De vernieuwingsfases:

Initiatiefase - de fase waarin eea wordt bedacht en wordt het besluit genomen om het te doen.Implementatiefase - het opstarten van het proces en alles wat met de pilot traject te maken heeftIntroductiefase - waarin de vernieuwing (als dat een goede is bewezen vanuit de pilot fase) geïntroduceerd wordt in het onderwijs proces

De initiatiefase:

Hiervoor heb ik jullie hulp nodig voor een objectieve analyseren van de vernieuwing.

Zoals je kan zien voor elke factor zijn er 2 vragen of meer vragen. Zou je deze vragen willen beantwoorden?

De Existence and quality:1. Wat was de aanleiding voor deze innovatie?2. Wat is de toegevoegde waarde?

Acces to information:3. Wat is de onderbouwing van de innovatie?4. Hebben alle betrokkenen toegang tot deze informatie?5. Welke relatie heeft deze vernieuwing met de organisatie?

Advocacy from central administration:6. Hoe is er draagvlak gecreërd voor deze ondersteuning bij diverse organisaties/stakeholders?7. Hoe is de aansturing vormgegeven? Hoe en door wie?

Teacher advocacy:8. Hoe heeft onderwijs een plaats gekregen in de innovatie?9. Wat betekent deze innovatie voor het onderwijs/lesgeven en werkwijze van de docent?10. Hoe is er gewerkt aan draagvlak bij docenten?11. Hoe zijn de docenten betrokken bij de innovatie?

External change agents:12. Is er een adviesbureau betrokken bij deze innovatie (anders dan stakeholders)13. Zo ja, welke? Vertel eens iets over de samenwerking? Wat levert het op?

Community pressure:14. Kun je iets vertellen over externe invloeden bij dit project en hoe ben je daarmee omgegaan?15. Is er een bewuste strategie gevolgd in publiciteit?16. Hoe is reageren ouders en leerlingen op dit project?

New policy:17. Wat is de rol van de politiek geweest in dit project?18. Zijn er innovatiefondsen benut? En brengt dat ook verplichtingen met zich mee?

Problem solving:19. Aan welke doelen beantwoord de innovatie op dit moment?20. Welke knelpunten zijn er gesignaleerd?

Implementatiefase

Vragen over de noodzaak van de innovatie1. Was er in uw ogen een noodzaak voor de innovatie? Zo ja, welke?2. Zijn er nog andere manieren waarop een oplossing voor het probleem gevonden had kunnen worden?3. Nam de noodzaak voor de innovatie af tijdens de implementatie? Zo ja, waarom of hoe kwam dat dan? Zo niet, idem.

Vragen over de duidelijkheid van de innovatie4. Was het doel van de innovatie duidelijk en eensluidend binnen het docententeam?5. Was het u duidelijk hoe men de innovatie ging aanpakken?6. Was het u duidelijk wat er veranderd moest worden?

7. Was het duidelijk over welke middelen men moest beschikken om de innovatie te starten en te implementeren?

Vragen over de complexiteit van de innovatie:12. Welke problemen bent u tegengekomen bij het implementeren?13. Welke ondersteuning hebt u gekregen bij de innovatie?14. Had/heeft u voldoende pedagogische en didactische kennis en vaardigheden om voor een effectieve implementatie te zorgen? Denk aan instructieactiviteiten, structuren, diagnoses, doceerstrategieën. Zo niet, wat mist er nog en hoe kan daar aan gewerkt worden?15. In hoeverre kan het bestaande onderwijsmateriaal nog gebruikt worden bij de innovatie?

Vragen over de kwaliteit/praktische uitvoerbaarheid16. Welke factoren zijn wat u betreft bepalend voor de kwaliteit van de innovatie?17. Was er voldoende tijd/geld/middelen/personeel beschikbaar voor de innovatie?18. Wat zijn uw verwachtingen als het gaat om de uitwerking op:

a. rendement;b. de motivatie van de studenten;c. het zelfregulerend vermogen van de studenten;d. de leeropbrengst van de studenten?

BEDANKT