Dietsche Warande. Jaargang 4 - dbnl · 2016. 3. 7. · IV Blz. B.Sebastiaen 31,36...
Transcript of Dietsche Warande. Jaargang 4 - dbnl · 2016. 3. 7. · IV Blz. B.Sebastiaen 31,36...
Dietsche Warande Jaargang 4
bronDietsche Warande Jaargang 4 CL van Langenhuysen Amsterdam 1858
Zie voor verantwoording httpwwwdbnlorgtekst_die003185801_01colofonphp
copy 2012 dbnl
ism
III
Inhoud
Theorie der kunstkritiek
Blz1DE WARANDMEESTER BIJ DE VIERDE lsquoOPENINGHErsquo14CHRISTEN KUNST door THKTD (vaerzen)108PAUWELS FOREESTIER over JOAN NANNING en PROF
VAN GILSE
BEOORDEELING van
593Didrons Annales Dl XVIII593The Ecclesiologist No
CXXIV-IX593Baudris Organ Jg VIII593De Kunstkronijk 1858593Den Messager des
Sciences hist enz 1858593De Vlaemsche School
1858593Serrures Vaderl Museum
Dl II593De Eendragt XII-XIIIe Jr
593De Annales der lsquoSoc histet arch de Maestrichtrsquo
593De Bijdragen van Jansfenen Van Dale
Kunstgeschiedenis
15NEDERLANDSCHEKUNSTENAERS VERMELD BIJMOLANUSdoor EDW VAN EVEN
17 33Rogier van der Weyden19 34Quinten Metsijs22 34 38De Stuerbouten27 35 41Hendrik van der Heiden
Dietsche Warande Jaargang 4
28 35Bertel van Kessel of deCoster
30 36Koroneel van Arendonk31 36Godfried van der Loy
Dietsche Warande Jaargang 4
IV
Blz31 36B Sebastiaen32 37Gilbert van Boeslintere32 37Olivier van de Velde of de
Campo32 37Godfried van Emsteyn33 37Dirck van Heemstede41Jan Gossart of van
Maubeuge43Simon Marmion181OUDHEDEN VAN ROLDUC door Prof W EVERTS Pr369KERKELIJKE NEDERL OUDHEDEN door EDW VAN EVEN188TEN-TOON-STELLING VAN OUDHEDEN TE AMSTERDAM
door PAUWELS FOREESTIER265St JANS-HEEREN HUIS EN KERK TE HAARLEM door Mr
JGA FABER492BESTECK VAN TGASTHUYS-KERCK TE S
HERTOGENBOSSCHE door THV HERSTELLE499ALTAARSTUK DER ST-PAULUSKAPEL TE VEERE door
JJVD HORST Pr372KLEEDERKAMER VAN EEN ZEEUWSCH EDELMAN door JJ
VAN DER HORST Pr564T SCHILDEREN MET OLIEVERW
577KLOKKESPEL462CONSTANTIJN HUYGENS EN DE PATERS JEZUIumlETEN559GEBOORTEPLAATS VAN KAREL DEN GROOTE
415KAPEL VAN FERRY DE GROS TE BRUGGE303HET STERFJAAR VAN JAN VAN BOENDALE door ATH
FH MERTENS en EDW VAN EVEN322EXPLOITATIE VAN VOLKSBOEKEN93PATER CATS (II)103Mlle RACHEL EN DS BROES577AKADEMISCHE FAUTEUILS
428AMST OUDHK GENOOTSCHAP
432ROERMONDTSCHE KUNST-ATELIER429TOLLENS599DE WERKEN VAN Pr ABR A SANCTA CLARA
Dietsche Warande Jaargang 4
431DE VAN HARENS
Nationale en politieke quaestieumln
103Beacuteranger en Cavaignac107De familie lsquovan Brimenrsquo en de geleerde
lsquoRuffenbergrsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
V
Blz107Alex v Humboldt in eene anti-chambre202Cuypers van Velthovens Documents203Neecircrlands Roem bij Bosch598Nationaal Prachtwerk bij Brederode207Molanus lofspraak op Philips II375Pastoorszerk te Wester-Blokker422Oudhk en Gesch van Zeeuwsch
Vlaanderen426 565De 2e Kamer de Graven van Nassau en
de lsquoVriend van armen en rijkenrsquo569Een driftig geschiedschrijver
Kunsttheorie
Algemeene beschouwingen
89Recensie van Alb v ToorenenbergensVeraanschouwelijking van het Heilige
114De Poezij (uitmuntende vaerzen vanMejGC)
151Aforismen (I) van Mr AUGREICHENSPERGER
171Willen wij alleen de Gothiek424 558Orieumlntatie255Ikonografie der Onbevl Ontvangenis323Gewijde Borduurwerken (Gewaden van
ZDH den Bisschop van Haarlem)380De Amst Kunst-Ten-toon-stellingen in
1858 door PAUWELS FOREESTIER548De Heer Leliman over Kunst en
Wandalisme420Zimmermans Geschichte der Aesthetik555Het Wandalisme georganizeerd421Kramms Levens en werken der Holl en
Vl Kunstenaars
Dietsche Warande Jaargang 4
433Een brief over de MuumlnchenschelsquoKunstausstellungrsquo
579Kon Ned Instituut voor SchooneKunsten
Beoordeelingen over Kunst- (en Letter)werken
Uitgaven van Nederl geschriften zielsquoBeoordeelingenrsquo hieronder
51Parochiekerk van OLV Vizitatie teSchiedam architekt Schreyer
355De St-Laurenskerk te Alkmaar architektCuypers
483Parochiekerk van Vogelzang architektenPelzer en Molkenboer
Dietsche Warande Jaargang 4
VI
204Twee romans van N Donker534Een dramatiesch gedicht ter eer van
Vondel door N DONKER207Turnhoutsche symbolografie582Amende honorable208De Vad Letteroefeningen in het
voorportaal van 1858583Maerlants Spiegel historiael de nieuwe
uitgave583De Rijmbijbel uitg door Prof David583Der Naturen Bloeme uitg door Prof
Bormans583Veldekes St Servatius uitg door Prof
Bormans583Ruusbroecs Geestelike Tabernakel uitg
door Prof David583Stemmen uit den voortijd uitg door Ds
van Iterson583Verwijs Bloemlezing uit Mnl dichters (I)
Taalfouten
210Bij Dr Nicolaas Beets575Germanismen door Dr BERNARDUS JANI
Oude Nederlandsche litteratuur
Voor-middeleeuwsche en gemengde
213Onze dramatische spreekwoorden doorKIRGHBIJL TEN DAM
526Bouw- en Beeldlegenden (II)
Dietsche Warande Jaargang 4
Middelnederlandsch
44Van Seven Prevelegien der Vrouwen45Hoverde ende Ommate155 267Leven van Ste Lutgardis uitg door Prof
JH BORMANS330 474De Grimbergsche Oorlog (II III)510Van die bitter tranen ons Heren door Mr
P VAN DUYSE515Van die seven Vreuchden OLV door
den zelfde523Van den Vrouden OH aenden Cruce
door den zelfde
Later Nederlandsch
115De Spaensche Vlote uitg door A ANGZANGILLISHuygens en Pater Catenus - zieKunstgeschiedenis
Prenten muziek enz
26PORTRET VAN DIERICK STUERBOUT68 69 70DEacuteTAILS VANO-L-V-KERK TE SCHIEDAM
ENZ122MELODIE DER lsquoSPAENSCHE VLOTErsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
VII
Blz184ZEGELS EN GRAFSTEEN TE ROLDUG262ONBEVLEKTE ONTVANGENIS VAN DE Xe
EEUW340 341 342 345 347 348 350BRABANTSCHE BANIEREN SCHILDEN EN
WAPENROKKEN
362PLAN DER St-LAURENTIUSKERK TEALKMAAR
472BRIEF VAN DANIEumlL SEGHERS490DEacuteTAILS VAN O-L-V-KERK TE
VOGELZANG
Dietsche Warande Jaargang 4
1
De Warandmeesterbij gelegenheid der Vierde lsquoOpeninghersquo
Drie jaargangen van ons tijdschrift zien het licht Wij hebben in onzen kleinen kringmet velerlei moeilijkheden te worstelen gehad maar zijn ze tot dus verre gelukkigte boven gekomen Dit danken wij aan vele oorzaken Wij noemen er slechts eacuteeneOnze landgenotenmaken geene zoo groote uitzondering op geheel het beschaafd
Europa dat zij gants achter zouden blijven in het streven om de Studie der ChristelijkVoor- en Middeltijd dienstbaar te maken aan de Nieuwe Nederlandsche Kunst engeheel het verjongde Nederlandsche Leven In dat streven mee te gaan en velenmee te lokken ziedaar den wensch van den Bestuurder der lsquoDietsche Warandersquoen de verklaring van zijn arbeid en richtingHij heeft een gering denkbeeld van wat hij mag uitgewerkt hebben en bouwt zich
geene luchtkasteelen maar gelijk een kundig en vurig geestverwant de Pastoorvan Droogenbosch zich uitdrukt - lsquoKunt gy als het huis in brand staet hetmisschien niet meer blusschen Gy zyt niet te min een braef man als gy maereenen emmer water aanbrengt1)rsquo Wansmaak en sloopzucht zijn inderdaad nietkwalijk bij een t zij smeulenden t zij vlammenden brand te vergelijken die nu endan lichter laaye ten deur en venster
1) Zie zijne vlugschriften Brussel Vander Eydt (Vlaemschen Steenweg) I 6e Druk
Dietsche Warande Jaargang 4
2
uitslaat en die al vrij wat onheils kan aanrichten - Vooral in HET HOOGSTEWant maak er den planter en gaarder der lsquoDietsche Warandersquo geen verwijt van
dat hij een hoacuteog denkbeeld heeft van DEN OORSPRONG DE EISCHEN en DEBESTEMMING DER KUNST dat bij gebreke van Krachten geloof en hoop hem eenijverigen Moed en een vasten Wil geven om meē te arbeiden aan hare herstelling- vooral in hare twee eerste en edelste bedieningen het verstrekken van vormenaan den Godsdienstzin het leiden en verheffen van het Volksleven ook in zijnemeest alledaagsche uitingenNooit wellicht is het kerkelijk het nationaal het huislijk leven zoo weinig van de
algemeene de maatschappelijke de nationale kunst doordrongen geweest als inonze tijd Het is zelfs niet dan met moeite dat men zich de eigenaardigheden vanzoodanige kunst die immer iets meer en iets redelijkers was dan de afgezonderdeen willekeurige pogingen van bijzondere personen kan voor den geest brengenDe reaktie tegen het algemeene en nationale tegen dat gene wat de waereld
grootendeels beheerscht en de volken gekenmerkt heeft tot op de Renaissanceneen zelfs tot op den val der Bourbons is zoo hevig dat velen dat negen tiendenvan de tegenwoordige kunstenaars schrijvende denkers en denkende arbeidersargloos gelooven of zich in zelfgenoegen dieds maken dat het hier en daar aanindividueumlele kraftgenieumln gegeven blijft de kunstwereld te beheerschen daarin elkedenkbare omwenteling uit te werken en dat oorspronkelijkheid - waarborg vanwelslagen zegt men - gelegen is in volkomene loslating zelfs van het laatstverledene Zij verbeelden zich dat Dante Shakespere en Goumlthe dat LeonardoMichelangelo en Rembrandt zulke geiumlzoleerde koude kolossen geweest zijn ennu blijft er voor de zeer kritiesch ontwikkelde kunstenaars onzer eeuw vanvooruitgang niets over en men acht het iets hoogs - dan zich in zijn kabinet of atelieop te sluiten - enmeesterwerken te putten uit het onverzadelijk zich zelf bewonderendindividualisme
Dietsche Warande Jaargang 4
3
Men is het slachtoffer eener zonderbare en twee drievoudige vergissingVoor-eerst men levert het bewijs niet dat de grootste aesthetische verschijnsels
in het eerste vierde der XIVe en XVIe in het begin en midden der XVIIe Eeuw en inhet veertig tal jaren waarvan 1800 het middelpunt is met eenig recht DanteMichelangelo Leonardo Shakespere Rembrandt of Goumlthe genoemd kunnenwordenTen tweede men ziet voorbij dat al de genoemde kunstenaars voor-eerst doorhunne bij naam bekende voorgangers en tijdgenoten gevormd zijn en ten anderedat welke individueumlele kunstscheppingen in eenige eeuw mogen voortgebrachtzijn naast deze nog andere kunstgeheelen optreden (dat is treffende ideeumlnvegraverwerklijkt in zinnelijk waarneembare formen) welke even zeer tot het gebied deraesthetiek behooren en niet buiten de vergelijking gesloten kunnen worden zemogen dan karolingische cyklus gothische kathedralenfamilie fymboliek van liturgieof wapenkunde berglandsch legenden-systeem of plecht- en zedenschathumorismus der doodendansen ontdekking van Amerika de echt tragischeworsteling van Philips II met zijne nederlandsche onderzaten de hollandsche burgervolksgroep der republiek van Frederik Hendrik het bloedroode drama van denhelschen meesterzanger Robespierre Napoleon Beethoven of hoe anders heetenMen zegge niet dat wij het ongelijksoortige vergelijken Men heeft lang genoeg vande toevallige onderteekening of monogrammatische mijning eener schilderij eenerode eener melodie ashankelijk gemaakt of het stuk in de geschied- en leerboekender kunst zoucirc worden opgeteekend Het doet niets tot de aesthetische waarde vaneen verschijnsel of het met meer of minder recht eacuteen persoon als auteur kanaanwijzen Men telt voor zijn gemak de dichters en schilders op schrijft de namenvan wie toevallig een pen of een penceel hebben aangeraakt in de woordenboekenen dan ziet men in zulke woordenboeken kunstkompendiums Wat verwarring Eenstad zal niet gebouwd een land niet ontdekt een volk niet overwonnen zijn om datde naam des
Dietsche Warande Jaargang 4
4
Konings ontbreekt onder wie het heeft plaats gehad en delft men hier of daar eenmunt op met zeker profiel en zekere romein-kapitale naamletters dan zal in eensde waereldgeschiedenis met eene belangrijke bladzijde vermeerderd zijnWaar willen wij heen - Hier heen dat het de rhetorika niet alleen is die de poeumlzie
te reglementeeren en te erkennen of door te schrappen heeft dat het niet genoegis de k u n s t e n zusters te verklaren dat er nog meacuteer verschijnsels en binnen degrens der aesthetiek met elkander op het innigst verwant zijn Wij hebben bovener eenige genoemd Men maakt geen poeumlzie door te s c h r i j v e n alleen - maardoor te l e v e n Vele daden zijn zoo schoon behelzen zulke treffended e n k b e e l d e n in zulke heerlijke v e r s c h i j n i n g geuit dat zij niet zoo bizonderde literaire form en niet allermeest de kunstigste behoeven om waarlijk poeumlzie tezijn om zoo door zintuiglijk treffende schoonheid als door heure gehalte den getuigetot tranen te roeren Een gedicht of een schilderij heeft geen eacuteen wezenlijkehoedanigheid die het meacuteer aanspraak geeft om als aesthetiesch verschijnselbeschouwd en behandeld te worden dan eene waarlijk schoone daadZoo hechten wij dan aan schilderijen en gedichten om het schoone-zelf om het
poeumletische uit gelijken hoofde (en niet alleen om zedelijkheidsredenen) als wijhechten aan schoone daden naar ons oordeel verdienden Maria van ReygersbergVondel en De Ruyter eerder naast elkaacircr in het zelfde biografieschdichterenwoordenboek te worden opgenomen dan bij voorbeeld Vondel Mev vanWinter van Merken midsgaders broeder en manWij willen daarmeecirc het maken van speciale woordenboeken niet in diskrediet
brengen t zij verre we zouden zelfs bereid zijn gedachtig der zwakte van hetmenschelijk geheugen om genoegen te nemen met eene klassifikatie van devaderlandsche mannen en vrouwen in bruinen en blonden maar we wenschen datmen vooral waar men helden des geloofs en der liefde en ware genieumln der kunstvan elkander onderscheidt - dat men dan erkennen zal hiermede iets te doen
Dietsche Warande Jaargang 4
5
t welk op het gebied der aesthetika eene vrijheid en middel van redeneering nietsmeer gerekend moet wordenEn nu de aesthetische verschijnsels in engeren zin We komen nog even op de
groote kunstenaars van hierboven te rug Ten eerste men vergeet dat ze gevormddoor voorgangers en tijdgenoten slechts een schakel in de keten en geenszinsgeiumlzoleerde volstrekt oorspronklijke kunstuitvinders zijn ten tweede het is onwaardat alleen of het meest individueumlele kunstwerken tot het gebied der aesthetiekbehooren en bovendien - niet slechts zijn de genoemde genieeumln door hunne metname bekende voorgangers en tijdgenoten gevormd maar ze hebben alle alle demelk der liefdrijke en vruchtbare moeder T r a d i t i e gedronken ze hebben alleveel meer nationaal-subjektiefs bij zich dan onze hetzij wrevelig pantheiumlstische hetzij vriendelijk platonische het zij praetensieus eklektische kritiekschrijvers rieken ofraden kunnen Dante is ten spijt van zijn []ibelinismus de katholieke dichterder-middeleeuwen doorvoed met kerk- en volksoverleveringen vervuld van denwijsgeerigen geest des afgeloopen tijdperks en eene ware stem van zijn geschoktvaderland Zijt gij lezer groot liefhebber van Shakesperes berijmde geschiedboekenhet zij sommige tafereelen uit de romeinsche het zij sommige uit de engelschehistorie Men moet erkennen dat er ook bij het onbeduidende van den knoop destooneelwerks fraaye trekken in die stukken zijn maar komt het u niet voor datHamlet Macbeth King Lear Othello in alle welke de volkslegende de hoofdrolspeelt veel hooger staan En zelfs Goumlthe Is zijn beroemdste werk - overkompleetals Da Costa het te recht genoemd heeft - in zijn slechts-kompleete gedeelte geenvolkszage Heeft de filozoof wel iets meacuteer gedaan dan die volkszagemet elementenuit eigen boezem en ondervinding geput aan te vullen Is Overbeck met zijngeminacht Nazarenismus en verkleefdheid aan de middeleeuwschegodsdienstrichting niet veel stouter innovateur in zijne lsquoLaatste Avondmaalrsquo en danLeonardo - is deze zoo veel oorspronkelijker dan Giotto Heeft Michelangelo tenspijt van zijne ge-
Dietsche Warande Jaargang 4
6
weldige en vaak oneerbiedige scheppingsdrift ten spijt van zijne athleetischeneigingen zich niet van de allegorieumln der voortijd moeten bedienen - Is Rembrandtgeen voortreflijke daguerreotyepe slechts werkend bij sterk zonlicht - weecircrklank ofweecircrschijn van hetgeen hem omgafHet voorbeeld van de beroemdste kunstenaars schijnt dus aan het modern
individualisme niet tot verschooning te kunnen strekkenWe spraken van dicht- en schilderkunst Waar wij op het ruimer gebied der
beeldende kunst in t algemeen op dat der aartskunst overstappen - doen wij dezelfde ontdekkingen We spreken niet van de bloeitijd der christelijke architektuurWe willen spreken van het tijdvak waarin het voorspel der individualistischevioolsoloos onzer eeuw reeds in sommige opzichten vernomen werd We willenniet spreken van het werk van eigenlijke architekten of bearbeiders van denalgemeenen (en nimmer individualistischen) bouwftijl der latere eeuwen We willenvragen wat er van de bouwwerken der beeldende kunstenaars is die deschilderkunst tot hoofdvak hadden - de schilderkunst federt de XVe Eeuw zoo alsmen ons verhaalt geeumlmancipeerd Ziet Michelangelo ziet Rafaeumll ziet Rubbens aanhet bouwen aan het teekenen van gebouwen en architektonische ornamenten Ishet iets nieuws iets geheel ongeziens iets volkomen oorspronkelijks dat zij u tevoorschijn brengen - Ach neen - om de zeer eenvoudige reden dat het nieuwein de kunst nimmer een met naam bekend auteur heeft dat laat de lieve God totbeschaming der groote genieumln en hunner romein-kapitale namen door denminderenvolkshoop argloos uitvinden en aanbrengen en dan komen de genien en die nemenhet over De koepel van St Pieter is een grootsch bouwontwerp maar jammer vooronze individualisten t is niets nieuws een koepel is iets byzantijnsch en nog oudersden passer wat wijder te spannen is geen kunst en met de regels der statika voacuteorzich eene vermenigvuldigsom of regel van drieumln zonder fout uit te werken isinderdaad geen heksenwerk allerminst wanneer men volgends de antiek-
Dietsche Warande Jaargang 4
7
heidensche beginselen overvloed van bouwmateriaal verbruiken wil Friezen enarchitraven te krommen is ook gelukkig geen vinding van den toskaanschen reusdat misbruik van den edelen griekschen hoofdbalk komt op rekening van hethooggeprezen tijdperk waarin men schouwburgen bouwde om zich in het zienverscheuren van menschen te verlustigen Rafaeumll drukte zijn stempel van elegantieaan de dekoratie der oude bouwvormen in Rubbens maakte van de dekoratie schierde konstruktie-zelve - vinders van nieuwe bouwelementen zijn geen van beidengeweest Als men van Renaissance hoort dan denkt men dat die ontkerstendekunst plotselijk in het leven is getreden - gelijk een kind geboren wordt het eacuteeacuteneoogenblik zijn er op eene plaats slechts zes menschen te gader het volgendoogenblik zijn er zeven menschen Die goed zien kon had in 1400 den bouwstijlvan 15- en 1600 reeds kunnen voorspellen Het opgraven van antieke beelden gingfamen met het opbruisen eener heete liefde voor den antieken schoonheidstype inde borst van het nieuwe tijdperk De beeldhouwer zoucirc die antieke proportieumln dieheidensche noodwendigheden die sterk ontwikkelde zinnelijker lichaamsdeelen enkleiner hoofden die gevulde spieren die vrolijk blinkende stoffelijkheid wel te ruggevonden hebben al waren de antieken begraven geblevenHet is dus geenszins het individualisme maar het is ter eener het volk zelf het
is ter anderer Gods geest die de waereld regeeren en nu is het eene edeler envruchtbaarder bediening een orgaan in dat volksleven en een werktuig van dienhetzij met eerbied gezegd zeer maatschappelijken geest te zijn - een menschjenin den bonten groep - dan op een piedestal te klauteren en met een gefronstvoorhoofd de goecirc gemeente te doen gelooven lsquoIk ben een eenling zonder oudersen zonder kinderen ik ben de oorspronklijkheid ik kopieer niemand ik gedraag mijals of ik niets wist alsof ik niet opgevoed was als of het mogelijk ware dat mijnejeugd alle leiding en beslissenden indruk ontbeerd had Ik voel mij met zekereonbevooroor-
Dietsche Warande Jaargang 4
8
deelde zin- en geestvermogens met volkomen versche werktuigen toegerust endaarmee ga ik nu uitvindingen doen en zal de waereld verbazen Wat meent men- dat ik doen zal wat men reeds vroeger heeft gedaan Als eenig kunstwerk eenvroegeren kunstenaar waardig en vroegeren geslachten vruchtbaar en voldoendegeweest is dan bewijst dit dat zoodanig kunstwerk onzen tijdgenoot niet meerdeugt en mij nieuwgeboren geest niet gevraagdmag worden Ik zal nieuwe werkenscheppen en vergeten niet er mijn naamcijfer op te zetten en dan zal de waereldverklaren dat de voorraad aesthetische verschijnsels aanmerkelijk is toegenomenrsquoWat misverstand Wat vraagt de maatschappij er naar (als men haar zelve niet
de luidste sprekers in haar naam kon raadplegen) - hoe het met de oorfpronkelijkescheppingsgave van deacutezen of geacutenen staat De maatschappij heeft schoonekunstwerken noodig Kunstwerken die de maatschappij niet kent heeft zij niet hijdie iets het beacuteste kent bezit het veel meer dan de eigenaar die het niacuteet kent Latenwij dan de maatschappij onze broederen zoo veel mogelijk in het bezit stellen vankunstwerken die slechts o n t d e k t niet of naauwlijks gemaacuteakt behoeven te wordenom door de menschen te worden bezeten en genotenHiertoe iets bij te dragen - ziedaar wat door ons beproefd wordt Wij wijzen in
onze lsquoWarandersquo de kunstgewrochten aan die ons waardig schijnen door dentijdgenoot gekend en gewaardeerd te worden onze vrienden komen er debeeldwerken bespreken de gedichten en melodieumln reciteeren wier genot misschienin nog hooger mate voor onzen tijdgenoot is wechgelegd dan voor de menschenuit de eeuw waarin zij het eerst ontstaan zijn Kopieeren dunkt ons vaak een beteren meer maatschappelijk werk dan zoogenaamd scheppen Waar vindt men hetergends bewezen dat een kunstwerk geen verdere bekendheid mag verkrijgen danden engen ruimte- en tijdkring van 20 mijlen of honderd jaren doorsnede waartoehet wellicht verwezen bleef Waar staat dat ergends met gezaen - waar betoogdemen het met logika Waaruit leidt men af
Dietsche Warande Jaargang 4
9
dat het beter is zoo als Israeumlls doet een kolossalen en bedroefden visscher voorbijeen kerkhof te laten dwalen dan zoo als Joseph Keller doet de lsquoTheologiersquo vanRafaeumll te verhonderdvoudigen Alle achting voor knappe kunstenaars als de Hr
Israeumlls die oorspronklijk wenschen te zijn maar in de eerste plaats moet menmensch wezen en de beste mensch is hij die de maatschappelijkste mensch isEn wie is de maatschappelijkste mensch Die aan het grootste broederental hetbezit der hoogste goederen helpt verzekeren Zoo dan die honderd broederensticht doet beter dan die honderd broederen streelt het best doet hij - die ze stichten streelt te gelijk Maar waaruit leidt men nu af - dat het geluk van meacuteerderemenschen bevorderd wordt door het schilderen van zoogenaamd oorsproacutenkelijkedan door het kopieeren van schoacuteone stukken Alle achting voor den Hr Israeumlls (enwij noemen hem om dat hij tot de besten hehoort) - maar noch hij noch zijnevrienden zullen hem bij den man der Stanze en Loggie vergelijkenHet meeste belang heeft dit vraagpunt in de hoogste stoffe Velen vermeten zich
op hun instinkt af kunstwerken te ondernemen die tot de verhevenste kategoriebehooren kerken kerken willen zij maken kerken dat is - godsdienstigemaatschappelijke en aesthetische centrums En bij de bearbeiding daarvan wagenzij t af te wijken van alle bestaande voorbeelden en aldus den staf te breken overhetgeen de voortreflijkste kunst in het krachtigste tijdperk heeft voortgebracht Enmet dat boud bestaan met die onverklaarbare aanmatiging nemen de anderen dekommissieumln die de kerken doacuteen bouwen genoegen Wijt het niet aan ons zoo dievermetelheid ons schokt en verontwaardigt Wijt het aan den eerbied dien wij hebbenvoor de werken der vaderen aan de liefde die ons hart vervult en die het wapendoet trillen in de hand bij het besef der eeuwige en godlijke beginselen waarop deechte kunst gebouwd is en bij het gezicht der miskenning waarvan zij het voorwerpzijn En ach de overmoed de deerniswaardige eigenwaan onzer zelsstandige ()
Dietsche Warande Jaargang 4
10
architekten komt meerendeels niet voort uit eene ernstige vergelijking van hetgeenhet voorgeslacht gedaan heeft met hetgeen zij zelven ontwerpen maar uit eenevolkomene onkunde van het eerste en gebrek aan toetsing van het andereEen dicht floers hangt hun voor de oogen en achter dat duistere floers krabbelen
zij hunne onbekookte ontwerpen op de geduldige blaadtjens van een zakboekjenWel geringe voorbereiding tot het scheppen der lsquoeigenaardige vormenrsquo van denlsquogeheimzinnigen tempelbouwrsquo door den Aartsbisschop van Utrecht in zijn jongstemandement zoo nadrukkelijk geprezen Helaas wel verre van te beseffen dat eengebouwde kerk nog gantsdiets anders is dan een geschrapte kerk huiveren onzebouwers niet te rug voor het kolossaal besluit om wat hun lsquonog al aardigrsquo op deteekening voorkomt in hout en steen op groote schaal te doen uitvoeren Met hetkalmste gemoed van de waereld becijferen zij de onredelijke elementen van hunbeftek En zij bedekken hun gelaat niet met beide handen zij buigen geenszinsschaamrood het hoofd als het werk voltrokken is en als de minst geoefende blikbeoordeelen kan dat diacutee Gothiek niets heeft van de ware Gothiek dat daacutetByzantijnsch geheel het geheimzinnig leven mist van het Byzantijnsch t zij van SanMarco t zij van Saint-Front t zij van het Romaansch (want dat meent men erdoorgaands meecirc) der limburgsche meesterwerken van voor 1220 Zij zien niet hoede grieksche tempelbouwers de romeinsche badstoof- en cirkoumlntwerpers en dearchitekten der eerste Renaissance opgeschrikt worden in de moederaarde diehun stof verzameld houdt wanneer men in oacutenze tijd van lsquomonumentalersquo kerkenspreekt en meent dat de lsquovijf ordersrsquo nog tot iets germaansch christelijks bruikbaarzijn die lsquovijf ordersrsquo - eene bespotting der kunst van Paestum en de AkropolisWij laten de gewetenloze rijmelaars doorgaands met rust Een boek vindt zijn
weg vroeger toen het papier wat deugd had - somtijds naar den kruideniers- ofvleeschhouwerstoonbank thands naar het stalletjen naar den prullebak naar
Dietsche Warande Jaargang 4
11
de papiermolen Maar wie wijst mij een hulpgereeden prullebak wie mij eenpuinmolen voor zoo vele onwaardige bouwerijen die architekten en bouwkommissieumlnmet eene voorbeeldeloze stijfhoofdigheid en zonder ooit een zweem van bewijs televeren met den naam van kerken bestempelenWel trotseeren zij gelukkig de eeuwen niet maar menige wanbouw ter eere van
den Allerheiligste ondernomen trotseert een menschenleeftijd en menige straat ofgracht onzer steden menige landwegwordt ontcierd door de gedenkzuil van onkundeen wanfmaak die kerkarchitekten zich zelven onder toejuiching der onvoorzichtigegemeente gesticht hebbenWel hoe Gods Huis voor Gods Huis zullen er krachten te edel studieumln te ernstig
kunstliefde te vurig kennis te diep raadpleging te uitgebreid en te landwijligaalmoezen te bezwarend persoonlijke bedenkingen voor en tegeningenomenhedente gewichtig zijn om ze niet alle alle ten offer te brengen op het outer der liefdedat daar in wezenlijkheid verrijzen zal Welke europeesche vermaardheid biedtwaarborgen van zoo ontwijfelbare kracht aan dat als men zelfs een Viollet-le-Ductot bouwmeester hadde men zich niet vooraf door alle middelen zou vergewissendat het werk van zijn hand Gode waardig zou zijn God en zijnen dienst En wiezijn onze kerkarchitekten - Helaas hebben deacuteze wel beschaving genoeg om eenFransch of Duitsch boek over hun vak te lezen - hebben geacutene wel levensernstgenoeg om te weten wat heilig werk zij niet dan sidderend moesten ondernemenals zij het Paleis van den Koning der Koningen het beeld van het Hemelsche Siongaan bouwen - De kunstrijke monnik van Fieumlsole schilderde geknield zijnChristussen en Madonnaas en deze hier die geene afbeelding van het Heiligeslechts te maken hebben - maar die de huive moeten uitspannen waaronder hetAllerheiligste zelf zijn onzichtbare alheelende alvermogende stralen zal uitschieten-zij behandelen die taak als een handwerk als een gemeen stoffelijk bedrijf - Helaashet staat ons fraai van Viollet-le-Ducs te spreken van het scherpst intellekt derijpste ondervinding de rijkste kennis de meest geoesende
Dietsche Warande Jaargang 4
12
praktijk en bij dat alles de diepste eerbiediging van de bouwwerken en bouwwettender vaderen en waacutet handen wordt hier wel het in elkander zetten van tientallenbij tientallen kerken toevertrouwd Wist Viollet-le-Duc wat vergrijpen tegen degewijde kunst onze bouwmeesters en bouwkommisfieumln zich dagelijks onderstaan- hij maakte voor gants Holland plannen voor niet opdat dan hoe gebrekkig deuitvoering ook ware het ontwerp ten minste niet al dadelijk met alle mystische enzinnelijke schoonheid met alle gevoel voor harmonie en maat met alle gezondverftand in botsing zou komenEn als de vlam dermate ten dak uitslaat - dan zullen we niet ter hand nemen het
eerste wat ons voorkomt om wat water in dien noodlottigen gloed te storten danzullen wij angstig rondzien of hier of daar de niets kwaads bedoelende architektstichter van den brand ook een droppel of wat over zijn hoofd mocht krijgen -offchoon het ons alleen om het blusschen van den brand te doen isMet de hand op het hart en den blik ten Hemel - wij kennen geen persoonlijke
voorkeur Hier in de lsquoDietsche Warandersquo is hij onze vriend die de beginselenomhelst welke ons de groote meesters in het buitenland en onze eigen vooroudersals de beste de eenig ware hebben doen kennen Hen daarentegen zullen wij metde eerlijke middelen die wij ons verschaft hebben bestrijden ten einde toe die dezegepraal der goede zaak door hunne werken vertragen Wat ons zelven aangaatzoo wij ons bedriegen - dat men ons weerlegge dat men ons gewapend tegentrekkedat men ons stelsel neervelle met het zwaard van billijkheid en gezond verstandwij geven geen nuartier zegt Reichensperger maar wij vraacutegen het ook niet Wijwillen het niet Wij willen beschaamd vernietigd worden wij en ons stelsel Wij -dat is niet onze personen onze krachten - God heeft ze in zijn hand en morgenbinnen weinige uren kunnen ze ons buiten verband met onze waarheid ontnomenworden gelijk ze ons onverdiend gegeven zijn maar onze zaak - wat wij nogvoortgaan te noemen de partij der christen kunst Dat men dan niet de hoofden
Dietsche Warande Jaargang 4
13
bij elkander steke en zich wrevelig beklage over zulke lastige pleiters - dat menons een slot legge op den mond en een boei aan handen en voeten Zijn dat slotenen banden van redelijke argumenten - dan zullen wij ons niet beklagen dan zullenwij juichen dan zullen wij ons vernederen voor het blijkende recht dan zullen wijerkennen in gaalozen overmoed gedwaald te hebben dan zullen tranen over onzewangen rollen wegends de zegepraal der waarheid en wegends de bekeering uitonze dwaling en onze verdiende ketens schuddende zullen wij het getroffen hoofdnog opwaards heffen en roepenmet onze tegenstanders lsquoSieg Sieg das Vaterlandist gerettetrsquoATH
Dietsche Warande Jaargang 4
14
Christen Kunst
AAN DEN BESTUURDER DER lsquoDIETSCHE WARANDErsquo
1
Neen of zij o n s de oogen ombonden -Der zonne is haar licht niet belet
De Waarheid miskend en geschondenGaat rustig haar maagdlijken tred
2
En wierd u de rechte geketendTer fnuiking van veder of zwaard -
Uw ZAKE is haar loopbaan geteekendGeen macht kan haar keeren op aard
3
Een zwaard en een pen zal er komenZoo lang er eacuteen menschenhart klopp
Men vell en verbrande de boomen -Ginds schieten de zaadkorrels op
4
En of zich in t woelen der scharenUw woord als een zuchtjen verloor
Ze zullen t gemis niet ontwarenIn t eerlang ontelbare choor
5
De lente zal des niet verzwindenMet lovren en vogelgezang
Al drongen vertwijflende ontzindenEen leeuwrik of twee in t gevang
THKTD
De form is van GJ Dodd
Dietsche Warande Jaargang 4
15
Nederlandsche Kunstenaersvermeld in de onuitgegevene geschiedenis van Leuven van JMolanus dagger 1585door Edward van Even
JOANNESMOLANUS of Jan vander Molen een man die in de geschiedenis der letterenvoordeeliglijk bekend staet werd ten jare 1533 uit leuvensche ouders bij toevalte Rijssel geboren Zijn vader was Hendrik vander Molen van Schoonhovenlicentiaet in beide rechten en zijne moeder Anna Peters van Leuven De jongelingdie zeer vroeg blijken van genegenheid tot de letteren merken liet werd binnenLeuven opgevoed en beschouwde bij lateren dag onze gemeente als zijnevaderstad1) In 1558 bekwam hij eene eervolle plaets in de wijsbegeerte en in 1570werd hij tot doctor in de H Godgeleerdheid verheven De man die in 1579 dewaerdigheid van Rector der Hoogeschool bekwam ontsliep in onze stad den 18September 1585 en werd in de Kerk van St Pieter ter aerde besteldDoor eene vermelding voorkomende in de Bibliotheca Belgica van Valerius
Andreas was ons ten wete dat Molanus
1) Wij lezen in het hier besprokene werk het volgende lsquoVander Moelen - JOANNES MOLANUSSacrae Theologiae Dei dignatione Professor etsi Insulis natus sim et in Ecclesiacirc S Mauritiibaptizatus ex parentibus Henrico de Schoenhoviacirc juris utriusque Licentiato et domicellacircAnnacirc Peters Lovaniensi quia tamen Lovanii pauper Gallus conceptus sum et educatusac totam feregrave vitam exegi libenter me Lovaniensem profiteor exemplocirc Salvatoris mei qui inBethlehem natus dictus est Nazarenus Extinguitur autem mecum familia Ver-Meulen quaetrecentis annis Vianae et Schonhoviae perduracircsse asseriturrsquo Hist Lovan Lib XI vo VANDERMOELEN
Dietsche Warande Jaargang 4
16
onder zijne onuitgegevene Schriften mede eene in t latijn opgestelde geschiedenisvan Leuven had gelaten Doch wij hadden tot dus verre niet kunnen bestatigen ofhet handschrift van dit werk al of niet tot ons was gekomen Al de navorschingendie wij te dien einde waegden bleven zonder uitslag Wel was ons bekend dat deverdienstelijke JN Paquot het werk had afgeschreven en dat zijn afschrift vroegeraen van Hulthem behoorde Doch dit afschrift scheen mede te zoek geraekt en zoobleef er ons niet veel hoop over de Geschiedenis van Leuven door Molanus andersdan bij name te leeren kennen Tot ons groot genoegen werd in den loop van 1855het afschrift door Paquot vervaerdigd in de Bibliotheek van Burgondie door onzevrienden K RUELENS en FL FROCHEUR terug gevonden1)De koninklijke kommissie van Geschiedenis onderzocht het werk van Molanus
in hare zitting van 8 November 1855 en vond het zoo belangrijk dat zij besloot hette laten drukken De uitgave er van werd Mgr DE RAM Rector der Hoogeschool vanLeuven opgedragenGroot was ons verlangen om het boek eens te kunnen inzien Mgr de Ram had
de beleefdheid ons het handschrift te laten doorbladeren en stelde ons derwijze inde gelegenheid belangrijke bijzonderheden er uit te ligten voor het werk Louvainmonumental t welk wij thands uitgeven Zijne Hoogweerdigheid ontvange hieromtrentde uitdrukking onzer diepgevoelde dankbaerheidHet blijkt uit dit werk dat Molanus eene bijzondere genegenheid had om de bronnen
onzer geschiedenis op te sporen en te gader te brengen Gelukkiglijk leefde hij ineen tijdstip op t welk al de archieven onzer geestelijke vergaderingen nog bestondenen gaf zijnen maetschappelijken stand hem toegang tot al t geen hij wenschte tedoorzoeken Zijne geschiedenis van Leuven is haest niet anders dan eeneverzameling van oorkonden in de archieven der Stad en der Kerken
1) Over deze ontdekking leze men s heeren Ruelens opstel gedrukt in den Bulletin du Bibliophilebelge 2e seacuterie tome II
Dietsche Warande Jaargang 4
17
Abtdijen Kloosters en Godshuizen verzameld Zij is vervuld van bijzonderhedenover eene reeks van feiten en zaken welke door de Geschiedschrijvers zijns leeftijdsverwaerloosd werden en zoo bevat zij behalve ettelijke aenteekeningen over hetleven van verschillende kunstenaren een hoofddeel over eenige leuvenscheSchilders twelk vele tot dus verre onbekende bijzonderheden oplevert Onzegenegenheid tot de Geschiedenis der beeldende kunsten in de Nederlanden heeftons de taek doen getroosten al de bijzonderheden betrekkelijk tot het leven vanSchilders Beeldhouwers Schoonschrijvers enz welke in het werk van Molanusvoorkomen te gader te brengen en ze hier in hunnen oorspronkelijken teksttoegelicht met voorafgaende aenmerkingen mede te deelen Wij koesteren de hoopdat deze bijzonderheden de belangstelling zullen opwekken van al wie zich met hetbeoefenen der geschiedenis onzer beeldende kunsten ophoudt
I Schilders
I Rogier van der Weyden
Vier steden betwisten zich thands de eer Rogier van der Weyden het licht te hebbengeschonken Het zijn Brugge Brussel Leuven en Doornijk Molanus noemt hemPoorter en Schilder van Leuven en deze verklaring van eenen man die alles naereventijdige oorkonden voorgeeft laet vast weinigen twijfel omtrent de geboorteplaetsdes grooten meesters over Wij houden hem derhalve voor een kind der oudehoofdstad van Braband welke in de eerste helft der XVe eeuw onder hare inwoonersettelijke schilders telde als Jan de Bruine Arnold de Raet Hendrik van Velpe enanderen Zijne geboorte moet tusschen de jaren 1390 en 1400 gezocht wordenWelligt was hij een zoon van Hendrik van der Weyden Beeldhouwer die in 1425onze stad bewoonde1) Hij is bekend
1) Zie Louvain monumental blz 129
Dietsche Warande Jaargang 4
18
onder den naem van Rogier van Brugge omdat hij aldaer als leerling van H vanEyck eenige jaren verbleef en onder dengene van Rogier van Brussel omdat hijin deze gemeente waer hij rond 1425 tot Schilder der Stad bevorderd werd totop zijnen dood voorgevallen in 1464 woonde De man had Elisabeth Goffaert tothuisvrouwe en verbleef te Brussel op t Kantersteen in eene lsquowooninge ende groetePoortersquo zoo als men leest in eene oorkonde zijns tijds door onzen vriend AlphonseWauters medegedeeld1) Hij had eenen zoon Korneel van der Weyden meester inde kunsten of magister in artibus die monnik werd in het Karthuizerklooster vanHerinnes bij Enghien alwaer hij ten jare 1473 in den weinig gevorderden ouderdomvan 48 jaren ontsliep2)Molanus leert ons dat Rogier van der Weyden een autaertafereel vervaerdigd
heeft voor de Kapel welke Willem Edelheere en zijne gade Aleidis ten jare 1443in den omtrek van het Koor van St Pieter deden oprigten Een triptiek vertoonendede afdoening van het Kruis t welk aen onzen Schilder toegeschreven wordt enwaervan de regter deur welke eenen gever en twee andere lieden vertoont voorzienis van het stamwapen van Edelheere versiert nog heden onze Kerk Het is opgouden grond geschilderd en keurig van uitvoering Dit tafereel is naer allen schijnvan waerheid het schilderstuk door onzen schrijver vermeldOnze geleerde gewaegt vervolgens van het tafereel t welk van der Weyden
uitvoerde voor den autaer der Kapel van het Gilde van den ouden Voetboog vanLeuven gekend onder de benaming van O L Vrouwe daer buiten Karel vanManderspreekt van dit gewrocht op de volgende wijze lsquoVan Rogier is oock gheweest teLoven in eene Kerck gheheeten Onse Vrouwe daer buyten een afdoeninghe desCruycen daer twee op twee leeren stonden en lieten t lichaem af-
1) Zie het belangrijk opstel Rogier van der Weyden ses aeuvres ses eacutelegraveves et ses descendantspar Alphonse Wauters Brux 1856 bl 47
2) Mr Wauters aengeh werk bl 23
Dietsche Warande Jaargang 4
19
dalen met eenen lijnen doeck oft dwael beneden stonden Joseph van Aremathiaen ander die het ontfinghen Be neden saten de Marien seer beweeghlijck enweenden alwaer Maria als in onmacht wesende was van Joanne die achter haerwas opghehouden Dit principael stuck van Meester Rogier wiert aen den Coninghnae Spaengien gesonden welck onder weghe met t Schip op de reys verdronckdoch werdt ghevischt en seer dicht en wel ghepackt wensende was niet seerbedorven dan een weynich ontlijmt En in de plaets van dit hadden die van Loveneen dat van Michiel Coxie nae dit ghecopieert was waer by te bedencken is wateen uytmuntigh stuk dit wasrsquo1) Molanus voegt er bij dat Maria van Hungarielandvoogdesse der Nederlanden op wier verzoek het tafereel door de schuttersafgestaen werd behalve een kopij er van vervaerdigd door Coxie de kapel vanOLV daer buiten mede een orgel schonk ter weerde van 500 gulden Dit orgelbevindt zich thands in de Kerk van het dorp Heverlee bij Leuven Het hierbesprokene schilderstuk van onzen van der Weyden versiert sedert eenige jarenhet Museum van MadridMolanus eindigt zijne aenteekeningen op van der Weyden met het afschrijven
van een paer verzen uit Lampsonius betrekkelijk tot s mans tafereelen welkevroeger het Stadhuis van Brussel versierden en van welke het eene de legendevan Erkenbald van Burban vertoonde Deze gewrochten werden naer t schijnt inden brand van het Raedhuis ten jare 1695 vernield
II Quinten Metsijs
Molanus versterkt de getuigenis van Lodewijk Guicciardini2) die in zijne Beschrijvingder Nederlanden gedrukt in 1567
1) Carel van Mander Het leven der doorluchtighe Nederlandtsche en hooghduytsche SchildersAlckmaer 1604 in 4o 207
2) L Guicciardini geboren te Florentie den 19 oogst 1521 vestigde zich te Antwerpen in 1550Hij ontsliep in gemelde stad in 1589 Zie Girolamo Tiraboschi Storia della letteratura ItalianaMilano 1834 T XXII bln 361-62
Dietsche Warande Jaargang 4
20
Leuven als de geboorteplaets van QUINTEN METSIJS voorgeeft Deze italiaenderdie sedert 1550 te Antwerpen verbleef na gewaegd te hebben van eenigevermaerde meesters onzer vroegere School gaet derwijze voort lsquoA questiaggiugneremo cosigrave confusamente diversi altri trapassati veramente chiari etmemorabili et prima Dirick da Lovano (Stuerbout) grandissimo artifice QUINTINODELLA MEDESIMA TERRA gran maestro di figure del quale fra le altre cose si vedela bellissima tavola del nostro Signore posta nella Chiesa di Nostra Donna in questaterrarsquo En wat lager lsquoQuintino figliovolo di QUINTINO DA LOVANO mentionato piugrave altorsquo1)Deze plaetsen zijn op de volgende wijze in de fransche vertaling van zijn werk twelk onder zijn oog vervaerdigd werd en mede in 1567 te Antwerpen verscheenovergebragt lsquoA ceux-ci adjousterons ainsi pesle mesle beaucoup dautres bonspainctres tregraves-passez tousmaicirctres excellents et dignes dememoire et premierementDierick de Louvain de grant art QUINTIN DE LA MEcircSME VILLE grand maistre en figuresduquel entre autres ses ouvrages on voit le beau tableau de nostre Seigneur poseacuteen leacuteglise nostreacute Dame en ceste ville (Anvers)rsquo En lager lsquoQuintin fils de QUINTINDE LOUVAINrsquo2) s Mans getuigenis welke vroeger door Opmeer3) bekrachtigd enthands door Molanus gestaefd wordt heeft de beweringen van Fr Fickaert4) en Alexvan Fornenberg5) die gepoogd hebben Antwerpen voor de bakermat van denSmid-Schilder te doen doorgaen agrave neacuteant gesteldQuinten moet rond 1460 het licht ontvangen hebben Hij
1) Descrittione di M Ludovico Guicciardini patritio Florentino di tutti i Paesi Bassi altrimentidetti Germania Inferiore In Anversa G Silvio 1567 bln 98 en 99
2) Description de tous les Pays-Bas autrement dit la Germanie infeacuterieure ou Basse-Allemaignepar messigravere Ludovico Guicciardini Anvers 1567 in folo bln 131 en 133
3) Opus Chronographicum orbis universi Ant 1611 in folo bl 4484) F Fickaert Metamorphosis ofte wonderbare verhandelinghe ende leven van den vermaerden
MrQuintenMatsys constigh grofsmit ende daernae fameus Schilder binnen Antwerpen Ant1648 in 4o
5) Alex van Fornenberg Den Antwerpschen Protheus oft Cyclopschen Apelles dat is het levenende konstrijcke daden des uyt-nemenden ende hoogh-beroemdenMrQuinten Matsys Antw1658 in 4o
Dietsche Warande Jaargang 4
21
was zeer waerschijnlijk een broeder van Joos Metsijs een kunstigen slotmaker diein 1469 met zijne moeder in een huis gestaen in de Burgt-Straet te Leuvenverbleef Deze man beoefende de uerwerkkunst en was mede in de Bouwkunstgeen vreemdeling Hij voerde in 1525 met hulpe van den Beeldhouwer Jan Beyaerthet model uit der drie torenspitsen welke men in die dagen voornemens was ophet belfort onzer Hoofdkerk te doen stellen en twelk thands in het museum tenStadhuize alhier voorkomt De verdienstelijke smid ontsliep in 1529 Zijne eerstehuisvrouwe was Christine van Pulle zijne tweede Barbara van Ordingen Molanuszegt dat Quinten Metsijs den ijzeren arm der doopvonte van St Pieter vervaerdigdheeft Wij hebben dit voortbrengsel twelk onder alle opzigten een meesterstuk vanijzerbewerking heeten mag aen Joos Metsijs toegekend in een opstel gedrukt inhet groot werk twelk onze vriend Jules Gailhabaud thands te Parijs uitgeeft1) Hetis niet onmogelijk dat Quinten er met zijnen broeder aen gewrocht hebbe Devermelding van Molanus schijnt in allen geval te bewijzen dat het kunstwerk dooreenen Metsijs werd uitgevoerdOnze schrijver doet Quinten door Rogier in de schilderkunst onderwijzen Zulks
verschilt ten zeerste met de overlevering door Lampsonius opgenomen en doorvan Mander volksgemeen gemaekt welke hem de liefde tot meesteres geeft Hoet zij die Rogier moet een andere wezen dan Rogier van der Weyden want dezeontsliep toen Quinten ter naeuwernood vier jaren teldeMolanus vermeldt het triptiek vertoonende de H Familie t welk Metsijs voor de
kapel van Ste Anna in St Pieter te Leuven vervaerdigde een zijner meesterstukkent welk onze hoofdkerk thands nog versiert Hij spreekt mede van zijn tafereelvertoonende de graflegging twelk vroeger in de Kathe-
1) LArchitecture du Vme au XVIme Siegravecle et les arts qui en deacutependent la Sculpture la Peinturemurale la Peinture sur verre la Mosaiumlque la Ferronnerie etc in 4o
Dietsche Warande Jaargang 4
22
drael van OLV van Antwerpen en thands in het Museum dier stad voorkomt Hetis van dit gewrocht dat Guieciardini op de hierboven aengehaelde plaets gewaegtDe schrijvet haelt vervolgens een vijftal verzen aen door Lampsonius onder
Quintens beeltenis gesteld1) en eindigt zijne belangrijke aenteekeningen met eenevermelding genomen uit eenen brief van Erasmus waeruit blijkt dat onze schildereenen penning ter eere van den grooten Rotterdam mer vervaerdigd heeftDaer Metsijs gelijk Molanus voorgeeft tot het uitvoeren van kunstgewrochten
zeer dikwijls naer Antwerpen geroepen werd zoo besloot hij zich aldaer met denwoon te vestigen Hij verbleef eerst in de Huidevesters- en vervolgens in deSchutters-hof-straet Zijn huis gestaen in laetstgemelde straet draegt den naemvan St Quintyn en is thands gemerkt 3e sectie no 1408 Hij werd als vrije meesterin het Gilde van St-Lucas ontvangen in 1491 Metsijs huwde eerst ADELHEIDE VANTUYLT die hem vijf kinders schonk Pieter en Jacob leerlingen in de schilderkunstin 1510 Jan vrije meester in 1531 Quinten-Paul en Katherina Hij trad voor detweedemael in den echt rond 1508 met KATHERINAHYENS bij welke hij zes kinderenteelde Quinten Hubert en Abraham Petronella-Katherina Clara en SuzannaQuinten Metsijs die in de vriendschap leefde van Erasmus ThomasMorus en AlbertDuumlrer ontsliep te Antwerpen in 1531 Zie s Heeren Joh-Al de Laets Catalogue duMuseacutee dAnvers Anv Buschmann 1849 in-12 bln 49-56
III Dierik Stuerbout vader
Molanus is tot dusverre de eenigste schrijver die van DIERIK STUERBOUT of bijinkrimping BOUT gewaegt Hij leert ons dat de man uitmuntte in het schilderen vanlandschappen en dat hij ontsliep den 6en dag v Mei 1400 Onze geleerde voegt er
1) D Lampsonii Pictorum aliquot celebrium Germanice inferioris effigies Antv 1572 in 4o
Dietsche Warande Jaargang 4
23
bij dat zijn afbeeldsel alsmede de afbeeldselen zijner zonen Dierik en Albert inzijnen tijd in de nabijheid van den Predikstoel ter kerke der Minderbroeders vanLeuven voorkwamen Deze afbeeldselen zijn jammerlijk of te zoek gegaen of vernieldtijdens de vernietiging van het minderbroederklooster in 1797 Indien Haerlem smans geboorteplaets niet was dan had hij er in allen geval gewoond want zijn zoonDierik werd er geboren als aenstonds blijken zal Het ware hoogelijk te wenschendat er in de archieven welke er binnen Haerlem mogen voorhanden wezen eenigenavorschingen gewaegd werden tot het nader toelichten van het leven van een deroudste schilders der Nederlandsche school
IV Dierik Stuerbout zoon
Deze uitstekende kunstenaer werd te Haerlem geboren rond 1391 Zulks blijktdaeruit dat hij in een onderzoek begonst te Brussel den 9 December 1467 in twelkhij als getuigen aenhoord werd verklaerde 76 jaren of omtrent oud te wezen VanMander heeft over dezen kunstenaer die vroeger niet dan onder den naem vanDierik van Haerlem bekend was het volgende aengeteekend lsquoHy heeft ghewoontte Haerlem in de Cruys-straet niet wijt van het Wees-huys daer een Antijcksgevelken staet met eenighe verheven tronien dan t gelijckt wel dat hy oock heeftgewoont te Loven in Brabant want ick hebbe ghesien binnen Leyden van hem eenstuck met twee deuren in t midden was een tronie van eenen Salvator in deendeur eenen S Petrus in dander een S Paulus tronie waer onder stondt met guldenletters gheschreven in latijn dees meeninghe Duysent vierhondert en twee en tsestigh jaer nae Christus gheboort heeft DIRCK die te Haerlem is gheboren my teLoven ghemaeckt de eeuwighe rust moet hem ghewerden Dese tronien zijn omtrentsoo groot als t leven en na sulcken tijt uytnemende ghedaen en seer net met fraeyhayr en baerden Dit is te sien tot dHeer Jan Gerritsz Buytewegh wesende altghene dat ick weet
Dietsche Warande Jaargang 4
24
van zijn wercken aen te wijsen en is doch ghenoech om betuyghen wat uytnemendeMeester Dirck is geweestrsquo1)De Kunslenaer vestigde zich rond 1461 te Leuven Het Stedelijk Bestuer van zijn
talent bewust bevorderde hem tot den post van Schilder of Portraiteur der stadDeze tijtel gas hem alle jaren regt op eenen tabbaerd tot het verzellen der processienonzer hoofdkerk Toen het Stadhuis voltrokken was werd hij belast met hetvervaerdigen van tafereelen om de zalen er van te versieren Hij voltrok in 1468twee groote Schilderijen vertoonende het Schelmstuk en de Straf der gade vanKeizer Otto III eene legende genomen uit de bekende Kronijk van Godfried vanViterbe schrijver der XIIe eeuw Deze tafereelen welke hem 230 kroonen opbrachtenbleven op het Stadhuis van Leuven tot 1827 toen ze mits 10000 nederlandschegulden aen KoningWillem 1e afgestaen werden Zij prijkten sedert dien in de Galerijvan Willem IIe en werden op de veiling dier beroemde verzameling ten jare 1850tegen 9000 aen de Koningin-weduwe toegeslagen Thands versieren zij deverzameling van gothieken van gemelde vorstin te s HageStuerbout werd daerna belast met het uitvoeren van twee andere Schilderstukken
Het eene moest een triptiek vormen van zes voet hoog en vier voet breed en hetlaetste Oordeel voorstellen Het was beschikt om geplaetst te worden in devergaderzael der Schepenen Het andere stuk moest twaelf voet hoog en zes entwintig voet lang wezen en uit vier deelen bestaen Het was bestemd om geplaetstte worden in eene galerij van Schilderstukken welke het Stedelijk Bestuervoornemens was in eene der zalen van het Stadhuis tot stand te brengen Men hadhem voor beide tafereelen 500 kroonen gestemd De Schilder voltrok zijn triptiek in1472 en ondernam dadelijk het tweede Doch toen hij naeuwelijks het eerste deeler van voltrokken en het tweede begonnen had werd hij door den dood overvallenHet was in 1479 Hij liet eene weduwe na die hier ter stede eenen lakenwinkel hieldeene doch-
1) Aengehaeld werk bl 206 vo
Dietsche Warande Jaargang 4
25
ter met name Mathilde en eenen zoon Albert Stuerbout die mede het penseelbehandelde en die in 1529 nog in wezen was1) s Kunstenaers arbeid werd geschatdoor Hugo van der Goes van Gent een der leerlingen van Van Eyck die monnikgeworden was in de Priorij van Roode Klooster in het Soningerwoud bij BrusselHet stedelijk Bestuer betaelde ten gevolge dezer schatting aen de kinderen vanStuerbout eene somme van 306 gulden2)Molanus leert ons dat er in zijnen tijd in de Kapel van het H Sacrament binnen
StPieter te Leuven van s mans hand twee autaertafereelen van eene allerkeurigsteuitvoering aenwezig waren Deze stukken zijn vast het H Avondmael en deMarteldood van St Erasmus welke onze hoofdkerk thands nog versieren en welkevroeger boven de deur van de Sakristij der Kapel van het H Sacrament hingen Hetlaetste Avondmael vormde naer t schijnt in den beginne een triptiek TrouwensMrWaagen de gekende bestuerder der Galerij van Berlijn meent de deuren er vanteruggevonden te hebben Deze deuren bestaen uit vier paneelen waervan er tweein t Museum te Berlijn en twee in de Pinacotheek van Munichen voorkomen3) Dittreffend kunststuk stond vroeger vast op den autaer der kapel van het H SacramentDe twee tafereelen waervan wij komen te gewagenwerden door voorname kenners
beurtelings aen R van der Weyden H Hemling en Joos van Gent toegekend Wijhebben ze het eerst ten jare 1852 en dus lang voor het werk van Molanus tekennen als gewrochten van Stuerbout aangegeven4) In het Avondmael komen erdrie portretten voor die zigtbaer naer natuer gedaen zijn Het eerste vertoont eenouderling
1) Wij lezen in de rekening der stad lsquoBetaelt AELBRECHT BOUT schildere van dat hy het taverneelofte Cruys hangende voer de dingbancke schoon gemaect heeft ten bevele van der Stadby synder quitantie 13 aug Ao 1518rsquo Rekening van 1517 buitengetvoone uitgaven
2) Al deze bijzonderheden over Stuerbout zijn uiteengezet in het werk Louvain monumental p139
3) Zie Kunstblad 1849 no 454) Zie les Artistes de lHocirctel de ville de Louvain bl 149
Dietsche Warande Jaargang 4
26
de twee anderen twee lieden in den bloei der jaren t Komt ons hoogst waerschijnlijkvoor dat het de portretten zijn van Dierik Stuerbout vader en van Dierik en AlbertStuerbout zonen In dit vermoeden voegen we de beeltenis des bejaerden hierbijIn het voorbijgaen zullen wij hier nog aenstippen dat Goswijn vander Weyden in
een triptiek vertoonende de Hemelvaerd van Maria geschilderd in 1535 voor deAbtdij van Tongerloo en thands in het Museum te Brussel al de hoofdenvoorkomende in het Avondmael van Stuerbout letterlijk heeft nagemaeld Welkegevolgtrekking is daeruit voor de geschiedenis onzer Schilderkunst af te leiden
V Albert Stuerbout
Deze was een andere zoon van Dierik die in 1400 overleed Hij schilderde volgensMolanus voor het klooster der Augustijners te Leuven en voor andere geestelijkevergaderingen onzer stad De man schonk aen de kapel van OLV in het kleinekoor in S Pieter een autaertafereel vertoonende de Hemelvaerd van Maria aent welk hij naer t schijnt wel drie jaer gewerkt had Dit tafereel komt in onze kerkniet meer voor Wat het geworden is blijft ons onbekend Onze schilder waswaerschijnlijk de dooppeter van Albert Stuerbout zoon van Dierik waer wij hoogervan gewaegdenWij hebben in onze archieven geene bijzonderheden over Albert Stuerbout
gevonden In de Stadsrekening van 1442 lezen wij ter gelegenheid van het Beeldvan OLV uitgevoerd door Nicolaes de Bruine het volgende lsquoDIRIC AELBRECHTSSchildere die een patroon gemaect hadde om daer op dniewe beelt van onserVrouwe te stofferen dat de Rentmeesters behouden hebben ende hem daer voergegeven omme dat hy t voerscreven Beelt niet en stoffeerde 18 pleckenrsquo folo 47vo De heer Alph Wauters denkt dat Albert niet anders is dan Hubert Stuerbout debekende sieraedschilder1) Wij kunnen zulks nog niet aennemen schoon wij
1) Zie Rogier van der Weyden bl 31
Dietsche Warande Jaargang 4
to 26
DIERICK STUERBOUT
Dietsche Warande Jaargang 4
27
reden hebben om te gelooven dat deze Iactste zeer wel een broeder van Albert enDierik kan zijn geweest1)Reeds in 1438 was HUBERT STUERBOUT te Leuven gevestigd Ten jare 1454 werd
hij tot Sieraedschilder der stad bevorderd eenen post dien hij tot in 1480 behieldHij vervaerdigde in 1449 de teekeningen der bas-reliefs voor den voorgevel vanhet Stadhuis en versierde de zalen van dit gebouw De man overleed in 1483 ineen huis gestaen in de Thiensche straet in de nabijheid der voormalige kerk vanSt Michiel Hij liet bij zijne huisvrouwe die eene voorname borduerster was driezonen na Hubert Gillis en Frans die alle sieraedschilders waren
VI Hendrik van der Heiden
Molanus is de eenigste schrijver die ons den naem van HENDRIK VAN DER HEIDENvermeldt Hij leert ons dat deze Schilder de autaerdeuren der kapel van Ste Annain St Pieter vervaerdigde en dat er in de 16e eeuw vele gewrochten zijner hand inbijzondere huizen onzer stad aenwezig waren Van der Heiden had de dochter vanJAN GOSSART meer gekend onder den naem van Jean de Maubeuge zijnegeboorteplaets tot huisvrouwe Deze Gossart behandelde reeds in 1493 hetpenseel2) Hij vond een begunstiger in Philips van Burgondie abt derPraemonstreiter-abtdij van Middelburg die hem tijdens zijn gezantschap tot PausJulius II (1503-1513) meecirc naer Roome voerde en hem derwijze de middelen aende hand gaf om de schilderwijze der Italiaensche meesters nategaen Na zijneterugkomst in t Vaderland bestelde deze Prelaet hem een autaertafereel voor dekerk van zijn klooster De Schilder
1) Hubert had in alle geval naeuwe betrekkingen met Dierik Trouwens wij lezen lsquoMeesterDIERICK STUERBOUDT hem vergouwen in handen HUBRECHT DE SCHILDERErsquo en lsquoMeesterDIERICK BOUT vergouwen HUBRECHT STUERBOUDTrsquo Rekeningen van 1471 en 1472
2) Zie Rathgeber Annalen der niederlaumlndischen Malerei Alfred Miehiels Histoire de la peintureflamande et hollandaise 3n deel bl 57
Dietsche Warande Jaargang 4
28
vestigde zich te Middelburg en voltrok er zijn gewrocht tot groote voldoening zijnsbegunstigers Het was zegt Karel van Mander lsquoeen groot stuck met dobbel deurendie men in t opendoen om de grootheyt met schragen moest onderstellen Devermaerde Albert Duumlrer t Antwerpen wesende quam dit stuk met grootverwonderinghe sien niet sonder grooten lof daer van uyt te sprekenrsquo1) Ten jare1560 werd de kerk van het klooster door het blixemvuer ontstoken en het tafereelvan Gossart werd door de vlammen vernieldHendrik van der Heiden had zijnen schoonvader derwaerts gevolgd en heeft
welligt in Zeeland zijnen levensloop geeumlindigd Wij vestigen de aendacht dergeleerden van Middelburg op dezen kunstenaer die vast in hunne archieven moetvermeld wezen Welligt was hij een bloedverwant van JAN VAN DER HEIDEN eenenboekverlichter of illuminator librorum waervan wij in de rekening der stad van 1300lezen lsquoBetaelt Meesteren Jan van der Heyden illumineerdere van dat hy gerichtende verlicht heeft den lesten Staet die over een gelijmpt was ende zeer gebrouweltende geschent 6 stuyversrsquo fo 74vo
VII Bertel van Kessel
Dezeman was bekend onder den bijnaem van Bertel de Koster omdat hij de kosterijvan St Pieter bediende een ambt twelk zijne bloedverwanten en hij samen meerdan eene eeuw hebben waergenomen2) Hij was schilder toen hij in 1495 tot kosterbenoemd werd s Mans voortbrengselen naer men uit de woorden van Molanusmag opmaken getuigdenmeer van zijne godvrucht dan van zijn talent Hij beoefendenaer t schijnt mede de modeleerkunst en goot op doode ligchamen
1) Aengehaeld werk folo 225vo - Jan Gossart overleed in 1562 Zie Michiels loco cit2) Over Jan van Kessel lezen wij lsquoItem JANNE VAN KESSELE Costere van Sinte Peeters van dat
hy ten bevele van der Stad luyde ende beyarde in de gebeurte van onsen jongen Princhetot Brussele gheboren in September 1481 vergouwen 15 pleckenrsquo Rekening der Stad van1481 fo 43vo
Dietsche Warande Jaargang 4
29
standbeelden welke hij voor beelden van Christus in t graf dienen deed gelijk erin Molanus tijd in de Kapel des Bergs Calvarie buiten de Brusselsche-Poort en inverschillende andere kerken der stad aenwezig waren Wanneer hij op levendepersonen goot had hij de voorzigtigheid ze iets in den mond te stellen tot hetademhalen Bertel was in 1535 nog in bedieningWij kennen van s mans kunstarbeidbinnen onze stad niets meer Hij liet in St Pieter een dagboek in twelk hij een enander omtrent de geschiedenis der kerk had aengeteekend en t welk Molanus onderde benaming van Diarium Bartholomoei Custodis op verschillende plaetsen aenhaeltTen jare 1522 bestuerde Bertel van Kessel te gelijk met den Overste der O-L-V
broeders den Omgang welke ter gelegenheid van de leuvensche kermis plaetshad en welke uit eene reeks van wagens versierd met levende persoonaedjenbestond Het stedelijk Bestuer schonk hem in vergelding dezer bemoeijing 18stuivers1)
Molanus leert ons dat er in zijnen tijd in de Sacristij van het H Sacrament in StPieter een tafereel bestond vertoonende Antoon van Langrode overleden in 1434met zijne 8 zonen en zijne 6 dochters Dit gewrocht t welk tot een onzer schildersuit de XVe eeuw moest behooren en bij gevolg veel belang moest opleveren voorde geschiedenis der Kunst komt in gemelde plaets niet meer voor Doch dit zegtniet dat het vernield zij Welligt prijkt het thands in eene of andere bijzondereverzameling
Onze Schrijver berigt ons mede dat VELASQUES DE LUCERNA ten jare 1512 aen hetGasthuis der arme zieken van Leuven onder andere ook een tafereel schonkvertoonende het beeld van Maria uitgevoerd door meester SIMON MARMYONuitmuntenden Schilder Deze Kunstenaer is ons volstrekt onbekend
1) Wij lezen in de Rekeningen lsquoBERTHELMEUS VAN KESSELE coster van Ste Peeters te leenevoor sijn paert ende arbeyt van dat hy heeft hulpen dirigeren die personagien voernoempt18 stuyversrsquo 1522 fo 312vo
Dietsche Warande Jaargang 4
30
Welligt behoorde hij tot de Spaensche School Valasques de Lucerna uit Portugaelwas eerst predikant van Margareta van York weduwe van Karel den Stoute dehervormster van t Gasthuis van Leuven en daerna raedsheer van Karel Ve Dezeman heeft de huidige Kerk van t Gasthuis voor t meerendeel doen bouwen Hijontsliep te Leuven den laetsten December 1512Molanus gewaegt van het gedenkteeken t welk MAXIMILIAEN MORILLON eerst
vicaris-generael vanMechelen daerna Bisschop van Doornijk in StPieter te Leuvendeed opregten aen de gedachtenis van zijnen vader Gwijde Morillon eerst leeraervan grieksche tael bij het Kollegie der drie Tongen daerna Secretaris van KarelVe overleden in 1548 Het triptiek van dit gedenkteeken bevindt zich thands tenStadhuize alhier Het is een der beste gewrochten vanMICHIELCOXIE van Mechelenzoo te regte bijgenaemd den Raphael van Nederland Het middenpaneel vertoontde hemelvaerd Christi het is diep beschadigd De rechter deur vertoont debeeltenissen van Gwijde Morillon vader en van zijne zonen Maximiliaen en Antoonde linkerdeur vertoont degenen van Elisabeth de Mil gade van Gwijde en van haretwee dochters Ons Stedelijk Bestuer komt zich tot het Gouvernement te wendenten einde eene hulpsom te bekomen tot het dadelijk doen herstellen van ditSchilderstuk
II Beeldhouwers enz
Molanus brengt ons in kennis met twee beeldhouwers en eenen etzer die tot denKloosterstand behoorden en wier namen in de geschiedenis der Kunst volstrektonbekend zijn
IB Koroneel van Arendonk
Deze was een uitmuntende Schrijnwerker die zich als leeke broeder in het Kloosterder Minderbroeders had laten aenvaerden Hij vervaerdigde in 1513 het gestoeltevan het koor
Dietsche Warande Jaargang 4
31
der kerk zijns kloosters t welk van zijne behendigheid in het steken van sieradengetuigde Deze man die zeer nederig van omgang was ontsliep te Leuven den 27December 1540
II B Godfried van der Loy
Dr Godfried Stryroye Prior van het Klooster der Predikheeren aenvaerdde in zijnhuis rond 1530 eenige beeldhouwers tot het uitvoeren van een nieuw gestoeltevoor het Koor zijner Kerk op voorwaerde dat zij niets meer dan den kost zoudengenieten Onder dezen bevond zich GODFRIED VAN DER LOY die aengezet door deopwekkingen van den Prior en door het voorbeeld van een heilig leven zich alskloosterling liet aenvaerden Hij werkte gedurende drie jaren aen het gestoelte enontsliep den 18 Juny 1550 Het gestoelte bestaet nog doch het werd in 1803 doorhet opvoegen van nieuwe beeldhouwwerken bedorven De oorspronkelijke deelener van zijn zeer keurig uitgevoerd
III B Sebastiaen Etzer
Deze man een Augustijn van het Klooster van Leuven was naer Molanus onsleert een voornaeme etzer Den 23 November 1574 drongen drie booswichten inzijne kamer overvielen hem en bragten hem om t leven Hij had toen reeds eenenhoogen ouderdom bereikt De moordenaers ontvreemden al het koper en zilver twelk er ter bewerking in de kamer voorhanden was Daer men geen het minst kwaedvermoeden ten hunnen opzigte had zoo werden zij na het bedreven schelmstukdoor den Poortier uitgelaten Doch het jaer daerna in de maend February 1575werd een der daders te Brussel levend verbrand Sebastiaen was vast een ciseleurHet aenwezen in zijne kamer van koper en zilver laet ons niet toe aen eenenplaetsnijder te denken
Dietsche Warande Jaargang 4
32
III Schoonschrijvers en boekverlichters
Onze schrijver gewaegt van vier schoonschrijvers en boekverlichters die ons totdusverre onbekend zijn gebleven1)
I Gilbert van Boeslintere
Deze schoonschrijver die in de Parochie van Bunsbeke verbleef vervaerdigde tenjare 1380 een Martyrologium der orde van S Benedictus voor de abtdij vanVlierbeke bij Leuven Dit boek werd op een oud handschrift t welk in 1579 ingemelde abtdij nog voorhanden was afgeschreven Meer weten wij niet
II Olivier van de Velde of de Campo
OLIVIER VAN DE VELDE geboren in het dorp Kumptig bij Thienen was eerstProcurator dan Supprior en vervolgens Novitiemeester in de Priory van Bethlehembij Leuven De man hield zich bezig met het afschrijven verlichten en binden vanboeken Verschillende voortbrengselen zijner penne waren er vroeger in deBibliotheek van Bethlehem voorhanden Deze zijn vast verstrooid geworden tijdensde afschaffing dier gemeente in 1783
III Godfried van Emsteyn
Deze was monnik in het Klooster van O-L-V te Emstein bij Dordrecht toen hetin 1421 met 70 dorpen onder water liep Hij werd uit medelijden in de Priory vanBethlehem aenvaerd doch at er zijn brood in geene ledigheid Trouwens hij schreefhet eerste deel des Bijbels voor zijne kloostergenoten afMolanus vermeldt het jaer zijns afstervens niet
1) Wij laten de monniken van St Marten hier achterwege omdat wij voornemens zijn eenafzonderlijk opstel aen deze schrijvers te wijden Zij zijn alle vermeld in het handschrift Origodomus St Martini in Lovanio t welk thands voor ons ligt
Dietsche Warande Jaargang 4
33
IV Dirck van Heemstede
DIRCK VAN HEEMSTEDE geboren in het dorp diens naems gelegen in de nabijheidvan Haerlem was student in de regten toen hij in 1505 in het klooster derKarthuizers van Leuven het habijt van St Bruno aennam De man die naer degetuigenis zijner kloosterbroeders een behendig schilder en schrijver was werdna beurtelings de ambten van vicaris en leermeester der noviten waergenomen tehebben tot vierden Prior van zijne gemeente verkoren Hij ontsliep te Leuven den5enApril 1542 Ten jare 1529 werd zijn broeder JANSIMONS van Heemstede meesterin de kunsten in het zelfde klooster aenvaerd Deze werd later tot Procuratorverheven
Ziedaer al hetgeen wij uit het handschrift van Molanus in betrekking tot degeschiedenis der beeldende kunsten in ons vaderland vergaderd hebben Wij latenthands den oorspronkelijken tekst volgen Welligt doet onzemededeeling bij anderenden lust ontstaen om het leven der bovenvermelde kunstenaers door nieuwenavorschingen nader toe te lichten en derwijze de taek te vergemakkelijken desgeleerden uitgevers van een boek t welk alle vriend van voorvaderlandschen roemgewis met belangstelling te gemoet ziet
Uittrekselen van het handschrift getyteld Historiae Lovaniensium libri XIV auctoreJOANNE MOLANO
Pictores LovaniensesMemoria aliquot pictorum Lovaniensium
Quia Pictores non inter machinos opifices sed inter liberales Artificesconnumerantur paucis subjiciam memoriam quorumdam Pictorum
I Rogerius
1 Magister Rogerius civis et Pictor Lovaniensis depinxit Lovanii ad S Petrumaltare Edelheer et in Capellacirc beatae
Dietsche Warande Jaargang 4
34
Mariae summum altare quod opus Maria Regina agrave Sagittariis impetravit et inHispanias vehi curavit quanquam in mari periisse dicatur et ejus lococirc dedit capellaequingentorum florenorum organa et novum altare ad exemplar Rogerii expressumoperagrave Michaeumllis Coxenii Mechliniensis sui Pictoris 2 Ejus quoque Artificii sunt
Testes picturae quae Bruxellense tribunalDe recto Themidis cedere calle vetant
Dominicus Lampsonius
II Quintinus Mesius
1 Primum Faber fuit qui malleocirc contudit eam molem quacirc Fons baptismalis ad SPetrum clauditur Quod artifices fabri admirantur 2 Deinde in tantum sub Rogerioin excellentem magistrum profecit ut ob artificium tandem Antverpiam frequenterevocatus commigracircrit 3 Ejus opus est Lovanii altare Sanctae Annae Antverpiaealtare ad S Mariam ab Iconomachis ob artificium vindicatum 4
Antegrave faber fueram Cyclopeumlus ast ubi mecumEx aequo Pictor coepit amare procusSeque graves tuditum tonitrus postferre silentiPeniculo objecit cauta puella mihiPictorem me fecit Amor
Dominicus Lampsonius ad ejus effigiem In libro lsquoPictorum celebrium inferiorisGermaniaersquo Antverpiae 1572 5 Effigiem meam fudit aere Erasmus libro XIXEpistolarum
III Theodoricus Bouts Uterque
1 Claruit inventor in describendo rure mortuus anno aetatis 75 domini 1400 die6 maii Ejus et filiorum ejus Theodorici et Alberti essigies extant apud Minores egraveregione Suggestucircs 2 Theodorici filii opus sunt in Ecclesiacirc divi Petri duo altariavenerabilis Sacramenti quae multum ex arte commendantur
IV Albertus Bouts
Filius Theodorici multa devotegrave Lovanii depinxit ad Augustinenses et alibi Capellaebeatae Mariae donavit in parvo choro
Dietsche Warande Jaargang 4
35
altare assumptionis beatae Mariae Quod opus audio eum non potuisse triennioabsolvere
V Henricus Vander Heiden
Lovanii sui memoriam reliquit in ostiis altaris S Annae et in multis privatis picturisUxorem habuit filiam Joannis Mabusii Pictoris longegrave famosissimi Hic Pictor posteaex patriacirc suacirc Middelburgum commigravit ubi socer ejus Malbodius sive Mabusiusad Praemonstratenses in summo Altari depinxit per tria lustra annunciationem beataeMariae quae anno 1560 fulmine cum Ecclesiacirc periit
VI Bartholomaeus van Kessel
Pictor et Ecclesiae divi Petri custos fudit super mortuis hominibus corpus Christimortuum prout cernitur in sepulcro Montis Calvariae et in variis urbis nostraeEcclesiis Fundebat etiam formas viventium hominum dans eis aliquid in ore adrespirandum Hujus mentionem ingero non ob artificium sed ob pietatem Sepulcraenim haec agrave multis religiosegrave invisunturLib X p 167
BARTHOLOMAEUS VAN KESSEL vulgo Bertel die Coster supra modum adamavitEcclesiam divi Petri quoad ornatum et pias caeremonias Et in eacirc Ecclesiacirc cumparentibus suis ultra centum annos custos fuit Ipse enim suacirc manu annotavit anno1535 Joannem van Kessele calcearium seniorem factum esse custodem anno1432 Joannem van Kessele Juniorem anno 1458 triduo ante exustionemEcclesiaequi anno 1484 factus est sacerdos eique morienti Se Bartholomaeum Pictoremanno 1495 successisse Lib XI vbo van Kessel
Habet haec familia (van Langrode) ad S Petrum in Sacristiacirc venerabilis SacramentiTabulam Antonii van Langrode cum 8 filiis et 6 filiabus defuncti anno 1434 Lib XIvbo Langrode
Dietsche Warande Jaargang 4
36
Valascus de Lucerna dat hospitali Lovaniensi inter alia Imaginem beatae Mariaeopus Magistri SIMONISMARMYON nobilissimi Pictoris Testamentum 1512 Lib XIVp 37
Guido Morillonus vir pietate literis et vitae integritate conspicuus Carolo Voimperatori Caesari augusto agrave Secretis obiit anno 1548 die XI octobris Cui filiusMaximilianus Morillonus nunc Episcopus Tornacensis celebre monumentum posuitin Ecclesia S Petri operacirc MICHAELIS COXENNII Pictoris Lib XII
Statuarii
1 Frater CORNELIUS AB ARENDONCK laiumlcus et carpentator insignis fecit Sedilia chorianno 1513 nova in omnibus mirae industriae et humillimae conversationis [ab aliacircmanu obiit 1540 decembris 26] MINORES Lib 5 C 22II Junii 18 1550 obiit frater GODEFRIDUS VAN DER LOY conversus et Statuarius
Hic unus est ex iis qui Sedilia chori artificiosissimegrave confecit Quos Godefridus Stryroyeeacirc conditione conduxerat ut praeter victum nihil haberent si habitum assumerentAttractus est autem per exhortationes Stryroye1) et sanctae vitae exempla cumtriennio feregrave in conficiendis Sedilibus laboragravesset PRAEDICATORES Lib 5 C 19III Anno 1574 die 23 novembris dominus SEBASTIANUS Augustinensis vir Senex
et insignis Sculptor intra Monasterium in suo cubiculo existens agrave tribus sicariisjugulatur Iidemque sublatis omnibus quae habebat vel in are vel in argento incisaquacirc intrarant nemine quicquam suspicante agrave partario sunt emissi Verum annosequenti nona die februarii praecipuus hujus facinoris author Bruxellae vivusuxustus est Lib 13 C 1
1) G Stryroye Diestensis obiit 10 nov 1540 Not editoris
Dietsche Warande Jaargang 4
37
Scriptores et Illuminatores
I GILBERTUS DE BOESLINTERE Conservantur (in Vlierbeke) duo Martyrologia cumregulacirc S Benedicti et anniversariis E quibus liber recentior Scriptus est anno domini1380 per manus GILBERTI DE BOESLINTERE in parochiacirc de Bunsbeke Lib 5 c 2
II OLIVERIUS DE CAMPO natus Conteii prope Thenas in Montibus fuit hujusMonasterii Procurator postea Supprior et novitiorum Magister plurium librorumscriptor ligator et illuminator Primus Rector reformator et Prior bonorum Puerorumin Leodio Lib 5 c 32
BETHLEHEM
III GODEFRIDUS EX EMSTEYN cum apud Dordracum Monasterium Beatae MariaeVirginis in Emsteyn cum 70 villagiis submergeretur frater Godefriduumls ejusdem domusConventualis charitativegrave in Bethlehem susceptus est Qui nolens Bethlehemiticumpanem gratis manducare ultro Scripsit primum volumen Bibliae fuitque omnibusexemplaris Ib Lib 5 c 32
IV THEODORICUS DE EMSTEDE natus in Emstede viculocirc prope Harlemum Studiosusjuris anno 1505 ad statum monachi et ad osculum receptus est Fuit industriusPictor et Scriptor multo tempore vicarius Domus et novitiorum institutor omnibusobsequiosissimus et verus pacis amator ac tandem quartus Prior obiit 1542 3aprilis Accessit anno 1529 frater ejus JOANNES SIMONIS DE EMSTEDE artiummagister qui fuit hujus domus Procurator Ib Lib 5 c 37
Dietsche Warande Jaargang 4
38
Bijdrage tot vorenstaende kunsthistorische aenteekeningen
(I iv) Dierik Stuerbout Zoon
Sedert het ter perse zenden van vorenstaend opstel hadden wij het genoegen inde Rekeningen van het Broederschap van het H Sacrament in St Pieter te Leuveneen paer oorkonden te ontdekken welke ons in staet stellen te bewijzen dat de tweebekende tafereelen het H Avondmael en de Marteldood van St Erasmus wezenlijkdoor DIERIK STUERBOUT uitgevoerd zijn geweest en derhalve de meening welkewij daeromtrent reeds voacuteoacuter jaren in t midden gebragt hebben te wettigen Tenjare 1433 had het kapittel van St Pieter aen gemeld Broederschap twee kapellenin den omtrek van het koor afgestaen op voorwaerde van ze te doen versieren enze te onderhouden In de kleinste kapel deed het Broederschap eenen autaeroprigten ter eere van den H Erasmus martelaer in de grootste eenen autaer tereere van het H Sacrament De eerste dezer autaren werdmild begiftigd door meesterGEERAERD den Schoolmeester van Leuven Zulks blijkt uit de volgende aenteekeningvoorkomende in het boek des Broederschaps lsquoItem voer meester Gheret dyScholemester sal men al yaer iij messen sengen Item op Sente Iheronimus eynItem op Sent Bernart dach eyn Item op Sent Herasmus dach eynrsquo Nu hetmiddelpaneel van het triptiek van Stuerbout vertoont de Marteling van St Erasmusde rechter deur vertoont St Hieronimus en de linkerdeur St Bernard Het iswaerschijnlijk dat dit schilderstuk door Geeraerd den Schoolmeester bekostigd isgeweestHet tafereel vertoonende het H Avondmael werd bekostigd door het Broederschap
van het H Sacrament De schilder wijdde verschillende jaren aen de uitvoering ervan en ont-
Dietsche Warande Jaargang 4
39
ving nu en dan eenige rhijnsche gulden op rekening Dit blijkt uit de door onsgevondene bijzonderheden In 1466 was het gewrocht ver gevorderd en in 1467werd het voltrokken Het boek der rekeningen van het Broederschap bevat aen hetgemelde jaer de volgende allerbelangrijkste verklaring van de eigene hand desgrooten meesterslsquoJc Dieric Bouts kenne mi vernwcht1) en wel betaelt als van den werc dat ic
ghemaect hebbe den heilichen Sacramentrsquo Hierop volgt deze aenteekening lsquoItemdit es die sele2) van Messter Dyeric kent en lyt dat hy es voel3) betaelt en selveghescreven met synder hant van den iiij messter van den Sakermente te Lovendat was Jan Ouwerogge en Goert Retermans en Raes van Baussele en PeterHeykensrsquo4)Een fac-simiel van de verklaring des schilders komt voor in ons werk Louvain
monumentalWij beschouwen de hier besprokene ontdekking als de belangrijkste welke wij
tot dus verre voor de Geschiedenis der Kunsten in ons Vaderland gedaen hebbenomdat wij er door in staet gesteld zijn geworden met zekerheid den uitvoerder tedoen kennen van twee der schoonste gewrochten der nederlandsche school in deXVe eeuw Thands bezitten wij middelen van vergelijking Voortaen zal hetgemakkelijk wezen de tot dus verre onbekende gewrochten van Dierik Stuerboutten regte te brengenDe groote man moet binnen Haarlem zijne geboortestad vast onderscheidene
tafereelen gelaten hebben Ten jare 1609 verscheen er te Amsterdam eene franschevertaling van Guiceiardinis Beschrijving der Nederlanden vervaerdigd door F deBelleforest en voorzien van toevoegselen en aenmerkingen door Pieter du Montof vanden Berge Op de plaets waer Guicciardini van Dierik van Haarlem gewaegtheeft vanden Berge de volgende aenteekening gesteld lsquoLe tableau exquis
1) Vernoegd voldaen2) Cedul vroeger wel zedel zeel Conf Bilderdijk iv3) Vol ten volle wel toch niet4) Het H Avondmael vormde in den beginne een triptiek als blijkt uit de rekeningen van het
Broederschap
Dietsche Warande Jaargang 4
40
duquel laboureacute avec toute patience estoit jadis au couvent des Reacuteguliers lequelcontenoit lhistoire de la vie de Bavon jadis patron de Gand et de Harlem agrave laquelleestoit aussi adjointe le beau terroir des environs de la ville et le fit dicelle contrefaictau vif ensemble le couvent des Reacuteguliers avec la maison de Cleef le chien deterre le bois dit vulgairement Aerden Hout et larbre caveacute jadis ceacutelegravebre en ce lieupareillement le costeacute Septentrional du grand cimetiegravere de Harlem se trouve encoreaujourdhuy au logis dun amateur de lart maistre T BLINrsquo In de vlaemsche vertalingvan Guicciardinis werk vervaerdigd door K Kiliaen en uitgegeven te Amsterdamin 1612 door gemelden Pieter vanden Berge is de aengehaelde plaets op devolgende wijze overgebragt lsquoWelckers uytnemende outaer gewrocht in allerpatientie wel eertijds gestaen heeft ten Regulieren inhoudende het leven van SBaven voortijds patroon tot Gent ende Haerlem daer beneffens de heerlijckelandouwe omtrent Haerlem ende de ghestaltenisse van die nae t leven afgebeeldthet Regulieren covent het huys te Cleef Aerden-hout en den hollen Boom aldaervoortijds vermaert oock mede de noordzijde van het groote kerckhof tot Haerlemnoch in grooter weerden by een liefhebber gehouden werdtrsquo Hier blijft de naem desliefhebbers die het gewrocht in 1609 bezat T Blin namelijk achterwege schoonmen hem terugvindt in de latere uitgaven der fransche vertaling door P vandenBerge en P Keere bezorgd Wat is er van dit uitmuntend kunstwerk geworden Wijrigten deze vraeg aen de beoefenaren van de geschiedenis der beeldende Kunstenbinnen Haarlem De stad van Laurens Koster moet er vast tellen die zich te dienopzigte eenige navorschingen zullen getroostenMolanus leert ons dat de afbeeldselen van Dierik Stuerbout vader en van Dierik
en Albert Stuerbout zonen in zijnen tijd in de kerk der Minderbroederen te Leuvenhingen Het is vast van dit schilderstuk dat Aubertus Miraeus in zijn werk Rerumtoto orbe gestarum Chronica Ant 1608 bl 345 gewaegt in de volgende woordenlsquoDivinum hoc inventum
Dietsche Warande Jaargang 4
41
(olei in picturis usus introductus) plerique ad annum Christi 1410 referunt sed anteannum Christi 1400 id Belgicis cum pictoribus Eickium (van Eyck) communicasseconvincunt vetustiores tabellae coloribus oleo mixtis depictae atque in his ea quaein templo Franciscanorum Lovanij spectatur cujus quidem auctor sive pictor notaturobijsse an 1400rsquo Welligt was Dierik Stuerbout de zoon in de kerk derMinderbroederen begraven geworden Vast had het aenwezen aldaer van gemeldtafereel eene beteekenisWij kunnen ten slotte niet nalaten de geleerden van Holland aen te manen tot
het ondernemen in de archieven van Haarlem van navorschingen omtrent deStuerbouten Indien gelijk Molanus en Miraeus het voorgeven Dierik delandschapschilder wezenlijk in 1400 overleed dan is hij niet alleen een voorgangerder van Eycken maer tevens een der oudste meesters van de Nederlandscheschool De ontdekking van bijzonderheden over s mans aenwezen binnen Haarlemzou het grootste licht brengen over de geschiedenis van de eerste beginselen eenerschool welke door het talent van Albert van Oudewater1) en Geertjen van St Jans isopgeluisterd geworden
(I vi) jan gossart en hendrik vander heiden
Wij spraken hooger van het verblijf binnen Middelburg van JANGOSSART of Jan vanMaubeuge2) den schoonvader van HENDRIK VANDER HEIDEN van Leuven Het blijktuit eenen brief gedagteekend uit Lier 20en oogst 1528 door Christiern II koningvan Denemarken aen den abt van St Pieter te Gent gerigt dat de befaemdekunstenaer nog destijds in Zeelands
1) Van Oudewater of van Ouwater is vast een toenaem Was deze Albert niet de broeder vanDierik Stuerbout Mogten omtrent dezen kunstenaer ook eenige navorschingen gewaegdworden Van Mander leert ons dat hij in den tijd van Jan van Eyck dagger 1441 moet geleefthebben Zie zijn boek bl 205vo
2) Wij weten tot dus verre slechts weinige bijzonderheden over het leven van Jan Gossart Voacuteoacuterde ontdekking van het HS van Molanus wist men niet eens dat hij in den echt getreden wasDe archieven van Middelburg moeten vast bijzonderheden over dezen kunstenaer bevatten
Dietsche Warande Jaargang 4
42
hoofdstad verbleef De vervallen Koning geeft in gemelden brief zijn verlangen tekennen den Schilder te raedplegen over een grafgedenkteeken t welk hij voornemenswas in de kerk der abtdij van St Pieter te Gent te doen oprigten aen de gedachtenisvan zijne gade Isabella van Oostenrijk overleden te Zwijnaerde den 19 januarij1526 De oorkonde komt voor in s Heeren Altmeijers opstel getijteld IsabelledAutriche et Christiern II Brux 1842 bln 35Jan Gossart werkte naer t schijnt rond de 15 jaren aen zijn groot triptiek Zulks
blijkt uit eene allerbelangrijkste aenteekening voorkomende in een handschrift derprovinciale archieven van Zeeland getijteld Register perpetueel der stadReimerswael no 84 fo 173 Deze aenteekening door den heer Bakhuizen van denBrink archivaris generael van het koningrijk der Nederlanden ontdekt en dooronzen vriend Alex Pinchart uitgegeven is betrekkelijk tot den brand welke door hetblixemvuer op 24n februarij 1568 in de abtdij van Middelburg veroorzaekt werd enwelke eene reeks van belangrijke kunstgewrochten in asch verkeerde Zij luidt alduslsquoSulcx datter in de selve kercke nyet geheel gebleven is dan alleene een metalenMarien-beelt staende in t midden van de choor ende een deels van de sepulturewijlen hoochloffelijcker memorie coninck Willem ende onder andere veel schoenejuweelen beelden ende tafereelen die daer verbrant sijn wert principalijck beclaechteen seer schoene rijckelijcke tafel van den hoogen autaer eertijts geschildert byJASMYN MABUYSE1) daer hy vijftien jaren over besich geweest hadde de welckegereputeert was te syne de schoenste schilderye van geheel Europa ende hadde(soo men seyde) eertijts by den ambassaten des Conincx van Polen geestimeertgeweest in coope mogen gelden tachentich duysent ducatenrsquo Zie Messager dessciences historiques de Belgique 1855 bl 416Hendrik vander Heide kan derhalve gedurende ettelijke jaren met zijnen
schoonvader binnen Middelburg gewoond heb-
1) Volgens den Catalogue du Museacutee dAnvers ontsliep Jan Gossart in de Scheldestad ten jare1532
Dietsche Warande Jaargang 4
43
ben Zijn verblijf in gemelde stad moet rond 1528 gezocht worden Dit jaer is eenpunt van uitgang voor de geleerden die in de archieven van Middelburg eenigenasporingen zouden willen ondernemen omtrent het leven van dezen zoo weiniggekenden kunstenaer
Simon Marmion
Deze kunstenaer was geboren te Valencijn Guicciardini zegt van hem lsquoSIMONEMARMION huomo veramente dotto et pio eccellentissimo Pittorersquo En elderseccellentissimo pittore et gran litteratorsquo Zie blz 129 en 578 Hij was derhalve eengroot schilder en een voornaem letterkundige
Over het triptiek vervaerdigd door MICHIEL COXIE voor het grafgedenkteeken vanMorillon in de kerk van St Pieter te Leuven leze men ons verslag in den Messagerdes sciences historiques de Belgique 1857 bln 269-284 Het is vergezeld van eenekopersnede uitgevoerd door den heer Chs Onghena van Gent Het staetsbestuerheeft het noodige hulpgeld toegestaen tot het herstellen van dit heerlijkekunstgewrocht Reeds hebben de heeren Le Roy en Chs vander Eycken dezeherstelling ondernomen
LEUVEN 18 Februarij 1858
Dietsche Warande Jaargang 4
44
Van Seven Prevelegien die de vrouwen hebben boven demannen
[Uit] een sermoen gepreeckt van een docter inder GodtheytAnno 1478 tAmsterdam inde Ouwe Kerck
De eerste is dat de vrouwen van Ee[l]der substancie sijn dan de mannen dat isvan levendich gebeent en die mannen vander aerdenDe tweede is dat die vrouwen gemaeckt sijn op eedelder plaets dat is int Paradijs
En die mannen op het lant by DamascoDe derde is dat Godt sijn menschelijckheyt heeft aengenomen van een vrou en
niet van een manDe 4 is doen onse Heer sijn passien aenstaende was doen en wasser geen vrou
die consent gaf tot onsen Heeren doot maer seven duysent mannen die daer riepenlsquocruyst hem cruyst hemrsquoDe 5 is dat alle mannen vant geloof vielen in onse Heeren passie doen worden
dat geloof alleen inde vrouwen dat is inde Moeder Godts Maria behouwen gelijckt vier inden steenDe 6 is dat de Soone Godts hem eerder openbaerden die vrouwen dan die
mannen doen hy van der doot was verreesen want geen man was waerdich onsHeeren Glorifiseerde lichaem eerst te sien om haer1 ongeloofDe 7 is dat Godt een vrou verheven heeft boven alle kooren der Engelen inden
hoochsten troon daer nimmermeer sal comen eenen man Daerom vrouwen prijsgaet boven mannen verstant
Achter een stichtlijk HS van 297 blz kl lankw form getiteld lsquoEenigesoete tijt cortinge dienende tot vermaeck inde tijt van Recreatie I H SGheschreven tot Godes hoochste eer en Glorie en sijn alderheylichsteMoeder Bidt voor de schrijffers begonden 14 Julij 1654rsquo
1 Di hun
Dietsche Warande Jaargang 4
45
[Hoverde ende Ommate]XIV didaktische strofen1naar een HS van de XVe Eeuw
I
En altoes op die Nu hebbic alsoe gedaenEn der werelt te na gegaenEn niemē gespaert dor sine giftēHier in sal elc sijn stuc ontfaenGhedeilt alsoet mi geeft mīj waēHoort arme rike neve nichtenIc sal elken op tsine berichten
IIIc hebbe gedicht en bescrevēJ deel vand werelt leven
Die ic vol sie van venineOm dat ic wil exempel gevenDen hen die ter ercheit snevē
1 De bovenstaandemaerlantsche strofen (welke we door deze aanduiding volstrekt niet meenenvoor werk van onzen wakkeren Iacop uit te maken) werden der lsquoDietsche Warandersquo in een4o-pergamentblad ter meecircdeeling aangeboden door den Wel-Eerw Heere J Dyckmann DeHeer JJ Nieuwenhuyzen heeft de goedheid gehad er eene naanwkeurige kopij voor de persvan te maken Alleen de u-middenkonsonant hebben we gemakshalve door v dev-initiaalvokaal door u doen vervangen Tot dus-verre komt dit zededichtsel ons onbekendvoor en wij gelooven het dan ook onuitgegeven Wij wenschen er de aandacht onzer Mnlletterkundigen een oogenblik op te vestigen en zullen gaarne eenige toelichting ontvangenomtrent de plaats die aan deze strofen in de vaderlandsche lettergeschiedenis gegeven moetwordenBest d lsquoDWrsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
46
En thoenē hem wat es hte sineDie op die worde wille clevenEn sugē datt in es blevēHets dfielē medicineM diē die scalcheit heeft bewevēDen wt nie doget in besevēTcastien es vloren pineScalc die blijft van fellen grine
IIIGods gebod en sine leerenEeft dat wine mīnen en begerē
Mz hten mz fiele en niet d bovenWel mogen die duvelē houdē h scerēAlsi ons den rugge sien keerēGode en aen die welt geloovenDie ons den penninc doet eenEn onsen prijs d mede meereDoet ons onse herte clovenDz wine mīnen en eerenWarē wi vroet wi soudens ōtberēWant wi tkeest uut onsen scoevēGode met die gedachte roeven
IVDi doot d wi toe behorenDats die oechst die mayet core
Dz God werpt op die erdeOm tsinen dienste sijn geborenM dien die duvel giet in dorenNijt scalcheit en hoverdeDie alle doget in hem te storēHi hilde dat hi vonde bescorēLiev dan hijt vor gode sperde
Hine mach niet er gods wdeDie duvelē dragent he verde
VK nt den hemelschē drochtineDats der sielen medicine
Dietsche Warande Jaargang 4
47
Ten ioncste dage als die h mae sceedēEene fonteine eeft hte sineDie ons ontmīdt en ontdwineScoenheit weelde van dien cleedeGhelijc den drome eest anscineHeeftu in dome weelde of pineAlstu ontwaecs w machstuleedēGhef mildelike dor gode dat dineDu heves merke vor poyterinSiet wstu toe di redenDune machftu voegen nz te beden
VISiet w du di voeges hedenMz enē winckene eest h leden
Minftu die welt du best ontweechtSiet wat die falege hebbē ontbedēDie hem d hovden miedēDie men in dese welt plechtSi fijn gravē en graefnedēGecroent in groter werdechedēD geen gelijc iegen en drechtH af es lucifer geleedēNed ter langher serichedenV staet wat die scrifture seechtSo mogeftu wetē w hi leecht
VIIWat vhefftu di onwerdeMen moet di gravē ind erdē
Dinē stāc en mach niemā gedogēHier so ent dij hovdeDiemē hier so see begerdeD weet of es be(1)drogēDie lierē dmē blā(1)ket opsmdeSmeltē en gaē he verdeWat peistu wtoe wiltu poegēTgoet dat mē bovē matē terdēEn altoes iegē darmē sparde
(1) NB Hier is een rond gaatjen in t pergament reeds door den schrijver vermeden(1) NB Hier is een rond gaatjen in t pergament reeds door den schrijver vermeden
Dietsche Warande Jaargang 4
48
En sal di quekē no sogenHets al teend hant gevlogē
VIIIEeest1 so datti god heeft waert
Dune derf d iegē nz sijn vvaertHoe du starf of in wat stedēDine nature di vaertEn mach ege sijn so bewaertDie ter sterflichedenDits ddages geoppenbaertW wiltu warwaert
2
Tierft rt in die hovaert volges dmē mesbtIn die pine die god dhoverdichedēWilē gaf en geeft nocheden
IXNu laet u dese worde nipē
Ghi vrouwen die indē spiegel gipēOm die iogedelike liereDie thaer planerē en wipēWat wildi dinne begripenHets eene dinc die te gaet scieAlse die tijt begint te slitenEn men aensiumlet die oudde ripēSlacht den drogen elentiereDīj sanc es stenen en pipenDie ioecht ontfaet alsulkē stripēMin no meer al sulken maniereAlse die brant doet inden viere
XOmmate es indie welt mīne
D hovde en nijt woent inneDie god vanden hemele bienDits ene boese vriendinneDie ons mz hten en mz sinne
1 Hier heeft de rubriceerder de fout van den schrijver (die reeds eene dubbele kleine e aanEest gegeven had) willen goed maken door de boventrek der roode initiaal over de eerste eheen te halen
2 Deze regel is evenzeer wit in t HS
Dietsche Warande Jaargang 4
49
Altoes van gode wille tienSi toent van goude ten beginneDzmen ten lesten vint van tinneSi sijn bedrogen die hs plienVint d trouwe in die es dinneSi doet ons deruen vandē gewīneD god den sa(1)legen crone spienOm dz wi h niet en [wildē2] vlien
XI
Maer in oetmoede en in mateWoent peis en karitate
Die vloyen uter hoger stedeWiltu peis so ganc die strateDinē ovmoet vallē lateDu leits den sin der weeldichedēWiltu weldoen dine bate
Sijt sempel en van goeden sedēDie hē hout dz mēne hateHem nauwe die w en die gateDie ghene die bovē mate dedeHi ginge bat indie erddehede
XII
Met ōmate ōme gaenEn machmē vor gode nz volstaen
Noch vor genē goeden manAlse redene in ōmatē wil slaenSo gaet fi rechtecheden vlaenEn si en laet vel no vleesch danHi es in enen dōmē waenDie boven mate heeft gedaenEn hem dies niet gedinckē canWi moetē ons van ōmatē dwaēSelen wi trike leen ontfaenDz ons ihs xps wanDoen hi anden cruce stan
(1) Hier is weecircr het bovengenoemde gaatjen in t pergament2 HS vlien wildē
Dietsche Warande Jaargang 4
50
XIII
Daer was ōmate op mate gramDie utē hemele gevloyt quam
Hier ned tot andes crucen stakeD maecte dat hemelsche lamDen rechtē wech en den damOns ov te gane te langen gemakeD hovde lucifere af namDoen fi in finē moede swamWt hi gefent ter helsch wrakeEn dna so becocht adamDz hi boven mate clamDoene tserpent om defe fakeVdulde met des appels smake
XIV
Fondemēt en wortele medeSo bleef die hoverdichede
Van ōmate ēn vā alle quadeD groyt uut nijt en gerichedeEn mene anderē quaet en sedeDie d sielen se scadenEerst woudsi te hare onfalechedeOntsettē en roevē die godlijchedeD peys uut vloyt en genadeDie ovdaet die si daer dedePlanttese indie serechedeD groyt si en heeft fruut geladēD ons die duvele mede vvadē
Dietsche Warande Jaargang 4
51
Nieuwe bouwwerken en bouwherstellingenin NederlandIIIKerken (II)
VParochiekerk van Onz-Liever-Vrouwen Vizitatie te Schiedam
lsquoDixitque Moyses ad filios Israeumll Ecce vocavit Dominus ex nomine Beseleel filiumUri filii Hur de tribu Iuda implevitque eum Spiritu Dei SAPIENTIA et INTELLIGENTIAet SCIENTIA et OMNI DOCTRINA1rsquo - En Moyses heeft tot de kinderen van Israeumll gezeicircdZiet de Heere heeft bij name geroepen Beseleel den zone Uri Hurs zone uit dengeslachte van Juda en Hij heeft hem vervuld met den GEEST GODS met Wijsheiden Verstand en Wetenschap en allerlei Geleerdheid2 - lsquoQuidquid fabre adinveniripotest dedit in corde eius3rsquo - Al wat DE KUNST kan uitvinden heeft hem de Heer INZIJN HERTE gegeven - lsquoOoliab quoque filium Achisamech de tribu Dan Amboserudivit SAPIENTIA ut faciant opera abietarii polymitarii ac plumarii4rsquo - En desgelijksOoliab Achisamechs zone van Dans geslachte Beiden heeft hij geleerd in DEWIJSHEID opdat zij zouden maken de kunstige5 werken zoo der timmerlieden alsder tapijtwerkers en borduurders - En lsquoal-
1 Exod XXXV 302 Der Doktoren v Leuven herziene uitgave van Niclaes van Winghe3 Ta p 33 344 Ta p 355 Verg XXXVIII 23 lsquoartifex lignorum egregiusrsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
52
dus heeft gedaan Beseleel en Ooliab en alle kundige wien de Heer Wijsheid enVerstand gegeven heeft opdat zij konstelijk wisten te werken al wat noodig was tenbehoeve der HEILIGDOMSTEDE en al wat de Heer bevolen had1rsquo - lsquoEn zoo is volmaaktalle het werk des Tabernakels en van het dak der getuigenisse2rsquo
Alle de dienstzeden der OudeWet - de statelijke plechtigheid der joodsche offeranden- de zinrijke schoonheid der kunstvormen door God-zelven aan zijn volk deelsvoorgeschreven deels gewrocht door hen die Hij d a a r t o e met zijnen GEEST metzijne WIJSHEID vervuld had - de rijkdommen aan dien eeredienst besteed dat alleswerd beschikt en gebruikt om slechts eene afschaduwing vograveorspel en voorspegravellingtevens beeld en voorbeeld op te leveren van den volkomener dienst Gods van deroeping der Heilige Kunst - als eenmaal de Godlijke natuur zich in Christus aan demenschelijke zoucirc hebben gehuwd als de beloofde Zoon van David en Zone Godsde aarde zoucirc hebben gedrukt en tot de zijnen zoucirc gezegd hebben lsquoLeert alle volkhen doopende in den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestesleerende hun bewaren alle de dingen die Ik u bevolen hebbe en ziet Ik ben metu-lieden tot allen dagen tot de voleindinge der waereld3rsquoGeen wonder dat zoo haast als de dienst van den Gekruisigde en Verheerlijkte
niet slechts in de ziel en de gezichten der martelaars maar openbaarlijk over degantsche historiesch bekende waereld heeft gezegevierd de opvolgers van Moysesen der Apostelen ijverig bezig zijn om Joden en Heidenen te overtreffen in deoffering van de edelste gaven der ziele
1 Ta p XXXVI 1 lsquoFecit ergo Beseleel et Ooliab et omnis vir sapiens quibus dedit Dominusfapientiam et intellectum ut scirent fabre operari quae in usus Sanctuarii necessaria sunt etquae praecepit Dominusrsquo
2 Ta p XXXIX 31 lsquoPerfectum est igitur omne opus Tabernaculi et tecti testimoniirsquo lsquoFeceruntquefilii Ifraeumll cuncta quae praeceperat Dominus Moysersquo Ter zelfder plaatse en XXV-XXVIIXXX-XXXI
3 Matth XXVIII 20
Dietsche Warande Jaargang 4
53
en der stoflijkheid beide op het nu in waarheid aangerecht eenig wezenlijk en Godewaardig offeroumluter Bij de prediking van den Godsdienst in geest en in waarheidachtte men niet te zijn bedoeld - dat de rijkste der stoffelijke en zintuigelijke gavenden menschen uit Gods milde bronne toevloeyend blootelijk zouden gebruikt ofmisbruikt worden ten beste der waereldsche weelde maar dat in tegendeel hetblankste lam der kudde de schoonste bloemen uit den hof de edelste vormen derreine schoonheid nog altoos in het Heiligdom den schepper en gever zouden wordentoegewijd D i t had men voacuteor op de oudvaders - dat er nu waarachtige levendegeest gelijk die door Christus beloosd was door de godgewijde melodieumln zoucircheenstroomen dat er nu niet slechts s c h a d uw maar w a a r h e i d in het offer vanden nieuwenMelchisedech zoucirc gevonden worden en dat van die hoogere bezielinghet gantsche vormenstelsel de geheele kunst der christen Beseleels en Ooliabsde kenmerken zoucirc dragen Het kon wel in de Kerk niet opkomen dat met hetaanwinnen van Geest en van Waarheid de alabastren en schoon besneden vazenverbroken zouden moeten worden waaruit die godlijke balsem1 den geloovigengeplengd wordt De mensch geheel zijn hart en al zijne krachten der menschenbroederschap en al haar streven ten goede al wat de mensch zoucirc spreken al wathij zoucirc voortbrengen zoucirc met zijnen wil worden vervuld van geest en van waarheiden als het eerste onderpand daarvan werd de tong der Discipelen begiftigd met derijke kunstgave der veelheid van talen Zoo haast dan ook de koude cellaas entrotsche schouwplaatsen waren ontruimd en neecircrgeveld waarbinnen de afgodender Heidenen werden vereerd of aan bloeddorst en zinlijkheid de dierbaarste offerswerden gebracht - zoo dra er plaats was beschikbare ruimte voor het ten toondragen en openlijk bezingen der heilige gaven Gods verrezen er tempels die doorde godvruchtige mildheid der Keizers met de kostbaarste marmers en goud-
1 lsquoQui paraclitus diceris et spiritalis unctiorsquo S Greg Veni Creator
Dietsche Warande Jaargang 4
54
platen werden bekleed die onder toejuiching der Kerkvaders1 door de uitmuntendstekunstenaars werden opgeluisterd die als eene vrucht van den onbeschrijflijk zwarenarbeid en het rusteloos zwoegen en zorgen der Bisschoppen daar in volle majesteitte blinken en te bloeyen stonden voor het oog van den weldoenden God VanKonstantijns dagen af al de latere eeuwen door met slechts kleine tusschenpoozenvan vijandelijke stremming zien wij Pausen Koningen Abten en Ridders ijverigbezig in het stichten van Heiligdommen voor den Koning der Koningen den lsquoRextremendae Majestatisrsquo en voor Jezus den lsquoVader der Armenrsquo schatkamers terbewaring van den lsquothesaurus fideliumrsquo en de lsquoKroone der Heiligenrsquo Toen de eersteChristen Keizer de oude St-Pietersbaziliek over het graf van den eersten opperherderder gemeente zoucirc bouwen nam hij zich de kroon van het hoofd legde denvorstelijken mantel as greep eene spade en begon eigenhandig den grond voorde stichting uit te graven tot dat hij achtervolgends twaalf lasten aarde ter eereder XII Apostelen zich op de schouderen kon laden (sulle sue spalle) en naar buitendragen Zoo oordeelde Konstantijn de Groote over de waardigheid van denkerkbouwarbeid2 en met hem eenstemming dachten de latere Princen Doctorenen Helden der eeuwen van geloof Bisschoppen3 behandelden den metselaarstroffelals onbeschaafde daglooners gelauwerde krijgslieden eindigden als eenvoudigebouwgezellen hun leven4 Geheele bevolkingen van burchten en steden met rijken arm wilden deelhebben aan de geestelijke voordeelen die ten loon
1 lsquoD Warandersquo 1857 bl 470 4802 Cav Giuseppe Vasi lsquoTesoro Sagrorsquo Rome 1771 D II bl 1673 Onder anderen de H Caesarius van Arles Reeds de beroemde christen dichter en Edelman
St Paulinus van Nola verkocht niet alleen zijn goed om de kerk van Fondi te stichten en deeldeniet slechts in den arbeid maar keurde zich-zelven flechts waardig om de deuren der lsquoStFelix-Kercke te keirenrsquo en er s nachts de wacht te houden De H Patritius overdekte Ierlandmet kerken kloosters en scholen en wij lezen in zijn officie lsquoApostolico more a manuumfuarum labore non abstinuitrsquo De H Dunstan was timmerman beeldhouwer en graveuralvorens Aartsbisschop van Kantelberg te worden
4 St Reinoldus
Dietsche Warande Jaargang 4
55
eener kerkvolbouwing door s Heeren Stedehouder werden uitgeloofd en brachtenniet slechts hun gouden en zilveren huis- en kleedgeraad ter smeltkroes derkerkfabriek - maar gaven hunne krachten er vaak gedurende vele weken aan tenbeste Dit alles was in over-een-stemming met de plechtige en vaak koninklijke ofbisschoppelijke legging van den Eersten Steen1 welks heiliging den grondtoonaangaf die den aard van den gantschen bouw bepaalde en onmiddelijk aan dengeheelen arbeid een gewijd charakter mededeeldeZoo ver ons bekend is heeft zoo min de Kerk als de School der wetenschap tot
heden eenige daad gesteld eenig besluit genomen en uitgevaardigd eenig leerstukof gevoelen verkondigd - waarbij aan de kerkbouwkunst het charakter van heiligheidvan ernst en waardigheid ontnomen of betwist werd dat zich in de bovenstaandebizonderheden zoo duidelijk uitspreekt Zijn het sedert de XIIe Eeuw dekloosterkunstenaars niet meer aan wie het bouwen der kerken wordtopgedragentreedt achter den Bisschop met het stichten der groote kathedralen van13- en 1400 eene ijverige en krachtige schare van waereldlijke meesters en gezellenop die de beroemde en stoute werken ten uitvoer brengen - men heeft de tot onsgekomen broederschapsregels der oude beeldenaaren metselaarsgilden slechts inte zien om te bevroeden dat de Christenen in het eischen van meer dan gewoneGodsvrucht en plichtbetrachting bij de meesters en gezellen der lootsen vansteenhouw- en timmerwerk niet bij de Indieumlrs2 achterstondenIn onze dagen wordt het godgeheiligd kerkbouwwerk weder opgevat Vele
oorzaken hebben voor den kerkbouw de eeuwen der Renaissance zoo in FrankrijkDuitschland en Engeland als de Nederlanden tot een tijdperk van schorsing vanovergang van slechts provizioneelen arbeid gemaakt Maar - als wij zeicircden - onsis niet bekend dat door eenige bepaling of verhandeling uitgaande van eenigehieumlrarchische of intellektueumlele
1 Zie lsquoD Warandersquo 1857 bl 4582 lsquoD Warandersquo 1857 bl 202 Verg Reichensperger lsquoVermischte Schriften uumlber chriftliche
Kunstrsquo Leipzig TO Weigel 1856 bl 156
Dietsche Warande Jaargang 4
56
overheid architekten kerkfabrieken en arbeidsgezellen van de verplichting onthevenzijn om in den bouw van een Heiligdom voor den Schepper en Verlosser der waereldin de oprichting van een zetel en troonhemel voor den Koning der Glorie een hoogernstig en verheven werk te zien Van het eerste oogenblik der hoeksteenzegeningaf tot dat der inwijding toe - van het eerste gebed dat in tranen gestort wordt doorden vurigen herder der gemeente opdat de Heer hem de kracht geve zijner kuddeeen weldoenden schaapsstal te bouwen en den God van Abraham Isaac en Jacobeen waardig tabernakel te spannen bewijst de Kerk genoeg dat zij nog altoos vanhare kinderen de vurige belijdenis en getuigenis verwacht lsquoHeer ik heb den luistervan uw Huis bemindrsquo Nog altoos is de gebouwde kerk de drager eener menigtevan stichtende en heerlijke geheimenisfen nog altoos behooren de lsquogeheimzinnigevormen van den tempelbouwrsquo eene reeks van dogmatische leerstukken historischetafereelen liturgische beteekenissen deels te verhullen deels uit te sprekenDe H Thomas Apostel is niet zonder reden de beschermer der bouwmeesters
Hij heeft ja den Indischen Koning een paleis in den Hemel gemaakt van goudzilver en edelgesteente1 maar hij heeft nog meacuteer gedaan dan dit De traditie dervoortijden legt hem de volgende merkwaardige toelichting van de H Drieeenheidin den mond lsquoHet eerste voorbeeld van drie personen in eacuteene essentie stelde hijaldus den volke voor in den mensch is slechts eacuteene WIJSHEID en uit haar komenVerstand Geheugen en Genie want het Genie bestaat in het uitvinden van watmen niet geleerd heeft het Geheugen in niet te vergeten wat men heeft geleerdhet Verstand in te begrijpen wat u aangetoond en onderwezen wordtrsquo Nu lezen wijdat eacuten voor den bouw van Moyses Tabernakel eacuten voor dien van Salomons Tempelde Heer den bouwmeester met WIJSHEID vervulde en inderdaad wanneer debouwmeester het beginsel des geesteslevens het rijpe Verstand heeft om voorzijn doel gebruik
1 lsquoAurea Legendarsquo S Thom Ap
Dietsche Warande Jaargang 4
57
te maken van de goede verhoudingen die ondervinding en redeneering van hemen anderen bewezen hebben dat de stoffelijke doelmatigheid van het werkverzekeren dan heeft hij eacuteen onmisbaar element der bouwwijsheid en zal een kerkkunnen k o n s t r u e e r e n Indien de bouwmeester heeft het Geheugen - dat hijnamelijk indrukken weet te bewaren en beelden te vergelijken te beoordeelen enhet harmonische te scheiden van het onharmonische - dan heeft God hem hettweede element lsquoin zijn herte gegevenrsquo het Geheugen is de vader der schoonekunsten de Muzen waren bij de Heidenen reeds de dochters van Mnemosynezonder Geheugen geene Verbeelding Het is dat geheugen namelijk van welksvoorwerpen de Engelschman te-recht getuigt dat zij lsquoare known by heartrsquo datGeheugen is de Schoonheidszin die het eens omhelsde niet weecircr loslaat Die datGeheugen bij het Verstand heeft zal eene kerk niet anders k o n s t r u e e r e n danvolgends de edele eischen der a e s t h e t i s c h e s c h o o n h e i d Maar het derdeelement dat het voortbrengsel en de voltooying is der beide anderen en waarin debeide anderen samenvallen dat is die onbeschrijflijke vurige en lichtende geestdien men Genie noemt Dit slechts schenkt de volheid des hoogeren levens aanhet kunstwerk adelt het tot iets groots iets nationaals iets maatschappelijks datis de wind die in de zeilen blaast opdat het heerlijk getuigde schip als met blankevleugelen door het blaauwe golvenveld streve en ademe en blinke in de lieflijkemorgenzon Het Genie is die scheppingskracht in de Bouwmeesterswijsheid diemaakt dat de kerk een volledige spiegel is van een hemelsch ideaal die als menaan de k o n s t r u k t i e en aan den k u n s t v o rm vraagt spreekt gij ook hoogeregeheimen uit maakt dat die geometrie en die aesthetika andwoorden lsquojarsquo hetvermogen dat de drie vermogens altijd doet samenvallen dat de e v e n r e d i g h e i dd e r k r a c h t e n d e h a rm o n i e d e r v o rm e n en den r i j k d om d e rg e d a c h t e n elkander altijd doet ondersteunen verrijken bevruchten vervolledigenZiedaar de Wijsheid die God aan Beseleel aan Salomon en in meerder of mindermate aan
Dietsche Warande Jaargang 4
58
allen geeft die den eernaam mogen voeren van ARCHITEKT die met recht eeneplaats onder de Maicirctres de loeuvre bij den kerkbouw genomen hebben De gavedier Wijsheid is groot is zeldzaam Er zijn tijdperken waarin God die geen rekeninggeeft van zijne genaden ze den menschen geheel schijnt te onthouden Dan is heteen tijd van rouw in de waereld der heilige schoonheid een tijd van boete ofbeproeving Dan buige de vereerder der christen kunst het hoofd in de assche enmen onthoude zich van kunstwerken te willen maken waaraan de hoogere bezielingontbreekt opdat men niet beschuldigd worde zich aan den H Geest Gods tevergrijpen en te roemen op genadegaven die men niet heeft ontvangen dan gamen meecirc in den stroom men redde zich gelijk men kan en wachte beter dagenMaar Goddank wij beleven een tijdperk waarin de poeumlzie der bouwkunst aan hetmenschdom schijnt te-rug-gegeven te zullen worden Er zijn in Europa architektendie het Verstand het Geheugen en het Genie deWijsheid des bouwmeesters zoover wij t beoordeelen mogen hebben ontvangen Zij hebben het Verstand om destof te beheerschen en elke stof te behandelen over-een-komstig hare natuur zijhebben den Schoonheidszin om verheffende geestrijke vormen te kiezen terhuwing aan de stoffelijke eischen zij hebben Genie ze hebben het Licht dat deLiefde zoucirc kunnen genoemdworden waarmeecirc Verstand en AEsthetika aan elkanderverbonden worden en die dat huwelijk vruchtbaar maakt of met andere woordende door Wiskunst en Verbeelding gebouwde kerk bevolkt met geheimzinnige IdeeumlnHet Genie vindt die geheimenissen niet uit maar zij vindt het verband tusschenMaterie en Schoonheidsvormen uit waardoor deze gezamendlijk aan alle kanteneen overvloed van grootsche en heilige gedachten verkondigen Niet altoos is denbouwmeester de oorzaak en het geluk der vereeniging van de drie krachten volkomenen van den aanvang duidelijk maar dat geeft God den echten kunstenaar zoacuteo dater door de onweecircrftaanbare logika der geestdrift analogieumln in de deelen van zijnwerk worden geboren die hij-zelf maar half heeft voorgevoeld
Dietsche Warande Jaargang 4
59
GoedsSchoonsen Waars
opdat de kerk rijk zij aan
De StofDenKunstvormDe stichtendeGedachte
zijn het dusdie moetenbeheerschen en vereenigen
VERSTANDSCHOONHEIDSZIN
GENIE
Ziedaar de lsquoWijsheidrsquo zonder welke niemant moest wagen plaats te nemen in derij der kerkarchitektenO gezegend zij de hand des zendelings die te midden der vervolgden of der
afgodendienaars den Heere eene biden offerplaats inricht- het zij van leem vanruwe planken of uitgehoold in de verborgenheid eener steenrots gedankt zij dekluizenaar die der woestijn eene stem leent op het rieten dak eener nederigebidkapel en ook daacutear dezer aarde de lsquoheilrijke boodschaprsquo doet weecircrgalmen In detegenwoordigheid van stoffelijk onvermogen van maatschappelijke vervolging enzoo ook van kerkelijke kwijning verstommen de eischen der Gewijde Kunst maarin het Nederland van de tweede helft der XIXe Eeuw heeft men het recht kerken tevragen die aan de niet-langer-betwistbare regelen beandwoorden van dekerkbouwing uit te sluiten wien de aangeduide Wijsheid helaas niet is ten deelgevallen En al ware ergends in ons vaderland de behoefte aan ruimer kerkendringend en de middelen beperkt - de KENNIS der ware architektuurbeginselen istoegankelijk genoeg dat men ook in het uiterste geval zich aan geene zwarevergrijpen daartegen zal behoeven schuldig te maken De eerbiediging der EERSTEwetten - kost niets dan een weinig van die kennis en hare overtreding is dan ookdoorgaands veel meer te wijten aan ingenomenheid met valsche begrippen of aanvolkomen gebrek van wetenschap bij den architekt dan aan stoffelijke hinderpalenZoo is het op de minst gelukkig gelegene plaatsen gesteld In steden in grootesteden vooral zijn de hulpbronnen talrijk en deze voorbij te gaan en dorst te lijdenis niet aan de bronnen te wijten Allerminst is de bouwmeester te verschoonen wienslechts eene ruime finantieumlele grens getrokken is en die dan nog de drie hoofdwettender kerkelijke bouwkunst verwaarloost Kent de architekt die ekkleziologische wettenniet - Dat zal hem toch wel geen verschooning
Dietsche Warande Jaargang 4
60
zijn voor de overtreding - Wat doet de geneesheer bij den zieke als hij niets vanfyziologie noch pathologie verstaat - Wat doet de pleitbezorger voor de rechtbankals de wetten van het land en de zaak van zijn klieumlnt hem even vreemd zijnBoven dit opstel waarvan het schrijven ons een plicht is dien wij vervullen met
het bewustzijn van de eerbiedwaardige rechten der ernstige zaak die wij voorstaanen van de bevoegdheid der tegenwoordige kerkbouwwetenschap omwat er gestichtwordt te toetsen aan hare algemeen genoeg gekende en geeumlerbiedigde beginselen- boven dit opstel plaatsten wij den naam eener kerk die in dit oogenblik wordtgebouwd in het bloeyend Schiedam eene Parochiekerk gesticht onder den titelvan Onz-Liever-Vrouwen Vizitatie een bouwwerk waaraan bij de voltooying debelangrijke som van ongeveer f 180000 zal mogen zijn ten koste gelegd Men duidet ons derhalve niet euvel dat wij dezen bouw een belangrijk evenement rekenenin onze nederlandsche ekkleziologische geschiedenis een evenement dat metletteren van jubelend goud in de jaarboeken onzer gewijde kunst zal wordenopgeteekend of dat zich schaamrood aan het oog van den nakomeling zal pogente onttrekken en dit niet zal kunnen - om dat een kerk is nolens volens eengedenkzuil - van schoonheidszin of van wanfmaak van wijsheid of van onkundevan ijver of van traagheid om te leeren wat God den menschen toegelaten heeft ophet kunstgebied te kennenDe kerk moet bevatten het Goede of stoffelijk doelmatige het Schoone of
aesthetiesch streelende het Ware of godsdienstig leerende ziedaar de drie stralenvan het heerlijk prismaDeze hoedanigheden zijn te verstaan in den uitgestrektsten zin en zoacuteo dat ieder
van haar reeds gezegd kan worden iets van de beide anderen in zich te bevattenEven toch als het Genie niet denkbaar is zonder Geheugen Verbeelding Gevoelen zonder Verstand is ook het Godsdienstig Ware in den hoogsten zin nietdenkbaar zonder het Deugdelijke en het Schoone maar men noemt de drievermogens en de drie hoedanigheden afzonderlijk om de kerkbouwwijsheid meerin
Dietsche Warande Jaargang 4
61
hare driezijdigheid te doen vatten elke driehoekszijde toch vooronderstelt ook reedsmet driehoekszij te heeten het bestaan der beide andere zijdenZien wij of de nieuwe kerk van Schiedam aan de drie eischen beandwoordt
welke men haar zoucirc mogen stellen ook elders dan aan het einde van het wijsgeerigpad dat wij ons veroorloofd hebben onzen lezers aan te duidenIs de kerk van Schiedam Stoffelijk Goed - Heeft het Verstand zijn eischAl kunnen wij deze vraag niet met alle wenschelijke volledigheid beandwoorden
- wat ons van het ontwerp bekend is volstaat om een ontkennend andwoord tewettigen de bezwaren die wij te ontwikkelen hebben nemen geheel demogelijkheidwech om slechts uit de verte te kunnen andwoorden lsquoja de kerk is stoffelijk goedhet verstand heeft zijn eischrsquoOm die bezwaren te kunnen uit-een-zetten en om de verdere beoordeeling der
kerk mogelijk te maken ga deze kleine historiek aan onze behandeling van hetdrieledig vraagpunt voorafDe nieuwsbladen hebben achtervolgends ter algemeener kennis gebracht dat
op lsquo4 Mei 1857 des middags ten 12 Urersquo zoucirc worden overgegaan tot de openbarelsquoAanbestedingrsquo van lsquoDe Hei- en funderingswerken eener nieuwe Kerk Toren enzrsquoten behoeve der lsquoOL Vrouwe Parochie te Schiedam1rsquo waaromtrent nadereinlichtingen te bekomen waren lsquobij den Architect BM Schreijerrsquo te Rotterdam Enuit Schiedam schreef men werkelijk den 4nMei lsquoHeden had alhier de aanbestedingplaats van de funderingswerken der nieuw te bouwen rk kerk enz voor de parochievan OL Vrouwe Visitatie Het werk is aangenomen door en gegund aan den heerM Wouterlood alh voor eene som van f 194802rsquo Den 22n November schreef menuit Schiedam dat op Dingsdag 1 Dec 1857 (in plaats van 50 Nov) de
1 lsquoAlg Handblrsquo Apr 1857 adv 71192 lsquoTijdrsquo no 3045
Dietsche Warande Jaargang 4
62
aanbesteding zoucirc geschieden van lsquode te bouwen Nieuwe Kerk enz voor de OLVrouwe Parochiersquo en den 1nDecember vernammen werkelijk dat de aanbestedinghad plaats gehad lsquovan een gedeelte der nieuw te bouwen RK Kerk enzrsquo waarvanaannemer was lsquode heer H Manders van Tilburg voor eene som van f 70641 -1rsquoWe hebben hier dus te doenmet de fundeeringen en gedeeltelijken afbouw eener
schiedamsche kerk aan welk eerste gedeelte der stichting van hun nieuw Heiligdomdoor de ijverige en milddadige gemeente van Schiedam eene fom van niet minderdan ruim f 90000 - zal worden ten koste gelegd Wij zijn tolk van het geloovig enverstandig voorgeslacht even zeer als van de bekwaamste ekkleziologen wanneerwij zeer toejuichen het besluit van herder en gemeente van Schiedam om lievereene schoone kerk een degelijk en waardig monument te willen g r o n d v e s t e nen voorshands slechts z o o v eacute r v o l b o uw e n als de middelen toelaten dangedreven door een h i e r blijkbaar onbekend zelfbehagen de geheele kerk hoacuteedan ook uitgevoerd binnen de eerste jaren gants opgetrokken en afgewerkt te willenzien t Is zeer eigenaardig dat de voltooying van een grootsch godsdienstigkunstwerk als eene erfenis en bindende gelofte overga van vader op zoon - omaldus de grootste en schoonste evenredigheden aan de kerk te kunnen waarborgent Is licht na te gaan - dat twee geslachten in een tijd van wording meacuteer tot standkunnen brengen dan eacuteen en wij moeten door ons te zeer met onzen arbeid teoverhaasten den weg niet afsluiten voor onze kinderenDat men recht had een goed schoon en hoog bezield godsdienstig kunstwerk
uit den bouw te Schiedam te verwachten blijkt wel hieruit dat er voor het optrekkender kerk met annexen - waaronder noch toren noch pastorie is begrepen - hetoptrekken tot en met de bedaking der zijbeuken eene fom van bijna eene tonnegouds is beschikbaar gesteld
1 lsquoTijdrsquo no 3220
Dietsche Warande Jaargang 4
63
De kerk is niet gebouwd in modum crucis t Is een driebeukig parallelogram aaneen van welks fmalle zijden een drietal apsiden zijn aangebracht Enkele afmetingenzijn als volgt1lsquoDe lengte der kerk over het hart des middenbeuks is van den binnenkant des
voorgevels tot den binnenkant des achtergevels ( - Oostgevel) = 42 el 30 duimrsquomet dien verstande dat het presbyterium of hoofdapsis en choor eene diepte heeftvan 94 el bij eene breedte (uit de lsquoharten der pijldersrsquo gemeten) van 114 elDe zijbeuksapfiden (of kapellen) zijn flechts 435 el minder diep dan het choorOm voor oningewijden eenige vergelijking mogelijk te maken vermelden wij
dat de Lieve-Vrouwen-kerk der Ew PP Redemptoristen te Amsterdam bijna dezelfde lengte heeft (423) als de groote Schiedamsche en dat het presbyterium dereerste in evenredigheid der lengte van het schip niet te lang wel te kort genoemdkan worden En nu zal men kunnen nagaan wat stompe evenredigheid het plan derschiedamsche aanbiedt daar de breedte van het schips-middenpand niet minderdan 114 bedraagt en elke zijbeuk lsquogerekend uit het binnenvlak der zijmuur tot hethart der pijlderrsquo 555 el meet De geheele kerk is dus breed 225 el en die der EwPP Redemptoristen slechts 173Een goed konstrukteur zal deze 225 bij 423 gewis eene slechte verhouding
achten De b e s t e gothische kerken (en wij moeten al geldt het hier nog pas hetstoffelijk gedeelte meecircdeelen of herinneren dat de kerk eene g o t h i s c h e kerkzal worden) hebben wel den middenbeuk smaacuteller dan de vereenigde breedte derzijbeuken nimmer breeder dat kan men in alle fransche en duitsche handboekennameten En te-recht in de zijbeuken toch is de voornaamste plaats der geloovigende mannen ter rechter hand des ingangs de vrouwen ter linker In den midden
1 Ontleend aan lsquoBestek en voorwaarden der nieuw te bouwen RK Kerk enz Schiedam PJvan Dijk 1857rsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
64
behoort eene ruime baan te zijn voor de geestelijkheid de middenbeuk is heteigenlijke pad des Heeren bij uitnemendheid de hoofddeur is de porta regia derbazilieken en der gothische gestichten even zeer en vergunt men Onz Heer nietzich op de openbare straat te vertoonen - de deur en de weg van den Heilandmoeten Hem aan zijne kerk ten minste verzekerd blijven eene orde die hetbewustzijn heeft van hare onverdelgbaarheid moet zich niet noodeloos verminkenom de wanorde te gerieven Het is ook niet alleacuteen in de Goede Weacuteek dat degeestelijkheid zich vrijelijk van het Westen naar het Oosten en omgekeerd doorde kerk moet kunnen bewegen vooral in eene bisschoplijk ingerichte kerkordeningzal men dit erkennen In ieder geval de lsquoWeg des Heerenrsquo moet lsquoeffenrsquo zijn waarlangsHij zich als Hij t in genade geven mocht met fakkels en vanen vrijelijk uit en in zijnelsquoStedersquo bewegen kunne De hoofdbestemming des niet al te breeden middenbeuksis dus voacuteor alles eene gewijde hetwelk niet uitfluit dat bij bizondere gelegenhedenhet godvruchtig volk behalyen de zijbeuken en de voorkerk ook het middenpandin eerbiedige belangstelling zal en mag volstroomen Zijn de zijbeuken nu breed -dan kan daar veel volk geborgen worden en er blijft ook daar nog ruimte genoegverzekerd aan het pad dat voor de cirkulatie en voor het bidden van den kruisweggelijk het hier te lande is ingericht eene bepaalde behoefte blijkt Het komt ons voordat de PP Redemptoristen te Amsterdam het juiste midden tusschen de oudere enlatere gewoonten met de plaatsing hunner vaste en beweegbare banken in hetkerkschip getroffen hebbenEen voorkerk Er is aan het plan der schiedamsche stichting geen voorkerk Wel
wordt er in de toekomst op een toren gerekend maar die zal voacuteor den Westgevel1geplaatst worden en ofschoon toegang tot de kerk gevende niet organiesch metdeze verbonden Voorkerk of Westkapellen zullen
1 Ofschoon wij de richting der schiedamsche kerk niet kennen zullen wij duidelijkheidshalvesteeds zoacuteo spreken alsof zij naar den regel georieumlnteerd ware
Dietsche Warande Jaargang 4
65
dus niet worden aangebracht de plaats onder den toren za wel voor niet veel meerdan een ruim portaal kunnen dienen ze is 58 El diep en breed Er kan dus welkatechismus gegeven gedoopt getrouwd lsquobegankenissersquo gedaan armen bedeelden de gelukkige moeder in Gods Huis verwelkomd worden maar niet TER PLAATSEdaarvoor van ouds bij groote kerken bestemd Hoe meer de bisschoppelijke ordetot verwezenlijking komt en hoe grooter kerken er gebouwd worden hoe meer mengerechtigd is de aaloude kerkbouweischen te laten geldenMaar wat spreken wij hier van bizondere eischen - waar de meest algemeene en
meest bekende zoo weinig ingang gevonden hebben - Men weet dat hetwelfbeersysteem tot de belangrijkste eigenaardigheden en onontbeerlijkstebouwmiddelen der gothische architektuur Behoort Wat de ouden en zelfs debeschaafdsten onder hen de Grieken en Romeinen door de zwaarte dermateriaalmassaas staande hielden dat hebben onze voorvaderen de meerverstandelijk ontwikkelde kinderen der Gallo-Franken en Franko-Saxers weten opte richten door de onmisbare uitkomsten van rekenkundige en natuurkundigebespiegelingen en handgreepen De voortreffelijkheid van dit stelsel wordt hierdoorvoldongen dat deze meer gespiritualizeerde bouwwijze ten blijkbaarste ook aan deaesthetische en liturgische behoeften van het Christendom voldoet Wij verklarenons nader Die een muur van een zoo groote hoogte wil optrekken dat door debovenwanden over de zijbeuken eener kerk heen een voldoend licht in die kerkvallen kan zoucirc aan dien muur te vergeefs eene zwaarte willen geven geeumlvenredigdaan zijn stoute steigering ten Hemel Een zware muur van groote oppervlakte dieniet van afstand tot afstand aan zijne medemuren door een balkverband bevestigdis biedt weinig kans van weecircrstand aan de schadelijke invloeden van wind en weecircrvooral op onze slappe gronden die van overoude tijden zoo vele hindernissen aande nederlandsche bouwkunst hebben in den weg gelegd Daar komt bij dat demuren van monumenten doorgaands
Dietsche Warande Jaargang 4
66
met steenen gewelven bekroond worden die eene buitenwaardsche drukkingmedebrengen Om hieraan te gemoet te komen - om den druk der gewelven op tewegen en den muur met besparing van materiaal te versterken heeft men hetbeersysteem aangenomen Beren of konterforten of met andere woorden steenensteunpijlers worden om ons van die uitdrukking te bedienen van buiten tegen denmuur aangezet en beletten hem het uitfpatten Wanneer die beren niet metgenoegzame kracht onmiddelijk tegen den hoogen muur des middenbeuks-zelvenkunnen aangebracht worden dan legt men ze aan van buiten tegen de zijbeukenbouwt ze tamelijk hoog op en slaat een boog van den top van dezen beer tegenden hoogen muur aan waardoor deze geplaatst tusschen de welfdrukking vanbinnen en den steunboog van buiten volkomen bestand is Deze steunboogen(arcs-boutants) l i g g e n als ware t slechts tegen het gebouw aan en geven aande geheele konstruktie eene elasticiteit die de antieke gebouwen nooit gehadhebben en die het scheuren der muren krachtig verhoedt Die steunboogen zijntevens een groot cieraad van den voacuteor alles naar eene beminnelijke oprechtheiden veredeling der ware levensdeelen strevende gothieke kunstt Is ons niet bekend of de kerk van Schiedam met steenen gewelven in den
middenbeuk voorzien wordt t Is te wenschen al ware t alleen om bij eenig ongevalden zelfden dienst te doen als te Sittard waar de steenen gewelven oorzaak zijngeweest dat niet de geheele kerk is ingestort en verbrand bij gelegenheid derverongelukking van den toren Maar zal de middenbeuk te Schiedam met steengewelfd worden - dan moest er nu reeds op de teekening een aanleg vansteunboogen zichtbaar zijn en deze ontbreekt Alleen is er in het bestek voorziendat lsquoal de middengradenrsquo (lees graatribben [en schutribben])1 lsquotusschen de hoofd-en muurpijlders der kleine beukenrsquo (lees die de mid-
1 Graatribben zijn diagonalen van het welfsveld schutribben die zuil en muraalzuil in rechthoekigplan verbinden
Dietsche Warande Jaargang 4
67
denzuilen aan de muraalzuilen verbinden) lsquotot draging der contreforten volgens hetbeloop der plafond-wulven gemetseld moeten worden ter breedte van twee en eenhalve boeren graauweWaalmop en tot onder de daken en volgens derzelver beloopworden opgetrokken en aangerazeerd1rsquo t Is te hopen dat last en kracht hiernaauwkeurig genoeg tegen elkander berekend zijn en dat bij het vergaan derlsquoberasteringenrsquo en scheuren der gipslaag van de lsquoplafondsrsquo2 der zijbeuken delsquogemetseldersquo welfribben stand houden en eene verzakking dermiddenbeukskonterforten die op de pijlers der arkaden geen steun vinden nimmerden ondergang des toekomstigen bovenmuurs veroorzake3 Men zal onze vreesniet ongegrond noemen als men op het plan zal gemeten hebben dat de genoemdekontersorten een vrij sterk porte-agrave-faux op de zijbeukswelven uitmakenZoo veel is nu reeds zekeacuter dat men in geval de middenbeuk n i e t met steenen
welven voorzien wordt de nieuwe kerk van Schiedam de kerk die bijna het dubbeleder fom van die der Amst PP Redemptoristen zal mogen kosten met eenschijnschoon lsquofiguratiefrsquo gestukadoord plafond zal vercieren zoo deugdelijk uit lattenvarkenshaar kalk en zand benevens fijner pleisterwerk vervaardigd dat er nietsaan de begoocheling zal ontbreken Immers men zal geene solide houten bedekkingaanbrengen de aanleg der bundelpijlers bewijst dit Die pijlers - ze zijn van eenallerzonderlingst profiel (zie fig 1 op de volgende bladzijde) Het gebouw is vanhet O naar het W in vijf kerkvakken (traveacutees) verdeeld Men weet dat de doorsnedezoo van den gothischen pijler als van de gothische zuil voor zoo ver ze geen cirkelis in den regel tot een kruisvormig plan of over hoeks geplaatst quadraat kanworden te-rug-gebracht4 Uit deze hoofd-
1 Bestek bl 182 Bestek bl 463 Zie over dit gevaar Viollet-le-Duc lsquoDictrsquo I 1824 Wij noemen t hier pijlers geen zuilen om dat men het woord pijler niet alleen voor de vier
hoofdzuilen eener kruiskerk gebruikt benevens voor anten penanten en voor zeer dikkekolommen maar dat men er ook alle zuilen zonder kapiteel meecirc aanduidt - en het ligt voorde hand te vooronderstellen daar er hier den arkaden geen kapiteelen zijn aangebracht datzij ook niet aan de welfpijlers zullen voorkomen
Dietsche Warande Jaargang 4
68
figuur worden bij den goeden konstrukteur de schalken en geulen de talanen enroevingen kortom alle de geledingen geboren waarmee men oneigenlijk zegt dateen zuil of een pijler bekleed is alle de geledingen die zoo aan het lichaam vanzuil of pijler-zelf als aan de retombeacutees van boogen en welven in over-een-stemming(schoon wat het eerste betreft niet identiek) moeten zijn met de ter eerster plaatsUIT KONSTRUKTIEVEN HOOFDE geprofileerde boogen en welfribben Hieruit volgt datde doorsnede van een bekleeden pijler aan alle goede gothische kerken1 met zijnehoofdafmetingen tot een zuiver quadraat kan worden te-rug-gebracht welks vierhoeken Oostwaards Westwaards Noord- en Zuidwaart rijzen ter voortbrengingder gordelboogen en gordelribben schut- en schildbogen diagonalen enz Dit nuis volstrekt het geval niet met het nooit geziene2 profiel der schiedamsche pijlersEr is daarin geen spoor eener genetiesch-geometrische wording en de vergelijkingaller verhoudingen aan deze kerk bewijst dat de maker zoo min ooit een oog heeftgehad in de beredeneerde praktijken der meesters Steinmetzen Matthias Roriczerof Larenz Lacher als in de minder of meer praktische leeringen van Solvyns HeinrichLeibnitz of Viollet-le-Duc Volgends het profiel
zijner pijlers heeft hij zijn vrije fantaizie een ovaalachtig gegolfd kringetjen latentrekken waarin hij de rechtstanden zijner boogen die afzonderlijk gedacht maaraan zijn eigenlijke pijlers verbonden zijn met deze wil samenvatten Hoe weinig dearchitekt zich van de beginselen bewust is waaruit alle pijler-geledingen moetenvoortkomen blijkt wel uit de muraalpijlers zijner apsiden Het
1 Zelfs wordt hier de kathedraal van Orleans en de Set Stephanus van Weenen niet dooruitgezonderd - waarlijk liberalisme genoeg van onze zijde
2 Wij weten dat uit monumenten van het uiterst verval der Gothiek soms dergelijke profielenin handboeken zijn overgewaaid bijv in dat van Rosengarten (lsquoDie architektonischen Stylartenrsquo)bl 248 fig 290 maar men zal met vijf zes misgeboorten toch eene leer of praktijk niet willenrechtvaardigen die den bochel als normaal lichaamsdeel zoucirc aanmerken
Dietsche Warande Jaargang 4
69
plan dezer pijlers gelijk het zich vertoont in verband met den muur die de apsidenvan elkander afscheidt en ze door een lusschenboog of doorgang weecircr verbindt iste kurieumlus om het hier niet meecirc te deelena is de hoekpijler ter Evangeliezijde
c is het punt van samenkomst van twee apsiden of van de sluiting des choors eneene der zijkapellen b is de doorgang van hunnen gemeenen muur d is het eenigcvenster der kapel e is een der op het plan aangegeven vensters - maar in denopstand zijn geene vensters aangeduid Dit in t voorbijgaan Maar wat zegt menvan zulke profielenWij gelooven gaarne dat zij in het groot uitgeslagen er mindergebrekkig dan op deze kleine teekening zullen uitzien maar de kritiek heeft hierreeds genoeg te verduwen aan den algemeenen geest die uit deze proeve fprecktWat zegt men van de talanen die daar in hunne magerheid zoo flaauw van hetmuurvlak afkomen Wie kan zonder glimlach de konstruktie zien van denpuntboog-doorgang b met zijne postkanten gg En nog moet men hier geene tegunstige gedachte van de dikte der muren dezer kerk opvatten Hier is de muur ja07 El dik maar de buitenmuren meten niet meer dan 045 El 45 nederl duimenBlijkt uit dit alles niet duidelijk dat 1o de bouwmeester alle kennis van de redelijke
beginselen aller profielen mist en ten tweede dat hij zelfs niet weet hoe de eggenvan een deur of venster hoe de geheele schuining aller boogen in de waereldgekomen zijn Al gaan de konstruktieve beginselen der boogprofileering schuilonder het geometricsch fpel der geledingen van het tweede gothische tijdperk - eenarchitekt behoort
Dietsche Warande Jaargang 4
70
toch te weten dat alle boogeggen twee wordingsredenen hebben Voor-eerst wildemen zoo veel licht als mogelijk was door zoo naauwe opening als oorbaar werdgerekend zoo breed mogelijk naar binnen laten stroomen en ten tweede kwamende eggen der vensters en deuren voort uit het over elkander heenslaan vanverschillende boogen die met zekere onashankelijkheid van elkander denopgebrachten last
droegen Ziehier eene redelijke boogkonstruktie aanschouwelijk voorgesteldTusschen de steenlagen a en bb had men misschien den vinger kunnen leggenen op haacutere beurt werd bb weder door cc in zekere mate ontlast En hoe komt zulkeen boog nu aan zijne uitspringende deelen - Ĕr is nog al vrij wat spel in t is ditprosiel
We zijn hier op het gebied der konstruktie W a a r a a n hebben we op dit gebiedde geulen ddd en de drie daar naast liggende rondstaven te danken Aan de houtenmodellen die tot de boogmetseling hebben gediend die grijpen de geulen vast Ennu zien wij dat er bij de talrijke geledingen van fig 5
(zijnde de doorfnede van een der schiedamsche arkaden) geene de minsteherinnering van deze herkomst bewaard is er is geen diep gegroefd deel dat opden houten boog kan vatten alleen de fantaizie heeft dit profiel (gelukkig nog metbehoud van het vlak des intrados) op hoogst willekeurige wijze geschapenHet gevolg van deze willekeur is dan ook dat de arkaden een zeer magere figuur
opleveren gezien uit den hoofdbeuk maar we komen hieronder op al dergelijkenmisstand uitvoerig te-rug In verband echter met de hier behandelde archivoltenkomt het gemetseld paneelwerk dat zich te Schiedam boven de arkaden verheft -t is in ieder kerkvak een viertal saamgerijde lancetboogjens wier toppen in eenrechthoekige lijst besloten zijn en wier posten of stijlen doodloopen in de luchtdi nederloopen tot vlak aan de arkade en bij deze geen voorspringende geledingaantreffen om op te rusten Dit paneelwerk klimt tot
Dietsche Warande Jaargang 4
71
aan het voorloopig dak der kerk dat is tot de hoogte waartoe voorshands de pijlersrecht worden opgetrokken het dient blijkbaar tot niets dan om de kaalheid van hetmuurvlak ter hoogte van de zijbeukkluizen in den middenbeuk wat te vervrolijkenDoel of beteekenis heeft die arkature daar volstrekt niet Dit is hieraan toe teschrijven dat de bouwmeester eene der bestemmingen van de bovengalerijen (hierhet dus te noemen trisorium) niet kent Zie dat is ook nog eacuteen van de geheimender gothische architektuur dat we bij deze gelegenheid onzen kerkbouwers tenbeste willen geven dat er vele boogen geslagen worden om mu u r w e r k u i tt e s p a r e n Eene van de eigenaardigheden der gothiek is om verstandelijkekombinatieumln in de plaats te stellen van de levenloze materie en door aanwendingvan redelijke krachten in vervanging van grove massaas aan de behoeften eenervergeestelijkte maatschappij en onder anderen aan de levenseischen van eenenGodsdienst die in geest en in waarheid beoefend wordt zoo volkomen mogelijk tevoldoen Overal waar men slechts h o o g t e behoeft kan men zich van boogenter bereiking daarvan bedienen het aanvullen dier boogen geschiedt des noodigdaarna met de stof die geschikt is tot affluiting of bekleeding zonder dat ze juistaltoos bizonder zwaar of sterk behoeft te zijn Muren moeten intusschen dik genoegwezen om het gure weecircr buiten te sluiten maar hoe fijn soms de aanvulling derboogen kan zijn getuigt wel dit voorname deel der gothische stichtingen dat menhet v e n s t e r w e r k noemtDe vensters - wat zij aesthetiesch en symboliesch behooren te zijn zien wij later
wij vergenoegen ons voor t oogenblik met aan te teekenen dat de vepsters in deschiedamsche kerk ontbreken Tot op de hoogte van het voorloopig dak zijn er inde kerk maar drie venstertjens eacuteen in elke kapel ter zijde van t hoofdaltaar en eenrondlicht zonder traceering zonder beklecde egge in den westgevel boven hetvoorloopig portaal dat men op de fondamenten des torens zal opslaan Uit deonorganische teekening van dit rondlicht alleen vergeleken met deklaverblad-rondlichten die uit eacuteen
Dietsche Warande Jaargang 4
72
of ander handboek gecalqueerd in de westgeveltjens der portalen zijn aangebrachtdie de kerk flankeeren is gemakkelijk te zien dat de bouwmeester van deze kerkgeenerlei opleiding in zijn moeilijk kunstvak genoten heeft De vensters die voorde bijbouwsels der kerk bestemd zijn worden volgenderwijze in het beftekomschreven Let wel dat er hier t i mme r w e r k ter fprake komtlsquoVoor ieder der drie biechtstoelen te maken een rond lichtkozijn wijd in den dag
over den diameter 80 duim en voor de sacristij en kapelrsquo (eene zijkapel waarop wenog terug-komen) lsquovoor ieder 2 ronde lichtkozijnen ieder wijd in den dag over dendiameter 1 el van 8 bij 15 duims greenenhout ieder derzelve aan de binnenkantenmet 5 bij 8 duims vurenhouten architraven () te omtimmeren en buiten met kralente bewerken - De kleine ramen uit drie en de groote uit vijf gelijke () cirkelstukkenen eiken pennen te vervaardigen - In ieder van deze 7 lichtkozijnen te makenhangen gangvaardig en sluitende te maken een 5 duims greenenhouten tuimelraammet eiken glashouders het model voor allen is in de biechtstoelen aangegeven1rsquoWe voegen hierbij dat ook de toegangen tot de noord- en zuidportalen vercierd
worden met lsquotwee [houten] deurkozijnen puntsgewijze getoogdrsquo maar toch rustendop lsquosteenen neutenrsquo Wij zien ze dunkt ons reeds uit de verte de fraaye geelachtigwit geschilderde lsquopuntrsquo-lsquokozijnenrsquo lsquogeoumllied gegrond gestopt tweemaal overgegronden overgeverfd2rsquo met hunnen omloopenden lsquokraalrsquo Ex ungue leonem - uit zulk eenkozijn proeft men het geheele MONUMENT Maar neen de deuren zullen toch nietlsquopuntsgewijzersquo dichtslaan Boven de rechthoekige deuren komt een soort van tympanof dusgepaamd lsquobovengedeelte dat vast in het kozijn moet bevestigd wordenrsquo Datlsquobovengedeeltersquo wordt met eikenhouten getoogde lijsten voorzienrsquo en lsquoin hetmiddenvlakrsquo wordt gemaakt lsquoeen openslaand glasraam met dito romphout tot hetinzetten van glas3 bo-
1 Bestek bl 172 Bestek bl 473 Bestek bl 32
Dietsche Warande Jaargang 4
73
vendien worden de lsquokozijnenrsquo lsquoaan de buitenkantrsquo vercierd met lsquoomloopendearchitraven1rsquo van bentheimer steenWe zeiden zoo even dat er slechts lsquotwee stuks ramen2rsquo en een klein rondlicht in
de kerk te vinden waren maar we verzuimden naar de provizioneele bekapping opte schouwen Daar wordt men verrast door een tiental lsquovallichtramenrsquo van makelijals men tot dusverre alleen in schuren en op zolders aantrof t Is provizioneel zalmen zeggen Als dat genoeg is en de ramen lekken niet - fiatAls wij van de kap naar den vloer zien vinden we dezen van hout - alwederom
een charaktertrek van een gebouw dat met zijn buitenmuren van 45 ned duimener van af heeft gezien ooit een MONUMENT te worden We trekken in twijfel of hetkraken der autaartreden het denkbeeld verwijderd zal kunnen houden dat delsquogeheele kerkrsquo een provizioneel gebouw isHet eenige wat in de stoffelijke samenstelling van het gebouw te prijzen valt is
dat ten eerste de binnenlijstwerken uit baksteen en niet uit gips worden vervaardigden ten tweede dat de kerk van buiten netjens afgemetseld en niet bepleisterd wordtWe zijn bereid hier lof aan te geven gelijk we zoo straks op het aesthetiesch gebiedlof zouden geven aan de zorg waarmeecirc de bouwmeester bedingt dat er wat okeronder de stukadoorspetie zal gemengd worden lsquoten einde het schelle wit te breken3rsquoWij stappen van het stoffelijk gedeelte af Het verstand heeft hier buiten de andere
vermogens om eenige vragen gedaan Ze zijn onvoldoend beandwoord Als wij hetwoord gunnen aan AEsthetika en Symbolisme zal echter het Verstand nogmaalszijn deel aan het onderhoud hebben zonder verstand komt men tot niets
Is de kerk schoon voldoet zij aan de eischen van den Kunstzin
1 De beschaafde lezer zal met die lsquoarchitravenrsquo van (archi-trabs - aartsbalk) geen weg wetent is de gewone timmermansuitdrukking voor archivolt
2 Bestek bl 403 Bestek bl 46
Dietsche Warande Jaargang 4
74
Zoo als wij boven opmerkten vertoont zij in plan een parallelogram van zeerongelukkige verhouding 225 el breedte bij ruim 33 el lengte - den toekomstigentoren en ook de diepte van het ondiepe presbyterium niet gerekend De eigenaardigebazilieken-schoonheid behouden in de gothische gestichten kenmerkt zich vooraldoor zijne kolomportieken Van een portiek kan er hier naauwelijks sprake zijn Dekerk heeft maar vier paar vrijstaande pijlers daar zal nog af te rekenen zijn heteerste kerkvak dat door eene orgelgaanderij of afschutting van het schip wel eensoort van voorkerk zal op te leveren hebben en zoo blijven er slechts drie wil mende ruimte voor het presbyterium er bij rekenen vier genietbare kerkvakken driepaar piilers voor de geheele lengte overEr is geene reden denkbaar waarom men zich ook het schoone bouwelement
der optrekking van een dwarspand in deze kerk ontzeid heeft Men zal toch wel nietonnoozel genoeg zijn om te denken dat in geval de kruisarmen geen ruimenvoorsprong kunnen verkrijgen het kruis niet aan de kerk kan worden uitgedrukt -Het kruiswerk heeft twee heerlijke aesthetische eigenschappen voor-eerst hetverrijkt en kompleteert de kerk met twee gevels doordien het in het dak desmiddenbeuks een kruisdak schakelt dat boven de zijbeuken uit eene voortreflijkespeling van lijnen te-weeg-brengt en ten tweede het zet aan de kerk van binneneene grootschheid van effekt bij die op geene andere wijze verkregen kan wordenHet dwarspand dat eenmiddenveld (het zoogenaamde kruis) aan de kerk verzekerteen rustpunt voor oog en geest dat de hoofddeelen der kerk samenvat - di het rijkbekleede sanktuarium het bont bevolkte schip en de beide kruisarmen die methunne sprekende vensterverciering de voorstelling der Beide Testamentenafschilderen - het dwarspand uit welks hart dikwerf een fijn gevormd klokketorentjenten Hemel wijst als of het geestesleven der gantsche kerk in den angelus pulseerten in dezen blinkenden pinakel is samengetrokken - dit dwarspand bezorgt tevenseene verrassende verlichting aan de kerk en geeft haar voor t aesthetiesch gemoed
Dietsche Warande Jaargang 4
75
eene ruimte die een ondoorsneden schip nimmer aanbiedt Het verrassende vanden opgang der westelijke kruispijlers van den afsluitenden hoek der zijbeuken endes lichtbeuks de zon die door het oostvenster van den zuider kruisarm schijnt ensoms de gantsche rij vensters van den middenbeuk beschaamt is een element vanschoonheid dat een verstandig kunstenaar niet prijs geeft Voeg daarbij deaangename verscheidenheid der hoogte en grootte van de zij- en middenbeuklichtenen der vensters (het zij rozen het zij puntboogen) van de kruisarmgevels - en menzal gemakkelijk begrijpen dat de geregelde invoering van het dwarspand gelijk wijt kennen een der glansrijkste voorrechten is die de middeleeuwsche bouwkunstboven de vroegere inrichting behaald heeft Daarvan meent men echter te Schiedamgeen gebruik te moeten maken De kerk zal toch meer dan anderhalve tonne goudsmogen kosten zij had zonder aanmatiging het dwarspand kunnen aanvaardenOf stelt men te Schiedam op het glansrijkst meest geestelijk en onder gewone
omstandigheden onvergankelijkst cierraad eener ontwikkelde christen kerk geheelgeen prijs Het KERKVENSTER ontbreekt er Het venster gelijk we bij vroegergelegenheid gezien hebben1 en nog nader zullen aantoonen het bizonderzinnebeeld van het verkeer met den Hemel wordt ook als schoonheidselementniet gewenscht bij de schiedamsche kerk Gedurende eenige jaren zal de gemeentede achthalfduizend quadraatvoeten dezer kerk bevolkend verlicht worden door deinderdaad minder dan burgerlijke dakhellingvensters die in dit Paleis van denAllerhoogste zullen worden aangebracht Volgends de doorsneecircteekening over delengte en breedte bevestigd door het lsquoBestekrsquo der kerk zal zelfs het SANKTUARIUMhet Heilig der Heiligen waar Christus de ILLUSTRATOR SOLIS wonen zal zijn lichtontvangen uit die zelfde vlieringvensters en nog wel zal dat licht vallen tegen deautaartreden aan en zullen de dienstdoende geestelijken het
1 lsquoHet Autaar ten Oostenrsquo DW 1857 bl 408 en volg
Dietsche Warande Jaargang 4
76
altaar derhalve in de schaduw stellen en zulks in spijt der Twaalf Eeuwen waarinde schoone bovenverlichting der offerplaats door de Oostvensters der apsis regelis gewordenMen zegge niet dat deze apsis slechts provizioneel is Wie die over middelen
beschikken kan als waarvoor de bouw dezer provizioneele kerk is aangenomenzal zich verandwoord rekenen met hier een lsquoprovizioneel sanktuariumrsquo te bouwenMen moet de betimmering zien der kap boven deze offerplaats eene betimmeringdie meer aan de stijlverbinding eener kermistent doet denken dan aan iets wat uitde verte gelijkt op een baldakijn voor het Allerheiligste men moet dat zienmen moet de beschrijving daarvan lezen in het lsquoBestekrsquo om te vragen of iemantnog moed heeft aan de heropwekking der Christelijke Kunst in Nederland te denkenveel minder te arbeiden - Wij komen niet op de onwaardigheid van zulk eenbouwplan - dat ligt buiten onze bemoeying - maar wij vragen in naam der ChristelijkeKunst of de s c h o o n h e i d bij haacutear w e z e n l i j k h e i d is of d e k o r a t i e Is hetdekoratie - is het alles op het effekt berekend - is het geen wezenlijk en onmiddelijko f f e r gebracht aan hem lsquodie Schoon van Gedaante is boven de kinderen dermenschen1rsquo - goed dan kunnen de Schiedammers het wel een jaar of wat met ditprovizioneel sanktuarinm doen maar is de christelijke schoonheid iets meer - heeftzij tot bestemming God te verheerlijken in zijne gaven en den mehsch te stichtendoor hare van Gods geest vervulde kracht dan men houde t ons ten goede behelpemen zich niet met een wanvormige altaarnis - zoo lang er in het schip der kerk EENpijler staat die verkocht zoucirc kunnen worden om ten minste het sanktuarium eenbetamelijk voorkomen te gevenWij hebben luide toegejuicht dat men bij bepaalde middelen niet aanftonds de
kerk wilde voltooyen maar eer men aan de uitvoering van het minste deel derbeuken dacht - behoorde men den afbouw van het presbyterium met zijn drie
1 Ps XLIV 3
Dietsche Warande Jaargang 4
77
nissen of althands het heiligdom des hoofdaltaars behoorlijk te waarborgenWaaromzal men gedurende 8 10 12 jaren het niet noodig rekenen dat de troonzetel vanden Koning zoowel der Heilige Schoonheid als van het Opperste Goed en deHoogste Waarheid weecircrschittere van den glans waarmeecirc door Moyses doorSalomon door Konstantijn den Groote door Lodewijk den Heilige de Offerplaatsdes Heeren bekleed en vervuld werd - de bekende ijver der Geestelijkheid enburgerij van Schiedam is een onderpand dat men het op den duur wel noodigrekenen zoucircOnze voorouderen mochten jaren eeuwen soms bouwen over sommige hunner
kerken - zij begonnen met het s a n k t u a r i um zelfs uitwendig t e v o l b o uw e n zij kenden en erkenden het centrum der Heilige KunstMaar als deze kerk volbouwd zal wezen - dan noacuteg zal er geene verlichting plaats
hebben behalven door de bovenmuurvensters of lichtbeuk door de venstertjensder zij-apsiden en door het rondlicht () in een der torenportalen Dit is vooral tebetreuren met betrekking tot het sanktuarium Dit laatste alleacuteen te verlichten doorbovenvensters kan in geen ander geval worden toegelaten dan waar een choortransachter het presbyterium en de dakkluizen daarboven met of zonder triforium delagere doorzetting der vensters beletten In eene kerk zonder choortrans geenevensters aan te brengen dan op ten minste 15 ned ellen boven den beganen grondis een misverstand en miskenning van alle schoonheidseischen voor het beeld deslsquoHemelschen Jeruzalemsrsquo gelijk het sanktuarium te-recht genoemd wordt Dewanden der zijbeuken zijn - blind de vijf veelhoekszijden van het sanktuarium zijntot op de hoogte der zijdaken blindde flankeerende derden van den westgevel zijnevenzeer blind tusschen al de konterforten die buiten om het gebouw loopenvindt men - blinde muren Maar neen behalven een venster in elke der kleinelsquoaltaarnissenrsquo vindt men hier en daar in de buitenmuren deT zijbeuken ronderaamtjens zonder Saft noch Kraft ontworpen en - aangebracht in aan de kerkverbondene bijgebouwen
Dietsche Warande Jaargang 4
78
Die bijgebouwen - Ze zijn de vertegenwoordigers van het uiterste punt waartoehet gebrek aan kennis en smaak des bouwmeesters klimmen kon Het gaat onsaan het hart zoo veel tijd en papier aan de beoordeeling van dit zoo zeer berispelijkkunstwerk te moeten besteden maar wij hebben hier met eene kerk te doen vande aanzienlijke stad Schiedam eene gothische kerk gelijk het heet bestemd engeschikt om bij onkundigen de zaak der edele Gothiek in gevaar te brengen eenkunstwerk zoo mogelijk door ons ten goede te gebruiken om er in aan te wijzentot welke excessen een onervaren bouwmeester al vervallen kanWanneer men in de kerk staat - heeft men ter rechter en linker hand vier te
zamen acht porte-briseacutees niet anders lezer dan of men - wel verre van eenekatholieke kerk - met de dekoratie van het vrolijk zangspel onzer grootvaders Lesrendez-vous bourgeois te doen hadDe eerste dezer porte-briseacutees rechts en links voerenelk in - een uitgebouwden
biechtstoel de tweede voeren in een portaal dat buiten de kerk aangebrachtevenzeer als de hoofddeur dient om toegang tot de kerk te geven de derdeportebriseacutee rechts verbergt weder een uitspringenden biechtstoel de derde linksvoert in de boven aangeroerde zijkapel met een vlak plafond de vierde links1binnen het gebied des presbyteriums leidt tot de sakristij die daartegenover medeaan gene zij der balie van het presbyterium waarheen leidt die deur Wij kunnenonze oogen naauwelijks gelooven Het lsquoBestekrsquo geve het moedig andwoord lsquoAande overzijde in de [andere] kleine altaarnis te maken een dito FIGURATIEFKOZIJNvan 10 bij 10 duims greenenhout met een 33 streeps DITO (dat is f i g u r a t i e v e )DEUR aan den achterkant met 5 hoog klampen voorzien met formettingen bewerktgelijk aan de deur der sacristijrsquo2 - Eene schijnbare deur met zijn
1 Bij inzage van het bestek blijkt ons dat deze deur geen porte-briseacutee maar zoowel als haarweecircrgaacirc eene enkelvoudige puntboogdeur is er zijn dus in de zijwanden flechts zes paardubbele en twee enkele deuren
2 Bl 30
Dietsche Warande Jaargang 4
79
kozijn met zijn kozijns lsquoneutenrsquo van lsquoblaauwen hardsteen1rsquo - een boerenbedriegergelijk men met een plat woord het zeer juist uitdrukt en dat o indien het overale l d e r s ware - wij gaven het toe - leve de dwaasheid indien zij niet sterven kan- maar - in het sanktuarium in de onmiddelijke nabijheid van een Altaar dat nietlanger een schaduw- of zinnebeeld is van de waarheid die komen moet neen dezetel der Hoogste Waarheid der Hoogste Wijsheid die er zich-zelve persoonlijkopenbaart De bouwmeester ga een oogenblik een enkel oogenblik als het zijnkan op zich zelven in en op de zaak die hem is toevertrouwd Zoucirc hij waarlijkdenken dat God ooit aan Beseleel of aan Salomon voor het figuratief tabernakelen voor den slechts figuratieven tempel zoucirc voorgeschreven hebben hunne toevluchtte nemen tot zulke (wij moeten het woord wel gebruiken) ellendige kunstmiddelenom s ymme t r i e te scheppen waar zij ontbreekt om o r d e te huichelen - waargeene o r d e is waar geene o r d e mogelijk is aangezien de ORDE de heiligehemelsche Orde der christen kunst niet is een masker dat voor het aangezicht vanden chaos gehangen wordt niet is een tooneelscherm waarmeecirc de dwalmendeballetlampen verborgen worden - maar dat de ORDE is een levensbeginselontkiemend en opgroeyend in de ziel van den echten kunstenaar en zijn geur enzijn kleuren meecircdeelend aan al wat hij schept een licht dat afstraalt van zijnvoorhoofd en met den gloed van een hooger leven alles verguldt wat hij nader komteene kracht in zijn hand die alles zoodanig ontwerpt en schikt dat het schijnbaartegenstrijdige zich onder zijn aangreep oplost in harnlonie en dat stof en gedachtegelijkelijk onder den druk zijner vingeren tot levende beelden groeyen heerlijk omte aanschouwen en getuigend van God door wiens Wijsheid de kunstenaar zescheppen mochtAchter die deur in die lsquoaltaarnisrsquo is niets te vinden dan - de domme muur Eene
kleine wandeling oacutem het gebouw kan
1 Bl 35
Dietsche Warande Jaargang 4
80
het u leeren Op die wandeling helaas treft u nog meer onaangenaamsDe biechtstoelen gelijk ze zich naar buiten vertoonen willen wij niet beschrijven
Men moet dat gaan zien Wij zouden geene andere dan burleske vergelijkingenkunnen maken en daar inderdaad is onze stemming niet naar Het zijnparallelopipeda van ruim 6 el hoog 32 breed en ruim 12 buiten het gebouwspringend Het vlak van 6 hoog en 32 breed wordt verlevendigd door een rondraamtjen met een middellijn in t licht van 75 duim Van de Zuidzijde kennen wijhet portaal dat door twee van die parallelopipeda geflankeerd wordt zijnde ditportaal gekonstrueerd tegen het 3e en 4e kontersort Dit portaal en zoo ook dat aande overzijde zijn met een zinken plat gedekt dat ziet iedereen maar debouwmeester schijnt gemeend te hebben dat hij zich des behoorde te schamenen nu trekt hij met het kalmste gemoed van de waereld het west- en oostgeveltjenvan zijn portaal op als of er een dak met twee hellingen achter lag kepervormigschieten de voor- en achtermuur naar boven en de voet dier kepers wordt verbondendoor dat zinken plat die kepers staan in de lucht en tusschen beiden ziet menachter het zinken plat op de netste wijze de kappen van twee konterforten der kerkzich teekenen zoo rustig of daar niet de ergerlijkste schennis van de eenvoudigstebouwregelen plaats had Nog meer er is in den voorgevel dier portalen eenklaverbladrondlicht en dat licht is g e f i g u r e e r d - enmet reden want het bovenbladder klavertraceering van t raamtjen zoucirc doorgestoken wordende uitkomen bovenmeergenoemd zinken plat Ziedaar wat de symmetriomanie zoo al medebrengtVoeg er nog bij dat met de daken der zijbeuken een spel van de zelfde soortgespeeld wordt de hellingen van het lager deel desWestgevels steken 23 el bovende ware dakhellingen uit en hoe in t geheel die voormuurlijn met de zijbeukdakenover-een te brengen is wordt bij het beschouwen der konstruktie van de kappender kleine apsiden volkomen onbegrijpelijk Wij
Dietsche Warande Jaargang 4
81
zwijgen van de klassieke belijsting waarmeecirc men de afgewerkte zijdaken dezergothieke kerk omspijkeren zal En dat alles wordt ten-toon-gesteld aan eene kerkdie onder gunstige omstandigheden in eene welvarende stad wordt gestichtZullen wij nog nader van den stijl spreken waarin de kerk gebouwd is Helaas
hoe zal het burgondische tijdvak hoe zal het geslacht der Tudors verandwoordelijkkunnen zijn voor hetgeen er van hunnen geest in dit bouwontwerp is opgenomenTudorbooget en wel van de slechtste soort omlijsten de binnendeuren der kerkDe profielen van pijlers en arkaden heeft men boven gezien ze zijn zegt debouwmeester lsquoop de teekeningen zoo duidelijk mogelijk aangetoond en zullenonder de bewerking door grootere deacutetailteekeningen worden opgegeven1rsquo helaasmen kan genoeg zien welke de lichte herinneringen zijn die den bouwmeester voorden geest hebben gezweefd Die van het laatste van het slechtste tijdperk dergothiek En al waren de profielen van den flamboyanten stijl begrepen (wat ze hiern i e t zijn) - dan nog met welk recht beoefent gij Feitama of Helmers - als Vondelu veel beter modegravel zoucirc wezen Waarom wilt ge ter opwekking van onze koudedagen bij het tijdperk des vervals te rade gaan en waarom - in den naam allerheilige kunstenaars leest gij geen boek ziet ge geen kerk alvorens u te wagenaan de vermetele onderneming zelf eene kerk te willen bouwenWij kunnen niet langer bij dit deel onzer stoffe stilstaan Om de proportie der
arkaden te doen beoordeelen geven wij alleen op dat de boogen zijn getrokkenuit een punt hetwelk 7 palm ligt binnen den hoek dien de vooronderstelde bazismet de kromme zijden maakt zoo dat men hier met een driehoek te doen heeftwaarvan de zijden slechts 49 el en de bazis 535 el meten Deze gedruktheid zoucircop zich-zelve niet hinderlijk zijn maar zij wordt onlijdelijk door de kortheid derrechtstanden die slechts 54 el houden waarvan dan fokkel
1 Bestek bl 18
Dietsche Warande Jaargang 4
82
en bazement nog bijna 2 el wechnemen Eene laatste treurige proeve niet slechtsvan de Kombinationsgabe maar tevens van de smaak des bouwmeesters vindtmen in ons figuur 2 waar de konterforten der beide autaarnissen een zeer onooglijkhoekjen te zamen uitmaken en waarin men de doorgang der apsiden vindt die destoutste gothische schepping is van het geheele ontwerp Een enkele blik zal dendeskundige doen ontwaren dat men deze kunstige doorgang alweecircr te dankenheeft aan de symmetriomanie er moest namelijk een middel gevonden wordenom de doorgang zoowel aan de zijde der hoofd- als der nevenapside in het middentusschen de pijlers te doen vallen en daarvoor ontwierp men dezen monsterboog
Mogen we thands nog vragen voldoet deze kerk aan hoogere eischen - Spreektzij de symbolische taal des Christens - is ze rijk aan de lsquogeheimzinnige vormenrsquowaarvan we dezer dagen een Doorluchtig Nederlandsch Praelaat den lof hoordenverkondigenHoe zoucirc zij t kunnen - Onze vraag ware ijdel en deernisloos In de echte kunst
hangt alles zoo te zamen dat het goede en verstandige tevens schoon en zinrijken stichtend is zoacuteo te zamen dat we van het stoffelijke handelende reedsonwillekeurig op het gebied van het aesthetische zijn gekomen en we dit ons derdeonderzoek ook reeds op meer dan eacuteen punt hebben vooruitgeloopen Eeneaanmerking moet ons echter nog van t hartTe vergeefs hebben we bij de schiedamsche kerk naar het konstruktief goede
naar het aesthetiesch schoone gevraagd over het eerste hebben we gezegdheerscht meer uitsluitend het doorgrondend Verstand over het tweede het werkzaamGeheugen in den edelsten zin en zoowel het oordeel der kunstsmaak als deverbindende en voortbrengende kracht des gevoels vertegenwoordigend het derdeelement dat de Schutsheer der Bouwmeesters de H Thomas Apost in deWIJSHEIDaanwijst is het Genie dat schept dat vinden kan wat nog niet gevonden werd HetGenie is in de gewijde kunst dat
Dietsche Warande Jaargang 4
83
bezielend vermogen hetwelk de elementen van stoffelijke degelijkheid enaesthetische schoonheid verbindend en op nieuw bevruchtend eene drievoudigeharmonie aan het kunstwerk bijzet Het kunstwerk dat aanvankelijk slechts tot deorde der redelijke stoffelijke maaksels vervolgends tot het gebied der persoonlijkekunstwerken behoorde neemt ten derde plaats onder de maatschappelijkeverschijnsels Het Christen genie is de aktieve Godsdienstzin die aan het gewrochteHeiligdom al dat gene toevoegt wat techniek en aesthetiek alleen niet kunnenuitwerken Als er het scheppingsvermogen van den Godsdienstzin bijkomt - daneerst roept geheel het volk en roept de geschiedenis ziedaar een heerlijk kunstwerkMet christen genie geeft men veelvoudigheid van beteekenis aan de kerkdeelenze zijn te gelijk konstruktief aesthetiesch symboliesch ze zijn historiesch ennationaal en ieder leest er even als in de schepping van den Hoogsten Kunstenaar1iets in dat geeumlvenredigd is aan zijne bizondere behoeftenZoo is er eene mystische maatschappelijke kracht in het teeken waardoor
Konstantijn de overwinning behaald heeft Christen denkers en dichters van alleeeuwen hebben in die Lijn doorsneden van een Dwarslijn zinnebeelden gezienvan alles wat de Christen te weten en te beleven heeft Neen dat KRUIS is geeneenvoudige en toevallige schand- en folterpaal Van Hieumlronymus tot Franciscusvan Sales van Jacob van Maerlant tot Adrianus Poirters en Christopher vonSchmidtis daar door denkers en leeken veel meer in gevonden dan het realismeder XVIIIe en XIXe Eeuw heeft leeren verstaanToen de H Porphyrius ter plaatse waar hij den tempel van den afgod Marnas
had gesloopt omstreeks het jaar 400 een christen kerkbouw ondernam zond hemde Keizerin Eudoxia eene prachtige teekening en die teekening was gemaakt inover-een-stemming met den grondvorm der konstantinopelsche Apostelkerk - enhoe had die grondvorm anders kunnen zijn dan naar het beloop van HET KRUIS2En wie er verder tal
1 Sap VII 162 Leven vdH Porphyrius door zijn discipel Marcus aangeh bij Butler en Godescard Feacutevr
(1835) bl 352
Dietsche Warande Jaargang 4
84
van kerken bouwde - Justinianus de Eerste Sixtus de Derde Gregorius de EersteKarel de Groote Sergius de Derde Hendrik de Hohenstauffer Alberic van Reimsde Planlagenets en de Habsburgen Conrad von Hochstetten Leo de Tiende -steeds drukte men er openbaarlijk of geheimzinnig den kruisvorm in uit steeds wasin de geftalte van het Godsgefticht zichtbaar dat de kerk meacuteer is dan eenegehoorzaal meacuteer dan een paleis meacuteer dan eene plaats van samenkomst tot biddenen lofzingen in de gestalte sprak zich het KRUIS uit om dat het Kruisoffer onbloedigdoch met gelijke waardigheid en goddelijk vermogen beleden wordt in die kerk teworden voltrokken Dat voorbeeld der oostersche en westersche groote kerkenwerd in den regel bij allen nagevolgd wier ruimte het eenigszins toeliet en erbestaat in onze tijd niet de minste reden om er in eenige driebeukige kerk van afte wijken Twee groote geheimen worden door twee stoffelijke voorstellingenuitgedrukt wier diepte en breedte wier menigvuldige eigenschappen niet aanstondsvoor een ieder in het oog vallen zij zijn het getal Drie en de Kruisvorm Het eerstevertegenwoordigt als eenheid gedacht (gelijk in den driehoek bij voorbeeld in dedrie afmetingen van een kubus in de drie tijdvakken van een menschenleven) deH Drievuldigheid de Kruisvorm vertegenwoordigt de hoogste liefdedaad Gods -het keerpunt der waereldgeschiedenis Duidde men nu reeds sints Paulinus vanNola met de drie beuken het eerste geheim aan - men stelde er tevens prijs op dewaarde van het tweede ondubbelzinnig te belijden Ziedaar de roeping derkruiskerken Wij hebben in onzen arbeid over de H Linie dit punt nog eenigszinsuitvoeriger mogen behandelen daar wijzen wij heen1 Wij hebben daar ookaangetoond hoe door dien kruisvorm tevens de tweeheid van de oude en nieuweorde de Eeuwen der Patriarchen en de Eeuwen der Apostelen op treffende wijzewerd aangegeven wij hebben den H Hieronymus den Profeet Ezechieumll hoorenverklaren en daarin eene toelichting gevonden van de beteekenis onzerkruisarmgevels
1 lsquoD Warandersquo 1857 bl 374 en volg
Dietsche Warande Jaargang 4
85
Men hechtte waarde aan de belijdenis dier Tweeheid in de beide kruisarmen zoowelals in de verdeeling der hoofddeur en de beide autaarzijden - Epistel enEvangeliekant - om dat men zich met den H Joannes Damascenus den Zaligmakerherinnerde die aan het Kalvariekruis het Testament der begenadigde Heidenenmede met zijn heiligen rechter arm had aangeduid en Wien de onboetvaardigemoordenaar ter flinke gesteld bleef men hechtte daaraan om dat men reeds in debloeitijd der Gothiek in de XIIIe Eeuw niet minder dan heden ten dage de dwalingen dwaasheid hoorde verkondigen dat het Tweede Verbond stond opgelost teworden gelijk het Oude dat er eene Derde Orde eene Derde Kerk de Kerk vanden H Geest verrijzen zoucirc Gaf het paacutes in de XIIIe Eeuw tegen deze dusgenoemdeJoachimietische ketterij niet slechts bij monde van den lsquoDoctor Angelicusrsquo en vanhet koncilie van Arles maar tevens door het armenpaar der kruiskerk te protesteeren- niet minder in onze tijd die mede van derde toestanden droomt die of den Zoonte-rug-zet als een der godlijke Personen en een onpersoonlijken geest alskerkftichter aanneemt of wel de nieuwere kerktheorieumln het geheele kollegium derApostelen beurtelings schijnt te willen ronddragen Men arbeidt na de Petrus- ende Pauluskerk aan de Joanneskerk - er is geen reden om in de toekomst detweeheid der orde de Oude en Nieuwe die der Schepping en der Verlossing nietnog verder uit te breiden Verder uitgebreid trouwens zal zij worden ja in denglans der Eeuwigheid en daar wijst het hoofd des kruices en de apsis der KRUISKERKbij goed geoumlrienteerde kerken heenAl willen wij echter de Tweeheid van het Verbond Gods met de menschen niet
verdeeld zien over de verschillende hoofden der Heilige Geloofsverkondigers -daaruit volgt geenszins dat de Apostelen in eene goed gebouwde kerkonvertegenwoordigd zouden behooren te blijven t Is er ver van daan Wij hebbenbewezen in onzen arbeid over orieumlntatie1
1 lsquoD Warandersquo 1857 bl 395
Dietsche Warande Jaargang 4
86
en bouwsymboliek dat van de oudste tijden de pilaren der kerk voor de bizonderezinnebeelden der Apostelen en leeraren genomen werden De Eerw A Straubbevestigt dit nog in zijn Symbolismus der straatsburger hoofdkerk1 lsquoDouze faisceauxde colonnes soutiennent la voucircte ce sont les apocirctres et leurs successeurs leseacutevecircques qui portent leacutedifice de lEacuteglise A la catheacutedrale de Fribourg en Brisgauchacune des douze colonnes de la nef est orneacutee de la statue dun apocirctre il en eacutetaitde mecircme agrave Chartres avant 1793rsquo desgelijk heeft men gehandeld te Jeruzalem teTyrus te Trier te Keulen2Deze symboliek zoowel als die der Vier Evangelisten vertegenwoordigd door
de kruispijlers (onder anderen in de tegenwoordige St Pieterskerk) was zeeralgemeen en geliefd Van de boven door ons genoemde schoone kerk van BisschopPorphyrius leest men nog dat Keizerin Eudoxia den ijverigen stichter in zonderheideen tal van de schoonste pilaren toezond waaronder er twee waren lsquoschitterendals smaragdrsquo Ongetwijfeld zullen deze twee de Princen der Apostelen Petrus enPaulus hebben vertegenwoordigd en handelde de Keizerin in den geest van harenberoemden voorzaat die zijnen Twaalf kerkkolommen zilveren hoofden gaf ter eereder Apostelen3 In het derde tijdperk der Gothiek echter in de dagen van het vervalder bouwkunst werd dit symbolismus allengskens verduisterd en de bouwmeestershunne traditieumln vergetende rekenden het iets fraais de zuilen en boogen te zoekte maken door de laatste onmiddelijk uit rechtstanden te doen voortspruiten diemet hunne bazementen onmiddelijk op den kerkvloer stonden en waarbij vansymbolieke kapiteelen volstrekt geen spraak kon zijn Dit was de versleten vormvan een organismus dat allengskens verlamd en verbasterd raakte en dezen vormheeft de bouwmeester der schiedamsche kerk voor zijn werk verkozen Het magvoor het oog somtijds welgevallig zijn arkaden te zien en welfnetten te zien wiergeledingen onmiddelijk uit den grond spruiten en
1 lsquoStrasbourg CF Schmidtrsquo 1856 bl 122 Verg lsquoD Warandersquo 1857 bl 3963 lsquoDWrsquo 1857 tap Verg 480
Dietsche Warande Jaargang 4
87
boven uitgebreid een getakte schijnen te welven over het hoofd der geloovigen -het dunkt ons te veel botanie te weinig architektuur Het denkbeeld van pilaar enboog en welf en bovenmuur rustend op dien boog verdwijnt te zeer de deurenen vensters worden te veel gaten die ons tot de indische grotkerken te-rug-voerenhet is achteruitgang verzwakking geene ontwikkeling van het oorspronkelijkorganisme Meent men dat een arm of been er zoo veel te schooner om zoucirc zijnmet minder gewrichten te bezitten En dan heeft de hoofdkerk van Orleanswaarop de schiedamsche bouwmeester zich misschien beroepen zal - al behoortze geenszins tot de fraaiste kerken van Frankrijk proportieumln die men te Schiedamgeheel mist Het is het zelfde geval met de St Jan van den Bosch maar de St Janheeft toch geene zoo kleingeestige profils voor zijne zuilen of pijlers als in ons fig1 is aangewezen en die te Schiedam worden gereed gemaakt bovendien is de StJans-arkade in heacutet choor en de schutboog der buitenste zijbeuken uit dengelijkzijdigen driehoek getrokken en in t geheel betaamt het eigenlijk niet in denzelfden adem van de Bossche kathedraal en van het Schiedamsche bouwontwerpte sprekenWij zullen onze beoordeeling hierbij laten Wij zouden er nog veel aan kunnen
toevoegen als wij ook uit het symboliesch oogpunt alle de bezwaren doorliependie we onder hoofd I en II hebben aangestipt want wat tegen het Verstand zondigten tegen de Schoonheid zondigt ook te gelijk tegen het Symbolismus maar wijkunnen ter gelegenheid van eacuteen bouwwerk niet al te veel onderwerpen tot uitputtenstoe behandelenWij achten met het schrijven dezer aanmerkingen die zoo wij hopen blijk zullen
dragen van ernstig gemeend te zijn een voor ons gewichtigen plicht vervuld tehebben Zoo lang het tegendeel ons niet wordt aangetoond houden wij het bouwenvan eene katholieke kerk voor eene zaak van het hoogste belang eene zaak dieaanspraak heeft op de moedigste en krachtigste inspanning van allen die er toemeecirc kunnen werken De gelegenheid heeft zich voor ons niet opgedaan het schie-
Dietsche Warande Jaargang 4
88
damsche ontwerp aan de regels van het gezond verstand en de aesthetieschliturgische waarheid te toetsen voacuteor dat de kerk reeds in aanbouwwasWij geloovendat onze wenken van geen merkbaren invloed op het tegenwoordig werk meerzullen zijn maar als men een schip niet van de bank kan afbrengen dan heeft hettoch dikwerf zijn nut de plek aan te wijzen waarop het gestrand isHet komt hier voacuteor alles aan op den Beseleel dien men het werk toevertrouwt
Men plukt van een wilgenboom hoe willig misschien geen perziken en de kiemeener kwaal wordt later door geen besnoeying wechgenomenWien de Gever van alle goede gaven de hoogere WIJSHEID geheel onthouden
heeft waarin lsquoalle kunst en alle wetenschaprsquo lag opgesloten moet er niet aan denkenden arbeid der Beseleels en Salomons te willen verrichten Wie in zichzelven dekracht voelt iets tot stand te brengen - wie voelt dat de stof gehoorzaamt aan zijnverstand dat de vormen zich daarbij aansluiten en zich ontvouwen tot bloeyendeschoonheid - wie voelt in dankbaarheid des harten en opziende naar God door detranen heen die op zijn teekenbord vloeyen dat konstruktie en kunstvorm samenvaltmet de openbaringen van het geestelijk het kerkelijk leven desymboliesch-historische beteekenis een hooger leven voor zijn werkstuk - wie voeltdat zijne kerk van het geslacht is der kerken van een geloovig en kunstrijkvoorgeslacht - die grijpe rustig passer en teekenstift ter hand en de Triomfboogdien hij slaan zal van pijler tot pijler de triomfboog die gedragen zal worden dooreen Arend en een Engel zal in waarheid de zegepraal des Heeren verkondigenen de geloovige zielen zullen eenparig getuigen hier is het beeld bij het wezen hieris de geest en de vorm hier is het Heilig Zoenoffer en de Tempel Gods waarin hetzoet is binnen te gaan12 Maart 1858JA ALBERDINGK THIJM
Dietsche Warande Jaargang 4
89
Bibliografie(uitgaven van boeken platen en muziek)
lsquoDE VERAANSCHOUWELIJKING VAN HET HEILIGE DOOR DE KUNST Vooralin hare toepassing op de Evangelische Eeredienst Door Dr D Kottmeijer Predt teDusseldorf Uit het Hoogduitsch door Alb van Toorenenbergen Predt te PurmerendeAmst G Portielje amp Zn 1857rsquo - Prijs f 120 - De enthuziaste Heer Alb vanToorenenbergen heeft in de dunne reyen plaats genomen der nederlandschekunsttheoristen met eene vertaling van Dr ph David Kottmeiers lsquoDarftellung desHeiligen durch die Kunstrsquo1 Het doet ons leed deze eerste proeve van denPurmerender Leeraar op aesthetiesch gebied niet met handgeklap te kunnenverwelkomen Lezers van het lsquoLetterlievend Maandschrift ookRecensentenrecensentrsquo (of hoe anders de titel van dat orgaan thands luiden moge)hebben ons verhaald dat in dergelijke bladen somtijds wedloopen gehouden wordentusschen sommige schrijvers uit Noord-Holland in zonderheid de Heeren Sonstralen Van Toorenenbergen om een palm wiens waardeering ons ter dezer plaatseniet uit de pen wil Genoeg - dat naar het schijnt grondige kennis kalmte vanbewijsvoering beschaafdheid van toon niet altijd waar de Heeren S en vT aanhet wedijveren zijn op den voorgrond staan Zoo veel te aangenamer ware t onsgeweest indien wij op het gebied der kunst den Heer van Toorenenbergen zonderverzaking zijner maatschappelijke betrekking en kerkbegrippen eens met al diewaardigheid wetenschap en gemoedelijkheid hadden zien optreden waarop eenzoo belangrijk onderwerp als lsquode Kunst in toepassing op de Evangelische Eeredienstrsquoaanspraak had Dit is ondertusschen het geval tot heden nietDe lsquoKoumln preufs Divisionspredigerrsquo Dr Kottmeier is een kundig en gemoedelijk
man die eenige studie gemaakt heeft op de schriften welke niet slechts inDuitschland maar ook in Engeland in de laatste jaren over kunst en liturgie het lichthebben gezien en zonder tot
1 Bremen 1857 C Schuumlnemann
Dietsche Warande Jaargang 4
90
de bronnen op te klimmen - het zij door de bestudeering der plastische monumentenen levende volksgebruiken het zij der annalen en chronijken waaruit dekunsttoestand van vroegere eeuwen is af te leiden - bedient hij zich met oordeelvan de overvloedige archaeologische stroomen die ook zijne woonstede bespoelenen geniet een deel van den christelijken kunstdauw die de lucht van DuitschlandvervultIs het altoos wenschelijk dat een vertaler niet in geestontwikkeling sta beneden
den vreemden schrijver dien hij voor zijne landgenoten sprekend invoert - is hetin vele gevallen noodig dat de vertaler het behandeld onderwerp meester zij eenonmisbaar vereischte is het in den vertolker van een wetenschappelijk werk dathij met de beginselen der wetenschap volkomen vertrouwd zij dat hij zich metgemakkelijkheid bewege op het gebied dat de schrijver bewandelt Hierin nu blijftde Heer van Toorenenbergen te kortDe vertaler van Dr Kottmeier wel verre van uit dezes lichte behandeling der stoffe
aanleiding te hebben kunnen nemen tot een grondiger en veelzijdiger betoog staatniet op de hoogte van den Auteur Dit was voor hem eene beweegreden om in talgemeen slechts vertaler te zijn De enkele proeven van verrijking of uitbreidingdes oorspronkelijken opstels zijn dan ook hoogst ongelukkig geslaagd Maar zelfstot deze bloote vertaling ontbrak hem de bevoegdheid Niemant zal vergen dat wijter zake eener overzetting door eene pen welke op het kunstgebied nog geeneantecedenten heeft eene lange reeks van bewijzen leveren ter staving van ditafkeurend oordeel Op eenige bewijzen heeft men echter aanspraakDe lezing van s Heeren van Toorenenbergens boeksken en de vergelijking van
sommige plaatsen met het oorspronkelijke leidde ons tot de volgende uitkomsta De Vertaler is een vreemdeling op het kunstgebied waar hij nochtans poogt
eene eigen meening voor te dragen en ingang te doen vindenb De Vertaler kent de talen niet waaruit hij overbrengtc De Vertaler wordt door een hartstochtelijk konfessionalisme bovendien
bemoeilijkt in zijne taakd En afgescheiden van zijne onkunde beweegt zijn konfessionalisme hem
zelfs om den Schrijver dien hij voorgeeft te vertalen uitdrukkingsvormen jageheele volzinnen geheele aanteekeningen toe te dichten die door Dr
Kottmeier niet geschreven zijn
Dietsche Warande Jaargang 4
91
a De Heer vT is een vreemdeling op het kunstgebiedWij schrijven deze beoordeeling niet voor vreemdelingen als de Heer vT Ook
niet bloot voor ingeboren poorters op het gebied der kerkelijke kunst doch wel vooreenigermate geletterde lezers Om ons beperkt bestek trekken we deze grenzenDe bedoelde lezers zullen ons begrijpenDen Heere vT is Dr Kottmeiers naam zoo weinig gemeenzaam dat hij hem met
de plompste siegenbeeksche i-je - jee lsquoKottmeijerrsquo schrijft dit houden wij hem tengoede - ofschoon het weinig achting voor zijn vertaalden patroon verraadt - maarof iemant geen vreemdeling op het kunstgebied genoemd mag worden die (bl 9)van eene lsquoAPOPhroditersquo van lsquoPraSCitelesrsquo van een (bl 10) lsquoSchnorr vAn CarOSfeldrsquovan een (bl 33) lsquoP Veronesersquo (als zeide men A van Purmerend in plaats van lsquoAlbertvan Prsquo) van een lsquoDomInichinorsquo (ald) van een (bl 74) lsquoDu Castel Francorsquo van eenlsquoOverBEKrsquo van een (bl 110) lsquoBungenhagenrsquo voor lsquoRungenhagenrsquo en dergelijke weette spreken - laten wij den lezer ter beoordeeling Voert men aan dat dekunstgeschiedenis niet te klagen heeft want dat de Vertaler (bl 75) van deneerwaardigen Clemens Alexandrinus wel twee personen maakt dat hij spelt WicliffeMelanthon en wat dies meer zij - dan weten wij niet of hiermeecirc het zwak desVertalers genoegzaam is weehgepleit Wel heeft de Heer vT de goedheid lsquoErosrsquodoor lsquoAmorrsquo lsquoZeusrsquo door lsquoJupiterrsquo lsquoAthenersquo door lsquoMinervarsquo lsquoAphroditersquo door lsquoVenusrsquote vertalen maar wat zin het heeft te zeggen dat grieksche kunstenaars beeldendier goden en godinnenmet latijnsche namen gemaakt hebben en dan de grieksche(als tot een vertoon van toch wel nederige geleerdheid) er tusschen haakjens enmet lsquoromeinonderkastrsquo-letters nog weecircr aacutechter te plaatsen bekennen wij niet tebegrijpen De populaire romeinsche namen hadden in de haakjens moeten staanmaar helaas ware dit het eenige dat bij onzen aesthetikus niet lsquoin den haakrsquo isVerder en op het zelfde punt Gants onnoozel verrijkt de Vertaler bl 11 met eene
noot trouwhartig door dit maal volkomen gewettigde haakjens van die des Auteursafgescheiden Dr Kottmeier gispt daarin met het volste recht eenealleronvoegzaamste voorstelling van God den Vader door Pietro Liberi Nu zal deHr van Toorenenbergen op zijne beurt de tanden eens laten zien en roept metde meeste opgewondenheid uit lsquoIs dat niet Heidensch Is dat nog ChristelijkeKunstrsquo - Mijn waarde Heer tot wien zijn die vragen gericht Tot Dr Kottmeier zonderwien gij geen kennis van het feit zoudt gedra-
Dietsche Warande Jaargang 4
92
gen hebben en die het zoo hard afkeurt als gij Of tot de bekende woordvoerdersder zoogenoemde lsquoChristelijke Kunstzaakrsquo in het Westelijk Europa - Mijn goedeman die zijn dat volkomen met u eens en durven nog veel onschuldigervoorstellingen van italiaansche en nederlandsche kunstenaars met nog veel harderwoorden veroordeelen dan uw technische dictionnaire u ten gebruike biedt Waarlijk- gij weet niet warum es sich handelt De Heer van Toorenenbergen denkt in destemming aangeduid onder letter c dat de lsquoChristelijke Kunsttheoristenrsquo het opnemenvoacuteor Italieuml tegen de germaansche richting Volstrekt niet Zij nemen het op ja voorFra Angelico voor Rafaeumll in zijne eerste periode met u met uwen leermeester enmet Paus Paulus III nemen zij het op voor Savonarola onder voorbehoud derveroordeeling van de door den Dominikanen-Prior-zelven veroordeelde daad maaranders zij laten u of liever (want het is te gek) zij laten Dr Kottmeier zijnen Wrenmet het miniatuurtjen der St Pieter enz enzHoe de Heer vT te huis is in de algemeene kunstgeschiedenis blijkt wel als hij
(bl 70) van eene lsquoGothische bouwoRDErsquo revelt als hij (bl 72) de voorzichtigeuitdrukking lsquoallerdings imposantrsquo toegepast op de Madeleine-kerk van buiten totlsquoschoonrsquo uitbreidt - wat Kottmeier niet bedoelde als hij met de lsquoFelsentempelnrsquo (vanK bl 21) geen weg weet en er doodeenvoudig (bl 17) lsquotempelenrsquo van maakt Wiehad ook ooit van een rotstempel gehoord (in nog anderen zin dan dien van de Kerkop de petra gebouwd) - In Purmerend - niemantOp bl 45 heet het dat de Holl schilderschool lsquode onmiddellijk () religieuse
onderwerpen onbehandeld lietrsquo Dr Kottmeier had gezegd (bl 57) dat ze oplsquounmittelbar religioumlse Stoffe voumlllig verzichtetersquo Rembrandt schijnt voor die Heerenalleen zijn lsquoNachtwachtrsquo en zijn lsquoSnijkamerrsquo gemaakt te hebben Eene ijzing zoucirc denHr van Toorenenbergen door de leden gaan indien hij de heerlijke ets lsquoMariaassterfbedrsquo eens onder de oogen kreeg Maar wij komen nog zoo min op letter c alsop letter bOp blz 73 wordt door vT aan Dr K maar zonder arg of list de dwaze beweering
in den mond gelegd dat men in de (1675-1710) door Wren gebouwde Pauluskerkte Londen zien kan lsquohoe de koepel tot het wezen van de rijke Romeinsche bouwordebehoort welke tot de pracht der eerste Keizers behoortrsquo Wij zwijgen van denjammerlijken stijl maar van den inhoud dezer tirade vindt men natuurlijk bij K geenspoor de man zegt alleen lsquoWie dagegen aus dem reichen roumlmischen Bau der sich
Dietsche Warande Jaargang 4
93
an die Prachtzeit der ersten Kaiser anschliefst die Kuppel gleichsam organischh e r v o r w auml c h s t das zeigt die 1675 bis 1710 von Wren erbaute Paulskirche inLondonrsquo Dat trouwens de koepel uit den romeinschen bouw opgegroeid is kan mentoegeven maar organiesch - neen of althands niet dan met ontaarding der organeneen gekromde architraaf is en blijft iets zeer onnatuurlijksAls de Duitscher eindelijk de Oden van Klopstock en zijn Messias aanhaalt (bl
16) spreekt de Vert van lsquomenige ode van den Messiasrsquo Klopstock mocht de HeerPredt van Purmerende toch wel kennen Maar de schoonste bewijzen van het ondera gestelde zal men vinden bij de behandeling van het punt b Een paar proevendaarvanb De Heer vT kent de talen niet waaruit hij overbrengtDr Kottmeier geeft (bl 70) eene onverduitschte tirade uit de lsquoEdinb Revrsquo potsierlijk
is het inderdaad wat de Heer vT daarvan maakt de lsquoparish priestrsquo (predikant eenergemeente) wordt een lsquoparochialc priesterrsquo lsquooriginal pitchrsquo is lsquooorspronkelijke zwaartersquode lsquotraceryrsquo (het gothiesch traceerwerk) der vensters wordt de lsquovormrsquo ja wat nogerger is lsquostained glassrsquo wordt lsquomorzige glazenrsquo - de lsquomorzige glazenrsquo bijv van dekerk te Gouda Monuments (blijkbaar graftomben) worden lsquostandbeeldenrsquo lsquoThemouldings emerge into lightrsquo - heet lsquode sieraden komen weder te voorschijnrsquo Vertalersa f 180 per vel zouden gevoelen dat mouldings niet bloot cieraden zijn lsquothe storiedwindows once more fling a chequered colouring over the wallsrsquo wordt vertaald lsquodesierlijk gevormde () vensters werpen op nieuw een helder licht tegen de murenrsquoWij veroorloven den Heer vT gaarne geen vriend van gehistorieumlerde glazen tezijn die kleurschakeering in de kerk brengen - maar daarom mag hij zoodanigevriendschap zijnen britschen geloofsgenoten niet betwisten Met het lsquothe crossesrise again from their broken shafts over the lofty roofrsquo weet hij in t geheel geen wegen zegt maar lsquode kruisen verheffen zich weder uit hunne gebroken zuilenrsquo () Eeneandere noot waar wat veel Engelsch in voorkwam op bl 90 heeft de Heer vT (bl73) wijslijk maar niet medegedeeld Als Kottmeier (bl 85) het woord kansel terechtuit de cancelli der bazilieken verklaart zegt zijn onnoozele Vertaler (bl 68) lsquocancelli(onze kansels)rsquoOp bl 78 wordt het woord lsquoRelief-Friesrsquo geleerdelijk en eenvoudiglijk in eene noot
vertaald door lsquoNaar buiten uitkomende sieradenrsquo Dat hadden zijn Vignola en zijnThorwaldsen den man der lsquobouwordersquo toch beter moeten leeren
Dietsche Warande Jaargang 4
94
Op bl 72 wordt lsquoEffectrsquo met lsquoindrukrsquo vertaald op bl 73 wordt van lsquogemaakte pogingenrsquogefproken voor lsquoVersuchen welche gemacht sindrsquo Intercolumnien heetenlsquotusschenkolommenrsquo elders lsquotusschenzuilenrsquolsquoDarf manrsquo (bl 135) wordt (bl 107) door lsquodurft menrsquo bl 15 lsquogleich grossrsquo door lsquote
gelijk grootrsquo vertaaldMen ziet dat de meeste der door ons in de vlucht opgemerkte vertaalfouten tevens
bewijzen zijn voor de onkunde des Vertalers met betrekking tot de behandelde stofEr zijn echter ook ontrouwheden in de vertaling die uit eene nog troebeler bron
voortkomen En hiermede gaan wij over tot letter cc De Vertaler wordt door een hartstochtelijk konfessionalisme bemoeilijkt in zijne
taakDe lsquohohe Herrlichkeitrsquo (bl 87) van den gothischen stijl wordt (bl 70) met lsquode
waarde van den Gothischen stijlrsquo overgebracht terwijl daar met eene onleesbarewoordschikking wordt bijgevoegd dat lsquoA Thijmrsquo in een lsquoonnederlandsch stukrsquo zijnlsquogeeumlerde vriendrsquo Reichensperger naschrijft de lsquoGothische bouwordersquo () ook oplsquokloosters hospitalen scholen en woonhuizenrsquo te willen toepassen Wij meenendat Alb Th deze overigens uit de lucht gegrepen beschuldiging zich wel zoucirc latenaanleunen bewees het gebruik van het dwaze woord lsquogothische bouwordersquo nietdat de Hr vT alweecircr een volkomen vreemdeling in deze quaestie is van wien heter dan ook volstrekt niet op aankomt of hij die lsquobouwordersquo in haar lsquowaardersquo laat ofnietlsquoKatholischrsquo (bl 21) mag natuurlijk (bl 16 en alom) niet anders dan met lsquoRoomschrsquo
worden vertaaldlsquoMadonna mit dem Jesuskindersquo (bl 101) wordt vertaald lsquoMaria met haar kindrsquo (bl
82)Zoo wil de Hr van Toorenenbergen er (bl 10) ook niet voor uitkomen dat Albert
Durers Aanbidding der H Drievuldigheid zich lsquoin der Allerheiligen-Kirchersquo (K bl 14)te Neurenberg bevindt - dat kan hij niet verduwen en laat het wech De Nederlandermag ook niet weten dat Prof Keller eene uitmuntende gravure van Rafaeumlls Disputabewerkt heeft (K 14 vT 10) noch ook tap dat Winkelmann met eene schilderijvan Domenichino hoog liepWe zwijgen van de ontrouwe vertaling der noot van K bl 108 109 bij vT 88 -
om dat we hier den schijn willen vermijden een lsquokonfesfionsrsquo-geschil op te zettenWij gaan om de zelfde reden
Dietsche Warande Jaargang 4
95
de onkunde of ontrouw voorbij waarmeecirc op bl 91 de psalmberijming van Dathenuseene lsquovoor onze dagen ellendigersquo genoemd wordt - als ware zij in de dagen vanden psalmdichter Marnix niet even gebrekkig geweest in de oogen van ieder diewist te vergelijken en te oordeelen Tot de zelfde kategorie behoort de vertaling derlaatste alinea van bl 118 en 119 in verband met de noten op bl 95 gelijk wij hierdan ook niet in eene uitvoerige waardeering en weecircrlegging willen treden vanhetgeen door den Schr uit de woorden van Reichensperger wordt afgeleidHet lsquoverraderlijkersquo van de noot op bl 97 is ook door den Heer vT ondergeschoven
en ontbreekt geheel in die van den Schr (bl 122) Terwijl s Vertalers noot op bl98 blijkbaar overtollig is en alleen te danken aan s mans hartstocht De inhoud dernoot komt reeds voor in den volzin volgend op dien waaraan zij verbonden wordtWij zijn met sommige onzer laatste aanmerkingen reeds gekomen op het gebied
van letter d Hoe weinig de Schr zich in t geheel over zijn neecircrlandschen Vert teverheugen heeft blijkt ook uit eene woordenkeus en staaltjens van kommentarieumleringof doorschrapping als de volgende Als Dr Kottmeier van de lsquosanfte Wehmuthrsquo derlsquoGoede-Vrijdags-stemmingrsquo spreekt (bl 131) - dan verrijkt Ds vT deze voorstellingmet de [trouwens aangeduide] bijvoeging lsquoen den heerlijken triumfrsquo wij dachten datde lsquotriumfeerende stemmingrsquo voor het Paaschfeest bewaard bleefOp bl 10 wordt bij zeker schoon beeldwerk verzwegen dat het tot de XIIIe Eeuw
behoort en waar de geloovige Duitscher der XIXe Eeuw nog van lsquoGod den Vaderrsquospreekt daar dicht de Hr vT den kunstenaar der XIIIe toe dat hij zich lsquoGodrsquo blootGod tegenover den lsquogekruisigdersquo (niet God) gedacht heeft Hooger heet het lsquoGodals Vaderrsquo(K bl 15) Waar de geleerde Duitscher lsquomit Bedanernrsquo zekere naar zijne meening
vergeefsche kunstinspanning beschouwt daar plaatst de groote AvT zich op hetstandpunt van lsquomedelijdenrsquo (bl 10)Als de Schrijver anachronismen in het door hem hooggeprezen lsquoAvondmaalrsquo van
Leonardo aanwijst dan teekent de groote vT hierop aan lsquoOp dezen grond reedsalleen zouden wij het niet toelatenrsquo Dat ziet er toch geleerd uit voor denAartshertog-Onderkoning van Lombardije dat men in de Purmer het meesterftukvan Leonard Da Vinci niet toe wil latenAls door Neander gezegd wordt dat Tertulliaan lsquog e n e i g t w a r rsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
96
in alle kunst eene vervalschende leugen te zien met betrekking tot de oorspronkelijkedoor God geschapen natuur dan verzekert vT stoutwech lsquoNeander zegt bv datTertullianus in elke kunst eene leugen zagrsquo enz (K 18 vT 13) In t geheel is vTden oudsten christen eeuwen niet zeer gezind Zekere lsquoabnorme rigoristischeRichtungenrsquo die Kottmeier der Kerk der eerste chr tijden toeschrijft heeten bij vTNB lsquoziekelijk rigoristische meeningenrsquo Konsequent wordt dan (bl 22) lsquorichtig Gefuumlhlrsquodoor lsquogezond gevoelrsquo overgezetMaar op bl 36 lastert de Vertaler den Auteur zonder plichtpleging en dicht hem
eene noot toe die (bl 45) bij den gemoedelijken en kundigen schrijver nergends tevinden is Dr Kottmeier zegt dat bij de Kerkhervormers lsquoPoesie Gesang und Musikam algemeinsten gebilligt und geliebt werdenrsquo Ds vT vertaalt dit onvolkomen enschrijft zonder zich als auteur bekend te maken er de volg aanteekening bij diewij in hare gantsche naaktheid staan laten lsquoAls dragers ja van Gods Woord maarniet gelijk Romes Kerk als de prikkels der zinnelijkheid om het gemis van GodsWoord te bedekken en de geestelijke behoeften des harten onder de indrukken desgevoels te verstikkenrsquoMaar wij stappen hier af want we spannen hier geen vierschaar van zedelijkheid
en kerktuchtWe zijn deze beoordeeling niet begonnen om de stellingen van Dr Kottmeier of
de meeningen van Ds van Toorenenbergen te bestrijden of te ondersteunen Hetnut daarvan zoucirc niet groot kunnen zijn Het geschrift van Dr Kottmeier is teoppervlakkig om veel ten goede of ten kwade te kunnen uitwerken en deinkonsequentieumln zijner redeneering door welke hij sommige ook van eldersoverbekende stellingen naast elkander tegen de zoogenaamde lsquoChristelijkersquotheoristen en kunstenaars kan aanvoeren verdienen hem juist ter dezergelegenheid de weecircrlegging dier stellingen niet Maar uit het boekjen van Ds vTkan men het geschrift van Dr K niet leeren kennen dat heeft nu overvloediggebleken met en benevens de inkompetentie van Ds vT om eene opinie inkunstzaken uit te brengen Niet-te-min willen wij een paar punten die bij onzepredikanten bizonder op den voorgrond treden hier ten slotte besprekenDr Kottmeier is een voorstander van het individualismus in de kunst Hij meent
dat dit meer met den lsquoEvangelischenrsquo eeredienst overeenkomt Hieruit volgt naarzijne redeneerwijze dat hij wat men lsquostijlrsquo noemt verbant (vT bl 51) maar daaruitvolgt nog meer In den stijl
Dietsche Warande Jaargang 4
97
van een tijdvak of eener school maken de individueumlele inzichten en handelwijzeninderdaad plaats voor - worden vaak opgeofferd aan - de begrippen envoorstellingen der massaas der gemeenschap des volks het persoonlijke enbizondere valt in eenigen deele wech en iets kommunaals iets nationaals in velegevallen ontwikkelt zich uit de vereeniging van elementen die hetgeen zeonvereenigbaar zoucirc gemaakt hebben hebben afgelegd op die wijze wordt ook detraditie geboren op die wijze ontstaat het heldendicht ontstaan de grootevolksdichters ontstaan de ware monumenten Al worden die heldendichten dooreen bizondere veder geschreven - al worden die monumenten door een bizonderekrijtpen geteekend en bizonderen beitel bewerkt - in die veder en die stift zal zooveel van het leven des geheelen volks gevaren zijn dat hunne voortbrengsels zullenschijnen hooger te staan dan die van eenig individueel genie en zullen blijken zicheen ruimer toegang tot het volksgemoed te kunnen verschaffen dan deze En evenals nu een dichterlijke geest op kan treden als orgaan zijner tijdgenoten zoo treedthij ook bij wijlen op als orgaan van tijdgenoot en voorgeslacht beide en dit is hetwat de Heer Kottmeier met zijne individualiteits-theorie met zijne lsquostijlrsquoverbanningvoorkomt en onmogelijk maakt en dit niet te kunnen is wat onze individualistischeen zoogenaamd objektieve kunstenaars vooruit hebben bij de vertegenwoordigersvan eenigen stijl Ze spelen liever een individualistiesch flageolettjen aan de deurvan een meecirclijdenden connoisseur dan dat zij een eerste of tweede vioolpartijvervullen in de kunstsinfonie der eeuwenUit die zelfde individualistische theorie volgt ook dat Dr Kottmeier de lsquoLegendersquo
ter bearbeiding voor den lsquoEvangelieschrsquo kerkelijken kunstenaar afwijst De historiealleen de historie mag in de Evangelische Kerk worden afgebeeld Hoe kortzichtigNiemant heeft nog bewezen dat alle gebeurde feiten en alle werkendegeschiedpersonen gekend worden in de waarde en met den invloed die allentoekomt met andere woorden het is nooit beweerd en het kan nooit bewezenworden dat het geschiedboek voor ons openligt met al die volledigheid en juistetoemeting van licht en bruin waarop de gezamendlijke feiten objektief aanspraakhebben en gelijk de Alwetendheid dat geschiedboek kent De vorderingen derhistorische kritiek bewijzen in tegendeel alle dagen dat men tot dus verre de juistebalans der waereldgebeurtenissenmiskend heeft sommige personen zijn te gunstiganderen te ongunstig beoordeeld of in t geheel niet gekend
Dietsche Warande Jaargang 4
98
Het blijkt dat aan zekere feiten tot heden verkeerde oorzaken zijn toegeschrevenin eacuteen woord - het Pantheon der groote historische personen is aan eene gedurigerolverwisseling der optredenden onderworpen Om eacuteen klein voorbeeld te noemenin het begin dezer Eeuw heette bij vele ned letterkundigen Helmers de grootsteDirc van Assenede (voor zoo ver hij bekend was) de ellendigste dichter vanNederland thands houdt ieder den laatste voor een der lieflijkste en sedert Wiseliuslaatsten bundel Helmers voor een der meest bombastische Het ligt voor de handdat een liturgiesch systeemniet van dergelijke werveling der winden van leeringeafhanklijk kan gefteld worden dat zoucirc alle monumentale kunst alle waardigekerk-ikonografie onmogelijk maken Wil men nu alle monumenten afschaffen - ofwil men kerken bouwen en vercieren die binnen tien twaalf jaren eene ongerijmdheidgeworden zijn dan mag men het individualisme van Dr Kottmeier tot beginselverheffen en ten leiddraad nemen Maar wat wordt daarvan Men zal zoo doendegeheel breken met de historie met historische zekerheid en er zal geen verbandmeer wezen tusschen het gisteren en het heden Onophoudelijk zal op die wijzehet centrum van het kerkelijk leven verlegd worden en daarmeecirc allegemeenschapsbestaan worden uitgeroeid Zonder vorming en eerbiediging eenertraditie - zonder schepping van een legendariesch geheel dat tot zekere hoogtevan de eigenlijk kritische historie onafhankelijk is dat meer met bovennatuurlijkepennen geschreven wordt dan met het skalpel der stoffelijke vorsching ontleed -geen kerkelijke kunst en zonder kerkelijke kunst en haar middenpunt geen rechtvoor Dr Kottmeier om voorschriften te geven Als alles van de bizondere appraeciatieder ouderlingen diakenen of kerkmeesteren af hangt - voor zoo ver deze zichhistorische voorstellingen gevormd hebben hoe zal men dan ooit in Dr Kottmeierskerkelijke kunst tot eenheid komenMen leide uit dit ons zeggen niet af dat wij de kerkelijke kunst geheel buiten den
invloed der wetenschap willen laten - t is er ver van daan In tegendeel dat we topnemen voor de traditie voor de legende bewijst al dat we van tintelend vangroeyend van wentelend leven houden maar we willen maar niet de gewijde kunsttot den gehoorzamen discipel der vaak zeer profane navorsching maken Naar onsoordeel leeft er in de gewijde kunst-zelve eene intuiumltie van de hoogstegeschiedwaarheid welke door alle latere navorschingen slechts zal wordenbevestigd maar terwijl die navorschingen aan het va et
Dietsche Warande Jaargang 4
99
vient aller bloot menschelijke studie onderworpen zijn willen we dien zigzagtredniet gaarne door de kerkelijke kunst gevolgd zien De kerkelijke kunst streeft nietnaar de afbeelding van het kritiesch na te wijzen verloop der levensmomenten vaneenige door haar behandelde figuur zij maakt synthezen zij schept uit melodieharmonie maar harmonieumln dan ook d i e brengt zij voort dat willen we voet voorvoet bewijzen Een enkel voorbeeld Maria van Bethanieuml zal eene andere wezendan Maria de zondares Wij hebben alle achting voor de kritische navorsching vandit historiesch punt maar wat kan de kerkelijke kunst winnen bij de uitspraak tergunste van de twee Mariaas - waacutet de praktische moraal - Nog eens - wij komenniet op het konfesfioneel gebied maar wij moeten deze vraag toch doen zal deliefde voor de twee Mariaas de ijver om als men gevallen is zich te bekeeren enboete te doen zoo veel grooter worden als het blijken zal dat de Heiland zich nietaan eene gevallen en te-rug-gekomen en vurig Godminnende vrouwe het eerstena zijne verrijsenis geopenbaard heeft - Zal de Kunst een slecht figuur maken dieeene schoone harmonie tusschenminder eng verbonden feiten heeft aangebrachtMet de bestreden meening van den Schrijver hangt ook samen zijn rigorisme in
de beoordeeling der allegorie (vT 21) zijne verwerping der voorstelling eenerHemelsche Maria met het Kind - om dat de Regina Sanctorum omnium het Kindniet werkelijk meer draagt en niet anders dan anachronistiesch dragen kan (K 92vT 74) Wat moet men op zulk realisme andwoordenDe zinnebeelden der Evangelieumln mogen bij onze kunsttheoristen geen lichtkrans
hebben daar mag dus de kracht en de heiligheid niet bij worden uitgedrukt Steinlesheerlijke voorstelling van den Heiland als goeden herder die het lam uit de doornenbevrijdt wordt gewraakt (bl 33) om dat zij historie en allegorie vermengt Mogende Heeren predikanten Kottmeier en Van Toorenenbergen des opgevorderd ookgeen ordelintjen dragen om dat zij zijn historische mannen van vleesch en beenen dat dit stukjen zijde slechts de allegorie het teeken is van eene idee van eengeestelijk voorrechtDr Kottmeier wil niet alleen geen huwelijk van realiteit en symbool maar ook niet
van werkelijkheid en kunst in t geheel op het tooneel bijv mag niet gebedenworden niet anders dan tot lsquoheidensche godenrsquo (K bl 36 vT bl 27) De kunst isdus een spelletjen
Dietsche Warande Jaargang 4
100
dat door den Godsdienst wordt toegelaten maar dat van eene daarmee gantsstrijdige natuur isDe Heer van Toorenenbergen komt dan ook tot het stoute besluit dat de
Zaligmaker in t geheel niet mag voorgesteld worden Daarvoor had hij toch eerstzijn ambtgenoot den geleerden Dr Schotel wel eens mogen hooren1) die zoucirc hemmet goede autoriteiten tot een ander denkbeeld gebracht hebben Waar blijft ookde Hr v Toorenenbergen met zijn geheele N Testament als de hoofdpersoon nietmag optreden (bl 87)Trouwens wat zullen wij nog langer over Heilige Kunst spreken met een man
die (bl 35) als zijn devies heeft aangenomen het schijnschoone lsquoWie Christus beelddraagt in het hart zal wel elk uiterlijk beeld als onschadelijk maar tevens also n v e r s c h i l l i g beschouwenrsquo
M
1) lsquoOver de uitwendige gedaante van onzen Heerrsquo bl 97 en volg
Dietsche Warande Jaargang 4
101
MengelingenBerichten wenken vragen briefwisselingernst en scherts
PATER CATS (II1) - Wij ontleenen aan de lsquoEendragtrsquo XIIe J no 4 het volgende
lsquoAan Mynheer den Opsteller van het Tydschrift DE EENDRAGT
Myn waerde Vriend
In het Nr 4 der ldquoEendragtrdquo van dit jaer deedt gy my de eer myne aenteekening uitMolanus over PATER CATS te herhalen welke in de laetst verschenen aflevering derldquoDietsche Waranderdquo bl 194 voorkomt Sedert de uitgave van dit nootjen is er myover dien monnik een en ander bekend geworden en zoo vinde ik my in staet uomtrent hem nadere berigten mede te deelenPater MATTHIAS CATS alias Felisius geboren binnen Brouwershaven was
wezenlyk een oudoom van JACOB CATS den grooten volksdichter Hy trad zeerjong en zulks tegen den wil zyner ouders in de orde van St-Franciscus Zynemoeder liet naer t schijnt geene pogingen onaengewend om hem van besluit tedoen veranderen Ziende dat zy met smeekingen haer doel niet zou bereiken namzy hare toevlugt tot bedreigingen Zy liet Matthias weten dat in geval hy de ordeniet verliet zy hem nimmer voor haren zoon zou aenzien Doch de jongeling sloegdit alles in den wind en sprak op den daertoe bepaelden tyd zyne beloften uitDaer nu alle hoop op terugkomst voor de moeder verloren was zoo begaf zy zichnaer het klooster ten einde den monnik te zien Deze hare komst vernomenhebbende deed haer door den Poortier berigten dat hy geenemoeder meer bezatmits zij verzekerd had hem voor haren
1 Zie lsquoD Warandersquo III 194
Dietsche Warande Jaargang 4
102
zoon niet meer te herkennen Doch dit was enkele scherts Matthias eindigde metin de beste vriendschap met zijne moeder te levenDe Monnik die zich door een voorbeeldelijk leven deed onderscheiden liet de
twee volgende werken uitgaen1o Catholicam elucidationem decalogi Antv apud Plant 1573 in-8o Paris
1576 et 16042o Catholicam elucidationem Institutionis Christianae Antv 1575 in-8o
Na eerst leesmeester van Godgeleerdheid en vervolgens Gardiaen van hetKlooster der Minderbroeders te Leuven geweest te zyn werd hy tot ProvincialenMinister van zyne orde verkozen in welke waerdigheid hy overleed op 6 Maert 1576Zyn overschot werd in de kerk van het klooster te Leuven ter aerde besteld Eenzerk voorzien van een opschrift twelk men by Foppens wedervindt werd ter zynernagedachtenis geplaetstMen kan over den Monnik nagaen A Sanderi Chorographia sacra Brabantiae
T 3 p 146 Valerii Andreae Bibliolheca Belgica p 659 Foppens Bibliotheca BelgicaT 2 p 872 en vooral de Bibliotheca universa Franciscana 1732 T 2 p 352Doch in deze werken is hy hier onder den naem van Matthias Felisius ginds onderdengene van Matthias van Brouwershaven vermeldGelief myn waerde Vriend dezen regelen een plaetsjen te verleenen in het eerst
moetende verschynen N der ldquoEendragtrdquo en aenvaerd de verzekering mynerwelgemeende hoogachtingEDWARD VAN EVEN
Uit Leuven
Byna gelyktydig met den vorenstaenden brief is ons de volgende mededeelingomtrent hetzelfde onderwerp toegekomen Het schynt ons dat zy door de aenwyzingvan andere bronnen tot nadere opsporing kan leidenOp de vraeg in ldquoDe Eendragtrdquo No 3 van dit jaer by de aenkondiging van ldquoDe
DietscheWaranderdquo 2e afl 3e jaarg of de Minderbroeder MATHIAS FELISIUS gezegdCATS tot den stam van vader CATS den bekenden Volksdichter behoorde - zal hetwelligt niet ongepast zijn te verwijzen naar P DE LA RUE Geletterd Zeeland editievan 1741 blz 368-370 en AJ VAN DER AA Biogr Woordenb der Nederlandenafl 39 bl 243 volgens welke schrijvers hij de oom geweest is van den vermaardendichter JA-
Dietsche Warande Jaargang 4
103
COB CATS die in zijn Twee en tagtigjarig Leven aldus van hem zong
ldquoMijn vader zat gestaecircg daer midden in den RaetSijn broeder was geleert en heeft oock veel geschrevenSijn boecken zijn bekent als die noch heden levenPlantijn uw drukkery die heeft er kennis vanrdquo
VDBrsquo
lsquoTWEE BEGRAFENISSEN IN FRANKRIJKrsquo - De lsquoVad Letteroefeningenrsquo heffen(1858 I meng bl 50) onder dezen titel eene klaaglijke klachte aan dat bij de doodvan Beacuteranger dezen dichter van s Keizers wege zoo veel eer is bewezen terwijlCavaignac begraven is zonder dat het Hof of het Leger iets heeft gedaan behalvendat er een woord van lof in de officieumlele koerant is verschenen Dien ten gevolgekomen de lsquoLetteroefeningenrsquo tot de diepe lsquoop- of aanmerkingrsquo dat men waarschijnlijkbij de dood van Beacuteranger voor eenig anti-keizerlijk volkstumult gevreesd heefthetgeen niet te voorspellen was dat van den kant der vrienden van Cavaignac zoucircplaats hebben Hoe onnoozel De lsquoLetteroefeningenrsquo schijnen niette weten dat hijdie weigert zekere staatsorde te dienen (welke overigens zijne deugden mogen zijn)de zelfde aanspraak op huldiging niet heeft van wege het Hoofd dier staatsordeals hij die voor den naam van dat Hoofd zij t ook met wapens die de onze niet zijnzijn leven lang gestreden heeftR
PARALLELOMANIE VAN DEN lsquoTIJDSPIEGELrsquo - Het voortreffelijk humoristieschorgaan van lsquoSpiritus asperrsquo en (als ge wilt) lsquolenisrsquo - maar toch altijd Spiritus somsvoor den lezer tot fniezens of geeuwens toe - de vroeger ten minste nu en daneens opgewekte thands altoos hoogst gemodereerde lsquoTijdspiegelrsquo - heeft eenenieuwe rubriek geopend Wij houden van dit feit alleen aanteekening om dat wij inde lsquoWarandersquo bij gebreke van tijd om alles te lezen wat de nederlandsche letter-kunstvoortbrengt ten minste op de hoogte wenschen te blijven van hetgeen de letter-kritiekzoo al oplevert de laatste is misschien nog trouwer thermometer van het nationaalletterleven dan de eerste Wie heeft trouwens een exkuus noodig als het lsquogemoedhem portrsquo over den lsquoTijdspiegelrsquo een woordtjen te zeggen - Ja genoemde Spiegelbuigt wringt breekt zich schier tegenwoordig om van heinde en ver de zonderlingsteparallelismen bij-een te halen Maar is dat wel wonder Wat is vernuft heeft deSpiritus gezeicircd die ons uit de bedoelde bladen
Dietsche Warande Jaargang 4
104
te gemoet wolkt - Vernuft mijn lieve man heeft een leerboek den nadenkendenmaar toch altoos grimlachenden Tijdspiegelgenius geandwoord - dat is het vermogenom over-een-komst gelijkenis wat zeg ik gelijkheid te vinden tusschen hetschijnbaar ongelijke lsquoWelaanrsquo heeft de genius gemurmeld zich als een vaardigskalpelvoerder de wijde roksmouwen opstroopend - lsquowat belet ons ook thands ookmorgen en altoos de rapporten te vinden die Gij leerboek in uwe onbeholpenterminologie bedoeltrsquo Zoo gezegd zoo gedaanHet Februari-nommer begint al aanstondsmet een stichtelijke recensie die wemelt
van tegenstellingen - voor den lsquogoeden verstaanderrsquo natuurlijk even zoo velerapporten - In het tweede stuk wordt betoogd dat spoorwegen en hunne lsquoquaestiersquote gelijk zeer vervelend en zeer vermakelijk zijn - Het derde stuk is eene in de rijdier overigens zeer lezenswaardige bijdragen over fyzika waarin men het er opschijnt toe te leggen ons te doen aannemen dat alles niet slechts parallel maar -identiek is hooren zien proeven warmte elektriciteit licht donker lsquospiritus asperrsquoen - lsquolenisrsquo In het volgend stuk wordt bewezen dat Andersen te gelijk zeer goed eneenvoudig en tevens stinkend verwaand is - een groot en beroemd man maarmen zoucirc hier haast zeggen alleen in zijn eigen oogen - Doch - daar rijst een twijfelbij mij op Hoor ik daar niet iemant die mij zachtjens toeduwt lsquoMaar vriend gijvroegt zoo dikwijls wat humor was daacutet is nu humor met de eene hand af te brekenwat men een oogenblik te voren met de andere heeft opgebouwd en timmeren enslechten het zelfde te noemen dat is de echte alles onder water zettende en -vernietigende of althands ontkennende humor Best dank je ik refereer ook maarHet volgende stuk is van S - (niet van S[chimmel] noch [De Key] S [er]) S maaktzich bekend als de vriend van de Schrijfster die er in beoordeeld wordt die schrijfsterheet Louise en drukt bij den uitgever van onzen lsquoSpiegelrsquo S - bezweert den lezerdat hij geen lsquocomplaisante saletrekel isrsquo hij prijst den lsquoGidsrsquo en vindt het lsquokostelijkeuren verbeuzelenrsquo als een lsquogeesteloos nufjersquo een lsquoliefrsquo lsquotapisseriewerkrsquo maakt Onsdacht wat kan een lsquogeesteloos nufjersquo al beter doen dan lsquolieversquo tapisferiewerken temaken maar wellicht heeft er bij Hermine of Constantia nooit een servetband ofsignet de livre voor S - (lees nu vooral niet S[aletrekel]) op over kunnen schietenen hoopt hij nog eens op eene lsquoopdragtrsquo van Louise Dat hij Louises boek prijstmisduiden wij niet - maar wel dat boven zijne zucht naar rappor-
Dietsche Warande Jaargang 4
105
ten hem door het aldus te zamen brengen van lsquogeesteloosrsquo en lsquoverbeuzelenrsquo onzinheeft doen zeggen Dan - kiezen wij een bijdrage waarin meerdere hoofden ondereacuteen kaproen lees meerdere onkatholieke kerkgenootschappen niet slechts in eacuteenhoofd maar in eenen geestesband worden samengebracht Het kontrast (maar aufond alweecircr het parallelisme) vinden we in t volgende stuk Daarin wordt betoogddat vier als katholiek getitelde almanakken het bewijs leveren dat er in hetkatholicismus volstrekt geen eenheid is Aardig treedt uit deze opinion preacuteconccedilueweecircr een nieuw paralleliesch groepjen van den Tijdspiegelenden scheppingsspirituste voorschijn De schrijver proponeert namelijk om in t vervolg aangezien hij methart en ziel de meeningen van Geert Grote Thomas a Kempis Wessel GansfoortErasmus en lsquoAartsbisschop J van Santenrsquo toegedaan is - aangezien deJansenisten volgends hunne eigene schrijvers te onrechte Jansenisten wordengenoemd - aangezien ze sedert de herstelling der lsquoBisschoppelijke Klerezyrsquo bij deRoomschen door dezen naam niet meer onderscheiden worden in t vervolg delsquoKatholijkenrsquo van Nederland in twee partijen te onderscheiden (twee ploegen zoucircmen lsquoop het werkrsquo zeggen) namelijk de lsquoNieuw-Roomsche partij van den heer JZwijsenrsquo en de lsquoOud-Roomsche van den heer J van Santenrsquo Dat is inderdaad eenaardige greep en de geloofsgenoten van zijne Doorl Hoogwaardigheid denMetropolitaan van Nederland zijn grooten dank verschuldigd aan denTijdspiegelhumormenger dat hij ze zoo onverwachts gered heeft uit den faux-paswaarin ze zich met hun twaalf-maal-honderd-duizendtjens bevonden daar meninderdaad hun kerkgenootschapjen onophoudelijk met de zevenduizend leden vanhet kerkgenootschap van de lsquoKlerezyrsquo verwarde Talloze onaangenaamhedenkwamen daaruit voort maar nu zijn zij uit den brand Wie is uwee van de PGzeker Neen verzoek exkuus ik ben van de lsquokerk van den heer J Zwijsenrsquo of lsquoikben van de kerk uit het driehoekjersquo Die onderscheiding zal uitmuntend te stadekomen om den ander-halven roomschgezinde die nog in Nederland is blijvenhangen te kunnen onderscheiden Maar met al dat lsquogedogmatizeerrsquo zoucirc ditartikeltjen wel te lang worden voor onze lsquoMengelingenrsquo Wij springen dus over ophet laatste stuk van genoemd Tijdspiegelnommer Daarin wordt nu de fraaiste parallelgetrokken dien gij in uw leven gezien hebt Ik geef u in tienen te raden tusschenwie en wie Niet tusschen een Roomsche ci en een Roomsche ccedila maar tusschentusschen tusschen Welnu Gij kuacutent het raden Tegenover het eerste
Dietsche Warande Jaargang 4
106
artikel lsquoEen christelijk woord van den Tijd voor den Tijdrsquo staat het portret van eenzeer leelijk hollandsch winkeldochtertjen dat met het lsquoboekiersquo eener klant in de handden knecht of de meid nadenkend aanstaart en dan brouwend en lispend zeicirct lsquoNeemeheech (of juacuteffchou) je mot an Mefchouw segche dame dat niet hebbe weacutelnog van die borsplaatjes maar niet wat Mefchouw meent geen peeredroppiesHoorrsquo En wie stelt dat malle portret nu voor - Het staat er onder lsquoRACHEL FELIXrsquoMaar had ik dan ook het lsquonakende jongentje en meisiersquo niet gezien die al grienendhet lsquopetretrsquo vasthouden de eacuteen een grins de ander iets dat een fakkel verbeeldenmoet in de hand hebbend Had ik dan die mooye kastanjevaas niet geteld die metlsquoloverenrsquo en met een zwarten mansmantel lsquoomgevenrsquo op dat portret staat tebalanceeren en met zulke lsquoschitterendersquo blinklichten verrijkt is t Was inderdaadwel de moeite waard deze heerlijke voorstelling nog uit een fransch blad tekrabbedieven Maar nu de parallel Ik vertel ze niet Ge zoudt me niet geloovenGe zoudt meenen dat de lsquoTijdspiegelrsquo noodig heeft dat men punten vanbeschuldiging tegen hem fingeerde Ik zeg het niet1 -H -
BOKJENS - De lsquoKonst- en Letterbodersquo van 23 Januari deelt bizonderheden medeomtrent een tot dus-ver geheel onbekend persoon uit de nederl geschiedenis derXVIe Eeuw hij kenschetst hem als een lsquobekwame krijgsoverste die Oudewaterbedwong en steeds aan het hoofd der katholijke partij ter bestrijding der Geuzenzich eervol onderscheiden heeftrsquo die katholieke sommiteit moet lsquos Koningsstadhouder in Gelderlandrsquo geweest zijn en heette Karel van Brimen Van Brimenzegt gij Ja van Brimen rijmend op ftriemen en kiemen
1 Om den lsquoWarandersquo-wandelaar die geen lsquoTijdspiegelrsquo-kijker mocht zijn niet in het onzekerete laten - zij hier bijgevoegd wat de auteur van het artikel uit lsquogematigdheidrsquo onderdrukt dataan het slot der aflevering de Heer - S - een uitgewerkten parallel trekt tusschen Madelle
Rachel en - wijlen DsWillem Broes Toen Jan vanWell was komen te sterven - de bekendeballetmeester en arlekinade-Pierrot - viel dit samenmet de dood van den predikant DsYsendijkDit gaf geenszins der filozofische bespiegeling maar wel der scherts onzer grootvadersbezigheid en de mijne heeft mij dikwijls een komiek vaers gereciteerd dat aldus aanvinglsquoHier sterft een Ysendijk daacutear sterft een Jan van WellrsquoHet gezond verstand vond dat toen een aardigheid niets meer de vooruitgang vantegenwoordig wijdt aan zoo iets eene serieumluze elukubratieAant eens derden
Dietsche Warande Jaargang 4
107
Men zoucirc hier aan eene drukfout kunnen denken maar later wordt er van Georgevan Brimen Marie van Brimen enz gesproken Daar de helft van dit artikel juisttegen drukfouten en het verkeerd spellen van eigennamen gericht is kan men hiernatuurlijk aan geene errata zoo min als aan groote onkunde bij denredakteur-korrektor denken anders zoucirc men allicht vragen of er ook lsquoBrimeursquorijmend op bonne mine agrave mauvais jeu kan bedoeld zijn Er wordt in het zelfde stukgesproken van zekeren geleerden lsquoRuffenbergrsquo die lsquoUne existence de grandseig-neurrsquo beschreven heeft en van lsquoLancelot van BerlaRmontrsquo Heer van Beauraing- al-te-maal vreemde luidtjens die de registers onzer vaderl geschiedenis komenverrrdikkenHet bovenstaande was ons reeds uit de pen toen de lsquoLetterbodersquo No 5 ons het
ongelooflijk bericht bracht dat de door ons verwelkomde nieuwe nederl historischepersonen al-te-maal drukfouten niet anders dan drukfouten zijn en - wij derhalveden beer zijn huid verkocht hebben na dat wel de bok maar voacuteor dat de beacuteerwas geschotenM
SOMMITEITS-FANATISME - Alexander von Humboldt is een dier fatsoenlijkegeleerden waaraan de publieke opinie zich op alle mogelijke wijzen te goed doetdoor ze bij elke gelegenheid te pas en te onpas in de hoogte te vijzelen - op datmen haar - die opinie - toch niet van nijd of partijdigheid beschuldigen zoucirc Nu leestmen weecircr het volgende in de dagbladen lsquoOnder de aanzienlijke personen die denPrins en de Prinses in het Paleis verbeidden was ook Alexander von HumboldtHet moet een treffend tooneel zijn geweest toen de acht-en-tachtigjarige grijsaardde zeventienjarige [Engelsche] Prinses [te Berlijn] begroette en heil wenschtersquoInderdaad - eene treffende tegenstelling Zoucirc ze alleen in de jaren in den heilgroetof ook in de botsing van het kontinentale en insulaire der beide personen gelegenzijn
Dietsche Warande Jaargang 4
108
Aan den bestuurder der lsquoDietsche Warandersquo te Amsterdamde bondsgroete van Pauwels ForeestierBuikslooter
Amice
Het zal u niet verwonderen dat ik na volbrachte lezing van uw amsterdamsch lsquoDeGidsrsquo voor Maart 1858 mij schuldig voel een woordtjen in het openbaar tot u tespreken en u kom verzoeken in onze lsquoDietsche Warandersquo op de bank van een ofander prieumlel uwen gasten het appeltjen te praezenteeren dat ik te schillen heb metProf J van Gilse eene van de acht handen waarmeecirc de lsquoGidsrsquo den goeden liecircnvan tegenwoordig den weg bediedt waarmeecirc hij ze soms gants onzacht in de kraagvat om hen het land waar zijn citroenen bloeyen binnen te voeren waarmeecirc hijdes noods doorslaande bewijzen bijbrengt dat hij de ware lsquoGidsrsquo is en niemant elDat appeltjen - dat ik met den geachten Hoogleeraar te schillen heb - t is niet zekerdat het een gouden pippelingetjen op een zilveren plateeltjen zal zijn maar deacutesvleyeacute ik mij dat het niet zulk een bedriegelijk schoone appel der tweedracht zalwezen als in oude tijden gants Griekenland en Troje op de been bracht trouwensnoch Prof van Gilse noch ik - hij moge zoo schoon en hollandsch een lsquoneecircrduitschrsquoschrijven als hij wil - zullen ons aan het appeltjen waarover wij handelen gaan zoacuteoveel laten gelegen zijn dat wij er een enkelen druppel kostbaar grieksch oflsquoneecircrduitschrsquo bloed om zouden willen vergoten hebben Komen wij dan rustig endes noods alleen met een zilveren dessertmesjen gewapend ter zakeProf van Gilse heeft in den lsquoGidsrsquo voor Maart de volgende niet onaardige thezis
behandelt lsquoWat groot is dat moet [volgends sommigen] roomsch wezen en watroomsch is dat moet [volgends de zelfden] groot zijnrsquo Dat die lsquosommigenrsquo hun bestdoen deze stelling tot eene waarheid te maken beweert Prof van Gilse dat heteen ijdel streven is beweert hij bovendien Daar wil ik niet op komen Ik wil alleeneen twijfel opperen daacutearover of gij mijn vriend in uwen Volksalmanak stof gegevenhebt voor zoodanig motto als door Prof van Gilse ten etiket verstrekt wordt aan dekatholieke literatuur van Nederland in de tweede helft der XIXe Eeuw Met debeweering van Prof van Gilse hangt deze andere samen dat de bearbeiders der
Dietsche Warande Jaargang 4
109
genoemde literatuur hun best doen met een onverklaarbaar welgevallen de grievenin het licht te stellen die hunne geloofsgenoten meenen te hebben niet slechts tegende bloem der nederlandsche lsquoletterkundigersquo sommiteiten tegen de lsquosterrenrsquo van deeerste grootte op letterkundig gebied maar wel bizonder tegen de voormaligeregeeringskollegieumln en regeeringspersonen in de schijnbaar op het innigstlsquogeunieumlerdersquo Provincieumln in de bakermat (om kort te gaan) der vrijheid in hetvaderland der verdraagzaamheid Wat dit laatste punt betreft de toelichting deswegekan kort zijn Maar - eer ik verder ga laat ons de incidenteele quaestie uit denweg ruimen welke zich van zelf bij dezen onzen Warandekout en onder hetvreedzaam geschil van ons twistappeltjen opdoet Deacutegageons les positionsProf van Gilse neemt zonder zich deswege in t minst te verandwoorden u en
mij voor den zelfden persoon Gij dien de Hoogleeraar de lsquobekwame redakteur vanden volks-almanak voor roomsch-katholijkenrsquo noemt wien ZHG een certificat debonne conduite ter hand stelt1 op grond der getuigenis van die eenigszins nadermet u bekend zijn gij wordt toegesproken als de schrijver van mijn stukjen lsquoJoanNanningrsquo en zelfs wordt u in den mond gelegd dat gij een oom gehad hebt dieBraamcamp heette en die met Past Nanning zoucirc bevriend zijn geweest Van waarontleent Prof van Gilse dat recht - Dat er betrekkingen dat er innige betrekkingentusschen u en mij bestaan zal toch wel geene aanleiding behoeven te geven omeene identiteit te erkennen die niet bestaat Al ware het onderscheid tusschenonsbeider persoonlijkheid geen grooter dan dat van Yorick en Sterne van Hildebranden Beets - daarmeecirc zoucirc toch den genoemden Heeren predikanten niet persoonlijkverweten kunnen worden dat zij aan de hand eener dame met hun neus tegen eenstaldeur gestaan of Stastokken belachlijk gemaakt hebben wier waardschap zijzich zoo gaarne lieten welgevallen Mij dunkt het treffend goede en schilderachtigmalicieumluze waaruit de gemoederen van Yorick en Hildebrand zijn samengesteldkan getuigen van het dramatiesch talent der genen die de charakters van Yoricken Hildebrand gekreeumlerd hebben maar het kan nimmer tot komplimentjens leidendie men Sterne of Beets als mensch zoucirc willen maken Sterne zegt de letterkundigetraditie was een heel ander en veel minder beminnelijk
1 Ik houd het mijn buiksl korrespondent niet geheel ten goede dat hij badineert met de gunstigemeening door Prof van Gilse over mijn charakter uitgesproken Ik betuig zijne welwillendheidzeer op prijs te stellenATH
Dietsche Warande Jaargang 4
110
man dan Yorick de Heer Beets kan evenzeer een gants ander persoon wezen danhij in zijn lsquoHildebrandrsquo heeft voorgesteld Ik ben niet voor de angstige onderscheidingvan publiek en privaat leven ik geloof niet dat een moord in een binnenkamergepleegd valt buiten het bereik van het Openbaar Recht ik ontken dat iemantongestraft zijn tijd mag verbeuzelen aan het vervaardigen van misteekendeschilderijen en koude vaerzen - al hangt hij ze nooit op een ten-toon-stelling maarik kom nadrukkelijk op tegen het verwarren van dichtvakken tegen het benevelender standpunten van waar zekere kunst- of letterwerkenmoeten beoordeeld wordenZoo min als Vondel en Gijsbreght van Aemstel Schimmel en Napoleon Goethe enFaust Faust en Wilhelm Meister Wilhelm en Werther de Gids en Prof van GilseKinker en de Herkaauwer de Herkaauwer en DrBroers de Tooneelkijker enWiseliusWiselius en s Gravenweert s Gravenweert en Homerus Homerus en AchillesAchilles en Huydecoper Achilles en Snoek Achilles en de Bull - zoo min dan alsHomerus en de Bull de zelfde persoon zijn zoo min mijn vriend zijt gij Foreestieren kunnen mijne daden u als zedelijke of onzedelijke feiten worden toegerekendWel hebt gij u voor mij verandwoordelijk gesteld waar het art 8 der Grondwet zoucirckomen te gelden maar voor het overige kunnen mijne woorden en daden alleen inzoo verre met u in zedelijk verband komen als door aesthetische dwalingen ofvergrijpen middelijk de zedelijke waarheid door mij zoucirc aangeschonnen wordenLaat dit Prof van Gilse genoeg zijn en laat daarmeecirc uw recht onverlet blijven omnaar welgevallen wat ik maak al of niet voor uwe persoonlijke rekening te nemenonze betrekking niet waar is eene dramatische Wat ik als dramatieschpersoontjen aesthetiesch misdoe - daarvoor wilt ge des nood zijnde wel in de bresspringen maar voor t overige moet ieder van ons binnen zijn met rechtmatigevrijheid getrokken kring blijven - en daarom heeft Prof van Gilse hier te doen meteen burger van Buiksloot in plaats van met een AmsterdammerEn nu tot de zaak De schrijver van lsquoJoan Nanningrsquo dan is een van hen die
noodeloos en liefdeloos in herinnering brengen dat de genen welke in het land derStadhouders buiten de Staatskerk stonden leelijk behandeld werden De Heer vanGilse zegt gij mocht wel zwijgen want de fransche dragonnades waren nog waterger dan de hollandsche plakkaten Hiertegen moet ik inbrengen dat dit geenargument is want 1o de plakkaten waren in strijd met onschendbare
Dietsche Warande Jaargang 4
111
verdragen gesloten tusschen twee volkspartijen waarvan de eene de ancieumlnniteitde andere het stoffelijk overwicht in haar voordeel had De latere fransche Ediktenvan de XVIe Eeuw daarentegen waren uitzonderingen op de bestaande wettenprivilegieumln die door den Soeverein terug-genomen konden worden zonder dat bijmogelijkheid deze daad in iemants waardeering kon worden gelijk gesteld met hetonbeschaamd verbreken van een bilateraal kontrakt Maar ten 2e - ik wil aanieder-een gevraagd hebben of er gevaar is dat in het tegenwoordig Frankrijk eeneherhaling der dragonnaden ondernomen wordt waartegen men zoucirc behooren tewaarschuwen voords of iemant de herroeping van het edikt van Nantes ontkenteindelijk of er in Frankrijk bij benoemingen ooit naar gevraagd wordt of iemantlsquonaar de Mis gaatrsquo Ziedaar een afgrond die de beide toestanden van elkanderscheidt en die toestanden stelt men voor als zich op het zelfde terrein te bevindenHier - die niet blind is of opgetrokken in de wolken der afgetrokken bespiegelingenmoet het zien - hier is het noodig onophoudelijk aan te toonen dat wit wit en zwartzwart is In allerlei stijl in allerlei vorm door geleerd en ongeleerd bij wijze vandeklamatie en van insinuatie met schijngronden en met apodiktische uitsprakendie van zeacutelf spreken in de dagbladen en in de konversations-lexikons in de romansen in de wetenschappelijke boeken in de tooneelvertooningen der rederijkerskamersen in die andere Kamers waar nooit tooneelvertooningen geschieden op denpreecirckstoel en in het koffihuis alom alom wordt door onze tegenstanders beweerd- ten zij wij er onophoudelijk de hand aan houden - dat de duisternis en de tyrannievertegenwoordigd worden door de jaartallen 1100-1500 dat de verlichting devrijheid de humaniteit zich uitspreekt in het gezegende cijfer 1566-1800 zoo veelMen zoucirc ons wel willen doen gelooven dat de boekdrukkunst eene uitvinding vanMarnix van St Aldegonde was geweest en dat er in de XVIIIe Eeuw na drie-honderdjaren verlichtens natuurlijk geen pijnbank meer bestaan had En als we methistorische argumenten met feiten en texten opkomen tegen al dat moois - daneerst zegt men nu ja maar ziet in Frankrijk daar ging het nog veel erger toe ofwel nu ja de middeleeuwen waren zoo dom niet - maar de mystieken en rationeelegodgeleerden Erasmus Geert Grote Ruysbroeck zelfs Maerlant zij waren ookreeds voorvaders en geestverwanten hetzij van Trigland van Uytenbogaert of vanAnna Maria Schuermans En zoo heeft men toch altijd gelijk Men schrapt het IVeBoek van Thomas a Kempis men schrapt
Dietsche Warande Jaargang 4
112
het VIIe B der Eerste lsquoPaertiersquo hst 47 en volg van den lsquoSpiegel Historiaelrsquo en danheeft men immers voor t oogenblik gelijk men heeft met zijn talloze boeken bladenen blaadtjens immers altoos gelijkDat kan van de zijde der genen die wel overstemd kunnen worden maar nog
niet overtuigd zijn moeilijk zonder verzet worden toegelaten - want uit overstemmingzoucirc voor sommige goed-geloovigen allicht overreding geboren kunnen wordenmaar dat dit verzet de liefde te na zoucirc komen zonder der waarheid te baten - ikdaag wat mij betreft den Heer van Gilse gaarne uit dit te bewijzen t Is onder denindruk van mijn nederig opstelletjen dat de Heer van Gilse zich over verdeelingbeklaagt die door mijne geestverwanten (om oacuteok het woord eens te gebruiken) zoucircgewild en bevorderd worden dat zal de Hr van Gilse mij of u dienen te bewijzendat hij t recht had bij de lezing van lsquoJoan Nanningrsquo een indruk te ontvangen diehem leidde tot zulk beklag De geheeleWeesper zaak is in het zakboekjen van OomBraamcamp zonder zwaarmoedigheid noch wrevel behandeld en waar MevrouwStudler van Zurck geboren van Teylingen opkomt die naar het vaers vanWellekensschijnt aan te geven niet katholiek is geweest - daar wordt zonder scherts en metgemoedelijkheid hulde aan hare rechtvaardigheid gedaanNeen laten wij onze grieven niet onder stoelen en banken steken Voor den dag
er meecirc opdat ze bekeken bepraat gewogen gewaardeerd kunnen worden en datalle welgezinden hun best doen te zorgen dat zoo iets in t vervolg niet weecircr gebeurtAls de Heer van Gilse mij en u kende zoo als hij zegt dat zijne vrienden wierhoogachting gij hebt u kennen dan zoucirc hij wel weten dat het u en mij te doen isniet om oude vuilnishoeken uit te halen ten einde elkaacircr met stof en spinrag om deooren te gooyen maar om den boecircl te redderen Gij hebt het in deftigheid tegenProf Beijerman gezegd ik zeg het in mijn stijl tegen Prof van Gilse geen plankjensgespijkerd voor de vermolmde balkplekken waar de vloer onzer nationaliteit op ligtFlink met alles voor den dag gekomen dat ieder-een weet wat hij van t verledente gelooven heeft den boecircl schoon gemaakt handen aan t werk geslagen om waarhet nood is alles te herstellen en te vernieuwen Als allen weecircrzijds weten waar zijzich aan te houden hebben en we kijken elkander in de oogen en we zien dat daartoch nog een goed deel van de oud-hollandsche trouw en oprechtheid glinstert enwe spreken een goed rond woord tot elkaacircr - dan kan het niet uitblijven of de handzal de hand drukken er zal iets vochtigs
Dietsche Warande Jaargang 4
113
in het mannelijk oog rijzen en we zullen Goddank toch nog voelen dat wij op eenen den zelfden vaderlandschen bodem staan dat we daacutear en niet elders thuisbehooren dat onze moeders waarachtig aan beide zijden goede liefderijkewakkere neecircrlandsche vrouwen zijn vrouwen zoo als men er buiten Nederland nietvindt en we zullen in de gemeenschappelijke taal die wij even zuiver op harenschoot hebben leeren spreken den spiegel herkennen onzer broederlijke zielenMaar agrave-propos van die taal nog een klein woordtjen Hoe is t Professor hoe
heb ik het met u - dat is toch zeker een lapsus calami dat ik meer Vlaamsch danNeecircrduitsch zoucirc schrijven - t Is mogelijk dat er in de aderen van Pauwels Foreestiereen beetjen meer moriniesch bloed in die van den vriend waaraan deze brief gerichtis een beetjen meer sikambriesch vloeit maar neecircrduitsch is het toch alle-beicirc tschijnt toch Dietsch Professor lsquoIck sau iekiek geeumln plat vlaomsch ien nenneeumlderlandschen boek gaon schraive Dat suuldege mai niet kuunne bewaizersquo -maar al schreef ik geldersch of brabantsch of vlaamsch of zeeuwsch - het zoucirc erniet te minder Dietsch di Neecircrlandsch di als je wilt Neecircrduitsch om zijnIk wil geen moeite doen om de persoonlijkheid van Nanning te releveeren Hij
was bij mij middenpunt van een tijd- en zedeschetsjen en hij was op zich-zelfongetwijfeld een van de vier vijf beste nederlandsche kanselredenaars van zijn tijdProf van Gilse zal deze handhaving mijner meening voor lief moeten nemen ofdienen te - weecircrleggen Voor een groot man houd ik hem oacuteok niet maar hij wasgeen Jansenist en of Braamcamp hem zijn schitterende vrijspraak wel bezorgdheeft weet ik niet De vrijspraak is er zij staat gedrukt Dat Professor van Gilsenooit van Nanning had hooren spreken - bewijst op nieuw dat onze letterkundigehandboeken niet deugen Hoe de vrijspraak aan Nanning is toegekomen bleef totheden ook voor mij volkomen onbekend en daarom kon Oom Braamcamp er inmijn verhaal zoo goed de overbrenger van zijn als eenig ander tijdgenoot van denbuitenveldertschen herderZiedaar mijn andwoord voor Prof van Gilse Ik houd mij overtuigd dat al dergelijke
explikatietjens niets anders dan goeds kunnen - daar ik vast geloof dat we hierweecircrzijds van goeden wille zijnVaarwel Amice God zegene ons allen en het VaderlandBuiksloot 13 Maart 1858Uw
PAUWELS FOREESTIER
Dietsche Warande Jaargang 4
114
De poeumlzij
t Is goud t is knop en bloem t zijn louter eedle steenent Is een krystallen vaas met rozen opgetastt Is t stralen eens fonteins door t licht der zon beschenenHet is der Englen taal in vormen afgepast
Het is een prachtig kleed met paerlen rijk doorwevenEen kleed als t uchtendwaas zoo helder ligt en fijnOmwaaid met ambergeur Ontelbre vlinders zwevenMet glinsterende wiek op blaadren van satijn
t Is t roerend zoet geklaag van dien verheven zangerDie diep in t eikenwoud zijn schoone liedren kweeltEn duizendmaal verzet (van melodieumln zwanger)t Verruklijk toonenstel waarmeecirc hij is bedeeld
t Is t duifken der vallei tgeen argloos opgeschotenZich op de klippen waagt zijn vrijheid blij genietEn draait en tiereliert en rondvliegt onverdrotenZich in zich-zelf verheugt en geen gevaren ziet
t Is t jong en weeldrig ros de vrije de onbespiedeDie vinnig de ooren spitst en eenzaam onbekendt Woestijnzand ommewoelt van moed en lust aan t ziedenZijns bloeds den teugel viert en vlug in t ronde rent
t Is t buldren van den storm t is t bruisende gedonderVan t machtig element dat stralend nederstortDat eeuwen achtereen zich schuimend jaagt naar onderIn vlokken opwaarts spat en niet verminderd wordt
Het is een laaye vlam die tot de wolken steigertDie vonken van zich werpt verlichtende t heelalDie eerst als T IS VERVULD en t stof zijn diensten weigertZijn vuurgloed dooven en ten hemel vluchten zal
26 December 1857GERTRUDIS C
Dietsche Warande Jaargang 4
115
De Spaensche Vloteeen historisch lied uit het einde der XVIe eeuwdoor A Angz Angillis1
De dood van den prins van Oranje was den hervormden zeer nadeelig en scheenzelfs in den beginne hunne poogingen te zullen verijdelen en hunne zaken te nietdoen Hij liet drij zonen na waervan de oudste langen tijd in Spanje was gevangen2
geweest en hoegenaemd geen deel aen de staetkunde genomen had Beide deandere waren in Holland en Maurits van Nassauwen was nog maer achttien jarenouddagger De Staten die alsdan slechts de noordergewesten vertegenwoordigdendroegen hem niettegenstaende zijn weinig gevorderden ouderdom al debedieningensect op waermeecirc zijn vader
1 Het tegenwoordig opstel met het lied in Hildebrandsmaat waar het bij behoort dunkt onseene niet onwaardige bijdrage tot de historia litteraria der Geschiedzangen door de bundelsin zonderheid van Willems Van Vloten en De Coussemaker onder de aandacht der nederllettervrienden gebracht Prof JWLS heeft de goedheid gehad bij de inleiding van dengeachten Heer Angillis eenige aanteekeningen te voegen Beiden zij onze dank voor dezenarbeidDe Best d lsquoD Wrsquo
lsquoHij liet drij zonen narsquo Eigenlijk vier behalve de hier bedoelde Philips Willem Maurits enFrederik Hendrik nog Justinus een bastaard welke als Admiraal van Zeeland enz eenniet onbeduidend deel aan het krijgsbewind heeft genomenS
2 Is het reeds bewezen dat het verblijf van s Konings petekind den jongen leuvenschenstudent in Spanje eene gevangenschap te noemen zij - al handelde de peetoom hier in strijdmet de wenschen des vaders Men weet dat in het katholieke stelsel de betrekking vanDoopheffer en Doopeling eene maagschap en voor den eerste eene verandwoordelijkheidmeecircbrengt aangaande de geloofstrouw des GedooptenATH
dagger lsquoMaurits nog maar 18 jaren oudrsquo Hij had (geb 13 Nov 1567) de zeventien nog niet bereikt
Ssect lsquoAl de bedieningenrsquo Hier ontbrak veel aan de meerderheid der Staten verwierp juist om
Maurits jeugd en onervarenheid het voorstel om hem even als zijn vader (wien alleen deplegtige inhuldiging had ontbroken) in de grafelijke waardigheid en het daarmeecirc verbondengezag te erkennen hij werd slechts bij voorraad en naar berigtschrift nevens (slechts bijdubbelzinnigen titel en grooter inkomen boven) een Raad van State lsquogecommitteerd tot dengouvernementersquo waarvan de Staten het hoofdbeleid aan zich behielden verdere bedieningenvan Willem I oa het Stadhouderschap over Holland verkreeg Maurits eerst later enachtervolgens tegen en na het verwarde bestuur van Leicester en ook toen is hem nimmerzulke uitgestrekte magt geschonken als zijn vaderS
Dietsche Warande Jaargang 4
116
bekleed was geweest Maer Farnese had in tusschentijd de tijdelijke verslagenheidwaer lsquohet moordadich stuck van Balthasar Gerardsrsquo de Staten in gedompeld hadte baet genomen en Gent den 17 van Herfstmaend 1584 veroverd De overgavedezer stad bragt die van bijna geheel Vlaenderen tewege Van daer trok Farnesenaer Brabant dat geheel openlag want het was den Staten die gebrek aen geldhadden nog niet gelukt een leger te verzamelen Brussel ging den 10 vanlentemaend 1585 over maer Antwerpen was moeylijker om verzwelgen Die stadwas sedert 1584 omzet maer de val van Brussel had de antwerpenarenmismoedigdzoo dat zij ook den 16 oogst navolgende zich overgaven terwijl Mechelen reeds inJulij ingenomen was Het gezag van Filips was dus over het zuiderlijke gedeelte derNederlanden hersteld1 maer de Vereenigde Staten of noordergewesten doorEngeland ondersteund hielden nog altijd tegen Middelerwijl was de bekwaemheidvan prins Maurits ook dermate aengegroeid dat Farnese in dien jongen veldoversteeenen hem waerdigen vijand zou gevonden hebben ofschoon s Spanjaerds
lsquoMoordadich stukrsquo De beoordeeling der daad van Balthasar Gerard (niet Gerards) kanverschillen naarmate van het gevoelen dat men aanhangt over het vorstelijk regt dervogelvrijverklaring en de wijze waarop het in de middeleeuwen begrepen is niet ligt echterzal men eene noodzakelijke keus behoeven te doen tusschen hem een laaghartigenmoordenaar te noemen en zijn bedrijf hemelhoog te verheffen - Het verdient intusscheneenige opmerking dat prinsWillem zelf zoo hij den tijd had gehad de handelwijze van Gerarduit een zedelijk oogpunt welligt niet zoo onverschoonlijk zou geacht hebben Mogelijk zou hijalsdan zich de gevaarlijke woorden herinnerd hebben door hem ongeveer elf jaar vroegeruitgesproken tegen den Delftschen Burgemeester Huig Jansz Groenewegen Toen dezezich aan den Prins niet leenen wilde tot zekeren min edelen aanslag op de vrijheid van skonings krijgsoverste Bossu en rondaf verklaarde lsquozijn gemoedt zulx niet te vermooghenrsquoontving hij ten antwoord lsquoJudith had het zoo naauw niet genoomen met den tieran Holofernesom hals en Gods volk uit noodt te helpenrsquo Hooft Ned Hist VIIe B bl 301S
1 Moke Hist de la Belgique p 427
Dietsche Warande Jaargang 4
117
krijgsmagt toereikend was om den Hollanderen meer en meer velds af te nemenMaer Farnese die met de inzigten van Filips bekend was en reeds dies aengaendebevelen ontvangen had lsquohad zig te water beginnen te wapenen Hy had verscheideneschepen gebouwd en voorzien en hieraan zooveel gelds besteed dat hy niets vanbelang te lande ondernemen kon1rsquo En aldus hadden de Noordnederlanders tijd omadem te halen en zich te versterkenDusdanig was de staet der Nederlanden wanneer Filips II die begrepen had dat
hij de noordergewesten nooit weder onder zijne gehoorzaemheid zou kunnenbrengen zoo lang zij door zijne vijanden namelijk Engeland en Frankrijk geholpenwaren eerst wilde deze twee landen overwinnen om daerna beter meester vanHolland te worden Tegen Frankrijk zou hij nogtans geen oorlog voeren maer hijzocht er met geld onlusten te ontsteken ten einde den Koning buiten staet te stellenhulp naer Holland te sturen2 Maer tegen Engeland verzamelde hij alle zijne machtPaus Sixtus V had bij eene bulle Elizabeth vervallen verklaerd van hare rijken enwas met Filips overeengekomen om haer er met der daed van te ontzetten3Daerenboven was Filips hevig op Elizabeth
1 Wagenaar Vad Gesch VIII blz 2822 Zie het lied lsquoDe Spaensche Vlotersquo 12e klaus Paus Sixtus V had enzrsquo Als Hoofd der Katholieke Kerk had de Paus het regt om den afvallige
en weecircrspannige buiten hare gemeenschap te sluiten en zulks bij openbare akte te verklarenOnder de gevolgen van den kerkban tegen vorsten uitgesproken behoorde ook deonbevoegdheid om te regeren een beginsel algemeen in het jus publicum der middeleeuwengehuldigd en bovendien afzonderlijk en uitdrukkelijk opgenomen in de fundamentele wettenvan verscheidene Staten bepaaldelijk in die van Engeland Vandaar dat de Paus met aan tewijzen wie in den ban vervallen was tot regeling van het geweten der onderdanen tevensvermogt te verklaren dat die termen aanwezig waren waarin hunne verpligting totonderhoorigheid aan den gestraften vorst ophield en te beslisfen dat hun eed van getrouwheidgeen verbindende kracht meer bezat Maar veel grooter en meer regtstreeksch was de magtder Pausen ten opzigte dier vorsten welke volgens het feodale stelsel leenmannen warenvan den H Stoel Kwaadwillig verzet van den leenroerige tegen den Suzerein gaf den laatstehet regt om over het leengoed te beschikken dien ten gevolge kon een vasal van den HStoel die door aanslagen tegen de Kerk of haar Opperhoofd zich aan wezenlijke feacutelonieschuldig maakte door den Paus zijn Suzerein van den troon vervallen worden verklaardOok deze overtuiging hestond algemeen dien overeenkomstig was door de vorsten zelvemeermalen in den loop der middeleeuwen gehandeld en wat Engeland aangaat sinds HendrikII hadden de Koningen van dat rijk herhaaldelijk en vrijwillig den Paus erkend als hunSuzerein en hun landen als feuda of leengoederen van den H Stoel Zie Gosfelin Pouvoirdu Pape au moyen-age Tome IIS
3 Wagenaar tap
Dietsche Warande Jaargang 4
118
vertoornd om dat zij de Hollanders geholpen had en misschien ook om dat zij hemwanneer hij haer ten huwelijk aenzocht van de hand had gewezen Filips deednogtans al de toebereidselen in het meeste geheim indien er geheim mogelijk isvoor eenen togt voor den welken men in al de havens van Spanje en Poortugaelschepen bouwde of vermaekte geheel het land door bosschen omver hakte ensoldaten ligtte Parma liet gelijk reeds gezegd is van zijnen kant in Vlaenderenschepen bereiden met Vlamingen bezet en deze vloot was geschikt om den eersteninval te doen want de Vlaemsche zeelieden waren beter dan de Spaensche metde Engelsche kusten bekend hunne schepen tot dusdanig werk bekwamer en zijmeer tot den schipdienst ingerigt1 Parma zou over het ontschepingsleger bevelvoerenGeen geheim zeg ik was voor zulke onderneming mogelijk en daerenboven had
Drake die een dapper en onvermoeibaer krijgsman was de havens van Spanjemet zijn vliegend eskader in zijne strooptogten bezocht en die buitengewoonewerkzaemheid in t schecpstimmeren en in t wapenen bespeurdDe zaek kwam uit en geheel Europa verschrikte over die reusachtige zeemagt
maer Filips liet alsdan het gerucht loopen dat al die toebereidsels tegen Hollandgemaekt waren
lsquoEn misschien ook omdat zij hem van de hand had gewezenrsquo Voor deze gissing bestaatgeen historische grond Het is onwaarschijnlijk dat Philips na 30 jaar nog zou gewrokt hebbenover het afspringen van een huwelijk niet om persoonlijke genegenheid maar geheel omhet belang van Staat en Kerk voorgeslagen en tot welks verijdeling hij zelf den eersten stapgedaan had door de verklaring dat er niets van geschieden kon als Elisabeth deel nam aande maatregelen van het Parlement tegen het Katholicismus Ook had zij de lsquoQueen virginrsquogeen anderen echtgenoot de voorkeur gegeven maar haar besluit gemotiveerd door haregrootere genegenheid tot den ongehuwden staatS
1 Vander Vynckt Hist des troubles des Pays-Bas (eacuted du baron de Reiff) II p 149
Dietsche Warande Jaargang 4
119
om dat hij met de muitelingen de zaek in eens wilde asdoen hun eene geduchteles geven en hun tevens den lust benemen voortaen nog aen t muiten te gerakenlsquoMiddelerwyl werd de Koningin van Engeland met eene looze vredehandelingopgehouden op dat zy zig niet wapenen zou te water gelijk ze inderdaed laatgenoeg deed In de lente deezes jaars 1588 begon zy eerst vast te stellen dat hetop haar gemunt was en in zomermaand vertoonde zig de Spaansche vloot reedsomtrent de Engelsche kusten Tot den zesden dier maand toe was devredehandeling tusschen Spanje en Engeland eerst te Brugge en daerna te Burburgvoortgezet onaangezien Elizabet reeds kennis gekreegen hadt dat Paus Sixtus Vhaer bij eene bulle vervallen verklaard hadt van haare ryken en met Filipsovereengekomen was om haar van dezelven met der daad te ontzetten Doch hetnaderen der Spaansche Vloote deedt alle onderhandelingen plotselyk afbreeken1rsquoDe schrijvers zijn niet eens over het getal schepen dezer vloot waeraen men bij
voorraed den naem van armada invencible (de onoverwinnelijke vloot) gegevenhad een naem die uitmuntend met het karakter der Spanjaerden strookt VanderVynckt verhaelt dat lsquoles Espagnols en firent une rodomontadersquo en dat behoeft geenvertoog en hij voegt er bij dat zij lijsten uitgaven der eskaders die in elke havenverzameld werden welke lijsten bekwaemwaren om al demogentheden der wereldde vrees in te jagen De Spaensche Vlote een monsterachtig lied maer wonderbaervan nauwkeurigheid zegt ook kl 17
In Spangien boecken makenhy liet van zijn heerkracht
men lass in alle sprakenberoemend hen met pracht
van tovermachtich heerdaer gantsch gheen teghen-weersoo dwaesselick hen dochtgeschieden teghen mocht
Die boeken of lijsten ten jare 1588 uit s konings drukkerij te Madrid verschenenwerden nog dat zelfde jaer in Holland
1 Wagenaar op cit VIII blz 283
Dietsche Warande Jaargang 4
120
en andere landen overgezet en uitgegeven Zij bevatten niet alleen het getal maerook de namen der schepen die der aenvoerders het getal der soldaten enscheepslieden de opsomming der kanonnen der proviande enz Ik bezit eenexemplaer der nederduitsche vertaling te Delft ten jare 1588 onder dezen tijtelgedrukt
Warachtighe relatie overslach ende inhout der krijchsrustinghe oftearmade die Philippus Coninck van Spaignien op de rivire by Lisbon deHooftstadt des Conincrijcx van Portugael te samen heeft laten brenghenmet welcke armade den Hertoch van Medina Sidonia alscapiteyn-generael ende overste van sconincxweghen mitzgaders vanalle galeonen schepen lasten munitien proviand hooft-lieden van adelvendrichs en ander chrijchs-volck in grootē ghetale den XXIXen XXXenMey lestleden van daer afgheseylt Wt het Spaensch exemplaer (twelcketot Madrid met sConincx selfs verwillighen ende zijnder Mats Secretarisoversien en onderschryvinghe bevesticht) in Nederduyts overgeset den6 dach Augusti anno 1588Eerst ghedruct tot Cuelen op de Burgmuer door Godfried van Kempenint Jaer DM LXXXVIIJ en nu tot Delff by Bruyn Harmansz Schinckelwoonende aent Marct-veldt Anno 158820 blzn klein in-4o zonder bladcijfering met St Pieter letters Aen heteinde staet
Ad Anglam amp ejus Asseclas Europae
Tu que Romanas voluisti spernere legesHispano disces subdere colla iugo
De Spaensche vloot of gelijk men die verschrikkelijke zeemagt gewoonlijk heetde armada invencible ging onder zeil en vaerde uit de havens van Lisfabon den 29mei 15881Het is aen iedereen bekend hoe die vloot door tempeesten uit een gesmeten en
door de Engelschen beschoten bijna geheel in zee is gebleven hoe dat Filips dieongelukkige
1 VanderVynckt op cit II p 157
Dietsche Warande Jaargang 4
121
tijding vernemende geen het minste teeken van droefheid gaf en slechts zou gezegdhebben lsquoGod is boven mij ik had die vloot noch tegen klippen noch tegen windengezondenrsquo In Holland werd menig schimpschrift tegen Filips uitgeschoten menigsatieriek lied klonk langs de straten1 en een der bijzonderste is zeker de SpaenscheVlote niet alleen om zijne verregaende nauwkeurigheid maer ook om zijneverschrikkende lengte want het bestaet noch min noch meer dan uit honderd strofenvan acht verzen ieder De Reiffenberg heeft dit liedje doen kennen in de Bulletinsde lAcadeacutemie Royale de Belgique van 1847 naer het unicum dat nog heden inbezit is van den heer E De Coussemaker maer De Reiffenberg heeft slechts eenigestrofen (de 5 7 15 18 19 20 21 22 23) laten drukken en de melodij er vanachtergehouden Het is ook naer dit eenig bekende exemplaer en met detoestemming van den heer De Coussemaker dat ik dit lied uitgeef dat eerst ten jare1591 met het volgende opschrift gedrukt werd
De Spaensche Vlote dat is een cort verhael vande gantschegheleghentheyt ende wedervaren der selve vlote van haer eerstebeginsel af tot datse gantsch verstroyt ende ontdaen in Spaengien isweder gekeert wt allerhande boecxkens schriften bekentenissen vanghevangenen ende andere sekere advertissementen ordentlick tesamenghetrocken ende ghesanghwijs in hondert veersekens begrepen Ghedructint Iaer 1591
zonder aenduiding van plaets doch waerschijnlijk in Holland Het boek bevat 16bladen of 32 blz in-18 met St Pieter letters en zonder bladcijferingHet lied is voorafgegaen van de melodij die doch met hedendaegsche
muziekteekens hier bijgevoegd is De notatie er van gelijk het exemplaer derlsquoSpaensche Vlotersquo ben ik aen de dienstvaerdigheid van Mr De Coussemakerverschuldigd
1 Men sloeg ook een gedenkpenning over den ondergang dier vloot Zie De Gids 1839 blz170
Dietsche Warande Jaargang 4
122
De Spaensche vlote1
1
Pharao light versonckenDoor Godes stercke macht
Int roode Meyr verdronckenMet alle zijn heyrcracht
Zijn wagen end zijn paert2Zijn harnasch schilt en swaertEn holp niet tot dier stontHet moest al inden gront
2
Seer toornichlick verbolghenHy op Godts kindren was
En lietse sterck veruolghenMet zijn heyrtochten ras
Maer stracx hem op de hielTzewater ouervielDaer s Heeren volck uyt tooghDoor tmeyr met voeten droogh
3
Die Godt die uyt ghenadenSijn volck bewesen heeft
Soe mercklicke weldadenOp dese stondt noch leeft
De vroom hy uyt den nootDoor syne goetheyt grootNoch huydens daeghs bevrijtEn maeckt haer hert verblijt
4
Dit heeft ons klaer ghebleken(Tis niet gheleden langh)
Dat Godt heeft konnen breken
1 Vergelijk een stichtlijk lied over de zelfde stof in Van Vlotens lsquoGeschiedzangenrsquo II bl 302uit het lsquoGeuse Liedtboeckrsquo overgenomen
2 De voorsprong der regels dient slechts tot aanwijzing der rijmparing
Dietsche Warande Jaargang 4
Svyants voornemen stranghDoor dien een vloote sterckDie quam om Godes kerckTe bringhen in verdrietHy heeft ghemaeckt te niet
Dietsche Warande Jaargang 4
123
5
Dees vlote voor veel jarenIn Spangien wort bereedt
Die liet aldaer vergarenDe Spaensche Coning wreedt
Hy schict in corten tijdtSonder aenstoot of strijdtDe croon van EnghelandtTe brenghen in zijn handt
6
Hy was noch overmoedichOm tstuck van Poortugael
Hy docht het soud hem spoedichGhelucken andermael
Dees ydel fantasyEen vijfde MonarchyTe willen richten opHem lagh in zijnen cop
7
Antwerpen met gheweldeDie hadd hy starck omleydt
Een bruggh over de ScheldeSeer konstich was ghespreyt
End kleyn was den bystandt(Als voor in Vlaenderlandt)Die teghen sulck bestaenWord doe ter tijdt ghedaen
8
Op Hollandt hy niet pasteNoch op gheen Zeewsch eylandt
Voor zijn hielt hyse vasteMits heymelick verstandt
Die liepen hulpeloosEerst na den Fransman broosDaer naer in EnghelandtVersoucken onderstandt
9
Om sFransmans raedt te stoorenDat hy niet onder nam
De Spangiaert hem te voorenAen alle syden quam
Door eenen loosen vondtHy maect een sterck verbondtMet sPaus toedoen beraemptSaincte Ligue ghenaemt
10
Dietsche Warande Jaargang 4
Meest all de groote VorstenDer gantsche Christenheyt
Die een voet niet en dorstenVant Pausdom wijcken breydt
Daer toe verwillicht zijnAl onder desen schijnDat moesten met gheweltDe Ketters zyn ghevelt
11
En woud hem daer toe bringhenDe Fransman laten niet
Hy ware goet te dwingenMits doend hem sulck verdriet
Dat een zijn onderdaenMost teghen hem opstaenDien was belooft te loonSijn Coninglicke Croon
12
De dobbel PistolettenVrankrijck doorvlogen haest
Dies saghmen hem ontsettenDen Fransman seer verbaest
Want zijn parthy was sterckDie leverd hem sulck werckDat hy niet dochte seerAen nieuw conquesten meer
Dietsche Warande Jaargang 4
124
13
De Spangiaert zijn ghepeynsenOp Enghelandt heel fel
Niet konde langher veynsenDit siende lucken wel
End in arreste namAl wat uyt Westen quamVan schepen om zijn vlootDaer met te maken groot
14
Galeyen hy toerustenEnd Galioenen liet
Langhs all de Spaensche kustenGheen kost hy spaerde niet
Venegien schepen sandtDe Paus boot oock de handtFlorentz hem moste doenDen grooten Galioen
15
End tot den anbeginneVan zijnen handel loos
De Schotsche ConinginneHy tot deckmantel koos
Men soude die staen byDat sy los zijnd end vryHaer houden mocht als VrouwDer Engelsche lantdouw
16
Maer dus en woudt niet luckenHet quam al aen den dagh
Veel Edle niet haer buckenDen kop men daer om sagh
Doch hy dies nietteminBleef al van eenen sinEnd gingh gantsch onverstoortMet zijn voornemen voort
17
In Spangien boecken makenHy liet van zijn heerkracht
Men lass in alle sprakenBeroemend hen met pracht
Van tovermachtich heerDaer gantsch gheen teghen-weer(Soo dwaesselick hen docht)Geschieden teghen mocht
18
Dietsche Warande Jaargang 4
Vier Galeassen warenDer vloote bollewerck
Met seyl die saghmen varenMet roeyers euen sterck
Twee-duyst vijf-hondert kopDaer was gheladen opGheschut daer toe men gootTwee hondert stucken groot
19
Twaelf Galioens toerustenHy liet in Poortugal
Castilien op de custenVeertiene sandt in al
Noch veertien Schepen hoochHy uyt Bisschayen toochEnd uyt AndalouzyTien schepen bracht hy by
20
Tghetal noch van veertienenWt Guypuzcoa nam
End wt Levant hem dienenVolck met tien schepen quam
Vijfmael vijf hulcken grootMet menich kleynen bootPataschen negheutienVeel savers kreegh midts dien
Dietsche Warande Jaargang 4
125
21
Van Napels deed hy commenTwintich Galeyen daer
Men word in eener sommenVan schepen eerst ghewaer
Hondert end vijstich sterckTot sulck een machtich werckDaer op zijns volks gheweltWas dertich duyst ghetelt
22
Tweendertich vendels knechtenStarck was elck regiment
Dier liet hy vijf oprechtenVoor oudt crijchsvolck bekent
Tot welck hy doende wasTwintich nieuw vendels rasEnd meenich Meester grootVrijwillich hem aenboodt
23
Onghebiecht ongheseghentEn voer gheen van hen af
Het hadd Aflaet ghereghentDen Paus milde dien gaf
Dat Boots-volck in een tasAcht-duyst vier-hondert wasRoeyers te weegh hy brachtTwee-duyst en tachtig acht
24
Tgheschut dat op de schepenOock dienen soud int velt
Met muylen deed hy slepenTwee-duyst daer zijn ghetelt
Ses hondert bouen dienDaer toe noch driemael tienCartouwen altemaelOf slanghen van metael
25
Veel waghens seylen touwenVeel lonten cruyt end loot
Voorraedt was daer te schouwenVoor een half jaer ter noot
Eeck oly wijn knofloockBiscuyt end water oockVisch vleysch rijs kaes end speckEn was daer gheen ghebreck
26
Dietsche Warande Jaargang 4
Op dees Armey so machtichAls ouerst admirael
Alonso Perez prachtichHy noemde Generael
Hertogh van Sint LucasAnders Medina wasSidonia ghenaemtDie dees vloot heeft versaemt
27
Tot desen hen begavenGhewillich op de vaert
Veel Vorsten ende GravenOock sKonings soon bastaert1
Ducaten boven dienMilioenen zestienTot voorraet doe van gheltDoe worden anghetelt
28
Met dees macht hem genoeghenDe Koningh noch niet liet
Maer dede daer by voeghen(Ghelijck hem Parme riet)
Noch veertich-duyst te voetMet vier-duyst ruyters goetWt landen veel te gaerGhebracht al voor een jaer
1 Zie hierachter de noot daarover
Dietsche Warande Jaargang 4
126
29
In Vlaenderen die laghenAl langs de custe breedt
Daer wachtend of sy saghenDe Spaensche vloot ghereedt
Om soo met alle-manHet landt te vallen anDaers hadden al haer machtTe brenghen voor bedacht
30
Een jaer wel daer te voorenParm int landt over al
Veel leersen ende spoorenOock salen groot ghetal
End tomen coopen lietNiemant wist noch tbedietHem docht in EnghellandtTpaert stont gereedt ter handt
31
Van plat-gheboomde schepenHeuden pleyten ter vaert
Drye-hondert onbegrepenHy heeft al om vergaert
Die door een nyeuwe grachtWt tlandt in zee hy brachtVol volcks vol kruyts end lootsBy zes-en dertich boots
32
Dit waren al haer crachtenDaer mets in Enghelandt
Te doen den inval dachtenMet cleynen wederstandt
Verlatend hen gheheelOp eenen grooten deelPaepsch int landt die dan vryHen souden vallen by
33
Sy haecten met verlanghenElck nae den schoonsten buyt
Eer den Beer was ghevanghenVerdeyldemen zijn huyt
Deen stack hoogh op zijn borstAls een Hartogh of VorstDander eens Graven goetVerslondt in zijn ghemoet
34
Dietsche Warande Jaargang 4
Daer quamen mede gapenHoe eynden soud dit spel
Veel Monicken end PapenDie spelden even wel
Naer een prebende vetDeen was Bisschop ghesetDander hadd een AbdyOft emmers een Proosty
35
Met desen sin hoochmoedichHen gavens op de vaert
End tseyle ginghen spoedichMet herten onvervaert
Duyst end vijf-hondert jaerMet elfmael acht te gaerMen teld int lest van MeyAls uyt quam dees armey
36
De Paus recht daer te voorenEen Bulle liet uytgaen
En heeft wt grooten toorenStraff inden Ban ghedaen
dEnghelsche ConinginVerclaerend haer daer inVervallen vande CroonEnd Coninghlicken throon
Dietsche Warande Jaargang 4
127
37
Veel boecxkens deed oock prentenEen Enghels Cardinal
Om daer int landt te ventenEnd stroyen over al
Waer in hy onbeschaemtSijn Overheyt befaemtEnd leert den onderdaenTeghen zijn hooft op staen
38
De Spangiaerts voeren tsamenEerst van Lisbonen af
End eer sy verre quamenDe wint hen viel te straf
Galeyen veel terstondtDaer seylden inden grondtDe Cronghen was ter hantDaer berghdens hen aen tlant
39
In Enghelandt de marenGhevloghen quamen snel
Dat afgheseylt sy warenMet dees ghereedtschap fel
De Coningin versloeghHoe wel sy haer soo droeghAls waerse niet ontsteltVoor sulck een groot ghewelt
40
End langs dEnghelsche custenDoor Hauward Admirael
Een vlote liet toe rustenVergarend altemael
Wat daer voor schepen wasEnd na Plenunuyen ras1Bewesten EnghelandtDen meesten deel sy sandt
41
Oock liets op Parme passenDat hy niet uyt en voer
Met veertich schoon pinassenOnder Henry Semour
Noch kreech Fransoys DraecklastDat hy toerustde vastLancx den Westerschen kantWat hy voor schepen vant
1 Lees Plemmuyen Plymuyen (Plymouth)
Dietsche Warande Jaargang 4
42
Ter monster-plaets alommeTvolck quam gheloopen an
Men teld in eender sommeTwee-hondert-duysent man
Met wapenen ghereedtDie wachtden na bescheedtOm ten bestemden oordtElck stracx te loopen voort
43
Als nv de custen warenRontomme wel voorsien
De Coningin vergarenTe voet duyst viermael tien
Zes-duyst te paerde liet(By Lonnen ist gheschiet)Midden uyt tlandt die daerHen vonden stracx te gaer
44
Huysdon most die beleydenTot wacht van hare persoon
Noch dede sy bescheydenEen heyr seer groot end schoon
Onder Leycesters handtTeghen den val int landtDat quum sy sien behendNiet verr van Gravesend
Dietsche Warande Jaargang 4
128
45
Dies bleef al onghemindertWat tschepe moste voort
Veel Heeren onverhindertDaer liepen toe aen boort
Oock Graven groot van naemElck woud behalen faemEnd eer inlegghen grootTeghen dees stereke vloot
46
Ter Crongnen in BisschayenDe Spaensch Armey men sach
Die om haer te verfrayenDaer middler tijt noch lach
Galeyen leegh van boortVeel hadder tmeyr versmoortVoor welcke men ter nootNam ander schepen groot
47
So zijn in eender sommenVijff-en-dertich te gaer
End hondert wt ghecommenHalf Julius van daer
Die opt lest vander maentMet een ghelaet verwaentEerst quamen int ghesichtVoor Plemmuyen end Wight
48
Daer laghen sy ghestreeckenGherust end onuervaert
Sy vonden hen tontbreecken(Niet rakende Lizard
Op veertich mijlen naer)Haer vier Galeyen daerVan welck oock niet verhoortMen heeft van die tijt voort
49
Een jacht voor uyt ghesondenBy Hauward Admirael
Haer vloote daer gheuondenOmringhd eens altemael
Die met vier jachten saenVervolght wordt achter aenDoch savonts weer aen landtDEngelsche jacht haer vandt
50
Dietsche Warande Jaargang 4
Vyer-teeckens ende bakenRontom theel landt ghestelt)
Waerschouden elck te wakenEnd vinden stracx int velt
Den Admirael end DrackHen hielden doe niet slackEnd wat daer was ghereedtWordt aen den man gheleedt
51
Eerst maer met vijftich schepenDen vyandt vielens aen
De Spangiaert aenghegrepenWoud doen niet wederstaen
DEnghelschen al den daghOp hem men schieten saghDie maecktent hem so bangDat hijt niet still hielt langh
52
Tien twaelff twintich te hoopenSanderdaechs quamen ras
Wt Plemmuyen ghelopenTot dat daer hondert was
Zy hielden boven windtDie Spangiaerts onversintGaend aen met cruyt endlootEnd met cartouwen groot
Dietsche Warande Jaargang 4
129
53
T meeste schip toverwinnenDier van Andalouzy
Bestondt Drack end daer binnenPedro Baldez kreegh hy
Den Oversten daer vanDien als ghevanghen manHy stracx naer Lonnen santNoch een vergingh door brant
54
Den tijdt van neghen daghenDit schieten nam gheen endt
Tot datse Calis saghenNoyt hebbens hen ghewendt
Doe worpens eerst in grondtHaer anckers al terstondtEnd rustden hen ten strijdtHen docht het was doe tijt
55
Het bleeck sy moesten wachtenDat Parme quame doe
Wt Duynkerck met zijn jachtenEnd pleyten vallen toe
Maer theeft soo niet ghelucktDat die sy by gherucktMits tgat hem toeghespertDien aenslagh heeft vermert
56
Wel quam hy van DuynkerckenTot Grevelingh aen snel
Van waer hy konde merckenDen uytgangh van dit spel
Met hert-leedt end verdrietDe windt en diend hem nietEnd t Zeeusch volck hy daer sachDat breet voor Duynkerck lach
57
Niet waren om beklemmenDees Spaensche schepen hoogh
Maer om haer cracht te stremmenTot listen Draeck toe vloogh
Acht schepen oudt end rotToerustdend hy maeckt vlotBy nacht hy die vol brandtOnder de vlote sandt
58
Dietsche Warande Jaargang 4
Den Enghelsman daer onderVeel canonaden groot
Grofluydend als den donderAen alle syden schoot
De Spangiaert dies verbaestVerliet zijn anckers haestSijn cabels sneedt ontweeEnd koos de wijde zee
59
Veel Edle groot van namenOock sKonings soon bastaert
(Die met Medina tsamenHen gauen op dees vaert)
Sijnd hier aen landt ghegaenEn keerden niet soo saenHoorende dit gheruchtSy vondens op de vlucht
60
Die meeste GaleasseVoor Calis bleef verstrandt
Die quam daer recht te passeSy quamen handt aen handt
Twee Edelmannen vroomBehaelden grooten roomDie deerste met trapierLangs troer opclommen fier
Dietsche Warande Jaargang 4
130
61
Daer bleef sonder ghenadeVeel duysent man in als
Don Hugo van MoncadeMoest oock med om den hals
Dien wordt gekloven thooftDen schat eer wordt gherooftDan tschip te gronde dreefTgeschut den Fransman bleef
62
Sanderdaechs ten acht urenSeer grooten strijdt aenvingh
Haer schieten sachmen durenTot die sonn onder gingh
Veneetsche schepen dryDoorschoten worden vrijTcalfaten holp niet seerMen sachse nae niet meer
63
Florentz heeft daer verlorenDen grooten galioen
Die quam noyt meer te vorenNae desen strijdt seer koen
Niet kond oock meer de mastHaers Admiraels staen vastSijn touwen heeft tgheschutHem gantsch ghemaect onnut
64
Meer andre tonder ginghenSijnd allesins doornayt
Twee groote sonderlinghenNa Duynkerck toeghedraeyt
Om hen te berghen daerWorden gheen hulp ghewaerMaer door een visschers listHebbens die streeck ghemist
65
Aen bancken die belendenVoor Blanckenberch deen lagh
Tander bleef voor OostendenEyntlick men beide sagh
In Zeelandt bringhen aenDoverst hem sonder slaenDon Diego PimentelDaer op liet vanghen snel
66
Dietsche Warande Jaargang 4
Does op die vlucht dus stondenMedin hem hielt vast kloeck
Verborghen sy hem vondenOm leegh in eenen hoeck
Die quamen soecken aenDat hyse woud bystaenDoch hy beweechd hem nietMaer liets al int verdriet
67
Thert was hem gantsch ghesonckenBeneden in den schoe
Men sachse niet meer pronckenNae haer ghewoonheyt doe
End hadde dEngelsmanGhevallen dapper anDien dach Medina slootTe laeten hem zijn vloot
68
DEnghelschen noch vijf daghenVervolchdens even straf
Tot sy den vyandt saghenVan tlandt ghedreven af
End keerden middler tijdtMet herten seer verblijdtNa soo veel moeyt end ruysElck wederom na huys
Dietsche Warande Jaargang 4
131
69
Oock word in alle KerckenDaghlicx Gods lof vermeert
Want hy door syne werckenDees vloot heeft afghekeert
End theghens allen nootMet spijs dranck kruyt en lootDie schepen wel mitsdienWorden van nieus voorzien
70
Den windt uyt den Zuyt-westenDe vloot al Noortwaert dreeff
Een deel der allerbestenTe grond op weghe bleef
Hoogh als casteelen meestDoor storm-windt end tempeestGodt woudse selve slaenEnd doen te gronde gaen
71
Sy voeren als ten thooneIn een landt dorr end woest
End waren onghewooneDe Noordtsche coud in Ougst
Sy storven wech als mestAls dat betuyghen bestHare lichamen blootAen landt ghedreven doot
72
Van dorst oock veel versmachtdenOm welcken te verslaen
Dat voor twee dhulcken brachtenSoet water haeldens aen
De paerden moesten voortEnd muylen over boortDen hongher oock verteertSooveel heeft als het sweert
73
In desen staet allendichSijn schepen tellen al
Medina liet behendichMen brocht hem an tghetal
Van hondert twintich nochBevonden hebben dochMaer tachtich vijfve netDies overtelden bet
74
Dietsche Warande Jaargang 4
Voorby de Schotsche custenTweentzestich graden hooch
Sy voeren sonder rustenOock kreghen geen gedooch
In Schotlandt om aldaerEens te vervarschen maerDe Schotsche Coningh clouckHen sloech af sulck versouk
75
Als niet sy laghen stilleOmtrent Fairlandt vergaert
Medina synen willeHen heeft te zijn verclaert
Dat elck sien soud om bestTe wesen niet de lestNae Spangien wederomTe keeren Irlandt om
76
De windt begonst te wayenWt den Noortoosten sterek
Sy wenden na BisschayenDat was haar ooghemerck
In Enghelandt de maerDoch bracht een groote vaerDats all te rugghe doeNa Parme quamen toe
Dietsche Warande Jaargang 4
132
77
Met sulcken windt sy seyldenTien daghen wel bekendt
End nerghens hen verdeyldenEer dougstmaent had een endt
Een groot onweder felVerhief hem doe seer snelWel achtien uren langhGheduerend even strangh
78
Dus siend hem aenghegrepenMedina door den noot
Met vijff-en-twintich schepenTwaelf mijlen vorder vloot
Tzewaert in naerder WestDen Admirael hiel trestGheen veertich was tghetalHy words oock quijt meest al
79
Op dien dach Godt almachtichTgebedt zijns volcks benoyt
Aenhoorend heeft seer krachtichDees groot Armey verstroyt
Hy die den vyandt stoutVerneert end wederhoutDie wil met synen kopTen Hemel climmen op
80
Haer hooveerdy en trotsenHier mede nam een endt
Aen bancken ende rotsenHaer schepen zijn belendt
Lancx den noort-Irschen kandtVan neghen hardt by landtSom braken daer ontweeSom soncken in de zee
81
In Loughfoil aengheworpenVeel Spangiaerts zijn aen landt
Die liepen door de dorpenAensoeckende bystandt
Noch ander drie seer grootAen rotzen harden stootBy Sligo gaven aenEn zijn daer stracx vergaen
82
Dietsche Warande Jaargang 4
Tien daghen na tvoorgaendeEen nieu onweder stuer
Met dicken smuyck opstaendeVan Westen viel hen suer
Die met den AdmiraelDoe worden andermaelSeer vreeselick verdeyltAen platen meest verseylt
83
Te Dingli by de custenQuam durend het tempeest
Met noch twee minder rustenDen Admirael bevreest
Ter helft doe dHerftmaent wasDaghlicx van tSpaensch ghebrasIemandt gheberght an landtTuyghd haren armen standt
84
Men hoorde nerghens sprekenMeer van Medina doe
In zee diep hy ghewekenLiep na Bisschayen toe
Een boot hem by TrolyQuam overgheven vryDaer som van zijn ghesinMet andren waren in
Dietsche Warande Jaargang 4
133
85
Een groot van duysent vatenTe Borreys aen de ree
Van dander all verlatenGhebleven is in zee
Twee soncken by ThomondEen branden sy terstondtGhevanghen quam daer vanMaer hondert vijftich man
86
Te Tircauley verstekenWort noch een schip seer groot
Van die hen wilden wrekenEen groot deel sloeghmen doot
Tzeventich noch ontquamDiemen ghevanghen namDrie Heeren een BisschopEn een gheschoren kop
87
Oock word int eylandt ClereGhehaelt een ander an
Sy stelden hen ter wereDaer bleef schier tachtich man
Noch een raeckt aen den grontBy de cust van DesmondDwelck een Fregate wasErghens ghesonden ras
88
Een schip van daldermeesteDat duysent vaten droegh
By Smerwijck door tempeesteIn Bleskeys stroom om sloegh
Niet verr van daer den strijdtVoor weynich jaren tijdtDe Spangiaert lest verloosTschip hiet Mary de Roos
89
Wt tselv alleen ontkommenDe soon van den Piloot
Aen landt daer quam gheswommenVijf-hondert bleven doot
Veel Edl hier wouden uytMet touwen doch de schuytGhemaeckt was al te vastSy worden overrast
90
Dietsche Warande Jaargang 4
Dees all te gronde drevenMet noch tien Dons vermaert
Is meed hier in gheblevenDes Conings soon bastaert
Prins dAscoli ghenaemtMet Orquendo versaemtDie doe de vlucht op quamVoor Calis hem innam
91
Sulck was tverlies der schepenDaer van men weet ghewis
Waer onder niet begrepenWat noch niet kenbaer is
Noch die by tlest tempeestOpt eyndt Septembris meest(Als een voor Seymers mondt)Gheraect zijn aen den grondt
92
Eyntlick men heeft vernomenVerscheyden hopen dry
Ter Crognien aenghecomenDaer van Medina by
Sevenendertich brachtTen toone van zijn machtDoch veertien groot alleynAl dander waren kleyn
Dietsche Warande Jaargang 4
134
93
Die hadd hy aenghesleghenHem meest zijnd int ghemoet
Ghecomen onder weghenVoorsien met alle goet
Maer niet soo haest aen landtHy heeft den voet gheplantHy dedes all ontslaenEnd liets haer weghen gaen
94
Te land hy woud hem spoedenStracks na des Conings hof
Hy hadde noch vermoedenTe krijghen danck end lof
Doch hen quam een ghebodtTot zijnen hoon end spotOp vijftien mijlen naerTe houden hem van daer
95
Dus trock hy gantsch mismoedichRecht nae Sevilien voort
Daer hy van tvolck verwoedichHeeft veel verwijts ghehoort
In Spagnien over alDe Coningh scherp bevalDat nerghens gheen vermaenWord van dees vloot ghedaen
96
Nae dese veertien grooteEen goede wijle sien
Haer lieten van dees vlooteNoch ander seventhien
Tlest hoopken was van vijfAen landt elck liep sijn lijfLaven met spijs end dranckTer doot toe sijnde cranck
97
De masten ende touwenDoorschoten waren seer
Gheen voorraet was te schouwenIn al haer schepen meer
Van dertich duysent manEn was wat quam daer vanVijf duysent met tghetalVol siecten end onval
98
Dietsche Warande Jaargang 4
Soo is tot stof end asschenVergaen tvoornemen fel
Van die daer toverrasschenGods kindren meynden wel
Door water ende windtEen sulck heyr onversintDat hem soo bouw ghelietGhesmolten is tot niet
99
Dit is alleen des HeerenDes Allerhoochsten werck
Den viandt wil hy keerenDie wederstrijdt zijn kerck
Ghelijc als PharaoEven de Heer alsoDesen Tiran verslaetEn komt zijn volck te baet
100
Dies willen wy hem lovenNu end tot aller stondt
Den Heere van hier bovenSinghend uyt sherten gront
Want niet heeft onse machtDen vyandt omghebrachtTis Godt die heeft ghedaenDat hy soo is vergaen
FINIS
Dietsche Warande Jaargang 4
135
Aenteekeningen
+Str 6 v 1 en 2
+ Hy was noch overmoedichom tstuck van Poortugael
Overmoedich hoovaerdig - tstuck van Poortugael De dichter zinspeelt op deverovering van Portugael door Filips II Don Sebastiaen koning van Portugael wasop eenen togt in Afrika gesneuveld zijn oom de kardinael Hendrik volgde hem open overleed in 1580 Filips II koning van Spanje die meende regt te hebben opden troon van den kant zijner moeder Isabella van Portugael zond derwaerts denhertog van Alba die het land in min dan twee jaren veroverde
+Str 8 5
+ Die liepen
Versta deze uit Holland en de Zeeuwsche eilanden
+Str 10 5
+ Daer toe verwillicht zijn
Verwillicht willig gemaekt overgehaeld
De strofen 11 en 12 zinspelen op eene omwenteling in Frankrijk door Filips II bewerkt
+Str 14 5
+ Venegien schepen sandt
Vander Vynckt (II p 155 Ed De Reiff) verhaelt dat de Spanjaerds van deVenetianen schepen afgekocht hebben om er andere op dit model te laten makenHet waren galeassen met 300 roeijers De lsquowarachtighe Relatiersquo spreekt van geenevenetiaensche schepen maer van vier galeassen elk met 300 roeijers voorzien dieuit Napels (Neapoli) kwamen Deze vier galeassen warenlsquoDie Galeaza Capitana ghenaemt Sant Lorenzo voert 270 soldaten ofte
krijchsvolck 130 scheeps-volck 300 die aen riemen roeyen 50 stuc geschuts metallerley toebehoorten dat daertoe nootdruftich isGaleaza Patrona 180 soldaten 112 scheeps-volc 300 riemers persoonen ende
50 stucken geschuts met allerlei nootdruftige toebehooringeGaleaza Girona 170 soldaten 120 scheepsvolck 300 roeijers 50 stucken
geschuts met allerley nootdruftDie Galeaza Neapolitana brengt 124 soldaten 300 roeyers 50 stucken gheschuts
mits dat ter noot daer toe behoortSomma alles wat de voornoemde vier Galeazenmedebrengen doet 870 soldaten1
468 scheepsvolc2 200 stucken gheschuts met allerley toebehoorte ende 1200personen aen roeyersrsquo
1 Ik vind er slechts 7442 De lijst geeft voor het 4e schip geen scheepsvolk om het getal 468 te verkrijgen men trekke
362 (totaal der drie eerste schepen) af van 468 en er blijft voor het vierde schip 106
Dietsche Warande Jaargang 4
136
+Str 15 1-4
+ End tot den anbeginnevan zijnen handel loos
de schotsche Coninginnehy tot deckmantel koos
Zie de Inleiding
+Str 19 1 en 2
+ Twaelf Galions toerustenhy liet in Poortugael
lsquo Inhout begrijp oft nombre der Galeoenen wt PortugaelDie Galeon S Martin als Capitana generael ende principaelste vande armade
brengt met haer 1000 tonnen last ende 300 wtgelesen soldaten mitsgaders 117scheeps-volck Item 50 stucken geschuts ende klooten buspoeder loot lontendie daer toe van nooden zijnDie Galeon San Juan Almiranta generael ghenaemt voert 1050 tonnen last 231
soldaten ende 179 scheeps-volck Daer toe noch 50 stucken gheschuts mitsgadersklooten buspoeder loot ooc lonten ende alles anders daer toe behoorendeDie Galeon Sant Marcus is van 792 tonnen lasts begrijpt 292 soldaten maer
scheeps-volk 117 Item buspoeder klooten loot ende lonten tottet geschut vannoodenDie Galeon van Sant Philippe brengt 800 tonnen last 415 soldaten ende 117
scheeps-volck 40 stucken geschuts mitsgaders daer toe behoorlicke klootenbuspoeder loot ende lontenDie Galeon S Luys gheheeten brengt 830 tonnen last 376 weerhaftighe
mannen 116 scheeps-volck 40 stucken geschuts mitsgaders daer toe behoorlickeklooten buspoeder loot ende lontenDie Galeon S Matheo houdet 750 tonnen last 277 soldaten 200 scheepsvolck
40 stucken geschuts mitsgaders buspoeder loot ende lonten daer toe van noodenDie Galeon Sant Jacob voert 520 tonnen last 300 soldaten 100 scheeps-volc
30 stucken gheschuts mitsgaders klooten loot ende buspoeder als van noodtswegendaer toe behoordtDie Galeon van Florentz voert 961 tonnen last 400 soldaten 100 scheepsvolc
52 stucken gheschuts klooten buspoeder ende lonten nae nooddruftDie Galeon S Christoffle brengt 352 tonnen last 300 soldaten 90 schipsvolc
ende 30 stucken gheschuts mitsgaders daer toe klooten loot buspoeder en lontenDie Galeon Sant Bernard voert 352 tonnen last 280 strijtbare mannen 100
schips-volc ende 30 stucken geschuts mitsgaders de klooten buspoeder loot endelonten daer toe gehoorendeHet schip dwelcke genaemt wort Zabra Augusta brengt met hem 166 tonnen last
55 strijtbaremannen 57 scheeps-volck ende 13 stucken gescuts mitsgaders klootenbuspoeder ende loot daer toe van noodenDie andere Zabra dewelcke Julia genaemt is houdt 166 tonnen last 50 soldaten
72 scheeps-volck ende 14 stuck geschuts mitsgaders klooten buspoeder loot endelonten daer toe van noodenSomma in als datdese armade van Portegael inhoudet brengt 12 vossel dat is
10 galeoenen ende twee Zabras die voeren 7737 tonnen last swaer en daermedekomen 3330 soldaten voetvolck mitsgaders 1233 scheeps-volck dewelckemaeckentsamen 4624 persoonen daer toe 350 stucken gheschuts ende wat voorder daertoe behoort ende van nooden is als klooten buspoeder loot ende lontenrsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
137
De lijst heeft nogmaels misrekend er zijn 7539 tonnen last 3276 soldaten 1365scheepslieden 389 stukken kanon en het totael personen die volgends de lijst tot4624 beloopt zou indien men de opgaven der lijst van 3330 soldaten en 1233scheepslieden samenvoegt van 4563 moeten zijn terwijl het inderdaed van 4641is
+Str 9 3 en 4
+ Castilien op de custenveertiene sandt in al
lsquo Armade ofte Krijchs-rustinghe vande Galeoenen wt Castilien over de welcke eenOverste ofte Generael is Diego Flores de ValdesChristoffels Galeon capitana genaemt voert 700 tonnen last brengt 205 soldaten
en 120 scheeps-volc daerop zijn 40 stucken geschuts mitsgaders daertoebehoorlijck buspoeder klooten loot ende lontenS Juan Baptista Galeon 750 tonnen last 250 soldaten 140 scheeps-volck ende
30 stucken gheschuts mitsgaders klooten loot buspoeder ende lontenS Peters Galeon voert 530 tonnen last 130 soldaten 140 scheepsvolck en 40
stucken gheschuts met daer toe nootdruftige klooten loot buspoeder en lontenS Juans Galeon brengt 530 tonnen last 170 strijtbare mannen 120 zeevolcx
ende 30 stucken geschuts met daartoe behoorlick buspoeder klooten loot endelontenSant Jago el major Galeon voert 530 tonnen last 230 soldaten 132 scheepsvolck
ende 30 stucken geschuts mitsgaders klooten buspoeder loot ende lonten daertoenootdruftichSan Felippe ende Sant Jago Galeon voert 530 tonnen last 150 soldaten 116
scheepsvolck ende 30 stucken gheschuts mitsgaders daertoe nootdruftige klootenbuspoeder loot ende lontenAscension gedoopte Galeou voert 530 tonnen last 220 soldaten 114 scheepsvolck
ende 30 stucken gheschuts mitsgaders daertoe nootdruftige klooten buspoederloot ende lontenOns Lieve Vrou del Barrio Galeon brengt 530 tonnen last 170 soldaten 108
scheeps-volc ende 30 stucken geschutsmet nootdruftige daertoe dienende klootenbuspoeder loot ende lontenS Medels en Celidonij Galeon voert 530 tonnen last 170 soldaten 110
scheeps-volck en 30 stucken geschuts met daertoe noodige klooten buspoederloot en lontenS Anna Galeon voert 250 tonnen last 100 strijtbare mannen 80 scheepsvolck
en 24 stucken geschuts mitsgaders klooten buspoeder loot en daertoe noodigelontenOns Lieve Vrou van Vigonia schip voert 750 tonnen last 190 soldaten 30
scheepsvolck ende 30 stucken gheschuts met daertoe nootdruftige klootenbuspoeder loot ende lontenHet schip vande Triniteyt voert 780 tonnen last 200 soldaten 122 scheepsvolck
ende 30 stucken gheschuts item kloten buspoeder loot ende lonten daertoebehoorendeSant Katharina schip voert 862 tonnen last 200 soldaten 160 scheeps-volc en
30 stucken geschuts mitsgaders kloten buspoeder loot en lonten daertoegehoorendeS Juan Baptista schip voert 652 tonnen last 200 soldaten 130 scheeps-volc
ende 30 stucken geschuts met daertoe nootdruftige kloten poeder loot ende lonten
Dietsche Warande Jaargang 4
138
Onze Vrouwe van Rosario schip patasche genaemt brengt met sich 30 soldaten26 scheeps-volc ende 24 stucken geschuts mette klooten buspoeder loot endelonten daertoe nootdruftichSancti Anthonij van Padua schip patasche genaemt brengt 30 soldaten 46
scheeps-volc 16 stucken geschuts met daertoe nootdruftige kloten buspoeder lootende lontenSomma alles wat in dit begrijp ofte Esquadra van Castille voorhanden is zijn 14
Galeones ende schepen mitsgaders twee kleeneschepen diemen patasches noemtdie houden in haer 8714 tonnen swaer ende komen met snlcke schepen 2458soldaten 1719 scheeps-volc die maken tsamen 4177 en 384 stucken geschutsmitsgaders kloten buspoeder loot ende lonten daertoe van noodenrsquoIk vind 8454 tonnen last 2645 soldaten 1694 scheepslieden dus te samen 4339
mannen en 474 stukken kanon
+Str 19 5 en 6
+ Noch veertien schepen hoochhy uyt Bisschayen tooch
lsquo Krijchs-toerustinge ofte armade wt Biscayen daer over dat de generael Hooftmanis Juan Martinez de RicaldeHet schip S Anna Capitana genaemt brengt 768 tonnen last 323 weerachtige
mannen 114 scheeps-volc ende 30 stucken geschuts misgaders daer toenootdruftige klooten buspoeder loot ende lontenHet schip Grangrin almiranta genaemt voert 1160 tonnen last 300 strijdtbare
mannen 100 scheeps-volck 36 stucken geschuts mitsgaders klooten buspoederloot ende lonten daertoe nootdruftichHet schip S Jacop houdet 666 tonnen last 250 soldaten 102 schips-volck 30
stucken gheschuts mitsgaders daer toe nootdruftige klooten buspoeder loot endelontenHet schip twelcke men noemt la Conception Zebelen houdet 468 tonnen last
100 soldaten 70 scheeps-volck ende 20 stucken geschuts met daer toe behoorlickeklooten buspoeder loot ende lontenHet schip la Conception de Juanes del Cano ghenaemt houdet 418 tonnen last
164 soldaten 70 scheeps-volck ende 24 stucken gheschuts met klooten buspoederloot ende lonten daertoe van nooden wesendeHet schip la Magdalena de Juan Francisco de Ayala ghedoopt houdet 330 tonnen
last 200 soldaten 70 scheeps-volck ende 22 stucken gheschuts mitsgadersklooten buspoeder loot ende lonten daertoe ter nootdruftHet schip S Juan houdet 350 tonnen last 130 strijdtbare mannen 80
bootsgesellen oft scheeps-volck ende 24 stucken gheschutsmet klooten buspoederloot ende lonten daertoe noodich wesendeHet schip Maria genaemt brengt mede 165 tonnen last 180 soldaten 100
scheeps-volck ende 24 stucken geschuts met daertoe behoorlicke klootenbuspoeder loot ende lontenHet schip Manuela houdet 520 tonnen last 130 soldaten 34 scheeps-volck 16
stucken geschuts met klooten buspoeder loot ende lonten daertoe behoorendeHet schip Santa Maria de Monte Major genaemt brenget mede 707 tonnen last
220 soldaten 50 scheeps-volck ende 30 stucken geschuts mitsgaders klooten lootende lonten daertoe tot nootdruft
Nu volgen andere Schepen diemen noemt Pataxes
Dietsche Warande Jaargang 4
Het schip ofte Patasche la Maria de Aguirre genaemt houdt 70 tonnen last
Dietsche Warande Jaargang 4
139
30 soldaten 23 scheeps-volck ende 10 stucken gheschut met klooten buspoederloot ende lonten daertoe noodichHet schip la Isabella ghedoopt houdet 71 tonnen last 30 soldaten 23
scheeps-volck en 12 stucken gheschuts mitsgaders klooten loot buspoeder endelonten die daertoe van nooden zijnHet schip Patasche de Miguel de Suso ghenaemt voert 96 tonnen last 30
soldaten 26 scheeps-volck ende 12 stucken gheschuts met daertoe nootdruftigeklooten buspoeder loot ende lontenHet schip oft Patasche S Steffan brengt 78 tonnen last 30 soldaten 26
scheeps-volck ende 12 stucken geschuts met daertoe nootdruftige klootenbuspoeder loot ende lontenSomma in als dat dese armade begrijpt sijn 14 schepen 10 groote ende 4 kleyne
diemen Patasches noemt dragen 6567 tonnen last swaer en komen in sulckeschepen 2037 soldaten te voet 863 scheeps-volck die maken tsamen 2802 Item260 stucken gheschuts ende 1190 klooten 467 quintal (het quintal voor 125 pontgherekent) buspoeder 140 loot ende 89 lontenrsquoVolgends nauwkeuriger opsomming voerden de schepen 6067 tonnen last 2100
soldaten 888 scheepslieden en 302 stukken kanon
+Str 19 7 en 8
+ End uyt Andalouzytien schepen bracht hy by
lsquo Scheeps toerustinge ofte Armade vande schepen wt Andalusien over dewelckedat Capiteyn generael is Pedro de ValdesHet schip ghenaemt Capitana doet 1150 tonnen last 304 soldaten 118
scheepvolcx 50 stucken gheschuts met nootdruftighe cloten buspoeder loodtende dierghelijckenHet schip Sant Francisco Almiranta ghenaemt brenght 915 tonnen last 230
soldaten 60 scheepvolcx 30 stucken gheschuts mitsgaders andere daer toenootdruftighe cloten poeder ende diergelijckenS Johannes Baptista Galeon maeckt 810 tonnen last 250 soldaten 40
scheepvolcx 40 stucken gheschuts mitsgaders clooten buspoeder loodt endeanders wat daertoe van nooden isHet schip S Juan Gargaren doet 569 tonnen last 170 soldaten 60 scheepvolcx
ende 20 stucken gheschuts midtsgaders clooten buspoeder loot ende anders watdaer toe van nooden isLa Conception het schip also genaemt brengt mede 862 tonnen last 200 soldaten
65 scheepvolcx ende 25 stucken gheschuts mitsgaders clooten buspoeder loodtende lonten daertoe van nodenDie Urca ofte dat schip Duquesa S Anna ghenaemt maeckt 900 tonnen last 30
soldaten 80 scheepvolcx ende 30 stucken gheschuts met daertoe nootdruftigheclooten buspoeder loodt ende lontenS Cathalina schip brengt mede 730 tonnen last 250 soldaten 80 scheepvolcx
ende 30 stucken gheschuts midtsgaders nootdruftighe clooten buspoeder loodtende lonten daertoeLa Trinidad dat schip also gedoopt hout 650 tonnen last 200 soldaten 80
scheepvolcx ende 20 stucken gheschuts midtsgaders clooten buspoeder loodtende lonten daertoe van nooden wesendeHet schip S Maria de Juncar maeckt 730 tonnen last 240 soldaten 80 mariniers
ofte scheepvolcx en 24 stucken geschuts met nootdruftighe clooten buspoederloodt ende lonten daertoe
Dietsche Warande Jaargang 4
S Bartholomeus schip brengt mede 976 tonnen last 250 soldaten 80 scheep-
Dietsche Warande Jaargang 4
140
volcx ende 30 stucken gheschuts met daertoe behoorende clooten buspoeder lootende lontenOp de Patasche dwelck men noemt Spirito Sancto zijn 40 soldaten 33
boodtsghesellen 10 stucken gheschuts midtsgaders clooten buspoer en loodtdaer toe van nooden wesendeSomma in dese esquadra ofte nummer van schepen begrepen doet in alles 11
schepen de 10 zijn groote schepen maer het elfste cleender patasche genaemthoudende tsamen 8762 tonnen swaerts ende comen daerin 2400 soldaten endestrijdtbare mannen daerover noch 800 scheepsvolck ende 260 stucken gheschutsmet alle het gene dat daer toe van nooden isrsquoDaar zijn integendeel 8292 tonnen last 2164 soldaten 776 scheepslieden en
309 stukken kanon In de optelling der geheele zeemagt geeft de lijst blz 10 voortotaal der lsquoArmade tot Andalusienrsquo 8762 tonnen last 2525 soldaten 900scheepslieden en 260 stukken kanon
+Str 20 1 en 2
+ Tghetal noch van veertienewt Guypuzcoa nam
lsquo Armade vande Schepen die gekomen zijn wt het landt van Gipuzcoa overdewelck van s Conincx wegen overste is Michiel van QuendeHet schip S Anna Capitana ofte Hooftschip brenght 1200 tonnen last 300
soldaten 90 scheepsvolc ende 50 stucken geschuts metallerley toebehooren vanklooten buspoeder loot ende lontenOnse Lieve Vrouwe vander Roosen schip Almiranta ghenaemt houdet 945 tonnen
last 230 soldaten 64 scheepsvolck ende 30 stucken geschuts met klootenbuspoeder loot ende lonten daertoe van nooden wesendeHet schip S Salvador brengt 958 tonnelast 330 soldaten 80 scheepsvolc ende
30 stucken gheschuts midtsgaders nootdruftighe clooten buspoeder loodt endelontenS Stevan het schip brengt 936 tonnen last 200 soldaten 70 scheepvole en 30
stucken gheschuts daer beneffens de nootdruft van clooten buspoeder loodt endelontenS Marta doet 548 tonnen last 180 soldaten 70 scheepvolcx ende 25 stucken
gheschuts met nootdruftige clooten buspoeder loodt ende lontenS Barbara het schip maect 525 tonnen last 160 soldaten 50 scheepvolcx ende
18 stucken geschuts midtsgaders nootdruftige clooten buspoeder loodt endelontenLa Maria het schip also ghenaemt doet 291 tonnen last 120 soldaten 40
scheepvolcx 15 stucken gheschuts met daertoe behorende clooten buspoederloodt ende lontenS Cruys 680 tonnen last 150 soldaten 40 scheepvolcx 20 stucken geschuts
met clooten buspoeder loodt ende coorden daertoe van nooden wesendeDe Urca Doncella ghenaemt maect 500 tonnen last 160 soldaten 40
scheepvolcx 18 stucken geschuts midtsgaders clooten buspoeder loodt en lontenDie patasche la Asuncion ghenaemt brengt 600 tonnen last 30 soldaten 16
scheepvolcx 12 stucken gheschuts met daertoe nootdruftighe clooten buspoederloodt ende lontenDie patasche S Bernave Item de patasche van onse lieve Vrouwe van
Guadalupe ende ten lesten die pinaze la Madalena dese dry brenghen elck in hetbysonder iust soo veel tonnen last krijchsvolck scheepsvolc gheschut ende watdaer toe van noden is als de patasche la Asunction daervan boven gheseyt is
Dietsche Warande Jaargang 4
141
Somma in alles wat die Esquadra ofte den nummer die tot de hier toe ghenoemdeschepen medebrenghen zijn 14 schepen1 die te samen houden 6991 tonnen lastmet dewelcke dat aencomen 2092 soldaten 670 scheepvolcx die maken tsamen2708 ende 277 stucken gheschuts midtsgaders andere daertoe nootdruftighedinghenrsquoDie schepen voeren integendeel 8983 tonnen last 1950 soldaten 608
scheepslieden en 281 stukken kanon
+Str 20 3 en 4
+ End wt Levant hem dienenVolck met tien schepen quam
lsquo Armade vande Orientaelsche Schepen Levantiscas ghenaemt daer over datvan sConincx wegen thooft is Martin de VertendonaLa Regazona capitana oft hoofschip houdet 1294 tonnen last 350 soldaten 9
scheepvolcx ende 35 stucken gheschuts met andere nootdruft daer toe als clootenbuspoeder loodt ende lontenLa Lavia almiranta genaemt voert 728 tonnen last 210 soldaten 80 scheepvolcx
ende 30 stucken gheschuts met clooten buspoeder loodt ende lonten daertoenootdruftichLa Ratas Maria Cronada maect 820 tonnen last 340 soldaten 90 scheepsvolc
ende 40 stucken gheschuts met nootdruftige clooten buspoeder loodt ende lontenHet schip S Juan de Cicilia brenght 880 tonnen last 290 soldaten 70
scheepvolcx 30 stucken geschuts midtsgaders tgene dat daer nootsakelijckentoebehoortLa Trinidad Valencera maect 1100 tonnen last 240 soldaten 90 scheepvolcx
ende 46 stucken gheschuts midtsgaders dien dat daer toe nootdruftich isLa Nunciada doet 703 tonnen last 200 soldaten 90 scheepsvolcx ende 30
stucken gheschuts midtsgaders dat tot nootdruft daertoe behoortS Nicolas Predaneli dat schip also ghenaemt voert 834 last 280 soldaten 84
scheepvolcx ende 30 stucken gheschuts midtsgaders dat daer toe behoort endenootdruftich isLa Juliana brengt 780 tonnen last 330 soldaten 80 scheepsvolcx en 36 stucken
geschuts midtsgaders al anders wat daer toe van noden isHet schip S Maria de Pison doet 666 tonnen last 250 soldaten 80 scheepvolcx
ende 22 stucken gheschuts midtsgaders allerley nootdruft daer toe behoorendeLa Trinidad de Escala doet 90 tonnen last 302 soldaten 90 scheepvolcx ende
25 stucken gheschuts midtsgaders tghene dat daer toe behoortSomma altesamen wat dese esquadra ofte nummer vande schepen in sich
begrijpt doet 10 schepen die houden 7705 tonnen last swaer ende comenaengeseylt met 2880 soldaten 807 scheepvolcx ende 310 stucken gheschutsmidtsgaders alle toebehoorende nootdruftrsquoEr zijn volgends beter opsomming 7895 tonnen last 2492 soldaten 763
scheepslieden en 324 stukken kanon
+Str 20 5 en 6
+ Vijfmael vijf hulcken grootmet menich kleynen boot
De lijst noemt er slechts drie-en-twintig
1 De lijst geeft slechts de namen van 13 schepen
Dietsche Warande Jaargang 4
142
lsquo Annade vande schepen die men Urcas noemt over dewelcke dat van sconincxweghen hooft is Lopez de Medina
Het hooft-schip el gran Grifon capitana doet 650 tonnen last 250 solda ten 60scheepvolcx ende 40 stucken gheschuts midtsgaders wat ter nootdruft daertoebehoortHet ander schip Almiranta S Salvador genaemt dat doet ooc 650 tonnen last
230 soldaten 60 scheepvolcx ende 30 stucken gheschuts midtsgaders alle datdaertoe behoort oft van nooden isPerro Martino Het schip also genaemt maect 200 tonnen last 80 soldaten 30
scheepvolcx ende 30 stucken gheschuts midtsgaders wat daertoe nootdruftich isFalcon blanco de groote doet 500 tonnen last 170 soldaten 40 scheepvolcx 18
stucken gheschuts met hetgene dat daer toe behoortCastillo negro brengt mede 750 tonnen last 250 soldaten 50 bootsgesellen ende
27 stucken gheschuts met alle toebehoorBarca de Hamburg maect 600 tonnen last 250 soldaten 50 scheepvolcx en 25
stucken gheschuts midtsgaders alle dat de nootdruft daertoe vereyschtCassa de Paz-grande Item S Pedro maior Item el Sanson ende S Pedro minor
brenghen iuyst so veel tonnen last elck een bysonder als die barca van Hamburgdaervan hier voren gheseyt isBarca de Anzicque ofte dat schip van Dantzick voert 450 tonnen last 210
soldaten 50 scheepvolcx ende 26 stucken gheschuts mitsgaders alle dat daertoebehoortFalcon Blanco Mediano 300 tonnen last 80 soldaten 30 scheepvolcx ende 18
stucken gheschuts met tgene dat daer toe behoortS Andreas brengt 400 tonnen last 160 soldaten 40 scheepsvolck ende 15
stucken gheschuts met tghene datter toe van noden isCassa de Paz Chica maect ofte brengt 350 tonnen last 170 soldaten 40
scheepvolcx ende 15 stucken gheschuts ende wat daertoe van noden isCuerbo Bolante voert 400 tonnen last 210 soldaten 40 scheepvolcx 18 stucken
gheschuts ende voorts wat daer meer toe behoortPolonia Blanca maect 250 tonnen last 60 soldaten 30 scheepvolcx ende 12
stucken gheschuts mitsgaders alle andere nootdruft daertoe behoorendeLa Ventura ende S Barbara maecken iuyst so veel S Jago 600 tonnen last 60
soldaten 40 scheepvolcx 19 stucken gheschuts ende voorts wat daer toe vannoden isEl gato die Cat het schip also ghenaemt houdet 400 tonnen last 50 soldaten
30 scheepvolcx ende 9 stucken gheschuts met alle zijn toebehorenS Gabriel het schip na den Engel also genaemt brengt mede 280 tonnen last
50 soldaten 28 scheepvolcx ende wat daertoe behoortEnde Esaias dat schip brengt oock iuyst so veel aenAlso dat in dese 231 Urcas sommarie begrepen den inhoudt van 10271 tonnen
last van 3221 soldaten 708 scheepsvolcx en wort op de voornoemde schepenbevonden 410 stucken geschuts met alles dat so van nootdrufts wegen daertoebehoortrsquo Volgends nauwkeuriger opsomming hieldt de vloot der Urcas 9960 tonnenlast 3450 soldaten 880 scheepslieden en 406 stukken kanon
+Str 20 7 en 8
+ Pataschen neghentienveel savers kreegh midts dien
1 De lijst geeft slechts 22 namen
Dietsche Warande Jaargang 4
143
lsquo Patasches ende Zabras schepen also genaemt daer over dat van sConincxwegen gewalthebber ende hooft is Don Antoni de Mendoza
La Capitana ofte hooft-schip van onser liever Vrouwen del pilaer van Zaragossadoet 300 tonnen last 120 soldaten 54 scheepvolcx ende 12 stucken gheschutsmet alles dat so van nootdrufts wegen daer toe behoortLa Caridad Inglesa doet 180 tonnen last 80 soldaten 36 scheepvolcx ende 12
stucken gheschuts midtsgaders wat daertoe van noden isS Andreas Estoces maect 150 tonnen last 51 soldaten 30 scheepvolcx 12
stucken gheschuts ende wat voorts daer toe van noden isEl patasche crucifio 150 tonnen last 50 soldaten 30 bootsgesellen 8 stucken
gheschuts ende alles wat daertoe behoortHet schip ghenaemt Nuestra Segnora del Puerto houdet oock al ghelijcke veel
gelijck de voornoemde patascheLa Conception de Carassa ende van onse Lieve-Vrouwe van Begnoa Item
Conception de Capitillo ende ten vierden oock het schip S Heronimo dese houdenende maken van 60 tot 70 tonnen last van 50 soldaten ende 30 scheepsvolcmidtsgaders 8 stucken geschuts met alles wat daer toe behoortNuestra Segnora de Gracia Item la Conception de Francisco Lastero nuestra
Segnora dat is van Onse lieve Vrouwe van Guadelupe la Conception EspirituSancto ende ten laesten oock Nuestra Segnora de la Fresneda dese schepenhouden alle iuyst so veel in haer ghelijck de voorgaendeVoorder oock het schip Zabra la Trinidad Item Zabra Nuestra Segnora de Castro
Item S Andres la Conception een andere la Conception de Sommariba S CatalinaS Juan de Carassa la Assumtion die voeren alle ghelijck sulcke last ghelijck dievoornoemdeSomma in alles dat die Esquadres ofte number vande schepen medebrengen
zijn 22 Patasches ende Zabras die voeren 1131 tonnen last midtsgaders 479soldaten 574 scheepsvolck ende 193 stucken gheschuts met alle het ghene datdaer toe van noden isrsquoDaer waren 1840 tonnen last 1051 soldaten 600 scheepslieden en 164 stukken
kanon
+Str 21 1-2
+ Van Napels deed hy commentwintich galeyen daer
De lijst maekt geen gewag van die twintig galeijen die uit Napels zouden gekomenzijn alleenlijk vindt men er lsquovier Galeazen van Neapoli (Napels)rsquo in vermeld waarde opsomming van gedaen wordt in de aenteekening op het 5e v der 14e stroof
+Str 21 3-5
+ Men word in eender sommenvan schepen eerst ghewaer
hondert end vijftich sterek
Hier volgt de opsomming uit de lijst genomen men zal bemerken dat de cijfers bijnanooit overeenkomen daervan zal telkens narigt gedaen worden
lsquoSumma summarum vande geheele armade oft scheepstoerustinge te samengherekent brengt 12 galeones van Portugal die doen 7737 tonnen last 4330 soldaten
Dietsche Warande Jaargang 4
139 scheepsvolck 400 stucken geschuts mitsgaders kloten buspoeder loot lontendaertoe van nooden1
1 In de lijst der Galeonen van Portugael in de aanteekening op str 9 vs 1-2 medegedeeldworden 3330 soldaten 1233 scheepslieden en 350 kanons opgegeven De last komt in beidenovereen Daer zijn in tegendeel 7789 tonnen last 3276 soldaten 1365 scheepslieden en389 stukken kanon
Dietsche Warande Jaargang 4
144
Item veerthien schepen wt Biscaya over welcke de overste is Juan Martinez deRicalde dese schepen brengen 6567 tonnen last 2050 soldaten 900 scheepsvolck270 stucken gheschuts mitsgaders allerley daertoe behoorlicke nootdruft1Item 16 Galeones wt Castilia die brengen wt 8700 tonnen lasts 2560 soldaten
420 stucken gheschuts met allerley nootdruft2Item de elf schepen wt Andaluzia brenghenmede 8762 tonnen last 2525 soldaten
900 scheepsvolck ende 260 stucken geschuts mitsgaders nootdruftigetoebehooringe3Item de schepen wtet landt Guipuzcua 14 schepen die brengen 6991 tonnen
swaer 2102 soldaten 718 scheepsvolck ende 280 stucken geschuts ende watdaertoe van nooden is4Item de armada ende krijchs-toerustinghe wt Levantisca met 10 schepen die
houden 7705 tonnen last 2900 soldaten 867 scheepsvolck ende 310 stuckengheschuts ende wat daertoe van nooden is5Item de Armada oft Urcas zijn 23 die houden 10271 tonnen last 3321 soldaten
708 scheepsvolck ende 400 stucken gheschuts met allerley toebehoorendenootdruft6Item de Pataschen ende Zabras zijn 22 die houden 1221 tonnen last 376
soldaten 574 scheepsvolck ende 110 stucken geschuts met allerley nootdruftigetoebehoorte7Item de vier voorgenoemde Galeazen van Neapolis brengen mede 863 soldaten
530 scheepsvolck 200 stucken geschuts mitsgaders andere nootdruftigetoebehoorte8Item de vier Galeyen doen 400 soldaten ende 20 stucken gheschut mettet gene
dat daer noch toe van nooden is9Inde vier Galeazen komen oock 1200 persoonen aen riemen ofte roeyers ende
inde vier galeen 888 diergelicke roeyers die maecken altsamen 2088 Over tvoorszbuspoeder wort noch mede gebracht by gevalle oft by avontueren eenich perijckelquame 600 quintalen
1 De partieacutele opsomming in de aent op str 19 vs 5-6 geeft 2037 soldaten 863 scheepsliedenen 260 stukken kanon De last is in beide dezelfde Het juiste getal is 6067 tonnen last 2100soldaten 888 scheepslieden en 302 stukken kanon
2 Castilien leverde slechts 14 galeons en 2 kleine schepen Zij hielden te samen volgends deopsomming in de aent op de 5e str vs 2-3 medegedeeld 8714 tonnen 2458 soldaten 1719scheepslieden en 384 stukken kanon Volgends beter optelling waren er 8454 tonnen last2645 soldaten 1694 scheepslieden en 474 stukken kanon
3 Volgends de aent op str 5 vs 7 en 8 waren er 2400 soldaten en 800 scheepslieden hetgetal der tonnen last en der stukken kanon komt in beide overeen Het juiste getal is 8292tonnen 2164 soldaten 776 scheepslieden en 309 stukken kanon
4 Op de lijst in de aent op de 20e str vs 1-2 gegeven wordt juist zoo veel last geteld maerintegendeel 2092 soldaten 670 scheepslieden en 277 stukken kanon Daer zijn 8983 tonnenlast 1950 soldaten 608 scheepslieden en 281 stukken kanon
5 De aent (str 20 vs 3-4) geeft juist zoo veel last en zoo veel kanons maer 2880 soldaten en807 scheepslieden Ik vind er integendeel 7895 tonnen 2492 soldaten 763 scheepsliedenen 324 stukken kanon
6 De partiele opsomming in de aent str 20 5 en 6) komt juist met dit getal overeen en verschiltslechts hier in dat zij 10 kanonnen meer telt Het juiste getal is 9960 tonnen last 3450soldaten 880 scheepslieden en 406 kanonnen
7 Zie de aent str 20 7 en 8 Het juiste getal is 1840 tonnen last 1051 soldaten 600scheepslieden en 164 kanonnen
8 Zie de aent str 14 v 5 Volgends nauwkeuriger optelling 744 soldaten 362 scheepslieden200 kanonnen en 1200 roeijers
9 Nauwkeuriger 440 soldaten 424 scheepslieden 200 stukken kanon en 1224 roeijers
Dietsche Warande Jaargang 4
Dat also na tvoornoemde overslaen inde voorseyde armade oftekrijchstoerustinge in somma begrepen wort 130 schepen die brengen mede 57868(juister 59230) tonnen swaer ende 19295 (beter 20312) soldaten voetvolck ende8450 (8360) scheepsvolck ende 2080 (2424) riemers oft persoonen aen riemen
Dietsche Warande Jaargang 4
145
ende 2630 (3049) stucken gheschuts ghegoten allerley sorten ofte fatsoen onderwelcken dat zijn slangen ende middelmatige slangen ende groote Canonenmitsgaders oock allerley daertoe nootwendighe behoorende sakenrsquo
lsquo Wederomme die soorten vande schepen die by dese Armade zijn
65 Galeonen ofte groote schepen25 Urcas tot 500 ende 700 tonnen last19 Patasches tot 70 ende 100 tonnen last13 Zabras mette twee wt Portugael4 Galeazen ende 4 Galeyen dewelcke maecken tsamen in een somme also
voorsz is 130 schepen Daer komen oock mede 20 kleene scheepkens die mennoemt Caravelles tot behoeff ende dienste der voornoemde armade oock komennoch mede 10 falvas met 6 roeyers oft riemen aen elckrsquo
+23 5-6
+ Dat boots-volck in een tasacht-duyst vier-hondert was
8450 volgends de lijst en volgends nauwkeuriger berekening 8360
Roeyers te weegh hy brachttwee-duyst en tachtich acht
indien men de opsomming der lijst volgt vindt men inderdaad 2088 roeijers lsquoin devier Galeazen komen oock 1200 persoonen aen riemen ofte roeyers ende inde viergaleen 888 diergelicke roeyers die maecken altsamen 2088rsquo doch het juiste getalis 2424
+Str 24 1-8
+ Tgheschut
twee duyst daer zijn gheteltses hondert boven diendaer toe noch driemael tiencartouwen altemaelof slanghen van metael
twee duyst + ses hondert + 3 times 10 maekt een totael van 2630 stukken kanon DelsquoRelatiersquo komt daarmeecirc volkomen over een men leest aldaer blz 11 lsquoDat also nat voornoemde overslaen inde voorseyde armade ofte krijchstoerustinghe in sommabegrepen wort 2630 stucken gheschuts gheghoten allerley sorten ofte fatsoenonder welcken dat zijn slangen ende middelmatige slangen ende groote canonenmitsgaders oock allerley daertoe nootwendighe behoorende sakenrsquo Er waren echter3049 stukken kanonCartouwen thans nood-busse zegt Kiliaen genus bombardae majoris vulgograve
Cartuna et quartanaSlanghen gewoonelijk veldslangen geheeten bij Kil bombarda longior serpentina
colubrinae
+Str 25 1-4
+ Veel waghens seylen touwenveel lonten cruyt end loot
Voorraedt was daer te schouwenVoor een half jaer ter noot
Hoe wagens op eene vloot waartoe mogten ze dienen - Philips wilde
Dietsche Warande Jaargang 4
146
England niet alleen op zee ook te lande bestrijden en de wagens waren bestemdom het geschut aen land te brengen De lsquorelatiersquo zegt blz 19 lsquomaer opdat men devoornoemde stucken gheschuts aen landt brenghen mochte en heeft men nietalleen molens maer oock alle andere ghereetschap mede ghenomen wagenskarren wijt ende breet daer toe bequaemrsquoTouwen lsquoItem coorden touwen groote dicke touwen dewelke men noemt op
tspaens Cabrias maer op latijn noemtmense Camelos barders casten ende alanders wat daer toe van node is om de voornoemde munitien daermede voort tebrenghenrsquolsquoBovendien so worden ooc allerley seelen ofte touwen ofte coorden om daermede
op ende af te climmen inde schepen mede gebracht en lijnwerck oock swaert omdaermede te stoppen die gaten aende schepen en nagels die clusen vast endedicht te maken alles provisie als men die van doen heeft so heeft men oockvaentgens ofte vaendels gemaect met des conincx wapen en ooc tbeelt Christi enonser liever Vrouwenrsquo
+Str 25 5-8
+ Eeck oly wijn knofloockBiscuyt end water oockVisch vleysch rijs kaes end specken was daer gheen ghebrec
De lsquoRelatiersquo geeft alles in t breedelsquoBiscuyt broot 11000 quintalen daer van op elcke persoon tsmaents gerekent is
een half quintael daer men hem mede behelpen can meer als 6 maenden den wijndien voorhanden is 14170 daermede men op 6 maenden hem behelpen can specis voorhanden 6500 quint ooc op 6 maenden case 3433 quint allerley drooghevisch 8000 quint rijs 3 quint daermede datmen over de 6 maenden hem behelpencan bonen en erten op provisie 6320 fangas die 6 maenden ghenoech olie 11398arrobas ghenoech voor de bestemde tijt azijn is in provisie 23870 arrobas daermededatmen die 6 maenden voorsien is 11851 pijpen watersrsquo
+Str 26 3 4
+ Alonso Perez prachtichhy noemde Generael
Alonzo Perez de Guzman hertog van Medina Sidonia voerde het opperbevel overde vloot (Vander Vynckt II p 155 - Wagenaar VIII blz 283) Don Alvare de Bazanmarkgraaf van Ste Kruis was eerst benoemd geweest maer hij stierf terwijl mennog aen de toebereidsels der vloot arbeidde
+Str 27 1-4
+ Tot desen hen begavenghewillich op de vaert
veel vorsten ende gravenoock skonings soon bastaert
Onder de edellieden die met de vloot wegzeilden waren de eene op eigen kostenmedegetrokken en de andere door den Koning bezoldigd
oock skonings soon bastaert
Dietsche Warande Jaargang 4
De hier bedoelde was de hertog van Pastrana lsquofils du prince dEvolirsquo zegt VanderVynckt lsquomais qu on croyait fils du roirsquo II p 156
lsquoPrins dAscolirsquo Dat deze een bastaard van Philips zou wezen mist alle voldoend bewijs Totnog toe grondt zich dit vermoeden enkel op hofgeruchten en het van lastertaal hoogstverdachte geschrijf van een gemeenen slechthoofd Antonio PerezS
Dietsche Warande Jaargang 4
147
+Str 34 1
+ Daer quamen mede gapenhoe eynden soud dit spel
veel monicken end papendie spelden even wel
naer een prebende vet
Er waren inderdaed 180 lsquogeestelijcke oordens personenrsquo op de vloot
lsquoSoo trecken oock in dese armade mede gheestelijcke oordens personen
Wt de oorden S Francisci der Observanten wt de Provincie van Castillia 8 van deselvighe oorden wt de provincie van Poortugal 20 barvoete monicken wt Castilia69 wt Poortugal vander selviger oorden 10 item augustijner monicken wt Castilia9 desselven oordens Augustijner monicken wt Poortugal 14 Item noch monickenFranciscaner oordens del Pagna wt Poortugal 6 barvoeter Carmeliten 12 vandederde oorden S Francisci van Poortugal 8 Paters Dominicani ofte Preecheeroordens wt de provincie van Andaluzia 22 Carmeliten van Poortugal 9 Paters ofteVaders wt de geesselinghe ofte Broederschap Jesu wt Castilia 15 desselvighenoordens Jesuiters wt Poortugal 8Somma alle geestelijcke ende oordenspersonen maken tsamen 180rsquoIk vind er integendeel 210Wel der moeite des invoegens waerdig schijnt mij het volgende uit de lsquoRelatiersquo
lsquoSpittaels ofte Gast-huys Lieden
Don Martin de Allercon Overste ofte Generael Bevelhebber zijnen Leutenant 5Medici ofte Medicijnmeesters opperste Wondartzt ofte Cirurgijn ende 4 andereCirnrginen 5 Medehulpers 4 Verbinders ende eenen Toesiender eenen opperstenHoofmeester ende noch andere Officieren Jonghen ende Dienaren tot in de 62Dat vaerder also te samen zijn 85 de welcke het Spittael ofte Gasthuys te bewarenende te versorghen hebbenrsquo
+Str 35 4-8
+ Duyst end vyfhondert jaermet elfmael acht te gaermen teld int lest van Meyals uytquam dees armey
Waerlijk wonderbaer van nauwkeurigheid De vloot zeilde den 29 Mei 1588 uit dehaven van Lissabon
+Str 38 7
+ De Cronghen was ter hant
Versta de haven van het oude Corunium heden Corogne
+Str 41 3
+ met veertich schoon pinassen
De admirael Seymour kruiste voor de Teems om den ingang der rivier aen Parmate beletten
+Str 41 5
+ Noch kreech Fransoys Draeck last
Dietsche Warande Jaargang 4
De admirael Drake vervoegde zich bij Howard te Plymouth met al de schepen welkehij vinden kon
+Str 47 1-4
+ So zijn in eender sommenvijff-en-dertich te gaer
end hondert wtghecommenhalf julius van daer
Dus dat de storm reeds 15 schepen verbrijzeld had - half julius den 21n
Dietsche Warande Jaargang 4
148
+Str 47 8
+ Voor Plemmuyen end Wight
Zie str 40 in de aenteekening aen den voet der blz- Wight is het eiland van diennaem
+Str 48 4
+ Niet rakende Lizardop veertich mijlen naer
Lizard is een kaep aen het ZW einde van Engeland in het graefschap Cornouailles
+Str 52 8
+ End met cartouwen groot
Zie de aent op str 24 vs 1-8
+Str 53 1-4
+ Tmeeste schip toverwinnendier van Andalouzy
bestondt Drack end daer binnenPedro Baldez kreegh hy
Dit was lsquoHet schip ghenaemt Capitana doet 1150 tonnen last 304 soldaten 118scheepvolc 50 stucken gheschuts met nootdruftighe cloten buspoeder loodt endedierghelijckenrsquo Zie de geheele lijst der schepen uit lsquoAndalusienrsquo in de aent op de19 str vs 7-8De aenvoerder die op dit schip krijgsgevangen gemaekt werd en lsquostracx naer
Lonnenrsquo gezonden heette Pedro Valdez (Vd Vynckt ed D Rg II 166) of Pedro deValdes Zie de aent op de 19 str vs 7-8
+Str 54 3-4
+ Tot datse Calis saghennoyt hebbens hen ghewendt
Versta De Spanjaerden hebben zich nooit omgekeert (ghewendt) tot datze voorKales kwamen
+Str 55 3-4
+ met zijn jachtenend pleyten vallen toe
Pleyt lang schip lsquonavis larga planarsquo zegt Kiliaen
+Str 55 6
+ Dat die sy by gheruckt
Di Dat Parma (die) daer bij zij gegaen namelijk bij de Spaensche vloot die voorCalis anker had geworpen
+Str 55 7-8
+ mits tgat hem toeghespertdien aenslagh heeft verwert
De zeeuwsche schepen lagen immers voacuteoacuter de haven van Duinkerke (zie st 56 vs7-8) daer en boven was de admirael Hendrik Seymour die sedert het wegvarender Spanjaerden naer Kales niets meer voor Londen te vreezen had dien blokusmet zijne vloot gaen versterken
Dietsche Warande Jaargang 4
+Str 57
+ Dit gebeurde in den nacht van den 7n van Oogstmaend Vd Vynckt II 167
+Str 57 60 1-2
+ Die meeste Galeassevoor Calis bleef verstrandt
Vergl Vd Vynckt II 167- Die lsquomeeste Galeassersquo was lsquodie Galeaza capitanaghenaemt Sant Lorenzo voert 270 soldaten ofte krijchs-volck 130 scheeps-volck300 die aen riemen roeyen 50 stuc geschuts met allerley toebehoorten dat daertoe nootdruftich isrsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
149
+Str 61 3-4
+ Don Hugo van Moncademoest oock medom den hals
lsquoDon Hugo de Moncadersquo voerde het bevel over lsquoDe vier Galeazen van Ncapolirsquo waarde lijst van te lezen is in de aent op de 14 str vs 5
+Str 62
+ Veneetsche schepen dry
Ik heb reeds elders opgemerkt dat de lsquoRelatiersquo van geene lsquoVeneetsche schepenrsquospreekt Zie Van der Vynckt 11 p 155 en de aent op vs 5 der 14e str
+Str 65 2-3
+ Voor Blanckenberch deen laght ander bleef voor Oostenden
Het waren twee Portngeesche Galions Zie Van der Vynckt 11 p 168
+Str 65 7
+ Don Diego Pimentel
Hij voerde het lsquoRegiment van Ciciliarsquo
+Str 68 1-8
+ DEnghelschenVervolchdens
End keerden
lsquoLes Anglois les poursuivirent jusquau 12 aoucirct ayant eux-mecircmes besoin de seraccommoder ils se jetegraverent dans leurs portsrsquo VanderVynckt 11 p 168
+Str 75 1-2
+ als niet sy laghen stilleomtrent Fairlandt vergaert
Fairlandt is Fairhill
+Str 81 7-8
+ In Loughfoil aengheworpenveel Spangiaerts zijn aen landt
Lough foyle is een golf in het graefschap Londonderry in Ierland
By Sligo gaven aen
Sligo of Slego lat Slegum eene kleine stad in Ierland met moeilijke haven
+Str 83 1
+ Te Dingli by de custen
Dingli of Dingle lat Dinglia met goede havens voorzien en in de grootste baei vanIerland
+Str 86 8
+ een Bischop
Dietsche Warande Jaargang 4
De lijst waerin lsquoalle de geestelijcke ende ordens persoonenrsquo die met de vlootwegzeilden opgezomd zijn spreekt van geene bisschoppen Zie de aent op de 34str vs 1
+Str 87 1
+ Oock wordt int eylandt Clereghehaelt een ander an
Lees Clare maar spreek uit gelijk in t lied De uitspraak heeft hier alleen den schrijvertot leiddraed gediend Het is een eiland NW van Ierland
+Str 87 1
+ Noch een raeckt aen den grontby de cust van Desmond
Desmond is een klein landeken almede gelegen in Ierland
Dietsche Warande Jaargang 4
150
+Str 88 1
+ Een schip van daldermeestedat duysent vaten droegh
by Swerwijck door tempeestein Bleskeys stroom om sloegh
tschip hiet Mary de Roos
Dit schip op de lijst bekend onder den naem van lsquoOnse lieve vrouwe vander Roosenrsquovoerde 945 tonnen last 230 soldaten 64 scheepslieden en 30 stukken kanon Hetmaekte deel van de lsquoarmade wt het landt van Guipuzcoarsquo Zie de aent op de 20estr vs 1-2
Ald 3 Swerwijck is eene stad in het graefschap Kerry (N van Ierland) met goedehavens door de Spanjaerden ten jare 1578 versterkt
+Str 89 4
+ Vijf-hondert bleven doot
Volgends de lsquoRelatiersquo waren 230 soldaten en 64 scheepslieden op dit schip (Maryde Roos) maer daerbij nog lsquoveel edlrsquo De zoon van den lsquoPilootrsquo is alleen ontsnapten om tot het getal van 500 dooden te geraken moesten er nog 207 edellieden endienaren der edellieden op zijn
+Str 90 4-5
+ Des conings soon bastaertPrins dAscoli ghenaemt
Het lied heeft reeds van dien prins melding gemaakt (Str 27 vs 4) Van der Vyncktnoemt hem hertog van Pastrana lsquofils du prince dEvoli mais quon croyait fils du roirsquoII p 156
+Str 90 6
+ Met Oquendo versaemt
Michiel de Oquendo voerde het bevel over de schepen die uit Guipuzcoa kwamenhet schip Mary de Roos (onse lieve vrouwe vander Roosen of Nuestra Segnoradella rosa) droeg zijne vlagStr 96 De overblijfsels der armada invincible kwamen een voor een in de havens
van Spanje terug Deze overgroote zeemagt had niets van alles wat haervoorgeschreven was tot grooten spijt van Philips II kunnen uitvoeren DeSpanjaerden beschuldigden Parma dat hij het hoofd met de Engelschen gestokenhad om dat hij de koningin van dat land verhoopte in huwelijk te krijgen en dat hijde steden welke hij in de Nederlanden veroverd had zoo zacht behandelde alleacuteenomdat hij deze landen van Spanje wou afscheuren en de kroon er op zijn eigenhoofd van plaetsen Deze beschuldiging won grond in Spanje en kreeg verhoor bijPhilips die Parmas bewezene diensten miskende Dit viel den krijger zwaer op tharte en verzeerde zoodanig zijne ziekte dat wanneer hij uit Frankrijk waer hijversche lauweren gewonnen had terugkeerde hij tot Atrecht moest stil houden enaldaer den 3 van Wintermaend 1592 overleed
Zie de noot betr strofe 27 1-4
Dietsche Warande Jaargang 4
151
Eerste handvolKunst-aforismenvan Aug Reichensperger1
I NIET SLECHTS DE POLITIEKE OOK DE AESTHETISCHEWEDERGEBOORTE VORDERT INDE EERSTE PLAATS ZELFVERLOOCHENING EN OFFERVAARDIGHEID
II Nooit wellicht is er zulke groote behoefte aan Echte Kunst geweest als in onzegeleecircbraakte en nochtans praetensieumluse tijd Maar de kunstzin behoort a l l elevenselementen te doordringen niet zich-zelf als een bizonder element te willendoen gelden
III Gelijk de Schepper denmenschmet S c h o o n h e i d omkleed heeft zoo behoortook de mensch dat wat hij schept den stempel zijner hoogere natuur in te drukkenwat enkel doelmatig is kan ons niet voldoen
IV Alle kunst is in zoo verre symboliesch als zij is - uitdrukking eener idee
V De kunst is de middelares tusschen tijd en eeuwigheid
VI Om levend en vruchtbaar te zijn moet de kunstdrift uit het hart niet uit het hoofdkomen Zoo verstond men ook in alle klasfische kunsttijdperken de kunst met hethart en zullen de masfaas nooit een ander zintuig voor hare be-
1 Zie des Heeren Auteurs rijken bundel lsquoVermischte Schriftenrsquo Leipzig TO Weigel 1855
Dietsche Warande Jaargang 4
152
vatting hebben De nagedachte levert flechts een armzalig furrogaat op wanneerdie zielenblik (de intuiumltie) door den damp der valsche beginselen verduisterd is
VII Even min als de kunst de v o rm e n behoort na te apen gelijk ze die vindt inde natuur - even min behoort ze t de k l e u r e n te doen ook deze moeten typieschopgevat en geiumldealizeerd worden
VIII De schoonheid der christelijke kunst hangt niet af van bepaalde vormen diemet algemeene begrippen over-een-konmen maar zij bestaat door demenigvuldigheid der persoonlijkheden welke heur middelpunt in eacuteen ideaal inChristus hebben De levendige bemiddeling tusschen het ideale den geest en dewerklijkheid is de taak des kunstenaars Het ledig idealismus is een even gevaarlijkeklip als de slaafsche onderworpenheid aan de natuur het kunstpieumltismus voert nietminder op dwaalwegen dan het kunstrationalismus
IX Men doet Goumlthe groot onrecht wanneer men hem een Heiden noemt hetHeidendom was in zijn innigste kern godsdienstig
X BOOTSEN WIJ OP DIE WIJZE DEGRIEKEN NA DAT ONS DE CHRISTELIJKE KUNST WORDEWAT HUN DE HEIDENSCHE WAS
XI De christelijke kunst moet gelijk elke christelijke daad uit het b i n n e n s t ekomen Waar dit het geval niet is zal de hoofdzaak het Leven en de Waarheidaltijd ontbreken
XII Van het Christendom zich losmaken - verstaat de hedendaagsche kunst AANHET CHRISTENDOM IETS POZITIEFS TEGENOVER TE STELLEN - DIT KAN ZIJ NIET
XIII Slechts de godsdienstige kunst is waarlijk populair zij-alleen biedt het volkwaarlijk voeding
Dietsche Warande Jaargang 4
153
XIV De aesthetische opvoeding des volks kan flechts op den bodem der religieumluzetot stand komen
XV Slechts wat op de beginselen der Eenheid en des Gezachs gegrond is draagtden waarborg der duurzaamheid met zich rond
XVI Al kan de gewoonte tot den staat eener ontzielde form vervallen men moettoch wanneer zij uit eene goede kiem ontstaan is er aan vast houden aangezienhet weecircr-bezielen veel gemaklijker valt dan het nieuw-scheppen
XVII IN DE AKADEMIEumlN WORDEN ALLE STIJLEN ONDERWEZEN MET UITZONDERING ALLEENVAN DEN WAARDIGSTEN - DIE IN HET CHRISTENDOM GEWORTELD IS
XVIII Het lsquowatrsquo en het lsquowaaromrsquo zijn in de kunst van meer gewicht dan het lsquohoersquo
XIX Zoo dra de inwendige g e h a l t e ontbreekt begint de Overdrijving naar buitente werken
XX Welke ellende voor de archaeologen der verre toekomst wanneer eenmaal dekunstscheppingen onzer dagen worden opgegraven
XXI Onze filozofen abstraheeren der wezenlijkheid het vleesch van de beenen enwerpen vervolgends elkaacircr met de laatsten om de ooren
XXII Slechts in het worstelen met de stof sterkt zich de scheppende kracht Onzefurrogaten en verveelvoudigingstoestellen zullen dan ook dekunstenaarsvruchtbaarheid hoe langer hoe meer afstemmen
XXIII Aan alle bloot werktuiglijke verveelvoudigingen ont-
Dietsche Warande Jaargang 4
154
breekt de polsflag des levens de hoogere adem het lsquobouquetrsquo
XXIV Van al het hoogere gaat de geur af zoo dra men het in eene onveranderlijkeform wil bannen
XXV De Architektuur bewaart de overige kunsten voor het opgaan in damp
XXVI Op het gebied der Bouwkunst is het schoone beterkoop dan het leelijke wijlhet eerste de stof beheerscht het laatste haar ondergeschikt is
XXVII De zulken die zoo veel van eene voortzetting der ontwikkeling van denRomaanschen Rondboog spreken bewijzen daardoor dat ze van het wezen derGothiek niets verstaan - De Gothiek is juist zulk eene voortgezette ontwikkeling
XXVIII Met schrijf- of drukinkt laat zich onze zieke tijd niet genezen daar hoorend a d e n toe
XXIX Het tegendeel van het Echte en het Rechte is ter naauwer nood zoo gevaarlijkals hunne verdraaying
XXX De kunst moet zich voeden met het merg der geschiedenis
Dietsche Warande Jaargang 4
155
Leven van Sinte Lutgardis
Tweede boek (Vervolg1)
XXVIIste CapWie dat een man allene in dien dat hise aensach rouwe gewan vansinen sunden
+1355
+ Een abd van Hafflighem her Ianhi bracht toet Lutgarden enen manDi man ward wederslaghen seredoen hise aensach Dies had dien heredien abt groet wonder en alsi quamen
+1360
+ daer af verre varende the samenso sprac di abd den manne toevan desen dinghen Nu hoerd hoelsquoSaeghdi ginder yet saeghdidat heileghe wijfrsquo Doen andwerdde hi
+1365
+ lsquoVan dien wive di wi daer saghenward ic so gruwelec wederslaghendat mi mijn sunden alle sijn leeten icse ben te betren ghereeten dunct mi dat ic ben ontladen
+1370
+ van minen sunden met Gods genadenso dat ic vallen weder nyen machwant doen ic in haer anscijn sachso sceend na dat dunken mijndat ic sach dat godleke anscijn
+1375
+ Dat dit alsus ghevyel themaledat const di abd vertrecken wale
Cap XXVII Opschrift In dien dat = in dien tide dat terwijl daer doordien Vglk vs 1285mettyen - Vs 1357 Wederslagen verslagen getroffen verschrikt vglk vs 1596 Zie ookKerstina Gloss - Vs 1363 Dit yet staet gelijk met het etwa der Duitschen jammer maer datwij t verloren hebben Vglk vs 268 - Vs 1376 Vertrecken verhalen getuigen
1 Zie lsquoD Warandersquo III bl 285 en volg
Dietsche Warande Jaargang 4
156
XXVIIIste CapWie dat si enen genas van den vallenden ongemake
Een wijf had enen sone die vanden groten evele was siec hied IanOm hem so dreef si groten rouwe
+1380
+ en et gevyel so dat dees vrouwehoerde doen si lach en sliepen stimme di alsus toet haer rieplsquoGaet toet Lutgardea di menegen troestu sone sal seker werdden verloestrsquo
+1385
+ Si stont op vroegh en ginc toet daeren offerde haren soene haeren daer na dat dad was gedaenso riep si Onsen Here aenen bat voer heme de maget vri
+1390
+ en daerna opte stat leid siharen vingher in sinen monten maecte een cruse ter selver stontvoer sijn herte en daer na meerso en gevueld hi noch siecheit noch seer
XXIXste CapWie dat haer in alre heileghen dage utermaten vele heileghenoppenbarden
+1395
+ Eens tijds dat men hielt seste vanallen heileghen so ghewanSinte Lutgard devosie daer toeso dat haer vertoende doemenech heileghe en mettyen saen
+1400
+ liet haer die Heileghe Gheest verstaenmet bliscap en met groter feestendat si weer vol van allen geestenen dat si van gracien vloydeen van allen doeghden groyde
Vs 1378 Den groten evele de vallende ziekte (eacutepilepsie) - Vs 1382 En een - Vs 1388So riep si te weten de maget vri dat is Lutgardis t was Zij en niet de moeder die den Heeraenriep en bad - Vs 1390 HS Optestat (maer na en opte zijn herschreven en de plaetsontbrak) = dadelijk lat illico - Vs 1397 Devosie HS - Vs 1402 Weer was
Dietsche Warande Jaargang 4
157
XXXste CapWie Vere Sybillen gheandwerd was
+1405
+ Eens was si siec de werde Lutgarten van crancheiden seer beswaertdat haer van Gagis Ver Sibillelieflec diendde met vrien willealsi oec dede altoes sint
+1410
+ dat si ind dordene quam een kintmaer doch so brachtse doen daer toeeen quaet geest jn weet nyet hoedat si vermůed was van arbeideen toet haer selven jnt herte seide
+1415
+ lsquoDiende mijn moeder ymanne yetdoen si leefde neen si nyetSoen betemet mi nyet waledat ic mi onderwerpe themalersquoDaer na opten selven nacht
+1420
+ dat sijt hadde int herte ghedachthoerde si een stymme met beideharen oren die alsus seidelsquoJn quam nyet dat men mi soud dienenmaer ic quam dienen dies verdienenrsquo
+1425
+ Alsi dat hoerde van Onsen Hereberespte si haer selven sereen diende haer voerwert willechlekemet groter genuechten en blideleke
XXXIste CapVan enen die meshoept was dat hi op har groet clarheit sach en daraf was hi ghesterct
Et was oec een ander man
+1430
+ die harde sere meshoept was van
Vs 1410 Ind dordene de herhaelde d wijst alleen de klem aan die de uitspraek op die letterlegde Vglk vs 1309 en 1316 - Vs 1412 De constr is Een quaet geest brachtse (brachthaer) daer toe dat enz - Vs 1418 HS Onder werpe - Vs 1423 Jn = ic en ic ne - Vs1426 De laetste letters van berespte zijn herschreven - Cap XXXI Opschr Ghestert Eenezachtere uitspraek deed dikwijls tusschen andere consonanten de c mede in t schrijvenuitlaten Vglk sulwile sulstont In Kerstina starleker voor starcleker
Dietsche Warande Jaargang 4
158
sunden die hi hadde ghewrachtdie daer om toet haer was brachtdat hi van haer soud troest ontfaenals hi met haer spreke En saen
+1435
+ als hi hoerde haer suete waertso sach hi boven-haer tervaerteen onvertellec claerheit die sogroet was dat hi wart so vrodat hi hoepte dat hi siere
+1440
+ sunden quite soud werdden sciere
XXXIIste CapWie dat har Ons Vrouwe oppenbaerde in lsquoTe Deum Laudamusrsquo in datvers lsquoTu ad liberandum suscepturusrsquo
Dicwile so ghevyelt alsihaer salme las de maghet vridatte Heileghe Gheest haer gafthe verstane den sin daer af
+1445
+ en et gheviel op enen nachtdat si TE DEUM LAUDAMUS had brachttoet dien verse dat daer steetdat TU AD LIBERANDUM aengeetIn dat vers so oppenbaerde
+1450
+ de maeght Maria Sinte Lutgaerdeen geliet haer blidelec toeDaer met verstont Luthgardis doedat Marien sunderlekedat verseken were ontfanckeleke
+1455
+ daer men inne ghedinct dat siontfinc Gods sone maghet vri
Vs 1432 Die daer om de vijf middelste letters zijn herschreven - Vs 1434 Spreke ten zijhet de limburgsche Umlaut zij die nog bestaet moest sprake wezen Doch zie vs 601 - CapXXXII In t HS staet sussepturus Zal men uit deze fout besluiten dat het door eene nongeschreven is Niet voor aleer men bewezen zal hebben dat eene mans- en monnikshandgeene s in plaets van eene c stellen kan Vglk nogtans vs 883 - Vs 1443 t HS geestHeileghegeest in een woord tgeen nog elders voorkomt Vglk vs 578 en Kerstina blz 7 -Vs 1450 Lutgaerde voor Lutgaerden als rijmwoord - Vs 1451 In t latijn ut quasicongratulans appareret - Vs 1456 Maghet vri zonder artikel naer t HS behoort tot hetpraedikaet en is zoo veel als maghet vri sijnde of blivende Misschien echter is de of di (die)uitgevallen
Dietsche Warande Jaargang 4
159
Daer om bat si haren vriendendat si Marien getroulec diendenen dat si nyet en stunden stijf
+1460
+ alsijt seiden maer broecten har lijfen neyghden Marien jnnechlekedat weer har seker ontfenkelekeJc bid u dat gi dat selve oec důetdaer sal u comen af al gůet
XXXIIIste CapWie dat haer eens arms wijfs ontfarmde en dat har God hied datseseide lsquoportio mearsquo
+1465
+ Eens tijts so sach si een arm wijfdaer haer herte en haer lijfmet doeghde sunderlinghe sereDoen sprac toet hare alsus Ons HerelsquoIn den salm so steet ghescreven
+1470
+ Mijn deel es God died al moet gevenrsquoDat verstaet alsus en waleu deel dat been ic themalegien hebt anders op ertrijc nyetDaer om als ghi en armen syet
+1475
+ die u enige almoschene bidso andwert hem en segt hem ditlsquoNoch goyt noch selver en es met midat ic hebbe dat gheve ic dirsquoBid voer heme en sijt hem getruwe
+1480
+ en gi hebt ghegeven duwersquoDaer na nyet langhe alsi quam
toet Verren Sybillen van Gagis vernamsi daer si de glosa lasdad gewaerlec also was
+1485
+ alsijt van Gode had ontfaendied haer gereckelec dede verstaen
Vs 1467 Doeghde leed mede leed - Vs 1474 En een eenen - Vs 1477 Goyt goud Zvs 1162- Vs 1480 Duwe het uwe - Vs 1486 Gereckelec wel ernstig
Dietsche Warande Jaargang 4
160
XXXIVste CapWie dat een moenc van Haffligem van haer was ghetroest
Van enen monc van Haffligemvind wi also bescreven dat hemEen prochye was bevolen buten
+1490
+ daer volc in woende van dissolutenlevene en wonderleken sedendie veel wonders wrachten en dedendaer hi om was tonghemakeen bat haer dat si om dees sake
+1495
+ Gode woud bidden harde sereDoen gaf haer andwerdde God ons HerelsquoSprect ldquoIk heb ons Heren verbeyden hi en heft mi nyet verlevdrdquorsquoDaer af gewan hi groten troest
+1500
+ en wart van allen sorgen verloesten berichte sijn prochye waleHier af laet ic nu de tale
XXXVste Cap (fragm)Wie dat har was ghegeven te verstane van eenremaght name di Osannahied en van wat verdienten dat si was die lancge verborgen hadgeweest
Also help mi God de rikedat si propheta was waerlike
+1505
+ want si veel dincs voerseide vorwaerdie haer van Gode waren claerEens tijts so quam int Walschelanteen priester daer hi rustende vantveel heileger lichamen op ene slat
+1510
+ daer hi eens nachts lach Gode en bat
Vs 1487 HS Haffligeem als nog eens hier voren - Monc met nc herschreven - Vs 1489Buten eigentlijk buiten t Klooster maer tevens op t platte land - Vs 1492 Van dezen regelstaet er in t latijn geen woord - Vs 1494 Bat is uit bade verbeterd - Vs 1501 Sijn is ganschherschreven - Vs 1503 Eene eedsformel waerbij men merke dat op Also niet als volgtmaer dat - Vs 1510 Dat is daer hi lach en Gode bat notabel hyperbaton waervan men inde oude talen alleen misschien noch een voorbeeld zou aentreffen De maet liet den dichterniet toe te zeggen lach en Gode bat noch vervolgens het gebruik men lette hier wel opde e van Gode te verstommen of te verstompelen Maer kon hij dan niet schrijven en Godeaenbat
Dietsche Warande Jaargang 4
161
en als hi lach in sinen ghebedegevielt dat hi een graf op dedevan alabaster stene gehouwendaer hi vant een heileger ionfrouwen
+1515
+ lichame werdelec ligghende binnendies name dat hi nyen const gekinnenDoen bat hi sinte Lutgarden dat siOnsen Here bade dat hivertonen wonde van den lichame
+1520
+ hoe dat was wijlneer sijn nameen van wat verdientten hi ware
XXXVIste Cap (fragm)
+1565
+ hadde die wel XII iaerut sier heileger ordenen wasals ic in latine lasdaer men alte seer voer batder heileger seleger Lutgarden dat
+1570
+ si Onsen Here voer hem badedat hi hem gave sijn ghenadewant men sorghde datte ionfrouwesijn suster de nonne van groten rouwesoud temale verliesen har sinne
+1575
+ Doen ginc ligghen Lutgard innehaer ghebedeken en bat seredaer voer Gode den hemelschen HereEn doen opstont de werde Lutgartvan haren gebede sprac si dees waert
Hier ontbreekt een gansch blad (recto en verso) dat is zes-en-veertig regels waervan tweehet opschrift van het XXXVIste Capittel uitmaekten en de rest verzen waren ik tel dus voortmet vs 1565 - Vs 1568 Het HS heeft seer voer uoer bat waerbij aen te merken is dat hetherhaelde woord eerst met v geschreven de tweede mael met u aenvangt Het HS gebruiktde twee letters schier onverschillig
Dietsche Warande Jaargang 4
162
+1580
+ lsquoMen segghe der gůeder ionfrouwen datsihar wel getroeste nu want hisal weder comeu in dit iaerthe siere ordenenrsquo Dat wart waerwant men binnen dien iare vernam
+1585
+ dat haer brůeder weder quamen beterde sijn leven en wart gůetDies God hen allen onnen můetdi met sunden sijn bevaendat sier sciere moten af staen
+1590
+ Nyman en sals hebben wonderdat sulke ut ordenen gaen want onderde XII apostelen was een quaeten dinghele vielen ut haren staetDaer om en sal hem nyman the sere
+1595
+ verheffen want met enen kerewert sijn doeght al wederslagenwilt hi hem selven te wel behagenwant es hi heden goet hi machmorgen quaet sijn opten dach
+1600
+ en es [hi] heden en sundere themalehi mach hem morgen bekeren waleDaer om en sal en geen sunderejn meshope vallen te serewantten God altoes ontfeet
+1605
+ als hi sier sunden ave steet
XXXVIIste CapWie dat si der hertoeghinnen van Brabant voerseide dat si van dersiecheit sterven soude
Tier selver tijt so was swaerlikemet siecheiden bestaen van Vrankerikedies conincs dochter di hertoginnein Brabant was en wijs van sinne
+1610
+ Langhen tijt had si ghebeden
Vs 1596 HS weder slagen - Vs 1600 In t HS ontbreekt hi - En sundere een zondaer -Vs 1609 Marie de France dochter van Philippe-Auguste tweede vrouw van Henrik deneersten hertog van Brabant stierfin t jaer 1238 den Isten dag van Oostmaend en werd teLeuven begraven
Dietsche Warande Jaargang 4
163
met boden die har boedscap dedenLutgarden dat si voer har Godelieffiec bade in dien nodeSi bat en ontboed har saen
+1615
+ dat si nommermeer en soud staenvan haren bedde En si bathar boven alle dinghe datsi al te stervene har bereiddeen Gods met groten hope ontbeidde
+1620
+ Daer na onlanghe so starf di vrouween liet har vriende in groten rouween na har doed vertoende si hareder werder Lutgarden oppenbareen seide dat si soud werdden sciere
+1625
+ verloest genedechlec uten veghvieremetter helpen Onser Vrouwendie si op ertrike minde met trouwenOec seid si van een edelen man
den borehgreve van Brusele dat hi van
+1630
+ desen ertrike gesceden wareeer ment wiste oppenbare
XXXVIIIste CapWie datse enen wive voerseide heymeleke coringhe en wie sise daer afverloeste
Van Sinte Stevens een clusennerssehad groet aenvechten en grote perssevan sware coringen diese aenvacht
+1635
+ Si bat Lutgarden lsquowant sijs wel machtaen Gode hadde dat sijs hem badedat hi aen har dade sijn ghenadeen har af neme die choringhenrsquoDoen vreghd har Lutgart sunderlinghen
+1640
+ lsquowat coringen datd wesen mochten
Vs 1618 HS altestervene (sic) - Vs 1619 Met groten hope welligt eene schrijffout voormet groter hopen - Vs 1629 Het latijn zegt dat dit met den zoon van den Borggraef of kastelijnvoorviel Vader en zoon hieten Godefridus - Vs 1634 Het weggeknipte van dit en van t vlgvs meen ik goed hersteld te hebben maer coringen in dat sing vereischte swarer Het rijmlaet geen swaren aenvachten toe - Vs 1638 Neme zie vs 1434
Dietsche Warande Jaargang 4
164
diese so sere altoes aenvochtenrsquoDies scamdesi har te seggen sereDoen sprac Lutgart lsquoMi heft Ons Heredat gi mi seggen nyen woud vertoent
+1645
+ die nymanne bedrieght noch oec en hoentrsquoDaer seid haer te male de gůede Lutgaertwat si int herte hadde tervaertdat si den priestren nyet seggen en woudeen troestesse daer toe dat si soude
+1650
+ har bichte spreken ghewarechlekeen betren har leven volcomelekeen lietse van allen ongemakeso wel gegenst en the gemakedat si daer na met groter bliscap
+1655
+ ten dienste Gods nyet en was slapOec gheviel dies selfs ghelijc
enen converse di hied WerijcWat wonder wast dat har verscenen
heymelec dinghe si had den ghenen
+1660
+ met har altoes dies oghen dat sijnclaerre vele dant tsonnescijndat harde wel sceen aen de dacddat hier na ghescreven staedNu hoert een wonderleke dinc
+1665
+ Een minsce was die een sunde begincen heymeleke had ghedaendie hi nyen durste laten verstaenden priester van scemden als menech duet(die scemenesse sijn es nyet gůet)
+1670
+ Daer na nyet lange quam een in scineen in ghedenten van peregrineen bat dien sundegen minsce saendat hi hem sijn hoefd woud dwaenlsquodat hem moeste de Heileghe Geest
+1675
+ de sunde vergeven di hi meest
Vs 1656 Iets desgelijks gebeurde enz - Vs 1669 Die scemenesse sijn dat is van hemzonder omzetting zijne schaemte of sijn volgens andere voorbeelden in dit gedicht in plaetsvan sien (si en) wat heeten zal Die (zulke) schaemte zij en is niet goed Wie dit volgen wilplaetse een comma achter scemenesse
Dietsche Warande Jaargang 4
165
onsagersquo En als de sundeghe manalso als hijs hem bat beganden peregrine sijn hoest te dwaenvant hi in sinen nacke staen
+1680
+ een oghe die was alte claerAls hise sach wart hi in vaeren riep doen op di selve urelsquoO siet den minsche di scegen naturejn sinen nacke gheoget esrsquo
+1685
+ Doen seid de peregrijn lsquoSijt desseker dat es di oghe dier nyeten es verborgen wat gescietnoch oec verborgen sijn en machDie selve oghe waest di u sach
+1690
+ doen gi de sunde deed heymelekersquoMettyen vervoer hi wonderleke
XXXIXste Cap (fragm)Wie dat si enen di vermoyd was van biechten te horene met harengebede verloeste
Sinte Lutgart de Gods gemindesi maende de priestere di si kinde
XLste en XLIste Cap ontbreken
XLIIste Cap (fragm)
Maer doend tijt dochte Onsen Here
+1695
+ dat hise woude van allen lede
Vs 1676 Onsage vreesde wat anders meestal eene t heeft ontsage - Vs 1693 Hierontbreken drie blaedjes met twee-en-twintig regels op elke zijde of honderd twee-en-dertigregels in t geheel Daer de drie opschriften het getal der verzen niet zeker laten berekenentel ik over de gaping heen
Dietsche Warande Jaargang 4
166
verlosen hoerd wat hi toen dedehi oppenbarde har blidelekedaer si weende betterlekeen danct har dat si getruweleke
+1700
+ menech iaer en mcneghe wekeder sunderen orber had gedaenMettyen so nam hi sijn hant saendie hi aen dies crusen stakeute recte tsijn ongemake
+1705
+ en veghde de tranen van haren anscineen sprac toet hare lsquoO dochter minein wil nyet dat ghi voerwert meervoer mijn sunderen maect enech seermaer troestd u en nemt jn mi vrede
+1710
+ en blijft gedaetslec in uwen ghebedegi selt met rasten sonder seermijns vaders abolge voerwerd meervan den snndere genedelec kerenhem te troeste en mi the eren
+1715
+ als ghi met tranen deed toet nudan sal nyet falgheren aen ursquoIndien wesene bleef si waerlike
toet dat si scied van erterike
XLIIIste Cap (fragm)Wie datse wel vif iaer gedaedsceleke was gevisentert van GodsMoederoch van den Apostelen
Hier na leden wel vijf iaer
+1720
+ dat si heymelec nyet oppenbaerseide toet enen gůden manmet groten tranen dat si van
Vs 1709 Troestd zoo veel als troestd troestet en zoo is meestal td een door middel vande schwa tweemael geslagen tandletter - Vs 1712 Zonder twijfel heeft de s van vaders hiervoor oorzaek de omzetting en de volgende vokael Z Kerstina blz 7 - Vs 1713 GenedelecDe laetste sylb is her schreven - Vs 1715 Men zou mits vs 1712 achter voerwerd eencomma te plaetsen ook dan in plaets van als kunnen aenvullen belette het niet een uiterstedeeltje van t hoofd van eene lange letter dat nog zigtbaer is Voor dā (sic) is er te veel plaetsIk voeg hier bij dat volgens t latijn als ter vergelijking dient even als (sicut) - Vs 1719 HSWel wijf iaer
Dietsche Warande Jaargang 4
167
Gods moeder dagelijcs wart besochtocht van den Heilegen Apostelen ocht
+1725
+ van andren Heilegen sonder nochtandat si dicke besocht was vanden jngelen Nochtan in allen desensoen mochte har raste volcomen niet wesentoct dat si hem allene vant
+1730
+ die boven alle Sante es santWat nuwer wonder gescied daer dan
Lutgarts siele si smelte vanminnen en wart gewond en qualmetter bruet daer men dit al
+1735
+ jn CANTICIS bescreven vind
XLIVste Cap (fragm)
socht ic dien mint de ziele mineDander es dat beddekijn
+1780
+ dat Salomons was dat was so fijndad mend te vollen geprisen nyen candad bedde omgrepen LX mande starxste di jn Israel warenDat derde beddeken wil ie nu baren
+1785
+ dat eest beddeken daer men af seghtdat scone bloyt en blomen dreghtDirste beddeken důet ons verstaende geen di nuwe leven aengaendat sijn di hen aen nemen den staet
+1790
+ van penytencien na wiser liede raed
Vs 1725 Sonder nochtan enz letterlijk daer niet bijgerekend bovendien dat zij enz - Vs1735 Na dit vers ontbreekt alweecircr een geheel blaedje uitmakende vier-en-veertig regelsieder zijde hier ook van twee-en-twintig wezende Uit de rijmen blijkt dat het opschrift tweeregels uitmaekte Ik breng vervolgens twee-en-veertig verzen in rekening - Vs 1783 HS jnIrael (sic) - Vs 1784 Baren eigentlijk toonen en dan kan men er een duplex punctum achterplaetsen zonder komma in t vers of men versta er verklaren door en late mijne afstippingstaen
Dietsche Warande Jaargang 4
168
Dander bedde es dat hen aengaetdie toe nemen jn heileghe daeddaer motensi seer striden binnenopdat si selen den viant verwinnen
+1795
+ Terde beddeken gelijct hen waledi hen jn contemplacien temaleufenen in den hoechsten graetdat es der volmaecter staetOpt dirste bedde leght de gewondde
+1800
+ op dander die nyet wel en condegewandelen maer wart můede saenOpt derdde bedde leght sonder waendie al verwonnen hest de verwendeziele di opten brudgoem lende
+1205
+ En als was dat sake dat siopd yrste bedde de maghet vrivan hoeft sunden nyen was gewontsi sochte nochtan jn alre stontvolcomeleke haren gheminden
+1810
+ als wi van har bescreven vindenwant si beweende na har machten claeghde waerleke alle nachtdie onwetelec sunden di simocht hebben ghedaen de maget vri
+1815
+ en dbedde der conciensien datdwoegh si met tranen en maket natIn dander beddeken dar men op strijddaer so socht si alle tijdharen vrient der vrouwen name
+1820
+ doen si ieghen haren lichamemet sware abstinencien vacht
boven den genen di si mintwant minne en genen here en kintMint si hoge ocht mint si neder
Vs 1206 Opd was eerst opt - Vs 1809 Gheminden de verbuiging door HS en rijm bewezenverdient opmerking - Vs 1821 Hier ontbreekt nogmaels een blad of vier-en-veertig verzen
Dietsche Warande Jaargang 4
169
dreght si grauwe ocht bonte cleder
+1870
+ mint si arme ocht mint si rikesijn minnet nyet sonder gelikeSi moest anders al ut end utdeerne heten en nyet brutDat was betekent met Adam
+1875
+ daer God van sire siden namEven nyet van sinen voeteMet welker fyguren dat ic moeteen sal verstaen dat arme en rijcdaer si minnen sijn ghelijc
+1880
+ en van tween herten werdden eenalst wel aen Lutgarden sceendie met Haren Lieven Herewas verenecht also seredatd een herte en een sin
+1885
+ was tusschen hen noch meer noch minWant also ghelikerwiseals men werpe seer ocht lyseeen druppele waters in een vatdat vol van wine ware dad
+1890
+ di druppele na den sinne mijnverwandelt soud werdden in den wijnalso was har gheest puer reenmet Gode geminct en worden eenEn dat was dat Cristus sinen
+1895
+ Vader bat Doen hie sier pinenneecte so bat hi sinen Vadervoer die Apostelen en voer algaderdi geloeven souden bat hien seide lsquoVader ic bidde di
+1900
+ also als du best een in mien ic in di bid ic dat sijn ons sijn een mijn heilige VaderrsquoDit waren tekene van minnen algader
Vs 1872 HS Al utend ut Vglk I vs 199 - Vs 1873 Deerne of dierne dienstmaegd - Vs1886 Men lette op den samenhang Also gelikerwise dat also - Het woordtje Als vs1887 valt daer los binnen in en beteekent wanneer - Werpe is wierpe
Dietsche Warande Jaargang 4
170
Voerwert moeghdi weten wale
+1905
+ dat har geest was altemalejn Gode haren vrient verslondenso dat si te menegen stondenvan groter overtulleger minnenmetter wiser conyneghinnen
+1910
+ van Saba van haer selven quamen van wondere dat si vernamsoen bleef jn hare en geen geesten wart verhaven als men leesten op gevuert haer geest algader
+1915
+ jn den hogen hemelschen VaderNu wil ic dit ander boec hier jnden
daer men mach veel gůets in vindenen wil dat derde te dichten beginnendaer ghi jnne selt mogen kinnen
+1920
+ wat si wrachte voer haer doeden hoe haer jn der lester noetGod getruwelec stont biMaer ic wille eer rusten mieer ic dat derde boec beginne
+1925
+ om te vergederen te bat mijn sinne
Vs 1906 Men merke vrient onverbogen of staet Gode in acc - Vs 1908 Overtullegerovertolliger
Dietsche Warande Jaargang 4
171
Willen wijalleen de Gothiek
Tot de meest gewone en gretigst voortgeplante beschuldigingen die men als zoovele krijgstuigen tegen de muren en tinnen richt der kunstleer die in de lsquoDietscheWarandersquo wordt voorgestaan behoort het zeggen lsquoGij wilt alles gothiek gij keurtden gothischen bouwtrant alleen goed gij zijt een dweeper - die alle dingenbeschouwt door de bril uwer gothische vooroordeelenrsquoWij gaan op deze verwijten een kort en verstaanbaar andwoord geven wij zullen
trachten daarmede tot hare wezenlijke waarde terug te brengen wat men met zooluidklinkend wapengekletter voor een achtenswaardige oorlogsblijde of evenhoogzoucirc willen doen doorgaan waarop de belegeraars met eenige redelijkheid de hoopder overwinning zouden kunnen bouwenOm de beschuldiging te kunnen bestrijden - om de veroordeeling te kunnen
wederleggen - moet men beginnen met haren inhoud te kennen Zijn debeschuldigers en oordeelaars van de waarde diens inhouds bewust Kennen zij debeteekenis van hetgeen zij beweerenWat is naar hunne meening DE GOTHIEK - Het is zullen zij andwoorden die
bouwtrant welke zich voornamelijk door zijne puntboogvensters zijn talrijke torentjens(pinakels) zijn menigvuldige cieraden en soms door zijne langwerpige magerevormen onderscheidt In die kerken - want den gothieken bouwtrant op iets andersdan kerken te willen toepassen is het toppunt der verbijstering - wordt veel beeld-
Dietsche Warande Jaargang 4
172
werk vereischt en zeggen sommige fijne geesten die beelden moeten dan vooralmager en stijf moeten zeer misteekend zijn Regels trouwens bestaan er over tgeheel in de Gothiek niet hoe zou er ook bij een bouwtrant die van de barbarenis overgenomen die zijn naam draagt van dat volk (de Gothen) dat in eacuteenen ademmet de Wandalen pleegt genoemd te worden sprake van regels en van eene wareonverbeterlijke KUNST kunnen zijn Men is natuurlijk vrij om zijn spitsboogen entorentjens aan te brengen waar men wil en daar gaat dikwijls een enorme somgeld meecirc heen dat beter besteed had kunnen worden De voorstanders der Gothiekwillen dan met alle geweld te midden onzer moderne steden gothische kerkenbouwen en versmaden geheel de fraaye kerken die men vroeg en laat in denmonumentalen stijl met name in de hoofdstad der Christenheid gebouwd heeftDaar mogen nergends geene andere kerken dan gothische kerken meer gebouwdworden en men zoucirc Pius IX wel willen dwingen het meesterstuk der bouwkunstde St Pieter onder de voet te halen om er een van die eeuwige spitsboogbouwselsmet hunne buitensporige cieraden voor in de plaats te stellenZiedaar eene meening en waardeering die ons bij minder en meer uitgewerkte
gedeelten ontelbare malen is ter oore gekomen en zelfs enkele reizen isvoorgeworpen Wij zouden zonder moeite in de oplosfing der vele belangrijkevraagstukken die in deze weinige woorden worden aangeroerd of waarop daarintoespeling wordt gemaakt stof vinden voor een dik boekdeel maar voor hedenmogen wij niet verder gaan dan eene korte bespreking van beginselen Neen is deGothiek ook maar in eene geringe mate dat gene wat onze tegenstanders er vanzeggen - dan waarlijk wijzen wij haar af niet alleen voor stadhuizen en poortenmaar vooral vooral zeg ik voor kerken Kerken zijn monumenten die de ORDE bijuitnemendheid moeten vertegenwoordigen om dat zij de Heiligdommen en Paleizenvan een Alwijzen Schepper zijn - die alles lsquomet getal maat en gewicht beschiktrsquoheeft kerken moeten als CHRISTELIJKE MONUMENTEN haren bouwregel zoo min
Dietsche Warande Jaargang 4
173
ontleenen van nomadische Gothen - al hadden die krijgshastige landverhuizers ookeene groote nationale kracht - als van de heidensche vijanden des Christendomsin dien zin moet de christelijke bouwkunst even min Gothiesch en allerminstAriaansch-Gothiesch als Grieksch-Romeinsch wezen Ook mag de kerk die eencentrum voor stad en burgerij moet zijn niet bij den aanblik van die stad al te zeerafsteken - gelijk bij voorbeeld de Korinthische Poort bij het AmsterdamscheHaarlemer plein - en vooral ook moet men aan het ruime rijke Christendom geenevormbepalingen opdringen die uit willekeur vooroordeel onrechtvaardigheid inplaats van uit de logika-zelve voortspruiten men moet de verscheidenheid nietdooden om den wille der eenheid want het is door de verscheidenheid dat deeenheid waarde krijgt Eenheid is dood enmachteloos - als er geen Verscheidenheidsamentrest om haar uit te maken Dit volgt uit het eerste en verhevenste leerstukdes Christendoms-zelven Waar eene Drie-Eenheid de typus is van het stelsel -daar kan de verscheidenheid niet uitgesloten wezenWij verwerpen dus alle eentonigheid eenvormigheid fabriekmatig afgietsel van
een beperkt en voor plaatselijke behoesten ontworpen voorbeeldZoacuteoacute weinig willen wij lsquoalleen-de-Gothiekrsquo - zoacuteoacute weinig genade vindt in onze oogen
wat men Gothiek noemtWij zijn bepaalde vijanden van het te pas of te onpas aanbrengen van den
puntboog - ook zelfs in echt gothische gestichten bepaalde vijanden (en we hebbendat reeds tot vervelens toe verkondigd) van overladen cieraden - aller-eerst van hetmisbruiken des pinakels Wij dulden geene misteekening ofschoon wij de zielhooger stellende dan het lichaam belijden moeten nog meer waarde aan het IDEEen de UITDRUKKING dan aan den VORM eens beeldwerks te hechten En wij durvenbeweeren dat in vele gevallen de waarde van idee en uitdrukking niet zijn inevenredigheid der waarde van den vorm Van daar dat men ons een fanatisme voormisteekende beelden toeschrijft
Dietsche Warande Jaargang 4
174
Maar wat willen wij danZullen we beginnenmet te zeggen waacutet we door DEGOTHIEK verstaan - vrijlatende
aan ieder die kennis genomen zal hebben van dit ons kunstbegrip dezen naam alof niet op de door ons bepleite kunst toe te pasfen - t Is misschien niet overtolligMaar nadrukkelijk herhalen wij t is niet zoo zeer voor het juiste gebruik van hetwoord G o t h i e k dat we t opnemen - t is ons te doen om de zaak die we steedsgemeend hebben er meecirc te mogen aanduidenWe beginnen danmet te herinneren dat de Gothiek met de Gothen niets gemeens
heeft Dat men den bouwstijl van het Europa der XIIe XIIIe XIVe en XVe EeuwGothiek noemt is te wijten aan eene historische anekdote1 eene italjaanscheepigramma van de tijd der Renaissance Als ge in de dagen dat de Gothiek harenhoogsten bloei beleefde tot den bekwaamsten bouwmeester priester of wijsgeervan de gothische bouwkunst zoudt gesproken hebben dan hadde hem dezeuitdrukking een onverstaanbaar abrakadabra toegeschenen - en hij hadd wellichteen kruis gemaakt Daacutet primo en behoudends ons recht en ons plan om sprekendevan de architektuur en het vormenstelsel der genoemde Eeuwen de nu eenmaalgeijkte uitdrukking gothiek en gothische houwkunst met een kalm gemoed tegebruiken2Zien wij nu wat wel de meest in het oog vallende regelen en andere
eigenschappen zijn der bouwkunst die wij voorstaan1 Het uitwendige wordt nooit geloochend of weersproken door het inwendige2 Het inwendige maakt zich uitwendig kenbaar3 Het onderdeel draagt kenmerken van het geheel waar het toe behoort4 Het geheel verbergt zijne onderdeelen niet noch ook stelt ze ten toon
1 Zie lsquoD Warandersquo 1857 bl 482 reg 28-30 maar lees in plaats van hunrsquo lsquohemrsquo Zoo ooklsquoHeilige Liniersquo bl 168 196
2 Verg ook deswege lsquoDWrsquo 1857 tap
Dietsche Warande Jaargang 4
175
5 Drieeumlrlei geestelijke kern ligt in den stoffelijken vorm befloten en drukt er zichmin of meer in uit het begrip der doelmatigheid of gerieflijkheid het denkbeeldder schoonheid en de symbolische beteekenis het praktische voortgebrachtdoor het gezond verstand het schoone voortgebracht door gevoel enverbeelding het zinrijk-geheime voortgebracht door de bloeyende christelijkewetenschap Het Genie ontvlamd door den H Geest Gods kan gezegd wordente zweven boven die drie elementen door die bestraling is er harmonie tusschende doelmatige de aesthetische en de symbolische vormen door de krachtvan dat christelijk Genie den mensch door den Creator Spiritus ingestort ishet wiskundig onwraakbare tevens het aesthetiesch evenredige en hetsymboliesch juiste
6 Uit hoofde der drievoudigheid van deze bouwkunst gaat de AEsthetische krachtnooit alleacuteeacuten te werk om schoone vormen te scheppen en die naderhand vastte hechten aan het maaksel der Gerieflijkheid Het drieeumlrlei geestvermogenschept te gelijk en zoo zal dikwijls Gevoel en Verbeelding (of AEsthetika) nietsanders te doen hebben dan het stoffelijk doelmatige te veredelen te vercierenzonder het te verbergen
7 Deze kunst bootst wel in hare studie maar niet in haar doen de natuurvormenna zij heeft haar eigen vormenstelsel dat slechts min of meer met dat dernatuur over-een-komt Zoo ook heeft zij haar eigen wijze van scheppen diedikwijls van de wijze waarop de natuur voortbrengt afwijkt Wat zij maakt isgeen d u p l i k a a t van hetgeen de natuur werkt maar flechts eenev o o r s t e l l i n g Zoo heeft zij velerlei graden van natuurverbeelding in haardoen Zij kan door lichte aanduidingen dikwerf voorstellen (a) wat in de natuurzich volledig georganizeerd openbaart Zoo kan men met geringe stoffelijkemiddelen kunstvormen scheppen die eene groote werking doen (b) om dat zijtot de herinneringen en de bijzondere Liefde van den toeschouwer sprekenZoo doende werkt de toeschouwer zelf mee om het kunstwerk meer af tewerken dan objektief het geval is En wat de toeschouwer doet
Dietsche Warande Jaargang 4
176
behoeft de kunstenaar niet te doen de kunstenaar moet dan maar zorgen datde toeschouwer tot die volledigingsarbeid gedwongen wordtHet bij (a) gezegde blijkt niet slechts uit dat belangrijke kunstclement dat menle chanfreiacuten (de duizendvormige afbilioumlening) noemt - maar ook uit de kalligrafiehet kunstlettersysteem der middeleeuwen (Zie lsquoD Warandersquo partie franccedilaise1855 56 bl 52 53)
8 Eene eigenschap dezer kunst is het ook geene meerdere vormen aan tebrengen dan uit de konstruktie te wettigen zijn - de konstruktie opgevat njetin hare toevallige verschijning aan dit bizbndere bouwwerk maar met harealgemeene eigenschappenZoo bijv wanneer men een vierkant plankjen heeft aan te spijkeren zalgeschiktelijk de plaats waar de nagel wordt ingedreven worden voorgesteldals zich buiten den kant van het plankjen gebogen hebbende wat door hetpletten en door het verdringen van stof gemotiveerd wordt omgekeerd kanook het plankjengerekend worden te zijn uitgefneden op de plaatsen waarhet minder sterk behoefde te zijn
9 Aan alle stoffen stelle men eer men ze verwerkt de vraag in welke foort vanvormen over-een-komstig haren aard zij zich best kunnen vertoonen Dit staatweer met de drievoudigheid der kunst in verband De Doelmatigheid deSchoonheid en het Symbolisme zullen gezamendlijk de keus der stof bepalenen de vorm zal hieruit volgen Waar men het zij met ijzer het zij met houtv e r b i n d t zal men bij voorbeeld zoo min de zelfde aesthetische vercieringaan de vormen kunnen geven als deze konstruktief de zelfde afmetingentoelaten
10 Niet slechts kunnen bij deze kunst de schoonste aesthetische effekten gezegdworden uit geometrische samenstellingen geboren te worden - maar dezelaatsten treden ook vaak in de plaats der grootere materiaal-masaas die bijminder verstandelijk ontwikkelde stijlen noodig zijn Zoo beheerscht in deGothiek de geest op het krachtigst het stof en wordt tusschen beide de zelfderangregeling waargenomen als tusschen ziel en lichaam
Dietsche Warande Jaargang 4
177
Hefboomseigenschappen evenwicht en wat dies meer zij leenen zich in dezenstijl tot buitengewone diensten Het karbeelfysteem - dat men zeer ten onrechtemet het porte-agrave-faux verwart - is een der schoonste en vruchtbaarste elementender Gothiek
11 De hoofdvormen drukken gaarne uit dat wij slechts met de voeten op dea a r d e staan om het voorhoofd ten H eme l te heffen De pijlers en murennemen zoo weinig plaats als mogelijk is op de aarde in om op te stijgen in delucht - gelijk Hij die lsquoin drie dagenrsquo EEN HEILIGEN TEMPEL gebouwd heeft in derichting van dien zichtbaren Hemel is opgestegen die lijn die van de aardeten Hemel klimt en sterk uitkomt in de hoofdboacuteuwvormen is de lijn der gebedenen van de vlammen des lichts
12 Rijzen de muren naar boven - de beren en steunboogen die betrekkelijk lichtzijn en zich opwaarts verdunnen maken het mogelijk dat de muren licht zijnwaar boogen in de plaats kunnen komen vallen de muren ween zelfs debuitenmuren en haar beschutvermogen wordt overgenomen door grooteglasweefsels die de roeping vervullen het Licht en de Warmte des Hemelsdoor te laten en wind en weer buiten te sluiten
13 De hoofdwet ter bepaling der vormen wordt afgeleid uit het doel waaraan zijte beandwoorden hebben - eenmaal den algemeenen geest aangenomen derichting van het stoffelijke naar het geestelijke van de aarde naar den Hemelvan het inwendige naar het uitwendige - hetwelk een en ander typicsch doorhet heerlijk begrip dat onder het woord OFFER schuilt wordt voorgesteldHet ligt voor de hand dat het eenvoudigste symbool van dit begrip hetopstreven van het geestelijke dwars door het stoffelijke heen inderdaad HETKRUIS is de dwarsbalk ziedaar de tijdelijke travegravers de paal ziedaar deHemelwaart wijzende en rijzende zuil De dwarsbalk wijst naar de lengte enbreedte van het ondermaansche de paal naar de oneindige verhevenheid derHemelen
14 Wat door zijne bestemming het ruimste plaats moet geven aan stoffelijkeeischen zal met behoud der grond-WAAR-
Dietsche Warande Jaargang 4
178
HEID in minderen graad het charakter der opstreving vertoonenDaaromworden de hoogste en rankste vensters in het choor der kerk gevondenDaarom heeft een kasteel een stadhuis eene beurs een woonhuis een winkelandere vormen dan een kerk
15 Al de geledingen die door het spel der lijnen bij de uitwerking van licht enschaduw aesthetische bekoorlijkheid aan een bouwvorm geven zijnvoortgekomen uit de beginselen eener redelijke konstruktie aan de algemeeneen bijzondere behoesten beandwoordend die het kunstwerk heeft te vervullenZij zullen andere zijn onder een helderen Jtaliaahschen hemel bij scherpzonlicht andere in de noordelijke luchtstreken
16 Is het opstreven meer in den puntboog en de ranke zuil der kerken dan in debouwvormen van stadspoorten stadhuizen beurzen schouwburgenkunstkabinetten enz op te merken - de schuine daken en het grover of fijnergetorente van allen geeft toch genoegzaam te kennen dat men zich wapenttegen regen en fneeuw dat men zich zorgzaam bedaakt en even zeer datmen alle verrichtingen des levens bekroond wil zien door hare opdracht aanden Schepper en Heiland der waereld in den lsquohoogen Throonrsquo Den Hemelnoemde men van ouds lsquoThroonrsquo
17 Dat wij in ons levend en groeyend vormenstelsel het afval der grieksche entomeinsche godentempels niet wenschen op te nemen spreekt wel van zelfVoor zoo ver de gr-rom vormen aanvankelijk bij de ontwikkeling van denchristelijken stijl door eene eigenaardige natuurkracht en algemeeneredelijkheid zich hebben kunnen handhaven behouden wij ze gaarne - t blijktuit vele bazementen en kapiteelen
18 Uitfluitend willen wij ook den puntboog niet hebben doorgevoerd Er kunnenaanleidingen zijn om op een minder punt van ontwikkeling te blijven staanOns behoort de geheele geschiedenis der christelijke bouwkunst van harewieg (IVe Eeuw) tot haren zwijmelflaap (1500-1810) en met hare ontwakingen de herneming van haren rang en rechten in onze dagen
Dietsche Warande Jaargang 4
179
Dedatijnsche bazilieken zoo min als de byzantijnsche en romaanscheachthoeken zijn uit ons geheugen en wij herhalen het er kan reden zijn omde lagere zoowel als de hoogere trappen der kunstontwikkeling integenwoordige gestichten te herdenken
Uit de gestelde regelen en aangegeven eigenschappen blijkt dat hetgeen menhoudt voor het wezen uit te maken der Gothiek namelijk de lsquospitsboogenrsquo en delsquotorentjensrsquo pinakels (wij zwijgen van het lsquokantwerkrsquo uit den derden stijl) niets anderszijn dan een gevolg van de beginselen die in deze kunst verwezenlijkt worden enniets meer dan enkele elementen van de talrijke waar heur vormenstelsel uit beftaatHet aangeduide noemen wij dan de Gothiek Zoucirc men het toegepast op iets
anders dan kerkbouw dezen naam niet willen geven - wij hebben er vrede meemids men erkenne dat dan de kerkgothiek eene natuurlijke en schier noodwendigeverwezenlijking is van de redelijke beginselen door ons ontwikkeldEene Gothiek die geen regels zoucirc hebben - verwerpen wij geheel Wij erkennen
eerbiedigen en zullen bij ons best handhaven niet minder dan DRIE volledigestelsels van wetten die in elkander grijpen als de cirkels op bladz 428 en 429 derlsquoD Warandersquo voor 1857 Die drie stelsels hebben elk haar talrijke formulen zijonderstellen verklaren en volledigen elkanderWij willen te midden van moderne steden geen heterogeene kerken bouwen Wij
willen in de steden opzoeken en doen uitkomen wat er redelijks oorspronkelijkschristelijks aan bouwvormen voorhanden is wij willen trachten er dit te doenaangroeyen en onder het toegevoegde zullen te Utrecht of Haarlem bij voorbeeldeenige in waarlijk utrechtsche of haarlemsche gothiek gebouwde kerken kunnenvoorkomenHet is eene dwaling dat de Renaissance-kunst meer thuis in Italieuml zoucirc zijn dan
de Gothiek De Gothiek is niets anders dan eene natuurlijke voortzetting het zij vanden stijl der oude bazilieken - het zij van den S Vitale van Ravenna - van den SMarco van Venetieuml - van de kathedralen van Pisa of Florentieuml en alle
Dietsche Warande Jaargang 4
180
andere die de revolutie van omtrent 1500 voorafgingen De tegenwoordigeSt-Pieterskerk is om geene enkele reden een waardiger Heiligdom dan de baziliekdie plaats voor haar heeft gemaakt Er bestaat voor ons niet de minste reden deRenaissance-arkaden der Opperpriesterlijke Kathedraal St Jan van Lateranenhooger te stellen dan haar gothiesch altaar en hare gothische apsis haar LUCIDAmet de vier evangelische puntboogvensters in tegendeel - in de kathedraal vanPius den Negende proklameert het ogivaal fanktuarium en de geheelepuntboogverlichting demeerderheid der Gothiek boven de Renaissance der arkadenhet minder verheven kerkdeelHoe men zoucirc moeten bouwen - indien men thands in Italieuml belangrijke
kerkgestichten te ontwerpen had sedert Titiaan bij Fra Angelico wordt achtergesteldSavonarola zijne verdedigers vindt gothische glasschilderingen in het Vatikaanworden aangebracht en de H Vader zich de beschermer der duitsche kunstrichtingbetoond heeft - is een punt van onderzoek thands niet uit te makenZiedaar hoe wij de Gothiek willenWij willen niets dan de logika zal deze bevonden worden dit en niet een ander
vormenstelsel voor nederlandsche kerken onzen tijd te vereischen - dan zal ditstelsel onze stem hebbenWij zijn voor de logika quand-mecircme
JA ALBERDINGK THIJM
Dietsche Warande Jaargang 4
181
De abdij van Rolduc
IVEenige harer oudheden
Aan den Heer Bestuurder der lsquoDietsche Warandersquo
Gij zendt mij de vertaling van het artikel over Walerams graf1 door den Heer ArnSchaepkens in den lsquoMessager des sciences historiquesrsquo uitgegeven Het zij mijgeoorloofd U eenige bedenkingen die mij bij het lezen van het opstel zijnvoorgekomen mede te deelenDat de tombe waarvan hier sprake is het stoffelijk overblijfsel van Waleram III
bedekt is wel buiten kijf daar hij de eenige der Limburgsche Hertogen geweest isdie te gelijk graaf van Luxemburg was Ook zijn Albeacuteric de Trois-fontaines PBertholet en Miraeus in zijn lsquoChronicon Belgicumrsquo blz 290 waar hij hem echterWaleram II noemt2 het daarover eens en Ernst de schrijver der lsquoHistoire duLimbourgrsquo oppert daaromtrent niet denminsten twijfel Bevreemdend is het nogthansdat de vervolger der Jaarboeken van Rolduc een kanunnik dezer abdij die ten jare1695 schreef meent dat aldaar Waleram II bekend onder den naam van Waleramden Heiden (paganus) en gestorven in 1139 begraven ligt Wel wordt er op dieplaats der annalen in nota bemerkt dat de oude stukken waaruit de schrijver putzich welligt bedriegen en dat te dezer plaatse misschien een andere Waleram rustdie namelijk in 1257 geleefd heeft
1 lsquoD Warandersquo 1857 bl 2752 Miraeus telt Waleram I niet onder de Heeren van Limburg daar hij eerst door zijne echtgenoote
in het bezit van dit land toen een graafschap gesteld werd
Dietsche Warande Jaargang 4
182
maar ook deze meening schijnt weinig gegrond zoo vervolgt de nota daar deWaleram die in 1257 leefde volgens Butkens niet voacuteoacuter 1280 gestorven is Als menhiertegen stelt het gevoelen der boven aangehaalde schrijvers en de zekerheid datde Kerk eerst in 1209 gewijd is en bijgevolg geene grafmalen bezeten heeft in deeerste helft der 12de Eeuw toen zij nog onvoltooid was dan kan men in alleovertuiging aannemen dat des Derden Walerams asch zich onder het bewustemonument bevindt Ik zeg grafmalen want begraaf-plaatsen heeft zij zeker gehadook toen daar het blijkt uit onze annalen dat Hertogin Judith er in 1151 ter aardebesteld werdDe Heer Schaepkens zegt dat men in 1689 bij de opening van Walerams
grafkelder de overblijfselen van dezen hertog vond enz Onder dezen grafkelderbehoort men echter niets anders te verstaan dan de koude aarde dengemeenzamen grafkelder van het menschelijk geslacht Immers de vervolger derJaarboeken een ooggetuige verklaart dat toen in 1687 (niet 1681) - nu zes jarengeleden zoo zegt hij - de steenen vloer der kerk gelegd werd het grafmaal vooreenigen tijd van zijne plaats genomen werd dat men op bevel van den abtonderzocht heeft of er onder de aarde eene kist of een kelder aanwezig was waarinhet ligchaam van den Hertog berustte maar dat zijne beenderen bloot en boven inden grond begraven lagen (nuda in terra altissime defossa) Bij eene tweede openingvan het graf die in den loop der maand September dezes jaars plaats had is eronder Walerams lijksteen in t geheel niets gevonden Nu een woord over hettegenwoordige grafDe tekst onzer annalen geeft bij het jaar 1151 waar de kronijkschrijver over
Waleram en diens graf spreekt door niets te verstaan dat hetzelve in 1687 zoudevernieuwd zijn geworden Ziehier Dicendum tamen ipsum (Waleramum) in hacecclesia sepultum esse cujus monumentum adhuc hodie in medio illius licet abhaereticis e columnulis quibus innitebatur dejectum fuerit exstatrsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
183
Bij het jaar 16891 herhaalt de annalist ongeveer dezelfde woorden en voegt er bijdat er nieuwe steenen trappen aan den opgang tot het choor en een nieuwe vloerin de kerk gelegd werden maar zegt niets van de vernieuwing der tombe Hieruitzoude men kunnen besluiten dat deze toen niet geschied is Overigens zou devervolger der Jaarboeken indien hij het nieuwe grafmaal gekend had niet dewoorden Obiit 1226 die binnen in hetzelve staan uitgebeiteld gelezen hebben endaaruit niet besloten hebben dat zijne reeds gemelde meening over den persoondes dooden valsch was of althans zoude hij in het belangrijke werk hem doorzijne oversten opgedragen in de voortzetting der annalen niet ten minste getwijfeldhebben of misschien de man die dat jaartal had doen plaatsen niet met eenigengrondmeende dat het ligchaam vanWaleram III aldaar de verrijzenis des vleeschesverbeidde Ernst verklaart nogthans uitdrukkelijk dat het door ouderdom vervallenpraalgraf in 1689 vernieuwd werd en dat er een ander beeld van gelijkegelaatstrekken en van dezelfde grootte geplaatst werd Wie er nu gelijk heeftNikolaas Heyendahl die zes jaren na de opening van het graf schreef en bij gevolgals een ooggetuige kan beschouwd worden een man die korten tijd daarna tot abtvan Rolduc benoemd werd en tot 1733 leefde of de allezins waarheidlievendedoor- en omzigtige Ernst oud-kanunnik derzelfde abdij gestorven 11 Dec 1817wij weten het niet Is de tegenwoordige steen misschien eenige jaren later dan 1689vervaardigd en heeft Ernst bij gebrek aan nadere juistere inlichtingen gemeenddat zulks bij de opening van t graf geschied is Salvo meliore dunkt het ons zooZeker is het de oude steen niet meerDe Heer Schaepkens bevestigt verder dat het eerste beeld van Waleram uit
zandsteen gehouwen was Waarop hij deze meening grondt is ons onbekend Inde Jaarboeken en in de geschiedenis van Ernst wordt er geen woord van gezegdMi-
1 Bij 1687 is er in t geheel geen sprake van
Dietsche Warande Jaargang 4
184
raeus die in 1640 overleden is en dus het oude beeld nog heeft kunnen zien zegtin zijn lsquoChronicon Belgicumrsquo ter plaatse waar hij van onzen Waleram gewaagt lsquoubi(Rodae) hoc ejus (Walerami) epitaphium MARMORI inscriptum legi et exscripsirsquo Ofdeze geschiedschrijver door marmor ook zandsteen heeft kunnen verstaan wetenwij niet maar het schijnt ons hoogst onwaarschijnlijk dat de rand waarin het opschriftuitgebeiteld was van hardsteen of marmer zoude geweest zijn en het beeld zelfvan zandsteen Overigens is er alhier nog een brok hardsteen aanwezig dat naaralle waarschijnlijkheid een gedeelte der bazis van het oude monument is Opnevengaande teekening verbeeldt de figuur ABDC de rest van dit eerbiedwaardigstuk de lijn ab de doorsnede van het lijstwerk de lijn CE de breedte van hetverbroken geheel die een weinig grooter is dan die van het tegenwoordig beeldde rand er af gerekend Als men nu veronderstclt dat er vier zuiltjes op de geheelelengte geweest zijn dan komt men tot iets meacuteeacuter dan de lengte van het nieuwe beeldwederom zonder rand Het lijstwerk en het bazement der afgebroken zuiltjes zijnvolmaakt in harmonie met den stijl der kerk De platten die zich tusschen debazementen en boven het lijstwerk bevinden zijn gaaf een bewijs dat er niets opgeplaatst was maar zonder de minste inschrift of versieringMeenen wij nu met regt dat op dezen steen weleer de pijlertjes stonden die
Walerams beeld droegen dit te beoordeelen laten wij over aan mannen die meerin de geheimen der kunst zijn ingewijd dan een nieuweling zooals schrijver dezerregelsTen slotte deel ik u nog een paar aardigheidjes mede die voor ons van het
hoogste en voor den lezer der lsquoWarandersquo niet zonder belang zijn No 1 is deteekening van het afdruksel eens zegels van Erpo 6den abt van Rolduc en No 2 dievan het oude zegel der kerkErpo een geboren Maastrichtenaar werd in 1141 tot abt gekozen en bekleedde
deze waardigheid nog in 1178 zijn doodsjaar is onbekend Van hoe grooteverdiensten d ema n
Dietsche Warande Jaargang 4
184
Dietsche Warande Jaargang 4
185
was blijkt hieruit alleen dat hij door den Bisschop van Luik als geestelijke Vaderaan den H Gerlach (ook nog eene interessante figuur) uit den lande van Valkenburgwerd aangewezenHet originaal dezer teekening behoort tot de archieven van Rolduc en is gehecht
aan een pergament waarbij Erpo de schenking van eenige goederen te Lincenichgelegen aanvaardt Dit stuk draagt geen jaartal maar men mag met alle regtveronderstellen dat het zegel zelf van de eerste helft der 12de eeuw dagteekentdaar toch de abt zijn zegel niet lang na de aanvaarding van zijnen post in 1141heeft laten vervaardigen Het stelt een geestelijken persoon ten halven lijve voorwaarschijnlijk den abt zelven Hij draagt eene kap die op de borst met eene kramis vast gemaakt op het hoofd een kaproen in de linkerhand het evangelieboek enin de regter den kromstaf die tot in den rand van het omschrift uitsteekt Hetomschrift Erpo abbas Rodensis welks begin en einde boven t hoofd van denprelaat door een kruisje gescheiden zijn alsook de geheele figuur zijn klaaruitgedrukt en goed behouden hoewel het was door zijn verouderden tint zeeenigzins zwak doet uitkomenHet tweede eveneens naar het originaal in onze archieven berustend is gehecht
aan een pergament waarin de kanunnikken der abdij Rolduc den nieuwgekozenabt Mathias Stralen voorstellen aan het kapittel van Sint Lambert te Luik Het stukwaaraan het afdruksel gehecht is draagt het jaartal 1600 maar het zegel zelf isvoorzeker veel ouder en schijnt tot de 13e of 14e eeuw te behooren Het originaalonzer teekening is in groen was en stelt de boodschap des Engels Gabrieumll aanMaria den titel onzer kerk voor De engel laat den regter vleugel neecircrhangen terwijlde linker puntig tot in het randschrift uitschiet De wijsvinger zijner regterhand steektlang en smal opwaarts als van iemand die een gewigtige zaak kond doet zijnelinkerhand draagt een spreukband bandrol met de woorden Ave Mar(ia) Schuinsboven t hoofd des aartsengels staat heet afgezonderd een gelijkarmig uit
Dietsche Warande Jaargang 4
186
negen punten bestaande kruisje1 hij is bekleed met eene tunica en eenen mantelEen rijzig pijlertje met een bloemfinaal bekroond2 deelt het zegelveld in twee
kompartimenten waarvan het tweede de H Maagd verbeeldt die in staandehouding de boodschap des engels aanhoort De linkerhand drukt zij tegen t lijf omde ruime gewaden op te gorden en om een onkennelijk voorwerp misschien eenboek vast te houden hare regterhand omklammert in t midden een langenspreukband met de woorden Ecce ancila Dni Om het hoofd der moedermaagd ligteen sluijer die tot even over de schouderenneecircrvalt Beide figuren dragen delichtkroon (nimbus) De houding der H Maagd heeft de uitdrukking der nederigheiden der ingetogenheid die des engels is fier en verheven Het omschrift is op sommigeplaatsen verbroken maar men kan nog genoegzaam vermoeden wat er gestaanheeft Secclesie sce Marie sciq Gabrielis in (de) Rode dat is Sigillum ecclesiaesanctae Mariae sanctique Gabrielis in (de) Rode (zegel der kerk van de H Mariaen van St Gabriel te Rode)Ziedaar Mijnheer de Redakteur wat ik u voort oogenblik kan mededeelen Edoch
ik denk dat wij nog wel eens op onze oude eerbiedwaardige abdij te rug komenwij bezitten nog menig pergament nog menig zegel-afdruksel in onze archievenen nogmenige legende in onze annalen die den lezer der lsquoWarandersquo welkom zoudenzijn Ten bekwamen tijde zullen wij er gebruik van maken Vaarwel
W EVERTS
Rolduc op Sint-Geertruides avond 1858
1 Dit kruisjen ontmoet men in de XVe Eeuw op het hoofd van vele EngelenATH
2 Het komt mij onmiskenbaar voor dat dit in opmerklijken vorm de bloeyende Jesses roedeis die wij in de voorstellingen der XVe Eeuw geregeld door een bloeyende leliestang vindenuitgedruktATH
Dietsche Warande Jaargang 4
187
Naschrift
Bij het overlezen van het artikel des Heeren Schaepkens en der slotnoot van UMijnheer de Bestuurder der lsquoWarandersquo kan ik niet nalaten op te merken dat demilde gift die Gij van de bekende kunstliefde onzes geeumlerbiedigden Konings durftverwachten des te beter geplaatst zou zijn daar Z Maj Willem III niet slechts eenOPVOLGER maar een ware AFSTAMMELING is van den limburgschen held en dat welvolgends de onderstaande opgave in twee linieumln Mochten er in onze geslachtslijstonnaauwkeurigheden worden gevonden dan verzoeken wij vriendelijk dat onsdaarvan mededeeling geschiedeWE
1)2)3)4)5)6)7)
1) Butkens II 323 - Ernst lsquoHist d Limbourgrsquo V 242 en seqq2) Ernst ib III 4143) Butkens I 632 - lsquoMonuments pour servir agrave lHist d prov d Namur etc par de Reiffenbergrsquo
I 7844) Butkens I 642 - Moreri art lsquoNassaursquo5) Butkens I 449 II 163 - Moreri art lsquoSalmrsquo6) Butkens II 827) Ib 83
Dietsche Warande Jaargang 4
188
Ten-toon-stelling van Oudheden te Amsterdam in 1858Xe brief van Pauwels Foreestier1aan den Bestuurder der lsquoD Warandersquo
Buiksloot voorzomer 1858
Amice
Gij vraagt mij eene beschouwing over de Ten-toon-stelling van lsquovoorwerpen uitvroegeren tijdrsquo dezer dagen in de lsquostad uwer inwoningrsquo op lsquoArtirsquo geopend Vriendzoucirc dat geen water in de zee dragen zijn - en dan nog wel ten verzoeke van iemantdie zelf aan de bron zit - Moet ik die zoowel als gij meer dan eens eene stemverheven heb tegen het gevaar vanmuzeuumlms en ten-toon-stellingen dan de officieumleleverslaggever van alle onder uw bereik komende verschijnsels van dien aard zijn- Wat zal ik er bovendien dit maal van maken Bizondere omstandigheden staander lsquoArtirsquo-vaarte van Pauwels Foreestier en Compagnie in den weg en die compagniegaf wel den bouquet aan den kritischen dronk dien ik u placht over te reiken Zalik agrave-propos der toevallige wanverhouding van het getal lsquovoorwerpenrsquo in lsquoArtirsquo uitdeacuteze en uit geacutene Eeuwen met anderen spreken over het interesfante om daar onzegantsche geschiedenis zoo treffend vertegenwoordigd te zien Zal ik ter gelegenheidder lsquokunstrsquo voorwerpen mijn vaderland gelukwenschen dat het zulke voortreflijkeportretschilders als de vervaardigers van No 1774 en No 1786 gehad heeft - mannenwier namen men niet eens kent
1 Zie lsquoD Warandersquo I bl 39 162 II bl 506 III bl 85 IV bl 108
Dietsche Warande Jaargang 4
189
terwijl zich de namen in de katalogen onzer lsquostedelijkersquo en doorloopendeTen-toon-stellingen plegen te verdringen Zal ik - als de rest - van het genoegenophalen dat er in gelegen is met die lsquolang verloopen tijdenrsquo te verkeeren als broecircren makker terwijl ieder-een zich ondertusschen niet zoo spoedig met die lsquokfeenschersquowerpballen en pijlspitsen gefamiliarizeerd voelt als onze HOFDIJK en menig wil hijoprecht zijn ondanks de loffelijke pogingen der kommisfieheeren zal moetenerkennen dat met uitzondering van schrijf- druk- en muntwerk de voorwerpen uitvroeger (christen) tijd dan 1500 hier uiterst dun gezaaid zijn Neen laat mij lieverterwijl we in de lsquoWarandersquo aanteekening houden van het uitmuntend verschijnselder Ten-toon-stelling van al deze voorwerpen terwijl we de zalen doorloopen onsverheugen in de verveelvoudiging van ons levenlsquoDe verveelvoudiging van uw leven Foreestierrsquo zeide de Heer KIRGHBIJL die
achter mij stond terwijl ik de vermoeide bril op mijn voorhoofd geschoven hebbendepruttelend in mijn gekokerden kataloog met den hoed in de andere hand langs aldie lsquopronkkastenrsquo en wapentuigen dwaalde en mij bezon over het artikel lsquoDieuitdrukking Foreestier zoucirc meer in mijn ldquozwarten tijdrdquo thuis behooren - toen iknaar men zeicircde zoo duister schreef - dan in uw klare herfstrsquoZoo Mijnheer Ke Ten Dam hoe vaar jersquo men weet met zulke dubbelnamers
nooit of men ze Steeland of Nolet moet noemen - behalven wanneer zeburgemeester zijn en ze teekenen lsquov VOLLENHOVENrsquo Hoe vaar je neacuteen datis niet kwalijk verstaanbaar - daargelaten of het goede verstaanders zijn geweestdie u in the days of yore toen je nog optrad as a bard duisterheid verwetenVin-je oacuteok niet - maar laten wij als je er niet tegen hebt een beetjen op No 725 delsquoBank der Hoogheemraden van de Diemermeerrsquo gaan zitten vin-je oacuteok niet datde netjens afgeteekende tijdvakken onzer geschiedenis als zoo vele spiegels zijndie ons omgeven en waar men zich-zelven verveelvoudigd in te-rugzietrsquo - lsquoZoo inde fmaak van het boudoir dier Markgravin
Dietsche Warande Jaargang 4
190
Sibylla meen ikrsquo andwoordde KIRGHBIJL lsquowier kasteel La Favorite men bij tbezoeken van Baden nimmer nalaat te gaan zienrsquo - lsquoTheo wil het weecircr op demooye delfsche schotels brengen ingericht als boerenkoolen als hammen alspasteyen en wat dies meer zij zoo als er ginds eenige exemplaren van staanrsquozeide KIRGHBIJLS jongste zuster die over de lsquoHeemradenbankrsquo heen kwam leunenlsquoHij heeft ons altijd met ingenomenheid van dat mooye tafelgarnituur dier coquettePrinces gesprokenrsquo - lsquoInderdaad ik heb dat oacuteok in de kelders van t kasteel gezienrsquozeide ik lsquoen ik beken dat het mijn hollandsch hart goed deed zoowel als deherinnering toen ik hier iets dergelijks te-rug-vond ja wel ja wel Die Princes hadpleizier in een kamertjen waarvan de vier wanden bekleed waren met spiegelswaarvan de vier hoeken waren afgesneden en plaats hadden gemaakt voor spiegelswaar de hoeken langs de zoldering almede achter spiegelende ruiten verborgenwaren Iets dergelijks ondervind ik ook hier Ik leef in het humoristieschlansknechten-tijdperk als ik op den rand der argloze legerstede van Marten vanRossem ga zitten (No 646) het verwondert mij een beetjen later niemendal datgij flinke Reael minnedichter en OI bewindhebber in deze knappe weecircuw (No
1779) zin hebt gekregen al is Hooft door een flecht portret van Sandrartvertegenwoordigd - van zijn tijd en kring wordt mij veel goeds verhaald door dendiepzinnigen gevoeligen en vernuftigen Vondelrsquo - lsquoVindt U dat portret (No 1815)oacuteok zoo mooirsquo zeide KIRGHBIJL lsquoik verzeker je als ik een keus op dezeten-toon-stelling doen mocht - ik ontzette Mr J van Lennep van zijn heerlijken PhilipKoning Dat moacuteet Vondel zijnrsquo - lsquoJa eerder dan dit Anna Maria Schuermansrsquozeide ik op het groote kniestuk No 1811 wijzende mij dunkt dit wordt al te zeerdoor de portrettjens daaronder en door dat in de kast der kostbaarhedentegengesprokenrsquo - lsquoJa maar is het niet in een anderen leeftijd geschilderdrsquo vroegJufv KIRGHBIJL lsquoDaar mag inderdaad een jaar of 14 16 tusschen liggen Mejufferrsquoandwoordde ik lsquomaar mij dunkt die kloeke frissche meid
Dietsche Warande Jaargang 4
191
daar in die groote lijst zal toch al licht een 25 jaartjens tellen Anna Maria werdvolgends Dr Schotel geboren in 1607 we zijn hier dus in het jaar 1632 ja als ikweacutel reken stelde dit doek eene matrone voor van 50jarige leeftijd dan zoucirc dekleeding mij niet te vroeg voorkomen nu twijfel ik echter of deze mode in 1652 doormeisjens van 25 jaar aldus gedragen werdrsquo - lsquoWaacutear vind men ookrsquo zeide KIRGHBIJLlsquoin dit groote gezicht de minste uitdrukking of aankondiging van den rijkbegaafdengeest der beroemdersquo - lsquospinnekopeumletsterrsquo vulde TERESA glimlachend aanlsquoGeloof-jij ook al aan dat praatjenrsquo zeide haar broecircr lsquoZoucirc er geen fond vanwaarheid in wezenrsquo pleitte ik lsquoZie No 1051 die ldquoRoemerrdquo levert je t bewijs dat debevallige vrouwen der XVIIe Eeuw geen zoo grooten afkeer van spinnekoppenhadden als die der XIXersquo Jufvrouw KIRGHBIJL sloeg haar katalogus op terwijl weopwandelden naar de glazen en las lsquoEen dergelijke kleinere met torren spinnenenz door Tesselschadc gegraveerdrsquo - lsquoIs er de doopceecircl bijrsquo vroeg KIRGHBIJLmaar zijn zuster hoorde den scepticismus niet want bij t bladeren in denquarto-kataloog had ze haar zakdoek laten vallen Hieruit ontstond een lichteopschudding t Was namelijk nog al vol en een bedaagd jongeling die ophooge beenen aan den arm zijner moeder door de menigte stapte zag niet zooflecht door zijne groene bril of hij had Mejufvrouw KIRGHBIJLS wapperendneusdoekjen opgemerkt misschien geroken en scharmaaide nu met zijn langearmen door de menschen heen om het verlorene op te rapen Daar liet hij zijnarme moeder voor staan daar getroostte hij zich een verschrikkelijke kleur voordaar trok i zijn zeemleecircren handschoen voor uit en met zichtbaar of hoorbaarkloppend hart bood hij breed glimlachend en achteruit schoppend dat er een tafelvan aan t dreunen floeg TERESA t gevallen voorwerp weder aan Wij kwamenzagen en riepen alle te gelijk lsquoZoacuteo Meesfen - weacutel mijnheer Meesfen is u tmijnheer Meessenrsquo - Al zijn leven - ik was de eenige Noord-Hollander niet die naarde ten-toon-stelling kwam afzakken Ook MEESSEN met moeder en
Dietsche Warande Jaargang 4
192
paraplu Laatstgemelde liet hij der goede weduwe in de gang tegen een lootjendat hij bij vergisfing in de kaartjensbus gestoken had en de andere minder goedeweduwe zijne moeder haar besten zwarten toer voacuteor hebbende bracht hem terexpozitiezaallsquoWel Meessen dag Jufvroacuteuw hoe vaar-je hoe gaat et wel hoe bevalt je
de Ten-toon-stellingrsquo vroeg de Heer KIRGHBIJL MEESSEN zag Jufvrouw TERESAsteelswijze aan en zeide lsquoHeeft uwee die rieten stoel met ebbenhouten zittingNo 716 wel gezienrsquo - lsquoUmeent eacuteen van deze antieke stoelenrsquo zeide Jufvr KIRGHBIJLlsquomij dunkt van jarsquo - lsquoZoucirc uwe wel zinnigheid hebben in die stoelrsquo ging MEESSENverlegen voort KIRGHBIJL en ik keken elkander aan lsquoWaar wil je heen mijn waardeMijnheer Meessenrsquo zeide TERESA Dit floeg MEESSEN uit het veld hij sloop naarmij heen en zeide lsquoWeet-je Foreestier ik ben met den eigenaar van No 716 bekendeenen meneer Handelaar en docht dat het nog al aardig zoucirc wezen om datik hem voor een prijsjen krijgen kan dat het niet onaardig wasrsquo - lsquoJufvrouwTheacuteregravese zoon praezidialen zetel cadeau te makenrsquo vulde ik aan lsquoJa weet je ikben heel wel met die meneer Handelaar en de ldquoouwe vrouwrdquo natuurlijk heeft daarniet van te wetenrsquo - lsquoMaacutear Meessenrsquo sprak ik lsquogeef de Jufvrouw als je haar ietswilt aanbieden liever een of ander voorwerp van zilver of ivoor -rsquo MEESSEN kreegweecircr een hooge kleur lsquoDaar is met jou geen land te bezeilenrsquo sprak hij lsquoweet iknou of die dingen te koop zijnrsquo - lsquoDat kun-je aan de sterretjens zien MeesfenrsquoIntusschen bewonderde zijn lsquoouwe vrouwrsquo de fnuifdoos van den grooten FRITS Debroeder en zuster KIRGHBIJL troonden haar vervolgends meecirc naar de miniaturenvan Hare MajesteitlsquoZoucirc dat eene op zich-zelve staande kollektie wezenrsquo vroeg KIRGHBIJL mij lsquoIk
geloof wel dat de Koningin er nog meerdere heeftrsquo zeicirc ik lsquowant osschoon er al vrijaardige kontrasten tusschen Charles IX en William III tusschen Cromwell en KarelI tusschen Feacutenelon en Richelieu (ten katalogusfe vermeld) zijn op te
Dietsche Warande Jaargang 4
193
merken is de verzameling-zelve toch gewis veel rijkerrsquo - lsquoDe Koningin schijnt eenbuitengewoon ontwikkelde en toch hoogst beminnelijke vrouw te zijnrsquo zeideTERESA - lsquoDat weet Trees weecircr uit de krantenrsquo zeide KIRGHBIJL lsquoIk vraag je welexkuusrsquo andwoordde de zuster met een bestraffend lachjen lsquodat kan men hoorenuit den mond van wie ook maar eacuteen half uur in Haar gezelschap doorgebrachthebben en wat het standpunt van beschaving betreft daarvan kunnen debewaarders en de habitueacutes van de Koninklijke Bibliotheek je verhalen te oordeelennaar de ferieumluze hollandsche en zelfs oud-hollandsche boeken die de Koninginleest Ik weet uit een goede bron dat er geen Vorstin in Europa is die de taal vanhaar volk beter spreekt dan Zijrsquo - lsquoZeg liever dat de Koningin voortreffelijk Hollandschspreektrsquo andwoordde KIRGHBIJL en dat zij een hart heeft voor het volk en wel hetmeest voor het ongelukkigste gedeelte des volks - want anders zusjen zoucirc je eerstmoeten bewijzen dat er eene eer in gelegen is beter Hollandsch te spreken dande jonge Princes van Hohenzollern-Sigmaringen Portugeeschrsquo - lsquoIk verbeel-medat er dat inderdaad wel in gelegen zal zijnrsquo zeide TERESA lsquoin de duitsche familiedie je noemt hebben de kinderen zulk eene uitstekende opvoeding gekregen datstellig eene aanstaande Koningin van Portugal onder hen niet zal nagelaten hebbenzich in de taal van dat land te bekwamen In ieder geval zal t wel geacuteen geringelof wezen te zeggen dat Sophia beter Neecircrlandsch spreekt dan Eugeacutenie FranschofrsquoWe stonden voor No 1843 lsquoG Berkheyde Gezigt op de Heerengracht tusschen
de Leidschestraat en Spiegelgrachtrsquo MEESSEN haastte zich zijn katalogus op teflaan wij deden de onzen toe en zagen hem luisterend aan De goede jongenmoestwel nolens volens aan t deklameeren Eerst zette hij echter zijn bril af lsquoZiezoo nuherkennen we je weecircr Meesfen - Ik heb je al willen vragen hoe kom-je aan diegroene brilrsquo - lsquoOch hij is nog van een oudoom van mersquo zeide hij lsquoen ze haddenme geraden voor de reuk van
Dietsche Warande Jaargang 4
194
de wallenrsquo fluisterde hij lsquoSjuuutrsquo floot ik hem den mond Daarop ving hij metVONDEL aan
lsquoBerckheide maelt de HeeregrachtNaer t leven waerdig om te aenschouwenKoop schilderkonst vermij het bouwenWaerom - t is fransche middernacht
Dus wacht op eenen heldren morgenIn huisbouw steken moeite en zorgenrsquo
- lsquoBravorsquo riepen wij lsquoDat slaat op de fransche tijdrsquo zeide MEESSEN lsquoJarsquo andwoorddeKIRGHBIJL lsquode fransche tijd van Louis XIV die misschien ruim zoo erg was als dievan Pieter Paulusrsquo - lsquoVoor Hollandrsquo zeide ik lsquoje ne sais in ieder geval vergapenwij ons niet aan den luister der groote monarchie Laten we ons gelukkig rekenendat thands in Frankrijk en door den eersten waereldlijken Vorst van Europa eenvoorbeeld aan onze natie gegeven wordt van de erkenning van verdiensten diehier misschien nooit genoeg gehuldigd zijn maar rekenen wij t vrij met Vondelldquomiddernachtrdquo telken keer als de fransche nationaliteit ons nog altijd pittig enzich-zelf-bewust Hollandsch zoucirc trachten te overvleugelenrsquo MEESSEN had zijn brilweder opgezet en stikte een vervaarlijken geeuw in de geboorte lsquoVin-je t hier nietpleizierig meneer Meessenrsquo vroeg KIRGHBIJL lsquoOch jarsquo zeicirc MEESSEN lsquodie fabelsen geweeren en al dat spul vind ik heel aardig ik houcirc ontzaglijk veel van mooi gouden zilverwerk ook en ook van schilderijtjens - daar ben ik ook een groot liefhebbervan maar andersrsquo - Welnu maar andersrsquo - lsquoIk docht dat oudheden er heel watvreemder uit zouden zienrsquo - lsquoHeersquo sprak ik lsquoMeessen heb je dan bij je thuis nogal veel van die ballen wiggen speerpunten en dergelijken uit het ldquosteenen tijdperkrdquorsquo- lsquoNeenrsquo zei MEESSEN lsquomaar wel zoon groote boerenkast en zoon paar stoelenen van die kannetjens en bekers heeft moeder er ook nog een heele partij in deglazekast staanrsquo - lsquoJa me man zaliger had van zijn grootouders nog een boecircl vandie ouwe stevige zaken bewaardrsquo zeicirc Jufvr MEESSEN lsquoen daarom is het Gerret zoovreemd niet en beklaagde hij t geld haast - dat hij hier gekomen wasrsquo -
Dietsche Warande Jaargang 4
195
lsquoHae moeder dat das nie waarrsquo zei MEESSEN een blik op TERESA slaande lsquoeenquartje een quartje wat kan mijn dat quartje schelenrsquo - lsquoZoorsquo zeide Jufv MEESSENstreng lsquodie niet op een duit ziet zal nooit een Heer van een gulden wordenrsquo - lsquoDatben ik alrsquo bromde MEESSEN lsquoIs u al eens hiernaast geweestrsquo vroeg KIRGHBIJL omden twist te slechten lsquoIn de andere kamerrsquo vroeg zij lsquowel zekerrsquo - lsquoNeen ik bedoelin dat kleine kamertjenrsquo - lsquoEen klein kamertjen neen hee Gerrit dat moeten wereis gaan opnemenrsquo en zij nam haar zoons hand onder den arm en troonde dengoeden groenen brilleman meecirclsquoHij heeft gelijkrsquo zeicirc ik tot mijn vrienden lsquomaar dat is juist wat ik mooi in deze
ten-toon-stelling vind Ver het grootste gedeelte der stukken kunnen gelijk ze zijnook nu nog perfekt gebruikt en des noods nagebootst worden zelfs de schilderijenbijv die schoone portrettjens lsquoDoor of als Holbeinrsquo No 1817 1818 de GrafleggingNo 1836 en zelfs de lieve gedachte op No 1772 Ik bewonder zeer dezeldzaamheden - bijv dat heerlijk tapijt met het beleg van Leiden - maar het liefsteis mij in deze zalen de lieflijk gezellige toon die er heerscht het uitlokkende dierharmonische kleuren en lijnen En het algemeener waardeeren daarvan hoop ikdat de vrucht van zoodanige expozities moog wezen Spreek menschen die eengoed natuurlijk gevoel hebben anderen die hoog in aesthetische ontwikkelingstaan beiden zullen u moeten bekennen dat het liefste op deze ten-toon-stellinghun niet is die lsquochineesche appelrsquo (No 925) die dubbelde opengewerkte kan dieflesch met haar lsquogeblazen tafel en stoelenrsquo No 1087 en wat dies meer zij - maarhet LEVEN dat u uit het ensemble tegenademt een ensemble reeds verkregen bijzoon overvloed van voorwerpen en dat nog sterker spreken zoucirc bij matiger voorraadvan bestanddeelen Zie die Meessen vindt het hier ordinair om dat hij t zoo gewoonis maar dat ordinaire herop te wekken dat moet ons streven zijn Stovenpijpenladen lepelrekken aanrichttafels en al dergelijken weecircr te bezielen en metzoo veel
Dietsche Warande Jaargang 4
196
vlijt en liefde te bearbeiden als onze bedaarde en kunstrijke vaderen dit plachtenDat zoucirc de schoonste vrucht wezen die zulk een ten-toon-stelling kon afwerpenDat net eenvoudig en goedkoop vercieren der levensvormen - daar zijn we de klusgeheel van kwijtlsquoIk ben een groot minnaar van de historie - maar t is vooral 1o om mij als mensch
onder andere formen ieder oogenblik te-rug te vinden 2o om uit het verledene meeren meer het tegenwoordige en de toekomst te leeren kennenrsquo - lsquoIn zonderheidook om te helpen waar ge kunt die toekomst te helpen makenrsquo zeide KIRGHBIJLlsquoOch wat zoucirc een eenvoudig burger van Buiksloot daartoe vermogen Men zegtde pers vermag veel maar dan moet men eerst het talent hebben die pers inbeweging te brengen en dat wel met genoegzaam fracas om de aandacht tetrekkenrsquo - lsquoMet genoegzame degelijkheid om de aandacht te boeyenrsquo verbeterdeKIRGHBIJL lsquoNu jarsquo - lsquoNu ja dan zal daaruit volgen ging hij voort lsquodat zij die metkennis over het verledene spreken en met toepasfing op toekomstige behoeftenhet zij ze minder of meer praesteeren toch vrucht van hun werk zullen inoogstenof althands mogen vertrouwen dat die vrucht eenmaal geoogst zal wordenrsquo - lsquoIsde katalogus nog al met kennis opgesteldrsquo vroeg TERESA lsquoVraag dat aan mijnheerForeestierrsquo zeide de Heer K met een beleefde hoofdbuiging lsquoIk zal mij welwachten na zulk een wenk een oordeel uit te brengenrsquo zeide ik lsquoMaar ik heb geziendat de kommisfie veel meer moeite heeft gedaan om de tijd der voorwerpen tebepalen en de wenk in de lsquoD Warandersquo eenmaal gegeven schijnt dus juist geweestte zijn ook worden er in zonderheid op de artikelen Email en Aardewerk uitleggingenverstrekt die van veel nut zijn Ik moet zeggen dat de Kommisfie zich in t algemeengoed van hare taak gekweten heeft1 Vindt U oacuteok
1 Enkele opgemerkte feilen geve ik hier opBl 3 No 51 lsquodrinētrsquo en lsquoschinētrsquo moet stellig opgelost worden lsquodrincktrsquo en lsquoschincktrsquo nooitheeft men drincet en schincet geschreven en de enkele e voor de t was in de XVIe E genoegbuiten gebruik om hieruit te kunnen verklaren dat men met een streepjen het gemis der kwilde vergoedenBl 19 No 308 Hier had bij mogen staan dat Balthazar Caspar en Melchior de namen derDrie Koningen zijnLees voor lsquopokalenrsquo lsquobokalenrsquo passim t Woord is immers βαύκαλιςOp bl 60 had men bij No 1834 mogen aanteekenen dat schoon de Kanunnik PETRUSRUYTHER de schenker der schilderij eerst in 1601 mag gestorven zijn - de schilderij stelligeene goede eeuw ouder is ook is blijkbaar de onderste regel van het Latijn overgeschilderden herschreven gewordenEindelijk het groote gebrek van nommers vaak bij die zaken welke t meest toelichtingvereischen flechts eenigermate in het 2e deel van den kataloog vergoedATH
Dietsche Warande Jaargang 4
197
niet Jufvrouw Teresa dat de zaken met fmaak geschikt zijn en in t algemeen beterbezien kunnen worden dan op de vorige Ten toon-stelling in lsquoArtirsquo Het streven omzoo veel mogelijk de zaken in het verband tot haar gebruik te brengen en op deplaats te zetten die ze in t leven hebben bekleed bewijst wel dat men het met onsvoacuteor het leven en tegen de muzeuumlms opneemt In een muzeuumlm zooveel mogelijkhet muzeuumlmachtige buiten te fluiten - dat zoucirc ook mijn lieshebberij wezen Zoo veelmogelijk h e t o u d e v e r b a n d - dat is het geheim der inwerking en de fleutel derbeteekenis van de oude zaken met onzen romantischen zin beginnen we datGoddank te begrijpen en daarom zijn we bij de verzamelende schikkende ennommerende lieshebbers der vorige eeuw veel vooruitrsquo - lsquoWat dunkt-je van detijdsbepaling der voorwerpenrsquo zeide KIRGHBIJL Zonder te bemerken dat hij langseen omweg mij de afgewezen vraag op nieuw voorlegde zeide ik lsquoMij dunkt datde Kommisfie in het bewustzijn dat er eene groote gaping tusschen de steenperiodeen de Louis XIV-periode bleef aan te vullen - nu en dan inftinktief een gewaagdgisfinkjen daartuacutesschen heeft geworpen en in t algemeen een neiging vertoont omde voorwerpen ouder te maken dan ze zijn - t is als de moeder die hare kleutersvoor Heeren en Jufvrouwen wil doen pasfeeren Zoo zoucirc ik bij voorbeeld dekasten 660 en 661 stellig lot om en bij 1700 brengen - in tegenstelling met 654 diestellig tot de XVIIe Eeuw behoort 651 zoucirc ik tot de XVIIe Eeuw betrekken 650daarentegen iets ouder en 649 een halve eeuw ouder schatten Om nog iets tenoemen een stoel als bijv 715 is bij mij XVIIIe
Dietsche Warande Jaargang 4
198
Eeuw - niet Pompadour of Louis XVI maar toch XVIII Eeuw de spiegel no 732 evenzeerrsquoDe Hr KIRGHBIJL lsquot Is mogelijk maar is er wel veel zekerheid in die stof te
verkrijgen Daar heb-je No 724 eene stoof Is dat geen flamboyante stijl - veecircrenmet huid en haar uit een gothische roos van het tijdperk des vervals gefneden - Destoof hoort toch in het jaar 1727 thuis - toen men van geen flamboyant of rayonnantmeer wistrsquo - lsquoZoorsquo zeide TERESA lsquomaar mag ik dan vragen - het gothischetorenontwerp voor de Nieuwe Kerk is dat geen produkt van de XVIIe EeuwrsquoHaar broecircr glimlachte lsquot Is waarrsquo zeide ik lsquoeigenlijk is dat ontwerp dan ook eene
verwezenlijkte onmogelijkheid of liever om eenvoudiger andwoord te geven Ikzoucirc bij het vergelijken van dit ontwerp bij de kerk van Amieumlns waar het heet naargevolgd te zijn allereerst en misschien uitfluitend tot de gevolgtrekking gebrachtworden dat men in de XVIIe Eeuw volstrekt geen gothiesch maken niet eensnamaken konrsquoKIRGHBIJL lsquot Is toch opmerkelijk dat ze een toren moetende bouwen in dat
anti-gothische tijdperk den wil hadden dien in den puntboogstijl op te trekkenrsquoIk lsquoMisschien was deWestertoren met zijn gestapelde klosfen niet meecircgevallen
Eere verdient in ieder geval het burgerlijk en hervormd Amsterdam dat het in deXVIIe Eeuw meer sympathie voor de Gothiek en daarmeecirc voor de kunstharmonieaan den dag leicirc dan zoo vele fransche en belgische kerkbesturen die hunneheerlijke gothische gestichten ontcierden met hunne Renaissance-jubeacutes en-preecirckstoelenrsquo- lsquoHee mijnheer Foreestierrsquo zeide TERESA lsquoagrave-propos van Renaissance moet ik
u iets vragen Op de eerste bladzij van den katalogus staat ldquoNo 10 16e Eeuw Eenvergulde beker op voetrdquo enz en daar is achter gevoegd ldquo(Renaissance stijl)rdquo - Isdit zoo veel meacuteer Renaissance-ftijl dan zoo veel honderden andere voorwerpenwaar dat niet bij staatrsquo- lsquoDe vraag bevat een zeer juiste en ondeugende kritiekrsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
199
zeicirc ik lsquowant al onderscheidt men in de XVIe Eeuw onzer noordelijker streken nogtwee stijlen - den een die zich verbindt aan het afgeloopen den anderen die zichaan het nieuwe hoofdtijdperk verbindt - t is niet minder waar dat dit laatste van hetbegin tot het eind zoowel Renaissance mag heeten als 1815-1830 Restauratie Mijdunkt alle vormen waarin de gr-romeinsche type ten grondflag ligt releveeren vande zoogenaamde gr-rom wedergeboorte en of de stijl van Franccedilois 1 ons al eenvlugge loszinnige maar beminnelijke page schijnt opgegroeid tot een gekneveldenspadassijn in de volgende Eeuw met krakende beenderen en geblankette wangenlater zich onder het Pompadour-stelsel bespannend met fatijnen broek gevuldezijden kousen en gepallieumltteerden rok om onder Lodewijk den XVIe onder eendeftiger uiterlijk met geurende smeersels en drankjens zijn versleten gestel wat opte lappen en inderdaad tot christelijke bezinning gekomen ook iets voor zijn armeziel te doen eens Renaissance - altijd Renaissance hij blijft gros Jean commedevant en de Markies van Carabas zal nooit voor een degelijken Markgraaf enDuitschen Paladijn worden genomenrsquoKIRGHBIJL lsquoWel ja - Renaissance is immers de foortnaam en Medicis Franccedilois
I 1600 Louis XIII XIV Reacutegence Louis XV Republiek zijn immers flechtsonderdrsquoDe Heer KIRGHBIJL had het woord lsquoonderdeelenrsquo nog niet uitgesproken toen wij
op eens in ons gesprek gestoord werden door een vervaarlijken flag die zich buitende zaal deed hooren Er waren nog maar weinig menschen we konden dus alspoedig onze nieuwsgierigheid voldoen en gaan kijken wat er gaande wasWat wij vonden deed ons inderdaad ontstellen wij vonden toch niets meer en
niets minder dan onzen goeden MEESSEN die zoacuteo lang aan de lsquopijnbankrsquo (No 2515)had zitten te morrelen dat hij er meecirc het onderste boven was gevallen en nuzoodanig door zijne lang bestreden en gekittelde vrees voor dit foltertuig wasovermeesterd dat hij bleek en stijf van zich-zelven lag onder meergenoemde bankZijne moeder was radeloos
Dietsche Warande Jaargang 4
200
en achtte haren lieveling reeds door Tristan lHermite in eigen persoon aangegrepentoen de livereiknecht van Arti den armen Overtijer wilde oprechten en hem aanzijne handenwringende moeder te-rug-gevenDe goede MEESSEN kwam langzamerhand weecircr tot zich-zelven lsquoIs hij er nogrsquo
stamelde hij - lsquoWie Gerretje - wie meen-jersquo vroeg het moederhart lsquoDe achtkanteboerrsquo schreide MEESSEN Wij zagen elkander aan lsquoKom Meesfen kom maarmeecirc en hier van daan t is voor menschen met zwakke zenuwen hier niet goedrsquoEn dien middag mijn vriend dineerden wij gezamendlijk bij den Heer KIRGHBIJL enMEESSEN was voor dat het desfert werd opgedragen al van zijn schrik bekomen -en stelde een fraayen feestdronk in op de Hollandsche DamesEn met dezen in den geest wil ik teffens des schrijvens een einde maken Maar
alvorens ik afscheid neem nog deze aanbeveling Gij moet eerstdaags in delsquoWarandersquo den Hr VAN DER KELLEN een pluimtjen geven die niet minder dan HOFDIJKer op uit is door zijne uitgave bij Fr Buffa en Zonen de hier voorkomende lsquooudhedenrsquonog beter ter onzer kennis te brengen dan op deze exhibitie het geval kan zijn1 Inde laatst verschenen nommers levert de Heer VAN DER KELLEN oa eene teekeningvan No 1228 den XVe-eeuwschen ciborie der Ten-toon-stelling - naar mijn oordeelmet de opgegraven kerkkroontjens (waar ik geen lsquoboomtakkenrsquo aan ontdekken kan)het belangrijkst middeleeuwsch kerkgeraad dat op lsquoArtirsquo voorkomt De Heer VANDER KELLEN mocht echter wel een beetjen meer text bij zijne etsen voegen Onderanderen is het voor de liefhebbers der ikonografie gants niet onbelangrijk derangschikking der Apostelen (want zij zijn het wel) op dien ciborie na te gaan Zeis als volgt (de Apostelen twee aan twee geschaard ouder gewoonte2)
1 Verg lsquoD Warandersquo III bl 3232 Verg een art in den lsquoTijd NHCrsquo 1857 21 Dec en vooral het Zuider portaal der Kathedraal
van Amieumlns Wanneer de middeleeuwsche kunstenaars de Apostelen paarswijze voorsteldenhadden zij zoo als men uit Durandus op zoucirc maken waarschijnlijk het dibbele gebod derliefde voor den geest Gregorius de Groote zegt in zijne Homilieumln (XVII in Ev - zie Luc X1 en verg de volg vv met Matth X 1 etc) lsquoDominus et salvator noster binos inpraedicationem difcipulos mittit quia duo funt praecepta charitatis Dei videlicet amor etproximi et minus quam inter duos charitas haberi non poteft Ecce enim binos adpraedicandum difcipulos mittit quatenus hoc nobis tacitus annuat quia qui charitatem ergaalterum non habet praedicationis officium suscipere nullatenus debetrsquoEr is op den tegenwoordigen ciborie eene ongewone volgorde op te merken Men kan zeechter aldus opvatten ter rechter hand van Petrus en Paulus die in t midden staan isPhilippus en Jac minor geplaatst ter linker Thomas en Jac major aan de andere zijde staandan Mathias en Joannes in t midden en geven de rechter hand aan Matthaeus en Andraeasde linker aan Simon en Bartholomaeus Judas (Thaddaeus) gelijk men ziet heeft plaatsgemaakt voor Paulus Wat de attributen betreft - verdient opmerking dat Matthaeus geenlans noch de bijl (van Mathias) noch de winkelhaak (van Thomas) maar een zwaard heeftVerg v Radowitz lsquoIkonographie der Heiligenrsquo iv Zie over de formeering van de orde derApostelen Didron lsquoManuel diconogr chreacutetiennersquo bl 302 en volg De natuurlijkste paringschijnt wel met opoffering vanMathias Petrus en Paulus Andraeas en Jacobusmaj Joannesen Thomas Jacobus en Philippus Bartholomaeus en Matthaeus Simon en Judas(Thaddaeus)
Dietsche Warande Jaargang 4
201
PETRUS en PAULUS THOMAS en JACOBUS MATTHAEUS en ANDRAEAS fleutel - zwaardw-haak - staf zwaard - st-andr-kr MATHIAS en JOANNES SIMON en BARTHOLOMAEUSPHILIPPUS en JACOBUS bijl - beker zaag - vilmes kruisstaf - kolfNu mijn vriend nogmaals vaarwel en vergeef mij dat ik u geen doorschoten en
met noten voorzien exemplaar van den katalogus overzend
UW
PAUWELS FOREESTIER
Misschien kom ik in mijn volgende op de belangrijke zegels nog te-rug
Dietsche Warande Jaargang 4
202
Bibliografie(Uitgaven van boeken platen en muziek)
HISTOIRE DES TROUBLES RELIGIEUX DU XVIme SIEgraveCLE (lsquoDocuments pourservir a l) BOIS-LE-DUC (1566-1570) par Prosper Cuypers van Velthovenrsquo DeelI Brusfel en s Hertogenbosch 1858 - Ziedaar weder een kapitaal boekdeel vanmeer dan 600 bladzijden volgedrukt met goed verzorgde texten in de naiumleve taalder XVIe Eeuw - zoo Fransch als Dietsch (Brabantsch Geldersch en Platduitsch)- die getuigenis komen geven van de verschillende drijfveecircren welke die roerendetragoedie der XVIe Eeuw met zijne humoristische tusschenspelen bezield hebbenNiets is ons voortaan aangenamer dan het lezen van gelijktijdige oorkonden Wij
hebben in dit tijdperk der Thiersen en Lamartinen der binnen- en buitenlandscheWalter Scotts nu al zoo veel geschiedkundig genie verzwolgen dat wij voor onseen oogenblikjen tregraveve de romans historiques tregraveve dhistoires romantiseacutees roepenChronologiesch gerangschikte echte stukken - dat geeft verpoozing van al dieromantische groepeering De Heer Cuypers van Velthoven heeft door de uitgavevan dit boekdeel een kostelijk geschenk aan ons gemeenschappelijk vaderlandgedaan niet alleen voor de staats- en rechtsgeschiedenis - maar ook voor degeschiedenis der gemoedsbeweging en van de uitwendige levensformen onzervoorouders Niet alleen ontrolt zich in de aan-een-schakeling dezer 264 oorkondeneene volkomene dramatische schildering voor ons oog - maar de kleuren en lijnenwaarin hare hoofdbestanddeelen zich openbaren zijn een ware schat voor denwijsgeerigen beoefenaar onzer zoogenaamde oudheden Zoo vele brievenverhooren rekeningen - zoo vele kunsttafereelen tintelend van levenHet komt ons voor dat de Heer Cuypers van Velthoven ook de Dietsche texten
zorgvuldig gekollationeerd heeft Het doet ons echter leed dat hij de ij altoos y heeftgeschrevenZeker verlangen wij zeer naar de geschiedenis die op dezegrondflagen zal
gebouwd worden maar de grondslagen zijn ons het liefst van al Daarom betreurenwij dat de Z Eerw Deken van St Jan aan den verzamelaar heeft kunnen weigerenwat het bossche kerkarchief nog aan belangrijke grondsteenen had kunnen opleve-
Dietsche Warande Jaargang 4
203
ren1 Wij vertrouwen dat in de Eeuw van Pius IX en Pater Theiner (wiens gevoelenswij hier in het midden laten) de hoogste Kerkoverheid in Noord-Brabant hetraadplegen van archieven die drie eeuwen oud zijn niet zoucirc hebben bemoeilijktATH
lsquoNEERLANDS ROEMrsquo - Onder dezen titel zetten de Heeren LE Bosch en Zoonte Utrecht een werk op touw dat het lsquotijdvak van Frederik Hendrikrsquo zal illustreeren ineene reeks levensbeschrijvingen en afbeeldingen van zoodanige Nederlanders alsgedurende zijn stadhouderschap in onderscheiden vakken hebben uitgeblonkenDe lsquohoofdredaktiersquo wordt toegeschreven aan Mr J van Lennep Het prospektus isdan zeker door een ander lichaamsdeel der Redaktie geschreven want het wemeltvan lieux-communs van zoodanige als in het hoofd van Mr Jacob van Lennep nietlicht zouden opkomen Frederik Hendrik komt hier voor als de NederlandschePerikles Augustus lsquoMedicisfenrsquo en Lodewijk XIV De geschiedenis van het volkder Nederlanden wordt hier weder geheel tot de enge proportieumln gereduceerd derschoolboekjens van onze jeugd De wakkere Veldheer Frederik Hendrik die denRemonstranten de hand boven het hoofd hield en ondanks de dwingelandij waarvanNoord-Brabant het voorwerp werd voor de Roomschen in Holland zoo kwaad nietwas wordt hier als vertegenwoordiger van den Nederlandschen stam in het hartder XVIIe Eeuw aangenomen De groote mannen die de Heeren Bosch zullenbiografieumleren of althands typografieumleren zijn meest alle Hollanders en voor dehelft Amsterdammers Wij zijn oacuteok Amsterdammer - God dank - maar we zijn lespritde clocher en het provincialisme op wetenschappelijk en nationaal gebied nu eenmaalmoede Al die schild en vriend op zijn Neecircrlandsch uitspreekt is onze landgenootonze broeder en we laten ons in het gamma der nederlandsche tonen en kleurengeene hoofdelementen meer ontzeggen Groningen en Hazebrouck Middelburgen St Truyen Mechelen en Zwol Brugge s Hertogenbosch en Oldenzaal ze zijnzoo nederlandsch als Den Haag of Amsterdam Holland heeft lang genoeg denboventoon gevoerdWij willen den vollen regenboog onzer nederlandsche provincieumlnin zijnen luister erkend zien en hij zal ons een teeken van vrede en bondgenootschapworden De XVIIe Eeuw is zoo goed de Eeuw van onzen Rubens als van onzenRembrandt van onze Clara Eugenia Isabella als van onze Amalia Met volle rechtwillen we
1 lsquoDocumentsrsquo avant-propos bl 4
Dietsche Warande Jaargang 4
204
Vondel en Anna Maria Schurmans kunnen opnemen - en dat kan alleen gebeurenwanneer men zich op het breede NEDERLANDSCHE standpunt plaats Van Tulden enDiepenbeeck Poirters en Zeghers moeten geen Brabanders voor ons zijn maarNederlanders we moeten het voor een vijfde van de Leden onzer Tweede Kamerniet onmogelijk maken op dit werk in te teekenen Vesalius en Ortelius moeten vande onzen wezen en Rembert Dodoens ons niet ontvallen Wat de politiek verkorvenheeft moet taal letterkunde en kunst herstellen Laten wij alles opzoeken wat onzenstam verrijken en versterken kan - daacutet is vooruitgangATH
lsquoONDER DE MENSCHEN Beelden uit het leven TWEE NEVEN een verhaalrsquobeide door N Donker en uitgegeven door JH Gebhard en Cie te Amsterdam gr8vo met titelplaten - Al zijn reeds een paar jaren federt de uitgave van Donkersnovellen verloopen toch achten wij de tijd niet voorbij om ze zij t op nieuw onderde aandacht van het publiek te brengen lsquoNaicirctre avec le printemps mourir avec larosersquo moge in zekeren zin ook gelden voor de meeste bellettristische productenonzer dagen wat goed is en degelijk wat welluidt en talent verraadt het behoortallereerst zoo veel mogelijk voor de vergetelheid bewaard te worden Donker houdehet ons ten goede dat wij uit dien hoofde zijn arbeid al is het wat laat nog evenbespreken in onzeWarande Zelfs bij een herhaalde lezing - wij kunnen niet zeggendat dit met de meeste romans en novellen het geval is - wist hij ons te boeyen endit is zeker een verdienste op zich-zelf wij ontdekten er tevens nieuwe waarhedenin en hadden vaak een goedkeurend knikje over voor de juiste opvatting vanfommige levenstoestanden en voor den blik die den auteur eigen is Gezondverstand ziedaar naar ons inzien wat des schrijvers hoofdeigenschap is en hetmeerendeel der lezers is zeker ten onzent ontwikkeld genoeg om naar de stemwaaruit dat blijkt te luisterenDe eerstgenoemde bundel get lsquoOnder de Menschenrsquo geeft in twee verhalen lsquoop
het landrsquo en lsquoin de stadrsquo een goede beschouwing van de verschijnselen en vormenwaarin het maatschappelijk leven in twee zoo wijd uiteenloopende kringen zichvertoont terwijl de schets der individueumlele karakters die de schrijver opvoert opuitmuntende en zigtbare wijze de waarheid bevestigt der woorden waarmede hij heteerste verhaal befluitlsquoHet hart leeft het rijkst in de natuur het verstand rijpt het voor-
Dietsche Warande Jaargang 4
205
spoedigst in de zamenleving waar de kruifing van gedachten het levendigst waarde behoeften het menigvuldigst en de kracht om daarin te voorzien het meestontwikkeld is waar die geheimzinnige stroom dien men het leven noemt het fnelstzijne golven voortstuwt en het geduchtst in zijne wieling wel het slijk meecircvoertmaar ook de goudkorl die het bevatrsquoTwee Neven is een op zich zelf staand verhaal een roman zoo gij wilt In het
motto dat de auteur aan Longfellow ontleende is de gedachte nedergelegd die inhet fiksche boek wordt ontwikkeld
lsquoWerklijk () ernstig is het levenEn het graf is niet zijn eindpaallsquoStof gij zijt tot stof gij weerkeertrsquoWordt niet van de ziel gesprokenEvenmin genot en droefheidIs de roeping t zij ons strevenZoacuteoacute te handlen dat ons t morgenAltijd verder vindt dan t heden1)
Het in deze regels uitgesproken denkbeeld is goed vastgehouden en goeduitgewerkt lsquoHoe menigeen het leven opvat hoe men het opvatten moetrsquo zouden wijgaarne boven dezen arbeid schrijven zoo die titel niet de verdenking op het boekwierp als of het gerangschikt moest worden onder de lsquozedelijke vertoogenrsquo eenervoorgaande eeuw Neen t is iets veel beters het is een praktische degelijkelevenswijsheid in bevalligen aangenamen vorm De Eduard Bondts de Kunoosvan Wallenburg gaan onder ons en leven bij en met ons Houdt menig jongmandien spiegel voor en misschien verrigt gij een goed werk waar zegen op rusten zalDe auteur en onze lezers mogen t ons niet euvel duiden dat wij niet in verdere
deacutetails treden de ons gestelde ruimte verbiedt ons deze verhalen anders dan vlugtigte bespreken Indien wij eenmeer uitgewerkt oordeel schreven zouden wij misschienhier en daar met den auteur verschillen vooral waar het de karakters van vanHerlings in den eersten en van Kohl in den tweeden bundel betreft Ook op praktischterrein zou referent wel eens met den Heer Donker een woordje willen wisfelenMaar genoeg waar het niet aan
1) Donker is geen poeumlet Ware hij zulks hij zou de oorspronkelijke regels die wij hier achterlaten volgen beter vertaald hebben dan hij ze op den titel teruggaf
Life is real Life is earnestAnd the grave is not its goal
lsquoDust thou art to dust returnestrsquoWas not spoken of the foul
Not enjoyment and not forrowIs our destined end or way
But to act that each to-morrowFind us farther than to-day
[Hoe aangenaam zoucirc ons de proeve eener betere vertaling van de hand des bekwamenrecensents zijn geweest Zij had een bewijs voor de mogelijkheid eener betere vertalingkunnen strekkenATH]
Dietsche Warande Jaargang 4
206
iets goeds en schoons ontbreekt kunnen wij die niet par force naar iets zoeken omonze vitlust te luchten over vlekken van minder aanbelang heenstappen Nog ietsalvorens wij de pen nederleggen t Zij om den Heer Donker misschien een billijkerevenge te waarborgen van de zijde van een onzer letterkundige vrienden Eenbekend jong letterkundige gaf in der tijd in het maandschrift Gelderland (jaargang1856 elfde aflevering) een zeer gedetailleerd en naar veler meening nietonverdienstelijk opstel waarbij hij eene kritische beschouwing leverde van de lsquoTweeNevenrsquo Daarin betwijfelde deze op stelligen toon demogelijkheid van een toestandals waarin de auteur zekeren heer Altendorp een mislukt half talent en minder danmiddelmatig maar meer dan vermogend dichter plaatst die door jonge lieden vantalent niet alleen is omgeven maar in den kring van deze den toon aangeeft enzich op die wijze op een voetstuk stelt zich lsquozekeren invloed en magt weet tereserveren die wel zeker door het meerendeel van degenen met wie hij omgingals niet gepast of hem niet toekomend moest worden beschouwdrsquo Die jeugdigecriticus achtte zulk een standpunt niet flechts onhoudbaar maar ook onmogelijken hij gispte den heer Donker over de schepping dezer figuur omdat hij meendedat het jeugdige frissche talent zich ongaarne verbroedert met eene mediocriteitdie geene andere verdienste bezit dan eigenwaan en vermogen Wij zouden hemnu twee jaren later wel eens willen vragen of hij thans na de slooping van zekereletterkundige onderneming en de geboorte van een tijdschrift op welks omflag zesgoede namen voorkomen nog de figuur van Altendorp eene onmogelijke in onzehedendaagsche zamenleving en onze letterkundige wereld acht en wij meenenhem genoeg te kennen om ons overtuigd te houden dat wanneer misschien dezeopmerking hem onder de oogen komt hij zich onmiddellijk aan zijn schrijftafel zeten aan Donker een brief schrijft waarbij hij amende honorable doet en t gulwegverklaart dat hij zijne woorden van 1856 intrekt en Altendorp een gelukkiggeteekende figuur noemt waarvan hij onder zijne bekenden het origineel ontmoetteDit voor wie het aangaat Voor onze overige lezers de verzekering dat deze goed
uitgevoerde boeken eene herhaalde kennismaking overwaardig zijn voor deuitgevers de wensch dat spoedig een tweede liefst klein 8o uitgave ons bewijzenmoge dat Donkers arbeid een waardig onthaal is ten deel gevallenB
Dietsche Warande Jaargang 4
207
MengelingenBerichten wenken vragen briefwisseling
LOF VAN KONING PHILIPS IIe Molanus in zijne onuitgegeven geschiedenis vanLeuven1 spreekt den volgenden lof van Philips II lsquoPhilippus Secundus potentissimusclementisfimus pacificus et vere Catholicus HispaniarumRex et Belgicarum ditionumPrinceps unicus est inter Christiani orbis Principes Sarracenis et Haereticisformidabilis Cui Deus primum contra Francos ad St Quintinum et ad Gravelingamunde Pax est subsecuta deinde contra Mauros Turcas et Haereticos magnasconcessit victorias Adjecit eidem Regnum Lusitaniae et ejusdem Regni InsulasNos Catholici Belgae pro tanti Principis Salute victoriacirc contra hostes et longacirc vitacircquotidie ad Deum preces fundimus gratias agentes suae majestati immortalesquod nullis parcens pecuniarum Thesauris unicum inter homines salutis nostraerefugium Belgas ditiones ab Haereticorum Turcico jugocirc oppressas per selectissimammilitiam in pristinam pietatem et dignitatem Deo et sibi vindicetrsquo Lib I Cap 10EDW V EN
SYMBOLOGRAFIE - lsquoWij hebben dezer dagenrsquo zegt het turnhoutsche dagblad lsquodeKempenaerrsquo lsquoeen bezoek afgelegd in het werkhuis van den heer Peeters-Divoorthier ter stede en hebben daer een werk aenschouwd hetwelk de faem van dezenkunstenaer moet doen aengroeijen Het betreft een standbeeld van twee en halvemeters hoogte gebyteld in franschen steen bestemd om eene openbare plaets teversieren te Beveren eene bloeijende gemeente gelegen halfweg St-Nikolaes enAntwerpen Het standbeeld stelt voor de H Maegd Onbevlekt in de houding welkeZ Em de Kardinaelaertsbisschop venMechelen daeraen wenscht gegeven te ziendat is te zeggen met de handen gekruist op de borst De H Maegd treedt het serpentmet den voet en aen het halve rond () welke tot voet-
1 Zie lsquoD Warandersquo 1858 (No 1) bl 15
Dietsche Warande Jaargang 4
208
stuk dient is met veel smaek () het zinnebeeld der H Dryvuldigheid bygebragtbestaende in dry engelenhoofdjes Het geheel van dit werk levert langs alle kanteneen gunstig gezicht en zoo als wy hooger zegden zal de naem van den makerdaerdoor winnenrsquoWij hopen en vertrouwen dat zoo er hier geen sprake van een lsquoKampenaartjenrsquo
is - er ten deze niets ernstigers vertoond wordt dan een lsquoKempenaertjenrsquo van deturnhoutsche koerant Wie heeft er toch ooit van gehoord dat het halve rond datis de aarde waarop de Onbevlekt-ontvangen Maagd gesteld wordt door hetzinnebeeld der H Drievuldigheid ondersteund zoucirc moeten worden en dat dan ditzinnebeeld uit drie lsquoEngelshoofdjesrsquo bestaan zoucirc Als daacutet symbolismus is- dan lievergeacuteen symbolismusOver eene betere ikonografie der Onbevlekte Ontvangenis spreken wij eerlang
op eene andere plaats in dit tijdschriftM
BOKJENS - De lsquoVaderlandsche Letteroefeningenrsquo vangen hare elukubraties voor1858 aanmet hare lsquoblijdschap en ingenomenheidrsquo te betuigen wegends het hervattenvan lsquohare taakrsquo en vragen wijslijk lsquoverschooning voor de feilenrsquo die de lsquobekwamemannenrsquo hare medearbeiders lsquomet den besten wil begaanrsquo Te-recht onder anderenhaar heer - E - T is een literair genie van de eerste klasfe Allernaiumlefst drukt de goedeman op bl 24 zijne verwondering uit over de vier navolgingen van den lsquoStabatMaterrsquo door Dr Heye herdrukt lsquoHij die wel eens van t ldquoStabat Materrdquo heeft gehoord()rsquo zegt de heer - E - T lsquomaar daarvan noode () meer kent dan de eerste tweedrie regels vindt hier gelegenheid op onderscheidene wijze kennis te maken methet beroemde gedicht t geen wel de moeite waard is ()rsquo Och kom och kom goedeman dat meent gij niet niet of noode noode noode noode Dat noode isonbetaalbaar lsquoMais quand vous avez fait ce charmant quoiquon diersquo wist gij toenwel hoe veel geest daarin stak Blijkbaar wist gij noode of (ik geloof liever nog)ignoreert gij tot dus verre noode dat Willems reeds voor jaren TIEN nederlandschevertalingen niet minder dan tien mijn waarde en waarschijnlijk zeer decimale Heerin het licht heeft gegeven Maar t is waar Willems was maar een Vlaming - enwel de Friezen en Noord-Brabanders maar geenszins de Andwerpenaars enGentenaren behooren tot den Nederlandschen stam Aldus uw Redakteur contraDr Viotta bl 44 De lsquonoordelijke provincieumlnrsquo worden daar NB onbetaalbaarOud-Nederland genoemd Hahahaha
Dietsche Warande Jaargang 4
209
Oud-Nederland Wel ja eerst in 1815 zijn lsquos Conincx Nederlandenrsquo immers dennaam van Nederland aangewaaid Oud-Nederland namelijk het Nederland vanTromp en de Ruyter Van de oude oude Nederlanden der Burgondische enOostenrijksche Vorsten - van de mythische Nederlanden der Niebelungen dieZuid-waards door de Ardennen Noord-Westwaards door de lsquoWilde Zeersquo mogenbeschanst zijn geweest - van het eacuteene groote Dietsche Vaderland heeft dieongelukkige nooit hooren spreken Is het niet jammerlijk dat personen die allehistorische en letterkundige propcedeutiek misfen het wagen er tijdschriften op nate houden en nog wel tijdschriften die bij hun 100-jarigen leeftijd buitendien reedsonder de verdenking van min of meer kindsch te zijn gebukt gaan Och och ochwat laffe praat in die literaire kritiek - bladzijde voor bladzijde lsquot Zuiver ()Neecircrlandsch bloed gaat koken van iets ()rsquo zegt een groote anonymus lsquodat naarverontwaardiging zweemt als Bilderdijks lof zonder beperking wordt verkondigdrsquo(bl 37) Dat is eene traditie van vader IJntema De goede Warnsinck komt er bijden Heer - E - T ook al heel treurig af Het schijnt dat onze letterkundige organenvan allerlei kleuren famen hebben goedgevonden om luide te verkondigen dat deHeer Warnsinck een minder dan middelmatig dichter maar een uitmuntendfilanthroop was t Is een armzalige lof als een muzikant van een ander muzikantzegt dat deze wel een flecht muzikant maar een voortreflijk schilder is In t algemeenkan een geneesheer in de oogen van een advokaat een koopman in de oogen vaneen geneesheer een predikant in de oogen van een koopman al licht wat lofverdienen - maar is die lof wel veel waard Wij die niet tot de bewonderaars vans Heeren Warnsincks oud-nederlandsche filanthropie behooren vinden hem alsdichter volstrekt niet onverdienstelijk en hebben dikwijls met veel fucces zijn SidyMoulou (of hoe die naam geschreven worde) in letterlievende kringen hoorenvoordragen en te-recht in bloemlezingen zien opnemen Op de namen trouwenskomt het zoo precies niet aan (dit ter rechtvaardiging onzer parentheze van zooeven) PERGOLESE - de groote Pergolese - heet (waarschijnlijk om dat hij geenoud-nederlander is) bij den Heer - E - T in de lsquoLetteroefeningenrsquo let wel - PERGOUSEPERGOUSE Maar om nog een spreekwoord () aan dien lsquobekwamen manrsquo teontleenen glissons lagrave-desus - Glissons lagrave de-sus (bl 29) t is uitmuntend en tzoucirc uitmuntend zijn al ware desusmet ss gespeld Mecirc goedeman waarom spreek-jeje moeders taal niet In alle oprechtheid gij maakt noode of niet noode den indrukvan
Dietsche Warande Jaargang 4
210
een pover letteroefenaartjen - maar in allen geval ik bid u gebruik nooit wecircerlosjens wech van die fransche aardigheedtjens om een zeker gemak aan je stijlbij te zetten dat is allerwalglijkst De ezel van Lafontaine die het schoothondtjenwoucirc nadoen en zijn meester liefkozen maakt een minder lummelig figuur dan gijDie 100-jarige lsquoLetteroefeningenrsquo met hare baardeloze volschrijvers - ze zijnonuitstaanbaar Mannen-broeders waarom schrijft gij lieden geene novellen Diezijn immers altijd goed Laten die geen kost voor fijne tongen zijn Ons lsquogeeumlerdepubliekrsquo is een goedhartige flokop en verzwelgt bij gebrek van een vol-au-vent-jenof getruffeerd vogeltjen met het grootste pleizier en zonder indigestie de bakkenof bakjens kanebrood met zemelen die hem dagelijks worden voorgezet Als delsquoLetteroefeningenrsquo zich verbinden willen in t vervolg alleen Mengelwerk te leverenzullen wij ze met rust laten Ziedaar al is het wat laat onze welkomstgroet voor1858
LentemaandM
BASTAARTWOORDSPELLING - Dat er onder onze blonde novellisten graauwendejoernalisten gloeyende kontroversisten en grijze akademisten gevonden wordendie met een geestigen grimlach en een weldoordachte kursijfletter getuigen enbejammeren dat de Heer Alberdingk Thijm konzekwenzie spelt - is niets is eenevan die duizend bokkesprongen die zijne tegenstanders maken om daarmeecirc naarzij wanen de publieke opinie voor zich te winnen maar dat een man als de HeerNicolaas Beets - die en te veel literaire opleiding en te veel kunstfmaak en te veelgezond en bedaard oordeel en te grooten fond van geestigheid had om van zulkekermiskuren verdacht te kunnen worden - dat de Heer Nicolaas Beets meecirc stemtin dat geklaag zie daar wat ons verwondert en leed doet Bl 28 zijnerlsquoVerscheidenheden meest op letterkundig gebiedrsquo I zegt de Hr Beets lsquoldquoNeenrdquo zeideik ldquolaat ons de spelling daarlaten Ook ik schrijf met een goed geweten kantoor enbeschuit en kom niet tot de konzekwensie al zou de heer ALBERDINGK THYM mijdaarover een proses aandoen met een s Er is een zeker gezond verstand dat onshier leert geven en nemenrdquorsquoMen hoeft niet te vragen - aan welke zijde in de schatting van den Heer Beets
zich hier dat zekere lsquogezond verstandrsquo bevindt De Heer Beets is het die geeft enneemt met niet te spellen konze-kwensie de Heer Alberdingk Thijm speltlsquokonzekwensiersquo atqui
Dietsche Warande Jaargang 4
211
ergo Maar mijn waarde Heer Beets gij vergist u gij vergist u volkomen t Iswaar dat het gezelschap van het Utrechtsche Leesmuzeum waar gij uweverhandeling hebt voorgedragen dat de talrijke lezers uwer lsquoVerscheidenhedenrsquothands van u vernomen en zeker aangenomen hebben 1o dat de Heer AThkonzekwensie spelt 2o dat hij u voor eene betere spelling een proses zoucirc willenaandoen en 3o dat hij uit hoofde van mindere vergrijpen ruimschoots gerekendwordt alle aanspraak op het gezond verstand waarmeecirc gij bedeeld zijt verloren tehebben Maar is daarmeecirc nu bewezen -1o dat de Heer Alb Th konzekwensie spelt
2o dat hij niet weet van geven en nemen
3o dat het paste agrave-propos van dit gemis u bij wijze van tegenstelling teverheugen in uw eigen gezond verstand
Och neen Alb Th schrijft geen konZeKWensie Als men het de moeite waardrekent tegen een reus (sans comparaison) te velde te trekken - dan moest men hettoch ook de moeite waard rekenen zich eerst te overtuigen dat die reus geenwindmolen is anders loopt men gevaar vergeleken te worden bij iemant door wiensoverigens uitmuntend gezond verstand wel eens een streep liep De reus om hetbeeld voort te zetten des Hn AThs konsequentie namelijk ligt stil te fluimerentusschen de bladeren door den auteur in der tijd over de spelling uitgegeven ende konzekwensie is slechts het spookachtig kind van s Heeren Beetskonsequentievrees En niet slechts uit de boekjens expresfelijk over de spellinggeschreven had den Hr Beets kunnen blijken dat konZeKWenZie en proses in plaatsvan te stroken juist strijdt met de meeningen van den Hr Alb Th ook in voorredenenvan bellettristische schriften in maandwerken enz heeft de Hr ATh meermalen despelling van konZeKWenSie gefiffleerd en gepersifleerd t Is niet de moeite waardkennis van zijne redeneeringen te nemen maar dan is het ook niet de moeitewaard tegen hetgeen men voor zijne stellingen aanziet op te komenATh spelt konsequentie Wij loven een exemplaar der lsquoVerscheidenhedenrsquo van
den Hr Nic Beets uit voor den onmogelijken vinder of aanwijzer eener anderespelling in de schriften van den Hr ATh Een mooye premie en avant HHNavorschersWij bewijzen niet dat ATh konsequent is met hier achter eene liquida als de n
de fis- niet de zuisletter te plaatsen met hier de queelende en meer vokalische quin plaats van de kwakende kw te behouden met niet flechts de fmeltende d inbosschaadje en
Dietsche Warande Jaargang 4
212
timmeraadje te schrijven maar ook de fmeltende t in naTie en konsequenTie tehandhaven wij betoogen even min dat om het bezit der s ATh de c niet prijs wilgeven dat hij in proces de mogelijke verwantschap met woorden waar deoorspronklijk-algemeene uitspraak der c (k) nog in bewaard bleef te lief heeft omhet zij hier het zij in princes in cigaar of in welk ander woord ook de initiale c doors te doen vervangen Dat alles kunnen de liefhebbers in de boekskens van den Hr
ATh uitvoerig beredeneerd vindenSchrijft hij geen konzekwensie dan blijkt uit deze spelling ook niet dat hij van
geen geven en nemen weet Maar - en daar heb ik u Van geven en nemen - t ishelaas de noodlottige waarheid weet ATh zeer weinig allerminst opwetenschappelijk gebied Hij doet zijn best alle regelen redelijk te formuleeren endaarbij komt lsquogeven en nemenrsquo niet te pas dat is onder geen fatsoenlijke formulete brengenEn 3o doet de Hr ATh zijn best om door streng met zijn eigen leeringen in t
gericht te gaan - en geven en nemen op zij te werpen - het gezond verstand zooklaar en krachtig als mogelijk is over allen transaktiegeest en benevelde of verwardevoorstellingen te doen zegevieren want als eenmaal geven en nemen tot beginselwordt verheven - dan is het dan niet gedaan met alle eerlijkheid redelijkheidzedelijken moed en geest van konsequentieM
Dietsche Warande Jaargang 4
213
Vaderlandsche charakterschildering in onze spreekwoorden
Sedert het jaar 1845 houdt de Heer PJ Harrebomeacutee zich bezig met het verzamelender nederlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke uitdrukkingen In het jaar53 heeft hij een begin gemaakt met de geregelde uitgave van het verzamelde1Indien wij tot dus verre in de lsquoDietscheWarandersquo den arbeid des Heeren Harrebomeacuteeonbesproken lieten dan werd dit even min hierdoor veroorzaakt dat wij dien arbeidop geringen prijs zouden schatten als dat we hare vruchten vreemd zouden rekenenaan den kring onzer beschouwing en van ons bedrijf In tegendeel daar zijn in delaatste 25 jaar maar zeer weinige letterkundige verrichtingen binnen het vaderlandvoltrokken welke wij zoo zeer van harte toejuichen en waaraan wij zoo grootewaarde hechten als aan de moeitevolle famenlezing der bonte bloemen die de HeerHarrebomeacutee in zijne groote korven met zoo rijken overvloed heeft opgetast wij zijnbereid het bewijs te leveren dat de Heer Harrebomeacutee-alleen meer voor deschatkamer onzer nationale vormen gedaan heeft dan de geheele IIe en IVe klasfevan wijlen het Koninklijk Instituut te zamen en wel verre van te meenen dat we bijde gedwongen uitfluiting van ons gebied der nederlandsche staatsgeschiedenisen onzer grammatische taalkunde als bizondere wetenschappen over eene stoffeals de spreekwoordenliteratuur niet zouden mogen han-
1 Onder den titel lsquoSpreekwoordenboek der Nederlandsche Taal of Verzameling vanNederlandsche Spreekwoorden en spreekwoordelijke Uitdrukkingen van vroegeren en laterentijd door PJ Harrebomeacutee Lid vdMd Ned Letterk te Leiden Utrecht Kemink amp ZoonrsquoVerschijnt in afl lv 3 vel agrave 25 Cts
Dietsche Warande Jaargang 4
214
delen - wenschen wij ons recht te handhaven om de taal waar zij niet als konstruktiefgeheel optreedt gekroond met den doktorshoed - maar als eene Koninginschitterend van kleur- en vormenrijke steenen die als eene andere Ste Ursulatalrijke vertegenwoordigers van verschillende maatschappelijke elementen onderharen damasten mantel huift - in onze lsquoWarandersquo welkom te heeten en naar waardete vieren Zij die met ons eacuteene lijn in de kunstleer trekken beminnen met al dewarmte van zielen welke zich op een betrekkelijk klein getal voorwerpenkoncentreeren mogen DE VORMEN waarin zich de verscheidenheid des volkslevenshet krachtigst openbaart zij beminnen de kerken en stadhuizen de kermisfen hetvolksgezang de kleederdracht het volksgebaar de legende het sprookjen hetbijgeloof het zij der stranden veldhut het zij der kinderkamer ja de nationalekeukenkunstgreepen die de schotels inrichten naar de zintuiglijke en naar deaesthetische fmaak van de huismoeder Zij beminnen het vernuft de nagedachteden glimlach de zelfvoldoening waarmeecirc alle persoonlijkheden wetends ofonwetends iets van het nationale maar gewijzigd maar subjektief verbeterd in zichopnemen zij beminnen de boerinnenkap de vogelkooi het narrentuig de bierkande beschuittrommel den verscheiden aanleg van lust- en bouwhoven de dialektender verschillende Nederlanders hunne idiotismen hunne duizendvormigekunsttermen hunne spreuken SPREEKWOORDEN vooroordeelen dwaashedenDeze onze betuiging het is waar behoort wel eenigszins met het oordeel desonderscheids verstaan te worden Wij verzaken bij die liefde der vormen onzeeerste beginselen niet Wat flecht is is flecht wat in het flechte zondig is moet uitdezen hoofde ook al heeft het goede hoedanigheden verworpen worden Alsgrofheid en dwaasheid dermate den boventoon voert dat alle harmonie er doorverwoest wordt - dan wijzen wij het voorwerp af Als vooroordeel en dwaasheid zoover gaat van maatschappelijke euvelen of persoonlijk onrecht voort te brengen danmoeten ze met wijsheid in toom worden gehouden en on-
Dietsche Warande Jaargang 4
215
schadelijk gemaakt Als gebrek aan vorm zich voor vorm wil laten doorgaan dandoemen wij die aanmatiging met een nadruk geeumlvenredigd aan onze liefde voor depozitieve vormen-zelven want wij beminnen de vormen om dat er een geest eenscheppings- een levensgeest in zijn onuitputtelijke verscheidenheid uit spreektwaar dus het NIET en de ONTKENNING hare schimvertooningen houden (gelijk in hetstijlloze of moderne) daar trekken wij ons te-rugUit dezen hoofde wenschen wij ook binnen den kring der beoefenenswaardige
spreekwoorden geene stijlloze uitdrukkingen opgenomen te zien als waarvanhieronder enkele voorbeelden gegeven zullen worden wij nemen des genoegendat daaruit verbannen blijven liederlijke gezegden als door den Heer Harrebomeacuteete-recht in menigte moeten zijn afgewezen Daarentegen - het spreekt wel van zelf- wegen wij het Spreekwoord niet met het goudschaaltjen der gezelschapskieschheiden verwachten wij zelfs van hen die zich met dezen tak onzer letterkunde bekendwenschen te maken genoegzamen ernst om van eene groote vrijheid vanuitdrukking van het min of meer schuldig eacutequivoque veler spreekwoorden geenebefmettende indrukken te ontvangen Daar wij dus in geen geval dergezelschapskieschheid bij de beoefening der spreekwoordenliteratuur het minstewenschen ingewilligd te zien moet als eene aanmerking gelden die wij hebben opden uitmuntenden arbeid des Hn Harrebomeacutee dat de geachte schrijver degrammatische form van het Spreekwoord naar ons oor te veel geregularizeerd ennog wel gesiegenbekianizeerd heeft Dit kleine gebrek is te hinderlijker om dat deverzamelaar toch te veel gezonde fmaak had om de charakteristiekste uitdrukkingender zoogenaamde platheid door mooyer woorden te doen vervangen Daarbij steektde stijve weilandiaansche grammatiek1 des te onaangenamer af - om dat er in deregeeringstijd der loffelijke firma S amp W
1 De verzamelaar gaat daarin zoo trouw te werk dat hij zelfs den onzinnigen meervoudigenvrouwelijken datief der in gebruik neemt (V xx) lsquoHij kan der ganzen wel drinken brengenrsquo
Dietsche Warande Jaargang 4
216
wel geen enkel spreekwoord geboren is hiertoe was het land dat zij bebouwdente dor en de kamerlucht hunner grammatika te benaauwdMaar behoudends deze aanmerking hebben wij dan ook alleen lof en eere voor
het verdienstelijk werk en vinden vooral de chicanes ingebracht tegen het te veelof te veelvormig van den Hr Harrebomeacutee zeer kwalijk geplaatst
Tien Afleveringen te zamen inhoudende 463 en ruim LXXVIII blzz doorgaands vantwee kolommen zien nu reeds het licht Duizenden spreekwoorden al weten weniet juist hoe vele van de 50000 waarop men den geheelen voorraad schat zijndaarin reeds medegedeeld Om eene proeve te geven van de aanwinst die menden arbeid des Heeren Harrebomeacutee te danken heeft en onze lezers op te wekkende inteekening op het werk te bevorderen hebben wij omgezien naar eene of anderekategorie van spreekwoorden die uit het besproken werk in ons tijdschriftovergenomen door een nieuw verband daarin aangewezen het blijk zoucirc leverentot welke schoone rezultaten de famenlezing van den Hr Harrebomeacutee al leiden kanMen heeft het Spreekwoord genoemd la raison du peuple - als bevattende in een
kleinen en kernigen vormwaarheden die door de volksrede of door het volksgemoedmet het onwraakbaar stempel der geldigheid gekenmerkt worden Inderdaad hetSpreekwoord is eene gangbare munt waarvan de vijftigste verbruiker de waardeniet kritiesch onderzoekt maar des niet te min van deze volkomen overtuigd isTegen zoon munt valt ook niet te redeneeren want de waarde dier munt berust inde volksmeening en wordt ze hier afgewezen - ginds zal ze dadelijk zonder bezwaaraanvaard worden De quaeslie kan niet zijn of een spreekwoord een waar woord is- maar flechts of het juist wordt toegepast t Is niet de vraag of de gulden van 100cents en het muntbiljet van f 10 - de waarde hebben waarmeegrave ze bij het volk erkendworden - maar fomtijds weacutel of men den gulden ter betaling van een daaldersvoorwerpgebruiken wil Nu meenen wij te midden
Dietsche Warande Jaargang 4
217
van onzen spreekwoordenschat eene meer bizondere oplettendheid te mogenschenken aan die spreekwoorden waarin zekere gezegden of zekere daden aaneene bepaalde foort van persoonlijkheden door het volk worden toegeschreven Bijvoorbeeld om te weten welke hoedanigheden het volk aan Jan Piet of Klaas aande Begijn aan den Boer aan den Mof of aan den Matroos toeschrijft zal men diespreekwoorden raadplegen waarin van het zeggen of doen dier personen getuigenisgegeven wordtDe spreekwoorden welke tot de bedoelde foort behooren hebben wij uit de eerste
zes afleveringen van s Heeren Harrebomeacutees werk overgeschreven en bij elkandergevoegd wat aan de verschillende charakters behoort Wij willenmet de voornaamstedier toeeumligeningen hier nader kennis makenDr Edmund Hoefer van Stuttgart heeft voor een jaar of drie vier eene verzameling
uitgegeven van alle duitsche spreekwoorden der bedoelde foort die tot zijne kennisgekomen zijn Hij heeft er den titel aan gegeven van lsquoWie das Volk sprichtrsquo - maarhet met deze lsquosprichwoumlrtliche Redensartenrsquo niet verder dan tot een 665-tal gebrachtofschoon hij er ook de platduitsche bij op heeft genomen Aan den lsquoBoerrsquo-alleenworden echter ruim 50 dingen toegeschreven Maar ziehier hoe reeds in de eerstezes afleveringen van ons spreekwoordenb door schier twee maal zoo veeluitdrukkingen getuigd wordt wat er al in den Boer moet zitten1 Alle baat helpt zei de boer en hij trok der kat een haar uit den staart om er
een nieuw wagenkussen mede te vullen2 Alles heeft zijn inzigt zei de boer en hij keek in zijne muts3 Alles is maar eene weet zei de boer en hij haalde eene pier uit zijn achterste
en bond er zijne schoenen mede vast4 Als de storm zoo aanhoudt dan zijn wij voacuteoacuter middernacht reeds in den hemel
zei de boer daar beware ons God voor antwoordde de domineacute5 Als je me nu nog ontloopt zei de boer dan doe je knap en hij hield het kalf
bij den staart en holde er mede voort6 Als ik u gelijk geef zei de boer dan zijn wij dadelijk uitgepraat
Dietsche Warande Jaargang 4