De scheidsrechter & het rapport november 2014
-
Upload
walter-hartjes-mfm -
Category
Documents
-
view
27 -
download
1
Transcript of De scheidsrechter & het rapport november 2014
5
Doel presentatie
• Verbeteren van jouw arbitrage.• Overzicht verschaffen.• Zekerheden in bouwen.• De wedstrijd lezen.• Zelfreflectie tonen.• Tot inzicht komen.• Je eigen prestatie herkennen.• Je eigen prestatie erkennen.
NIET: Rapporten bespreken!!
6
De scheids scoort veel te veel negensmaandag 14 april 2008 | 04:57
Auteur: door Harry Hekkert
Thomas Hamhuis floot gisteren zijn eerste wedstrijd bij de senioren, de derby ABS-Schalkhaar. De 19-jarige Tukker bleef ruimschoots overeind op het hobbelige tweede veld in Bathmen. Hamhuis heeft gemiddeld een 9,5 en maakt kans op promotie naar de Talentengroep van de KNVB.
7
Beoordelen
• Concreet waargenomen gedrag.• Geen mening geven.• Analyse van feiten.• Objectief mogelijk beoordelen.
8
Manier van beoordelen
• Wat wordt beoordeeld?– Geen focus op fouten.– Aandacht voor het ‘leiden’ van de wedstrijd.
• Hoe wordt beoordeeld?– Rapporteur maakt aantekeningen.– Feitelijke waarneembaar gedrag.
Wat de scheidsrechter daadwerkelijk doet!
11
Observeren en registreren
• Noteren van concreet waarneembaar gedrag.• Niet de interpretatie er van.• Niet wat S. moet doen, maar wat we
signaleren.• Wat doet iemand en wat doet hij niet?• Maakt de scheidrechter de goede keuzes?• Het maakt niet meer uit waar de S. staat.• Kwaliteit van de beslissing op concrete feiten.
12
Classificeren
• Na registratie van de observaties.• Toetsten aan beoordelingscriteria.• Aantal aspecten:
– Over welke competentie en criterium een gebeurtenis iets zegt.(Kan voor meerdere criteria informatief zijn).
– Wat zegt de observatie over het criterium (oordeelvormend over de competentie).
Noot: Competenties zijn opgebouwd uit diverse criteria/onderdelen.
13
Rapporteren
• Hoe vaak kwam een +/- observatie voor?• Zit er een trend in?• Ging het steeds beter of steeds slechter?• Observatie concreet beschrijven.• “Hoe concreter, hoe beter.”• Zichtbaar gedrag.• Voorbeelden ter illustratie.
15
Beoordelen Verzamelde informatie toetsen aan de
vijfpuntschaal per competentie
Beoordelen Competentie Rapporteur
A Steeds
B Meestal (minimaal 1x niet)
C Soms wel/soms niet
D Onvoldoende
E Nauwelijks
Score op Rapportageformulier Scheidsrechter
Laag Hoog
E D C B A
16
Competenties
1. Positie in het veld2. Toepassing spelregels/flexibiliteit3. Duidelijkheid4. Contactvaardigheid + omgang met weerstand
Aandacht voor het ‘leiden’ van de wedstrijd.
17
Het turfformulier Wedstrijd: Datum:
Scheidsrechter: Wedstrijdnr:
Positie in het veld Duidelijkheid
1.1 Positie 3.1 signaal
1.2 Spelhervatting 3.2 Gebaren
1.3 Anticiperen 3.3 Verduidelijken
1.4 Hinderen T<< gelekaart>>B
1.5 Ter plaatse T<<rode kaart>>B
Toepassing Spelregels Contactvaardigheid/weerstand
2.1 Regels duel 4.1 Contact
2.2 Buitenspel 4.2 Plezier
2.3 Voordeelregel 4.3 Signaal Ass. S.
2.4 Vermaning/ 4.4 Oogcontact
straftijd/kaarten
2.5 Aanpassing 4.5 Afstand houden
2.6 Omschakelen 4.6 Houding
2.7 Snelheid in spel 4.7 Emoties
2.8 Reageren overtr. 4.8 Strijd negeren
19
1. Positie in het veldDe mate waarin de scheidsrechter in staat is om op adequate wijze het spel te volgen en positie te kiezen om waar te nemen, te interpreteren, spelregels toe te passen en te beslissen.
1.1 Volgen en positiekiezen tijdens het spel.1.2 Kiezen van positie bij spelhervattingen.1.3 Aanpassen positie in het veld (anticiperen).1.4 Hinderen van het spel.1.5 Optreden ter plaatse.
21
1. Positie in het veld
A Heeft bij het volgen door de gekozen afstand en positie steeds goed zicht op het spel en het grootste deel van het speelveld en de assistent scheidsrechter
A Heeft bij een spelhervatting door de gekozen afstand en positie steeds goed zicht op het spel en het grootste deel van het speelveld en d assistent scheidsrechter
A Past zijn positie vroegtijdig aan (anticipeert) op de richting waarin het spel zich beweegt
A Hindert het spel niet en staat of loopt niet in de weg
A Is direct ter plaatse om op te treden
1.1 Volgen en Positiekiezen tijdens het spel.
1.2 Kiezen van positie bij spelhervattingen.
1.3 Aanpassen positie in het veld (anticiperen).
1.4 Hinderen van het spel.
1.5 optreden ter plaatse.
22
Goed volgen en Positie kiezen
• Vergroot de controle over de wedstrijd en zorgt voor beter voetbal
• Zorgt ervoor dat beslissingen overtuigen• Zorgt voor behoud van de concentratie gedurende de gehele
wedstrijd en toont mentale alertheid• Is essentieel voor de wedstrijd en zorgt voor geloofwaardige
beslissingen
23
2. Toepassing spelregels/flexibiliteit
De mate waarin de scheidsrechter in staat is om op adequate wijze het spel te volgen en positie te kiezen om waar te nemen, te interpreteren, spelregels toe te passen en te beslissen.
2.1 Toepassen spelregels bij duels.2.2 Toepassen spelregels bij buitenspel.2.3 toepassen van voordeel.2.4 Toepassen van vermaningen, straftijd en kaarten.2.5 Aanpassen van arbitrage.2.6 Snelheid van aanpassen arbitrage.2.7 Bevorderen van de snelheid van het spel.2.8 Reageren bij overtredingen.
A Reageert direct bij een overtreding van de spelregels (fluit of gebaar)
24
Het beslismoment
• Waar staat de scheidsrechter?• Wat doet ie vooraf?• Is hij voldoende zichtbaar?• Maakt de SR de juiste keuzes?• Zit er een trend in?
25
De praktijk
2.1 Overtreding waarbij geen echt voordeel ontstaat, moet er worden gefloten. 2.2 Buitenspel gaat om de kwaliteit van de beslissing, niet hoe deze tot stand is gekomen. 2.3 Onderscheid moet gemaakt worden tussen balbezit en voordeel. “Wait & See” bij het toepassen van voordeel.2.4 Rode kaart intrekken: opvatten als het herstellen van een vergissing.2.5 Kantelmoment van de wedstrijd.2.6 Op het juiste moment ingrijpen en duidelijk grens aangeven.2.7 Enkele meters ‘terug fluiten’ van een inworp, meenemen van de bal na fluitsignaal.
26
3. Duidelijkheid
De mate waarin de scheidsrechter in staat is om op adequate wijze bij beslismomenten op de voorgrond te treden en zo nodig met herkenbare gebaren een beslissing te ondersteunen.
3.1 Geven van fluitsignaal.
3.2 Zichtbaarheid gebaren.
3.3 Verduidelijken van beslissingen.
27
4. Contactvaardigheid en omgang met weerstand
De mate waarin de scheidsrechter in staat is om op adequate wijze via (non-) verbale communicatie met spelers en andere betrokkenen contact te maken, te onderhouden en spanning niet te laten oplopen m.u.v. het publiek.
4.1 Contact met de spelers.4.2 Plezier in de omgang (behalve publiek).4.3 Reageren op signaal Ass.S (niet de kwaliteit van het signaal).4.4 Contact bij weerstand.4.5 Afstand bij weerstand.4.6 Rust bij weerstand.4.7 Omgaan met emotie spelers en andere betrokkenen.4.8 Reageren bi aanhoudende weerstand.
28
Verzwaarde competenties
1.1 Volgen2.1 Beoordelen duels2.4 Kaartenbeleid4.1 Contact met spelers
Het gaat dus niet alleen om de technische aspecten van de arbitrage, maar ook de ontwikkelmogelijkheden en de sociale en mentale vaardigheden.
29
Herziening interpretatie Competenties
• Alle scores lager dan ‘A’ dienen in dit vak zo concreet mogelijk te worden toegelicht
• 2.2 en 2.4: wedstrijdbepalende fout• Gewijzigd in een belangrijke verwijtbare fout • 1x verwijtbare fout = C• 2x verwijtbare fout = D• 3x verwijtbare fout = E• Bij geen rode kaart en verkeerd buitenspel toepassing
veelbelovende aanval.
30
Verwijtbare fout
• Is een verkeerde beslissing t.a.v. een • strafschop, • rode kaart, • tweede gele kaart, • onjuiste toepassing buitenspel met een direct gevolg,• etc
31
Toelichting
• Het verwijtbare zit in het feit dat de scheidsrechter het kon waarnemen of had moeten waarnemen.
• Een fout is een fout en hoeft geen invloed te hebben of de uitslag van de wedstrijd.
32
Voorbeelden toepassen lagere score
• Niet geven of ten onrechte geven strafschop 2.1• Niet geven of ten onrechte geven rode kaart: 2.4• Niet geven of ten onrechte geven 2e gele kaart: 2.4• Buitenspeldoelpunt goed keuren: 2.2• Fluiten voor buitenspel waarbij een veelbelovende
situatie teniet gaat 2.2
33
Aftrek slechts op één competentie toepassen
Dus opzettelijk hands in het eigen strafschopgebied missen, waarmee een scoringskans wordt ontnomen als belangrijke verwijtbare fout
meenemen bij 2.1 (de eerste competentie waar het voorkomt) en als normale fout bij 2.4.
34
Beoordeling kwaliteit rapportage7x in het seizoen
• Verbeterpunt(en) (3x)• Compliment(en) (3x)• Tegenstrijdigheden (2x)• Opmaak van het rapport (1x)• Concreet waarneembaar gedrag (1x)• Spelregels (2x)• Arbitrage technisch (2x)
35
Seponering
Foutief geïnterpreteerd en dus geseponeerd rapport (casus 2.5)
89e min. nr. 8 XXX speelt hard in waarna een opstootje voor de dug out van YYY ontstaat. U staat op het middenveld op 30 m. afstand (4.5) en reageert niet alert.(1.3) U de-escaleert de situatie niet. Er wordt snel de vr.tr. genomen en over links gespeeld nr. 3 XXX maakt een onbesuisde overtreding die bestraft wordt met geel. Dit moment had meer rust verdient zodat niet in de hectiek de wedstrijd was hervat.
De geschetste situatie valt m.i. duidelijk onder Comp. 1.5 (=optreden ter plaatse). Zie ook Handleiding pag. 18.
36
Motivering beslissing bezwarencommissie
• Naar de mening van de commissie is de onderbouwing op de B-score bij competentie 4.5 onjuist.
• De rapporteur geeft bij de situatie in de 89e minuut alleen aan dat er sprake was van een opstootje tussen spelers en dat de scheidsrechter op 40 meter afstand stond.
• Er is geen sprake van afstand bij weerstand in de kern zoals bedoeld met 4.5.
• Bij een opstootje tussen spelers speelt competentie 4.5 geen rol.
• Het gaat bij deze competentie alleen over het hebben of houden van gepaste afstand bij kritiek op door de scheidsrechter genomen beslissingen.
37
Meewegen
• Aandacht voor het ‘leiden’ van de wedstrijd• ontwikkelmogelijkheden en sociale en mentale vaardigheden• Goede keuzes maken en invloed hebben op de spelers en het
verloop van het spel• Zit er een trend in? • Hoe concreter, hoe beter• Bepaalde competenties worden pas zichtbaar bij specifieke
incidenten zoals weerstand tegen beslissingen
38
Wegingsfactor van de competentie
Verzamelde informatie toetsen aan de vijfpuntschaal per competentie:
Is score C, 50 % bij het beoordelen van A B C D E?
39
Wegingsfactor van de competentiediscussie
Verzamelde informatie toetsen aan de vijfpuntschaal per competentie:
A. Steeds 100 %B. Meestal (minimaal 1x niet) 99/80 %; 99/55 % C. Soms wel/soms niet 79/60 %; 55/40 %D. Onvoldoende 59/40 %; 40/25 %E. Nauwelijks 39/20 %; 25/1 %
40
Verbetertips
• Oog op de ass.S. en de bal.• Hou de spelsituatie rechts van jou. (10-20 m. van de situatie).• Zijkanten goed belopen vanuit de midden zone van het veld.• Hou het spel voor jou.• Bij aanval in de lengteas start op tijd, blijf niet te lang hangen.• Na fluitsignaal: helder & verduidelijken.• Het managen van de spelhervatting.• Aangeven van de richting en plaats van spelhervatting.• Muur zet je met voorwaartse stappen op afstand.• Geef pas toestemming als je in positie bent.• De STARR-methode voor zelfreflectie.
41
Overpeinzing
Voordat je bezwaar maakt tegen jouw rapport .Stel de volgende vraag:
Heb ik gedaan wat daar staat?
Is het antwoord, ja dat heb ik gedaan, accepteer dan jouw rapport, hoe het verwoord is.
42
Reflectie van de rapporteur
• Geen gezeur in het rapport• Je waardeert 2.4 met een C met slechts 3 “missers”• Doelverdediger zelfde kleur als S.: geen opmerkingen meer
over te maken en geen halszaak van maken
44
Dilemma’s
• Technisch rapporteren of in de geest van de wedstrijd?• Wat heeft de arbiter er aan? • Wat schiet hij op met jouw commentaar?• Waarom gaat de S. daar staan?• De best gekozen positie innemen om de beslissing te maken.• Herken jouw eigen prestatie in de wedstrijd zelfreflectie.• Eén vink (1 x niet) kan geen A score meer opleveren.• Weging van de competenties.
45
INFORMATIE- EN AFSPRAKENBOEKSCHEIDSRECHTERSZAKEN AMATEURVOETBAL
SEIZOEN 2011/’12
http://www.scheidsrechtersverenigingamsterdam.nl/Informatie-%20en%20afsprakenboek%20sz%2012102011%20v4.pdf
Blz.16 Kwaliteitscontrole, bezwarencommissie, seponering:• De tekst is niet in overeenstemming met de aangevinkte competentie.• Er is geen of zeer weinig tekstuele toelichting gegeven.