delichtlijn-levwn.nl · Web viewVoorwoord. Hierbij presenteren wij u de schoolgids van basisschool...

Voorwoord

Hierbij presenteren wij u de schoolgids van basisschool De Lichtlijn.Hierin kunt u lezen wat voor een school wij zijn, hoe wij werken, hoe de sfeer op school is en wat de kinderen leren.U leest hoe het onderwijs zal plaatsvinden en welke zorg wij aan kinderen geven. Deze gids geeft helder aan waar ‘De Lichtlijn’ voor staat. Zo weet u als ouder wat u concreet van ons kunt verwachten en waarop u ons kunt aanspreken.

De schoolgids is geen vervanging van de Infogids. Naast wat praktische informatie treft u in de Infogids vooral de adressen van ouders en kinderen aan. Beide gidsen vullen elkaar zogezegd aan.

Naast het feit dat u in de schoolgids heel veel kunt lezen over wat u van ons kunt verwachten, geven wij ook aan wat wij als school precies van u als ouders verwachten. Duidelijkheid naar twee kanten is hierbij het doel.

De schoolgids is vaak een beschrijving van eigen werk.Daarmee ontstaat het risico dat wat voor ons duidelijk is voor u juist helemaal niet duidelijk is.Daarom zijn we van mening dat er op een aantal punten zeker nog wel wat te verbeteren zal zijn.Graag nodig ik u uit om contact met ons op te nemen als u vragen of suggesties heeft.

Van harte hoop ik dat wij als ouders en team gezamenlijk en in betrokkenheid met elkaar komend jaar vorm kunnen geven aan de groei van uw kinderen. Gods zegen wens ik u daarbij toe.

Hartelijke groet,

Veronique Kater-PamaDirecteur De Lichtlijn

1

De Lichtlijn Lekstraat 1 1784 VJ Den Helder

INHOUDSOPGAVE

1 DE SCHOOL

1.1 Naam en signatuur van de school1.2 Geschiedenis 1.3 Schoolgrootte, leerlingen ouderpopulatie1.4 Schooltijden1.5 Personele bezetting

2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Identiteit2.2 Schoolprofiel2.3 Ambitie2.4 Onderwijsdoel2.5 Onderwijskundige uitwerking2.6 Taalontwikkeling2.7 Kindgericht2.8 Samengevat

3 DE KWALITEIT VAN DE SCHOOL 3.1 Een leven lang leren3.2 Arbeidsomstandigheden3.3 Organisatiekenmerken3.4 Kwaliteitszorg3.5 Beleidsvoornemens 2019-2020

4 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 4.1 Kleuterbouw4.2 Onder-/Midden-/Bovenbouw4.3 Overzicht van de leerstof4.4 Sociale redzaamheid en Gezond Gedrag

5 DE ZORG VOOR DE LEERLINGEN 5.1 Passend onderwijs5.1.1 Extra zorg5.1.2 De route van extra ondersteuning 5.2 Leerlingvolgsysteem/toetsen (LOVS)5.3 Coördinatie van de zorg5.4 Protocol Overdrachtsprocedure PO-VO (Regio Kop van Noord Holland)5.5 Het veiligheidsbeleid

6 ACTIVITEITEN VAN DE SCHOOL 2


6.1 Activiteitencommissie

7 VEILIGHEID 7.1 Klachtenregeling 7.2 Privacy en leerlinggegevens scholen LEV-WN

8 SCHOOLRESULTATEN EN KENGETALLEN 8.1 Totaaloverzicht toetsgegevens

9 DE OUDERS EN DE SCHOOL 9.1 Schriftelijke informatie9.2 Gesprekken 9.3 Activiteiten

10 SCHOOL EN OMGEVING 10.1 Gebouw/ BSO/ peuterspeelzaal (inpandig)10.2 Gebouw/ Schoolplein10.3 Buurt

11 OVERIGE INFORMATIE 11.1 Ouderbijdrage/ bestuursbijdrage LEV-WN11.2 Vervoer11.3 Aansprakelijkheid11.4 Nieuwe leerlingen 11.5 Jeugdgezondheidszorg op school11.6 Verzuimbeleid en verlofregeling11.7 Vakantieverlof11.8 Bezwaar en beroep11.9 Sponsoring11.10 Medenzeggenschapsraad

12 BELANGRIJKE ADRESSEN

13 VAKANTIE- EN URENBEREKENING SCHOOLJAAR 2019-2020

14 BIJLAGEN

A-Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs Reglement Landelijke Klachtencommissies GCBOhttp://www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl/

1 DE SCHOOL

3


1.1 Naam en signatuur van de schoolBasisschool De Lichtlijn is een warme, veilige school in Noord-Holland waar kinderen stukje bij beetje zichzelf en het leven leren ontdekken. Wij coachen hen daarbij, samen met ouders en verzorgers, gedreven door de liefde voor God en elkaar. Zo zetten wij ons van harte in om leerlingen zelfstandigheid mee te geven, (media)wijs en weerbaar te maken voor een plek in de maatschappij. We zijn een streekschool: kinderen komen uit een uitgebreide regio, onder andere uit de gemeenten Anna Paulowna, Wieringen en Wieringermeer. De kinderen uit deze gemeenten worden met busjes vervoerd. De ouders organiseren dit vervoer zelf. Ze hebben hiervoor een stichting opgericht. Op onze school zitten ongeveer 100 kinderen. Met de naam van onze school ‘De Lichtlijn’ (= een leidraad voor een veilige navigatie) willen wij laten zien dat wij Gods Licht willen uitstralen in onze omgeving.

Voor een gedetailleerde beschrijving van onze identiteit is het document ‘Het Licht schijnt’ beschikbaar.

1.2 Geschiedenis

In 1960 startte de school met 90 leerlingen in een aantal lokalen van de Gereformeerde kerk aan de Palmstraat. Deze locatie was geen ideale situatie.In september 1963 werd de school gehuisvest aan de Vismarkt. Ook deze huisvesting bleek na een aantal jaren niet meer geschikt. Het gebouw aan de Scheldestraat werd betrokken in de beginjaren ‘70.In 1985 werd door de integratie van het kleuteronderwijs en het lager onderwijs het gebouw aangepast aan de normen van de tijd. In dat jaar werd afscheid genomen van de ouders en leerlingen uit Alkmaar en Broek op Langedijk, die vanaf september 1968 de school mee bevolkten. Deze ouders startten een eigen school ‘De Rank’ in Alkmaar.Na de fusie met de zusterverenigingen is er voor het beheer en het dagelijks bestuur van de scholen een centrale directeur (directeur-bestuurder) aangesteld. In 2018 heeft ons bestuur de naam GPO- WN veranderd in LEV-WN (Liefde en Vertrouwen West Nederland). Op de scholen van LEV-WN werken de locatiedirecteuren en de leerkrachten samen met de werkgroep identiteit op school aan het dagelijkse onderwijs en de identiteit van de scholen.

1.3 Schoolgrootte, leerlingen ouderpopulatieEen klein deel van onze leerlingen komt uit een dorp, andere leerlingen wonen in de stad. Ze behoren overwegend tot de gereformeerde en evangelische kerkgenootschappen, maar komen ook uit andere geloofsgemeenschappen. Het opleidingsniveau van de ouders is overwegend MBO, uitzonderingen daargelaten. Hiernaast kiezen ook meer niet-Nederlands sprekende ouders onze school voor hun kinderen. De uiteenlopende achtergronden van de leerlingen zijn op school merkbaar. De niveauverschillen tussen leerlingen per groep kunnen behoorlijk groot zijn. Wij vinden dat ieder kind uniek is gemaakt door God, met eigen gaven, beperkingen en talenten. De Lichtlijn wil een school zijn die daarop inspeelt door het geven van kindgericht en toerustend onderwijs, met aandacht voor individuele verschillen, in een veilige en stimulerende omgeving. In de afgelopen jaren is het leerlingaantal gegroeid van gemiddeld 80 naar 100 leerlingen. De prognose voorspelt dat het leerlingenaantal gelijk zal blijven de komende jaren. De kinderen zijn verdeeld over vijf combinatiegroepen: groep 1/2, 2/3, 3/4, 5/6 en 7/8.

1.4 SchooltijdenIn september 2019 wordt de overstap gemaakt van het Hoorns model naar het continurooster met vijf gelijke dagen. Dit betekent dat de schooltijden vanaf september 2019 voor alle kinderen iedere dag gelijk zullen zijn, namelijk van 8.30-14.00 uur. De kinderen hebben twee keer een kwartier pauze. De kinderen eten op school met de leerkracht.

Voor voorschoolse en naschoolse opvang kunnen kinderen terecht bij De Kleine Reiziger. Dit is een Christelijke opvangorganisatie die in ons schoolgebouw aanwezig is (www.dekleinereiziger.nl).

1.5 Personele organisatie

4


Op de school werken 9 leerkrachten: 8 (parttime) groepsleerkrachten, 1 fulltimer en 1 onderwijsassistente. Er is op maandag en donderdag een administratief medewerkster aanwezig. Het managementteam wordt gevormd door de directeur en de intern begeleider. De directeur en intern begeleider zijn het zorgteam. Dit kan worden uitgebreid met de orthopedagoog Mathilde Kremer. Dit noemen we het ondersteuningsteam.

2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT

2.1 IdentiteitOnze christelijke identiteit is het fundament om goed onderwijs te geven. De Bijbel is de bron waaruit wij putten, het bevat waarheid en goedheid en heeft zeggingskracht voor heel ons leven en heel de samenleving. Wij zien Jezus Christus als ons grote voorbeeld en willen leven zoals Hij bedoeld heeft. Het onderwijs op De Lichtlijn stimuleert de ontwikkeling van elke leerling. Het is gebaseerd op de unieke band van God de Schepper, door Jezus Christus, met alle gelovigen. Hoe verschillend christenen dit ook kunnen vormgeven, het begint met het feit dat God aan het begin staat van alles en dat we als mens alleen door de reddende liefde van Jezus werkelijk kunnen leven. Door Jezus zijn we geliefde kinderen van God, Hij houdt van ons zoals we zijn en juist deze rijkdom willen we van harte delen.

OudersSuccesvol onderwijs van betekenis bieden doe je samen. Daarom zien wij leerkrachten, schoolpersoneel, ouders en kinderen als één team dat in harmonie, open communicatie en respect met elkaar optrekt. We zijn immers samen verantwoordelijk voor de groei en ontwikkeling van het kind. Het samenzijn maken we graag wekelijks tastbaar tijdens de weekopening en stimuleren we door schoolactiviteiten en een gezellige sfeer op het schoolplein. Samenwerking tussen ouders en leerkrachten bevordert de ontwikkeling van kinderen. Daarom voeren wij een actief ouderbetrokkenheid beleid om die samenwerking inhoud en vorm te geven. Uitgangspunten voor onze ouderbetrokkenheid zijn:

- De samenwerking is altijd gericht op de ontwikkeling van het kind- Professionele kennis van het onderwijs en kennis over het kind worden samengebracht- Thuis gaat het leren door- Samenwerking tussen ouders en schoolteam levert nieuwe ideeën op om kinderen te laten leren

Uit gesprekken met ouders en peilingen omtrent tevredenheid komt naar voren dat we een gastvrije school zijn waarin de relatie tussen ouders, leerlingen en leerkrachten goed is. Hiernaast zijn ouders tevreden over hoe wij de verbinding aangaan met ouders. De ontwikkelpunten die de komende jaren centraal staan, zijn informatieverstrekking over het wel en wee in de klas en inzetten van kwaliteiten, kennis en mogelijkheden van ouders in het (thematisch) onderwijs.

KindKinderen zijn waardevol. Op onze school geloven we in een Schepper die elk kind uniek maakt en zo naar ons kijkt. Hij heeft het beste voor met ieder kind, Hij wil dat het geliefd is. Wij houden van onze leerlingen. We leren hen dat ze waardevol zijn voor God, voor ons, voor elkaar en waarom dat zo is. Onze kinderen mogen weten wie ze zijn, wat hun unieke plek is en wat ze in de maatschappij kunnen betekenen.

LeerkrachtenVan de leerkrachten wordt verwacht dat ze over goede pedagogische en didactische kwaliteiten beschikken. Ze zullen niet alleen vakinhoudelijk en organisatorisch bekwaam moeten zijn, maar ook in het christelijk leven een voorbeeld voor hun leerlingen vormen. De leerkrachten aan onze school willen zorgen voor een positief pedagogisch klimaat, waarin kinderen zich veilig weten en optimale kansen hebben. Daartoe is ook het onderhouden van goede contacten met de ouders belangrijk.

2.2 Schoolprofiel

Een veilige, kindvriendelijke schoolomgeving met (media)wijze kinderen. Visie

5


Basisschool De Lichtlijn is een veilige kindvriendelijke school, waar kinderen stukje bij beetje zichzelf en het leven leren ontdekken. Wij coachen hen daarbij, samen met ouders en verzorgers, gedreven door de liefde voor God en elkaar. Zo zetten wij ons van harte in om leerlingen tot zelfstandige kinderen te maken, (media)wijs en weerbaar voor een plekje in de veeleisende maatschappij.

Kinderen zijn waardevol Op onze school geloven we in een Schepper die elk kind uniek maakt en zo naar ons kijkt. Hij heeft het beste voor met ieder kind, Hij wil dat het geliefd is. Wij houden van onze leerlingen. We leren hen dat ze waardevol zijn voor God, voor ons, voor elkaar en waarom dat zo is.

Schoolwaarden kleuren onze visie en aanpak Wij bieden onderwijs van betekenis en onze inzet is erop gericht om alle kinderen mede te vormen tot jonge mensen die in geloof en met plezier in het leven staan. Onze kinderen mogen weten wie ze zijn, wat hun unieke plek is en wat ze in de maatschappij kunnen betekenen. Daarbij kleuren vijf schoolwaarden onze visie en aanpak:

1. Geloof - Geloof in een liefdevolle Schepper zet een plus op het totale schoolleven: Het is de basis van onze levenshouding ten opzichte van het omgaan met elkaar en het onderwijsaanbod.2. Liefde - Gods liefde geven wij handen en voeten door van onze leerlingen en elkaar te houden. 3. Veiligheid - Elk kind voelt zich veilig op onze school waardoor het zich kan ontwikkelen tot gelukkig kind. 4. Vertrouwen - Door vertrouwen uit te spreken en uit te stralen naar de kinderen en elkaar, groeit het zelfvertrouwen. 5. Toekomstgericht – Door een onderzoekende en kritische houding te stimuleren, ontdekken leerlingen nieuwe dingen in zichzelf en om hen heen.

We streven concrete onderwijsdoelen na:1. Mediawijs2. Taalontwikkeling 3. Kindgericht onderwijs 4. Samenwerken

Mediawijsheid geeft een voorsprong Mediawijsheid houdt veel meer in dan het gebruik van Chromebooks in onze klassen. Dat De Lichtlijn voorop loopt in het inzetten van digitale leermiddelen zien we als buitenkans. Intensief benutten van ICT en het gesprek erover (digitale geletterdheid) geeft onze leerlingen een stevige basis in een samenleving die steeds meer afhankelijk wordt van online kennis en kunnen. Die afhankelijkheid heeft voordelen, maar ook risico’s. Het met elkaar onderzoeken en ontdekken hiervan is winst die onze leerlingen wijs en weerbaar maakt.

Taalontwikkeling Taal is overal en altijd, daarom is taalontwikkeling een speerpunt op De Lichtlijn. Dat begint in de kleutergroepen en gaat door tot het einde van groep 8: op elk moment en in elke situatie willen we taalkansen herkennen en benutten. We bieden begeleiding op maat aan kinderen die Nederlands als tweede taal hebben. Kinderen die meer uitdaging nodig hebben, kunnen Spaanse les volgen. Al onze leerlingen krijgen vanaf groep 1 Engels omdat deze taal steeds meer gebruikt en gesproken wordt in onze samenleving.

Kindgericht onderwijs 6


Op De Lichtlijn maken we de beweging van leerstofgericht naar kindgericht onderwijs. Wij willen dat ieder kind inzicht krijgt in zijn eigen ontwikkelingsmogelijkheden. Groepsdoorbrekend werken is hier onderdeel van, omdat het ruimte biedt voor onderlinge verschillen. Leertrajecten kunnen qua inhoud en tempo worden afgestemd op het individu waarbij het kind invloed heeft op de vormgeving van het eigen leerproces. Dit wordt beschreven in het portfolio.

Samenwerken Succesvol onderwijs van betekenis bieden doe je samen. Daarom zien wij leerkrachten, schoolpersoneel, ouders en kinderen als één team dat in harmonie, open communicatie en respect met elkaar optrekt. We zijn immers samen verantwoordelijk voor de groei en ontwikkeling van het kind. Het samenzijn maken we graag wekelijks tastbaar tijdens de weekopening en stimuleren we door schoolactiviteiten en een gezellige sfeer op het schoolplein.

De zegen van onze liefdevolle Vader We hebben er alle vertrouwen in dat onze leerlingen groeien in kennis, vaardigheden en persoonlijkheid. Met vallen en opstaan, maar dat mag. Zij zijn de toekomstige lichtdragers. Het vult ons met trots en enthousiasme om hen daarbij te helpen en te coachen, in het vertrouwen dat onze liefdevolle Vader het zegent.

2.3 AmbitieBinnen ons Lichtlijn-expeditieplan hebben we een aantal ambities geformuleerd die dynamiek geven aan de dagelijkse werkelijkheid. We beseffen dat deze constant worden bijgesteld.Ambitie 1: Sprankelende identiteit op de Lichtlijn

Wij leren onze leerlingen dat ze waardevol zijn voor God, elkaar en de samenlevingAmbitie 2: Vernieuwend onderwijs op De Lichtlijn

Leerroutes van onze leerlingen verschillen qua inhoud en tempo, waarbij oa. digitale leermiddelen de uitdaging bieden die ze nodig hebben.

Ambitie 3: Samenleven op de LichtlijnWe betrekken anderen bij lessen en activiteiten. We halen de wereld naar binnen èn we trekken

erop uit

2.4 OnderwijsdoelOn doel is dat het kind ervaart dat God hem liefheeft, weet wie hij is, wat zijn mogelijkheden zijn en wat hij kan betekenen voor de ander. Hiernaast heeft hij een onderzoekende houding, ziet hij oplossingen voor problemen en kan hij denken in de hogere orde. Dit is nodig om goed te kunnen functioneren als kritisch en actief burger in de 21e eeuw. Het kind is ICT-vaardig, weet hoe hij aan informatie komt en hoe hij dit kan toepassen. Daarnaast is het ons doel dat het kind aan het eind van de basisschool beschikt over voldoende basiskennis om door te kunnen stromen naar een vorm van voortgezet onderwijs.

Kerndoelen van de overheidDe belangrijkste dingen die kinderen in het (basis)onderwijs moeten leren, zijn in referentieniveaus (kerndoelen) vastgelegd. Deze kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Ze zijn in de wet vastgelegd.

7


2.5 Onderwijskundige uitwerking

MediawijsMediawijsheid houdt veel meer in dan het gebruik van Chromebooks in onze klassen. Dat De Lichtlijn voorop loopt in het inzetten van digitale leermiddelen zien we als buitenkans. Intensief benutten van ICT en het gesprek erover (digitale geletterdheid) geeft onze leerlingen een stevige basis in een samenleving die steeds meer afhankelijk wordt van online kennis en kunnen. Die afhankelijkheid heeft voordelen maar ook risico’s. Het met elkaar onderzoeken en ontdekken hiervan is winst die onze leerlingen wijs en weerbaar maakt.

Onderwijs met ICTOp onze school gebruiken we steeds meer ICT in onze lessen en bij het hele schoolproces. Dat hebben we de afgelopen jaren gedaan en dat neemt steeds meer toe. Zo bereiden wij onze leerlingen goed voor op het vervolgonderwijs en de samenleving die steeds digitaler wordt. Daarnaast blijkt dat de ontwikkeling van adaptieve software steeds sneller gaat en mede daardoor ICT heel goed ingezet kan worden om tijdens de lessen te differentiëren en naderhand te kunnen analyseren. Dat betekent dat we steeds meer door ICT in staat worden gesteld om ‘leren op maat’ aan te bieden. Daarom is het onze ambitie om kwalitatief hoogwaardig, effectief inhoudelijk onderwijs te bieden waarbij eigentijdse ICT-middelen door vaardige leerkrachten optimaal worden ingezet. Momenteel werken wij op deze manier met Gynzy, maar gezien de snelle ontwikkelingen op dit gebied, bekijken we jaarlijks welke aanbieder het beste bij de school past.

DevicesSinds september 2017 zijn we als school afgestapt van tablets. We hebben bewust de keuze gemaakt om iedere leerling vanaf groep 4 een chromebook in bruikleen te geven. De reden van de overstap is onder andere geweest om de zithouding van de leerlingen te verbeteren. Bovendien biedt het werken met chromebooks meer mogelijkheden, bijvoorbeeld bij het thematisch werken. Sinds september 2018 hebben wij alle chromebooks in eigen beheer. Als school maken wij, ook het personeel, gebruik van Google Suite (Google Apps). Dit betekent dat wij volledig werken in de ‘cloud’. Aangezien ICT een belangrijk onderdeel is van ons schoolprofiel willen wij ook investeren in verschillende ICT-materialen. Naast de Chromebooks hebben we recent een aantal Bee-Bots en Lego Wedo aangeschaft. De komende jaren willen wij meer ICT-materialen aanschaffen die we ter ondersteuning van ons onderwijs kunnen aanbieden.

Digitale geletterdheidWij vinden het bij de huidige professie van een leerkracht horen dat hij de benodigde ICT-vaardigheden beheerst. Eind 2018 is een ICT-scan afgenomen bij de medewerkers van De Lichtlijn, waaruit bleek dat er hoog gescoord werd op ICT basisvaardigheden. Op het gebied van computational thinking valt er winst te behalen. Ons doel is om planmatig te werken aan de digitale geletterdheid van het personeel en de leerlingen. Concreet zijn dit de volgende onderdelen:

- informatievaardigheden- computational thinking- mediawijsheid- ICT-basisvaardigheden.

Om bovenstaande doelen te kunnen bereiken gaan we per september een pilot met de Bomberbot doen. In eerste instantie zal dit zijn voor de groepen 5 tot en met 8. Dit zal in het schooljaar erop (2020-2021) ingevoerd worden voor de hele school. Tijdens deze lessen werken de kinderen aan 21e eeuwse vaardigheden als kritisch en creatief denken, problemen oplossen, samenwerken en communiceren. De basisprincipes van het programmeren zijn ook onderdeel van de lessen. TypecursusHet wordt door de toenemende digitalisering steeds belangrijker voor kinderen om goed te leren typen. We willen de leerlingen een extra vaardigheid meegeven middels de typecursus Pica. Drie voordelen die dit met zich meebrengt, zijn:

- door blind te typen maken kinderen hun werk sneller en kwalitatief beter omdat ze zich gemakkelijker kunnen concentreren op de tekst

8


- kinderen krijgen op de middelbare school meer te maken met digitalisering en informatievaardigheden, daarom wordt het blind kunnen typen nog belangrijker

- kinderen nemen bij het blind typen automatisch een juiste zithouding aan, die klachten in de toekomst kan voorkomen

2.6. Taalontwikkeling

Taal is overal en altijd, daarom is taalontwikkeling een speerpunt op De Lichtlijn. Dat begint in de kleutergroepen en gaat door tot het einde van groep 8: op elk moment en in elke situatie willen we taalkansen herkennen en benutten. We bieden begeleiding op maat aan kinderen die Nederlands als tweede taal hebben. Kinderen die meer uitdaging nodig hebben, kunnen Spaanse les volgen. Al onze leerlingen krijgen vanaf groep 1 Engels omdat deze taal steeds meer gebruikt en gesproken wordt in onze samenleving.

NT2 onderwijsWij hebben de komende jaren een relatief grote populatie NT2-kinderen bij ons op school. Onder andere van Pools, Spaans en Tamil sprekende ouders. Wij bieden anderstalige kinderen extra ondersteuning, zoals ook beschreven in ons ondersteuningsprofiel. We maken onder andere gebruik van de methode Hotel Hallo, Mondeling Nederlands en Woorden in Prenten. Binnen de school hebben we een NT2-specialist die de kinderen binnen en buiten de klas begeleid in hun taalontwikkeling. Het is ook van belang dat we kennis hebben van de verschillende culturen binnen onze NT2-populatie. Hierbij schakelen wij de hulp in van ouders binnen onze school die uit dezelfde cultuur/land komen. Zij kunnen de ouders in hun eigen taal te woord staan en contactpersoon worden tussen ouders en school. Niet altijd is de informatieverstrekking vanuit school duidelijk voor anderstalige ouders. Omdat we de samenwerking met ouders ten behoeve van de ontwikkeling van het kind belangrijk vinden, houden we één keer per maand een informatiebijeenkomst voor deze ouders.

Vreemde talenIn de samenleving zien we dat de Engelse taal een steeds meer prominente rol inneemt. We zien het belang voor de moedertaal van het aanleren van een tweede taal, want als je iets leert over een vreemde taal, leer je niet alleen iets over die specifieke taal, maar ook over taal in het algemeen. Om de doorgaande lijn te waarborgen van groep 1 tot en met groep 8 maken we gebruik van de digitale methode ‘Take it easy’.Eén keer per week wordt er Spaanse les gegeven aan kinderen die meer uitdaging nodig hebben. De Spaanse taal wordt in Nederland minder gesproken dan bijvoorbeeld het Engels. Dit zorgt ervoor dat als kinderen Spaans willen spreken, ze hiervoor echt moeten leren. De Spaanse lessen worden verzorgd door onze Colombiaanse collega. De komende jaren willen wij ons oriënteren op de mogelijkheid om Chinees aan te bieden. De Chinese economie is de snelstgroeiende van de wereld, wat betekent dat het Chinees een belangrijke taal is. Omdat wij toekomstgericht willen zijn, willen wij ontdekken in hoeverre wij Chinees als extra vak kunnen aanbieden.

2.7. Kindgericht

Op De Lichtlijn maken we de beweging van leerstofgericht naar kindgericht onderwijs. Wij willen dat ieder kind inzicht krijgt in zijn eigen ontwikkelingsmogelijkheden. Groepsdoorbrekend werken is hier onderdeel van, omdat het ruimte biedt voor onderlinge verschillen. Leertrajecten kunnen qua inhoud en tempo worden afgestemd op het individu waarbij het kind invloed heeft op de vormgeving van het eigen leerproces. Dit wordt beschreven in het portfolio.We haken met ons onderwijs in op eigentijdse ontwikkelingen, waarbij leerlingen meer verantwoordelijkheden over het eigen leerproces krijgen. Het leren speelt zich niet meer uitsluitend af binnen de muren van een klaslokaal. Bij het groepsdoorbrekend werken laten we leerlingen in hun kracht staan en geven we ze mee om oog te hebben voor elkaar.De leerkracht wordt meer begeleider en coach in kern- of basisgroepen. In wisselende leergroepen wordt het onderwijs afgestemd op de leerbehoeften van de kinderen. ’Mijn’ klas maakt plaats voor ‘onze’ kinderen en de verantwoordelijkheid voor deze kinderen wordt gedeeld.

9


Onze ambitie is het realiseren van twee units, een onderbouwunit en een bovenbouwunit. Omdat er meer mensen met verschillende talenten worden ingezet binnen de units, kunnen we ddardoor nog beter passend onderwijs aanbieden. Dit zijn zowel mensen van binnen (leerkrachten, onderwijsassistenten en specialisten) als van buiten (stagiaires, studenten, senioren, ouders, vrijwilligers van verenigingen en freelancers). Concreet betekent dit voor komend cursusjaar dat we meer de samenwerking binnen de onderbouw en bovenbouw gaan stimuleren door groepsdoorbrekende activiteiten te organiseren. We weten nog niet of we dit met een vak, zoals rekenen of met het thematisch onderwijs vorm gaan geven. Daarnaast gaan we op de studiedagen kijken bij andere scholen met unitonderwijs, zodat we beter inzicht krijgen hoe we dit de komende jaren kunnen vormgeven.

Thematisch onderwijs In de ochtend staan bij ons de instructiegevoelige vakken centraal. In de middagen werken we groepsdoorbrekend aan taal, wereldoriëntatie, cultuur en expressieve vakken binnen thema’s. De sociaal-culturele praktijk krijgt hierin een centrale plek. Wij halen de echte wereld in de klas en stappen met onze leerlingen ook buiten de muren van het klaslokaal om te leren. Altijd zijn de kerndoelen leidend. We willen een uitdagende leeromgeving creëren waarin kinderen ook op andere manier leren leren. Daarbij willen we ze ook andere vaardigheden aanleren zoals: onderzoekend werken, samenwerkend leren en oplossingsgericht denken. We willen kinderen leren te reflecteren op hun eigen werk en van hieruit eigen doelen te stellen. Wij denken dat kinderen het meeste leren als ze leren op een manier die het beste bij hen past en betekenisvol is. De leerkrachten worden begeleiders bij dit proces. Het thematisch werken wordt geïntegreerd in het rapport middels een portfolio.

Pedagogisch klimaatWij vinden het belangrijk dat er op school veel aandacht wordt besteed aan de opvoedkundige atmosfeer binnen de school. Ouders worden bij de school betrokken om hier samen met het team inhoud aan te geven. Een goed pedagogisch klimaat is een belangrijke voorwaarde om kinderen goed te laten functioneren.Een klimaat gebaseerd op openheid, zorg, respect en naastenliefde is ook van groot belang voor het veiligheidsgevoel van de kinderen. In zo’n klimaat zijn er betere kansen op een evenwichtige ontwikkeling.Er wordt zo gewerkt aan een positief klimaat, zodat ouders en kinderen zich thuis voelen .De school is een open school. Er is een goede samenwerking tussen kinderen, leerkrachten en ouders.Dat betekent ook dat men zich kwetsbaar opstelt. De leerkrachten zijn bereid hun eigen handelen bespreekbaar te maken.De persoon van de leerkracht staat centraal binnen de opvoedingsrelatie op school. De leerkracht moet laten merken dat hij/zij van de kinderen houdt. De kinderen moeten zich geborgen voelen bij de leerkracht. De kanjertraining is een methode waarbij kinderen op een speelse manier leren wat wenselijk gedrag is en waarbij je je grens goed kan leren aangeven. Iedereen op school heeft de licentie om de Kanjertraining te geven.We besteden in de klas ook tijd aan Postitive behavior support. Voordoen, nadoen en positief belonen zijn de uitgangspunten van PBS. Daarnaast hebben we een gedragsspecialist in de school die samen met de directeur beleid schrijft op het gebied van sociale emotionele vorming en zorgt voor de boriging van dit beleid. Cultuur van de organisatieOp school werken we aan een cultuur waarbij gezamenlijkheid en openheid voorop staat. Meedenken met elkaar en samenwerken zijn van wezenlijk belang voor het goed uitvoeren van de opdracht van de school en wordt daarom gestimuleerd.Dit geldt voor het bestuur, de directie en de leerkrachten en kinderen.Ieder heeft daarin een eigen plaats en verantwoordelijkheid.Leerkrachten hebben een eerste verantwoordelijkheid voor het uitdragen van onze waarden.Ook naar buiten toe moeten die cultuurelementen herkenbaar zijn. Zij zijn kenmerkend voor kwalitatief hoogwaardig christelijk basisonderwijs en horen daarom bij het imago van de school.

2.8 Samengevat

10


Vanuit een duidelijke bijbelse visie op mens en kind wordt er op onze school gestreefd naar het geven van adaptief (= aangepast aan de behoeften en mogelijkheden van de leerling) toerustend (dat betreft de relatie met God in onderwijs en opvoeding) onderwijs (het geheel aan cognitieve en affectieve aspecten en vaardigheden). Om dit te realiseren is het creëren van een goed pedagogisch klimaat op onze school een belangrijke voorwaarde. Hier wordt samen met de ouders veel aandacht aan besteed, evenals aan het inhoud geven aan de identiteit van onze school.Identiteit, kwaliteit en management zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als christelijke basisschool willen we aan deze drie elementen steeds meer vorm geven en ze op elkaar afstemmen.Christelijk onderwijs is geen statisch bezit, maar ontwikkelt zich in een gezamenlijke inspanning van ouders en school.

11


3 DE KWALITEIT VAN DE SCHOOL

Fris ondernemerschap op de LichtlijnOp De Lichtlijn werken teamleden samen vanuit verschillende rollen en verantwoordelijkheden. Er werken op school leerkrachten, intern begeleider, onderwijsondersteuners, directie en een administratief medewerkster. De medewerkers zijn identiteitsdragers van de school. Dit komt terug in het aannamebeleid. Dit aannamebeleid van LEV-WN is op te vragen bij de directeur. De eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse leiding en de aansturing van het team ligt bij de directeur. Samen met de intern begeleider vormt zij het managementteam.

3.1. Levenlang leren

De ontwikkelingen in het onderwijs volgen elkaar snel op en medewerkers hebben steeds meer te maken met (complexe) problemen. Binnen onze school willen wij ons daarom nadrukkelijk inzetten voor een verdere professionalisering van onze medewerkers. Uitgangspunt daarbij is dat iedere medewerker eigenaar is van zijn eigen professionele ontwikkeling. Dit vraagt om zelfreflectie en de wil om te ontwikkelen. Iedere medewerker is in staat nieuwe ontwikkelingen in te voeren in de dagelijkse praktijk. Daartoe is het belangrijk dat alle medewerkers zich kunnen verantwoorden voor hun ontwikkeling.

OntwikkelingsdocumentenOm goed onderwijs te kunnen geven, dient de leerkracht zijn werk te kunnen verantwoorden uit bronnen en data. Onophoudelijk dienen we onszelf te evalueren op ons onderwijs. In een persoonlijke omgeving van de LEV-Academie houden alle teamleden een persoonlijk jaarplan bij. De directeur bespreekt dit plan bij de start van het schooljaar met de individuele teamleden en zal hier in het midden van het schooljaar nogmaals op terugkomen. De focus, voortgang van de leerdoelen van de medewerker zijn dan onderwerp van gesprek. In 2019 zal er, als pilot, door de startende leerkrachten gewerkt worden met Bardo. Dit is een online leeromgeving met allerhande reflectie documenten en evaluaties. Uitgangspunt is dat er van elkaar en met elkaar geleerd wordt. Dit kan oa. door collegiale klassenconsultatie, inhoudelijke gesprekken en elkaar feedback te geven op leerpunten.

De intern begeleider en de directeur leggen beiden gedurende het schooljaar klasbezoeken af, afgestemd op elkaar. Zij bespreken het klasbezoek na met de leerkracht of het onderwijsmoment met de onderwijsassistent. De resultaten, leerdoelen, leeropbrengsten worden in het managementteam waarmee het ook input is voor individuele coaching of teamprofessionalisering. Naast de klasbezoeken houdt de directeur ook flitsbezoeken om zo grip op de kwaliteit van het onderwijs te houden. De bezoeken worden te allen tijde geëvalueerd en besproken.

De directeur heeft jaarlijks jaarplan- en persoonlijke ontwikkelingsgesprekken met bestuurder(s). Daarnaast is er veel (in)direct overleg met mede-directeuren binnen LEV-WN tijdens directieoverleg en/of intervisie.

Professionalisering individueel niveauBij het professionaliseren van onze medewerkers maken wij onder andere gebruik van de LEV-WN Academie. De Academie heeft als vertrekpunt in haar activiteiten het leren van elkaar en stimuleert het leren tussen scholen en het leren binnen schoolteams. Zij wil daarbij gebruik maken van de diverse netwerken die er zijn, zowel intern als extern.De professionalisering op onze school vindt plaats door bijscholing van onze:

- Intern begeleider voor ons zorgbeleid- Taalcoördinator voor ons taalbeleid- Rekencoördinator van ons rekenbeleid- Gedragsspecialist voor ons positieve gedragsbeleid- Meer- en hoogbegaafdheidsspecialist voor ons MHB-beleid- Thema-coördinator voor ons themabeleid- OICT-coördinator voor ons onderwijs inhoudelijke ICT-beleid

12


Uitgangspunt bij de keuzes van professionalisering is het gezamenlijk vastgesteld beleid zoals aangegeven in dit schoolplan. Kenmerkend voor de wijze waarop professionalisering vormgegeven zal worden, is dat gebruik gemaakt wordt van ‘leren van en met elkaar’ rechtstreeks gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Dit kan invulling krijgen binnen het team, maar zeker ook in samenwerking met collega’s van andere scholen.

Doelen professionalisering schoolniveauDe komende jaren zal de focus liggen op het leren van en met elkaar. En zullen we gebruik maken van elkaars specialiteiten en specialismen. Om kwaliteiten te zien en te benoemen bij collega’s en leerlingen, zullen we in het schooljaar 2019/2020 met het team een cursus ‘Krachtgericht coachen’ volgen. Daarnaast zullen we op expeditie gaan om elementen van het Slim Fit onderwijs (unitonderwijs) te implementeren op De Lichtlijn. Om op het gebied van ICT bij te blijven, zullen wij ons jaarlijks laten bijscholen op het gebied van ICT-ontwikkelingen. Dit kan zowel teambreed als individueel.

Introductiebeleid Wanneer medewerkers nieuw zijn op school en een tijdelijk contract hebben, wordt meer intensieve begeleiding gegeven. Personeelsbegeleiding vraagt maatwerk Niet alle nieuwe personeelsleden zullen dezelfde mate en vorm van begeleiding vragen. Binnen LEV-WN hebben we een introductiebeleid, bestaand uit een organisatie- en schoolspecifiek gedeelte. Op school stellen wij voor nieuwe medewerkers een concreet begeleidingsplan (inclusief coaching) op.

3.2 Arbeidsomstandigheden

Gezondheid en ziekteverzuimAls school vinden we het belangrijk dat medewerkers met plezier en gezond hun werk kunnen doen. Door het bieden van een gezonde werkomgeving willen wij ziekteverzuim zoveel mogelijk voorkomen. Toch kan het gebeuren dat een medewerker voor kortere of langere tijd vanwege ziekte zijn werk niet kan doen. Dan willen wij een goede verzuimbegeleiding bieden, die leidt tot duurzame werkhervatting. Als school gebruiken we hiervoor de documenten welke staan in Youforce, van OHM (Onderwijs Bureau Hollands Midden). Onze ambitie is om het ziekteverzuim op De Lichtlijn onder de 4% te krijgen. Vanuit goed werkgeverschap is het onze ambitie om personeelskorting te regelen bij lokale sportscholen en/of het zwembad.

WelzijnDe werkdruk is hoog in het onderwijs. Om deze werkdruk te verlagen zijn vanuit de overheid en vanuit het bestuur extra gelden vrijgemaakt. Voor 2019 gaat LEV-WN iedere medewerker vier dagen betaald vrij roosteren om de werkdruk te verminderen. Voor kalenderjaar 2020 zullen er naast de werkdrukdagen die school heeft gepland nog twee bij komen die de leerkrachten zelf mogen inplannen. Per jaar zullen de werkdrukgelden vanuit de overheid met het team en de MR besproken worden en worden ingezet. Onze uitgangspunten hierin zijn kleinere klassen en meer handen in de klas. Deze verantwoording staat beschreven in het werkdrukdocument, welke is op te vragen bij de directeur. De afgelopen jaren hebben we op schoolniveau bij alles wat we doen de waarom-vraag gesteld. Dit maakte dat wij efficiënter en effectiever zijn gaan werken. Voorbeelden hiervan zijn de groeps-/blokplannen die op een andere manier zijn ingezet. Ook zoeken we meer de samenwerking met elkaar, waardoor we werk kunnen verdelen. Het inzicht in het aantal lesgebonden en niet-lesgebonden uren, welke zichtbaar gemaakt worden in Cupella, heeft bijgedragen aan efficiëntere tijdsbesteding. Zo zijn de teamvergaderingen vervangen door bordsessies. De komende jaren willen wij ons richten op werkplezier, wat een aanbeveling was van de interne audit (2017).

13


3.3. Organisatiekenmerken

KwaliteitsinstrumentenAls basis voor onze kwaliteitszorg gebruiken we het model ‘Regie op Onderwijskwaliteit’. Hiermee wordt ook voldaan aan de voorschriften die de Inspectie stelt aan het schoolplan op het gebied van kwaliteit.

Wij streven naar voortdurende bewaking, toetsing, verbetering en borging van de kwaliteit van de schoolorganisatie. De kwaliteitszorg bestrijkt alle beleidsterreinen, het primaire proces (het onderwijskundig beleid), het secundaire proces (materieel, financieel en personeelsbeleid) en het gevoerde kwaliteitsbeleid zelf. In dit hoofdstuk geven we aan hoe we de kwaliteit bewaken, verbeteren en borgen in een cyclisch proces (Plan - Do - Check - Act).

Primaire proces: - Methode en niet-methodetoetsen/ leerlingvolgsysteem- Groepsoverzichten, groepsplannen en -evaluaties- Toetsanalyses en groepsbezoeken- Gesprekscyclus leerkrachten (Bardo, Cupella, POP-gesprekken/functioneringsgesprekken)- LEV-WN academie: teamjaarplannen en persoonlijke ontwikkelingsplannen- Klachtenprocedures en geschillenregeling- Tevredenheidspeilingen ouders, leerlingen en medewerkers- Interne audit (tweejaarlijks)- Werkbezoek bestuur (jaarlijks)

Secundaire proces:- Financieel en materieel beleid: begrotingsmodel PO-raad, begrotingsgesprekken. - Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E)

3.4 Kwaliteitszorg

14


Om de kwaliteit van het onderwijs op de school te meten geven de LVS Cito-toetsen, de NIO en het schooleindonderzoek van CITO een goed beeld. De resultaten en analyses hiervan worden tijdens opbrengstvergaderingen besproken. Concrete aandachtspunten voor bijsturing van het onderwijsbeleid kunnen hieruit meegenomen worden.De ouders worden regelmatig op de hoogte gebracht van de actuele ontwikkelingen op het beleidsgebied van de school. Dit gebeurt via beleidsdocumenten welke te vinden zijn op onze website, bijdragen in de weekbrief en op ouderavonden.

Financieel gezondDe Lichtlijn is een financieel gezonde organisatie. De beschikbare middelen worden efficiënt ingezet en de inzet wordt verantwoord in een begrotingsmodel met een meerjarenplanning. De maandelijkse financiële rapportages maken het mogelijk om de inkomsten en uitgaven op schoolniveau te monitoren. Waar mogelijk maken we gebruik van subsidies via landelijke of lokale overheden om delen van ons onderwijs of flankerende voorzieningen te bekostigen. In ons marketingplan staat beschreven welke strategie we volgen en welke concrete acties we ondernemen om het leerlingenaantal jaarlijks met 2% te laten groeien.

3.5 Beleidsvoornemens 2019-2020

In het verlengde van ons schoolplan wordt er jaarlijks een jaarplan opgesteld per schooljaar. Concreet voor het schooljaar 2019/2020 zijn de volgende doelen gesteld:Top 5 doelen 2019-2020

● Er is een beleid voor ICT waarin ook staat welke doelen we in iedere groep moeten halen op het gebied van ICT- Pilot Bomberbot in groep 5-8

● Groep 4-8 gaat werken met de nieuwe taalmethode ‘Taalverhaal’● Alle groepen gaan op één onderdeel van de dag groepsdoorbrekend werken, waarbij de les/thema

samen wordt voorbereid● Er is een samenwerking tussen de peuterspeelzaal De Kleine Reiziger en de onderbouw van De

Lichtlijn zodat de doorgaande lijn wordt gewaarborgd● We hebben jaarlijks een leerlingengroei van 2%

15


4 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

Het onderwijs op onze school is zo georganiseerd, dat de leerlingen in principe in acht jaar de school kunnen doorlopen. De leerlingen zijn momenteel nog ingedeeld in jaargroepen. Wij zijn ons komend cursusjaar aan het oriënteren op het Unitonderwijs, waarbij leerkrachten meer samenwerken en leerlingen sneller of langzamer door de stof heen gaan. Wij hebben een populatie NT2-leerlingen (Nederlands als tweede taal) bij ons op school. Zij zullen tijdens de taallessen begeleid worden door een onderwijsondersteuner. Ons aandachtspunt op dit gebied zal een taalrijke omgeving in de klassen zijn, zodat de kinderen nog meer gestimuleerd worden om goed Nederlands te spreken en te schrijven.

4.1 Kleuterbouw ● Ontwikkelingsgericht onderwijs:

Ontwikkelingsgericht werken wil zeggen, dat we de kinderen helpen in hun brede ontwikkeling door te letten op wat een kind op verschillende gebieden al weet en kan en wat de volgende stap moet zijn om verder te komen in zijn/haar ontwikkeling. We zoeken dan naar de zogenaamde “zone van de naaste ontwikkeling”.Kinderen leren het beste door bezig te zijn met wat voor hen echt betekenis heeft.Daarom sluiten we zoveel mogelijk aan bij de belevingswereld van de kinderen, want betekenisvolle activiteiten zorgen voor echte betrokkenheid. In de onderbouw werken we dan ook steeds vanuit een thema dat de kinderen aanspreekt. Wanneer we met een nieuw thema beginnen richten we samen met de kinderen een bijpassende hoek in.

Vanuit het thema worden de leeractiviteiten opgebouwd rond de volgende kerngebieden:- Spelactiviteiten- Constructieve activiteiten- Lees-/schrijfactiviteiten- Reken-/wiskunde activiteiten- Gespreksactiviteiten

● SpelactiviteitenOnder spelactiviteiten verstaan we alle vormen van spel waarin kinderen vrij bezig zijn.Dit kan spel zijn met ongevormde, constructieve of beeldende materialen. Ook bewegingsspel en behendigheidsspelen vallen hieronder.Vooral het rollenspel neemt een grote plaats in.Spelactiviteiten zijn zo belangrijk, omdat ze voor kinderen nodig zijn. Spelen doen kinderen automatisch. Het is hun manier om de wereld te leren kennen.Tijdens het rollenspel zie je ze de wereld van de volwassenen imiteren. Ze spelen de rollen en gebruiken de taal en interacties, die ze bij volwassenen waarnemen. Spel laat kinderen nieuwe kennis en ervaring opdoen en het bevordert de sociale en emotionele ontwikkeling, de taal-/denkontwikkeling en de motorische ontwikkeling.

● Constructieve activiteiten

16


Onder constructieve activiteiten verstaan we het bezig zijn van de kinderen met materialen en middelen om daarvan iets te maken, te construeren.Dit zijn activiteiten als bouwen met grote en kleine blokken en constructiemateriaal, maar ook knutselen, timmeren, kleien, verven, tekenen en het buiten bezig zijn met planken, paalkoppen, kleden, kussens enz. Door bezig te zijn met constructieve activiteiten doen kinderen specifieke kennis op op het gebied van nauwkeurig waarnemen, grove en fijne motoriek, kennis van vormen en kleuren en kennis van gereedschappen en technieken.

● Lees-/schrijfactiviteitenLees-/schrijfactiviteiten zijn activiteiten waarin kinderen zich tijdens hun spel ontwikkelen van het doen alsof je leest en schrijft tot het echte lezen en schrijven.Al jong ontdekken kinderen bij hun ouders en andere volwassenen dat lezen en schrijven belangrijke, noodzakelijke bezigheden zijn. Daardoor vinden zij het ook belangrijk hun naam te leren herkennen en te leren schrijven. Ook tijdens hun spel imiteren ze wat ze bij volwassenen zien. Denk maar aan het lezen van een boek of krant, het schrijven van een verlanglijstje of boodschappenlijstje, het noteren van een adres of het schrijven van een brief.Tijdens hun spel worden de kinderen uitgelokt tot en geholpen bij het maken en lezen van woorden en teksten met allerlei lettermaterialen.Hierbij maken we gebruik van de methode Pennenstreken en gebruiken we spelletjes/leerlijnen uit de methode Onderbouwd.

● Reken-/wiskunde activiteitenDit zijn activiteiten, die kinderen met vragen en problemen confronteren die een beroep doen op wiskundig denken. Hierbij gaat het om het met elkaar praten over en samen oplossingen zoeken voor probleempjes met betrekking tot het onderzoeken en vergelijken van hoeveelheden, maten, cijfers, afstanden enz. Het is de bedoeling dat dit alles plaatsvindt in betekenisvolle spelsituaties. Hierbij maken we gebruik van spelletjes/leerlijnen uit de methode ‘Onderbouwd’.

● GespreksactiviteitenGespreksactiviteiten zijn activiteiten waarin we met de kinderen samen praten over o.a. het geloof, thema’s en de dingen van alledag. Zo leren de kinderen hun gedachten en ervaringen te verwoorden, betrokken te raken op elkaars inbreng en ervaringen uit te wisselen.

● Leerlingvolgsysteem kleutersIn de kleuterbouw wordt er handelingsgericht gewerkt met de methode Onderbouwd. In de online omgeving worden de leervorderingen en meervoudige intelligentie van de leerlingen geregistreerd. We gebruiken ZIEN als leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor vullen wij de vragenlijsten in die betrekking hebben op het welbevinden en de betrokkenheid. Voor de screening van de meer- en hoogbegaafde leerlingen wordt het DHH (Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid) ingezet. Naast het leerlingvolgsysteem Onderbouwd worden er CITO-toetsen afgenomen.In groep 2 zijn dat de toetsen: Rekenen voor kleuters en Taal voor Kleuters. De toetsen Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters worden afgenomen in januari bij alleen de kinderen van groep 2.

● Oktober-november-december leerlingenDe kinderen die in oktober, november of december vier jaar worden, worden automatisch ingedeeld in groep 1. De kinderen die vanaf januari vier jaar worden, komen in de instroomgroep en gaan het schooljaar erop naar groep 1. Nu kan het zijn dat de zogenoemde oktober-november-december leerlingen baat hebben bij een verlengd kleuterjaar. Dit kan zijn bij de overgang van groep 1 naar groep 2 of bij de overgang van groep 2 naar groep 3. Als er twijfels zijn over de overgang naar het volgende schooljaar, vanuit ouders of school, zijn er beslissingslijsten beschikbaar die als ondersteuning kunnen dienen voor de keuze van een eventueel verlengd kleuterjaar.

4.2 Onder-/Midden-/Bovenbouw

17


We geven les volgens het Actieve Directe Instructiemodel. Dit houdt in dat we korte instructie geven, zodat de kinderen snel aan het werk kunnen. Wij houden dan tijd over om verlengde instructie te geven aan kinderen die dit nodig hebben. De opdrachten voor spelling en rekenen maken de leerlingen op hun Chromebook, m.b.v. het programma Gynzy. De leerkrachten volgen de leerlingen middels het dashboard van Gynzy. Zo kunnen de leerkrachten de vorderingen van de leerlingen bijhouden en hier direct actie op nemen. Zij gebruiken de informatie ook bij hun voorbereidingen, zodat de kinderen de juiste zorg krijgen die ze nodig hebben. De zorg die de kinderen krijgen, wordt bijgehouden in de groepsplannen.De kinderen uit groep 4-8 vullen op hun doelenblad in hoeveel % ze voor ieder reken-/spellingsdoel staan, hoeveel ze willen groeien en evalueren ook of dit gelukt is. Kinderen die meer aankunnen dan het ‘gewone’ werk maken gebruik van onze Levelkisten. Hierin zit materiaal voor meer-/hoogbegaafde kinderen. Deze kinderen doen wel mee met de instructie die wordt gegeven door de leerkracht, maar krijgen minder opgaven zodat er genoeg tijd overblijft voor Levelwerk. Zij worden hierin begeleid door de leerkrachten. Daarnaast krijgen enkele kinderen Spaanse les als extra uitdaging. In de midden-/bovenbouw besteden we een (middag)deel aan themawerk. Binnen ons themawerk zijn de volgende vakken verwerkt: geschiedenis, aardrijkskunde, natuuronderwijs, techniek, muziek, tekenen, handvaardigheid, burgerschapsvorming en culturele vorming. Een thema duurt gemiddeld 6 weken. In de groepen 1-3 staat spel centraal en in de groepen 4-8 staat het doen van onderzoek centraal. We hebben 2 schoolbrede thema’s en 2 klas-/bouwthema’s.In de komende jaren staat het borgen van ons themawerk, het samenwerken van leerkrachten, het groepsdoorbrekend werken en het uitbouwen van het digitaal kindportfolio centraal.

4.3 Overzicht van de leerstof● Bijbelonderwijs

De bijbel (het Woord van God) staat in ons hele onderwijs centraal. Het is het richtsnoer voor ons handelen. Het bijbelonderwijs heeft allereerst als doel de kinderen kennis bij te brengen van Gods grote daden in de schepping en in de geschiedenis van zijn volk en door zijn Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest in de herschepping. Een ander doel is de kinderen te leren om in liefde en eerbied voor God en de naaste te leven. Elke dag wordt er met de kinderen gebeden en wordt een bijbelverhaal verteld of een gedeelte uit de bijbel besproken. Verder zingen en leren we met de kinderen psalmen, gezangen en christelijke liederen. In de groepen 1 t/m 8 werken we met de nieuwste versie van ‘Levend Water’.

● Nederlandse taal In groep 3 werken we met de methode Lijn 3. Als uw kind leert lezen, krijgt u daarvan van alles mee. Lijn 3 werkt met drie verschillende instructie- en verwerkingsniveaus. Zo haal je het beste uit ieder kind.De methode sluit aan op het kleuteronderwijs. Ook de overgang naar de volgende groepen is logisch en soepel. De Jonge Kind-specialist zal samen met de leerkrachten van de onder- en middenbouw de doorgaande lijn bewaken. Lijn 3 bestaat uit 12 thema’s van drie weken. Lijn 3 stelt de letter centraal. Dat gaat verder dan alleen het herkennen van een woord. Dankzij de wandkaarten en letterfilmpjes raken de kinderen snel vertrouwd met de letters. Met prikkelende thema’s speelt de methode in op de nieuwsgierigheid van kinderen. Ze ontwikkelen lees- en taalvaardigheden terwijl ze de wereld ontdekken. Hierbij maakt de methode gebruik van diverse werkvormen voor samenwerkend leren. Alle kinderen lezen uit hetzelfde boek met een unieke dubbele leeslijn. Bovendien heeft elke leesles een gezamenlijke start en afsluiting.

Komend schooljaar zullen we met de methode Taalverhaal gaan werken. We gebruiken de methode als leidraad, maar kijken ook naar de momenten waarbij we ons taalonderwijs kunnen integreren binnen het thema. Taal neemt in onze samenleving een belangrijke plaats in. Taal is overal en altijd. Goed kunnen lezen is nodig in een maatschappij die steeds digitaler wordt. Op De Lichtlijn spelen de drie pijlers van interactief taalonderwijs (betekenisvol, sociaal en strategisch leren) een belangrijke rol. Gelet op onze grote NT2-populatie willen we ons taalaanbod verrijken door het betekenisvol aan te bieden. Steeds werk je aan taalontwikkeling van de leerlingen: in de doorgaande lijn van de voorschool, groep 1 en 2 tot en met groep 8. In elke situatie moeten taalkansen herkend en benut worden.

Met spelling gebruiken wij Gynzy en de methode Taalverhaal. De groepen 4 t/m 8 maken hun spellingswerk deels op chromebooks. Het voordeel is dat ze direct feedback krijgen op hun gemaakte werk, waardoor fouten direct kunnen worden verbeterd. Daarnaast werken ze ook heel doelgericht. Als kinderen een doel goed

18


beheersen, kunnen zij werken aan doelen die ze nog onvoldoende beheersen. Zowel de leerkrachten als de kinderen zien welke doelen de kinderen wel en niet beheersen. Schooljaar 2019-2020 zullen we met de hele taal/spellingsmethode van Taalverhaal gaan werken .

● Engelse TaalAlle kinderen krijgen bij ons op school Engelse taal aangeboden. In 8 jaar ontwikkelen de kinderen vaardigheden waarmee ze deze taal op een heel eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel in contact met mensen die zich van deze taal bedienen. We maken hierbij gebruik van een digitale methode. In de samenleving zien we dat de Engelse taal een steeds prominentere rol inneemt. Bij veel werkplekken is het een vereiste dat je kennis hebt van de Engelse taal. Met name in de ICT-sector speelt een goede beheersing van de Engelse taal een belangrijke rol. Daarnaast komen kinderen op jonge leeftijd al in aanraking met de Engelse taal door o.a. Youtube. Door Engels op jonge leeftijd aan te bieden, zien we dat de kinderen zonder schroom gaan spreken. Het gaat hen om de inhoud en niet de vorm. Het doel van het taalgebruik is het communiceren, het overbrengen van een boodschap en het contact maken met anderen. We zien het belang voor de moedertaal van het aanleren van een tweede taal, want als je iets leert over een vreemde taal, leer je niet alleen iets over die specifieke taal, maar ook over taal in het algemeen.

● Rekenen/wiskundeWe werken met de nieuwste versie van de methode Rekenrijk. We gebruiken de methode voor groep 3 t/m 8. De methode is goed te gebruiken bij handelingsgericht werken, omdat er in de methode wordt gedifferentieerd in leerstofaanbod. Er is veel extra materiaal voor ondersteuning en verrijking aanwezig in de methode. We kunnen de leerlingen nog beter begeleiden bij het maken van hun rekenwerk.In de groepen 4 t/m 8 maken de kinderen hun rekenwerk middels het programma Gynzy op chromebooks. De gemaakte som wordt direct nagekeken en zo zien de kinderen of ze de som wel of niet goed hebben gedaan. De leerkracht ziet hoe ver ze zijn en hoe ze het werk hebben gemaakt. Daarnaast werken ze ook heel doelgericht. Als kinderen een doel goed beheersen, kunnen zij werken aan doelen die ze nog onvoldoende beheersen. Zowel de leerkrachten als de kinderen zien welke doelen de kinderen wel en niet beheersen. In schooljaar 2019-2020 zullen wij een nieuwe methode voor rekenen gaan aanschaffen.

● Begrijpend lezenIn de onderbouw wordt er veel aandacht besteed aan begrijpend luisteren. In de midden- en bovenbouw zullen we de begrijpend lezen lessen van de methode Taalverhaal gaan aanbieden. Daarnaast kunnen we, indien nodig ter ondersteuning, gebruik maken van de nieuwste versie van de methode Estafette welke we in schooljaar 2018-2019 hebben aangeschaft. Daarnaast zal begrijpend lezen ook veelvuldig voorkomen tijdens het thematisch werken.

● Thema’s: Uitgangspunt is het vergroten van de betrokkenheid en aansluiten bij de belevingswereld van een kind. We hebben de vakken taal, geschiedenis, natuur, aardrijkskunde en creatieve vorming geïntegreerd in het thematisch onderwijs. Een belangrijk onderdeel bij thematisch werken is het onderzoekend leren. Kinderen stellen onderzoeksvragen op en gaan antwoorden hierop zoeken m.b.v. de digitale omgeving en de daarbij horende moeilijkheden. Bijvoorbeeld: hoe zoek je informatie op het internet? Is alle informatie die je vindt per definitie waar? Snap je de informatie? Kun je informatie omzetten naar je eigen woorden? We blijven met dit onderwijs in ontwikkeling. Het werken met vak-geïntegreerde thema’s past prachtig in het plaatje van 2032. Wij werken bij de kleuters al wat langer met thema’s, maar trek je deze lijn door tot de hogere groepen, dan win je ook tijd voor andere vakken waar je nu niet aan toe komt. Je kunt je zaakvakken prima integreren en ook het werken met de beroemde 21st Century Skills komen dan prima tot hun recht. Kinderen leren samenwerken, verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen prestaties, ICT gebruiken (ICT-geletterdheid), probleemoplossend denken, creatief en kritisch denken, informatie online vergaren en communiceren/discussiëren met elkaar. (sociale en culturele ontwikkeling).We vinden het ook belangrijk dat ze leren om goed samen te werken. De kinderen leren tijdens een themaweek dat ze verantwoordelijk zijn voor het proces en het eindproduct. We kijken bij het thematisch werken niet alleen

19


naar het eindproduct, maar ook naar het proces. Hoe zijn kinderen bezig geweest? Zijn hun talenten en gaven aan bod gekomen? Hoe verliep de samenwerking?Binnen ons themawerk zijn de volgende vakken verwerkt: taal, geschiedenis, aardrijkskunde, natuuronderwijs, techniek, muziek, tekenen, handvaardigheid, culturele vorming. In de onderbouw staan reken-, taal- en motorische activiteiten centraal binnen het thema. We gebruiken de methodes als bron, niet als leidraad.We maken gebruik van kerndoelen (deze zijn vastgesteld door de overheid) en vaardigheidsdoelen (bv. kunnen samenwerken, taakverdeling).Op onze school besteden we een dagdeel aan het themawerk. Een thema duurt gemiddeld 6 weken.We hebben 2x in het jaar een schoolbreed thema en 2x in het jaar een klassen-/bouwthema.Tijdens de schoolbrede thema’s houden wij portfoliogesprekken. Dit zal de komende jaren worden uitgebreid. Dit zijn gesprekken met de leerlingen die gaan over de voortgang en samenwerking tijdens het thema. Deze gesprekken kunt u terugvinden achter het rapport, onder het kopje Portfolio.De thema’s die aan bod komen zijn vastgelegd. Hierbij maken we gebruik van de leerplankaders van het SLO.

4. 4 Sociale redzaamheid en Gezond Gedrag

De kinderen wordt geleerd goed en verantwoord om te gaan met hun eigen lichaam, met anderen en met Gods schepping. Het geleerde zal uiteindelijk zijn weerslag moeten hebben op het gedrag van de leerlingen. Ze moeten kunnen omgaan met regels, met gevoelens van anderen, contacten kunnen leggen, gevoelens uiten, luisteren naar elkaar. We maken hierbij gebruik van twee methodes: ‘Wonderlijk gemaakt’ en ‘De Kanjertraining’. De methode Wonderlijk gemaakt kunt u ook thuis bespreken, de ouders krijgen per gezin een boekje voor thuis mee. Deze methode wordt 2x in het jaar besproken. De Kanjertraining wordt tweewekelijks gegeven en alle leerkrachten hebben de cursus Kanjertraining gevolgd. Daarnaast vullen de leerkrachten Zien in. Dit is een methode om de sociale en emotionele ontwikkeling van de kinderen te volgen. Eens per jaar zullen de leerlingen ook een lijst invullen. Op school werken we met Positive Behaviour Support (PBS). Dit is een doelmatige schoolbrede aanpak die zich richt op het versterken van gewenst gedrag en het voorkomen van probleemgedrag. Het doel is het creëren van een positieve sociale omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. De afgelopen jaren hebben we ons gericht op de gedragsverwachtingen in de ruimtes op school. De komende jaren zullen we PBS inzetten in de klas en voor de individuele leerlingen. Komend schooljaar zullen we wederom meedoen aan de actie ‘Schoolfruit’. Drie keer in de week krijgen de kinderen de mogelijkheid om fruit en of groente te proeven. Daarnaast zullen we in de klas aandacht besteden aan gezonde voeding. Op www.schoolfruit.nl kunt u meer informatie vinden over gezonde voeding.We plannen ook, zeker met warm weer, extra drinkmomenten in.

● BewegingsonderwijsAlle kinderen krijgen 1x per week gym. Ze krijgen op woensdag gym van een externe vakleerkracht. Groep 1 t/m 8 gaat naar de nieuwe gymzaal aan de Marsdiepstraat. De tijden en advies voor gymkleding staan in het Infogidsje. De kinderen van groep 5-8 krijgen daarnaast nog een uur in de week een ‘natte gymles’. Zwemvaardigheid (het leren van een goede zwemslag en het behalen van een diploma) is de verantwoordelijkheid van de ouders en school is verantwoordelijk voor de zwemveiligheid. Kinderen zullen spelenderwijs leren hoe om te gaan met stromingen, gebruik maken van glijbanen, rekening houden met anderen in het zwembad etc. De leerkrachten van beide groepen zijn aanwezig in het zwembad. De zwemveiligheidslessen worden gegeven door erkende zwembadinstructeurs. Van de kinderen bij ons op school wordt verwacht dat zij in groep 5 in ieder geval in het bezit zijn van zwemdiploma A.

● Informatie- en computertechnologie (ICT) Tegenwoordig leven wij in een snel veranderende maatschappij met een overvloed aan informatie waarin een beroep gedaan wordt op de ICT-kennis van mensen. Het vermogen om door het ingewikkelde landschap te navigeren, vraagt van zowel leerlingen als leerkrachten een scala aan elementaire ICT- en mediavaardigheden. Hiernaast wordt op onze school ICT ingezet als verbetering van de efficiëntie en effectiviteit van de lessen. We maken hierbij gebruik van digitaal leermateriaal en chromebooks. Leerlingen krijgen een actievere en participerende rol toebedeeld in het leerproces, werken steeds vaker aan opdrachten en gebruiken daarbij digitale middelen.

20


De kinderen van groep 4-8 werken dagelijks tijdens de zaakvakken op hun chromebook m.b.v. Gynzy. Daarnaast hebben we in iedere groep een I-Pad. Deze wordt o.a. gebruikt bij het thematisch werken. De kinderen maken filmpjes, verwerken foto’s of zoeken dingen op internet op.Iedere leerling vanaf groep 4 heeft een eigen mailadres van school. We willen kinderen op jonge leeftijd al leren hoe ze met een device zoals een chromebook om kunnen gaan en hoe het werken in the cloud eruit ziet.In de school hebben we een draadloos WiFi netwerk. We maken gebruik van Google apps, Google classroom, Google Drive, Google Docs en Google presentaties.Het is belangrijk om kinderen naast het technische gedeelte ook te wijzen op de kansen en gevaren van het internet en social media. Tijdens de mediawijsheid weken zullen we hier extra bij stilstaan. We maken hierbij gebruik van een digitale methode en deze wordt in alle groepen gegeven.Elke twee jaar zullen de kinderen vanaf groep 5 een typecursus (Pica typen) op school krijgen, zodat ze blind leren typen.Kinderen vanaf groep 5 kunnen ook online meedoen aan het schaakprogramma Chessity. Komend cursusjaar zullen we een pilot doen met het digitale geletterdheid methode ‘Bomberbot’. Er zullen ook nieuwe ICT-materialen worden aangeschaft. Denk hierbij aan Lego WeDo, robotica etc.

● Seksuele vorming

We geven op gestructureerde wijze aandacht aan de seksuele vorming. Hiervoor hebben we de christelijke methode ‘Wonderlijk gemaakt’ aangeschaft, bestemd voor de groepen 1 t/m 8. Wonderlijk gemaakt is geschreven vanuit een christelijke levensvisie. Verwondering richting de Schepper, seksualiteit als mooie scheppingsgave van God en Gods woord als uitgangspunt zijn belangrijke lijnen in de methode. Hierdoor wordt seksuele vorming ingebed in het geheel van de christelijke opvoeding. Afgestemd op hun leeftijd krijgen de kinderen informatie over hun lichaam en seksualiteit als Schepping van God. In de bovenbouw is er aandacht voor lichamelijke veranderingen en normen en waarden. Ouders krijgen een boekje met de inhoud van de lessen en worden van tevoren geïnformeerd welke onderwerpen in welke week aan bod komen.

Uitgangspunten 1. De prachtige manier waarop God mensen geschapen heeft, wekt tot verwondering2. Vanuit de Bijbel zien we seksualiteit als gave van God binnen een duurzame huwelijksrelatie van man en vrouw3. Seksuele ontwikkeling is onderdeel van de lichamelijke groei en totale ontwikkeling van kinderen en is daarom een vanzelfsprekend onderwerp4. Begeleiding bij ontluikende seksualiteit vergt bijzondere aandacht en zorgvuldigheid, omdat ook emotionele aspecten een grote rol spelen5. Zelfvertrouwen, vertrouwen in anderen en weerbaar gedrag liggen aan de basis van gezonde relaties en seksualiteitsbeleving6. Kinderen moet weerbaarheid geleerd worden om juist te kunnen handelen in bedreigende situaties 7. Het is nodig tegengeluid te bieden tegen het moderne levensgevoel van seks als consumptieartikel

● NT2-onderwijsOnze onderwijsondersteuner heeft afgelopen jaren veel scholing gevolgd op het gebied van NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal). Samen met de taalspecialist en met behulp van het NT2-protocol wordt er invulling aan ons NT2-onderwijs gegeven. Ons uitgangspunt is dat het aanleren van woordenschat veelal in de klas gebeurt. Indien dit onvoldoende aansluit op de behoefte van het kind zullen we in overleg met de intern begeleider het kind extra ondersteuning bieden.De kinderen kunnen een aantal uur extra ondersteuning krijgen op het gebied van taal- en leesonderwijs. Er is in de school een aparte ruimte ingericht waar zij deze ondersteuning krijgen.Dit onderwijs is gericht op het vergroten van de woordenschat en dat de leerlingen in de klas zelfstandig aan het werk kunnen. Ouders van NT2-kinderen krijgen een buddy (een andere ouder) die hen wegwijs maakt in de school. En er wordt één keer in de maand een informatiemoment gepland, waarbij we dieper ingaan op de activiteiten en inhoud van de school.Daarnaast werken we in de klas met dagritmekaarten/pictogrammen, zodat de leerlingen weten wanneer de lesovergangen plaatsvinden.

21


● Groepsdoorbrekend werkenWe zien in de klassen veel niveauverschillen. Sommige kinderen gaan voor reken-/taalonderwijs naar een andere klas. Dit vinden de kinderen vaak niet zo leuk. Andere kinderen moeten apart werken i.v.m. Levelwerk. Daarnaast zien we dat alle leerkrachten overal in moeten duiken en in moeten springen op allerlei vernieuwingen, maar er eigenlijk niet de tijd voor hebben.We willen als leerkrachten onze krachten bundelen en meer samen werken. Daarnaast willen we ons onderwijs toekomstbestendig maken waarbij het nodig is dat leerlingen inzicht krijgen in hun ontwikkeling. Komend cursusjaar willen we ons gaan oriënteren op het Unitonderwijs. We gaan tijdens studiedagen op bezoek bij scholen die op deze manier hun onderwijs vormgeven en gaan op onderzoek uit. We gaan komend jaar pilots doen waarbij we bij een activiteit/onderdeel groepsdoorbrekend willen werken, waarbij de leerkracht van de Unit (groep) verantwoordelijk blijft en de contactpersoon voor de ouders is. Ons huidige schoolgebouw leent zich niet zo makkelijk voor groepsdoorbrekend werken, maar het komend jaar zullen we de eerste gesprekken met de gemeente voeren over een nieuw schoolgebouw.

5 DE ZORG VOOR DE LEERLINGEN

5.1 Passend onderwijsWij bieden op De Lichtlijn passend onderwijs aan alle leerlingen die binnen ons schoolondersteuningsprofiel passen. Passend onderwijs voor uw kind is uitgangspunt voor het onderwijs aan uw kind. Niet alle kinderen leren op eenzelfde wijze. Wij trachten zoveel als mogelijk tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van elk kind binnen de groep. Dit doen we door kinderen met een zelfde onderwijsbehoefte in een groepje samen te brengen en ze in dit groepje onderwijs aan te bieden. Daarnaast zijn er kinderen, die vanwege een achterstand of voorsprong in hun ontwikkeling individueel werken of binnen een specifiek vakgebied werken aan leerstof van een ander leerjaar. Voor kinderen met een individuele leerlijn wordt een individueel handelingsplan geschreven. Kinderen die voor één of meerdere vakgebieden werken aan leerstof van een ander leerjaar worden meegenomen in de de blok-/groepsplannen van het betreffende leerjaar. Vaak is er voor deze kinderen ook een ontwikkelperspectief opgesteld. We zien hierin steeds meer een verschuiving van leerstofjaarklassensysteem naar groepsdoorbrekend leren. Dit past ook binnen de visie die wij hebben verwoord in ons schoolplan.

Het ontwikkelingsperspectief geeft redelijk nauwkeurig het niveau van een kind aan na acht jaar basisonderwijs. De intern begeleider (IB-er) is verantwoordelijk voor de leerlingondersteuning die met de beschikbare middelen

22


op school gegeven kan worden. Zij organiseert passende ondersteuning (lichte of zware ondersteuning) volgens de procedures van het SWV Kop van Noord Holland waarbij onze school is aangesloten.Onze school neemt deel aan de Scholengroep Den Helder Noord (SWV Kop van Noord Holland). Scholen van deze groep kunnen elkaar ondersteunen vanuit hun expertise. De school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld, die leidend is voor de ondersteuningsvragen. Ons schoolondersteuningsprofiel is te vinden op onze website. Doelstelling is om gezamenlijk een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio te bieden, zodat alle leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken. Waar mogelijk gaan leerlingen naar een reguliere basisschool en indien noodzakelijk naar een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband zorgt voor extra ondersteuning en specialistische begeleiding als dat noodzakelijk is. Er wordt zoveel mogelijk thuisnabij onderwijs gerealiseerd. Er wordt niet meer alleen gekeken naar wat een kind niet kan, maar naar kansen, mogelijkheden en oplossingen. Het SWV heeft daarvoor een ondersteuningsplan opgesteld.Bij deze werkwijze is het van belang gebruik te kunnen maken van de ervaringsdeskundigheid van de ouders. Als eerst verantwoordelijke opvoeders weten die wat wel en niet werkt bij het stimuleren van de ontwikkeling van hun kind. Zij krijgen een belangrijke rol hierin. Meer informatie is te vinden op www.swvkopvannoordholland.nl of www.passendonderwijs.nl Het contact met het SWV verloopt altijd via school.5.1.1 Extra zorgWe nemen bij de zorgbreedte de aandacht voor de individuele leerling als criterium en zien dit terrein in meerdere gebieden uiteen vallen, namelijk:

● De incidentele zorgDat is de hulp die de school geeft aan leerlingen. Incidentele zorg richt zich dus op leerlingen die extra hulp nodig hebben. We streven ernaar dat deze hulp zoveel mogelijk in de groep wordt gegeven.

● Handelingsgericht werken (HGW) De gewenste visie en werkwijze zijn een vertaling van de missie en visie van het samenwerkingsverband en gaan in essentie uit van het handelingsgericht werken (HGW). Deze werkwijze bestaat uit zeven hoofdpijlers, te weten: 1. Onderwijsbehoeften staan centraal2. Het gaat om afstemming en wisselwerking 3. De leerkracht doet ertoe4. Positieve aspecten zijn van groot belang5. We werken constructief samen 6. Het handelen is doelgericht7. De werkwijze is systematisch en transparant

We werken met groepshandelingsplannen. Kinderen die extra begeleiding nodig hebben, komen in de aandachtsgroep, kinderen die meer uitdaging nodig hebben komen in de plusgroep. De rest van de groep wordt bij de basisgroep ingedeeld en volgt het programma van de lesmethode. Sinds 2017 wordt er voor de vakken waarbij met chromebooks gewerkt wordt gebruik gemaakt van het dynamische groepsplan. In dit plan wordt per les gekeken naar de score van de leerling. Dit betekent dat leerlingen niet meer vast in de plusgroep, basisgroep of aandachtsgroep zitten, maar dat ze per les worden ingedeeld.

● de preventieve zorgDit houdt in, dat de school voorwaarden schept en in praktijk brengt om zorgverbreding in het bestaande onderwijssysteem te integreren.Een aantal voorwaarden vinden wij van groot belang, nl.:

● Deskundigheidsbevordering van de leerkrachten● Intern overleg over leerlingen● Het creëren van een goed pedagogisch klimaat● Registratie d.m.v. het leerlingvolgsysteem

23


● extra ondersteuning / toelaatbaarheidsverklaring voor SBO/ SOWanneer de school handelingsgericht verlegen is, kan zij extra ondersteuning aanvragen bij het samenwerkingsverband. Hieronder vindt u de route die dan wordt gevolgd.

5.1.2 De route van extra ondersteuning Als de basisvoorwaarden op orde zijn, geeft de route van ondersteuningstoewijzing vervolgens aan welke stappen er worden gezet in het proces van arrangeren, zowel op het niveau van de school als op het niveau van het samenwerkingsverband. Dit proces start bij de signalering door een leerkracht of door de ouders van een ondersteuningsbehoefte bij een leerling en eindigt op het moment dat passend onderwijs voor deze leerling gerealiseerd is. Bij de signalering is het van belang dat informatie uit de voorschoolse voorzieningen wordt ingebracht door de ouders bij de aanmelding op de basisschool. Een adequate overdrachtsprocedure helpt hierbij. Voor een kleine groep kinderen met een evidente ondersteuningsbehoefte is al in de eerste levensjaren duidelijk dat zij direct zullen instromen in het speciaal onderwijs. Stap 1 - SignaleringDe route start met de signalering door de ouders en/of de leerkracht dat de ontwikkeling van een leerling stagneert. Op dat moment start de route van ondersteuningstoewijzing, op basis van handelingsgericht werken in de klas. Uiteraard betrekt een leerkracht (indien deze degene is die signaleert) op dit moment ook de ouders van de betreffende leerling bij het proces: leerkracht en ouders werken constructief samen om een oplossing te vinden. Stap 2 - Collegiale consultatieOp school zijn er verschillende leerkrachten met een specialisme. Wanneer het volgen van de handelingsgerichte cyclus niet het gewenste resultaat oplevert, kan de leerkracht bij de collega’s terecht voor tips. Deze tips worden vervolgens opgenomen in een nieuw (kort) individueel handelingsplan. Stap 3 - In gesprek met de intern begeleider Op het moment dat de leerkracht na de collegiale consultatie handelingsverlegen is, gaat hij in gesprek met de intern begeleider van de school. De intern begeleider maakt in eerste instantie een gedegen analyse van de situatie en geeft vervolgens advies over een mogelijke aanpak. Zij maakt afspraken over terugkoppeling en betrekt wederom ouders bij het traject. Tevens is de intern begeleider verantwoordelijk voor professionele dossiervorming. Zij heeft daarmee de rol van trajectbegeleider en regievoerder in het arrangeerproces. Stap 4 - Ondersteuningsteam en deskundigenadvies Indien zowel leerkracht als intern begeleider (en ouders) handelingsverlegen zijn, roept de intern begeleider de hulp van het ondersteuningsteam in. Tot dit ondersteuningsteam behoren, naast leerkracht, ouders en intern begeleider,de directeur van de school (deze is eindverantwoordelijk voor de zorgondersteuning) en de orthopedagoog die vanuit het samenwerkingsverband aan de school verbonden is. Mathilde Kremer is als orthopedagoog verbonden, vanuit het ondersteuningsloket van LEV- WN. De orthopedagoog beschikt over aanzienlijke kennis van speciale onderwijsbehoeften en heeft de expertise in huis om nader onderzoek te doen. Het ondersteuningsteam kan deskundigen uitnodigen om te adviseren of mee te denken over een juiste aanpak. Er kan hier worden gedacht aan gedragsdeskundigen, deskundigen op het gebied van leermoeilijkheden of fysieke problemen, specialisten op het gebied van hoogbegaafdheid, een medewerker van CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) of schoolmaatschappelijk werk. De vervolgstap is afhankelijk van welke afspraken binnen het ondersteuningsteam zijn gemaakt: Zijn de doelen haalbaar binnen de basisondersteuning van de eigen school (en wat is daar verder voor nodig, bijvoorbeeld een extra observatie of nader onderzoek)? Als dit het geval is, bepaalt het ondersteuningsteam op welk moment er geëvalueerd wordt. Is er om de doelen te bereiken extra ondersteuning van deskundigen of extra budget nodig, dan vraagt het ondersteuningsteam een arrangement aan bij het ondersteuningsteam van de scholengroep. Stap 5a - Arrangement vanuit de scholengroep De scholengroep heeft vanuit het samenwerkingsverband de beschikking over financiële middelen die aangewend kunnen worden voor extra ondersteuning (die de basisondersteuning overstijgt) aan de reguliere

24


basisschool. Er wordt een arrangement op maat samengesteld. Van het budget dat de school voor het arrangement ontvangt, organiseert zij het betreffende arrangement. Hierbij maakt zij, indien nodig, gebruik van een team van deskundigen die inzetbaar zijn voor de uitvoering van daadwerkelijke hulp. Zij worden betrokken op het moment dat duidelijk is welke ondersteuning geleverd moet worden. Stap 5b - Ontwikkelingsperspectief bij arrangement Iedere school moet in staat zijn een ontwikkelingsperspectief op te stellen. Een ontwikkelingsperspectief is verplicht op het moment dat de school een arrangement bij de scholengroep aanvraagt. Bij de vraag wanneer een ontwikkelingsperspectief verder nuttig en wenselijk is, zijn onderstaande uitgangspunten leidend:

● De situatie waarin een leerling gedrag laat zien waardoor zijn eigen ontwikkeling en het functioneren van de groep structureel verstoord dreigt te worden

● De wenselijkheid van het opstellen van een ontwikkelingsperspectief bij leerlingen waarvan uitstroom op het niveau van groep 8 niet haalbaar lijkt en/of die als gevolg van extra ondersteuningsvragen (leren, werkhouding , sociaal emotioneel functioneren) de vooraf gestelde doelen herhaaldelijk niet behalen (cognitief, sociaal emotioneel of anderszins). Bij jonge leerlingen vormt het reguliere aanbod altijd de basis, aangezien hun ontwikkeling nog grillig verloopt. Het uitgangspunt is: eerst intensiveren (intensievere begeleiding), dan compenseren (hulpmiddelen aanbieden), dan dispenseren (einddoelen bijstellen)

● De beargumenteerde vraag van ouders tot het opstellen van een ontwikkelingsperspectief Stap 5c - Bezwaar Indien ouders en school het structureel niet eens worden over de te organiseren ondersteuning voor een leerling, is het mogelijk om bij het samenwerkingsverband bezwaar aan te tekenen. Hiertoe organiseert het samenwerkingsverband een adviescommissie voor bezwaarschriften (zie regelingen). Stap 6a-Toelaatbaarheidsverklaring door Commissie Toelating Onderwijsvoorziening (CTO) Op het moment dat duidelijk is dat aan de ondersteuningsbehoefte van een leerling het best tegemoet kan worden gekomen in het speciaal (basis)onderwijs, kan het ondersteuningsteam van de basisschool of het ondersteuningsteam van de scholengroep adviseren een aanvraag in te dienen bij de CTO tot toelating tot één van de specialistische dieptevoorzieningen van het samenwerkingsverband. De school zal dan in overleg met de ouders een aanvraag indienen bij de CTO. Stap 7- Evaluatie Een essentieel onderdeel van handelingsgericht werken betreft een cyclische werkwijze. Het is daarom van groot belang dat, voordat extra zorg of een arrangement daadwerkelijk start, er afspraken worden gemaakt over evaluatie. De evaluatie wordt cyclisch ingericht en de opbrengsten worden opgenomen in het leerlingendossier en gebruikt als input voor het eventueel vormgeven van een ander of vervolgarrangement of het beoordelen van mogelijke terugplaatsing. Hiernaast is de constante evaluatie van alle stappen in het proces noodzakelijk om de kwaliteit te waarborgen.

Voor verdere informatie over extra ondersteuning verwijzen wij u naar het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Kop van Noord Holland en ons eigen ondersteuningsprofiel. Het ondersteuningsplan is te vinden op www.kopvannoordholland.nl.

5.2 Leerlingvolgsysteem / toetsen (LOVS) Regelmatig door het jaar worden er (methode-onafhankelijke) Citotoetsen afgenomen. Wij zijn ons ervan bewust dat niet al ons onderwijs in toetsresultaten is uit te drukken. Ons onderwijs kenmerkt zich door de aandacht voor niet toetsbare opbrengsten (denk aan geloofsopvoeding en vorming van sociaal-emotionele identiteit). Toch is het nodig dat wij onze leerlingen volgen met een onafhankelijk toetssysteem. Wij gebruiken de leerlinggegevens/toetsgegevens en observaties om ons onderwijs te toetsen en het didactisch handelen van de leerkrachten te verbeteren. Naast de methodetoetsen maken wij halfjaarlijks gebruik van het leerlingvolgsysteem van Cito. In deze toetsperiodes meten wij de resultaten voor de vakken rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen, spelling en woordenschat. Momenteel maken we nog bijna alle toetsen op papier. Ons

25


doel is om de komende jaren de papieren toetsen te vervangen door digitale toetsen, omdat dit past binnen ons schoolprofiel. Hierin zijn wij ook afhankelijk van Cito. We werken in de midden- en bovenbouw met blokplannen voor de vakgebieden rekenen en spelling en met halfjaarlijkse groepsplannen voor technisch en begrijpend lezen. De Cito toetsen worden geanalyseerd om zo voor ieder kind een goede beginsituatie in het volgende blok-/groepsplan te kunnen vaststellen. Naast de Citotoetsen wordt gewerkt met ZIEN om de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen te volgen. In de kleutergroepen wordt daarnaast met Onderbouwd gewerkt voor taal/rekenen. De leerlingen worden in deze methode dynamisch gevolgd in hun ontwikkeling. Individuele toetsen (nader diagnostisch onderzoek) worden afgenomen door de intern begeleider of door een externe specialist. Naast de geplande besprekingen kunnen leerlingen (op afspraak) te allen tijde door de leerkracht besproken worden met de interne begeleider. De gemaakte afspraken voor het afnemen van toetsen vindt u in het toetsprotocol. Ook is op school een uitgewerkt zorgplan aanwezig. Het is altijd mogelijk dat er afgeweken wordt van de afgesproken toetsmomenten. Dat heeft te maken met het ontwikkelingsniveau van het kind waar wij op af willen stemmen.

5.3 Coördinatie van de zorg● De groepsleraren

We streven ernaar dat de hulp aan de kinderen zoveel mogelijk in de groep wordt gegeven. Door deskundigheidsvergroting onder het personeel t.a.v. het zelf onderzoeken en behandelen van leer- en gedragsproblemen proberen we voorwaarden te scheppen om de goede zorg te geven aan ieder kind. De leerkracht wordt bijgestaan door de IB’er.

● De Interne BegeleidingDe taak van de Intern Begeleider (IB’er) bestaat uit het coördineren van alle zaken rond de zorgverbreding in de school.Voor al uw vragen omtrent de zorg van uw kind kunt u terecht bij de betreffende leerkracht. Als u na een gesprek met de leerkracht toch nog met vragen blijft zitten, kunt u ook een gesprek aanvragen met de leerkracht en Intern Begeleider.

● Begeleiding naar het voortgezet onderwijsIn de groepen 5-8 wordt huiswerk meegegeven. Vanaf dat moment zal er ook aandacht geschonken worden aan het leren leren. In het najaar wordt bij de leerlingen van groep 8 de NIO-toets en in april de CITO-eindtoets afgenomen. De Cito-eindtoets wordt gebruikt als kwaliteitstoetsing voor de school. De resultaten worden gebruikt om het eigen onderwijs te evalueren en te kunnen vergelijken met andere scholen. De uitslag van de NIO-toets wordt in november met de ouders besproken. De resultaten van deze toets en het oordeel van de leerkracht over het kind bepalen het advies welke richting van het voortgezet onderwijs het kind na het laatste cursusjaar van het basisonderwijs zal kunnen volgen. Garanties geven testen vanzelfsprekend niet, maar een zekere waarde heeft het naast de observatie van de leerkracht en de ouders wel. Om zich te oriënteren kunnen ouders met hun kind open dagen bezoeken van verschillende scholen voor voortgezet onderwijs. Ook krijgt de school uitnodigingen van het VO om onder schooltijd een deel van de dag de VO-scholen te bezoeken. D.m.v. een inschrijfformulier, dat op school te verkrijgen is, melden de ouders hun kind aan bij het voortgezet onderwijs.

● Beleid doublure en vervroegd doorstromen groep 3-8Het kan zijn dat een leerling baat heeft bij het overdoen of het versnellen van een groep. Deze beslissing wordt in overleg met ouders en eventueel met externen genomen. Uiteindelijk is de bevinding van school hierin leidend.

5.4 Protocol Overdrachtsprocedure PO-VO (Regio Kop van Noord Holland)

26


1. Opbouwen van het advies.

Het advies groep 8 leerkracht wordt gebaseerd op:

1. De gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Daarbij gaat het om een meerjarig beeld, ‘de film’

2. Uitkomsten intelligentieonderzoek. (verplicht voor leerlingen voor het praktijkonderwijs) Er wordt in oktober/ november een NIO (Nederlands Intelligentie Onderzoek) afgenomen

3. Overleg met ouders/leerling De uitkomsten van de adviesgesprekken in november/december worden meegenomen in het uiteindelijke advies 4. Indien nodig overleg met Ondersteuningscoördinator VO Bij twijfel over de juiste plaats van een leerling en/of de noodzaak van specifieke ondersteuning kan de ondersteuningscoördinator uit het VO worden gevraagd om mee te denken. Het initiatief voor b.v. een uitnodiging voor deelname aan een OT, ligt bij het PO

5. Bij een hoger advies op de CITO-eindtoets nemen we contact op met de ouders van het kind. In overleg zullen we de schoolkeuze herzien.

2. Informatie uitwisseling

Binnen onze regio wordt minstens op twee verschillende momenten informatie uitgewisseld tussen PO en VO.

a. Informatie- en/of uitwisselingsmiddag vanuit de Samenwerkingsverbanden, jaarlijks in oktober Op deze middag wordt regionaal informatie gedeeld met betrekking tot de overdrachtsprocedure en ondersteuning in het VO

b. Informatiemiddag vanuit de VO scholen, jaarlijks in de periode oktober/november. De VO scholen organiseren deze middag en presenteren zichzelf aan het PO

3. Aanvullend contact met betrekking tot advisering en extra ondersteuningIn de maanden januari en februari vinden de gesprekken plaats met ouders van leerlingen die extra ondersteuning nodig zullen hebben. Het VO kan hierbij worden uitgenodigd. Het initiatief voor deze uitnodiging ligt bij het PO. Zie bijlage 1.

4. Open dagenIn de maanden januari en februari stellen de VO scholen hun deuren open voor groep 8 leerlingen en hun ouders.

5. AanmeldingDe PO school zet uiterlijk 1 maart haar uiteindelijke advies in BRON.Ouders melden hun kind uiterlijk 15 maart bij de VO school van hun keuze aan.

6. Overdracht van gegevensDe PO school zet alle gegevens klaar in OSO (zie hieronder overdrachtsdossier).De VO school haalt de gegevens op uit OSO na aanmelding van ouders bij de VO school, op basis van het Burgerservicenummer van de leerling.De PO school kan op het formulier Warme Overdracht aangeven voor welke leerling een overdrachtsgesprek noodzakelijk is en op welk ontwikkelingsgebied er bespreekpunten zijn.

27


Daarnaast kan de aangeleverde informatie uit het leerlingdossier aanleiding zijn voor het VO om een gesprek aan te vragen.

Het overdrachtsdossier bestaat uit:1. Gegevens via OSO (o.a. NAW gegevens)2..De LVS gegevens.2. Uitkomsten intelligentieonderzoek, indien aanwezig3. Evaluatie handelingsplannen/groeidocumenten 4. Dyslexieverklaring of –rapport, indien aanwezig5. Wat de PO school verder van belang vindt (verslagen diagnostisch onderzoek etc.)

7. Warme overdrachtIn april/mei worden de warme overdrachtsgesprekken ingepland. Het initiatief voor afspraken ligt bij het VO.De gesprekken zijn bedoeld om aanvullende informatie op te halen. De schoolbezoekers van het VO lezen ter voorbereiding het dossier van de leerling.

8. KennismakingsdagenIn de maand juni worden door het Voortgezet onderwijs kennismakingsdagen of –avonden georganiseerd.De leerlingen maken kennis met hun nieuwe klas en mentor. De ouders worden uitgenodigd door de VO school om ook kennis te maken met de school en de mentor. In november is de algemene ouderavond en in juni wordt u uitgenodigd door de mentor van de klas.

9. Overstap- en wenprogrammaAan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in deze overstapfase kan een wenprogramma worden aangeboden.De ondersteuningscoördinator VO meldt daartoe de leerling aan bij het Ondersteuningspunt van de betreffende VO school. Het programma bestaat uit extra kennismaking met personen, de structuur in het VO en bijvoorbeeld het maken van foto’s van het nieuwe gebouw.

5.5 Het veiligheidsbeleid

Kinderen toerusten voor hun levenstaak kan alleen optimaal in een goed pedagogisch klimaat. Een positief klimaat zorgt voor betere leerprestaties, meer positief gedrag naar elkaar en naar de leerkrachten en, in aansluiting daarop, een betere sociaal-emotionele ontwikkeling. Kortom: betere kansen voor een evenwichtige ontwikkeling van de leerlingen.Het voorleven van een christelijke houding in alledaagse zaken is buitengewoon belangrijk. De persoon van de leerkracht staat dan ook centraal binnen de opvoedingsrelatie op school. De leerkracht dient te laten merken dat hij/zij van de kinderen houdt, zodat de kinderen zich geborgen voelen bij de leerkracht.We werken op De Lichtlijn met Positive Behaviour Support. Deze werkwijze is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. We benoemen het gedrag van de leerling dat past bij onze vastgestelde waarden: liefde, verantwoordelijkheid en humor en leren dit de kinderen actief aan. Adequaat gedrag wordt hierna positief bekrachtigd. Zo wordt een veilig en positief schoolklimaat gevormd waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs.

In alle groepen werken we met de methode ‘Kanjertraining’. De Kanjertraining bestaat uit een serie lessen met bijbehorend oefeningen om de sfeer in de klas goed te houden (preventief) of te verbeteren (curatief). Met de Kanjertraining streven we de volgende doelen na:

● Het bevorderen van vertrouwen en veiligheid in de klas● Het versterken van de sociale vaardigheden bij leerlingen● Beheersing van verschillende oplossingsstrategieën bij pesten en andere conflicten● Bewustwording van de eigenheid bij leerlingen● Leren om verantwoordelijkheid te nemen● Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie

28


We organiseren aan het begin van een schooljaar een startgesprek met ouders en kind aan de hand van vragen, waarin ouders en kind kunnen aangeven wat hun verwachtingen zijn en wat kinderen graag willen leren en waar hun interesse ligt. De uitkomsten hiervan worden vermeld in het groepsoverzicht om een nog duidelijker beeld van een kind te krijgen.

Er worden gesprekken gevoerd door leerkracht - leerling of door intern begeleider - leerling om het welbevinden van een leerling op een hoger peil te krijgen. Twee maal per jaar vullen we ZIEN in (leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling). Aan de hand hiervan maken we een ‘groepsplan sociaal-emotionele ontwikkeling’.

Wij vinden dat het niet mag voorkomen dat een leerling zich zodanig onaangepast gedraagt dat de veiligheid van andere kinderen in het gedrang komt. In de groep mag het onderwijs hierdoor ook niet in het gedrang komen. Als dit wel gebeurt dan nemen wij het recht deze leerling uit de groep te plaatsen na een gesprek met ouders/verzorgers. Indien nodig start de procedure ‘Schorsing en verwijdering’. Op onze school zijn twee vertrouwenspersonen bij wie de leerlingen terecht kunnen met moeilijkheden of als zij gepest worden. Op onze school zijn dat Martha Tams (leerkracht) en Annemieke Koorn (ouder). Ook bij de eigen leerkracht kunnen de leerlingen hun verhaal kwijt. Er volgt met deze kinderen altijd een gesprek en ook met degene(n) die pest(en) en/of toekijken (met de gehele groep). Ouders worden hiervan in kennis gesteld. Stappen die genomen worden zijn te vinden in het omgangsprotocol.

6 ACTIVITEITEN VAN DE SCHOOL

De school organiseert enkele activiteiten:● Het sinterklaasfeest● Tafeltje Dekje groep 8● Koningsspelen● Excursies/bezoeken n.a.v. een thema en/of activiteit● In groep 7 kun je het verkeersdiploma halen in theorie en praktijk● Ieder jaar worden de christelijke feesten gevierd● De avondvierdaagse ● Groep 8 gaat aan het eind van het jaar 3 dagen op kamp naar Texel● Een afscheidsavond voor en van groep 8● Thema inloopmiddagen/-avonden● 1x per twee jaar een schoolreisje● Open lesochtenden

6.1 ActiviteitencommissieOm van allerlei evenementen en feesten een bijzonder feest te maken, is een aparte activiteitencommissie (de AC) opgericht. De AC ondersteunt de leerkrachten bij de organisatie van het sinterklaasfeest, koningsdag, Avond-4-daagse enz. Hierdoor wordt de samenwerking tussen ouders en school bevorderd. De namen van de commissieleden vindt u in de informatiegids. De commissieleden worden om de vier jaar vervangen door nieuwe leden.

7 VEILIGHEID

De school is in z’n geheel omgeven door een groenstrook en hekwerk. Bovendien is de school gelegen aan rustige en geen doorgaande wegen. Ouders kunnen hun kinderen direct van het plein halen, maar moeten daarvoor wel hun auto aan de overkant van de straat parkeren. Voor schooltijd, in de pauzes ’s morgens en tussen de middag is er pleinwacht. Deze is aanspreekpunt voor de kinderen.De speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd.

29


● ArboDe Arbo-wet heeft er voor gezorgd dat er planmatig aan de veiligheid van de mensen op school moet worden gewerkt. Er is een Algemene Schoolverkenning uitgevoerd en een plan van aanpak opgesteld. Twee teamleden zijn/worden geschoold als bedrijfshulpverlener.

● Pedagogisch klimaatEen goed pedagogisch klimaat is een belangrijke voorwaarde om kinderen goed te laten functioneren.Een klimaat gebaseerd op openheid, zorg, respect en naastenliefde is ook van groot belang voor het veiligheidsgevoel van de leerlingen. In een dergelijk klimaat zijn er betere kansen op een evenwichtige ontwikkeling.

● Gedragscode

Naast het scheppen van een positief pedagogisch klimaat en fysieke maatregelen in de sfeer van BHV helpt de gedragscode voor het personeel mee een veilig milieu te creëren. Het gaat hierbij om een geheel van gedragsregels voor de relatie leerkracht - leerling. Deze code ligt voor u op school ter inzage.

7.1 Klachtenregeling Het kan voorkomen dat er iets gebeurt op school of dat er iets aan de hand is, waarover iemand een klacht wil indienen. ‘Iemand’: dat kan een ouder zijn, een leerling, een leerkracht, een bestuurslid of een vrijwilliger. Natuurlijk kunnen heel wat probleempjes en problemen door de school zelf worden opgelost. De (locatie-)directeur heeft hierin een taak en zo nodig kan er een vertrouwenspersoon worden ingeschakeld. Voorheen werd een vertrouwenspersoon alleen ingeschakeld bij ernstige klachten over (vermoedelijke) ongewenste intimiteiten in de seksuele sfeer. In de nieuwe klachtenregeling zoals die nu geldt, ook voor onze school, is de mogelijkheid om een vertrouwenspersoon in te schakelen uitgebreid.

Om een goede klachtenprocedure te waarborgen maken we onderscheid in het soort klachten: ‘gewone klachten’ en ‘ernstige klachten’. Om de verhoudingen christelijk en juridisch zuiver te houden is het noodzakelijk de verschillende stappen, zoals hieronder beschreven, te volgen.Overigens gaan we er op De Lichtlijn vanuit dat vrijwel alle problemen in een vroeg stadium in een gesprek opgelost worden. We willen gericht zijn op samenwerking en open staan voor elkaar.

● Gewone klachtenOnder ‘gewone klachten’ vallen bijvoorbeeld klachten over de gang van zaken in een groep, het lesgeven, de algemene gang van zaken op school, contact tussen ouders en leerkrachten, en alle niet al te ernstige klachten die niet te maken hebben met het strafrecht.

Hoe te handelen wanneer u zo’n klacht kwijt wilt?● Wanneer het de gang van zaken of een gebeurtenis in de groep betreft, moet dit besproken worden met

de groepsleerkracht● Wanneer dit gesprek geen bevredigende oplossing biedt, of als het gaat om algemene schoolzaken, kan

de zaak besproken worden met de locatiedirecteur. Een eventueel betrokken leerkracht moet hiervan wel door de ‘klager’ op de hoogte zijn gesteld

● Wanneer een gesprek met de locatiedirecteur onvoldoende oplevert, is het mogelijk te spreken met de centraal directeur

● Biedt ook dit gesprek geen oplossing, dan kunnen ouders met hun klacht naar het centraal bestuur● Blijft de klacht onopgelost, dan is er in uiterste instantie nog een beroepsmogelijkheid: de

Klachtencommissie voor het Gereformeerd Onderwijs, ingesteld door het LVGS (Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen), een commissie met een wettelijke status.De klachtencommissie zal dan het centraal bestuur, het ‘bevoegd gezag’, advies of aanwijzingen geven hoe verder te handelen.

30


● Ernstige klachtenHierbij valt te denken aan problemen in de sfeer van ongewenste intimiteiten, seksuele intimidatie, ontucht, geweld, extreme vormen van pesten e.d. Vaak zal het gaan om problemen in de sfeer van het strafrecht.Voor klachten over dit soort zaken kan de vertrouwenspersoon ingeschakeld worden. Als leerkrachten en ouders te maken krijgen met seksuele intimidatie kunnen ze dit direct melden bij het centraal meldpunt seksuele intimidatie (0900 – 1113111).De vertrouwenspersoon zal de zwaarte van de klacht beoordelen en vervolgens bemiddelen of de klager helpen de klacht verder te brengen, bijvoorbeeld naar de Klachtencommissie. De Klachtencommissie zal dan het centraal bestuur aanwijzingen geven hoe verder te handelen. De vertrouwenspersoon kan ook helpen bij het doen van aangifte bij politie of justitie.

Wanneer het gaat om strafbare feiten geldt voor het personeel van de school en het bevoegd gezag, als men weet van dergelijke feiten, een meldingsplicht naar de vertrouwensinspecteur (een door de overheid aangestelde inspecteur om in het onderwijs op deze zaken toe te zien en te helpen bij een goede afwikkeling) en justitie.

Ook kinderen kunnen gebruik maken van deze regeling, bijv. wanneer ze zich over een probleem thuis of op school onvoldoende kunnen uiten. Het is voor een kind natuurlijk erg moeilijk om de juiste weg te vinden. Daarom zijn er op onze school twee contactpersonen aangesteld, één uit de personeelsgeleding en één uit de oudergeleding, om kinderen daarbij te helpen. Een contactpersoon bemiddelt zelf niet, maar functioneert dus alleen als ‘wegwijzer’.

Hoe dus te handelen bij een klacht over een ernstig feit?● Een leerling gaat met het probleem naar de contactpersoon. Deze helpt het kind verder● Een volwassene (maar een kind mag het ook, met voorbijgaan van de contactpersoon) benadert de

vertrouwenspersoon● Vervolgens beoordeelt de vertrouwenspersoon de klacht, bemiddelt zo nodig, of helpt om de klacht neer

te leggen bij de Klachtencommissie en/of bij het doen van aangifte● De Klachtencommissie beoordeelt de klacht, stelt het bestuur van de klacht in kennis en geeft

aanwijzingen aan het bestuur hoe verder te handelen

De volledige klachtenregeling, met toelichting, is op school in te zien. In verband met de gevoeligheid van sommige zaken kan de regeling ook bij de vertrouwenspersoon worden opgevraagd.De namen en adressen van de contactpersonen en de vertrouwenspersoon, alsmede het adres van de Klachtencommissie en van de inspectie, vindt u achterin het informatieboekje.Ook vindt u, hieronder, een schematische weergave van de klachtenregeling.

Voor meer informatie gaat u naar http://www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl/

● Regels voor verwijdering en weigering toelating leerlingen.De directie zal i.o.v. met het bevoegd gezag en inspectie bepalen of een leerling van school wordt verwijderd of geschorst. We maken hierbij gebruik van het schorsingsbeleid welke is opgesteld door ons bestuur LEV-WN. De school hanteert een schorsingsbeleid bij herhaald ongewenst gedrag. Wij gaan uit van het respectvolomgaan met elkaar. Daarnaast erkennen wij dat er gebrokenheid in de wereld is gekomen en dat dit ook onzedeur niet voorbij gaat. In geval van structureel ongewenst gedrag wordt het protocol ‘Ongewenst gedrag’ inwerking gezet.Kort gezegd houdt het protocol in dat er een waarschuwing wordt afgegeven aan het kind. Bij herhalingworden ouders ingelicht en wordt het kind een dagdeel uit de groep gezet. Mocht dit niet helpen, dan wordt inoverleg met het bestuur, de leerplichtambtenaar en de vertrouwensinspectie voor het onderwijs overgegaantot schorsing.

31


7.1 Privacy en leerlinggegevens scholen LEV-WN

De gegevens die over leerlingen gaan, noemen we persoonsgegevens. In het privacyreglement van LEV-WN (www.levwn.nl) is beschreven hoe de school omgaat met persoonsgegevens en wat de rechten zijn van ouders en leerlingen. Dit reglement is met instemming van de GMR vastgesteld. Wij maken alleen gebruik van persoonsgegevens als dat nodig is voor het leren en begeleiden van onze leerlingen, en voor de organisatie die daarvoor nodig is. De meeste gegevens ontvangen wij van ouders/verzorgers bij de inschrijving op onze school. Daarnaast registreren leerkrachten en ondersteunend personeel gegevens over leerlingen, bijvoorbeeld cijfers en vorderingen. Soms worden er bijzondere persoonsgegevens geregistreerd als dat nodig is voor de juiste begeleiding van een leerling, zoals medische gegevens (denk aan dyslexie of ADHD). De leerlinggegevens worden opgeslagen in ons (digitale) administratiesysteem ParnasSys. Dit programma is beveiligd en toegang tot die gegevens is beperkt tot medewerkers van GPO-WN die de gegevens strikt noodzakelijk nodig hebben voor de uitvoering van hun werkzaamheden.Tijdens de lessen maken wij gebruik van digitale leermiddelen. Hiervoor wordt een beperkte set met persoonsgegevens uitgewisseld met leveranciers om bijvoorbeeld een leerling te identificeren als die inlogt. Wij hebben met leveranciers van toetsen en digitale leermiddelen duidelijke afspraken gemaakt over de gegevens die ze van ons krijgen. De leverancier mag de leerlinggegevens alleen gebruiken als wij daar toestemming voor geven. Een lijst van de leveranciers waar de school afspraken mee heeft gemaakt, is op te vragen bij de school.Daarnaast kan het nodig zijn dat wij gegevens uitwisselen met andere externe partijen, denk aan zorginstanties. Deze zijn vermeld in het privacyreglement. Als voor de uitwisseling geen wettelijke grond bestaat, dan vragen wij vooraf toestemming aan de ouders/verzorgers om met deze partijen gegevens te mogen uitwisselen. Bij de inschrijving van uw kind(eren) vragen wij u om toestemming voor het gebruik van foto- en videomateriaal, het delen van uw contactgegevens met andere ouders/verzorgers en het gebruik van sociale media door uw kind(eren). U hebt te allen tijde het recht om deze toestemming te wijzigen. U kunt dit kenbaar maken via een mail aan de directeur.

De school vraagt ouders nadrukkelijk om terughoudend te zijn met het maken van foto’s en video’s binnen de school. Het is voor ouders niet toegestaan om foto’s/video’s die gemaakt zijn op school te delen via sociale media of te gebruiken voor commerciële doeleinden.

32


8 SCHOOLRESULTATEN EN KENGETALLEN

8.1 Totaaloverzicht toetsgegevens

a. Resultaten NIO schoolkeuzetoetsNIO/GPC

NIO NIO NIO NIO NIO NIO

2014/15 2015/16 2016/17 2017/2018

2018/2019

schoolvorderingen

93 - -

intelligentie 95.86 104.7 99,8 103 97Totaalindex 94.43 - -

b. Resultaten CITO/eindtoets

Rapportenstandaardscores Gem.st.score

Eindtoets Basisonderwijs 2019 531,7Eindtoets Basisonderwijs 2018 536,5Eindtoets Basisonderwijs 2017 538,0Eindtoets Basisonderwijs 2016 530,6Eindtoets Basisonderwijs 2015 536,1

Tabel: Aantal leerlingen die aan het begin en tijdens het schooljaar zijn ingestroomd2014/15 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19

aantal leerlingen per 1/10

93 101 111 107 107

4 jarigen 11 19 20 24 13leerlingen van andere BAO

4 2 8 4 3

33


1. DoorstroomTabel: Aantal leerlingen die zijn doorverwezen naar een speciale basisschool en leerlingen die tussentijds zijn vertrokken naar een andere basisschool (volgens ll. telling per 1 oktober)

2011/12(per 1-10-12

2014/15(per 01-10-

14)

2015/16 (per 01-10-15)

2016/17 (per 01-10-16)

2017/18(per 01-10-17)

2018/19(per 01-10-18)

totaal aantal leerlingen

92 93 101 110 107 107

aantal leerlingen naar SBO

0 0 0 0 0 1

in procenten 0% 0% 0% 0% 0% 1,07%aantal leerlingen naar BAO

1 5 2 1 8 4

2. UitstroomHieronder wordt aangegeven het schoolkeuzeadvies en aantal leerlingen die zijn aangemeld bij het voortgezet onderwijs in Den Helder/Wieringen/Schagen.

Tabel: Overzicht uitstroom naar voortgezet onderwijs

2012 / 2013

2013 / 2014

2014/2015

2015/ 2016

2016/2017

2017/2018

2018/2019 Totaal

VWO 6 2 3 5 2 2 20

HAVO t/m VWO 4 1 5HAVO 2 1 1 6 3 5 6 24

VMBO BL t/m VMBO TL 3 3

VMBO TL 3 3 3 2 11VMBO BL 2 2

VMBO BL, met LWOO

VMBO BL t/m VMBO GL, met

LWOO

44

VMBO BL t/m VMBO KL 2 2

VMBO BL t/m VMBO KL, met

LWOO

11

VMBO KL 3 1 2 6VMBO KL, met

LWOO 2 2

Praktijkonderwijs 1 1VMBO BL t/m

HAVO

VMBO GL 3 3VMBO GL t/m

HAVO 1 1

13 11 7 14 12 11 14 85

34


9 DE OUDERS EN DE SCHOOL

Een goed contact tussen ouders en school is voor de opvoeding van de kinderen van groot belang. Door wederzijds vertrouwen en begrip kunnen veel problemen voorkomen worden. Als er vragen of problemen zijn, kunnen ouders altijd naar de leerkrachten gaan. En andersom zullen leerkrachten ouders te spreken vragen. Buiten schooltijd is er alle tijd om met de leerkrachten te praten.Ouders ontvangen op allerlei manieren en op allerlei tijdstippen informatie van de school.

9.1 Schriftelijke informatie● SchoolgidsEén maal per jaar verschijnt de digitale schoolgids met alle informatie die de school betreft. Deze kunt u terugvinden op de website www.delichtlijn-levwn..nl

● InfogidsDeze verschijnt aan het eind van elk cursusjaar, met praktische informatie voor het nieuwe schoolseizoen, met o.a. schooltijden, vakanties, adressen, gymspullen etc.

● WeekbriefDe weekbrief wordt elke donderdag digitaal verstuurd. Hierin staat algemene informatie van de school, uitnodiging voor de intekening van onder andere 10 minuten gesprekken etc., roosters voor o.a. schoonmaakavonden, huiswerk van de kinderen. We verwachten dat elke ouder de weekbrief leest. Indien u de weekbrief niet krijgt, of uw e-mailadres is veranderd kunt u dit doorgeven aan de administratie van de school: [email protected]

● Nieuwsbericht/site/schoolapp/FacebookDe agenda van de schoolapp is actueel. Zorg dat u deze goed in de gaten houdt. Hierin staan alle activiteiten, wie er bij afwezigheid voor de groep staat en de vakanties/vrije dagen voor de kinderen. U kunt uw kind(eren) ook ziek melden via de schoolapp. We kunnen u ook, incidenteel, een pushbericht sturen via de schoolapp. Elke week plaatst een groep een nieuwsbericht op de site/schoolapp en Facebook. Hierin schrijft de leerkracht/leerlingen wat zij de afgelopen periode hebben gedaan. Regelmatig worden er berichten geplaatst op Facebook. Het is dus fijn als u via de app-/playstore de schoolapp van LEV-WN download. De app is gratis.

● Rapporten/portfolioTweemaal per jaar in februari en in juli krijgen de leerlingen een rapport/portfolio mee naar huis. Het kind mag het rapport/portfolio thuis bewaren. Een aantal weken voordat het nieuwe rapport weer wordt meegegeven, dienen de (door u ondertekende)rapporten/portfolio weer mee naar school genomen te worden. De komende jaren gaan we steeds meer toewerken naar een (digitaal) portfolio/rapport.

9.2 Gesprekken ● Ouderbezoek

Leerkrachten kunnen indien wenselijk een bezoek bij de leerling thuis afleggen. Een ouderbezoek heeft een dubbele functie: Enerzijds kunnen leerkrachten meer achtergrondinformatie ontvangen, wat de relatie leerkracht/leerling ten goede komt, anderzijds kunnen ouders rustig over de schoolprestaties praten, waardoor een goede verstandhouding tussen school en ouders wordt gestimuleerd.

● Ouder-kindgesprek/10 minuten gesprekken/gespreksarrangementAan het begin van het schooljaar zal er een ouder/kind en leerkracht gesprek worden gehouden. Zo praten we niet over het kind, maar het met kind. De stimulerende en belemmerende factoren zullen dan aan de orde komen. Daarnaast leren de ouder, het kind en de leerkracht elkaar beter kennen. Tijdens dit gesprek zal de leerkracht vragen hoe u komend schooljaar op de hoogte wilt worden gehouden over de voortgang van

35


uw kind. Dit wordt vastgelegd in een gespreksarrangement document. In de groepen 1/2 hebben de ouders de keuze om hun kind mee te nemen.Tweemaal per jaar worden er, n.a.v. de rapporten, 'tien minuten gesprekken' gehouden. Ouders ontvangen bericht wanneer deze gesprekken worden gehouden. Wij verwachten alle ouders zowel bij de startgesprekken als de 10 minuten gesprekken. Voor de ouders van de kleuterklassen zijn alleen de tien minutengesprekken in januari verplicht. De oudergesprekken in juni zijn op aanvraag van ouders of leerkrachten.

9.3 Activiteiten● Kijkochtend/-middagOuders hebben 3 keer per jaar de mogelijkheid om een morgen/middag op school mee te maken. De data staan in de agenda van de schoolapp/website en infogids. In de weekbrief zal er een reminder worden gestuurd. Elke ouder mag in de klas aanwezig zijn, terwijl de leerlingen gewoon bezig zijn. Nieuwe ouders zijn op deze ochtenden/middagen ook van harte welkom.Na elk (schoolbreed) thema is er een inloopmiddag. Deze worden in de laatste week van het thema op donderdagmiddag gehouden. ● OuderavondEen keer per jaar wordt er een ouderavond gehouden. Tijdens deze avond krijgen ouders algemene info over de school en groepsspecifieke informatie. Soms wordt er een extra ouderavond gepland. We verwachten per gezin in ieder geval één ouder. Indien u niet aanwezig kunt zijn, dan kunt u zich afmelden bij de administratief medewerker ([email protected]).● WeekopeningOok bent u iedere maandag welkom bij de weekopening. Iedere maandagmorgen beginnen alle klassen in de gezamenlijke ruimte. Een van de leerkrachten vertelt een Bijbelverhaal en iets over het nieuwe lied van de week. Samen zingen we een paar liederen en vragen dan ook om de zegen van de Here voor het werk dat wacht. Het is wel een schoolse activiteit waarbij u aanwezig mag zijn. Kleine kinderen mag u meenemen, maar er wordt wel verwacht dat deze niet voor (geluids)overlast zorgen en dat u gaat zitten op de daarvoor bestemde plekken. Na de vakanties hebben we geen weekopening.● SchoolschoonmaakDe dagelijkse schoolschoonmaak wordt uitgevoerd door een extern schoonmaakbedrijf.Aangezien deze schoonmaak ontoereikend is, wordt er een beroep op de ouders gedaan om 3x in het jaar op woensdagavond schoonmaakactiviteiten uit te voeren. Hiervoor wordt een rooster opgesteld en meegestuurd met de weekbrief. We verwachten dat alle ouders hieraan deelnemen. Indien u niet aanwezig bent, zullen wij contact met u opnemen om op een ander moment in de week schoon te komen maken. ● Tussenschoolse opvang De kleine pauze is van 10.00 uur tot 10.15 uur zijn. Twee medewerkers van school zullen dan aanwezig zijn op het plein.De kinderen eten om 11.45 uur in de klas met hun leerkracht. De pauze van 12.00 uur tot 12.15 uur zal bij toerbeurt door twee medewerkers van school worden gelopen. Zowel op het kleine als op het grote plein zijn twee medewerkers van school.Er worden geen extra kosten gerekend voor de tussenschoolse opvang.

● Buitenschoolse opvang/ peuteropvangWe hebben op school inpandig een christelijke peuterspeelzaal en voor-/naschoolse opvang, genaamd 'De kleine reiziger'. Contactpersoon is Sebastiaan Pavlotzky 06 12273353/ www.dekleinereiziger.nlMomenteel is er geen wachtrij voor de peuteropvang. De peuterspeelzaal heeft een VVE-verklaring.

Tenslotte zijn er op school altijd activiteiten zoals niveaulezen, expressie en dergelijke waarbij de hulp van betrokken volwassenen zeer op prijs wordt gesteld.

36


10 SCHOOL EN OMGEVING

10.1 Gebouw/ BSO/ peuterspeelzaal (inpandig)Het schoolgebouw staat in de wijk Nieuw Den Helder. Het is een ruim gebouw met zes lokalen, een personeelsruimte, een gemeenschappelijke hal, een bibliotheek, kantoorruimte, een kelder en een tweetal ruimtes voor leermiddelenopslag. Inpandig is een BSO/peuterspeelzaal De Kleine Reiziger gevestigd in één van de lokalen. Buiten is er een berging voor buitenspeelmateriaal en een garage voor papiercontainers en tuingereedschap. De onderbouw (Lekstraat) en bovenbouw (Rijnstraat) hebben ieder een eigen entree.

10.2 Gebouw/schoolpleinDe laatste jaren hebben we onderhoud gepleegd aan ons gebouw. Zo zijn de toiletten vernieuwd en is het schilderwerk buiten gedaan. Om tegemoet te komen aan flexibele werkplekken is het meubilair in 2017 vernieuwd. De komende jaren staan in het teken van flexibele klaslokalen. Dit betekent dat er (klap)deuren komen tussen verschillende lokalen en/of muren worden weggebroken. In het schooljaar 2019/2020 zullen de oriënterende gesprekken met de gemeente beginnen over nieuwbouw. Buiten is ruime speelgelegenheid. Er is een gescheiden speelplaats voor de onderbouw en bovenbouw. Het speelterrein voor de onderbouw is gedeeltelijk omgeven door een hekwerk met een groenstrook. Op het terrein bevinden zich enkele speeltoestellen en een zandbak.Het speelterrein voor de bovenbouw is betegeld en voor een deel omgeven door een hekwerk, windsingels en groenstroken.Achter het plein ligt nog een ruim speelveld met verschillende speeltoestellen, een basketbalveld en een trapveldje. Dit terrein is van de buurt. De kinderen van school maken in de pauzes ook gebruik van dit terrein.

10.3 BuurtOmdat we een streekschool zijn hebben we geen directe binding met de ouders in de buurt. De verhouding met de buurt is echter over het algemeen goed. De beide speelplaatsen zijn vrij toegankelijk voor de buurtkinderen. De directe buren houden enig toezicht op het plein en het gebouw.

37


11 OVERIGE INFORMATIE

11.1 Ouderbijdrage/ bestuursbijdrage LEV-WNPer cursusjaar wordt een ouderbijdrage en bestuursbijdrage gevraagd. Van de ouderbijdragen worden allerlei schoolactiviteiten bekostigd, zoals buitenschoolse activiteiten, vieringen van christelijke feestdagen, schoolreisje, pr-materiaal, kopieerwerk. De bijdrage is vrijwillig. Toch willen we een dringend beroep op u doen om deze bijdrage te betalen, zodat de activiteiten die ervan betaald worden gewoon doorgang kunnen vinden zonder dat we een extra bijdrage voor uitstapjes aan de ouders moeten vragen. Jaarlijks wordt een verantwoording gegeven van het bestede geld. Aangezien we geen sancties verbinden aan het niet betalen, hoeven we geen schriftelijke overeenkomst met u af te sluiten. Deze regeling is in overleg met de inspectie tot stand gekomen. Voor de bedragen zie de Infogids.Het kampgeld wordt apart van het schoolgeld betaald. Zie voor actuele bedragen de Infogids.

11.2 Vervoer Omdat wij een streekschool zijn is er voor kinderen van buiten Den Helder vervoer geregeld.De ouders van deze kinderen hebben een stichting opgericht: Stichting Vervoer GBS De Lichtlijn.Zij hebben twee bussen aangeschaft en rijden de kinderen bij toerbeurt naar school. Ze krijgen een kleine bijdrage van de gemeente. Verder wordt er met verschillende acties geld ingezameld en zijn er sponsors die financiële steun geven. In de informatiegids vindt u het rekeningnummer. In het tasje welke u krijgt bij de inschrijving zit ook een formulier waarin u kunt aangeven donateur te willen worden van de vervoersstichting.

11.3 AansprakelijkheidAls school nemen we deel aan een collectieve WA-verzekering via het LVGS. De aansprakelijkheidsverzekering dekt tot de verzekerde som (€ 500.000,- per gebeurtenis) de wettelijke aansprakelijkheid van het schoolbestuur, de leerkrachten en overig personeel voor schade toegebracht tijdens de uitoefening van hun beroep.Onder schade wordt verstaan :● Lichamelijk letsel of benadeling van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbende, van derden● Beschadiging of tenietgaan van stoffelijke goederen van derden (uitzondering zijn brillen, deze worden niet

vergoed)Het kenmerk van een aansprakelijkheidsverzekering is dat er sprake moet zijn van schuld of nalatigheid van het schoolbestuur e/o eigen personeel. Vindt er een ongeval plaats waarbij de aansprakelijkheid in de zin van schuld niet kan worden aangetoond, dan zal geen uitkering volgen. Dit is tevens het verschil met een ongevallenverzekering, waarbij de schuldvraag geen rol speelt. Als ouders bent u zelf aansprakelijk voor de schade die uw kind op school aanricht. Gelukkig hoeven we ons bijna nooit op deze wet te beroepen.

11.4 Nieuwe leerlingen Tot de basisschool mogen worden toegelaten kinderen die de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. Om te kunnen wennen, mogen kinderen voor hun vierde verjaardag 3 ochtenden op school komen om kennis te kunnen maken met alles wat er op school gebeurt.In de maand juli laten wij geen leerlingen toe. Voor de maanden december en juni overleggen we met ouders over toelating in deze maanden. Dit in verband met de onrust in die periode waardoor opvang van nieuwe kinderen niet optimaal kan zijn.De leerplicht vangt aan op de eerste schooldag van de maand volgend op die, waarin het kind de leeftijd van 5 jaar bereikt. De leerlingen moeten de school verlaten aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt.Aan de eerste schooldag gaan een paar dingen vooraf:

1. Kennismakingsgesprek met directie en evt. identiteitscommissie2. Na aanmelding krijgt u van de leerkracht een uitnodiging voor het kind om, in overleg, een aantal

ochtenden te komen meedoen3. Na een paar weken zal er een oudergesprek plaatsvinden

38


Voor de leerlingen die op latere leeftijd op school komen, wordt er ook eerst een gesprek gepland met de directeur en evt. leden van de Werkgroep Identiteit op school. Indien het kind van een andere basisschool komt, wordt er eerst contact gezocht met de vorige basisschool. Vervolgens vindt er een vervolggesprek plaats met de ouders en de directeur. De intern begeleider zal de zorg bespreken met de intern begeleider van de vorige school. Indien het kind bij ons op school kan worden geplaatst, zal de directeur in overleg met de groepsleerkracht contact opnemen met de ouder voor de plaatsing.Voor leerlingen met extra zorg wordt de aanvraag om op school geplaatst te worden per geval bekeken.

11.5 Jeugdgezondheidszorg op schoolDe schoolartsDe schoolarts werkt op verschillende terreinen binnen de school:

● 4-jarigen worden onderzocht, als gegevens ontbreken of niet duidelijk zijn. Het gaat dan om onderzoek gericht op: lui oog of een ogentest op verzoek van de leerkracht, ouder of consultatiebureau

● 5-jarigen worden allemaal gescreend op oog/oor/lengte/gewicht door de doktersassistente; verder onderzoekt de jeugdarts zelf op indicatie van gegevens van ouders/leerkracht en anderen

● in de groepen 4/5 kan de doktersassistente poetslessen verzorgen● het beleid van de school is er op gericht om kinderen die extra zorg nodig hebben en/of zorg vragen en

waarover de leerkracht zich zorgen maakt, de ouders te verzoeken het kind aan te melden bij de schoolarts voor een gesprek en eventueel onderzoek.

● alle leerlingen die op een vorige school niet onderzocht zijn, worden alsnog onderzocht

11.6 Verzuimbeleid en verlofregelingDagelijks wordt door de groepsleerkracht, op een daartoe bestemd formulier, genoteerd welke kinderen wettig, onwettig of door ziekte afwezig zijn. De ouders zijn verplicht bij ziekte hun kinderen voor het begin van de schooldag ziek te melden.Als kinderen zonder kennisgeving afwezig zijn, neemt de betrokken leerkracht voor 9.30 uur contact op met de ouders. Dit gebeurt ook bij ziekte die langer dan een week duurt.

Indien een leerling langdurig ziek is, zullen we het protocol ‘onderwijsondersteuning zieke leerlingen en reductie schoolverzuim’ toepassen. Dit document is opgesteld door ons bestuur en beschikbaar gesteld voor alle LEV-WN scholen. Het stappenplan is in het volgende stroomdiagram weergegeven.

39


40


Sinds de herziening van de Leerplichtwet 1969 per 1 augustus 1994 van kracht is geworden, is er het een en ander veranderd voor iedereen die met leerplicht te maken heeft. Zo zijn ook de regels voor verlof buiten de schoolvakanties aangepast.Extra verlof om bijvoorbeeld buiten het drukke seizoen op vakantie te gaan of om langer bij familie in het buitenland te kunnen blijven is niet meer mogelijk. Hieronder vindt u alle informatie over extra verlof, hoe en bij wie u een aanvraag kunt indienen en wat u moet doen als u het met een genomen beslissing niet eens bent.

11.7 VakantieverlofAlleen wanneer het vanwege de specifieke aard van het beroep van één van de ouders niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan, kan eenmaal per schooljaar, voor ten hoogste 10 schooldagen, door de schoolleiding vrij worden gegeven voor extra vakantie (art. 11 f.). Indien van toepassing moet bij uw aanvraag een werkgeversverklaring gevoegd worden waaruit dit blijkt. Verder is het belangrijk om te weten dat:● de aanvraag minimaal vier weken van tevoren bij de schoolleiding moet worden ingediend● de verlofperiode ten hoogste tien schooldagen mag beslaan● de verlofperiode niet in de eerste twee weken van het schooljaar mag vallen

Vergeet niet om rekening te houden met de vakantiespreiding, waardoor de vakanties elk jaar op een ander tijdstip kunnen vallen. Het jaarlijkse vakantierooster is te verkrijgen op de scholen en bij de gemeente. Helaas komt het wel eens voor dat een leerling tijdens de vakantie ziek wordt en daardoor pas later op school kan terugkomen.U moet dit dan zo spoedig mogelijk melden aan de schoolleiding en na terugkeer een doktersverklaring uit het bezochte land overleggen, waaruit de periode en de aard van de ziekte blijken.

● Verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden Door de aparte bepaling over ’vakantie’ zal de toepassing van de ,,andere gewichtige omstandigheden” (art. 11 g.) tot een gering aantal gevallen worden teruggebracht. Het gaat in beginsel om externe, veelal buiten de wil van de leerplichtige of zijn ouders gelegen, omstandigheden.

Hierbij moet gedacht worden aan:● een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden;● verhuizing (ten hoogste 1 dag);● bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten 2e t/m 3e graad (1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk

of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende);● ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m 3e graad (duur in overleg met de schoolleiding);● overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad (ten hoogste 4 dagen), van bloed- of aanverwanten in

de 2e graad (ten hoogste 2 dagen), van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad (ten hoogste 1 dag);● het 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders

of grootouders (1 dag);● voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.

Géén redenen voor verlof:● familiebezoek in het buitenland;● vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding;● het ontbreken van andere boekingsmogelijkheden;● een uitnodiging van vrienden of familie om buiten de normale schoolvakantie op vakantie tegaan;● eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte;● deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband;● als kinderen uit uw gezin op een andere school zitten en al vrij hebben.Aanvraagformulieren voor verlof dienen bij voorkeur vier weken van tevoren of, als dit niet mogelijk is, uiterlijk twee dagen na ontstaan van de verhindering, schriftelijk bij de schoolleiding te worden ingeleverd. Het

41


maximum aantal dagen dat de directeur mag verlenen bedraagt 10. Indien het gaat om meer dan 10 schooldagen, dan is de leerplichtambtenaar van de woongemeente bevoegd om een beslissing te nemen.

● Het aanvragen van verlof buiten de schoolvakanties Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de school. Op het formulier vindt u alle benodigde informatie. Tevens is er ruimte voor een eventuele werkgeversverklaring. De volledig ingevulde aanvraag kunt u inleveren bij de schoolleiding. Over een verlofaanvraag voor tien schooldagen of minder beslist de schoolleiding. Als de aanvraag ,,andere gewichtige omstandigheden” (omstandigheden gelegen buiten de wil van leerling en ouders, art. 11 g.) meer dan tien schooldagen betreft, wordt hij doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de woongemeente. Deze zal zich door de schoolleiding laten informeren alvorens een beslissing te nemen. Over het algemeen zal er sprake zijn van een medische of sociale indicatie en geldt dat een verklaring van een arts of sociale instantie noodzakelijk is waaruit blijkt dat verlof nodig is.

11.8 Bezwaar en beroepAls u het met een genomen beslissing niet eens bent, kunt u een bezwaarschrift indienen bij de schoolleiding (in geval van een verlofaanvraag voor tien schooldagen of minder) of de leerplichtambtenaar van uw woongemeente (in geval van een verlofaanvraag voor meer dan tien schooldagen).

Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste het volgende bevatten:● naam en adres van de belanghebbende;● de dagtekening;● een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht;● de gronden van het bezwaar;● een volmacht, als het bezwaar niet door de belanghebbende maar, namens hem, door een ander wordt

ingediendTegen de beslissing volgend op een bezwaarschrift kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken schriftelijk beroep aantekenen bij de:

Gemeente Den Helderafdeling Onderwijs, Welzijn en SportPostbus 361780 AA Den Helder

Bovendien bestaat de mogelijkheid om in samenhang met de indiening van een beroepschrift, de President van de Arrondissementsrechtbank, Sector Bestuursrecht, om schorsing van het besluit of het treffen van een voorlopige voorziening te verzoeken.

Ongeoorloofd verzuimVerlof dat wordt opgenomen zonder dat daar toestemming voor is verleend door de schoolleiding of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De schoolleiding is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden, die procesverbaal kan opmaken.Dit kan dan leiden tot een boete.

Vragen?Met vragen of opmerkingen kunt u terecht bij de schoolleiding of de leerplichtambtenaar van uw woongemeente.

42


11.9 Sponsoring Op De Lichtlijn hanteren we de volgende uitgangspunten rondom sponsoring:

● Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen.● Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen● Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.● De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring.

11.10 MedezeggenschapsraadDe school heeft een Medezeggenschapsraad (MR). De MR vertegenwoordigt de ouders en het personeel van De Lichtlijn. De doelstelling van de MR is om met het bevoegd gezag en directie in gesprek te komen over met name beleidszaken. Te denken valt hierbij aan financiën, formatie en zorg. De MR heeft advies- en instemmingsrecht.De MR heeft ingestemd met de inhoud van deze schoolgids.Deze gids wordt jaarlijks na vaststelling aan de ouders/verzorgers eenmalig verstrekt aan nieuwe ouders en jaarlijks digitaal middels de site uitgereikt.

43


12 BELANGRIJKE ADRESSEN

School gegevens Directeur GBS de Lichtlijn

School:De LichtlijnLekstraat 11784 VJ Den HelderPostadres: Postbus 331, 1780 AH Den Heldertel. (0223) 613902e-mail: [email protected] : www.delichtlijn-levwn.nlRekeningnummer: NL68 RABO 0315 2192 46

DirecteurVeronique Kater-PamaAndromeda 731785 DS Den [email protected]

LEV-WN Bestuurskantoor

LEV-WN’s-Molenaarsweg 12401 LL Alphen aan den RijnT (0172) 41 88 30, F (0172) 41 88 39@ [email protected] www.levwn.nl Ledenadministratie:@ [email protected]

LEV-WN bestuursnummerKamer van Koophandel nr.Rekeningnummer Bijdrage rekening

4164628113126NL29 Rabo 037 49 43 818NL16RABO 035 32 36 713

Directeur-bestuurder Directeur LEV-WN Academie en projecten

Dhr. R. Tromp (René)M 06 53 53 05 38, @ [email protected]

Dhr. H. Eilander (Henk)M 06 27 00 36 10, @ [email protected]

Schoolopleider/Coach Coach

Dhr. P.J. van Oudheusden (Paul)M 06 43 01 60 71, @ [email protected]

Mw. A.L. Vuijk-Sturm (Arian) Supervisor&Begeleidingskundige M 06 39 89 37 41, @ [email protected]

Mw. G. Muis (Geerte) schoolopleiderM 06 55 33 87 57, @ [email protected]

44


Raad van Toezicht LEV-WN

De Raad van Toezicht is te bereiken via [email protected]

Led Leden van de Raad van Toezicht zijn :Mw. H. Groenendijk-de Vries (voorzitter)Dhr. R.J. de Vries, Dhr. J.J. Van Ginkel, 2 vacatures

GMR Personeelsgeleding

M R Mw. R. Vink (Renske) secretaris@ r. r. [email protected]

Mw. Mw. A.M.B. Koster-Poelman (Anne)@ . [email protected]

2 vacatures

GMR Oudergeleding

Mw Mw. M. Bos-Steenbergen (Margreet) voorzitter@ [email protected]

Dhr Dhr. M. T. Eefting (Teunis)@ t [email protected]

Dhr Dhr. M. van Engeldorp Gastelaars (Matthijs)@ [email protected]

M Mw. T. Oosterhof (Tiemenna)@ t [email protected]

Adressen vertrouwenspersonen LEV-WN

Vac VacatureSch scholen Zuid: Goes, Axel, Middelburg, Oegstgeest,, Alm kerk, Spijkenisse, Velserbroek

Mw. MW. M.C. Kraaijeveld-Buitendijk (Gré)T (078) 62 59 090 @ [email protected]

Scholen Midden: Alkmaar, Zoetermeer, Capelle Triangel, Krimpen Kri Ridderkerk, Zwijndrecht, Rotterdam,veld-Giessendam, Berkel en + tij tijdelijk Goes, Axel, Middelburg, Oegstgeest, Vlaardingen, Almkerk, Spij spijkenisse

Mw. R. Koelewijn-Holsappel (Renske)T 06-33761586 @ [email protected]

Sch scholen Noord: Den Helder, Amsterdam, Utrecht, ten, Alphen, Waddinxveen, De Cirkel, Rijswijk,Houten+ tij tijdelijk Velserbroek

klachtencommissie Vertrouwensinspecteur

45


klachtencommissie voor Gereformeerd Primair Onderwijs GC P/A GCBO, Postbus 82324, 2508EH Den Haagw.g www.gcbo.nl

Lad landelijk meldnummer vertrouwensinspecteur:T ( (0900) 11 13 111

13.Vakantie en urenberekening schooljaar 2019 -2020 De Lichtlijn

Vakantie en urenberekening schooljaar 2018-2019 De Lichtlijnurenberekening 1.10.19 tot 30.09.20

groep klokuur /pw weken klokuur / jaarklokuur / jaar

klokuur / jaar

klokuur / jaar

groep 1 en 2 25 52 1300.00groep 2 en 3 25 52 1300.00groep 3 en 4 25 52 1300.00groep 5 - 8 26.25 52 1365.00 1365.00

1300.00 1300.00 1365.00 1365.00

bijtel 29 en 30/9/2020 10.00 10.00 10.00 10.00kamp 15.00

1310.00 1310.00 1375.00 1390.00Vakanties

eerste dag laatste dag klokuren klokuren klokuren klokurenHerfstvakantie 21/10/2019 25/10/2019 25.00 25.00 26.25 26.25Kerstvakantie 23/12/2019 3/1/2020 50.00 50.00 52.50 52.50Voorjaarsvakantie 17/02/2020 21/02/2020 25.00 25.00 26.25 26.25Paasweekeinde 10/04/2020 13/04/2020 10.00 10.00 10.50 10.50Meivakantie 27/04/2020 8/5/2020 50.00 50.00 52.50 52.50Hemelvaartsdag 21/05/2020 22/05/2020 10.00 10.00 10.50 10.50Tweede Pinksterdag 1/6/2020 1/6/2020 5.00 5.00 5.25 5.25Zomervakantie 06/07/2020 14/08/2020 150.00 150.00 157.50 157.50

totaal 325.00 325.00 341.25 341.25Vrije dagen en urenstudiedag 1 16/9/2019 16/09/2019 5.00 5.00 5.25 5.25studiedag 2 15/11/2019 15/11/2029 5.00 5.00 5.25 5.25studiedag 3 02/06/2020 2-6-2020 5.00 5.00 5.25 5.25werkdrukdag 18/11/2019 18/11/2019 5.00 5.00 5.25 5.25werkdrukdag 14/02/2020 14/02/2020 5.00 5.00 5.25 5.25werkdrukdag 12-Jun 12-Jun 5.00 5.00 5.25 5.25werkdrukdag 3-Jul 3-Jul 5.00 5.00 5.25 5.25

totaal 35.00 35.00 36.75 36.75Totaal aantal klokuren vakantie

360.00 360.00 378.00 378.00

Klokuren per jaar 1310.00 1310.00 1375.00 1390.00

46


Klokuren vakantie 360.00 360.00 378.00 378.00Te besteden uren 950.00 950.00 997.00 1012.00Minimaal aantal uren 940.00 940.00 940.00 940.00Ruimte 10.00 10.00 57.00 72.00

groep 1-4 groep 5-8 groep 8

Gemiddeld over 4 jaar 950 950 1000.75 1000.75

47


BIJLAGEN AStichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs Reglement Landelijke Klachtencommissies GCBO

http://www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl/ Jaarverslag 2016 van de Landelijke Klachtencommissies van de Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs

Artikel 1. BegripsbepalingenIn deze regeling wordt verstaan onder:1. klachtencommissie (verder te noemen 'de klachtencommissie' dan wel 'de commissie'): deklachtencommissie als bedoeld in artikel 14 van de Wet op het primair onderwijs dan wel alsbedoeld in artikel 23 van de Wet op de expertisecentra dan wel als bedoeld in artikel 24b vande Wet op het voortgezet onderwijs dan wel als bedoeld in artikel E-26 van de CAO-BVE.2. klager: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex-) leerling, (eenlid van)het personeel, (een lid van) de directie, het bevoegd gezag of een anderszinsfunctioneel bij de school betrokken persoon of orgaan.3. verweerder: (een lid van)het personeel, (een lid van) de directie, het bevoegd gezag of eenanderszins functioneel bij de school betrokken persoon of orgaan.4. klacht: een klacht over gedragingen en/of beslissingen dan wel het nalaten van gedragingenen/of het niet nemen van beslissingen van een functioneel bij de school betrokken persoon oforgaan.5. klachtenregeling: de door het bevoegd gezag van de school of instelling vastgestelde regelingvoor de behandeling van klachten.6. gemachtigde: een persoon die namens klager of verweerder optreedt in deklachtenprocedure.7. vertrouwd persoon: een persoon die ter persoonlijke ondersteuning met de klager of met deverweerder meegaat naar de zitting.Artikel 2. Het indienen van een klacht1. De klager dient een klacht schriftelijk bij de commissie in. Indien het klaagschrift in eenvreemde taal s gesteld en een vertaling voor de goede behandeling van de klacht noodzakelijkis, dient de klager zorg te dragen voor een vertaling.2. Indien redelijkerwijs niet van de klager verwacht kan worden de klacht op schrift te stellen,maakt het secretariaat van de mondeling ingediende klacht een verslag dat door de klagervoor akkoord wordt ondertekend en waarvan de klager een afschrift ontvangt.3. Het klaagschrift bevat tenminste:a. de naam en contactgegevens van de klager;b. de naam van de verweerder;c. een omschrijving van de klacht en de feiten en omstandigheden, zoals die zich volgens deklager hebben voorgedaan;d. de dagtekening en de ondertekening door klager of diens gemachtigde;e. de afschriften van de op de klacht betrekking hebbende stukken. Deze dienen goed leesbaarte zijn.4. Indien een klacht wordt ingediend door een gemachtigde, dient zij vergezeld te gaan van een schriftelijke machtiging. Voor indiening door een advocaat is geen schriftelijke machtigingvereist.5. Het secretariaat bevestigt na binnenkomst aan klager schriftelijk de ontvangst van de klacht.6. Indien de klacht kennelijk bij een andere commissie moet worden aangebracht, zendt desecretaris het klaagschrift, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedigmogelijk door aan de bevoegde commissie, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de

48


klager.Artikel 3. Formele vereisten1. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing worden ingediend, tenzij determijnoverschrijding verschoonbaar wordt geacht.2. Indien het klaagschrift niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen, wijst de voorzitter de klagerop het verzuim en stelt deze in de gelegenheid binnen een termijn van twee weken dit verzuimte herstellen met de mededeling dat, indien niet aan dit verzoek wordt voldaan, de voorzittervan de commissie de klacht niet-ontvankelijk kan verklaren.3. Indien de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard op een grond, genoemd in dit artikel, kande klager overeenkomstig artikel 12 van dit reglement daartegen bezwaar maken.Artikel 4. Verwijzing naar het bevoegd gezagIndien blijkt dat er geen of onvoldoende pogingen zijn gedaan om de klacht op het niveau van deschool, de instelling of het bevoegd gezag aan de orde te stellen of te behandelen, kan de Commissiede klacht toezenden aan het bevoegd gezag van de school of de instelling, met het verzoek teberichten of het bevoegd gezag aanleiding ziet te trachten op het niveau van de school of deinstelling tot een oplossing te komen. De commissie neemt de klacht alsnog in behandeling, indienniet binnen veertien dagen is geantwoord of indien binnen vier weken geen oplossing is bereikt.Artikel 5. Mediation1. Wanneer er een klacht wordt ingediend bij de commissie kan de secretaris interveniëren doorde mogelijkheid van mediation aan te bieden.2. Als beide partijen instemmen met mediation en het bevoegd gezag hiermee akkoord gaat,vindt er doorverwijzing plaats naar de vaste, geregistreerde mediators van GCBO, die volgenshet reglement van de Mediators Federatie Nederland werken.3. Na de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst is de mediation voltooid en wordt de klacht ingetrokken.4. Als de mediation niet is gelukt, kan de klacht alsnog door de commissie in behandeling wordengenomen.Artikel 6. Doorzending1. De secretaris zendt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het klaagschrift dan wel zo spoedig mogelijk na ontvangst van het hersteld klaagschrift een exemplaar daarvan, vergezeld van de afschriften van de bijbehorende stukken, aan de verweerder2. De secretaris deelt na ontvangst van het klaagschrift dan wel het hersteld klaagschrift, aanhet bevoegd gezag van de betrokken school of instelling mee dat een klacht bij de commissieis ingediend.Artikel 7. Klachtsamenvatting1. De Commissie kan gelijktijdig met het in behandeling nemen van de klacht een samenvattingdaarvan maken, waarin de kern van de klacht omschreven wordt. Deze samenvatting wordtter instemming aan de klager voorgelegd.2. Als er een klachtsamenvatting is gemaakt, waarmee de klager heeft ingestemd, vormt datgenewat daarin is geformuleerd de basis voor de behandeling van de klacht.Artikel 8. Intrekken van de klacht1. Klager kan bij schriftelijke, gedagtekende en ondertekende kennisgeving of mondeling terzitting aan de commissie mededelen dat de klacht wordt ingetrokken.2. Als de commissie voor de zitting heeft vernomen dat de klacht wordt ingetrokken, zal zij datonverwijld aan de verweerder en het bevoegd gezag mededelen.3. Intrekking van de klacht ter zitting is slechts mogelijk, wanneer de verweerder daarmeeinstemt.Artikel 9. Verweerschrift1. Zodra de klacht in behandeling is genomen, stelt de commissie verweerder in de gelegenheidom binnen een termijn van drie weken na toezending van het klaagschrift en de daarbijbehorende afschriften, een verweerschrift bij de commissie in te dienen. Bij elk exemplaarvoegt de verweerder afschriften van de op de klacht betrekking hebbende stukken.

49


Verlenging van de termijn van drie weken is slechts mogelijk in uitzonderlijke gevallen.2. Na ontvangst van het verweerschrift zendt de secretaris onverwijld een exemplaar daarvan,vergezeld van de hierbij behorende bijlagen, aan de klager.Artikel 10. Kennisgeving van stukken1. Alle bij de commissie in het kader van de behandeling van de klacht ingediende stukkenworden aan de partijen in afschrift toegestuurd.2. De voorzitter kan beslissen dat een stuk niet relevant is voor de behandeling van de klacht enhet terugsturen aan degene die het heeft ingediend.3. Op verzoek van de klager of van de verweerder kan de voorzitter bepalen dat een ingediendstuk op grond van zeer gewichtige redenen niet ter kennis van de wederpartij wordt gebracht.4. Indien een verzoek tot geheimhouding wordt afgewezen, worden de desbetreffende stukkengeretourneerd en worden die niet in de oordeelsvorming van de commissie betrokken.5. Indien de voorzitter tot geheimhouding van enig stuk heeft besloten, wordt daarvan meldinggemaakt in het schriftelijk advies van de commissie onder opgave van de aard van het stuk ende gevolgen die de commissie daaraan verbonden heeft. Artikel 11. Het inwinnen van inlichtingen voorafgaand aan de behandeling ter zittingTer voorbereiding van de behandeling ter zitting van de klacht kunnen door of namens de commissiebij de klager, de verweerder en anderen schriftelijk alle gewenste inlichtingen worden ingewonnen.Klager en verweerder worden hiervan op de hoogte gesteld.Artikel 12. Vereenvoudigde behandeling en bezwaar1. Totdat de klager en de verweerder zijn uitgenodigd om op een zitting van de commissie teverschijnen, kan de voorzitter het onderzoek naar de klacht sluiten indien voortzetting van hetonderzoek niet nodig is omdat:a. de commissie kennelijk onbevoegd is;b. de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is;c. de klacht kennelijk ongegrond is; ofd. de klacht kennelijk gegrond is.2. In de beslissing tot sluiting van het onderzoek wordt de klager gewezen op de mogelijkheidbinnen zeven kalenderdagen na dagtekening van deze beslissing schriftelijk en gemotiveerdbezwaar te maken bij de plaatsvervangend voorzitter.3. Indien het onderzoek wordt gesloten wegens kennelijke gegrondheid van de klacht, wordt deverweerder gewezen op de mogelijkheid om binnen zeven kalenderdagen na dagtekening vandeze beslissing schriftelijk bezwaar te maken bij de plaatsvervangend voorzitter.4. Indien de plaatsvervangend voorzitter het bezwaar gegrond acht, wordt de klacht alsnog terzitting gebracht. Artikel 13. Schriftelijke behandeling van de klacht1. Met eenstemmig goedvinden van de commissie, de klager en de verweerder kan debehandeling van de klacht schriftelijk geschieden. In dat geval wordt de klager in degelegenheid gesteld te reageren op het door de verweerder ingediende verweerschrift,waarna de verweerder in de gelegenheid wordt gesteld te dupliceren op de door de klageringediende repliek. De voorzitter stelt de termijnen van repliek en dupliek vast.2. De voorzitter kan na ontvangst van het verweerschrift ook ambtshalve besluiten dat decommissie de klacht uitsluitend schriftelijk behandelt. De voorzitter deelt dit besluitgemotiveerd aan de klager en de verweerder mede. Tegen dit besluit kunnen de klager en deverweerder binnen veertien dagen na dag tekening schriftelijk en gemotiveerd bezwaarmaken. Dit bezwaar wordt behandeld door de commissie.3. Indien de commissie het bezwaar gegrond acht, wordt de klacht alsnog ter zitting gebracht.4. Indien de inhoud van de repliek of van de dupliek daartoe aanleiding geeft, kan de commissiealsnog tot mondelinge behandeling van de klacht besluiten.Artikel 14. Versnelde behandeling1. Indien een zaak een spoedeisend belang heeft, kan de voorzitter ambtshalve, op verzoek vanklager of van verweerder, besluiten de klacht versneld te doen behandelen.

50


2. Indien de klager verzoekt om een versnelde behandeling, dient hij zijn klaagschrift compleet,in overeenstemming met wat in artikel 2 van dit reglement wordt voorgeschreven, in tedienen. Bij een eventueel verzuim wordt klager in de gelegenheid gesteld dit te herstellen3. De voorzitter bepaalt alsdan zo spoedig mogelijk de plaats, de datum en het tijdstip waarop deklacht in een hoorzitting behandeld zal worden en doet daarvan onverwijld mededeling aande partijen.4. Indien de voorzitter heeft besloten tot versnelde behandeling, wordt verweerder daarvan zospoedig mogelijk in kennis gesteld. Het klaagschrift wordt hem in afschrift gezonden waarbijhij wordt uitgenodigd zijn verweer zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk twee dagen voor dezitting in te dienen.De voorzitter kan besluiten dat artikel 9 van dit reglement geheel of gedeeltelijk buitentoepassing blijft.5. Binnen twee weken na de sluiting van de behandeling ter zitting brengt de commissie hetadvies schriftelijk uit.6. Indien de commissie uit het verweer of uit de behandeling ter zitting blijkt dat de zaak nietvoldoende spoedeisend is om een versnelde behandeling te rechtvaardigen of dat de zaak eengewone behandeling vereist, dan bepaalt zij dat de klacht verder op de gewone wijze wordtbehandeld.Artikel 15. Vaststelling plaats en tijdstip van de mondelinge behandelingDe voorzitter bepaalt op zo kort mogelijke termijn de plaats waar en de dag en het uur waarop demondelinge behandeling van de klacht ter zitting zal plaatsvinden. Deze behandeling zal in beginselplaatsvinden binnen twee maanden na ontvangst van de klacht. Aan partijen wordt daarvan tijdigkennis gegeven door een schriftelijke oproep. Bij de oproep wordt meegedeeld uit welke personende commissie die de klacht ter zitting behandelt, zal zijn samengesteld.Artikel 16. Wraking of verschoning1. Op verzoek van de klager of de verweerder kan een lid van de commissie worden gewraakt opgrond van feiten of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel door hetdesbetreffende lid zouden kunnen bemoeilijken.2. Het verzoek wordt schriftelijk en onder opgave van redenen gedaan, zodra de feiten enomstandigheden aan de verzoekende partij bekend zijn geworden, maar niet nadat het adviesdoor de commissie is vastgesteld. Ter zitting kan het verzoek ook mondeling worden gedaan.3. Indien een verzoek om wraking ter zitting wordt gedaan, wordt het onderzoek ter zittinggeschorst.4. Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in lid 1 van dit artikel kan eencommissielid verzoeken zich te mogen verschonen.5. Over de wraking of de verschoning wordt zo spoedig mogelijk beslist door de overige ledenvan de commissie.6. Bij staking van stemmen wordt het verzoek om de wraking geacht te zijn toegewezen.Artikel 17. Mondelinge behandeling in een zitting van de commissie1. De klacht wordt behoudens in het geval als bedoeld in artikel 12 en artikel 13 mondelingbehandeld in een besloten zitting van de commissie, bestaande uit de voorzitter en twee leden.In uitzonderlijke gevallen kan bij plotselinge ontstentenis van een commissielid de mondelingebehandeling in een besloten zitting plaatsvinden door twee commissieleden. Ingeval vanafwezigheid van de voorzitter treedt een commissielid op als voorzitter.2. De voorzitter heeft de leiding van de zitting. Hij geeft elk van de partijen de gelegenheid haarstandpunt toe te lichten.3. Meerderjarige partijen worden in elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij zich het bepaalde in lid4 van dit artikel voordoet. Ingeval een minderjarige partij is, worden partijen in beginsel buitenelkaars aanwezigheid gehoord.4. Klager en/of verweerder kunnen de voorzitter verzoeken om buiten elkaars aanwezigheid teworden gehoord.Een dergelijk verzoek dient schriftelijk en met redenen omkleed te worden ingediend. Na

51


ontvangst van het verzoek zendt de secretaris een afschrift hiervan aan de wederpartij.Indien de voorzitter van oordeel is dat er voldoende grond aanwezig is om partijen buitenelkaars aanwezigheid te horen, hoort de commissie partijen buiten elkaars aanwezigheid. Decommissie brengt partijen er voor de hoorzitting schriftelijk dan wel mondeling van op dehoogte dat zij buiten elkaars aanwezigheid zullen worden gehoord.5. Indien partijen niet in elkaars aanwezigheid worden gehoord, is het de gemachtigde van iederder partijen toegestaan bij het horen aanwezig te zijn.6. Indien partijen buiten elkaars aanwezigheid worden gehoord, en (een der) partijen wordenniet bijgestaan door een gemachtigde, zal de voorzitter na het horen een samenvatting gevenvan wat is besproken.Artikel 18. Vertegenwoordiging ter zitting, getuigen, deskundigen en informanten1. Een partij kan zich ter zitting door een gemachtigde doen vertegenwoordigen of doen bijstaan.Daarnaast kunnen klager en verweerder zich laten vergezellen door één hun vertrouwdpersoon.2. De commissie kan van een gemachtigde die geen advocaat is en de klager dan wel deverweerder ter zitting vertegenwoordigt, een schriftelijke machtiging verlangen.3. De commissie kan personen als getuige, deskundige of informant voor de zitting doenoproepen.Namen van de getuigen, deskundigen en informanten worden aan klager en verweerdermeegedeeld.4. Een partij kan op eigen kosten getuigen, deskundigen en/of informanten ter zittingmeebrengen, met dien verstande dat zij de namen van die personen uiterlijk twee werkdagenvoor de zitting schriftelijk opgeeft aan de commissie.De commissie kan afzien van het horen van door de klager of verweerder meegebrachte ofopgeroepen getuigen, deskundigen en/of informanten.5. Getuigen, deskundigen en informanten worden door de voorzitter ondervraagd. Vragenkunnen ook worden gesteld door de andere leden van de commissie en, met toestemming vande voorzitter, door diens tussenkomst, door de klager en de verweerder of hun gemachtigden.6. Ingeval een minderjarige getuige wordt gehoord, kan de commissie bepalen dat het horenbuiten aanwezigheid van een of meer partijen plaatsvindt.7. Indien een minderjarige getuige buiten aanwezigheid van partijen wordt gehoord, is het degemachtigde van ieder der partijen toegestaan bij het horen aanwezig te zijn.8. Indien een minderjarige getuige buiten aanwezigheid van partijen wordt gehoord, en (een der)partijen worden niet bijgestaan door een gemachtigde, zal de voorzitter na het horen eensamenvatting geven van wat is besproken.9. Ingeval een minderjarige getuige buiten aanwezigheid van partijen is gehoord, wordt debehandeling ter zitting voortgezet op een zodanig tijdstip dat partijen redelijkerwijs kennishebben kunnen nemen van de inhoud van het horen van die getuige. Indien partijen te kennen hebben gegeven geen prijs te stellen op voortzetting van debehandeling ter zitting en de commissie van oordeel is dat het onderzoek volledig is geweest,wordt de behandeling niet voortgezet.Artikel 19. TolkenIndien klager, aangeklaagde, een getuige of een deskundige, de Nederlandse taal onvoldoendebeheerst, kan deze zich op eigen kosten doen bijstaan door een tolk.Artikel 20. Heropening onderzoekIndien de commissie van oordeel is dat het onderzoek niet volledig is geweest, kan zij het heropenen.De commissie bepaalt daarbij op welke wijze het onderzoek wordt voortgezet. De secretaris doet zospoedig mogelijk mededeling hiervan aan partijen.Artikel 21. Beraadslaging1. De commissie beraadslaagt en beslist in een besloten vergadering waarbij alle leden die deeluitmaken van de commissie die de klacht behandelt, aanwezig zijn, bijgestaan door desecretaris.

52


De commissie baseert haar advies op de stukken van de procedure en het verhandelde tijdensde zitting.2. De commissie beslist met meerderheid van stemmen.3. Indien ter zitting met instemming van partijen is besloten dat partijen buiten de commissie omalsnog tot een minnelijke oplossing zullen trachten te komen, zal de commissie het vaststellenvan een advies opschorten. Als blijkt dat partijen tot een minnelijke oplossing zijn gekomen,zal de commissie geen advies uitbrengen. Als blijkt dat partijen niet tot een minnelijk oplossingzijn gekomen, zal de commissie alsnog tot het uitbrengen van een advies overgaan.Artikel 22. Advies1. De commissie brengt advies uit binnen vier weken na de sluiting van het onderzoek dan welna afronding van de schriftelijke behandeling als bedoeld in artikel 13 van dit reglement.Deze termijn kan door de voorzitter met vier weken worden verlengd.2. De adviezen van de commissie zijn gedagtekend en houden in:a. de namen en woonplaatsen van de partijen en de namen van de gemachtigden,b. de gronden waarop het advies berust,c. het oordeel met betrekking tot de ontvankelijkheid of niet-ontvankelijkheid en de gegrondheid of ongegrondheid van de klacht,d. de eventuele aanbeveling ten aanzien van de door het bevoegd gezag te treffen maatregelen,e. de namen van de leden van de commissie die het advies hebben vastgesteld.3. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend, en wordt toegezonden aanpartijen en aan het bevoegd gezag van de desbetreffende school of instelling.4. Het bevoegd gezag deelt aan de klager en de commissie binnen vier weken na ontvangst vanhet oordeel van de commissie mede, of het dat oordeel deelt en of het naar aanleiding van datoordeel en de daaraan eventueel verbonden aanbeveling(en) maatregelen zal nemen, en zoja, welke. Bij afwijking van de termijn van vier weken doet het bevoegd gezag daarvan met redenen omkleed mededeling aan de klager en de commissie onder vermelding van de termijnwaarbinnen het bevoegd gezag zijn standpunt bekend zal maken.Artikel 23. Bejegening door de commissie1. Partijen en het bevoegd gezag kunnen een klacht indienen over de wijze waarop de commissiehen heeft bejegend bij de behandeling van een klacht.2. De voorzitter die geen deel uitmaakte van de commissie waartegen de klacht is ingediend,behandelt een klacht over de bejegening door de commissie.3. De voorzitter die de klacht onderzoekt, brengt schriftelijk verslag uit van zijn bevindingen aandegene die over de behandeling heeft geklaagd en aan de commissie.Artikel 24. GeheimhoudingHet is de leden en de secretaris van de commissie verboden:a. hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen openbaar of aan derden bekend te maken;b. de gevoelens bekend te maken welke in besloten vergaderingen of zittingen van de commissieover aanhangige klachten zijn geuit;c. over aanhangige klachten of over klachten die naar hun vermoeden of weten bij hen aanhangiggemaakt zullen worden, anders dan in commissieverband, contacten met derden te hebbenen/of inlichtingen in te winnen.Artikel 25. Termijnen en schoolvakanties1. Op de in deze regeling genoemde termijnen is de Algemene Termijnenwet van toepassing.2. Met uitzondering van de termijn, genoemd in artikel 3 lid 2 van dit reglement, worden voor deberekening van de in dit reglement vermelde termijnen, de aan de desbetreffende school ofinstelling geldende schoolvakantiedagen niet meegerekend, behoudens in, naar het oordeelvan de voorzitter van de commissie, spoedeisende gevallen.Artikel 26. SamenloopBij strijdigheid van dit reglement met de op instelling of school toepasselijke klachtenregeling, geldende bepalingen uit dit reglement.

53


Artikel 27. Onvoorziene gevallenIn gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de voorzitter, al dan niet gehoord de overigeleden van de klachtencommissie.Artikel 28. Wijziging van het huishoudelijk reglement1. Dit reglement kan met inachtneming van het Reglement van Instelling door de Commissieworden aangevuld en gewijzigd.2. Indien en voor zover een bepaling in dit reglement niet (langer) verenigbaar blijkt te zijn metde bepalingen van het Reglement van Instelling, treedt die bepaling buiten werking en beslistde Commissie zo spoedig mogelijk over haar vervanging.

Dit reglement is vastgesteld op 1 december 2015 en treedt in werking per 1 januari 2016

54


delichtlijn-levwn.nl · Web viewVoorwoord. Hierbij presenteren wij u de schoolgids van basisschool...

Documents

Transcript of delichtlijn-levwn.nl · Web viewVoorwoord. Hierbij presenteren wij u de schoolgids van basisschool...