December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de...

15
December 2018 Een schoolboerderij op de Rehobothschool Kinderen laten leren en floreren

Transcript of December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de...

Page 1: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

December 2018

Een schoolboerderij op de RehobothschoolKinderen laten leren en floreren

Page 2: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

3

In de morgenschemering loop ik de bijkeuken in en zie een vlindertje op het raam zitten. ’s Middags zat het diertje nog steeds op dezelfde plaats zodat ik het beter kon bekijken. Wat een mooie symmetrie en prachtige lijnen lopen er over de vleugels. De kleuren lopen van lichtgrijs over in blauw. Hoe mooi kan een rups zich ontwikkelen tot een schitterende vlinder.

De Special hebben we het thema ‘groei’ meegegeven. Het is de collega’s toevertrouwd om de ruimte die hen het thema biedt met aansprekende onderwerpen in te vullen. Door boeken met verschillende leestechnieken te ontsluiten, gaat er een wereld voor de leerlingen open. De samenwerking tussen leerlingen bevorderen we door coöperatieve werkvormen. Door de juiste vragen te stellen komen ze tot het juiste antwoord. Communicatie is een belangrijk instrument om elkaar als collega’s en leerlingen te begrijpen. In Ochten wordt er werk van gemaakt.

In het buitenland is kennis van de Engelse taal een groot voordeel. Mijn ervaring is dat in Frankrijk de bereidheid om in het Engels te communiceren niet groot is. Met gebaren probeer je dan duidelijk te maken wat je wilt hebben. Een beperkte woorden-schat en beperkte mogelijkheden om verbaal duidelijk te maken wat je wilt, wordt doorNederlands Met Gebaren voor een deel weggenomen. Ondersteuning van de taal door gebaren is een methodiek die o.a. in de afdeling Zeer Moeilijk Lerenden wordt gegeven.

Vol verwondering luisterde ik naar het verhaal van een buitenstaander hoe hij een Bijbelverhaal met zeer moeilijk lerende kinderen heeft ervaren. In de Special kunt u lezen hoe onze leerkrachten iedere dag mogen zaaien. Hoe wonderlijk zou het zijn als de Heere de wasdom wil geven op dit Bijbels onderwijs. We kunnen het lezen van de artikelen en het doorbladeren van de Special van harte aanbevelen. In de inleiding begon ik over een vlinder met een prachtige uitstraling. Ik hoop dat u bij het lezen ontdekt hoe mooi het werk op onze scholen is. Een prachtige uitstraling verbleekt na verloop van tijd maar het werk met en voor onze leerlingen blijft, ondanks de nodige zorgen, een schitterend werk.

Goede feestdagen en een gezegend 2019 toegewenst.

P.J. Westerlaken (College van Bestuur)

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

2

InhoudsopgaveOns onderwijsaanbod 4

Een zaaier ginguit om te zaaien 6

Groeien in lezen,woord voor woord 8

Een ‘ander kind’ door zorgondersteuning 10

Zelfredzaamheid in communicatie 12

Samen leren metcoöperatieve werkvormen 14

Communicatie in de B-groepen 16

Elkaar én de leerlingenbeter begrijpen 18

Een schoolboerderijop de Rehobothschool 20

Groei in de klas 24

Oudercursus over begeleiding van seksuele ontwikkeling 26

Groei en ontwikkeling

Page 3: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

5

DJK (Ochten)

Gewone kinderen Speciaal onderwijsGewone kinderen Speciaal onderwijs

4

JRK OZA SBO SO cl.4 ZML/MG SO ZML/MG VSO

Rehoboth Onderwijs en zorg Barneveld & Ochten

Ons onderwijsaanbod in kaart

In een JRK-klas zitten maximaal12 kinderen. Eén leerkracht en één onderwijsassistent begeleiden de kinderen. De kinderen hebben extra ondersteuning nodig bij het lerenen/of het gedrag. De hoogte van het IQ kan variëren van 55 tot een (hoog)gemiddeld IQ van bijvoorbeeld 120. Soms krijgt een kind extra onder-steuning door middel van een SBO ++ arrangement.

In de OZA groep zitten maximaal 8 kinderen van 3,5 tot 7 jaar. Eén leerkrachten één pedagogisch medewerker bieden een onderwijsaanbod met behandeling. De pedagogisch medewerker is in dienst van Youké (Jeugdzorg). Ze begeleidt ook de (pleeg)ouder(s) van de kinderen.

Op het SBO krijgen rond de 15 leerlingen les van een leerkracht en waar nodig een onderwijsassistente. Het IQ kan variëren van 55 tot een (hoog)gemiddeld IQ van bijvoorbeeld 120. De kinderen hebben behoefte aan een speciaal onderwijs-aanbod. Dit kan zijn op het gebied van leren en/of van gedrag. Rust en structuurbinnen een veilig klassenklimaat is belangrijk voor onze leerlingen. We werken schoolbreed in niveaugroepen en stemmen het onderwijs af op de behoeftes van de leerlingen zodat alle kinderen zich competent kunnen voelen. Het onderwijsaanbod wordt aangeboden t/m groep 8 van het basisonderwijs als het tot de mogelijkheden van de leerlingen behoort.

In een speciaal onderwijs cluster-4 klas zitten maximaal 12 kinderen. De leerlingen hebben psychiatrische en/of sociaal-emotionele problematiek en meestal een gemiddelde intelligentie. Eén leerkracht en één onderwijsassistent begeleiden de kinderen. We bieden het onderwijs aan van groep 3 t/m groep 8. Kleuters met een onderwijsbehoefte passend bij het SO cluster-4 onderwijs volgen dit met een aanvullend arrangement op de JRK afdeling van het SBO of binnen de OZA groep.

Het ZML onderwijs is voor Zeer MoeilijkLerende kinderen. ZML-leerlingen hebben doorgaans een IQ wat lager is dan 55. Sommige leerlingen hebben een MG-indicatie. MG staat voor Meervoudig Gehandicapt. Veelal hebben MG-leerlingen een IQ wat lager is dan 35 en/of bijkomende problematiek zoals stoornissen in het autistisch spectrum, ADHD of ernstige communicatieve beperkingen. Het onderwijs wordt gegeven in kleine groepen (7 t/m 13 leerlingen). Iedere groep heeft een vaste leerkracht en een onderwijsassistente. Op het SO (Speciaal Onderwijs) is plaats voor leerlingen van 4 t/m 13 jaar.

De Rehobothschool voor ZML/MG beschikt over een VSO-afdeling (Voortgezet Speciaal Onderwijs). Leerlingen vanaf 13 jaar kunnen terecht op het VSO. In het VSO komt de nadruk geleidelijk aan meer te liggen op de praktische vakken. De cognitieve vakken zijn daarbij ondersteunend. De groepsgrootte en de personele bezetting is gelijk aan die op het SO. De school bereidt leerlingen voor op het deelnemen in de maatschappij. De onderwijsmaterialen in het VSO zijn hierop aangepast. Door arbeidstraining binnen en buiten de school werken we toe naar een passende uitstroom-bestemming. We maken daarbij gebruik van interne en externe stage. Leerlingen verlaten voor hun 20e jaar het VSO.

In de DJK groep zitten maximaal 8 kinderen van 3 tot 7 jaar. Zorgonder-steuning en onderwijs worden in deze groep gecombineerd i.s.m. zorginstelling De Schutse. In de periode van 1 jaar wordt gezocht naar de meest passende plaats voor het kind, waarbij het onderwijs het meest voorliggend is.

Page 4: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Een zaaier ging uit om te zaaien

De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis van de zaaier uit Mattheus 13. Niet in het minst omdat hij steeds vragen stelt en reactie en interactie uitlokt. Kan onze school nog groeien, wil de meester weten. “Ja hoor, als er steeds meer leerlingen op

school komen”, antwoordt een leerling. En een ander zegt: “Of we zetten er op de gymzaal een verdieping bovenop.”

En in de natuur, wil meester Van Vliet weten, wat hebben planten nodig om te groeien? De leerlingen sommen een reeks groeimiddelen op: water, zuurstof,

ruimte, licht, lucht, zon, warmte en wortels om te drinken. “Zoals planten groeien, zo wil de Heere ook dat je voor Hem groeit. Dat je Hem dient en luistert naar Zijn Woord”, maakt de meester de overstap naar het eigenlijke onderwerp van vanmorgen: de gelijkenis van de zaaier. In beeldende, begrijpelijke taal vertelt hij het Bijbelverhaal. Over de zaaier die zaadjes zaait om straks koren te kunnen oogsten en brood te bakken. “Om lekker van te eten.”

Elke dag het zaad gestrooid

“Hoe merk je het als het zaad groeit in je hart?” Leerkracht Krijn van Vliet heeft de vraag nog niet gesteld of links en rechts schieten vingers omhoog in de VSO-klas die hij deze ochtend Bijbelonderwijs geeft. “Je merkt het in je hart.” “Je gaat bidden.” “Je gaat de Bijbel lezen.” “Je wilt de zonde niet doen.”

Goede aardeMaar de zaadjes komen niet allemaal op een goede plek terecht. Ze vallen op de keiharde weg, vogels pikken ze met hun snavels op. Ze vallen in aarde die vol stenen is: de wortels krijgen geen water, de plantjes hangen slap en verbranden. En even verderop komen de plantjes wel omhoog, maar dorens en distels groeien harder. Ze nemen het zonlicht weg, de plantjes verstikken. “Oh zaaier, is je werk dan allemaal voor niks geweest?”, vraagt de meester met een stem waar een vleugje wanhoop in doorklinkt. Gelukkig, het verhaal is nog niet ten einde.Er valt ook een deel van het zaad in de goede aarde. Er komen mooie planten uit de grond met kleine en dikke aren.

Na de les praten we nog even kort na met twee leerlingen: Lucas en Alette. Of ze iets hebben opgepikt van de Bijbelles willen we weten. Lucas: “Als het duidelijk verteld wordt, snap ik het beter. Ook als je het niet snapt, moet je wel bij het Woord van de Heere blijven.” En ook Alette vindt de Bijbelles fijn omdat alles zo duidelijk wordt verteld. “Het is niet moeilijk, de meester kan er duidelijk over praten en hij gebruikt ook gebaren. Ik begrijp het hier beter dan in de kerk, daar snap ik niet alles hoor.” Wat ze ook nog wil zeggen: Goed luisteren is heel belangrijk. “Hoe houden mensen die God niet kennen het leven vol als ze over moeilijke wegen gaan?”, vraagt ze vervolgens. “Ik ben blij dat God bestaat en dat ik in een gezin mag opgroeien waar dat verteld wordt.”

Wat pik je op?

“Sommige met wel 100 graankorrels.”De zaaier is blij met dit koren!

Wat doet het Woord?“Mooi verhaal, hè, maar het is een gelijkenis, een verhaal met een betekenis.Wie is de zaaier in dit verhaal?”, vraagt meester Van Vliet. De leerlingen weten het wel: de dominee, ouderling, papa en mama, de meester en juf. “Inderdaad, iedereen die het Woord van God vertelt is een zaaier. En het zaad is het Woord van God. Vallen de zaadjes bij jou in goede aarde? Wat een wonder, want dan krijg je een nieuw hart. De vraag is dus: wat doet het Woord bij jou en mij? Komt het niet in je hart, wordt het gelijk vergeten, neemt de duivel het weg?

Dat is erg! Of ga je wel de Heere dienen?Het zaad valt dan in de goede aarde. Dan ga je de Heere kennen en krijg je verdriet over de zonden. Dan ga je ook leren Wie het goedmaakt voor jou.”“De Heere Jezus Die geleden heeft aan hetkruis”, antwoordt één van de leerlingen.Hoe kan het zaad groeien in je hart? Door de genade van de Heere, dat allereerst en dat werkt de Heilige Geest. Wat moet jij dan doen? Ja, de Bijbel lezenen bidden. “Zoals dat liedje”, klinkt er achter uit de klas, “lees je Bijbel bid elke dag dat je groeien mag.” Precies daarom gaat de Bijbel iedere dag open op de Rehobothschool. Dat is het belangrijkste: dat we de Heere mogen leren kennen en dat het zaad ook in óns hart groeit!

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

7

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

6

Page 5: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Gewone kinderen Speciaal onderwijsGewone kinderen Speciaal onderwijs

9

Het leesonderwijs op de Rehobothschool in Ochten wordt zowel gestructureerd als creatief aangepakt. Om met de structuur te beginnen: twee keer per jaar wordt getoetst wat het leesniveau van de kinderen is. Dit wordt gedaan met de AVI en DMT van Cito. Vanaf groep 3 krijgen leerlingen hiermee te maken. “Er zijn 11 AVI-niveaus. Hoe beter de leesontwikkeling is, hoe hoger het AVI-niveau”, vertelt juf de Vries. “Wij mogen de kinderen testen om te zien of ze een niveau hoger beheersen. Lukt dat, dan krijgen ze een AVI-certificaat mee. Daar gaan ze echt voor!” Sterker nog, vertelt juf Mol: “Sommige kinderen hebben ze thuis ingelijst, zo trots zijn ze erop.” Naast de AVI-toetsen nemen de beide juffen de Drie Minuten Toetsen af. Dan wordt bepaald hoeveel woorden de leerling in drie minuten goed kan voorlezen.

lezen, woord voor woordGroeien in

“Zonder lezen kom je nergens”. Onderwijsassistent Florien de Vries van de Rehobothschool in Ochten vat het belang van een goede leesvaardigheid kort en krachtig samen. Met haar collega Corry Mol probeert ze waar mogelijk leerlingen te laten groeien in lezen. “Ze komen overal woorden tegen, je zonder lezen staande houden in de maatschappij valt niet mee. En bovendien: wie kan lezen, kan ook zelf de Bijbel lezen. Dat is belangrijk voor iedereen”, vult Corry aan.

De creativiteit zit ‘m in de leesmethode, afgekort met LIST. Deze letters staan voor Lezen IS Top. De kinderen leren eerst de letters aan volgens de methode Taalfontein. De letters worden dan al aangeboden in de kleuren van het PI-Spellobet (zie kader). Daarna gaan ze hun leesvaardigheid woord voor woord uitbreiden. “We gebruiken een klassikaal leesboek en lezen korte verhaaltjes”, aldus Corry. “Meestal zijn er twee leesmomenten op een dag, er wordt in ieder geval een half uur gelezen, dit gebeurt vier keer in de week groepsdoorbrekend zodat elk kind op zijn eigen niveau kan leren lezen.”

HommellezenTijdens de leesmomenten komen er diverse werkwijzen aan bod: bijvoorbeeld letters flitsen, hommellezen en stillezen. Stillezen begrijpen we, maar wat is ‘letters flitsen’ en ‘hommellezen’? “Flitsen is een letter kort laten zien en deze meteen weten op te noemen, zonder na te hoeven denken. Bij hommellezen lezen de kinderen in tweetallen een leesboek, om en om een zin. Kinderen die veel moeite hebben met leren lezen of een poosje blijven ‘hangen’ op hetzelfde AVI-niveau, helpen en motiveren we met connectlezen, ralfilezen, bikkellezen of CD-lezen. Dit doen we nog naast het leesmoment dat ze in de klas al hebben.”

Veel leerlingen van de Rehobothschool hebben een vorm van dyslexie en dat maakt leren lezen extra moeilijk. Daarom gebruikt de school voor het aanleren van woorden de PI-Spello methode. Corry: “Deze is ook heel geschikt voor leerlingen zonder dyslexie, de kinderen gaan met deze methode goed vooruit.” Het vertrekpunt van de methode zijn niet het woordbeeld (de letters), maar de klanken van een woord. In plaats van het bekende alfabet gebruikt deze methode het PI-Spellobet. Hierin zijn alle klanken en klankstukjes, ondersteund door vaste kleuren, opgenomen. De klanken, klankstukjes en kleuren geven leerlingen houvast bij het lezen en schrijven.

Pi-Spello:8

spellen in klanken en kleuren

Page 6: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Gewone kinderen Speciaal onderwijsGewone kinderen Speciaal onderwijs

Na drie wekenzorgondersteuning

‘een ander kind’

Écht doen watin het belang

van het kind is

Sinds dit schooljaar werkt zorgonder-steuner Joanne van Veldhuizen gedurende20 uur per week in de klas van juf Van Maren. Ze richt zich daarbij volledig op het begeleiden van deze ene leerling. De gemeente Barneveld heeft hetbenodigde budget beschikbaar gesteld. “Kinderen met een hechtingstoornis

“Ik had vorig jaar een leerling in de klas met ernstige hechtingsproblematiek en adhd. Deze had bijna een-op-een

begeleiding van mij nodig, de klas telde toen nog 8 leerlingen…Hij vertoonde gedragsproblemen, ontplofte soms. Het ging niet langer.”

De schoolmaatschappelijk werkster opperde: is zorgondersteuning niet iets? Die suggestie bleek een schot in de roos, voor Geertje van Maren en haar klas, maar vooral voor de betreffende leerling. “Na drie weken

zorgondersteuning vertelde zijn moeder: ik heb een ander kind.”

hebben geen basisvertrouwen”, schetst Geertje van Maren de situatie. “Ze hebben angst en een onveilig gevoel bij nieuwe situaties.” De samenwerking met Joanne begon dus met het overdragen van het veiligheidsgevoel van Geertje op de zorgondersteuner. Joanne: “Ik begon met observeren, achter in de klas, ging

kleine gesprekjes met hem aan en steeds meer naast hem zitten. Het is een slimme jongen, maar met de sociaal-emotionele ontwikkeling van een éénjarige.”

Joanne’s werk komt neer op het door-lopend begeleiden van de leerling tijdens de lessen. Haar zorgondersteuning heeft

twee hoofddoelen: veiligheid en uitdaging. “Zijn die ingevuld, dan heeft hij het naar zijn zin, pas dan kan hij gaan leren”, legt Geertje uit. Joanne begeleidthem bij de praktische vertaalslag: “Dat zijn de andere doelen, iets leren afmaken,leren je vinger op te steken en inzicht krijgen in je eigen gedrag. Ik help hem ook bij het overzichtelijker maken van zijn werk.” Ze geeft hem de aandacht die past bij zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. “Op schoot wiegen, over zijn bol aaien, een klein spelletje spelen, dat vindt hij heerlijk.”

BlijDe zorgondersteuning is intensief maar heeft een groot effect. Joanne: “Aankijkenvan anderen vond hij moeilijk. Toen hij mij onlangs door het raam toch aankeek,gaf ik hem een knipoog. En weet je, hijknipoogde terug.” Na drie weken verteldezijn moeder dat er nu een ander kind uit school komt. “Hij gaat thuis tekenen en opschrijven wat hij bij Joanne leert.” Zowel Geertje als Joanne zijn zelf ook verwonderd over de snelheid waarmee deze leerling zich ontwikkelt. “Hier worden we blij van”, zeggen ze in koor. “Hij gaat met een blij gezicht naar huis, terwijl wij tegen ‘m zeggen: wat was het vandaag een gezellige dag hè? Met zorgondersteuning kunnen we écht doen wat in het belang van het kind is.”

1110

Page 7: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Contact maken, hulp vragen, iets vertellen of verklaren, gevoelens overbrengen of onderhandelen, allemaal voorbeeldenvan sociale situaties die mensen moeten beheersen. Wie hier moeite mee heeft, kan zichzelf communicatief niet redden. Vooral leerlingen in het speciaal onderwijs ondervinden hier problemen mee. Ze krijgen hierdoor geen grip op de wereld om hen heen, komen in conflicten of trekken zich juist terug.

De logopedistes werken daarom zoveel mogelijk samen met de leerkrachten. Toch is er opgemerkt dat goede communicatie niet als basis van het leren wordt gezien. Daarom hebben de logopedistes nieuwe input gegeven op het gebied van communicatieve zelfredzaamheid richting leerkrachten. “Daar werken we al een paar jaar aan, maar we merken dat het belangrijk is om het schoolbreed op papier te krijgen. Het moet in de doorgaande leerlijn de aandacht hebben.” Een leerkracht is alle uren van de dag bij de leerlingen, in de klas. Daar komen de doelen continue aan bod, bij elke les. In de klas liggen dus de grootste kansen op groei in communicatie bij kinderen. Daarom hebben de logopedistes communicatiedoelen opgesteld die schoolbreed in de klassen aangeboden worden. De leerkracht kan hier dan zelf een invulling aan geven, afhankelijk van het niveau van zijn/haar groep.

Naast het schoolbreed werken aan de communicatieve redzaamheid behandelen de logopedistes leerlingen ook individueel. Bijvoorbeeld als ze moeilijk verstaanbaar spreken of een te kleine woordenschat hebben. Ook worden er behandelingen in groepsvorm gegeven. Daarbij gebruiken ze rollenspellen of concrete situaties. Bijvoorbeeld: hoe haal je iemand netjes op uit de klas of hoe vraag je aan andere kinderen of je mee mag spelen.

VoorlichtingAlle leerkrachten hebben in 2018 een voorlichting van de logopedistes gehad over het vergroten van de communicatieve redzaamheid. Hierbij kwam het belang van de communicatie en de gevolgen van een te beperkte communicatieve zelfredzaamheid bij kinderen naar voren. De logopedistes vertelden over de ’taalvoorlopers’ en cognitieve functies die nodig zijn om te leren communiceren. Ook werd het belang van communicatie ten opzichte van het leerproces aangeduid. “Taal begrijpen en je kunnen redden met communicatie, daar werken we aan. En zo hopen we dat we gezamenlijk de kinderen kunnen laten groeien”, besluit Sandra de Bruin.

In de klas komen doelende hele dag aan bod, in elke les.

Communicatieveredzaamheid

Logopedistes werken aan

Wie zichzelf communicatief kan redden zal zich beter ontwikkelen, zowel cognitief als sociaal-emotioneel.Bovendien is het vermogen om te communiceren belangrijk voor deelname aan de maatschappij. Daarom maken logopedistes Sandra de Bruin en Jacolien de Kwant zich sterk voor het schoolbreed stimuleren van adequatecommunicatie. En dat begint bij een goede samenwerking met de leerkrachten.

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

13

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

12

Page 8: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Het spel met de memo’s is één van de zogenaamde ‘coöperatieve werkvormen’ die de leerkrachten in Ochten in diverse lessen inzetten. “De bedoeling is om in de lessen de stof op een speelse manier te verwerken”, vertelt Heleen Bal. “Neem het spel met de memovellen, daarin leren de leerlingen vragen te stellen en met anderen te praten, een belangrijke vaardigheid”, vult haar collega juf Geneugelijk aan. Spelenderwijs krijgen ze woorden aangereikt. Heleen: “Door de afwisseling die deze werkvormen bieden, is iedereen in een paar minuten weer betrokken bij de les. Ze leren er ook samenwerken in groepjes. Inmiddels zijn ze zo enthousiast dat ze erom vragen.”

BingoIn bijna alle lessen valt wel een coöperatieve werkvorm te verzinnen en de beide juffen hebben al heel wat spelvormen zelf verzonnen. “Wie is het?”,taalkaartjes met woorden die leerlingen moeten uitleggen aan elkaar, een ‘bingo’ met negen vakjes en placemats waarop kinderen hun mening mogen opschrijvenover een bepaald onderwerp. Het is maar een aantal van de werkvormen die de juffen gebruiken. Juf Geneugelijk: “Het is verschillend per les, maar we maken er dagelijks gebruik van. Het is ook een goede manier om theorie te verwerken.”

We zijn op de Rehobothschool in Ochten en stappen de klas van leerkracht Avelien Geneugelijk binnen. Vanuit een hoek in de klas aanschouwen we het spel met de memovellen. De leerlingen hebben allemaal een plakvelletje gekregen en er een woord op geschreven. De velletjes zijn vervolgens door elkaar gehusseld en op de voorhoofden geplakt. De leerlingenzien niet welk woord er op het eigen vel staat, wel dat van de klasgenootjes. Door vragen te stellen aan andere leerlingen en antwoorden te krijgen, komen ze er uiteindelijk achter wat er op hun gele memo staat. “Is het een dier?”, vraagt een jongen. “Néé!”, antwoordt een ander. Via een reeks vragen komt hij achter het woord: “Trekker!”

Samen leren met coöperatieve werkvormen

EngWas het niet eng om de leerlingen de eerste keer zo vrij te laten ‘bewegen’ tijdens de les? Is het daarna niet met de orde gedaan? “Je verliest de controle als je leerlingen zo vrij laat, dacht ik eerst”, zegt juf Bal. “Maar dat viel erg mee. Ik gebruik een timer en zeg: als deze afgaat, ga je zitten.” Dat doen de leerlingen keurig, is de ervaring vanbeide leerkrachten. “Omdat ze evenmogen bewegen zijn ze daarna juist rustiger en meer geconcentreerd.”

1514

Gewone kinderen Speciaal onderwijsGewone kinderen Speciaal onderwijs

Kinderen met een geel

memovelletje op hun voorhoofd

geplakt. Ze lopen kriskras door

de klas en spreken elkaar soms aan.

Wat is hier aan de hand?

Is het niet met de orde

gedaan?

Page 9: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

“Je oog gebruikt een ander deel van de hersenen dan je gehoor. Veel kinderen zijn visueel ingesteld, de auditieveverwerking gaat veel trager. Gebaren en andere visualisaties worden beter opgepikt en blijven langer hangen”, vertelt Weststrate. “Sommige kinderen zijn ook slechthorend, voor hen is het ook heel waardevol”, vult Mattie aan. Omdat de juf of meester beweegt en begrippen uitbeeldt, houdt deze de

aandacht langer vast. Eén keer per twee weken een logopediste in je klas die onder meer bijhoudt hoeveel gebaren je gebruikt en hoe je die inzet, is dat niet lastig? Zeker niet, vinden de drie groepsleerkrachten. “Je wordt enthousiastvan de coaching en gaat er actief mee aan de gang”, zegt Annemarie. Het verwondert de drie dat er voor zoveel woorden een gebaar is. “Die krijgen we van Henriëtte of zoeken we zelf op in

Je zou het onderwijs aan deze kinderen‘tweetalig’ kunnen noemen: naast gewonespreektaal hanteren de leerkrachten ook

NmG (Nederlands ondersteundmet gebaren). Logopediste Henriëtte

Weststrate is de drijvende kracht achter de drie leerkrachten die aan tafel zitten:

Marianne van Essen, Annemarie Baan en Mattie Verhage. Ze is één keer per

twee weken in de klas en coacht de leerkrachten midden in de praktijk.

het online gebarenwoordenboek”, zegt juf Baan. Ze brengt de hand van voor de mond naar op de mond. “Kijk, dat betekent Zacharias die niet meer kon praten.” Het mooie is dat kinderen

actiever betrokken zijn bij de lessen, dankzij de gebaren. “Ze gaan ze herkennen en zelf gebruiken. Dit is heel ondersteunend, zeker bij hen die moeilijk praten.”

InhoudswoordenOok bij muziek geven de gebaren een belangrijke ondersteuning. “Als we een psalm of een Bijbels lied aanleren, pikken ze de gebaren vaak eerder op dan de woorden”, is de ervaring van juf Van Essen. Juf Verhage vult aan: “Voor ze het woord horen maken ze al het gebaar. Een psalm als ‘t Hijgend hert der jacht ontkomen’ is dankzij de vele inhouds-woorden heel geschikt.” Psalmen krijgen door de hele school veel aandacht. Voor de B-groepen worden zoveel mogelijk psalmen ook visueel gemaakt door de gebaren video’s. Ze worden met orgelbegeleiding ingezongen en op een video opgenomen. Henriëtte Weststrate maakt vervolgens een video-opname met gebaren erbij. Deze zijn ook thuis te gebruiken door ouders. De Rehoboth-school is inmiddels drie jaar druk in de weer met gebaren. “Ik ben trots op de leerkrachten”, zegt de logopediste, “ze gebruiken met enthousiasme steeds meer gebaren en visualisaties. Was het eerder bijvoorbeeld tien gebaren per les, nu soms wel veertig keer.”

Communicatie inde B-groepen (zml) Met handen en woorden

Binnen het onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen (zml) zijn

twee soorten groepen: A en B.De A-categorie is de reguliere groep,

in de groepen B1 tot en met B4 zitten leerlingen met een IQ lager

dan 35 en/of een bijkomende problematiek. “Bij onze leerlingen

vinden we vaak op een andere manier een ingang. Daarom

ondersteunen we het gesproken woord met onder meer visualiseren

en gebaren. In sommige situaties gebruiken we alleen gebaren”,

vertelt Marianne van Essen.

Je zou dit onderwijs ‘tweetalig’ kunnen noemen

Wie maakt welk van de volgende gebaren:

‘vertellen’, ‘werken’, ‘spelen’ en ‘kribbe’?

Het antwoord vindt u op www.rehobothoz.nl.

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

17

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

16

Page 10: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Gewone kinderen Speciaal onderwijsGewone kinderen Speciaal onderwijs

De basis voor dit model is een indeling in zes persoonlijkheidstypes. Je hebt de dromer, promotor, rebel, harmoniser, gestructureerde denker en doorzetter. Dit klinkt wellicht een tikje zweverig, maar dat is het allerminst. “Ieder mens heeft deze verschillende types in zich, het ene meer op de voorgrond dan het andere”, vertelt Gerda de Bree. “Door van jezelf en de ander te weten door welke bril je naar de wereld kijkt, ga je elkaars gedrag beter begrijpen. De gestructureerde denker kijkt naar feiten en data, een promotor vanuit actie en uitdaging, de rebel beziet alles veel speelser.”

Rehoboth Ochten investeert in communicatie

ProfielEerst heeft het managementteam van beide scholen de basiscursus PCM gevolgd, daarna waren de teams aan de beurt. Alle collega’s kregen een basislijst en (na het invullen daarvan) antwoord op de vraag: welk type ben jij? Iedereen kreeg vervolgens een persoonlijk profiel uitgereikt. “Let op”, zegt Gerda, “het isgeen etiket maar een kwaliteit die je kuntinzetten in communicatie met elkaar. Als ik een gestructureerde denker ben en mijn collega is een dromer, kunnen we elkaar vinden in de laag die we delen. Dat verbetert onze samenwerking en is goed voor de leerlingen.”

Elkaar én de leerlingen beter begrijpen

Linda: “Collega’s van beide scholen zijn enthousiast over PCM, er kwam vanaf het begin openheid naar elkaar. We zijn nu twee jaar bezig en zien resultaten. Door PCM ook te gebruiken in het contactmet leerlingen, hopen wij dat er van de Sebaschool minder kinderen naar het speciaal onderwijs hoeven. We kunnen vanaf groep 1 ieder individueel kind beter geven wat hij of zij nodig heeft.”

AllergieLinda noemt een voorbeeld uit de praktijk. “Er was een leerling die - om in PCM-termen te blijven - in mijn allergie zat. Hij bemoeide zich steeds met mij. Je kunt dan - even gechargeerd - reageren door te zeggen: houd je mond. Je kunt het bemoeien echter ook uitleggen als betrokkenheid en de leerling juist betrekken bij wat je doet. Dan voelt hij zich begrepen en krijgt hij erkenning.” Natuurlijk, veel teamleden reageerdenvoorheen op basis van intuïtie en ervaring precies hetzelfde op gedrag als nu, na het volgen van de PCM-cursus. “Ik denk dat je 80% al zo deed, maar dankzij PCM bereik je nu iedere leerling beter”, denkt Linda. En Gerda besluit: “Het is gewoon een mooie aanvulling die goed werkt in de communicatie met kinderen.”

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

19

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

18

Communiceren met collega’s en leerlingen gaat verder dan praten en luisteren.Het is ook belangrijk dat we elkaar begrijpen, zeker als we samenwerken. Rehoboth Ochten is daarom samen

met de ‘buren’ van de Sebaschool een PCM-programma gestart. Waar de letters PCM voor staan? “Proces Communication Model”, antwoorden IB’ers Gerda de Bree en Linda de Vries in koor.

“Het is gewoon een mooie aanvulling die goed werkt

Doorzetter

Gestructureerd denker

Harmoniser

Rebel

Promotor

Dromer

Page 11: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Dat de schoolboerderij een multifunctioneel karakter krijgt staat vast. Het moet niet alleen een plaatszijn waar leerlingen kunnen ontspannen,het kan ook een plaats krijgen binnen het onderwijs. “En we kijken ook ofwe een functie in de wijk kunnenvervullen. Onze school staat letterlijk en figuurlijk midden in de Barneveldse samenleving en daar willen we graag een bijdrage aan leveren”, vertelt een enthousiaste Westerlaken.

De belangrijkste randvoorwaarde voor het plan is inmiddels ingevuld: door de aankoop van 3000 m2 weiland, pal naast het schoolgebouw, heeft het plan letterlijk de ruimte. Ook hebben diverse betrokkenen al oriënterende bezoeken aan soortgelijke ‘kinderboerderijen’ gebracht en is contact gelegd met instellingen als Adullam en Siloah. Ook voor hun doelgroep kan een praktijk-omgeving kansen bieden. “De volgende stap wordt het opstellen van een plan en

Gewone kinderen Speciaal onderwijs Gewone kinderen Speciaal onderwijs

2120

Kinderen latenleren en floreren

Een schoolboerderij op de Rehobothschool “Er zijn kinderen die in een klaslokaal maar ten dele kunnen floreren”, constateert P.J. Westerlaken (College van Bestuur) van de Rehobothschoolin Barneveld. “Voor het aanleren van bepaalde vaardigheden hebbenzij de praktijk buiten de schoolmuren nodig. Nu moeten ze daarvoornog naar externe locaties, met de mogelijke realisatie van een school-boerderij zou dat ook op ons eigen terrein kunnen. Kinderen laten leren en floreren, dat is de gedachte achter ons plan voor een multifunctionele schoolboerderij op de Rehobothschool.”

“We hebben al een kleine tuin op school metwat tomatenplanten en zo, maar onze zml-leerlingen hebben eigenlijk behoefte aan wat grover werk. Harken, snoeien, onkruid verwij-deren, werk waar je ook fysiek moe van wordt. Daarvoor zou de schoolboerderij een oplossing zijn”, vertelt Wennie Evers, adjunct-directeur op de Rehobothschool en betrokken bij de groep zeer moeilijk lerende (zml) kinderen. Deze variëren in leeftijd van 4 tot 20 jaar.

Naast ontspanning op de schoolboerderij gaat het wat Wennie Evers betreft vooral om het leeraspect. “Onze leerlingen gaan nu in het kader van leren op locatie het schoolterrein af. Dat vraagt veel organisatie. Hoe mooi zou het zijn als ze op onze eigen schoolboerderij aan de slag kunnen. Voor onze praktijklessen tuin en dier hebben we dan een betekenisvolleleeromgeving. Zeker als deze een open karakter heeft en er ook contact is met mensen van buiten. Uit de wijk en de buurt bijvoorbeeld.Hoe benader je mensen van buiten en hoe beweeg je je in een andere context?” Bij het beantwoorden van deze en andere vragen kan de schoolboerderij een belangrijk hulpmiddel zijn.

het bijeenbrengen van de benodigde middelen. Als het in DV 2020 gerealiseerd kan zijn, samen met de ook noodzakelijke uitbreiding van de school…”, zegt Westerlaken, “dat zou prachtig zijn.”

Adjunct-directeur zml Wennie Evers

Belangrijkhulpmiddel

Page 12: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Als iemand uit ervaring weet welk effect dieren hebben op kinderen uit het speciaal onderwijs, dan is het Corrie den Hartog wel. Zij is moeder van Thomas (17), een rustige jongen met een verstandelijke beperking, autisme en epilepsie. Sinds kort heeft hij de Rehobothschool verlaten en werkt nu met veel plezier inde bakkerij van Siloah-locatie de Leidsche Hoeven (Tricht). “Thomas vormt samen met zijn vader een combinatie in de duivensport: Den Hartog & Zoon. Als hij na een drukke werkdag thuiskomt, gaat hij vaak eerst naar de duiven. Even zijn hoofd leeg maken tussen de vogels. Dat gekoer is

Rustgevend gekoerCorrie den Hartog, moeder van Thomas

heel rustgevend”, vertelt moeder Den Hartog. Thomas is dagelijks bezig met het voeren en verzorgen van de duiven. Corrie den Hartog kijkt met dankbaarheid terug op Thomas’ tijd op de Rehobothschool. “De liefde van de leraren, het warme gevoel, hij ging er op alle vlakken op vooruit. En wat hij zelf het allerbelangrijkste vond: de dagopening, het psalmen zingen, de dag afsluiten met gebed. Dat gaf hem houvast.”

Gewone kinderen Speciaal onderwijsGewone kinderen Speciaal onderwijs

23

Voor kinderen die vanwege gedragsproblemen speciaal onderwijs volgen, is de schoolboerderij een uitkomst. Dat is de stellige overtuiging van Bep Jansen, directielid en coördinator van de ‘Cluster IV’ tak van de Rehobothschool. “Voor kinderen met een gedragsprobleem duurt een school-dag eigenlijk te lang. Er wordt ’s morgens een flink beroep gedaan op hun cognitieve vermogens. Op een gegeven moment raakt hun hoofd dan gewoon vol. Dan is het heerlijk als ze na de middagactiviteiten buiten het klaslokaal kunnen ontplooien en zo andere talenten kunnen aanspreken. Zo dragen we ook bij aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Als we daarbij ook een gezonde dosis rust kunnen bieden, gaan ze meer ontspannen naar huis.” Een ander aspect waarom Bep Jansen de schoolboerderij helemaal ziet zitten betreft de veerkracht van kinderen. “In de cluster IV-groepen zitten kinderen met weinig basisvertrouwen. Als we die een veilige plek kunnen bieden… dat zou geweldig zijn.”

22

We vallen maar met de deur in huis: voor het realiseren van de schoolboerderij is geld nodig. De grond is uit bestaande middelen aangekocht, maar voor de bouw van dieren-verblijven, inrichting en aanschaf van dieren is een bedrag van ongeveer 500.000 euro nodig. Daarom doen we een beroep op u: help mee ons plan te laten groeien en draag bij aan de Schoutenhoeve. Maak een bijdrage over op:

Rekeningnummer: NL49 RABO 0305 5830 26 t.n.v. Rehoboth Onderwijs en Zorg, o.v.v. Schoutenhoeve.

Vol hoofd leeg maken

Ieder kindeen passende plek

Bep Jansen, adjunct-directeur

Nico van Stam, sectormanager sector Wonen, Leren & Werken

Help ons plan groeien. Word vriend van de boerderij!

De stichting is ANBI-erkend, uw bijdrage is binnen de regels van de Belastingdienst fiscaal aftrekbaar.

Naast de Rehobothschool is ook Adullam Gehandicaptenzorg nauw betrokken bij de plannen voor een schoolboerderij. “Ieder kind uit onze achterban een passende plek bieden, dat is de visie die Adullam en de Rehobothschool delen”, vertelt Nico van Stam, sectormanager sector Wonen, Leren & Werken bij Adullam. “Met een eigen schoolboerderij hoeven we kinderen niet meer door te verwijzen naar een omgeving waar een stukje identiteit wordt gemist. Wat ons betreft is identiteit echt een basisbehoefte voor kinderen.”

De plannen zijn nog volop in ontwikkeling, maar Van Stam ziet veel mogelijkheden voor de schoolboerderij. “Primair is deze natuurlijk voor kinderen, maar misschien biedt de locatie als deze er staat aanvullende mogelijkheden. Het zal een openbare plek worden waar contact is met de maatschappij. Wellicht dat aanverwante doelgroepen er in de toekomst ook welkom zijn.” Maar, benadrukt Van Stam, dat is toekomstmuziek. “Eerst willen we kinderen de beste plek bieden en aansluiten bij hun specifieke behoefte.” Of die behoefte voortkomt vanuit onderwijs of zorg is de sectormanager om het even.

Page 13: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Groei in de klasTwee leerlingen uit een eindgroep vertellen

Jullie hebben afscheid genomen van je vorige school en nu hopen jullie volgend jaar naar het voortgezet onderwijs te gaan’. Kun je iets vertellen over de start bij ons op school?

Roos“Ik ben naar een ander pleeggezin gegaan en toen ben ik ook van de Donnerschool gegaan. Ik zit nu 3 jaar op de Rehobothschool op de cluster 4 afdeling.”

Jorick“Ik zit nu 1,5 jaar op deze school. Eerst zat ik op een basisschool en nu zit ik op het SBO. Ik ging naar een andere school omdat ik op de oude school niets meer te doen had. Ik heb dyslexie en toen hadden ze geen goed werk voor mij.”

Wat wilde je graag leren op onze school?

Roos“Ik wilde graag leren om beter met mijn gedrag om te gaan. Bijvoorbeeld, rustig blijven in hele drukke situaties zodat ik in de groep kan blijven.”

Jorick“Beter leren lezen, taal en spelling. Rekenen ging altijd wel goed.”

En is dat ook gelukt?

Roos“Ja, ik kan nu langer in drukke situaties blijven. Ik kan ook beter met een verandering omgaan. Als de juf ziet dat ik druk op school kom, maakt ze een plan met mij. Ik denk dan zelf mee. Als het onder gym minder goed lukt, komt de juf naar me toe. Dan maak ik een nieuw plan. De juf komt als ik nog in oranje ben. Het lukt dan nog om mee te denken zodat ik weer in groen kom.”

Jorick“Het gaat nu wel beter. Ik heb met de dyslexiebehandelingook wel dingen geleerd. Ik heb veel geoefend en dan ga je het een beetje leuk vinden. Toen ik de boeken van Piet Prins ging lezen, vond ik het steeds leuker. Ik begon met Daan en Sietze. Deze las ik thuis en op school las ik de boeken van Snuf en Lifeliner. Taal en spelling gaat ook wel beter. Als je beter kunt lezen, gaan taal en spelling ook beter. En dan vind je het ook leuker.”

Je gaat dit schooljaar van school af. Als je terugkijkt, waar ben je dan blij mee?

Roos“De hulp, die ik hier gehad heb. Ik ga nu denk ik naar de Fruytier. Een school waar ik normaal leer, net als op onze school.”

Jorick“Dat ik beter heb leren lezen. Ik vind het op deze school ook veel leuker.”

Weten jullie al een beetje wat je later wilt worden?

Roos“Juf op deze school. Dan mag ik eindelijk ook voornamen zeggen van de jufs.”

Jorick“Timmerman, omdat ik graag met hout werk en bouwen een bietje leuk vind.”

Hebben jullie nog een tip voor onze school?

Roos en Jorick“Een tip??”

Ja, jullie hebben misschien wel een advies voor ons. Iets wat we beter kunnen doen.

Roos en Jorick“Dat zouden we niet weten.”

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

25

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

24

Page 14: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Gewone kinderen Speciaal onderwijsGewone kinderen Speciaal onderwijs

2726We blikken kort terug met Ria van der Lee, Jeanet Muda en Lydia Notenboom. Ria is moeder van Mirthe (12), een meisje dat getroffen werd door hersenvliesontsteking. Later bleek zij ook een chromosoomafwijking te hebben. Ria: “Ze heeft een lager begrip. Waar ze van geniet? Knutselen, een cake bakken voor de juf. En orgel spelen dat kan ze echt goed, uit haar hoofd. Ze doet het elke dag.” Jeanet is moeder van Laurens (11), een “makkelijk kind” met het Down-syndroom. “Maar hij raakt wel snel ondergesneeuwd en trekt zich graagterug in zijn eigen wereldje”, zegt Jeanet.Behalve als hij een klusje kan doen voor zijn moeder, zoals het in de kliko deponeren van afval. Dan glimt hij van trots! Lydia’s dochtertje Jessica (12) is een rustig en lief meisje met ass/autisme.

“Het gevoel voor veiligheid luistert heel nauw bij haar. Buitenshuis is ze kwetsbaar, zeker in het najaar als het sneller donker is.” Tegen de verwachting in leerde ze fietsen en haalde zwemcertificaat A. Wat Jessica het liefst doet? “Spelen met Playmobil.”

Wonderlijk Gemaakt“Drie morgens was eigenlijk te kort om dit onderwerp goed uit te diepen”, steekt Corrie Hoogeveen van wal. “Het thema spreekt ouders erg aan, maar ze hebben ook zoiets van: help, hoe pak ik

dit aan? Daarom is eerst uitleg gegevenover seksuele ontwikkeling: wat is heteigenlijk? En hoe verloopt dit bij kinderenen jongeren met een ontwikkelings-achterstand? Vervolgens hebben we veel met stellingen gewerkt en zijn het gesprek aangegaan met elkaar.” De onderwijsmethode Wonderlijk Gemaakt Speciaal werd tijdens de ochtenden geïntroduceerd. De methode leert kinderen en jongeren op een goede manier om te gaan met seksualiteit, met de Bijbel als richtlijn en verwondering richting de Schepper en richting elkaar. “We gebruiken het materiaal in de klassen, maar we hebben de ouders er ook hard bij nodig”, vertelt Corrie. De methode bevat ook materiaal voor thuis.

Verrijking“Inderdaad, help, hoe moet ik dit doen”, dacht Jeanet Muda toen het onderwerp seksuele ontwikkeling op tafel kwam.

Ria: “Ook omdat je kind anders is, dan vraag je je nog meer af: hoe pas ik het toe?” “En daarbij speelt de toekomst een rol”, vult Lydia aan. “In je omgeving zien onze kinderen anderen trouwen. Dat zit echt in hun hoofd vast. Wanneer moet je aangeven dat zij een andere toekomst hebben op dit punt?” Gelukkig bleken de ouders allemaal met dezelfde vragen rond te lopen en waren ze bereid in alle openheid hun zorgen op tafel te leggen. Jeanet: “Juist dat contact met andere ouders vond ik van grote waarde.” “Het delen van adviezen en tips is een verrijking”, zegt Ria. “Daarbij

stelde je jezelf telkens de vraag: wat past bij mijn kind? En moet ik alles wel vertellen? Dat hoeft gelukkig niet.” Corrie: “De afstemming tussen school en ouders is belangrijk: samen bepaal je wat past bij de problematiek van jouw kind. En wat je wel of niet vertelt.”

Tere onderwerpenDe gesprekken waren open en eerlijk en tere onderwerpen als geslachts-gemeenschap en zelfbevrediging werden niet uit de weg gegaan. Weerbaarheid en bescherming speelden bij alle cursusmorgens een belangrijke rol.

Corrie: “Bij wie hoor ik en bij wie niet is een vraag die duidelijk moet worden voor kinderen.” “Zo leren kinderen dat er verschil is of je bij mama op schoot zit of bij de buschauffeur”, vult Jeanet aan. “Het accepteren dat je kind anders is, is voor iedere ouder moeilijk”, weet Corrie. “Dan is het fijn als ze ervaren dat ze niet de enige zijn. Ja, bij deze bijeenkomsten vormde zich een soort lotgenotengroep.” Lydia: “Er ligt nog veel open, dus een vervolg op deze oudercursus is welkom.” Dat vervolg komt er in DV voorjaar 2019.

“Moet ik alles wel vertellen?”Oudercursus over begeleiding van seksuele ontwikkeling

Het begeleiden van de seksuele ontwikkeling van kinderen geeft bijna alle ouders/verzorgers de nodige hoofdbrekens. Voor vaders en moeders van leerlingen op de Rehobothschool geldt dit in nog sterkere mate. Daarom heeft de school binnen het ZML drie morgens gewijd aan dit thema. De belangstelling voor de oudercursus was groot. Meer dan 20 moeders en een enkele vader volgden de drie sessies, die werden gegeven door orthopedagoge Corrie Hoogeveen. “Heel waardevol”, noemen drie ouders de bijeenkomsten.

“Het delen van adviezen en tipsis een verrijking”

Page 15: December 2018 · 2018-12-19 · Een zaaier ging uit om te zaaien De leerlingen ‘hangen aan de lippen’ van meester Van Vliet tijdens deze les, die in het teken staat van de gelijkenis

Gewone kinderen Speciaal onderwijs

Rehoboth Onderwijs en zorg

Locatie Barneveld

Adres: Schoutenstraat 113, 3771 CH Barneveld

Postadres: Postbus 301, 3770 AH Barneveld

T 0342 20 03 00 - E [email protected]

Locatie Ochten

Adres: Het Katsland 6, 4051 KA Ochten

T 0344 64 46 01 - E [email protected]

www.rehobothoz.nl