De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de...

8
De stand van de broedvogels in 2008-2012 Brussels vogelnieuws n o 5 Aurélien Audevard

Transcript of De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de...

Page 1: De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld

1

De stand van de broedvogels in 2008-2012

Brussels vogelnieuws no 5

Aur

élie

n A

udev

ard

Page 2: De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld

2

Samenvatting

Op die manier werd een evaluatie van de status uitgevoerd voor 70 broedende soorten van de 103 soorten die geïnven-tariseerd zijn. De andere soorten vereisen een uitvoerig onderzoek op het terrein. Het gaat enerzijds om soorten die relatief gemakkelijk kunnen worden geteld om jaarlijks betrouwbare kwantitatieve informatie te bekomen, via moni-toring, de gegevens van het portaal waarnemingen.be of via de follow-up van gepassioneerde ornithologen.

Anderzijds wordt de evolutie van de algemene broedvogels in Brussel gevolgd in het kader van een monitoringprogram-ma d.m.v. jaarlijkse steekproeven. Het gaat voornamelijk om zangvogels (SOCBRU-programma waarvan de metho-dologie ontwikkeld werd in Brussels vogelnieuws nr. 1) en anderzijds om algemene watervogels (jaarlijkse telling van 20 grote sites). Deze twee grote enquêtes maakten deel uit van twee publicaties in het tijdschrift Aves (volume 49/1, 2012).

Een nieuwe balans ........................................................................ 2

Europese rapportering, door wie? Hoe ? .......................................... 2

Broedende avifauna in 2008-2012: de grote lijnen ........................ 3-5

Samenstelling van de avifauna in Brussel in 2008-2012 ............. 6

Evolutie van de algemene broedvogels tussen 2005 en 2014 ............. 7

Dank aan de vrijwilligers! ............................................................. 8

Een nieuwe balans

Rac

hel D

elm

elle

« Brussels vogelnieuws » is een brochure van Aves (de ornithologische pool van Natagora) in het kader van het Toezichtspro-gramma van de staat van het Brussels leefmilieu, gecoördineerd door Leefmilieu Brussel. In dit vijfde nummer wordt een stand van zaken van de populaties van broedvogels in Brussel voorgesteld. De resultaten werden gecompileerd tijdens de oefening voor de Europese rapportering voor de Vogelrichtlijn en betreffen de periode 2008-2012.

Europese rapportering, door wie? Hoe ?

Na de atlas van 1989-91 (Rabosée en al., 1995), stelde «Oiseaux nicheurs de Bruxelles» (Weiserbs & Jacob, 2007) een stand van zaken voor de pe-riode 2000-2004 voor. Tien jaar later is het nuttig om de balans op te maken.

In het kader van de toepassing van de Vogelrichtlijn moet elke lidstaat van Europa om de 6 jaar een nauwkeurig verslag bezorgen betreffende de populaties en de tendensen van de broedende vogels op zijn grondgebied. Om dit te verwezenlijken kan er natuurlijk niet om de 6 jaar een nieuwe atlas worden opgemaakt, waarvoor onderzoek op het terrein nodig is! Het is daarom noodzakelijk om de informatie te gebruiken die werd verzameld in het kader van de monitoring en de informatie die online via het portaal waarnemingen.be werd ingevoerd door ornithologen op het terrein.

Page 3: De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld

3

Broedende avifauna in 2008-2012: de grote lijnen

Volgens de atlas van 2000-2004 zijn er 103 broedvogels in het Brussels Gewest. De evolutie van 70 onder hen werd opgesteld voor de periode 2008-2012. Om de toestand van de populaties van de 33 andere soorten te bepalen zou een intensief onderzoek van het type atlas nodig zijn.

De figuur hieronder vat de grote lijnen samen van de evolutie van de avifauna gedurende het laatste decennium. De bes-chikbare informatie toont aan dat maar 33 van 77 soorten stabiel zijn gebleven. Deze lage proportie toont aan hoe snel de stedelijke avifauna kan evolueren.

De toenames en afnames lijken trouwens in evenwicht (19 soorten nemen af in aantal, terwijl 18 soorten toenemen). We wil-len evenwel de gevolgen benadrukken van de snelle afname van ongeveer 15% van de soorten waarvan de evolutie bekend is. Dit zal leiden tot een sterke veraming van de diversiteit van de avifauna in onze hoofdstad.

Globale evolutie van de Brusselse avifauna (deel van 70 broedende soorten). Het lager gedeelte van het histogram vertegenwoordigt de gema-tigde tendensen (minder dan 5% per jaar), het bovenste gedeelte komt overeen met duidelijke dalingen en stijgingen.

* Duidelijke tendens (meer dan 5% per jaar)

De afnemende soorten

– twee roofvogels: de sperwer en de torenvalk*;

– twee antropofiele soorten: de Turkse tortel* en de ekster;

– vier langeafstandstrekkers : de grasmus* en de tuinfluiter* en de tjiftjaf en de fitis*. Dit type van vogelsoorten wordt geacht zich in een nadelige positie te bevinden in een stedelijke omgeving. Ze zijn trouwens gevoelig voor tegenslagen buiten de regio’s waar ze nestelen.

– drie soorten die verbonden zijn aan boomrijke gebieden: de groene specht, de boomkruiper en de goudhaan*;

– vier zangvogels verspreid over de agglomeratie: het winterkoninkje, het

roodborstje, de merel en de spreeuw*;

– drie soorten van watervogels: de fuut*, de blauwe reiger* die exclusief in het koninklijk domein blijft nestelen en de mandarijneend, een exo-tische soort;

– de patrijs* (hiernaast), een soort die afhankelijk is van het platteland en waarvan de overleving in het Brussels Gewest in gevaar is.

De luisterpunten geven een duidelijke afname van de spreeuw aan op korte termijn (de 10 jongste jaren) en op middellange termijn (heel de periode).

0,0

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

1,2

1,4

1,6

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

De 19 afnemende soorten omvatten:

0

5

10

15

20

25

30

35

Espèces en déclin Espèces

stables Espèces en augmentation

9

33

13

105

Aan

tal s

oort

en

Afnemendesoorten Stabiel

soorten Toenemendesoorten

Page 4: De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld

4

De soorten die sinds het begin van de eeuw toenemen zijn:

Toenemende soorten

* Duidelijke tendens (meer dan 5% per jaar)

Ant

oine

Der

ouau

x

Pie

rre

Den

ève

Cha

rly F

arin

elle

M. T

omas

-Mila

n

M. T

omas

-Mila

n

De stedelijke habitat wordt gunstig geacht voor de toename van exotische soorten aangezien de omgeving er verstoord is. Door dit onevenwicht kunnen nieuwko-

mers de beschikbare ecologische niches innemen. Bovendien hebben vogels die (al dan niet vrijwillig)

losgelaten worden in stedelijke omgevingen de grootste kans om zich voort te planten

Evolutie van de populatie van de groenling tussen 1992 en 2014 (gegevens afkomstig van de follow-up van de algemene broedvo-gels per luisterpunt)

0,0

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

1,2

1,4

1,6

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Rac

hel D

elm

elle

– vijf niet-inheemse soorten: de halsbandparkiet en de alexanderparkiet*, de Canadese gans*, de Nijlgans en de tamme duif ;

– twee grote roofvogels : de buizerd en de slechtvalk (zie Brussels vogelnieuws nr. 4);

– twee kraaiachtigen: de kauw* en de kraai;

– vier bossoorten: de boomklever, de middelste bonte specht, de vink en de koekoek die hier en daar opduikt in het Zoniënwoud;

– drie watervogels : de meerkoet, de kuifeend en de dodaars die drie nieuwe broedplaatsen heeft veroverd sinds de atlas van 2000-2004;

– de huiszwaluw* die een indrukwekkend herstel van de populatie voortzet, met een maximum van 299 koppels in 2012, gevolgd door een zeer lichte terugloop;

– De groenling waarvan de populatie schommelt na een duidelijke afname (zie onderstaande grafiek).

Page 5: De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld

5

Nieuwe broedvogels

(Bijna) uitgestorven soorten

Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld in 2010 op het kerkhof van Brussel (Denis van de Elst, obs. pers.). Een tweede groep roeken werd gevonden vanaf 2011 in Ganshoren (Jean Rommes, obs. pers.) en vervolgens een derde in 2013 in Evere. In 2012 werd een totale populatie van 54 nestelende koppels geteld.

Ren

é D

umou

lin

Nadat de roek in de jaren 60 verdween, kan zijn terugkeer in Brussel worden verklaard door een mooie toename in de rest van het land. In de loop van de 20 ste eeuw heeft de soort erg geleden onder het gebruik van pesticiden en mense-lijke vervolging. De beschermingsmaatregelen die sinds het einde van de jaren 70 werden toegepast leidden tot een herstel van de populatie, zowel in Vlaanderen als in Wallonië. Tijdens de atlas 2000-2004 waren kolonies aanwezig in de buurt van het Brussels Gewest en de soort werd er vanaf dan regelmatig waargenomen (Weiserbs & Jacob, 2007).

Nesten van andere nieuwe soorten werden in de loop van het decennium waargeno-men, maar er is amper sprake van echte populaties:

– de roodborsttapuit : een mogelijk nest in het Zoniënwoud in 2011;

– de blauwborst: 2 gebieden ontdekt in 2010 en 2011;

– de orpheusspotvogel : een mogelijk nest in 2011 en 2012;

– daarbij komen nog de vluchtige waarnemingen van de nachtzwaluw in het Zo-niënwoud in 2012 (zie Brussels vogelnieuws nr. 4).

We herinneren eraan hoe snel de avifauna evolueert. Sinds 2012 werden nieuwe waarnemingen gedaan, waaronder de nestbouw van de krakeend in het Rood Kloos-ter in 2015 (buiten de periode dus). R

ené

Dum

oulin

Recente gegevens bevestigen het uitsterven van de zomertortel, de graspieper, de Europese kanarie en de geelgors, waarvan geen enkel bewijs van nestbouw werd gerapporteerd, terwijl plaatselijke verblijven nog in 2000-2004 werden waargenomen. Bovendien zou de ringmus, op de rode lijst van 2000-2004 nog met de status ‘met uitsterven bedreigd’, voortaan ook tot de uitgestorven soorten kunnen behoren. We herinneren eraan dat enkel een inventaris vergelijkbaar met de atlas het statuut van deze soorten kan bevestigen.

Andere soorten met een extreem precair statuut hebben nog blijk gegeven van aanwezigheid, zelfs voortplantingen:

– de kerkuil: 6 waarnemingen in 2012 veronderstellen een voortplanting in Watermaal-Bosvoorde;

– de boompieper : in dezelfde gemeente, mogelijk 1 nestbouwend koppel in 2009 en 2 in 2011;

– de nachtegaal: 3 mogelijke nesten in het noordwesten van de agglomeratie en 1 in Ukkel;

– de gekraagde roodstaart : mogelijke nestbouw van 2009 tot 2011 op 4 verschillende sites;

– de sprinkhaanzanger: het maximale aantal contacten vond plaats in 2012 met een mogelijke nestbouw op 3 sites;

– de wielewaal: ook een maximaal aantal contacten in 2012 met 3 mogelijke nesten;

– de rietgors: zeker 1 broedpaar in 2009 en in 2012 .

Page 6: De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld

6

Samenstelling van de avifauna in Brussel in 2008-2012

Wat de veelvuldig voorkomende soorten betreft : 28 soorten vertegenwoordigen 90% van de avifauna in Brussel. Zes van deze soorten vertegenwoordigen alleen al 44% van de vogels die in de agglomeratie voorkomen! De merel, de houtduif en de tamme duif zijn veruit de meest voorkomende soorten, gevolgd door de koolmees en de pimpelmees en de huismus. Dezelf-de grote winnaars werden waargenomen in 2000-2004 met een stijging voor de huismus ten nadele van de het winterkonink-je, waarvan de populatie sinds het begin van de eeuw afneemt.

Na een sterke daling lijkt de populatie van de huismus te stabiliseren, zo goed zelfs dat hij nog tot de meest voorkomende soorten in de agglo-meratie behoort (gegevens afkomstig van de follow-up van de algemene broedvogels per SOCBRU-luisterpunt)

De meerderheid van de Brusselse soorten hebben een zeer kleine populatie. Zo vertegenwoordigen 34 van de 70 soorten minder dan 0,5 % van de populatie! Dit extreme onevenwicht werd reeds vastgesteld tijdens de atlas van 2000-2004.

De instabiliteit van de weinig voorkomende soorten is nog schrijnender omdat ze gewoonlijk verbonden zijn aan habitats die zelf sterk in gevaar verkeren. Het gaat in het bijzonder om ruigtes en struikgewas in de omgeving van het kanaal waar de kievit en de kleine plevier nog nestelen. De halfopen milieus van het platteland van Anderlecht en het noorden van de agglome-ratie blijven ook van primordiaal belang voor de overleving van talrijke soorten. Ten slotte moeten de inspanningen voor de ontwikkeling van een bepaalde natuur in de parken, in het bijzonder op het niveau van vochtige milieus, worden verwelkomd en sterk aangemoedigd.

1 - 20 couples

20 - 100 couples

100 - 500 couples

500 - 1000 couples

plus de 1.000 couples

1- 20 broedparen

plus de 1.000 broedparen

100 - 500 broedparen

20 - 100 broedparen

500 - 1000 broedparen

Verdeling van de 70 soorten waarvan het statuut werd bijgewerkt tijdens de Europese rapportering volgens 5 veel voorkomende categorieën. De meerderheid heeft een zwakke populatie; meer dan de helft heeft minder dan 100 koppels!

0

0,5

1

1,5

2

2,5

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Loui

s B

ronn

e

Page 7: De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld

7

Evolutie van de algemene broedvogels in 2005-2014

In de marge van de inspanning die werd geleverd voor de Europese rapportering maakt de follow-up van de algemene broed-vogels in Brussel via de techniek van de luisterpunten (SOCBRU-programma dat sinds 1992 aan de gang is) het mogelijk om de evolutie van deze soorten elk jaar te kennen. Een focus kan worden gelegd op het afgelopen decennium sinds de atlas. Zo kan een tendens worden aangetoond voor 31 algemene soorten in de loop van de periode 2005-2014, ofwel een beetje minder dan indien men rekening had gehouden met de 23 follow-upjaren die een groter aantal gegevens per soort opleveren. In totaal is er een toename voor 9 soorten, blijven 8 soorten stabiel en is er een afname voor 14 soorten.

De sterkste stijgingen betreffen 3 soorten van watervogels, hoewel de techniek niet is aangepast aan deze groep en de realiteit slechts gedeeltelijk weergeeft. De stijging van de Canadese gans en de Nijlgans is overduidelijk. We merken op dat de gege-vens van de alexanderparkiet geen tendens weergeven, maar dat de halsbandparkiet in een stabiele fase lijkt te zijn beland na een lange periode van snelle groei. De grote bonte specht en de boomklever, twee holenbroeders die zouden kunnen lijden onder de concurrentie van deze twee parkieten, blijven stabiel.

Aan het andere uiterste wordt een sterke daling waargenomen bij de algemene zangvogels in de tuinen die vroeger stabiel waren (winterkoninkje, staartmees) of stegen (roodborstje, boomkruiper en koolmees).

Terwijl de halsbandparkiet in 2000-2010 nog steeds een stijgende tendens vertoont, kan er in 2005-2014 een stabilisering worden aangetoond. Het is dus mogelijk dat deze soort de verzadigingsdrempel heeft bereikt in het Brussels Gewest. We bena-drukken dat een bepaalde voorzichtigheid aan de dag moet worden gelegd, gezien de foutenmarge (zie onderstaande figuur).

Evolutie van de populatie van de halsbandparkiet tussen 2005 en 2014 (gegevens afkomstig van de follow-up van de alge-mene broedvogels per SOCBRU-luisterpunt).

0

0,5

1

1,5

2

2,5

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35 40

Canadese GansMeerkoet

PimpelmeesHoutduif

EksterGierzwaluw

ZwartkopHalsbandparakiet

Grote Bonte SpechtBoomklever

TjiftjafKraaiVinkGaai

BuizerdKauw

Nijlgans

Koolmees

FitisStaartmees TuinfluiterSpreeuwHeggemusGroenlingRoodborstWinterkoningBoomkruiperMerel

GoudhaantjeGlanskopTurkse Tortel

Evolutie van de populatie van de algemene broedvogels in het Brussels Gewest tussen 2005 en 2014, gerangs-chikt in dalende volgorde van de tendens. De waarden zijn de gemiddelde jaarlijkse percentages; de foutbalk preciseert het betrouwbaarheidsinterval (95 %) rond deze tendens. De groene kleur vertegenwoordigt de soorten die aanzienlijk toenemen, de blauwe kleur de soorten die stabiel zijn en de oranje kleur de afnemende soorten

Page 8: De stand van de broedvogels in 2008-2012 - Aves · Een nieuwe soort heeft zijn intrek genomen in de agglomeratie: de roek. De eerste voortplantingen (17 nesten) werden vastgesteld

8

Aves is één van de twee verenigingen die Natagora oprichtten, en vormt de ornithologisch tak. Ze heeft als doel de avifauna te bestuderen en te beschermen. De vogelobservaties worden verzameld en geanalyseerd om vervolgens te kunnen worden gebruikt in uiteenzettingen en publicaties (artikels, atlassen,…). Gespecialiseerde studies werden eveneens gerealiseerd door het netwerk van amateur- en professionele ornithologen, meer bepaald om de trends van de vogelpopulaties beter te leren kennen. Contactadres: 3, rue Fusch, B-4000 Luik. Secretariaat: [email protected] Website: www.aves.be

Wijze van citeren : Weiserbs, A. (2015). De stand van de broedvogels in 2008-2012. Brussels vogelnieuws n° 5. Aves, Liège

Verantwoordelijke uitgever: Anne Weiserbs • Natagora asbl – Rue Nanon, 98 – 5000 NamurVertaling in het Nederlands : Leefmilieu Brussel

© Natagora 2015

De follow-up van de zwaluwen en de algemene avifauna per luisterpunt sinds 1992 is gebaseerd op de bijdrage van talrijke ornithologen: A. Baccaert, B. Barov, S. Barova, A. Bartal, R. Bernau, B. et R. Beys†, A. Boeckx, S. Bonmar-chand, L. Boon, C. Carels, G. Chapelle, B. Chiwy, Y. Coatanea, J.-M. Couvreur, G. Dangoisse, R. De Boom, A. De Broyer, L. Degraer, G. Dejaffe, M. Derycke, R. de Schaetzen, P. Devesse, H. de Wavrin†, P. Dubois, C. Dumortier, M. Durant, E. Etienne, M. Fasol, P. Gailly, E. Godding, P. et F. Gonze, M. Goubout, F. Hidvégi, M. Janssens, B. Keste-mont, J.-M. Leprince†, A. Mairesse, X. Michel, M. Ninanne, G. Nys, J. Paenhuysen, L. Petre, J. Rommes, R. Roseels, G. Rotsaert, A. Seynaeve, J. Simonis, K. Téchy, M. Vancutsem, S. Vancutsem, D. van der Elst, E. Vanderhulst, A. Van der Mensbrugghe, M. Vandionant, J. van Esbroeck, P. Verleure, B. Vilain, L. Wargé, M. Wauters et M. Xhardez. We danken ook Jean-Paul Jacob voor zijn bijdrage tot de monitoring van het Brusselse leefmilieu van 1992 tot 2007.

We willen ook de talrijke ornithologen bedanken die hun waarnemingen delen op de online portaalsite waarnemingen.be.

Dank aan de vrijwilligers !

Leefmilieu Brussel is de milieu- en energieadministratie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Haar taken? De studie, het toezicht en het beheer van beleidsrelevante thema’s zoals lucht, water, bodem, afval, geluid, groene ruimten, biodiversiteit… maar ook het afleveren van milieuvergunningen en het controleren van hun navolging, ontwikkelen en ondersteunen van educatieve projecten rond milieu en energie in Brusselse scholen, participatie in federale werkgroepen,… Leefmilieu Brussel is tot slot ook actief op het vlak van ecoconstructie en buigt zich over de relatie tussen volksgezondheid en leefmilieu.Voor meer informatie: www.bruxellesenvironnement.be

Gér

ard

Frol

a

Literatuurlijst

Weiserbs, A. & Jacob, J.-P. (2007) : Oiseaux nicheurs de Bruxelles 2000-2004 : répartition, effectifs, évolution. Aves, Liège, 292 pages.