DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

50
Order ref: MD025.NL Doc: USE_CE Gebruikshandleiding DHL NL_2020 Rev: 1 Date: March 3, 2022 DH-L* Laadkleppen GEBRUIKSHANDLEIDING Fabrikant: DHOLLANDIA N.V. Zoomstraat 9 9160 LOKEREN (België) Tel.: +32 (0)9 349 06 92 Fax: +32 (0)9 349 09 77 e-mail: [email protected] website: www.dhollandia.com Lees de handleiding volledig door, alvorens de laadklep te gebruiken Bewaar deze handleiding in de cabine van het voertuig, ter referentie voor de bestuurder en de bediener van de laadklep editie

Transcript of DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

Page 1: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

Order ref: MD025.NL Doc: USE_CE Gebruikshandleiding DHL NL_2020 Rev: 1 Date: March 3, 2022

DH-L* Laadkleppen

GEBRUIKSHANDLEIDING

Fabrikant:

DHOLLANDIA N.V. Zoomstraat 9 9160 LOKEREN (België)

Tel.: +32 (0)9 349 06 92 Fax: +32 (0)9 349 09 77

e-mail: [email protected]

website: www.dhollandia.com

Lees de handleiding volledig door, alvorens de laadklep te gebruiken

Bewaar deze handleiding in de cabine van het voertuig, ter referentie voor de bestuurder

en de bediener van de laadklep

editie

Page 2: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

1 DHOLLANDIA

INHOUDSTAFEL

1 VEILIGHEIDS- EN WAARSCHUWINGSTEKENS BEGRIJPEN .................................................................................................... 2

2 CONTACTINFORMATIE EN UITSLUITINGEN ............................................................................................................................. 3

3 ALGEMENE INLEIDING ................................................................................................................................................................ 4

4 BEOOGD GEBRUIK ...................................................................................................................................................................... 4

5 IDENTIFICATIE ............................................................................................................................................................................. 5

6 BESCHRIJVING EN LAADKLEPTERMINOLOGIE ........................................................................................................................ 5

6.1 Algemeen .............................................................................................................................................................................. 5

6.2 Veiligheidsinrichtingen ........................................................................................................................................................... 7

7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE LAADKLEP ......................................................................... 10

7.1 Gebruik de laadKlep niet zonder passende veiligheids- en gebruiksopleiding .................................................................... 10

7.2 Algemene veiligheidsvoorschriften ...................................................................................................................................... 10

7.3 Gevarenzone, risico op letsels door klemming en afsnijden ............................................................................................... 15

7.4 Veilige werkpositie............................................................................................................................................................... 17

7.5 Instructies voor het gebruik aan laadkades ......................................................................................................................... 21

7.6 Aanbevolen dagelijkse inspectie voor gebruik ..................................................................................................................... 22

7.7 belang van preventief onderhoud ........................................................................................................................................ 24

8 GEWICHTSDIAGRAMMEN EN CORRECTE LAADPROCEDURES .......................................................................................... 25

9 BEDIENINGSINSTRUCTIES – PRINCIPES EN PROCEDURES ............................................................................................... 29

9.1 Automatische BODEMSCHEEFstelling op grondniveau ..................................................................................................... 29

9.2 Opmerkingen over het gebruik van de sluitcilinders ............................................................................................................ 30

9.3 Buitenbedieningskasten ...................................................................................................................................................... 31

9.4 Populaire extra bedieningen ................................................................................................................................................ 34

9.5 Stroom in/uitschakelen ........................................................................................................................................................ 36

9.6 Bediening ............................................................................................................................................................................ 37

9.7 Gebruik van de steunvoeten ............................................................................................................................................... 40

9.8 Gebruik van de rolstops voor rolkarren ............................................................................................................................... 42

10 STICKERS ................................................................................................................................................................................... 44

11 BETEKENIS VAN VEILIGHEIDS- EN WAARSCHUWINGSTEKENS.......................................................................................... 47

12 SLOTOPMERKING ...................................................................................................................................................................... 49

Page 3: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

2 DHOLLANDIA

1 VEILIGHEIDS- EN WAARSCHUWINGSTEKENS BEGRIJPEN

Veel veiligheidstekens en -symbolen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn gebaseerd op internationale normen; andere

verwijzen naar specifieke situaties of handelingen.

Consulteer hoofdstuk 11 vanaf bladzijde 47 voor een overzicht van de tekens en symbolen die in de handleidingen van DHOLLANDIA

gebruikt worden en hun betekenis.

Gelieve in het bijzonder te letten op de volgende tekens die in de handleiding gebruikt worden. Ze geven de waarschijnlijkheid en de

ernst aan van een mogelijk letsel indien men de instructies van het veiligheidsteken niet in acht neemt.

GEVAAR : dit wijst op een dreigende gevaarlijke situatie die, wanneer ze niet vermeden wordt, zal leiden tot de dood of een ernstig letsel. [witte letters op rode achtergrond]

WAARSCHUWING : dit wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, wanneer ze niet vermeden wordt, kan leiden tot de dood of een ernstig letsel. [zwarte letters op oranje achtergrond]

VOORZICHTIG : dit wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, wanneer ze niet vermeden wordt, kan leiden tot een licht of matig letsel. [zwarte letters op gele achtergrond]

OPMERKING : wordt gebruikt om praktijken aan te duiden waaraan geen fysiek letsel verbonden is. [witte letters op blauwe achtergrond]

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN : deze geven algemene instructies met betrekking tot veilige arbeidspraktijken, herinneringen aan passende veiligheidsprocedures of de locatie van veiligheidsuitrusting. [witte letters op groene achtergrond]

ALGEMEEN WAARSCHUWINGSTEKEN (vrijstaand of op achtergrondkleuren rood, oranje, geel of zwart): wordt gebruikt om de gebruiker te wijzen op mogelijke gevaren.

WAARSCHUWING

Het niet begrijpen of opvolgen van de instructies in deze handleiding kan leiden tot een groot risico op ernstig lichamelijk letsel

en de dood van de bediener en eventuele omstanders.

Verzeker u ervan dat u de gebruikte veiligheids- en waarschuwingstekens begrijpt en lees ze samen met de instructies in deze

handleiding alvorens de laadklep te bedienen.

Gebruik de laadklep NIET in geval van twijfel. Contacteer uw nationale DHOLLANDIA-verdeler. Zie contactinformatie op blz.

3.

OPMERKING

VEILIGHEIDS

VOORSCHRIFTEN

Page 4: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

3 DHOLLANDIA

2 CONTACTINFORMATIE EN UITSLUITINGEN

De laadkleppen van DHOLLANDIA worden regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen in voertuigen en chassis en aan de

eisen van gespecialiseerde klanten. Daarom behoudt DHOLLANDIA zich het recht voor om productspecificaties zonder

aankondiging te wijzigen; verder is het mogelijk dat er in deze druk geen rekening gehouden werd met bepaalde wijzigingen of

nieuwe ontwikkelingen.

OPMERKING

Gelieve te controleren of u de meest recente versie van deze handleiding hebt gelezen alvorens de betrokken DHOLLANDIA

laadklep te bedienen.

Contacteer uw nationale DHOLLANDIA verdeler indien u vragen hebt over de montage, het gebruik, de herstelling en het

onderhoud van DHOLLANDIA laadkleppen, om vervangexemplaren van handleidingen of stickers aan te vragen of voor informatie

over beschikbare uitrustingsopties voor DHOLLANDIA laadkleppen.

In geval van twijfel bij het vinden van uw nationale DHOLLANDIA verdeler kunt u de officiële DHOLLANDIA website bezoeken www.dhollandia.com → Kies uw land/taal→ Verdelers & service

De meest recente versie van alle handleidingen kan ook gedownload worden op de DHOLLANDIA website www.dhollandia.com → Downloads → Gebruikshandleidingen → … selecteer de gewenste handleiding

Let op de volgende belangrijke disclaimers:

DISCLAIMERS

DHOLLANDIA wijst alle aansprakelijkheid af voor enig persoonlijk letsel, de dood of materiële schade ten gevolge van het

gebruik van een laadklep waarvan het oorspronkelijke ontwerp gewijzigd werd zonder de uitdrukkelijke schriftelijke

toestemming van de fabrikant.

DHOLLANDIA wijst alle aansprakelijkheid af voor enig persoonlijk letsel, de dood of materiële schade ten gevolge van het

gebruik van wisselstukken van vreemde oorsprong voor het onderhoud of de herstelling van de laadklep.

DHOLLANDIA wijst alle aansprakelijkheid af voor enig persoonlijk letsel, de dood of materiële schade ten gevolge van een

verkeerd gebruik van de laadklep.

DHOLLANDIA wijst alle aansprakelijkheid af voor enig persoonlijk letsel, de dood of materiële schade ten gevolge van

overbelasting of een incorrecte belading van het platform of het niet respecteren van het maximale nominale hefvermogen

en de toepasselijke gewichtsdiagrammen.

Er zijn geen garanties, expliciet noch impliciet, waaronder de garantie van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald

doel, die verder gaan dan wat bepaald wordt in deze handleiding.

Page 5: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

4 DHOLLANDIA

3 ALGEMENE INLEIDING

Deze GEBRUIKSHANDLEIDING legt uit hoe de DHOLLANDIA-laadklep vervaardigd wordt, welke veiligheidsinrichtingen in het

ontwerp geïntegreerd worden en hoe men de laadklep kan gebruiken op een correcte manier, die de integriteit van het toestel

bewaart gedurende de beoogde levensduur en bijdraagt tot een optimale veiligheid van de bediener en eventuele omstanders.

De (afzonderlijke) ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSHANDLEIDING legt uit hoe men de laadklep op een correcte manier kan

onderhouden en herstellen zodat een optimale veiligheid van de bediener en eventuele omstanders en de betrouwbaarheid van

de laadklep gedurende de beoogde levensduur gegarandeerd worden.

Het (afzonderlijke) CE-IDENTIFICATIE- EN INSPECTIEHANDBOEK bevat het serienummer, de CE-Conformiteitsverklaring, de

Montageverklaring die door de monteur van de laadklep ingevuld moet worden en een overzicht van de wettelijke verplichtingen

van de eigenaar op het vlak van periodieke controles en certificering.

De handleidingen moeten te allen tijde bij de laadklep bewaard worden ter referentie van de bedieners en het personeel van de

technische dienst.

4 BEOOGD GEBRUIK

DHOLLANDIA laadkleppen zijn ontworpen om geïnstalleerd te worden op bedrijfsvoertuigen (vrachtwagens, aanhangwagens en

opleggers) en mogen uitsluitend gebruikt worden voor het laden en lossen van de goederen die met het dragende voertuig vervoerd

worden, binnen de grenzen van de maximale gewichtsdiagrammen en in overeenstemming met de bedieningsinstructies en de

veiligheidsvoorschriften beschreven in deze handleiding.

WAARSCHUWING

Een ongepast gebruik van de laadklep stelt de bediener en anderen bloot aan een groot risico op ernstig letsel of de dood.

Daarom is het gebruik van de laadklep beperkt tot bekwame bedieners die de juiste opleiding gekregen hebben en de volledige

inhoud van deze handleiding kennen en begrijpen.

Ongeoorloofde wijzigingen aan de laadklep kunnen de bediener en anderen blootstellen aan een groot risico op ernstig letsel

of de dood. Daarom is het ten strengste verboden om de laadklep en zijn veiligheidsinrichtingen op enige manier te wijzigen.

Het gebruik van wisselstukken van vreemde oorsprong voor de herstelling of het onderhoud van de laadklep is ten strengste

verboden en kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener of eventuele omstanders.

WAARSCHUWING

Een ongepast gebruik van de laadklep stelt de bediener en omstanders bloot aan een groot risico op ernstig letsel of de dood.

Daarom is het strikt verboden om de laadklep te gebruiken op een andere manier of voor een ander doel dan diegene

beschreven in de gebruikshandleiding.

De laadklep mag NOOIT gebruikt worden als een verhoogd werkplatform, om ladingen te duwen, om andere mensen te

vervoeren dan de bediener van de laadklep of om sneeuw of ander puin te verplaatsen.

De laadklep mag NOOIT gebruikt worden als een rolstoellift.

DHOLLANDIA wijst alle aansprakelijkheid af voor enig persoonlijk letsel en/of materiële schade ten gevolge van verkeerd

gebruik.

Page 6: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

5 DHOLLANDIA

5 IDENTIFICATIE

Elke DHOLLANDIA laadklep wordt geïdentificeerd door en

gemerkt met een uniek serienummer dat bestaat uit 8

cijfers (met of zonder spatie tussen de eerste en de laatste 4

cijfers). Gebruik dit nummer voor alle inlichtingen over een

specifieke laadklep of om onderdelen te bestellen.

Behalve het type en het serienummer van de laadklep,

verschaffen de verschillende etiketten met het serienummer

bijkomende informatie, zoals: het maximale nominale

hefvermogen en de gewichtsdiagrammen, het certificaat-

nummer van de bumper, de fabricagedatum enz.

Deze etiketten worden normaal gesproken op de

voertuigcarrosserie en op verschillende onderdelen van de

laadklep aangebracht en kunnen op de volgende plaatsen

teruggevonden worden (de gele pijlen duiden de

serienummers aan):

Op de buitenbedieningskast Op het laadklepframe Op de hydraulische cilinders

Op het platform In de hydraulische groep

6 BESCHRIJVING EN LAADKLEPTERMINOLOGIE

6.1 ALGEMEEN

DHOLLANDIA-laadkleppen worden ontwikkeld en vervaardigd met de allernieuwste technologie, materialen en onderdelen van

hoge kwaliteit en uitstekend vakmanschap. Ze voldoen aan de Europese CE-veiligheidsreglementering vermeld in de

Conformiteitsverklaring die bij elke laadklep afgegeven wordt (tenzij anders overeengekomen voor laadkleppen die buiten de EG

geëxporteerd worden).

De DH-L…-serie omvat een aantal laadkleppen die ontworpen zijn voor een breed gamma van kleine bestelwagens,

vrachtwagens, aanhangwagens en opleggers en is beschikbaar met hefvermogens die gaan van 300 tot 9.000 kg.

In de rijpositie wordt het platform van de laadklep verticaal weggeborgen achter de voertuigcarrosserie. Voor het gebruik wordt

het platform geopend over een hoek van 90 graden van de verticale rijpositie naar een horizontale werkpositie.

Voornaamste details en terminologie: zie volgende pagina.

Aangebracht aan de zijkant van de voertuigcarrosserie of

op het platform

Page 7: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

6 DHOLLANDIA

LAADKLEPTERMINOLOGIE

Zie onderstaande figuur voor de onderdelen die overeenstemmen met de nummers in deze tabel

# Beschrijving

1 Laadklepframe: gemonteerd in een vaste positie onder het chassis van het voertuig. Het draagt het platform en zijn lading

via verbinding met de hefarmen en hydraulische cilinders.

2 Montageplaten: gebruikt om het laadklepframe op het chassis van het voertuig te monteren.

3 Platform: draagt de lading tijdens het laden/lossen, stijgen/dalen. Vervaardigd uit staal of lichtgewicht aluminium en met een

anti-slip werkoppervlak. Uitgerust met synthetische rollen om slijtage bij bodemcontact te vermijden.

4 Liftarmen L+R: bediend door de hydraulische hefcilinders, gebruikt om het platform en zijn lading te doen STIJGEN/DALEN.

5 Hefcilinders L+R: 1 of 2 hydraulische cilinders, gebruikt om de liftarmen, het platform en zijn lading te doen

STIJGEN/DALEN.

6 Sluitcilinders L+R: 1 of 2 hydraulische cilinders, gebruikt om het platform te OPENEN/SLUITEN of om de hoek aan te

passen bij opening in werkpositie.

7 Hydraulische groep: bevat de elektromotor die de hydraulische pomp aanstuurt, de olietank en de stuurventielen.

8 Buitenbedieningskast: gemonteerd in een vaste positie aan de zijkant van het voertuig, onder de carrosserie. Bevat de

elektrische schakelaars die de bediener toelaten alle functies van de laadklep uit te voeren: OPENEN - DALEN - STIJGEN -

SLUITEN.

9 Bumper: bescherming aan de achterzijde tegen klemrijden.

10 Lastzwaartepunt: punt tot waar het maximale nominale hefvermogen van de laadklep geldig is. Voorbij dit punt neemt de

maximale toegelaten belasting af volgens de toepasselijke gewichtsdiagrammen in hoofdstuk 8 op pagina 25 van deze

handleiding.

Page 8: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

7 DHOLLANDIA

6.2 VEILIGHEIDSINRICHTINGEN

DHOLLANDIA-laadkleppen zijn uitgerust met meerdere veiligheidsinrichtingen om er zeker van te zijn dat bij het laden en lossen van

goederen de veiligheid van de bediener en eventuele omstanders en van de lading zelf optimaal gegarandeerd wordt. De volgende

veiligheidsinrichtingen maken deel uit van of worden aanbevolen voor de meeste laadkleppen:

Elektrische veiligheidsventielen gemonteerd op alle cilinders

[standaard]. De veiligheidsventielen sluiten de olie in de hydraulische

cilinders af zolang ze niet in werking gesteld worden via de elektrische

bedieningen. Het doel is om het platform tijdens het rijden vast te zetten

in de rijpositie of in een andere vaste positie in geval van een defecte

hydraulische leiding (zodra de elektrische bedieningen losgelaten

worden).

De DHOLLANDIA-veiligheidsventielen zijn uitgerust met een

handmatige noodbediening, die de bediener of hersteller toelaat het

ventiel handmatig te openen in geval van een elektrische storing (zie

ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSHANDLEIDING).

Mechanisch(e) platformslot(en) [optioneel]. DHOLLANDIA biedt (een)

mechanisch(e) platformslot(en) aan als optie om het platform verder te

beveiligen in de rijpositie in het geval van een ongewild verlies van

hydraulische druk.

Het gebruik van een platformslot is een goede en veilige praktijk in het

algemeen. Afhankelijk van het laadvermogen van het voertuig en het

type laadklep kunnen extra sloten verplicht zijn om te voldoen aan de

CE-voorschriften met betrekking tot het vastzetten van ladingen

EN12195 en EN12642-XL. Contacteer DHOLLANDIA voor verder

advies.

Overdrukventiel [standaard]. Een in de hydraulische groep geïntegreerde veiligheidsinrichting die de fabrikant en de monteur

van de laadklep toelaat om het reële hefvermogen van de laadklep te beperken tot het maximale nominale hefvermogen van de

verkochte laadklep en deze te beschermen tegen overbelasting tijdens het STIJGEN.

Druk-compenserend afremventiel [standaard]. Er zijn afremventielen in de hydraulische circuits geïntegreerd om ervoor te

zorgen dat het platform daalt aan een veilige snelheid, zowel wanneer het leeg is als met een volledige lading.

Aanduiding van het lastzwaartepunt [standaard]. Laadkleppen

worden niet ontworpen om gewichten te doen STIJGEN/DALEN die

overeenstemmen met hun maximale nominale hefvermogen over het

gehele oppervlak van het platform. Het maximale nominale

hefvermogen is enkel geldig op een bepaalde afstand of

"lastzwaartepunt" achter de voertuigcarrosserie. Voorbij dit punt, dat op

het platform aangegeven wordt, neemt de maximale toegelaten

belasting af volgens de gewichtsdiagrammen die met de laadklep

meegeleverd worden. Zie ook hoofdstuk 8 voor de gewichtsdiagrammen

en correcte laadprocedures.

2-hands buitenbedieningskast [standaard]. Op de buitenbedienings-

kast die gemonteerd is in een vaste positie aan de zijkant van het

voertuig worden alle functies aangestuurd door middel van een

bedieningsschakelaar en een veiligheidsschakelaar. Het verplichte

gebruik van 2 handen om de verschillende laadklepfuncties te activeren

beschermt de bediener tegen het verpletteren van zijn hoofd, ledematen

of bovenlichaam tussen het platform en het achterkader van de

voertuigcarrosserie tijdens het STIJGEN of SLUITEN.

Page 9: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

8 DHOLLANDIA

In/uit-schakelaar voor de laadklep [min. 1 verplicht]. Afhankelijk van de

configuratie wordt de stroom naar de laadklep in-/uitgeschakeld door middel

van:

1. Een cabineschakelaar (voorzien door de vrachtwagenfabrikant of

DHOLLANDIA [optie OAE503.2]). Deze schakelaar laat de bediener toe

de stuurstroom naar de buitenbedieningskast in/uit te schakelen. Indien

uitgerust met een positiesensor [optie OAE502] wordt er ook een

signaal gegeven of het platform in de rijpositie opgeborgen wordt of

open blijft staan.

2. Een hoofdstroomschakelaar geïntegreerd in de buitenbedieningskast

[optioneel]. Deze schakelaar laat de bediener toe de hoofdstroom naar

de laadklep in/uit te schakelen. Indien aanwezig MOET de bediener de

hoofdstroomschakelaar uitschakelen na elk gebruik van de laadklep.

3. Een combinatie van beide.

Zekeringen [standaard]. Een zekering van 15A voor het elektrische bedieningscircuit is voorgemonteerd in de hydraulische groep

en in de buitenbedieningskast (bij de meeste types). Een zekering van 150-250A voor het hoofdstroomcircuit wordt geleverd door

de vrachtwagenfabrikant of door DHOLLANDIA. Beide zekeringen beschermen het elektrische circuit tegen kortsluitingen en

stroompieken.

Bescherming van tenen en voeten tegen verplettering en afsnijden

[min. 1 verplicht]. De norm EN1756-1 voor laadkleppen en de

montagehandleidingen van DHOLLANDIA bieden een aantal oplossingen

om te voorkomen dat de tenen of voeten van de bediener gekneld raken

tussen de voorste rand van het stijgende platform en de dwarsbalk aan de

achterkant van de laadvloer. Er dient minstens 1 oplossing, besteld bij

DHOLLANDIA of geïntegreerd tijdens de montage, voorzien te worden.

Consulteer de laatste versie van de montagehandleiding FIT-ELEC-

OPTION. Contacteer DHOLLANDIA in geval van twijfel. Zie

contactinformatie op pagina 3.

Voetbediening [optioneel]. Zie ook vorig punt. Op het platform

gemonteerde voetbedieningen (met 2 of 4 knoppen) immobiliseren de

voeten van de bediener in een veilige positie op het platform en

beschermen hem tegen het gekneld raken van zijn tenen of voeten tussen

de voorste rand van het stijgende platform en de dwarsbalk aan de

achterkant van de laadvloer.

Rolstops en afrolbeveiligingen [optioneel]. Indien een platform bedoeld

is voor het doen STIJGEN en DALEN van ladingen die niet door hun

intrinsiek ontwerp of transportwijze geremd of vastgezet kunnen worden,

MOET het platform uitgerust zijn met rolstops die voorkomen dat de lading

per ongeluk van het platform rolt en de bediener of eventuele omstanders

raakt. DHOLLANDIA biedt een brede waaier van rolstops die in de buurt

van de achterste rand van het platform of op tussenafstanden gemonteerd

kunnen worden.

Page 10: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

9 DHOLLANDIA

Zichtbaarheid van het geopende platform [min. 1 verplicht]. Elk platform dat uitsteekt buiten de randen van het voertuig MOET

duidelijk zichtbaar zijn vanuit alle benaderingsrichtingen, zowel bij daglicht als 's nachts. Controleer alle toepasselijke nationale

en lokale voorschriften, want deze kunnen zeer streng zijn wat betreft de toepassing, de afmetingen en het type van het gebruikte

middel. De zichtbaarheid van het platform kan geoptimaliseerd worden door middel van:

1. Reflecterende tape aangebracht aan de zijkanten van het

platform [standaard] tijdens de montage

2. Platformvlaggen [optie OAT020 - 023], gemonteerd aan de

onderkant van het platform in de buurt van de achterste rand van

het platform

3. Bi-directionele knipperende platformlichten [optie OAE200],

gemonteerd op het platformoppervlak in de buurt van de achterste

rand van het platform

4. Waarschuwingskegels (2 of 4) [overal beschikbaar] die rond de

werkzone van het platform geplaatst worden

5. Een combinatie van 2 of meer van deze middelen. De efficiëntie

van de verschillende hierboven beschreven middelen varieert

naargelang de benaderingsrichting en de lichtomstandigheden

(bv. fel zonlicht tegenover nachtelijk donker). DHOLLANDIA

beveelt een combinatie van 2 of 3 middelen sterk aan om alle

omstandigheden te dekken.

Veiligheidshekken [optioneel]. Veiligheidshekken MOETEN

gemonteerd worden bij alle toepassingen waar er een aanzienlijk risico

bestaat dat de bediener van het platform zou kunnen vallen en ernstige

lichamelijke schade oplopen. Boven een hefhoogte van 2 m zijn ze

verplicht. Veiligheidshekken kunnen tijdens de initiële bestelling samen

met de laadklep aangekocht worden of later aangekocht en op de

laadklep gemonteerd worden. Ze zijn beschikbaar in een breed gamma

van verschillende uitvoeringen om aan de specifieke noden van vele

toepassingen te beantwoorden. Contacteer uw nationale DHOLLANDIA

verdeler voor meer informatie. Zie contactinformatie op pagina 3.

Stickers [standaard]. De laadkleppen worden geleverd met een aantal

instructiestickers, gewichtsdiagrammen en veiligheidsstickers, waarvan

de meeste tijdens de montage op de voertuigcarrosserie aangebracht

moeten worden. Deze stickers moeten altijd schoon en leesbaar

gehouden worden en telkens wanneer nodig vervangen worden.

Page 11: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

10 DHOLLANDIA

7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE LAADKLEP

7.1 GEBRUIK DE LAADKLEP NIET ZONDER PASSENDE VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSOPLEIDING

DHOLLANDIA-laadkleppen mogen uitsluitend gebruikt worden voor het laden en lossen van de goederen die met het dragende

voertuig vervoerd worden, binnen de grenzen van de toepasselijke gewichtsdiagramma en in overeenstemming met de

bedieningsinstructies en de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding.

De bediener dient alle andere richtlijnen en procedures na te leven die op zijn werksituatie van toepassing zijn, waaronder de

regelgeving met betrekking tot gezondheid en veiligheid, het verkeersreglement en de procedures van het bedrijf. De bediener

mag de laadklep niet gebruiken indien hij/zij dit niet kan doen in overeenstemming met alle toepasselijke regels en instructies.

De bediener dient minstens 18 jaar oud te zijn.

7.2 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

WAARSCHUWING

Om ernstig lichamelijk letsel of de dood te vermijden, moet de bediener gepaste werkkledij dragen. Draag NOOIT loszittende

kledij die in de bewegende delen van de laadklep verstrengeld zou kunnen raken. Draag ALTIJD professionele

veiligheidsschoenen met een versterkte neus, veiligheidshandschoenen en oogbescherming. Het gebruik van een helm wordt

aanbevolen.

Uitglijden (en vallen) kunnen leiden tot een ernstig lichamelijk letsel en de dood. Om letsel door uitglijden te voorkomen:

o Draag ALTIJD professionele veiligheidsschoenen met een versterkte neus en een goede antislip zool

o Gebruik de laadklep NIET wanneer deze bedekt is met sneeuw, modder, vuil, puin, vloeistoffen of andere

stoffen.

o Loop NIET op het platform.

Struikelen (en vallen) kunnen leiden tot een ernstig lichamelijk letsel en de dood. Om letsel door struikelen te voorkomen:

o Gebruik het platform van de laadklep NIET als trap. Laat de laadklep NOOIT onbewaakt achter in een

gedeeltelijk geopende stand.

o Let steeds op uitstekende voorwerpen op het platformoppervlak (bv. platformlichten, rolstops voor karren en

de hendels daarvan, vreemde voorwerpen enz.).

o Loop NIET op het platform.

Vallen van het platform kan leiden tot een ernstig lichamelijk letsel en de dood. Om letsel door vallen te voorkomen:

o Zorg ervoor dat u stevig staat en hou vast aan 3 contactpunten. Zie 7.4 op pagina 17.

o Gebruik waar mogelijk een veiligheidshek. Zie 7.4 op pagina 17.

o Verplaats het voertuig NOOIT terwijl er iemand op het platform staat of zich binnenin het voertuig bevindt.

o Gebruik het platform NOOIT als een verhoogd werkplatform.

WAARSCHUWING

Een ongepast gebruik van de laadklep stelt de bediener en anderen bloot aan een groot risico op ernstig letsel of de dood.

Om het risico op ernstig lichamelijk letsel voor de bediener en eventuele omstanders te beperken, is het gebruik van de laadklep beperkt tot bekwame bedieners die de juiste opleiding gekregen hebben en de volledige inhoud van deze handleiding kennen en begrijpen.

Om het risico op een ernstig lichamelijk letsel of de dood te beperken, DIENT DE BEDIENER ALLE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN WAARSCHUWINGSTEKENS IN DIT HOOFDSTUK EN IN DE VOLLEDIGE HANDLEIDING NA TE LEVEN voor en tijdens het gebruik van de laadklep.

Page 12: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

11 DHOLLANDIA

WAARSCHUWING

Voordat men de laadklep gebruikt, moet het voertuig eerst veilig geparkeerd staan op een vlakke, stevige ondergrond en

moeten de parkeerrem geactiveerd en de motor uitgeschakeld zijn. Vergrendel de achterdeuren in de open stand en maak alle

andere bewegende delen van de voertuigcarrosserie vast. De niet-naleving van deze instructies kan leiden tot ernstig

lichamelijk letsel of de dood van de bediener of omstanders.

Verzeker u ervan dat het voertuig niet kan kantelen wanneer u een zware lading op het platform plaatst. Indien het voertuig of

de laadklep uitgerust is met mechanische of hydraulische steunvoeten, breng deze dan in positie voordat u het platform opent.

Zorg ervoor dat de steunvoeten op een stevige, vlakke ondergrond geplaatst worden. Bij een zachte ondergrond (zand, grind

…), moeten massieve steunblokken gebruikt worden onder de steunvoeten. De niet-naleving van deze instructies kan leiden

tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener of omstanders.

Om het risico op ernstig lichamelijk letsel en de dood dat

voortvloeit uit de aanwezigheid van andere geparkeerde

voertuigen te beperken, dient u zich er ALTIJD van te

verzekeren dat er een veiligheidsafstand van 5 m vrijgelaten

wordt tussen de achterkant van de vrachtwagen en het

volgende voertuig.

Om het risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood te

beperken, dient u zich er ALTIJD van te verzekeren dat het

platform duidelijk zichtbaar is voor andere personen vanuit alle

naderingsrichtingen. DHOLLANDIA beveelt het gebruik aan

van 4 waarschuwingskegels die rond de werkzone van het

platform geplaatst worden. [Zie onderstaande opmerking.]

Om het risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood te

beperken, dient u zich ervan te verzekeren dat de werkzone

voldoende is verlicht.

OPMERKING

DHOLLANDIA biedt optioneel op het platform gemonteerde knipperlichten en vlaggen aan om het platform beter zichtbaar te maken

voor andere mensen. Bezoek www.dhollandia.com of contacteer de nationale DHOLLANDIA-verdeler voor meer informatie. Zie

contactinformatie op pagina 3.

Page 13: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

12 DHOLLANDIA

WAARSCHUWING

Wanneer er in- of uitgeladen wordt aan een laadkade. Zorg ervoor dat geen

muur geraakt wordt met de carrosserie/laadklep. Het niet naleven van deze

instructies kan leiden tot materiële schade of serieuze fysieke verwonding

bij de bediener van de laadklep of bij omstanders.

Controleer voordat u het mechanische platformslot (indien beschikbaar)

ontgrendelt en de laadklep gebruikt, of de laadklep op een veilige manier

gebruikt kan worden. Neem voorzorgsmaatregelen om uw eigen veiligheid

en de veiligheid van omstanders of andere verkeersdeelnemers te

verzekeren. Verwijder alle voorwerpen die de beweging van de laadklep

zouden kunnen hinderen uit de werkzone. De niet-naleving van deze

instructies kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van de

bediener of omstanders.

Inspecteer de laadklep voor elk gebruik. Gebruik de laadklep NIET indien er onveilige omstandigheden zijn of er ongewone

geluiden of bewegingen opgemerkt worden. Contacteer in dat geval een erkende DHOLLANDIA-servicepartner voor

herstelling. Gelieve de procedures voor de "inspectie voor gebruik" te consulteren in 7.6 op pagina 22.

Lees alle waarschuwingsstickers, pictogrammen en instructies die op de laadklep aangebracht zijn en leef deze na. De niet-

naleving van waarschuwingen en instructies kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood.

De laadklep mag niet gebruikt worden indien de bediener onder invloed, gehinderd of afgeleid is. Gebruik NOOIT een telefoon

of mobiel toestel terwijl u de laadklep bedient.

De laadklep mag enkel via originele bedieningskasten bediend worden. Het bedienen van de laadklep via niet-geautoriseerde

bedieningskasten verhoogt het risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener of eventuele omstanders.

Beperk de bediening van de laadklep tot één enkele bediener. De bediening van de laadklep door meer dan één bediener

tegelijk kan leiden tot verwarring en het risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood verhogen.

Om te voorkomen dat mensen geraakt worden door het platform of door voorwerpen die van het platform vallen of dat ze

gekneld raken in de knelzone tussen bewegende delen van de laadklep:

Behoud steeds de visuele controle van de volledige werkzone van de laadklep en het platform, ook van de

zone ONMIDDELLIJK ACHTER en ONDER het platform.

Laat NIET toe dat andere mensen in de buurt van de laadklep en het platform staan. ZORG ER ALTIJD

VOOR DAT ER NIEMAND ONDER OF BINNEN HET BEREIK VAN HET BEWEGENDE PLATFORM

STAAT.

Wanneer u de lading vanuit het voertuig op het platform laadt, duw

de lading dan ALTIJD naar buiten zodat ze u niet kan raken. Trek

de lading NOOIT vanuit het voertuig op het platform. De lading uit

het voertuig trekken kan leiden tot een val van het platform, met een

ernstig letsel of de dood tot gevolg.

Indien de lading te ver naar buiten geduwd wordt, kan ze van het

platform vallen en een ernstig lichamelijk letsel of de dood van

andere mensen veroorzaken. Activeer de rolstops voordat u de

lading naar buiten duwt. Indien deze niet voorzien zijn, duw de

lading dan traag naar buiten terwijl u steeds de achterste rand van

het platform in het oog houdt.

Page 14: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

13 DHOLLANDIA

WAARSCHUWING

Voor ladingen op wielen: activeer de wielblokkering

van rolkarren of machines (indien beschikbaar)

voordat u de laadklep bedient.

De lading moet ALTIJD vastgemaakt zijn tijdens het

stijgen of dalen van de laadklep zodat ze niet kan

verschuiven en van het platform rollen. Het niet

vastmaken van de lading verhoogt het risico op

ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener

of eventuele omstanders.

Wanneer u een transpalletwagen gebruikt, laat de

pallet of de lading dan naar beneden op het

platformoppervlak zakken voordat u de laadklep

bedient.

Voor ladingen die kunnen wegglijden is het gebruik van originele DHOLLANDIA-rolstops of een andere geschikte beveiliging

(bv. spanband) vereist. De lading mag niet kunnen bewegen tijdens de beweging van het platform. Zie 9.8 op pagina 42 voor

het correct gebruik van originele DHOLLANDIA rolstops.

Laat de laadklep NOOIT onbewaakt achter in een geopende stand. Voordat u het voertuig onbewaakt achterlaat, dient u de

deuren van het voertuig te sluiten, het platform in de rijpositie op te bergen en de hoofdstroomschakelaar in de

buitenbedieningskast (indien aanwezig) of de cabineschakelaar UIT te schakelen. Het onbewaakt achterlaten van de laadklep

in een geopende stand kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van nietsvermoedende omstanders. Zie 9.6 op

pagina 37 voor instructies voor het correct opbergen van het platform in de rijpositie.

Verplaats het voertuig NOOIT met de laadklep in de geopende stand, tenzij deze instructie zou kunnen leiden tot andere

aanzienlijke risico's. Sluit en vergrendel ALTIJD de deuren van het voertuig, berg de laadklep op in de rijpositie en schakel

de hoofdstroomschakelaar in de buitenbedieningskast (indien aanwezig) of de cabineschakelaar UIT voordat u het voertuig

verplaatst. Indien aanwezig, sluit het mechanische platformslot nadat u het platform opgeborgen hebt in de rijpositie. Het niet

correct opbergen van de laadklep in de rijpositie alvorens het voertuig te verplaatsen, kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel

of de dood.

Uitzondering: manoeuvres om een voertuig achteruit in of uit een laadkade te rijden zijn uitgesloten van het voorgaande

verbod. Er wordt sterk aanbevolen dat wagenparkbeheerders een specifieke risicoanalyse uitvoeren van de site en

overeenkomstige instructies geven aan hun chauffeurs. Wanneer aanvaard door uw Preventiedienst voor specifieke sites of

toepassingen, moeten manoeuvres met een open platform overzien worden door een supervisor of gecontroleerd worden via

andere middelen, zoals een achteruitrijcamera en een systeem met sensoren.

Het gebruik van de laadklep in de buurt van verkeer kan leiden tot een ernstig lichamelijk letsel of de dood door een aanrijding

door een ander voertuig. Wanneer u de laadklep bedient in of in de buurt van een straat of parkeerplaats, zorg er dan voor

dat u afstand houdt van het verkeer. Zorg er ALTIJD voor dat u voor andere chauffeurs duidelijk aangeeft dat de laadklep in

gebruik is. Dhollandia beveelt het gebruik van waarschuwingskegels aan om voor chauffeurs duidelijk aan te geven dat de

laadklep in gebruik is. Draag werkkledij in duidelijk zichtbare kleuren en een reflecterend veiligheidshesje wanneer u de

laadklep bedient in de buurt van verkeer.

Laat de laadklep NIET stijgen wanneer de achterste deuren gedeeltelijk geopend zijn. Dit kan de deuren of het platform van

de laadklep beschadigden en leiden tot een ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener of omstanders.

Het belangrijkste is dat u bij de bediening van de laadklep uw GEZOND VERSTAND GEBRUIKT. Gebruik de laadklep NIET

voordat u de inhoud van deze handleiding volledig gelezen en begrepen hebt. Een incorrect gebruik van de laadklep verhoogt

het risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener en omstanders.

Page 15: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

14 DHOLLANDIA

OPMERKINGEN

De belangrijkste veiligheids- en bedieningsinstructies worden samengevat in een productvideo

die online bekeken kan worden op:

http://www.dhollandia.com/uservideo/LM-EUR EN-2017-01

Zorg ervoor dat u deze instructies doorneemt voordat u de overeenkomstige DHOLLANDIA-

laadklep bedient.

OPMERKINGEN

De veiligheidsvoorschriften in deze handleiding worden opgesteld met een gemiddeld, normaal gebruik van de laadklep in

gedachten.

Voor specifieke toepassingen of werkomstandigheden kunnen andere instructies gepast zijn om een hoger veiligheidsniveau

te bereiken. Indien er contra-indicaties bestaan, moet er een formele risicoanalyse uitgevoerd worden door de Preventiedienst

van de klant en moeten er veilige werkprocedures voor chauffeurs en bedieners gepubliceerd worden.

Page 16: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

15 DHOLLANDIA

7.3 GEVARENZONE, RISICO OP LETSELS DOOR KLEMMING EN AFSNIJDEN

Er zijn 4 gevarenzones op en rond het platform die gevaarlijk kunnen zijn voor de operator of andere personen:

WAARSCHUWING

Wanneer men geraakt wordt door het

platform of de bewegende delen van de

laadklep kan dit leiden tot een ernstig

lichamelijk letsel of de dood. Om te

voorkomen dat mensen geraakt worden

door het platform of door voorwerpen die

van het platform vallen of dat ze gekneld

raken tussen bewegende delen van de

laadklep:

Behoud steeds de visuele controle van

de volledige werkzone van de laadklep,

ook van de zone onmiddellijk achter en

onder het platform;

Laat NIET toe dat andere mensen in de

buurt van de laadklep en het platform

staan. Zorg er altijd voor dat er niemand

onder of binnen het bereik van het

bewegende platform en zijn lading

staat.

WAARSCHUWING

Het doen dalen van een leeg of beladen

platform op iemands voeten kan leiden tot

een ernstig lichamelijk letsel. Om te

voorkomen dat iemands voeten klemraken,

verpletterd of afgesneden worden door het

dalende platform:

Behoud steeds de visuele controle van

de volledige werkzone van de laadklep,

ook van de zone onmiddellijk achter en

onder het platform;

Sta, wanneer u de laadklep bedient

vanop de grond, ALTIJD aan de zijkant

van het voertuig, op een veilige afstand

van minimum 50 cm van het

bewegende platform.

Correcte werkpositie

Gevarenzone

1. Blijf ALTIJD buiten het bewegingsbereik

van het platform

2. Pas op voor de knelzone tussen het

dalende platform en de grond

Page 17: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

16 DHOLLANDIA

WAARSCHUWING

Wanneer de bediener zich in de zone tussen

het sluitende platform en het achterkader

van het voertuig begeeft met zijn hoofd,

bovenlichaam of ledematen, kunnen

uitstekende lichaamsdelen geraakt worden,

klemraken, afgesneden of verpletterd

worden door het sluitende platform. Dit kan

leiden tot een ernstig lichamelijk letsel of de

dood.

Sta daarom, wanneer u het platform in de

rijpositie opbergt, ALTIJD met beide voeten

op de grond op een vrije, veilige werkpositie

aan de zijkant van het voertuig en houd uw

hoofd, ledematen en bovenlichaam ALTIJD

weg van de gevaarlijke zone tussen het

platform en het achterkader van het voertuig.

Reik NOOIT over of door het platform en de

bewegende delen van de laadklep terwijl u

probeert de laadklep te bedienen. Houd uw

hoofd, ledematen en lichaam ALTIJD weg

van de bewegende delen van het platform en

van andere punten waar er knelgevaar

bestaat.

WAARSCHUWING

Indien de bediener op het platform dicht bij

de voorste rand van het platform staat,

kunnen uitstekende tenen klemraken,

verpletterd of afgesneden worden tussen het

stijgende platform en de achterbalk of de

laadvloer. Dit kan leiden tot een ernstig

lichamelijk letsel.

Sta daarom, wanneer u de laadklep bedient

vanuit een positie op het platform, ALTIJD op

een veilige afstand van minimum 25 cm van

de voorste rand van het platform.

Reik NOOIT over of door het platform en de

bewegende delen van de laadklep terwijl u

probeert de laadklep te bedienen. Houd uw

hoofd, ledematen en lichaam ALTIJD weg

van de bewegende delen van het platform en

van andere punten waar er knelgevaar

bestaat.

4. Pas op voor de knelzone tussen het

sluitende platform en het achterkader van het

voertuig

3. Pas op voor de knelzone tussen het

stijgende platform en de laadvloer

Page 18: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

17 DHOLLANDIA

WAARSCHUWING

De bediener of andere personen die te dicht bij deze gevarenzones komen, riskeren een ernstig lichamelijk letsel of de dood door het gekneld raken, verpletterd of afgesneden worden van ledematen, bovenlichaam of hoofd. Om deze gevaren te voorkomen:

Sta ALTIJD buiten het bewegingsbereik van het platform en de bewegende delen van de laadklep;

Houd uw handen, voeten en bovenlichaam weg van de punten waar er knelgevaar bestaat en van de bewegende delen van de laadklep;

Laat NIET toe dat andere mensen in de buurt van de laadklep en het platform staan.

7.4 VEILIGE WERKPOSITIE

De instructies met betrekking tot de veilige werkpositie hebben tot doel

ervoor te zorgen dat de bediener op een veilige plaats staat voor en

tijdens de bediening van de laadklep en hem te beschermen tegen de

risico's van klemraken en afsnijden zoals beschreven in het

voorgaande hoofdstuk 7.3.

Buitenbedieningskast: de zone onmiddellijk voor de aan de zijkant

gemonteerde, buitenbedieningskast, verplicht uitgerust met 2-hands

bediening, is de enige plaats van waaruit de bediener het platform

veilig kan OPENEN en SLUITEN. Het is ook veilig om het platform te

doen DALEN en STIJGEN vanuit deze positie.

WAARSCHUWING

Sta ALTIJD met beide voeten op

een veilige werkpositie op de grond

aan de zijkant van de laadbak bij het

bedienen van de buitenbediening

(zie ook 7.3 vanaf blz. 15) of de

platformvergrendeling. Bedien de

buitenbediening of de

platformvergrendeling NOOIT van

een hoger gelegen positie, zoals

vanop het platform of vanop een

laadkade.

Reik met het hoofd of de ledematen

NOOIT over of tussen het platform

en de bewegende delen van de

laadklep wanneer u deze probeert te

bedienen. Hou hoofd, ledematen en

lichaam ALTIJD op veilige afstand

van het bewegende platform en

andere knelpunten.

Page 19: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

18 DHOLLANDIA

Extra bedieningen: de bediener kan het platform ook doen DALEN

en STIJGEN via het gebruik van extra bedieningen. De bediener moet

uiterst voorzichtig zijn wanneer hij het platform doet dalen of stijgen

met behulp van de extra bedieningen en zich ervan verzekeren dat dit

gedaan wordt vanop een veilige positie. Het gebruik van extra

bedieningen vanop een niet geschikte positie verhoogt aanzienlijk het

risico dat de bediener loopt op het klemraken en afsnijden van tenen,

ledematen, hoofd en bovenlichaam en op de dood.

De bediener kan het platform doen DALEN en STIJGEN via het

gebruik van een op het platform gemonteerde voetbediening

(optioneel), waarmee beide voeten van de bediener op een vooraf

bepaalde plaats op het platform vastgezet worden. De bediener moet

uiterst voorzichtig zijn wanneer hij een op het platform gemonteerde

voetbediening gebruikt zodat hij niet van het platform valt. Hou ALTIJD

vast aan 3 contactpunten (zie volgende pagina).

Draagbare extra bedieningen met een spiraalkabel mogen enkel onder de volgende voorwaarden gebruikt worden (1):

(1) Opmerking: de CE-norm EN1756-1 suggereert een aantal andere, minder gebruikelijke oplossingen die voldoende bescherming bieden tegen

het verpletteren en afsnijden van tenen en voeten, zoals een scharnierende voetbeschermer of een stroomonderbreker. Consulteer de meest

recente uitgave van de montagevoorschriften van DHOLLANDIA FIT-ELEC-OPTION of contacteer uw nationale DHOLLANDIA-verdeler voor meer

informatie.

Op het platform, vanaf een veilige

werkpositie van minimum 40 cm x 40

cm, die op een duidelijke en

permanente manier gemarkeerd is op

minimum 25 cm afstand van de

gevarenzone tussen het platform en de

achterkant van de laadvloer. Hou vast

aan 3 contactpunten (zie boven).

Binnenin het voertuig, vanaf een

veilige werkpositie van minimum 40 cm

x 40 cm die op een duidelijke en

permanente manier gemarkeerd is op

minimum 25 cm afstand van de

gevarenzone tussen het platform en de

achterkant van de laadvloer.

Op de grond, vanaf een veilige

werkpositie die minimum 50 cm

verwijderd is van de zijrand van het

platform.

50 cm

40 cm

40 cm

25 cm

25 cm

Page 20: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

19 DHOLLANDIA

Een vaste binnenbediening mag enkel binnenin het voertuig gebruikt

worden, vanaf een veilige werkpositie van minimum 40 x 40 cm, die

op een duidelijke en permanente manier gemarkeerd is op minimum

25 cm afstand van de gevarenzone tussen het platform en de

achterkant van de laadvloer (zie (1) hierboven). Een vaste

binnenbediening mag NOOIT gebruikt worden vanuit een positie op

het platform.

De op het platform aangeduide werkposities moeten altijd vrij

gehouden worden. Het is verboden een lading te plaatsen op deze

zones;

De stroom naar alle extra bedieningen (draagbare bedieningen of een

op het platform gemonteerde voetbediening) moet aangesloten

worden op en afhankelijk zijn van de veiligheidsschakelaar in de

buitenbedieningskast. De activering van de extra bedieningen moet

de functies op de buitenbedieningskast deactiveren.

Het is verboden om de veiligheidskenmerken van de laadklep te

omzeilen of te wijzigen. Indien activatie van de buitenbediening de

extra bedieningen niet deactiveert, stop dan het gebruik van de

laadklep en neem contact op met een erkende DHOLLANDIA-

servicepartner om dit te verhelpen.

WAARSCHUWING

Wanneer de bediener voor of achter de lading staat, riskeert hij van het platform afgeduwd te worden of tussen de bewegende

lading en het achterkader van het voertuig gekneld te raken, met een ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg.

Sta om dit risico te voorkomen ALTIJD naast de lading, NOOIT ervoor of erachter.

WAARSCHUWING

Indien de bediener niet stevig staat, zou

hij van het platform kunnen vallen, met

een ernstig lichamelijk letsel of de dood

tot gevolg.

Zorg er daarom, wanneer u op het

platform meerijdt, ALTIJD voor dat u

stevig staat en ALTIJD het contact

behoudt op 3 punten, zoals getoond in de

afbeelding rechts;

Opmerking: hou vast aan 3 contactpunten betekent normaal gezien

dat beide voeten stevig op het platform staan en dat een op het

achterkader van het voertuig gemonteerde handgreep

vastgehouden wordt.

25 cm

40 cm

80 cm

Page 21: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

20 DHOLLANDIA

Om het risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood door een val te beperken, raadt DHOLLANDIA het gebruik

aan van veiligheidshekken langs de blootgestelde randen van het platform van de laadklep. Veiligheidshekken

kunnen tijdens de initiële bestelling samen met de laadklep aangekocht worden of later aangekocht en op de

laadklep gemonteerd worden. Bezoek www.dhollandia.com of contacteer de nationale DHOLLANDIA-verdeler voor

meer informatie. Zie contactinformatie op pagina 3.

Voorbeeld: afneembare veiligheidshekkens Voorbeeld: plooibare veiligheidshekkens

Page 22: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

21 DHOLLANDIA

7.5 INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK AAN LAADKADES

WAARSCHUWING

Een incorrect gebruik van de laadklep kan leiden tot beschadiging, voortijdige slijtage of een storing van de laadklep en

verhoogt het risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener en omstanders.

Om een maximale duurzaamheid en de betrouwbaarheid van de laadklep op lange termijn te garanderen en de bedieners en

omstanders te beschermen tegen een ernstig lichamelijk letsel of de dood, moet de bediener de onderstaande laadinstructies

en veilige werkprocedures naleven.

Wanneer het platform van de laadklep gebruikt wordt als overrijdplaat tussen de laadvloer van het voertuig en de laadkade dienen

de volgende instructies opgevolgd te worden:

Het totale gewicht van de lading en het heftoestel (heftruck, elektrische of handmatige transpalletwagen enz.) mag het maximale nominale hefvermogen van de laadklep niet overschrijden. Pas op voor overbelasting.

Een minimale deel van 15 cm van de platformpunt moet op de laadkade rusten.

Indien de laadvloer van het voertuig daalt of stijgt tegenover de laadkade, gebruik dan de elektrische bediening om de positie van het platform aan te passen zodat dit gelijk loopt met het oppervlak van de laadkade.

Gebruik NOOIT een andere laadbrug bovenop een zwevend platform als brug tussen de laadkade en de laadvloer.

Wanneer het platform opgeborgen wordt in een vak onder de laadkade dienen de volgende zaken in acht genomen te worden voordat men achteruit rijdt in de laadkade:

Verzeker u ervan dat het vak diep genoeg is voor de lengte van het platform.

Verzeker u ervan dat er voldoende vrije ruimte is boven en onder het platform, waarbij u rekening houdt met alle mogelijke variaties in de ophanging en vloerhoogte van het voertuig.

Verzeker u ervan dat het platform steeds volledig vrij blijft.

OPMERKINGEN

Wanneer u met een voertuig met een laadklep achteruit in een laadkade rijdt, zorg er dan ALTIJD voor dat er voldoende

bodemvrijheid is tussen het laagste deel van de laadklep en de grond.

Rijd ALTIJD traag achteruit en vermijd een harde botsing van de laadklep tegen de laadkade.

Achteruit rijden met onvoldoende bodemvrijheid of een te harde botsing tegen de laadkade kan ernstige schade veroorzaken

aan de laadklep.

OVERBELASTING

Min. 15 cm

Min. 20 cm

Min. 20 cm Min. 20 cm

Page 23: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

22 DHOLLANDIA

7.6 AANBEVOLEN DAGELIJKSE INSPECTIE VOOR GEBRUIK

WAARSCHUWING

Het gebruik van een laadklep die beschadigd of slecht onderhouden is, kan leiden tot een groot risico op ernstig lichamelijk

letsel en de dood van de bediener en omstanders.

Inspecteer de laadklep elke dag voor het eerste gebruik om dit risico te vermijden. Verzeker u ervan dat alle veiligheidssystemen

en alle functies correct werken en dat er geen onderhoud of herstellingen nodig zijn.

Gebruik de laadklep NIET indien er onveilige omstandigheden zijn of er ongewone geluiden of bewegingen opgemerkt worden.

Contacteer in dat geval een erkend DHOLLANDIA servicepartner [Zie opmerking].

Verberg ongevallen of schade NIET; dit kan gevaarlijk zijn voor u, uw collega's en andere personen.

OPMERKING

Erkende DHOLLANDIA servicepartners kunnen gevonden worden op www.dhollandia.com of door te bellen naar uw regionale

DHOLLANDIA verdeler. Zie contactinformatie op pagina 3.

Alvorens de laadklep te gebruiken, moet de bediener de volgende dagelijkse inspectie voor gebruik uitvoeren. Wees

voorzichtig: blijf weg van de zone onmiddellijk achter het platform terwijl u de dagelijkse inspectie voor gebruik uitvoert.

Vervang ontbrekende, versleten of onleesbare waarschuwingsstickers onmiddellijk. Zie contactinformatie op pagina 3.

Verzeker u ervan dat de cabineschakelaar en/of de hoofdstroomschakelaar in de bedieningskast correct in en uit schakelen.

Verzeker u ervan dat de batterij volledig opgeladen is, dat de hoofdzekering zich in goede staat bevindt en dat de

batterijaansluitingen geen roest vertonen en goed vastgemaakt zijn.

Controleer de algemene staat van de buitenbedieningskast en haar schakelaars. Ga na of alle schakelaars (behalve de IN/UIT

cabineschakelaar) vlot terug naar de neutrale positie gaan wanneer ze losgelaten worden.

Controleer de algemene staat van de kabels die in de verschillende bedieningskasten binnenkomen en van de kabels naar de

hydraulische groep. Controleer dat de kabels niet doorgeschuurd, losgekomen of beschadigd zijn.

Controleer dat het deksel van de hydraulische groep correct geplaatst en vastgemaakt is.

Controleer de hydraulische groep op zichtbare olielekken.

Volg de instructies in hoofdstuk 9 om het platform te openen en neer te laten tot op de grond en ga verder met de inspectie:

Voer een visuele controle uit van de algemene staat van het laadklepframe, de hefarmen en de montageplaten op het chassis

van het voertuig. Zoek naar eventuele scheuren of vervormingen in het materiaal en de lasnaden. Ga na of de bouten van de

montageplaten goed vastgedraaid zijn aan het chassis.

Ga na of alle scharnierpennen goed vastgemaakt en geborgd zijn.

Voer een visuele controle uit van de algemene staat van het platform. Zoek naar eventuele scheuren of vervormingen in het

materiaal en de lasnaden. Indien aanwezig, ga dan na dat de op het platform gemonteerde opties correct werken (rolstops,

voetbediening, knipperende waarschuwingslichten).

Controleer de algemene staat van de extra bedieningen en hun schakelaars. Ga na of alle schakelaars vlot terug naar de neutrale

positie gaan wanneer ze losgelaten worden. In het geval van een draagbare bediening met een spiraalkabel, controleer dat de

spiraalkabel geen slijtage of schade vertoont.

Ga na of de veilige werkpositie en het lastzwaartepunt duidelijk aangegeven zijn op het platform.

Controleer of het platformoppervlak schoon is en of het veilig betreden kan worden. Verwijder alle sneeuw, modder, vuil, puin of

gladde vloeistoffen. Zorg ervoor dat u veiligheidsschoenen draagt met een versterkte neus en een goede antislip zool.

Controleer de hef- en sluitcilinders, hun slangbreukventielen en koppelingen op zichtbare olielekken. Volg de hydraulische

leidingen en koppelingen tot aan de hydraulische groep. Controleer bij alle kabels en hydraulische leidingen dat ze nergens

beschadigd, gekneld of afgeschuurd zijn en dat ze stevig vastgemaakt zijn met kabelbinders. Controleer of er geen zichtbare

Page 24: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

23 DHOLLANDIA

olielekken zijn.

Voer alle bewegingen verschillende keren uit met een onbeladen platform met alle beschikbare bedieningskasten. Gebruik

de gebruikshandleiding om u hierbij te helpen.

Let erop dat alle bewegingen vloeiend en stil verlopen, zonder bruuske bewegingen of abnormale geluiden. Tijdens de functies

STIJGEN en SLUITEN mag enkel het geluid van de elektromotor in de hydraulische groep hoorbaar zijn.

Onthoud: indien de dagelijkse inspectie voor gebruik aantoont dat er nood is aan onderhoud of herstelling

Gebruik de laadklep dan NIET tot het onderhoud of de herstelling is uitgevoerd door een gekwalificeerd

onderhoudstechnicus.

Schakel de stroom UIT met de hoofdstroomschakelaar of de cabineschakelaar [zie 9.5 op pagina 36].

Page 25: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

24 DHOLLANDIA

7.7 BELANG VAN PREVENTIEF ONDERHOUD

OPMERKINGEN

Deskundig en regelmatig preventief onderhoud is essentieel voor de betrouwbare werking van de

laadklep en voor de veiligheid van de bediener en alle omstanders.

Alle onderhouds- en herstellingswerken dienen uitgevoerd te worden door erkende DHOLLANDIA

servicepartners en enkel met originele DHOLLANDIA onderdelen.

Gelieve de afzonderlijke ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSHANDLEIDING te consulteren voor

specifieke instructies betreffende periodiek onderhoud.

Indien een laadklep in het geval van een storing niet onmiddellijk hersteld kan worden, moet ze uit gebruik genomen worden en

beveiligd worden tegen ongeoorloofd gebruik.

Een laadklep die in de rijpositie geplaatst werd met behulp van externe middelen (heftruck, portaalkraan enz.) wordt niet

ondersteund door zijn hydraulische cilinders. Na het ontgrendelen van het mechanische platformslot zullen het platform en het

hefmechanisme vallen in vrije val en kan deze val niet gestopt worden met de gewone bedieningen.

WAARSCHUWING

Wanneer men geraakt wordt door een vallend platform kan dit leiden tot een ernstig lichamelijk

letsel of de dood. Om het risico op letsel te beperken:

Sluit het platformslot (indien voorzien) en gebruik bijkomende middelen om het platform te

immobiliseren [zie onderstaande opmerking].

Bevestig een duidelijk en zeer goed zichtbaar waarschuwingsteken aan het platform en aan

de buitenbedieningskast.

Waarschuw uw supervisor en laat dit voertuig buiten gebruik stellen.

Contacteer een erkende DHOLLANDIA servicepartner om de laadklep te herstellen voor elk

verder gebruik

Opmerking: voorbeelden van bijkomende middelen zijn een bijkomende beveiliging van het platformslot (indien beschikbaar) of de

beveiliging van het platform door middel van spanbanden, takels enz.

Gebruik opnieuw een extern middel (heftruck, portaalkraan enz.) voor bijkomende ondersteuning wanneer u de laadklep opnieuw

opent. Of herstel eerst de storing, breng het hydraulische systeem onder druk en ontgrendel de platformsloten nadat u de correcte

werking van het hydraulische systeem getest hebt. Volg de ONDERHOUDSHANDLEIDING bij alle onderhouds- en

herstellingswerken.

Page 26: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

25 DHOLLANDIA

8 GEWICHTSDIAGRAMMEN EN CORRECTE LAADPROCEDURES

OPMERKINGEN

Laadkleppen worden NIET ontworpen om gewichten die overeenstemmen met hun maximale nominale hefvermogen over

het gehele oppervlak van het platform te doen STIJGEN/DALEN. Het maximale nominale hefvermogen is geldig op een

bepaalde afstand of lastzwaartepunt achter de voertuigcarrosserie. Voorbij dit punt, dat op het platform aangegeven wordt,

neemt de maximale toegelaten belasting af volgens de onderstaande gewichtsdiagrammen.

Tijdens het STIJGEN is de laadklep normaal gezien beschermd tegen overbelasting door het overdrukventiel in het hydraulische

circuit. De meeste gevallen van overbelasting en schade als gevolg daarvan doen zich voor tijdens het DALEN van de lading.

Het maximale nominale hefvermogen is het maximale gewicht dat de laadklep kan dragen in de volgende optimale

omstandigheden:

Het zwaartepunt van de lading bevindt zich niet verder dan het lastzwaartepunt van de laadklep, dat aangeduid wordt op het

platformoppervlak, en

De lading bevindt zich in het midden tussen de hefarmen en op gelijke afstand van beide zijden van het platform.

NIET OK Plaats de lading NOOIT tegen de achterste rand van het platform.

OK Plaats de lading ALTIJD zo dicht mogelijk tegen de achterkant van het voertuig, bij de voorste rand van het platform.

Een ongelijke belasting aan één kant van het platform moet vermeden worden. Beperk de lading tot 50% van het maximale nominale hefvermogen wanneer de lading zich enkel aan één kant van het platform bevindt.

NIET OK

Plaats de lading NOOIT aan één enkele kant van het platform.

Of beperk de lading tot 50% van het maximale nominale hefvermogen.

OK

Plaats de lading ALTIJD in het

midden tussen de hefarmen.

WAARSCHUWING

Overbelasting en het incorrect laden en lossen van de lading stellen de bediener en omstanders bloot aan een groot risico op

ernstig letsel of de dood. Dergelijke gebruiksomstandigheden leiden ook tot voortijdige slijtage en schade aan de laadklep of

het uitvallen van de laadklep.

Daarom is het essentieel dat de bediener het maximale nominale hefvermogen respecteert en de laadinstructies en de

gewichtsdiagrammen nauwkeurig volgt.

DHOLLANDIA aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enig lichamelijk letsel en/of enige materiële schade ten gevolge

van overbelastingspraktijken.

Page 27: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

26 DHOLLANDIA

Voor laadkleppen DH-LMZ / LCZ met smalle hefarmen en een veel breder platform, wordt het lastzwaartepunt gesitueerd in het

midden tussen de beide hefarmen, dit is in het midden van het platformdeel ondersteund door de sluitcilinder.

De maximale toegelaten belasting NEEMT AF volgens de gewichtsdiagrammen. De hieronder getoonde soort stickers met de

gewichtsdiagrammen worden met de laadklep meegeleverd en moeten in acht genomen worden.

XXXX

VOORBEELD VOORBEELD

MAX. 25% BELASTING

OP DEZE KANT

Page 28: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

27 DHOLLANDIA

WAARSCHUWING

Overbelasting en het incorrect laden en lossen van de lading stellen de bediener en omstanders bloot aan een groot risico op

ernstig letsel of de dood. Dergelijke gebruiksomstandigheden leiden ook tot voortijdige slijtage en schade aan de laadklep of

het uitvallen van de laadklep.

Let op dat u situaties van verborgen overbelasting, zoals getoond in de onderstaande voorbeelden, vermijdt. De niet-naleving

van deze waarschuwingen kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood.

Laat de lading NOOIT verder dan de achterste rand of de zijranden van het platform uitsteken.

Laat de wielen van een transpalletwagen NOOIT verder dan de achterste rand of de zijranden van het platform uitsteken of afhangen. Zorg ervoor dat de transpalletwagen en zijn lading zich steeds op het platformoppervlak bevinden, zo dicht mogelijk bij de voorste rand van het platform. Breng de pallet of de lading naar beneden en laat ze op het platformoppervlak rusten zodat ze niet kunnen verschuiven tijdens het stijgen en dalen.

Laat de pallet of de lading naar beneden zakken

en op het platformoppervlak rusten, zodat ze niet

kunnen verschuiven tussen het stijgen en dalen.

Laat NOOIT een lading op het platform vallen (bv.

met een heftruck, portaalkraan enz.). De impact

van een vallende lading is veel groter dan het

nominale gewicht van de lading en kan ernstige

schade veroorzaken aan de laadklep.

OVERBELASTING

OVERBELASTING

Page 29: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

28 DHOLLANDIA

WAARSCHUWING

Een heftruck mag enkel toegelaten worden wanneer het platform

volledig in contact is met de grond. Het gecombineerde gewicht

van de heftruck en de lading mag niet groter zijn dan 1,5 x het

maximale nominale hefvermogen.

Probeer NOOIT los materiaal (bv. zand,

grind, stenen enz.) van de grond op te rapen,

te verplaatsen met behulp van het platform of

te doen stijgen/dalen op het platform.

Gebruik het platform NOOIT om de grond

gelijk te maken of om ladingen of materiaal

te duwen of te trekken met behulp van het

platform. Gebruik het platform NOOIT om

sneeuw of puin te verplaatsen.

WAARSCHUWING

Het oprijden van het platform met te zware ladingen kan leiden tot

ernstige structurele schade, die op het eerste gezicht onzichtbaar

kan zijn voor de bediener. Het verdere gebruik van een overbelast

of beschadigd platform stelt de bediener en omstanders bloot aan

een groot risico op ernstig letsel of de dood.

OVERBELASTING

Page 30: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

29 DHOLLANDIA

9 BEDIENINGSINSTRUCTIES – PRINCIPES EN PROCEDURES

9.1 AUTOMATISCHE BODEMSCHEEFSTELLING OP GRONDNIVEAU

DH-L* laadkleppen zijn uitgerust met 1 of 2 sluitcilinders. Bij het openen van het platform laten ze de bediener toe de helling van

het platform aan te passen aan de helling van de grond en zo te zorgen voor een zo groot mogelijke stabiliteit van de lading op

het platform.

DH-L* laadkleppen werden ontworpen als laadkleppen met vlak

platformverloop en automatische bodemscheefstelling. Dit betekent:

Tijdens DALEN blijft het platform vlak vanaf de laadvloer tot het

eerste contact aan de grond. Vervolgens kantelt het automatisch

schuin zodat laden / lossen mogelijk wordt, eenvoudigweg door de

knoppen voor DALEN ingedrukt te houden.

Wanneer men op de knoppen voor STIJGEN drukt om het platform

van de grond op te heffen, zal het eerst opgedrukt worden naar de

horizontale positie die u instelde bij het openen van het platform en

daarna verder in horizontale stand naar de laadvloer.

Voor de bodemscheefstelling is het NIET nodig een bijkomende

scheefstellingsknop te activeren, zoals wel het geval is bij verschillende

concurrerende producten.

De automatische schuinstelling heeft een “geheugen”: de helling van het

platform (ingesteld door de bediener bij het openen van het platform) wordt

automatisch herhaald bij elke nieuwe cyclus van STIJGEN. Deze helling

wordt herhaald of “gememoriseerd”.

OPMERKING

De automatische schuinstelling wordt best gebruikt met extra bedieningen die enkel STIJGEN/DALEN toelaten: voetbedieningen,

draagbare bedieningen met 2 knoppen, vaste binnenbedieningen met 2 knoppen. DHOLLANDIA raadt ten strengste aan dat u GEEN

draagbare bedieningen met 3 of 4 knoppen gebruikt, die ook het OPENEN, SLUITEN en SCHUINSTELLEN van het platform zouden

toelaten.

WAARSCHUWING

Het gebruik van draagbare bedieningen met 3 of 4 knoppen (waaronder OPENEN/SLUITEN of

SCHEEFSTELLEN) kan tot verwarring en fouten leiden.

Bij incorrect gebruik of gebruik vanuit een onveilige werkpositie kan het gebruik van dergelijke

bedieningen leiden tot schade aan de laadklep en een ernstig lichamelijk letsel of de dood van de

bediener of omstanders. Uiterste voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van dergelijke draagbare

extra bedieningen met scheefstelfunctie. Zie ook 9.4 op pagina 34.

Laadklep zonder sluitcilinders Laadklep met sluitcilinders

Page 31: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

30 DHOLLANDIA

9.2 OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE SLUITCILINDERS

De sticker EF0581.EN wordt normaal gezien aan de zijkant van de voertuigcarrosserie aangebracht. Verzeker u ervan dat u

begrijpt wat deze sticker betekent en neem de nodige voorzorgen wanneer u de laadklep bedient.

Wanneer het platform beladen wordt, kan het zijn

dat het platform iets meer naar beneden helt dan

wanneer het leeg is; door de samendrukking van

de ophanging van het voertuig, enige doorbuiging

van het chassis zelf, en toleranties in de laadklep.

WAARSCHUWING

De afbuiging van het platform kan instabiliteit

van de lading op het platform veroorzaken,

gevolgd door een val van de lading van het

platform. Dit kan leiden tot een groot risico op

ernstig lichamelijk letsel en de dood van de

bediener en omstanders.

Anticipeer daarom op de afbuiging van het

platform.

Compenseer de afbuiging van het platform

door de helling iets hoger in te stellen dan de

beoogde helling [opmerking] wanneer u het

platform opent.

Opmerking: de beoogde helling is niet altijd

horizontaal, ze kan variëren in functie van de helling

van de grond. [Zie 9.1 op pagina 29].

WAARSCHUWING

Indien het platform GESLOTEN wordt

wanneer het zich nog onder het

laadvloerniveau bevindt, kan dit leiden tot

ernstige schade aan de sluitcilinders. Het

verdere gebruik van een laadklep met

beschadigde sluitcilinders stelt de bediener

en omstanders bloot aan een groot risico op

ernstig letsel of de dood.

OPEN en SLUIT het platform daarom enkel

op laadvloerniveau.

WAARSCHUWING

Pas de helling van het platform aan om afbuigingen te compenseren voordat de lading op het platform geplaatst wordt.

Page 32: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

31 DHOLLANDIA

9.3 BUITENBEDIENINGSKASTEN

Alle afbeeldingen, pictogrammen en stickers in deze handleiding vertegenwoordigen de versie voor linksbestuurde voertuigen, waarbij de buitenbedieningskast aan de rechterkant van het voertuig gemonteerd is.

DHOLLANDIA biedt verschillende bedieningskasten aan, die geleverd worden volgens de specificaties van de klant. Neem voor meer informatie contact op met de nationale DHOLLANDIA-verdeler alvorens uw laadklep te bestellen. Zie contactinformatie op pagina 3.

Alle standaard buitenbedieningskasten zijn verplicht uitgerust met een 2-hands bediening en worden gemonteerd aan de zijkant van de voertuigcarrosserie om:

1. te voorkomen dat de bediener achter het platform staat terwijl hij het platform opent, wat zou kunnen leiden tot een ernstig letsel of de dood door verplettering.

2. te voorkomen dat de ledematen, het bovenlichaam of het hoofd van de bediener verpletterd worden tussen het platform en het achterkader van het voertuig tijdens het sluiten van het platform.

De meest populaire modellen worden hieronder beschreven. Neem contact op met de nationale DHOLLANDIA-verdeler voor

bedieningsinstructies voor andere modellen, of modellen met andere opties, alvorens de laadklep te bedienen. Zie

contactinformatie op pagina 3.

1 Joystick om de functies OPENEN - DALEN - STIJGEN - SLUITEN te bedienen.

2 Draaibare veiligheidsschakelaar om de joystick te activeren, of om over te schakelen op de extra bediening.

3 Hoofdstroomschakelaar (optioneel) om de stroom van de batterij naar de hydraulische groep van de laadklep in/uit te schakelen.

Hiermee wordt de laadklep gestopt in een noodgeval waarbij de bediener of omstanders gevaar lopen.

Hiermee wordt de laadklep gestopt en het risico op verbranding van de hydraulische groep beperkt in het geval dat de startrelais

geblokkeerd raakt en de motor blijft draaien (bedieningsknop of contact beschadigd, kortsluiting startrelais door laag voltage).

Bediening:

Bedieningskast met joystick (ref. OAE030.BT)

Draai in wijzerzin en houd vast om de joystick te activeren

Draai in wijzerzin om de batterijspanning IN te schakelen

Draai in tegenwijzerzin om de batterijspanning UIT te schakelen

Draai in wijzerzin om de extra bediening te activeren

Page 33: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

32 DHOLLANDIA

1 Drukknoppen die de functies OPENEN - DALEN - STIJGEN - SLUITEN aansturen

2 Veiligheidsschakelaar om de drukknoppen te activeren, of om over te schakelen op de extra bediening

3 Hoofdstroomschakelaar (optioneel) om de stroom van de batterij naar de hydraulische groep van de laadklep in/uit te

schakelen.

Hiermee wordt de laadklep gestopt in een noodgeval waarbij de bediener of omstanders gevaar lopen.

Hiermee wordt de laadklep gestopt en het risico op verbranding van de hydraulische groep beperkt in het geval dat de

startrelais geblokkeerd raakt en de motor blijft draaien (bedieningsknop of contact beschadigd, kortsluiting startrelais

door laag voltage.)

Bediening

1 Draaischakelaar die de functies STEUNVOET UIT - STEUNVOET IN

aanstuurt.

Druk in en houd ingedrukt om drukknoppen van buitenbedieningskast te activeren

Laat los om de extra bediening te kunnen gebruiken

Draai in wijzerzin om de batterijspanning IN te schakelen

Draai in tegenwijzerzin om de batterijspanning UIT te schakelen

Arctische bedieningskast (ref. OAE041.BP)

Hydraulische steunvoeten (ref. OAH01...)

Indien de laadklep uitgerust is met hydraulische steunvoeten, dan worden de

bovenstaande bedieningskasten aangevuld met een draaischakelaar om de

steunvoeten naar beneden te duwen of op te trekken.

Op OAE030… bedieningen Op OAE041… bedieningen

Page 34: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

33 DHOLLANDIA

Andere bedieningskasten met verplichte bedieningen met 2 handen zijn voorzien van drukknoppen of tuimelschakelaars om de

verschillende functies OPENEN - DALEN - STIJGEN - SLUITEN aan te sturen. De kasten zijn niet beschikbaar met een

geïntegreerde hoofdstroomschakelaar.

Vlak gemonteerde bedieningskast (ref. OAE031.ZP)

Vlakke buitenbedieningskast + drukknoppen (ref. OAE044.ZP)

Bedieningskast met dubbele tuimelschakelaar (ref. OAE048)

Page 35: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

34 DHOLLANDIA

9.4 POPULAIRE EXTRA BEDIENINGEN

DHOLLANDIA biedt verschillende soorten extra bedieningen aan, die geleverd worden volgens de specificaties van de klant. Neem

voor meer informatie contact op met uw nationale DHOLLANDIA verdeler alvorens uw laadklep te bestellen. Zie contactinformatie

op pagina 3.

De meest populaire opties worden hieronder beschreven. Neem contact op met uw nationale DHOLLANDIA verdeler voor

bedieningsinstructies voor andere modellen, of modellen met andere configuraties, alvorens de laadklep te bedienen. Zie

contactinformatie op pagina 3.

WAARSCHUWING

Om het risico op letsel bij de bediener of eventuele omstanders te beperken, mogen de extra bedieningen enkel gebruikt worden

vanuit een veilige werkpositie op of naast het platform, met naleving van de veiligheidsmaatregelen beschreven in hoofdstuk 7.

Elke bediener op het platform moet buiten de knelzone tussen het stijgende platform en de achterkant van de laadvloer blijven.

Elke bediener op de grond moet buiten de knelzone tussen het dalende platform en de grond blijven.

Houd uw hoofd, handen en voeten weg van punten waar er knelgevaar bestaat en van bewegende delen. Pas altijd op dat uw

hoofd, handen en voeten nergens in kunnen klem raken.

Draag NOOIT loszittende kledij wanneer u de laadklep bedient of in haar buurt komt, aangezien deze het risico op ernstig

lichamelijk letsel en de dood vergroot.

Wees u ALTIJD bewust van de aanwezigheid van andere voertuigen wanneer u de laadklep bedient.

De niet-naleving van deze waarschuwingen kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener of eventuele

omstanders.

2-knops afstandsbediening met spiraalkabel (ref. OAE001)

2-knops draagbare bediening met spiraalkabel (ref. OAE003 / OAE005 / OAE012)

4-knops voetbediening (ref. OAE060/OAE064)

2-knops voetbediening op platform (ref. OAE067)

Page 36: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

35 DHOLLANDIA

Toggle-switch bediening (ref. OAE015.O) Toggle-switch bediening (ref. OAE015.B.O)

WAARSCHUWING

Draagbare bedieningen met 3 of 4 knoppen waarmee de bediener het platform kan OPENEN en

SLUITEN, kunnen bediend worden vanuit een onveilige werkpositie (zie 7.3 op pagina 15).

Indien gebruikt vanuit een onveilige werkpositie, zal het gebruik van dergelijke draagbare

bedieningen de bediener blootstellen aan een groot risico op ernstig lichamelijk letsel en de dood.

Om deze risico's te voorkomen:

OPEN het platform NOOIT terwijl u achter of binnen het bewegingsbereik van het platform staat.

SLUIT het platform NOOIT terwijl u dicht bij de knelzone tussen het sluitende platform en het

achterkader van het voertuig staat.

Gebruik draagbare bedieningen met 3 of 4 knoppen enkel met uiterste voorzichtigheid.

DHOLLANDIA raadt het gebruik van draagbare bedieningen met 3 of 4 knoppen sterk af. Ze mogen

enkel gebruikt worden na een passende risicoanalyse door de eigenaar van het voertuig of zijn

gemachtigde preventieadviseur en in overeenstemming met de door hen gedefinieerde veilige

arbeidspraktijken.

OPMERKING

De laadkleppen zijn uitgerust met automatische bodemscheefstelling (zie 9.1 op pagina 29), die bediend kan worden via de functies

DALEN en STIJGEN van de in dit hoofdstuk getoonde bedieningen. Draagbare bedieningen met 3 knoppen zijn NIET nodig om het

platform aan de grond scheef te stellen.

Page 37: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

36 DHOLLANDIA

9.5 STROOM IN/UITSCHAKELEN

Afhankelijk van de configuratie kan de stroom naar de laadklep IN/UIT geschakeld worden door middel van een cabineschakelaar,

een hoofdstroomschakelaar of een combinatie van beide.

Drukknop om stroom laadklep IN te schakelen (controlelamp aan)

Drukknop om stroom laadklep UIT te schakelen (controlelamp uit)

Indien het platform uitgerust is met een hellingsensor, kan de controlelamp geconfigureerd worden om aan te gaan wanneer het platform niet gesloten is in de rijpositie.

OPMERKING

In het geval van een gecombineerd systeem (hoofdstroomschakelaar en cabineschakelaar) moeten beide ingeschakeld worden om

de laadklep te activeren. Het uitschakelen van één van beide deactiveert de laadklep, maar we raden ten zeerste aan om beide uit

te schakelen. Laat de hoofdstroomschakelaar NOOIT aanstaan wanneer de laadklep niet in gebruik is.

Cabineschakelaar

Hoofdstroomschakelaar

Draai in wijzerzin om de batterijspanning IN te schakelen

Draai in tegenwijzerzin om de batterijspanning UIT te schakelen

voorbeeld

Page 38: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

37 DHOLLANDIA

9.6 BEDIENING

9.3 - 9.4 leggen uit hoe elk van de functies OPENEN - DALEN - STIJGEN - SLUITEN geactiveerd wordt via de verschillende

soorten bedieningen. 9.7 legt uit hoe de optionele steunvoeten gebruikt worden. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd in welke volgorde

de DH-LM bediend moet worden en welke stappen men moet volgen.

De getoonde afbeeldingen verwijzen naar de instructiesticker voor ref. EF0582 of equivalent, normaal gezien aangebracht aan de

zijkant van de voertuigcarrosserie. Zie ook hoofdstuk 10 op pagina 44.

Consulteer de gebruikshandleiding voordat u begint. Volg ALLE veiligheids- en bedieningsinstructies op.

Schakel de stroom naar de laadklep in (cabineschakelaar of hoofdstroom-schakelaar in de buitenbedieningskast, of beide indien beschikbaar).

Indien aanwezig, Schuif de mechanische of hydraulische steunvoeten UIT naar de werkpositie.

Leef alle veiligheidsvoorschriften na en open het platformslot (indien aanwezig).

OPEN het platform en pas de helling aan aan de helling van de grond. Laat het NIET DALEN voordat de horizontale werk-positie bereikt is.

Pas de helling van het platform aan om de helling van de grond [zie 9.1 op pagina 29] en de afbuiging van het platform door het gewicht van de lading te compenseren. [zie 9.2 op pagina 30]

Laat het platform DALEN voor een gemakkelijke toegang. Indien aanwezig, activeer de rolstops en de veiligheidshekken.

Kies tussen buitenbediening of extra bediening om verder te gaan [zie 9.3-9.4 op pagina 31].

Het platform openen

Page 39: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

38 DHOLLANDIA

Laat het platform naar de grond DALEN. Gebruik na het dalen de AUTOMATISCHE SCHUINSTELLING om het platform naar de grond te doen kantelen.

Laat het platform van de grond STIJGEN. Gebruik de AUTOMATISCHE SCHUINSTELLING om het platform terug naar de horizontale stand op te drukken. Indien u op het platform meerijdt, plaats uw voeten dan NIET voorbij de voorste rand van het platform.

Wanneer u op het platform meerijdt, sta dan minstens 25 cm van de voorste rand van het platform, zorg ervoor dat u stevig staat en hou altijd vast aan 3 contactpunten [zie 7.4 op pagina 17].

Trek de lading NOOIT vanuit het voertuig op het platform. Duw ze ALTIJD naar buiten. De lading uit het voertuig trekken kan leiden tot een val van het platform, met een ernstig letsel of de dood tot gevolg.

Zorg ervoor dat de ladingen goed vastgemaakt zijn op het platformoppervlak voordat u ze doet stijgen of dalen. Activeer de afrolbeveiligingen (indien aanwezig), laat de lading op een transpalletwagen dalen tot op het platformoppervlak of immobiliseer de lading via een equivalent beveiligingssysteem.

Zorg ervoor dat u steeds de gewichtsdiagrammen en de instructies volgt.

Laat het platform naar de grond DALEN. Gebruik na het dalen de AUTOMATISCHE SCHUINSTELLING om het platform naar de grond te doen kantelen.

Laat het platform van de grond STIJGEN. Gebruik de AUTOMATISCHE SCHUINSTELLING om het platform naar de horizontale stand terug op te drukken.

Laden en lossen

Page 40: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

39 DHOLLANDIA

Indien aanwezig, berg de rolstops en de veiligheidshekken op in de rijpositie.

Laat het platform STIJGEN tot laadvloerniveau voordat u het sluit. SLUIT het platform NOOIT voordat het zijn maximale hoogte op laadvloerniveau bereikt heeft.

SLUIT het platform totdat het de gesloten, verticale positie bereikt en u het hydraulische systeem in overdruk hoort gaan.

Vergrendel het platformslot (indien aanwezig).

Indien aanwezig, Trek de mechanische of hydraulische steunvoeten IN naar de rijpositie.

Schakel de stroom naar de laadklep uit (cabineschakelaar of hoofdstroom-schakelaar in de buitenbedieningskast, of beide indien beschikbaar). Sluit het deksel van de bedieningskast.

Op eender welk moment tijdens de bediening kunt u de geactiveerde knop(pen) loslaten om de beweging van het

platform te stoppen. Bijkomend kunt u de hoofdstroomschakelaar (indien aanwezig) in tegenwijzerzin draaien om de

stroom naar de laadklep uit te schakelen.

OPMERKING

OPEN en SLUIT het platform enkel op laadvloerniveau. Het openen en sluiten van het platform op een lager niveau kan ernstige

schade veroorzaken aan de hydraulische cilinders van de laadklep.

OPMERKING

De belangrijkste veiligheids- en bedieningsinstructies worden samengevat in een productvideo die

online bekeken kan worden op

http://www.dhollandia.com/uservideo/LM-EUR EN-2017-01

Zorg ervoor dat u deze instructies doorleest voordat u de overeenkomstige DHOLLANDIA laadklep bedient.

Sluiten in de rijdpositie

Page 41: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

40 DHOLLANDIA

9.7 GEBRUIK VAN DE STEUNVOETEN

DHOLLANDIA-laadkleppen zijn beschikbaar met 2 soorten steunvoeten:

Hydraulische steunvoeten worden bediend via de buitenbedieningskast. Ze zijn beschikbaar met hefvermogens van 2,5 ton,

4 ton en 10 ton en zijn daarom geschikt voor een brede waaier van commerciële bestelwagens en vrachtwagens.

Mechanische steunvoeten worden handmatig door de bediener uitgeschoven en opgeborgen. Ze zijn enkel geschikt voor

lichte bedrijfsvoertuigen met een brutogewicht tot 3,5 ton en voor het vervoeren van ladingen tot een nominale last van max.

750 kg.

Het doel van de steunvoeten is om te voorkomen dat het voertuig kantelt en om het chassis van het voertuig te ondersteunen

tijdens het laden en lossen (bv. voertuigen met een zeer lange overbouw, een zachte ophanging, een relatief zwak chassis of bij

extreme hefvermogens).

Bij het gebruik van de steunvoeten dient de bediener de volgende zaken in acht te nemen:

Zorg ervoor dat het voertuig veilig geparkeerd en geïmmobiliseerd

is en dat de parkeerrem aangetrokken is.

Indien aanwezig, blokkeer dan de luchtvering van het voertuig.

Zorg ervoor dat de steunvoeten op een stevige, vlakke ondergrond

geplaatst worden. Bij een zachte ondergrond (zand, grind …),

moeten massieve steunblokken gebruikt worden onder de

steunvoeten.

De steunvoeten mogen enkel gebruikt worden om het voertuig te

stabiliseren. Ze zijn niet geschikt om het voertuig op te heffen.

De hoogte van de steunvoeten moet ingesteld worden tijdens het

laden en lossen om deze aan te passen aan de variatie in de

ophanging van het voertuig. Wanneer de hoogte van de

steunvoeten niet aangepast wordt, is er een groter risico op

mechanische schade aan de steunvoeten en ernstig letsel of de

dood van de bediener of omstanders.

Indien aanwezig, dient de luchtvering van het voertuig verhoogd te worden om alle druk van de steunvoeten weg te nemen

voordat deze opnieuw opgeborgen worden in de rijpositie.

Verplaats het voertuig NIET zolang de steunvoeten niet volledig zijn opgetrokken en vastgemaakt in de rijpositie.

Arctische bedieningskast (OAE041.BP) Joystick bedieningskast (ref. OAE030.BT)

Hydraulische steunvoeten

Page 42: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

41 DHOLLANDIA

OPMERKING

Het gebruik van steunvoeten is verplicht op bepaalde voertuigen. Consulteer de gebruikshandleiding en/of de montage- en

opbouwvoorschriften van de voertuigfabrikant.

STEUNVOETEN

UIT

Indien aanwezig, blokkeer dan de luchtvering in de normale, middelste werkpositie.

Ontgrendel de karabijnhaak (1)

Draai de hendel van de buisvergrendeling (2) in tegenwijzerzin om de vrije beweging van de steunvoet (3)

toe te laten.

Breng de steunvoet omlaag (3) tot op de gewenste hoogte. Draai de hendel van de buisvergrendeling van

de houder (2) vervolgens stevig vast in wijzerzin om de steunvoet (3) in de gewenste positie vast te zetten.

STEUNVOETEN

IN Indien aanwezig, breng de luchtvering volledig naar boven om alle druk van de steunvoeten weg te nemen.

Draai de hendel van de buisvergrendeling (2) in tegenwijzerzin om de vrije beweging van de steunvoet (3)

toe te laten.

Breng de steunvoet omhoog (3) naar de hoogst mogelijke positie. Draai de hendel van de

buisvergrendeling (2) vervolgens stevig in wijzerzin om de steunvoet (3) in de rijpositie vast te zetten.

Vergrendel de karabijnhaak (1).

WAARSCHUWING

Wanneer de steunvoeten uitgeschoven zijn tot op de grond kan het gewicht van een beladen voertuig de steunvoeten sterk

onder druk zetten en een plotselinge, bruuske beweging veroorzaken wanneer de buisvergrendeling ontgrendeld wordt. Houd,

om het risico op het gekneld raken van vingers en ernstig lichamelijk letsel te beperken, uw vingers ALTIJD weg van de

schuivende delen van de steunvoeten.

Na het losmaken van de buisvergrendeling kan het beladen voertuig plots naar beneden vallen en het hoofd of bovenlichaam

van de bediener raken en een ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Bedien de steunvoeten daarom ALTIJD vanuit een positie

aan de zijkant van het voertuig, NIET vanuit een positie onder de voertuig.

Mechanische steunvoeten

Page 43: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

42 DHOLLANDIA

9.8 GEBRUIK VAN DE ROLSTOPS VOOR ROLKARREN

WAARSCHUWING

Indien de lading niet goed vastgemaakt is op het platform tijdens het stijgen of dalen, kan ze verschuiven, het evenwicht

verstoren van de bediener die meerijdt op het platform, en een val veroorzaken. Of de lading zou van de rand kunnen afvallen

en de bediener of omstanders raken.

Een niet correct vastgemaakte lading kan leiden tot een groot risico op ernstig lichamelijk letsel en de dood van de bediener

en omstanders.

Daarom moet elke lading voor het stijgen of dalen steeds correct vastgemaakt worden op het platform.

Alvorens een lading te doen stijgen of dalen, moeten

ALTIJD alle beschikbare remmen en beveiligingen

geactiveerd te worden om de lading te zekeren. Activeer de

wielblokkering van rolkarren of machines (indien

beschikbaar). Wanneer u een transpalletwagen gebruikt,

laat de pallet of de lading dan zakken en laat deze op het

platformoppervlak rusten.

DHOLLANDIA biedt verschillende opties wat betreft

rolstops, die geleverd worden volgens de specificaties van

de klant. Neem voor meer informatie contact op met uw

regionale DHOLLANDIA-verdeler alvorens uw laadklep te

bestellen. Zie contactinformatie op pagina 3.

De meest populaire modellen van rolstops worden

hieronder beschreven. Neem contact op met uw regionale

DHOLLANDIA-verdeler voor bedieningsinstructies voor

andere modellen, of modellen met andere opties, alvorens

de laadklep te bedienen. Zie contactinformatie op pagina 3.

Consulteer de DHOLLANDIA-website om video's te bekijken over de werking van de verschillende soorten rolstops (http://www.dhollandia.com/BE/nl/101/Video-s#/cat/0).

www.dhollandia.com → Video’s → Algemeen → Rolstops

OAP100.M = manuele rolstops, aangedreven door veren

OPENEN Druk op de hendel aan de zijkant van de rolstopklep.

SLUITEN Stap op de rolstopklep.

Wanneer u een lading van de grond op het platform rijdt,

worden de rolstops automatisch gesloten.

OAP100

Page 44: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

43 DHOLLANDIA

OAP100.A = Automatische rolstops, aangedreven door veren.

De rolstopklep openen tot 40°.

OPENEN

HANDMATIGE

MODUS

Duw de hendel aan de zijkant van de rolstopklep

opzij met uw voet, van positie 1 naar positie 2.

De rolstops zullen nu werken als handmatige

rolstops OAP100.M.

Wanneer u op de rolstopklep stapt of een lading

van de grond op het platform rijdt, worden de

rolstops automatisch gesloten.

OPEN

AUTOMATISCHE MODUS

Duw de hendel aan de zijkant van de rolstopklep opzij en naar achter met uw voet, van positie 1 naar positie 3. Het systeem zal nu werken als automatische rolstops.

Wanneer u op de rolstopklep stapt of een lading van de grond op het platform rijdt, springt de rolstopklep automatisch terug naar de open positie nadat u hem loslaat, of wanneer de lading erover rijdt.

SLUITEN Duw de hendel met uw voet naar positie 1.

Stap op de rolstopklep.

OAP100.VA = Verticale rolstops, aangedreven door veren.

De rolstopkleppen openen tot 90°.

OPENEN

HANDMATIGE

MODUS

Duw de hendel aan de zijkant van de rolstopklep

opzij met uw voet, van positie 1 naar positie 2. De

rolstops zullen nu werken als handmatige

rolstops OAP100.M.

Wanneer u op de rolstopklep stapt of een lading

van de grond op het platform rijdt, worden de

rolstops automatisch gesloten.

OPENEN

AUTOMATISCHE

MODUS

Duw de hendel aan de zijkant van de rolstopklep

opzij en naar achter met uw voet, van positie 1

naar positie 3. Het systeem zal nu werken als

automatische rolstops.

Wanneer u op de rolstopklep stapt of een lading

van de grond op het platform rijdt, springt de

rolstopklep automatisch terug naar de open

positie nadat u hem loslaat, of wanneer de lading

erover rijdt.

SLUITEN Duw de hendel met uw voet naar positie 1.

Stap op de rolstopklep.

OAP100.A

1 2

3

OAP100.VA

1 2

3

Page 45: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

44 DHOLLANDIA

10 STICKERS

De volgende stickers worden bij elke nieuwe laadklep meegeleverd en moeten tijdens de montage op de voertuigcarrosserie aangebracht worden op de manier die getoond wordt in de afbeeldingen hiernaast.

Verwijder of overschilder NOOIT een

sticker. Ontbrekende, versleten of

onleesbare waarschuwingsstickers

moeten onmiddellijk vervangen worden.

U kan nieuwe stickers bekomen bij

DHOLLANDIA. Contacteer uw regionale

DHOLLANDIA-verdeler. Zie

contactinformatie op pagina 3.

De bediener dient alle aangebrachte

veiligheids- en instructiestickers in acht

te nemen. Wees u ervan bewust dat de

stickers enkel de belangrijkste punten

samenvatten en dat de bediener de

volledige inhoud van de

gebruikshandleiding moet kennen,

begrijpen en volgen.

Opmerking: de stickers die aangeduid

worden als “VOORBEELD” kunnen

variëren in functie van het maximale

nominale hefvermogen van de laadklep

of het gekozen type

buitenbedieningskast.

❾ ❾

❹ ❺

Page 46: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

45 DHOLLANDIA

E

F05

83.L

M.E

N

EF

0565

.EN

EF

0620

.EN

E

F05

70.C

AP

+ s

eria

l nr

EF

0585

.US

EF

0581

.EN

xxxx

Page 47: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

46 DHOLLANDIA

E

F05

63.E

N

EF

0564

.EN

EF

0562

.EN

Page 48: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

47 DHOLLANDIA

11 BETEKENIS VAN VEILIGHEIDS- EN WAARSCHUWINGSTEKENS

WAARSCHUWINGS-tekens

Behoud steeds een overzicht en de visuele

controle van de werkzone van de laadklep.

Algemeen waarschuwingsteken, gebruikt om de

gebruiker te wijzen op mogelijke gevaren. Alle

boodschappen die op dit teken volgen, moeten in

acht genomen worden om mogelijke letsels te

voorkomen.

Beknellingsgevaar. Houd handen, ledematen,

losse kledij en lang haar weg van bewegende

delen.

Gevaar van klemraken, afsnijden & verpletteren.

Houd handen weg van bewegende delen.

Gevaar van klemraken, afsnijden & verpletteren.

Houd voeten weg van bewegende delen.

Glad oppervlak

Struikelgevaar

Gevaar van kantelende voorwerpen

Gevaar van vallen door hoogteverschil

Gevaar van klemraken, afsnijden & verpletteren.

Houd lichaam weg van bewegende delen.

GEBODS-tekens

Contacteer uw regionale DHOLLANDIA

verdeler.

Consulteer de DHOLLANDIA-website.

Download op de DHOLLANDIA-website.

Lees de handleiding of de instructies.

Houd het veiligheidshek vast. Bescherm uzelf

tegen een val van het platform of de laadvloer.

Draag veiligheidshandschoenen.

Draag veiligheidsschoenen met een versterkte

neus.

Draag geschikte werkkledij, vermijd loszittende

kledij die in de bewegende delen van de laadklep

verstrengeld zou kunnen raken.

Gebruik oorbeschermers, oogbescherming en

een veiligheidshelm.

Gebruik een veiligheidsscherm.

VERBODS-tekens

Algemeen verbod. NIET doen!

Een machine mag NIET door meer dan 1 bediener

gebruikt worden!

Algemeen verbod. NIET doen!

Hier NIET stappen of staan!

Page 49: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

48 DHOLLANDIA

Andere vaak gebruikte tekens Tekens voor elektro-hydraulische functies

Ja, doe het zo.

Correcte werkprocedure.

OPEN: open of ontvouw het platform van de

rijstand tot in werkstand

Nee, doe het niet zo.

Foute werkprocedure.

DALEN: laat het platform dalen tot de grond

Plaats de lading op het toepasselijke

lastzwaartepunt. Volg de laadinstructies.

STIJGEN: laat het platform omhoog stijgen

Noodstop.

Brengt de laadklep tot onmiddellijke stilstand.

SLUITEN: sluit of berg het platform terug op

van de werkstand tot in de rijstand

Nooduitgang.

Inrichting (hendel, ventiel enz.) die een

nooduitgang creëert.

STEUNVOETEN UIT: schuif de

steunvoeten uit naar de grond

Ontgrendel.

Ontgrendel de mechanische vergrendeling.

STEUNVOETEN IN: trek de steunvoeten op

naar de rijstand

Vergrendel.

Vergrendel de mechanische vergrendeling.

SWITCH tussen binnen- en buitenbediening

Schakel de elektrische stroom AAN.

Instructies voor onderhoud, herstelling of

noodbediening in geval van technische

storing

Schakel de stroom naar de laadklep aan via de

hoofdstroomschakelaar en / of de

cabineschakelaar.

Reguliere bediening door middel van de

bedieningselementen

Schakel de elektrische stroom AF.

Manuele noodbediening.

Schakel de stroom naar de laadklep af via de

hoofdstroomschakelaar en / of de

cabineschakelaar.

Dit is een handeling die manueel dient uitgevoerd

te worden (in tegenstelling tot een elektrische

functie via de bediening).

Page 50: DH-L* cantilever tail lifts OPERATION MANUAL

49 DHOLLANDIA

12 SLOTOPMERKINGEN

OPMERKINGEN

De belangrijkste veiligheids- en bedieningsinstructies worden samengevat in een productvideo die

online bekeken kan worden op:

http://www.dhollandia.com/uservideo/LM-EUR EN-2017-01

Zorg ervoor dat u deze instructies doorleest voordat u de overeenkomstige DHOLLANDIA

laadklep bedient.

OPMERKINGEN

Deskundig en regelmatig preventief onderhoud is essentieel voor een betrouwbare werking en voor de veiligheid van de

bediener en omstanders.

De laatste update van onze checklist voor preventief onderhoud en inspectie kan gedownload worden via:

www.dhollandia.com → Land- en taalkeuze → Downloads → Checklists →

… selecteer gewenste handleiding

Alle onderhouds- en herstellingswerken dienen uitgevoerd te worden door erkende DHOLLANDIA-service partners en enkel

met goedgekeurde originele DHOLLANDIA onderdelen.

Consulteer de afzonderlijke ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSHANDLEIDING voor veiligheidsvoorschriften,

onderhoudsrichtlijnen en ondersteuning bij de storingsanalyse.

Smeer de laadklep regelmatig voor een maximale levensduur en betrouwbaarheid. Dit wil zeggen minstens 3 keer per jaar bij

gebruik in één enkele shift en vaker bij zeer intensief gebruik (verschillende shifts, gebruik gedurende 24 uur enz.) of bij gebruik

in ongunstige omstandigheden (frequente hogedrukreiniging met krachtige detergenten enz.).

De meest recente versie van de ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSHANDLEIDING kan gedownload

worden op de DHOLLANDIA-website:

www.dhollandia.com → Downloads → Gebruikshandleidingen → … selecteer de gewenste handleiding