Delen 3 en 4 van het Opleidingsstatuut (OS): Beschrijving ... · Een module is dus een vaststaande...
Transcript of Delen 3 en 4 van het Opleidingsstatuut (OS): Beschrijving ... · Een module is dus een vaststaande...
Delen 3 en 4 van het Opleidingsstatuut (OS): Beschrijving van het onderwijs van de bacheloropleiding tot leraar in de tweede graad NEDERLANDS (deeltijdopleiding, VERKORT).
In dit document zijn een aantal documenten uit het opleidingsstatuut (OS) opgenomen die horen bij de Onderwijs- en examenregeling (OER). Hierin wordt het onderwijs van de opleiding tot leraar in de tweede graad Nederlands (verkorte deeltijdopleiding) in 2018-2019 op de HAN, nader uitgewerkt. Dit is een verkort tweejarig traject voor studenten die al in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs of van een tweede- dan wel eerstegraads lesbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs en mbo. De beschrijvingen betreffen het majordeel van de opleiding (210 studiepunten). Het minordeel (30 studiepunten) het deel van de opleiding waarin je keuzes maakt om je te verbreden of verdiepen en je te kunnen profileren is hier niet opgenomen. De belangrijkste en ook het grootste deel betreft de beschrijving van de inhoud van de eenheden van leeruitkomsten (EVL’s) en de onderwijseenheden (OWE’s) van de bacheloropleiding tot leraar in de tweede graad Nederlands (deeltijdopleiding) op de HAN. Dit geeft je een gedetailleerd beeld van de inrichting van de opleiding. Ze beschrijven de vier studiejaren zoals ze in het studiejaar 2018-2019 zijn ingericht. Je kunt hier ook zien welke prestaties in 2018-2019 moeten worden verricht om voldoendes te behalen voor de tentamens in deze opleiding. Enkele tentamens dragen het predicaat integrale toets. Dit zijn tentamens waarin de student aantoont dat hij de onderlinge samenhang van onderwijsinhouden begrijpt en kan hanteren in het praktische handelen. Over de gehele opleiding leg je in totaal een of twee keer een integrale toets af. Deze integrale toetsen zijn ook opgenomen in het overzicht van de EVL’s en OWE’s.
2
DEEL 3 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS
Behorend bij de Kader OS/OER voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende
deeltijdse en duale bacheloropleidingen van de HAN.
De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) die in deel
2 van dit opleidingsstatuut is opgenomen.
3
DEEL 3.1 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS DAT WORDT UITGEVOERD
IN EENHEDEN VAN LEERUITKOMSTEN
4
Hoofdstuk 1: Curriculumoverzicht deeltijdse bacheloropleiding
Nederlands
Conform Artikel 4.1 lid 1 en Artikel 6.1.lid 1 van de OER
In dit hoofdstuk is beschreven hoe de bacheloropleiding Nederlands is opgebouwd in de deeltijdse
inrichtingsvorm. Het deeltijdse en duale onderwijs van de HAN is opgebouwd uit eenheden van
leeruitkomsten. Die eenheden zijn vervolgens gegroepeerd in modules. Een module is dus een
vaststaande set van eenheden van leeruitkomsten.
In de hoofdstukken 2 en 3 van dit deel worden vervolgens de eenheden van leeruitkomsten in hun
samenhang beschreven.
In onderstaand schema ziet u in één oogopslag hoe de opleiding (naam en eventueel afstudeervariant) is
opgebouwd.
Schema: opbouw van de opleiding.
Po
stp
rop
edeu
tisc
he
fase
Be
roe
psb
e
kwaa
m
Ve
rplic
ht
De startbekwame leraar (30 studiepunten)
Afs
tud
ee
rb
ekw
aam
Ve
rplic
ht Toegepaste taalkunde en passend taalonderwijs (30 studiepunten)
Fictie en didactiek (30 studiepunten)
Pro
ped
eu
se
Ho
ofd
fase
b
ekw
aam
Ve
rplic
ht
Vakkennis en vaardigheden Nederlands en Pedagogische tact (30 studiepunten)1
Vrijgestelde eenheden van leeruitkomsten
Code Alluris Onderwijseenheden stp
ILS-NeDV-VP-1 Krachtig leren 1 7,5
ILS-NeDv-VP-2 Pedagogische tact -> m.u.v. leeruitkomst Ontwikkelingspsychologie van de adolescent
5
ILS-NeDv-VP-3 Integraal handelen 1: werkplekleren en professionele docent 1 15
ILS-NeDv-VVP-5 Krachtig leren 2 7,5
ILS-NeDv-VPP-6 Pedagogische tact 2 7,5
ILS-NeDv-PP-6 Integraal handelen 2: werkplekleren en professionele docent 2 15
hanvrijc Vrije Minor 30
ILS-NeDv-VP-4 LT Onderzoek taalkunde 2,5
1 Dit is een voorbeeld
5
ILS-NeDv-VVP-1 ILS-NeDv-VVP-2 ILS-NeDv-VVP-3
DS Vrije ruimte 15
ILS-NeDv-VVP-4 Dossier beroepsproducten “de onderzoekende leraar:” 15
EIndbeo WPL3 Pfbeo WPL 3
Werkplekleren en Portfoliobeoordeling n.v.t.
1.1 Samenstelling propedeutische fase Conform Artikel 4.1. lid 1 van de OER
De propedeutische fase van de deeltijdse/duale inrichtingsvorm bevat de volgende modules en
eenheden van leeruitkomsten met de daarbij vermelde studielast op het niveau hoofdfasebekwaam:
ILS-NeDv-m-VVNPT Vakkennis en vaardigheden Nederlands
Onderwijsperiode Periode 1 t/m 4
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
# Naam EVL Aantal studiepunten
1 Leesvaardigheid 2,5
2 Schrijfvaardigheid 2,5
3 Mondelinge taalvaardigheid 2,5
4 Spelling 5
6 Taalvariatie 2,5
7 Taalkunde 5
8 Zinsontleding 5
9 Woordbenoemen 2,5
10 Pedagogische tact 1 2.5
1.2 Samenstelling postpropedeutische fase Conform Artikel 6.1. lid 1 van de OER
De postpropedeutische fase van de deeltijdse/duale inrichtingsvorm bevat de volgende modules en
eenheden van leeruitkomsten met de daarbij vermelde studielast op het niveau afstudeerbekwaam:
ILS-NeDv-m-FD Module Fictie en didactiek
Onderwijsperiode Periode 1 t/m 4
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
# Naam EVL Aantal studiepunten
1 Jeugdliteratuur 7,5
2 Fictiedidactiek 5
3 Verhaalanalyse 5
4 Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis 7,5
5 Leren en lesgeven met ict 5
6
ILS-NeDv-m-TTPT Module Toegepaste taalkunde en passend taalonderwijs
Onderwijsperiode Periode 1 t/m 4
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
# Naam EVL Aantal studiepunten
1 NT2, taalverwerving en didactiek 5
2 Pragmatiek 5
3 Taal en zorg 5
4 Taalverwervingsgericht lesgeven 5
5 Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs 5
6 Spellingdidactiek 5
De postpropedeutische fase van de deeltijdse/duale inrichtingsvorm bevat de volgende module(s) en
eenheden van leeruitkomsten met de daarbij vermelde studielast in de module(s) op het niveau
beroepsbekwaam:
ILS-NeD-m-SL/1 De startbekwame leraar
Onderwijsperiode Periode 1 t/m 4
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
# Naam EVL Aantal studiepunten
1 Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam
15
Vrijgestelden eenheden van leeruitkomsten
Vrijstellingen te verlenen bij besluit examencommissie dd 21-12-2017
Onderlegger vrijstellingen eenheid van leeruitkomsten verkorte deeltijd Nederlands t.b.v. de OER 2018-
2019
Code Alluris Onderwijseenheden stp Basis vrijstelling
ILS-NeDV-VP-1 Krachtig leren 1
7,5 KT Krachtig leren 1 (KT KR Leren 1) Domein 1 en 2 betreffen in po kennisbasis domein B: opvoeden en onderwijzen. óf Studenten hebben deze kennisbasis op alle domeinen reeds aangetoond voor het behalen van hun eerste lesbevoegdheid. Voorwaarde: eerste lesbevoegdheid in een van de vakken binnen het cluster exact, m&m, Nederlands of (MVT (2de of 1ste graads lesbevoegdheid), lichamelijke opvoeding, de kunstvakken, de technische vakken.
7
LT Een voorbeeldig uitgewerkte vakles (LT KR Leren 1) Domein 1 en 2 betreffen in po kennisbasis domein B: opvoeden en onderwijzen. De student laat in de vakdidactische leerlijn zien deze kennis en vaardigheden te kunnen toepassen in vo en mbo. óf Studenten hebben deze kennisbasis op alle domeinen reeds aangetoond voor het behalen van hun eerste lesbevoegdheid. Voorwaarde: eerste lesbevoegdheid in een van de vakken binnen het cluster exact, m&m, Nederlands of (MVT (2de of 1ste graads lesbevoegdheid), lichamelijke opvoeding, de kunstvakken, de technische vakken.
ILS-NeDv-VP-2 Pedagogische tact
5 LT Seksuele Diversiteit (LT Seks Div) Domein 4 betreft in po kennisbasis domein A: het lerende en zich ontwikkelende kind tot 12 jaar. óf Studenten hebben deze kennisbasis op alle domeinen reeds aangetoond voor het behalen van hun eerste lesbevoegdheid. Voorwaarde: eerste lesbevoegdheid in een van de vakken binnen het cluster exact, m&m, Nederlands of (MVT (2de of 1ste graads lesbevoegdheid), lichamelijke opvoeding, de kunstvakken, de technische vakken.
ILS-NeDv-VP-3 Integraal handelen 1: werkplekleren en professionele docent 1
Werkplekleren I (Eindbeo WPL 1) De student heeft stage ervaring in po, vo of mbo
15 Portfoliobeoordeling integraal handelen 1 (Pfbeo WPL 1) De student heeft integraal handelen op po aangetoond en vrijstelling heeft voor WPL I . Óf De student heeft stage integraal handelen op vo of mbo aangetoond en vrijstelling voor WPL1
Drama (Drama) Hier worden dezelfde competenties getoetst als in het po curriculum. óf Studenten hebben deze kennisbasis op alle domeinen reeds aangetoond voor het behalen van hun eerste lesbevoegdheid. Voorwaarde: eerste lesbevoegdheid in een van de vakken binnen het cluster exact, m&m, Nederlands of (MVT (2de of 1ste graads lesbevoegdheid), lichamelijke opvoeding, de kunstvakken, de technische vakken.
ILS-NeDv-VVP-5 Krachtig leren 2 7,5 KT Krachtig leren 2 (KT KR Leren 2) Domein 1 en 2 betreffen in po kennisbasis domein B: opvoeden en onderwijzen. óf Studenten hebben deze kennisbasis op alle domeinen reeds aangetoond voor het behalen van hun eerste lesbevoegdheid. Voorwaarde: eerste lesbevoegdheid in een van de vakken binnen het cluster exact, m&m, Nederlands of (MVT (2de of 1ste graads lesbevoegdheid), lichamelijke opvoeding, de kunstvakken, de technische vakken. LT Krachtig leren 2 (LT kr Leren 2) Domein 1 en 2 betreffen in po kennisbasis domein B: opvoeden en onderwijzen. De student laat in de vakdidactische leerlijn zien deze kennis en vaardigheden te kunnen toepassen in vo en mbo. óf Studenten hebben deze kennisbasis op alle domeinen reeds aangetoond voor het behalen van hun eerste lesbevoegdheid. Voorwaarde: eerste lesbevoegdheid in een van de vakken binnen het cluster exact, m&m, Nederlands of (MVT (2de of 1ste graads lesbevoegdheid), lichamelijke opvoeding, de kunstvakken, de technische vakken.
ILS-NeDv-VPP-6 Pedagogische tact 2
7,5
KT Pedagogische tact 2 (KT Ped tact 2) Domein 5 betreft in po kennisbasis domein A: het lerende en zich ontwikkelende kind tot 12 jaar en domein B: opvoeden en onderwijzen. óf Studenten hebben deze kennisbasis op alle domeinen reeds aangetoond voor het behalen van hun eerste lesbevoegdheid. Voorwaarde: eerste lesbevoegdheid in een van de vakken binnen het cluster exact, m&m, Nederlands of (MVT (2de of 1ste graads lesbevoegdheid), lichamelijke opvoeding, de kunstvakken, de technische vakken.
8
LT Pedagogische tact 2 (LT Ped tact 2) Domein 5 betreft in po kennisbasis domein A: het lerende en zich ontwikkelende kind tot 12 jaar en domein B: opvoeden en onderwijzen. óf Studenten hebben deze kennisbasis op alle domeinen reeds aangetoond voor het behalen van hun eerste lesbevoegdheid. Voorwaarde: eerste lesbevoegdheid in een van de vakken binnen het cluster exact, m&m, Nederlands of (MVT (2de of 1ste graads lesbevoegdheid), lichamelijke opvoeding, de kunstvakken, de technische vakken.
ILS-NeDv-PP-6 Integraal handelen 2: werkplekleren en professionele docent 2
15
Werkplekleren 2 (Eindbeo wpl2) In de verkorte deeltijdopleiding is slechts één stage. Studenten moeten op eindniveau aantonen dat zij startbekwaam zijn. De duur en intensiteit van de stage kan per student verschillen.
ILS-taaltoets Studenten leggen binnen het vakdeel Nederlands kennis- en vaardigheidstoetsen af die de ILS-taaltoets in niveau overstijgen.
hanvrijc Vrije Minor 30 Vrijgesteld voor studenten met al een hbo en-of wo-getuigschrift
ILS-NeDv-VP-4 LT Onderzoek taalkunde
2,5 (LT Taalkunde) Onderdeel van de leerlijn onderzoek in de reguliere deeltijdopleiding. In de verkorte opleiding is geen sprake van een leerlijn onderzoek.
ILS-NeDv-VVP-1 ILS-NeDv-VVP-2 ILS-NeDv-VVP-3
DS Vrije ruimte 15 (DS vr ruimte) Studenten met een afgeronde hbo- of wo- opleiding hebben in de loop van hun studie competenties ontwikkeld en/of inzichten opgedaan die als relevant gezien kunnen worden voor het beroep en/of de studie. Daarbij kan gedacht worden aan plannen, samenwerken, omgaan met complexe teksten, samenstellen van dossiers, schrijven van (beroeps)teksten, etc.
ILS-NeDv-VVP-4 Dossier beroepsproducten “de onderzoekende leraar:”
15 Vervangen door EVL “de onderzoekende vak- en vakdidactisch bekwame leraar Nederlands” waarin drie onderzoeksmatige opdrachten uit het curriculum zijn opgenomen. (ILS-NeDv-SL-2)
EIndbeo WPL3 Pfbeo WPL 3
Werkplekleren en Portfoliobeoordeling
n.v.t. Aangepaste opdracht i.v.m. bewezen competenties op basis van bevoegdheid basisschool of bevoegdheid eerste dan wel tweede graad in een ander vak dan Nederlands. De studenten bewijzen op de stage en in het portfolio dat zij vak- en vakdidactisch bekwame docenten Nederlands zijn en dat zij competent zijn in reflectie en ontwikkeling. De overige competenties hoeven niet meer bewezen te worden. Dit komt in de plaats van de LOT-aanvraag.
9
Hoofdstuk 2: Gegevens eenheden van leeruitkomsten en integrale toets
propedeutische fase
Conform artikel 4.1 lid 2 van de OER
In hoofdstuk 1, paragraaf 1.1. zijn de modules opgesomd waaruit de propedeuse bestaat. In
onderstaande tabellen staan voor elke module de ingangseisen, de beschrijvingen van de eenheden van
leeruitkomsten en de bijbehorende tentaminering.
Module Vakkennis en vaardigheden Nederlands
Eenheden van leeruitkomsten
EVL 1 – Leesvaardigheid
ILS-NeD-VVN-1 Leesvaardigheid
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands in subdomein 2.1 Leesvaardigheid. Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 2,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Leesvaardigheid
De student leest zakelijke en betogende teksten met begrip. Hij analyseert deze teksten (tekstverbanden en tekststructuren herkennen en benoemen) en geeft ze schematisch weer. De student benoemt de factoren die de aanvaardbaarheid van een tekst bepalen. De student analyseert de argumentatiestructuur in betogende teksten, beoordeelt deze, en geeft hem schematisch weer. De student herkent en benoemt invalide argumentaties (drogredenen).
TENTAMINERING
ILS-NeDv-m-VVNPT Vakkennis en vaardigheden Nederlands
Ingangseisen n.v.t.
Onderwijsvorm Deeltijd
Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
1 Leesvaardigheid 2,5 1
2 Schrijfvaardigheid 2,5 1
3 Mondelinge taalvaardigheid 2,5 1
4 Spelling 5 1
6 Taalvariatie 2,5 1
7 Taalkunde 7,5 2
8 Zinsontleding 5 1
9 Woordbenoemen 2,5 1
10 Pedagogische tact 2,5 1
10
KT leesv Naam tentamen: KT Leesvaardigheid
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Leesvaardigheid
Tentamenvorm/ vormen Kennis- en vaardigheidstoets
Tentamenmoment Periode 1 en 2
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Kennis- en vaardigheidstoets (zakelijk teksten met daarbij open en/of gesloten vragen). De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Het herkennen van tekstverbanden en tekststructuren
- Het herkennen en waarderen (interpreteren) van argumentaties in complexe, zakelijke en betogende teksten.
De criteria worden in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 2 – Schrijfvaardigheid
ILS-NeD-VVN-2 Schrijfvaardigheid
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomein 2.2 Schrijfvaardigheid en 2.5 Documenteren. Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 2,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Schrijfvaardigheid
De student maakt een schrijfplan voor een betoog over een onderwijsgerelateerd onderwerp. De student selecteert en verwerkt hiervoor de juiste informatie (kritisch bronnengebruik). Hij werkt dit plan uit tot een betoog dat publieksgericht is (gericht op lezers van een kwaliteitskrant of een op taal georiënteerd vaktijdschrift), en dat in correct Nederlands geschreven is (minimaal niveau 4F volgens het Referentiekader Taal). In zijn betoog maakt hij gebruik van retorische middelen, en hanteert hij een goede, tekst- en argumentatiestructuurgeschikte woordkeuze en zinsbouw De student bespreekt de eerste versie van zijn betoog met minimaal twee referenten (peer review) en verwerkt de commentaren in zijn finale versie.
TENTAMINERING
LT Schrijfv Naam tentamen: LT Schrijfvaardigheid
Weging 1
11
Omvat de leeruitkomst(en)
Schrijfvaardigheid
Tentamenvorm/ vormen Vaardigheidstoets
Tentamenmoment Periode 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Het geschreven betoog maakt deel uit van een dossier, en wordt beoordeeld op basis van de volgende dimensies:
- tekst- en argumentatiestructuur - zinsbouw en woordkeuze - publieksgerichtheid (retorische middelen) - correctheid van het Nederlands - correct en kritisch bronnengebruik
Het dossier wordt daarnaast beoordeeld op volledigheid. De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 3 – Mondelinge taalvaardigheid
ILS-NeDv-VVNPT-3 Mondelinge taalvaardigheid
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomeinen 2.3 Kijk- en luistervaardigheid, 2.4 Mondelinge taalvaardigheid en presenteren en 2.5 Documenteren. Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 2,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Mondelinge taalvaardigheid
De student bereidt, met behulp van een spreekschema, een debat (polyloog) voor over een actueel onderwijsgerelateerd onderwerp. De student past hierbij kennis toe over deugdelijk argumenteren en kennis over het debat (keuze debatstelling, toepassing standaardgeschilpuntenmodel). De student formuleert in een debat zijn standpunt. Hij onderbouwt zijn standpunt door het te ondersteunen met verschillende argumenten, op basis van zelfgekozen bronnen. Hij verdedigt zijn standpunt door tegenargumenten van passend weerwoord te voorzien. Hij zorgt voor een aantrekkelijke en overtuigende presentatie in correct Nederlands (niveau 4F van het Referentiekader Taal).
TENTAMINERING
VT mondeling Naam tentamen: VT Mondelinge taalvaardigheid
Weging 1
12
Omvat de leeruitkomst(en)
Mondelinge taalvaardigheid
Tentamenvorm/ vormen Kennis- en vaardigheidstoets
Tentamenmoment Periode 2 en 3
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student neemt deel aan een debat over een actueel onderwijsgerelateerd thema. De prestatie van de student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Inhoudelijke documentatie (voorbereiding)
- Verhelderen stelling, verwoorden standpunt
- Opbouw
- Behandeling van standaardvragen
- Argumentatie
- Deugdelijkheid van redeneren
- Weerlegging van tegenargumenten
- Tactiek en interactie
- Overtuigingskracht
- Aantrekkelijkheid van de betoogvorm
- Publieksgerichtheid De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 4 – Spelling
ILS-NeDv-VVNPT-4 Spelling
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomeinen 2.2.3, 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.4 en in het Europees Referentiekader voor talen (C2) Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Spelling
De student kan de spellingprincipes en -regels van de Nederlandse taal omschrijven, uitleggen, herkennen en toepassen (niveau C2 van het ERK zoals beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands). ERK: Europees Referentiekader voor de talen. C2 is het hoogste niveau van een expert taalgebruiker. Voor het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomein 3.2.
13
TENTAMINERING
KVT spelling Naam tentamen: Spelling
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Brede kijk op spelling
Tentamenvorm/ vormen Kennis- en vaardigheidstoets
Tentamenmoment Periode 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Kennis- en vaardigheidstoets (met open vragen, gesloten vragen en meerkeuzevragen) De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Het correct kunnen toepassen van de regels voor de spelling in complexe zinsstructuren (op C2 niveau van het ERK).
- Spellingregels kunnen verwoorden in vaktaal
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands m.i.v. 2018-2019.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 6– Taalvariatie
ILS-NeDv-VVNPT-6 EVL 6 Taalvariatie
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomeinen 3.1.1, 3.4.1 en 3.4.2. Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 2,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Taalvariatie
De student kan de geschiedenis van het Nederlands en de varianten binnen het Nederlands beschrijven en verklaren met behulp van bijvoorbeeld overzichten, tijdlijnen, tabellen en/of geografische kaarten. De student kan de begrippen taalvariatie, dialect, groepstalen en jargon uitleggen, vergelijken en illustreren met voorbeelden. De student kan veranderingsprocessen in de Nederlandse taal beschrijven wat betreft klank, woordvorm, zinsbouw, betekenis en taalgebruik. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands subdomein 3.4.
TENTAMINERING
KT Taalvar Naam tentamen: KT Taalvariatie
14
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Taalvariatie
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets
Tentamenmoment Periode 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Kennistoets (schriftelijk, met open en gesloten vragen) De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Het kunnen beschrijven en verklaren van de geschiedenis van het Nederlands en de varianten binnen het Nederlands
- Het kunnen uitleggen en vergelijken van de begrippen taalvariatie, dialect, groepstalen en jargon en deze kunnen illustreren met voorbeelden.
- Het kunnen beschrijven van veranderingsprocessen in de Nederlandse taal wat betreft klank, woordvorm, zinsbouw, betekenis en taalgebruik.
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands m.i.v. 2018-2019.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 7– Kennis van taal
ILS-NeDv-VVNPT-7 EVL 7 Kennis van taal
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomeinen 2.5 Documenteren, 3.1 Taal en communicatie en 3.2 Taalsysteem. Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 7,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Taalkunde
De student benoemt en verklaart het taalsysteem en de domeinen syntaxis en semantiek binnen de taalkunde met behulp van taalkundige terminologie. De student lost taalkundige vraagstukken op het gebied van syntaxis en semantiek op, en beargumenteert zijn antwoord met gebruikmaking van taalkundige terminologie.
Onderzoek taalkunde
De student voert een (theoretisch) onderzoek uit over een taalkundig onderwerp, of over een taalkundig deelgebied (taalsysteem, fonetiek, fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek of lexicologie), al dan niet vanuit een taalvariatieperspectief. De student rapporteert over dit onderzoek in een artikel, geschikt voor een breed (niet-taalkundig onderlegd) publiek, in correct Nederlands (niveau 4F volgens het Referentiekader Taal). De student selecteert hiervoor relevante bronnen (schriftelijke of mondelinge), analyseert ze en rapporteert kritisch over hun inhoud.
TENTAMINERING
KT taalkunde (1) Naam deeltentamen: KT Taalkunde
15
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Taalkunde
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Kennistoets (schriftelijk, met open en gesloten vragen) De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Het kunnen benoemen en uitleggen van de verschillende domeinen binnen de taalkunde i.c. het taalsysteem de syntaxis en de semantiek, met behulp van binnen de taalkunde gebruikte terminologie.
- Het kunnen oplossen van taalkundige ‘problemen’ en vraagstukken . De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
LT taalkunde (2) Naam deeltentamen: LT Onderzoek Taalkunde
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Onderzoek taalkunde
Tentamenvorm/ vormen Leertaak Onderzoek
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
Vormaspecten: - Het artikel is geschreven in correct Nederlands - Het artikel bevat een literatuurlijst volgens de APA-richtlijnen - Het artikel is voorzien van de voor- en achternaam van de auteur
Inhoudsaspecten: - Aanleiding - Specifieke onderwerp - Onderzoeksvraag - Aanpak/analyse - Antwoord op de onderzoeksvraag
Theoretische onderbouwing (minimaal vier (semi-)wetenschappelijke bronnen) De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
16
EVL 8– Zinsontleding
ILS-NeDv-VVNPT-8 EVL 8 Zinsontleding
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomein 7.2, Grammatica Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Zinsontleding
De student kan zinsdelen op grond van hun relatie tot de rest van de zin (functie) onderscheiden en benoemen, met behulp van de terminologie en in de traditie van de schoolgrammatica, toegepast op complexe teksten (C2-niveau van het ERK). De student kan met behulp van grammaticale noties reflecteren op zinnen die dubbelzinnig zijn. De student kan zelf zinnen maken volgens vooraf benoemde grammaticale voorwaarden (zoals bijvoorbeeld de voorwaarde dat een zin in de lijdende vorm moet worden gezet). Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands subdomein 7.2 Grammatica.
TENTAMINERING
KVT zinsontl Naam tentamen: KVT Zinsontleding
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Zinsontleding
Tentamenvorm/ vormen Kennis- en vaardigheidstoets
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Kennis- en vaardighedentoets (schriftelijk) De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- analyse (zinnen ontleden)
- synthese (zinnen samenstellen) uitleggen (in grammaticale termen reflecteren op zinnen, bijv. zinnen die dubbelzinnig zijn)
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 9–Woordbenoemen
ILS-NeDv-VVNPT-9 EVL 9 Woordbenoemen
17
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomein 7.2, Grammatica Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 2,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Woordbenoemen
De student kan de woordsoort benoemen van willekeurige woorden in complexe teksten (C2-niveau van het ERK) van diverse genres (bijv. een gedicht). De student kan in grammaticale termen reflecteren op zinnen en woorden die dubbelzinnig zijn. De student is in staat om zelf zinnen te maken met specifieke woordsoorten. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands subdomein 7.2 Grammatica.
TENTAMINERING
KVT woordbe Naam tentamen: KVT Woordbenoemen
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Woordbenoemen
Tentamenvorm/ vormen Kennis- en vaardigheidstoets
Tentamenmoment Periode 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Kennis- en vaardighedentoets (schriftelijk) De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- het benoemen van woordsoorten in teksten
- het herkennen, benoemen en uitleggen van zinnen die dubbelzinnig zijn met gebruikmaking van grammaticale kennis
- het zelf zinnen maken met specifieke woordsoorten De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 10 – Pedagogische tact 1
Code EVL Pedagogische tact 1
Beroepstaak/taken
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak … BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak … BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent
18
4. Organisatorisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Aantal studiepunten 2.5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Leeruitkomst Ontwikkelingspsychologie van de adolescent
De student bezit gevorderde gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in theorieën over ontwikkelingsprocessen gedurende de adolescentiefase. Hij heeft kennis van sociaal-emotionele-, morele-, seksuele-, denk- en taalontwikkeling. Eveneens heeft de student recente kennis van de leef en belevingswereld van jonge mensen in de leeftijd van 12 tot 25 jaar. Hiernaast bezit de student kennis en begrip over de werking van de hersenen bij pubers, motivatietheorieën, behoeften van leerlingen en de wijze waarop leerlingen het beste tot leren komen (werking korte en lange termijn geheugen). De student reproduceert en analyseert de kennis en past deze toe in verschillende situaties in het vo en mbo. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A1, A3, A4, B1, B5 (NLQF niveau 6).
TENTAMINERING
Code (deel)tentamen (1) Kennistoets of digital storytelling (keuze student)
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Ontwikkelingspsychologie van de adolescent
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets of digital storytelling (lagere orde)
Tentamenmoment Kennistoets aan het eind van elke periode Digital storytelling: flexibel doch uiterlijk 4 weken voor het einde van het betreffende semester.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dit betekent dat de student opgedane kennis moet kunnen integreren en toepassen. Betreffende de keuze voor digital storytelling oriënteert de student zich op educatieve mediaomgevingen waarbij de student ICT toepassingen selecteert en zich eigen maakt ten behoeve van de toets. De student creëert kwalitatieve goede content met media en technologie.
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
19
Hoofdstuk 3: Gegevens eenheden van leeruitkomsten en integrale toets
postpropedeutische fase Conform artikel 6.1 lid 2 van de OER
In hoofdstuk 1, paragraaf 1.2. zijn de modules van de postpropedeutische fase opgesomd. In
onderstaande tabellen staan voor elke module de ingangseisen, de beschrijvingen van de eenheden van
leeruitkomsten en de bijbehorende tentaminering.
ILS-NeDv-m-FD Module Fictie en didactiek
Ingangseisen Onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs en/of een lesbevoegdheid 1e of 2e graad
Onderwijsvorm Deeltijd verkort
Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
1 Jeugdliteratuur 7,5 1
2 Fictiedidactiek 5 1
3 Verhaalanalyse 5 1
4 Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
7,5 1
5 Leren en lesgeven met ict 5 1
EVL1–Jeugdliteratuur
ILS-NeDv-FD-1 EVL 1 Jeugdliteratuur
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 4 (fictie), subdomein 4.2.2 (geschiedenis jeugdliteratuur) Eindkwalificaties Vakinhoudelijk en Vakdidactisch bekwaam. Elementen van de ‘brede professionele basis zijn relevant voor deze EVL (eindkwalificaties Onderwijscoöperatie, vastgesteld faculteit Educatie december 2017)
Aantal studiepunten 7,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Jeugdliteratuur
De student kan leerlingen wegwijs maken in het ruime aanbod van Nederlandse en internationale jeugdliteratuur passend bij de ontwikkeling van de leerling en zijn niveau. Hij kan het aanbod van jeugdliteratuur plaatsen in de jeugdliteraire ontwikkelingen van de Nederlandse en internationale jeugdliteratuur vanaf einde achttiende eeuw. Op basis van kenmerken kan hij literaire en niet-literaire werken onderscheiden, indelen en waarderen. Hij kan op basis van kenmerken kinder-, jeugd- en adolescentenliteratuur onderscheiden, indelen en waarderen. De student kan literaire recensies analyseren (literaire argumenten herkennen, benoemen en waarderen). Hij kan literaire recensies schrijven en beargumenteerd reageren op recensies van anderen.
20
Een onderdeel van jeugdliteratuur is het handelingsdeel ‘fictieblog’. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 4 (fictie), subdomein 4.2.2 (geschiedenis jeugdliteratuur)
TENTAMINERING
KT jeugdlit Naam Tentamen: KT Jeugdliteratuur
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Jeugdliteratuur
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies: Het kunnen plaatsen van jeugdboeken binnen de geschiedenis van de jeugdliteratuur vanaf eind achttiende eeuw. Het kennen van de discussies rondom de waardering van jeugdboeken vanuit pedagogisch en literair oogpunt. Het kennen van de ontwikkelingsfasen van de lezer. Het benoemen van boekkenmerken die aansluiten bij een bepaalde ontwikkelingsfase. Het benoemen van kenmerken van literaire en niet-literaire jeugdboeken. Het definiëren van jeugd-, adolescenten- en volwassenenromans. Het toelichten van de polysysteemtheorie en de betekenis ervan. Het geven van een onderbouwd literair waardeoordeel. Het benoemen van verschillende typen argumenten in een literair waardeoordeel. De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 2- Fictiedidactiek
ILS-NeDv-FD-2 EVL 2 Fictiedidactiek
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 4 fictie, subdomein 4.3 (didactiek van fictie) Eindkwalificaties vakinhoudelijk en vakdidactisch bekwaam. Elementen van de ‘brede professionele basis’ zijn relevant voor deze EVL (eindkwalificaties Onderwijscoöperatie, vastgesteld faculteit Educatie december 2017)
Aantal studiepunten 5
21
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Fictiedidactiek
De student kan - op basis van zijn visie op fictieonderwijs (bijvoorbeeld over het nut van lezen van
fictie en het nut van creatief schrijven) en - op basis van zijn kennis van de literaire competenties en - op basis van zijn kennis van de laatste ontwikkelingen en theorieën op het gebied van
fictiedidactiek (waaronder leesbevordering en activerende didactiek) en - rekening houdend met de leessmaak en leesbeleving van leerlingen/doelgroepen - lesmateriaal ontwerpen waarmee hij een bepaald doel of bepaalde doelen beoogt
(bijvoorbeeld leesbevordering) passend bij de doelgroep. Een onderdeel van fictiedidactiek is het handelingsdeel ‘verwerkingsopdrachten’. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 4 fictie, subdomein 4.3 (didactiek van fictie)
TENTAMINERING
LT fictiedid Naam Tentamen: LT Fictiedidactiek
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Fictiedidactiek
Tentamenvorm/ vormen Leertaak: lesontwerp lessenserie rondom jeugdliteratuur
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Leertaak: lesontwerp lessenserie rondom jeugdliteratuur De lessenserie wordt beoordeeld op basis van de volgende dimensies:
- een beargumenteerde visie op fictieonderwiijs
- onderbouwing van keuzes (rekening houdend met leessmaak, leesbeleving en literaire competentieniveau van de doelgroep)
- onderbouwing van keuzes op basis van de laatste ontwikkelingen en relevante theorieën rondom bijvoorbeeld leesbevordering en activerende didactiek
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 3- Verhaalanalyse
ILS-NeDv-FD-3 EVL 3 Verhaalanalyse
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 4 (fictie), subdomein 4.1 (literatuuranalyse)
22
Eindkwalificaties Vakinhoudelijk en Vakdidactisch bekwaam. Elementen van de ‘brede professionele basis zijn relevant voor deze EVL (eindkwalificaties Onderwijscoöperatie, vastgesteld faculteit Educatie december 2017)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Verhaalanalyse
De student kan het gangbare instrumentarium voor de analyse van proza omschrijven, uitleggen en beargumenteerd toepassen bij de analyse en interpretatie van korte verhalen. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 4 (fictie), subdomein 4.1 (literatuuranalyse)
TENTAMINERING
KT verhaal an Naam tentamen: KT Verhaalanalyse
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Verhaalanalyse
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets en toepassingstoets: analyse van een literair kort verhaal (schriftelijk: met open en gesloten vragen)
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Het kunnen benoemen, uitleggen en beargumenteerd toepassen van verhaalanalytische termen, zoals beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands (subdomein 4.1.1, proza- en poëzieanalyse), op een verhalende tekst.
- Het analyseren en interpreteren van een kort verhaal, gebruikmakend van verhaalanalytische termen (subdomein 4.1.1, proza- en poëzieanalyse),
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 4- Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
ILS-NeDv-FD-4
EVL 4 Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 4 (Fictie). Competentie 3 en 7 (Wet BIO)
23
Aantal studiepunten 7,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
De student kan literaire teksten (verhalen, romans, gedichten) uit het Nederlandse taalgebied op basis van kenmerken plaatsen in de literatuurgeschiedenis (tijd, stromingen). De student kan de betekenis van een groot aantal theoretische begrippen uitleggen, gebruiken en toepassen bij de analyse en interpretatie van een gedicht en bij de analyse van een prozatekst of roman. De landelijke vakkennisbasis domein 4 (Fictie) en de bijbehorende begrippenlijst is hierbij het uitgangspunt. De student kan een beargumenteerd waardeoordeel geven over een literaire tekst gebruikmakend van de argumenten voor het beoordelen van literatuur van Mooij (1979). Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 4 (fictie) en domein 1 (vakdidactiek).
TENTAMINERING
KT poëzie an Naam Tentamen: KT Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
Tentamenvorm/ vormen Kennis- of toepassingstoets
Tentamenmoment Periode 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student wordt beoordeeld op de volgende aspecten: - Kennisvragen over poëzie, waarbij de student het gangbare begrippenapparaat voor poëzieanalyse moet kunnen uitleggen en / of voorzien van voorbeelden; - Toepassingsvragen bij poëtische teksten, waarbij de student het gangbare begrippenapparaat voor poëzieanalyse moet kunnen toepassen bij de analyse en interpretatie van een poëtische tekst, en / of waarbij de student het gedicht onderbouwd moet kunnen plaatsen in de juiste periode of stroming; - Kennisvragen over literatuurgeschiedenis, waarbij de student het gangbare begrippenapparaat voor literatuurgeschiedenis moet kunnen uitleggen en / of voorzien van voorbeelden; - Toepassingsvragen bij prozateksten, waarbij de student de prozatekst onderbouwd moet kunnen plaatsen in de juiste periode of stroming. De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL5- Leren en lesgeven met ICT
ILS-NeDv-FD-5 EVL 1 Leren en lesgeven met ICT
24
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de door het ILS vastgestelde kennisbasis Leren en lesgeven met ICT Competentie 1, 2, 3, 4, 7 (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Leren en lesgeven met ICT
De student is in staat om onderzoek te doen naar en coherent verslag te leggen van de mate waarop aan mediawijsheid en ict-geletterdheid vorm wordt gegeven op de eigen werkplek. De student is in staat om een ict-rijke les(senreeks) te ontwerpen waarin het gebruik van een online tool aantoonbaar bijdraagt aan de leeropbrengsten. De student is in staat deze les(senreeks) te delen met andere studenten op een blog. De student is in staat om gebruik te maken van de functionaliteiten van een blog.
TENTAMINERING
LT lesg ict Naam tentamen: LT Leren en lesgeven met ICT
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Leren en lesgeven met ICT
Tentamenvorm/ vormen Leertaak: onderzoeksverslag en artikel (blog)
Tentamenmoment Periode 2 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Onderzoek en verslaglegging van de mate waarop mediawijsheid en ict-geletterdheid vormgegeven worden op de eigen werkplek
- Ict-rijke lessenserie waarbij het gebruik van een online tool aantoonbaar bijdraagt aan de leeropbrengsten
- Kennisdeling via blog
- Gebruik van de functionaliteiten van een blog De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
25
ILS-NeDv-m-TTPT Module Toegepaste taalkunde en passend taalonderwijs
Ingangseisen Onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs en/of een lesbevoegdheid 1e of 2e graad
Onderwijsvorm Deeltijd verkort
Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
1 NT2, taalverwerving en didactiek 5 2
2 Pragmatiek 5 1
3 Taal en zorg 5 1
4 Taalverwervingsgericht lesgeven 5 1
5 Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs 5 1
6 Spellingdidactiek 5 1
EVL 1- NT2, taalverwerving en didactiek
ILS-NeD-TTPT-1 EVL 1 NT2, taalverwerving en didactiek
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein domein 8.1, 1.3, 2.2 en 2.7 Competentie 3 en 7 (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
NT2, taalverwerving en didactiek
De student is in staat om kennis van en inzicht in het domein van NT2, taalverwerving en didactiek te benoemen, te verklaren, uit te leggen en toe te passen. Voorbeelden hiervan zijn: (psycho) linguïstische opvattingen over T1- en T2-verwerving, fases van de ontwikkeling in T1 en T2, factoren die van invloed zijn op T1- en T2-verwerving, overeenkomsten en verschillen tussen T1- en T2-verwerving, de invloed van T1 op T2-verwerving, tweetaligheid, receptief en productief beheersen van taal, opvattingen over meertaligheid, taalvaardigheid en schoolsucces: alledaagse en schoolse taalvaardigheid. De student is in staat om kennis en inzicht in het domein van NT2- didactiek te benoemen, te verklaren, uit te leggen en toe te passen. Voorbeelden hiervan zijn: de didactische basis van de praktijk van het NT2-onderwijs in de eerste opvang, verschillende benaderingen in het NT2-onderwijs, ordeningscriteria in lesmateriaal voor NT2-onderwijs, woordenschatdidactiek, specifieke problemen van het Nederlands voor NT2-leerders / meertalige leerlingen, taalverwervingsgerichte feedback. De student kan een foutenanalyse maken van een taalproduct van een T2-leerder en kan op basis van deze foutenanalyse, adviezen formuleren voor het verbeteren van de taalvaardigheid van de leerder. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 8.1, 1.3, 2.2 en 2.7
TENTAMINERING
KT NT2 (1) Naam deeltentamen: KT NT2, taalverwerving en didactiek
26
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
NT2, taalverwerving en didactiek
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets en toepassingstoets
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Toets met kennis- en toepassingsvragen op het terrein van: - kennis van en inzicht in T1- en T2-verwerving - begrippenkader T1-/T2-verwerving - kennis van en inzicht in de verwerving en didactiek van de vier taalvaardigheden - kennis van en inzicht in woordenschatverwerving en –didactiek - kennis van en inzicht in grammaticaverwerving en - didactiek - foutenanalyse van een spreek- of schrijfproduct - inhoud en inzet van didactiek in vervolgtrajecten
De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Uitleg en toepassing van begrippen en theorieën over T1- en T2- verwerving en NT2-didactiek op praktijksituaties.
- Uitleg en toepassing van kennis en inzicht in woordenschatverwerving en woordenschatdidactiek
- Foutenanalyse van een spreek- of schrijfproduct - Gevolgen van de foutenanalyse voor de inhoud en didactiek van een vervolgtraject
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
LT NT2 (2) Naam deeltentamen: LT NT2 praktijkopdracht
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
NT2, taalverwerving en didactiek
Tentamenvorm/ vormen Praktijkopdracht: De leertaak bestaat uit een foutenanalyse van gesproken en geschreven taal van een NT2-leerder.
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Praktijkopdracht: Kennis- en toepassing, De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- het beschrijven van de onderwijs- en migratieachtergrond van een NT2-leerder - het analyseren van opvallende fouten in geschreven en gesproken taal van deze NT2-
leerder - het verklaren van opvallende zaken uit de foutenanalyse vanuit de bestudeerde
theorie Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 8.1, 1.3, 2.2 en 2.7
27
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 2- Pragmatiek
ILS-NeDv-TTPT-2 EVL 2 Pragmatiek
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 3.1.2. Competentie 1 en 3 (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Pragmatiek
De student is in staat om de belangrijkste benaderingen voor de analyse van taalgebruik (met de nadruk op zakelijk complementair taalgebruik) toe te passen bij het interpreteren van interessant en/of opvallend taalgebruik (zowel bij allerlei soorten teksten als bij mondeling taalgebruik) in de context van zijn beroep als leraar (in opleiding). Hij is in staat om de inzichten vanuit de pragmatiek te koppelen aan het snel groeiende aandeel en belang van communicatie met ict-middelen zoals bijvoorbeeld communicatie met en via sociale media. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 3.1.2.
TENTAMINERING
KT pragmatiek Naam tentamen: KT Pragmatiek
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Pragmatiek
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets en toepassingstoets
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Kennistoets waarin met gesloten en open vragen de declaratieve kennis van de behandelde stof bevraagd wordt en waarin met een casusopdracht de procedurele kennis van strategisch communiceren getoetst wordt. De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- juistheid en volledigheid van theoretische kennis
- beargumenteerd toepassen van kennis
- bereiken van strategische communicatiedoelen door middel van keuze van kanaal en inhoud van de boodschap
28
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 3 - Taal en zorg
ILS-NeD-TTPT-3 EVL 3 Taal en zorg
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 1.3.1. Competentie 1,2,3,4,5,6,7 (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Taal en zorg
De student kan spelling- en leesproblemen signaleren, de ernst en de aard ervan vaststellen met behulp van gestandaardiseerd toetsmateriaal en een diagnostisch gesprek voeren. Hij kan de lees- en of spellingsproblemen van een leerling/student op een onderzoeksmatige manier in beeld brengen en daarbij indien mogelijk digitale programma’s inzetten. Hij/zij kan in de reguliere les lees- en spellingzwakke leerlingen de zorg bieden die ze nodig hebben. Hij/zij is in staat om samen te werken met collega’s binnen de zorgstructuur van de school. De student toont aan taalleerproblemen te kunnen signaleren en analyseren, een bij de onderwijsbehoeften aansluitende aanpak te kunnen ontwerpen en een bijdrage te kunnen leveren aan de zorgstructuur van zijn school. Daarbij onderbouwt hij zijn handelen vanuit de theorie. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 1.3.1.
TENTAMINERING
LT taal & zorg Naam tentamen: LT Taal en zorg
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
LT taal en zorg
Tentamenvorm/ vormen Praktijkgerichte opdracht
Tentamenmoment Periode 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria Leertaak: praktijkgerichte opdracht
29
De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- adequate en onderbouwde signalering en analyse van taalleerproblemen
- adviezen aansluitend bij de onderwijsbehoefte van de leerlingen waarin gemaakte keuzes vanuit de theorie beargumenteerd zijn
- adviezen aan de (stage)school op basis van een analyse van de zorgstructuur De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
EVL 4- Taalverwervingsgericht lesgeven
ILS-NeD-TTPT-4 EVL 4 Taalverwervingsgericht lesgeven
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein domein 1, 2 Competentie 1,2,3,4,5,6,7 (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Taalverwervingsgericht lesgeven
De student is in staat om talige obstakels (bijvoorbeeld ontoereikende woordenschat) en culturele obstakels (bijvoorbeeld cultureel perspectief in teksten) die in zijn lespraktijk voorkomen, te herkennen en te analyseren. Hij is in staat om zijn lessen zodanig vorm te geven dat er taal verworven kan worden door leerlingen met Nederlands als moedertaal én door leerlingen met een andere moedertaal dan het Nederlands. Hij is bovendien in staat vanuit zicht op de samenhang tussen taalverwerving en taalvaardigheid de begeleiding van leerlingen bij de onderdelen lezen, schrijven, lezen, oordenschat en grammatica te richten op taalverwerving. Hij is in staat om, op basis van inzicht in en kennis van de speciale problematiek van NT2-leerders en taalzwakke leerlingen in meertalige klassen, oefenvormen (taken/opdrachten) te beoordelen op taalverwervingsgerichtheid. Hij is in staat om onderwijsmateriaal te ontwerpen en/of om te vormen met als doel de taalvaardigheid van deze leerlingen te vergroten. Hij kan zijn keuzes verantwoorden vanuit recente vakliteratuur. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 1, 2
TENTAMINERING
KT taalverw Naam tentamen: KT Taalverwervingsgericht lesgeven
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
KT taalverwervingsgericht lesgeven
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
30
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies: - het herkennen en analyseren van talige en culturele obstakels in een lesimpressie of
in kopieën van leergangen Nederlands; - het beoordelen van lesmateriaal op taalverwervingsgerichtheid; - het zodanig kunnen omvormen van oefenvormen (taken/opdrachten) dat ze
taalverwervingsgericht(er) worden; - het kunnen onderbouwen van deze aanpassingen vanuit de vakliteratuur.
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 5- Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs
ILS-NeD-TTPT-5 EVL 5 Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein domein 1, 2 Competentie 1,2,3,4,5,6,7 (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs
De student is in staat de huidige stand van zaken op het gebied van taalbeleid te analyseren en te interpreteren aan de hand van gegeven onderzoeksinstrumenten en recente vakliteratuur. Hij betrekt in zijn onderzoek een selecte groep docenten en leerlingen van zijn (stage)school. De student kan verbeterpunten op het gebied van taalbeleid en taalgericht vakonderwijs formuleren die de school ook daadwerkelijk kan uitvoeren. Hij is in staat om acties te beschrijven die hij zelf kan uitvoeren op het gebied van taalbeleid op school, in de sectie Nederlands en in zijn eigen lespraktijk te bevorderen. De student is in staat om een zaakvak- of theorieles van een collega te observeren op taalgerichtheid en hierbij concrete verbeterpunten te formuleren op de pijlers context, taalsteun en interactie. De student kan een hoofdstuk uit een zaakvakmethode of een vakleerboek analyseren op talige struikelblokken voor meertalige leerlingen. De student is in staat om taalgerichte onderdelen in te passen in een zaakvak- of theorieles, zodat deze les leerlingen uitnodigt om de taal van het vak of het beroep te kunnen begrijpen en gebruiken. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 1, 2
TENTAMINERING
DS taalbeleid Naam tentamen: DS Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs
Weging 1
31
Omvat de leeruitkomst(en)
DS Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs
Tentamenvorm/ vormen Dossier
Tentamenmoment Periode 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Beoordelingsdimensies: - Analyse en interpretatie van de huidige stand van zaken op de (stage)school op het
gebied van taalbeleid aan de hand van aangereikte onderzoeksinstrumenten en recente vakliteratuur en interviews met docenten en leerlingen.
- Formulering van voor de school daadwerkelijk uit te voeren verbetersuggesties op het gebied van taalbeleid en taalgericht vakonderwijs;
- Beschrijving van concrete acties voor hemzelf, voor de sectie Nederlands en in zijn eigen lespraktijk om het taalbeleid op school te bevorderen.
- Observatie en analyse van een zaakvak- of theorieles van een collega met het oog op taalgerichtheid en op basis daarvan formuleren van concrete verbeterpunten op de pijlers context, taalsteun en interactie.
- Analyse van een hoofdstuk uit een zaakvakmethode of een vakleerboek op talige struikelblokken voor meertalige leerlingen.
- Het beargumenteerd inpassen van taalgerichte onderdelen in een zaakvak- of theorieles zodat deze les leerlingen uitnodigt om de taal van het vak of het beroep te kunnen begrijpen en gebruiken.
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL6- Spellingdidactiek
ILS-NeDv-TTPT-6 EVL 6 Spellingdidactiek
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 2.2.4 en 3.5.1. Competentie 1,2,3,4,7 (Wet BIO)
Aantal studiepunten 5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Spellingdidactiek
De student is in staat om kennis van en inzicht in het domein van spellingdidactiek te benoemen, te verklaren, uit te leggen en toe te passen. Voorbeelden hiervan zijn: analyse en beoordeling van de spellingaanpak in een leergang en digitaal spellingmateriaal, spellingregels, spellingstrategieën, instructieprincipes en de behandeling van werkwoordspelling. De student kan de opgedane kennis en inzichten van dit domein koppelen aan de praktijk, bijvoorbeeld door op didactisch verantwoorde wijze een spellingles voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren.
32
Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven op eindniveau in de landelijke vakkennisbasis Nederlands domein 2.2.4.
TENTAMINERING
KT spel did Naam tentamen: KT Spellingdidactiek
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
KT Spellingdidactiek
Tentamenvorm/ vormen Kennis- en toepassingstoets
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Toets met kennis- en toepassingsvragen op het terrein van kennis van en inzicht in spellingdidactiek. De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Uitleg en toepassing van begrippen en theorieën over spellingdidactiek; - Beoordeling van spellingmateriaal (lesmateriaal, lesopzetten en toetsen) op
didactische kwaliteit en dit zo nodig vakinhoudelijk of vakdidactisch aanpassen; - Analyseren en beoordelen van spellingvragen of spelfouten van leerlingen vanuit de
spellingprincipes.
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
33
ILS-NeDv-m-SL De startbekwame leraar
Ingangseisen Propedeuse afgrond en het tentamen werkplekleren 2, onderdeel van de EVL – Integraal handelen 2, behaald.
Onderwijsvorm Deeltijd
Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
1
Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam
15 3
EVL 1– Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam
ILS-NeDv-SL-1 Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam
Beroepstaak/taken
BT 1. Lesgeven en trainen
BT 2. Begeleiden van lerenden
BT 3. Ontwerpen van leerarrangementen
BT 4. Bijdragen aan de onderwijsorganisatie
BT 5. Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Professionele standaard.
Aantal studiepunten 15 studiepunten
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
1. Interpersoonlijk competent
De student verantwoordt zijn eigen houding en gedrag én de invloed daarvan op de leerlingen. Dat betekent dat hij laat zien dat hij voor leerlingen een veilig en effectief leerklimaat creëert door zijn kennis en vaardigheden op het gebied van groepsprocessen en communicatie in te zetten. Hij verwoordt de implicaties daarvan voor zijn eigen handelen.
2. Pedagogisch competent
De student benut zijn pedagogische kennis van de leefwereld van leerlingen in zijn handelen als leraar. Hij houdt rekening met de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van leerlingen2, ontwikkelings- en opvoedingstheorieën en identiteitsvorming. Hij verantwoordt hoe hij deze kennis en vaardigheden inzet om een veilige leeromgeving te creëren waarin hij recht doet aan verschillen tussen leerlingen en waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke personen.
3. Vakinhoudelijk en didactisch competent
De student creëert een krachtige, innovatieve leeromgeving waarin leerlingen zich de leerinhouden van het vak eigen kunnen maken. Hierbij zet hij vakinhoudelijke, vakdidactische en algemene didactische kennis in en maakt gebruik van actuele kennis over onderwijs- en leertheorieën, toetsing onderwijsarrangementen en kennis over leren en lesgeven met ict ter ondersteuning van het leerproces. Hij stemt zijn onderwijs op een planmatige manier af op de wijze hoe leerlingen leren, wat hun leerbehoeften zijn en hoe zij zich ontwikkelen. De student
2 Waar leerling staat kan ook student/deelnemer gelezen worden.
34
verantwoordt en onderbouwt gemaakte keuzes vanuit opgebouwde kennis waaronder de theorie. Zie voor verdere eisen: OnderwijsOnline
4. Organisatorisch competent
De student realiseert een ordelijke en taakgerichte omgeving in zijn klas. Daarnaast verwoordt hij het belang van een adequate organisatie in klas-, team- en schoolverband. Hij zet zijn organisatorische kennis en vaardigheden in om voor zijn groepen en andere contacten met leerlingen een effectief en veilig leef- en werkklimaat tot stand te brengen. De student kan zijn eigen leren en werkzaamheden plannen en organiseren.
5. Competent in het samenwerken met collega’s
De student levert een bijdrage aan het pedagogisch didactisch klimaat van de school en werkt hierbij op een constructieve wijze samen met de collega’s binnen de schoolorganisatie. Hij zoekt actief uitwisseling met collega’s ten behoeve van zijn eigen ontwikkeling als leraar en de ontwikkeling van de school als geheel. Daartoe deelt hij met collega’s zijn kennis over bijvoorbeeld leerlingen, onderwijsverbetering en leren en lesgeven met ict.
6. Competent in het samenwerken met de omgeving
De student verantwoordt het belang van samenwerken met externe partijen om in gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven aan het onderwijs aan en de ontwikkeling van de leerlingen. De student werkt samen met deze betrokkenen. Hij zorgt hierbij voor adequate communicatie en houdt rekening met de achtergrond(en).
7. Competent in reflectie en ontwikkeling
De student onderzoekt en onderbouwt zijn eigen opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar. Hij zet reflectie systematisch in bij de eigen ontwikkeling en kan daar planmatig aan werken. Hierbij maakt de student gebruik van feedback, theorie en actuele ontwikkelingen die relevant zijn voor zijn onderwijs.
8. Landelijke kennisbasis(toets)
De student toont met de landelijke kennistoets aan het landelijk vastgestelde basisniveau voor het betreffende vakgebied te beheersen op de domeinen zoals opgenomen in de landelijke toetsgids op www.10voordeleraar.nl. De LKT is een landelijke verplichting en het behalen van de LKT is voorwaarde om het Bachelor getuigschrift voor de opleiding tot leraar van de tweede graad te behalen.
TENTAMINERING
Code (deel)tentamen (1) Portfoliobeoordeling beroepsbekwaam
Weging 50%
Omvat de leeruitkomst(en)
1. Interpersoonlijk competent
2. Pedagogisch competent
3. Vakinhoudelijk en didactisch competent
4. Organisatorisch competent
5. Competent in het samenwerken met collega’s
6. Competent in het samenwerken met de omgeving
7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Tentamenvorm/vormen Portfolio beroepsbekwaam (Voorwaardelijk: bewijsstuk afronding werkplekleren 3. Bij twijfel volgt een aanvullend gesprek)
Tentamenmoment Flexibel, op aanvraag
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria Deze staan beschreven in het beoordelingsformulier portfoliobeoordeling beroepsbekwaam.
Minimaal oordeel deeltentamen
5,5
Code (deel)tentamen (2) Beoordeling werkplekleren 3
35
Weging 40%
Omvat de leeruitkomst(en)
1. Interpersoonlijk competent
2. Pedagogisch competent
3. Vakinhoudelijk en didactisch competent
4. Organisatorisch competent
5. Competent in het samenwerken met collega’s
6. Competent in het samenwerken met de omgeving
7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Tentamenvorm/ vormen Eindbeoordeling werkplekleren 3
Tentamenmoment Flexibel, op aanvraag
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria Zie beoordelingsformulier werkplekleren 3 op: http://specials.han.nl/sites/bureau-extern/stages/ils-han-deeltijd/wpl3-dt/
Minimaal oordeel deeltentamen
5,5
Code (deel)tentamen (3) Landelijke Kennistoets (LKT)
Weging 10%
Omvat de leeruitkomst(en)
8. Landelijke kennisbasis(toets)
Tentamenvorm/ vormen Landelijke kennistoets
Tentamenmoment Tentamenmomenten zijn landelijk bepaald en vastgelegd in de toetskalender op www.10voordelaraar.nl (Klik hier).
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria Het betreft hier een landelijke toets, zie voor meer informatie www.10voordeleraar.nl
Minimaal oordeel deeltentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6 / voldoende
Code deel- tentamen
Landelijke kennistoets Nederlands
On
der
wijs
aan
bo
d Contactonderwijs
Ter voorbereiding van de LKT wordt er 1x per jaar een bijeenkomst georganiseerd.
Online leren n.v.t.
Werkplekleren Nee
Individuele begeleiding
Nee
Literatuur, software en overig materiaal
Alle literatuur aangeboden in de opleiding
Vrijgestelde eenheden van leeruitkomsten
Code Alluris Onderwijseenheden stp
ILS-NeDV-VP-1 Krachtig leren 1 7,5
ILS-NeDv-VP-2 Pedagogische tact Pedagogische tact -> m.u.v. leeruitkomst Ontwikkelingspsychologie van de adolescent
5
ILS-NeDv-VP-3 Integraal handelen 1: werkplekleren en professionele docent 1 15
ILS-NeDv-VVP-5 Krachtig leren 2 7,5
36
ILS-NeDv-VPP-6 Pedagogische tact 2 7,5
ILS-NeDv-PP-6 Integraal handelen 2: werkplekleren en professionele docent 2 15
hanvrijc Vrije Minor 30
ILS-NeDv-VP-4 LT Onderzoek taalkunde 2,5
ILS-NeDv-VVP-1 ILS-NeDv-VVP-2 ILS-NeDv-VVP-3
DS Vrije ruimte 15
ILS-NeDv-VVP-4 Dossier beroepsproducten “de onderzoekende leraar:” 15
EVL 1 – Krachtig leren 1
Code EVL Krachtig leren 1
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak … BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak …
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent
2. Pedagogisch competent
3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent
4. Organisatorisch competent
7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Aantal studiepunten 7.5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Krachtig leren 1
De student bezit gevorderde gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in de belangrijkste leertheorieën voor het onderwijs; behaviorisme, cognitivisme, handelingspsychologie, constructivisme en connectivisme. De student heeft kennis van het directe instructiemodel en kan deze kennis toepassen in praktijksituaties. Daarnaast heeft de student kennis en inzicht in het Nederlandse onderwijssysteem. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A1, C1, C5 (NLQF niveau 6).
Een voorbeeldig uitgewerkte vakles
De student past de kennis van het curriculaire spinnenweb, het directe instructiemodel en de leerlingbehoeften toe in de onderwijspraktijk door het uitwerken van een lesvoorbereiding waarin alle onderdelen zichtbaar zijn geïntegreerd in de les. De student draagt verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de voorbereide les, werkt hierbij samen met zijn werkplekbegeleider (overleg over geschikt moment, aansluiting bij de doelgroep en het curriculum en reflecteert kritisch op de uitvoering, waarbij bovenstaande thema’s leidend zijn. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A4, A5, A6, A7 (NLQF niveau 6).
TENTAMINERING
Code (deel)tentamen (1) Kennistoets krachtig leren 1 of Take home test krachtig leren 1 (keuze student)
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Krachtig leren 1
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets of Take home test
Tentamenmoment Kennistoets: na aangeboden onderwijs. Take home test: flexibel.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten.
37
Beoordelingscriteria
De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dit betekent dat de student opgedane kennis moet kunnen integreren en toepassen. Zowel bij de kennistoets als de take home test reproduceert de student kennis over de onderwerpen
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Code (deel)tentamen 2 Leertaak: ‘Een voorbeeldig uitgewerkte les’
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Een voorbeeldig uitgewerkte les
Tentamenvorm/ vormen Leertaak (hogere orde)
Tentamenmoment Flexibel doch uiterlijk 4 weken voor het einde van het betreffende semester.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten.
Beoordelingscriteria
In deze leertaak laat de student zien een lesvoorbereiding te kunnen maken aan de hand van het Directe Instructiemodel. De opgedane kennis over deze onderwerpen integreert de student in de lesvoorbereiding. De les moet ook daadwerkelijk worden uitgevoerd in de stagepraktijk en vergezeld met een beoordeling door werkplekbegeleider en een reflectieverslag worden ingeleverd. De student reflecteert op vooraf gestelde leerdoelen welke hij vervolgens aantoont middels filmfragmenten. Zie verder het bijbehorende beoordelingsformulier.
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Minimaal oordeel EVL 6 / voldoende
EVL 2 – Pedagogische tact 1
Code EVL Pedagogische tact 1
Beroepstaak/taken
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak … BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak … BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Aantal studiepunten 7.5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Leeruitkomst Seksuele diversiteit
De student bezit gevorderde gespecialiseerde kennis van en kritisch inzicht in theorieën over meerdere genderthema’s: seksuele vorming, zelfwaardering, identiteitsbesef, homoseksualiteit en genderidentiteit. De student is zich bewust van zijn eigen attitude m.b.t. deze thema’s (welke besproken wordt tijdens de bijeenkomst op het instituut), begrijpt de noodzaak en kan deze integreren in zijn vaklessen. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis B5. (NLQF niveau 6)
TENTAMINERING
38
Code (deel)tentamen 2 Leertaak: “Seksuele diversiteit”
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Seksuele diversiteit
Tentamenvorm/ vormen Leertaak (hogere orde)
Tentamenmoment Flexibel doch uiterlijk 4 weken voor het einde van het betreffende semester.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
In deze leertaak ontwerpt de student een les waarin de student aandacht voor seksuele diversiteit integreert in een vakles. De opgedane kennis over seksuele diversiteit en de wijze waarop dit in een les aan de orde kan worden gesteld integreert de student in de lesvoorbereiding.
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Minimaal oordeel EVL 6 / voldoende
EVL 3 – Integraal handelen 1
Code EVL Naam EVL
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent
2. Pedagogisch competent
3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent
4. Organisatorisch competent
7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Aantal studiepunten 15
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
WPL 1
De student kan antwoord geven op de vraag: ‘Kan en wil ik docent worden?’ door een periode actief te zijn geweest binnen het onderwijs (VO onderbouw of MBO) en daarbij minimaal 10 tot 15 lessen of onderwijsactiviteiten aan groepen leerlingen te hebben verzorgd (zie de stagekaart van Bureau Extern: http://specials.han.nl/sites/bureau-extern/stages/test/documenten/handleiding-STAGEKAART-ILS-wpl1-DT-2016-17-v2.pdf) Tijdens de stage vindt er een transfer plaats van de opgedane kennis tijdens Krachtig leren 1 en Pedagogisch tact 1 naar de actuele stagepraktijk.
Ter voorbereiding op het werkplekleren maakt de student een leerwerkplan waarin hij zichzelf voorstelt, sterke en zwakke kanten analyseert en doelen formuleert die zijn competentieontwikkeling sturen. De student kan in samenspraak met de werkplekbegeleider en de opleiding heldere afspraken maken over invulling en uitvoering van zijn leertraject. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven in de generieke kennisbasis (NLQF niveau 6) en de sbl-competenties.
Integraal handelen 1 De student kan per sbl competentie zijn handelen verantwoorden aan de hand van een concrete praktijksituatie. Hij kan dit onderbouwen met verschillende bewijsstukken. Tevens is hij in staat om een expliciete koppeling te maken tussen de verantwoording van het handelen,
39
bewijsmateriaal en recente theoretische bronnen. De student is in staat zijn functioneren te analyseren met behulp van relevante theorie vanuit alle onderdelen van het leren in de propedeutische fase van de opleiding.
Drama
De student lost verscheidene onderwijssituaties op een creatieve manier op waarbij hij expressief is en inzicht heeft in zijn lichaamstaal en non-verbale manieren van uitdrukken. Tijdens drama komen alle domeinen van de Generieke Kennisbasis aan de orde (NLQF niveau 6).
TENTAMINERING
Code (deel)tentamen (1) WPL 1
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
De student kan antwoord geven op de vraag: ‘Kan en wil ik docent worden?’, gebaseerd op zijn ervaringen tijdens WPL 1, de ontwikkelde competenties behorende bij WPL1 en alle andere onderdelen van het leren in de propedeutische fase van de opleiding.
Tentamenvorm/ vormen Tussen- en eindbeoordeling op de stageschool.
Tentamenmoment Op de helft en op het eind van de stage.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten.
Beoordelingscriteria http://specials.han.nl/sites/bureau-extern/stages/ils-han-deeltijd/werkplekleren-1/
Minimaal oordeel deeltentamen
6.0
Code (deel)tentamen (2) Digitaal Portfolio
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
De student ontwikkelt zich door te reflecteren op de ontwikkelde competenties tijdens WPL1 en alle andere onderdelen van het leren in de propedeutische fase van de opleiding.
Tentamenvorm/ vormen Digitaal Portfolio
Tentamenmoment Na afloop van WPL1 doch uiterlijk 8 weken voor het einde van het betreffende semester.
Beoordelingsdimensies
Binnen het digitaal portfolio wordt de opgedane kennis van alle onderdelen van het leren in de propedeutische fase geïntegreerd met beoefende vaardigheden in de stagepraktijk waarbij eveneens de leerkrachtattitude wordt geëvalueerd.
Beoordelingscriteria
Het portfolio omvat de eindbeoordeling (geparafeerd), een verantwoordingsverslag met literatuurverwijzingen en bewijsstukken. Bij de beoordeling van het integraal handelen zijn de SBL-competenties in verbinding gebracht met de professionele standaard (Dublindescriptoren). Zowel de competenties als de professionele standaard zijn in de ‘Ruggengraat van de lerarenopleiding’ uitgewerkt op drie niveaus.
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Code (deel)tentamen (3) Drama
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
De student lost verscheidene onderwijssituaties op een creatieve manier op waarbij hij expressief is en inzicht heeft in zijn lichaamstaal en non-verbale manieren van uitdrukken.
40
Tentamenvorm/ vormen Gedurende de lessenreeks houdt de student een logboek bij met leerervaringen. In een reflectie van twee A4 koppelt de student leerervaringen aan de doelen van de lessenreeks.
Een uitwerking van de beoordelingscriteria is te vinden in de elektronische leeromgeving en de studiewijzer.
Tentamenmoment Aan het einde van de lessenreeks, in overleg met de docent.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Minimaal oordeel EVL 6 / voldoende
EVL 6- Vrije Ruimte
ILS-NeDv-VVP-1 ILS-NeDv-VVP-2 ILS-NeDv-VVP-3
EVL 6 Vrije ruimte
Beroepstaak/taken
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Nederlands BT 2 Begeleiden van lerenden BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Nederlands BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de door het ILS vastgestelde kennisbasis Leren en lesgeven met ICT
Aantal studiepunten 15
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Vrije ruimte
De student kan zijn kennis, inzicht en/of vaardigheden op minimaal hbo-niveau, uitbreiden door een variëteit aan zelfgekozen activiteiten die bijdragen aan persoonsvorming en/of competentieontwikkeling. Hij kan na afronding van de activiteiten beschrijven in hoeverre de vooraf gestelde leerdoelen bereikt zijn en daarop reflecteren.
TENTAMINERING
DS vr ruimte Naam tentamen: DS Vrije ruimte
Weging n.v.t.
Omvat de leeruitkomst(en)
Vrije ruimte
Tentamenvorm/ vormen Dossier Vrije ruimte
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Het dossier Vrije Ruimte wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Beschrijving van de activiteit
- Beschrijving leerdoelen per activiteit passend bij persoonsvorming en/of competentieontwikkeling
- Beschrijving relevantie per activiteit voor schoolvak en/of beroep
- Reflectie op behaalde leerdoelen per activiteit
- Hbo-niveau van de uitgevoerde activiteit
41
- Verantwoording studiebelastingsuren – studiepunten –per activiteit leerdoelen (maximaal 5 studiepunten per activiteit)
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 1 – Krachtig leren 2
Code EVL Krachtig leren 2
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak … BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak …
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent
2. Pedagogisch competent
3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent
4. Organisatorisch competent
7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Aantal studiepunten 7.5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Leeruitkomst Concept leren
De student heeft zicht over hoe een optimale leeromgeving voor leerlingen kan worden gecreëerd. Hiervoor bezit de student gevorderde, gespecialiseerde kennis over motivatietheorieën, metacognitie, concept leren. Hiernaast bezit de student kennis en begrip over traditioneel vernieuwingsonderwijs en actuele ontwikkelingen in het Nederlandse onderwijs. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A2, A3, A4, B2, C1 (NLQF niveau 6).
Leeruitkomst Algemene didactiek en leren
De student heeft zicht over hoe een optimale leeromgeving voor leerlingen kan worden gecreëerd. Hiervoor bezit de student gevorderde, gespecialiseerde kennis over didactische principes, ontwerpmodellen, differentiatie, samenwerkend leren en toetsing. Eveneens bezit de student gevorderde, gespecialiseerde kennis over formatieve en summatieve toetsing met de bijbehorende regels voor feedback en feedforward. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A5 A7, A8 (NLQF niveau 6).
TENTAMINERING
Code (deel)tentamen (1) Kennistoets krachtig leren 2
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Concept leren
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets
Tentamenmoment Aan het eind van het semester waarin het onderwijs is gegeven.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dit betekent dat de student opgedane kennis moet kunnen integreren en toepassen. Bij de kennistoets reproduceert de student de
42
volgende onderwerpen én kan de student omschrijven hoe hij deze in de onderwijspraktijk zou toepassen: - motivatietheorieën - metacognitie - concept leren. - (traditioneel) vernieuwingsonderwijs.
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Code (deel)tentamen 2 Leertaak krachtig leren 2
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Algemene didactiek en leren
Tentamenvorm/ vormen Leertaak (hogere orde)
Tentamenmoment Flexibel
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten.
Beoordelingscriteria
In deze leertaak laat de student zien een lessenserie te kunnen maken aan de hand van een ontwerpmodel waarin aandacht is voor differentiatie, samenwerkend leren en toetsing. De student kan leerarrangementen met ict ontwerpen waarbij recht wordt gedaan aan verschillen tussen leerlingen en maakt keuzes inzichtelijk.
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Minimaal oordeel EVL 6 / voldoende
EVL 2 – pedagogische tact 2
Code EVL Pedagogische tact 2
Beroepstaak/taken
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak … BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak … BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Aantal studiepunten 7.5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Leeruitkomst Leerlingen met ondersteuningsbehoeften
De student bezit gevorderde, gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in de belangrijkste theorieen over leerlingbegeleiding in de school. De student kent de voorwaarden voor het optimaliseren van leerlingbegeleiding en kan de zorgstructuur van een (stage)school in kaart brengen en deze relateren aan principes van leerlingbegeleiding en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Hiernaast bezit de student kennis over de wetgeving en zorgplicht m.b.t. passendonderwijs. Eveneens bezit de student gevorderde, gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in veelvoorkomende leer- en gedragsproblemen.
43
Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis B5 (NLQF niveau 6).
Leeruitkomst Communicatie, interactie en groepsdynamica
De student bezit gevorderde, gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht over communicatiemodellen, gesprekstechnieken, specifieke groepsdynamische processen en groepsvorming. Tevens kent de student de mogelijkheden en risico’s van internet en sociale media. Deze thema’s zijn afkomstig uit de generieke kennisbasis domein A5, B3, B4 (NLQF niveau 6).
TENTAMINERING
Code (deel)tentamen (1) Kennistoets pedagogische tact 2
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Leerlingen met ondersteuningsbehoeften
Communicatie, interactie en groepsdynamica
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets
Tentamenmoment Aan het eind van het semester waarin het onderwijs is gegeven.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en subdomeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dit betekent dat de student opgedane kennis moet kunnen integreren en toepassen. Bij de kennistoets reproduceert de student de onderwerpen én kan de student omschrijven hoe hij deze in de onderwijspraktijk zou toepassen.
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Code (deel)tentamen 2 Leertaak pedagogische tact 2
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Leerlingen met ondersteuningsbehoeften
Communicatie, interactie en groepsdynamica
Tentamenvorm/ vormen Leertaak
Tentamenmoment Flexibel
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
In deze leertaak onderzoekt de student een leerling met extra ondersteuningsbehoeften en schrijft een plan van aanpak over hoe aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling tegemoet kan worden gekomen. De opgedane kennis over ondersteuningsbehoeften, communicatie, interactie en groepsdynamica past de student toe bij het beschrijven van een plan van aanpak.
Minimaal oordeel deeltentamen
5.5
Minimaal oordeel EVL 6 / voldoende
EVL 3 – Integraal handelen 2
Code EVL Naam EVL
44
Beroepstaak/taken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent
2. Pedagogisch competent
3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent
4. Organisatorisch competent
7. Competent in reflectie en ontwikkeling
Aantal studiepunten 15
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
WPL 2
De student kan antwoord geven op de vraag: ‘Wat voor een docent wil ik worden?’ door een periode actief te zijn geweest binnen het onderwijs (VO onderbouw of MBO) en daarbij een aantal lessen of onderwijsactiviteiten aan groepen leerlingen te hebben verzorgd (zie de stagekaart van Bureau Extern: http://specials.han.nl/sites/bureau-extern/stages/test/documenten/handleiding-STAGEKAART-ILS-wpl1-DT-2016-17-v2.pdf) Tijdens de stage vindt er een transfer plaats van de opgedane kennis tijdens Krachtig leren 2 en Pedagogisch tact 2 naar de actuele stagepraktijk.
De student kan ter voorbereiding van het werkplekleren een leerwerkplan maken waarin hij zichzelf voorstelt, sterke en zwakke kanten analyseert en doelen formuleert die zijn competentieontwikkeling sturen. De student kan in samenspraak met de werkplekbegeleider en de opleiding heldere afspraken maken over invulling en uitvoering van zijn leertraject. Voor al het bovengenoemde gelden de onderwerpen en standaarden zoals beschreven in de generieke kennisbasis (NLQF niveau 6) en de sbl-competenties.
TENTAMINERING
Code (deel)tentamen (1) WPL 2
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
De student kan antwoord geven op de vraag: ‘Wat voor een docent wil ik worden?’, gebaseerd op zijn ervaringen tijdens WPL 2, de ontwikkelde competenties behorende bij WPL 2 en alle andere onderdelen van het leren in de postpropedeutische fase van de opleiding.
Tentamenvorm/ vormen Tussen- en eindbeoordeling op de stageschool.
Tentamenmoment Op de helft en op het eind van de stage.
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria http://specials.han.nl/sites/bureau-extern/stages/ils-han-deeltijd/werkplekleren-2/
Minimaal oordeel deeltentamen
6.0
EVL 7– Kennis van taal
ILS-NeD-VVN-7 EVL 7 Kennis van taal
Beroepstaak/taken BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
De onderwerpen en de eindkwalificaties zijn beschreven in de landelijke vakkennisbasis Nederlands, subdomeinen 2.5 Documenteren, 3.1 Taal en communicatie en 3.2 Taalsysteem.
45
Competentie 3: vakinhoudelijk competent (Wet BIO)
Aantal studiepunten 7,5
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Taalkunde
De student benoemt en verklaart het taalsysteem en de domeinen syntaxis en semantiek binnen de taalkunde met behulp van taalkundige terminologie. De student lost taalkundige vraagstukken op het gebied van syntaxis en semantiek op, en beargumenteert zijn antwoord met gebruikmaking van taalkundige terminologie.
Onderzoek taalkunde
De student voert een (theoretisch) onderzoek uit over een taalkundig onderwerp, of over een taalkundig deelgebied (taalsysteem, fonetiek, fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek of lexicologie), al dan niet vanuit een taalvariatieperspectief. De student rapporteert over dit onderzoek in een artikel, geschikt voor een breed (niet-taalkundig onderlegd) publiek, in correct Nederlands (niveau 4F volgens het Referentiekader Taal). De student selecteert hiervoor relevante bronnen (schriftelijke of mondelinge), analyseert ze en rapporteert kritisch over hun inhoud.
TENTAMINERING
KT taalkunde (1) Naam deeltentamen: KT Taalkunde
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Taalkunde
Tentamenvorm/ vormen Kennistoets
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria
Kennistoets (schriftelijk, met open en gesloten vragen) De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
- Het kunnen benoemen en uitleggen van de verschillende domeinen binnen de taalkunde i.c. het taalsysteem de syntaxis en de semantiek, met behulp van binnen de taalkunde gebruikte terminologie.
- Het kunnen oplossen van taalkundige ‘problemen’ en vraagstukken . De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
LT taalkunde (2) Naam deeltentamen: LT Onderzoek Taalkunde
Weging 1
Omvat de leeruitkomst(en)
Onderzoek taalkunde
Tentamenvorm/ vormen Leertaak Onderzoek
Tentamenmoment Periode 1, 2, 3 en 4
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
46
Beoordelingscriteria
De student wordt beoordeeld op de volgende dimensies:
Vormaspecten: - Het artikel is geschreven in correct Nederlands - Het artikel bevat een literatuurlijst volgens de APA-richtlijnen - Het artikel is voorzien van de voor- en achternaam van de auteur -
Inhoudsaspecten: - Aanleiding - Specifieke onderwerp - Onderzoeksvraag - Aanpak/analyse - Antwoord op de onderzoeksvraag
Theoretische onderbouwing (minimaal vier (semi-)wetenschappelijke bronnen)
De criteria zijn in de studiewijzer beschreven als onderdeel van de toetsprocedure. De beoordelingscriteria zijn gekoppeld aan de professionele standaard en de landelijk vastgestelde Kennisbasis voor het vak Nederlands.
Minimaal oordeel (deel)tentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6
EVL 2– De onderzoekende leraar Nederlands
ILS-NeD-SL-2 EVL 2 De onderzoekende leraar Nederlands
Beroepstaak/taken
BT 1. Lesgeven en trainen
BT 2. Begeleiden van lerenden
BT 3. Ontwerpen van leerarrangementen
BT 4. Bijdragen aan de onderwijsorganisatie
BT 5. Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Eindkwalificatie(s) / competentie(s)
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Professionele standaard
Aantal studiepunten 15 studiepunten
Beschrijving van de leeruitkomst(en) waaruit deze EVL is opgebouwd
Onderzoekende leraar
De student verdiept zijn professionele identiteit door op systematische wijze een vraagstuk uit de eigen praktijk te onderzoeken. Hij oriënteert zich vanuit verschillende perspectieven op het vraagstuk zowel binnen de school als vanuit literatuur. Hij verzamelt en analyseert data uit de eigen onderwijspraktijk en hanteert in de beantwoording van het vraagstuk een consistente en navolgbare werkwijze. Hij beargumenteert zijn keuze(s) in het onderzoeksproces. Hij betrekt belanghebbenden bij het gehele onderzoeksproces.
TENTAMINERING
DS ond leraar Dossier beroepsproduct(en); ‘de onderzoekende leraar’
47
Weging 100%
Omvat de leeruitkomst(en)
Onderzoekende leraar
Tentamenvorm/ vormen Beroepsproduct(en) ‘de onderzoekende leraar’. De leeruitkomst wordt aangetoond aan de hand van een of meerdere beroepsproducten.
Tentamenmoment Flexibel, op aanvraag
Beoordelingsdimensies Zie leeruitkomsten
Beoordelingscriteria Zie beoordelingsformulier ‘de onderzoekende leraar Nederlands’
Minimaal oordeel deeltentamen
5,5
Minimaal oordeel EVL 6 / voldoende
Hoofdstuk 4: Verkorte programma’s Conform artikel 7.9 lid 5 van de OER
Verkort tweejarig traject voor studenten die al in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs of van een tweede- dan wel eerstegraads lesbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs en mbo. Vastgesteld door de examencommissie op 21 december 2017 zoals opgenomen in hoofdstuk 1 van dit
opleidingsstatuut.
Hoofdstuk 5: Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe
behorende eenheden van leeruitkomsten Conform artikel 3.4 lid 8 van de OER
Niet van toepassing3
DEEL 4 ONDERWIJSARSENAAL
In het onderwijsarsenaal beschrijft de opleiding per module welk onderwijsaanbod ze biedt voor de
modules van de opleiding die bestaan uit eenheden van leeruitkomsten (EVL’en).
In afstemming met de opleiding bepaalt de student of hij wel of niet gebruik wil maken van dit
onderwijsaanbod. Deze keuze wordt vervolgens opgenomen in de onderwijsovereenkomst.
3 Gebruiken indien de opleiding geen minoren heeft die zijn beschreven in EVL. Dan de tabellen verwijderen. Deze voetnoot verwijderen!
48
Opbouw van de module
ILS-NeDv-m-VVNPT Vakkennis en vaardigheden Nederlands
Ingangseisen n.v.t. Onderwijsvorm Deeltijd
Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens
Overzicht van EVL’en
waaruit de module is
opgebouwd
1 Leesvaardigheid 2,5 1 2 Schrijfvaardigheid 2,5 1 3 Mondelinge taalvaardigheid 2,5 1 4 Spelling 5 1 6 Taalvariatie 2,5 1
7 Taalkunde 7,5 2
8 Zinsontleding 5 1
9 Woordbenoemen 2,5 1
10 Pedagogische tact 1 2,5 1
ONDERWIJSARSENAAL Leesvaardigheid
EVL 1 –Leesvaardigheid
KT leesv Naam tentamen: KT Leesvaardigheid
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Ja: 2 bijeenkomsten in periode 1 Er wordt bij de start van de periode een introductiecollege aangeboden en halverwege de periode is er een responsiecollege dan wel vragenuurtje ter ondersteuning van het leerproces.
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Braas, C., Geest, E. van der & Schepper, A. de (2015). Taaltopics Argumenteren. Denk kritisch, adviseer overtuigend! (vierde druk). Groningen/Houten: Noordhoff. ISBN 978 90 01 163686.
ONDERWIJSARSENAAL Schrijfvaardigheid
EVL 2 –Schrijfvaardigheid
LT schrijfv Tentamen: LT Schrijfvaardigheid
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Ja: 2 bijeenkomsten in periode 3 of 4 Er wordt bij de start van de cursus een introductiecollege aangeboden en men kan halverwege de periode deelnemen aan een bijeenkomst waarin gewerkt wordt met de methode van peer review.
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
49
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Braas, C., Geest, E. van der & Schepper, A. de (2015). Taaltopics Argumenteren. Denk kritisch, adviseer overtuigend! (vierde druk). Groningen/Houten: Noordhoff. ISBN 978 90 01 163686.
ONDERWIJSARSENAAL Mondelinge taalvaardigheid
EVL 3 –Mondelinge taalvaardigheid
VT mondeling Tentamen: VT Mondelinge taalvaardigheid
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Ja: 2 bijeenkomsten in periode 2 of 3 Er wordt bij de start van de periode een introductiecollege aangeboden en halverwege de periode is er een responsiecollege dan wel vragenuurtje ter ondersteuning van het leerproces.
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Nee
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Braas, C., Geest, E. van der & Schepper, A. de (2015). Taaltopics Argumenteren. Denk kritisch, adviseer overtuigend! (vierde druk). Groningen/Houten: Noordhoff. ISBN 978 90 01 163686. Geer, P. van der. (2011). Effectief in debat en dialoog. Groningen/Houten:Noordhoff
ONDERWIJSARSENAAL Spelling
EVL 4 –Spelling
KVT spelling Tentamen: KT Spelling
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs Ja: 7 bijeenkomsten in periode 2 of 4
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Nee
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Baker, A.E., Don, J. & Hengeveld, K. (red) (2012). Taal en taalwetenschap. 2e Editie. Oxford: Blackwell. ISBN 9780470672136 Schryver, J. de & Neijt, A. (2010). Handboek Spelling. Mechelen: Wolters Plantyn, ISBN 978-90-301-0581-7 Schryver, J. de & Neijt, A. (2010). Oefenboek Spelling. Mechelen: Wolters Plantyn, ISBN 978-90-301-7536-0
50
ONDERWIJSARSENAAL Taalvariatie
EVL 6 –Taalvariatie
KT taalvar Tentamen: KT Taalvariatie
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs Ja: 2 bijeenkomsten in periode 2 of 4. Er wordt bij de start van de periode een introductiecollege aangeboden en halverwege de periode is er een responsiecollege dan wel vragenuurtje ter ondersteuning van het leerproces.
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Nee
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Baker, A.E., Don, J. & Hengeveld, K. (red) (2012). Taal en taalwetenschap. 2e Editie. Oxford: Blackwell. ISBN 9780470672136
ONDERWIJSARSENAAL Kennis van taal
EVL 7 –Kennis van taal
deeltentamen: KT Taalkunde
deeltentamen: Onderzoek taalkunde
Contactonderwijs Ja: 7 tot 8 bijeenkomsten in periode 1 of 3
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Baker, A.E., Don, J. & Hengeveld, K. (red) (2012). Taal en taalwetenschap. Tweede druk Editie. Oxford: Blackwell. ISBN 9780470672136
ONDERWIJSARSENAAL Zinsontleding
EVL 8 –Zinsontleding
KVT zinsontl Tentamen: KVT Zinsontleding
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs Ja, 7 bijeenkomsten in periode 1 of 3
Online leren Ja, kan helemaal zelfstandig online worden gevolgd
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Niet verplicht, aanbevolen:
51
Schryver, J. de, Haeseryn, W. & Rutten, G. (2007). Handboek Spraakkunst. Mechelen: Wolters Plantyn + Oefenboek Spraakkunst. Actieset: ISBN 9789030194477
ONDERWIJSARSENAAL Woordbenoemen
EVL 9 –Woordbenoemen
KVT woordbe Tentamen: KVT Woordbenoemen
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs Ja, 7 bijeenkomsten in periode 2 of 4
Online leren Ja, kan helemaal zelfstandig online worden gevolgd
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Niet verplicht: Schryver, J. de, Haeseryn, W. & Rutten, G. (2007). Handboek Spraakkunst. Mechelen: Wolters Plantyn + Oefenboek Spraakkunst. Actieset: ISBN 9789030194477
ONDERWIJSARSENAAL
Code EVL EVL 10 – Pedagogisch tact 1
Code (deel) tentamen
Kennistoets of Digital Story telling Pedagogisch tact 1
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Pedagogische tact 1 omvat bijeenkomsten waarin aandacht is voor praktijkoefeningen, werken aan de beroepshouding en intervisie. Daarnaast zal er kort aandacht zijn voor ondersteuning van het leerproces op de inhoudelijke thema’s en de relatie tussen de stof en de onderwijspraktijk worden gelegd.
Online leren Op OnderwijsOnline zullen de inhoudelijke thema’s worden aangeboden waardoor de student zelfstandig en op eigen tempo de stof tot zich kan nemen.
Werkplekleren
Tijdens pedagogische tact 1 is de student (afhankelijk van eerder verworven competenties) actief binnen het onderwijs om antwoord te kunnen geven op de vraag ‘Kan en wil ik docent worden?’ Er vindt een transfer plaats van de opgedane kennis naar relevante praktijksituaties.
Individuele begeleiding
n.v.t.
Literatuur, software en overig materiaal
Wal, J. van der, Wilde, J. de, & Mooij, I. (2017). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding (5e druk). Bussum: Coutinho.
Paternotte, A. (2013). Kronkelweggetjes in het puberbrein. Balans magazine 26(1), 24-27.
Verhagen, A. & Visser, A. (2013). Gewoon homo in het voortgezet onderwijs. Utrecht: APS.
Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van. &Verbeeck, K. (2014). Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Coutinho
52
ILS-NeDv-m-FD Module Fictie en didactiek
Ingangseisen Onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs en/of een lesbevoegdheid 1e of 2e graad
Onderwijsvorm Deeltijd verkort
Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
13 Jeugdliteratuur 7,5 1
14 Fictiedidactiek 5 1
15 Verhaalanalyse 5 1
16 Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
7,5 1
24 Leren en lesgeven met ict 5 1
ONDERWIJSARSENAAL Jeugdliteratuur
EVL 1 Jeugdliteratuur
KT Jeugdlit Tentamen: KT jeugdliteratuur
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 á 8 werkcolleges in periode 1 of 3
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Nee
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Coillie, J. van (2007). Leesbeesten en boekenfeesten. Leidschendam: Biblion. ISBN 9789076830919 (nieuwste druk)
Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
ONDERWIJSARSENAAL Fictiedidactiek
ILS-NeD-FD-2 EVL 2 Fictiedidactiek
LT fictiedid Tentamen: LT Fictiedidactiek
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 á 8 werkcolleges in periode 2 of 4
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Nee
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Coillie, J. van (2007). Leesbeesten en boekenfeesten. Leidschendam: Biblion. ISBN 9789076830919 (nieuwste druk)
Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
ONDERWIJSARSENAAL Verhaalanalyse
53
ILS-NeD-FD-3 EVL 3 Verhaalanalyse
KT verhaal an Tentamen: KT Verhaalanalyse
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 á 8 werkcolleges in periode 1 of 3
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Boven, E. van & Dorleijn, G. (2013). Literair Mechaniek. Bussum: Coutinho. - Literaire verhalen (worden aangeboden tijdens de colleges)
Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
ONDERWIJSARSENAAL Jeugdliteratuur
ILS-NeD-FD-1 EVL 1 Jeugdliteratuur
KT Jeugdlit Tentamen: KT jeugdliteratuur
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 á 8 werkcolleges in periode 1 of 3
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Nee
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Coillie, J. van (2007). Leesbeesten en boekenfeesten. Leidschendam: Biblion. ISBN 9789076830919 (nieuwste druk)
Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
ONDERWIJSARSENAAL Fictiedidactiek
ILS-NeD-FD-2 EVL 2 Fictiedidactiek
LT fictiedid Tentamen: LT Fictiedidactiek
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 á 8 werkcolleges in periode 2 of 4
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Nee
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Coillie, J. van (2007). Leesbeesten en boekenfeesten. Leidschendam: Biblion. ISBN 9789076830919 (nieuwste druk)
Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
54
ONDERWIJSARSENAAL Verhaalanalyse
ILS-NeD-FD-3 EVL 3 Verhaalanalyse
KT verhaal an Tentamen: KT Verhaalanalyse
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 á 8 werkcolleges in periode 1 of 3
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Boven, E. van & Dorleijn, G. (2013). Literair Mechaniek. Bussum: Coutinho. - Literaire verhalen (worden aangeboden tijdens de colleges)
Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
ONDERWIJSARSENAAL Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
ILS-NeD-FD-4 EVL 4 Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
KT poëzie an Tentamen: KT Poëzieanalyse en literatuurgeschiedenis
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
8 werkcolleges in periode 2 of 4 Zelfstudie: studenten bekijken ter voorbereiding online colleges op video waarin de theorie wordt uitgelegd. Tevens lezen zij ter voorbereiding enkele literaire romans. Contactonderwijs: studenten nemen deel aan interactieve colleges waarin zij in groepen opdrachten maken en literaire teksten bespreken die zij ter voorbereiding hebben gelezen en geanalyseerd, op basis van de theorie die zij via de online colleges ter voorbereiding tot zich hebben genomen.
Online leren De cursus kan, indien gewenst, volledig online worden gevolgd. Van deelname aan de interactieve colleges is dan geen sprake wat betekent dat de student de verwerking van de stof zelfstandig zal moeten doen.
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Al het materiaal (theorie, opdrachten, antwoordmodellen) wordt aangeboden in OnderwijsOnline. Wel dient iedere student vier romans te lezen voor de cursus. Die romans kan hij via het studiecentrum of via de lokale bibliotheek bestellen. Niet verplicht. Aanbevolen - Boven, E. van & Dorleijn, G. (2013). Literair Mechaniek. Bussum: Coutinho. - Boven, E. van (2006). Literatuur van de moderne tijd. Nederlandse en
Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw. Bussum: Coutinho
- Reader ILS-HAN Poëzieanalyse en didactiek (digitaal aangeboden).
Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline (o.a. Literaire waardeoordelen van Mooij, 1979) Verder worden er 4 literaire werken gekozen uit een leeslijst die door de studenten kunnen worden aangeschaft of geleend bij de bibliotheek.
55
ONDERWIJSARSENAAL Leren en Lesgeven met ICT
ILS-NeD-MTD-1 EVL 1 Leren en lesgeven met ICT
LT lesg ict Tentamen: LT Leren en lesgeven met ict
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs Twee bijeenkomsten in periode 2 en 4: een voor instructie en een voor probleemoplossing. Verder zelfstudieopdrachten.
Online leren Blog Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Via OnderwijsOnline
ILS-NeDv-m-TTPT Module Toegepaste taalkunde en passend taalonderwijs
Ingangseisen Onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs en/of een lesbevoegdheid 1e of 2e graad
Onderwijsvorm Deeltijd verkort
Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
1 NT2, taalverwerving en didactiek 5 2
2 Pragmatiek 5 1
3 Taal en zorg 5 1
4 Taalverwervingsgericht lesgeven 5 1
5 Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs 5 1
6 Spellingdidactiek 5 1
ONDERWIJSARSENAAL NT2, Taalverwerving en didactiek
EVL 1 NT2, taalverwerving en didactiek
KT NT2 Deeltentamen 1 KT NT2, taalverwerving en didactiek
LT NT2 Deeltentamen 2 LT NT2 praktijkopdracht
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Twee bijeenkomsten in periode 1 of 3: Er wordt bij de start van de periode een introductiecollege aangeboden en halverwege de periode is er de mogelijkheid tot deelname aan een responsiecollege dan wel vragenuurtje ter ondersteuning van het leerproces en het maken van een foutenanalyse
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Ja, praktijkopdracht
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Bossers, B.H., Kuiken, F. & Vermeer, A. (red.)(2015), Handboek Nederlands als tweede taal in het volwassenenonderwijs. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046904718
56
ONDERWIJSARSENAAL Pragmatiek
EVL 2 Pragmatiek
KT pragmatiek Tentamen: KT Pragmatiek
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Twee bijeenkomsten in periode 1 of 3. Er wordt bij de start van de periode een introductiecollege aangeboden en halverwege de periode is er de mogelijkheid tot deelname aan een responsiecollege dan wel vragenuurtje ter ondersteuning van het leerproces
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Springorum, D. (2003), Strategisch communiceren. Interactiestrategieën in het taalverkeer. Bussum: Coutinho. ISBN 978 90 6283 332 0.
- Baker, A.E., Don, J. & Hengeveld, K. (red) (2013). Taal en taalwetenschap. 2e Editie. Oxford: Blackwell. ISBN 9780470672136
ONDERWIJSARSENAAL Taal en zorg
EVL 3 Taal en zorg
LT taal&zorg Tentamen: LT Taal en zorg
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 colleges in periode 2 of 4 waarin vooraf bestudeerde literatuur toegelicht wordt en verwerkt wordt in de vorm van verwerkingsopdrachten.
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline.
Werkplekleren ja
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Artikelen worden gepubliceerd in de studiewijzer. Ondersteunende materialen worden geplaatst op OnderwijsOnline.
ONDERWIJSARSENAAL Taalverwervingsgericht lesgeven
EVL 4 Taalverwervingsgericht lesgeven
KT taalverw Tentamen: KT Taalverwervingsgericht lesgeven
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 tot 8 colleges in periode 1 of 3
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
57
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Laarschot, M. van de (1997). Lesgeven in meertalige klassen. Groningen: Noordhoff ISBN: 978-90-01-36320-8 (tweedehands aan te schaffen of via de docent te verkrijgen) Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
ONDERWIJSARSENAAL Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs
EVL 5 Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs
Tentamen: DS Taalbeleid en taalgericht vakonderwijs
Contactonderwijs 7 tot 8 colleges in periode 2 of 4 waarin iedere week een onderdeel van het dossier inhoudelijk wordt behandeld. De student schrijft elke week een paragraaf of hoofdstuk van het dossier op basis van de uitkomsten van het onderzoek naar taalbeleid op de eigen school.
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Ja
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
ONDERWIJSARSENAAL Spellingdidactiek
EVL 6 Spellingdidactiek
KT spel did Tentamen: KT Spellingdidactiek
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 7 colleges in periode 1 of 3
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
Huizenga, H. (2015). Taal en didactiek. Spelling. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Aanvullende artikelen worden gepubliceerd in de studiewijzer.
ILS-NeDv-m-SL Module De startbekwame leraar Nederlands
Ingangseisen Propedeuse afgrond en het tentamen werkplekleren 2, onderdeel van de EVL EVL 3 – Integraal handelen 2, behaald.
Onderwijsvorm Deeltijd
Naam EVL Studiepunten Aantal (deel)tentamens
58
Overzicht van EVL’en waaruit de module is opgebouwd
1
Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam
15 3
ONDERWIJSARSENAAL Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam
Code EVL EVL 1 – Integraal handelen in de beroepspraktijk niveau 3 beroepsbekwaam
Code (deel) tentamen
Portfoliobeoordeling beroepsbekwaam en beoordeling werkplekleren 3
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs
Professionele docent:
Begeleiding voorbereiding portfolio
Intervisie
Studieloopbaanbegeleiding
Online leren Online wordt ondersteuning geboden bij het samenstellen van het portfolio.
Werkplekleren
Zelfstandig functioneren als docent staat centraal: ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs en het begeleiden van leerlingen. Bij lintstage: Student voert meestal op school een (praktijk)onderzoek uit. Vier varianten mogelijk:
betaalde lio-stage (aanstelling conform CAO)
een zelfstandige eindstage met vergoeding
een zelfstandige eindstage zonder vergoeding
stage in een baan
Stage: - lintstage: heel schooljaar (ong. 40 weken) 6 dagdelen per week.
Dit komt overeen met 6 a 7 lessen van 50’per week. Dagen van de week in overleg.
- Blokstage: half schooljaar (ong. 20 weken) 4 dagen per week. Dit komt overeen met 12 a 13 lessen van 50’ per week
Baan: minimaal 415 klokuren. Dit komt overeen met 200 a 250 lessen van 50’op jaarbasis. De hierboven genoemde aantallen dagen en lesuren zijn indicatief. Concretisering vindt plaats in gesprek tussen student en het opleidingsteam (wpb, so + io (of ipd)). Deeltijd is maatwerk!
Individuele begeleiding
Studieloopbaanbegeleiding en begeleiding werkplekleren.
Literatuur, software en overig materiaal
De student kan gebruik maken van literatuur en bronnen die gedurende de opleiding zijn aangereikt. Ondersteuning technische invulling dpf: https://onderwijsonline.han.nl/information/view/j4ym2wDB
Code deel- tentamen
Landelijke kennistoets Nederlands
On
der
wijs
aan
bo
d Contactonderwijs
Ter voorbereiding van de LKT wordt er 1x per jaar een bijeenkomst georganiseerd.
Online leren n.v.t. Zo ja: activiteiten en werkvormen
Werkplekleren nee
59
Individuele begeleiding
nee
Literatuur, software en overig materiaal
Alle literatuur aangeboden in de opleiding
ONDERWIJSARSENAAL Didactiek taalvaardigheid
Didactiek taalvaardigheid
LT did taalvh Tentamen LT Didactiek taalvaardigheid
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 10 tot 12 colleges in periode 1 en 2 of 3 en 4
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren nee
Individuele begeleiding
nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Bonset, H. e.a. (2015). Nederlands in de onderbouw, een praktische didactiek, Bussum: Coutinho. ISBN 978 90 469 0446 6
- Donk, C. van der & Van Lanen (tweede druk). Praktijkonderzoek in de school. Bussum, Coutinho. ISBN 9789046901625
ONDERWIJSARSENAAL Didactiek taalbeschouwing
Didactiek taalbeschouwing
LT did taalbs Tentamen Leertaak didactiek taalbeschouwing
On
der
wijs
aan
bo
d
Contactonderwijs 6 tot 7 colleges in periode 1 of 3
Online leren Ondersteunende materialen op OnderwijsOnline
Werkplekleren Ja, de student kan, indien mogelijk, een lessenserie uit de eigen onderwijspraktijk gebruiken ter afronding van de EVL, indien deze voldoet aan de gestelde eisen.
Individuele begeleiding
Nee
Voertaal Nederlands
Literatuur, software en overig materiaal
- Donk, C. van der & Van Lanen (tweede druk). Praktijkonderzoek in de school. Bussum, Coutinho. ISBN 9789046901625
- Huizinga, H. (2002). Taalbeschouwing (serie Taal en didactiek). Groningen: Wolters-Noordhoff. ISBN 9001407250.
- Diverse artikelen via OnderwijsOnline
60
BIJLAGE 1
BEGRIPPENLIJST OPLEIDINGSSTATUUT EN STUDENTENSTATUUT (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde)
4
In het studentenstatuut en in het opleidingsstatuut en de daarin opgenomen reglementen en regelingen
wordt verstaan onder:
A
Alluris Het studentinformatiesysteem binnen de HAN
Afstudeerbekwaam
(Ad programma)
De student die het eerste deel van de opleiding met succes heeft afgerond door het behalen van de bijbehorende tentamens en integrale toetsen.
Afstudeerbekwaam (bacheloropleiding) – voltijdse variant
De student die het eerste deel van de postpropedeutische fase van een bacheloropleiding met succes heeft afgerond door het behalen van de bijbehorende tentamens en integrale toetsen.
Afstudeerbekwaam (bacheloropleiding) – experiment leeruitkomsten
De student die het eerste deel van de postpropedeutische fase van een bacheloropleiding met succes heeft afgerond door het behalen van de bijbehorende tentamens (en eventuele integrale toetsen).
Afstudeerrichting Een specialisatie binnen een opleiding zoals vastgesteld in de OER.
Ambtelijk secretaris Een medewerker die voor een commissie voorbereidend en administratief werk verricht. Hij is toegevoegd aan de betreffende commissie als niet stemhebbend lid.
Associate degree-programma Een in het CROHO geregistreerd onderwijsprogramma van ten minste 120 studiepunten in een bacheloropleiding in het hbo leidend tot de wettelijke graad van Associate degree.
B
Bacheloropleiding in het hbo
Een vierjarig onderwijsprogramma van 240 studiepunten. Dit
bestaat uit een major van maximaal 210 studiepunten en één of
meerdere minor(en) van ieder 30 studiepunten. Major en minor
(gezamenlijk) leiden de student op tot het bachelorgetuigschrift.
Beoordelingscriteria Criteria, op basis waarvan de prestatie/het handelen/de
uitvoering/het product van de student wordt beoordeeld.
Beroepenveldcommissie
Deskundigen uit het werkveld van een opleiding die de opleiding
adviseren over de inhoud, het eindniveau en de kwaliteit van de
opleiding, tegen de achtergrond van de aansluiting van het
curriculum op het beroepenveld, en die toezicht houden op de
toetsing van het eindniveau van de opleiding.
4 In deze begrippenlijst zijn naast algemeen geldende begrippen uit het opleidingsstatuut ook de begripsbepalingen opgenomen uit de
onderwijs – en examenregelingen (OER), de reglementen examencommissie, het reglement opleidingscommissie (OC) en het
studentenstatuut van de opleidingen.
61
Beroepsbekwaam
Gekwalificeerd als beginnend beroepsbeoefenaar vanwege de door
het behalen van het afsluitende examen succesvolle afronding van
de hbo-opleiding die tot dat beroep opleidt, ook genoemd
startbekwaam.
Beroepsproduct Het resultaat van een beroepstaak.
Beroepstaak
Een betekenisvolle hele taak zoals deze in alle complexiteit in de
feitelijke complexiteit van de beroepscontext door de
beroepsbeoefenaar wordt uitgevoerd.
Bezwaarprocedure Verzoek tot heroverweging van een besluit bij de
Geschillenadviescommissie.
Beroepsprocedure
Verzoek tot vernietiging of wijziging van een besluit door een
ander daartoe aangewezen orgaan (het college van beroep voor
de examens).
Bureau klachten en
geschillen Een faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW binnen de HAN.
C
CAO De collectieve arbeidsovereenkomst voor het hoger beroepsonderwijs.
Certificaat Schriftelijke verklaring van de examencommissie, dat een student een module in de deeltijdse of duale opleiding met goed gevolg heeft afgelegd.
Cesuur De scheiding tussen de resultaten die als voldoende - geslaagd - en de resultaten die als onvoldoende - niet geslaagd - worden beoordeeld.
Cohort
Een groep studenten die op dezelfde peildatum voor de eerste maal is ingeschreven voor een opleiding waarop de op dat moment geldende OER voor de regulier geprogrammeerde studieduur van toepassing is.
College van Beroep voor de examens
Het college van beroep van de HAN voor de examens als bedoeld in artikel 7.60 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Dit college behandelt door studenten ingesteld beroep tegen besluiten van de opleiding over hem/haar. Het reglement van het college van beroep voor de examens is opgenomen in het studentenstatuut HAN.
College van bestuur (CvB) van de HAN
Het instellingsbestuur van de HAN.
Commissie profileringsfonds HAN
Commissie als bedoeld in artikel 7.51 WHW die verantwoordelijk is voor het behandelen van de aanvragen voor een financiële ondersteuning van studenten die studievertraging opgelopen hebben als gevolg van bijzondere omstandigheden zoals genoemd in de wet.
Competentie
Een geïntegreerd geheel van kennis en inzicht, vaardigheden en, zo aan de orde attitudes. Een competentie is het vermogen om beroepstaken die essentieel zijn voor een functie/rol adequaat te verrichten. Een competente student is in een bepaalde context in
62
staat om de meest geschikte handelingen en hulpmiddelen te kiezen om beroepstaken uit te voeren en het beoogde resultaat te bereiken.
Coördinator (van bijv. de propedeutische fase, het deeltijdse en het duale onderwijs, enz.) Degene die namens de instituutsdirectie aanspreekpunt is en de organisator van het betreffende onderwijs.
Coördinerend surveillant Degene die namens het instellingsbestuur en eventueel namens de voorzitter van de examencommissie optreedt in de tentamenlocatie.
Curriculair Betrekking hebbend op het curriculum.
Curriculum Het geheel van toetsprogramma, onderwijsarsenaal/onderwijsaanbod en praktijk/stagebeleid.
D
Delegatie
Het overdragen van de bevoegdheid, inclusief de
verantwoordelijkheid. De bevoegdheid om in eigen naam besluiten
te nemen.
Deeltijd onderwijs
Een opleiding die zodanig is ingericht dat de student de
mogelijkheid heeft benevens een volledige dagtaak elders de
benodigde competenties te verwerven.
Dagelijkse commissie (DC)
van de examencommissie
De commissie zoals bedoeld in artikel 4.3 van het reglement
examencommissies.
Deficiëntie Tekort(en) in de vereiste vooropleiding.
Dienst Uitvoering Onderwijs
(DUO)
Uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen (OCW) waarin de Informatie Beheer Groep (IB-
Groep) en de Centrale Financiën Instellingen (CFI) zijn
ondergebracht.
Directie servicebedrijf HAN Directeur van het servicebedrijf HAN.
Docent Degene die aangesteld is bij de HAN en daar onderwijs-en
begeleidingstaken verricht.
Domein
Afgegrensd gebied van beroeps handelen en daaraan gerelateerde
onderwijs conform domeinindeling HAN. Een domein omvat een of
meer opleidingen.
Duale opleiding
Een inrichtingsvorm van de opleiding dusdanig dat competenties in
onderlinge samenhang worden ontwikkeld in binnen schoolse en
buitenschoolse werk-/leersituaties en dat het volgen van onderwijs
gedurende een of meer perioden wordt afgewisseld met
beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. Het gedeelte
van een duale opleiding dat bestaat uit het volgen van onderwijs,
wordt aangeduid als onderwijsdeel.
E
Eenheid van leeruitkomsten Basiseenheid van HAN-onderwijs met betrekking tot een of meer leeruitkomsten in de experimenten leeruitkomsten en vraagfinanciering, waar studiepunten aan gekoppeld zijn.
63
Eindkwalificaties/eindtermen Welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde attitude waarover een student moet beschikken als hij de opleiding heeft afgerond.
Erkenning Verworven Competenties (EVC)
Erkenning van competenties opgedaan buiten de opleiding, leidend tot een door het Nationaal Kenniscentrum EVC geregistreerd Ervaringscertificaat. EVC’s kunnen leiden tot vrijstelling van het afleggen van (het) de (deel)tentamen(s) betrekking hebbend op de eenheid/eenheden van leeruitkomsten of onderwijseenheid (onderwijseenheden) waarin deze competenties centraal staan.
Examen Een examen als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW.
Examencommissie Commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW die wordt ingesteld voor een opleiding of groep van opleidingen.
Examinator
Door de examencommissie aangewezen persoon zoals bedoeld in artikel 7.12 WHW. Externe toezichthouder: een externe niet in dienst zijnde van de HAN welke tot taak heeft een oordeel te vormen over de kwaliteit van het examen.
Externe examinator Door de examencommissie aangewezen persoon zoals bedoeld in artikel 7.12 WHW afkomstig van buiten de desbetreffende opleiding of een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort.
F
Faculteit
Organisatorische eenheid van de HAN waarin instituten met verwante opleidingen zijn samengebracht. De HAN kent vier faculteiten: Economie en Management; Techniek; Educatie; Gezondheid, Gedrag en Maatschappij).
Faculteitsdirectie De directie van de faculteit.
Faculteitsraad Medezeggenschapsorgaan in de HAN op het niveau van de faculteit (deelraad als bedoeld in het medezeggenschaps-reglement van de HAN).
Fraude
Elk handelen (waaronder het plegen van plagiaat), of nalaten, waarvan betrokken wist of behoorde te weten, dat dit handelen of nalaten het op de juiste wijze vormen van een oordeel over iemands kennis, inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde attitude geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt.
G
Geschillenadviescommissie
Een adviescommissie ten behoeve van (aanstaande) studenten en
extranet als bedoeld in art. 7.63a lid 1 WHW. Het reglement van de
Geschillenadviescommissie is opgenomen in het Studentenstatuut.
Gezamenlijke vergadering Vergadering over gezamenlijke punten van de opleidingscommissies die behoren tot een instituut.
Geschillencommissie
medezeggenschap De geschillencommissie als bedoeld in artikel 10.26 WHW.
H
HAN Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
64
HAN-website De via de startpagina www.han.nl bereikbare internetpagina’s van de HAN. HAN-SIS: het voormalig student-informatiesysteem van de HAN.
Hogeschool De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN).
Honoursprogramma
Een verdiepend of verbredend programma voor studenten die meer kunnen en willen dan hetgeen aangeboden wordt in het reguliere onderwijsprogramma. Het volgen van een honoursprogramma is een uitbreiding van de studielast van 22,5 studiepunten of meer. Via een honoursprogramma kunnen studenten alsdan extra studiepunten verzamelen, bovenop de 210 studiepunten van de major en de 30 studiepunten van de reguliere minor.
I
IB-Groep
Informatie Beheer Groep, bestuursorgaan dat werkt in opdracht
van de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen
(onderdeel van de DUO).
Inrichtingsvorm van een
opleiding
De vorm waarin een opleiding wordt verzorgd zoals voltijd,
deeltijd en duaal.
Instituut
Organisatie-eenheid binnen een faculteit die één of meer
opleidingen omvat. Instituutsdirectie: de directie van een instituut
binnen de HAN.
Intake assessment Methode om het beginniveau van aanwezige competenties vast
te stellen bij anderen dan HAN-studenten.
Integrale toets
Een toets waarin de student aantoont dat hij de onderlinge
samenhang van de beroepstaken (en de daaraan gerelateerde
eenheden van leeruitkomsten of onderwijseenheden) begrijpt en kan
hanteren in het praktische handelen.
Internationaal
diplomasupplement (IDS)
Engelstalig document dat voldoet aan internationale afspraken en
de volgende informatie bevat: een specificatie van de behaalde
graad, beknopte informatie over het gevolgde onderwijs, het
beoordelingssysteem en de behaalde studieresultaten en -
punten. Verder bevat het beknopte informatie over de HAN
University en het Nederlandse onderwijsstelsel.
J
Judicium Abeundi
De bevoegdheid van het college van bestuur om in bijzonder
gevallen na advies van de examencommissie en na zorgvuldige
afweging van de betrokken belangen te besluiten dat een
student wordt afgewezen voor onbepaalde tijd en zijn
inschrijving op grond daarvan te beëindigen dan wel weigeren,
als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft
gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of
meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem
opleidt/zal opleiden, dan wel voor de praktische voorbereiding
op de beroepsuitoefening.
K
65
Kamer
(opleidingscommissie)
Binnen de opleidingscommissie kunnen een of meerdere kamers zijn ingesteld. Een kamer kan worden ingesteld naar inrichtingsvorm, bijzondere eigenschap van de opleiding of locatie van de opleiding.
Kopopleiding
Opleidingsvariant van een opleiding tot leraar van de tweede graad
met een studielast van 60 studiepunten toegankelijk voor
studenten in het bezit van een wo- of hbo-getuigschrift van een
verwante vakopleiding zoals beschreven in de bijlage bij artikel
6a.1 van de Regeling studiefinanciering 2000.
L
Leerbron
Bron die de student kan gebruiken ter ontwikkeling van zijn
competenties, bijvoorbeeld: college, werkgroep, product,
literatuur (hard copy of digitaal), individuele opdracht, stage, enz.
Leerroute Weg die de student volgt om de competenties te verwerven die
horen bij de door hem gevolgde opleiding.
Leeruitkomst
Beschrijving van inhoud en niveau van kennis, inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde attitude van een lerende na afronding van een leerproces in een flexibel ingericht traject dat deel uitmaakt van de opleiding.
Leerwegonafhankelijk
tentamen
Een tentamen bij de start van de opleiding dan wel gedurende de
opleiding dat de student in de gelegenheid stelt om de competenties
die centraal staan in de opleiding niet alleen aan te tonen op basis
van in het onderwijs verworven competenties maar ook op basis van
buiten het onderwijs verworven kennis, inzicht en vaardigheden en,
zo aan de orde attitude.
M
Mandaat
Het overdragen van de bevoegdheid zonder de
verantwoordelijkheid over te dragen. De bevoegdheid om in naam
van een ander besluiten te nemen.
Major
De hoofdrichting van de bacheloropleiding waarin de student zijn
beroepscompetenties ontwikkelt. De major omvat maximaal 210
studiepunten inclusief de propedeuse.
Masteropleiding in het hbo
Een onderwijsprogramma waarvoor ten minste als
toelatingsvoorwaarde geldt een getuigschrift van een verwante
hbo-bacheloropleiding. Deze omvat ten minste 60 studiepunten.
Hij leidt de student op tot het mastergetuigschrift.
Minor
Deel van de postpropedeutische fase van de bacheloropleiding dat
gericht is op verbreding of verdieping van de studie. De minor
heeft een studielast van 30 studiepunten en betreft een
gecertificeerde HAN-minor of een vrije minor.
Module
Een intern samenhangend en in zekere mate zelfstandig deel van
de propedeutische of postpropedeutische fase van de deeltijdse
en van de duale opleiding dat is gericht op een reëel cluster van
kwalificaties ontleend aan de beroepspraktijk.
66
Mondeling tentamen Een tentamen dat door middel van een gesprek tussen de
examinator(en) en de student wordt afgenomen.
N
Nominale studieduur
van de opleiding Zie regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding.
Noodfonds HAN
Het Noodfonds is een voorziening voor studenten die in een
financiële noodsituatie verkeren, die op geen enkele andere
wijze opgelost kan worden.
Nuffic
Netherlands Universities' Foundation for International Cooperation of: Stichting Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs): een Nederlandse non-profit dienstverlenende organisatie en expertisecentrum op het terrein van internationaal georiënteerd onderwijs die is gevestigd in Den Haag. Bovendien besteedt Nuffic bijzondere aandacht aan studenten en onderwijsinstellingen in ontwikkelingslanden, om de kenniskloof tussen landen te verkleinen.
NVAO
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie: een bij verdrag
tussen Nederland en Vlaanderen opgerichte publieke binationale
instelling die in beide regio's de kwaliteit van het hoger onderwijs
waarborgt door middel van onder andere het beoordelen van
opleidingen en het verlenen van een keurmerk.
O
Onderwijs- en
examenregeling (OER)
Regeling als bedoeld in artikel 7.13 van de wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en onderdeel van het
opleiding specifieke deel van het studentenstatuut.
Onderwijsarsenaal
De onderwijs- en begeleidingsactiviteiten die de opleiding nieuwe
stijl aan de student aanbiedt ter ondersteuning van het behalen
van de (deel-)tentamens behorende bij de opleiding.
Onderwijseenheid
Basiseenheid van HAN-onderwijs, gericht op de verwezenlijking
van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis,
inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde attitude, waar
studiepunten aan gekoppeld zijn.
Onderwijsovereenkomst
Overeenkomst tussen student en HAN in het kader van het
experiment vraagfinanciering en/of in het kader van het
experiment leeruitkomsten.
Onderwijsperiode Periode in een studiejaar waarin onderwijs wordt aangeboden. Bij
de HAN is dit een periode van 10 weken.
Onregelmatigheid
Elk handelen of nalaten in een situatie waarvan de betrokkene
door middel van een of meer ongeoorloofde activiteiten of
ongeoorloofd nalaten bewust of onbewust een onjuiste indruk
wekt van zijn kennis, inzicht en vaardigheden en, zo aan de orde
attitude c.q. competentiebeheersing. Onder de definitie van
onregelmatigheid wordt onder andere ook fraude begrepen.
67
Opleiding - in het
experiment leeruitkomsten
Een bachelor- of masteropleiding, dan wel een overige CROHO-
geregistreerde opleiding die verzorgd wordt door de HAN die een
samenhangend geheel van eenheden van leeruitkomsten omvat, in
de zin van de Subsidieregeling subsidiëring flexibel hoger onderwijs
voor volwassenen.
Opleiding - niet in het
experiment leeruitkomsten
Een bachelor- of masteropleiding, dan wel een overige CROHO-
geregistreerde opleiding die verzorgd wordt door de HAN die een
samenhangend geheel van onderwijseenheden omvat, in de zin
van artikel 7.3 van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek.
Opleidingscommissie
Een adviesorgaan voor de directie van de betreffende (groep van) opleiding(en) over alle aangelegenheden die betrekking hebben op of van invloed zijn op het onderwijs in de desbetreffende (groep van) opleiding(en). De commissie heeft tot taak te adviseren over het bevorderen en borgen van kwaliteit van de opleiding en het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de OER. De commissie heeft instemmingsrecht en adviesrecht op onderdelen van de OER.
Opleidingsstatuut
Het opleiding specifieke deel van het studentenstatuut. Dit bevat informatie over de opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs; studentenvoorzieningen, voorzieningen betreffende studiebegeleiding, de OER en opleiding specifieke regelingen die de rechten en plichten van studenten beogen vast te leggen.
P
Postpropedeutische fase Hoofdfase, het gedeelte van de opleiding, dat volgt op de propedeutische fase.
Portfolio
(digitale) Bewaarplaats van bestanden/documenten waarmee een student zijn eigen individuele ontwikkeling (het leerproces) zichtbaar maakt en zijn behaalde niveau (leerproducten, bewijs voor verworven competenties en beheersing van beroepstaken) aantoont. Het portfolio vervult de functies van persoonlijk leerarchief, interactiemiddelen tussen student en opleiding betreffende planning, ontwikkeling en prestaties van de student, en in voorkomende gevallen beoordeling.
Praktijkleerovereenkomst
Overeenkomst gesloten door HAN, een student en een bedrijf of organisatie met betrekking tot de beroepsuitoefening binnen een deeltijdse of duale opleiding als bedoeld artikel 7.7 lid 5 WHW.
Presentatiedeel van het portfolio
Deel van het portfolio waarin bewijzen worden opgenomen van beheersing van competenties voor beroepstaken ten behoeve van het tentamen of de integrale toets.
Profileringsfonds HAN
Fonds van de HAN als bedoeld in artikel 7.51 WHW die financiële ondersteuning toekent aan studenten die studievertraging opgelopen hebben als gevolg van bijzondere omstandigheden zoals genoemd in de wet.
68
Propedeutische fase Eerste fase van de bacheloropleiding of het Associate degree-programma met een studielast van 60 studiepunten.
R
Raad van toezicht De raad van toezicht van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding
De minimumduur van de opleiding in tijd vanwege het feitelijk geprogrammeerde volledige onderwijs van de opleiding, ook wel nominale studieduur genoemd.
S
SBU Studiebelastingsuren.
Secretaris examencommissie Het lid van de examencommissie dat samen met de voorzitter van de examencommissie de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie verzorgt.
Servicebedrijf HAN Organisatieonderdeel van de HAN voor ondersteuning van onderwijs-, beleids- en beheersprocessen binnen de HAN.
Stage Buitenschools leerarrangement dat als leerbron bijdraagt aan het verwerven van beroepscompetenties.
Startbekwaam
Gekwalificeerd als beginnend beroepsbeoefenaar vanwege de door het behalen van het afsluitende examen succesvolle afronding van de hbo-opleiding die tot dat beroep opleidt; ook genoemd beroeps bekwaam.
Student Hij/zij die als student staat ingeschreven aan een opleiding van de HAN voor het volgen van onderwijs en/of het afleggen van de toetsen en de examens van die opleiding.
Studentenstatuut
Het statuut waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vermeld. Dit bestaat uit 2 delen: 1. het Instelling specifieke, HAN-brede deel: dit bevat rechten en plichten van de student op basis van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en een overzicht van regelingen die de rechten van studenten beogen te beschermen. In de praktijk wordt deel 1 het Studentenstatuut genoemd. Het tweede deel is het opleiding specifieke deel. Zie voor het tweede deel bij opleidingsstatuut.
Studentinformatiesysteem (SIS)
Hierin zijn voor de student zijn studieresultaten en studiecontract digitaal te raadplegen.
Studentzaken Service unit van het servicebedrijf HAN voor dienstverlening aan studenten en medewerkers van de HAN betreffende studenten van de HAN, zoals lokaalreservering en roosters.
Studenten Inschrijf Administratie (SIA)
Onderdeel van de service unit studentzaken van het servicebedrijf HAN die de backoffice administratie rondom het aanmelden, in- en uitschrijven van studenten verzorgt.
Studieadvies Advies van de opleiding aan de student over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding, uiterlijk aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase.
Studiebelastingsuur (SBU) Eenheid van 60 minuten te besteden aan studie. De omvang van onderwijseenheden wordt uitgedrukt in studiebelastingsuren. Daarnaast staat een studiepunt voor 28 studiebelastingsuren.
69
Studiejaar
Het tijdvak dat begint op 1 september en eindigt op 31 augustus
van het daaropvolgende jaar. Voor de HAN-student wiens
cursusjaar aanvangt op 1 februari geldt voor deze cursus als
studiejaar het tijdvak dat begint op 1 februari en eindigt op 31
januari van het daaropvolgende jaar.
Voor HAN-studenten die zich inschrijven voor modules onder het
experiment voucherfinanciering geldt als termijn de looptijd van
de onderwijsovereenkomst.
Studieloopbaanbegeleider De medewerker belast met studieloopbaanbegeleiding van een of
meer studenten.
Studieloopbaanbegeleiding (SLB)
Activiteiten die er op gericht zijn om studenten te begeleiden bij
een resultaatgerichte studieloopbaan. Hierbij ligt de nadruk op de
individuele studievoortgang van de student.
Bij verschillende opleidingen heeft de studieloopbaanbegeleider
een andere functienaam. Indien dat het geval is wordt deze
andere benaming vermeld in Paragraaf 9, Artikel 9.3 van de OER.
Studiepunt in eenheid van leeruitkomsten
Maat die uitdrukking geeft aan het belang van de eenheid van
leeruitkomsten ten opzichte van het totaal van eenheden van
leeruitkomsten dat leidt tot de opleidingskwalificatie.
Studiepunt in onderwijseenheid
Maat die overeenkomt met een normatieve studielast van
28studiebelastingsuren (SBU).
Surveillant Degene die toezicht houdt in de tentamenlocatie.
T
Talentenprogramma
Een verdiepend of verbredend programma voor studenten die meer kunnen en willen dan hetgeen aangeboden wordt in het reguliere onderwijsprogramma. Het volgen van een talentenprogramma is een uitbreiding van de studielast van minder dan 22,5 studiepunten. Via een talentenprogramma kunnen studenten dan extra studiepunten verzamelen, bovenop de 210 studiepunten van de major en de 30 studiepunten van de reguliere minor.
Tentamen
Een onderzoek naar de competenties van de student, zijnde de kennis, het inzicht, de vaardigheden en, zo aan de orde attitude in samenhang met elkaar, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Het tentamen is een onderdeel van een eenheid van leeruitkomsten of een onderwijseenheid. Een tentamen kan bestaan uit meerdere deeltentamens.
Timeslot Vorm van roostering waarbij binnen een onderwijsperiode bepaalde tijdstippen gereserveerd worden voor bepaalde activiteiten.
Toelatingsonderzoek Ook wel colloquium doctum genoemd, is een onderzoek dat door een toelatingscommissie wordt verricht naar de geschiktheid van betrokkene voor het desbetreffende onderwijs en naar de vraag of
70
betrokkene de Nederlandse taal voldoende beheerst. De betrokkene dient 21 jaar of ouder te zijn.
V
Verkort programma
Feitelijk geprogrammeerd onderwijsaanbod met een
minimumduur korter in tijd dan de regulier geprogrammeerde
studieduur voor een specifieke doelgroep die zich kenmerkt
door de mogelijkheid van het verkrijgen van een pakket aan
vrijstellingen.
Verkorte studieduur
Feitelijke studieduur van een student korter in tijd dan de
regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding,
vanwege verkregen vrijstellingen en/of afgelegde
leerwegonafhankelijke tentamens.
Verlengd programma
Feitelijk geprogrammeerd onderwijsaanbod met een
minimumduur langer in tijd dan de regulier geprogrammeerde
studieduur voor een specifieke doelgroep.
Verlengde studieduur Feitelijke studieduur van een student langer in tijd dan de
regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding.
Verschoning
Het recht van de vertrouwenspersonen, leden van de
klachtencommissie ongewenst gedrag en het college van beroep
om zich terug te trekken, omdat anders de onpartijdigheid niet
voldoende gewaarborgd zou zijn.
Versneld programma
Feitelijk geprogrammeerd onderwijsarsenaal/onderwijsaanbod
met een minimumduur korter in tijd dan de regulier
geprogrammeerde studieduur voor een specifieke doelgroep die
zich kenmerkt door aantoonbare eigenschappen en
competenties om een hogere studielast per week en/of
onderwijsperiode te realiseren dan die van het reguliere
programma.
Versneld traject
Gericht op studenten met een vwo-diploma: een versneld traject
dat toegankelijk is voor studenten met een vwo diploma dan wel
op grond van een ministeriële regeling of naar oordeel van de
instituutsdirecteur daaraan ten minste als gelijkwaardig
beschouwd.
Versnelde studieduur
Feitelijke studieduur van een student korter in tijd dan de
regulier geprogrammeerde studieduur van de opleiding
vanwege het realiseren van een hogere studielast per week
en/of onderwijsperiode dan regulier geprogrammeerd.
Voltijd onderwijs
Onderwijs dat zodanig is ingericht dat de gehele week
beschikbaar is om de student de benodigde competenties te
laten verwerven.
Voorzitter
examencommissie
Een lid van de examencommissie, dat leiding geeft aan de
examencommissie.
Vrije minor
Een minor die een student bij een andere (onderwijs)instelling
volgt, samenstelt uit onderdelen van minoren of andere
eenheden van leeruitkomsten of onderwijseenheden bij
71
verschillende instituten van de HAN of andere
(onderwijs)instelling.
Vrijstelling
De beslissing van de examencommissie dat de student niet hoeft
deel te nemen aan het (de) tentamen(s) betrekking hebbend op
de eenheid van leeruitkomsten/onderwijseenheid (eenheden
van leeruitkomsten/onderwijseenheden) waarin de
competenties centraal staan die de student naar het oordeel van
de examencommissie voldoende beheerst.
W
Werkdag Dag niet zijnde zaterdag, zondag, feest- of vakantiedag conform de HAN-jaarplanning (zie opleidingsstatuut).
Werkveldadviescommissie Zie beroepenveldcommissie.
Wet Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW).
WHW Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Wraking
Het door de klager of aanklaagde, kenbaar maken van zijn mening dat op grond van feiten en/of omstandigheden een onpartijdig oordeel van een lid of voorzitter van de Klachten- of beroepscommissie wordt bemoeilijkt, met de bedoeling dit lid of de voorzitter te laten vervangen.