De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1....

40
De Samme is de Sabis niet Inhoud Ten geleide p. 2 1 Op zoek naar de Samme p. 3 2 Twee Sammes p. 4 3 De Samme op oude stafkaarten p. 9 3.1 De Samme / Haine van Binche p. 9 3.2 De Samme / Zenne van Seneffe p. 11 4 Het Kanaal Brussel-Charleroi p. 12 4.1 Het kanaal 70 ton op stafkaart 1882 p. 13 4.2 Het kanaal 350 ton op latere kaarten p. 14 4.3 Het kanaal 1350 ton op Google Earth p. 15 4.4 Dit is niet de Samme p. 16 5 Zijn kompas slaat door te Jolimont p. 19 6 Naar de groene vallei van de Sabis p. 22 7 Een ijzeren weg op de oever van de Sabis p. 29 7.1 De oever van de Sabis p. 29 7.2 Koolmijnen en spoorwegen p. 30 8 De straat waar CÉSAR woonde p. 34 9 Een geograaf loopt verloren p. 37 9.1 Het dwaalspoor p. 37 9.2 De routeplanner p. 37 9.3 De Lieu-dit p. 37 9.4 De deelgemeentes p. 38 10 Besluit p. 39 Verantwoordelijke uitgever en correspondentie Armand SERMON Mail: [email protected] GSM: 0475 83 08 57

Transcript of De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1....

Page 1: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

De Samme is de Sabis niet

Inhoud

Ten geleide p. 2 1 Op zoek naar de Samme p. 3 2 Twee Sammes p. 4 3 De Samme op oude stafkaarten p. 9 3.1 De Samme / Haine van Binche p. 9 3.2 De Samme / Zenne van Seneffe p. 11 4 Het Kanaal Brussel-Charleroi p. 12 4.1 Het kanaal 70 ton op stafkaart 1882 p. 13 4.2 Het kanaal 350 ton op latere kaarten p. 14 4.3 Het kanaal 1350 ton op Google Earth p. 15 4.4 Dit is niet de Samme p. 16 5 Zijn kompas slaat door te Jolimont p. 19 6 Naar de groene vallei van de Sabis p. 22 7 Een ijzeren weg op de oever van de Sabis p. 29 7.1 De oever van de Sabis p. 29 7.2 Koolmijnen en spoorwegen p. 30 8 De straat waar CÉSAR woonde p. 34 9 Een geograaf loopt verloren p. 37 9.1 Het dwaalspoor p. 37 9.2 De routeplanner p. 37 9.3 De Lieu-dit p. 37 9.4 De deelgemeentes p. 38

10 Besluit p. 39

Verantwoordelijke uitgever en correspondentie

Armand SERMON Mail: [email protected] GSM: 0475 83 08 57

Page 2: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

2

Ten geleide De verovering van onze gewesten liep voor JULIUS CAESAR bijna rampzalig af toen hij in -57 een bloedige veldslag leverde tegen BODUOGNATUS. Het gebeurde aan een rivier welke de Romeinse veldheer benoemt als Sabis. De huidige naam van deze rivier is onderwerp van verwoede discussies en elke historicus, die zich in de zaak verdiepte, wijst, al naar gelang zijn eigen voorkeur, naar de Schelde, de Selle of de Samber. Toetssteen voor elke argumentatie betreffende de Sabis is de terreinomschrijving in De Bello Gallico. Op de plaats waar de veldslag plaatsvond, is het volgende citaat van toepassing: “transire latissimum flumen, ascendere altissimas ripas.” Een leger dat langs de Rhône, de Saône, de Oise, de Somme en de Schelde passeerde, zal bij het begrip “oversteken (van een) zeer brede rivier, beklimmen(van) zeer hoge oevers” wel niet aan een beek denken want het moet wel veel regenen om van een beek een brede rivier te maken. Historici zoeken dus een waterrijke rivier die echter nauwelijks een meter diep was: “Fluminis erat altitudo pedum circiter trium.” Enige tijd geleden verscheen over dit onderwerp een studie door HANS ROMBAUT1. Hij kiest een totaal nieuwe locatie voor het gevecht aan de Sabis: het riviertje de Samme dat uit Henegouwen door Zuid-Brabant noordwaarts naar de Zenne stroomt. Deze thesis wordt door historici en classici op alle mogelijke gronden betwist. Desondanks vindt zijn onmogelijke analyse veel weerklank tot in het buitenland toe. Ook ikzelf vond het (in den beginne) een schitterend verhaal.

Ik ben geograaf noch historicus. Met dit dossier zet ik mij als kritisch lezer af tegen het gemak waarmee waanideeën de media bereiken EN ingeburgerd geraken. Met deze tekst wil ik op basis van door iedereen controleerbare documenten aantonen dat de locatie van de Sabis aan de Samme, zoals voorgesteld door HANS ROMBAUT in Julius Caesar in België totaal irreëel is. Er staan zeer zware fouten in zijn boek. (Ik hou mijn woordkeuze beleefd!) Ik vond aanvankelijk zijn werkstuk een knappe studie met inspirerende en renoverende ideeën. Maar de manier waarop de Samme uitgeroepen wordt tot dé locatie van de veldslag van JULIUS CAESAR tegen de Nervii raakt kant noch wal. Het totale gebrek aan kritisch denken in onze media manifesteerde zich weerom! Overal komt men tegenwoordig de waanzin Sabis = Samme tegen.

Nieuwsgierig naar de locatie van de slag aan de Sabis, vroeg ik een wegbeschrijving aan HANS ROMBAUT (Zie laatste bladzijden van dit dossier). Ik werd de rimboe ingestuurd! Blijkbaar spreken en schrijven een heleboel mensen over de Samme als de Sabis maar is er nog NIEMAND ter plaatse gaan kijken want volgens de wegbeschrijving door de auteur geraakt men er niet.

Ik participeerde regelmatig op de weblog van HANS ROMBAUT, http://www.bloggen.be/Julius_Caesar_in_belgie . Mijn goedbedoelde opmerkingen werden onder tafel geveegd. Zoek Caesar België bij Google en lees de weblog. HANS ROMBAUT schrijft: “De opmerking van Armand Sermon van 5 juli 2007 over de loop van de Samme tussen Binche, Morlanwez en Seneffe is uiterst scherp geformuleerd en pertinent. De verbinding van de Samme tussen Binche en Manage via Petit-Bois-d’Haine te La Louvière lijkt welhaast onmogelijk.” En hij besluit: “Heeft de probleemstelling van Sermon gevolgen voor de identificatie van de slag bij de Sabis in de omgeving van de Rue César en de Ruelle César te Petit-Bois-d’Haine? Ik meen van niet.”

Ik meen van wel! Het fundament van zijn hele redenering Samme=Sabis, één enkele brede waterrijke en ondiepe Samme, is er onder uit gehaald! Maar zijn conclusie blijft. Merkwaardig? Nog merkwaardiger is op pagina 45 de foto van de zogenaamde oorspronkelijke rivieroever van de Sabis. Het is een oude spoorwegberm! Lees het verslag van mijn enquête tot het einde.

1 HANS ROMBAUT, Julius Caesar in België. De vroegste geschiedenis van Gallia Belgica historisch-geografisch benaderd vanuit De Belle Gallico. Wetteren, Universa Press, 2006.

Page 3: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

3

1 Op zoek naar de Samme Na de media-belangstelling voor de totaal nieuwe en zelfs onverwachte locaties op de tocht van JULIUS CAESAR door onze gewesten, kocht ik het boekje van HANS ROMBAUT. Ik las het met veel genoegen! Het liefste wat ik doe is mijn familieleden, vrienden en collegae meezeulen naar onvermoede historische locaties zoals de hoogvlakte boven Thérouane of de hellingen rond Pevelenberg. Gekruid met de nodige ongekende historische details beleef ik soms meer plezier aan die tochten dan mijn gezelschap.

Hier lag dus wat nieuw! Het slagveld van de Sabis vlak bij de deur, met absolute zekerheid getraceerd door een historische geograaf. En dit dan nog aan de bovenloop van de Zenne. Ik ben letterlijk aan de oever ervan geboren! Ze stroomde op enkele meters van mijn ouderlijk huis. Al is dit een eindje geleden en dat stukje Zenne intussen gedempt.

Ik heb de gewoonte mijn uitstappen nogal grondig voor te bereiden en begon dus met het opzoeken van allerlei details. Daarbij behoorde het herlezen van die ouwe De Bello Gallico waarvan ik ooit de lange volzinnen op grammaticale schema’s zette. Het is altijd leuk de toehoorders wat Latijnse citaten te debiteren.

Zoals te lezen in dit dossier is er wel veel te beleven in de omgeving van La Louvière, Seneffe en Binche maar bunkers en loopgrachten zoals we ze kennen rond Ieper of monumenten die herinneren aan dé slag zoals te Kortrijk, zijn er niet te zien. Er zijn talrijke slagvelden die herinneren aan alle mogelijke invasies maar van de “mogelijke” twistappel van JULIUS CAESAR en BODUOGNATUS valt er niks te vertellen. Dus ging ik op zoek naar wat historische, geografische achtergronden en ook visueel voer zoals heldere bronnen, waterrijke rivieren en romantische kanaaltjes.

Dit zoekwerk werd me vergemakkelijkt door het Waalse Gewest dat op digitaal vlak in elk geval mee is met zijn tijd. Op korte tijd had ik kaarten met de stroomgebieden (meervoud) van de Sammes te pakken. Want er zijn namelijk twee stroomgebieden. Er is een Samme die via Seneffe naar de Zenne vloeit en één die via Binche de Haine vervoegt.

Ik streepte de beide Sammes aan in blauw. In de rechterbovenhoek de Samme / Zenne van Seneffe en links daaronder

de Samme / Haine van Binche. Daartussen stroomt de Haine.

Page 4: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

4

2 Twee Sammes In Henegouwen zijn er twee riviertjes die de naam Samme dragen en beiden liggen in elkaars omgeving. Ik noem ze verder als de Samme / Haine van Binche en de Samme / Zenne van Seneffe. Verwarrend? HANS ROMBAUT heeft het verband tussen die twee Sammes opgelost. Hij laat de Samme / Haine van Binche doorstromen naar de Samme / Zenne van Seneffe en creëert zo een waterrijke en bredere rivier met geschikte oevers voor de krachtpatserij tussen JULIUS CAESAR en BODUOGNATUS.

Citaat uit HANS ROMBAUT, Julius Caesar in België, p. 47. Van Mons: “(…) is de oorspronkelijke loop van de Samme ter hoogte van La Louvière precies 15 km verwijderd. Hiervan is echter niet veel meer te merken omdat de bovenloop van deze rivier, die ontspringt op de hoogten ten zuiden van Binche, tengevolge van het aanleggen van meerdere kanalen tussen Brussel, Charleroi en Bergen werd geamputeerd en vervangen door een kleine vliet vanaf Binche met de naam Princesse, welke uitmondt in de Hene. Meer ten noorden werd de Samme vervangen door de aangelegde kanalen, maar de natuurlijke loop richting noorden is nog bewaard vanaf de Pont de I'Origine ten noorden van Manage en vandaar loopt ze verder in haar natuurlijke bedding tot Virginal-Samme. Op nogal wat plaatsen, precies in de omgeving van La Louvière en van de Pont de I'Origine is de omgeving van de oorspronkelijke Samme geflankeerd door grote hoogten en is de bedding van het riviertje zeer breed, precies zoals in de tekst staat aangeduid.”

Met één blik op de kaart is te zien dat de Samme / Haine van Binche moeilijk via La Louviere verder naar de Samme / Zenne van Seneffe kan stromen, want daartussen ligt de Haine. Dit is een belangrijke rivier die het water uit het Centre en de Borinage naar de Schelde afvoert. Deze rivier ontspringt te Anderlues boven op de waterscheiding met de Samber / Maas en ligt daarenboven in een diepe vallei. (Zie kaart op volgende pagina) De agglomeratie van La Louvière torent boven de vallei uit op de rechteroever. De Haine vormt eens voorbij de hoogten rond de agglomeratie van La Louvière een brede vallei van ongeveer tien kilometer breed van oost naar west lopend. Vanaf Péronne is de hoogte ongeveer dertig meter en vanaf hier vervolgt de rivier met heel weinig verval haar loop over ongeveer veertig kilometer via Mons naar de Franse grens. Daar gebeurt de samenvloeiing met de Schelde te Condé-sur-Escaut.

Ik schreef op 24 juni 2007 om wat verduidelijking aan HANS ROMBAUT. “Ik ben geboeid door uw verhaal over de Samme. Ik lees in een brochure “Petite rivière de 21,6 kilomètres, elle serpente dans une vallée champêtre. Prenant sa source à Morlanwelz au lieu-dit "Triangle des voies ferrées",

Page 5: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud au nord l'entité de Seneffe." Op een (oude) stafkaart is de loop goed te volgen. Ook in Binche vond ik de Samme terug. Maar ik zie niet goed hoe de Samme van Binche in Morlanwelz geraakt. Tussen beiden lig nog de vallei van de Haine en zuid- en oostwaarts de waterscheiding. Vraagje naar documenten dus waar ik verdere wijsheid kan putten.”

Een kaart uit het jaar 1754 toont het pre-industriële landschap van het besproken gebied met de positie van de betrokken riviertjes (blauw) en hun naam (rood). In rode rechthoekjes de genoemde gemeenten. De stad La Louvière is een latere stichting. Bossen

(groen) duiden op de waterscheidingen tussen de vallei van de Samme / Haine / Thiriau (westen), de Samber (zuiden), de Piéton (oosten) de Samme / Zenne (noorden). In het rood onderstreepte toponiemen kunnen verwijzen naar vroegere grote boscomplexen, haagstructuren of grensgebieden die samenhangen met de waterscheidingen. Deze weerspiegelen zich gedeeltelijk in de grenslijnen

(okerrood en okergroen) van de feodale opdelingen (ROBERT DE VAUGONDY, GILLES, DIDIER, 1754 Het antwoord was allesbehalve duidelijk. HANS ROMBAUT verwees naar een inbreuk van de Haine in het landschap door het opstuwende water vanuit de Schelde onder invloed van eb en vloed. (Zie volledig citaat hieronder in kader.) Ik doorzocht dan allerlei publicaties over de Schelde om het fenomeen toe te passen op de Haine. Hoe meer ik er over las hoe meer ik overtuigd geraakte dat ik op een dwaalspoor zat. De getijdenwerking op de Schelde dateert van na de XIIe eeuw en wordt pas echt voelbaar bij de doorbraak van de Honte in de XVe eeuw. Moesten de bronnen van de Haine

Page 6: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

6 onder invloed van de stuwing op de Schelde zich verlegd hebben naar hoger gelegen gebied zou dit historisch geboekstaafd staan.

Het is de schuld van de Schelde! Antwoord van 26 juni 2007. Citaat uit Blog van HANS ROMBAUT.

“De tak van de Samme vanaf Morlanwez (sic) richting Seneffe is nog slechts een appendix van de Samme die oorspronkelijk vanaf Binche via La Louvière richting Manage vloeide. Toen de Schelde nog in de Maas uitmondde, zoals Caesar schrijft, wat een toestand is die bevestigd werd in bronnen uit de vroege middeleeuwen, met situering van de Scheldemonding "in ostio Mosae apud emporium Witla" (dit is een weinig stroomafwaarts van Dordrecht), was de getijdewerking van de Noordzee in het Scheldebekken nauwelijks voelbaar. Met de inbraken van de OosterSchelde en vooral de WesterSchelde vanaf de 11de eeuw, begint er een toenemende invloed van de getijdewerking van de Zee op de Schelde en haar bijrivieren, die momenteel nog altijd doorgaat. Het getijdeverschil in Vlissingen van 4 m neemt toe in het Schelde-estuarium tot 5 m en meer, maar reikte landinwaarts tot voorbij Gent.”

“De Schelde ontspringt op zo'n 95 m boven zeeniveau, maar de monding van de Hene in de Schelde bevindt zich slechts 16 m boven zeeniveau. Dat betekent dat met het toenemen van de getijdewerking op zeker ogenblik het opperwater (dat alleen maar richting zee stroomt) hinder ondervindt om richting zee te vloeien: het water kan niet weg bij hoge tij en de landinwaartse invloed van de zee zorgt ervoor dat de laagst gelegen zijarmen van de Schelde bij veel neerslag of dooi na de winter, ook verder landinwaarts reiken. Zo moet op zeker ogenblik de Hene een verbinding met de Samme hebben gemaakt tussen Binche en La Louvière in. Daardoor ontstond er een onderbreking van de Samme.”

Klinkt ernstig tot je deze zaak gaat uitpluizen.

De vallei zakt weg! Ik vroeg me af of er soms geologische processen waren die de Haine hadden doen wegzinken en waardoor de Samme / Haine vanuit Binche een andere bedding kreeg. Er zijn effectief twee processen waardoor de vallei langzaam wegzinkt: subsidence en steenkoolontginning. Om volledig te zijn, vernoem ik ze hier. Deze processen konden sinds CAESAR geen hoogteverschillen van vijftig tot honderd meter veroorzaken tussen La Louvière en Péronne!

De Haine stroomt door een brede synclonale vallei opgevuld met materiaal uit Krijt en Tertiair. Hieronder zitten belangrijke ondergrondse breuklijnen waardoor de vallei gevoelig blijkt voor aardbevingen. In de loop der tijden was er een langzame verzakking van het bekken dat bekend staat als subsidence du bassin de la Haine. Dit zou het gevolg zijn van de ontbinding van evaporiet in de oudere lagen. Evaporiet is een gesteente ontstaan toen het water uit de ingesloten oerzee langzaam verdampte. Door de druk van de bovenliggende gesteenten die sinds Carboon en Krijt in massieve lagen opgestapeld werden, verzakt de onderste laag waardoor heel de vallei langzaam wegzinkt. (Men spreekt over millimeters en niet over meters!)

Het proces van de subsidence wordt nog versterkt door de ontginningen van steenkool in recente tijden. Te Cuesmes bij Mons bedraagt de verzakking tengevolge van de mijnbouw tot twaalf meter. Men heeft berekend dat in de voorbije industriële periode onder de grond het equivalent van een laag van 1,7 meter over een oppervlakte van 200 kilometer op 5 kilometer weggehaald werd. De mijnbouw heeft aldus de afvoer van het grond- en regenwater via de Haine totaal door elkaar gehaald. Dit geeft aanleiding tot het vormen van nieuwe moerassen en plassen die omgebouwd worden tot natuurgebieden. Langs de andere kant zijn er belangrijke infrastructuurwerken nodig om de bewoonde zones te beschermen. (Dit geldt echter voor de Haine stroomafwaarts de agglomeratie rond La Louvière)

Het Waalse Gewest heeft een interessante website. Le Patrimoine Cartographique de Wallonie, Direction de la Topographie et de la Cartographie - D.432, Boulevard du Nord, 8, B-5000 Namur. Voor de Samme vond ik stafkaarten uit 1882, 1897,1936 en diverse andere cartografische publicaties.

Page 7: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

7

Detail van afbeelding uit Caesar in België, pagina 50.

Hiernaast een detail van de tekening die bij HANS ROMBAUT op pagina 50 staat. Ze toont het Henegouwse rivierenstelsel zoals het er volgens HANS ROMBAUT twintig eeuwen geleden uit zag met een sterk ingekorte Haine. Ik kleurde de Romeinse heirbanen in het rood, de Haine en de Samber in lichtblauw en de Samme en de Piéton in het donderblauw. Zeer merkwaardige schets die totaal geen rekening houdt met de realiteit. De volgende schets is een uitvergroting met daarop mijn genummerde commentaar.

1 De Piéton is een bijrivier van de Samber en mondt hier in deze rivier. 2 HANS ROMBAUT maakt van de Piéton een bijrivier van de Samme. Hij gebruikt daartoe het traject van het Kanaal Brussel-Charleroi. Maar hier in Godarville ligt de waterscheiding Schelde-Maas op meer dan 165 meter. De ingenieurs uit de vroege negentiende eeuw hebben vier jaar geworsteld om het kanaal hier te laten passeren. 3 Hier ontspringt de Haine, niet op 4. De Haine en de Piéton ontspringen ongeveer op dezelfde plaats al weerskanten van de waterscheiding op meer dan 180 meter hoogte te Anderlues. 4 Hier is de vallei van de Haine op een hoogte van 60 meter, Haine- Saint-Paul 75 meter, La Louvière 130 meter. De hypothetische Samme / Sabis moet hier over een hoogteverschil, ongeveer 80 meter naar omhoog. 5 Dit is de waterscheiding omgeving Manage 150-160 meter. Hier begint de afdaling naar de Samme / Zenne omgeving Seneffe, 113 meter. 6 Het brongebied van Samme / Haine op meer dan 160 meter. Waterscheiding op 175 meter 7 Het brongebied op de waterscheiding Samme / Zenne en Pieton te Morlanwelz op 175 meter 8 Is de waterscheiding tussen Haine en Samber op meer dan 200 meter.

Uitvergroting van afbeelding HR, p. 50

Dezelfde omgeving met de rivieren volgens de La Directive cadre Eau en Région wallonne.

Ik vond een ander gegeven dat de hypothetische uitbreiding van de Haine onwaarschijnlijk maakte. De vallei was al dicht bevolkt in de prehistorie wat talrijke archeologische vondsten oplevert. Deze liggen o.a. in het Museum van Mariemont aan het prachtige park. Aan de Haine liggen gemeenten zoals Haine-Saint-Pierre en Haine-Saint-Paul die van zeer oude datum zijn. De beide vernoemde gemeentes werden in 1156 vermeld onder de naam Hagna. Later kwam een onderscheid tussen Haina Poterie en Haina Santi Petri. De oudste vermelding voor de nederzetting Hagna dateert uit de twaalfde eeuw en dus kunnen we vermoeden dat de plaatsnaam zelf ouder is. Bijgevolg stroomde er hier voordien een rivier, de huidige Haine, en kunnen we latere stuwingen op de Schelde vergeten.

Page 8: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

8 We vroegen ons af of de Samme / Seneffe in de pre-industriële periode een brede rivier is geweest. Een detail van een oudere kaart (1580) toont het stroomgebied. Het beekje wordt niet eens getekend tussen de bron en Seneffe. Het is pas vanaf Arkenne (Arquenne) dat volgens deze cartograaf de Samme stroomt. (Nobilis Hannoniae Comitatvs Descriptio Pays de Haynault tenu de Dieu et du Soleil. Koper, BRAUN-HOGENBERG, 1580)

Ten zeerste ontevreden over de eerder evasieve antwoorden van HANS ROMBAUT op mijn vragen, zocht ik naar oudere stafkaarten. Tot mijn groot geluk was dat niet zo moeilijk. Althans voor mij, aspirant historisch-geograaf, viel het zoeken nogal mee, dank zij de website van de Patrimoine Cartographique de Wallonie.

Page 9: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

9

3 De Samme op oude stafkaarten

1.1 De Samme / Haine van Binche De Samme / Haine van Binche is een prachtige beek die vanaf de hoogten op de waterscheiding met de Samber naar de stad stroomt. Eenmaal voorbij de stad wordt ze een traag stromend riviertje dat de Haine vervoegt en verandert de naam in Princesse. Het bucolische landschap ten zuiden van Binche is zeer zeker een bezoek waard. Vlak voor de stad is er een watermolen waar het water van de beek een waterval vormt. Hopelijk wordt dit domein in zijn oorspronkelijke staat hersteld. In vroegere tijden stroomde de beek rond de stad en vormde de watervoorziening van de vestingwerken. Na W.O. II werd de beek overwelfd en het gedeelte dat rond de stad liep, werd gesupprimeerd zodat de beek nu rechtstreeks door Battignies naar Waudrez stroomt. Daar was ooit een Romeinse post op de Chaussée Brunehaut (museum te bezoeken).

De Samme / Haine komt uit het zuiden waar ze ontspringt in een bronnengebied, Montifaut geheten. Daar is de waterscheiding tussen Sambre en Haine op een hoogte van ongeveer 160 - 170 meter. Na een vijftal kronkelende kilometers bereikt de beek de zuidoostkant van Binche. Hier stroomopwaarts van de stad ligt op 130 meter een hoogte. De oostkant ervan helt sterk af naar 115 - 110 meter tot aan de Samme / Haine. Daar ligt beneden aan de beek de Moulin de la Samme op de rechteroever. De beek loopt verder naar het noorden onder de Chaussée de Charleroi en onder de spoorweg van La Louvière. Hier daalt de hoogte tot 100 en 90 meter boven de zeespiegel. De beek nam vroeger een scherpe bocht naar het zuiden (360°) en liep dan zuidwaarts

door de velden (Battignies) terug naar Binche om er de oostelijke stadsgracht te vormen.

Na een westelijke bocht rond het zuiden van de stadsrand vertrok de beek weer noordwaarts. Ze verlaat, ook nu nog, Binche via de Romeinse nederzetting van Waudrez om onder de Chaussée Brunehaut door te lopen op een hoogte van ongeveer 60 meter. Van hieruit gaat het richting Haine. De beek krijgt hier een gering verval. De beek noemt vanaf hier Princesse, misschien doordat er zich verschillende andere beken bij elkaar voegen. Vanuit het oosten (Leval) vloeit Ruiseau du Masy naar Ressaix. Versterkt met een paar beekjes stroomde ze via het park van Château La Hutte in de Samme net voor Binche. Vanuit het westen, de vroegere abdij Bonne Espérance, komt de Bruille om in Waudrez, vlak naast de Romeinse heirbaan de Samme te vervoegen.

Op mijn vaststelling over de onmogelijkheid beide Sammes te verbinden antwoordt HANS ROMBAUT: “Misschien was de Samme bij Binche wel een afleiding van een hoger gelegen waterloop, die niet met de Haine in contact stond, en werd de afleiding naar Binche wel gemaakt om de omwalling van deze stad te voorzien van water en dankt ze daarom haar naam daaraan. Dit verklaart dan waarom de bedding van de Samme op die plaats zo snel zoveel daalt. Samme zou dan kunnen worden gezien als variant van Sum(ma), top of opper (!) water.”

De beek die Binche besproeit noemt Samme tot aan de wallen.

Eens ze Binche weer verlaat noemt ze Princesse. Ter plaatse heeft men geen weet van een mogelijke uitleg voor dit fenomeen. Men

herhaalt de plaatselijke wijsheid: “ Samme en ville, Princesse en prés.”

Page 10: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

10

Het reliëf in de omgeving van Binche is duidelijk. De Samme / Haine heeft te Binche een diepe vallei uitgegraven in de loop van haar geschiedenis. Deze vallei heeft de vorm van een hoefijzer met in midden ervan de hoogte waarop de stad gebouwd werd. Op deze plaats bouwde men de stad omdat de Samme / Haine hier voordien een gedroomde en natuurlijke vesting uitgegraven had. De Samme / Haine vlak voor Binche op de stafkaart van 1882. Beneden het Station is de aanduiding Mon de la Samme. Daar is een watermolen. De Samme / Haine gaat verder onder een witte streep. Dit is de baan naar Charleroi . In de weiden en velden van Battignies is er een scherpe bocht naar west en dan naar zuid. De vallei van de Samme / Haine passeerde vlak tegen de gerestaureerde wallen, langs de huidige post, achter het stadhuis naar het huidige Musée du Masque, het vroegere kasteel. De bron op Montifaut is vlak bij de waterscheiding met de Samber. Het hoogste punt ligt wat zuidelijker in een bosmassief. Stroomafwaarts bij Entre Mants (zie bovenaan) vloeit deze beek samen met een andere vanuit het dorp Buvrinnes (gehucht Froidmanteau). Ook deze ontspringt op een hoogte van ongeveer 160 meter. Beiden, vormen ze een krachtige beek, de Samme / Haine van Binche Ik trok op de oude stafkaart alle scenario’s na, ook via de waterschei-dingen ten oosten van de bronnen. Misschien vloeide de Samme / Haine ooit naar het even hoog gelegen brongebied van de Haine. En misschien was de bovenloop van de Haine ooit bijrivier van de Samme geweest. Altijd denkende dat HANS ROMBAUT het Ei van Columbus had gevonden. Maar! De Samme stroomt naar beneden zoals alle waterlopen. De Samme / Haine kan onmogelijk via Anderlues en Morlanwelz naar de Samme / Zenne te Seneffe vloeien. Daartoe moest ze een ander hooggelegen brongebied passeren. De Haine en haar oostelijke buur de Piéton voorzien geen plaats voor de Samme / Haine van uit Binche. Beiden wijken uiteen aan het park van Mariemont. Hier is een waterscheiding en ontspringt de Samme / Zenne.

Page 11: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

11

1.2 De Samme / Zenne van Seneffe

De andere Samme, bijrivier van de Zenne, vertrekt vanuit Morlanwelz. (blauw aangestreept op de stafkaart van 1882). Ze stroomt door een industrieel gebied met terrils (dat zijn de enorme molshopen met steenafval van de steenkoolontginning) en spoorwegen waar weinig oorspronkelijk landschap bewaard bleef. (Zie stafkaart) De beek ontspringt vlak op de waterscheiding met de Piéton (die naar de Samber stroomt). We zijn vlak aan het kruispunt van het gehucht Bascoup te Chapelle-lez-Herlaimont. Links van de bron ligt het gehucht La Hestre aan de baan naar Fontaine-l’Eveque. Het beekdalletje ligt op hoogte 140 omgeven met hellingen van 160 -170 meter. Op een oudere stafkaart ligt nog een bron op het einde van het park bij het kasteel van Mariemont op iets minder dan 180 meter boven de zeespiegel.

Voorbij het gehucht Bellecourt kruist de beek de oude spoorlijn naar Braine-le-Comte op een hoogte van 125 meter. Links ligt het gehucht Scailmont te Manage en daalt de Samme / Zenne tot 120 meter langs de Branche van het oude kolenkanaal en komt na een bocht naar links aan het kanalenknooppunt. De hoogte boven de zeespiegel is nu 118 meter. De Branche zelf ligt zelfs iets hoger: 120 meter.

De Samme / Zenne loopt verder op enige afstand van het Kanaal Brussel-Charleroi op een hoogte van 115 meter. Ze bereikt Seneffe breed opengaand in een vallei op een hoogte 113-112 meter.

De hoogtelijnen kunnen gecontroleerd worden op Google Earth. Zelfs indien in vroegere tijden de bepaling niet accuraat was, zullen ze wel geen fundamentele fouten vertonen. Op de stafkaart hiernaast uit 1882 is het aller eerste Kanaal Brussel-Charleroi afgebeeld.

Enkele kilometers oostelijk (niet op deze kaart te zien) stroomt de Piéton die afbuigt naar de Samber / Maas. Het Kanaal Brussel-Charleroi volgt de bedding van de Samme / Zenne zo ver mogelijk, maakt dan een doorsteek naar de volgende vallei van de Piéton en volgt dan deze vallei weer tot aan de Samber.

Het besluit is duidelijk. De Samme / Zenne van Seneffe ontsprong al altijd in Morlanwelz en had in historische tijden geen verbinding met de Samme / Haine van Binche.

Page 12: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

12

4 Het kanaal Brussel-Charleroi Eén van de “bewijzen” van HANS ROMBAUT voor de these Sabis = Samme is een foto op pagina 44 van zijn boek. Deze foto zou een stuk van de Samme en bijgevolg de Sabis tonen. “(…) Wij tonen deze oorspronkelijke bocht van de Samme net daar waar het oude kanaal vanuit Charleroi erop aansluit als voorbeeld van hoe het terrein er oorspronkelijk uitzag. Als vergelijking met de gegevens van Caesar voor de Samme (erg breed en slechts 3 voet diep) vermelden we dat het kanaal dat hierop aansloot vanuit Charleroi een maximale diepgang had van 2 m en slechts schepen toeliet van minder dan 70 ton. Maar! De foto van pagina 44 toont noch de monding van de Samme noch een kanaal van 70 ton.

Om de dwaalwegen van HANS ROMBAUT te duiden moet ik uitweiden over het Kanaal Brussel-Charleroi. Het zal wat ingewikkeld lijken want er zijn verschillende bouwfasen geweest. In grote lijnen kan men spreken over drie fasen met telkens als resultaat stukken kanaal met een grotere tonnenmaat: 70, 350, 1350.

Het oorspronkelijke kanaal verbond beide steden via de valleien van de Zenne, de Sennette en de Samme / Zenne. Hier wordt een hoge drempel bereikt die moet overwonnen worden om langs de andere kant naar Charleroi af te zakken via de vallei van de Piéton. Met dit kanaal kon de kolen van Charleroi in de hoofdstad belanden. Later werd de verbinding steeds belangrijker tengevolge van de snelle industriële ontwikkeling in de mijnbekkens van Le Pays Noir en Le Centre. Er kwam zelfs een aftakking naar Mons waarvan de industriële productie de haven van Antwerpen kon bereiken via dit kanaal. Er zijn verschillende bouwfazen geweest die voor de omgeving van Seneffe belangrijke gevolgen hadden. (Hieronder een samenvatting, meer commentaar volgende pagina)

Page 13: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

13 Kaartje 1: In de vroege negentiende eeuw is een eerste kanaal gegraven met een breedte van zes meter en een diepgang van twee meter. De waterscheiding voorbij Seneffe wordt ondergraven met een 1267 meter lange en 3 meter brede tunnel bij het gehucht La Bête Refaite. Kaartje 2: Twee Embranchements (vertakkingen) worden gegraven tussen het kanaal en het industriegebied rond La Louvière. Een Verbindingskanaal (rood ingekleurd) maakt deze toegankelijk. Kaartje 3: Vanaf 1854 werd het kanaal vergroot voor schepen tot 350 ton. In 1885 werd een nieuwe tunnel gegraven voor 350 tonners. Deze Tunnel van Godarville liep wat noordelijker dan de vorige. De Embranchements en de oude tunnel La Bête Refaite blijven bestaan. Kaartje 4: Na WO II wordt een nieuw kanaal gegraven waarbij de oude tunnel La Bête Refaite verdwijnt en meteen alle sporen van het 70-ton kanaal. Het kanaal 350 ton wordt nog gebruikt door kleinere schepen en deze kunnen nog via het Verbindingskanaal naar de agglomeratie van La Louvière.

1.1 Het kanaal van 70 ton op stafkaart 1882 Het eerste kanaal werd na lang gepalaver gebouwd vanaf 1827. Men spreekt ook van het kanaal van 1832 omdat dan de doorsteek klaar was. Het oorspronkelijke kanaal, geschikt voor schepen tot 70 ton, was 74,5 km lang en telde liefst 55 sluizen. Op het stuk dat gebruikt maakte van de valleien van Zenne en Samme waren dertig sluizen die een hoogteverschil van 80 meter overwonnen. De vallei van de Samme / Zenne werd gekanaliseerd op een breedte van zes meter met diepgang twee meter.

Voorbij Seneffe lag het grootste obstakel, de waterscheiding tussen Schelde en Maas, dus Samme / Zenne en Piéton. Hier werd een 1267 meter lange en 3 meter brede tunnel gegraven bij het gehucht La Bête Refaite.

Detail uit stafkaart 1882. Vanuit het noorden, dit is de bovenkant linkerhoek, komt het kanaal uit Brussel toe. Vanuit de linker zijkant komt het Embranchement toe uit La Louvière. Deze Embranchement zal worden doorgetrokken naar de Haine te Houdeng en het Canal du Centre vormen. In 1884 start men de bouw van dit Canal du Centre met zijn beroemde scheepsliften, geklasseerd door de Unesco. Zo komt omstreeks 1900 via het knooppunt te Seneffe een verbinding Mons-La Louvière-Brussel-Charleroi.

Page 14: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

14 In afwachting zal het Embranchement, en zijn verschillende Branches met de erop aangesloten spoorlijnen, het hooggelegen noorden van La Louvière verbinden via het Verbindingskanaal met het Kanaal Brussel-Charleroi in de omgeving van Seneffe.

Aan de linker onderkant van de stafkaart 1882 loopt een kleine kanaalverbinding richting Manage. Dit is één van de Branches, een kolenbassin de Branche de Bellecourt, die enkele kilometers het land ingaat via de vallei van de Samme / Zenne. Daar is een aansluiting op een spoorlijn naar Bellecourt en Manage met daarachter het dichte net van spoorwegen in het industriegebied van Le Centre. Het Kanaal Brussel Charleroi verdwijnt in een sleuf onder de grond richting Charleroi (rechter onderkant). De was een souterrain die de schepen onder de hoogte doorbrengt: met de poëtische naam Tunnel de la Bête Refaite. Het fijne blauwe lijntje links naast de kanalen is de Samme / Zenne.

Het kanaal 70 ton bleek gauw te klein en men werkte aan een grotere capaciteit. Tussen 1854 en 1857 werd het kanaal vergroot voor schepen tot 350 ton. Het landschap hier in Seneffe blijft nog even ongewijzigd tot er een nieuwe tunnel werd gegraven in 1885.

1.2 Het kanaal van 350 ton op latere kaarten In 1885 werd een nieuwe tunnel gegraven voor schepen van 350 ton. Deze Tunnel de Godarville liep wat noordelijker dan de vorige. De nieuwe souterrain mondt uit in een breder stuk kanaal. Zo konden ook zwaardere schepen heel het traject afleggen tussen Brussel en Charleroi. Daarenboven werd het aantal sluizen beperkt tot dertig. Op dit detail van de stafkaart 1894 loopt de nieuwe tunnel net iets noordelijker dan de vorige die in gebruik blijft. De oude tunnel 70 ton is blijven bestaan ten behoeve van de kleinere schepen. Ook het Verbindingskanaal voor de verbindingen met Branche de Bellecourt en La Louvière en Mons via het Canal du Centre blijft bestaan. Het riviertje de Samme / Zenne is op de stafkaart nauwelijks te herkennen. Te onthouden is hier het enorme kanalenknooppunt waar vijf kanaalarmen elkaar ontmoeten.

Page 15: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

15

De stafkaart van 1936 hieronder is interessant voor ons verhaal. Naast wat nieuwe straten en andere

begroeiing van de kanaalranden geeft ze ook een samenvatting van het voorgaande exposé.

Stafkaart van 1936 met kanalenknooppunt en kanaal van 350 ton. Er is weinig verschil met deze uit 1894. Uit

linkerbovenhoek komt het kanaal uit Brussel. Daaronder is het Embranchement met de Canal du Centre dat intussen gegraven werd en rond het industriegebied van La Louvière naar Mons loopt. In de linkerbenedenhoek is de Branche

de Bellecourt verlengd met een spoorlijn. De Branches komen samen in het stukje Verbindingskanaal met de Pont de l’ Origine. Van daar vertrekken twee kanalen in de oostelijke richting naar Charleroi. Een noordelijk tracé via de

Tunnel de Godarville voor schepen tot 350 ton. Een zuidelijk tracé is het oude kanaal van 70 ton naar Tunnel de la Bête-Refaite.

1.3 Het kanaal van 1350 ton op Google Earth Na de WO.II werd beslist het kanaal bevaarbaar te maken voor schepen tot 1350 ton. Het oude tracé via de vallei van de Samme / Zenne noch de Tunnel de Godarville konden deze vergroting aan. Tussen Ronquières en Godarville werd een nieuwe bedding gegraven met minder sluizen. Om het hoogteverschil te overwinnen werd afgezien van een tunnel gezien dit een enorme uitgraving zou opleveren. Ter hoogte van Godarville delfde men dwars door de waterscheiding waardoor een nieuwe tunnel overbodig was. Stroomafwaarts bouwde men één van onze grootste bouwwerken: het hellend vlak van Ronquières waardoor schepen meteen 60 meter naar omhoog konden.

De Tunnel de Godarville van 350 ton werd buiten gebruik gesteld maar niet vernietigd. Deze tunnel is nu nog te bezoeken. Het nieuwe brede kanaal volgt hier het tracé van de oudste tunnel La Bête Refaite waarmee het oudste kanaal 70 ton helemaal verdwijnt op deze site. Maar het kanalenknooppunt met het Verbindingskanaal naar kanaal 350 ton en de Tunnel de Godarville wordt bewaard.

Page 16: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

16 In het landschap zijn enkele souvenirs aan de voorgaande werken vastgelegd. Het nieuwe kanaal heeft het landschap grondig veranderd maar aan de kant van Seneffe blijft het enigszins bewaard rond het prachtige kasteel. Van het oudste kanaal 70 ton kan men nog het traject aanduiden (zie groene lijn op Google) maar het is compleet verdwenen op uitzondering van enkele metselwerken. Het kleine stukje Verbindingskanaal van 350 ton met het romantische Pont de l’Origine aan het oude kanalenknooppunt is eveneens bewaard. Op de satellietfoto zien we zelfs bootjes liggen want een gedeelte is gerecycleerd tot een aanleghaven voor pleziervaartuigen. Op dit oude stukje zitten ook talloze vissers rond de ophaalbrug. Le Pont de l’Origine is zo genoemd omdat vanaf hier af de taksen gerekend werden die de schippers moesten betalen.

Een hedendaagse satellietfoto van Google Earth toont de enorme veranderingen tengevolge van deze werken. Aan de zuidwestkant van het nieuwe kanaal is het al beton en industrie. Het Verbindingskanaal en het vroegere kolenkanaal,

de Branche de Bellecourt naar Manage zijn intussen plezierhaventjes geworden zoals te zien op de foto.

1.4 Dit is niet de Samme maar een kanaal 350 ton Ik moest wat uitweiden over het Kanaal Brussel-Charleroi om één van de meest merkwaardige bewijzen voor de these Sabis = Samme te weerleggen. Het is de foto hieronder gereproduceerd samen met de commentaar uit het boek Caesar in België, pagina 44. Citaat uit HANS ROMBAUT ROMBAUT, JULIUS CAESARCAESAR in België, Wetteren, Universa Press, 2006, p.44 Zie foto hieronder.

FIG. 14. - De Samme ter hoogte van de Pont de l’Origine ten noorden van Manage. Deze plaats is niet de juiste locatie van het terrein waarop slag geleverd werd. Volgens de exacte afstand moet dit zijn ter hoogte van La Louvière, maar door de aanleg van het nieuwe kanaal vanaf Ronquières naar Bergen, verschillende snelwegen en de jarenlange vestiging van industriële activiteiten is het oorspronkelijk landschap compleet onherkenbaar en werd niet alleen de rivier maar ook de naam Samme daar weggewist. Wij tonen deze oorspronkelijke bocht van de Samme net daar waar het oude kanaal vanuit Charleroi erop aansluit als voorbeeld van hoe het terrein er oorspronkelijk uitzag. Als vergelijking met de gegevens van Caesar voor de Samme (erg breed en slechts 3 voet diep) vermelden we dat het kanaal dat hierop aansloot vanuit Charleroi een maximale diepgang had van 2 m en slechts schepen toeliet van minder dan 70 ton.

Page 17: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

17

De oude kanaalarm op pagina 45 is NIET de Samme! Het is een gegraven stuk van de tweede versie van het kanaal van 350 ton dat een verbreding tot minstens twintig meter was van het eerste kanaal van 70 ton dat zes meter breed was. Daarachter zien we de monding van het Verbindingskanaal.

Foto genomen vanaf het Verbindingskanaal. Aan de bomenrij achteraan loopt het kanaal 350 ton met een

jaagpad naar de Tunnel van Godarville (rechts) en naar Seneffe (links). Achter ons is de Pont de l’Origine.

Foto genomen vanaf de bomenrij. Zich op het Verbindingskanaal 20 meter breed en op de Pont de

l’Origine. Foto genomen van op het jaagpad. Links langs het jaagpad komen we aan de Tunnel van Godarville en

rechts in Seneffe.

Page 18: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

18 We kunnen nu al de resultaten van onze enquête samen leggen. De foto afgebeeld pagina 44 toont het tweede kanaal van 350 ton hier gegraven na 1885. In het verlengde van deze foto ligt de Tunnel de Godarville eveneens voor 350 ton maar nu gesloten voor de scheepvaart. De foto heeft weinig te maken met het kanaal van 70 ton en nog minder dan niets met de oorspronkelijke Samme. HANS ROMBAUT schrijft dat dit het oorspronkelijke terrein is. Indien we de stafkaarten over een periode van een dikke halve eeuw vergelijken, zien we dat alles hier al minstens drie keren omgewoeld is.

Het cruciale sluitstuk van elke argumentatie betreffende de Sabis blijft de terreinomschrijving door JULIUS CAESAR. Hij schrijft: immers over “transire latissimum flumen, ascendere altissimas ripas.” Een leger dat langs de Rhône, de Saône, de Oise, de Somme en de Schelde passeerde, zal bij een brede rivier met hoge oevers wel niet aan een beek denken. De Samme / Zenne is inderdaad een beek. Ze stroomt op ongeveer vijfhonderd meter van de locatie van de foto op pagina 44. In Seneffe is de beek ook te zien aan het Centre de l’Eau, het museum over het kanaal (zie foto). Veel water kan de beek nooit gehad hebben. Ze ontspringt op de hoogten aan Morlanwelz op nauwelijks vijf kilometer hier vandaan. Het moet wel veel regenen om van een beek een brede rivier te maken.

Cartograaf DE LISLE GUILLAUME produceerde deze kaart van Henegouwen (detail) begin achttiende eeuw. We streepten de

Samme, Thiriau, Haine en Piéton aan in het blauw. De Samme / Zenne ontspringt op de waterscheiding tussen Samber en

Zenne. De gemeenten die HANS ROMBAUT vermeldt als potentiële slagveld aan de Sabis liggen in het stroomgebied van

de Haine. De Piéton (rechts) ontspringt in de onmiddellijke nabijheid van de Haine op het hoogste punt van de

waterscheiding.

De Samme / Zenne aan het museum te Seneffe. Het plein werd gerenoveerd en de Samme ingekuild. Van hier uit loopt een

wandeling langs het kanaal tot in de Tunnel de Godarville. Het museum was een aanrader vol verrassende foto’s. De toeristische dienst die hier ook een stand heeft, was zeer vriendelijk bemand

en willen of niet, bij vermoeden van Nederlandstalig bezoek kwam er een Nederlandstalige gids. Bij mijn laatste bezoek

(2008) bleek dit allemaal gesloten.

Een oplossing voor het raadsel van de identieke benaming van twee rivieren, op een korte afstand van elkaar gelegen, ligt niet in een hypothetische verbinding in een geologische recent verleden. Na de IJstijden zijn in het rivierstelsel van België ingrijpende veranderingen geweest maar of die nog doorspelen in de historische naamgeving blijft een vraag te stellen aan geologie en hydrologie.

Page 19: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

19

5 Zijn kompas slaat door te Jolimont Ooit was ik op stap met vrienden in de nachtelijke bossen rond Saint-Hubert. Wat is er leuker als midden december gewapend met een stafkaart, een kompas en uiteraard een lichtgewicht zaklamp de begane wegen te verlaten en door de duistere bossen te zwerven. We moesten zuidelijk marcheren naar onze warme hut waar de rest van het gezelschap ons wachtte: hopelijk met warm eten en waarschijnlijk ook met een groot glas rode wijn. Uren zwierven we rond, terwijl de stafkaart steeds onredelijker gegevens doorgaf. Tot ik merkte dat er een magneet op mijn zaklantaarn zat. Iedere keer dat ik mijn kompas bijlichte kreeg ik de bevestiging dat het noorden achter mij lag.

Had HANS ROMBAUT een magneet in zijn zak bij zijn bezoek aan het vermeende slagveld van de Romeinse legioenen? In elk geval stuurde hij mij een bericht met volgende beschrijving van de locatie: “Beste mijnheer Sermon, De Rue en de Ruelle César liggen in elkaars verlengde. Het is een onooglijk straatje dat doodloopt op een talud. Dat talud is dat van de Rue Jolimont, die een breed dal flankeert dat ten oosten ligt. De altissimas ripas en de breedte van het dal stemmen wel overeen. HANS ROMBAUT”. Op 1 augustus 2007 ging ik met dit gegeven op zoek naar dit landschap. Hier zou ik mijn verkenning van het historische slagveld starten.

Een dwaalspoor! Ik werd naar de Rue de Jolimont gestuurd. Deze is te vinden in Manage, in deelgemeente La Hestre, en een heel eind van de Chaussée de Jolimont

te Haine-St-Pierre en de Rue César te Fayt.

De vroeg-industriële rimboe ten oosten van de Chaussée de Jolimont is een opeenhoping van oude terrils

waartussen zich woonwijken vormen. Achter de huizen de vallei met terrils.

Zoals in paragraaf 9 vermeld, zocht ik deze gegevens op bij ViaMichelin en stelde vast dat ten oosten van de Rue Jolimont een woonwijk van La Hestre ligt. De Rue César eindigt op de Chaussée de Jolimont en daar ligt ten oosten ervan een diep gat in de wereld. Aan de overzijde, en nog meer oostwaarts van dat gat, ligt de Rue de Jolimont. (Zie stafkaart en Google op een volgende pagina.)

Van al het groen op de foto van HANS ROMBAUT was hier echter weinig te zien. In zat tussen begroeide terrils, oude en nieuwe woonwijken. De eerste industriële revolutie lachte me grijs en grauw toe. De Romeinen bleven onvindbaar. Het idyllische landschap van HANS ROMBAUT zoals afgedrukt in pagina 45 was (voorlopig nog) niet te aanschouwen.

Had ik weer slecht geluisterd en had ik alweer verkeerd gekeken? (Dit was in elk geval de mening van mijn echtgenote. Ze is trouwens altijd voorstander van het te vragen aan de eerste de beste omwonende! Liefst een allochtoon!)

Page 20: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

20

Ik kreeg stilaan het gevoel de rimboe te zijn ingestuurd. Ik voelde me beetgenomen en besloot mijn documenten te ordenen en mijn zoektocht uit te

schrijven. Zo ontstond dit dossier.

Het gebied tussen Chaussée de Jolimont en Rue de Jolimont heb ik op een satellietfoto op volgende bladzijde voorzien van commentaar en hoogtelijnen. Het is een keteldal met een smalle opening naar de Haine toe. Op oude kaarten stromen hier trouwens enkele beekjes. Ten noorden en ten oosten, richting Seneffe en Samme / Zenne, ligt de waterscheiding. Geen doorkomen aan!

De site waar we belanden, is op zichzelf wel boeiend. Het is een uitgestrekt vroeg industrieel terrein dat van de hoogten van La Hestre afdaalt naar de Haine. Hier begonnen ooit de industriële ontginningen van steenkool. In het begin waren er nog geen pompen en door de hoogteligging van de koolmijnen gebruikte men gewoon de zwaartekracht om het vuile water van de mijn af te voeren via de enkele beken die uit de hoogte afvloeiden.

Page 21: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

21

Op deze stafkaart uit 1894 zien we duidelijk de diepe put gelegen tussen Chaussée de Jolimont (rode straat van

linkerhoek beneden naar boven midden) en de Rue de Jolimont (rode straat van de naam Jolimont naar rechts, oosten). In de rechter beneden hoek het park en kasteel van Mariemont. Daartussen ligt een immense vallei met terrils. Hier

begon ooit de industriële mijnbouw. De Rue de César bestond nog niet maar was een veldwegel Sentier de Jolimont op de stippellijn naar linkerbovenhoek door de O van Jolimont.

Industriële archeologie te La Louvière – Manage-Morlanwelz. Satellietfoto Google met de vallei tussen Chaussée de

Jolimont en de Rue de Jolimont. Zie ook Rue Bellevue en Allée du Panorama. Hier voelde ik me beetgenomen en hierna begon ik deze tekst te schrijven.

Page 22: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

22

6 Naar de groene vallei van de Sabis Gelukkig neem ik altijd mijn stafkaarten mee en in de buurt is er ook weer zoveel groen niet. Ik zoek een groene oase en vindt een landschap niet eens ver van de Rue de Jolimont: iets meer dan een kilometer naar het westen. Het ligt westelijk in het verlengde van de Rue de Jolimont en ten noordoosten van de Rue César. Na enige rondjes door het eenrichtingsverkeer van het aan één gekoekte volgebouwde doolhof dat La Louvière noemt, bereiken we het landschap dat te zien is op de foto uit boek HANS ROMBAUT pagina 45. Op enkele meter van een volgestouwd urbanismeloze opeenhoping van huizen, staan we ineens midden de grazende koeien.

Links. De put met steenhopen bij La Hestre. De startplaats van de industriële revolutie op het continent en nu industrieel-archeologisch openluchtmuseum. Rechts. Na een tijdje rondrijden vinden we een dikke kilometer verderop een groene vallei met grazende koetjes. Foto gemaakt op locatie 2 op detail stafkaart hieronder. Een bijzondere kleine

beek en de oevers zijn hoog maar niet altissima.

Detail stafkaart 1882: hoogtelijnen aangeduid zwart / wit en de locaties waar we foto’s namen met rode cijfertjes 1, 2, 3, 4.

Kaart toont de bronvallei van het beekje Thiriau. Aan hoogtelijn 165 ligt de Rue César dat de vallei afsluit naar het zuiden (richting Haine, La Louvière, Binche). Geen doorkomen aan voor de hypothetische Samme / Sabis.

Vergelijk citaat p. 45:“Deze vallei bevindt zich ten noorden van de Hene, in het verlengde van de oorspronkelijke loop van de Samme vanaf Binche ten zuiden van de Hene, en loopt in de richting van de Pont de l’origine.”

Op het kruispunt aan het gehucht Bouly draaien we naar rechts (oosten) voorbij een mooie boerderij die er nog staat zoals op de stafkaart van 1882. Zelfs enkele fruitbomen staan er nog alhoewel op de stafkaart een hele boomgaard aangestipt is. Wat verder neem ik de foto locatie 1 (hoogtelijn 135

Page 23: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

23 meter) met zicht op het dorp Fayt. Op locatie 2 liggen de koeien te herkauwen en aan de beek locatie 3 op (hoogtelijn 130) is er een drassige weide. Op de foto locatie 4 ligt rechts van de weide een berm die voor HANS ROMBAUT pagina 45 de oever van de Sabis is. Voor ons ligt een brede opengaande vallei met zachte hellingen. Helemaal in de kom vloeit een beekje. We hebben toevallig een goeie kompas op zak en zien dat de beek naar het noordwesten vloeit. Op stafkaart ligt Seneffe en de Samme / Zenne noord-noordoost. Dus de beekvallei loopt helemaal niet zoals HANS ROMBAUT schrijft: “in de richting van de Pont de l’Origine”. (Zie citaat pagina 45).

Foto rechts, locatie 2, hoogtelijn 134.

Voor ons een zachte glooiing met beneden een beekje. Daarna een helling naar Fayt waarvan we de torenspits nog net boven de bomen zien uitsteken.

Foto links, locatie 3. Het beekje Thiriau

Citaat HANS ROMBAUT: “een enorm brede en diepe vallei ten oosten van dit gebied (…). Daar loopt ook de Samme.” De beek draait wat verder af naar links (westen). Daarachter zien we een helling. Daar begint de het plateau waarop de gemeente Manage ligt. Dit vormt de waterscheiding naar het noorden tussen de Haine en de Zenne.

Besluit! De beek die HANS ROMBAUT de Samme noemt is de Thiriau waarvan de bovenloop hier Hayes-du-Roeulx heet. Aan de hand van zowel mijn oude stafkaart als mijn kompas stel ik vast dat de gefotografeerde beek en haar vallei niet noordwaarts, dus richting Samme / Zenne afvloeit, maar westwaarts, richting Thiriau / Haine. De beek draait zoals te zien op de foto locatie 3 af naar links. Dit is het westen. We kunnen dit controleren op de stafkaarten op vorige pagina’s. De hoogtelijnen duiden aan dat het valleitje aan het noorden en het oosten (richting Samme / Zenne en Seneffe) afgesloten is. Het beekje is dusdanig onbelangrijk dat er niet eens een naam op de stafkaart staat.

HANS ROMBAUT identificeert, uitdrukkelijk en totaal fout, de Samme met deze bovenloop van deze Thiriau bij zijn antwoord op 25 augustus 2007:”Als men rond rijdt naar het verlengde van die straat (Rue César) komt men uit op de Rue Jolimont. Deze weg kijkt uit op een enorm brede en diepe vallei ten oosten van dit gebied en komt precies overeen met de beschrijving uit De Bello Gallico. Daar loopt ook de Samme. Een bezoek aan die site enkele dagen terug heeft me enkel gesterkt in deze identificatie.” Tussen haakjes! Men komt NIET “uit op de Rue Jolimont” maar op de Chaussée de Jolimont wat een hemelsbreed verschil oplevert.

HANS ROMBAUT stelt dat hier bij Fayt / Manage de Samme / Sabis stroomt. Maar! Op zijn eigen foto zien we achter de beek de hoger gelegen waterscheiding tussen Samme / Zenne en Haine liggen. Hij schrijft zelf over deze hellingen: “(…) verschillende reiken ruim boven de 150 m boven zeeniveau.” Hoe kan de Thiriau-die-Hans-Rombaut-de-Samme-noemt en die hier op ongeveer 130 meter boven de zeespiegel vloeit, over die hoogten naar de Samme / Zenne stromen. “Water vloeit niet naar omhoog”. Zie details van mijn stafkaarten op volgende bladzijden.

Page 24: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

24 Op de Ferrariskaart uit 1777 kleurden we de rivieren in blauw. In het rood omcirkeld de pre-industriele omgeving van Fayt, Jolimont, La Hestre. Op dit hooggelegen gebied ontspringen de bronnen van taltijke riviertjes. Ten westen (links) van de aanduiding Fay de Thiriau. De naam Haye du Roeulx vinden we terug op de oude Ferrariskaart en slaat op een bos en haagsysteem op de grens tussen het Graafschap Henegouwen en het Hertogdom Brabant. Zulke hagen moesten de opmars van vijandelijke legers vertragen of verhinderen. In die tijden vormde de beek het bovenstuk van de rivier Le Thiriau. Dat is nog altijd de naam van een café in Fayt, beneden in de vallei.

We zochten de oorspronkelijke loop van het beekje in het pre-industriële landschap van een Ferrariskaart uit 1777. De rode cirkel duidt de vallei bij Fayt aan. De beek verdwijnt richting Goegnies-Houdeng en vandaar naar

de Haine. Dit is dus zeker geen Samme.

De Thiriau en de Branche de La Croyère Op een stafkaart (1882) vinden we de beek terug wat verder naar het westen en aangeduid als de Thiriau. Ze stroomt dan nog door een idyllisch landschap langs dorpen die we nu kennen als industrieel archeologische sites: Havré, Thieu, Braquegnies, Houdeng, Aimeries, Cougnies. Het was pas na de invoering van een modern sluizensysteem dat het hoogteverschil in de vallei van de Thiriau kon gekanaliseerd worden. De rivier had te weinig water om er een traditioneel kanaal mee te bevoorraden. We zijn ver van de Samme en nog verder van waterrijke rivieren.

Page 25: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

25

Spoorwegen geel bijgekleurd, beken blauw, naam van de beek Thiriau in rood omcirkeld.

De beek / rivier Thiriau verdwijnt tegenwoordig in het Canal du Centre dat haar stroomgebied ingepakt heeft. In 1884 start men de bouw van dit Canal du Centre met zijn scheepsliften geklasseerd door de Unesco. Zo komt er een verbinding Mons-La Louvière-Seneffe-Brussel-Charleroi.

De Thiriau stroomt na de bocht aan Fayt naar het westen waar ze verdwijnt onder de fabrieken en de spoorwegemplacementen om te eindigen in een Branche (tak) van de Embranchement du Canal de Charleroi (aftakking aan kanalenknooppunt). Door deze Branche varen binnenschepen naar het grote spoorwegemplacement. Op de stafkaarten lezen we Branche de La Croyère. (Branches zijn ook Bassins genoemd.)

De Embranchement en zijn verschillende Branches verbinden het hooggelegen industriële noorden van La Louvière en Manage met het Kanaal Brussel-Charleroi in de omgeving van Seneffe. We zitten boven op de waterscheiding en een aardig stukje landmeterschap laat de Embranchement netjes over een hoogte van ongeveer 123 meter lopen over meer dan tien kilometer. Er zijn geen kunstwerken nodig bij deze verbinding.

Het Embranchement geeft toegang tot het Canal du Centre via een scheepslift ter hoogte van Houdeng-Goegnies. Deze noemt Ascenseur n°1 en is een eerste kunstwerk in een opeenvolging van vier sluizen die op de lijst van de Unesco staan. Hier is een knooppunt van kanalen, branches en spoorwegen naar de fabrieken en (gewezen) koolmijnen. Dit kanaalvak of Bief bevindt zich op 121,15 meter boven zee en is het hoogste punt van de bevaarbare waterwegen in België. Men noemt het ook Bief de Partage want het stroom boven op de waterscheiding van Schelde en Maas.

Bij de Ascenseur n°1 bouwde men Portes de Garde om de vallei van de Haine te beschermen tegen overstromingen. Dit is een soort guillotine die naar beneden gelaten is aan de Embranchement of Bief de Partage als de scheepslift stil ligt. De Embranchement loopt immers helemaal omheen het industriegebied van Le Centre. De volgende sluis was voorbij het Verbindingskanaal en de Pont de l’Origine op het oude kanaal tussen Seneffe en de Tunnel de Godarville. Over die meer dan tien kilometer (toen) lag een massa water op grote hoogte opgestapeld die bij een breuk aan de scheepslift met geweld de dichtbevolkte vallei van de Haine kan instromen. Tegenwoordig is de watermassa ontzaggelijk toegenomen. Op het nieuwe kanaal ligt de volgende sluis richting Charleroi te Luttre (Ecluse 3) en richting Brussel te Ronquières (Plan Incliné 4): een watermassa van 50 meter breed en bijna 40 kilometer lang.

Page 26: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

26

Stafkaart 1882

We kleurden de spoorwegen geel. Links boven is de grote spoorlijn met een station. (omcirkeld) Daar is een verbinding van de spoorlijnen met het Kanaal Brussel-Charleroi via de Branche, een zijtak van de Embranchement.

De smalle gele lijnen zijn privéspoorwegen. De oever van de Sabis (zie p. 45) is een spoorberm. We voegden enkele hoogtelijnen en markeerden de Sentier de Jolimont, de nog niet geplaveide latere Rue César.

Stafkaart 1894

De spoorweg op de zo gezegde oever van de Sabis is verdwenen en er werd een pad op aangelegd. Lees het verhaal van de koolmijn en deze spoorweg volgende pagina.

De spoorweg van Fayt naar de Branche is dan nog actief. Hij verbindt de fabriek te Fayt met het station en het kanaal.

De Sentier de Jolimont , latere Rue César is nog niet geplaveid.

Page 27: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

27

Stafkaart 1936.

De privéspoorlijnen in de vallei zijn vervangen door aardewegen en enkel de taluds

bleven over. Aan de linkerkant is

nog één smalspoor dat

aansluit op officiële spoorlijn.

Aan de Branche is er een

uitbreiding van de bebouwing waar ook de beek uit

Haye du Roeulx in verdwijnt.

De vroegere Sentier de Jolimont is

geplaveid en noemt sinds dan Rue de César.

De spoorlijnen zijn vervangen door de aarden wegels die er nu nog altijd liggen en een voetgangersverbinding vormen tussen Fayt en het gehucht aan de Rue César. Het zijn vooral de lokale zoetwatervissers die deze weg gebruiken als raccourci. De berm van de verdwenen spoorweg beschouwt HANS ROMBAUT als een oever van de Sabis! (Zie volgende paragraaf 7)

Enkele souvenirs van de speurtocht naar de Samme. Hieronder de Pont de l’Origine aan het Verbindingskanaal en de toegang tot de Tunnel de Godarville op het kanaal van 350 ton.

Page 28: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

28

Het besproken gebied op een pre-industriële kaart uit 1640. De cartograaf vindt de Samme / Seneffe niet breed genoeg om te vermelden op zijn kaart. (Comitatuum Hannoniae et Namurci Descriptio, BLAEU W. & J. ,1640-43)

Page 29: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

29

7 Een ijzeren weg op de oever van de Sabis

1.1 De oever van de Sabis Pagina 45 toont een foto (hieronder) en we noteren hieronder de commentaar van HANS ROMBAUT bij zijn foto. Hij meent op deze foto de oorspronkelijke rivieroever van de Samme te herkennen. Hier gaat hij totaal de mist in. Deze gezegde oever is het spoorwegtalud dat we op de stafkaart 1882 in het geel aanstreepten. Op stafkaarten 1894 en 1936 is deze spoorweg verdwenen en rest enkel nog het talud. We vonden de geschiedenis van deze spoorweg en het bijhorend talud. Wat blijkt? Dit talud is opgeworpen met afval van een vroegere steenkoolmijn wat verderop.

Afbeelding uit Hans Rombaut p.45. Citaat: “Rechts, de paaltjes volgend, is de oorspronkelijke rivieroever bewaard in een talud van ongeveer 1 m of 3 voet hoog.”

Op dezelfde locatie trokken we deze foto. De berm is rechts op de foto. Volgens onze stafkaarten is dit geen oever maar een oude spoorwegtalud.

Volledig citaat uit HANS ROMBAUT, Julius Caesar in België, p.45.

”FIG. 15. - Zicht op een uniek stukje landschap te Petit-Bois d'Haine vlakbij La Louvière, veel korter bij de plaats die volgens De Bello Gallico op 10 mijl van Caesars castra gelegen was nadat nij reeds drie dagmarsen ver in het land van de Nervii was opgemarcheerd. Deze vallei bevindt zich ten noorden van de Hene, in het verlengde van de oorspronkelijke loop van de Samme vanaf Binche ten zuiden van de Hene, en loopt in de richting van de Pont de l’Origine. Rechts, de paaltjes volgend, is de oorspronkelijke rivieroever bewaard in een talud van ongeveer 1 m of 3 voet hoog.

Deze huidige zijtak van de Hene vertoont veel gelijkenissen met de door Caesar beschreven Sabis, zoals de helling op de achtergrond rechts bovenaan. Merkwaardig detail: toen de ploeg van de fotograaf vanuit deze site was teruggekeerd en alles was opgeborgen, merkte één van de aanwezigen op het straatnaambordje waarlangs men deze plaats verliet de naam Ruelle César, een straatnaam die in deze omgeving samen met Rue César wel meer voorkomt, o.m. te Bergen met attestaties in documenten uit de 14de eeuw. Deze naamgeving is eeuwen geleden tot stand gekomen, zonder de kennis van de weg die Caesar volgde in het land van de Nervii, zoals wij deze op basis van geografische elementen uit De Bello Gallico hebben gereconstrueerd.”

Page 30: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

30

1.2 Koolmijnen en spoorwegen

De hierna volgende informatie komt uit STRALE JOSEPH, Les Sociétés Charbonnières de Fayt et Bois-d’Haine 1837-1876. La Louvière, Ecomusée du Centre et Commission d’Histoire de l’Entité Manageoise, 1992.

In de negentiende eeuw kent het industriegebied van Le Centre een geweldige industriële ontwikkeling vooral gebaseerd op steenkool. Door de steenkool aangetrokken, vestigen zich hier een resem andere industrietakken zoals de metaalnijverheid. Er wordt gespeculeerd en er wordt geïnvesteerd! Onder impuls van industriekapiteins worden vennootschappen opgericht die ofwel grote winsten opbrengen voor de aandeelhouders, ofwel vlug failleren. Eén van die grote namen in het wilde kapitalisme van de vroege industriële revolutie was een man uit Fayt, FRANÇOIS-ISIDORE DUPONT. In 1820 bouwt hij een fabriek rechtover zijn woonst in Fayt. Hij zal hier allerlei technologische vernieuwingen uit Engeland introduceren. Hij levert o.a. de spoorstaven voor de eerste spoorlijn van Mechelen naar Brussel. Samen met JOHN COCKERIL wordt hij de voornaamste producent ervan. In 1837 bouwt hij te Fayt een nieuwe walserij.

Foto genomen vanaf de helling van Fayt. Het spoorwegtalud loopt waar de schaduw valt van de boom. In de verte de boerderij aan de Rue César.

Dezelfde boom en spoorwegtalud. In de verte de hoogte van Jolimont. Op deze plaats is het duidelijk te zien dat deze talud kunstmatig aangelegd werd.

Op 12 maart 1852 verkrijgt hij de toelating om een privé-spoorlijn te leggen van zijn fabriek te Fayt naar de “railway des Embranchements du Canal de Charleroi à Bruxelles, à proximité du bassin de La Croyère.” Daardoor zal de productie van de metaalfabriek via een dicht net van spoorwegen en kanalen het hinterland gemakkelijker bereiken. Ook de nodige energie, steenkool kan nu goedkoper de fabriek bereiken! Aan de fabriek te Fayt wordt een hellend vlak gebouwd waar een stoommachine de ladingen op en af trekt aan de steile helling naar de vallei aan de Château d’Escaille. In Bois d’Haine wordt er tevens een hoogoven gebouwd.

Het industriële imperium van DUPONT wordt de grootste metaalproducent van Le Centre.

Hij besluit ook te investeren in steenkool en sticht La Société du Charbonnage de Fayt. Na heel wat wedervaren en tegenslagen in deze industrietak, besluit hij een nieuwe mijn te openen te Fayt. Als eigenaar van metaalfabrieken is hij niet enkel op zoek naar rendabele investeringen maar ook naar steenkool als “alimentation des hauts fourneaux, forges et laminoirs de Fayt, Bois-d’Haine et Arquennes, appartenant à Emile Dupont.” (Strale, p. 18-19).

Page 31: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

31 Te Fayt gaat men mijnschachten delven op de site van Tiesse de l’Aye. Er komen tevens een schrijnwerkerij, een smidse, een magazijn, bergruimtes en een bureau. Zoals gebruikelijk krijgen de aangeboorde kooladers de naam van een heilige. Saint-Gilles heeft een “puissance” van vijfendertig centimeter, Saint-Emile op 156 meter diepte heeft zelfs een “puissance” van een halve meter. De ader Saint-Alfred heeft terug slechts vijfendertig centimeter. Saint-Charles ligt op een diepte van 275 meter en meet drieënveertig centimeter. Om de steenkool op een goedkope wijze af te voeren besluit men de koolmijn te koppelen aan de spoorlijn van de fabriek. Nieuwe delfapparatuur zal “remonter le charbon au jour, directement des tailles d'extraction dans les wagonnets conduits à la surface sur notre chemin de fer et se versant soit au magasin d'approvisionnement situé près de la chaussée, soit sur les grands wagons qui les transportent au canal ou bien au railway de l'Etat".

In december 1862 begint de bouw van het kolenspoor (chemin de fer charbonnier) waarvan de aanleg een jaar duurt gezien de moeilijkheden veroorzaakt door het reliëf. De Tiesse de l’Aye ligt tegen de grens van La Hestre op het hoogste punt van de gemeente (167 meter). Het kolenspoor moet naar de eerder gebouwde industriële spoorlijn afdalen tot op 133 meter beneden in de vallei van de Hayes du Roeulx (Thiriau). Om dat punt te bereiken moet er een bocht komen midden de helling van de vallei na het passeren van de Chaussée de Mons waar een tunnel en een overslagplaats worden gebouwd.

De totale lengte van het nieuwe kolenspoor is 1.625 meter. Ze daalt rechtdoor vanaf de mijn (167 meter) over een halve kilometer naar de Chaussée (155 meter). Dit gedeelte noemt de Petite Section. De Usines Dupont bouwen een apparaat dat daar de koolwagons onder het straatniveau brengt. Via een tunnel bereikt de kolen de overkant waar een aanlegsteiger met een tuimelsysteem de kolen in grotere treinwagons kiept. Daar vertrekt over een lengte van één kilometer de Grande Section van het met paarden getrokken kolenspoor. De aanleg ervan vereist grote hoeveelheden steenslag.

De zetel van de mijn te Fayt blijkt op termijn niet rendabel en na enkel jaren wordt de mijn gesloten. De put wordt onder water gezet en het terrein rond de mijn genivelleerd en verkocht in loten voor bebouwing. De eigenlijke terril blijft nog bestaan tot 1960 en wordt dan afgevoerd. De kleine terril aan de Chaussée staat er nog maar ligt verborgen achter de huizen.

De spoorlijn zelf is nog duidelijk te herkennen in het landschap van de vallei door de ruime bocht ten westen van het dorp Fayt. De steenafval uit de koolmijn die diende voor de ophoging van de spoorwegberm vormt nog altijd een talud van één tot zeven meter hoog. In de weiden en velden is deze rommel nog gemakkelijk terug te vinden.

Zicht op de spoorwegberm met erachter een veld met maïs. De paaltjes zijn eveneens te zien op de foto van

HANS ROMBAUT, p. 45.

Page 32: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

32

Ter verduidelijking kleurden we de kaart uit de publicatie van JOSEPH STRALE. Er liepen twee spoorlijnen door de vallei van de Haie du Roeulx (ook vermeld als Haye of Hayes). De oudste lijn vertrok aan de Usine Dupont in het centrum van Fayt en liep de helling af naar Bois d’Haine waar een ander fabriek van DUPONT gevestigd was. Dit was een Chemin de Fer Industriel, geschikt voor normale spoorwagons. Aan de Branche van het Canal Bruxelles-Charleroi sloot die aan op het officiële spoorwegnet. De tweede lijn was een kolenspoor en vertrok vanaf de steenkoolmijn Tiesse de l’Ayye op het hoogste punt van Fayt. Hier werden de wagons getrokken door paarden. Het eerste deel, Petite Section, liep tot aan de Chaussée. Aan de Petit Terril werd de steenkool via een tunnel onder de straat naar een verkooppunt gebracht. Een gedeelte werd overgeladen op de Grande Section om de kolen naar de Usine Dupont in Fayt te brengen. Om de helling op te geraken was er een stoommachine die de kolenwagens optrok via een Plan Incliné (hellend vlak).

Deze spoortaluds met steenslag uit de mijn van Jolimont zijn in het landschap nog altijd te zien en staan bij HANS ROMBAUT vermeld als de oever van de Sabis.

Op de volgende bladzijde details van de POPP-plannen van Fayt (boven) en Bois d’Haine (onder). Ze dateren van omstreeks 1860. De industriële spoorweg naar de fabriek is al aangelegd maar het kolenspoor door de vallei niet. We duiden het kolenspoor aan met een volle rode streep. De fabriek en de boerderij werden rood ingekleurd, de sentiers (wegels) grijs en de bestaande spoorwegen geel.

Page 33: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

33

Page 34: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

34

8 De straat waar CÉSAR woonde

Deze kadasterkaart uit de negentiende eeuw hangt in het gemeentehuis van Fayt-lez-Manage. Merk in kleine letters boven vermelding Commune du Bois d’Haine in zeer kleine letters Sentier de Jolimont waar de huidige Rue César loopt.

Foto onder. Het naambord van de Rue César te Haine-Saint-Paul, deelgemeente van La Louvière. Het ultieme bewijs van de doortocht van CAESAR aan de oevers van de beek in de nabije vallei.

Citaten uit HANS ROMBAUT, Julius Caesar in België.

Op pagina 45 lezen we over de Rue César: “Deze naamgeving is eeuwen geleden tot stand gekomen zonder de kennis van de weg die Caesar volgde in het land van de Nervii, (…). Zij moet wel degelijk ernstig genomen worden en verdient met bijzondere aandacht te worden in kaart gebracht; hier schuilt een mogelijkheid om het verschil tussen het traject van Caesar en dat van de latere Chaussée Brunehaut in kaart te brengen.”

Een verdere verklaring van deze straatnaam Rue César lezen we op pagina 122: “Rue(lle) César (straatnaam voorkomend in de omgeving van Mons, Haine-Saint-Paul en La Louvière, toponymisch relict van de doortocht van JULIUS CAESARCAESAR in 57 voor Chr., deze plaatsnaamgeving dient zeer ernstig te worden genomen en verdient een diepgaand toponymisch, historisch en topografisch onderzoek.)”

Page 35: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

35 Van de thesis van één grote en waterrijke Samme / Sabis in de Romeinse tijden, blijft uiteindelijk één bewijs over. HANS ROMBAUT heeft “de Rue César en de Ruelle César” gevonden op haar veronderstelde passage. Hij zegt dat deze ligt in “Petit-Bois-d’Haine” wat op zichzelf al een merkwaardige vergissing is voor een historisch-geograaf.

Deze straatnaam zou bewijzen dat CAESAR hier ooit passeerde

Ik ben op zoek gegaan naar dit relict en heb deze Straat César gevonden in Fayt, deelgemeente van Manage. Ik stapte daar het plaatselijk gemeentehuis binnen en raadpleegde het aanwezige negentiende-eeuws kadasterplan. De huidige Rue César staat daar vermeld als Sentier de Jolimont. (zie afbeelding van kadasterkaarten vorige bladzijden). Op een ander kadasterplan, het Popp-Plan2 van de gemeente Bois d’Haine staat een gedeelte van de toenmalige arbeiderswijk Jolimont afgebeeld, een soort enclave tussen Fayt en Haine-Saint-Paul. Ook op deze kaart is de huidige Rue César een klein weggetje en aangeduid als Sentier de Jolimont.

Verwonderd over deze naamsverandering deed ik navraag bij de plaatselijke historische kring. Daar ben ik ontvangen door de voorzitter3 en die herinnert zich dat deze straat ooit vernoemd werd naar een plaatselijke populaire figuur, CÉSAR genaamd. Hij bevestigt mij later schriftelijk dat de Sentier de Jolimont omstreeks negentienhonderd werd geplaveid en bij die gelegenheid Rue César gedoopt. (Er bestond al een Rue de Jolimont.)

Op het detail van het Popp-Plan van de gemeente Bois d’Haine (boven) van omstreeks 1860 staat de toenmalige

arbeiderswijk Jolimont afgebeeld. Zoals te zien op het plan was het een soort enclave tussen Fayt en Haine-Saint-Paul. De beek Hayes du Roeulx vormde hier de gemeentegrens (de rode lijn onder Fayt-lez-Seneffe). De Chemin die in de linkerbenedenhoek afdraait is de Chemin de Péronnes (nu Rue Jean Schyns). De huidige Rue César was toen een klein

wegeltje: Sentier de Jolimont. Hieronder een uitvergroting van de naam van de wegel.

2 PHILIP-CHRISTIAAN POPP, controleur van het kadaster, dagbladuitgever en cartograaf, werd geboren te Utrecht op 10 februari 1805 en stierf te Brugge op 3 maart 1879. 3 JOSEPH STRALE, Commission d’Histoire de l’Entité manageoise.

Page 36: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

36 Het gehucht van Jolimont was een arbeidersbuurt. We zitten hier vlak bij het in paragraaf 5 hierboven beschreven mijngebied tussen de Chaussée de Jolimont en de Rue de Jolimont (zie aldaar satellietfoto Google). We herinneren ons dat de eerste socialistische coöperatieve van België La Maison du Peuple et du Progrès de Jolimont hier in 1886 gesticht werd. Het eerbiedwaardige gebouw is nog altijd te bezoeken, net de hoek om.

Eén van de populairste figuren van Jolimont omstreeks 1900 was een zekere CÉSAR en die woonde in de pas geplaveide Sentier de Jolimont die meteen omgedoopt werd tot Rue César.

Het is wel typerend voor het niveau van de methodiek dat HANS ROMBOUT op zijn Blog zonder nader onderzoek stelt dat de verklaring door de Commission d’Histoire voor de Rue César een volksetymologie is en de naam César een bijnaam.

“(…)Volksetymologieën moeten erg voorzichtig worden benaderd en dat doet u niet, mijnheer Sermon. Is datgene wat de mensen u verklaarden over het ontstaan van deze straatnamen waar? Het is immers héél ongebruikelijk dat de bijnaam van een reëel persoon wordt gebruikt als straatnaam en dan nog wel voor twee straatnamen: Rue en Ruelle César.”

De lokale Commission d’Histoire heeft nergens gesteld dat het om een voornaam of bijnaam ging en er is ook geen enkele aanleiding om dit te stellen. In deze omgeving is CÉSAR een

gewone en meer voorkomende familienaam.

Overzicht van de spreiding van de familienaam CÉSAR.

Te vinden op http://www.familienaam.be. Merk de concentratie in de omgeving van La Louvière.

Page 37: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

37

9 Een geograaf loopt verloren

1.1 Het dwaalspoor De “vondst” van het slagveld van de Sabis in de omgeving van La Louvière werd met grote fanfare aangekondigd. Nochtans bleef de exacte locatie een raadsel en blijkbaar is ook NIEMAND er ooit op bezoek gegaan. Merkwaardig feit! Rekening houdend dat dit “nieuws” vele media en historische publicaties beroerde. Op mijn vraag naar de locatie van zijn vondst, stuurde HANS ROMBAUT mij een vroeg-industriële rimboe in. Hij gaf mij deze verwarde uitleg op 26 augustus 2007 om 15u09: “De Rue en de Ruelle César liggen in elkaars verlengde. Het is een onooglijk straatje dat doodloopt op een talud. Dat talud is dat van de Rue Jolimont, die een breed dal flankeert dat ten oosten ligt.” Dit was een compleet dwaalspoor!

Na een felle reactie van mijnentwege antwoordde een verbaasde HANS ROMBAUT op 14 september 2007 om 20u11: “(…) Evenmin zie ik niet goed in hoe ik u in de verkeerde richting heb gestuurd (ik heb de locatie niet met Manage vereenzelvigd, alleen was daar het landschap zo herkenbaar, wel met Petit-Bois d'Haine te La Louvière).” Merkwaardige formulering voor een geograaf. Petit-Bois d’Haine is een niet bestaande entiteit, wel een gehucht en ligt niet in La Louvière. Zie verder!

Mag ik u vragen, beste lezer, op basis van bovenstaande beschrijving door HANS ROMBAUT de locatie te vinden waar de laatste der Nervii in een voorlaatste kramp zijn allerlaatste spies in een

zegevierende Romein zou geboord hebben?

1.2 De routeplanner Ik raadpleegde de routeplanner van ViaMichelin en van Promedia:

- Rue de Jolimont is onbekend in La Louvière en deelgemeenten. Deze straat ligt in Manage, deelgemeente La Hestre.

- Chaussée de Jolimont is in La Louvière, deelgemeente Haine-Saint-Pierre - Rue César is te vinden in La Louvière, deelgemeente Haine-Saint-Paul. Maar ook in

Manage, deelgemeenten Bois d’Haine en Fayt-lez-Manage - Ruelle César is elektronisch niet te vinden maar dit kan te wijten zijn aan een gebrek aan

handelszaken. Deze Ruelle is wel te vinden op een stadsplan van Fayt-lez-Manage, deelgemeente Manage.

In de deelgemeente Fayt, en nergens anders, ligt het ingebeelde slagveld “gevonden” door HANS ROMBAUT.

1.3 De lieu-dit Een lokale website geeft meer info: http://www.chaudeau.be/commune/lieux.htm

Petit Bois d’Haine

“Hameau de la commune s'étendant sur l'entièreté du versant sud de la Troupette jusqu'à Jolimont. Cette partie de la commune fût longtemps la plus vivante en raison des industries qui s'étaient implantées. La rue principale, rue de Petit Bois-d'Haine, maintenant rue Emile Vandervelde avait une population essentiellement ouvrière.” We lezen dat Petit Bois-d’Haine geen gemeente is, wel een gewezen straat! Het was een gehucht, een volksbuurt in Bois d’Haine in de omgeving van

Page 38: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

38 Jolimont genaamd naar een verdwenen straat. Een lieu-dit zoals men zo onvertaalbaar zegt in Wallonië.

La Troupette

“La Troupette-à-s'Arbres, bosse de sable à l'extrémité de la Haie du Roeulx. Sur ce tumulus de sable boisé on y aurait trouvé des pièces de monnaie romaines et une hache en silex ...” (Een geluk dat HANS ROMBAUT deze opmerking over de Romeinen niet gelezen heeft) “A proximité de ce lieux le siège d'un charbonnage fut créé en 1837. Cette exploitation fut arrêtée en raison de la présence d'une importante nappe aquifère. La socièté des Eaux de la Troupette a exploité cette nappe d'eau pour les besoins industriels”. (Dit is een steenkoolmijn van DUPONT besproken op vorige pagina’s)

Jolimont

“Lieu situé à l'extrémité sud de la commune le long de la Chaussée de Mons à Nivelles. Cette appellation était déjà employée en 1587. Ce nom proviendrait d'une dénomination donnée par Marie de Hongrie qui trouvait le mont joli. Les archives de Mons possédaient avant l'incendie de 1940 un document portant au dos l'inscription "Louis de Jolimont". (…) Ce nom chevauche cinq ex-communes: Bois-d'Haine, La Hestre, Fayt-lez-Manage, Haine-Saint-Paul et Haine-Saint-Pierre.”

1.4 De deelgemeenten van La Louvière en Manage Bij de fusies der gemeenten werden een aantal gemeenten uit de industriële agglomeratie van de Centre samengevoegd tot La Louvière en Manage.

La Louvière Boussoit Haine-Saint-Paul Haine-Saint-Pierre Houdeng-Aimeries Houdeng-Goegnies La Louvière Maurage Saint-Vaast Strépy-Bracquegnies Trivières

Manage Bellecourt Bois-d’Haine Fayt-lez-Manage La Hestre Manage

Petit Bois d’Haine is geen gemeente maar een lieu-dit van Bois d’Haine, deelgemeente van Manage!

Page 39: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

39

10 Besluit Bij mijn onderzoek deed ik de volgende vaststellingen: Er zijn twee verschillende beken die Samme noemen. De ene vloeit door Binche naar de Haine, de andere door Seneffe naar de Zenne. In deze tekst: de Samme / Haine stroomt door Binche en de Samme / Zenne door Seneffe.

Er was geen verbinding tussen beide beken in de historische tijden. Er is momenteel geen verklaring voor de identieke naam voor twee verschillende waterlopen van elkaar gescheiden door de diepe en brede vallei van de Haine.

Water, dus ook de Samme, vloeit niet bergop. Het stroomgebied van de Samme / Zenne van Seneffe ligt gedeeltelijk hoger dan dat van de Samme / Haine van Binche en dus kan deze laatste niet naar de eerste vloeien zoals HANS ROMBAUT beweert.

De Samme / Haine van Binche confectioneerde op natuurlijke wijze een opmerkelijke hoefijzervormige hoogte, voorbeschikt als vesting van La Bonne Ville de Binche.

De vallei van de Samme / Zenne is gekanaliseerd in de negentiende eeuw. Deze Samme / Zenne was toen een smalle beek van de bron tot aan Seneffe waarvan de loop nog op stafkaarten is te volgen.

Het stukje Samme / Zenne tot Seneffe waarover HANS ROMBAUT spreekt, was in het verleden en is nog altijd een smalle beek op vijf kilometer van haar bron te Mariemont.

Het zogenaamde slagveld van de Sabis zoals aangeduid door HANS ROMBAUT ligt aan de waterscheiding, kant Haine en niet kant Zenne. Dus niet aan de Samme!

De foto door HANS ROMBAUT pagina 44 is niet de monding van de Samme maar het twintig meter brede Verbindingskanaal tussen kanaal met tunnel van 350 ton, het nieuwe kanaal 1350 ton en de Embranchements.

De foto door HANS ROMBAUT op pagina 45 toont geen tweeduizend jaar oud relict van de oever van de Samme maar een oud spoorwegtalud.

De foto door HANS ROMBAUT pag. 45 toont een bronvallei van de Thiriau (Haye du Roeulx genaamd) die naar de Haine stroomt richting Houdeng (westen!) en omstreeks 1900 gekanaliseerd werd tot het Canal du Centre.

De Rue César te Manage noemde vroeger Sentier de Jolimont en is dus geen volkse toponymische herinnering aan CAESAR, wel de naam van een bekend dorpsfiguur, CÉSAR, uit deze arbeiderswijk.

Ik onderzocht slechts enkele facetten van de claim Samme=Sabis. De met veel publiciteit aangekondigde vondst van een brede ondiepe Sabis met hoge oevers, kan een kleine toets ter plaatse niet weerstaan. De argumenten aangebracht door HANS ROMBAUT zijn verre van bewezen en zijn werkstuk bevat talrijke onaanvaardbare fouten ook tengevolge van de non-controle van zijn aannames. Bijgevolg stel ik me vragen bij zijn andere vooropstellingen over de tocht van JULIUS CAESAR door onze gewesten.

Page 40: De Samme is de Sabis nietusers.skynet.be/sky56348/De Samme is niet de Sabis/De... · 2013. 1. 18. · 5 elle se jette dans la Sennette à Ronquières, après avoir traversé du sud

40

Het pre-industriële landschap. Détail van Les frontières de France et des Pais Bas, ou se trouvent le Comté

de Flandre, et la plus grande partie de ceux d'Artois de Hainaut et de Namur, le Duché de Barbant etc. NICOLAS DE FER, 1710, http://www.lexilogos.com/wallonie_carte.htm. We kleurden de bossen op de

waterscheiding groen. De Haine , Thiriau, Samme en Pièton blauw.