De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

12

description

Uit deel 1 van de trilogie DE INCAPRINS, ISBN 9789490035051. Hierin wordt de zoektocht beschreven naar een betere toekomst voor de laatste vrije Inca’s, de bewoners van Machu Picchu. Deze bergstad is nog niet door de Spanjaarden ontdekt, maar de vele vluchtelingen uit de omliggende streken kunnen hier niet blijven. Leiden de magische urnen die prins Sinchi, vriend Tuco, vriendin Nadi en de oude wijze Amauta op hun tocht meekrijgen, hen in de goede richting? De geschilderde dieren op de urnen staan voor vuur, aarde, water, lucht... De reisgezellen merken dat deze elementen een kant van kracht en een kant van gevaar hebben. Prins Sinchi komt er niet goed uit. Zal de laatste urn, die van de condor, meer houvast geven? Nadi, kind van een Spaanse vader en Indiaanse moeder, probeert ondertussen te ontdekken wat zij zelf wil. Ze raakt in Spaanse gevangenschap en komt voor moeilijke keuzes te staan. Koop dit boek via http://www.boekenroute.nl/secure/Kopen.aspx?BoekID=41596&BoekvormID=1

Transcript of De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

Page 1: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)
Page 2: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

DE URNEN VAN MACHU PICCHU

Page 3: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

De Incaprins

Deel 1: De urnen van Machu PicchuDeel 2: Het geheim van de chakanaDeel 3: De weg naar Paititi

Page 4: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

Rein Peters

DE URNEN VAN MACHU PICCHU

Watervis

Page 5: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

Ook van Rein Peters:De verbroken cirkel (1995)Het koperen kruis (2010)Het geheim van de chakana (2015)

De urnen van Machu Picchu© 2014 R.M. Peters en Uitgeverij Watervis, Nieuwegein2e druk 2015

Omslag en binnenwerk: Cristina Richarte en Henrike OlasoloKaart en vignetten: Rein Peters

Voor de omslagillustratie en een aantal overige afbeeldingen is gebruik gemaakt van het handschrift van Felipe Guaman Poma de Ayala: El primer nueva corónica y buen gobierno uit 1615/1616 (København, Det Kongelige Bibliotek, GKS 2232 4°). Speciale dank aan Bruno Svindborg, KB Kopenhagen

ISBN 978 94 90035 05 1NUR 283, 284

www.uitgeverijwatervis.nl

Page 6: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

31

4. De urnen van het lot

“Raar trapje,” zei Tuco. “Je loopt zo met je neus tegen de muur.”

Ik zag waar hij op doelde. Naast de spleet leidde een ste-nen trap van vier treden omhoog naar de rotswand, om daar op te houden.

“Het is geen trap omhoog maar een trap omlaag,” zei de hogepriester. “Het is de regenboogtrap. Ga de grot maar in.” Hij wees op de donkere spleet.

De regenboogtrap, nu hij dat zei zag ik het ook. De tre-den waren gekleurd, de bovenste rood, daaronder geel, groen en blauw. Waar de blauwe trede op de grond uit-kwam was de rots zwart geverfd, met een grote witte vogel met gespreide vleugels er middenin.

De grot trok me niet echt. Hij zat vast vol spinnenweb-ben en wat we daar binnen moesten gaan doen was me een raadsel. “Na u, toekomstige koning,” zei ik tegen Sinchi, met een buiging van overdreven onderdanigheid.

Tuco deed een stap naar achteren. “Roep me maar als jullie de beesten en geesten hebben verjaagd. Een grafkelder is geen plaats voor levenden.”

“Het is geen grafkelder meer,” zei de hogepriester. “Het is de woning van Amauta, de hoeder van de heiligdommen. Hij zal Sinchi helpen de weg te vinden. Nadi, hier begint je opdracht. Onthoud goed wat Amauta zegt, jullie zullen het nodig hebben.”

Sinchi liep de grot in. Ik vroeg me af of hij voortaan steeds zonder vragen zou doen wat hem gezegd werd door

Page 7: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

32

de leden van de Raad. Misschien voelde hij zich gewoon verplicht om alles te doen wat zijn prinsenrol eiste. En ja, tot zijn kroning was de Raad de baas.

Ik was bereid veel te doen om met Sinchi op zoek te kun-nen gaan naar een nieuwe toekomst, dus ik volgde hem naar binnen. Tuco kwam achter mij aan. Toen ik stopte om mijn ogen aan het schemerdonker te laten wennen liep hij tegen me op.

“Waar is Sinchi?” vroeg hij. “Daar voor ons.” Ik kon al wat meer zien en door wat ik

zag kreeg ik niet bepaald zin om verder te lopen. Bij een klein vuurtje zat Sinchi in zijn lichte kleren. Tegenover hem, aan de andere kant van het vuur, zat een stille gestalte op de grond, gehuld in een vaalbruine deken. Zijn schaduw op de grauwe rotsmuur maakte dansende bewegingen in het ritme van de f lakkerende vlammen.

“Een mummie,” f luisterde Tuco. “Zie je wel?”“Kom dichterbij,” zei de gedaante.“Ga hier naast me zitten,” voegde Sinchi eraan toe.Mijn hart klopte in mijn keel en ik bleef staan. Achter me

hoorde ik de wegschuifelende voeten van Tuco. Zonder me om te draaien reikte ik naar achteren. Ik voelde zijn mouw en trok. “Kom op,” zei ik, “we laten Sinchi niet alleen.”

Hij bromde iets wat ik gelukkig niet verstond en liep met me mee naar voren. We gingen bij Sinchi op de grond zit-ten.

“Welkom,” zei de man. “Ik ben Amauta. Ik heb van de hogepriester gehoord dat jullie aanwijzingen willen voor de zoektocht van de kroonprins. Hij moet een nieuwe plek voor het volk zoeken. Zo is het toch?”

Page 8: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

33

“Ja,” zei Sinchi. “Dat is mijn taak. Vader Zon heeft mij aangewezen.”

“Goed dat je die nieuwelingen wilt wegleiden, jonge prins. Deze stad wil zijn oude rust terug. Wat voor aanwij-zing wil je?”

“Dat… dat weet ik niet,” zei Sinchi.“O, dat weet je niet. Tja...”“Een richting,” zei Sinchi. “Ah, een richting.” Amauta rechtte zijn rug. “Je wilt dat

ik je een richting geef. Waarheen?”“Naar… eh, de juiste richting,” zei Sinchi. “Een aanwij-

zing waar ik heen moet om een nieuwe plek voor ons volk te zoeken.”

“Zo, de juiste richting,” herhaalde Amauta. Er viel een stilte en ik hoopte dat hij nadacht en niet alleen maar wachtte op verdere mededelingen van Sinchi. Want die zweeg ook en keek hulpeloos naar mij.

“De hogepriester had het over de urnen van het lot, mijnheer Amauta,” zei ik.

Hij knikte. “Ja, daar heeft hij iets van tegen mij gezegd. Ik begreep niet goed wat hij ermee wil. De urnen van het lot, die liggen hier voor moeilijke tijden.”

“Het zijn moeilijke tijden,” zei Sinchi. “Er dreigt opstand, zegt de Raad. Er zijn te veel mensen in Machu Picchu.”

“Dat vind ik ook,” zei Amauta.“Mag ik de urnen van het lot van u hebben?” vroeg Sin-

chi. “De Raad zegt dat ik ze nodig heb om mij te helpen met het kiezen van de richting.”

“Heeft de Raad dat gezegd?”

Page 9: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

34

“Ja.”“Zo, heeft de Raad dat gezegd. Ik heb geen boodschap

aan de Raad, dat is een orgaan van het burgerlijk gezag. Hij gaat niet over geestelijke zaken. Het is mijn taak die urnen te bewaken. Ik geef ze niet zomaar af.”

“De hogepriester zei het,” probeerde ik te helpen.“Ah, de hogepriester. Tja, die is hoger dan ik. Als hij echt

meent dat de tijd van de urnen is gekomen, dan moet het maar. Ik zal ze halen.” Hij kroop naar achteren, de diepere duisternis in. Ik hoorde een getik van aardewerk tegen aar-dewerk.

“Voorzichtig!” riep ik.“Ja ja,” klonk het. “Deze niet… Ah, hier, ik heb ze. Ik

hoop dat ze het nog doen. Die urnen liggen hier al heel lang, ik heb ze nog gekregen van mijn voorganger. Die zit hier achterin.”

“Wat?” riep Tuco. “Zit die daar?” Hij kwam meteen overeind.

“Ja, hier,” zei Amauta. “De mummie wordt wat stoffig, voel ik.”

“Ik wacht buiten wel,” zei Tuco. Voor ik hem kon grijpen was hij verdwenen.

“Mijn voorganger heeft me indertijd wel verteld wat hier ligt en waar het voor dient.” Amauta kroop terug naar het vuur, met een touw in een hand. Er zaten kruiken aan vast, die achter hem aan over de bodem van de grot rolden. Ik kon het niet goed zien, maar het bruine aardewerk leek me inderdaad erg oud.

“Hier zijn ze.” Hij ging weer op zijn plek zitten en reikte mij om het vuurtje heen het touw aan. “Pak aan, meisje. Ik

Page 10: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

35

vind het maar niks om ze mee te geven, ik ben er aan gehecht geraakt. Maar wat moet dat moet. Jullie kunnen ze onderweg een voor een breken, ze geven de richting aan die je moet volgen. Er zijn dieren op geschilderd, dat zijn sym-bolen, ze staan voor wat je in die richting zult vinden.”

Ik trok de kruiken naar me toe. De dieren hadden ver-schillende kleuren. Als ik aardewerk beschilderde was het toch veel mooier en frisser. “Welke moeten we eerst bre-ken?” vroeg ik.

“Als eerste…,” zei Amauta. “De trap, hebben jullie het trapje buiten gezien?”

“Ja,” antwoordde Sinchi. “Hij heeft gekleurde treden.”“Het is de regenboogtrap,” zei Amauta. “De regenboog

verbindt het zonnevuur met de aarde, door middel van het regenwater in de lucht. Breek de urnen in de volgorde van zijn kleuren.”

Ik keek onzeker naar de kruiken. “Dus…?” probeerde ik wat meer helderheid te krijgen.

“De vijfde urn is die van de condor,” zei Amauta. “Neem die ook maar mee, al weet ik niet goed waar die voor dient. Hij hoort bij de urnen van het lot, zei mijn voorganger, maar hij gaf er geen echte uitleg bij. Alleen dit: toon de con-dor met uitgestrekte armen aan Vader Zon. Waar de kleu-ren samenkomen ligt de keuze.”

“De kleuren samenkomen?” vroeg ik. “Hoe bedoelt u?”“Ik bedoel niets,” zei Amauta. “Dit is wat mijn voorgan-

ger mij gezegd heeft, precies zo. Toon de condor met uitge-strekte armen aan Vader Zon, en waar de kleuren samenko-men ligt de keuze. Dat is het, meer heeft hij er niet over gezegd.”

Page 11: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

36

“We zullen het ermee moeten doen,” zuchtte Sinchi. “Dank u, mijnheer Amauta.”

“Amauta is voldoende,” zei de man. “Goede reis. Zorg maar dat al dat volk hier vertrekt. Deze berg is een heilig-dom van de Zon, geen toevluchtsoord voor stadse mensen. Als de urnen kunnen helpen, dan hebben ze hun doel gediend. Dan heb ik er niet voor niets over gewaakt in deze grot.”

“We zullen alles onthouden,” zei ik. Dat was mijn taak en dat ging wel lukken, want zoveel had deze eigenaardige grotbewoner niet verteld. Ik had alles goed in mijn oren geknoopt, als in een soort geestelijke quipu. Sinchi stond op en ik volgde hem de grot uit, met de urnen aan het touw over mijn schouder. Ze waren best zwaar.

Tuco zat op de onderste trede van de regenboogtrap te wachten. Sinchi bleef bij hem staan en vertelde wat er in de grot was gebeurd. Ik liep langzaam verder en bekeek de urnen. De dieren waren simpel geschilderd. Een gevlekte jaguar, een lama, een slang die zijn kop uit watergolfjes stak en een papegaai. Symbolen voor wat we zouden vinden? Ik kon me er niets bij voorstellen. De vijfde urn week nogal af. Op een zwarte ondergrond was een witte condor met uitge-strekte vleugels geschilderd.

“Heeft hij die ook meegegeven?” zei een stem naast me. “Dat is de urn van de condor. Die mag je alleen breken als de urnen van het lot niet naar een goede plaats leiden. Ont-houd dat goed.”

Ik keek op. Het was de hogepriester.“Ik zal het onthouden,” zei ik. “Wanneer gaan we? De

burgemeester zei morgenvroeg. Is dat waar?”

Page 12: De urnen van Machu Picchu (hoofdstuk 4)

“Ja, we hebben haast,” zei de hogepriester. “Het volk is ongeduldig. Bovendien, Sinchi moet zijn verkenning doen voordat hij koning is, anders baart hij buiten de stad te veel opzien. Ga je spullen maar bij elkaar zoeken en zeg dat ook tegen de twee jongens. Jullie krijgen een lama mee voor je bagage. Morgen bij zonsopkomst verwacht ik jullie op het centrale plein. De mensen moeten kunnen zien dat jullie vertrekken. Ik overleg nog met de andere leden van de Raad over jullie begeleider. Wie dat wordt zie je morgen-vroeg wel.”

Dat zag ik inderdaad de volgende ochtend en het maakte dat ik met heel wat minder vertrouwen aan de reis begon.