De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het? · 2016-12-16 · Show & Share 2016 Haarlem, 15 juni 2016...
Transcript of De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het? · 2016-12-16 · Show & Share 2016 Haarlem, 15 juni 2016...
De Studiekeuzecheck: voor
wie werkt het?
Show & Share 2016
Haarlem, 15 juni 2016
Dr. F. Rutger Kappe, Carlijn Knuiman MSc,
Eline Vis, lectoraat studiesucces Inholland
• SKC in het hbo
• Resultaten SKC onderzoek
binnen Inholland
• Hoe gaan studenten om met het
SKC advies
Opzet
• Samen verder in onderzoek
studiesucces
• Onderzoek SKC binnen G5
• Student
• Docent
• Uitval en EC jaar 1
Het onderzoek door G5 OZteam
Is er een probleem, o.g.v. uitval?
58,8% 62,1%
67,7%
10,4%
17,7% 11,7%
12,3%
2,8% 3,3% 2,8% 1,8% 1,5%
15,8% 15,6% 15,8%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
G5 HBOg HBOoverig
Na het eerste jaar
uitval uit HO
uitval naar WO
uitval naar andere hbo instelling
interne switch
door met opleiding
Figuur. Wat HO-debutanten in het hbo (geen buitenlands diploma) na hun eerste jaar doen.
SKC aanpak per G5 instelling
Online vragenlijst + middag studeerervaring op
HS, soms gesprek
Huiswerk – college op HS – toets
Online vragenlijst + Meet & Match
Online vragenlijst en (altijd) gesprek op HS
Online vragenlijst en middag studeren
Online vragenlijst (reality check), niet verplicht
Uitval pre-post SKC cohorten
Haagse* Inholland** Rotterdam** Leiden** HvA***
2013 32,3% 49,4% 40,2% 41% 50,4%
2014 31,8% 46,2% 40,3% 40% 45,8%
Wat willen we nog weten?
• Uitval en achtergrondvariabelen
• Adviezen i.r.t. uitval en studiepunten
• Selecties in de data
SKC bij Inholland
• Totaal: uitval afgenomen, maar hoger dan 2012
• Afname bij MBO
• Toename bij VWO, maar kleine groep
• Mogelijke verklaring?
Uitval en vooropleiding
44%
34%
27%
38%
54%
40%
16%
45% 47%
41%
30%
43%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
MBO HAVO VWO Totaal
2012
2013
2014
• Meeste studenten autochtoon of niet westers allochtoon
(samen 90% in 2014)
• Vooral afname bij niet westers allochtoon
Uitval en Etniciteit
35%
47%
38%
58%
38% 41%
60%
49%
62%
45%
39%
56%
47%
59%
43%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Autochtoon Niet westersallochtoon
Westersallochtoon
Onbekend Totaal
2012
2013
2014
• Geen duidelijke verschillen tussen mannen en vrouwen
in afname uitval 2013 - 2014
Uitval en Geslacht
42%
36% 38%
51%
41%
45% 48%
39%
43%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Man Vrouw Totaal
2012
2013
2014
• Vooral positieve adviezen
Adviezen
87%
11%
2% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Positief Positief mits… Negatief
Gegeven adviezen, Cohort 2014, N = 3649
• Minste uitval bij positief advies
• Klein verschil tussen positief mits en negatief
Advies i.r.t. uitval
42%
52% 54%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Positief(N = 2954)
Positief mits(N = 363)
Negatief(N = 61)
Uit
val
Advies
Advies in relatie tot uitval
• Meeste studiepunten bij positief advies
• Negatief advies meer studiepunten dan positief mits
Advies i.r.t. studiepunten
51,5
47,4
50,5
45
46
47
48
49
50
51
52
53
Positief(N = 2362)
Positief mits(N = 264)
Negatief(N = 37)
ECTS
Advies
Advies in relatie tot ECTS
Hoe gaan studenten om met de adviezen
vanuit de studiekeuzecheck?
• Kwalitatieve studie cohort 2015
• Inhoud presentatie:
– Methodiek
– Onderzoekspopulatie
– Resultaten
– Aanbevelingen
– Discussiepunten
Methodiek
• Kwalitatief onderzoek: Diepte interviews
– 25-30 minuten
– Semigestructureerde interview methode
– Locaties Inholland
• Online vragenlijsten
• Literatuur studie
Onderzoekspopulatie
• Interviews:
– 12 studenten (6 mannen en 6 vrouwen). Leeftijd: M = 21.7
– Studies: Pedagogiek, Business Studies, Food & Commerce, Sociaal
Pedagogisch Hulpverlening, Communicatie, Vrije Tijd Management, PABO,
Technische Bedrijfskunde en Luchtvaarttechnologie.
– Positief en positief mits adviezen
• Vragenlijst:
– 17 studenten (11 mannen en 6 vrouwen). Leeftijd: M = 22.3
– Studies:PABO, Luchtvaarttechnologie, Cross mediale Communicatie,
Bouwkunde, Informatica, Business Studies, Technische Bedrijfskunde,
Business IT management, Pedagogiek en Lerarenopleiding Economie
– Positief, positief mits en negatieve adviezen
Resultaten (1)
• Positief advies is prettig, geeft opgelucht gevoel, bevestiging en vergroot vaak
studiekeuzezekerheid.
• Negatief advies is niet prettig maar wanneer zeker van studiekeuze wordt advies
niet opgevolgd. (tegendeel bewijzen)
Confirmation Bias. (Jonas, Frey,
Schulz-Hardt, & Thelen, 2001).
• Positief mits adviezen niet altijd zo opgevat.
Resultaten (2)
• Studiekeuzecheck volgens studenten vooral nuttig voor de nog twijfelende
studenten.
• Studenten missen de “check “ tijdens de studiekeuzecheck.
• Veelal overeenkomstige informatie met een meeloopdag of opendag.
• De NOA-test wordt veelal als langdradig ervaren.
• In gesprek met ouderejaars studenten wordt gewaardeerd.
Resultaten (3)
• Studenten vinden het prettig als de SLB ’er het rapport overneemt en daarmee
verder werkt.
• Alle studenten geven aan behoefte te hebben aan 1 op 1 gesprekken waarin de
resultaten van de online vragenlijst besproken wordt. Maakt test relevant.
• Adviezen krijgen studenten het liefst in een persoonlijk gesprek.
Literatuur laat dit ook zien:
(Kuipers, 2008; Osinga, 2006;
Verbeek et al., 2011; Jolles 2006,
aangehaald in Kuijpers, 2008;
Verbeek, van Eck en Glaudé, 2011)
Aanbevelingen
1. Nagaan of meer individuele gesprekken mogelijk zijn.
• Wordt gewaardeerd door studenten
• persoonlijk en voelt gezien.
• ruimte om vragen te stellen.
• vervelend om de uitslagen van de test in bijzijn van (toekomstige) klasgenoten te
bespreken.
• Ook bij positieve adviezen zijn er vaak “zwakkere punten” die in het gekregen
rapport naar voren komen. Prettig om dit te kunnen bespreken.
• Maakt de de test relevant.
Aanbevelingen
2. Adviezen niet in groepsverband bespreken.
• Met name negatieve adviezen en positief mits adviezen
Aanbevelingen
3. Definitie “positief mits” adviezen duidelijker communiceren naar de student.
• Soms positief, soms negatief opgevat
Aanbevelingen
4. Zorg dat de inhoud van het dagdeel nuttig is voor alle studenten.
• Meer nieuwe informatie tijdens het dagdeel
• Of een deel van programma over laten slaan indien mogelijk
Aanbevelingen
5. De studiekeuzecheck meer een “check” maken.
• Stellingen: “zie jij jezelf… “ Ja/ Nee
• Meer filmpjes: zelf laten checken
Aanbevelingen
• 6. De SLB’er aan het werk met de uitslagen van de NOA-test.
• Indien dit nog niet wordt gedaan
Discussiepunten
• Wellicht is er sprake van een reactie bias
• Niet elke subdoelgroep is gesproken met de diepte interviews
kan een vertekend beeld geven