De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze...

64
DE TOEKOMST IS DICHTBIJ

Transcript of De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze...

Page 1: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

DE TOEKOMST

IS DICHTBIJ

Page 2: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 3: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Hugo Bouter

DE TOEKOMSTIS DICHTBIJ

Zes meditaties overde christelijke toekomstverwachting

Page 4: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

De toekomst is dichtbijCopyright © H. Bouter

Deel 4 van de brochurereeks ‘Bestudeert de Schriften’Druk: Drukkerij Van der Perk B.V., Nieuw-Lekkerland

Eerste editie 2006Boeken om de Bijbel, Gouda

Distributie: Johannes Multimedia, Postbus 31, 3940 AA DoornISBN-10: 90-70926-49-0

ISBN-13: 978-90-70926-49-6NUR 707

Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in

een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt,in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch of mechanisch,zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 5: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw’.

Openbaring 21:5

Page 6: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 7: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

INHOUD

1. DE TOEKOMST IS DICHTBIJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9- Ik kom spoedig. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9- De zegen van het Vrederijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

2. HET NIEUWE LIED KLINKT IN DE HEMEL EN

OP DE AARDE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13- Het lied van het Lam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13- Het nieuwe lied is gebaseerd op het offer

van Christus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14- De zingende Heiland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18- Het nieuwe lied in het boek Openbaring. . . . 20

3. ZICHT OP HET NIEUWE JERUZALEM . . . . . . . . . . . . . 25- De tijden van de volken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25- Daniël en zijn vrienden als voorbeelden

voor ons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27- Wie overwint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

4. DE HEMEL GAAT OPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35- Een nieuw begin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35- Drie heilsfeiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37- Wij zien Jezus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39

Page 8: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

5. DE HEER WERKEND VERWACHTEN. . . . . . . . . . . . . . . 43- Waken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43- Werken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44- Onze taak als rentmeesters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45

6. IK BEN DE BLINKENDE MORGENSTER . . . . . . . . . . . . 51- De dag breekt aan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52- De Morgenster en de Zon der gerechtigheid 53

Page 9: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

9

1

DE TOEKOMST IS DICHTBIJ

Ik kom spoedig

De verwachting van de spoedige komst vanChristus voor Zijn Gemeente, namelijk om haarop te nemen in Zijn heerlijkheid en vervolgensmet haar in heerlijkheid te verschijnen, is kenmer-kend voor het Nieuwe Testament. Hij komt nietals de Rechter voor Zijn bruidsgemeente, maar alsde Redder voor de Zijnen. Hij zal ons redden vande komende toorn en ons bewaren voor het uurvan de verzoeking, dat over het hele aardrijk zalkomen (1 Tess. 1:10; Openb. 3:10).

Helaas is deze verwachting reeds in de eerste eeu-wen van het christendom teloorgegaan, vooral nade derde eeuw toen het staatsgodsdienst werd. Dekerk heeft zich als machtsinstituut op aarde ge-vestigd en heeft geredeneerd zoals de boze slaafin de gelijkenis van Matteüs 24, door te denkenof zelfs openlijk te zeggen: ‘Mijn Heer vertoeft tekomen!’ In deze tijd, de tijd van Augustinus en an-deren, ligt ook de oorsprong van de zg. vergees-telijkingstheorie, de ’geestelijk-Israël’ gedachte,waarbij de kerk geacht werd de plaats en de voor-rechten van het oude verbondsvolk op aarde in te

Page 10: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

nemen. Toen verdween het licht van de hemelsehoop en brak er ook in veel andere opzichten eenduistere tijd aan in de geschiedenis van de kerk.Het ging zoals tijdens de zeereis van Paulus inHandelingen 27: men luisterde niet naar Paulus’waarschuwingen en kwam in een storm terechtwaarin men vele dagen zonder licht van bovenstuurloos ronddreef. Er is pas herstel en uitzichtop redding als wij gaan luisteren naar Paulus’woorden, naar het geïnspireerde Woord van God.

Laten wij daarom instemmen met de roep vanGeest en bruid: ‘Kom, Heer Jezus’ (Openb. 22).Laten wij Zijn verschijning liefhebben (2 Tim. 4:8).Laten wij leven in de dagelijkse verwachting vande zalige hoop en verschijning van de heerlijkheidvan onze grote God en Heiland, Jezus Christus(Tit. 2:13). Laten wij Gods Zoon van de hemelverwachten, die ons redt van de komende toorn,d.i. de toorn van God en van het Lam (die zich zaluiten in de oordelen die spoedig over de wereldzullen losbreken, 1 Tess. 1:10; Openb. 6:16,17). Latenwij ons gereed maken om tot Hem uit te gaan enHem als Bruidegom te ontmoeten (Matt. 25:5vv.).

Is het niet duidelijk dat de Gemeente, over hetalgemeen gesproken, in slaap is gevallen en zulkeaardsgerichte verwachtingen heeft dat zij geen oog(meer) heeft voor de komende hemelse Bruide-gom? Het is te vrezen dat vele christenen in slaapblijven, ondanks de tekenen der tijden, zoals:

10

Page 11: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

- het herstel van Israël en de herleving van de ove-rige naties in het Midden-Oosten: het uitlopenvan de ’vijgenboom’ en van alle bomen (Luc.21:29vv.);

- de éénwording van Europa: het herstel van hetRomeinse rijk (Dan. 2 en 7; Openb. 13 en 17);

- het verval in de christenheid: de doorwerkingvan ongeloof, bijbelkritiek en immoraliteit (2 Tess.2; 2 Tim. 3; 2 Petr. 2 en 3; 1 Joh. 2; Jud.; Openb. 2en 3);

- de toename van aardbevingen, oorlogen en ram-pen (Luc. 21).

De zegen van het Vrederijk

Na de zichtbare wederkomst van de Heer met alZijn heiligen zal er echter een tijd van ongekendezegen aanbreken. Wat een dag zal dat zijn voordeze aarde! Dan zullen al Gods beloften in ver-vulling gaan, respectievelijk voor:

(1) Gods aardse volk, de (bekeerde) natie van deJoden, die samen met de tien stammen herenigden onder het gezag van één Koning gesteld zullenworden (Ezech. 37).

(2) De Gemeente, die een hemelse oorsprong enbestemming heeft. Zij zal met Christus vanuit dehemel regeren tijdens het Vrederijk - als het Nieu-we Jeruzalem, de hemelse zetel van de Christus-

11

Page 12: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

regering, die hemel en aarde als een soort ’Jakobs-ladder’ zal verenigen (Openb. 21).

(3) De volken op aarde die, na de oordelen van deGrote Verdrukking, het Vrederijk binnengaan ensámen met het herstelde Israël zullen worden ge-zegend. De volken zullen wandelen in het lichtvan de wet die uit Sion zal uitgaan (Jes. 2:2-5).

De nacht is ver gevorderd en de dag is nabij. Latenwij daarom wandelen in het licht van de nieuwedag die spoedig aanbreekt (vgl. Rom. 13:11-14). Dehemel gaat open voor onze Heer en Heiland en hetnieuwe lied - de jubelzang van de verlosten - zalweerklinken in de hemel en op de aarde!

12

Page 13: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

2

HET NIEUWE LIED KLINKT

IN DE HEMEL EN OP DE AARDE

‘Hij gaf mij een nieuw lied in de mond’.

Psalm 40:4

Het lied van het Lam

Psalm 40 is een van de mooiste Messiaanse psal-men, omdat hij ons een beschrijving geeft van heelde weg van Christus en van de unieke waarde vanZijn offerdood. Wij vinden hier een terugblik opZijn menswording (vs. 7-9), het getuigenis dat Hijheeft afgelegd te midden van het volk Israël (vs.10-11), Zijn kruislijden vanwege onze zonden dieHij tot de Zijne maakte en ‘Mijn ongerechtigheden’noemde (vs. 12-18), en het eindresultaat: Zijn op-wekking uit de doden (vs. 1-6).

De dichter begint in deze psalm met dit laatstethema: Christus’ verlossing uit de banden van dedood en de jubelzang van de bevrijding die hier-uit voortvloeit. Vervolgens vinden wij een over-zicht van de weg die tot dit heerlijke resultaat heeftgeleid. Christus is de Eersteling uit de doden. Hij

13

Page 14: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

heft met de Zijnen het loflied van de verlossingaan. God gaf Hem en ook ons een nieuw lied in demond: het nieuwe lied dat tot in eeuwigheid zalweerklinken. Wij staan met Hem op een nieuwebodem, de vaste grond van de opstanding. Velenzullen het zien en vrezen, en op de HERE vertrou-wen (Ps. 40:4).

Hoewel wij nu met Hem staan ‘op een rots’ (Ps.40:3), d.i. de grondslag van de opstanding, zullenwij nooit vergeten dat Zijn diepe vernedering totin de dood van het kruis noodzakelijkerwijs hier-aan voorafging. Hoewel wij Hem kennen als deLevende, komt Hij telkens weer in onze herinne-ring als Degene die ons liefhad tot het einde. Hijheeft Zichzelf vernederd en is gehoorzaam ge-worden tot de dood, ja, tot de kruisdood. Tot ineeuwigheid zullen wij Hem zien en loven als hetLam dat geslacht is en dat ons heeft gekocht metde prijs van Zijn bloed (Openb. 1:5-6). Dit is hetonderwerp van het lied van de hemel, het nieuwelied (Openb. 5:9). Dit lied is typerend voor de nieu-we bedeling die is ingeluid door Christus’ opstan-ding uit de doden.

Het nieuwe lied is gebaseerdop het offer van Christus

De nieuwe dingen die nu hun intrede hebbengedaan, zijn gegrond op het volmaakte offer van

14

Page 15: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Christus. Hij heeft de wet vervuld en Zijn werkvormt de vervulling van de offers die onder hetoude verbond werden gebracht. De vier hoofd-typen van de offers worden hier genoemd: slacht-offers (of: vredeoffers) en spijsoffers, brandoffers enzondoffers (Ps. 40:7). In Hebreeën 10:5-9 wordt hier-naar verwezen.

De eerste twee offeranden waren zogenoemde‘maaltijdoffers’, de laatste twee ‘zoenoffers’. Bij demaaltijdoffers stond de Israëliet een deel van zijnvoedsel af voor de HERE en voor de priesters. Hetvredeoffer had daadwerkelijk het karakter vaneen gemeenschappelijke maaltijd, doordat zowelde HERE alsook de priester en de offeraar eraandeelnamen. Dit offer is een beeld van het offer vanChristus als de grondslag van de vredige gemeen-schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook vanonze onderlinge gemeenschap als kinderen vanGod. Onze gemeenschap is met de Vader en metZijn Zoon Jezus Christus (1 Joh. 1:3).

Het spijsoffer was een ónbloedig offer en daaromis dit een beeld van het volmaakte, aan God toe-gewijde leven van Christus als Mens hier op aarde.Dit leven eindigde in Zijn offerdood; daarin vondZijn toewijding jegens Zijn God en Vader haarhoogtepunt. Volgens de offerwetten van het OudeTestament werd een brandoffer nooit gebrachtzónder een bijbehorend spijsoffer. Evenzo is dewaarde van Christus’ offerdood gegrond op Zijn

15

Page 16: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

reine mensheid. Het was déze unieke Mens, dieZijn leven uitstortte in de dood; dat verleende aanZijn sterven een bijzondere glans.

De beide zoenoffers, brandoffers en zondoffers,waren offeranden ter verzoening, resp. van de per-soon en van de zonden van de offeraar. Het brand-offer-aspect van het werk van Christus staat inpsalm 40 op de voorgrond. Het brandoffer werd inzijn geheel aan God geofferd op het altaar, en deliefelijke reuk ervan steeg op voor Gods aange-zicht. Dit offer is een beeld van Christus als Dege-ne die Zichzelf op het kruis geheel en al aan Godheeft geofferd tot een welriekende reuk (Ef. 5:2;Hebr. 9:14). Hij kwam met het uitgesproken doelom de wil van God te doen. Hij wilde God ver-heerlijken op de plaats waar de mens door zijnzonde God had onteerd. Daartoe offerde Hij Zich-zelf vrijwillig en volkomen: ‘Ik heb lust om Uwwil te doen, Mijn God’ (Ps. 40:9; Hebr. 10:7). Dezezijde van het werk van Christus, dus het brand-offer-aspect, vinden wij ook in het evangelie naarJohannes. Het gebod van de Vader hield in dat HijZijn leven moest afleggen, maar Hij had ook machtom dat te doen en het daarna weer te nemen (Joh.10:17-18). Zo heeft Christus Gods wil volbracht, deVader verheerlijkt op de aarde en het werk volein-digd dat Hij Hem te doen had gegeven (Joh. 13:31;17:4; 19:30).

16

Page 17: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Het zondoffer-aspect van het werk van Christuswordt in psalm 40 wel genoemd (vs. 7, 13), maardit is toch meer het onderwerp van psalm 22. Daarzien wij het lijden van de Godverlatenheid, datover Christus kwam in de drie uren van duister-nis. Toen werd Hij de Zondendrager en moestGod Zijn heilig aangezicht voor Hem verbergen(Ps. 22:2,4). God legde Hem in het stof van dedood (Ps. 22:16). Christus werd voor ons tot zondegemaakt, en Hij smaakte de dood van de zondaar.Gods heilige toorn ten opzichte van de zondewerd in de offerwetten symbolisch aangeduiddoor het voorschrift dat de zondoffers waarvanhet bloed in het heiligdom werd gebracht, geheelen al verbrand moesten worden buiten de leger-plaats. Zo heeft Christus geleden in de absoluteeenzaamheid, in het vuur van het gericht.

Psalm 22 noemt echter niet alleen het lijden van dekant van God, maar ook heel uitvoerig het lijdendat Christus onderging van de kant van de men-sen, die Hem als honden en als een bende boos-doeners omsingelden. In vers 22 vindt de grotewending plaats, wanneer Hij in de opstanding hetantwoord van God ontvangt op al Zijn lijden. Hettweede hoofddeel van de psalm beschrijft daarnade heerlijke resultaten die voortvloeien uit het ver-

lossingswerk (Ps. 22:23-32). Wij zien de rijke zegenvoor (a) de Gemeente, (b) voor het volk Israël en(c) voor de volken in het Vrederijk.

17

Page 18: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

De zingende Heiland

Christus heft nu te midden van Zijn verlosten, dieHij Zijn broeders noemt, het loflied van de verlos-sing aan. Hij verkondigt de Vadernaam aan Zijnbroeders. Dat is het bijzondere voorrecht van deGemeente, die in de tijd van Christus’ verwerpingbijeenvergaderd wordt uit de Joden en uit de vol-ken (Ps. 22:23; Joh. 20:17; Hebr. 2:12). Dit verbindtpsalm 22 heel duidelijk met het nieuwe lied vanpsalm 40:4.

Na Zijn opstanding bezingt Christus Gods lof temidden van de verlosten. Hij noemt ons Zijn broe-ders, en de Vader noemt ons Zijn kinderen. Wij zijnop grond van Zijn volbrachte werk kinderen vanGod geworden. Christus is verhoord uit Zijn lijdenen daarom kan Hij het danklied aanheffen jegensZijn God en Vader. God heeft Hem geantwoord enHem verlost uit de banden van de dood. En wijdie Hem kennen, mogen met Hem instemmen enHem de woorden van het nieuwe lied nazeggen.Hij is gestorven voor onze zonden en opgewektom onze rechtvaardiging. Wij zijn voorgoed metHem verbonden en door Hem ontrukt aan demacht van zonde, dood en Satan. Wij staan op eengeheel nieuwe grondslag voor Gods aangezicht.Daarom kunnen wij zingen over het grote heil datons ten deel is gevallen - zoals eertijds Israël aande overkant van de Rode Zee de jubelzang van debevrijding zong met Mozes, die het lied aanhief.

18

Page 19: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

In het christendom hebben wij te maken met dezenieuwe dingen, en het nieuwe lied brengt dit op eenbijzondere wijze tot uitdrukking. Het accentueertnamelijk de vreugde en de blijdschap die met dezenieuwe dingen gepaard gaan en die in het hartvan de gelovige vanzelf een loflied doen opwel-len. Zouden wij onze God en Vader niet dank-zeggen voor de wonderbare dingen die Hij totstand heeft gebracht door het werk van Zijn Zoon?Wanneer reeds de eerste schepping een loflied te-voorschijn riep, zodat al de zonen Gods jubelden(Job 38:4-7), zou dan de nieuwe schepping, waar-van wij de eerste vruchten zijn, geen dank en aan-bidding teweegbrengen in ons hart? Wij leven ineen nieuwe bedeling en genieten de zegeningenvan het nieuwe verbond, dat bezegeld is met hetbloed van Christus (1 Kor. 11:25; 2 Kor. 3:6). In Chris-tus zijn wij ook een nieuwe schepping. Het oudeis voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden(2 Kor. 5:17; vgl. Openb. 21:4-5). Wij zijn Godsmaaksel, geschapen in Christus Jezus (Ef. 2:10).Daarom is er in het Nieuwe Testament sprakevan een nieuw type mens: ‘één nieuwe mens’, ‘denieuwe mens’ (Ef. 2:15; 4:24; Kol. 3:9).

Er is nu een nieuwe mens naar het voorbeeld vanChristus. De nieuwe mens is in overeenstemmingmet God geschapen in ware gerechtigheid en hei-ligheid. De nieuwe mens vertoont méér dan Adamhet beeld en de gelijkenis van zijn Schepper. Wijzijn immers verbonden met de opgestane Heer,

19

Page 20: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

die als de laatste Adam het Hoofd is van eennieuwe familie. Christus heeft nieuw leven, levendat afkomstig is van de overzijde van dood engraf, aan het licht gebracht. Door Zijn Geest heeftHij dit ook geschonken aan de Zijnen, evenals Hijhet na Zijn opstanding in de discipelen blies.

Zo kunnen wij wandelen in nieuwheid van leven,dienen wij God in nieuwheid van de geest en niet inoudheid van de letter (Rom. 6:4; 7:6). Onze Heerheeft ons ook een nieuw gebod gegeven (Joh. 13:34;1 Joh. 2:8). Een nieuwe naam zal ons nog wordengeschonken (Openb. 2:17; 3:12). Het nieuwe Jeru-zalem, de woonplaats van God en van het Lam,zal onze woonplaats zijn (Openb. 21:2). Deze hei-lige stad is verbonden met de nieuwe hemel en denieuwe aarde (2 Petr. 3:13; Openb. 21:1).

Zoals gezegd geeft het nieuwe lied op bijzonderewijze uitdrukking aan deze nieuwe dingen, die wijdoor het geloof reeds mogen kennen en die straksbij de wederkomst van Christus in heerlijkheidzullen worden gezien.

Het nieuwe lied in het boek Openbaring

De uitdrukking ‘een nieuw lied’ vinden wij in hetNieuwe Testament alleen in het laatste bijbelboek(Openb. 5:9; 14:3). In Openbaring 5 gaat het om delofzang van de vierentwintig oudsten in de hemel.

20

Page 21: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Zij vertegenwoordigen op symbolische wijze deverheerlijkte heiligen, die zich in de hemel bevin-den na de opname van de Gemeente. Zij zingenniet alleen over hun eigen verlossing door het bloedvan het Lam (vgl. Openb. 1:5-6). Het onderwerpvan hun lied is veeleer de verlossing van anderendoor het kostbare bloed van het Lam: gelovigenuit Israël en uit alle volken van de aarde. Christusis geslacht en Hij heeft voor God gekocht met Zijnbloed uit elk geslacht en taal en volk en natie; enHij heeft hen voor onze God gemaakt tot eenkoninkrijk en tot priesters. Bovendien bezingen devierentwintig oudsten de waardigheid van hetLam Zelf om orde op zaken te stellen op aardedoor middel van de gerichten die Hij uitoefent.

Het zal een veelbewogen tijd zijn wanneer de oor-delen van Openbaring 6-18 over de aarde komen,maar de Gemeente omringt in hemelse rust detroon van het Lam en knielt in aanbidding voorHem neer. In haar eredienst heft zij het nieuwe liedaan, in het besef dat alle dingen nieuw zullen wor-den gemaakt door Hem die op de troon zit. Zij iszich ervan bewust dat God ook in die turbulentetijd een volk zal bijeenvergaderen, een menigtevan verlosten uit Israël én uit de volken, en weldoor de prediking van het evangelie van hetkomende Koninkrijk. Het is goed niet alleen aanónze belangen te denken, maar tevens aan die vanandere families van verlosten en aan die van deVerlosser Zelf. Dat wordt duidelijk geïllustreerd

21

Page 22: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

door de inhoud van dit nieuwe lied van de vier-entwintig oudsten.

In Openbaring 14 wordt het nieuwe lied doorándere zangers gezongen, want wij lezen daar dathet wordt gezongen vóór de troon en vóór de oud-sten. Het is alsof het nieuwe lied dat eerst gezon-gen was door de oudsten, weerklank vindt bijanderen. De tonen ervan worden overgenomendoor andere heiligen, waarbij wij voornamelijk aanJoodse martelaren zullen moeten denken, alsmedeaan hun broeders op aarde die de Grote Verdruk-king overleven (vgl. Openb. 15:2-3). Dit lied weer-klinkt dus zowel in de hemel als op de aarde: vóórde troon wordt het gezongen door zangers diehun getuigenis met hun leven moesten betalen, enop aarde wordt het geleerd door hun broeders diemet het Lam op de berg Sion staan.

Dit brengt ons weer terug bij het uitgangspunt, hetnieuwe lied zoals wij dat vinden in psalm 40:4 enook in andere psalmen (Ps. 33:3; 96:1; 98:1; 144:9;149:1). Het gaat hier immers in de eerste plaats omhet loflied zoals het zal worden gezongen doorhet overblijfsel van Israël bij het begin van hetVrederijk. De verschijning van de Messias zal allesanders maken voor Zijn volk en een totaal nieuwtijdperk van zegen inluiden. Nieuwe dingen zullenuitspruiten, en een nieuw lied zal de HERE wordentoegezongen (Jes. 42:9-10). Het zal weerklinken totde einden der aarde.

22

Page 23: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Gerechtigheid, vrede en blijdschap zijn de ken-merken van het komende Koninkrijk (vgl. Rom.14:17). In geestelijke zin mogen wij de voorrechtenvan het Vrederijk nu reeds genieten. De Gemeenteheeft een specifiek hemels deel. Wij mogen nu almet de opgestane Heer vol blijdschap het nieuwelied aanheffen. Straks zal het alom weerklank vin-den op aarde. Maar wij zijn de eersten van de‘velen’ die mogen instemmen met het loflied datChristus Zelf ons leert zingen (Ps. 40:4). Zoudenwij, die de waarde van Zijn Persoon en van Zijnwerk hebben leren kennen, kunnen zwijgen? Zou-den wij de grootheid van onze Redder en van Zijnoffer niet bezingen in onze liederen van lof endank? Het is de Geest van Christus Zelf, die metonze geest getuigt dat wij kinderen van God zijngeworden door Zijn volbrachte werk. Als wij kin-deren van God zijn, zijn wij ook aanbidders die deVader aanbidden in geest en in waarheid. De Vadernoemt ons Zijn kinderen, en de Zoon noemt onsZijn broeders. Hoe rijk zijn wij gezegend! Te mid-den van dit gezelschap rijst het loflied tot eer vanGod en van het Lam, het nieuwe lied dat tot in eeu-wigheid zal weerklinken en waarvan de echo inhemel en op aarde zal worden gehoord!

Zingt, zingt een nieuw gezang de Here,die grote God, die wond’ren deed.

23

Page 24: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 25: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

3

ZICHT OP HET

NIEUWE JERUZALEM

‘Nu had hij in zijn bovenvertrek open venstersaan de kant van Jeruzalem; en driemaal daags boog hij

zich neer op zijn knieën en bad en loofde zijn God’.

Daniël 6:11

De tijden van de volken

Daniël leefde als balling in Babel, ver van Jeru-zalem, de stad van de God van zijn voorouders. Erhad een grote wending plaatsgehad in de geschie-denis van Gods volk na de val van Jeruzalem enhaar verovering door Nebukadnessar, de koningvan Babel. Jeruzalem, de uitverkoren stad, wasniet langer de zetel van Gods regering op aarde.Het volk Israël was Lo-Ammi geworden, d.i. ‘Niet-Mijn-volk’. God kon het niet langer erkennen alsde natie waarmee Hij was verbonden, en te mid-den waarvan Hij Zijn rechtvaardige regering opaarde uitoefende.

25

Page 26: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

In het boek Daniël vinden wij God als de God vande hemel, omdat Hij Zich om zo te zeggen van Zijntroon op aarde had teruggetrokken in de hemel.Hij had het bestuur in de handen van een nieuweheerser gelegd, Nebukadnessar, die absolute heer-schappij uitoefende over mens en dier (Dan. 2:37-38). God had Zijn eigen volk en stad in de handenvan deze wereldheerser gegeven (Dan. 1:1-2), endaarmee een geheel nieuw tijdperk ingeluid, nl.dat van de ‘tijden van de volken’ (Luc. 21:24).Deze periode waarin niet Israël maar de volkenprominent zijn, duurt voort tot de wederkomstvan Christus en de vestiging van Zijn rijk. Naafloop van de geschiedenis van de wereldrijkenzal de God des hemels een eeuwig Koninkrijk op-richten, het Koninkrijk van de Zoon des mensen(Dan. 2:44-45; 7:13-14). Dan zal Israël weer wor-den hersteld als Gods volk en zal Jeruzalem op-nieuw het centrum van de wereldheerschappij zijn.Wij kunnen een lijn trekken van Adam, de eerstemachthebber op aarde (Gen. 1:28), via David enSalomo die zetelden op de troon des Heren teJeruzalem (1 Kron. 29:23), naar Christus, de wareVredevorst aan Wie alle dingen in hemel en opaarde zullen worden onderworpen (Ps. 8:7; 1 Kor.15:24-27). De Christusregering zal een einde ma-ken aan de heerschappij van de volken, die even-zeer hebben gefaald als Israël en de ware God ookde rug hebben toegekeerd. Christus, de Steen vanDaniël 2 en de Mensenzoon van Daniël 7, is hettegenbeeld van Nebukadnessar, het hoofd van de

26

Page 27: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

volken, die het morele recht op de wereldheer-schappij al gauw verbeurde. Als Zijn rijk komt,dan verschijnen eindelijk gerechtigheid en vrede.

Daniël en zijn vrienden als voorbeeldenvoor ons

Het boek Daniël is echter niet alleen belangwek-kend doordat het ons het verloop van de wereld-geschiedenis tekent. In samenhang met, en ookvaak in contrast tot de geschiedenis van dewereldrijken toont het ons de lotgevallen van hetoverblijfsel van Gods volk, dat hier wordt voorge-steld in de persoon van Daniël zelf en zijn drievrienden. Dat maakt dit boek zo interessant, om-dat wij in deze getrouwe rest van het volk ook eenbeeld kunnen zien van een bijbelgetrouwe rest temidden van een falende christenheid.

Het boek Daniël bevat dan ook vele actuele lessenvoor onszélf. Het is immers nu de tijd dat het oor-deel begint bij het huis van God (1 Petr. 4:17).Zoals destijds het ontrouwe Israël werd terzijde-gesteld, zo staat het oordeel over het huidigegetuigenis van God op aarde voor de deur. Wijleven in een ernstige tijd, waarin God zoekt naareen overblijfsel dat vasthoudt aan Zijn Woord, eenoverblijfsel dat gehecht is aan de plaats waar GodZijn Naam heeft doen wonen (vgl. Openb. 3:8).Zoals Jeruzalem, de stad van de grote Koning,

27

Page 28: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

steeds een belangrijke rol bleef spelen in het levenvan Daniël, zo dienen wij grote waarde te hechtenaan het hémelse Jeruzalem, d.i. de Gemeente vande levende God als de draagster van goddelijklicht hier op aarde (Matt. 5:14; 1 Tim. 3:15; Hebr.12:22; Openb. 21:9vv.).

Daniël had open vensters aan de kant van, of in derichting van de stad Jeruzalem. Als hij bad (hijdeed dat driemaal per dag), dan was zijn ooggericht op de stad van zijn voorouders. Zijn hartwas op de plaats waar God eens Zijn Naam haddoen wonen, de stad van God, die nu veranderdwas in een puinhoop. In Daniël 9 zien wij dat hij inzijn gebeden heeft gepleit voor de heilige stad, endaarbij rekening heeft gehouden met het profe-tische Woord (Dan. 9:2). Daarom verkreeg hij ookinzicht in het toekomstige herstel van Jeruzalem,zoals wij zien in de bekende profetie over dezeventig jaarweken (Dan. 9:24-27).

Welnu, dit is precies wat onze houding zou moe-ten zijn ten aanzien van de Gemeente als de hui-dige woonplaats van God in de Geest. Denken wijaan haar welzijn? Gaan haar belangen ons terharte? Hebben wij ons oog gericht op de Gemeen-te zoals die is naar Gods gedachten, en datondanks al het menselijk falen waardoor zoveelmooie dingen in puinhopen zijn veranderd? Alsdat zo is, en als wij evenals Daniël pleiten voor destad en voor het volk van God, dan zal God ons

28

Page 29: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

ook een prachtig vergezicht geven ten aanzien vande toekomst van Zijn stad. Dan mogen wij met hetoog van het geloof uitzien naar het nieuwe, hemel-se Jeruzalem, dat straks in stralende schoonheidzal neerdalen van God uit de hemel. Het profeti-sche Woord is ook nu nog zeker en vast (2 Petr.1:19). Gods plannen falen niet en Zijn besluiten tenaanzien van de Gemeente, die zo nauw verbon-den is met Hemzelf en met de Zoon van Zijn lief-de, zullen op glorieuze wijze in vervulling gaan.Het geloof mag daarop bouwen, het heeft ‘openvensters’ in de richting van de heilige hemelstad.

Wie overwint

Ondertussen zullen wij ernaar streven om in elkopzicht vast te houden aan Gods Woord. Het zalonze wens zijn te midden van alle verval en afvalvan het geloof te horen bij de overwinnaars, dieluisteren naar wat de Geest zegt tot de gemeenten.Wij zullen de kenmerken tentoonspreiden van eentrouw overblijfsel, dat de waarheid van de Ge-meente als de tempel en de stad van God, de bruiden het lichaam van Christus, zal trachten te ver-werkelijken. In Daniël zien wij iemand die te mid-den van een godvijandige omgeving inzichtontving in Gods gedachten. Wij leven ook alsvreemdelingen in een wereld waar afgodendiensthoogtij viert. Wij zijn omringd door een christelijkBabylon, waar de dienst van God vermengd wordt

29

Page 30: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

met die van de afgoden (vgl. Dan. 5:3-4). Toch mo-gen wij Gods gedachten kennen, zowel ten aan-zien van de toekomst van de wereld als van dechristenheid. In de brieven van het Nieuwe Testa-ment en in de Openbaring worden ons de dingenonthuld die spoedig moeten gebeuren.

Deze kennis van Gods Woord, het verstaan vanZijn gedachten, is een belangrijk middel om be-stand te zijn tegen de negatieve invloeden vanonze omgeving. Daardoor zullen wij ons als ‘ver-standigen’ kunnen gedragen; men zal erkennendat de Geest van God in ons woont en dat verlich-ting, verstand en wijsheid in ons gevonden wor-den (vgl. Dan. 5:14; 11:33). De bewaring en de in-nerlijke verlichting van het overblijfsel van Godsvolk te midden van een afgodische omgeving iseen belangrijk onderwerp in het boek Daniël. Denaam van deze profeet betekent: ‘God is Rechter’.God neemt het op voor Zijn volk en verschaft hetrecht. Hij draagt het door de moeilijkheden heenen schenkt het de hulp van Zijn Geest.

In Daniël 1 zien wij de beslistheid van Daniël enzijn vrienden om zich niet te verontreinigen metde spijs en drank van de koning, die was gewijdaan de afgoden. God beloonde hun trouw enzegende hen naar lichaam en ziel. Hun wijsheiden kennis bleek die van alle anderen aan het hofver te overtreffen.

30

Page 31: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Daniël 2 tekent de wereldrijken in de vorm vaneen groot beeld met de gedaante van een mens.Nebukadnessar en zijn rijk worden voorgestelddoor het gouden hoofd. Dit indrukwekkendestatenbeeld met de figuur van een mens laat dewereldmachten zien in hun betrekking tot God enin hun verantwoordelijkheid ten opzichte vanHem; de mens is immers een verantwoordelijkschepsel. God Zelf had Nebukadnessar alle machtgeschonken en Hij kon hem hiervoor ook ter ver-antwoording roepen (Dan. 2:37-38).

In Daniël 3 zien wij dat Nebukadnessar zélf eengouden beeld maakte om zijn macht te consoli-deren en zijn onderdanen ook in godsdienstigopzicht aan zich te binden. Hij misbruikte dus demacht die God hem had geschonken en viel tenprooi aan de afgodendienst. Hij keerde de wareGod de rug toe en maakte zelf een god, voor wieal zijn onderdanen moesten knielen. In Daniël 2werden Daniël en zijn metgezellen bewaard door-dat God de profeet inzicht gaf in de loop van dewereldgeschiedenis. In Daniël 3 werden de vrien-den van Daniël door Gods macht verlost uit debrandende oven. Hun beslistheid om niet te bui-gen voor enige afgod werd ernstig op de proefgesteld, maar God hielp hen en gaf uitredding. DeZoon van God was met hen en Hij verbrak hunboeien: ‘In al hun benauwdheid was ook Hij be-nauwd, en de Engel Zijns aangezichts heeft hengered’ (Jes. 63:9).

31

Page 32: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Daniël 4 heeft betrekking op Nebukadnessar zelf,zijn hoogmoed en daaropvolgende waanzin, maarook zijn uiteindelijke erkenning van de Allerhoog-ste. De mens die zich van God afwendt, wordtgelijk aan een dier dat niet in een redelijke betrek-king tot God staat. In dit hoofdstuk treedt Daniëlop als raadgever van de koning en roept hij hemop tot bekering (Dan. 4:27).

In Daniël 5 is het optreden van de profeet strengeren kondigt hij zonder meer het oordeel aan. Devorm van ongerechtigheid die wij in dit hoofdstukvinden, is ernstiger dan die van Daniël 4. Daar washet menselijke hoogmoed, menselijke zelfverhef-fing die met God geen rekening hield. Hier wordtGods heilige naam gesmaad, doordat het goudenen zilveren gerei uit de tempel wordt misbruiktom de afgoden te vereren (Dan. 5:2-4).

Daniël 6 tekent het absolute dieptepunt van dezeontwikkeling, want hier wordt alle godsdienst af-geschaft en vervangen door de verering van eenmens. Het bevel werd uitgevaardigd dat men nie-mand meer mocht aanroepen behalve de koning(Dan. 6:8). Daniël volhardde echter in de dienstvan de ware en levende God; men vond hem bid-dende en smekende tot zijn God.

Wat een contrast was er tussen deze man, die zichbewust was van zijn volkomen afhankelijkheid vanGod, met al de ongerechtigheid die hem omring-de:

32

Page 33: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

- het kwaad van de mens die een afgodsbeeldvoor zichzelf oprichtte (Dan. 3);

- en van de mens die zichzelf verheerlijkte (Dan. 4);- de boosheid van de mens die de dienst van de

ware God vermengde met die van de afgoden enHem daardoor verachtte (Dan. 5);

- en van de mens die zichzelf tenslotte openlijk inde plaats van God stelde (Dan. 6).

Maar de trouwe bidder werd uit de leeuwenkuilverlost, want God eert degenen die Hem eren(1 Sam. 2:30). Laten wij dit voorbeeld van Daniëlen zijn vrienden ter harte nemen, zodat wij onsbewust zijn van onze afhankelijkheid van God enonze ‘vensters’ naar boven toe open blijven; en datin een wereld die nog steeds het stempel draagtvan de ongerechtigheid en afgoderij die het boekDaniël zo treffend schetst, die spoedig haar defini-tieve dieptepunt zal bereiken in het grote Babylonen het machtsgebied van het beest uit Openbaring13 en 17.

33

Page 34: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 35: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

4

DE HEMEL GAAT OPEN

‘Nadat Jezus nu was gedoopt, steeg Hij terstond opuit het water; en zie, de hemelen werden Hem geopend, en Hijzag de Geest van God neerdalen als een duif en op Zich komen;en zie, een stem uit de hemelen zei: Deze is Mijn geliefde Zoon,

in Wie Ik welbehagen heb gevonden’.

Matteüs 3:16-17

Een nieuw begin

Dit is de eerste van een reeks van plaatsen in hetNieuwe Testament, waar sprake is van een geopen-de hemel. Voor Wie gaat de hemel hier open? Voorde Zoon van de Vader, die altijd al het welbehagenvan de hemel was geweest. Hij was Mens gewor-den. Hij was uit de hemel neergedaald op aarde.De hemel opende zich hier boven Hem om duide-lijk te maken dat Hij nog steeds het welbehagenvan de hemel was, ook in Zijn vernedering opaarde. De Heer had Zichzelf door middel van dedoop gevoegd bij het berouwvolle overblijfsel vanIsraël. Was Hij één van hen? Alle ánderen warenzondaars, maar in Hem kon de hemel niets danvolkomenheid, heiligheid en gerechtigheid ont-

35

Page 36: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

dekken. Daarom daalde de Geest van God in degedaante van een duif op Hem neer; en de Vadersprak de woorden: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, inWie Ik welbehagen heb gevonden’. Zo was het aanhet begin van Zijn openbare optreden en zo blééfhet ook. Deze woorden worden nog een keer her-haald op de berg van de verheerlijking, toen deHeer bijna aan het einde was gekomen van Zijndienstwerk (Matt. 17:5).

De doop van de Heer Jezus is een prachtig tafe-reel, waarbij de Vader, de Zoon en de HeiligeGeest waren betrokken. Wij zien hier hoe de god-delijke Drie-eenheid Zich manifesteerde: (1) deZoon in Zijn vernedering op aarde, (2) de Vaderdie niet kon zwijgen en die de hemel boven Hemopende, en (3) de Heilige Geest die op deze reineen unieke Mens neerdaalde om Hem toe te rustenvoor Zijn levenswerk! Het was een geheel nieuwbegin in de geschiedenis van de mensheid, waar-bij de hemel ten nauwste betrokken was bij wat erop aarde gebeurde. De Zoon was gekomen alsGetuige van de hemelse dingen (Joh. 3:11-13). Hijkwam om de Vader hier op aarde te verklaren(Joh. 1:18). Bij de doop van Jezus drukte de VaderZijn zegel op Hem.

Maar helaas, de wereld heeft Hem niet gekend ende Zijnen hebben Hem niet aangenomen (Joh.1:10-11). De Heer is verworpen en Hij is uiteinde-lijk aan het kruis genageld. Hij is verhoogd van de

36

Page 37: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

aarde, en de hemel heeft Hem opgenomen tot opde tijd van de herstelling van alle dingen (zoalshet wordt uitgedrukt in Hand. 3:21). Op de Pink-sterdag is echter de Heilige Geest uitgestort opaarde en is de Gemeente geboren. De verheerlijkteHeer in de hemel heeft de Geest gezonden om debruidsgemeente bijeen te vergaderen en haar toete bereiden voor de hemel.

Drie heilsfeiten

Onze positie als volgelingen van Christus wordtnu bepaald door deze drie heilsfeiten, waarvanalleen het láátste nog toekomstig is:

(1) Christus is opgenomen in de hemel nadat Hij deVader hier op aarde had verheerlijkt in Zijn levenen sterven en het verlossingswerk op het kruishad volbracht. Hij is verhoogd na Zijn diepe ver-nedering, nadat Hij was neergedaald in dood engraf (vgl. Ef. 4:9).

(2) De Geest is neergedaald uit de hemel om opgrond van het volbrachte werk van Christus wo-ning te maken in de Gemeente en haar toe te berei-den voor de heerlijkheid. De Gemeente zal wordeningevoerd in het Vaderhuis. De Heilige Geest ishet onderpand van het volle heil dat ons ten deelzal vallen bij Christus’ wederkomst.

37

Page 38: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

(3) Christus komt terug uit de hemel, allereerst omde Gemeente op te nemen en vervolgens om methaar te verschijnen in heerlijkheid en met de heili-gen te regeren tijdens het Vrederijk. Hij vestigt dande heerschappij van de hemel op de aarde, dieHem eens heeft uitgeworpen.

De positie van de discipelen van Christus droegna de hemelvaart dus een totaal nieuw karakter. Zijhadden te maken met een Heer in de hemel, diegekroond was met heerlijkheid en eer. Met het oogvan het geloof zagen zij Hem daar en zij ver-wachtten Hem ook uit de hemelen. Ondertussenwas de Heilige Geest neergedaald uit de hemel, enHij richtte hun blik op de verheerlijkte Heer. DeHeilige Geest die in ons woont - want deze dingengelden voor allen die het eigendom van Christuszijn - verbindt ons met Christus en doet ons volverlangen uitzien naar Zijn wederkomst. Door hetgeloof richten wij het oog op Jezus (Hebr. 12:1-3).Het is de kracht van de Heilige Geest, die dit be-werkt in de gelovigen. Christus is nu met heerlijk-heid en eer gekroond. Hij is gaan zitten aan derechterzijde van de troon der Majesteit in dehemelen.

Als christenen hebben wij dus niet alleen eenVader, maar ook een Heer in de hemelen. Het isde Mens Jezus Christus, die gezeten is aan Godsrechterhand. Daarom leven wij onder een openhemel, zoals wij o.a. zien in het boek Handelingen.

38

Page 39: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Reeds in het eerste hoofdstuk van dat boek wordtde nieuwe positie van de discipelen duidelijk aan-gegeven:

(1) zij keken naar de Heer en zagen hoe Hij werdopgenomen in de hemel;(2) zij zouden niet vele dagen daarna worden ge-doopt met de Heilige Geest;(3) en zij kregen ook te horen dat de Heer die vanhen was opgenomen naar de hemel op dezelfdewijze zou terugkomen. Dan zullen Zijn voetenweer staan op de Olijfberg (Zach. 14:4).

Wij zien Jezus

In Handelingen 7 wordt dit nader uitgewerkt:Stefanus keek door de kracht van de Heilige Geestin een geopende hemel en hij zag daar de heerlijk-heid van God, en de Zoon des mensen, staandeaan Gods rechterhand (Hand. 7:55-56). Dit prin-cipe is ook op ons van toepassing, want ‘wij zienJezus (…) met heerlijkheid en eer gekroond’ (Hebr.2:9). Wij zien Hem door het geloof, de HeiligeGeest richt ons oog op Hem. Verder blijkt hier dat,zolang de Heer vertoeft te komen, de ontslapenheiligen met Hem verenigd worden in de heerlijk-heid (‘Heer Jezus, ontvang mijn geest’, Hand. 7:59).Zij zijn met Christus in het paradijs tot het ogen-blik van de opstanding.

39

Page 40: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

In Handelingen 9 zien wij vervolgens, hoe de apos-tel Paulus de verheerlijkte Heer leerde kennen envanuit de hemel werd geroepen voor zijn bijzon-dere taak. Zijn opdracht was te getuigen van deHeer in de hemel, die hij op zo’n unieke wijze hadleren kennen, en van de hemelse roeping van deGemeente, die één is met haar Hoofd in de hemel.Paulus’ bekering drukte een belangrijk stempel opzijn leven en zijn bediening. In de brieven van deapostel valt dan ook het volle licht op deze dingen.Hij leefde voortaan in nauwe relatie met zijnhemelse Heer en hij had slechts één doel: Hém tekennen in de heerlijkheid en aan Hém gelijkvor-mig te worden (Fil. 3).

De hemel ging voor Christus open, maar de hemelgaat ook voor óns open. Dat is een geweldig voor-recht, dat wij niet aan onszelf maar aan Hem tedanken hebben. Als de hemel voor ons opengaat,dan wordt de aandacht niet op onszelf gericht. Wijzien de Heer, die de hemel voor ons is binnenge-gaan en de weg voor ons heeft geopend. Dat blijktreeds uit de geschiedenis van Stefanus, die zijnoog richtte op de Zoon des mensen in de geopen-de hemel.

De Heer had Zelf reeds tegen één van de eerstediscipelen gezegd, nl. Natanaël, toen deze Hemerkende als de Zoon van God en de Koning vanIsraël: ‘Je zult grotere dingen zien dan deze (…)je zult [van nu aan] de hemel geopend zien en

40

Page 41: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

de engelen van God opstijgen en neerdalen op deZoon des mensen’ (Joh. 1:52). Onze ogen zijn nugericht op de verhoogde Mensenzoon, zoals wordtbevestigd in de brieven van het Nieuwe Testa-ment. De blik van de engelen, ja, de blik van dehemel is gericht op de Zoon des mensen. De woor-den ‘van nu aan’ komen niet in alle handschriftenvoor. Zeker is het zo, dat de engelen de Zoondes mensen tijdens Zijn leven op aarde hebbengediend; maar de discipelen hebben dat in demeeste gevallen niet gezien. Hoewel wij nu doorhet geloof in de geopende hemel mogen kijken,doelt de Heer hier waarschijnlijk op de tijd vanZijn wederkomst en Zijn regering als de Zoon desmensen over de hele aarde (dat gaat verder danZijn heerschappij als Koning over Sion). De ladderdie Jakob zag in zijn droom (Gen. 28), zal dan wer-kelijkheid zijn. Er zal harmonie zijn tussen hemelen aarde, een vaste verbinding voor aller oog, ende engelen zullen Hem dienen.

Johannes op Patmos keek ook in de geopendehemel en hij was getuige van toekomstige dingen(Openb. 4:1vv.). Deze toekomstige gebeurtenissenbereiken hun hoogtepunt wanneer Christus terug-keert uit de hemel: ‘En ik zag de hemel geopend,en zie, een wit paard, en Hij die daarop zit, (heet)Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voertoorlog in gerechtigheid’ (Openb. 19:11). De hemelopent zich dan opnieuw voor Christus om Hemnaar de aarde te zenden (nu niet in vernedering,

41

Page 42: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

maar in heerlijkheid en majesteit). Hij is de Koningder koningen en de Heer der heren. Gelukkig zijnzij die met Hem zijn verbonden en die Hem vol-gen op Zijn triomftocht!

Wij verwachten Hem nu echter eerst uit de heme-len als Degene die ons redt van de komende toorn,de oordelen van de eindtijd (1 Tess. 1:10). Hij zalons invoeren in Zijn heerlijkheid, en zo zullen wijaltijd met de Heer zijn (1 Tess. 4:15-18). Daarnazullen wij met Hem vanuit de hemel terugkerenen met Hem in heerlijkheid worden geopenbaard.Leeft deze hoop in ons hart, zodat wij instemmenmet de roep van de Geest en de bruid? Dan kun-nen wij zeggen: ‘Kom, Heer Jezus!’

42

Page 43: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

5

DE HEER WERKEND VERWACHTEN

‘Laten uw lendenen omgord en uw lampen brandend zijn,en weest u gelijk aan mensen die op hun Heer wachten’.

Lucas 12:35-48

Waken

De kleine kudde van de volgelingen van Chris-tus dient te waken en te werken tot op het momentvan Zijn wederkomst. Waken én werken: dat zijnde beide kenmerken die ons in dit gedeelte onderde aandacht worden gebracht (resp. Luc. 12:35-40en 12:41-48). De dienstknechten van Christus be-horen in de eerste plaats wáákzaam te zijn tijdensde afwezigheid van hun Heer. Christus is terugge-keerd naar de hemel, nadat Hij het verlossings-werk had volbracht en voor onze zonden wasgestorven op het kruis van Golgota. Nu zit Hij aande rechterhand van God en wacht Hij totdat Zijnvijanden gelegd zullen worden tot een voetbankvoor Zijn voeten. En wij wachten met Hem. Wijzien uit naar Zijn terugkeer om ons te redden vande ‘toekomende toorn’, de oordelen die over dewereld zullen komen (1 Tess. 1:10). Dan zal ook

43

Page 44: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

ons lichaam deel krijgen aan de verlossing; hiertoeverwachten wij Hem als onze Heiland uit dehemel (Fil. 3:20-21).

Zo zijn er meerdere redenen om vol verlangen uitte zien naar Hem, die in de hemel is opgenomentot op de tijd van de herstelling van alle dingen.Wij dienen mensen te zijn, wier leven in het tekenstaat van de verwachting van Zijn komst. Mensendie op hun Heer wachten, mensen met brandendelampen, mensen die Zijn licht verspreiden in eendonkere wereld.

Werken

Maar daarnaast dienen wij ook wérkzaam te zijn,zolang de Heer nog niet is teruggekomen. Onzelendenen dienen omgord te zijn, zodat wij bereidzijn om Hem te dienen. Wij vinden in dit gedeeltevan Lucas 12 maar liefst vier verschillende taak-omschrijvingen van de dienstknechten van Chris-tus. Allereerst zijn wij ‘slaven’ van Christus (vs. 37,38, 43-47). Wij zijn dus volkomen onderworpenaan de wil van onze hemelse Heer. Hij verwachtdat wij de taak die Hij ons toevertrouwt in gehoor-zaamheid aan Hem zullen volbrengen.

Ten tweede zijn wij ook Zijn ‘huisbedienden’ (Luc.12:42). Wij zijn niet alleen huisgenoten in het huisvan God (Ef. 2:19), maar ook dienaars in dat huis.

44

Page 45: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Het woord dat hier voor ‘huisbedienden’ wordtgebruikt, is verwant met ons woord ‘therapie’.Het houdt in dat wij intensief aandacht en zorgbesteden aan de gang van zaken in het huis vanGod op aarde, dat is de Gemeente van de levendeGod (1 Tim. 3:15).

Het derde aspect van onze dienst wordt tot uit-drukking gebracht door het woord ‘rentmeester’(eveneens in Luc. 12:42). De rentmeester is debestuurder, de beheerder van het huis. Van hetwoord dat hier wordt gebruikt, is ons woord ‘eco-noom’ afgeleid. Deze huisbeheerder bezit kenne-lijk een grótere verantwoordelijkheid dan de huis-bedienden, maar de uitdrukking ‘de heer deshuizes’ in Lucas 12:39 gaat nóg verder. Natuurlijkis Christus Zelf de Heer des huizes, maar omdatwij een afwezige Heer vertegenwoordigen zijn wijook bekleed met Zijn gezag om de orde in het huisvan God hier op aarde te handhaven (vgl. 1 Tim.3:5; 5:17). Dat is het vierde aspect van onze ver-antwoordelijkheid.

Onze taak als rentmeesters

Wij willen ons nu vooral concentreren op onzetaak als rentmeesters, zoals die hier wordt omschre-ven door de Heer: ‘En de Heer zei: Wie is dan detrouwe, de wijze rentmeester, die de heer over zijnhuisbedienden zal stellen om op de juiste tijd hun

45

Page 46: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

rantsoen te geven? Gelukkig die slaaf, die zijnheer, als hij komt, zo bezig zal vinden’ (Luc. 12:42-43). Bij deze taakomschrijving gaat het erom datwij de goederen van onze Heer met inzicht en ver-stand beheren, en daarbij denken aan het welzijnvan onze medegelovigen. Het ‘brood’ dat wij vanHem ontvangen, mogen wij uitdelen aan anderen.En dat op de juiste tijd, wanneer de behoefte zichvoordoet.

Als men het onderwerp van het rentmeesterschapvan de gelovige wat nader onderzoekt, dan zalmen opmerken dat het Nieuwe Testament nietslechts over materiële, maar over gééstelijke goe-deren spreekt. Ons rentmeesterschap heeft betrek-king op de geestelijke en hemelse zegeningen dieons zijn geschonken, onze eigenlijke bezittingenin het huis van God, d.i. de tempel van de levendeGod. Zo noemt Paulus zichzelf in 1 Korintiërs 4:1een dienaar van Christus en een rentmeester vande verborgenheden van God. Deze verborgenhe-den hebben met name betrekking op het onder-werp ‘Christus en de Gemeente’, de bijzonderewederzijdse relatie tussen de Heer en Zijn bruids-gemeente. Hierover spreekt de apostel uitvoerigin de brieven aan de Efeziërs en de Kolossenzen,want aan hem was het beheer over deze verbor-genheden - de schatten van Gods verborgen wijs-heid - toevertrouwd. Het was zijn taak om samenmet zijn medewerkers een verstandig beleid tevoeren ten aanzien van de bekendmaking van

46

Page 47: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

deze goddelijke rijkdommen van wijsheid en ken-nis, die God om zo te zeggen had weggelegd in deschatkamers van Zijn huis.

In 1 Korintiërs 9:17 spreekt Paulus over de ver-kondiging van het evangelie als een rentmeester-schap dat hem was toevertrouwd. In Titus 1:7wordt de opziener een rentmeester van God ge-noemd, omdat hij namens God gezag uitoefentin Diens huis. En in 1 Petrus 4:10 worden alle ge-lovigen als rentmeesters aangesproken: ‘Naarma-te ieder een genadegave heeft ontvangen, dientelkaar daarmee als goede rentmeesters van deveelvoudige genade van God’. Al Gods kinderenbehoren dus actief te zijn als beheerders van devele gaven van God. Bij de wederkomst vanChristus zullen wij rekenschap moeten afleggenvan ons rentmeesterschap.

In Lucas 12 zien wij de rentmeester speciaal alsopvoeder. Hij wordt hier getekend als iemand dieeen bijzondere verantwoordelijkheid bezit tenaanzien van de mededienstknechten van de Heer.Uiteraard gelden deze woorden in eerste instantievoor de apostelen van Christus, die ons door mid-del van de geïnspireerde boeken van het NieuweTestament heel speciaal van het nodige voedselhebben voorzien. Toch vinden wij hier een beloftedie ook nu nog van kracht is en die blijft geldentot de wederkomst: ‘Gelukkig die slaaf, die zijnheer, als hij komt, zo bezig zal vinden’ (Luc. 12:43).

47

Page 48: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Tot op de komst van Christus blijft de noodzaakbestaan om voedsel uit te delen aan Zijn dienst-knechten.

Maar wie is voor zo’n taak bekwaam? Ik denk datde Heer zoekt naar zulke rentmeesters, die ooghebben voor de behoeften van Zijn dienstknech-ten. Want Hij zegt het vragenderwijs: ‘Wie is dande trouwe, de wijze rentmeester (…)? De Heerzoekt ook nu nog naar rentmeesters, die - terwijlzij wachten op hun Heer - putten uit de rijke‘voedselvoorraad’ van het Woord van God en an-deren daarvan meedelen. Zij mogen uit hun schatnieuwe en oude dingen tevoorschijn brengen methet oog op het welzijn en de geestelijke groei vande overige huisknechten. Zij hebben een opvoe-dende taak van de Heer ontvangen, doordat zijanderen tot geestelijke volwassenheid brengenen hun spijze te rechter tijd geven: niet alleen demelk van het Woord, maar ook het vaste voedseldat geschikt is voor volwassen christenen (zie o.a.1 Kor. 3:1-2; Ef. 4:13; Hebr. 5:13-14; 1 Petr. 2:2; 1 Joh.2:13).

‘Wie is dan de trouwe, de wijze rentmeester (…)?’Laten wij deze woorden tot ons laten doordringenen onszelf afvragen, of wij een wijs en verstandigbeleid voeren met betrekking tot dat wat de Heerons heeft toevertrouwd. Denken wij werkelijk aanhet welzijn van onze medegelovigen en hebbenwij hun ‘volmaking’, hun groei tot geestelijke

48

Page 49: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

volwassenheid op het oog? Dan prijst de Heer onsgelukkig en kunnen wij met blijdschap het mo-ment van Zijn terugkeer tegemoet zien: ‘Gelukkigdie slaaf!’ (Luc. 12:43-44).

49

Page 50: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 51: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

6

IK BEN DE BLINKENDE MORGENSTER

‘En zo hebben wij het profetische woord des te vaster,en u doet er goed aan daarop acht te geven

als op een lamp die schijnt in een duistere plaats,totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat

in uw harten’.

2 Petrus 1:19

‘En Ik zal hem de morgenster geven’.

Openbaring 2:28

‘Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om u deze dingente betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel enhet geslacht van David, de blinkende morgenster.

En de Geest en de bruid zeggen: Kom!’

Openbaring 22:16-17

51

Page 52: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

De dag breekt aan

Er zijn in het Nieuwe Testament drie plaatsen diespreken over Christus’ komst als de Morgensteren het is de moeite waard studie daarvan temaken. De morgenster kondigt het aanbreken vande nieuwe dag aan. Christus is de blinkende Mor-genster. Zijn komst zal een einde maken aan deduisternis waarin de wereld nu is gehuld. Zijnterugkeer met grote kracht en heerlijkheid bete-kent het einde van de nacht van Zijn verwerping.Hij komt als de Morgenster voor Zijn Gemeenteen daarna zal Hij voor de wereld verschijnen alsde Zon der gerechtigheid.

Bij Zijn eerste komst was Christus in morele zinhet Licht der wereld. Het licht scheen in de duis-ternis, in een wereld die van God was vervreemden die in geestelijke en morele duisternis wasgehuld. Maar de duisternis heeft het niet begre-pen, zij heeft het licht afgewezen. Christus is ver-worpen. Wij leven nu in de periode waarin hetnacht is en waarin wij van het waarachtige Lichthebben te getuigen. Als christenen leven wij in eendonkere wereld, maar wij weerspiegelen Zijn licht,zoals de maan het licht van de zon weerkaatst(zie o.a. Joh. 1:5; 8:12; 9:5; 12:35-36; Ef. 5:8,14; Fil.2:15-16; 1 Joh. 2:8).

Gelukkig weten wij dat ‘de nacht ver gevorderd isen dat de dag nabij is’ (Rom. 13:12). Niemand weet

52

Page 53: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

precies wanneer het dag zal worden, maar voorons geldt dat wij waakzaam moeten zijn. Hoewelhet nog nacht is, zien wij uit naar de dageraad.Wij wachten op het aanbreken van de nieuwedag, zoals de wachters op de stadsmuren vanJeruzalem destijds wachtten op de morgen.

De Morgenster en de Zon der gerechtigheid

Als christenen leven wij in de verwachting vanChristus’ komst als de Morgenster, maar wijverlangen ook naar Zijn verschijning als de Zonder gerechtigheid (Jes. 21:11-12; Mal. 4:1-3; Matt.24:36; Hand. 1:6-7; 2 Tim. 4:8). Dit laatste aspectvan de wederkomst van Christus was reeds aan-gekondigd in het Oude Testament. Zijn verschij-ning als de Zon der gerechtigheid zal een nieuwtijdperk inluiden, de dag van Zijn openbare heer-schappij. Als de Morgenster komt Christus voorde Gemeente, om haar tot Zich te nemen en in tevoeren in het Vaderhuis. De morgenster (d.i. deplaneet Venus) wordt vlak voor zonsopgang waar-genomen, vóór het aanbreken van de dag. Als deMorgenster komt Christus onopgemerkt door dewereld, die in slaap verzonken is. Hij komt voorZijn bruidsgemeente, die Hem verwacht en daar-om biddend uitroept: ‘Kom, Heer Jezus!’ Daaropvolgen de oordelen van de dag des Heren en deverschijning van de Heer Jezus als de Zon der ge-rechtigheid. Dan is het dag geworden en begint de

53

Page 54: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

periode van de Christusregering, die gekenmerktwordt door gerechtigheid, vrede en vreugde. MaarChristus verschijnt niet alléén. Al Zijn heiligenkomen met Hem en zij verschijnen in dezelfdeheerlijkheid.

De komst van Christus als de blinkende Morgen-ster stelt de Gemeente in het bezit van haar eigen-lijke hemelse deel. Zijn verschijning als de Zon dergerechtigheid schenkt al de heiligen het aardsedeel dat hun toekomt, omdat zij hier op aarde ookmet Hem geleden hebben. De rechtvaardigen stra-len ‘als de zon’ in het Koninkrijk van hun Vader.Zij ontlenen hun glans aan Christus, de Zon dergerechtigheid, wanneer zij met Hem in heerlijk-heid verschijnen. En het zijn niet alleen de gelovi-gen die behoren tot de Gemeente, die dan metChristus verschijnen. Ook de oudtestamentischeheiligen en de opgewekte en verheerlijkte marte-laren uit de Grote Verdrukking verschijnen metHem en heersen met Hem, de duizend jaren(Zach. 14:5; Matt. 13:43; Openb. 17:14; 19:14; 20:4).

Het Oude Testament spreekt niet over Christus’komst als de Morgenster. Dat is een verborgen-heid die pas in het Nieuwe Testament is geopen-baard, voornamelijk door Paulus, die heel duide-lijk de opname van de Gemeente leert, terwijlPetrus en Johannes enkele malen erop zinspelen.Het Oude Testament spreekt echter wel nadruk-kelijk over de verschijning van Christus als de Zon

54

Page 55: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

der gerechtigheid. In feite is dit het grote themavan de oudtestamentische profetie: de komst vande Messias in heerlijkheid om Zijn zegenrijkeheerschappij te aanvaarden. Als zodanig is Hij hetMiddelpunt van het Vrederijk, de Zon die licht enwarmte verspreidt. Deze Zon is een Bron vanleven en genezing voor hen die Zijn Naam vrezen.Maar anderzijds blijft er ook niets verborgen voorde gloed van deze Zon. Christus is dan het groteLicht, dat heerschappij voert over de dag en datde goddelozen verteert (Gen. 1:16; Ps. 19:7; Jes.60:1,20; Mal. 4:1-3).

Petrus bevestigt in zijn tweede brief, dat de wereldeen duistere plaats is. Gelukkig hebben wij als ge-lovigen te midden van de ons omringende moreleen geestelijke duisternis het heldere licht van hetprofetische Woord. Deze ‘lamp’ wijst ons de wegen richt ons oog op de lichtende morgen. In dewereld blijft het donker, maar het licht van deSchrift bestraalt de gelovigen, ‘totdat de dag aan-breekt en de morgenster opgaat in onze harten’(2 Petr. 1:19-20). Met het geloofsoog zien wij reedsde nieuwe dageraad, de komst van de Heilandvoor de Gemeente om haar in te voeren in Zijnheerlijkheid en de gebeurtenissen die verbandhouden met Zijn daaropvolgende verschijning inmacht en majesteit. De gedaanteverandering vande Heer op de berg was in feite een voorproef vanZijn verschijning en Zijn heerlijke regering. Hetwas een bevestiging, een bekrachtiging van het pro-

55

Page 56: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

fetische Woord, de heilige geschriften van de pro-feten. In het evangelie naar Matteüs zien wij danook dat bij die gelegenheid het gezicht van deHeer straalde ‘als de zon’ (Matt. 17:2).

Het woord dat Petrus gebruikt voor de ‘morgen-ster’ verschilt van de uitdrukking in het boekOpenbaring. In 2 Petrus 1:19 is het letterlijk delichtdrager of lichtbrenger (Gr. foosforos, Lat. luci-fer), in Openbaring 2:28 en 22:16 is het de ochtend-ster (Gr. aster ho proïnos). De laatste Schriftplaatsvoegt daar nog het adjectief ‘blinkend’ aan toe,dat ook wordt gebruikt om de kleding van enge-len (‘blinkend linnen’) en het reine kleed van debruid van het Lam aan te duiden (Openb. 15:6;19:8). De bruidsgemeente zal delen in de glans vanChristus’ heerlijkheid.

In de boodschap voor Tyatira geldt de belofte vande morgenster voor de overwinnaars (Openb. 2:26-28). Er is in die brief een tweeledige beloning: inde eerste plaats macht over de volken zoals ookChristus die zal ontvangen, wanneer Hij de vol-ken zal hoeden met een ijzeren staf (vgl. Ps. 2:9).Dat is Zijn openbare heerschappij, waarin de zij-nen met Hem zullen delen. Maar in de tweedeplaats is daar de belofte van de morgenster: ‘(...) enIk zal hem de morgenster geven’. Het is ChristusZelf die de beloningen uitdeelt aan de overwin-naars. Het is hier ook een heel persoonlijk gebeu-ren, iets tussen de Heer en onszelf. De Heer staat

56

Page 57: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Zelf ervoor garant dat wij Hem bij Zijn komst zul-len zien zoals Hij is, en nauw met Hem verbondenzullen zijn.

Ten slotte is het ook belangwekkend dat de term‘morgenster’ in het Oude Testament wordt ge-bruikt voor de grote tegenstander van God en vanChristus. In de profetie van Jesaja over Babel issprake van de val van de ‘morgenster’ (Gr. heoos-foros), de drager van de morgenstond, de dage-raadbrenger (Jes. 14:12 LXX). De satan was aan-vankelijk een lichtdrager en hij weerspiegelde deheerlijkheid van God (vgl. Ezech. 28:13-14), totdater onrecht in hem werd gevonden en hij werdverbannen uit Gods directe tegenwoordigheid,hoewel hij als de aanklager van de broeders nogsteeds niet uit de hemel is geworpen (Openb.12:3vv.). Als de draak staat hij in het laatste bijbel-boek tégenover het Lam, de Heer Jezus Christus.En het licht van het Lam zal uiteindelijk de duis-ternis verdrijven en de macht van de overste vandeze wereld voorgoed tenietdoen.

57

Page 58: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 59: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 60: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 61: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 62: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 63: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met
Page 64: De toekomst is dichtbij - Oude Sporen · schap tussen God en Zijn verloste volk, en ook van onze onderlinge gemeenschap als kinderen van God. Onze gemeenschap is met de Vader en met

Verkrijgbaar bij de christelijke boekhandel,of bij het distributieadres:

Johannes Multimedia, Postbus 31, 3940 AA Doorn.E-mail: [email protected]

In deze brochurereeks zijn eerderde volgende titels verschenen:

Deel 1:In het begin was het Woord

Deel 2:De kronen van de christen

Deel 3:Aspecten van het Koninkrijk van God