Differentiëren,maar hoe dan?

Leren rekenen

Aanbod ofLeerlijn

Differentiëren

Convergent differentiëren

Bij convergente differentiatie staat de docent centraal: hij legt uit, doet voor, oefent eerst samen met de leerlingen en laat hen dan zelfstandig oefenen.

Divergent differentiëren

Bij divergente differentiatie sluit de docent zoveel mogelijk aan op de individuele niveaus en onderwijsbehoeften van de leerlingen. De docent is hierbij begeleider van het leerproces van de leerlingen.

3 groepenSmall, medium en large

1. Niveau n.a.v. toetsen en gedrag

2. Didactiek

A. Algemene didactiek (klassikale les)

A. lesopbouw

B. Werkvormen

C. doelen

B. rekendidactiek (individueel)

A. ijsberg/handelingsmodel

B. drieslagmodel

De opbouw van een goede les!Algemene didactiek

› KOP:

opening, planning, doelen, lesopbouw op het bord

› ROMP

aan het werk m.b.v. goede instructie, goede begeleiding, geschikte lokaalinrichting en actieve werkvormen

› STAART

Reflectie op product en proces.

Soort opdracht

› Rijk

› Uitdagend

› Materiaal

› competitief

› Betekenisvol

› Link met beroep

› Burgerschap

› De wereld om ons heen

Soort opdrachten

Open

› Denkopdracht

› Ontwikkelen op eigen niveau

Gesloten

› Goed/fout

› 26 + 235 =

De opdracht differentieert:

een leerling gaat op zijn eigen instapniveau aan de slag

Differentiëren betekent hier;

voor alle niveaus eigen opdrachten “klaarzetten”

Voorbeeld open opdracht

1. Ontwerp een woonkamer:– maak indeling op een tekening, maak

een kostenoverzicht.

2. Maak bij deze infographic een rekenvraag:

– geef daarbij het juiste antwoord zodat je straks van een andere leerling de opgave kan nakijken

Doelen: Liever niet zo!

datum lesuur Te behandelen stof huiswerk

Vr 15-2 2 1-3

Di 19-2 3-4 4-13 1-3

Do 21-2 4 Toets H 9� geen rekenmachine

Do 21-2 6 14-18 4-13

Vr 22-2 2 19-23 14-18

Di 4-3 3-4 TOETS H5,6,8,9

Do� 6-3 4 24-27 19-23

Do 6-3 6 28-32

Vr� 7-3 2 G1 � G4 24-32

Di 11-3 3-4 P1-P6 G1 � G4

Do 13-3 4 Toets H 10 P1-P6

Handelingsmodel

Men

taal han

delen

Verw

oo

rden

laten

zien

com

mu

niceren

Formele relaties en bewerkingen

(formule)

Voorstellen – schematisch

(model van...)

Voorstellen – concreet

(afbeelding van...)

Werkelijkheidssituaties

doen - ervaren - zien gebeuren

Taak van de leerling‘context’

bewerkingoplossinguitvoering

Waar gaat dit over?

Hoe ziet het er uit?

Hoe reken ik dit

(sneller/korter/handiger)

uit?

Wat ben ik nu te weten

gekomen?

Deed ik dit efficiënt?

Op waarde schattenidentificatie

leer

moment

rekenvaardigheid

Hoe pak ik

dit aan?

planning

Probleem in dagelijks leven Mathematiseren

Uitkomst bewerking(en)

Rekenkundig probleem

Oplossing van probleem

Uitrekenen

Interpreteren

Op waarde

schatten

PISA

3. Leercyclus van Kolb

Beslisser

Doener

Beschouwer

Denker

Wat betekent dat voor je les?

• Doen: • de feitelijke uitvoering, de praktijk, de ervaring

• Bezinnen: • Wat heb gedaan hoe ging dat?

• Denken: • Alternatieven, veranderingen bestuderen en afwegen

• Beslissen: • De knoop doorhakken, dat ga ik doen!

Waar je begint maakt niet uit, als je de cirkel maar afmaakt

4. Gepersonaliseerd leren› www.leerling2020.nl

› De rol van de docent

› Ontwerprol eigen onderwijs

› Devices aanschaffen?

– Lesmateriaal– Curriculum– Roostering– Voortgang leerproces– Vaardigheden docent

Valkuil

(adaptieve) Methode aanschaffen, uren op het rooster en met alle leerlingen die methode door werken

5. De acht intelligenties van Gardnermeervoudige intelligentie

1. Logisch-mathematisch

2. Interpersoonlijk

3. Intrapersoonlijk

4. Muzikaal-ritmisch

5. Verbaal- linguïstisch

6. Visueel-ruimtelijk

7. Natuurgericht

8. Lichamelijk-kinetisch

Conclusie

• Maak een keuze hoe u met verschillen om wilt gaan

• Maak meer kennis van hoe……

• Differentiëren moet je goed voorbereiden, kost veel tijd, maar……..als leerlingen daardoor meer plezier hebben in je vak…..

Madeleine Vliegenthart

Madeleine@VliegenthartRekenWijze.nl

0625051941