DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS NIVEAU TWEEDE …ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Algemene...

41
ALGEMENE VORMING DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS PROJECT ALGEMENE VAKKEN MODERNE VREEMDE TALEN NIVEAU TWEEDE GRAAD PROJECT ALGEMENE VAKKEN NIVEAU DERDE GRAAD NIVEAU DERDE LEERJAAR DERDE GRAAD LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO-BRUSSEL D/2010/7841/087 september 2010 (D/2010/7841/087 vervangt D/2009/7841/018 vanaf 1 september 2010) Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Transcript of DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS NIVEAU TWEEDE …ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Algemene...

ALGEMENE VORMINGDEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS

PROJECT ALGEMENE VAKKENMODERNE VREEMDE TALEN

NIVEAU TWEEDE GRAAD

PROJECT ALGEMENE VAKKENNIVEAU DERDE GRAAD

NIVEAU DERDE LEERJAAR DERDE GRAAD

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

VVKSO-BRUSSEL D/2010/7841/087september 2010

(D/2010/7841/087 vervangt D/2009/7841/018 vanaf 1 september 2010)

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair OnderwijsGuimardstraat 1, 1040 Brussel

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 3 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

Inhoud

1 Inleiding...................................................................................................................5

2 Leerlijn algemene vorming in dbso..........................................................................7

3 Leerplandoelen niveau tweede graad ...................................................................17

4 Leerplandoelen niveau derde graad......................................................................22

5 Leerplandoelen niveau derde leerjaar derde graad...............................................26

6 Minimale materiële vereisten.................................................................................29 6.1 Infrastructuur .....................................................................................................................................29 6.2 Uitrusting ...........................................................................................................................................29

7 Eindtermen Project Algemene Vakken..................................................................31 7.1 Eindtermen PAV tweede graad.........................................................................................................31 7.2 Eindtermen PAV derde graad: eerste en tweede leerjaar ................................................................33 7.3 Eindtermen PAV derde graad: derde leerjaar...................................................................................35

8 Eindtermen moderne vreemde talen Frans of Engels ...........................................38 8.1 Eindtermen moderne vreemde talen Frans of Engels tweede graad ...............................................38

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 5 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

1 Inleiding

Een jongere kan in het dbso worden ingeschreven als hij niet meer onderworpen is aan de voltijdse leerplicht en tot de leeftijd van 25 jaar. Door het uiteenlopende schoolverleden van de jongeren is de groep heel verscheiden.

In het dbso bestaan geen jaren en geen graden. In de praktijk zitten jongeren uit de verschillende niveaus door-gaans in eenzelfde groep algemene vorming.

In het dbso bestaan eveneens geen vakken. Project Algemene Vakken en één moderne vreemde taal kade-ren binnen de algemene vorming van de jongeren. Ze hebben als doel hen voor te bereiden op de maatschap-pij en vorming te bieden die de jongeren in staat stelt een toekomst uit te bouwen waarin leren en werken be-langrijk zijn. Daarom wordt ervoor geopteerd om de moderne vreemde taal geïntegreerd aan te bieden.

Naast de brede vorming die voor iedere jongere wordt beoogd, werd dit leerplan eveneens ontwikkeld in functie van het toekennen van de rechtmatige studiebewijzen uitgereikt via dbso, in casu voor deze jongeren die in aanmerking komen voor het behalen van het getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs, het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad secundair onderwijs en het diploma secundair onderwijs. Iedere leraar-begeleider zal er dan ook naar streven om de jongeren voldoende leeruitdagingen te bieden en hen zo ver mogelijk te begeleiden in hun groeiproces. Op die manier krijgt iedere jongere maximale kansen om op eigen tempo een rechtmatig studiebewijs te behalen.

In dit leerplan werden de eindtermen PAV en MVT in de leerplandoelstellingen opgenomen. De nummers van deze eindtermen staan tussen haakjes. (in doelstellingen per graad, hoofdstukken 3, 4 en 5). Vooraf (in hoofdstuk 2) geven wij de leerlijn algemene vorming over de verschillende graden.

De attitudes werden gemerkt met een * met het oog op doorlichting door de onderwijsinspectie.

Situering van Project Algemene Vakken binnen de algemene vorming de jongeren

Project Algemene Vakken wordt projectmatig-thematisch opgebouwd. Dit leerplan legt noch thema’s noch inhou-den op. De thema’s en de inhouden zijn een middel om de leerplandoelen geïntegreerd aan bod te laten komen voor zover ze functioneel zijn. Daardoor kan de leraar-begeleider maximaal inspelen op de actualiteit en op de belangstelling, de noden en de verwachtingen van de groep en van de individuele jongere. Zelfredzaamheid van de jongeren is een prioritair doel.

Het is de vrijheid en de verantwoordelijkheid van de leraar-begeleider om steeds opnieuw na te gaan waar het zwaartepunt van zijn aandacht zal liggen. Soms zal hij voorrang geven aan de behoeften van het individu of van de groep, soms zal hij ervoor kiezen om die behoeften te verruimen.

Om tegemoet te komen aan de heterogeniteit van de groep kan de leraar-begeleider verschillende accenten leggen wat betreft de leerinhouden, de snelheid van verwerking, de mate van zelfstandigheid die van de jongere wordt gevraagd, de aard en de complexiteit van de opdrachten …

Situering van de moderne vreemde taal binnen de algemene vorming de jongeren

Het cdo bepaalt de keuze voor Frans of Engels of kan beide aanbieden zodat de keuze aan de jongere zelf wordt toevertrouwd. Bij het aanleren van een moderne vreemde taal staan communicatie en zelfredzaamheid centraal. Het hoofddoel is niet wat jongeren over taal weten, maar wat ze ermee kunnen doen. De leerplandoe-len moderne vreemde taal situeren zich op niveau A1 van het Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen. Dit betekent dat de jongeren zich als basisgebruiker in een moderne vreemde taal uit de slag kunnen trek-ken. Zij kunnen vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen begrijpen en gebruiken. Zij kunnen zichzelf aan anderen voorstellen, over persoonlijke gegevens vragen stellen en vragen op een eenvoudige manier be-antwoorden. De jongeren kunnen op een eenvoudige manier reageren indien de gesprekspartner langzaam en duidelijk praat en bereid is om hen te helpen.

6 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

Op het niveau van de tweede graad leren de jongeren omgaan met informatieve en prescriptieve teksten. Met het woord tekst bedoelt men elke boodschap die ze produceren of ontvangen, zowel mondeling als schriftelijk.

Verwerkingsniveau, tekstsoorten en tekstkenmerken in een moderne vreemde taal luisteren lezen mondelinge

interactie schrijven

verwerkingsniveau Kopiërend: de boodschap letterlijk weerge-ven

kopïerend

Beschrijvend: de boodschap begrijpen en/of weergeven met eventueel kleine veranderingen

beschrijvend beschrijvend beschrijvend

tekstsoorten Informatief: overbrengen van informatie

informatief informatief informatief

Prescriptief: handelingen van de ontvanger sturen

prescriptief prescriptief prescriptief

tekstkenmerken Onderwerp concreet

eigen leefwereld zeer vertrouwd

concreet eigen leefwereld zeer vertrouwd

concreet eigen leefwereld zeer vertrouwd

Gebruikssituatie met veel visuele ondersteuning

met veel visuele ondersteuning

met veel visuele ondersteuning met non-verbale signa-len

Structuur korte enkelvoudige zinnen elementaire structuur korte teksten

korte enkelvoudige zinnen elementaire structuur korte teksten

korte enkelvoudige zinnen elementaire structuur korte teksten

Uitspraak, arti-culatie en into-natie

heldere uitspraak, articulatie natuurlijke intonatie standaardtaal

verstaanbaar

Tempo langzaam gesproken met pauzes

met herhalingen met onderbrekingen

Woordenschat veel voorkomende woorden standaarduitdrukkingen standaardtaal informeel en formeel

veel voorkomende woorden standaarduitdrukkingen standaardtaal informeel en formeel

veel voorkomende woorden standaarduitdrukkingen standaardtaal informeel en formeel

Algem

ene Vorm

ing deeltijds beroepssecundair onderwijs

7 niveau tw

eede graad – D

/2010/7841/087 niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

2 Leerlijn algemene vorming in dbso

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso 1. Zelfstandig en in concrete situaties relevante en

toegankelijke informatie vinden en selecteren uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

1. Zelfstandig en in concrete situaties maatschap-pelijk relevante informatie vinden en selecte-ren uit: - diverse tekstsoorten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen en ICT-toepassingen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

2. Over de gevonden informatie reflecteren met informatie uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

2. Zelfstandig en in concrete situaties maatschap-pelijk relevante informatie kritisch beoordelen: - essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

INFO

RM

ATI

EVER

WER

VIN

G- E

N V

ERW

ERK

ING

1. Onder begeleiding en in concrete situaties in eenvoudige gesproken en geschreven teksten in een vreemde taal het onderwerp bepalen.

2. Onder begeleiding en in concrete situaties rele-

vante en toegankelijke informatie vinden en se-lecteren uit: - gesproken teksten; - eenvoudige gesproken teksten in een vreemde taal; - geschreven teksten; - eenvoudige geschreven teksten in een vreem-de taal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

3. De gevonden informatie evalueren met informatie uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

3. Zelfstandig en in concrete situaties maatschap-pelijk relevante informatie vergelijken en inte-greren: - essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - essentie uit twee of meer computerprogram-ma’s; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

8 A

lgemene V

orming deeltijds beroepssecundair onderw

ijs D

/2010/7841/087 niveau tw

eede graad –

niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso

3. Onder begeleiding en in concrete situaties rele-vante en toegankelijke informatie gebruiken: - concrete informatie uit gesproken teksten; - concrete informatie uit geschreven teksten; - concrete informatie uit ICT-bronnen; - concrete informatie uit tabellen, grafieken, dia-grammen en kaarten.

4. Zelfstandig en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie mondeling en schriftelijk gebruiken: - essentie uit gesproken teksten; - essentie uit geschreven teksten; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - concrete informatie uit tabellen, grafieken, dia-grammen en kaarten.

4. Zelfstandig en in concrete situaties maatschap-pelijk relevante informatie efficiënt toepassen en gebruiken:

- essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

4. Onder begeleiding en in concrete situaties mon-deling en schriftelijk informatie inwinnen en meedelen: - formele informatie; - informele informatie.

5. Zelfstandig en in concrete situaties mondeling en schriftelijk informatie inwinnen en meede-len:

- formele informatie; - informele informatie.

5. Zelfstandig en in concrete situaties beknopt en duidelijk rapporteren: - mondeling; - schriftelijk; - grafisch.

INFO

RM

ATI

EVER

WER

VIN

G- E

N V

ERW

ERK

ING

5. Onder begeleiding, analoge of digitale hulpmid-delen gebruiken om de communicatie en het taalvaardig handelen in het Nederlands en in een vreemde taal te verbeteren en te optimali-seren zoals: - een verklarend woordenboek; - een eenvoudig vertalend woordenboek; - een woordenlijst; - een spellingwijzer; - een schrijfkader; - een spreekkader; - software; - aangeboden ondersteunend visueel materiaal; - lay-out.

6. Zelfstandig hulpmiddelen gebruiken om het taalvaardig handelen en de communicatie te verbeteren en te optimaliseren, zoals - een woordenboek; - een spellingwijzer; - een schrijfkader; - een spreekkader; - software; - …

* 6. Bij het verwerven en verwerken van informatie rekening houden met ethische en deontologi-sche principes: - auteursrecht; - het recht op privacy; - de beveiliging van ICT-bronnen; - de publicatie van cijfergegevens.

Algem

ene Vorm

ing deeltijds beroepssecundair onderwijs

9 niveau tw

eede graad – D

/2010/7841/087 niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso

6. Bij het luisteren en het lezen in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende stra-tegieën inzetten: - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen wat iets betekent; - gebruik maken van aangeboden beeldmateriaal; - gebruik maken van de context; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets aan te wijzen; - vragen om iets te herhalen; - het leesdoel bepalen; - onduidelijke passages opnieuw lezen; - de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden; - de vermoedelijke betekenis van onbekende woorden uit de context afleiden.

7. Onder begeleiding en op niveau van de jongere, in een vreemde taal volgende ondersteunende functionele taalelementen inzetten: - vorm, betekenis en reëel gebruik van woorden en woordcombinaties in verband met persoonlij-ke gegevens, het dagelijks leven en de relatie tot anderen; - reeds in de les gebruikte vormen en structuren in nieuwe contexten; - belangrijke grammaticale constructies, eventu-eel met behulp van schema’s en overzichten; - het eigene van de tekstsoort die aan bod komt.

INFO

RM

ATI

EVER

WER

VIN

G- E

N V

ERW

ERK

ING

*8. Zich bij het lezen en luisteren blijven concentre-ren ondanks het feit dat men niet alles begrijpt.

10 A

lgemene V

orming deeltijds beroepssecundair onderw

ijs D

/2010/7841/087 niveau tw

eede graad –

niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso *9 Bereid zijn om eigen teksten na te kijken.

10. Onder begeleiding en in relevante concrete situ-aties, wiskundige technieken en denkmethoden, met behulp van elektronische hulpmiddelen, toepassen: - de regel van drieën; - schematische voorstellingen; - ordeningsmodellen; - procentrekenen; - de schaal.

7. Zelfstandig en in relevante concrete situaties, wiskundige technieken en denkmethoden, met behulp van elektronische hulpmiddelen, toe-passen: - de regel van drieën; - schematische voorstellingen; - ordeningsmodellen; - procentrekenen; - de schaal.

7. Zelfstandig een probleem onderkennen en omschrijven.

8. Zelfstandig een probleem analyseren: - beïnvloedende factoren achterhalen; - beïnvloedende factoren volgens belangrijkheid rangschikken; - relaties tussen de factoren aangeven.

9. Een gepaste oplossingsstrategie kiezen, plan-nen en uitvoeren.

11. Onder begeleiding en in relevante concrete situ-aties, grootheden schatten, meten en bereke-nen.

8. Zelfstandig en in relevante concrete situaties, metingen en berekeningen uitvoeren.

10. De uitvoering, het proces en het resultaat van de gevolgde oplossingsstrategie evalueren, bijsturen en optimaliseren.

PRO

BLE

EMO

PLO

SSEN

D D

ENK

EN

* 12. Ingesteld zijn op: - het inschatten van resultaten; - het controleren van bewerkingen en resulta-ten; - het vergelijken van oplossingen.

* 9. Zelfstandig en in relevante concrete situaties, spontaan kwantitatieve gegevens controle-ren.

11. Bij het oplossen van een probleem, rekening houden met maatschappelijke en ethische normen zoals: - comfort; - veiligheid; - hygiëne; - privacy; - solidariteit; - respect.

Algem

ene Vorm

ing deeltijds beroepssecundair onderwijs

11 niveau tw

eede graad – D

/2010/7841/087 niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso

13. Onder begeleiding, opdrachten van beperkte omvang en van relatief korte duur individueel realiseren: - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing.

10. Zelfstandig opdrachten individueel realise-ren: - de planning; - de organisatie; - de uitvoering; - de evaluatie; - de bijsturing.

12. Om een doel te bereiken, met een team over-leggen en onderhandelen over: - aanpak; - taakverdeling; - verantwoordelijkheid.

13. Als teamlid de eigen taken volgens afspraak realiseren.

14. Over eigen bijdrage, teamwerking, interactie-vaardigheden en groepsresultaat reflecteren.

15. De eigen bijdrage, de teamwerking, de interac-tievaardigheden en het groepsresultaat evalu-eren en bijsturen.

16. Over eigen bijdrage, teamwerking, interactie-vaardigheden en groepsresultaat verslag uit-brengen.

IND

IVID

UEE

L W

ERK

EN

GR

OEP

SWER

K

14. Onder begeleiding, opdrachten van beperkte omvang en van relatief korte duur in groep rea-liseren: - het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing.

11. Zelfstandig opdrachten in groep realiseren: - het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing.

*17. Bij het werken in team empathie, loyauteit en wederzijds respect tonen.

12 A

lgemene V

orming deeltijds beroepssecundair onderw

ijs D

/2010/7841/087 niveau tw

eede graad –

niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso

15. De eigen mening en gevoelens uiten. 12. Mondeling argumenteren.

* 18. Een eigen standpunt innemen, nuanceren en beargumenteren.

16. Gepast ageren:

- verantwoorde keuzes maken; - sociale en maatschappelijke leefregels, normen en gedrag respecteren; - formele en informele afspraken, regels en procedures volgen; - gepast taalgebruik hanteren; - hulp inroepen.

*13. In dagelijkse situaties spontaan een veilige houding aannemen.

17. In concrete situaties in een eenvoudig gesprek in een vreemde taal: - standaarduitdrukkingen en beleefdheidscon-venties en - formele en informele taalregisters gebruiken.

MA

ATS

CH

APP

ELIJ

KE

PAR

TIC

IPA

TIE

18. Onder begeleiding en in concrete situaties in een eenvoudig gesprek in een vreemde taal informatie vragen of geven.

Algem

ene Vorm

ing deeltijds beroepssecundair onderwijs

13 niveau tw

eede graad – D

/2010/7841/087 niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso

19. Bij mondelinge interactie in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende strategieën inzetten: - gebruik maken van non-verbaal gedrag; - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets te herhalen; - iets aanwijzen om na te gaan of men de ge-sprekspartner begrepen heeft; - eenvoudige technieken om een kort gesprek te beginnen, gaande te houden of te beëindi-gen.

20. Bij het schrijven in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende strate-gieën inzetten: - gebruik maken van een model; - gebruik maken van een in de les behandelde tekst.

21. Het eigen dagelijkse leven organiseren. 14. Relevante aspecten van de sociale wetgeving en het arbeidsrecht kennen.

22. Kunnen solliciteren volgens de gangbare procedures.

15. Kunnen solliciteren volgens de gangbare procedures.

23. Onder begeleiding maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren.

MA

ATS

CH

APP

ELIJ

KE

PAR

TIC

IPA

TIE

24. Onder begeleiding op maatschappelijk rele-vante formulieren in een vreemde taal per-soonlijke gegevens invullen zoals: - naam; - adres; - nationaliteit.

16. Zelfstandig maatschappelijk relevante formu-lieren lezen, invullen en controleren.

14 A

lgemene V

orming deeltijds beroepssecundair onderw

ijs D

/2010/7841/087 niveau tw

eede graad –

niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso

25. Onder begeleiding en in concrete situaties standaarduitdrukkingen en standaardzinnen in een vreemde taal letterlijk overnemen.

26. Het eigen budget beheren: - verantwoord consumentengedrag; - bankieren.

17. Het eigen budget beheren: - verantwoord consumentengedrag; - bankieren; - een gezinsbudget.

27. Zich situeren, oriënteren en verplaatsen door gebruik te maken van gepaste informatie.

28. De belangrijkste maatschappelijke voorzienin-gen en instellingen in de eigen regio situeren.

18. De belangrijkste maatschappelijke voorzienin-gen, instellingen en mechanismen in de eigen regio gebruiken.

19. De mogelijkheden van culturele vrijetijdsbe-steding verkennen.

19. Cultuur leren waarderen.

MA

ATS

CH

APP

ELIJ

KE

PAR

TIC

IPA

TIE

29. De grote lijnen van maatschappelijke structu-ren en mechanismen die het leven beheersen of beïnvloeden kennen.

20. Reflecteren om de maatschappelijke weer-baarheid te verhogen: - bewuste en verantwoorde keuzes maken; - bewust en verantwoord consumentengedrag; - verantwoorde seksualiteit; - verschillende relatievormen; - eigen gezondheid en veiligheid en die van anderen; - kritische benadering van de media.

Algem

ene Vorm

ing deeltijds beroepssecundair onderwijs

15 niveau tw

eede graad – D

/2010/7841/087 niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad

AV 2de graad dbso AV 3de graad dbso AV 3de leerjaar 3de graad dbso

30. Illustreren dat het dagelijkse leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst: - vanuit de actualiteit; - op basis van eigen ervaringen.

21. Illustreren dat er verbanden bestaan tussen verleden, heden en toekomst: - vanuit de actualiteit; - op basis van eigen ervaringen.

31. Onder begeleiding aspecten van het dagelijk-se leven van mensen uit een andere tijd of op een andere plaats met het eigen leven verge-lijken.

22. Positief omgaan met culturele verschillen.

32. Belangrijke wereldproblemen bondig om-schrijven.

23. Belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.

*33. Respect opbrengen voor: - het leefmilieu; - het historisch-culturele erfgoed; - verschillen en gelijkenissen in leefwijze; waarden en normen tussen de eigen cultuur en de cultuur van de streek waar de vreemde taal wordt gesproken.

*34. Belangstelling tonen voor de aanwezigheid van vreemde talen in de eigen leefwereld.

*35. Durf tonen en bereid zijn om in een vreem-de taal: - te luisteren, te spreken, gesprekken te voe-ren en te schrijven; - het taalgebruik te verzorgen.

MA

ATS

CH

APP

ELIJ

KE

PAR

TIC

IAPT

IE

24. Mogelijkheden tot levenslang leren verken-nen in functie van: - persoonlijke ontwikkeling; - beroepsmogelijkheden en beroepsvervol-making; - omscholing.

20. Mogelijkheden tot levenslang leren verken-nen in functie van: - persoonlijke ontwikkeling; - beroepsmogelijkheden en beroepsvervolma-king; - omscholing.

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 17 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

3 Leerplandoelen niveau tweede graad

1 Onder begeleiding en in concrete situaties in eenvoudige gesproken en geschre-ven teksten in een vreemde taal het onderwerp bepalen.

(MVT 1, 4)

2 Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie vinden en selecteren uit:

- gesproken teksten; - eenvoudige gesproken teksten in een vreemde taal; - geschreven teksten; - eenvoudige geschreven teksten in een vreemde taal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 3, 4, 14, 17, 18, 19) (MVT 2, 5)

3 Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie gebruiken:

- concrete informatie uit gesproken teksten; - concrete informatie uit geschreven teksten; - concrete informatie uit ICT-bronnen; - concrete informatie uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 4, 14, 17,18, 19)

4 Onder begeleiding en in concrete situaties mondeling en schriftelijk informatie in-winnen en meedelen:

- formele informati; - informele informatie. (PAV 2, 3, 4, 6, 19, 25, 26)

Info

rmat

ieve

rwer

ving

en

-ver

wer

king

5 Onder begeleiding analoge of digitale hulpmiddelen gebruiken om de communi-catie en het taalvaardig handelen in het Nederlands en in een vreemde taal te verbeteren en te optimaliseren, zoals:

- een verklarend woordenboek; - een eenvoudig vertalend woordenboek; - een woordenlijst; - een spellingwijzer; - een schrijfkader; - een spreekkader; - software; - aangeboden ondersteunend visueel materiaal; - lay-out. (PAV 7, 19) (MVT 6, 12)

18 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

6 Bij het luisteren en het lezen in een vreemde taal, indien nodig en onder begelei-ding, volgende strategieën inzetten:

- zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen wat iets betekent; - gebruik maken van aangeboden beeldmateriaal; - gebruik maken van de context; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets aan te wijzen; - vragen om iets te herhalen; - het leesdoel bepalen; - onduidelijke passages opnieuw lezen; - de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden; - de vermoedelijke betekenis van onbekende woorden uit de context afleiden. (MVT 3, 6)

7 Onder begeleiding en op niveau van de jongere in een vreemde taal volgende on-dersteunende functionele taalelementen inzetten:

- vorm, betekenis en reëel gebruik van woorden en woordcombinaties in verband met per-soonlijke gegevens, het dagelijks leven en de relatie tot anderen; - reeds in de les gebruikte vormen en structuren in nieuwe contexten; - belangrijke grammaticale constructies, eventueel met behulp van schema’s en overzich-ten; - het eigene van de tekstsoort die aan bod komt. (MVT 13, 14, 15, 17)

8 *Zich bij het lezen en luisteren blijven concentreren, ondanks het feit dat men niet alles begrijpt.

(MVT 3, 6)

Info

rmat

ieve

rwer

ving

en

-ver

wer

king

9 * Bereid zijn om eigen teksten na te kijken. (MVT 12)

10 Onder begeleiding en in relevante concrete situaties, wiskundige technieken en denkmethoden met behulp van elektronische hulpmiddelen toepassen:

- de regel van drieën; - schematische voorstellingen; - ordeningsmodellen; - procentrekenen; - de schaal. (PAV 8, 9, 12, 13, 14, 15, 19)

11 Onder begeleiding en in relevante concrete situaties grootheden schatten, meten en berekenen.

(PAV 9, 10, 11, 15, 19)

Prob

leem

oplo

ssen

d de

nken

12 * Ingesteld zijn op: - het inschatten van resultaten; - het controleren van bewerkingen en resultaten; - het vergelijken van oplossingen. (PAV 16)

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 19 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

13 Onder begeleiding opdrachten van beperkte omvang en van relatief korte duur in-dividueel realiseren:

- de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing. (PAV 1, 3, 6, 7, 19, 21, 25)

Indi

vidu

eel w

erk

en g

roep

s-w

erk

14 Onder begeleiding opdrachten van beperkte omvang van relatief korte duur in groep realiseren:

- het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing. (PAV 2, 5, 6, 7, 22, 23, 25)

15 De eigen mening en gevoelens uiten. (PAV 5)

16 Gepast ageren: - bewuste keuzes maken; - sociale en maatschappelijke leefregels, normen en gedrag respecteren; - formele en informele afspraken, regels en procedures volgen; - gepast taalgebruik hanteren; - hulp inroepen. (PAV 2, 3, 5, 6, 23, 25, 26)

17 In concrete situaties in een eenvoudig gesprek in een vreemde taal - standaarduitdrukkingen en beleefdheidsconventies; - formele en informele taalregisters gebruiken. (MVT 7, 16)

18 Onder begeleiding en in concrete situaties in een eenvoudig gesprek in een vreemde taal informatie vragen of geven.

(MVT 8)

Maa

tsch

appe

lijke

par

ticip

atie

19 Bij mondelinge interactie in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende strategieën inzetten:

- gebruik maken van non-verbaal gedrag; - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets te herhalen; - iets aanwijzen om na te gaan of men de gesprekspartner begrepen heeft; - eenvoudige technieken om een kort gesprek te beginnen, gaande te houden of te beëin-digen. (MVT 9)

20 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

20 Bij het schrijven in een vreemde taal indien nodig en onder begeleiding volgende strategieën inzetten:

- gebruik maken van een model; - gebruik maken van een in de les behandelde tekst. (MVT 12)

21 Het eigen dagelijkse leven organiseren. (PAV 20, 23, 26)

22 Kunnen solliciteren volgens de gangbare procedures. (PAV 1, 2, 3, 4, 6, 7, 17, 18, 19, 23, 32)

23 Onder begeleiding maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en con-troleren.

(PAV 1, 4, 7, 17, 18, 19)

24 Onder begeleiding op maatschappelijk relevante formulieren in een vreemde taal persoonlijke gegevens invullen zoals

- naam; - adres; - nationaliteit. (MVT 11, 13)

25 Onder begeleiding en in concrete situaties standaarduitdrukkingen en standaard-zinnen in een vreemde taal letterlijk overnemen.

(MVT 10)

26 Het eigen budget beheren: - verantwoord consumentengedrag; - bankieren. (PAV 10, 15, 19, 24)

27 Zich situeren, oriënteren en verplaatsen door gebruik te maken van gepaste in-formatie.

(PAV 1, 3, 12, 14, 19, 32)

28 De belangrijkste maatschappelijke voorzieningen en instellingen in de eigen regio situeren.

(PAV 20, 28)

Maa

tsch

appe

lijke

par

ticip

atie

29 De grote lijnen van maatschappelijke structuren en mechanismen die het leven be-heersen of beïnvloeden kennen.

(PAV 27)

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 21 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

30 Illustreren dat het dagelijkse leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst: - vanuit de actualiteit; - op basis van eigen ervaringen. (PAV 29)

31 Onder begeleiding aspecten van het dagelijkse leven van mensen uit een andere tijd of op een andere plaats met het eigen leven vergelijken.

(PAV 30)

32 Belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven. (PAV 31)

33 *Respect opbrengen voor: - het leefmilieu; - het cultureel-historisch erfgoed: - verschillen en gelijkenissen in leefwijze, waarden en normen tussen de eigen cultuur en de cultuur van de streek waar de vreemde taal wordt gesproken. (PAV 33, 34) (MVT 21)

34 * Belangstelling tonen voor de aanwezigheid van vreemde talen in de eigen leef-wereld.

(MVT 20)

Maa

tsch

appe

lijke

par

ticip

atie

35 * Durf tonen en bereid zijn om in een vreemde taal: - te luisteren, te spreken, gesprekken te voeren en te schrijven;, - het taalgebruik te verzorgen.

(MVT 18, 19)

22 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

4 Leerplandoelen niveau derde graad

1. Zelfstandig en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie vinden en selecteren uit:

- gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

(PAV 1, 11, 13)

2. Over de gevonden informatie reflecteren met informatie uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 2)

3. De gevonden informatie evalueren met informatie uit : - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 2)

4. Zelfstandig en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie monde-ling en schriftelijk gebruiken:

- essentie uit gesproken teksten; - essentie uit geschreven teksten; - essentie uit beeldmateriaa;, - essentie uit ICT-bronnen; - concrete informatie uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 1, 3, 5, 6, 11, 12)

Info

rmat

ieve

rwer

ving

en

- ver

wer

king

5. Zelfstandig en in concrete situaties mondeling en schriftelijk informatie inwinnen en meedelen:

- formele informatie; - informele informatie. (PAV 3, 5, 6, 11, 13, 23)

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 23 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

6. Zelfstandig hulpmiddelen gebruiken om het taalvaardig handelen en de communi-

catie te verbeteren en te optimaliseren, zoals: - een woordenboek; - een spellingwijzer; - een schrijfkade; - een spreekkader; - software; - … (PAV 5, 6, 11, 13)

7. Zelfstandig en in relevante concrete situaties, wiskundige technieken en denkme-thoden, met behulp van elektronische hulpmiddelen, toepassen:

- de regel van drieën; - schematische voorstellingen; - ordeningsmodellen; - procentrekenen; - de schaal. (PAV 7, 8)

8. Zelfstandig en in relevante concrete situaties metingen en berekeningen uitvoe-ren.

(PAV 9)

Prob

leem

oplo

ssen

d de

nken

* 9. Zelfstandig en in relevante concrete situaties spontaan kwantitatieve gegevens controleren.

(PAV 10)

10. Zelfstandig opdrachten individueel realiseren: - de planning; - de organisatie; - de uitvoering; - de evaluatie; - de bijsturing. (PAV 15)

Indi

vidu

eel w

erk

e

n gr

oeps

wer

k

11. Zelfstandig opdrachten in groep realiseren: - het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing. (PAV 6, 16)

24 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

12. Mondeling argumenteren.

(PAV 4, 6)

* 13. In dagelijkse situaties spontaan een veilige houding aannemen. (PAV 32)

14. Relevante aspecten van de sociale wetgeving en het arbeidsrecht kennen. (PAV 25)

15. Kunnen solliciteren volgens de gangbare procedures. (PAV 14, 20, 22, 24)

16. Zelfstandig maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen, controleren en gebruiken.

(PAV 22, 23)

17. Het eigen budget beheren: - verantwoord consumentengedrag; - bankieren; - een gezinsbudget. (PAV 14, 26, 27, 29)

18. De belangrijkste maatschappelijke voorzieningen, instellingen en mechanismen in de eigen regio gebruiken.

(PAV 13, 18, 21, 23, 24)

19. De mogelijkheden van culturele vrijetijdsbesteding verkennen. (PAV 13, 14, 18)

* 20. Reflecteren om de maatschappelijke weerbaarheid te verhogen: - bewuste en verantwoorde keuzes maken: - bewust en verantwoord consumentengedrag; - verantwoorde seksualiteit; - verschillende relatievormen; - zorg voor gezondheid en veiligheid van anderen; - verantwoordelijk verkeersgedrag. (PAV 14, 29, 30, 31, 32)

21. Illustreren dat er verbanden bestaan tussen verleden, heden en toekomst: - vanuit de actualiteit; - op basis van eigen ervaringen. (PAV 17)

Maa

tsch

appe

lijke

par

ticip

atie

22. Positief omgaan met culturele verschillen. (PAV 17)

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 25 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

23. Belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.

(PAV 19)

Maa

tsch

appe

-lij

ke p

artic

ipat

ie

24. Mogelijkheden tot levenslang leren verkennen in functie van - persoonlijke ontwikkeling; - beroepsmogelijkheden en beroepsvervolmaking; - omscholing. (PAV 28)

26 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

5 Leerplandoelen niveau derde leerjaar derde graad

1. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie vinden en selecteren uit:

- diverse tekstsoorten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen en ICT-toepassingen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 1, 7, 8, 13, 14, 15, 16)

2. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie kritisch beoordelen:

- essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 5, 11, 16, 17)

3. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie vergelijken en integreren:

- essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - essentie uit twee of meer computerprogramma’s; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 2, 8, 9, 10, 14, 15, 16)

4. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie efficiënt toepassen en gebruiken:

- essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 4, 8, 9, 10, 16)

Info

rmat

ieve

rwer

ving

en

-ver

wer

king

5. Beknopt en duidelijk rapporteren: - mondeling; - schriftelijk; - grafisch. (PAV 3, 8, 9)

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 27 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

* 6. Bij het verwerven en verwerken van informatie rekening houden met ethische en

deontologische principes: - auteursrecht; - het recht op privacy; - de beveiliging van ICT-bronnen; - de publicatie van cijfergegevens. (PAV 6, 12, 18)

7. Zelfstandig een probleem onderkennen en omschrijven. (PAV 19)

8. Zelfstandig een probleem analyseren: - beïnvloedende factoren achterhalen; - beïnvloedende factoren volgens belangrijkheid rangschikken; - relaties tussen de factoren aangeven. (PAV 20)

9. Een gepaste oplossingsstrategie kiezen, plannen en uitvoeren. (PAV 21, 22)

10. De uitvoering, het proces en het resultaat van de gevolgde oplossingsstrategie eva-lueren, bijsturen en optimaliseren.

(PAV 23, 24)

Prob

leem

oplo

ssen

d de

nken

11. Bij het oplossen van een probleem rekening houden met maatschappelijke en ethische normen zoals:

- comfort; - veiligheid; - hygiëne; - privacy; - solidariteit; - respect; - … (PAV 25 )

12. Om een doel te bereiken, met een team overleggen en onderhandelen over - aanpak; - taakverdeling; - verantwoordelijkheid. (PAV 26, 27)

13. Als teamlid de eigen taken volgens afspraak realiseren. (PAV 27, 28 )

14. Over eigen bijdrage, teamwerking, interactievaardigheden en groepsresultaat re-flecteren.

(PAV 27, 29 )

Indi

vidu

eel w

erk

en g

roep

s-w

erk

15. De eigen bijdrage, de teamwerking, de interactievaardigheden en het groepsresul-taat evalueren en bijsturen.

(PAV 27, 29 )

28 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

16. Over eigen bijdrage, teamwerking, interactievaardigheden en groepsresultaat ver-slag uitbrengen.

(PAV 30, 31)

* 17. Bij het werken in team empathie, loyauteit en wederzijds respect tonen. (PAV 32)

* 18. Een eigen standpunt innemen, nuanceren en beargumenteren. (PAV 6, 12)

19. Cultuur leren waarderen.

Maa

tsch

appe

lijke

pa

rtic

ipat

ie

20. Mogelijkheden tot levenslang leren verkennen in functie van - persoonlijke ontwikkeling; - beroepsmogelijkheden en beroepsvervolmaking; - omscholing.

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 29 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

6 Minimale materiële vereisten

Het is wenselijk een groeipad uit te tekenen voor de minimale materiële vereisten in het kader van een optimale realisatie van de leerplannen algemene vorming in dbso.

6.1 Infrastructuur

noodzakelijk

De uren algemene vorming worden gegeven in een degelijk uitgerust lokaal.

Dit lokaal heeft:

• verplaatsbare tafels en stoelen;

• een witbord met stiften of een krijtbord met krijt;

• een magneetbord of prikbord van voldoende grootte;

• afsluitbare opbergkasten. Daarin bevindt zich materiaal waarover de jongeren voortdurend moeten kunnen beschikken, zoals hun eigen werkmateriaal.

6.2 Uitrusting

noodzakelijk

Het lokaal is voorzien van:

• eenvoudige kaarten van België, Europa en de wereld: deze kaarten hangen permanent in het lokaal;

• een tijdsband van voldoende grootte;

• wiskundig-didactisch basisinstrumentarium voor de leraar-begeleider: lat, tekendriehoek, passer;

• een wereldbol;

• een goed zichtbare klok;

• up-to-date multimediacomputers (één per 3 à 4 jongeren) met de noodzakelijke software en internet-verbinding;

• een beamer;

• een overheadprojector;

• een printer;

• een recente atlas per jongere;

• een woordenboek per jongere;

• een eenvoudig vertalend woordenboek per jongere;

• een eenvoudige zakrekenmachine per jongere;

• zinvolle naslagwerken;

• knutselmateriaal (scharen, stiften, lijm, plakband, kleurpotloden…);

• perforator en nietjesmachine.

30 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

iedere leraar-begeleider kan vrij en in voldoende mate beschikken over:

• een video-/cd-/dvd-speler en tv met aansluiting;

• up-to-date multimediacomputers (1 per jongere) met de noodzakelijke software, hardware en internetverbin-ding;

• een beamer;

• een overheadprojector;

• een printer;

• abonnementen op kranten en tijdschriften;

• een digitaal fototoestel en een digitale fotocamera;

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 31 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

7 Eindtermen Project Algemene Vakken

Met het oog op de controle door de inspectie werden de attitudes met een * aangeduid in de kantlijn.

7.1 Eindtermen PAV tweede graad

7.1.1 Functionele taalvaardigheid

De JONGEREN:

1. kunnen informatief luisteren en lezen;

2. kunnen luisteren in interactie met anderen;

3. zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen;

4. kunnen schriftelijk informatie aanvragen en meedelen in herkenbare en concrete situaties;

5. kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten;

6. hanteren gepaste taal en omgangsvormen;

7. kunnen hulpmiddelen gebruiken om taalvaardig te handelen en hun communicatie te verbeteren.

7.1.2 Functionele rekenvaardigheid

De JONGEREN:

8. kunnen de regel van drieën functioneel toepassen;

9. kunnen het begrip percent functioneel gebruiken;

10. kunnen rekenen met geld in functionele situaties;

11. kunnen grootheden schatten, meten en berekenen in functionele situaties;

12. kunnen de schaal functioneel gebruiken;

13. verwerven wiskundige denkmethoden (o.a. ordenen, schematiseren, structureren) om probleemoplossend

te redeneren en problemen uit het dagelijks leven op te lossen;

14. kunnen een schematische voorstelling lezen en interpreteren;

15. kunnen elektronische hulpmiddelen gebruiken om berekeningen uit te voeren;

*16. zijn ingesteld op het inschatten van de grootteorde van resultaten, het controleren van bewerkingen en

resultaten, het vergelijken van oplossingen bevorderen.

32 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

7.1.3 Functionele informatieverwerving en -verwerking

De JONGEREN

17. kunnen onder begeleiding relevante en voor hen toegankelijke informatie in herkenbare concrete situaties

vinden, selecteren en gebruiken;

18. kunnen informatie uit uiteenlopend voor hen bestemd tekstmateriaal en voor hen bestemde formulieren

selecteren en gebruiken;

19. kunnen onder begeleiding gebruikmaken van informatie- en communicatietechnologie (ICT).

7.1.4 Organisatiebekwaamheid

De JONGEREN

20. kunnen hun dagelijks leven organiseren;

21. kunnen individuele opdrachten van beperkte omvang onder begeleiding organiseren, uitvoeren en evalueren;

22. kunnen bij groepsopdrachten onder begeleiding:

− overleggen en actief deelnemen,

− instructies uitvoeren,

− reflecteren;

23. kunnen omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures;

24. kunnen hun zakgeld beheren;

25. kunnen hulp inroepen;

26. kunnen een beroep doen op diensten of instellingen waar ze met eventuele vragen, klachten of meldingen

terecht kunnen.

7.1.5 Tijd- en ruimtebewustzijn

De JONGEREN:

27. kennen de grote lijnen van maatschappelijke structuren en mechanismen die hun leven beheersen of beïn-vloeden;

28. kunnen in hun eigen regio de belangrijkste maatschappelijke voorzieningen situeren;

29. kunnen op grond van de actualiteit en eigen ervaringen illustreren dat hun leven ingebed ligt tussen verleden

en toekomst;

30. kunnen onder begeleiding aspecten van het dagelijks leven van mensen in een andere tijd of een andere

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 33 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

plaats met hun eigen leven vergelijken;

31. kunnen belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven;

32. kunnen zich situeren, oriënteren en verplaatsen door het gebruik van gepaste informatie;

*33. respecteren het historisch-cultureel erfgoed;

*34 respecteren het leefmilieu.

7.2 Eindtermen PAV derde graad: eerste en tweede leerjaar

7.2.1 Functionele taalvaardigheid

De leerlingen kunnen:

1. uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen;

2. over die informatie reflecteren en ze evalueren;

3. ingewonnen informatie mondeling gebruiken;

4. mondeling argumenteren;

5. eenvoudige informatie schriftelijk formuleren;

6. zich mondeling duidelijk uiten.

7.2.2 Functionele rekenvaardigheid

De leerlingen kunnen:

7. evenredigheden functioneel toepassen met o.a.:

- het principe van de regel van drieën,

- percentrekenen,

- schaalgebruik;

8. in praktische situaties de verworven wiskundige denkmethodes uit de tweede graad zelfstandig toepassen

(o.a. ordenen, schematiseren, structureren);

9. in functionele situaties op adequate wijze spontaan en zelfstandig metingen uitvoeren;

10*. spontaan en zelfstandig metingen, rekeningen en bewerkingen controleren.

7.2.3 Functionele informatieverwerving en -verwerking

De leerlingen kunnen:

34 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

11. relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken;

12. informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken;

13*. spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie (ICT).

7.2.4 Organisatiebekwaamheid

De leerlingen:

14. zien in dat ze keuzes moeten maken om hun leven adequaat te organiseren;

15. kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien nodig bijsturen;

16. kunnen bij groepsopdrachten:

- overleggen en actief deelnemen,

- in teamverband instructies uitvoeren,

- reflecteren en bijsturen.

7.2.5 Tijd- en ruimtebewustzijn

De leerlingen:

17. zien in op grond van de actualiteit en eigen ervaringen:

- dat er een verband bestaat tussen verleden, heden en toekomst,

- dat er culturele verschillen zijn in het dagelijks leven van mensen;

18. kennen relevante facetten van hun eigen streek;

19. kunnen belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.

7.2.6 Maatschappelijk en ethisch bewustzijn, weerbaarheid en verantwoordelijk-heid

De leerlingen:

20. kunnen solliciteren;

21. kennen in hun eigen regio de dienstverlening van de belangrijkste maatschappelijke instellingen en kunnen er gebruik van maken;

22. zien het belang in van maatschappelijk relevante formulieren en procedures;

23. kunnen maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren;

24. kunnen maatschappelijk relevante procedures toepassen;

25. kennen de voor hen relevante aspecten van de sociale wetgeving en het arbeidsrecht;

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 35 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

26. kunnen geld beheren en bankieren;

27 kunnen een gezinsbudget opmaken en reflecteren over het beheer ervan;

28. zien het belang in van levenslang leren;

29*. zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag;

30*. zijn verkeersverantwoordelijk;

31*. zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat

van anderen;

32*. nemen spontaan een veilige houding aan in dagelijkse situaties.

7.3 Eindtermen PAV derde graad: derde leerjaar

7.3.1 Functionele tekstgeletterdheid

De leerlingen kunnen:

1. uit diverse tekstsoorten relevante informatie selecteren;

2. voor een specifieke opdracht uit verschillende soorten teksten informatie vergelijken en integreren;

3. beknopt en duidelijk schriftelijk rapporteren;

4. maatschappelijk relevante tekstinformatie praktisch aanwenden;

5. maatschappelijk relevante tekstinformatie kritisch beoordelen;

6*. over maatschappelijke relevante tekstinformatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes.

7.3.2 Functionele kwantitatieve geletterdheid

De leerlingen kunnen:

7. uit tabellen, grafieken, diagrammen of kaarten, relevante informatie selecteren;

8. voor een specifieke opdracht kwantitatieve gegevens selecteren en bewerken;

9. voor twee variabelen, informatie in een aangepaste grafische vorm weergeven;

10. maatschappelijk relevante kwantitatieve informatie praktisch aanwenden;

11. maatschappelijk relevante kwantitatieve informatie kritisch beoordelen;

12*. over maatschappelijke relevante kwantitatieve informatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes.

36 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

7.3.3 Functionele ICT-geletterdheid

De leerlingen kunnen:

13. bij algemeen gebruik van de computer structurerend en efficiënt werken;

14. voor een specifieke opdracht twee of meer programma’s selecteren en gebruiken en de resultaten ervan

integreren tot één product;

15. informatie selecteren uit twee verschillende of gelijke ICT-bronnen en deze informatie integreren;

16. maatschappelijk relevante ICT-toepassingen gebruiken;

17. maatschappelijk relevante informatie, met behulp van ict ingewonnen, kritisch beoordelen;

18*. over maatschappelijk relevante informatie ingewonnen met behulp van ict, een eigen standpunt innemen

rekening houdend met enerzijds ethische principes en anderzijds deontologische principes met betrekking

tot auteursrecht, privacy, beveiliging.

7.3.4 Problemen oplossen

De leerlingen kunnen:

19. zelfstandig de essentie van een probleem vatten en omschrijven;

20. bij een probleem beïnvloedende factoren achterhalen, ze vervolgens volgens belangrijkheid rangschikken

en de relaties ertussen aangeven;

21. voor een probleemstelling de meest geschikte oplossingsstrategie kiezen;

22. een planning opmaken en ze uitvoeren;

23. bij elke stap de gevolgde strategie evalueren en eventueel bijsturen;

24. het resultaat van het proces evalueren en de gevolgde strategie optimaliseren;

25. bij het oplossen van problemen rekening houden met comfort, veiligheid en hygiëne.

7.3.5 Werken in teamverband

De leerlingen kunnen:

26. met het oog op een te bereiken doel over de aanpak, de taakverdeling en de verantwoordelijkheden van

een groepsopdracht overleggen en onderhandelen;

27. zich bij een groepsopdracht constructief aansluiten bij een in team genomen beslissing;

28. de eigen taken van een groepsopdracht volgens afspraken uitvoeren;

29. de eigen bijdrage, zowel qua proces als qua product, tussentijds evalueren en eventueel bijsturen;

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 37 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

30. over de eigen bijdrage aan een groepsopdracht beknopt verslag uitbrengen en erover communiceren;

31. het groepsresultaat en de teamwerking bespreken met het oog op conclusies over de eigen interactievaar-digheden;

32*. empathie, loyauteit en wederzijds respect tonen.

38 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

8 Eindtermen moderne vreemde talen Frans of Engels

8.1 Eindtermen moderne vreemde talen Frans of Engels tweede graad

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

8.1.1 Luisteren

In teksten met de volgende kenmerken Onderwerp • concreet • eigen leefwereld • zeer vertrouwd Taalgebruiksituatie • met veel visuele ondersteuning Structuur/ Samenhang/ Lengte • korte enkelvoudige zinnen • zeer elementaire tekststructuur • korte teksten Uitspraak, articulatie, intonatie • heldere uitspraak • zeer zorgvuldige articulatie • duidelijke, natuurlijke intonatie • standaardtaal Tempo en vlotheid • langzaam tempo met pauzes Woordenschat en taalvariëteit • hoogfrequente woorden • standaarduitdrukkingen • standaardtaal • informeel en formeel kunnen de leerlingen volgende taken beschrijvend uitvoeren: 1 het onderwerp bepalen in informatieve en prescriptieve teksten; 2 informatie achterhalen in informatieve en prescriptieve teksten. 3 Indien nodig passen de leerlingen volgende strategieën toe: - zich blijven concentreren ondanks het feit dat ze niet alles begrijpen; - zeggen dat ze iets niet begrijpen en vragen wat iets betekent; - gebruik maken van aangeboden beeldmateriaal en context; - vragen om langzamer te spreken, iets te herhalen, iets aan te wijzen; - de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden.

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 39 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

8.1.2 Lezen

In teksten met de volgende kenmerken Onderwerp • concreet • eigen leefwereld • zeer vertrouwd Taalgebruiksituatie • met veel visuele ondersteuning Structuur/ Samenhang/ Lengte • korte enkelvoudige zinnen • zeer elementaire tekststructuur • korte teksten Woordenschat en taalvariëteit • hoogfrequente woorden • standaarduitdrukkingen • standaardtaal • informeel en formeel kunnen de leerlingen volgende taken beschrijvend uitvoeren: 4 het onderwerp bepalen in informatieve en prescriptieve teksten; 5 informatie achterhalen in informatieve en prescriptieve teksten. 6 Indien nodig passen de leerlingen volgende strategieën toe: - zich blijven concentreren ondanks het feit dat ze niet alles begrijpen; - onduidelijke passages herlezen; - het leesdoel bepalen; - een eenvoudig woordenboek of woordenlijst raadplegen; - de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden; - de vermoedelijke betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; - gebruik maken van aangeboden ondersteunend visueel materiaal en van lay-out.

8.1.3 Mondelinge interactie

In teksten met de volgende kenmerken Onderwerp • concreet • eigen leefwereld • zeer vertrouwd Taalgebruiksituatie • met en zonder visuele ondersteuning, met inbegrip van non-verbale signalen

40 Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

Structuur/ Samenhang/ Lengte • korte enkelvoudige zinnen • zeer elementaire tekststructuur • korte teksten Uitspraak, articulatie, intonatie • uitspraak die het begrip niet in de weg staat Tempo en vlotheid • met eventuele herhalingen en onderbrekingen Woordenschat en taalvariëteit • hoogfrequente woorden • standaarduitdrukkingen • standaardtaal • informeel en formeel kunnen de leerlingen volgende taken kopiërend uitvoeren: 7 standaarduitdrukkingen en beleefdheidsconventies gebruiken. kunnen de leerlingen volgende taken beschrijvend uitvoeren: 8 informatie vragen of geven in informatieve en prescriptieve teksten. 9 Indien nodig passen de leerlingen volgende strategieën toe: - gebruik maken van non-verbaal gedrag; - zeggen dat ze iets niet begrijpen; - vragen om langzamer te spreken, iets te herhalen; - iets aanwijzen om na te gaan of ze de gesprekspartner begrepen hebben; - eenvoudige technieken toepassen om een kort gesprek te beginnen, gaande te houden of te beëindigen.

8.1.4 Schrijven

In teksten met de volgende kenmerken Voor taken op kopiërend niveau worden geen tekstkenmerken bepaald. kunnen de leerlingen volgende taken kopiërend uitvoeren: 10 standaarduitdrukkingen en vaste frasen overnemen; 11 inlichtingen verstrekken op eenvoudige formulieren. 12 Indien nodig passen de leerlingen volgende strategieën toe: - gebruik maken van een model of van een in de klas behandelde tekst; - de eigen tekst nakijken; - een eenvoudig woordenboek of woordenlijst gebruiken.

Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs 41 niveau tweede graad D/2010/7841/087 niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad

8.1.5 Kennis

Om de bovenvermelde taaltaken uit te voeren kunnen de leerlingen op hun niveau functionele beheersing van volgende taalelementen inzetten:

13 vorm, betekenis en reëel gebruik in context van frequente woorden en woordcombinaties uit volgende domei-nen: - persoonlijke gegevens, - dagelijks leven, - relatie tot anderen. 14 belangrijke grammaticale constructies, eventueel met behulp van schema’s en overzichten, 15 reeds in de klas gebruikte vormen en structuren herkennen en inzetten in nieuwe contexten, 16 de spreektaal: kennis van verschillende taalregisters (informeel, formeel), 17 het eigene van de tekstsoorten die aan bod komen.

8.1.6 Attitudes

De leerlingen werken aan volgende attitudes:

18* tonen bereidheid en durf om te luisteren, te lezen, te spreken, gesprekken te voeren en te schrijven in de doel-taal; 19* tonen bereidheid tot taalverzorging, 20* tonen belangstelling voor de aanwezigheid van vreemde talen in hun leefwereld, ook buiten de school, 21* staan open voor verschillen en gelijkenissen in leefwijze, waarden en normen tussen de eigen cultuur en de cultuur van de streek waar de doeltaal gesproken wordt.