Biografie Jacob Campo Weyerman

14
Werken van Weyerman 9 Als schilder en broodschrijver was Weyerman altijd op zoek naar nieuwe manieren om geld te verdienen. Zitvlees had hij niet. Jacob Campo Weyerman maart 2009 samenstelling: Rietje van Vliet 2 Biografie van Weyerman De Mededelingen van de Stiching Jacob Campo Weyerman staan vol met informatie over Weyerman. Maar er is meer. Veel meer. 13 Verder lezen over Weyerman Een beknopt overzicht van zijn tijdschriften, toneelstukken, gelegenheidsgedichten, biografieën en geschiedkundige werken. Humor en satire in de 18 e eeuw Geboren in een legerkamp, gestorven in de gevangenis. Kunst– schilder, briljant schrijver, journalist, scharrelaar en avonturier. Al tijdens zijn leven was Jacob Campo Weyerman een legende. Weyerman was meester in het schrijven van satire. Geen enkele literaire regel bond hem. Hij kon los, associatief schrijven, want hij was naar eigen zeggen geen ‘auteur, die zijn geschriften gedurig overlikt en overpolijst’. In zijn tijdschriften experimenteerde Weyerman met taalgebruik, met onderwerpen die elkaar opvolgden als hedendaagse videoclips. Snelheid en afwisseling waren essentieel. Satire, moralistische stukken en sprookjes volgden op serieuze vertogen, karakterschetsen of losse opmerkingen. Stichting JCW De Stichting JCW wil de belangstelling voor Weyerman en zijn tijd bevorderen. Dat doet ze al meer dan 30 jaar. 14 Stichting Jacob Campo Weyerman www.weyerman.nl

description

18e-eeuwse broodschrijver, schilder, journalist, satiricus. Kreeg levenslang omdat hij mensen met zijn publicaties afperste. Weyerman is een van de kleurrijkste figuren uit de 18e eeuw.

Transcript of Biografie Jacob Campo Weyerman

Page 1: Biografie Jacob Campo Weyerman

Werken van Weyerman

9

Als schilder en broodschrijver was Weyerman altijd op zoek naar nieuwe manieren om geld te verdienen. Zitvlees had hij niet.

Jacob Campo Weyerman maart 2009 samenstelling: Rietje van Vliet

2

Biografie van Weyerman

De Mededelingen van de Stiching Jacob Campo Weyerman staan vol met informatie over Weyerman. Maar er is meer. Veel meer.

13

Verder lezen over Weyerman

Een beknopt overzicht van zijn tijdschriften, toneelstukken, gelegenheidsgedichten, biografieën en geschiedkundige werken.

Humor en satire in de 18e eeuw

Geboren in een legerkamp, gestorven in de gevangenis. Kunst–schilder, briljant schrijver, journalist, scharrelaar en avonturier. Al tijdens zijn leven was Jacob Campo Weyerman een legende.

Weyerman was meester in het schrijven van satire. Geen enkele literaire regel bond hem. Hij kon los, associatief schrijven, want hij was naar eigen zeggen geen ‘auteur, die zijn geschriften gedurig overlikt en overpolijst’.

In zijn tijdschriften experimenteerde Weyerman met taalgebruik, met onderwerpen die elkaar opvolgden als hedendaagse videoclips. Snelheid en afwisseling waren essentieel. Satire, moralistische stukken en sprookjes volgden op serieuze vertogen, karakterschetsen of losse opmerkingen.

Stichting JCW

De Stichting JCW wil de belangstelling voor Weyerman en zijn tijd bevorderen. Dat doet ze al meer dan 30 jaar.

14

Stichting Jacob Campo Weyerman www.weyerman.nl

Page 2: Biografie Jacob Campo Weyerman

2

Dolor Sit Amet

Rokkenjagen Weyerman begon toen al een Dobbelaar en een volslaagen Debauchant te worden. Lys Sint Mourel [...] ziende dat zyne ongebondenheid wel verre van te verminderen daar door meerder toenam, dreigden voor al zyn leeven te zullen Plakken, indien zyn gedrag voortaan niet gereegelder wierd. De schrandere Campo [...] besloot voor een korte poos de geveinsde te speelen. Geheele daagen bragt hy op zyn Kaamer met Schilderen door; dog dit belette nogtans niet, dat hy op dezelve in cognito het een of ander Venuskind liet sluipen, met welke hy dan behendiglyk zyn vermaak nam. Op een namiddag dat hy in dat spel door zyn Moeder onvoorzienst betrapt wierd, verborg hy zyne Lucretia naar gewoonte agter den Ezel; maar Lys Sint Mourel, die de oogen van een Valk had, vloog toe om haar uit die schuilhoek te haalen; en na ze vervolgens met de hairen van de trappen te hebben gesleepd, joeg zy haar Zoon met al zyn Schildergetuig uit gramschap den Huize uit.

Uit: F.L. Kersteman, Zeldzaame levens-gevallen van J.C. Wyerman (1763), p. 5-6.

Weyerman: vrijbuiter en levensgenieter 1677 Op 9 augustus bevalt Elisabeth Someruell,

marketentster van beroep en echtgenote van de militair Hendrick Weyerman, van een gezonde jongen. Jacobus is de naam die hem gegeven wordt bij de doop, vermoedelijk in het legerkamp voor Charleroi. De kleine Jacob krijgt de naam Campo mee, volgens overlevering als hommage aan kapitein Campo Plantines. Lysbeth, of Lys, zoals Elisabeth Someruell genoemd wordt, kent deze kapitein uit de tijd dat ze zich als man had verkleed om dienst te kunnen nemen in het leger. Campo Plantines zou haar commandant zijn geweest.

1678 De kleine Jacob Campo Weyerman woont in’s-Hertogenbosch bij zijn moeder Lysbeth Someruell en haar halfzuster Maria Stoffelen. Campo’s moeder is vrijwel zeker van Schotse afkomst en moet haar zoontje vertrouwd hebben gemaakt met haar moedertaal.

1680 Op 17 oktober vertrekt Lysbeth Someruell naar garnizoensstad Breda.

1683 Of de zaken goed gaan, is onduidelijk. Lysbeth levert vanuit een legertent wijn en etenswaren aan de soldaten buiten de stadspoorten van Breda. Binnen de stad exploiteert ze een eethuisje. Maar ze krijgt schulden. Zoveel zelfs, dat haar goederen worden geïnventariseerd en vermoedelijk verbeurd verklaard.

1690 Daarna keert het tij. Lysbeth koopt een huis aan de Grote Markt van Breda en verschaft zelfs leningen aan burgers en militairen. De 13-jarige Campo wordt door zijn moeder en haar halfzuster in hun testament aangewezen tot enige erfgenaam. Kennelijk is hij door de twee vrouwen opgevoed want zijn vader is als militair in het Staatse leger vrijwel altijd buiten de stad.

1691 Waar Campo op school gegaan is, weten we niet. Wel is bekend dat hij in Breda tekenles krijgt van beeldhouwer Frank P. Verheijden. De Bredase kunstschilders Van de Leur en Ferdinand van Kessel, en nadien de Antwerpse bloemschilder Simon Hardimé, brengen Campo de beginselen van de schilderkunst bij.

Page 3: Biografie Jacob Campo Weyerman

3

Dolor Sit Amet

1692 Met deze schilderlessen is de opvoeding echter nog niet compleet. Campo spreekt al Nederlands en Engels, en heeft inmiddels bij schoolmeester Antoine Courtin ook Frans geleerd. Nu gaat hij naar de Latijnse school in in de Nieuwstraat te Breda.

1694 Hendrick Weyerman voelt zijn einde naderen en laat in Breda een testament opstellen. Jacob Campo, inmiddels 17 jaar oud, krijgt zijn moeder als voogdes toegewezen. Na het overlijden van zijn vader kan hij rekenen op 1250 gulden.

1695 Toch duurt het nog even voordat Hendrick Weyerman overlijdt. Op 24 juni wordt hij in de grote Kerk van Breda begraven. Volgens Kersteman, Weyermans fantasierijke eerste biograaf, zouden de hormonen de 18-jarige Campo al parten spelen: moeder Lysbeth betrapt hem in zijn atelier op ontuchtige handelingen met een schildersmodel. Dit waarschijnlijk apocriefe verhaal past bij het latere onuitwisbare imago van Campo als schuinsmarcheerder. Zeker zijn we van het vertrek van Campo uit Breda. Hij verlaat de Latijnse school en verhuist naar ’t Woudt, een piepklein dorpje onder de rook van Delft. Daar neemt hij zijn intrek bij dominee Petrus Sandvoort, door zijn Bredase afkomst vermoedelijk een oude bekende van de familie Weyerman-Someruell. De predikant geeft Campo les in Hebreeuws, Grieks, theologie, filosofie, antieke geschiedenis, wis- en sterrenkunde. Twee keer per week loopt Campo naar Delft om schilderlessen te nemen bij Thomas van der Wilt.

1699 Omstreeks Pasen 1699 is Campo teruggekeerd naar Breda, waar hij met zijn moeder woont in het huis Het Moriaentjen. Het lijkt erop dat hij in de voetsporen van zijn vader wil treden, want enkele dagen voor Kerst blijkt hij als kadet in het regiment van kolonel Lauder te zijn gevonnist door de Bredase krijgsraad. Campo heeft een conflict met Anneken van Ghils, een slagersvrouw uit Breda met een dubieuze reputatie, over het forse bedrag van 119 gulden en 7 stuivers. Door deze affaire is het met zijn carrière in de krijgsdienst snel gedaan.

1701 Maar zijn moeder, op dat moment nog steeds voogdes van de 24-jarige Campo, laat het er niet bij zitten en gaat bij de Hoge Krijgsraad in Den Haag in hoger beroep tegen het vonnis. Met succes, zo blijkt.

1703 Waar Campo precies uithangt en wat hij uitspookt, weten we niet. Wel dat hij het aanlegt met de dochter van de eigenaresse van Het Moriaentjen in Breda. Op 27 juli 1703 wordt namelijk de onwettige zoon van Jacob Campo Weyerman en Catharina Snep ten doop gehouden.

1704 Ook in Antwerpen speelt Campo de bon-vivant. Daar heeft hij naar eigen zeggen een kortstondige affaire met de Spaanse Donna Maria Agatha y Andrade.

Zin en onzin over Weyerman Veel laat-18e- en 19e-eeuwse biografieën over Weyerman zijn overgoten met een saus van moralistische afkeuring. Ze gaan dikwijls terug op de flink aangedikte verhalen die over hem de ronde deden.

Jacob Campo Weyerman, niet min vermaard, door zyne losbandigheid en ondeugden, dan zynen vluggen geest en menigvuldig uitgegee–vene Schriften, werdt gebooren, te Breda, op den 9den van Oogstmaand ’s jaars 1677. Zyn Vader, Jakob Weyerman, hadt in zyne jeugd als Lakei gediend; zyne Moeder, Lys Sint Mourel genaamd, als Dienstmaagd woonende in een Herberg, was, door zeker toeval, van daar ontvlugt, nam ver–volgens, in Mans gewaad verkleed, dienst als Tamboer te Velde, woonde verscheiden belege–ringen by, klom op tot de waardigheid van Sergeant; doch haare kunne, ter gelegenheid eener wonde, in het beleg van Bon bekomen, ontdekt zynde, was zy genoodzaakt den Krygs–dienst te verlaaten; wordende ter belooninge haarer dapperheid en moed, van Willem den III, met een jaargeld van tweehonderd guldens voor haar leven, begiftigd.

Uit: Simon Stijl en Johannes Stinstra, Levens–beschryving van eenige voornaame meest Nederlandsche mannen en vrouwen, deel 2, p. 94 (Amsterdam, Petrus Conradi 1775)

Leerjaren van Weyerman

Page 4: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

1704 Weyerman beschrijft Donna Maria Agatha y Andrade later als een juffer van 36 à 40 jaar oud. ‘Zy was maager en tamelyk getaant, en geleek eenigszins na een oude Kerklamp, door den rook van zwaarmoedige olie bezwalkt.’ Het weinig flatteuze uiterlijk wordt nog versterkt door haar armen die volgens Weyerman als balken zo dik waren. ‘Haare vingers waaren poeselig gelyk als de ebbenhoute klossen der speldewerksters.’ In dit jaar zet hij voor het eerst zijn schreden op het literaire pad, getuige de Zuid-Nederlandse uitgaven die in 1705 het licht zien. Als een heuse ‘Wanderbube’ trekt Weyerman van stad naar stad. Waarschijnlijk is hij op acquisitie–pad, op zoek naar opdrachtgevers voor wie hij schilderstukken kan maken. Vanuit Den Briel maakt hij de oversteek naar Londen, waar hij Brabantse en Hollandse schilders een bezoek brengt. Hij vindt werk in het atelier van de beroemde Godfried Kneller, wiens schilderijen hij mag voorzien van bloemen, fruit, vogels en vlinders.

1705 Maar Campo heeft weinig rust in het lijf. Een jaar later immers treffen we hem aan in Oxford, waar hij geneeskunde studeert. Enig bewijs van inschrijving aan de universiteit is echter niet teruggevon–den, dus met de studieijver, waar hij zelf gewag van maakt, zal het zo’n vaart niet hebben gelopen. In Brugge, bij Jacob Bernaarts, verschijnt zijn kluchtspel Besweering van den disperaten Antwerpsen courantier. In Gent ziet – waarschijnlijk eveneens in 1705 – zijn Democritus en Heraclitus Brabantsche voyage het licht. En in Breda – Abdera, zoals Weyerman altijd gekscherend schrijft – verschijnt vermoedelijk ook in 1705 het kluchtspel De gehoornde broeders ofte vrouwelyk bedrog.

1706 In het verre Breda heeft Lysbeth Someruell zich ontfermd over het verlaten liefje van haar zoon, Catharina Snep, en hun beider onwettig zoontje. Op 1 maart legateert ze het bastaardje 1000 gulden.

4

Weyerman vertrekt naar Londen

Page 5: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

1706 Het is niet duidelijk of Weyerman dit jaar Breda aandoet en zijn moeder persoonlijk heeft

overgehaald voor zijn zoontje te zorgen. Later beschrijft hij wel hoe hij in 1706 in Harwich een vrolijke nacht doorbrengt, wachtend op een doorreisvergunning. Hij wil met de pakketboot terug naar Holland.

1709 Weyerman reist andermaal naar Londen. Hij schildert daar vele grote stukken maar ook kabinetstukken, die hij aan welgestelde lieden verkoopt. Later pocht hij dat hij Queen Ann persoonlijk twee spiegels heeft overhandigd, door hem beschilderd met bloemen, fruit en vlinders. Hij trekt te paard door Engeland en verdient zijn brood door voor adellijke personen te schilderen. In de winter is hij echter weer teruggekeerd naar de Republiek. Hij verblijft in ’s-Hertogenbosch.

1710 In Den Bosch houdt Weyerman zich op in kunstenaarskringen. Zo heeft hij contact met de notabele, bloemenkweker en schilderijenhandelaar Lambert Pain et Vin, in wiens opdracht Weyerman enkele bloemstukken schildert. Ze gaan niet echt als vrienden uit elkaar, want wanneer Pain et Vin in 1718 bankroet gaat, richt Weyerman heel wat scherpe satirische pijlen op zijn voormalige opdrachtgever. In de schilder Johann Friedrich Bodecker vindt hij een geschiktere kameraad. Hij stelt zelfs zijn atelier ter beschikking voor een expositie van de portretten van Bodecker.

1712 Weyerman woont in Delft, waar hij opnieuw in kunstenaarskringen verkeert. Hij verkoopt er een bloemstuk aan de beroemde Delftse kunstliefhebber Valerius Röver. In Amsterdam verschijnt intussen de tweede druk van zijn kluchtspelen uit 1705. Het is duidelijk: het publiek smult nog steeds van wat er uit zijn pen vloeit.

1713 Weyerman woont in Bodegraven, bij de dichtende en schilderend schout Daniël van Beke. Vandaaruit reist hij op 26 april naar Rotterdam, om er een kunstveiling bij te wonen. In Amsterdam ziet het blijspel De Hollandsche sinnelykheid het licht. Het is dermate populair dat er in 1717 een tweede editie van verschijnt. Eind juni zit hij in Breda. Daar blijkt Weyerman opnieuw een dame aan de haak te hebben geslagen. Deze keer lijkt het menens. Op 30 juni doet hij in Breda een trouwbelofte aan Johanna Ernst.

1714 Maar vooralsnog stapt Weyerman niet in het huwelijksbootje. Daarvoor moet Johanna Ernst nog tot 1727 wachten. Op 2 mei schrijft Weyerman zich in Leiden als student medicijnen in. Hij is dan 37.

1715 Met de studie is het snel weer gedaan. Op 22 mei laat hij in de rooms-katholieke kerk te Breda de kleine Jacobus Weyerman dopen: niet het kind van Catharina Snep maar van Johanna Ernst. Het lijkt erop dat Campo een huiselijk leven tegemoet gaat, want hij wordt inwoner van Breda genoemd.

1717 In dezelfde kerk te Breda wordt op 9 mei de tweede zoon van Jacob Campo Weyerman en Johanna Ernst gedoopt: Henricus. Weyerman verdient de kost als hofschilder van prins Willem van Hessen, gouverneur van Breda. Hij is nog steeds in de kunsthandel actief.

1718 De rust is weer voorbij. Weyerman vertrekt begin van het jaar naar Rotterdam en bezoekt er enkele kunsthandelaren. In maart is hij in Londen waar hij getuige is van een terechtstelling op Tyburn.

1719 Terug op het vasteland volgt Weyerman in Antwerpen schilder- en beeldhouwlessen.

1720 Daarna wordt Rotterdam zijn woonplaats. Voor het eerst probeert hij ook als broodschrijver geld te verdienen. Hij is in goede doen, zo lijkt het, want bij monde van zijn alias, de Rotterdamsche Hermes, zegt hij te wonen in het kasteeltje Leeuwenburg aan de Oudedijk. Niet met een vrouw, wel met kater Louw. Het is in deze havenstad dat Weyerman met zijn eerste satirische tijdschrift begint: De Rotterdamsche Hermes. Nog vele tijdschriften zullen volgen.

5

In kunstenaarskringen

Page 6: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

Weyerman als vertaler en journalist

1721 Weyerman begint in Amsterdam met zijn Amsterdamschen Hermes. Tussendoor doet hij ook Den Haag aan.

1722 Na Donna Maria Agatha y Andrade, Catharina Snep en Johanna Ernst valt Weyerman nu voor Adriana Simons-De Visscher. Hij neemt samen met haar zijn intrek in het buiten Rotsoord, aan de Vaartse Rijn, beneden Utrecht. Het lijkt een langdurige affaire. Tijdens zijn verhoor, na zijn gevangenname in 1739, zegt hij dat hij van 24 augustus tot en met 20 november 1729 met met Adriana in de Spuistraat te Den Haag heeft gewoond. Zijn geheugen heeft hem hier wel in de steek gelaten, want Adriana is al op 5 april van dat jaar overleden.

1723 Op 1 februari wordt moeder Lysbeth Someruell in Breda begraven. In Amsterdam zet Weyerman zijn carrière als weekbladschrijver voort. Direct na het laatste nummer van de Amsterdamschen Hermes begint hij met de Ontleeder der gebreeken. Het blad wordt op 25 oktober in Rotterdam verboden, maar verschijnt desondanks twee jaar lang.

1725 In totaal verblijft Weyerman twee jaar in Breukelen. Hij laat zich portretteren door de schilder Cornelis Troost. Van het medaillon vervaardigt Arnold Houbraken een gravure. Het is niet bekend of Weyerman als vader van de bruidegom aanwezig is bij het huwelijk van zijn bastaardzoon Jacob, op dat moment 25 jaar oud, op 20 oktober in Delft.

6

Page 7: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

De broodschrijver aan het werk

1725 Ruim een week na zijn trouwdag ligt in Amsterdam een nieuw tijdschrift op de pers: Den echo des weerelds. Intussen is hij ook begonnen met de vertaling van Henry Care’s Weekly pacquet of advice from Rome restored tot de driedelige Historie des pausdoms.

1726 Nog steeds in Breukelen. Weyerman is als schrijver goed op dreef. Hij heeft Den echo des weerelds onder handen, de Historie des pausdoms en ook de Maandelyksche ’t zaamenspraaken tusschen de dooden en de levenden.

1727 Van Breukelen naar Abcoude is het slechts een uur gaans te paard. Vanaf februari woont Weyerman daar, in huize Meer en Hoef. Later krijgt hij met de huisbaas ruzie over achterstallige huur. In Breukelen-Nijenrode trouwt hij dan eindelijk, op 31 maart. Veertien jaar heeft Johanna Ernst op zijn ja-woord moeten wachten. Zijn kinderen Jacobus en Henricus zijn bij de huwelijksplechtigheid aanwezig. Zijn schrijfwerk gaat intussen gewoon door. Hij maakt twee jaargangen van Den echo des weerelds vol en ook ligt er nieuw vertaalwerk uit het Engels op zijn schrijftafel. Dit wordt De voornaamste beweegredenen en omstandigheden die aanleyding hebben gegeeven aan Moses Marcus tot het verlaten van den Joodschen, en tot het aannemen van den Kristelyken godsdienst.

1728 In Den Haag verschijnt op 27 september het eerste nummer van De doorzichtige heremyt. Het weekblad bestaat slechts een klein half jaar maar beleeft wel een volledige tweede druk.

1729 Onverwacht duikt Weyerman in februari op in Amsterdam, op de Reguliersgracht, tussen de Keizersgracht en de Vijzelstraat. Enkele maanden later woont hij in de Lombaertsteeg. Na beëindiging van De doorzichtige heremyt doet Weyerman een nieuwe poging om de lezers aan zich te binden. Deze keer met De vrolyke kourantier. Het in Den Haag uitgegeven blad blijkt echter een misser. Na twee nummers houdt hij er al mee op. Zit hij te ver weg van zijn uitgever? Hoe dan ook, voor Den vrolyke tuchtheer, die in juli van start gaat, heeft hij drukker-uitgever Joris van der Woude ingeschakeld. Die woont bij hem in de straat. Toch laat hij Den Haag niet helemaal los, want bij een aantal gerenommeerde uitgevers uit de hofstad verschijnt dit jaar de rijk geïllustreerde Levens-beschryvingen der Nederlandsche konst-schilders en konst-schilderessen.

1730 Op 18 mei wordt Johanna Jacoba Weyerman gedoopt in de Oude Kerk te Amsterdam, dochter van Johanna Ernst en Jacob Campo Weyerman. In hetzelfde jaar beëindigt Weyerman zijn Vrolyke tuchtheer; het blijft bij één jaargang. Hij heeft grootse plannen voor een nieuwe productie, zo blijkt uit een advertentie: De Ontleedkunde der Hartstogten; de Vertellingjes van Monsr. de la Fontaine, in Nederduytse Vaerzen vertaelt; de Gezangen van Anakreon en Sapho; de Kronyk der Paruyken; het Blyspel van Amphitrion, of de twee Sosias; te gelyk met eenige ongemeene Leevensbyzonderheden des Schryvers. Vier delen maar liefst, maar ze zijn nooit als zodanig verschenen. Wel heeft Weyerman stukken tekst hiervan ingelast in latere geschriften.

7

Page 8: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

1730 Het vertaalwerk gaat intussen gewoon door. In Amsterdam verschijnt zijn Merkwaardige levensgevallen van den beruchten kolonel Chartres, een biografie van een ‘ripper’ wiens proces ook de Nederlandse kranten heeft gehaald. Verder komt Weyerman met een serieus klinkend werk over sodomievervolgingen: de Godgeleerde, zeedekundige en historiesche bedenkingen over den text des apostels Pauli en dezelfde bedenkingen maar dan Over den text der Spreuken Salomons.

‘The Innocence betrayed, or the journey to London’ is de eerste prent uit de reeks The Harlot’s Progress van Hogarth. Mary Hackabout, een lief en onnozel wicht, arriveert bij een herberg, waar ze opgevangen wordt door een behulpzame hoerenmadam. Kolonel Francis Charteris, een notoire gokker en vrouwenverleider, staat in de deuropening.

Overmoedig

1731 Een nieuwe vertaling ziet het licht: de fel anti-katholieke Leevens van den paus Alexander den VI. en van zyn zoon Caesar Borgia. Weyerman woont zelf in Amsterdam maar het boek verschijnt in Rotterdam. In juli blijkt hij met een nieuwe uitgever in zee te zijn gegaan. Zijn Laplandschen tovertrommel verschijnt in Utrecht, bij Willem Kroon. In Den Haag brengt Weyerman een bezoek aan de Maagdenburgse nep-baron Johann Heinrich van Syberg. Deze beweert de Steen der Wijzen in zijn bezit te hebben, waarmee hij goud kan maken en zieken genezen.

1732 Weyerman bezoekt in juni een groot feest op Meerrust, een buitenhuis bij Zoetermeer (maar waarvan de locatie nooit is terugevonden). Gastheer is meester-oplichter baron van Syberg.

1733 Met een zware schuldenlast verhuist Weyerman naar de vrijplaats Vianen, dichtbij Utrecht. In januari verschijnt daar, deze keer bij Anselmus Muntendam, een werk van Weyermans hand: het tijdschrift Den kluyzenaar in een vrolyk humeur. Het bestaat een half jaar. Het is opgedragen aan baron van Syberg, wiens oplichterspraktijken inmiddels ook door anderen worden doorzien. In maart verschijnen in Utrecht, nu bij Jacobus van Lanckom, De leevens byzonderheden van Johan Hendrik, baron van Syberg, een satirische pseudo-biografie waarin de lezer wordt gewaarschuwd tegen bedrog en lichtgelovigheid. Het werk wordt voorafgegaan door een Voorloper, waarmee hij zijn lezers alvast enthousiast maakt voor de beruchte kwakzalver. Met zijn toneelstuk Den Maagdenburgsche alchimist (Utrecht, Jurriaan van Paddenburg en Anselmus Muntendam) beent hij zijn onderwerp, de oplichterspraktijken van Syberg, nog verder uit. In Vianen blijkt Weyerman ineens de schilderskwast weer ter hand genomen te hebben. Een jachttafereel dit keer, maar kenners betwijfelen of dit schilderij van Weyerman is. Hij schilderde immers alleen bloemstukken.

1734 Een onrustige periode breekt aan, die zal eindigen met de gevangenneming, veroordeling en de levenslange straf in de Gevangenpoort te Den Haag. In juni laat Weyerman in Amsterdam, op eigen kosten, Eenige scherpe aanmerkingen over de Historie des pausdoms verschijnen. Het is opgedragen aan de drossaard van Stad en Lande van Vianen.

8

Page 9: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

De inkt wordt bijtend

1735 Weer probeert Weyerman een nieuw tijdschrift in de markt te zetten. Den adelaar (Amsterdam, J. Loveringh e.a.), begint in februari maar na negen nummers gaat het al in mei ter ziele.

1736 Nu probeert Weyerman het met Den Talmud ofte overzeldzaamen Joodsche vertellingen (’s-Gravenhage, Cornelis de Ruyt). Het blad heeft een levensduur van nog geen twee maanden. Op 20 februari verschijnt het laatste nummer.

1737 Weyerman schrijft zich voor de tweede maal in als student medicijnen aan de universiteit van Leiden. Op dat moment is hij 59 jaar. De studie voltooit hij niet. Misschien is hij de studie ook nooit begonnen, want veel mensen schreven zich in om bijvoorbeeld in aanmerking te komen voor vrijstelling van de bieraccijns. Onvermoeibaar probeert hij een nieuw tijdschrift: De naakte waarheyt (Leiden, Adrianus vander Hoeven) maar na twaalf nummers blaast hij het licht uit.

1737 Weyerman pakt flink uit tegen de jezuïeten én jansenisten in het satirische Piet fopt Jan en Jan fopt Piet (z.p.). Ook valt hij een notabele van Vianen aan – niet slim, zoals straks zal blijken – met zijn Verdeediging van Jakob Campo Weyerman tegens Alexander le Roux (Utrecht, Pieter Muntendam).

1738 De zeldzaame leevens-byzonderheden van Laurens Arminius, Jakob Campo Weyerman, Robert Hennebo, Jakob Veenhuyzen, en veele andere beruchte personaagien (Amsterdam, Barend Dass) is zijn volgende schrijfproduct. Is het uit geldnood dat hij de avonturen van zijn kroegvrienden te gelde maakt? In Rotterdam verschijnt voorts de Voorlooper van de Kronyk der bankrotiers (Rotterdam, Dirk Hartigsvelt). Wederom is het een opmaat voor een echte kroniek. Deze keer wenst hij een boekje open te doen over de oplichters die zich in de vrijplaats Vianen ophouden. Opnieuw: niet slim. Want met deze aanval zet hij de bestuurders van Vianen te kijk die deze bankroetiers in bescherming hebben genomen. De gevolgen zijn te voorzien.

9

Voornaamste werken van Weyerman 1705 Besweering van den disperaten Antwerpsen courantier

1705? De gehoornde broeders ofte vrouwelyk bedrog

1705? Democritus en Heraclitus Brabantsche voyage

1713 De Hollandsche sinnelykheid

1720 Project van eene Wint-Assurantie-Compagnie

1720-1721 De Rotterdamsche Hermes

1722-1723 Den Amsterdamschen Hermes

1724-1726 Den ontleeder der gebreeken

1724 De Ontleeding van Den ontleeder der gebreeken

1724 Helden-zang, ter onsterffelyker lof van [...] Cornelis Schryver

1725-1728 De historie des pausdoms

Page 10: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

In het cachot

Vervolg

Voornaamste werken van Weyerman 1726 Maandelyksche ’t zamenspraaken

1726 Moses Marcus: De voornaamste beweegredenen en omstandigheden

1726-1727 Den echo des weerelds

1727 Den Persiaansche zydewever

1729-1769 De levens-beschryvingen der Nederlandsche konst-schilders

1730 De doorzigtige heremyt. Den vrolyken kourantier

1730 Den vrolyke tuchtheer

1730 De merkwaardige levensgevallen van Kolonel Chartres

1730 Godgeleerde godgeleerde, zeedekundige en historiesche bedenkingen over den text des Apostels Pauli

1730 Godgeleerde godgeleerde, zeedekundige en historiesche bedenkingen over den text der Spreuken Salomons

1731 Alexander Gordon: leevens van den Paus Alexander den VI

1731 Den Laplandschen tovertrommel

1738 Weyerman wordt de toegang tot de vrijstad Culemborg ontzegd, omdat hij de stad een roversnest heeft genoemd. Verschillende inwoners zijn al in opspraak gebracht. Als de echte Kronyk der bankrotiers zou verschijnen (wat overigens nooit is gebeurd), dan waren de rapen helemaal gaar, moet men daar gedacht hebben. Bovendien had Weyerman een aantal vooraanstaande Culemborgers benaderd met de mededeling dat zij de vermelding van hun naam in de Kronyk konden afkopen. Op 17 december wordt Weyerman in Vianen opgepakt. Hij trekt een sprint, vlucht over een muur, maar de 61-jarige schrijver wordt ingehaald en in de boeien geslagen. Het Hof van Holland in Den Haag krijgt hierover bericht. Enige dagen later wordt hij overgebracht naar de Gevangenpoort te Den Haag.

1739 Op 9 juli krijgt Weyerman levenslang, met de verplichting achter de tralies in eigen onderhoud te voorzien. Smaadschriften en chantagepraktijken worden hem ten laste gelegd. Een belangrijke rol in het strafproces speelt zijn gedicht Enthusiasmus, met lasterlijke opmerkingen over de bestuurders van de VOC. Weyerman krijgt schildersbenodigdheden maar door de aanwezigheid van zware tralies kan hij moeilijk schilderen. Hij vraagt of hij achter glas mag zitten, maar dit verzoek wordt hem geweigerd. Het Hof van Holland wil ook een halt toeroepen aan het vele bezoek dat hij krijgt. Voortaan mogen alleen zijn directe familie, boekverkopers en schilders bij hem langs. Intussen werkt hij aan zijn Vermakelyk wagen-praatje (z.p.), waarvan de tweede druk in 1741 verschijnt in Gorinchem bij W. Goetzee.

1740 Het wil niet erg met geld verdienen achter slot en grendel. In december verleent het Hof van Holland toestemming om Weyerman te voorzien van warme kleding.

1741 Met gevlei probeert Weyerman in de gunst te komen bij de raadslieden van het Hof van Holland. Hij schrijft zijn Zegenzang in den aanvang des jaars 1741. Aan den Edelen Hove van Holland, Zeeland en Westfriesland (’s-Gravenhage, Gerard Block). Weyerman laat het op eigen kosten drukken. Kennelijk zien uitgevers er geen brood in.

10

Page 11: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

Vleien om een gunst

Vervolg

Voornaamste werken van Weyerman 1733 Den kluyzenaar in een vrolyk humeur

1733 Voorlooper van de leevens byzonderheden van Syberg

1733 De leevens byzonderheden van Syberg

1733 Den Maagdenburgsche alchimist

1734 Eenige scherpe aanmerkingen over de Historie des pausdoms

1735 Den adelaar

1736 Den Talmud

1737 De naakte waarheyt

1737 Piet fopt Jan en Jan fopt Piet

1737 Verdeediging tegens Alexander le Roux

1738 De zeldzaame leevens-byzonderheden van Laurens Arminius [...]

1738 Den voorlooper van de kronyk der bankrotiers

1738 Natuurkundige, historiesche ernstige, schertsende en vrolyke aanmerkingen over de gemeenzaame t'zamenspraaken, tusschen een geneesheer en zyn lyders

1739 Den steen der wyzen

1739 Vermakelyk wagen-praatje

1741 Zegenzang in den aanvang des jaars 1741

1742 Eenige letterlievende, zeedekundige, historiesche en stichtelyke betrachtingen

1742 Redenvoering over het geheugen

1744 Treurvertoog ter loflyker geheugen van den godtgeleerden, godtvruchtigen heer Henrik Velse

1744 Vreugdegejuygh der Hervormde Nederduytsche gemeente over de komst van den eerwaarden [...] predikant Jan Gysbert Moll

1746 De voornaamste gevallen van den wonderlyken Don Quichot

1768-1769 Het oog in ’t zeil

1741 Met gevlei probeert Weyerman in de gunst te komen bij de raadslieden van het Hof van Holland. Hij schrijft zijn Zegenzang in den aanvang des jaars 1741. Aan den Edelen Hove van Holland, Zeeland en Westfriesland (’s-Gravenhage, Gerard Block). Weyerman laat het op eigen kosten drukken. Kennelijk zien uitgevers er geen brood in.

1742 Ook voor zijn Eenige letterlievende, zeede–kundige, historische en stichtelyke betrachtingen (’s-Gravenhage, Ottho en Pieter van Thol) weet Weyerman geen uitgever te strikken die er in wil investeren. Het is opnieuw voor eigen rekening gedrukt. Na de dood van Weyerman brengt zijn weduwe er nog een herdruk van uit, hopend op nog wat extra inkomsten uit dit werk.

1743 Weyerman verzoekt een gratificatie voor vrouw en kinderen, omdat ze het niet meer kunnen bolwerken. Hierop wordt positief beslist.

1744 Weyerman krijgt een jaarlijkse toelage van 60 gulden, om daarvan koffie, thee en tabak te kopen. Het bedrag wordt uitgekeerd aan zijn echtgenote. Er verschijnen nog enkele lofdichten, bedoeld om Haagse gezagsdragers gunstig te stemmen. Het Vreugdegejuygh der Hervormde Nederduytsche gemeente over de komst van den eerwaarden, hooggeleerden en verdienstigen predikant Jan Gysbert Moll (’s-Gravenhage, Mattheus Gaillard) brengt Weyerman op eigen kosten uit. Voor het Treurvertoog ter loflyker geheugen van den godtgeleerden, godtvruchtigen, liefdadigen heer Hendrik Velse (’s-Gravenhage, Johannes de Cros) weet Weyerman wel een uitgever warm te maken, vermoedelijk omdat het treurdicht als een soort bidprentje onder de gemeenteleden van de overleden predikant verkocht kan worden.

11

Page 12: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

Een treurig einde

1745 In Breda overlijdt Catharina Snep, de moeder van Weyermans bastaard–kinderen.

1746 Van Weyermans hand verschijnt ineens de bijzonder prestigieus uitgevoerde Voornaamste gevallen van den wonderlyken Don Quichot (’s-Gravenhage, Pieter de Hondt). Prachtige prenten van Bernard Picart verlevendigen het geheel, dat zelfs in goud op snee, kwarto- en folioformaat op de markt wordt gebracht. Heeft de gewiekste Pieter de Hondt soms gebruik gemaakt van een schrijver in nood, die dringend verlegen zit om een honorarium, hoe gering ook?

1747 Op 9 maart blaast Jacob Campo Weyerman de laatste adem uit. Hij is dan 70 jaar. Hij wordt pro deo begraven.

De broodschrijver ‘Een schryfpen in de Vuist eens Drukkers Is zo gevaarlyk als een schaar in de hand van een onnozel Wicht.’

Amsterdamschen Hermes, deel I, p. 232. De belangen van broodschrijvers staan altijd haaks op die van hun uitgevers.

Logisch, want beiden willen een goede boterham verdienen aan de tekst. ‘En dus knijpt de uitgever ons af’, klagen zijn auteurs, ‘om zelf de grote winsten te kunnen opstrijken.’

In de Amsterdamsche Hermes heeft Weyerman het voorzien op Arnold Willis, de uitgever van de Rotterdamsche Hermes. Deze heeft hem een kunstje geflikt – buiten zijn medeweten nadrukken op de markt gebracht – en dus moet Willis het ontgelden.

In bovenstaand citaat wordt gezinspeeld op Willis’ literaire talenten. ’t Is weinig complimenteus. Maar de woorden zijn nog niets vergeleken met de scheldwoorden die Willis nadien over zich heen krijgt.

Later krijgt Weyerman het ook met andere uitgevers aan de stok. Er zijn verhalen bekend dat hij, in Den Haag, zelfs op de vuist gaat met uitgever Cornelis de Ruyt. Rollebollend in de stadsherberg, terwijl de omstanders toekijken.

12

‘... een begaafd stilist die het spotten en roddelen niet laten kon en in het gevang de dood vond’

Arjan Peters in de Volkskrant

‘Een enkele historicus kent nog wel de naam van de achttiende-eeuwse schrijver-schilder Jacob Campo Weyerman ...’

Elsbeth Etty in NRC- Handelsblad

‘Weyerman ontbrak het aan geene bekwaam–heden, zoo min als aan een genoegzaam fonds van vernuft ...’

P.G. Witsen Geysbeek

‘Hij gebruikt onopgesmukte taal, hij is helder en direct, zijn kennis blijkt uiterst veelzijdig ...’

Nederlandse letterkunde voor dummies

‘... de verleider der onschuld, de lage schryver die zyne pen aan den meestbiedende verkocht ...’

Album der Si-Lukasgilde

Page 13: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

Jacob Campo Weyerman, Den Talmud ofte Overzeldzaame Joodsche Vertellingen (1736). Editie Marja Geesink en Anton Bossers. Leiden, Stichting Jacob Campo Weyerman, 2007 (Abdera 6)

Jacob Campo Weyerman, Opkomst en val van een koffiehuis–nichtje. 4e druk. Editie André Hanou. Leiden, Astraea 2001

Jacob Campo Weyerman: De naakte waarheyt (1737). Editie André Hanou. Amsterdam, Stichting Jacob Campo Weyerman, 1997 (Abdera 3).

Jacob Campo Weyerman, Den Amsterdamschen Hermes I (1722) no. 1-8. Editie Riet Hoogma en Mandy Ruthenkolk. Leiden 1996.

Jacob Campo Weyerman: Den Laplandschen tovertrommel. [Editie Marco de Niet]. Amsterdam, Stichting Jacob Campo Weyerman, 1994 (Abdera 1)

Jacob Campo Weyerman, Het vermakelijk wagenpraatje. Editie Gérardine Maréchal. Muiderberg 1985

Jacob Campo Weyerman, De Leevens Byzonderheden van Johan Hendrik, Baron van Syberg. Editie André Hanou en Hanna Stouten. Deventer 1984

Jacob Campo Weyerman, De Rotterdamsche Hermes. Editie Adèle Nieuweboer. Amsterdam 1980

Jacob Campo Weyerman, Den Vrolyke Tuchtheer (1729). Editie André Hanou. Amsterdam 1979

Jacob Campo Weyerman, Den heer is betoovert, en de juffer is behext. De schoone dwaalstar, of de vereenigde gelieven. De vruchtbaare juffer. Editie André Hanou. Amsterdam 1979

Opnieuw uitgegeven teksten

6x verder lezen Frans Wetzels, De vrolijke tuchtheer van de Abderieten. Jacob Campo Weyerman (1677-1747) in Breda. Amsterdam, Stichting JCW; Breda, Van Kemenade 2006

Karel Bostoen & André Hanou, Geconfineert voor altoos. Stukken behorend bij het proces Jacob Campo Weyerman (1739), vermeerderd met een autobiografie. Leiden 1997

Elly Groenenboom-Draai, De Rotterdamse Woelreus. De Rotter–damsche Hermes (1720-'21) van Jacob Campo Weyerman: Cultuur–historische verkenningen in een acht–tiende-eeuwse periodiek. Amsterdam/Atlanta 1994

Franciscus Lievens Kersteman, Zeldzaame levens-gevallen van J.C. Wyerman. Editie Rietje van Vliet. Leiden 1994

Ton Broos, Tussen zwart en ultra–marijn. De levens van schilders beschre–ven door Jacob Campo Weyerman (1677-1747). Amsterdam/Atlanta 1990

Peter Altena & Willem Hendrikx (red.), Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman. Amsterdam 1985 13

Page 14: Biografie Jacob Campo Weyerman

Dolor Sit Amet

Stichting Jacob Campo Weyerman De Stichting Jacob Campo Weyerman is opgericht in 1977 en telt circa 200 leden. Het JCW wil de belangstelling voor Weyerman en de achttiende eeuw bevorderen. Dat doet de stichting op verschillende manieren:

Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman: twee maal per jaar een aflevering vol artikelen, recensies en signaleringen. In totaal 150 pagina’s nieuws en oud nieuws over de lange achttiende eeuw.

Op onregelmatig tijdstippen verschijnt de digitale nieuwsbrief Waarschouwing, waarin campisten op de hoogte worden gesteld van nieuws over de stichting. Ook over uitgaven en activiteiten die voor achttiende-eeuwers van belang kunnen zijn.

De Abdera-reeks: een boekenreeks met heruitgaven van teksten van Weyerman en bundels artikelen over zijn tijd. De Stookschriften zijn hier een voorbeeld van: artikelen over politieke tijdschriften aan het einde van de achttiende eeuw. Een bundel over satirische tijdschriften in de achttiende eeuw is in voorbereiding.

Jaarlijks in januari een mini-symposium – in campistisch jargon: de grondvergadering – in de Gevangenpoort te Den Haag. Op het programma staan onder meer een lezing door een (externe) spreker en enkele korte observaties over actueel onderzoek.

Jaarlijks, aan het einde van de zomer, een excursie – de zogenaamde expeditievergadering – naar een van de plaatsen waar Weyerman werkelijk of mogelijk is geweest. Met lezingen, rondwandeling of rondvaart, museumbezoek en andere activiteiten.

Lid worden? Het lidmaatschap kost € 27,50 per jaar (studenten € 17,50); - wijzigingen voorbehouden. Leden krijgen de Mededelingen JCW twee maal per jaar gratis toegestuurd, krijgen korting op de uitgaven van de stichting (Abdera-reeks), en nemen tegen een geringe vergoeding deel aan de grondvergadering en de expeditievergadering.

Zie www.weyerman.nl.

Campistische links De enige echte Weyerman-site De weblog van de Stichting JCW Herkauwer, de weblog van André Hanou Killercat, de weblog van Rietje van Vliet Toneelagenda Amsterdam 1617-1665 van

Marja Geesink Letteroefeningen van Frank Peeters De enige echte Focquenbroch-site Werkgroep Achttiende Eeuw Bibliopolis, de site voor boekhistorici Ceneton, met toneelteksten tot 1803 en

informatie over zo’n 11.250 titels Ursicula, met gedichten, pamfletten en

toneel uit de 16e t/m 18e eeuw BibliOdyssee met veel mooie boek–

illustraties. Digitaal Vrouwen Lexicon Nederland, met

heel veel interessante vrouwenbiografieën 14