Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het...

20
4 dimensie MAART-APRIL 2010 DOSSIER © rnw Vluchtelingen ontvluchten het conflictgebied in Goma (Noord-Kivu, 2009). De recente gebeurtenissen in Haïti en Niger herinneren ons eraan dat ‘de kwetsbaarheid’ van sommige landen al onze aandacht verdient: de situatie in die landen kan snel uit de hand lopen en uitgroeien tot een humanitaire ramp op grote schaal. Om een ontwikkelingsproject naar behoren te plannen moet rekening worden gehouden met tal van factoren, die vaak onderling verweven zijn. Welnu, in kwetsbare situaties wordt alles veel complexer en zijn er veel meer risico’s. Om de maximale doeltreffendheid van haar ontwikkelingsacties te verzekeren, pleit de internationale gemeenschap voor een specifieke aanpak van de ‘fragiele staten’. Het is absoluut niet de bedoeling deze landen te stigmatiseren, maar wel ze beter te kunnen helpen.

Transcript of Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het...

Page 1: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

4 dimensie maart-april 2010

DOssiER

© r

nw

Vluchtelingen ontvluchten het conflictgebied in Goma (Noord-Kivu, 2009).

De recente gebeurtenissen in Haïti en Niger herinneren ons eraan dat ‘de kwetsbaarheid’ van sommige landen al onze aandacht verdient: de situatie in die landen kan snel uit de hand lopen en uitgroeien tot een humanitaire ramp op grote schaal. Om een ontwikkelingsproject naar behoren te plannen moet rekening worden gehouden met tal van factoren, die vaak onderling verweven zijn. Welnu, in kwetsbare situaties wordt alles veel complexer en zijn er veel meer risico’s. Om de maximale doeltreffendheid van haar ontwikkelingsacties te verzekeren, pleit de internationale gemeenschap voor een specifieke aanpak van de ‘fragiele staten’. Het is absoluut niet de bedoeling deze landen te stigmatiseren, maar wel ze beter te kunnen helpen.

Page 2: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

5 maart-april 2010 dimensie

wat is een ‘fragiele staat’? de donoren hebben geen eensluidend ant-woord op die vraag. de landen in kwes-tie nog minder omdat ze niet gelukkig zijn met deze beoordeling die ze vaak als deni-grerend ervaren. dit is overigens de reden waarom de europese Unie (eU) bij voorkeur spreekt over ‘landen in een fragiele situatie’ in plaats van over ‘fragiele staten’.

de commissie voor ontwikkelingshulp (dac) van de oeso stelt dat een land als kwets-baar kan worden aangemerkt wanneer de regering en de overheidsinstanties de mid-delen en/of de politieke wil niet hebben om de veiligheid en de bescherming van de burgers te garanderen, overheidsaangele-genheden op efficiënte wijze te beheren en de strijd aan te binden tegen de armoede onder de bevolking.1 in 2008 omschrijft ze een ‘fragiele staat’ als een land dat niet bij machte is om via politieke processen tege-moet te komen aan de verwachtingen van zijn bevolking of om de evolutie van deze verwachtingen en de beschikbare capaciteit te beheren.2

deze nieuwe definities van 'kwetsbaarheid' bedelen de staat opnieuw een centrale rol toe. het is de taak van de staat basisdien-sten te verstrekken aan de bevolking (vei-ligheid, justitie, gezondheid, onderwijs). de staat heeft ook de legitimiteit – wettig-heid - om belastingen te heffen, de eco-nomische ontwikkeling te faciliteren, enz. wat alles nog moeilijker maakt is dat van de staat vandaag meer wordt verwacht dan

in het verleden, bij het ontstaan van de europese natiestaten.

nu de staat opnieuw op de voorgrond treedt, verdiept en ontwikkelt de internati-onale gemeenschap haar zienswijze op de versterking van de staat (of state buil-ding). er wordt duidelijk gesteld dat het een intern en multidimensioneel proces is. dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context en meer informatie ver-werven over de wijze waarop de formele en de informele structuren zich tot elkaar ver-

houden, over de legitimiteitsmechanismen en over de verhouding tussen overheid en samenleving. met behulp van deze interna-tionale steun kan gestalte worden gegeven aan solide staten die de nodige veerkracht hebben om crisissen te overwinnen, lokale bestuursstructuren te steunen en te for-maliseren, de verworvenheden te verduur-zamen ten einde in fine de strijd aan te bin-den tegen de armoede.

een groot aantal actoren (de wereldbank, engelse en canadese universiteiten,…) stel-den een eigen lijst op van fragiele staten, duidelijk zonder eensgezindheid. er zijn

Extreme droogte en hongersnood in Somalië.

Fragiele staten, volkeren in gevaar…

Fragiele staten

aangezien zes partnerlanden van belgië, en niet van de minsten, in een fragiele situatie verkeren, heeft ons land een belangrijke rol te vervullen. dit houdt in dat we onze mechanismen voor de uitvoe-

ring van de hulp opnieuw moeten bekij-ken teneinde de specifieke kenmerken van deze landen mee te wegen: degelijke contextuele analyses, een pan-gouverne-mentele aanpak, enz. zoals moge blijken

uit dit nummer van Dimensie 3 beginnen we onze praktijken af te stemmen op de realiteit van de fragiele staten. toch moe-ten we nog een lange weg afleggen om de doelstellingen ter zake te bereiken.

voor belgië

1 www.oecd.org/document/9/0,3343,fr_2649_33693550_39254537_1_1_1_1,00.html 2 oeso/dac, concepts and dilemmas of state building in Fragile situations: From Fragility to resilience (english) concepts et dilemmes pour le renforcement de l’etat dans les situations de fragilité, de la fragilité à la résilience, Paris, ocde, 2008, p. 19.

© G

eo

>

Page 3: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

6 dimensie maart-april 2010

DOssiER

state building in DR Congo de nieuwe grondwet van dr congo ver-ankert het beginsel van decentralisa-tie in een land dat tot dan een unitaire staat was. zelfs de verdeelsleutel van de nationale inkomsten wordt erin vast-gelegd. van de 11 huidige provincies zal dr congo in mei 2010 overstappen naar 26 provincies. maar we weten alsmaar minder af van de werkelijke situatie in dr congo, en met name van de situatie op het terrein in de provincies.

daarom verricht het koninklijk museum

van midden-afrika (kmma) - met de steun van de belgische ontwikkelingssamen-werking - monografische studies over de reële stand van zaken in de 26 provincies. in deze studies wordt gewerkt met een aantal administratieve, politieke, sociale en economische gegevens (met inbegrip van gegevens over de natuurlijke rijkdom-men en de infrastructuur) die vaak het onderwerp zijn van controverse. de werk-zaamheden brengen het specifieke profiel van elke provincie in kaart om de sterke en zwakke punten op ontwikkelingsge-

bied onderling te vergelijken. doel van het onderzoek is de interne samenhang van de gedecentraliseerde instanties nader te bekijken en na te gaan hoe een meer per-formante congolese staat kan worden tot stand gebracht. kortom, het resultaat van het onderzoek zal een belangrijk instru-ment zijn voor de actoren die bijdragen tot de ontwikkeling van dr congo.

Jean OmasomboProjectcoördinator. Afdeling Hedendaagse geschiedenis, KMMA

Fragiele staten

ten minste twee verklaringen voor dit veelvoud aan lijsten. de eerste is dat lijs-ten worden opgesteld vanuit verschillende invalshoeken (welk doel wordt met het opstellen van de lijst nagestreefd?). de tweede verklaring is dat er evenveel vor-men van kwetsbaarheid als kwetsbare situ-aties zijn. ook de context is telkens zeer specifiek: het geval van dr congo is niet hetzelfde als dat van haïti.

de oorzaken van de kwetsbaarheid zijn evenwel vaak dezelfde: een conflictsituatie, een specifieke milieucontext (steeds terug-kerende periodes van droogte of overstro-mingen zoals in ethiopië of bangladesh), onveiligheid, armoede, de aanwezigheid of het ontbreken van natuurlijke hulpbronnen,

het tekortschieten van de overheid op het gebied van de instellingen en/of de capaci-teit, zwak bestuur, elites zonder legitimiteit, enz. in elk land is er een specifieke wissel-werking tussen deze oorzaken waardoor de ‘fragiele staten’ zeer heterogeen zijn zoals bijv. dr congo, haïti en afghanistan.

op de dac-lijst met 43 fragiele staten staan zes partnerlanden van belgië: dr congo, burundi, de Palestijnse gebieden, oeganda, rwanda en niger. overigens, op andere lijs-ten komen ook bolivia en mali voor.

waarom een specifieke benadering? door de specifieke kwetsbare situatie van elk van deze landen (die voor grote uitda-

gingen staan en vaak een zeer beperkte capaciteit hebben) moeten de internati-onale actoren zich de vraag stellen welke impact hun ontwikkelingshulpacties zullen hebben.

volgens de cijfergegevens die de dac voor haar rapportages hanteert, zullen de fra-giele staten er immers niet in slagen de millenniumdoelen (mdgs) tegen 2015 te verwezenlijken. in deze landen waar 1/6e van de wereldbevolking leeft, moet 1/3e van de inwoners het stellen met minder dan een dollar per dag en wordt de helft van de wereldwijde kindersterfte opgete-kend. vijfendertig landen die in 1979 al als fragiele staten werden beschouwd, zijn dat nog steeds. ondanks hun zeer grote noden, werd de ontwikkelingshulp aan deze landen aanzienlijk teruggeschroefd als gevolg van de complexiteit van elke vorm van hulpverle-ning van buitenaf. sommige landen moeten het nu zelfs helemaal zonder hulp stellen, zoals de centraal-afrikaanse republiek.

heeft het zin om zo lang stil te staan bij begrippen die op het eerste gezicht kunnen worden afgedaan als louter abstract? het doel is dat de internationale actoren er ten aanzien van de begrippen dezelfde ziens-wijze op nahouden zodat er meer samen-hang is op het terrein.

in het kader van de verklaring van Parijs (hulpdoeltreffendheid) beseffen de dono-ren dat ze hun aanpak van ontwikkelings-samenwerking moeten wijzigen om de bevolking van de fragiele staten op een meer doeltreffende wijze te kunnen helpen.

© D

GO

S /

Elis

e Pi

rsou

l

Het ruim 60 jaar aanslepende Israëlisch-Palestijns conflict houdt twee gemeenschappen in voortdurende onveiligheid.

>

Page 4: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

7 maart-april 2010 dimensie

Fragiele staten

Veiligheid en Ontwikkeling "Geen ontwikkeling zonder veiligheid en geen veiligheid zonder ontwikkeling"

© q

uick

blog

cast

Veiligheid is niet alleen een basisbehoefte voor iedereen, maar ze is eveneens een randvoorwaarde voor elke vorm van duurzame ontwikkeling. Ontwikkeling is dan weer een voorwaarde voor het behoud van de veiligheid.

het creëren van een veilig milieu in de ruim-ste zin van het woord is een absolute voor-waarde om armoede terug te dringen, de fundamentele mensenrechten te bescher-men en de millenniumdoelen te verwezen-lijken. het begrip ‘veiligheid’ verwijst niet langer alleen naar een stabiele staat en goed functionerende politieke instellin-gen. het omvat ook het welzijn van eenie-der zodat een klimaat kan worden gecre-eerd dat bevorderlijk is voor de opleving/het creëren van economische activiteit. het creëren van een ‘middenklasse’ met de medewerking van buitenlandse investeer-ders draagt bij tot een meer rechtvaardige verdeling van de rijkdom.

in een postconflictsituatie kan een staat zich maar herstellen en stabiliteit ver-werven door een ‘Hervorming van de Veiligheidssector’ (rss) en het verminderen

van het aantal mensen met een wapen (dit neemt op buitenmatige wijze toe tijdens een conflict, en is een uitvloeisel van de parallelle economie die als gevolg van het conflict ontstond). de rss heeft dan ook ten doel het vertrouwen van de bevolking – die de staat ziet als hoeder van veilig-heid en rechtvaardigheid – te herstellen. de hervorming is niet alleen toegespitst op de ‘klassieke actoren’ van de veiligheid (leger, politie, justitie,…) maar ook op de ‘transver-sale thema’s’ (zoals parlementaire controle, controle door de civiele samenleving en de media, enz). het gaat dus om een delicate en alomvattende hervorming op termijn en met respect voor de nationale soevereini-teit van de partner. op internationaal niveau wordt het debat op twee niveaus gevoerd: enerzijds, is er de link tussen veiligheid en ontwikkeling, anderzijds, de verwerking van de rss in de diplomatieke acties.

zulks vereist het instellen van specifieke overlegmechanismen tussen actoren die het niet altijd gewend zijn of geneigd zijn een gemeenschappelijke aanpak te han-teren.

dat er reeds een aantal maatregelen wer-den genomen, neemt niet weg dat er nog veel werk aan de winkel is om te komen tot een echte ‘3 D-benadering’ (Diplomacy, Defence and Development) zodat conflict-preventie kan worden meegenomen in de ontwikkelingsacties en veiligheid als een diplomatieke doelstelling kan worden gedefinieerd.

Lt-Kol Junior de Fabribeckers,Gedetacheerd bij de FOD Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking

om dit te bewerkstelligen (inwerken op de fragiele staten opdat ze niet zouden eindi-gen als ‘failed state’ zoals somalië), hebben de donoren begin 2000 hun beleidsmaatre-gelen herijkt. de wereldbank, de verenigde staten en groot-brittannië staan het verst met deze studie (elk met zijn eigen ziens-wijze). deze drie grote stromingen werden

overgenomen door de dac. zo gingen de ministers van ontwikkelingssamenwerking van de dac in 2007 akkoord met The Principles for good international engage-ment in fragile states and situations. deze tien ministers worden geacht het beleid te omkaderen van de ontwikkelingsactoren die in de fragiele staten werkzaam zijn.

ook in 2007 bracht de eU een proces op gang om de beleidsmaatregelen van de lid-staten te coördineren. het is de bedoeling dat dit proces uitmondt in een eU-actieplan voor kwetsbare situaties.

Xavier Rouha

Onlusten in Kivu, 2009.

Page 5: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

8 dimensie maart-april 2010

libanon, kamp van nahr el-baredwe bevinden ons op enkele kilometer van tripoli. het landschap zou prachtig zijn, ware het niet dat je overal sporen ziet van brutaal geweld. aan een kant de zee, aan de andere kant besneeuwde bergtop-pen, beneden ons het puin van gebou-wen en met kogels doorzeefde muren. het kamp van nahr el-bared waar voorheen ongeveer 30.000 Palestijnse vluchtelin-gen waren ondergebracht, was het toneel van hevige gevechten toen in mei 2007 de libanese strijdkrachten het kamp aanvie-len. aanleiding was de provocatie van een extremistische groep die zich in het kamp schuilhield. de gevechten duurden 3,5 maand, met als gevolg dat 27.000 mensen die al in zeer precaire omstandigheden leef-den, geen dak meer boven hun hoofd had-den. "Deze families zijn er zeer slecht aan

toe en zijn volledig aangewezen op de hulp van UNRWA", zegt salvatore lombardo, directeur van Unrwa in libanon.

de meeste vluchtelingen werden overge-bracht naar andere kampen, anderen kon-den terecht bij familie of zagen zich genood-zaakt kleine garageboxen te huren om er hun gezin onder te brengen. opnieuw een zware klap voor deze vluchtelingen in een land dat hen niet erkent als inwoners en waarvan de bevolking hen vijandig gezind is.

ibrahim geeft les op de school van het kamp. net zoals zovelen kwamen zijn ouders in 1948 in narh el-bared toe. ibrahim is hier geboren en heeft nooit iets anders gekend dan vluchtelingenkampen. "Toen mijn woning vernietigd werd, werd ik over-gebracht naar een kamp meer in het noor-den. Ik kom elke dag met de bus om les te

geven." zijn werkgever is Unrwa, verant-woordelijk voor het onderwijs in de kam-pen. de meeste tewerkgestelden werken in dienst van Unrwa, daarnaast zijn er 40 à 50 % werklozen, "wat weinig is in vergelij-king met de andere kampen. Het kamp van Nahr el-Bared kon, voor het vernietigd werd, de tweede beste economische situatie voor-leggen.” gelegen vlakbij de autoweg, dicht bij de syrische grens, profiteerde nahr el-bared van de handel tussen beide landen.

moeizame heropbouwom een eind te maken aan de ontheem-ding van deze duizenden vluchtelingen besloot Unrwa het kamp herop te bou-wen. "Voor de uiteengedreven families die in het kamp leefden is het ellende troef. Ze zijn voor alles aangewezen op UNRWA, de kosten zijn aanzienlijk opgelopen." nahr el-bared is slechts een van de vier kampen

REPORTAGE

Midden-Oosten

Libanon, Jordanië, syrië, Gaza en Cisjordanië tellen 4,7 miljoen Palestijnse vluchtelingen, waarvan 1,4 miljoen in kampen leven. Een leefruimte die nog steeds dezelfde is als drie generaties geleden en die niet werd uitgebreid naarmate de bevolking toenam. Een dramatisch hoge werkloosheid, haast altijd die dreiging van onveiligheid, het leven in de kampen biedt weinig toekomstperspectieven. Voor deze ontheemden is de ‘VN-Organisatie voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen’ (UNRWA) de belangrijkste hulpverlener. Reportage over de resten van een kamp in Libanon dat wordt wederopgebouwd.

vluchteling van vaDer op zoon

© D

GO

S /

Elis

e Pi

rsou

l

Van het vluchtelingenkamp van Nahr el-Bared in Libanon, plaats van gewelddadige confrontaties in 2007, blijven enkel ruïnes over.

1 cijfers Unrwa, juni 2009.

Page 6: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

9 maart-april 2010 dimensie

unrwa vraagt om hulp

Midden-Oosten

die in libanon werden vernietigd tijdens het conflict, "maar het is het enige kamp dat we heropbouwen", zegt salvatore en hij wijst naar een stuk braakgrond dat fel afsteekt tegen de ingestorte muren ernaast. "Hier is de plaats waar vroeger ingestorte gebou-wen stonden. Alles moest worden ontmijnd, gesloopt, geruimd. De grond was bezaaid met mijnen. Het is een proces van lange adem want elke fase moet worden goed-gekeurd door de Libanese ministerraad. En alsof dat nog niet genoeg was, stuitte men op archeologische overblijfselen waardoor de werkzaamheden tijdelijk moesten wor-den gestaakt." gelukkig kon een compro-mis worden bereikt en werd de grond 5 cm opgehoogd om de archeologische overblijf-selen niet te beschadigen.

er mag niet om het even hoe worden gebouwd: "Het is de bedoeling ontheemde gezinnen een onderkomen en een leefge-meenschap te bieden zoals ze in het vorige kamp hadden." met het oog hierop werden de woningen nauwgezet in kaart gebracht door vrijwilligers uit de gemeenschap zelf die zich aangemeld hadden bij het begin van het conflict. de opbouw begon eind mei 2009 en wordt geleidelijk voortgezet naar-gelang er geld is.

in afwachting, en om een leefbare omgeving te creëren, geeft Unrwa steun aan mensen die terugkeren naar de buurt van het oude kamp. bovenop de heropbouw zorgt het agentschap voor humanitaire hulp: tijde-lijk en gratis logement, sociale, medische, voedsel- en schoolhulp. zij biedt ook finan-ciële steun – een subsidie van de eU – aan kleine ondernemingen in het kamp. de eco-nomie op gang trekken in de Palestijnse wij-ken rondom het oude kamp is essentieel. deze zones staan immers economisch zeer zwak omdat het libanese leger hen nog steeds als militaire zone beschouwt. zoals in een getto wordt de toegang strikt door het leger gecontroleerd met een systeem van pasjes voor bewoners en bezoekers.

een kwestie van stabiliteitverspreid over de gazastrook, cisjordanië, libanon, syrië en Jordanië liggen er 58 vluchtelingenkampen. Unrwa voorziet in de basisbehoeften zoals onderwijs (684 scholen voor de hele regio), gezondheids-

vluchteling van vaDer op zoon

bij het israëlisch-arabisch conflict van 1949 ontvluchtten duizenden Palestijnen hun land. om hen op te vangen riep vn-resolutie 303 in 1949 de ‘Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverle-ning aan de Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten’ in het leven. de orga-nisatie had aanvankelijk slechts een tijde-lijk mandaat. maar 60 jaar later verblijven de ongeveer 750.000 vluchtelingen die er bij het begin van dit mandaat waren, nog

steeds in kampen en is hun aantal sterk gestegen. door de bevolkingsgroei en de komst van nieuwe "kandidaten" zijn er nu 4,7 miljoen vluchtelingen in het midden-oosten.

de algemene situatie van de Palestijnen, en in het bijzonder van de vluchtelingen, is er fel op achteruit gegaan sedert de tweede intifada, de blokkade van de gazastrook en het israëlische offensief van 2008 in de gazastrook. vandaag is 80% van de bevolking van de gazastrook afhankelijk van humanitaire hulp. de algemene stij-ging van de voedsel- en brandstofprijzen, van de “huurprijzen” in de gastlanden, de daling van de giften als gevolg van de financiële crisis, de moeilijkheid om mate-riële hulp tot in de gazastrook te krijgen, hebben de noden van de organisatie aan-zienlijk doen toenemen. Unrwa heeft dit jaar te kampen met een tekort van 140 miljoen dollar. in 2009 leverde belgië een bijdrage van 6.250.000 euro. voor 2010 wordt 6.750.000 euro voorzien.

E.P.

zorg (134 ziekenhuizen), voedselhulp en sociale basisvoorzieningen, infrastructuur, basisberoepsopleiding… de organisatie is goed voor bijna 29.000 lokale arbeidsplaat-sen en ze waakt over en verdedigt de eer-biediging van de humanitaire rechten van de vluchtelingen.

deze verplichte staat van afhankelijkheid die nu al 60 jaar aansleept, veroorzaakt frus-tratie, vijandigheid en geweld bij de vluch-telingen, de andere Palestijnen en de bevol-kingsgroepen in de regio. het vraagstuk van de Palestijnse vluchtelingen is een knel-punt voor de stabiliteit van de hele regio. in afwachting dat een andere oplossing uit de bus komt, is het werk van Unrwa voor de vluchtelingen een absolute noodzaak.

Elise Pirsoul

online

www.unrwa.org

© D

GO

S /

Elis

e Pi

rsou

l

Page 7: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

10 dimensie maart-april 2010

DOssiER

>

belgische blauwhelmen in zuid-libanon“De blauwhelmen zijn erin geslaagd de par-tijen uit elkaar te houden. Voor het eerst in 40 jaar is de situatie in Zuid-Libanon al 3,5 jaar stabiel”, aldus luitenant-kolonel de brabandere, commandant van belUbatt, het contingent waarvan de belgische blauwhelmen in libanon deel uitmaken. “Mensen beginnen opnieuw te bouwen. Dat is een goed teken”.

de oorlog tussen israël en libanon draait hoofdzakelijk om de 220 à 400.000 Palestijnse vluchtelingen1 die sinds 1948 in libanon leven, en de hezbollah-militie. in de zomer van 2006 woedde 6 weken lang een oorlog tussen hezbollah en israël. de veiligheidsraad besloot daarop de vn-interimvredesmacht in libanon (FinUl) te versterken van 3000 naar 12.500 man-schappen. sinds 2006 telt de missie ook belgische militairen.

"Geen ontwikkeling zonder veiligheid…de 360 belgische militairen vervullen ver-schillende activiteiten: zorgen voor een hospitaal in de buurt van het dorp tibnine, geniewerk, ontmijning en beschermingsta-ken voor de vredesmacht zelf. naarmate de situatie stabieler werd, werden minder militairen ingezet.

“Eerst werden humanitaire ontmijnings-werken in Tibnine uitgevoerd om de vel-

den en de huizen veilig te maken”. belgië zet zijn bewezen expertise inzake ontmij-ning in met zichtbaar resultaat. “Zodra een gebied ontmijnd is, is de bevolking gemoti-veerd om de huizen te herstellen en de vel-den te bewerken.” in een zone die volledig beveiligd is, wordt het humanitaire ontmij-ningswerk in handen gegeven van de ngo’s, terwijl de militairen hun werk voortzetten in meer gevaarlijke zones. momenteel zijn ze aan het werk in de mijnenvelden ter hoogte van de blue line. achter deze lijn trok israël zich in 2000 terug. de ontmij-ning staat onder toezicht van de vn die haar technische kennis op termijn aan de libanezen zal doorgeven.

met de inkrimping van het contingent werd ook het militaire hospitaal opgedoekt, en dat is een probleem omdat het ook openstond voor burgers. ontwikkelings-samenwerking stelde daarom voor het werk van defensie voort te zetten en een voormalig burgerhospitaal gebruiksklaar te maken. “In dit ziekenhuis kunnen 120.000 burgers worden geholpen”, legt de pro-jectbeheerder van btc uit. “De patiënten zorgen voor 5% van de verzorgingskos-ten en de Libanese staat legt het reste-rende deel bij”. de restauratie begon in november 2008 en zal vermoedelijk tot augustus 2010 duren. belUbatt supervi-seert de werken tot de komst van een btc-medewerker in libanon. na voltooiing van de werken trekt belgië nog 3 miljoen euro uit voor de medische uitrusting.

…maar ook geen veiligheid zonder ontwikkeling.""Alleen als er vrede is, kan iedereen rond de tafel zitten om te praten", voegt de commandant eraan toe. de vn wil na de stabilisering van de situatie een diplo-matiek proces op gang brengen tussen israël, libanon en syrië. in 2006 begon belgië met de effectieve hulpverlening aan libanon (met uitzondering van Unrwa, zie artikel p.8). deze hulp past in het opzet van de vn, zoals de minister van ontwikkelingssamenwerking aantoont: “We hechten veel belang aan de regionale draagwijdte van de projecten die we steu-nen. Ontwikkeling is voor mij een belang-rijke beleidsuitdaging, een sleutel tot vrede en veiligheid. Er rust een begrijpelijk taboe op de vermenging van militaire en huma-nitaire aangelegenheden, maar het is mijn overtuiging dat ontwikkeling een sleutel is voor vrede en veiligheid.”

zo denken ook de blauwhelmen er over: “Wij leven temidden van de bevolking en het is belangrijk dat wij goede contacten onderhouden. Nu het hospitaal opnieuw de deuren opent, is de bevolking de Belgen gunstig gezind. De ontwikkelingsprojecten werken ook de veiligheid van de militairen in de hand.”

Elise Pirsoul

Midden-Oosten

in onveilige landen als Libanon en Afghanistan slaan de Belgische defensie en de Belgische ontwikkelingssamenwerking de handen in elkaar. Zo verrichten de Belgische blauwhelmen ontmijningswerk in het zuiden van Libanon waar het israëlisch-Libanees conflict plaatsvond. Een deel van deze taak wordt nu aan ngo’s overgedragen. in afwachting brengt het Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC een hospitaal in gereedheid voor de bevolking die voorheen in het Belgische militaire hospitaal terecht kon...

1 er bestaan verschillende schattingen.

een militair hospitaal voor burgers

Het kamp ‘Scorpion’ van de Belgische blauwhelmen in Tibnine.© D

GO

S /

Elis

e Pi

rsou

l

Page 8: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

11 maart-april 2010 dimensie

DOssiER

Vredesopbouw

hoe begin je aan vredesopbouw?

eerst breng je alles in kaart. wie is er bereid iets te doen? welk soort vrede wenst men? moet ze duurzaam zijn, gewapend of fragiel? wat zijn de noden op vlak van politiek, veiligheid, economie, gerecht…? heropbouw is immers onont-beerlijk. onderwijs speelt hier een belang-rijke rol, onder meer voor de opleiding van nieuwe leiders. voor alle noden bereken je de kosten. dit vergeet men vaak. van groot belang is ook dat alle belangheb-benden betrokken worden. niet alleen de civiele maatschappij en de politieke groe-peringen, maar ook de buurlanden.

hoe belangrijk is democratisering?

ik ben een tegenstander van het neocon-servatieve model dat van buitenaf een libe-rale democratie wil opleggen. het is deels oplichterij. de overgang naar een succes-volle democratie vergt meer dan louter verkiezingen. een land dat uit een con-flict komt, heeft in de eerste plaats nood aan stabiliteit. dit is mogelijk als de over-heid 'legitiem' is, dus door het volk wordt erkend. en de legitimiteit van een over-heid hangt evenveel af van goed bestuur als van de graad van democratisering. in een postconflictsituatie maakt het dan ook niet zoveel uit of de staat wat autori-tair is. als hij maar tegemoet komt aan de basisbehoeften van de bevolking: veilig-

heid, voedsel, gezondheidszorg, scholen, etc. neem zuid-korea. in de jaren 70 had het land een autoritair regime, maar ook een vooruitstrevend economisch beleid. de aandacht ging naar onderwijs, onder-zoek en management. Pas later kwam de vraag naar democratisering. wanneer werd belgië echt democratisch? Pas in de jaren 60, na de dekolonisatie!

een liberale democratie promoot ook de vrije markt en de afslanking van de staat. maar men kan dit niet zomaar opleggen aan kwetsbare staten. aanvankelijk is er nood aan protectionisme. de staat speelt hier een grote rol. hij moet beslissen waar er geïnvesteerd wordt en geleidelijk voor een opening naar de vrije markt zorgen. zijn we misschien vergeten dat ook de welvarende landen in het westen en het oosten een dergelijk pad gevolgd heb-ben?

hoe pak je de veiligheid aan?

veiligheid is van vitaal belang. een onvei-lig land trekt mafiosi aan en leidt tot meer corruptie. de verenigde naties of regio-nale organisaties hebben hier als neutrale instanties een belangrijke rol te spelen. zo heeft congo nood aan een krachtdadige vn-troepenmacht die de vrede oplegt, het leger moderniseert en de politie versterkt. naarmate de eigen instellingen voor orde en vrede kunnen zorgen, trekken de bui-tenlandse troepen zich terug.

wat doe je met de wonden die een conflict geslagen heeft?

wonden helen is noodzakelijk. dit kan gebeuren door een combinatie van recht, compensaties, herkenning van schuld, vergiffenis, de verzekering dat dit niet meer zal gebeuren enz. maar soms wordt er na een conflict te veel naar het verleden gekeken. zo was de massale steun aan de gacaca – de volkstribunalen – in rwanda overdreven. elk dorp had zijn gacaca. een land dat uit een conflict komt, heeft vooral behoefte aan hoop en toekomst. kijk naar europa na woii. men sprak over een Marshall-plan, er was het Fulbright-initiatief (nvdr: programma voor uitwisse-ling van studenten tussen de VS en Europa om het begrip tussen de volkeren te ver-beteren). het waren maatregelen die hoop brachten.

is een conflictloze wereld mogelijk?

conflicten zijn onvermijdelijk in menselijke relaties. maar we kunnen wel de geweld-dadige hantering van conflicten uit de wereld helpen. de eU is hier rolmodel. we leven momenteel in een veilige, welva-rende en vrije regio. niet omdat we betere mensen geworden zijn, maar omdat we de omstandigheden gecreëerd hebben waarin we doeltreffend met conflicten kunnen omgaan.

Chris simoens

Hoe zorg je voor vrede in een land dat door conflicten verscheurd werd? Dimensie 3 had een gesprek met Prof. Luc Reychler (K.U.Leuven), specialist in vredesopbouw.

toekomst geven aan conflictlanden

© D

GO

S /

Chri

s Si

moe

ns

Page 9: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

12 dimensie maart-april 2010

DOssiER

hoge armoede en bevolkingsaangroei1

62 % van de nigerezen leeft in armoede en 34% in extreme armoede. meer dan de helft van de gezinnen heeft een gemid-deld inkomen van minder dan 53 euro per persoon per jaar. de armoedegraad hangt af van een reeks factoren zoals de woon-plaats (9 op 10 armen leven in een landelijk gebied), de scholingsgraad (74,9% is anal-fabeet), de grootte van het gezin (meer dan 6 personen), de beroepssector (vooral landbouw) en het geslacht (3 op 4 armen zijn vrouwen).

de extreme armoede is de grootste uitda-ging voor de economische en sociale ont-wikkeling van niger. daarbij komt een hoge bevolkingsgroei van meer dan 3% per jaar. aangezien de economische groei geen gelijke tred houdt met de bevolkingsgroei, heeft dit een algemene verarming van de bevolking tot gevolg.

verslechtering van het klimaat en voedselonzekerheid2 net als in de andere sahellanden is het kli-maat in niger sinds enkele decennia ver-stoord. de milieuproblemen – droogte, ver-woestijning – zijn een extra tegenslag voor de bevolking die al fel te lijden heeft onder de aanhoudende economische crisis.

en terwijl het evenwicht in de ecosyste-men ernstig verstoord raakt, slinken de beschikbare natuurlijke hulpbronnen zien-derogen. het gevolg is een verminderde bodemvruchtbaarheid, een daling van het productiekapitaal, dalende inkomens in plattelandsgebieden, een toenemende voedselonzekerheid en verscherpte conflic-ten tussen de landbouwers.

2/3 van ‘s lands totale oppervlakte is woestijn en slechts 11% van de grond is geschikt voor landbouw. van de 270.000 ha bevloeide grond, wordt slechts 85.700

ha benut. daardoor blijft de landbouw-productie in niger laag en op lange termijn neemt ze zelfs af. aan de vraag naar voed-sel kan niet worden voldaan. dat heeft ook te maken met de hoge bevolkingsdruk en de lage investeringen in de modernisering van de landbouw. niger is dan ook genood-zaakt voedsel in te voeren, vooral uit het naburige nigeria.

maar ook nigeria kent voedselproblemen. door droogte en een sprinkhanenplaag ontstond in 2004-2005 in noord-nigeria een productietekort, met een zware voed-selcrisis in niger tot gevolg3. in 2010 dreigt een herhaling van dit drama. tijdens de zaaiperiode viel er minder regen en in ver-schillende regio’s bleef de regen helemaal uit. de zwakke regenval - op dat cruciale ogenblik - en de schade veroorzaakt door insecten vertraagde de groei van de gierst. in de veeteelt - een sector die 13% van het bni vertegenwoordigt en waarin 87% van

De vele plagen van niger…Niger

Niger haalde onlangs de voorpagina’s met een militaire staatsgreep. Het onmetelijke land in West-Afrika is uitermate arm. Geregeld heeft het te kampen met droogte en sinds zijn onafhankelijkheid in 1960 gaat het gebukt onder interne conflicten. Niger wordt beschouwd als een ‘fragiele staat’, ondanks zijn interessante troeven, zoals mijnen, veel weidegebieden, en grote irrigeerbare landbouwgronden die nog maar weinig worden bewerkt.

1 strategie voor snellere ontwikkeling en armoedebestrijding (sdrP) 2008-2012 ; voedselzekerheidsprofiel van niger van het cilss en de csao, april 2008.2 idem 1 + regionaal centrum agrhYmet, speciale editie over de agro-pastorale situatie augustus 2009.3 voedselzekerheid blijft een heikel, zelfs onbespreekbaar thema in niger, waar het aanleiding gaf tot de eerste militaire staatsgreep van 1974 waarbij het regime van president diori ten val kwam.

Armoede, vooral van de plattelandsbevolking en van de vrouwen.

© B

osto

n.co

m

Page 10: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

13 maart-april 2010 dimensie

De vele plagen van niger…Niger

de plattelandsbevolking werkt - kampte niger met een nooit gezien tekort aan vee-voeder waardoor het bestaan van de sector bedreigd is.

de voorziening aan veevoeder is ook in de buurlanden een probleem. dit beperkt de mogelijkheden om met het vee rond te trekken. eind januari werden de conclusies van een regeringsenquête bekendgemaakt en werd de ernst van de situatie eindelijk ingezien. dit jaar worden 2,7 miljoen men-sen - 20% van de bevolking - bedreigd.

politieke instabiliteit en ontkenning van de democratieniger werd in 1960 onafhankelijk en sinds-dien wisselden periodes van rust en onrust elkaar af. eerst werd het land 14 jaar lang bestuurd door een burgerregime met een eenheidspartij (periode van hamani diori), daarna zwaaiden er vier opeenvolgende militaire regimes de plak. onder internati-onale druk droeg daouda mallam wanké in 2000 de macht over aan een burgerregime. mamadou tandja kwam voor twee presi-dentstermijnen aan de macht.

met de steun van donoren leverde de rege-ring van tandja inspanningen voor het eco-nomische en financiële herstel van het land. deze regering benaderde de armoedepro-

blematiek op een meer strategische en geformaliseerde manier. twee strategieën voor armoedebestrijding werden goedge-keurd.

met de geslaagde verkiezingen van 2004 zette niger een beslissende stap naar democratie. voor het eerst werd een legis-latuur opgevolgd door een nieuwe legis-

latuur, een hoopvol teken van politieke stabiliteit. een ander signaal was de oprich-ting van een nationale raad voor Politieke dialoog: een permanent kader voor de pre-ventie van en bemiddeling bij politieke con-flicten, waarin alle politieke partijen en de regering vertegenwoordigd zijn, alsook de morele gezagdragers. toch bleven sociaal-politieke spanningen niet uit, met stakin-gen en betogingen tegen de levensduurte, de lage salarissen, etc. sinds 2007 komt de democratie meer en meer onder druk te staan door corruptieschandalen en een nieuwe opstand van de toeareg in noord-niger, gevoed door de handel in drugs, wapens en mensen.

in de aanloop naar de presidentsverkiezin-gen gaf president tandja te verstaan dat hij aan de macht wilde blijven, terwijl de grond-wet maximaal twee ambtstermijnen toe-laat. dit gaf in mei 2009 de aanzet tot een institutionele crisis waarbij de nationale raad voor Politieke dialoog en vervolgens het grondwettelijk hof werden ontbonden. er werd ook een nieuwe grondwet goed-gekeurd die het mandaat van de president met 3 jaar verlengde. deze ‘institutionele staatsgreep’ werd veroordeeld door alle >

Net als de andere Sahellanden kent ook Niger een zwaar klimaatprobleem.

Als gevolg van herhaalde droogtes lijdt de bevolking onder ernstige milieuproblemen.

© L

ucas

DiC

laud

io

© G

loba

lgiv

ing

Page 11: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

14 dimensie maart-april 2010

> politieke partijen, de civiele samenleving en de donoren van niger en vormde de aan-leiding tot een militaire staatsgreep op 18 februari 2010.

met de afzetting van president tandja wil het leger zich opwerpen als hoeder van de democratisering. het rechtvaardigt zijn optreden met het neerslaan van de opstand van de toeareg. de internationale gemeen-schap heeft er geen goed oog in en roept alle betrokken actoren op om de democra-tie en de ‘grondwettelijke orde’ in het land te herstellen.

De opstand van de toearegsinds 1990 zijn de toeareg, een onderdrukte minderheid, in opstand. ze eisen erkenning en een vertegenwoordiging in de federale structuur om zo een deel van de rijke mijn-opbrengsten van niger in handen te krijgen. het meeste uranium en de meeste kolen zijn namelijk te vinden in toeareg-gebied.

in 1995 werd onder leiding van Frankrijk en algerije een vredesakkoord afgeslo-ten. er volgde een periode van rust die in 2007 werd verbroken. een nieuwe periode van rebellie stak de kop op, onder leiding van het Mouvement des Nigériens pour la Justice (mnJ – beweging van nigerezen voor gerechtigheid). de beweging verwijt de regering dat ze de akkoorden van 1995 niet naleeft. daarin werd de re-integratie van voormalige rebellen en de aanwerving van toeareg in de mijnmaatschappijen overeen-gekomen. meer en meer kaderleden, diplo-

Bevolking: 13,5 miljoen

Oppervlakte: 1.267.000 km2

Hoofdstad: niamey

staatsstructuur: republiek

BBP / inwoner: 155 dollars

HDi (index Menselijke Ontwikkeling): 182e op 182

Godsdienst: islam 95%, animisme 4%, christendom 1%

AiDs-prevalentie: 0,67%

Bron: Human Development Index 2009

maten en toeristen worden het slachtoffer van ontvoeringen. de ontvoeringen worden ofwel opgeëist door opstandige toeareg ofwel toegeschreven aan Al Qaeda in het land van de Islamitische Magreb.

waardevol uraniumniger is dan wel één van de armste landen van afrika, in de ondergrond ligt een zeer gegeerde grondstof: uranium. de waarde van uranium is de afgelopen jaren enorm

DOssiER

Niger

Het hoog commando van MNJ (2008).

gestegen. niger is na canada en australië de derde grootste producent van deze brand-stof. de ontginning van uranium bedroeg in 2009 3.242 ton. wat de uraniumvoorraden betreft, staat niger op de 8e plaats met 5% van de uraniummijnen wereldwijd. tot 2007 had de Franse nucleaire groep areva het monopolie op de ontginning van uranium in niger, maar de autoriteiten van niamey maakten een eind aan deze afhankelijk-heid. sindsdien kenden ze aan een hon-derdtal andere buitenlandse maatschap-pijen licenties voor ontginning toe.

het mnJ is uitgegroeid tot één van de belangrijkste rebellengroepen. ze eist de herverdeling van de opbrengsten die momenteel niet ten goede komen aan de lokale bevolking. de gewapende strijd werd hervat, en dat werkt een nieuwe militari-sering van het land in de hand. deze gaat gepaard met een sterke onderdrukking van al wie de opstand daadwerkelijk onder-steunt of verondersteld wordt dit te doen.

Florence Deschuytener Jean-Michel Corhay

Brug over de Nigerrivier, vlakbij Niamey.

© M

NS

© O

nem

an

Page 12: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

maart-april 2010 dimensie

Jager-verzamelaarsde eerste mensen waren jager-verzamelaars. ze zwierven rond in groepjes, die ze met opzet beperkten tot een 25 à 50 leden. bedoeling was zo weinig mogelijk beslag te leggen op de natuurlijke omgeving, die hen van voedsel (wilde planten en dieren) voorzag.

men neemt aan dat dergelijke kleine groepen vrij egalitair zijn: het onderscheid in rang is beperkt. de oudsten vervullen een weinig uitgesproken leiderschap, beslissingen worden bij voor-keur door de hele groep genomen. tegenwoordig vinden we dergelijke gemeenschappen nog bij amerikaanse indianen en australische aboriginals.

stamverbanDenmet de opkomst van de landbouw verandert de situatie. zo’n 12.000 jaar geleden leerde de mens wilde planten (en dieren) kweken. door het overschot aan voeding kon de bevolking aan-groeien. bovendien moest niet iedereen zich met de voedsel-kweek bezighouden. hierdoor ontstond een taakverdeling (naast landbouwers, ook ambachtslui, een leidende klasse en dergelijke), en meteen een verschil in aanzien. de gemeenschap verloor dus zijn egalitaire karakter. aangezien de mens niet meer moest rond-trekken om zijn voeding te vinden, vestigde hij zich in dorpen.

deze oorspronkelijke gemeenschappen hebben vooral verwant-schap als bindmiddel. het zijn gemeenschappen in stamver-

le JoUrnal de la cooPération belge

dimensie

De eeuwige zoektocht naar UTOPIA

THEMATisCHE FiCHE

i

>

Het zoeken naar de ideale samenleving is samen met de mensheid ontstaan. Hierbij een overzicht van de evoluties naar de huidige staatsvormen toe en de moeilijkheden waar ze mee kampen. Dé ideale staatsvorm is nog niet gevonden. Het blijft een moeizaam proces van vallen en opstaan, zoeken, veranderen, verbeteren.

De raad van ouderen – voorgezeten door de chef – is een belangrijk bestuursorgaan in de traditionele samenlevingsvormen van Afrika.

© Je

an-M

iche

l Cor

hay

Page 13: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

dimensie maart-april 2010

band. verschillende (uitgebreide) families behoren tot een gro-tere groep (dorp of clan), verschillende dorpen vormen één stam of etnische groep. elke groep heeft zijn eigen leider. er zijn fami-liehoofden, dorpshoofden en stamhoofden. sommige samenle-vingen – zoals de igbo in nigeria - zijn sterk gedecentraliseerd: elk dorp is er onafhankelijk.

gemeenschappen in stamverband worden in het westen vaak als primitief beschouwd. maar dit zijn ze niet. het zijn vormen van organisatie die perfect aangepast zijn aan hun omgeving. ze zijn niet sterk aan een grondgebied gebonden en het standenverschil blijft gering. hun rechtssysteem is vernuftig: conflicten worden uitgeklaard op de diverse niveaus van familie, dorp en stam. de raad van ouderen is er een belangrijk orgaan en de chef kan afge-zet worden als hij niet voldoet. de gemeenschap zelf onderhoudt wegen en andere gemeenschappelijke infrastructuur. kortom, gemeenschappen in stamverband verzorgen vaak heel goed hun interne orde en via familiale solidariteit garanderen ze hun leden een menswaardig bestaan. voor de koloniale periode waren der-gelijke gemeenschappen gemeengoed in afrika.

beschavingendankzij een economisch overschot – bijvoorbeeld door een hoge landbouwproductie en een uitgebreide handel – kunnen bescha-vingen ontstaan. deze hebben een complexe politieke struc-tuur met diverse instellingen – een volwaardige staat - en een sterke centrale gezagsdrager, veelal een koning. deze streeft vaak naar een grotere invloedssfeer, waardoor hun rijken meer-dere etnische groepen opslorpen. de inwoners kunnen meer bezit verwerven, het verschil tussen de klassen wordt groter. beschavingen hebben ook een eigen cultuur: specifieke ideeën,

gebruiken en kunstuitingen.

voorbeelden zijn het oude egypte, ghana, mali, ethiopië, sumer, de inca’s en het romeinse rijk. in het keizerrijk china denkt confucius (500 v. chr.) zijn 'ideale' samenle-ving uit. niet zozeer de wet, maar de moraal moet voor orde zorgen. rituelen en waarden als respect voor de ouders en de meerderen vormen de hoekstenen.

FeoDalisme en absolutismehet feodalisme van het vroegmiddeleeuwse europa spruit voort uit de samenlevingen in stamverband van de germanen. ook hier zien we een hiërarchie van niveaus: leenheren staan boven de vazallen. de koning of keizer is de opperste leenheer, terwijl de lijfeigenen de onderste schakel vormen. het systeem is vooral gebaseerd op uitbuiting.

in het feodale stelsel bleven de vazallen onder de koning vrij onafhankelijk. maar vanaf de 15de-16de eeuw trokken de koningen geleidelijk alle macht naar zich toe. de andere ran-

gen (burgerij, adel, clerus) hadden nog nauwelijks iets te zeg-gen. een schoolvoorbeeld van dit absolutisme is lodewijk Xiv (1638-1715).

De revoluties van De 17de en 18de eeuwvanaf de 17de eeuw staan meer en meer denkers op die ingaan tegen dit absolutisme. het bestuur door de Demos (volk) in Athene (4de-5de eeuw v. chr.) werkte inspirerend. elke stads-bewoner was er lid van de Ecclesia (een soort stadsraad) die minstens 40 keer per jaar bijeenkwam. hier werden de belang-rijkste beslissingen genomen. daarnaast was er een raad met 500 leden en een comité met 50 leden. minpunt was wel dat alleen de mannelijke bewoners ouder dan 20 jaar lid waren van de Ecclesia. slaven – de meerderheid van de bevolking -, vrou-wen en vreemden vielen uit de boot.

de denker Locke (1637-1704) legde de nadruk op 'natuurlijke' of door god gegeven rechten: recht op vrede, vrijheid en eigendom. hij was voorstander van een regering die door het volk gekozen werd en haar rechten beschermde.

locke’s ideeën beïnvloedden de Engelse revolutie van 1688. deze beperkte de macht van de koning aanzienlijk. naast hem kwam een

parlement als nieuw beleidsorgaan. de leden van het parle-ment waren echte 'volksvertegenwoordigers', ze werden door het volk gekozen. de Bill of Rights somde voor het eerst een aantal burgerrechten op (vrije meningsuiting…).

Montesquieu (1689-1775) meende dat iedereen die macht heeft, geneigd is die te misbruiken. daarom moest de macht verdeeld worden over drie instanties: de uit-voerende, wetgevende en rechter-lijke macht. essentieel is dat elke macht door de andere machten wordt beperkt en gecontroleerd.

de Amerikaanse revolutie (1763-1787), waarbij de verenigde staten zich losrukten van engeland, koos

resoluut voor deze 'scheiding der machten'. de vs worden een republiek met een president als uitvoerende macht. de wet-gevende macht is in handen van het parlement. de nadruk ligt op de vrijheid en de gelijkheid van de burger. de amerikaanse constitution is de eerste echte grondwet.

de Franse revolutie (1789-1792) maakte radicaal komaf met het absolutisme in de persoon van lodewijk Xvi. in de plaats hiervan komt de Franse republiek met een verkozen parle-

iii

>

© a

dela

ide.

edu

© a

dela

ide.

edu

© h

isto

ire.

fr

Page 14: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

maart-april 2010 dimensie

ment als wetgevende macht. maar het bleek niet evident om de mooie 'Verklaring van de rechten van de mens en van de burger' in de praktijk om te zetten. Uiteindelijk zou napoleon in 1799 de macht grijpen. de opkomst van keizer napoleon bete-kende niet volledig een terugkeer naar af. zijn organisatie van de rechterlijke macht en van de gemeenten en provincies wer-ken tot op vandaag door.

De moDerne staat naar westers moDelde diverse revoluties hebben de weg gebaand tot de 'moderne staat'. we onderscheiden vijf basiskenmerken.

• Destaatheefteencentraal,onafhankelijk gezag.• Staatsinstellingen zijn 'openbaar', ze maken en voeren

beslissingen uit die voor de hele gemeenschap gelden. Privégroepen zoals vakbonden, families en ondernemingen streven hun individuele doeleinden na.

• Hetgezagvandestaatislegitiem (wettig). zijn beslissingen zijn bindend voor alle leden van de gemeenschap en dienen het algemene goed.

• Destaatiseeninstrumentvanoverheersing. hij kan haar beslissingen opleggen en beschikt hiervoor over een appa-raat: politie en gerecht ('geweldsmonopolie'). overtreders van de wet worden gestraft.

• De staat is gebonden aan eengrondgebied, en wordt in principe als zodanig internationaal erkend.

de moderne democratische staat is gestoeld op een grondwet. deze omschrijft zijn organisatie en de relatie tussen bestuur-ders en bestuurden. heel eigen is de scheiding der machten: uitvoerend, wetgevend en rechterlijk. verkiezingen zijn essen-tieel. ze laten toe dat het volk het bestuur kan beoordelen, en indien nodig naar huis sturen.

de basistaken van de staat bestaan uit het garanderen van interne orde en van een menswaardig bestaan voor zijn bur-gers. in de complexe maatschappij van vandaag heeft de staat een ruime reeks bevoegdheden: belastingen heffen om de openbare diensten te financieren, onderwijs, vervoer, econo-mie, energie, enz. hij onderhoudt de relaties met het buiten-land en beschikt over een leger om het land te beschermen. voor de diverse bevoegdheden zijn de ministers (en staatsse-cretarissen) verantwoordelijk. ze steunen voor de uitvoering van hun beleid op een administratief korps, de ministeries.

aFrikaop de conferentie van berlijn in 1885 deelden de europese mogendheden het afrikaanse continent onder zich op. leopold ii van belgië kreeg congo toegewezen. de grenzen werden wil-lekeurig getrokken. hierdoor bevonden zich meerdere etnische groepen op eenzelfde 'nationale' grondgebied.

de onafhankelijkheidsgolf van de jaren 50 en 60 kwam in afrika vrij plots op gang. dit leidde ertoe dat de kolonisatoren abrupt het land verlieten. hierdoor was er onvoldoende tijd om de koloniale staatsinstellingen aan het land over te dragen. deze waren immers door de kolonisator opgericht en niet eigen aan het land, dat vaak georganiseerd was in stamverbanden. bovendien was de economie in de kolonies beperkt tot één of een paar exportproducten. van de winst vloeide amper iets naar het land terug.

de nieuwe onafhankelijke landen hadden dan ook een vrij zwakke uitgangspositie. toch hielden hun leiders vast aan het grondgebied zoals dit door de kolonisatoren was bepaald. maar omwille van de diversiteit aan etnische groepen achtten ze het wenselijker om een centraal gezag aan te houden met één par-tij. de strijd tegen de kolonisator had alle groepen in het land verbonden tot een pril nationalisme, en de nieuwe leiders

iii

>

“Vrijheid leidt het volk’. Beroemd schilderij van Eugène Delacroix dat de Franse revolutie voorstelt.

Op de conferentie van Berlijn in 1885 deelden de Europese mogendheden het Afrikaanse continent onder zich op.

© b

rita

nnic

a.co

m

© h

isto

ire.

fr

Page 15: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

dimensie maart-april 2010

surften op deze golf verder. dit leidde soms tot gedurfde socialis-tische experimenten zoals in het tanzania van president nyerere.

veel leiders bouwden hun machts-positie uit. ze bonden hun volk aan zich door hen diensten te bewijzen zoals onderwijs en gezondheids-zorg, maar hadden vaak in de eerste plaats de verankering van de eigen

macht voor ogen. door het wegvallen van de koude oorlog en de geringere internationale belangstelling in de jaren 90 slon-ken de middelen. er bleef weinig ruimte over voor dienstver-lening. dit leidde uiteindelijk tot een democratiseringsproces, met de organisatie van vrije verkiezingen. net zoals in europa gebeurt ook in afrika de overgang naar een volwaardige demo-cratie niet in één dag, het vergt tijd. zo hebben sommige lan-den af te rekenen met groepen die het centrale gezag niet erkennen (soedan, nigeria, niger…). vele worden als 'fragiele staten' beschouwd.

Fragiele statenniet iedereen is het eens over het begrip 'fragiele staten'. het verwijst naar landen die moeilijkheden hebben om de kenmer-kende taken van een staat uit te voeren zoals de zorg voor interne orde en de billijke verdeling van goederen. de bevolking heeft onvoldoende inspraak in het beleid en er is nauwelijks controle over de uitvoerende macht. ook het budgetbeheer van de staat verloopt moeizaam.

het begrip is van belang voor de ontwikkelingssamenwerking. 'Staten in een fragiele situatie' hebben typisch een heel arme

bevolking, terwijl ze vaak weinig hulp krijgen. er zijn immers geen garanties dat de hulp goed terecht komt.

toch is het belangrijk dat deze landen bijgestaan worden. volgens de organisatie van economische samenwerking en ontwikkeling heeft belgië zes partnerlanden in een fragiele situatie: dr congo, burundi, rwanda, Palestijnse gebieden, oeganda en niger. om de hulp doeltreffender te maken, komt belgië met het partnerland overeen aan goed bestuur te wer-ken. zowel belgië als het partnerland verbinden zich tot trans-parantie en rekenschap om corruptie te vermijden. belgië

werkt samen met ’s lands instellingen en verleent opleiding en advies. dit gaat gepaard met het versterken van de democra-tische structuren (parlement, maatschappelijk middenveld…), het respect voor mensenrechten en het bevorderen van de persvrijheid.

besluithet democratische staatsmodel wordt tegenwoordig het meest toegepast. maar het is zeker geen eindpunt. zo zien we een toe-nemende invloed van internationale en supranationale organisa-ties zoals de verenigde naties en de europese Unie. tegelijkertijd is er een tendens naar meer bevoegdheid voor lokale eenheden. en kiest men voor een slanke staat met vooral privé-initiatief, of voor een ruime staat met een zo breed mogelijke verdeling van goederen? de zoektocht naar Utopia1 gaat door.

Chris simoens

iV

>

1 boek van thomas more (1516) waarin hij een ideale, harmonische staat beschrijft.

in belgië – een constituti-

onele monarchie - wordt

de wetgevende macht uit-

geoefend door het par-

lement (de kamer en de

senaat) en de koning. zij

maken niet alleen wetten,

maar kunnen ook onder-

zoekscommissies oprichten en controleren de uitvoerende

macht. de uitvoerende macht ligt in de handen van de rege-

ring van ministers en staatssecretarissen, en van de koning.

zij voeren de wetten uit en bepalen het beleid. de rechterlijke

macht omvat de hoven en rechtbanken. ze doet uitspraak over

geschillen en volgt ook de wettelijkheid van de daden van de

uitvoerende macht op. de koning heeft hoofdzakelijk een cere-

moniële functie.

De belgische staat

Vanaf de jaren 90 werden in vele Afrikaanse landen verkiezingen georganiseerd.

© b

rita

nnic

a.co

m

© P

anor

amio

© S

afra

n-ar

ts

Thematische fiche van het blad van de Belgische ontwikkelingssamenwerkingTweemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de

Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS)

Redactie: DGOS Directie Sensibiliseringsprogramma’s

Karmelietenstraat, 15 | B-1000 Brussel

Tel: 0032 (0)2 501.48.81 – Fax: 0032 (0)2 501.45.44

E-mail: [email protected]

www.diplomatie.be | www.dgos.be

Page 16: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

19 maart-april 2010 dimensie

Midden-Oosten

the parents circle

DOssiER

“Wij hebben allemaal een familielid verlo-ren in het conflict”, zucht aaron. “Ikzelf ver-loor mijn zoon Noam in 99 toen hij voor het Israëlische leger op ontmijningsmissie was in Libanon. Zijn legerdienst liep ten einde. Voor ons, de ouders, is dat het einde van de wereld.” in dit anonieme hotel van tel aviv is het verdriet 10 jaar later nog duidelijk voelbaar. "Later hebben we vernomen dat hij op zijn uniform een badge droeg met het opschrift ‘Let Libanon in peace’1. Het was een oproep voor vrede terwijl hij zijn laat-ste missie volbracht, een symbool van de zinloosheid van de oorlog. Korte tijd nadien sloten we ons aan bij The Parents Circle."

aaron is lid van The Parents Circle, een ver-eniging van israëlis en Palestijnen die een naast familielid in het conflict hebben ver-loren. samen ijveren ze voor een pro-ces van verzoening via dialoog en weder-zijds begrip. de vereniging zag het licht in 1995 naar aanleiding van de moord op een jonge israëlische soldaat. zijn vader was een invloedrijk lid van een religieuze partij die van oudsher gekant is tegen de oslo-akkoorden en voorstander is van geweld-dadige acties tegen de Palestijnen. tegen alle verwachtingen in verklaarde deze vader dat de dood van andere kinderen, israëlis of Palestijnen, hem zijn kind niet zou terugge-ven en dat deze zinloze oorlog moet stop-pen. deze nieuwe verrassende boodschap werd overgenomen door de media. ze werd

al snel gehoord en meer dan 20 families schaarden zich achter de oproep. na de moord op Yitzhak rabin, een zware slag voor de oslo-akkoorden, besliste de groep zich op actieve wijze in te zetten voor ver-zoening. hij nam contact op met een aan-tal gezinnen in gaza en de eerste ontmoe-tingen hadden plaats. "De groep begreep al snel dat hij een machtig wapen in handen had om de bevolking duidelijk te maken dat verzoening mogelijk is."

"Vijf jaar geleden richtten we een volledig egalitaire structuur op: Israëlis en Palestijnen kregen elk een manager en een bureau. We komen eens per week samen. Het achter-liggende idee is aan te tonen dat we alle-maal de taal van de vrede kunnen spreken. Wij denken dat het probleem wordt veroor-zaakt door een gebrek aan dialoog: de ene gemeenschap kent de andere gemeenschap niet en de meningen zijn gekleurd. Het is makkelijker om de oorlog te aanvaarden als je de vijand niet goed kent, daar kunnen de Duitsers van meespreken. Dat is ook de reden waarom de mensen het vredesproces niet langer steunen."

"Daarom gaan wij, Israëlis en Palestijnen, hand in hand naar de Israëlische scholen om ons verhaal te vertellen." dit project van The Parents Circle wordt financieel gesteund door de dienst Preventieve diplomatie van buitenlandse zaken in belgië. "Na de getui-

genissen wisselen we van gedachten met de leerlingen. Velen van hen ontdekken iets nieuws. Ze leven in een ivoren toren en heb-ben geen benul van wat zich aan de andere zijde afspeelt. Ze geven zich er rekenschap van dat elke partij dezelfde verhalen ver-telt vanuit een verschillend standpunt. Het jaar 1948 bijvoorbeeld was een goede zaak voor de onafhankelijkheid van de Joden maar een ‘ramp’ (Naqba) voor de anderen." de groep zegt geen geld te aanvaarden van de israëlische staat om niet gemanipu-leerd te worden of beschuldigd te worden van partijdigheid, maar hij kan rekenen op de steun van veel internationale donors. "Wij maakten een TV-reeks waarin de twee gemeenschappen werden opgevoerd. Een geslaagde zet. We zetten een telefoonlijn op, ”Allo shalom, Allo salaam", die Israëlis en Palestijnen met elkaar in verbinding stelt. Er werden meer dan een miljoen telefoon-tjes gepleegd. Nu werken we aan een pro-ject om de twee gemeenschappen via de nieuwe communicatiemiddelen met elkaar in contact te brengen."

Elise Pirsoul

online

www.theparentscircle.com

Terwijl het israëlisch-Palestijns conflict nog steeds slachtoffers maakt, neemt het wantrouwen en de afstand tussen de twee gemeenschappen alsmaar toe. Nochtans, voor degenen die in het conflict een kind hebben verloren, is de pijn dezelfde, ongeacht tot welke gemeenschap ze behoren. Het doel van ‘The Parents Circle’ is elkaar beter leren kennen om de verzoening een kans te geven.

1 "Let Lebanon in peace", slogan van de groep "Four mothers" in 1993.

Tekening afkomstig uit de tentoonstelling en de kalender ‘Cartooning in conflict’, georganiseerd door de Israëlisch-Palestijnse vereniging ‘The Parents Circle’.

Page 17: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

20 dimensie maart-april 2010

DOssiER

Vredesopbouw in Burundi en DR Congo

niet dat het vreemd is dat een beleids- ambtenaar die projecten in het zuiden finan-ciert, er ook daadwerkelijk 'zijn dossiers' gaat opvolgen. en toch is het lang niet van-zelfsprekend. dergelijke missies zijn duur, tijdrovend en vragen veel energie van de lokale partners. de attachés vredesopbouw bart colman en robert olbrechts deden wat men eigenlijk al veel eerder wilde doen: afreizen naar burundi en oost-congo om er de door hun dienst gefinancierde projecten te bezoeken.

bemiddeling bij conflicten over grondbezitde eerste echte opvolgingsmissie van hun werk bleek bijzonder vruchtbaar. "We zijn allerminst van een kale reis teruggekeerd", verzekert bart ons. "Oorlogen hebben grote vluchtelingenstromen teweeggebracht in deze regio. De voorbije jaren zijn vele vluch-telingen teruggekeerd, maar de re-integra-tie in hun gemeenschappen verloopt zelden vlekkeloos. Tijdens hun afwezigheid werden hun gronden veelal ingepalmd door nabu-rige families. Maar eenmaal terug, eisen zij hun gronden weer op. Projecten die derge-lijke conflicten helpen ontmijnen, bijvoor-beeld door bemiddeling en juridische assis-tentie, verdienen onze steun."

zo’n project is het Information, Counseling and Legal Assistance-project (icla) van de noorse vluchtelingenraad, een ngo met grote autoriteit op dit domein. icla heeft als doel de integratie van interne ont-

heemden en vluchtelingen te bevorderen door onder meer te bemiddelen bij conflic-ten over grondbezit. de vluchtelingenraad organiseert 'luistercentra' waar beide par-tijen woord en wederwoord geven en juri-dische bijstand krijgen. "We waren getuige van een luistersessie waarbij twee families argumenteerden waarom zíj recht hebben op de grond, ondersteund door onafhanke-lijke raadgevers", vertelt bart. "Enorm leer-rijk. Mensen een forum geven waar ze op een serene manier hun conflicten kunnen beslechten, daar draait het om."

het recht op vrije meningsuitingobjectieve en onafhankelijke media zijn van groot belang voor een goed geïnformeerde

burger en een sterke civiele samenleving. in burundi is dat evenwel geen evidentie. "Daarom ondersteunen we ook radiomakers en krantenredacties", zegt bart. "Zo gingen we kijken bij IWACU, een onafhankelijke

krant in hartje Bujumbura. De krant staat voor objectieve berichtgeving en besteedt extra aandacht aan de verkiezingen in 2010. Onze financiering treft hier twee maal doel: steun voor onafhankelijke media én steun voor het democratiseringsproces. En ik ben blij te hebben vastgesteld dat de IWACU-redactie, samengesteld uit bijna alle etni-sche groepen, bestaat uit gedreven en pro-fessionele journalisten."

de krant kampt echter met een tekort aan eigen financiële middelen en is te afhanke-lijk van de belgische centen. iwacU streeft wel naar een grotere financiële autonomie, maar dat lukt niet van vandaag op mor-gen. de krant laat niet na kritisch te berich-

alleen wie ziJn rechten kent, kan ze opeisen

Bij Buitenlandse Zaken legt de dienst Vredesopbouw zich toe op conflictpreventie, preventieve diplomatie en mensenrechten. Vredesopbouw kent heel wat dimensies die raken aan ontwikkelingssamenwerking, zoals conflictbemiddeling, democratisering en vrije media. "En toch doen we iets heel apart."

"Mensen een forum geven waar ze op een serene manier hun conflicten

kunnen beslechten, daar draait het om."

De pygmeevrouwen in Oost-Congo leren zaaidraad uitspannen op hun maïs- en bonenakker. Het zaaiprogramma is onderdeel van een project van de Vereniging voor de Emancipatie van de Autochtone Vrouw.

© B

art

Colm

an

Page 18: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

21 maart-april 2010 dimensie

Vredesopbouw in Burundi en DR Congo

alleen wie ziJn rechten kent, kan ze opeisen

ten over de burundese politieke elite. een te nadrukkelijke belgische financiering kan deze journalistieke betrachting kwetsbaar maken.

Discriminatie van pygmeeënin oost-congo bezocht het gezelschap een project voor pygmeegemeenschappen. de 'Vereniging voor de Emancipatie van de Autochtone Vrouw' maakt werk van de inte-gratie van de pygmeeën in de congolese samenleving en hun participatie in het democratiseringsproces, met speciale aan-dacht voor (de rol van) de vrouw. resolutie 1325 in de praktijk, zeg maar. Pygmeeën vechten vaak tegen vooroordelen en dis-criminatie, en pygmeevrouwen zijn – zoals vele vrouwen in oost-congo – al te vaak het slachtoffer van seksueel (oorlogs)geweld. de vereniging helpt hen daarbij, door hen mondiger en onafhankelijker te maken. "We maakten kennis met een jonge vrouw die werd verwaarloosd en misbruikt door haar schoonfamilie", vertelt robert zichtbaar ontroerd. "Toen men er de politiechef over aansprak, bleken zelfs leden van het poli-tiekorps medeplichtig aan de uitbuiting. Een zeer frustrerende situatie."

om de rechten van deze bevolkingsgroep en meer specifiek hun vrouwen te bescher-

men, wordt hen juridische bijstand en sociale assistentie verleend. aanvullend worden sensibiliseringsacties zoals radio-uitzendingen, strips en postercampagnes en landbouwactiviteiten op touw gezet. "De pygmeeën moeten hun rechten ken-nen, dat is nu nog veel te weinig het geval", weet robert. "Alleen wie zijn rechten kent, kan ze opeisen. Maar een recht dat niet kan worden afgedwongen, bestaat niet. Wie het dus wil opnemen voor de pygmeeën, moet toezien op de naleving van hun rechten."

expertise in duurzame vredesopbouwmeer dan vermeldenswaardig is het 'Life & Peace Institute' dat geleid wordt door de belgische jurist Pieter van holder. de belgische ambassade in kinshasa had her-haaldelijk voorgesteld deze organisatie te financieren, en terecht. Het Life & Peace Institute (lPi) maakt gebruik van 'partici-patief actieonderzoek' gericht op conflict-transformatie. met deze aanpak analy-seert het lPi de conflicten in oost-congo en ondersteunt het de vrede door middel van bemiddeling, onderhandeling en capa-citeitsopbouw.

doorheen de jaren groeide het lPi uit tot een denktank die regelmatig gezagheb-bende studies publiceert. de zweedse organisatie bouwde samen met 7 partners zijn lokale expertise uit over de structurele

en culturele dimensies van conflicten. de 7 partners werden geselecteerd op basis van expertise en onderlinge complementariteit. "De indruk die het Life & Peace Institute bij ons naliet, is zondermeer positief", zegt robert. "Het instituut levert een zeer reële bijdrage aan de vredesopbouw in het woe-lige Oost-Congo."

De dunne grens met ontwikkelingssamenwerkinghet gros van de bezochte projecten gaat over conflictbemiddeling, democratisering, vrije media, vluchtelingen of rechten van inheemse volkeren. de overlap met ontwik-kelingssamenwerking is duidelijk niet ver af. "Soms is de grens met ontwikkelingssamen-werking te dun", meent robert. "In Burundi bezochten we een project dat de re-inte-gratie van vluchtelingen bevordert door hen onderwijs aan te bieden. De gesubsidieerde activiteiten beperkten zich strikt tot het bouwtechnische onderwijsdomein: de bouw en renovatie van scholen, leerkrachtenhui-zen, slaapzalen, waterreservoirs, latrines, enz. Slechts een zesde van alle scholieren waren teruggekeerde vluchtelingen. Hoewel de geplande werken goed uitgevoerd zijn, kan men zich serieus vragen stellen over het vredesopbouwend karakter ervan. Eigenlijk is dat veeleer ontwikkelingssamenwerking."

dat het onderscheid tussen vredesop-bouw en ontwikkelingssamenwerking niet altijd even helder is, blijkt ook meermaals op het terrein. "Sommige partners denken dat wij een onderdeel zijn van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, quod non. Eenmaal troffen we zelfs een infobord aan waarop vermeld stond 'met de steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking'. Niet zo erg voor de lokale partner, maar wel jam-mer voor ons. We hebben duidelijk nog veel werk aan onze PR", lacht robert.

Thomas Hiergens

Een 'luistersessie' in Magara, Bujumbura Rural, met links de bemiddelaars. "De aanpak en expertise van de Noorse Vluchtelingenraad in conflictbemiddeling over grondbezit is bewonderenswaardig", vindt Bart Colman.

© B

art

Colm

an

Robert Olbrechts (links) en Bart Colman laten zich het obligate kiekje met kinderen welgevallen.

© B

art

Colm

an

Page 19: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

22 dimensie maart-april 2010

een 9de millenniumdoel voor afghanistan

in 2010 maken we de balans op van 10 jaar Millenniumdoelen. Niet zo in Afghanistan. Het door conflict geteisterde land onderschreef pas in 2004 de Millenniumdoelen. Boekt Afghanistan vooruitgang?

afghanistan integreerde pas in 2004 de millenniumdoelen (mdg’s) in zijn ontwik-kelingsstrategie. gezien de uiterst fra-giele situatie kan het land onmogelijk de rest van de wereld bijbenen. afghanistan verlengde de tijdshorizon van 2015 tot 2020 en besliste om een 9e mdg rond vei-ligheid te hanteren. zonder veiligheid is duurzame ontwikkeling immers onmoge-lijk. de afghaanse mdg’s bevatten ook bijkomende ‘targets’, onder meer voor de gelijkheid van man en vrouw.

vooruitgang1

afghanistan boekt aanzienlijke vooruitgang voor de mdg’s inzake gezondheid: de stra-tegieën om de kindersterfte terug te drin-gen (mdg 4) en de verspreiding van ziek-tes als malaria en tuberculose in te perken (mdg 6) werpen hun vruchten af. ook de gezondheid van moeders (mdg 5) is verbe-terd, maar het hoge vruchtbaarheidscijfer blijft problematisch om de doelstelling te bereiken. de toegang tot water (mdg 7) ver-beterde slechts matig. voor schoolgaande kinderen stelt men een verhoging vast van het aantal inschrijvingen in het basisonder-wijs (mdg 2) – vooral bij meisjes – maar heel wat kinderen haken vroegtijdig af.

voor drie millenniumdoelen werd nauwelijks vooruitgang of zelfs achteruitgang vast-gesteld. dat is het geval voor het uitban-nen van extreme armoede (mdg 1) en de bevordering van gendergelijkheid (mdg 3). in meerdere provincies leeft 60% van de bevolking onder de armoedegrens. donoren doen ook te weinig inspannin-gen om de doeltreffendheid van de hulp aan afghanistan te verhogen (mdg8). de belgische ontwikkelingssamenwerking steunt vooral via internationale instel-lingen (zie tabel). niet opgenomen in het afghaanse vooruitgangsrapport – maar

Afghanistan

DOssiER

Doelstelling 9 afghaanse targets 2020

ve

ilig

he

iD b

ev

or

De

re

n

Target 20: hervorm en professionaliseer het afghaanse nationale leger tegen 2010.

Target 21: beperk het misbruik van wapens alsook het aandeel illegale wapens tegen 2010.

Target 22: hervorm, herstructureer en professionaliseer de afghaanse nationale politie tegen 2010.

Target 23: alle geplaatste anti-persoonsmijnen vernietigd tegen 2013. alle andere explosieven vernietigd tegen 2015.

Target 24: alle anti-persoonsmijnen in reserve vernietigd tegen 2007. alle andere achtergelaten of ongewilde stocks van explosieven vernietigd tegen 2020.

Target 25: beperk het aandeel opium in het totale (wettig en onwet-tig) bbP tot minder dan 5% in 2015, en tot minder dan 1% in 2020.

steun van de belgische ontwikkelingssamenwerking aan afghanistan in 2009

instelling bedrag in euro Doelstelling

Wereldbank 2 miljoen heropbouw

Wereldvoedselprogramma 2 miljoen voedselhulp

Unicef 2 miljoen onderwijs en gender

VN-ontwikkelingsprogramma 1 miljoen verkiezingen

Aga Khan Stichting ca 900.000 landbouw en plattelandsontwikkelingal

1 OMD National Progress Report 2008, Afghanistan

duidelijk gebleken in andere rapporten – is de alsmaar toenemende corruptie.

mDg 9voor zijn 9de mdg – de bevordering van de veiligheid - heeft afghanistan specifieke targets opgesteld (zie kader). maar het land blijft door de oorlog zeer onstabiel, en in sommige provincies is de onveilig-heid zelfs toegenomen. toch werd er enige vooruitgang geboekt, zoals in het opleiden van lokaal leger- en politiepersoneel. het land is ook redelijk goed op weg om zijn oorlogsresten op te ruimen. door de grote aanwezigheid van niet-ontplofte spring-tuigen en landmijnen kent afghanistan, na cambodja, het hoogste percentage gehandicapten ter wereld. overigens, om

die reden heeft cambodja als enig ander land een 9de mdg. de bestrijding van de (illegale) opiumeconomie is minder suc-cesvol. drugshandel en omkoping zijn van-daag de twee grootste inkomensbronnen in afghanistan. volgens een recent rapport van het vn-bureau voor drugs en misdaad (Unodc) is de som van beide even hoog als de helft van het legale bruto nationaal inkomen.

Alain Baetens

online

afghanistan national development strategy

(ands): www.ands.gov.af

Page 20: Dimensie 3: dossier fragiele staten · dit proces moet op lange termijn worden gesteund. het vereist dat de internationale actoren zich meer vertrouwd maken met de lokale context

23 maart-april 2010 dimensie

Afghanistan

naïm (41) logistiek manager

"het probleem van mijn geboorteland is dat er nauwelijks infrastructuur is. de hele samenleving – school gaan, business… - hangt hier nochtans van af. alleen in de grote steden als kabul, maz-e-sharif en gazni is er moderne infrastructuur, tussen de dorpen en het platteland is die er absoluut niet. hierdoor blijft de meerderheid van de bevolking ongeletterd. afghanistan ligt ver achter op de westerse wereld. ziekenhuizen, openbaar vervoer, alles werkt er maar 'comme ci, comme ça'. openbare diensten zijn doordrongen van corruptie. ook het gerecht werkt niet. gelukkig is er een nieuwe militaire strategie opgesteld om afghanistan terug regeerbaar te maken: Operatie Moshtarak. de afghanen zijn de chaos en het geweld beu! elke afghaanse familie heeft wel iemand verloren in de oorlog. ik zie de toekomst van mijn land rooskleurig. President karzaï heeft al veel nieuwe scholen en ziekenhuizen gebouwd."

Drie Afghanen getuigen ongezouten over leven in een ‘fragiele staat’. Ze vonden alle drie – na een bewogen vlucht – een nieuwe thuis in ons land.

getuigenissen over een verscheurd land

abdullah (schuilnaam) Ex-officier Afghaans leger

"de staat in afghanistan werkt niet. er zijn geen belastingen, geen voorzie-ningen, geen regels. de politie moet je voor van alles en nog wat betalen. maar dat is normaal als je nauwelijks iets verdient. in europa is er een goede democratie, maar niet in afghanistan. er zijn bijna 120 partijen. iedereen maakt zijn eigen partij omdat hij uit is op het loon dat met de zetel samen-hangt. de parlementairen werken niet voor het volk. sommige zijn Pakistani, ze komen enkel op voor Pakistan. er zijn ook veel mullahs (islamitische geestelijken). in feite zijn de meeste politieke leiders (burgemeesters, gouverneurs…) mullahs. ze zijn niet bekwaam. ze hebben niet eens lagere school gevolgd, enkel de koranschool. zelfs in een ziekenhuis tref je soms in plaats van een dokter alleen een mul-lah aan. ook de 28 ministers zijn enkel in geld geïnteresseerd. met zo’n demo-cratie kunnen we niets aanvangen. wat nodig is, is dat alle leiders van alle groepen samenkomen en met elkaar spreken. er is ook meer ontwikkelings-samenwerking nodig, om de landbouw te steunen, en voor scholen en zieken-huizen te zorgen."

matiem (25) student sociologie

"er zijn een aantal veranderingen in afghanistan sinds de val van het tali-ban-regime. we hebben nu verschil-lende tv-kanalen, er is freedom of speech en meisjes mogen naar de uni-versiteit. maar toch is dit niet genoeg. de regering karzaï helpt enkel haar eigen etnische groep, de Pathanen. er wordt niets gedaan voor de weder-opbouw van de regio’s met niet-Patha-nen. de overige minderheden zoals de hazara en de tadzjieken worden nog steeds onderdrukt. de regering karzaï is corrupt en bestaat uit ex-sovjet war-lords. mensenrechtenorganisaties pro-beren dit probleem aan te pakken, maar dit lukt momenteel niet. ik geloof niet in deze regering, wel in de jonge mensen. zij zijn de toekomst voor afghanistan. ik kan van mezelf niet zeggen dat ik een atheïst ben, maar ik geloof in vrijheid. de meeste jongeren van mijn genera-tie geloven daarin. het probleem van afghanistan kan enkel opgelost wor-den door de taliban en de regering rond de tafel te zetten en het dispuut over Pashtunistan op te lossen."

door de eeuwen heen was afghanistan een door vele grootmachten fel begeerde regio. in de 19de eeuw proberen groot-brittannië en tsaristisch rusland afghanistan te veroveren. na de anglo-afghaanse oorlogen wordt in 1893 dwars door Pathaans gebied een grens getrok-

ken tussen Pakistan en afghanistan. dit gebied, Pashtunistan genoemd, leidt nog steeds tot conflict tussen beide lan-den. afghanistan is een amalgaam van etnische groepen, een afspiegeling van een woelig verleden. er wonen voorna-melijk Pathanen (42%), tadzjieken (27%),

hazara (afstammelingen van mongolen, 9%) en Uzbeken (9%). verscheurd door conflicten krijgt afghanistan in 2004 zijn eerste verkozen president: hamid karzai. maar de taliban – een islamisti-sche guerillabeweging – gaan door met de verovering van het land.

een woelige geschiedenis

Francine Carron en Chris simoens

© D

GO

S

© D

GO

S