandel zal in sommige gevallen via de uitvoeringsplannen best worden afgevoerd. Ook kan in de PRUPs worden opgenomen dat bepaalde branches in de toekomst niet meer wenselijk worden geacht. Indien enigszins mogelijk dienen in de voorschriften van de PRUP’s verhoudingen te worden opgenomen van te herlokaliseren handelszaken. Uiteraard moet één en ander dan juridisch en procedureel worden mogelijk gemaakt. De huidige bepalingen van het provinciaal structuurplan dienen hiervoor als basis. 7.3.2 Gemeentelijk uitvoeringsplan Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is een goed instrument om een meer integraal beleid te formuleren. Binnen dit gemeentelijk beleidskader dient de lokale overheid verder werk te maken van een visie op de detailhandelsstructuur binnen een strategisch-commercieel plan. Deze visie kan als onderbouwing bij projectontwikkeling dienen, bij de bestemmingsbepaling in ruimtelijke uitvoeringsplannen en het hieraan gekoppelde ver-gunningenbeleid. Deze plannen kunnen gebruikt worden om een onderscheid te maken tussen verschillende typen van detailhandel en tussen verschillende typen van locaties. Bepaalde locaties zullen in de toekomst geen ruimte meer kunnen bieden voor detailhan-del, op andere gelden best brancheringsvoorschriften. Het opmaken van deze plannen vereist maatwerk en vergt een evenwicht tussen vol-doende flexibiliteit en rechtszekerheid. Best worden de gemeenten aangemoedigd om zelf projectlocaties in deze plannen aan te duiden die optimaal worden ingebed in het stedelijk weefsel en om projecten mee op te zetten en investeerders mee te laten instap-pen. Zo kan de gemeente haar regisseursrol blijven spelen, sturen in ontwikkelingen en toch ook rekening houden met de vraag en dynamiek van de markt. 7.3.3 Stedenbouwkundige verordening Stedenbouwkundige verordeningen worden door de gemeentebesturen opgemaakt en goedgekeurd door de deputatie. Vaak betreft het voorschriften van bouwkundige aard, toch worden ook vaak besluiten genomen die het aanzicht, de kwaliteit en de leefbaar-

Page 434: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 61

heid van handelskernen kunnen versterken. Bestaande voorbeelden zijn verordeningen met betrekking tot reclame, inname openbaar domein door onder meer terrassen, nacht-winkels, parkeerbeleid e.d. Ook de provincie kan een stedenbouwkundige verordening opmaken met het oog op het voeren van een ruimtelijk beleid inzake grootschalige detailhandel voor zover de ruimte-lijke context een provinciale bevoegdheid betreft. 7.3.4 Socio-economische vergunning De provincie speelt geen formele rol bij het bepalen van de socio-economische wense-lijkheid van grootschalige ontwikkelingen. Toch kan gesteld worden dat iedere grootscha-lige ontwikkeling waarbij met name grote units of een hypermarkt betrokken zijn een im-pact heeft die de eigen gemeente overschrijdt en dus bovenlokaal, regionaal en in som-mige gevallen zelfs provinciaal van aard is. In de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen is zoals gezegd geen rol voor de provincie wegge-legd.

De gemeente kan door de inzet van dit instrument in combinatie met andere tools zelf initiatieven nemen, ondersteunen of bijsturen om tot een voor het detailhandelsbeleid gewenste situatie te komen. Best kaderen deze initiatieven binnen het eerder vernoemde strategisch-commercieel plan. Deze visie geeft onder meer een plaats aan detailhandel in de verschillende kernen van de gemeente en op perifere locaties, legt een commerciële hiërarchie en ambitieniveau vast op schaal van de gemeente en bevat best een actieplan op de korte en langere termijn. Uiteraard is een lokale detailhandelsvisie best een verta-ling van een eerder geformuleerde provinciale visie.

Deze lokale visie is dus het ideale toetsingskader wanneer er zich nieuwe ontwikkelingen aandienen. De vraag kan gesteld worden hoe de provincie een bemiddelende en adviserende rol kan spelen om grootschalige ontwikkelingen toch een plaats te geven in de provinciale voor-zieningenstructuur zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan de beleidsvisie. Hiervoor verwijzen we naar de volgende paragraaf. In ieder geval kan gesteld worden dat ook de gemeenten er alle baat bij hebben dat bij een eventuele herziening van de wet op de handelsvestigingen deze regionale afstem-ming beter wordt verankerd.

Page 435: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 62

7.4 Provincie als initiator bij detailhandelsontwik kelingen PRUP als strategisch instrument In de vorige paragraaf hebben we geschetst welke rol de provincie kan spelen bij het opstellen van provinciale uitvoeringsplannen. Uiteraard houdt een PRUP enkel het be-stemmingskader in met desgevallend branchebepalende voorschriften. Dit is nog geen garantie voor uitvoering. Een PRUP kan dan ook best worden opgesteld wanneer er al sprake is van een grootschalig of integraal project met ruimte voor commerciële voorzie-ningen. In dat geval wordt de commerciële haalbaarheid van dergelijk project best op voorhand onderzocht middels een haalbaarheids- en/of conceptstudie. Ook kunnen dergelijke projecten gekoppeld worden aan PPS-procedures waar het win-nende project als basis dient voor het later op te stellen PRUP. Zo kunnen haalbaarheid en uitvoering worden gegarandeerd en hebben zowel de provincie als de gemeente eni-ge garantie over het versterkend gehalte van dit project. Provinciaal subsidiereglement ter versterking van d e lokale handelskernen De voorliggende studie moet de gemeentebesturen toelaten een aantal provinciale krijtlij-nen te vertalen naar een gemeentelijk detailhandelsplan. Immers, enkel een goed uitge-werkt strategisch-commercieel plan laat toe om gefundeerd advies te formuleren bij de aanvraag van socio-economische vergunningen of bij de beoordeling van projectaanvra-gen. De provincie Limburg is zich hier erg van bewust en stelt al meerdere jaren midde-len ter beschikking voor het uitwerken van een kernversterkende visie of het opzetten van kernversterkende en imagoversterkende maatregelen. Omdat een goed veiligheidsgevoel bijdraagt tot de leefbaarheid van kernen, worden ook acties ter verhoging van de veilig-heid van zelfstandige ondernemers door de provincie ondersteund. Wel is aangewezen om hier een logische volgorde na te streven. Zo dienen gemeente die voor het eerst een aanvraag indienen eerst werk te maken van een detailhandelsvisie met oog voor het kernversterkend gehalte hiervan. Vervolgens kunnen ze de volgende jaren concrete pro-jecten indienen die deze visie invulling moeten geven. Centrummanagement In het verleden heeft de provincie al een ondersteunende rol gespeeld bij het opzetten van centrummanagementorganisaties in een aantal steden die voor deze subsidiëring in aanmerking kwamen. Dit heeft mede gezorgd voor de versnelde opmaak van strategisch-commerciële visies waarbinnen dit centrummanagement kon worden uitgevoerd. Anno 2008 kunnen we vaststellen dat het principe van centrummanagement als interface tus-sen handelaars, belangenorganisaties en lokale overheid op heel wat plaatsen is inge-burgerd en mee kernversterkende ontwikkelingen heeft mogelijk gemaakt. Er bestaan heel wat mogelijkheden om het principe van centrummanagement in te bedden in de werking van de gemeentelijke overheid. Zo zijn er gemeenten die nog werken met een aparte vzw, andere laten zich begeleiden door deskundigen, nog andere hebben het centrummanagement geïntegreerd binnen de werking van de gemeentelijke dienst Loka-

Page 436: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 63

le Economie. Belangrijker dan de vorm is evenwel de mate van efficiëntie waarmee een bepaalde persoon of instantie kernversterkende projecten kan realiseren, het overleg helpen verbeteren tussen overheid en ondernemers, of externe marktpartijen kan aan-spreken. Kleinere gemeenten ontbreekt het vaak aan mankracht en expertise om werk te maken van integrale gebiedsontwikkeling en kernversterking, planeconomische onderbouwing van projecten, versterken van het organiserend vermogen van centrum’actoren’, opzetten van promotionele activiteiten. Grotere gemeenten hebben deze kennis wel in huis, maar worden dan ook vaker aangesproken door projectontwikkelaars en promotoren waardoor enige coördinatie tussen verschillende gemeentelijke diensten en tussen verschillende marktpartijen toch aangewezen is. De provincie kan een rol spelen om dergelijk overleg te optimaliseren. Gebiedsmanagement voor kleine kernen In kleinere kernen speelt een andere problematiek dan het ‘opwaarden van centrumge-bieden’. Hier constateren we dat met name de dorps-, wijk- en buurtcentra nood hebben aan opwaardering en belang hebben bij projecten die zich richten op het verbeteren van het ondernemersklimaat. Immers, enerzijds stellen we vast dat voorzieningen in kleinere kernen onder druk staan, anderzijds nemen we toch ook een trend waar van meer buurt-winkels, vaak ook opgezet door de grootdistributie. Toch is het hier belangrijk om de on-dernemersgezindheid, betrokkenheid, draagvlak, geloof in samenwerking aan te scher-pen door • een gezamenlijke koers uit te zetten voor een aantal kleinere kernen in regionale

context • projecten op te zetten en op te volgen (zoals het project ‘Buurtwinkels’ van UNIZO) • afstemming, communicatie en betrokkenheid te verbeteren. Een gebiedsmanager is in deze geen wondermiddel of klachtenbureau maar wel een spin in het web, communicator, initiator en netwerker en daarom een belangrijke schakel in de herstructureringsopgave van in dit geval kleinere kernen. De provincie kan een gebiedsmanager een rol laten spelen in meerdere kleinere kernen waar specifiek de problematiek van voorzieningenverschraling, verdwijnen van ambach-telijke of specialistische handelszaken e.d. een rol speelt. Dit sluit aan bij de strategische doelstelling van de provincie om het organiserend vermogen waar mogelijk te versterken. Ten aanzien van kleinere gemeenten leeft het besef dat bepaalde problemen waarmee zij geconfronteerd worden best worden aangepakt vanuit een samenwerkingspact. Dit versterkt de draagkracht en afgeleid ook de slagkracht van deze kleinere kernen. Er kan gekeken worden naar de toepasbaarheid van het cofinancieringsreglement pro-gramma plattelandsontwikkeling 2007-2013.

Page 437: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 64

Contracten voor handelskernen Een uitwerking van centrum- of gebiedsmanagement is het vastleggen van gezamenlijke initiatieven in contracten voor handelskernen. Model hiervoor zijn de winkelkerncontrac-ten die in de stad Antwerpen al voor de nodige dynamiek hebben gezorgd in de vele han-delsstraten die de stad rijk is. Een dergelijk contract is een geschreven en ondertekend contract tussen de georgani-seerde handelaars, lokale overheid en desgevallend het centrum- of gebiedsmanage-ment. Het contract legt afspraken vast over projecten op de korte, middellange en lange termijn om de handelsomgeving van de kernen te verbeteren. Voor elk project wordt be-paald wat moet gebeuren en wat iedere partner zal doen. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat de projecten een structurele oplossing moeten brengen. Sleutelbegrippen hierbij zijn ‘maatwerk’ en ‘samenwerking’. De schaal van de handels-kern speelt in deze geen enkele rol. Een door alle partijen gedragen detailhandelsvisie, waarvan al meermaals sprake was in dit hoofdstuk, geeft natuurlijk al inzicht in wensen en noden van handelaars en zal dus de selectie van projecten vereenvoudigen. Provinciale en regionale afstemming De ervaring wijst uit dat er momenteel te weinig overleg is tussen de verschillende ge-meenten enerzijds en tussen de provincie en de gemeenten anderzijds. Een belangrijke stap in de goede richting is het goedkeuren van een Streekpact binnen het RESOC. Toch zijn de gemeenten ook vandaag nog te weinig op de hoogte van bestaande beleidsvisies op vlak van detailhandel en/of concrete plannen van hun buurgemeenten of elders in de regio. In de vorige paragraaf onder 6.3.4. wordt al gesuggereerd om regionale afstem-ming een plaats te geven binnen de wellicht te evalueren wet op de handelsvestigingen. In afwachting daarvan kan het provinciebestuur een convenant opstellen met de gemeen-ten om ontwikkelingen vanaf een bepaalde oppervlakte te bespreken binnen het RESOC. Ook kan gedacht worden aan het ter beschikking stellen van kennis en coördinerend vermogen om dergelijke grootschalige(re) ontwikkelingen in goede banen te leiden. Een dergelijke coördinerende functie kan binnen één van de bestaande provinciale instanties worden ingepast of toegevoegd. Monitoren van ontwikkelingen Het is raadzaam om regelmatig een evaluatie te voorzien met betrekking tot de gewenste positionering van de detailhandelsstructuur in Limburg. Er zijn immers een aantal doel-stellingen geformuleerd met betrekking tot het versterken van de provinciale koopbinding voor de verschillende productgroepen en met betrekking tot een verhoogde toevloeiing van buiten de provincie. Dit sluit aan bij eerdere doelstellingen om het merk Limburg te

Page 438: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 65

promoten in euregionale en nationale context. Verderop zal dit ‘promotioneel’ aspect nader besproken worden. Dergelijke evaluatie laat toe om na te gaan of de gewenste structuur ook daadwerkelijk gerealiseerd is en of de geformuleerde beleidsvoorstellen ook het beoogde resultaat hebben behaald. Tevens laat deze evaluatie toe om de vinger aan de pols te houden van de maatschappelijke veranderingen en daarop aansluitend van nieuwe trends en ontwik-kelingen aan aanbod- en vraagzijde. De evaluatie kan bestaan uit een updating van het handelsapparaat op provinciale schaal, een vernieuwd koopstromenonderzoek binnen maar ook buiten de provincie. 7.5 Limburg Sterk Merk Een van de speerpunten binnen het Streekpact is het ontwikkelen van een koepelimago voor Limburg. Dit moet niet alleen het imago positief beïnvloeden maar er ook voor zor-gen dat de mensen, bedrijven en kandidaat-inwoners meer naar Limburg komen uit toe-ristisch-recreatieve, economische, maatschappelijke of andere overwegingen. Dit koepe-limago zal mee bepaald worden door de troeven die de provincie volop wil uitspelen en die af te leiden zijn uit het goedgekeurde streekpact: • innovatie en versterking van het economisch weefsel door in te zetten op speerpunt-

sectoren als de uitbouw van de tertiaire sector en toerisme. Detailhandel maakt hier integraal of indirect deel van uit;

• profilering van het stedelijk weefsel van de regio; • versterken van de belevingswaarde. Versterken van de bovenregionale slagkracht Om koopbinding en koopattractie provinciaal te kunnen verhogen, dient de bestaande structuur te worden versterkt met vernieuwende en nieuwe concepten die vandaag volle-dig of gedeeltelijk ontbreken. De vernieuwing speelt zich af op formuleniveau (bijv. Fnac of Cora), op conceptueel niveau (bijv. MijnWereld in Beringen, FOC te Maasmechelen). De provincie moet een (pro-)actieve, adviserende en best coördinerende rol spelen om de bestaande detailhandelsstructuur op de best mogelijke manier te versterken en ervoor te zorgen dat de uniciteit van het Limburgs aanbod wordt aangescherpt. Vraag is natuur-lijk hoe vernieuwend iets daadwerkelijk kan zijn. Concepten rond life style, sport, leisure en toerisme ogen vaak veelbelovend maar in de uitwerking blijkt het vaak een moeilijker verhaal. Het ruimtelijk kader voor deze formules of concepten is wel aanwezig maar vaak ontbreekt inzicht in de economische en structurele wenselijkheid van deze zaken. Welk concept draagt het meest bij tot kruisbestuiving met andere functies en verhoogt alzo de belevingswaarde voor de stad en voor de hele provincie? Welke formule heeft dermate bovenregionale impact dat een Limburgs filiaal niet mag ontbreken, dat de toevloeiing van nieuwe klanten in Limburg het verlies aan klanten van bestaande handelszaken over-treft?

Page 439: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 66

De provincie kan door het ter beschikking stellen van het eerder vernoemde coördinerend vermogen en kennis haar rol ten volle uitspelen. Voorzieningenstructuur op alle niveaus en in alle d eelgebieden De provincie streeft er naar om de voorzieningenstructuur in alle deelgebieden te verster-ken middels een globale ruimtelijk-economische visie. Voorliggende studie is hier een uitwerking van. Elke regio maar ook elk niveau - van buitengebied tot regionaalstedelijk – moet hier mee van profiteren. De voorzieningenstructuur wordt best lokaal vastgelegd, hetgeen nu al ondersteund wordt in visies ter versterking van de handelskernen. Versterken van de belevingswaarde De binnensteden moeten hun rol als ontmoetingsplaats en als forum voor tal van socio-culturele, toeristische, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen ten volle kunnen uitspelen. Voorts dienen andere concepten aan te haken op de toeristisch-recreatieve ambities die de provincie koestert en waarmee ze het onderscheidend vermogen ten opzichte van andere regio’s kunnen uitvergroten. Zo kan er echt werk gemaakt worden van een volledige, eigentijdse en vernieuwende voorzieningenstructuur voor de provincie en haar hinterland. Het Factory Outlet Center van Maasmechelen is hier een goed voorbeeld van. Dit trekt meer mensen van buiten de provincie dan van de provincie zelf, concurreert met gelijk-aardige concentraties buiten de provincie. en zoekt constant kruisbestuiving met andere functies. Zo is er in het verleden al de link gelegd met Velocity en onderzoekt Value Retail welke relaties nog kunnen gelegd worden met toeristische en leisure-gerelateerde activiteiten. Dit alles met de bedoeling om de commerciële slagkracht van het FOC-concept veilig te stellen voor de toekomst. Dergelijke rol kan ook weggelegd worden voor andere hefboomprojecten zoals eveneens opgenomen in het Strategisch toeristisch actieplan Limburg. Detailhandel kan in deze projecten van toegevoegde waarde zijn zodat de attractiviteit enkel versterkt wordt. Uiteraard dient per project de commerciële haalbaarheid in relatie tot de bestaande voorzieningen nader te worden onderzocht. City- en regiomarketing Limburg zal krijt- en krachtlijnen uitwerken voor de ontwikkeling van een koepelimago en voor de promotie van de provincie en haar deelgebieden op de diverse deeldomeinen. Steden en gemeenten vertalen hun strategisch-commerciële visie en gewenste positione-ring best ook naar een marketingplan dat de verschillende troeven en USP’s van de res-

Page 440: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 67

pectievelijke gemeente in zich verenigt. Uiteraard wordt het onderscheidend vermogen van een gemeente niet enkel bepaald door de detailhandel maar wel door de mate waar-in deze verweven is met andere toeristische en verzorgende functies, morfologische ei-genschappen en bijzondere attractiepolen. De som der delen zal in dat geval meer zijn dan enkel een regionaal marketingplan voor de provincie. Dus ook hier is lokale veranke-ring aangewezen. Net zoals de provincie visies en projecten ondersteunt ter versterking van de handelsker-nen, doet zij dit ook op vlak van citymarketing. Daarom is het reglement ter versterking van de handelskernen onlangs ook uitgebreid met projecten die specifiek het imago van een stad of stadskern ten goede komen. Het gaat immers niet alleen om het verkopen of vermarkten van winkels maar om de uniciteit van een centrum met haar verblijfskwaliteit, haar bijzonder historisch of toeristisch kader, de relatie met andere voorzieningen, de USP’s binnen een bepaalde kern, culturele of recreatieve voorzieningen. 7.6 Lokaal ondernemerschap De uniciteit van een kern wordt mede bepaald door de aanwezigheid van speciaalzaken, ambachten of andere voorzieningen die door plaatselijke ondernemers worden uitgebaat. Zij vormen de ‘couleur locale’ van een handelscentrum dat voorts ook meer voor de hand liggende zaken herbergt. Het is dus een en-en-verhaal. Vanuit de filiaalzaken gaat een nationale en internationale dynamiek uit in de zoektocht naar nieuwe vestigingslocaties. Voor de lokale ondernemer is deze luxe niet altijd weggelegd. Daarom verdient het aan-beveling om vanuit de overheid en belangenorganisaties specifieke acties op te zetten om het lokaal ondernemerschap in handelskernen te bevorderen. Ook hier heeft de provincie al op geanticipeerd door een ontwerpreglement goed te keu-ren om starters de nodige coaching en begeleiding te geven in samenwerking met de ondernemersorganisaties UNIZO en VOKA. Weliswaar worden hier allerhande zelfstandige initiatieven ondersteund, in dit geval gaat het toch specifiek om de opening van een eigen winkel, horecazaak of kantoor in een centrumgebied. Gezien het belang van de juiste vestigingsplaats voor detailhandel, advi-seren we wel om ook richtlijnen naar locatie op te nemen in het reglement. De belangenorganisaties hebben verder nog een aantal initiatieven die specifiek voor starters zijn opgezet, in de vorm van opleidingen, netwerking events e.d. Deze moeten zeker verder ondersteund worden. De provincie doet dit ook. Een ander initiatief dat in het verleden al vaker is aangehaald, is het opzetten van een gemeentelijke helpdesk of ondernemersloket. Hier kunnen kandidaat-handelaars via een one-stopbenadering alle informatie inwinnen of zich laten begeleiden omtrent alle admini-

Page 441: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 68

stratieve plichtplegingen, zoals vergunningen, attesten, inschrijvingen….. Vaak worden ondernemers immers heen en weer geslingerd binnen en buiten de gemeentelijke dien-sten en is dus elke vorm van coördinatie van toegevoegde waarde. Ondernemers hebben er alle belang bij zich ten volle te concentreren op hun zaak, dus elk overbodig tijdverlies of misverstand is uit den boze. Provincies en gemeenten kunnen een stap verder gaan in de ondersteuning van starten-de handelaars. Zo kan er een huurkostensubsidie in het leven worden geroepen. Deze regeling omvat het door de gemeente of provincie gedeeltelijk subsidiëren van de huur-lasten waardoor huurprijzen laag kunnen gehouden worden en starters sneller kunnen instappen. De bijdrage is best aflopend en beperkt in de tijd. Er kan een stimulans wor-den toegevoegd door opstart in kleine kernen extra te ondersteunen. Er kan een objec-tieve maatstaf voor kleinere handelskernen worden opgesteld. Hierdoor worden 2 doel-stellingen bereikt, nl het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap en het leefbaar houden van kleine kernen. 7.7 De gemeente als regisseur De provincie kan een stimulerende en faciliterende rol spelen jegens gemeentebesturen en handelaars. De wettelijke instrumenten om ontwikkelingen in de gewenste richting te sturen zijn eerder beperkt. Het lokale bestuur heeft de meeste touwtjes in handen om het ondernemersklimaat te ondersteunen enerzijds en anderzijds borg te staan voor een voorzieningenapparaat aangepast aan de noden en behoeften van haar inwoners en bezoekers. Een aantal provinciale en gemeentelijke instrumenten en initiatieven hebben we al be-sproken. We zetten hier beknopt nog een aantal gemeentelijke instrumenten op een rijtje die het detailhandelsklimaat mee vorm kunnen geven. Opzetten pandenfonds Het principe van een handelspandenfonds is al niet meer nieuw en al op verschillende wijzen toegepast. Het kan wijzen op het ter beschikking stellen van middelen voor het wegwerken van leegstand, verfraaien van gevels of uitbreiding van belendende panden. Uitgangspunt is wel dat dergelijke middelen als hefboom moeten dienen om meer private investeringen te kunnen losweken. Ook kunnen via een autonoom gemeentebedrijf of door de gemeente zelf panden worden aangekocht die dan strategisch kunnen worden ingezet. De gemeente bepaalt de latere bestemming of biedt ze aan aan marktpartijen die een integrale gebiedsontwikkeling op poten zetten. De gemeente is dus niet enkel als regisseur maar ook als eigenaar betrokken partij, hetgeen sturing in de juiste richting vergemakkelijkt.

Ook kunnen andere partijen die in de periferie noodzakelijke en grootschalige ontwikke-lingen wensen te realiseren, verzocht worden in te stappen in dit pandenfonds. Het uit-

Page 442: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 69

gangspunt van een evenwichtig detailhandelsbeleid is immers dat binnenstedelijke en perifere concentraties elkaar dienen te versterken en zich daar ook bewust van worden. Dit principe komt later onder ‘financieel draagvlak’ aan bod. Beeldkwaliteitsplan Een beeldkwaliteitsplan heeft als bedoeling de kwaliteit van de openbare ruimte in beeld te brengen en de sterke punten extra te benadrukken. Beeldbepalende gebouwen, kwali-teit van pleinen en perken, verlichting, inrichtingsniveau van straten, terrassen, ….. Een inventarisatie en vervolgens bepaling van het ambitieniveau dragen bij tot de verblijfs-kwaliteit van centrumgebieden. Hierop kunnen verlichtingscomponenten, accenten, straatmeubilair, beplanting en dergelijke aangepast worden. Branchestudie Een distributieplanologische studie voor gemeenten geeft sterkten en zwakten weer in het handelsapparaat. Door aanbod en vraag met elkaar te confronteren ontstaat inzicht in de marktruimte van branches en sectoren. Afhankelijk van de ambitiebepaling en ge-wenste positionering kan een brancheringsmodel worden opgesteld voor de gemeente in haar totaliteit en voor de afzonderlijke concentraties in het bijzonder. Een uitgewerkte bandbreedte voor de verschillende branches is een interessante tool in de begeleiding van ontwikkelingen en in de benadering van marktpartijen. Promotiecampagnes Het geformuleerde ambitieniveau kan aanleiding geven tot een commercieel concept voor het gemeentelijk handelsapparaat en/of handelscentrum. Samen met een uit te wer-ken marketingvisie kan verder werk gemaakt worden van het verkopen van het handels-apparaat aan de verschillende gebruikers. Een huisstijl voor het handelsapparaat ver-hoogt de herkenbaarheid en zal helpen bij een consequente toepassing hiervan in de verschillende communicatie-uitingen, promotionele activiteiten en andere initiatieven. Versterken financieel draagvlak ondernemers In deze studie is al meermaals gewezen op het belang van draagvlak voor een detail-handelsvisie bij de verschillende ‘actoren’. Overheid, handelaars, ontwikkelaars, horeca, andere aanbieders,.. allen hebben ze baat bij een herkenbaar kader dat realistische maar niet minder ambitieuze doelstellingen inhoudt voor de detailhandel als belangrijke eco-nomische motor. Dit gezamenlijk belang dient zich te vertalen naar een concreet afspra-kenplan met financiële omkadering. Hoe meer financiële middelen kunnen samenge-voegd worden, hoe beter en sneller schaalvoordelen kunnen worden bespeeld en doel-stellingen bereikt. Er staan verschillende vormen van gezamenlijke financiering, afhanke-lijk van de gemeentelijke organisatie, commercieel draagvlak en te bereiken doelstellin-gen.

Page 443: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 70

Gemeentelijke reglementen Net zoals stedenbouwkundige verordeningen kan de gemeente ook reglementen opstel-len die de goede werking en leefbaarheid van handelscentra nader kunnen faciliteren en de verblijfskwaliteit kunnen versterken. Het kan reglementen betreffen van stedenbouw-kundige, verkeerskundige, functionele en zelfs maatschappelijke aard. Planeconomische onderbouwing binnenstedelijke locat ies met het oog op ontwik-keling Bij het uitwerken van een detailhandelsvisie worden vaak strategische locaties aangeduid die een sleutelrol kunnen spelen bij de verdere uitbouw en groei van een handelscentrum of bij de slaagkansen van een bijzondere ontwikkeling. De gemeente kan het initiatief nemen van dergelijke ontwikkeling door zelf al kosten en baten te laten uitrekenen van het gewenste ‘programma’. Door te ‘tekenen en te rekenen’ kan de overheid zelf al stap-pen zetten met betrekking tot mogelijke eigen percelen en in de benadering van eige-naars. De visie kan zo niet alleen stedenbouwkundig worden gevisualiseerd, de financië-le haalbaarheid kan ook getoetst worden met het oog op volgende stappen. Berekenen van residuele grondwaarde, inschatten van geldende verhuur- en verkoopprijzen, rende-menten, kosten openbare infrastructuur, ... Het laat overheden toe om goed beslagen en met grondige voorkennis onderhandelingen aan te knopen met iedere partij die het aan-belangt. Parkeerbalans handelsapparaat Lokale overheden werken een mobiliteitsvisie uit die de leefbaarheid van alle doelgroe-pen moet verhogen en die zoveel mogelijk inspeelt op het gebruik van alle vormen van vervoer. In relatie tot handel leidt dit vaak tot vragen en misverstanden. Toch kan de handel niet zonder goede bereikbaarheid en vlotte parkeermogelijkheden maar ander-zijds versterkt een aangenaam centrumgebied met ruimte voor handel, verblijf en recrea-tie de attractiviteit. Een goed evenwicht is hier belangrijk. Belangrijk bij het bepalen van een parkeerbeleid is de gewenste positionering. Spreken we over een recreatief of doel-gericht centrum, zijn de voorzieningen gericht op langere verblijfstijden of speelt gemak en doeltreffendheid een grotere rol? Het totale handelsapparaat geeft inzicht in een mi-nimaal aantal parkeerplaatsen die elk op hun beurt de verschillende doelgroepen kunnen bedienen. Ook nieuwe ontwikkelingen moeten in deze parkeerbalans worden meegeno-men. Het gaat dus niet enkel om een theoretisch aantal maar vooral om de wijze waarop het parkeerbeleid het gewenste profiel van een winkelgebied helpt ondersteunen.

Page 444: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Hoofdstuk 7 71

Procesmanagement Procesmanagement dekt hier verschillende ladingen. Globaal kunnen we zeggen dat de gemeente hetzij zelf hetzij via externen het procesmanagement voert van een aantal geselecteerde ontwikkelingen. Coördineren, marktpartijen consulteren, acquireren, be-middelen, rekenen en tekenen, het zijn slechts enkele taken die bij procesmanagement horen en die het gemeentelijke takenpakket kunnen overstijgen omdat er vaak een pu-bliek-privaat belang mee gemoeid is. Toch geldt ook hier dat de gemeente alles in het werk moet stellen om haar rol als regisseur ten volle te kunnen uitspelen.

Page 445: Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

provincie LimburgUniversiteitslaan 1B–3500 HASSELT

Cover studies detailhandel:A4 11-06-2009 09:32 Pagina 7