Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument...

13
Definitiedocument zelfredzaamheid 1 Informatieproduct “Zelfredzaamheid” Definitiedocument

Transcript of Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument...

Page 1: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

1

Informatieproduct

“Zelfredzaamheid”

Definitiedocument

Page 2: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

2

Opdrachtgever: Bestuurlijk OmgevingsBeraad

Opdrachtnemer: CIO Brandweer Nederland, Diemer Kransen

Brandweer Nederland, Voorzitter Vakgroep Omgevingsveiligheid

Projectleider data infrastructuur, Impuls Omgevingsveiligheid

Projectgroep: Informatieproducten ‘Veiligheid in de fysieke leefomgeving’ bestaande uit:

Dennie Strik Veiligheidsregio Brabant Zuidoost

Gwendolyn van Straaten Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland

Jan-Willem van Aalst Impuls Omgevingsveiligheid

Josta van Oostrom Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

Ferry El-Aaidi Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

Versie: 1.0

Datum: 14-11-2019

Status: Definitief – vastgesteld door vakgroep Omgevingsveiligheid

Page 3: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

3

Inhoud

1. Inleiding ........................................................................................................................................... 4

2. Context ............................................................................................................................................ 4

2.1 Wet veiligheidsregio ...................................................................................................................... 4

2.2 Omgevingswet ............................................................................................................................... 5

2.3 Verband tussen Wet veiligheidsregio’s en Omgevingswet ........................................................... 5

3. Doel, afbakening en doelgroep ....................................................................................................... 6

3.1 Doel ............................................................................................................................................... 6

3.2 Doelgroepen .................................................................................................................................. 6

3.1 Afbakening ..................................................................................................................................... 7

4. Projectstructuur .............................................................................................................................. 7

5. Methode .......................................................................................................................................... 8

5.1. Definitie ........................................................................................................................................ 8

5.2 Indicatoren .................................................................................................................................... 9

5.3. Bronnen ........................................................................................................................................ 9

6. Resultaat (inhoudelijk) .................................................................................................................. 10

6.1. Werkdefinitie .............................................................................................................................. 10

6.2. Indicatoren ................................................................................................................................. 10

6.3. Informatieproduct zelfredzaamheid .......................................................................................... 10

6.3.1. Gebruikte databronnen ........................................................................................................... 11

6.3.2. Toelichting op datavelden ....................................................................................................... 11

6.3.3. Toelichting kleuren/legenda ................................................................................................... 12

6.3.4. Voorbeelden ............................................................................................................................ 13

7. Beheer ........................................................................................................................................... 13

Page 4: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

4

1. Inleiding

De Omgevingswet die in 2021 in werking treedt beoogt het in stand houden van een veilige en

gezonde fysieke leefomgeving en het bereiken en in stand houden van een goede

omgevingskwaliteit. Hiervoor moet de fysieke leefomgeving doelmatig beheerd, gebruikt en

ontwikkeld worden om maatschappelijke behoeften te vervullen. In de besluiten onder de

Omgevingswet worden hiervoor een beperkt aantal normen opgenomen. Er komt meer

afwegingsruimte voor het lokale bestuur. Het waarborgen van de veiligheid moet in dit proces van

integrale belangenafweging onder de aandacht gebracht worden.

De veiligheidsregio wordt in de Omgevingswet niet expliciet genoemd als een partij die de

gelegenheid moet krijgen om te adviseren over omgevingsplannen. In de huidige wetgeving is dat

voor het werkgebied externe veiligheid wel het geval. Deze verandering zorgt voor een andere

positionering van de veiligheidsregio. Beweging naar de voorkant en een sterke informatiepositie zijn

noodzakelijk om in de lokale instrumenten te kunnen sturen op veiligheid. Om dit te ondersteunen

hebben de veiligheidsregio’s in afstemming met de projectleider van het interbestuurlijke

programma Impuls Omgevingsveiligheid besloten om gezamenlijk informatieproducten te

ontwikkelen die aan kunnen sluiten op de landelijke voorziening van het digitaal stelsel

Omgevingswet.

Dit definitiedocument is bedoeld als leidraad voor het informatieproduct zelfredzaamheid. Er wordt

beschreven waarom dit product nodig is, hoe het tot stand is gekomen en hoe het informatieproduct

er inhoudelijk uitziet.

2. Context

In het digitaal stelsel Omgevingswet komt alle digitale informatie over de fysieke leefomgeving

samen. Ook informatie die nodig is om veiligheid in de fysieke leefomgeving te kunnen waarborgen.

Voor een sterke informatiepositie is het nodig om de wettelijke basis van de taakuitvoering van de

veiligheidsregio te kennen. Bij het opstellen van omgevingsplannen spelen twee wetten een rol. Ten

eerste de Wet veiligheidsregio’s waarin de kerntaken van de veiligheidsregio’s staan beschreven. Ten

tweede de Omgevingswet en het bijbehorende Besluit kwaliteit leefomgeving waarin veiligheid

expliciet wordt genoemd. Om te kunnen bepalen welke informatieproducten nodig zijn worden deze

twee wetten naast elkaar gelegd. De paragraaf uit het Besluit kwaliteit leefomgeving waarin het

waarborgen van de veiligheid in de fysieke leefomgeving in omgevingsplannen wordt geregeld is een

belangrijk verbindingspunt tussen de twee wetten.

2.1 Wet veiligheidsregio

De taken van het bestuur van de veiligheidsregio en de brandweer staan beschreven in de Wet

veiligheidsregio’s. Op hoofdlijnen zijn deze taken het voorkomen, beperken en bestrijden van brand,

het organiseren van de hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing en het inventariseren

van situaties waarin een vitaal belang van de samenleving wordt aangetast. Het openbaar bestuur

hierover adviseren is ook een onderdeel van de taak.

Page 5: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

5

`Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt. Deze begrippen zijn als volgt gedefinieerd.

Een brand is de combinatie van voldoende zuurstof, brandstof en temperatuur die zorgt voor een

meestal ongecontroleerd verlopende verbranding.1

Een ramp is een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel

personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en

waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om

de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.2

Een crisis is een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te worden

aangetast.3

2.2 Omgevingswet

De Omgevingswet is het nieuwe stelsel van regelgeving voor de fysieke leefomgeving. Het stelsel

omvat de Omgevingswet, Invoeringswet en de aanvullingswetten. Daarbij horen ook de regels die,

vanuit deze wetten, zijn opgenomen in Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriële

regelingen. Het stelsel van de Omgevingswet bundelt de regels over ruimte, wonen, infrastructuur,

milieu, natuur en water. Daarnaast komen er vier Algemene Maatregelen van Bestuur en een

ministeriële regeling. Naar verwachting zal de Omgevingswet op 1 januari 2021 in werking treden.

Deze wetgevingsoperatie heeft gevolgen voor overheden die verantwoordelijk zijn voor het

ontwikkelen en beheren van de fysieke leefomgeving. Ook de veiligheidsregio krijgt te maken met de

Omgevingswet.

In het Besluit kwaliteit leefomgeving is een hoofdstuk “omgevingsplannen” opgenomen. Hierin staan

instructieregels met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Een onderdeel

hiervan is een algemene bepaling over het waarborgen van de veiligheid van de fysieke leefomgeving

waarin een relatie wordt gelegd met artikel 10 van de Wet veiligheidsregio’s.

2.3 Verband tussen Wet veiligheidsregio’s en Omgevingswet

De uitgangspunten en doelstellingen van de Wet veiligheidsregio’s en de Omgevingswet raken elkaar

op verschillende punten. Beide wetten gaan voor een deel over het inrichten van een veilige

leefomgeving. Binnen de Omgevingswet wordt in het Besluit kwaliteit leefomgeving aansluiting

gezocht met de Wet veiligheidsregio’s. Het artikel over het waarborgen van de veiligheid van de

fysieke leefomgeving in het hoofdstuk over omgevingsplannen4 legt een verband met de adviesrol

van de veiligheidsregio’s.5 Het bevoegde gezag moet bij het nemen van besluiten over

omgevingsplannen rekening houden met het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van

door de veiligheidsregio geïnventariseerde risico’s van branden, rampen en crises. Daarnaast moet

rekening worden gehouden met de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen en

1 https://www.nen.nl/pdfpreview/preview_4539.pdf en https://www.ifv.nl/kennisplein/Documents/20160908-BA-

Casuistiek-ondergeventileerde-branden.pdf 2 Wet veiligheidsregio’s, 11 februari 2010, Paragraaf 1. Algemene bepalingen, Artikel 1

3 Wet veiligheidsregio’s, 11 februari 2010, Paragraaf 1. Algemene bepalingen, Artikel 1

4 Besluit kwaliteit leefomgeving, 3 juli 2018, Hoofdstuk 5 Omgevingsplannen, artikel 5.2

5 Wet veiligheidsregio’s, 11 februari 2010, Paragraaf 3. De Veiligheidsregio, Artikel 10

Page 6: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

6

de geneeskundige hulpverlening. Om de adviesfunctie goed te kunnen invullen is het beschikbaar

hebben van betrouwbare en bestendige informatie in de vorm van informatieproducten essentieel.

3. Doel, afbakening en doelgroep

Het fundament voor het ontwikkelen van informatieproducten ten behoeve van de adviesrol van de

veiligheidsregio’s is artikel 5.2 van het Besluit Kwaliteit Leefomgeving.

3.1 Doel

Het doel van de informatieproducten is om feitelijke omgevingsinformatie met betrekking tot artikel

5.2 lid a, b en c van het Besluit Kwaliteit Leefomgeving op een betrouwbare, beschikbare en

bestendige wijze te kunnen gebruiken in geografische informatiesystemen van provincies,

gemeenten, omgevingsdiensten en veiligheidsregio’s.

3.2 Doelgroepen

De informatieproducten zijn bedoeld voor medewerkers van overheidsorganisaties die zich

bezighouden met het ontwikkelen, beheren en gebruiken van een veilige fysieke leefomgeving.

Gemeente

•Projectleiders ruimtelijke ontwikkelingen

•Beleidsmakers fysieke veiligheid / omgevingsveiligheid

•Planjuristen

Provincie

•Beleidsmakers ruimtelijke ontwikkelingen

•Beleidsmakers fysieke leefomgeving / omgevingsveiligheid

Omgevingsdienst

•Vergunningverleners en -adviseurs

•Adviseurs ruimtelijke ordening

•Specialisten omgevingsveiligheid

Veiligheidsregio

•Adviseurs fysieke veiligheid / omgevingsveiligheid

•Beleidsmakers risicobeheersing

•Operationele dienst

Artikel 5.2 (veiligheidsrisico’s van branden, rampen en crises)

1. In een omgevingsplan wordt voor risico’s van branden, rampen en crises als bedoeld in artikel

10, onder a en b, van de Wet veiligheidsregio’s, rekening gehouden met het belang van:

a. het voorkomen, beperken en bestrijden daarvan;

b. de mogelijkheden voor personen om zich daarbij in veiligheid te brengen; en

c. de geneeskundige hulpverlening, bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s.

2. Het eerste lid laat onverlet de in paragrafen 5.1.2.2 tot en met 5.1.2.7 gestelde specifieke

regels over het waarborgen van de veiligheid.

Page 7: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

7

3.1 Afbakening

Het resultaat komt beschikbaar in iteraties van grof naar fijn. De eerste fase beperkt zich tot het

crisistype ongeval met gevaarlijke stoffen binnen het maatschappelijke thema technologische

omgeving. Dit document gaat over het gebruik van omgevingsinformatie waarmee bepaald kan

worden wat de mogelijkheden voor personen zijn om zich in veiligheid te brengen (artikel 5.2 lid b.)

bij het crisistype ongeval met gevaarlijke stoffen. Hier is mee gestart vanwege:

a. de behoefte van omgevingsdiensten en veiligheidsregio’s en;

b. de urgentie die het bestuurlijk omgevingsberaad via de Impuls Omgevingsveiligheid heeft

toegekend.

4. Projectstructuur

Dit informatieproduct is gemaakt in opdracht van het bestuurlijk omgevingsberaad. De CIO

Brandweer Nederland heeft in goed overleg met de voorzitter van de landelijke vakgroep

omgevingsveiligheid van brandweer Nederland en de landelijke projectleider data infrastructuur van

het programma impuls omgevingsveiligheid de opdracht aangenomen.

Voor de uitvoering is een landelijke werkgroep opgericht met daarin vertegenwoordigers van het

programma data infrastructuur, brandweer Nederland en GHOR Nederland.

Opdrachtgever

Bestuurlijk Omgevingsberaad

Opdrachtnemer

CIO Brandweer Nederland

Voorzitter vakgroep Omgevingsveiligheid

Projectleider Data Infrastructuur

Uitvoering

Landelijke werkgroep informatieproducten

Page 8: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

8

5. Methode

5.1. Definitie

Voor het ontwikkelen van het informatieproduct ‘zelfredzaamheid’ is het van belang om vast te stellen wat we verstaan onder de term zelfredzaamheid, anders weten we immers niet wat het informatieproduct betekent. Hiervoor hebben we literatuuronderzoek gedaan naar de definitie van zelfredzaamheid. In de literatuur hebben we vele verschillende definities gevonden voor de term zelfredzaamheid. In algemene zin geeft de term zelfredzaamheid aan in hoeverre iemand zichzelf kan redden. Hieronder volgen een aantal definities die we in de literatuur zijn tegengekomen. Ruitenberg en Helsloot (2004) hanteren de volgende definitie: ‘Zelfredzaamheid’ betreft alle handelingen die door burgers verricht worden:

ter voorbereiding op rampen en zware ongevallen

tijdens en na rampen en zware ongevallen

om zichzelf èn anderen te helpen de gevolgen van de ramp of het zware ongeval te beperken.6

Het IFV hanteert de volgende definitie van zelfredzaamheid: “Zelfredzaamheid omvat de vermogens en handelingen van burgers om incidenten, en de nasleep ervan, zelfstandig dan wel met behulp van anderen zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beheersen.’’7 Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (2007) definieert zelfredzaamheid als volgt: “het vermogen van burgers om zichzelf en anderen te helpen in voorbereiding op, tijdens en na een crisis, waar nodig en mogelijk gefaciliteerd door de overheid.”8 Zoals beschreven staat in artikel 5.2 van het Besluit Kwaliteit Leefomgeving heeft onze wettelijke taak betrekking op het voorkomen, beperken en bestrijden van een brand, ramp of crisis. De hierboven genoemde definities gaan allemaal in op de verschillende fases van een incident, maar nemen hierin niet de verschillende type incidenten; een brand, ramp of crisis mee. De werkgroep kiest voor de definitie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, waarbij we deze definitie aanvullen met de type incidenten; brand en ramp. De definitie wordt dan als volgt: Bovenstaande definitie zal worden vastgelegd in het gegevenswoordenboek van de Firebrary, het taxonomieregister van de veiligheidsregio’s.

6 Ruitenberg, A.G.W. en Helsloot, I. (2004) Zelfredzaamheid van burgers bij rampen en zware ongevallen, Den Haag: Kluwer.

7 https://www.ifv.nl/kennisplein/zelfredzaamheid

8 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2007). Brief aan de vz Tweede Kamer inzake Aanbieding rapport

Inspectie OOV over verminderde zelfredzaamheid en rampenplannen. Den Haag, 16 april 2007.

Zelfredzaamheid is het vermogen van burgers om zichzelf en anderen te helpen in voorbereiding op, tijdens en na een brand, ramp of crisis, waar nodig en mogelijk gefaciliteerd door de overheid.

Page 9: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

9

5.2 Indicatoren

Voor het informatieproduct hebben we gekeken welke indicatoren betrekking hebben op de term zelfredzaamheid. Twee indicatoren zijn naar voren gekomen:

a. Handelingsbekwaamheid i. Fysieke gesteldheid en ii. geestelijk vermogen om adequaat te kunnen handelen

b. Handelingsperspectief: i. aanwezige voorzieningen voor fysieke veiligheid; ii. mate van inzicht in de situatie

In de eerste versie van het informatieproduct nemen we alleen handelingsbekwaamheid mee als indicator. Zoals hieronder uit de toelichting van de databronnen zal blijken, is er op dit moment niet voldoende data beschikbaar om het handelingsperspectief te kunnen meenemen.

5.3. Bronnen

Voor het ontwikkelen van het informatieproduct ‘zelfredzaamheid’ hebben we gekeken welke bestaande databronnen bruikbaar zouden kunnen zijn. Allereerst hebben we gekeken naar de basisregistraties. Een basisregistratie is een door de overheid officieel aangewezen registratie met gegevens die door alle overheidsinstellingen verplicht worden gebruikt bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken. Basisregistraties zijn dus landelijk en bij wet vastgesteld, er bestaan in totaal 10 basisregistraties De hieronder beschreven basisregistraties lijken van toegevoegde waarde voor de ontwikkeling van het informatieproduct. Basisregistraties

Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG): bevat gemeentelijke basisgegevens van alle adressen en gebouwen in een gemeente

Basisregistratie Topografie (BRT), specifiek de Top10NL dataset: digitale topografische bestanden op schaalniveaus van 1:5000 en kleinere schalen;

Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT): digitale kaart van Nederland waarop gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen eenduidig zijn vastgelegd, te gebruiken op schaalniveaus 1:5000 en groter;

Basisregistratie Kadaster (BRK), specifiek de Digitale Kadastrale Kaart: kadastrale registratie en kadastrale kaart

Handelsregister (HR): basisregistratie waarin alle bedrijven en rechtspersonen ingeschreven staan en alle andere organisaties die deelnemen aan het economisch verkeer, beheerd door KVK

Basisregistratie Onroerende Zaken (WOZ): gegevens over woningwaardes en bouwbestemmingen, bijgehouden door de Waarderingskamer.

De overige 5 basisregistraties zijn niet relevant omdat deze specifiek gaan over inkomen (BRI), ondergrond (BRO), voertuigen (BRV) of personen (BRP). De laatste is mogelijk interessant, maar daar kunnen we vanwege de AVG op dit moment niet over beschikken. Vervolgens hebben we gekeken naar andere landelijk dekkende databronnen die relevante data zouden kunnen leveren voor het ontwikkelen van het informatieproduct. Hieronder volgt een opsomming van deze bronnen: Overige databronnen

Page 10: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

10

Landelijk Register Kinderopvang (LRK): gegevens over alle kindercentra en gastouders die zijn goedgekeurd door de gemeente en de GGD

OOV Kernregistratie Zorgcontinuïteit (KRZ): bevat de set aan basiskenmerken over de zorgaanbieders en zorginstellingen, samengesteld en beheerd door GGD GHOR Nederland, met behulp van de Kernregistratie Objecten (KRO) van de veiligheidsregio’s.

CBS demografische gegevens over buurten

Populatieserver van de Omgevingsdiensten

Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, Rijksmonumenten

Woonzorgwijzer: model waarmee het voorkomen van bepaalde aandoeningen/problematieken kan worden voorspeld, gebaseerd op CBS-microdata, gegevens van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de gezondheidsmonitor

Op dit moment is het alleen mogelijk om iets te zeggen over groepskwetsbaarheid (oftewel instellingen). Dit komt omdat gegevens van zelfstandig wonende, niet of verminderd zelfredzame personen, niet op adresniveau beschikbaar zijn of vanwege de AVG niet beschikbaar kunnen worden gesteld. Mogelijk biedt de Woonzorgwijzer een oplossing, in deze eerste versie van het informatieproduct wordt de Woonzorgwijzer nog niet als databron gebruikt. In de volgende iteratie zullen we de mogelijkheden van de Woonzorgwijzer nader onderzoeken.

6. Resultaat (inhoudelijk)

Dit hoofdstuk beschrijft de inhoudelijke uitwerking van het thema “Zelfredzaamheid”. Hieronder vallen (a) een werkdefinitie, (b) indicatoren die van invloed zijn op de zelfredzaamheid en (c) een analyse van databronnen die mogelijk voorhanden zijn om deze informatieproduct daadwerkelijk te realiseren

6.1. Werkdefinitie

We hebben gekozen voor de volgende definitie van de term zelfredzaamheid:

6.2. Indicatoren

Voor de eerste versie van het informatieproduct gaan we uit van de volgende indicator: Handelingsbekwaamheid, waarbij we een onderscheid maken tussen;

Fysieke gesteldheid en;

geestelijk vermogen om adequaat te kunnen handelen

6.3. Informatieproduct zelfredzaamheid

Hieronder volgt een korte beschrijving van de gebruikte databronnen, een toelichting op de datavelden en de toelichting van gebruikte kleuren voor de visuele weergave van het informatieproduct.

Zelfredzaamheid is het vermogen van burgers om zichzelf en anderen te helpen in voorbereiding op, tijdens en na een brand, ramp of crisis, waar nodig en mogelijk gefaciliteerd door de overheid.

Page 11: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

11

6.3.1. Gebruikte databronnen

GGD GHOR Nederland heeft al ervaring met het combineren van gegevens uit overheids-

databronnen om 24-uurs zorglocaties in beeld te brengen (“witte kaart” en “Kernregistratie

Zorgcontinuïteit”). De scope van dit informatieproduct is wel breder, maar de ETL scripts om,

gebruikmakend van deze bronnen, dit informatieproduct samen te stellen zijn relatief eenvoudig te

realiseren. Het gaat om de volgende databronnen:

1. Basisregistraties topografie (BRT/BGT); 2. Basisregistratie Adressen en gebouwen (BAG); 3. Basisregistratie Kadaster (BRK); 4. Handelsregister NHR; 5. Kernregistratie Zorgcontinuïteit KRZ (VR / GGD GHOR NL), op basis van de KRO van de

veiligheidsregio’s, waarin o.m. Handelsregister en Dataland WOZ+ data is verwerkt. 6. Landelijke Register Kinderopvang (Bureau DUO)

De gegevens uit de databronnen worden in het algemeen betrokken via de Geo4OOV voorziening.

De (concept) terreinen zijn samengesteld uit de Top10NL en deels uit Ruimtelijke plannen en bevatten

de volgende typen terreinen:

- Attractiepark - Bungalowpark - Camping, kampeerterrein - Caravanpark - Dierentuin, safaripark - Evenemententerrein - Jachthaven (omdat die in ISOR als kwetsbaar staat) - Openluchtmuseum - Openluchttheater - Recreatiegebied - Tuincentrum - Woonwagencentrum - Ziekenhuiscomplex - Zwembadcomplex

Deze locaties worden periodiek overgenomen uit BRT/Top10NL van het Kadaster, behalve de evenemententerreinen, die zijn samengesteld uit ruimtelijkeplannen.nl en de evenementenkalender van de nationale politie (alleen C-klasse evenementen).

6.3.2. Toelichting op datavelden

# Veldnaam Datatype Verplicht? Toelichting

1 Id Serial Ja Identificerend sleutelnummer

2 Pandid Varchar(16) Ja BAG Pand identificatie (16 karakters)

3 Perceel Varchar Nee Kadastrale perceelaanduiding (uit BRK)

4 Bouwjaar Integer Ja BAG bouwjaar van dit pand

5 Status Varchar Ja BAG pandstatus

6 Hoogte Numeric Nee Uit AHN berekende pandhoogte

7 oppervlak Integer Ja Cumulatieve vloeroppervlakte van BAG verblijfsobjecten in dat pand (vergund)

Page 12: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

12

# Veldnaam Datatype Verplicht? Toelichting

8 Populatie Numeric Nee Cumulatieve overdag te verwachten populatie (vergund) o.b.v. berekeningen populatieservice

9 Kwetsbaar Varchar(2) Nee Indicatie van kwetsbaarheid (BK: beperkt kwetsbaar; K: kwetsbaar; ZK: zeer kwetsbaar), o.b.v. berekeningen van IOV

10 Categorie Varchar Nee Duiding van gebruiksfunctie, o.b.v. BAG gebruiksfunctie en Dataland WOZ+ data;

11 Activiteit Varchar Nee Duiding van activiteit in het pand, o.b.v. BAG gebruiksfunctie, en Handelsregister

12 Naam Varchar Nee Naam van het pand (of bedrijf in dat pand), indien bekend, o.b.v. BRT en HR

13 Straatnaam Varchar Nee Straatnaam waar het pand aan ligt, voor zover te bepalen (soms ligt het op een hoek van twee straten)

14 Huisnrs Varchar Nee Huisnummers in dit pand, voor zover te bepalen o.b.v. de BGT;

15 Pc6 Varchar Ja Postcode-6 gebied waar dit pand in valt;

16 Plaatsnaam Varchar Ja Plaatsnaam waar dit pand in valt;

17 Gemeente Varchar Ja Gemeentenaam waar dit pand in valt;

18 Provincie Varchar Ja Provincie waar dit pand in valt;

19 Icon Varchar(4) Nee Afkorting van het te gebruiken pictogram voor deze locatie. Optioneel.

6.3.3. Toelichting kleuren/legenda

Voor het weergeven van de locaties op de kaart waar zich verminderd zelfredzame bevinden maken we gebruik van kleuren. We maken gebruik van de kleur donker-oranje voor de weergave van die locaties, waar vrijwel zeker verminderd zelfredzame personen aanwezig zijn. Voor de locaties waar mogelijk verminderd zelfredzame personen aanwezig zijn, maken we gebruik van de kleur licht-oranje. Voor het selecteren van de juiste locaties op de kaart gebruiken we voor de kleur ‘rood’ (donker-oranje) de definitie van ‘zeer kwetsbare gebouwen’ uit het Bkl: Een gebouw met een van de volgende gebruiksfuncties, alleen voor zover het gaat om die gebruiksfunctie en nevengebruiksfuncties daarvan: a. een woonfunctie voor 24-uurszorg; b. een bijeenkomstfunctie: 1°. voor kinderopvang; of 2°. voor dagverblijf van personen met een lichamelijke of geestelijke beperking; c. een celfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving; d. een gezondheidszorgfunctie met een bedgebied; of e. een onderwijsfunctie: 1°. voor basisschoolonderwijs; of 2°. voor onderwijs aan minderjarigen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Voor de kleur licht-oranje gebruiken we de ‘bijeenkomstfunctie’ en ‘logiesfunctie’ van de kwetsbare gebouwen Bkl, vanaf een bepaald minimum vloeroppervlak (nu 1500 m2; nog te bepalen).

Page 13: Definitiedocument Informatieproduct Zelfredzaamheid · 2020. 3. 31. · Definitiedocument zelfredzaamheid 5 `Vaak worden de termen brand, ramp en crisis gebruikt.Deze begrippen zijn

Definitiedocument zelfredzaamheid

13

6.3.4. Voorbeelden

Hier volgt ter illustratie een 3D screenshot van het informatieproduct “Zelfredzaamheid” voor gebouwen, situatie per mei 2019 in Eindhoven.

* Donker-oranje: vrijwel zeker verminderd zelfredzame personen aanwezig **Licht-oranje: mogelijk verminderd zelfredzame personen aanwezig

7. Beheer

Het informatieproduct zal landelijk beschikbaar worden gesteld via Geo4OOV. De eerste versie van het informatieproduct is inmiddels beschikbaar en staat nu live bij Geo4OOV. Dat betekent dat je in je GIS pakket (of LCMS Plot) een WMS connectie kunt aanmaken naar https://acceptatie.geo4oov.nl/GWCGateWay/dispatch en daar met je LCMS username en wachtwoord deze kaartlaag kunt toevoegen aan je lijst kaartlagen. Voor meer informatie kun je contact opnemen door een e-mail te sturen naar: [email protected].