DERDE GRAAD BSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Lassen-constructie... · 2003. 9. 15. · 7.5 De...

67
LASSEN-CONSTRUCTIE DERDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2003 LICAP – BRUSSEL D/2003/0279/065

Transcript of DERDE GRAAD BSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Lassen-constructie... · 2003. 9. 15. · 7.5 De...

LASSEN-CONSTRUCTIE DERDE GRAAD BSO

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

September 2003 LICAP – BRUSSEL D/2003/0279/065

LASSEN-CONSTRUCTIE

DERDE GRAAD BSO

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

LICAP – BRUSSEL D/2003/0279/065 September 2003

(vervangt D/1992/0279/045A)

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

3de graad BSO 3 Realisaties lassen-constructie D/2003/0279/065

Inhoud

1 Lessentabel 3de graad Lassen-constructie BSO ....................................................7

2 Inleiding .....................................................................................................................8 2.1 Nieuwe impulsen ................................................................................................................................... 8

3 Studierichtingsprofiel en samenhang .....................................................................9 3.1 Situering van de studierichting Lassen-constructie BSO in het logisch BSO-curriculum van

het studiegebied Mechanica-elektriciteit ............................................................................................ 9 3.2 Instroom ............................................................................................................................................... 10 3.3 Beginsituatie........................................................................................................................................ 10 3.4 Factoren die de keuze voor deze studierichting kunnen beïnvloeden.......................................... 10 3.5 Persoonlijkheidsvereisten.................................................................................................................. 11 3.6 Sancties van de studies en uitstroom............................................................................................... 11 3.7 Profilering van de studierichting Lassen-constructie BSO t.o.v. aanverwante

studierichtingen in de 3de graad van het studiegebied Mechanica-elektriciteit .......................... 12 3.8 Studierichtingsprofiel ......................................................................................................................... 13 3.9 Vormingscompetenties ...................................................................................................................... 13

4 Algemene pedagogisch-didactische wenken.......................................................14 4.1 Inleiding................................................................................................................................................ 14 4.2 Projectmatig werken volgens een concentrisch vormingsconcept .............................................. 14 4.3 Aandachtspunten ................................................................................................................................ 19 4.4 De geïntegreerde proef ....................................................................................................................... 20 4.5 Welzijn op het werk het behalen van een VCA-attest...................................................................... 21

5 Evaluatie ..................................................................................................................22 5.1 Wat en waarom evalueren?................................................................................................................ 22 5.2 Wanneer evalueren? ........................................................................................................................... 22 5.3 Hoe evalueren?.................................................................................................................................... 22 5.4 Hoe rapporteren? ................................................................................................................................ 23

6 Omschrijving van het beoogde studieobject – clustering van leerplandoelstellingen en leerinhouden................................................................24

6.1 Inleiding................................................................................................................................................ 24 6.2 Omschrijving van het studieobject ................................................................................................... 24 6.3 Clustering van leerplandoelstellingen en leerinhouden ................................................................. 24 6.4 Complementair gedeelte .................................................................................................................... 25 6.5 Van leerplan tot jaarplan .................................................................................................................... 26

4 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructies

7 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken gemeenschappelijk voor alle vormingsclusters...................................................27

7.1 De belangrijkste kenmerken van een las- en constructiebedrijf herkennen en de eigenheid van de diverse taken en verantwoordelijkheden van de leden van het las- en constructieteam met eigen woorden uitleggen ............................................................................... 27

7.2 De eigen en de in team te verrichten werkzaamheden in het geheel van de planning en de organisatie situeren ............................................................................................................................ 28

7.3 In uit te voeren te lassen constructies, de constructie-onderdelen herkennen, hun functie en relatie t.o.v. elkaar verklaren en aanvullende uitvoeringstekeningen op ware grootte maken .. 31

7.4 De kenmerken van de te gebruiken materialen – die een impact hebben op het uitvoeren van constructie(s) en het bewerken van constructieonderdelen – met eigen woorden toelichten... 34

7.5 De technologie, de kenmerken en de werking van gereedschappen, hulpmiddelen en machines om materiaal te verdelen en te plooien met eigen woorden toelichten....................... 37

7.6 Aan te brengen stabiliteitsvoorzieningen in te lassen constructie(s) en –onderdelen herkennen ............................................................................................................................................ 40

7.7 In machines, gereedschappen en hulpmiddelen de hydraulische en pneumatische systemen herkennen. ........................................................................................................................................... 43

7.8 De elektrische voorzieningen in machines, hulpmiddelen, gereedschappen en lasprocedés herkennen en de wijze waarop elektrische energie wordt aangewend met eigen woorden uitleggen. ............................................................................................................................................. 43

7.9 Volgens verstrekte richtlijnen en ter beschikking gestelde uitvoeringsplannen de te lassen constructie(s) en –onderdelen klaarmaken om te lassen en voorzieningen treffen opdat de klaargemaakte constructie kan worden geplaatst........................................................................... 45

7.10 Bij het uitvoeren van constructie- en laswerkzaamheden, de collectieve veiligheidsvoorzieningen en persoonlijke beschermingsmiddelen herkennen en gebruiken en volgens verstrekte richtlijnen de voorschriften op het vlak van gezondheid, hygiëne, milieu en ergonomie naleven............................................................................................................. 48

7.11 De directe kostprijs van uit te voeren te lassen constructies bepalen ......................................... 50 7.12 Een geschikt lasproces en lastoestel kiezen ................................................................................... 51 7.13 Volgens opgelegde criteria lassen leggen ....................................................................................... 55 7.14 De uitgevoerde constructies en -onderdelen en het eigen werk evalueren.................................. 57 7.15 In een staalconstructiebedrijf met de bedrijfscultuur kennismaken, afspraken met de

bedrijfsleiders naleven, constructie- en laswerkzaamheden in team uitvoeren .......................... 58

8 Minimale materiële vereisten .................................................................................59 8.1 Infrastructuur....................................................................................................................................... 59 8.2 Algemene uitrusting............................................................................................................................ 59 8.3 Individueel per leerling ....................................................................................................................... 59 8.4 Gemeenschappelijk klein gerief ........................................................................................................ 60 8.5 Gemeenschappelijke materialen ....................................................................................................... 60 8.6 Gemeenschappelijke machines......................................................................................................... 61

3de graad BSO 5 Realisaties lassen-constructie D/2003/0279/065

9 Bibliografie ..............................................................................................................61

10 Nuttige adressen .....................................................................................................63

3de graad BSO 7 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

1 Lessentabel 3de graad Lassen-constructie BSO

Pedagogische uren/week Administratieve vakbenaming vakbenaming

Basisvorming en fundamenteel gedeelte Totaal 30 30 Godsdienst 2 2 AV Godsdienst Lichamelijke opvoeding 2 2 AV Lichamelijke opvoeding Maatschappelijke vorming 0/2 0/2 AV Maatschappelijke vorming Nederlands 0/2 0/2 AV Nederlands Project algemene vakken 4/0 4/0 AV Project algemene vakken Realisaties 22 22 16 10/14 PV Praktijk Lassen-constructie (1) Lasconstructies 0 6/2 PV Stages Lassen-constructie (1) 6 6 TV Lassen-constructie

Complementair gedeelte Maximum 6 6 Bedrijfsbeheer 0 1 TV Toegepaste economie Realisaties 2 1 TV Lassen-constructie (1) Lasconstructies Realisaties 2 2 PV Praktijk Lassen-constructie Alu-lasconstructies Realisaties 2 2 PV Praktijk Lassen-constructie Kunststoflasconstructies (1) Voor het tweede leerjaar bepaalt de school tussen de aangegeven grenzen het aantal uren praktijk en het aantal uren stages. De som moet 16 uur bedragen.

8 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

2 Inleiding

2.1 Nieuwe impulsen

Volgende impulsen liggen aan de basis van het vernieuwen van het leerplan:

• vernieuwde pedagogisch didactische inzichten op het vlak van geïntegreerd werken, het bewaken van de diverse leerlijnen en de concrete realisatie hiervan via projecten;

• de nood om de snel evoluerende technologieën te kunnen implementeren; • de vraag van zowel de onderwijsverstrekkers als van de werkgevers en werknemers om het onderwijsaan-

bod en het opleidingsaanbod zo transparant mogelijk te maken; • de vraag van het VEV naar een zo breed mogelijke polyvalente vorming; • de verticale samenhang bewaken op de geëxpliciteerd vernieuwde visies in de leerplannen van de basisop-

ties, de beroepenvelden en de studierichting metaal BSO; • de mogelijkheden om vakoverschrijdende thema’s te integreren; • de stijgende aandacht voor veiligheid, gezondheid, hygiëne, milieu en ergonomie; • de uitgebrachte lascertificeringen volgens de ‘European Welding Federation’. • de mogelijkheden die het geïntegreerd gebruik van ICT biedt zowel inhoudelijk als pedagogisch-didactisch.

3de graad BSO 9 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

3 Studierichtingsprofiel en samenhang

3.1 Situering van de studierichting Lassen-constructie BSO in het logisch BSO-curriculum van het studiegebied Mechanica-elektriciteit

Eerste graad 2de leerjaar

Tweede graad BSO 1ste en 2de leerjaar

Derde graad BSO 1ste en 2de leerjaar

Derde graad BSO 3de leerjaar

Studiegebied 3de graad

Elektriciteit (7uur) Elektrische installaties Elektrische installaties Industriële elektriciteit

Computergestuurde werktuigmachines

Matrijzenbouw

Werktuigmachines

Industrieel onderhoud

Metaal- en kunststofschrijnwerk

Fotolassen

Lassen- constructie

Pijpfitten-lassen-monteren

Kunststofverwerking Composietverwerking

Mec

hani

ca-e

lekt

ricite

it

Auto-elektriciteit

Bedrijfsvoertuigen

Diesel- en LPG-motoren

Auto

Scheeps- en havenwerk

Carrosserie Carrosserie en spuitwerk

Vrachtwagenchauffeur Bijzonder transport

Auto

Verwarmingsinstallaties

Centrale verwarming en sanitaire installaties

Non-ferro metalen dakbedekkingen

Metaal (7 uur)

Nijverheid (14 uur)

Metaal

Nijverheid

Elektriciteit (7uur)

Elektrische installaties

Koelinstallties

Koeltechnische installaties

Koe

ling

en

war

mte

10 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

De plaats van de 3de graad Lassen-constructie BSO wordt in bovenstaand curriculumschema1 aangegeven. Dit schema – dat van links naar rechts wordt gelezen – geeft een aantal studierichtingen weer in een aantal studie-gebieden van de tweede en de derde graad. Het studiegebied Mechanica-elektriciteit start vanaf de tweede graad. De studiegebieden Auto en Koeling en warmte starten pas vanaf de derde graad. Uit het schema blijkt dat de studierichting Lassen-constructie BSO:

• naadloos aansluit op de studierichting Metaal BSO in de 2de graad;

• en een uitstekende voorbereiding is voor een aantal specialisatiejaren binnen het studiegebied Mechanica-elektriciteit zoals: Fotolassen BSO, Pijpfitten-lassen-monteren BSO, Industrieel onderhoud en Metaal- en kunststofschrijnwerk BSO.

3.2 Instroom

Zoals hierboven reeds vermeld, is de logische vooropleiding de studierichting Metaal BSO. De meeste leerlingen komen dan ook uit deze studierichting.

Heel wat leerlingen komen ook uit de 2de graad Mechanische Technieken TSO, hetzij na het behalen van een B-attest, hetzij na heroriëntering. Indien deze leerlingen over voldoende motorische competenties beschikken, een inspanning willen leveren om hun praktische vaardigheden te ontwikkelen en voldoende interesse hebben voor het uitvoeren van gelaste constructies hebben ze kans op slagen. Instroom vanuit andere studierichtingen is eerder zeldzaam. Leerlingen die pas in de 3de graad het Beroepssecundair Onderwijs aanvangen, hebben nood aan een speciale opvang.

3.3 Beginsituatie

Het merendeel van de leerlingen kwam dus al in min of meerdere mate in contact met praktische vaardigheden die nodig zijn bij te lassen constructies en constructieonderdelen. De studierichting bouwt bijgevolg vooral ver-der op de inzichten, vaardigheden en attitudes verworven in de tweede graad:

• vormgeven door het bewerken van plaat- en profielmateriaal, lassen en solderen • vormgeven door het monteren en demonteren van constructieonderdelen

3.4 Factoren die de keuze voor deze studierichting kunnen beïnvloeden

Bepaalde lichamelijke en fysische gebreken kunnen een belemmerende factor zijn voor het uitoefenen van één of meerdere beroepen waarop deze studierichting voorbereidt. Een gepaste oriëntering en begeleiding is dan ook ten zeerste aangewezen, enerzijds omdat ze invloed hebben op de slaagkansen van de leerlingen en an-derzijds omdat ze de uitoefening van heel wat beroepen bemoeilijken. In heel wat beroepen – waarop deze stu-dierichting voorbereidt – gelden bepaalde beroepsdrempels.

• lichamelijke letsels die de normale fysieke inspanning – eigen aan de diverse beroepen – beletten of bemoeilijken;

• handicaps die het normaal motorisch functioneren – eigen aan het uitoefenen van diverse beroepen – bemoeilijken;

• gewrichts- en rugaandoeningen; • beperkt gezichtsvermogen; • aandoeningen aan de luchtwegen; 1 Dit is het schema dat progressief in voege ging vanaf het schooljaar 1999-2000.

3de graad BSO 11 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

• producteczeem, contacteczeem en allergieën; • kleurenblindheid; • hoogtevrees, in de mate dat ze het werken op stellingen bemoeilijkt of onmogelijk maakt.

3.5 Persoonlijkheidsvereisten

Vele beroepen stellen ook heel wat eisen op persoonlijkheidsvlak. Leerlingen van de studierichting Lassen – constructie BSO bezitten deze reeds in bepaalde mate of geven in ieder geval blijk dat ze deze willen ontwikke-len.

• Interesse voor één of meerdere aansluitende beroepen. • Blijk geven van voldoende verantwoordelijkheidszin. • Voldoende flexibel zijn en bereid zijn in diverse omstandigheden te functioneren. • Aandacht hebben voor aspecten die het welzijn op het werk bevorderen. • Uitvoeringsgericht kunnen communiceren. • Bereid zijn zich aan te passen aan de arbeidsomstandigheden.

3.6 Sancties van de studies en uitstroom

Door het slagen in de studierichting Lassen-constructie krijgt de leerling een getuigschrift van secundair onder-wijs.

Zoals reeds vermeld, biedt de studierichting Lassen-constructie ook een uitstekende voorbereiding voor een aantal specialisatiejaren binnen het studiegebied Mechanica-elektriciteit zoals: Fotolassen BSO, Pijpfitten-lassen-monteren BSO, Industrieel onderhoud en Metaal- en kunststofschrijnwerk BSO. In deze specialisatiejaren kunnen de leerlingen ook een diploma van secundair onderwijs behalen, en indien door de school aangeboden, het attest van bedrijfsbeheer.

Door het profiel van de studierichting heeft de leerling een polyvalente vorming gekregen voor het uitvoeren van gelaste constructies. Heel wat functies kunnen dan ook worden uitgeoefend binnen de mechanische constructie-bedrijven.

De mogelijkheid om heel wat lascertificaten te behalen ligt dan ook in het verlengde van deze opleiding.

12 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

3.7 Profilering van de studierichting Lassen-constructie BSO t.o.v. aanverwante studierichtingen in de 3de graad van het studiegebied Mechanica-elektriciteit

In onderstaande tabel worden een aantal aanverwante (elektro)mechanische studierichtingen in de 3de graad van het studiegebied Mechanica-elektriciteit opgesomd. Voor elke studierichting wordt de eigenheid verduidelijkt. Dit gebeurt enerzijds door een omschrijving te geven van het te bestuderen ‘studieobject’ en anderzijds door een schematische voorstelling dat het aandeel weergeeft van de theoretische en de praktische vormingscomponen-ten in het geheel van de opleiding.

Studierichting Eigenheid studieobject

Schematische voorstelling vor-mingscomponenten

Elektromechanica TSO

De studie van varianten van een uitgevoerd project

• Drie- en tweedimensionaal communi-ceren om het concept van productrea-lisaties te analyseren.

• Conceptuele kenmerken van produc-trealisaties uit de sector elektrome-chanica analyseren.

• De impact van de conceptuele ken-merken van productrealisaties uit de sector elektromechanica op de uitvoe-ring duiden.

uitvoeren 20%

concept80%

Mechanische Vormgevings-

technieken TSO

De studie van een uit te voeren project

• Drie- en tweedimensionaal communi-ceren om het concept van mechani-sche constructies te begrijpen en de uitvoering voor te bereiden,

• Om de gevraagde kwaliteitscriteria te bereiken de noodzakelijke uitvoe-ringsrichtlijnen formuleren,

• De uitvoering voorbereiden, opvolgen en bijsturen.

concept50%

uitvoeren50%

Lassen-constructie BSO

Het uitvoeren van een project

• Schetsmatig twee- en driedimen-sionaal communiceren om het project te kunnen uitvoeren.

• De conceptuele kenmerken van het concept begrijpen en voorzieningen treffen om de uitvoering ervan moge-lijk te maken.

• Onder leiding het project uitvoeren volgens opgelegde kwaliteitscriteria.

concept25%

uitvoeren 75%

3de graad BSO 13 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

3.8 Studierichtingsprofiel

De studierichting Lassen-constructie BSO heeft een dubbele doelstelling.

• De startkwalificatie te verwerven om het beroep van lasser-constructeur te kunnen uitoefenen. Dit houdt in dat hij/zij verantwoordelijkheid kan opnemen voor het eigen werk en onder begeleiding – na een korte in service-training in het bedrijf – te lassen constructies kan vormgeven.

• Voldoende competenties verwerven om zich te kunnen vervolmaken via vervolgopleidingen die op

deze studierichting aansluiten. Inzonderheid kan dit in de specialisatiejaren Fotolassen BSO en Pijpfitten-lassen-monteren BSO; de talrijke (bedrijfs-) vervolgopleidingen waarbij heel wat lascerti-ficaten kunnen worden behaald.

3.9 Vormingscompetenties

Leerlingen die de studierichting lassen-constructie hebben gevolgd verwerven heel wat competenties. Sommige competenties slaan op diverse vormingsclusters en hebben een belangrijke transferwaarde. Andere zijn specifiek en dienen voornamelijk om beroepsgerichte vaardigheden te verwerven. Leerlingen die de studierichting succes-vol beïndigen kunnen:

• de belangrijkste kenmerken van een las- en constructiebedrijf herkennen en de eigenheid van de diverse taken en verantwoordelijkheden van de leden van het las- en constructieteam met eigen woorden uitleggen.

• de eigen en de in team te verrichten werkzaamheden in het geheel van de planning en de organisatie situe-ren;

• in uit te voeren te lassen constructies, de constructie-onderdelen herkennen, hun functie en relatie t.o.v. elkaar verklaren en aanvullende uitvoeringstekeningen op ware grootte maken;

• de kenmerken van de te gebruiken materialen - die een impact hebben op het uitvoeren van constructie(s) en het bewerken van constructieonderdelen - met eigen woorden toelichten;

• de technologie, de kenmerken en de werking van gereedschappen, hulpmiddelen en machines om materi-aal te verdelen en te plooien met eigen woorden toelichten;

• de aan te brengen stabiliteitsvoorzieningen in te lassen constructie(s) en -onderdelen herkennen; • in machines, gereedschappen en hulpmiddelen de hydraulische en pneumatische systemen herkennen. • de elektrische voorzieningen in machines, hulpmiddelen, gereedschappen en lasprocedés herkennen en de

wijze waarop elektrische energie wordt aangewend met eigen woorden uitleggen; • volgens verstrekte richtlijnen en ter beschikking gestelde uitvoeringsplannen de te lassen constructie(s) en -

onderdelen klaarmaken om te lassen; • voorzieningen treffen opdat de klaargemaakte constructie kan worden geplaatst; • bij het uitvoeren van constructie- en laswerkzaamheden, de collectieve veiligheidsvoorzieningen en per-

soonlijke beschermingsmiddelen herkennen en gebruiken en volgens verstrekte richtlijnen de voorschriften op het vlak van gezondheid, hygiëne, milieu en ergonomie naleven;

• de directe kostprijs van uit te voeren te lassen constructies bepalen; • een geschikt lasproces en lastoestel kiezen; • volgens opgelegde criteria lassen leggen; • in een staalconstructiebedrijf met de bedrijfscultuur kennismaken, afspraken met de bedrijfsleiders naleven,

constructie- en laswerkzaamheden in team uitvoeren.

14 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

4 Algemene pedagogisch-didactische wenken

4.1 Inleiding

Dit leerplan wil hoofdzakelijk een leidraad zijn. De erin opgenomen doelstellingen en leerinhouden zijn een refe-rentiekader waarmee het lerarenteam vrij kan omgaan. Het is zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop deze doelstellingen en leerinhouden door de leerlingen kunnen worden verworven. De gekozen pedagogisch-didactische methode is dus niet zonder belang. De in dit leerplan opgenomen pedagogisch-didactische wenken zijn dan ook bedoeld als suggesties, als tips.

Het leerplan op zichzelf mag in geen geval een excuus zijn om niet naar de noden van de maatschappij en de verwachtingen van de leerlingen te luisteren. Daarom is het noodzakelijk dat er voldoende aandacht blijft be-staan voor opvoeding, voor ontplooiingskansen van elke individuele leerling, voor geloofsovertuiging…

De geboden vorming leunt sterk aan op wat typisch en attractief is voor een lasser-constructeur. De samenhang tussen hetgeen in de klas gebeurt en in de realiteit van het arbeidsproces in het bedrijfsleven is duidelijk. Het gegeven onderwijs is dus levensecht. Leerlingen moeten immers beroepsfiere en vakbekwame mensen kunnen worden.

Het is belangrijk dat leerlingen tijdens hun leerproces zo dikwijls mogelijk succes beleven. Zij moeten dan ook voldoende worden gewaardeerd voor het gepresteerde werk.

Gebruik ook zoveel mogelijk werkvormen. Combineer voortdurend de theorie en de praktijk. Doe steeds een beroep op denken en doen. Vermijd langdurige opdrachten met steeds terugkomende vaardigheden. Hou de momenten van theorie kort maar herhaal veelvuldig. Schenk voldoende aandacht aan het werken in team.

4.2 Projectmatig werken volgens een concentrisch vormingsconcept

Eén van de belangrijkste verwachtingen van dit leerplan is geïntegreerd werken via projecten volgens een con-centrisch vormingsconcept.

4.2.1 Wat is een project?

In de context van dit leerplan verstaan we onder project: “Op inzichtelijke wijze gelaste constructies of -onderdelen praktisch realiseren, individueel en/of in team, deels onder begeleiding, deels zelfstandig."

Binnen een project komen zowel conceptuele doelstellingen, uitvoeringsgerichte doelstellingen, als doelstellin-gen op het vlak van attitudes aan bod. Ook is er voortdurend aandacht voor evaluatie en bijsturing.

Conceptuele doelstellingen verwijzen naar: te verwerven kennis; begrippen en inzichten om een opgedragen taak inzichtelijk te kunnen uitvoeren. Dit betekent eenvoudig gezegd: het denken voor het doen, voorkennis en voorbereiding.

Uitvoeringsgerichte doelstellingen verwijzen naar: de praktische vaardigheden om tot realisatie te komen. Deze doelstellingen slaan dus op het praktisch uitvoeren, het materiaalgebonden doen, het realiseren.

Evaluatie slaat zowel op het proces als op het product met als bedoeling om de eigen kennis en vaardigheden bij te sturen en aldus te komen tot kwaliteitsverbetering.

3de graad BSO 15 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

P1P2

P3Pn

Onder attitude wordt verstaan: resultaatsgerichtheid, initiatief nemen, kostenbewustzijn, doorzetting, klantge-richtheid, kwaliteitszorg, werkmethodiek, discipline, interesse, sociale houding, …

4.2.2 Projectmatig werken

Onder “Projectmatig werken” verstaan we een pedagogisch-didactische aanpak waarbij de leerplandoelstellingen en leerinhouden voornamelijk op een projectmatige wijze worden geclusterd. Daarbij volgen diverse projecten elkaar op. Elk project wordt gekenmerkt door:

• kennis, vaardigheden en attitudes uit vorige projecten; • nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes; • specifieke aandachtspunten; • een stijgend in moeilijkheidsgraad; • het aanbod komen van diverse mechanische technieken, materialen,

componenten, … ; • zowel een proces- als een productevaluatie; • een technologisch-procesmatige aanpak.

4.2.3 Waarom projectmatig werken

Het werken via projecten biedt onmiskenbaar een aantal pedagogisch-didactische voordelen. Deze worden hieronder in het kort besproken.

Just in time learning

Het projectmatig werken biedt de kans om de ogenblikken, waar aandacht wordt gevergd voor theorie, te plaat-sen daar waar de kans op effect het grootst is. Bijvoorbeeld op het ogenblik waar de leerling de opdracht krijgt om iets uit te voeren en de vraag stelt: “Ik moet dat nu uitvoeren, maar hoe moet dat nu en waarom?” De theorie wordt dus zoveel mogelijk gegeven in directe aansluiting met de praktijk.

Krachtige leeromgeving

De klemtoon dient gelegd op zinvolle projecten. Er dient dus voor elk project een behoefte te zijn, een intrinsieke motivatie. Het moet voor de leerlingen de moeite waard zijn. Het ideale zou zijn dat elk project zo realistisch mo-gelijk wordt uitgevoerd, zo dicht mogelijk aanleunt bij de beroepsrealiteit. Het “projectmatig werken” wordt nog leerkrachtiger en boeiender door met de klasgroep simultaan aan verschillende projecten te werken. Men kan kijken en vergelijken, van elkaar leren.

Het leerproces van de leerling staat centraal

De didactiek vertrekt niet van kennisoverdracht, maar van het verwerven van kennis door zelfwerkzaamheid. Het leerproces van de leerling staat centraal. Door het geven van opdrachten, uitdagingen stimuleert de leraar het leerproces van de leerling. De rol van de leraar is dus duidelijk deze van opdrachtgever, coach, begeleider. Het blijft uiteraard de opdracht om kennis en vaardigheden over te dragen, maar dan in de filosofie van: “liever dat de leerling het vraagt”, dan dat “de leraar het ongevraagd aanbiedt”.

Werken in team

Het opzetten van grotere projecten, waar meerdere leerlingen samen aanwerken, is de pedagogische aanpak bij uitstek om het werken in team aan te leren.

Interdisciplinaire probleemsituaties

De meeste projecten vereisen het gebruik van kennis en vaardigheden uit diverse domeinen (schetsen, diverse uitvoeringstechnieken, praktijk, PAV, ICT, …). Deze domeinen (vakken) vormen binnen de projectmatige aanpak

16 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

een samenhangend geheel. Daar er geen splitsing in vakken is, gebeurt de integratie van kennis en vaardighe-den uit diverse disciplines automatisch. De leraar – beter het lerarenteam – dient echter wel te zorgen voor een goed evenwicht tussen theorie en praktijk. De keuze van de projecten en de jaarplanning zijn hier bepalend. Een grote uitdaging is het bewaken van diverse leerlijnen.

Herhaling en terugkoppeling

Door telkens met nieuwe projecten te werken, waarin aspecten uit vorige projecten voorkomen, is er voortdurend herhaling en terugkoppeling mogelijk. Voor een doelgroep – BSO – is dit, vanuit pedagogisch-didactisch stand-punt, een groot pluspunt.

Succesbeleving

Elk project biedt een nieuwe kans op succesbeleving. De leerling heeft dus niet alleen kans op succesbeleving op het einde van een semester, op het einde van een leerjaar maar na elk nieuw project. Dit houdt dus in dat er permanent wordt geëvalueerd. De eindevaluatie baseert zich dan op een portfolio van gerealiseerde en geëvalu-eerde projecten.

4.2.4 De keuze van projecten

De grootste uitdaging is het kiezen van geschikte projecten die ook nog binnen de gestelde tijd-, plaatsruimte en met de ter beschikking gestelde (hulp)middelen, materialen en machines kunnen worden gerealiseerd. Heel wat factoren spelen hierbij een rol.

• De projecten moeten het mogelijk maken om de leerplandoelstellingen te realiseren. • De projecten zijn zinvol of worden in een zinvol geheel gekaderd. In ieder geval vermijdt men om opdrach-

ten te geven waar enkel de na te streven ‘vaardigheid op zich’ centraal staat. • Elk project schenkt aandacht aan het technologisch proces. Zij het dat niet elk onderdeel ervan kunstmatig

dient te worden beklemtoond. • De moeilijkheidsgraad van de projecten in hun geheel en/of van bepaalde onderdelen neemt geleidelijk toe. • De leerlijn voor elke na te streven doelstelling wordt bewaakt. • Elk nieuw project refereert enerzijds naar kennis en vaardigheden uit vorige projecten maar biedt anderzijds

ook telkens iets nieuws aan. • Zorg voor evenwichtige spreiding van theorie en praktijk. • Breng voldoende verscheidenheid in.

4.2.5 Een dossier van projecten

De leerling kan een ‘dossier van projecten’ opstellen en bijhouden. Dit biedt heel wat voordelen. Gans de leerstof kan erin worden gebundeld; het kan het persoonlijk werk van de leerling bevatten en het kan aangeven hoe de leerling heeft gepresteerd er werd geëvalueerd. Elementen die in zo’n dossier kunnen worden opgenomen zijn:

• een omschrijving van de gegeven opdrachten en de gestelde (kwaliteits)eisen; • de wijze waarop gebruik gemaakt werd van informatiebronnen,… (brochures, handboeken, technische fi-

ches, websites, …); • welke theoretische inzichten er nodig waren om de opdrachten te kunnen uitvoeren (résumés, geformuleer-

de oplossingen, verantwoording van gemaakte keuzes,…); • welke uitvoeringstechnieken men nodig had en hoe deze werden verkend, ingeoefend en aangewend; • documenten in verband met de voorbereiding, de uitvoering, de opvolging, de evaluatie… van de diverse

projecten (tekeningen, schetsen, berekeningen, werkvolgorde, tijdsbesteding…); • foto’s van de realisatie…

3de graad BSO 17 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

Wanneer alle projecten afgewerkt zijn dienen alle leerplandoelstellingen één of meerdere malen aan bod te zijn gekomen. Om het overzicht te behouden worden: de leerplandoelstellingen het best opgelijst; wordt bijgehouden in welke projecten ze aan bod komen; welke diepgang er wordt gevraagd en bereikt; welke evaluatie-methodieken er worden gehanteerd; welke elementen belangrijk zijn voor bijsturing; welke punten in een volgend project extra aandacht vragen;... Diverse methodes zijn hiervoor geschikt. Worden deze gegevens in matrix-vorm geclusterd dan kan men ze op relatief eenvoudige wijze zowel manueel, als automatisch (rekenblad, database) gebruiken. Tevens is het een belangrijk werkinstrument voor het opstellen en bijhouden van een jaarplanning.

4.2.6 Werken volgens het technologisch proces

Elk project dient in min of meerdere mate te verlopen volgens het technologische proces. Onderstaande flow-chart licht dit proces toe.

Opdoen van relevante voorkennisen verzamelen van de nodige

gegevens

Voorbereiding, planning, organisatie

Uitvoeren, realiseren

Opdrachtbeschrijving vanuit een reële behoefteen formuleren van de kwaliteitseisen

evaluatie

evaluatie

Einde project

evaluatie

OK

OK

OK

Bijsturen

Bijsturen

Bijsturen

18 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

4.2.7 Wat verstaan we onder een concentrisch vormingsconcept

In 4.2.2 en 4.2.3 werd aangegeven wat we onder projectmatig werken verstaan en waarom projectmatig werken de aangewezen methode is voor deze specifieke leerlingengroep.

Aangezien elk nieuw project/werkstuk dat wordt gemaakt, behalve nieuwe doelstellingen, ook herhalende en verdiepende doelstellingen bevat – en men bovendien ook aandacht moet hebben voor de specifieke contextge-bonden kenmerken van het project – kan dit worden voorgesteld als een concentrische aanpak.

De moeilijkheid hierbij is het bewaken van de diverse leerlijnen. Om na te gaan of alle vormingscomponenten (VC) wel aan bod zijn gekomen, kan onderstaande schematische voorstelling helpen.

Als voorbeeld nemen we 5 vormingsclusters (maar dezelfde redenering geldt natuurlijk ook voor 5 doelstellingen die men aan bod wil laten komen…). Voor elke vormingscluster worden op een as de te bereiken einddoelstellin-gen voorgesteld. 100% stelt het maximum voor. Noteren we daarbij enkel de einddoelstellingen die van elkaar verschillen dan krijgt men het volgende:

• Met project 1 bereikt men voor elk van de vijf voorgestelde vormingsclusters een bepaald percentage van het einddoel.

• Met project 2 bereikt men eveneens voor de vijf voorgestelde vormingsclusters een bepaald percentage van het einddoel.

• De voorgestelde percentages van het einddoel in het project 2 zijn verschillend van deze die bereikt worden in project 1.

• Project 1 en project 2 geven tezamen het gecumuleerde percentage weer van de einddoelstellingen die worden bereikt.

Worden alle einddoelstellingen voor 100% bereikt dan krijgt men een regelmatige veelhoek. Voor de vijf voorge-stelde vormingsclusters is dit dus een regelmatige vijfhoek.

4.2.8 Hoe vertalen in een jaarplan

Om op een degelijke manier projectmatig te werken dient men te beschikken over projecten die aan de hierbo-ven vermelde criteria voldoen. Het omzetten van het leerplan in een continuüm van projecten dient dus te gebeu-ren via een jaarplan en dit voor de volledige derde graad (1ste en 2de leerjaar).

3de graad BSO 19 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

4.2.9 Randvoorwaarden

Hieronder sommen we enkele voorwaarden op die deze leerplanvisie ondersteunen. .

• De projecten worden zorgvuldig gekozen en gekaderd in de totale vorming van het 1ste en 2de leerjaar van de derde graad.

• De meest geschikte concentrische opbouw van de leerstofonderdelen wordt bestudeerd en door het leraren-team gedragen.

• Een aangepaste infrastructuur met voldoende ruimte om aan projecten te werken. Een werkplaatsklas is hiervoor het best geschikt. Een werkplaats met in de nabijheid een klas – waar regelmatig ondersteunende theorie kan worden gegeven – uiteraard ook.

• Leraars dienen eerder als coach op te treden. • Alle actoren dienen deze vormingsvisie te steunen en blijvend te stimuleren. • Aangepaste leermiddelen moeten worden ontwikkeld. • Aangepaste klasgroepen om via differentiatie recht te doen aan elke individuele leerling.

4.3 Aandachtspunten

4.3.1 Het gebruik van Informatie en Communicatie Technologie (ICT)

Het is evident dat van de mogelijkheden die de computer, op het didactisch vlak biedt, optimaal gebruik moet worden gemaakt. Typische mogelijkheden die op dit leerplan betrekking hebben zijn:

• het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en uitvoeringstechnieken via Internet, cd-rom’s, …;

• het gebruik van educatieve programma’s in verband met het lezen van tekeningen, ruimtelijk voorstellings- en waarnemingsvermogen;

• eenvoudige rekenbladen of geprogrammeerde formulieren om de kostprijs te berekenen; • programma’s ter ondersteuning van zelfevaluatie; • eenvoudige software om op een actieve manier kennis en inzichten te verwerken. Er dient opgemerkt dat de programma’s die men aanwendt dermate gebruiksvriendelijk zijn dat de klemtoon ligt op de te verwerven leerplandoelstellingen en zeker niet op de beheersing van één of ander softwarepakket.

4.3.2 De aanpak van schetsen2 en tekenen3

Algemene doelstellingen

Bij het schetsen en het technisch tekenen zijn de volgende doelstellingen van essentieel belang:

• het verhogen van het waarnemings-, het voorstellingsvermogen en het ruimtelijk inzicht, • het begrijpen van uitvoeringstekeningen om volgens de verstrekte richtlijnen uit te voeren, • tekenen/schetsen als communicatiemiddel gebruiken vóór, tijdens en na de uitvoering van de werken. Schetsen en tekenen geen doel op zich

2 Onder een ‘schets’ verstaan we een voorstelling die in hoofdlijnen het onderwerp (vormgeving, werkingsprincipe, uitvoeringsmethode,

…) toelicht. 3 Onder een ‘technische tekening’ verstaan we de voorstelling van een uit te voeren of uitgevoerde constructie waarop alle afmetingen,

materiaalaanduidingen, uitvoeringsvoorschriften, … éénduidig en op schaal worden weergegeven.

20 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

Het is dus absoluut niet de bedoeling dat de leerlingen zelf volledige plannen leren tekenen. Ze moeten de voor-gelegde plannen kunnen lezen en interpreteren om ze correct uit te voeren.

Dit wil niet zeggen dat er niet getekend/geschetst mag worden, doch het maken van tekeningen situeert zich eerder op het vlak van communiceren in verband met de uitvoering of het aanbrengen van uitvoeringsgerichte aanvullingen.

Daar er zoveel als mogelijk projectmatig wordt gewerkt staat het schetsen en het tekenen steeds in relatie met het praktisch werk. Het schetsen en het tekenen mag dus geen eigen leven gaan leiden los van de theoretische inzichten en de praktische uitvoering.

Doelstellingen op het vlak van uitvoeringstekeningen lezen:

• zich de te construeren delen driedimensionaal kunnen voorstellen, • de maatvoering lezen, • de gebruikte genormaliseerde en symbolische voorstellingen verklaren voor de praktische uitvoering, • de bijschriften met eigen worden toelichten in functie van de uitvoering. Doelstellingen op het vlak van het maken van schetsen:

• het plannen van de inrichting van de werkplek, • twee- en driedimensionaal schetsen om zowel voor, tijdens en na de uitvoeringdetails toe te lichten, • de te construeren onderdelen beter duiden via aanvullende detailschetsen, zowel twee- als driedimensio-

naal, • aanvullende aanduidingen om de maatvoering en de afwerking beter te begrijpen. Middelen en resultaat

Voor het maken van schetsen en tekeningen zijn er diverse middelen beschikbaar:

• een bord en krijt, • een bladpapier en een potlood, • een tekenplank met tekendriehoek, • een CAD-pakket. Het middel dient in ieder geval ondergeschikt en in functie te zijn van de hierboven vermelde doelstellingen.

4.4 De geïntegreerde proef

De geïntegreerde proef vormt een belangrijk onderwerp van het 2de leerjaar. Deze proef is enerzijds bedoeld als onderdeel van evaluatie, maar maakt anderzijds ook deel uit van de vorming, de opleiding. Voor de con-cretisering van de geïntegreerde proef verwijzen we naar: • de omzendbrief van 25 juni 1999 punt 8 “Evaluatie en bekrachtiging van de studies”, • naar het algemene kader in verband met de geïntegreerde proef van het VVKSO, • naar het vademecum in verband met de geïntegreerde proef specifieke invulling “studiegebied Mechani-

ca-elektricteit”, studierichting Lassen-constructie BSO.

3de graad BSO 21 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

4.5 Welzijn op het werk het behalen van een VCA-attest

In het kader van de certificatie VCA2000/03 moet elke werknemer een opleiding basisveiligheid volgen.

De verplichte opleiding is gebaseerd op de plicht om te voorzien in informatie en vorming, zoals bepaald wordt in het K.B. van 27 maart 1998 over het welzijnsbeleid tegenover werknemers.

Deze vorming komt overeen met vraag 4.2 van VCA2000/03. Dit is dus een verplichte vraag om het VCA-certificaat te behalen, namelijk: “Zijn alle operationele medewerkers (langer dan 3 maanden in dienst) in het bezit van een VCA-erkend diploma, certificaat of attest dat niet ouder is dan 10 jaar (gerekend vanaf de exa-mendatum)?”

In dit leerplan werden de betreffende doelstellingen en inhouden opgenomen.

Voor de modaliteiten om het attest te behalen, verwijzen we naar de bevoegde organisaties en instanties.

Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en

eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kan u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als

negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail ([email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel).

Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer. Langs dezelfde weg kan u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren.

22 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

5 Evaluatie

5.1 Wat en waarom evalueren?

Evalueren is geen doel op zich. Het maakt deel uit van het didactisch proces. Via allerlei vormen van evalueren krijgen de leerlingen en de leraar informatie over de bereikte en de niet-bereikte leerdoelen.

Zowel het proces als het product worden geëvalueerd. De klemtoon ligt daarbij uiteraard op het proces want de hoofdbedoeling van het evalueren is bijsturen, remediëren.

Bij het evalueren wordt aandacht besteed aan:

• cognitieve vaardigheden (kennen, begrijpen, inzien, toepassen...), • psychomotorische vaardigheden (nadoen, oog-hand-coördinatie, ritme, snelheid, nauwkeurigheid, beheer-

sen), • attitudes (doorzetting, efficiëntie, sociale gerichtheid, …). Cognitieve elementen worden alleen getoetst in de context van de projecten en de realisaties, in directe relatie tot wat wordt of zal worden uitgevoerd.

De einddoelstelling is dat de leerling door zelfevaluatie zijn eigen handelen leert bijsturen om te komen tot kwali-teitsverbetering.

5.2 Wanneer evalueren?

Het lerend bezig zijn van de leerlingen en de vorderingen die ze daarbij maken worden permanent beoordeeld en geëvalueerd. De evaluatie gebeurt bij elke stap die ze zetten bij de realisatie van een product. Hun technisch en technologisch kennen en kunnen wordt permanent getoetst.

Daarbij kunnen de leerlingen ook nog periodiek aan de hand van goed gekozen en duidelijk omschreven op-drachten bewijzen dat ze bepaalde vaardigheden en ondersteunende kennis verworven hebben.

Evalueren helpt ook het onderwijsproces sturen. Daarom wordt het evalueren doorgedreven geïntegreerd in dat onderwijsproces. Evaluatie is geen afzonderlijke activiteit en is meer een leermoment dan een beoordelingsmo-ment. Daardoor worden het leerproces van de leerling en de instructie van de leraar geoptimaliseerd.

Bovendien moet aan een aantal doelstellingen, dat voortdurend in de praktijk moet worden toegepast, elke les worden gewerkt. Zij kunnen niet het voorwerp zijn van een eenmalige of sporadische evaluatie. Dit is bijvoor-beeld zo voor het begrijpen en toepassen van de algemene en de machinegebonden veiligheidsvoorschriften of voor de attitude van zorg en respect voor materiaal.

In deze visie kunnen ‘klassieke examens’ voor deze vakken op het niveau van de tweede graad BSO overbodig worden. Ze onderbreken alleen maar een natuurlijk en logisch leerproces en geven geen meerwaarde.

5.3 Hoe evalueren?

Toetsen van cognitieve elementen via schriftelijke opdrachten als ‘Verklaar ...’, ‘Omschrijf ...’, ‘Leg uit met je ei-gen woorden ...’ brengen heel veel BSO-leerlingen, ook al kennen ze het antwoord, niet tot een goed einde. Ze leveren dus heel vaak een foutieve beoordeling van de leerling op.

3de graad BSO 23 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

Andere vormen van schriftelijke evaluatie zijn wel bruikbaar:

• meerkeuzevragen; • aanvullen van een tekening of schema (geen loutere invuloefening!); • opdrachten als ‘verbind de samenhorende elementen met een pijl’, ‘plaats in de juiste volgorde’ ...; • vooraf klaargemaakte tabellen of controlelijsten kunnen door de leerlingen individueel of in groep ingevuld

worden en als basis dienen voor de evaluatie - mogelijke inhouden daarbij zijn: de opgemeten hoeveelhe-den, de te bestellen materialen, de beschrijving van de werkvolgorde, de geraamde en de werkelijke tijds-duur, de toegepaste veiligheidsvoorzieningen;

• het kunnen lezen van een werktekening kan men evalueren door bijvoorbeeld het nodige aantal te bestellen materialen te laten berekenen.

Voor wat betreft het ‘kunnen’ is het vooral ook de bedoeling dat de leerling zijn eigen werk leert beoordelen, dus aan zelfevaluatie doet. Het zelf kunnen deelnemen aan de evaluatie werkt stimulerend en motiverend voor de leerling.

Bij iedere opdracht wordt duidelijk op voorhand opgegeven welke items zullen worden geëvalueerd en hoe de beoordeling zal worden opgevat.

5.4 Hoe rapporteren?

De rapportering gebeurt niet louter via een cijferrapport. De vorderingen van de leerling en vooral de tips voor remediëren worden in een eenvoudige en directe taal omschreven.

Een soort portfolio of dossier bijhouden van de gerealiseerde projecten (eventueel geïllustreerd met foto’s van de gerealiseerde projecten) kan een middel zijn om de succesbeleving te bevorderen.

24 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

6 Omschrijving van het beoogde studieobject – clustering van leer-plandoelstellingen en leerinhouden

6.1 Inleiding

Zoals hierboven voldoende werd aangetoond is een degelijke integratie van praktijk, technologie en technisch tekenen absoluut noodzakelijk. De leerplandoelstellingen en leerinhouden dienen dus zoveel mogelijk geïnte-greerd aan bod te komen in een technologisch procesmatige context. Om aan deze zienswijze concreet gestalte te geven is dit leerplan zodanig opgevat dat de leerplandoelstellingen en leerinhouden geïntegreerd werden uit-geschreven.

Is het om een of andere reden niet mogelijk om het merendeel van de leerplandoelstellingen en leerinhouden projectmatig te verwerven dan moet het lerarenteam, in samenspraak met de directie, zelf een zinvolle clustering maken en afspraken maken hoe deze aan bod komen.

De leerplandoelstellingen en leerinhouden die als uitbreiding worden beschouwd staan cursief aangegeven (U).

6.2 Omschrijving van het studieobject

Leerplandoelstellingen en leerinhouden voor de 3de graad Lassen-constructie BSO zijn maar relevant indien ze kaderen binnen een einddoelstelling die men op het einde van deze studierichting wil bereiken. Deze einddoel-stelling kan het best worden geduid door de eigenheid van het studieobject te omschrijven. Voor de studierich-ting Lassen-constructie BSO luidt deze als volgt:

Volgens opgelegde kwaliteitscriteria, te lassen constructies – samengesteld uit zelf gemaakte en in de handel verkrijgbare onderdelen – samenstellen en de nodige lasverbindingen uitvoeren.

De moeilijkheidsgraad wordt mede bepaald door:

• De aard van de bewerkingen ; • De complexiteit van de realisatie; • De veelheid aan toegepaste vaardigheden en kennis.

6.3 Clustering van leerplandoelstellingen en leerinhouden

6.3.1 Algemeen

Het clusteren van leerplandoelstellingen en leerinhouden is niet eenvoudig. In vorige leerplannen werd er per vak geclusterd en binnen elk vak werden alle leerstofonderdelen op een bepaalde manier geordend. De leerlijn voor de theoretische inzichten enerzijds en de praktische vaardigheden anderzijds werden apart bewaakt. Integratie van beide was afhankelijk van de transfer die de leerling terzake kon maken en de wijze waarop leraars techni-sche en praktische vakken met elkaar communiceerden en inhouden en te bereiken leerplandoelstellingen op elkaar afstemden.

Bij het maken van geïntegreerde leerplannen staat men dan ook voor de uitdaging om leerplandoelstellingen en leerinhouden op zo’n wijze te clusteren dat ze enerzijds bijdragen tot het bereiken van de einddoelstelling en dat ze anderzijds het geïntegreerd werken ondersteunen. Zinvolle clusters zijn dan ook:

3de graad BSO 25 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

• een clustering volgens het technologisch proces, • een clustering van gemeenschappelijke technologisch-technische inzichten, vaardigheden en attitudes van

zinvolle vormingsclusters • een clustering van specifieke technologisch-technische inzichten vaardigheden en attitudes per vormings-

cluster.

6.3.2 Clustering volgens het technologisch proces

Elk technologisch proces bevat de volgende belangrijke onderdelen.

• Aspecten die te maken hebben met de behoefte en de gestelde kwaliteitseisen van producten en realisaties. • Conceptuele aspecten zowel op het vlak van het ontwerp als op het vlak van de uitvoering. • Uitvoeringsgerichte technologisch-technische aspecten. • Evaluatie- en bijsturingsaspecten.

6.3.3 Aangenomen structuur bij het clusteren.

In dit leerplan werden de leerplandoelstellingen en leerinhouden geclusterd enerzijds volgens bij elkaar horende vormigscomponenten en anderszijds volgens het technologisch proces dat men dient te doorlopen bij het pro-jectmatig werken.

6.4 Complementair gedeelte

De invulling van het complementair gedeelte is volledig vrij. Dit leerplan doet een aanbeveling naar twee vakken en geeft hiervoor een specifieke invulling.

De specifieke invulling voor het vak bedrijfsbeheer is terug te vinden in een apart leerplan. Dit leerplan moet in relatie met de vormingsaspecten op het vlak van ‘kostprijsberekening’ en ‘planning en organisatie van de werk-zaamheden’ door het lerarenteam worden geanalyseerd. Eveneens moet hierbij rekening worden gehouden met de elementen van bedrijfsbeheer die eventueel in het specialisatiejaar aan bod komen.

De specifieke invulling voor het TV Lassen-constructie met als pedagogische vakbenaming ‘Realisaties lascon-structies’ kan voornamelijk worden ingevuld met de uitbreidingsdoelstellingen die in het geïntegreerd uitge-schreven leerplan van Realisaties lasconstructies werden vermeld en door nieuwe inzichten en ontwikkelingen die zich op het vlak van lassen en constructie voordoen.

Specifieke leerplandoelstellingen en leerinhouden op het vlak van het uitvoeren van lasconstructies in kunststof en in aluminium kunnen aan bod komen in de praktische vakken Lassen-constructie met respectievelijk als pe-dagogische vakbenamingen ‘Realisaties alu-lasconstructies’ en Realisaties kunststoflasconstructies’ . In deze vakken kunnen de in het leerplan vermelde uitbreidingsdoelstelling (U1) en (U2) aan bod komen.

26 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

6.5 Van leerplan tot jaarplan

Dit leerplan is een graadleerplan. Het lerarenteam dient, in overleg, de leerplandoelstellingen en leerinhouden te spreiden over de twee leerjaren. Dit moet resulteren in een gezamenlijk opgestelde jaarplanning.

Het is natuurlijk ook logisch dat in het eerste leerjaar van de derde graad meer de gemeenschappelijke leerp-landoelstellingen en leerinhouden aan bod komen en in het tweede leerjaar van de tweede graad wat meer klem-toon wordt gelegd op het verwerven van specifiekere leerplandoelstellingen en inhouden.

3de graad BSO 27 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

7 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken gemeenschappelijk voor alle vormingsclusters

7.1 De belangrijkste kenmerken van een las- en constructiebedrijf herkennen en de eigenheid van de diverse taken en verantwoordelijkheden van de leden van het las- en constructieteam met eigen woorden uitleggen

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

1 De eigenheid van de diverse taken en ver-antwoordelijkheden van de leden van het ‘las- en constructieteam’ met eigen woorden uit-leggen.

• Het las- en constructieteam − Opdrachtgever − Studiebureau − Projectverantwoordelijken − Bouwplaatsverantwoordelijken − Werkplaatsverantwoordelijken − Uitvoerder lasser constructeur − Veiligheidsverantwoordelijke − Plaats in bedrijfsorganisatie

• Eigenheid diverse taken • Eigenheid verantwoordelijkheden

2 De eigenheid van de diverse materiaal-verwerkende constructiebedrijven met eigen woorden uitleggen.

• Eigenheid diverse materiaalverwerkende con-structiebedrijven

3 De las- en constructiebedrijven in de Belgi-sche en de Vlaamse economische context si-tueren.

• Las- en constructiebedrijven in de Belgische ende Vlaamse economische context − Diensten − Tewerkstelling − Vestiging − Las- en constructiewerkzaamheden als

hoofd- en negenactiviteit

4 De kenmerken van een las- en constructie-bedrijf verkennen.

• Vestigingsplaats van het bedrijf − Internationaal (U) − Lokaal

• Productengamma • Stukwerk – standaard • Personeelsbezetting • Productinnovatie • Marketing (U)

5 De tewerkstellings- en nascholingsmogelijk-heden van een lasser-constructeur met eigen woorden uitleggen.

• EWF structuur • Nascholingsmogelijkheden

− Volwassenenonderwijs − Sectorale opleidingen − EWF certificeringen − VDAB − Bedrijfsopleidingen

• Tewerkstellingsmogelijkheden − Aard − Soort contract − Interimarbeid

28 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

6 De kenmerken eigen aan het statuut van werknemer met eigen woorden uitleggen.

• Werknemersstatuut − Rechten − Plichten − Arbeidsovereenkomsten − Sociale zekerheid

DIDACTISCHE WENKEN

• Voor cijfers in verband met het belang van de metaalverwerkende sector kan contact worden opgenomen met de overkoepelende sectororganisaties.

• Bedrijfsbezoeken bieden een uitstekende gelegenheid om een groot deel van deze doelstellingen te berei-ken. Bereid de leerlingen dan ook goed voor op zo’n bedrijfsbezoek en schenk achteraf voldoende aandacht aan de specifieke aspecten die aan bod kwamen.

• In het kader van de doelstelling levenslang leren kan er een bezoek worden gebracht aan een school met een 3de jaar van de derde graad Fotolassen BSO en/of Pijpfitten-lassen-monteren BSO. Ook een bezoek aan een opleidingscentrum uit de buurt die specifieke lasopleidingen verzorgt is aan te bevelen..

• Om leerlingen wegwijs te maken de problematiek van de arbeidsovereenkomsten kan beroep worden ge-daan op een deskundige uit een bedrijf of werknemersorganisatie.

7.2 De eigen en de in team te verrichten werkzaamheden in het geheel van de plan-ning en de organisatie situeren

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

7 Het doel van het plannen van de werkzaam-heden met eigen woorden uitleggen.

• Doel van de planning − Wie, wat, hoe, wanneer − Personeel, eigen werk, werken uit te voeren

door derden, eigen mogelijkheden, timing…

8 De parameters die de planning beïnvloeden en de projectveranderlijken aan de hand van een voorbeeld met eigen woorden uitleggen.

• Parameters die de planning beïnvloeden − Aanvang werkzaamheden − Einde werkzaamheden − Algemene projectdefinitie

9 In team voor de te verrichten werkzaamheden oordeelkundige ploegen samenstellen.

10 Per bewerking de tijdsduur registreren en bepalen.

11 In team de factoren die de relatie tussen de bewerkingen beïnvloeden bepalen.

12 Planning op een tijdschaal optekenen.

• Tijdsduur per bewerking − Ploegsamenstelling − Hoeveelheid werk − Stukwerk

• Relatie tussen de bewerkingen • Kalender

− Kalenderdagen − Prognose kalender (werkdagen)

13 Het kenmerken van een netwerkplanning en van een planning met een tijdschaal met ei-gen woorden uitleggen en hun relatie aange-ven.

• Soorten planning − Netwerkplanning − Met een tijdschaal

• Relatie van de soorten planning met elkaar

3de graad BSO 29 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

14 In team voor een eenvoudig uit te voeren werk een netwerkplanning maken.

• Netwerkplanning PERT, PDM of andere − Opbouw − Vroegste start/einde − Laatste start/einde − Speling − Kritieke pad

15 In team voor een eenvoudig uit te voeren werk op basis van kalenderdagen een bal-kendiagram of Gannt-kaart maken.

• De Gantt-kaart of het balkendiagram − Opbouw − Voor- en nadelen t.o.v. netwerkplanning

16 In team de invloed van de werkelijke uitvoe-ringstijd van de verschillende bewerkingen op de planning onderkennen en de planning bij-sturen. (U)

• Het actualiseren van de planning (U) − Voorziene tijdsduur (U) − Uitvoeringstijd (U) − Bijsturingsmogelijkheden (U)

17 In team voor een eenvoudig uit te voeren project afgeleide planningen opstellen.

• Afgeleide planningen − Personeelsplanning − Machineplanning − Aankoopplanning

18 Bij het uitvoeren van werkzaamheden op een bouwplaats volgens instructie de geldende richtlijnen naleven (U)

• Bouwplaatsinrichting (U)

19 Van een las- en constructiebedrijf de structuur met eigen woorden uitleggen. (U)

• Las en constructiebedrijf (U) − Ontvangst en verkoopsteam (U) − Boekhouding (U) − Aaanbesteding (U) − Nacalculatie (U) − Planning (U)

20 Van een las- en constructiewerkplaats de inrichting bestuderen en de voor- en nadelen van de opvatting in team bespreken.

• Las- en constructiewerkplaats − Inrichting en uitrusting − Magazijnen − Materialen stroom − Productenstroom − Personeelsbezetting

• Uitvoering − Projectleider(s), − Bouwplaatsverantwoordelijken − Werkplaatsverantwoordelijken

• Arbeiders en bedienden

21 De administratieve afhandeling en verwerking van gegevens van de eigen werkzaamheden volgens verstrekte richtlijnen uitvoeren.

• Administratie − Materialen − Producten − Machine-uren − Manuren − Andere

22 De wijze waarop het magazijn in de school is georganiseerd met eigen woorden uitleggen.

• De magazijnorganisatie in de school − Inrichting − Voorraadbeheer − Administratie

30 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

− Bestellingen − Leveringen − Afspraken

23 Eigen werkzaamheden plannen en organise-ren.

• Planning en organisatie van de eigen werkzaam-heden

24 Rekening houdende met gemaakte afspraken de eigen werkplek inrichten.

• Inrichting eigen werkplek

DIDACTISCHE WENKEN

• Probeer aan de hand van sprekende voorbeelden de leerlingen te laten inzien dat het las- en constructie-team met een bepaalde planningsmethode antwoord moet geven op de vraag: 'wie', 'wat' gaat doen, 'hoe', 'wanneer' en 'voor hoeveel' (zie 7.11).

• Voldoende toelichten dat bij de aanvang van het project niet alle parameters in detail gekend zijn, maar dui-delijker worden naargelang de vorderingen van de werkzaamheden. Het is dus belangrijk dat in de beginfa-se de parameters zo goed mogelijk worden omschreven en bij opvolging zo goed mogelijk wordt geantici-peerd op onverwachte gebeurtenissen.

• Geef sprekende voorbeelden van optimale ploegsamenstellingen en bespreek deze grondig. • Toon duidelijk aan dat een netwerkplanning voornamelijk 'de combinatie van de bewerkingen' duidelijk

maakt en dat een planning met een tijdschaal voornamelijk 'de uitvoeringstijd' benadrukt. • Zowel korte termijn (per dag, per week) als lange termijnplanningen aan de hand van praktisch voorbeelden

toelichten. • Schenk vooral aandacht aan het bepalen van het kritieke pad en het belang ervan in het gebruik van de

planning. • Het verschil in benaderingsmethodiek tussen de verschillende netwerkplanningen onderkennen (voorstelling

van bewerkingen, type, duur, begin, einde ...). • Voldoende beklemtonen dat men bij een tijdsdoorrekening in eerste instantie geen rekening moet houden

met het nodige personeel, machines en materieel. Geef voldoende praktische tips hoe bewerkingen in de tijd kunnen worden verschoven. Geef daarbij ook aan dat men kan het aantal ploegen en de ploegsamen-stelling kan wijzigen.

• Bespreek diverse Gantt-kaarten van uitgevoerde en zelf uit te voeren werken. • Stel gegevens ter beschikking van werkelijke uitvoeringstijden en laat leerlingen deze noteren van de werk-

zaamheden die ze zelf uitvoeren. Toon de invloed ervan aan op de voorziene planning en licht de bijstu-ringsmogelijkheden voldoende toe.

• Geef voorbeelden van de wijze waarop afgeleide planningen kunnen worden gemaakt. Bespreek in team de afgeleide planningen van de eigen werkzaamheden.

• Licht de mogelijkheid toe van een eenvoudig planningsprogramma, waar zowel een netwerkplanning, een Gantt-kaart en afgeleide planningen automatisch worden gegenereerd.

• Toon, aan de hand van beeldend materiaal uit de praktijk, het belang aan van de plaats van het materieel en het materiaal bij een werkplaatsinrichting. Leg ook het verband tussen een goed ingerichte werkplek, het rendement, de netheid en het opruimen na de werktijd.

• Bestudeer bij bedrijfsbezoeken de inrichting van de las- en constructieafdeling. Laat eventueel bedrijfsdes-kundigen een les in de school mee ondersteunen.

3de graad BSO 31 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

7.3 In uit te voeren te lassen constructies, de constructie-onderdelen herkennen, hun functie en relatie t.o.v. elkaar verklaren en aanvullende uitvoeringstekenin-gen op ware grootte maken

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

25 Van uit te voeren te lassen constructie(s) de –onderdelen herkennen, hun functie en hun relatie toelichten.

• Constructie • Constructieonderdelen • Benaming • Functionele relatie

26 De profielvorm van de constructieonderdelen herkennen en met welk doel deze vorm werd toegepast met eigen woorden uitleggen.

• Staafmateriaal − Ronde doorsnede − Vierkante doorsnede − Rechthoekige doorsnede

• Profielstaal − I-profielen − U-profielen − H-profielen − L-profielen

• Plaatmateriaal

27 De aard van de verbinding herkennen en de kenmerken met eigen woorden uitleggen.

• Soort verbindingen − Boutverbindingen − Klinkverbindingen − Lijmverbindingen − Soldeerverbindingen − Lasverbindingen

• Kenmerken

28 In constructies en –onderdelen de meetkun-dige vormen herkennen.

• Te construeren meetkundige vormen − 2D

· Driehoeken · Rechthoeken · Polygonen

− 3D · Parallellepipeda · Cilinders · (afgeknotte) Kegels

− Samenstellingen

29 Van uit te voeren te lassen constructies en –onderdelen, de referentiepunten, -lijnen en -vlakken herkennen.

• Assenstelsels − Referentieassenstelsel (absoluut) − Relatief assenstelsel(s)

• Stramienlijnen − Refentiepunten − Referentielijnen − Referentievlakken

• Coördinaten − Absolute coördinaten − Relatieve coördinaten − 2D − 3D

32 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

30 De afmetingen van constructie-onderdelen bepalen.

• Samenstellingstekening (constructietekening, werkplaatstekening)

• Overzichtstekeningen • Schema- of systeemtekening

− Schema- of systeemlijnen − Schema- of systeempunt − Schema- of systeemlengte − Plaats van de schema- of systeemlijnen

t.o.v. het zwaartepunt van de staven of pro-fielen

• Deeltekeningen van afzonderlijke constructie-elementen

• Maatinschrijving en maataanduiding • Werkelijke lengte, afmetingen

31 In uitvoeringstekeningen – van uit te voeren te lassen constructies en –onderdelen – de aangebrachte genormaliseerde en symboli-sche voorstellingen met eigen woorden uit-leggen.

• Genormaliseerde en symbolische voorstellingen − Materiaalaanduiding

· Plaat · Profielmateriaal · Bevestigingselementen · Verbindingselementen · Hang- en sluitwerk (U) · Toebehoren

− Toleranties · Plaatstoleranties · Vormtoleranties · Maattoleranties

− Bewerkingen · Voorbewerkingen · Bewerkingen tijdens de uitvoering · Afwerking

− Opgelegde kwaliteitscriteria − Lassymbolen ISO EN 22553

· Basissymbolen · Aanvullende symbolen · Maatinschrijvingen · Aanvullende aanduidingen

− Lasposities ISO EN 6947 · Horizontaal · Verticaal · Horizontaal – vertikaal · Diagonaal en hellend lassen · Lassen boven het hoofd

32 De gehanteerde projectiemethode herken-nen.

• Europese projectiemethode • Amerikaanse projectiemethode

33 Van uit te voeren constructies en –onderdelen – zowel voor, tijdens als na de uitvoering – voorstellingen schetsen en in functie van de uitvoering toelichtingen geven.

• Tweedimensionale voorstellingen − Aanzichten − Doorsneden

• Isometrische perspectivische voorstelling • Toelichting in functie van de uitvoering

3de graad BSO 33 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

34 De materiaalkeuze van constructie(s) en –onderdelen met eigen woorden uitleggen.

• Materialen • Toepassingsgebied • Soorten • Kenmerken • Verwerkingsvoorschriften

35 Van uit te voeren constructies en –onderdelen uit plaatmateriaal ontvouwingen tekenen en de plooivolgorde aanduiden.

• Ontvouwingen • Plooivolgorde

36 De stuklijsten van de te lassen constructieon-derdelen op hun juistheid controleren en voor het klaarmaken ervan de communicatieaf-spraken naleven.

• Stuklijsten − Verificatie op juistheid − Naleven van communicatieafspraken

37 Werkopdrachten lezen en in functie van de uitvoering met de opdrachtgever volgens af-spraak communiceren.

• Het lezen van werkopdrachten • Communiceren volgens afspraak

DIDACTISCHE WENKEN

• Men kan in het begin van de derde graad gerasterd papier gebruiken ter ondersteuning van het schetsen. • Schenk bij het schetsen ook aandacht aan referentielijnen en referentiepunten. • In de werkplaats kan men de leerlingen laten schetsen met krijt op een bord. • Het laten aanvullen van uitvoeringstekeningen van zelf uit te voeren constructie-onderdelen is een efficiënte

methode om staalconstructietekeningen te leren lezen. Daarna kan de leerling ook beter zijn eigen werk evalueren.

• Laat de leerlingen de kenmerken van materialen en in de handel verkrijgbare constructie-onderdelen opzoe-ken. Heel wat firma’s stellen heel wat technische fiches, en cd-rom’s ter beschikking of bieden informatie aan via het Internet. Geef de leerlingen ook de gelegenheid om deze technische informatie te bundelen en te verwerken. Maak gebruik van de opportuniteit om hierbij ICT te integreren. Het verwerven en verzamelen van eigen documentatie in functie van de uit te voeren projecten kan de betrokkenheid van de leerling heel sterk verhogen.

• Gebruik bij de bespreking van materialen en constructie-onderdelen zoveel mogelijk videomateriaal en stel vooraf een vragenlijst op. Ook studiebezoeken aan firma’s van constructie-onderdelen kunnen een belang-rijke bijdrage leveren.

• Het ruimtelijk waarnemingsvermogen kan toenemen door gebruik te maken van 3D voorstellingen. Dit kan door via 3D CAD paketten vanuit technische tekeningen, sprekende beelden en filmpjes te maken. Deze kunnen de leerling ook helpen bij het verwerven van inzichten in het proces van de realisatie. Er kan ge-werkt worden in stappen vanaf het ruwe stuk tot aan het eindproduct.

34 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

7.4 De kenmerken van de te gebruiken materialen – die een impact hebben op het uitvoeren van constructie(s) en het bewerken van constructieonderdelen – met eigen woorden toelichten

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

38 Van de verschillende soorten staal, de ele-menten die een invloed hebben op de ver-werkbaarheid de lasbaarheid en de verwer-king, met eigen woorden toelichten.

• Soorten staal − Ongelegeerd − Laaggelegeerd − Hooggelegeerd − Staal WO1

• Legeringselementen − Chroom − Nikkel − Koolstof

• Soorten roestvast staal − Austenitisch WO 11 − Ferritisch − Martensitisch − Duplex

• Verwerkbaarheid − Trekvastheid − Elasticiteit − Vervorming

· Koud · Warm

− Blijvende vervorming • Lasbaarheid • Verwerking

− Te treffen maatregelen − Werkplaatsuitrusting en voorzieningen − Verwerkingsvoorschriften

39 De verschillende vormen van corrosie toelich-ten. (U)

• Korrelgrenscorrosie (U) • Pitting (U) • Spanningscorrosie (U) • Spleetcorrosie (U) • Galvanische corrosie (U) • Interkristallijne corrosie (U)

40 Bij het lassen het warmteverloop van het smeltbad toelichten

• Smeltzone • Warmte beïnvloede zone • Niet beïnvloede zone

41 De invloed van temperatuur en afkoelsnel-heid op de structuur van de lasnaden

• Invloedsfactoren − Temperatuur − Afkoelsnelheid

• Lasnaadkenmerken − Structuur verkregen door harden − Structuur verkregen door gloeien − Structuur verkregen door ontlaten

42 De invloed van temperatuur, overgangs-temperaturen en afkoelsnelheid op de struc-

• Constructieonderdelen − Te lassen constructie-elementen

3de graad BSO 35 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

tuur en de geometrie van de te lassen con-structie-elementen en de lasnaden met eigen woorden toelichten.

− Lasnaden • Temperatuur • Afkoelsnelheid • Overgangstemperaturen • Materiaal

− Structuur − Geometrie

• Specifieke kenmerken • Uitvoeringstechnieken

− Harden − Gloeien − Ontlaten

43 Van de verschillende soorten aluminiumlege-ringen, de elementen die een invloed hebben op de verwerking en de lasbaarheid met ei-gen woorden toelichten. (U)

• Soorten aluminium (U1) − Ongelegeerd (U1) − Aluminiumkneedlegeringen (U1) − Aluminiumgietlegeringen (U1)

• Legeringselementen (U1) − Koper (U1) − Mangaan (U1) − Magnesium (U1) − Silicium (U1)

• Verwerkbaarheid (U1) − Trekvast (U1) − Elasticiteit (U1) − Corrosievastheid (U1) − Vervorming (U1) − Koud-warm (U1) − Plastisch (U1)

• Lasbaarheid (U1) • Verwerking (U1)

− Te treffen maatregelen (U1) − Werkplaatsuitrusting en voorzieningen(U1) − Verwerkingsvoorschriften (U1)

44 De lasbaarheid en typische aandachtspunten bij het lassen van aluminium met eigen woor-den toelichten.

• Oorzaken van de moeilijke lasbaarheid (U1) − Affiniteit van aluminium voor zuurstof (U1) − Grote lineaire uitzettingscoëfficiënt (U1) − Grote warmtegeleidbaarheid (U1)

• Aandachtspunten (U1) − Verwijdering oxidelaag (U1) − Gevolgen van

· Waterstof (U1) · Poreusheden (U1) · Gasinsluitsels (U1)

− Scheurgevoeligheid (U1) − Bindingsfouten (U1)

• Toevoegmateriaal (U1) − Afstemming op het basismateriaal (U1) − Zuiver (U1) − Droog (U1)

• Gas (U1) − Bescherming (U1)

36 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

− Eisen (U1)

45 MIG lassen van aluminium. (U1) − Voordelen (U1) − Toepassingsbereik (U1) − Poling draad (U1) − Warmte-inbreng (U1)

• Nadelen (U1) − Porositeiten (U1) − Bindingsfouten (U1)

• Stroombron (U1) − Gelijkstroom (U1) − Lastechnieken: sproeiboog, pulserend (U1)

• Draadtoevoer (U1) − Complexe aanvoer: push-pull (U1) − Aandachtspunten: hardheid, uitlijning toe-

stel (U1)

46 De voor- en nadelen van het TIG-lasprocédé bij het lassen van alu-constructies met eigen woorden uitleggen. (U1)

• Voordeel (U1) − Warmtetoevoer (U1) − Onafhankelijk materiaalaanvoer (U1)

• Nadeel (U1) − Kleine productie (U1)

• Stroombron (U1) − HF wisselstroom (U1)

• De elektrode (U1) − Samenstelling en afmeting (U1)

47 Diverse te lassen kunstofproducten herken-nen en hun kenmerken met eigen woorden uitleggen.

• Kunstofproducten (U2) − Herkomst (U2) − Kenmerken (U2)

• Aanduidingen (U2)

48 De materiaaleigenschappen met eigen woor-den uitleggen.

• Dichtheid (U2) • Eigenschappen (U2)

− Mechanische (U2) − Thermische (U2) − Elektrische (U2) − Optische (U2) − Veroudering (U2)

• Genormaliseerde aanduidingen (U2)

49 De macromoleculaire opbouw met eigen woorden uitleggen.

• Structuur (U2) − Thermoharders (U2) − Thermoplasten (U2) − Elastomeren (U2)

50 Het toepassingsgebied van de toeslagmateri-alen met eigen woorden uitleggen.

• Van polymeer tot kunststof (U2) • Versterkers, ladingen (U2) • Stabilisatoren (U2) • Weekmakers (U2) • Kleurstoffen en pigmenten (U2) • Schuurmiddelen (U2) • Brandvertragers (U2) • Nucliaters (U2)

3de graad BSO 37 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

51 De symbolische voorstellingen herkennen. • Materiaalaanduidingen (U2) • Maat-, vorm- en plaatstoleranties (U2) • Bewerkingstekens (U2) • Eenheden, doorsnedes (U2) • Ruwheden (U2)

52 De soort belastingen waar kunststofproduc-ten aan moeten weerstaan met eigen woor-den uitleggen.

• Schuif-, trek-, splijt-, pelbelasting (U2)

53 De soort lijmnaden herkennen. • Overlap-, stompe naad (U2)

54 Met behulp van technische documentatie een geschikte lijmsoort kiezen.

• Soorten lijm (U2) − Op basis van solventen (U2) − Reactielijmen (U2) − Contactlijmen (U2) − Amorfe lijmen (U2)

55 Het toepassingsmogelijkheden van de diver-se kunststoflasprocédés met eigen woorden uitleggen.

• Lasprocessen: (U2) − Heetelementlassen (U2) − Heteluchtlassen (U2)

• Stomp-, mof-, elektromof-, (U2) • Werktemperaturen (U2) • Lassnelheden (U2)

DIDACTISCHE WENKEN

• Laat de leerlingen zoveel mogelijk ervaring opdoen door de moeilijkheidsgraad van de lasoefeningen gelei-deijk aan te laten toenemen. Bespreek de uitgevoerde lassen grondig en voer hierop proeven uit.

• Bespreek de belangrijkste kenmerken van de materialen aan de hand van de resultaten van uitgevoerde trekproeven.

• Zorg voor een aantal geëtste doorsnedes van lassen waarop de leerlingen de gevolgen van temperaturen en afkoeling bij het lassen kunnen zien.

• Laat hen stalen vergelijken met typische voorbeelden uit boeken, leg dan de link tussen de praktijk en de theorie.

7.5 De technologie, de kenmerken en de werking van gereedschappen, hulpmidde-len en machines om materiaal te verdelen en te plooien met eigen woorden toe-lichten

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

56 In functie van de opdracht geschikte gereed-schappen, machines en hulpmiddelen kiezen.

• Geschikte keuze in functie van de opdracht − Gereedschappen − Machines − Hulpmiddelen

• Kenmerken • Toepassingsgebied

57 Van gereedschappen, hulpmiddelen en ma-chines de kenmerken herkennen.

• Gereedschappen • Hulpmiddelen

38 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

58 De kenmerken van gereedschappen, machi-nes en hulpmiddelen uit technische documen-tatie opzoeken en deze in functie van de op-dracht met eigen woorden uitleggen.

• Machines • Vorm en afmetingen • Functie • Kenmerken • Relatie verschillende onderdelen • Mechanisme • Energievoorziening • Vermogen • Bedieningshandleiding • Onderhoudsrichtlijnen • Preventierichtlijnen

59 In functie van het uit te voeren werk uit het ter beschikking gesteld aanbod aan gereed-schappen, hulpmiddelen en machines een geschikte keuze maken.

• Studie van het uit te voeren werk • Ter beschikking gestelde gereedschappen, hulp-

middelen, machines… • Keuzeverantwoording

60 De technologie, de kenmerken en de werking van machines, gereedschappen en hulpmid-delen gebruikt om materiaal te verdelen met eigen woorden toelichten.

• Algemeen − Toleranties − Positionering, aanslagen − Plaatverdeling, nesten − Klemming werkstukken

• Knipmachines − De knipspleet − De knipkracht − Vrijloop − Torsie, kromming, sabelvorming − De kniphoek − Guillotineschaar − Plaatneerhouder

• Ponsmachines − De snijgereedschappen: matrijs en boven-

gereedschap − Ponsproces − Matrijsspeling − Afstroop − Ponskracht − De ponsmachine − Gereedschapswissel en -keuze − Werkstukafvoer

• Lasersnijden − De lasertechnologie − Het snijproces − De snijdparameters − De lasersnijmachine

• Snijbranden − Materiaalvoorwaarden − De snijbrandtechnologie − Het snijproces − De snijinstallatie − Beperkingen

• Plasmasnijden

3de graad BSO 39 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

− De plasmasnijtechnologie − De gassen − Toepassingsgebied − De plasmasnijmachines

• Zagen: − De zaagtechnologie − Zaagmachines − Zaagbladen

• Slijpen: − Snijschijven

• Buigproces − Buigtechnieken − Plooitechnieken − Buigstraal − Neutrale lijn − Gestrekte lengte − Terugvering

61 De technologie, de kenmerken en de werking van machines, gereedschappen en hulpmid-delen gebruikt om materiaal te plooien met eigen woorden toelichten.

• Plooitechnologie • Luchtplooien • Plooihoek, plaatdikte, vervormingsversteviging • Plooiradius • Maatvoering; neutrale lijn, gestrekte lengte • Terugvering • Plooikracht • Ligging gaten • Plooigereedschap • Plooipersen • Plooivolgorde • Werkstuk- gereedschapsbotsingen • Moeilijkheidsgraad van plooistukken

62 De functie kunststofmachines, gereedschap-pen en hulpstukken en de kenmerken ervan met eigen woorden uitleggen.

• Machines (U2)• Gereedschappen (U2)• Hulpstukken (U2)

− Hechtmondstuk − Rondlasmondstuk (U2)− Snellasmondstuk (U2)

DIDACTISCHE WENKEN

• De afbeeldingen en mogelijkheden van gereedschappen en hulpmiddelen zijn via het internet op te zoeken bij leveranciers, dit biedt tegelijkertijd de mogelijkheid om ICT te integreren en om een zinvolle taak aan de leerlingen aan te bieden.

• Maak voor de technologie en de machines van het bewerken van platen, gebruik van simulaties en beeld-materiaal van producenten van plaatbewerkingsmachines.

• Stel van de producten die moeten worden gerealiseerd een afgewerkte versie ter beschikking van de leer-lingen en voeg daaraan toe de producten in ieder stadium van de opbouw, op die manier is voor hen de stap van de toegepaste bewerking duidelijk te volgen.

• Laat de leerlingen voortdurend de link leggen tussen simulaties en hun eigen uitvoering.

40 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

7.6 Aan te brengen stabiliteitsvoorzieningen in te lassen constructie(s) en –onderdelen herkennen

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

63 De begrippen massa, volumieke massa, kracht, gewicht, soortelijk gewicht en hun re-latie met eigen woorden uitleggen.

64 Met behulp van tabellen, van de te construe-ren constructieonderdelen het volume en het gewicht bepalen.

65 De relatie tussen kracht, massa en versnel-ling weergeven.

66 De begrippen snelheid, versnelling en valver-snelling kennen.

67 Eenheden kennen en correct gebruiken.

68 De kenmerken van een kracht met eigen woorden uitleggen.

• Geometrische kenmerken van constructieonder-delen − Lengte − Oppervlakte − Volume

• Begrippen en eenheden − Massa − Volumieke massa − Kracht − Gewicht − Soortelijk gewicht − Snelheid − Versnelling

• Symbolische voorstellingen • Relatie tussen volume, massa en volumieke

massa • Relatie tussen kracht, massa en versnelling • Kenmerken van een kracht

− Werklijn − Grootte − Zin − Aangrijpingspunt

69 Krachten die een lichaam belasten (actie-krachten) en krachten die een lichaam in evenwicht houden (reactiekrachten) herken-nen.

70 Het onderscheid tussen belastingen die blij-vend kunnen aanwezig zijn (permanente be-lasting) of belastingen die kunnen variëren (veranderlijke belastingen) met een voorbeeld aangeven.

71 Het begrip nuttige belasting in relatie met de permanente en de veranderlijke belastingen met eigen woorden uitleggen.

• Uitwendige krachten (belastingen) − Aard van de belastingen

· Permanent · Veranderlijk · Nuttige · Wind · Bijzondere

− Actiekrachten − Reactiekrachten

• Verbinding van constructie-element met de bui-tenwereld − Scharnier − Beweegbare oplegging − Inklemming

• Inwendige krachten

72 De wijze waarop de oppervlaktekenmerken van het lichaam waarop de kracht inwerkt in rekening kan worden gebracht met eigen woorden uitleggen.

73 In team en onder begeleiding een lastenda-ling kunnen uitvoeren [van een vlakbelasting (plaat), naar een lijnbelasting (balk) naar een puntbelasting (kolom)]. (U)

• Soorten belasting − Puntbelasting [N] De oppervlakte waarop de kracht inwerkt

wordt buiten beschouwing gelaten. − Lijnbelasting [N/m1] De lengte waarop de kracht inwerkt wordt in

rekening gebracht − Vlakbelasting [ N/m² ] De lengte en de breedte (de oppervlakte)

3de graad BSO 41 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

74 De soorten belastingen symbolisch voorstel-len. (U)

waarop de kracht inwerkt wordt in rekeninggebracht.

• Symbolische voorstelling

75 De evenwichtsvoorwaarden waaraan een constructie-element – dat in rusttoestand ver-keerd en in een plat vlak wordt belast – moet voldoen, kennen.

76 De grootte en de uitwerking van een koppel met eigen woorden uitleggen.

• Evenwicht van krachten emomenten − Verticale krachten − Horizontale krachten − Momenten

· Begrip moment · Grootte van het moment · Zin van het moment (draaizin)

• Koppel van krachten − Grootte − Uitwerking

77 De wijze waarop krachten en spanningen in een normaaldoorsnede van een constructie-element inwerken met eigen woorden uitleg-gen.

• Normaaldoorsnede • Krachten inwerkende in een normaaldoorsnede

− Loodrecht op een doorsnede = normaal-kracht

− Gelegen in de doorsnede = dwarskracht − Twee krachten loodrecht op een doorsnede,

evenwijdig aan elkaar en tegengesteld vanzin = buigmoment

− Twee krachten gelegen in een doorsnede,evenwijdig aan elkaar en tegengesteld vanzin = wringmoment

• Zin van de inwerkende krachten − Positief (trek) − Negatief (druk)

• Evenwicht van krachten • Verdeling van de spanning over de doorsnede

− Gelijkmatig verdeeld over de doorsnede − Niet gelijkmatig verdeeld over de doorsnede

• Soorten spanningen − Trekspanning − Drukspanning − Buigspanningen − Schuifspanningen − Wringspanningen

78 De vorm en het profiel van de constructie-elementen in functie van de inwendige krach-ten en spanningen met eigen woorden uitleg-gen.

• Neutrale vezels − Neutrale vezels (vlak) o.i.v. buiging − Neutrale vezels rand (vlak) o.i.v. dwars-

krachten en wringmomenten (U) • Concentratie van krachten in normaaldoorsnede• Vorm en profiel constructie-elementen

79 Enkele redenen waarom de vervorming van constructie-elementen moeten worden be-perkt met eigen woorden uitleggen.

• Vervorming

80 De wijze waarop constructie-elementen met elkaar worden verbonden met eigen woorden uitleggen.

• Aard van de verbindingen tussen de constructie-elementen − Vast

42 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

81 In te construeren constructie(s) en –onderdelen de wijze waarop stabiliteitsvoor-zieningen worden aangebracht met eigen woorden uitleggen.

− Roterend − Ingeklemd

• Stabiliteitsvoorzieningen − Vormvaste driehoeken − Vormvaste verbindingen

82 Bij ronddraaiende bewegingen aan machines het verband tussen de grootheden toelichten.

• Omtreksnelheid en rotatiefrekwentie • Snijsnelheid

83 Bij de te gebruiken machines de overbren-gingsmechanismen herkennen en de ken-merken met eigen woorden uitleggen. (U)

• Overbrengingen van cirkelvormige bewegingen − Riemoverbrenging − Kettingoverbrenging − Tandwieloverbrengingen

DIDACTISCHE WENKEN

• Verschil in massa laten aanvoelen door uitersten met elkaar te vergelijken, o.a. water, beton, isolatie-materiaal, grond, staal.

• De nadruk leggen op het feit dat in de omgangstaal meestal niet de kracht belangrijk is, maar wel de massa. B.v. de massa die een hoeveelheid profielen vertegenwoordigt.

• Enkel de aanvaardbare afgeleide eenheden van een kracht gebruiken. Dus zeker niet de dN. • De belastingen (werkingen) enerzijds, en de krachten die het lichaam in evenwicht houden (reactiekrachten)

anderzijds, in een aparte verzameling plaatsen. • De grootte van de belastingen toelichten. • Onderscheid maken tussen belastingen die een constructieelement moet dragen (nuttige belasting en het

eigen gewicht van de afwerking) en de nuttige belasting na afwerking. • Om de begrippen vlakbelasting, lijnbelasting en puntbelasting aan te brengen maakt men best een ruimtelij-

ke voorstelling. Eventueel gebruikt men een maquette waar de belastingen worden op aangegeven. • Leg duidelijk de relatie tussen de naamgeving van de verschillende soorten spanningen en de manier hoe

de krachten op een bepaalde doorsneden inwerken. • Duidelijke afspraken maken bij de keuze van de positieve richting van de krachten, de spanningen en de

momenten. • Demonstratief de evenwichtsvoorwaarden toelichten. • Ruimtelijke voorstelling maken van zowel het doorgesneden lichaam als van de krachten die op deze door-

snede inwerken. • Niet uitsluitend ‚‚n deel van het lichaam afzonderen, ook het andere deel. De relatie tussen de krachten die

de delen in evenwicht houden toelichten. • Schematisch de verschillende soorten spanningen aangeven. • Speciaal didactisch materiaal ontwikkelen in rubber, plexiglas, isolatiemateriaal ... en de wijze waarop con-

structie-elementen vervormen demonstreren. • Vertrek telkens van uit praktische problemen om de begrippen en wetmatigheden toe te lichten. • Het is niet de bedoeling om met deze leerlingen berekeningen te maken. Een inzicht verwerven in wat met

onderdelen gebeurt bij belasting is de doelstelling. Het verloop van de krachten en spanningen kan even-zeer gebeuren aan de hand van 3D simulatie die gebeuren op de getekende stukken van de constructie. Het aanbrengen van krachten op constructiedelen en de daaruit voortvloeiende vormveranderingen geven de leerlingen kansen op persoonlijke beleving.

3de graad BSO 43 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

7.7 In machines, gereedschappen en hulpmiddelen de hydraulische en pneumati-sche systemen herkennen.

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

84 Van hef- en transportwerktuigen de werking toelichten.

• Hefwerktuigen • Rolbrug • takels

85 In machines, gereedschappen en hulpmidde-len hydraulische en pneumatische systemen herkennen.

• Hydraulische en pneumatische systemen • Hydraulische kring • Pomp, reservoir, olie, olievoorbereiding, leidin-

gen, verbruikers, ventielen, cilinders • Plooibank • Scharen • Pneumatische kring • Compressor, lucht, luchtvoorbereiding, leidingen,

verbruikers, ventielen, cilinders • Handgereedschappen • Klembank

7.8 De elektrische voorzieningen in machines, hulpmiddelen, gereedschappen en lasprocedés herkennen en de wijze waarop elektrische energie wordt aange-wend met eigen woorden uitleggen.

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

86 De soorten spanning herkennen en hun ken-merken met eigen woorden uitleggen.

• Soorten spanningen − Netspanning − Hoogspanning − Laagspanning − Gelijkspanning − Wisselspanning

87 De elementen van een stroomkring herken-nen en het werkingsprincipe met eigen woor-den uitleggen.

88 De relatie tussen de elektrische grootheden kennen.

• Stroomkring − Stroombron − Schakelaar − Geleider − Verbruiker

• Spanning • Weerstand • Stroomsterkte • Vermogen • Symbolische voorstellingen • Eenheden

89 De Wet van Joule in relatie met het opwar-men geleiders met eigen woorden uitleggen.

• Sectie geleider

90 De verschillende soorten beveiligingen van geleiders en toestellen herkennen.

• Beveiligingsinrichtingen − Smeltveiligheden − Automatische veiligheden

44 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

− Differentieelschakelaars • Veiligheidsspanning • Aarding • Dubbel geïsoleerde toestellen

91 De gevaren van elektriciteit voor personen en omgeving toelichten.

• Gevaren − Kortsluiting − Overbelasting − Brandgevaar

92 Draden, kabels en soepele snoeren aanwen-den volgens de gebruiksvoorschriften.

• Gebruiksvoorschriften voor: − geleiders − draden − kabels − snoeren

• Standaard kleuren • Doorsneden

93 Verschillende soorten stekkers en stopcontac-ten aansluiten. (U)

• Soorten stekkers en stopcontacten • Pen- en randaarding • Aanduiding van kwaliteitsmerken

− CE − CEBEC − …

94 Opsporen van eenvoudige defecten in elektri-sche kabels en machines.

• Eenvoudige defecten − Kortsluitingen − Slecht contact − Versleten koolborstels − Onbeschermde leidingen − Onderbroken bescherming

95 Elektrische grootheden meten. • Meet toestel: multimeter • Elektrische grootheden

− Spanning − Weerstand

96 Volgens instructies toestellen aansluiten. (U) • Aansluiten elektrische toestellen (U)− Motoren (U)− Lastoestellen (U)− Handgereedschappen (U)

• Kabels (U)

3de graad BSO 45 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

7.9 Volgens verstrekte richtlijnen en ter beschikking gestelde uitvoeringsplannen de te lassen constructie(s) en –onderdelen klaarmaken om te lassen en voor-zieningen treffen opdat de klaargemaakte constructie kan worden geplaatst.

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

97 De plaats (bestaande toestand) waar gelaste constructies moeten worden geplaatst opme-ten, deze schetsmatig optekenen en de bij-zonderheden noteren.

98 In team en volgens de ter beschikking gestel-de uitvoeringstekeningen de uitzetwerkzaam-heden voor de plaatsing van een gelaste con-structie verrichten.

• Bestaande toestand − Opmetingstechnieken − Schetstechnieken − Noteertechnieken − Bijschriften

• Uitvoeringstekeningen • Opmeten en uitzetten van punten in plattegrond

− Referentielijnen − Referentiepunten − Detailpunten − Het uitvoeren van lengtemetingen − Het oprichten en neerlaten van loodlijnen

• Opmeten en uitzetten van peilen − Referentiepeilen − Detailpeilen

• Controlemetingen • Hulpmiddelen en gereedschap

− Dubbele meter, meetband − 3-4-5-methode − Winkelhaak Schietlood − Waterpas − Flesjeswaterpas − Waterpastoestel − Horizontale laser − Verticale laser

• Materialiseren van de uitzetpunten

99 De hoeveelheid en de aard van geleverde materialen met de leveringsbon vergelijken en afwijkingen rapporteren.

• Leveringsbon − Materiaalkenmerken − Materiaalhoeveelheden − Zichtbare gebreken

100 In functie van de vordering van de werken materialen en gereedschappen klaarzetten.

• Het klaarzetten van het materiaal en het gereed-schap

• Het opvolgen van de vordering van de werken • Manipulatie van materialen

101 De verstrekte richtlijnen voor het verwerken het opslaan, het stapelen en het beschermen van de materialen naleven.

• Te verwerken materialen • Opslaan • Stapelen • Beschermen

102 De eigen en gemeenschappelijk te gebrui-ken gereedschappen, machines en hulp-middelen oordeelkundig klaarzetten, contro-leren, gebruiken, onderhouden en wegber-gen in functie van de opdracht en volgens de gestelde eisen.

• Gereedschappen en machines − Klaarzetten en wegbergen − Controle − Onderhoud − Gebruik − Machine-instructiefiches

46 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

− Toepassingsgebied

103 Voor het uitvoeren van eigen werkzaamhe-den, volgens instructie in werking zijnde ener-giekringen afsluiten. (U)

• Energiekringen (U)− Elektrische kringen (U)− Pneumatische kringen (U)− Hydraulische kringen. (U)

104 De nauwkeurigheid van de meetgereed-schappen controleren en indien nodig bijstu-ren.

• Nauwkeurigheid van meetgereedschappen

105 Om de te lassen constructies en –onderdelen, te kunnen uitvoeren, met geschikt gereed-schap referentiepunten, -lijnen en meetkundi-ge constructies uitzetten en traceren.

• Referentievlakken, -lijnen en -punten • Materialiseren van de uitzetpunten

− Op de te lassen constructieonderdelen − Op referentievlakken

• Meetkundige constructies − Loodlijnen:oprichten en neerlaten − Hoeken:uitzetten en in stukken verdelen − Lijnstukken: uitzetten en in stukken verdelen− Regelmatige veelhoeken (3 à 6 hoek) con-

strueren − Evenwijdige lijnen construeren − Cirkelbogen construeren − Curves construeren (U) − Raaklijnen en raakcirkels construeren

• Uitzettechnieken • Uitzetgereedschap • Traceertechnieken

106 Volgens verstrekte richtlijnen en het zelfstan-dig bestuderen van instructiekaarten en be-dieningshandleidingen, machines en gereed-schappen instellen, gebruiken en onderhou-den.

• Machines • Gereedschappen • Gereedschapswisselingen • Het instellen • Het gebruik • Het onderhoud • Instructiekaarten en bedieningshandleidingen

107 Elementaire onderhoudswerkzaamheden aan eenvoudige bewerkingsmachines uitvoeren.

• Onderhoud van mechanismen − Smeren − Riemen − Bouten,…

108 Volgens verstrekte richtlijnen, uitvoerings-plannen, zaag-, knip- en plooilijsten, de con-structie-onderdelen klaarmaken voor monta-ge.

• Constructie-onderdelen − Staafmateriaal − Profielmateriaal

· Voor 2D-verbindingen · Voor 3D-verbindingen

− Plaatmateriaal · 2D aanwending · Knoopplaten · 3D aanwending: ontvouwingen

• Uitvoeringsplannen • Toleranties • Verstrekte richtlijnen • Zaag-, knip- en plooilijsten

3de graad BSO 47 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

• Bewerkingstechnieken − Kniptechnieken − Plooitechnieken − Ponstechnieken − Lasersnijden (U) − Snijbranden − Plasmasnijden (U) − Zaagtechnieken − Slijptechnieken − Buigtechnieken − Boortechnieken

• Specifieke bewerkingen − Lasverbinding voorbereiden − Boutverbinding voorbereiden − Klinkverbinding voorbereiden

109 Onderdelen uit bestaande constructies de-monteren. (U)

• Demonteergereedschappen (U)• Demonteertechnieken (U)• Sorteertechnieken (U)• Coderen en opslaan van gedemonteerde onder-

delen (U)

110 De te verbinden onderdelen ten opzichte van elkaar positioneren en bewegingsvrij bevesti-gen.

• Positioneertechnieken • Bevestigingstechnieken • Hulpmiddelen

− Mallen − Klemmen − Bruggen en spieën

111 Constructie-onderdelen met geschikt gereed-schap vergaren; vormvast aan elkaar bevesti-gen en controlemetingen en aanpassingen uitvoeren.

• Aard verbindingen − Soldeerverbindingen − Lijmverbindingen − Boutverbindingen − Klinkverbindingen

• Controlemetingen • Aanpassingen

112 Constructie-onderdelen met geschikt gereed-schap vergaren; vormvast aan elkaar bevesti-gen met behulp van hechtlassen en controle-metingen en aanpassingen uitvoeren.

• Hechtlassen − Afmetingen − Onderlinge afstand, aantallen − Volgorde

113 Volgens verstrekte richtlijnen eenvoudige hefwerktuigen gebruiken. (U)

• Hefwerktuigen (U)• Rolbrug (U)• Takels (U)• Palettenwagen (U)

114 Het gerecupereerde materiaal opnieuw ge-bruiksklaar maken. (U)

• Gerecupereerde materiaal (U)• Reinigingsmethoden (U)

115 Volgens verstrekte richtlijnen lijmnaden uit-voeren.

• Lijmen van (U2)− Laagkristallijne kunstoffen (U2)− Hoogkristallijne kunststoffen (U2)− Thermoharders (U2)− Elastomeren (U2)

48 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

• Componentenlijmen (U2)

116 Volgens verstrekte richtlijnen lasnaden uitvoe-ren.

• Lasprocessen (U2)− Heetelement (U2)− Heteluchtlassen (U2)

• Aard (U2)− Stomplas (U2)− Moflas (U2)− Elektromoflas (U2)

DIDACTISCHE WENKEN

• Aandacht schenken aan de juiste volgorde van de bewerkingen. • Laat de leerlingen zoveel mogelijk zelf uitvoeren. • Correct gebruiken van gereedschap in functie van de toepassing. • Werk voornamelijk ervaringsgericht. • Maak bij het aanbrengen van de uitvoeringsprocessen zoveel mogelijk gebruik van beeldmateriaal en van

werkstukken die duidelijk de verschillende stappen in het proces weergeven. • Leer de leerlingen werken met een chek-list. • Let op bij het gebruiken van hef- en transportwerktuigen, hiervoor zijn er in de nijverheid speciale certifice-

ringen vereist.

7.10 Bij het uitvoeren van constructie- en laswerkzaamheden, de collectieve veilig-heidsvoorzieningen en persoonlijke beschermingsmiddelen herkennen en ge-bruiken en volgens verstrekte richtlijnen de voorschriften op het vlak van ge-zondheid, hygiëne, milieu en ergonomie naleven.

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

117 In functie van het behalen van het VCA-attest, de voorschriften i.v.m. basisveiligheid kennen.

• Basisveiligheid – VCA-attest

118 De wijze waarop in een bedrijf een beleid voor diverse preventie- en welzijnsaspecten wordt uitgewerkt met eigen woorden uitleggen.

• Preventie en welzijnsaspecten − Veiligheid − Gezondheid − Hygiëne − Milieu − Psycho-sociale aspecten van de arbeid − Verfraaiing van de werkplaatsen − Ergonomie − Pesten en sexuele intimiteiten

• Interne dienst • Externe dienst • Comité voor preventie en bescherming op het

werk • Preventieadviseur(s) • Veiligheidsfilosofie

− Ongevallen uitsluiten − Ongevallen voorkomen − Ongevallen tot een minimum beperken

3de graad BSO 49 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

119 De voorschriften in verband met basisveilig-heid naleven.

• Aandachtspunten − Mogelijke risico’s en ongevallen − Gevaarlijke producten − Brand en ontploffingsgevaar − Werken in besloten ruimten − Gereedschap en machines − Struikelen, uitglijden en vallen − Elektrocutiegevaar

• Signalisatie • Te treffen maatregelen • Werkvergunningen

120 De collectieve veiligheidsvoorzieningen her-kennen en volgens de verstrekte richtlijnen handelen.

• Collectieve beschermingsmiddelen

121 Persoonlijke beschermingsmiddelen volgens verstrekte richtlijnen gebruiken.

• Persoonlijke beschermingsmiddelen

122 Gevaarlijke situaties herkennen, melden en volgens verstrekte richtlijnen handelen.

• Gevaarlijke situaties eigen aan werkplek

123 De werking en veiligheidsvoorschriften van de te gebruiken machines, gereedschappen en hulpmiddelen toelichten.

• Machine-, gereedschaps- en hulpmiddelen • Machine-instructiekaart • Machine-veiligheidsinstructies

124 De elementaire voorzieningen van een EHBO-kit kennen.

• EHBO-kit

125 De nodige maatregelen die men bij een onge-val mag en kan treffen kennen.

• EHBO

126 De verstrekte richtlijnen op het vlak van milieu naleven.

• Milieuvoorschriften • Rookgasafzuiging • Rookgasverwerking

127 Maatregelen nemen om op een milieuvriende-lijke wijze te werken.

• Duurzaam construeren • Duurzaam materiaalgebruik • Levenscyclusanalyse van materialen • Recyclage

128 Producten en materialen volgens afspraak en voorschriften verhandelen, bewerken, verwer-ken, sorteren en opslaan.

• Kenmerken van producten en materialen • Verhandelen, bewerken, verwerken • Sorteren • Opslaan

129 De ergonomische voorzieningen bij een werkpost herkennen, bij het werken een er-gonomische werkhouding aannemen en las-ten ergonomisch tillen, dragen en hijsen..

• Aangepaste voorzieningen • Ergonomische werkhouding • Lasten tillen, dragen, hijsen

DIDACTISCHE WENKEN

• Wijs op de overeenkomsten tussen de in de school na te leven afspraken en deze die in het bedrijfsleven gelden.

50 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

• Bij de doelstelling over de persoonlijke veiligheidsvoorschriften verwijzen sommige leerinhouden naar het te behalen VCA-attest. Vermits heel wat van onze leerlingen tewerkgesteld worden in aannemingsbedrijven waar een zo’n certificering wordt gevraagd, is het zinvol hier voldoende aandacht aan te schenken.

• Besteed bijzondere aandacht aan voorschriften in verband met preventie, persoonlijke en collectieve be-schermingsmiddelen, hygiëne en milieu. Let er op dat elke leerling alvorens aan het werk te gaan aan een machine voldoende geïnstrueerd is over het werken ermee en de gevaren die ermee gepaard gaan. Zie toe op het noteren ervan in de agenda. Heb oog voor eventuele afwezigen.

• Verwijs naar de impact van op het milieu bij de winning, productie, verwerking gebruik en verwerking na gebruik van materialen.

7.11 De directe kostprijs van uit te voeren te lassen constructies bepalen

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

130 Het onderscheid tussen de waarschijnlijke technische kostprijs en de werkelijke techni-sche kostprijs met eigen woorden uitleggen.

131 De nood aan eenduidige afspraken voor het bepalen en verrekenen van hoeveelheden met eigen woorden uitleggen.

132 Bij het bepalen van de aan verrekening on-derworpen hoeveelheden, de standaard aan-genomen meetmethode hanteren.

133 De noodzaak om de hoeveelheid nauwkeurig te bepalen met eigen woorden uitleggen.

134 Dat elke 'deel-kost' op zijn beurt bepaald wordt volgens de basisuitdrukking: kostprijs = hoeveelheid * eenheidsprijs met eigen woor-den uitleggen.

135 De factoren die invloed hebben op de een-heidsprijs onderkennen.

136 De verliescoëfficiënt – bepaald door de con-structieve vormgeving – bepalen.

137 De bestelhoeveelheid berekenen van een-voudige onderdelen van een project.

138 De materiaalkost als totale bedrag dat moet worden betaald voor een bepaalde hoeveel-heid materiaal met eigen woorden uitleggen.

139 De machinekost bepalen.

140 Voor een post van een eenvoudige zelf uitge-voerde constructie of –onderdeel een

Directe kosten • Technische kostprijs

− Waarschijnlijke technische kostprijs − Werkelijke technische kostprijs

• Het bepalen van hoeveelheden − Gedetailleerde meetstaat (U) − Samenvattende meetstaat (U) − Aan verrekening onderworpen (U) − Niet aan verrekening onderworpen (U) − Bestekomschrijving (U) − Aanduidingen op uitvoeringsplannen (U) − Standaard aangenomen meetmethode

• Elementen eenheidsprijs per post en meeteen-heid − Materiaalkost − Kosten van de arbeid − Materieelkost − Onderaannemingskost (U)

• Het bepalen van de materiaalhoeveelheid − Netto hoeveelheid

· Verliescoëfficiënt − Bestelhoeveelheid = aan te kopen en te

verwerken hoeveelheid • Het bepalen van de materiaalkost

− Kostprijs geplaatst geleverd materiaal − Kostprijs geplaatst materiaal (U)

• Het bepalen van het aantal manuren − Hoeveelheid werk − Aantal manuren − Tijdsnorm

• Het bepalen van het uurloon of loonkost per uur(U) − Brutoloon − Patronale sociale lasten

· Vaste sociale lasten · Algemene sociale lasten

− Gemiddeld uurloon • Materieelkost (machinekost) - eigen materieel

3de graad BSO 51 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

steekkaart opmaken en de eenheidsprijs per meeteenheid bepalen.

− Gebruikseenheden · Als een tijd · Als een hoeveelheid

− Tarief • Het bepalen van de directe kostprijs m.b.v. een

steekkaart per post

141 Een dagrapport, administratieve formulieren invullen.

Dagrapporten, werfbezoek

DIDACTISCHE WENKEN

• Toelichten dat men het verschil tussen de resultaat-hoeveelheid en de aan te kopen of te verhandelen hoe-veelheid meestal niet mag doorrekenen. Hoeveelheden zijn eigen aan het project, onafhankelijk van uit-voerder, onafhankelijk van de uitvoeringsmethode.

• Een standaard aanvaarde meetmethode toelichten en ter beschikking stellen. • De noodzakelijkheid van een gedetailleerde omschrijving van de opmeting toelichten i.f.v. uitvoering. • Gebruik maken van type-formulieren. • Via elektronisch rekenblad uitwerken. • Inzien dat de bekomen hoeveelheid een resultaat is van hoeveelheden opgemeten volgens de maten van

de afgewerkte constructie of een conventionele hoeveelheid volgens bepaalde afspraken van splitsing, af-ronding, overmaten... met eigen woorden uitleggen.

• Nog even in herinnering brengen wat het verschil is tussen geplaatst en geleverd materiaal. • Bij het berekenen van het aantal manuren kan men gebruik maken van de geregistreerde uren tijdens de

uitvoering van een project door leraar en/of leerlingen. • Bepalen uurloon of loonkost per uur. • Steeds de realistische basisgegevens voor loonberekening ter beschikking stellen voor het bepalen van

uurlonen of loonkost per uur. Eveneens verwijzen naar collectieve arbeidsovereenkomsten die werkgevers en werknemers in de sector afsluiten.

• Verloning i.f.v. personeelsfunctie en statuut arbeider en bediende toelichten. • De leerlingen attent maken op het bestaan van verschillende categorieën arbeiders i.f.v. beroepsbekwaam-

heid. • Duidelijk toelichten dat men bij een tijd als gebruikseenheid, de totale tijd dat het materieel bij het uitvoeren

van een bepaalde post wordt ingezet in rekening brengt, en bij een hoeveelheid als gebruikseenheid, het aantal maal dat een gereedschap of machine wordt ingezet.

• Als voorbeelden van gebruikseenheden gebruikt men best het materieel waarmee de leerlingen frequent in contact komen, zoals: stroomaggregaat...

7.12 Een geschikt lasproces en lastoestel kiezen

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

142 Bij het BMBE-lasprocédé de invloed van de in te stellen procesvariabelen met eigen woor-den uitleggen.

143 De functie en de kenmerken van de BMBE lastoestellen en de toebehoren met eigen woorden uitleggen.

BMBE-Lasprocédé • Lastoestellen en toebehoren

− De stroom-spanningsomvormer − Kabels − Elektrodehouder − Werkstukklem

• Procesvariabelen − De stroomsterkte

52 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

144 Bij het gebruik van het BMBE-lasprocédé voor het leggen van diverse soorten lassen, een geschikte elektrode kiezen en de keuze verantwoorden.

145 Het toepassingsgebied en de kenmerken van het BMBE-Lasprocédé met eigen woorden uitleggen.

− De lasnaadvormen − De lasposities − De materiaalsoort − De lengte van de boog − De stand van de elektrode − De beweging van de elektrode

• Elektrodekeuze − De functie van de bekleding − Materiaal- en laspositie − De stoffen in de bekleding − Eisen aan de elektrode − De genormaliseerde aanduidingen NBN EN 499 − Het bewaren van elektroden − Afmetingen − Speciale soorten (U)

• Toepassingsgebied • Kenmerken

146 Bij het MAG-lasprocédé de invloed van de procesvariabelen met eigen woorden uitleg-gen.

147 Bij het MAG-lasprocédé de functie van de beschermingsgassen met eigen woorden uit-leggen en de daarbij horende kleurcodes kennen.

148 De functie en de kenmerken van de MAG lastoestellen en toebehoren met eigen woor-den uitleggen.

149 Bij het gebruik van het [MIG-lasprocédé (U1)] MAG-lasprocédé voor het leggen van diverse soorten lassen, geschikte lasdraden kiezen en de keuze verantwoorden.

150 Het toepassingsgebied en de kenmerken van het MAG-lasprocédé met eigen woorden uit-leggen.

MAG-Lasprocédé (MIG-lasprocéde voor alu-constructies (U1) • Lastoestel en toebehoren

− Kabels en pistolen − Gasregeling − Draadaanvoer − Koeling − Smoorspoel

• Procesvariabelen − Boogspanning − Smoorspoelstand − Lasdraaddiameter − Draadsnelheid − Gassamenstelling − Gasdebiet

• MIG-gassen (alu-constructies (U1) • MAG-gassen

− Soorten − Kleurcodes

• Lasdraden − Diameters − Soorten − Samenstelling

• Toepassingsgebied • Kenmerken

151 Van het lasproces TIG de invloed van de in te stellen procesvariabelen met eigen woorden uitleggen.

152 De functie en de kenmerken van de MAG lastoestellen en toebehoren met eigen woor-den uitleggen.

153 Bij het gebruik van het TIG-lasprocédé voor het leggen van diverse soorten lassen, een

TIG-lasprocédé • Procesvariabelen

− De lasnaadvorm − Gaskeuze − Draadkeuze − Elektrode: soort en diameter − Stroom: soort en sterkte − Boogstart − Gassen

· Voor- en nastroming

3de graad BSO 53 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

geschikte elektrode (draadkeuze) kiezen en de keuze verantwoorden.

154 De keuze van de beschermgassen en toe-voegmateriaal bij het RVS lassen toelichten. (U)

155 Het toepassingsgebied en kenmerken van het TIG-lasprocéde.

· Gasaanvoer − Slope − De booglengte − Lassnelheid en lasbeweging − Toortsstand − Draadtoevoer; manueel, automatisch − De pulsfrequentie en verhouding (U) − Ontsteking

• Toestel en toebehoren − De gascup − De elektrode − De toorts − Regelapparatuur − Koeling

• Toepassingsgebied • RVS-lassen (U)

− Gaskeuze (U) · Helium (U) · Argon (U) · Waterstof (U) · Combinaties (U)

− Draadkeuze (U) • Kenmerken

156 Bij het leggen van lassen, de oorzaken en de gevolgen van de krimpwerking met eigen woorden uitleggen.

157 De mogelijk te treffen maatregelen om de gevolgen van de krimpwerking tot aanvaard-bare proporties te brengen met eigen woor-den uitleggen.

Krimpwerking bij lassen • Oorzaken

− Temperatuur, warmte, afkoelsnelheid − Aantal lagen − Materiaaldikte − Hechtvolgorde − Lasvolgorde − Voorhoek − Voorbocht

• Gevolgen − Spanningstoename − Hoekverdraaiing − Krimpen − Grootte − Richting

• Te treffen maatregelen

158 De karakteristieke kenmerken van de soorten lassen met eigen woorden uitleggen.

Kenmerken soorten lassen • Soorten

− Niet stompe las − Stompe las

• Voorbereiding − Vlakken − Hoeken

• Afmetingen van de las • Kenmerken

− Geometrie − Inbranding − Doorlassen

• Oppervlakteafwerking

54 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

DIDACTISCHE WENKEN

• De doelstellingen van deze cluster dienen nauw aansluitend aan de uitvoering te worden behandeld. De onmiddellijke aanwezigheid van de machines en het toebehoren is dan ook wenselijk.

• Om deze doelstellingen te realiseren is het belangrijk een leerlijn uit te zetten voor de twee studiejaren van de derde graad. Deze kan er als volgt uitzien:

Lasconstructies 1

Lasproces Materiaalsoort Lasposities Constructiegraad Constructie-elementen

BMBE 111 Staal, WO1 PA 2D 90° Plaat aan plaat BW

Lasconstructies 2

Lasproces Materiaalsoort Lasposities Constructiegraad Constructie-elementen

BMBE 111 Staal, WO1 PA, PB 2D 90° 2D 0-90°

Plaat aan plaat BW, FW Profiel aan plaat BW, FW

MAG 135 Staal, WO1 PA, PB 2D 90° 2D 0-90°

Plaat aan plaat BW, FW Profiel aan plaat BW, FW

Lasconstructies 3

Lasproces Materiaalsoort Lasposities Constructiegraad Constructie-elementen

BMBE 111 Staal, WO1 PA, PB,PG 2D 90° 2D 0-90° 3D 90° 3D 0-90°

Plaat aan plaat BW, FW Profiel aan plaat BW, FW

MAG 135 Staal, WO1 PA, PB,PG 2D 90° 2D 0-90° 3D 90° 3D 0-90°

Plaat aan plaat BW, FW Profiel aan plaat BW, FW

TIG 141 Staal, WO1

PA, PB 2D 90°

2D 0-90° Plaat aan plaat BW, FW

Profiel aan plaat BW, FW

Lasconstructies 4

Lasproces Materiaalsoort Lasposities

Constructiegraad

Constructie-elementen

BMBE 111 Staal, WO1 PA PB PG

2D 90° 2D 0-90° 3D 90° 3D 0-90°

Plaat aan plaat BW Plaat aan plaat FW Profiel aan plaat BW Profiel aan plaat FW

3de graad BSO 55 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

MAG 135 Staal, WO1 PA PB PG

2D 90° 2D 0-90° 3D 90° 3D 0-90°

Plaat aan plaat BW Plaat aan plaat FW Profiel aan plaat BW Profiel aan plaat FW

Staal, WO1 PA PB

2D 90° 2D 0-90°

Plaat aan plaat BW Plaat aan plaat FW Profiel aan plaat BW Profiel aan plaat FW

TIG 141

RVS, W011 PA PB 2D 90°

Plaat aan plaat BW Plaat aan plaat FW Profiel aan plaat BW Profiel aan plaat FW

• In het eerste jaar van de derde graad kunnen dan de lasconstructies 1en 2 aan bod komen, in het 2de jaar

de lasconstructies 3 en 4. Vermits de volgende lasconstructies ook de vorige bevatten kunnen naar gelang de vordering niet alleen andere technieken maar ook gecompliceerdere oefeningen aan bod komen.

• Bij de term constructiegraad wordt met 2D verwezen naar vlakke constructies, met 3D naar ruimtelijke con-structies.

• Met de term 90° worden verbindingen tussen constructie-elementen aangegeven met een rechte hoek, met 0-90° worden schuine verbindingen aangegeven.

• Het spreekt vanzelf dat het maken van een gefundeerde keuze door de leerling van gereedschappen, ma-chines en toebehoren zowel als het lasprocédé een doelstelling is die pas na de volledige derde graad kan worden behaald. Dit vaardig gedrag moet opgebouwd worden van ‘een gemaakte keuze verantwoorden’ naar ‘zelf een verantwoorde keuze doen’.

7.13 Volgens opgelegde criteria lassen leggen

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

159 De lastoestellen instellen, bedienen en on-derhouden.

• Lastoestellen − Instellen − Bedienen − Onderhouden

160 het smeltbad instellen en bij het uitvoeren van lasverbindingen het smeltbad beheersen.

• Het beheersen van het smeltbad

161 De in te stellen parameters die een invloed hebben op het lasproces instellen, regelen en bijsturen.

• Lasprocesparameters • Instelling • Regeling

162 Voorzorgen treffen om de functie van de be-schermingsgassen te bewaken.

• Plaats − In besloten ruimte − In open lucht

• Ventilatie

163 Volgens opgelegde kwaliteitscriteria lasver-bindingen uitvoeren.

• Lasprocédé BMBE 111 − Constructie-elementen

· Plaat aan plaat BW, FW · Profiel aan plaat BW, FW

− Constructiegraad · 2D 90°

56 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

· 2D 0-90° · 3D 90° · 3D 0-90°

− Materiaalsoorten · Staal WO 1

− Lasposities · PA, PB, PG

− Kwaliteitscriteria · Spatten · Gasinsluitsels · Doorbranding · Inkartelingen · Holle, bolle las · Scheuren · Slakinsluitsels

− Controle · Visueel

• Lasprocédé MAG 135 − Constructie-elementen

· Plaat aan plaat BW, FW · Profiel aan plaat BW, FW

− Constructiegraad · 2D 90° · 2D 0-90° · 3D 90° · 3D 0-90°

− Materiaalsoorten · Staal WO 1

− Lasposities · PA, PB, PG

− Kwaliteitscriteria · Insluiting en verbinding · Scheuren · Inkartelingen · Smalle, bolle naad · Lasnaaduitzicht

− Controle · Visueel

• Lasprocédé TIG 141 − Constructie-elementen

· Plaat aan plaat BW, FW · Profiel aan plaat BW, FW

− Constructiegraad · 2D 90° · 2D 0-90°

− Materiaalsoort: · Staal WO 1 · RVS WO 11 · Aluminium (U1)

− Laspositie: · PA, PB

− Kwaliteitscriteria · Inbranding · Lasnaaduitzicht · Holle naad · Doorlassing · Spatten · Insluitingen

3de graad BSO 57 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

· Scheuren · Porositeiten

− Controle · Visueel

164 Volgens verstrekte richtlijnen lasnabewer-kingen uitvoeren.

• Slijpen • Beitsen • Polijsten

165 Bij het uitvoeren van lasverbindingen, de verstrekte richtlijnen om de krimpwerking te beperken opvolgen.

• Te treffen maatregelen − Te lassen stukken klemmen − De opgelegde hechtvolgorde respecteren − De opgelegde lasvolgorde respecteren − Het aanbrengen van een voorhoek − Het aanbrengen van een voorbocht − Lasnaden onderbreken

7.14 De uitgevoerde constructies en -onderdelen en het eigen werk evalueren

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

166 Na het uitvoeren van de werkzaamheden, in team, de constructie en het constructieproces evalueren en op basis daarvan voorstellen formuleren tot bijsturen.

• Productevaluatie • Procesevaluatie

167 De evaluatiecriteria opstellen en opvolgen. • Evaluatiecriteria • Productcontrole • Procescontrole

168 De uitgevoerde constructie en –onderdelen meten, vergelijken met de opgelegde toleran-ties en maatregelen voorstellen tot bijsturing.

• Maat-, plaats- en vormtoleranties • Oppervlakteruwheden • Afwerkingsnauwkeurigheden • Te treffen maatregelen

169 Tijdens de uitvoering van constructies, uitvoe-ringsfouten ontdekken en oplossingen formu-leren.

• Uitvoeringsfouten • Suggesties tot bijsturen

170 Hedendaagse inzichten op het vlak van kwali-teitscontrole met eigen woorden uitleggen.

• Demingcirkel • Ishikawadiagram

DIDACTISCHE WENKEN

• Bij het evalueren is het belangrijk dat individuele leerlingenevoluties kunnen worden vastgesteld. • Leer de leerling meer en meer zichzelf en het eigen werk te evalueren. • Zorg ervoor dat evaluaties dicht aansluiten bij de werkzaamheden waarmee de leerlingen echt bezig zijn.

Enkel op die manier kan er aan remediëring worden gedaan.

58 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

7.15 In een staalconstructiebedrijf met de bedrijfscultuur kennismaken, afspraken met de bedrijfsleiders naleven, constructie- en laswerkzaamheden in team uit-voeren

LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN

171 Contacten leggen, communiceren en afspra-ken maken met bedrijfsleiders.

• Contact met bedrijfsleiders − Solliciteren (U) − Contractuele afspraken

· Werkuren · Verplaatsing · Veiligheid en kledij

172 Met de bedrijfscultuur en –organisatie van een las- en constructiebedrijf kennismaken.

173 De eisen die de bedrijven aan de werkne-mers stellen zelf ervaren.

174 De wijze waarop in een bedrijfscontext aspecten van preventie en Welzijn worden behartigd en richtlijnen worden verstrekt ervaren en deze richtlijnen naleven.

175 De noodzaak van de kennis van basisveilig-heid op de bedrijfsvloer ervaren.

• Bedrijfscultuur • Bedrijfsorganisatie • Gestelde eisen aan werknemers

− Arbeidsritme − Rendement en efficiëntie − Naleven van de bedrijfsrichtlijnen en voor-

schriften − Flexibiliteit

• Preventie en Welzijnsrichtlijnen

176 Met werkgevers en werknemers leren sa-menwerken.

• Teamwerk

177 De in de school verworven competenties in een reële arbeidssituatie toepassen.

178 Met competenties die slechts in een bedrijfs-context kunnen worden verworven, kennis-maken.

• Verworven competenties inoefenen in reële ar-beidssituatie

• Kennismaken met specifieke bedrijfscompeten-ties.

179 Zich in een methodisch en procesmatig wer-king van een bedrijf inpassen.

• Methodisch en procesmatig werking van het bedrijf.

180 Eigen mogelijkheden ontdekken en mogelijk-heden van opleiding en bijscholing met eigen woorden uitleggen.

• Bedrijfsspecifieke opleidingen • Bijkomende opleidingen in het objectief van le-

venslang leren.

DIDACTISCHE WENKEN

• Stuur liefst niet meer dan één leerling naar een bedrijf. • Breng regelmatig een stagebezoek. Eén stagebezoek door de vakleraar per week per leerling is een mini-

mum. • Maak duidelijke afspraken met de stagebedrijven voor de leerling op stage gaat. • Het organiseren van contactavonden tussen bedrijven, stagiairs en school kunnen een belangrijke bijdrage

leveren om de kwaliteit van de stages te verbeteren. • Na de stage is een grondige evaluatie van de stagebedrijven op gebied van begeleiding, veiligheid, aange-

brachte meerwaarde, ... , aangewezen.

3de graad BSO 59 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

• Zorg ervoor dat er goede afspraken worden gemaakt met de wijze waarop de leerling in het stagebedrijf wordt begeleid. Zorg ervoor dat de leraar de kans krijgt om met deze werknemer te communiceren over het functioneren van de leerling.

• Bespreek de evaluatie van de stage met de leerlingen in de klas en laat de leerlingen hun ervaringen uitwis-selen.

• Geef de leerlingen voldoende instructies in verband met het naleven van de veiigheidsrichtlijnen vooraleer ze op stage gaan.

8 Minimale materiële vereisten

8.1 Infrastructuur

Voor de studierichting “Lassen-constructie BSO” dient men te beschikken over een ruime werkplaats, die beant-woordt aan de reglementaire eisen op het vlak van veiligheid, gezondheid, hygiëne, ergonomie en milieu. In het bijzonder wordt er aandacht gevraagd voor het verfraaien en het inrichten van oude of verouderde werkplaatsen. Zij bepalen immers in belangrijke mate het leer- en leefklimaat van de leerlingen. Voor alle betrokkenen blijft het een belangrijke uitdaging om voor deze leerlinggroep een aangename leeromgeving te creëren. Ook moet er voldoende ruimte worden voorzien voor het stapelen van materialen , het bergen van zwaar materieel en het opbergen van onderhoudsmateriaal. Een ruimte voor het wegbergen van dure of breekbare gereedschappen en meettoestellen is eveneens geen overbodige luxe.

Daarnaast zijn volgende lokalen, liefst aangrenzend, noodzakelijk:

• een goed uitgerust klaslokaal met documentatiecentrum, • een wasplaats, • een kleedkamer,

8.2 Algemene uitrusting

• Schoolmeubilair • Projector • PC’s • Printer • Software

− Tekstverwerking − Rekenblad − Bestandsbeheer

8.3 Individueel per leerling

• Lasmalletje ter controle van de a-hoogte • Rolmeter: lengte 2.000m • Zijkniptang: toepassing MIG/MAG-lassen • Potlood en afschrijfnaald • Schuifmaat voor het opmeten van plooiwerk en dergelijke • Lashelm met inactische glazen • Lashandschoenen voor het TIG- en MIG/MAG-lassen • Veiligheidsbril

60 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

• Veiligheidsschoenen • Lederen voorschoot voor het lassen, snijbranden en slijpen • Bril voor het solderen en gaslassen • Hoofdbescherming • Bikhamer • Staalborstel • Universele tang of smidse tang voor het manipuleren van oefenstukken

8.4 Gemeenschappelijk klein gerief

• Set boren • Zaagboren • Zwaaihoek, klein en groot • Set draadtappen • Haakse slijpmachines voor diameter 125 • Haakse slijpmachines voor diameter 240 • Handboormachine • Blindniettang met blindnieten • Set doorslagstempels • Set slagnummers en letters • Horizontale- en verticale meet-laser • Stroomtang voor = en ~ stroom • Universeel meettoestel • Set schroevendraaiers ( ook met philips, posidrive en torch-profiel.) • Set imbussleutels • Set kruissleutels • Snelspantangen • Waterpomptang • Bektang • Zijkniptang • Set steeksleutels • Set ringsleutels • Verstelbare spanklemmen van diverse lengten. (sergeanten) • Metaal beitels • Vijlen: driehoekig, vierkant, rond, halfrond en plat van diverse lengten en ruwheden • Bankhamers: 0.5 kg, 1,0 kg, 2,0kg, • Draadmeterkam • Gas flowmeter

8.5 Gemeenschappelijke materialen

• Slagboormachine • Set steenboren • Lastafels • Las- en voedingskabels • Soepele snoeren • Stopcontacten en stekkers • Aambeeld • Lascel of werkpost met afscherming en afzuiging • Gehoorbeschermers voor slijpwerkzaamheden

3de graad BSO 61 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

• Afzonderlijke slijpruimte • Verlengkabels • Reserve las- en werkstukkabels • Reserve TIG-toortsen en spare-parts • Reserve MIG/MAG-toortsen en spare-parts • Elektroden in voorraad van het rutiele en baische en/of rutiel-basische type in de diameters 2.5, 3.25 en 4.0

mm • Plaat- en profielmateriaal voor constructies en lasoefeningen • Elektrodendroogkast voor de bewaren en/of drogen van de basische elektroden • (Temperatuurbereik van 40 tot 350 °C.) • Hydraulische buig- of richtmachine • Snijbrander handbediend, machinale

8.6 Gemeenschappelijke machines

• Lasmachines voor het BMBE.Gelijk- en wisselstroom • MIG/MAG lastoestellen • MIG/MAG invertor-pulsbron met synergische regeling • TIG-toestellen voor het gelijkstroomlassen • Dubbelstroom TIG-toestellen voor het lassen van aluminium (U) • TIG-toestel van het invertortype, voorzien van volgende instelmogelijkheden: gasvoorstroming, startstroom,

up-slope, lasstroom, downslope, kratervullingsstroom, gasnastroming, balans- en frequentieregeling, hoog-frequent, lift arc.

• Lasinstallatie voor het gaslassen, vlamrichten en solderen • Snijbrander voor het autogeen snijden • Plasmasnijbrander (U) • Afkantpers • Profiel- en plaatschaar • Guillotineschaar • Ponsmachine, uithoekschaar • Plaatrolmachine • Bandzaagmachine • Hydraulische buisplooimachine • Slijpmolens voor het slijpen van gereedschappen en voor het slijpen van de TIG-elektroden • Schuurbandmachine • Kolomboormachine • Draaibank voor het voorbereiden van ronde stukken en/of buizen • Snijbrandtafeltje (oxy-acetyleen) voor de naadvoorbereidingen van dikke plaat 9 Bibliografie

Plaatbewerking stand van de techniek Dr. Wim Serruys ISBN 90-807224-1-3 LVD Company Staalbouwconstructies J.H. Jonkeren ISBN 90-236-0421 0 Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar

62 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

Tabellenboek voor metaaltechniek ISBN 90 301 5695 3 Plantijn Productietechnieken voor werktuigbouw J.N. Muiser ISBN 90 11 011082 Educaboek BV Culembourg Polytechnisch zakboekje ISBN 90 622 8087 0 Standaard uitgeverij Metals handbook Volume 6 American society for metals- Metals Park-Ohio 44073 DIN taschenbucher Schweisstechnik 4 ISBN 3-410-11971-X Beuth Verlag GMBH Lijmen lassen en solderen ISBN 90 6376 012 4 De Vey Mestdagh Middelburg Nederland Technologie van het lassen ISBN 90 02 17045 9 Standaard uitgeverij Materialenkennis en materiaalbeproeving ISBN 90 6376 009 4 De Vey Mestdagh Middelburg Nederland Lastechnologie ISBN 90 6562 087 7 Delftse Uitgeversmaatschappij BV Kunststoffen ISBN 90 10 10318 8 Argon Elsevier Metaalkunde en constructie Kluwer Publicaties van het Belgisch Instituut voor lastechniek Lakenweverstraat 21 1050 Brussel

3de graad BSO 63 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

10 Nuttige adressen

Agoria Vlaanderen Diamantbuilding Reyerslaan 80 B1030 Brussel Website: http://www.agoria.be/ Fechiplast Marie-Louizasquare 49 B 1000 Brussel BIL ( Belgisch Instituut voor Lastechniek) Lakenweverstraat 21 1050 Brussel BIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie) Brabançonnelaan 29 1040 BRUSSEL Tel.: 02 520 22 33 Website: http://www.bin.be/NL/index.htm E-mail: [email protected] DBO (Dienst voor Beroepsopleidingen) Koningsstraat 93 bus 3 1000 BRUSSEL Tel.: 02 227 14 11 Fax: 02 227 14 00 Website: http://www.ond.vlaanderen.be/dbo/ E-mail: [email protected] KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieurs Vereniging) Desguinlei 214 2018 ANTWERPEN Tel.: 03 216 09 96 E-mail: [email protected] Website: http://www.ti.kviv.be/critto FVB (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid) Koningsstraat 45 bus 4 1000 BRUSSEL Tel.: 02210 03 33 Website: http://www.fvbffc.be/ NAVB (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in de bouwnijverheid) Poincarélaan 70 1070 BRUSSEL Tel.: 02 523 40 93 Website: http://www.navb.be

64 3de graad BSO D/2003/0279/065 Realisaties Lassen-constructie

NACEBO (Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf) Lombardstraat 34-42 1000 BRUSSEL Tel.: (02)545 56 00 Website: http://www.nacebo.be/ Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden Tervurenlaan 463 1160 BRUSSEL Tel.: (02) 773 16 80 VCB (Vlaamse Confederatie Bouw) Lombardstraat 34-42 1000 BRUSSEL Tel.: (02)545 57 49 Fax: 02/545.59.07 Website: http://www.vcb.be VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) Leuvenseplein 4 1000 BRUSSEL Tel. : (02)219 42 99 Fax : (02)219 81 18 E-mail: [email protected] Website: http://www.vlor.be VIK (Vlaamse Ingenieurskamer) Herentalsebaan 643 2160 WOMMELGEM Tel.: 03 259 11 00 Fax 03 259 11 01 E-mail: [email protected] Website: http://www.vik.be VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) A. Van De Maelestraat 96 9320 EREMBODEGEM Tel.: (053)72 64 45 Website: http://www.vmm.be/ VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs) Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL Tel.: (02)507 07 30 Fax : (02)511 33 57 E-mail: [email protected] Website: http://www.vsko.be WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) Maatschappelijke zetel Violetstraat 21-23 1000 BRUSSEL Tel.: (02)502.66.90 E-mail: [email protected]

3de graad BSO 65 Realisaties Lassen-constructie D/2003/0279/065

Website: http://www.bbri.be/wtcb.htm

WTCM ( Wetenschappelijk en Technisch Centrum van de Metaalverwerkende nijverheid) Celestijnenlaan 300C 3030 Heverlee