de Rechtspraak 19-4875.pdf2.… · de vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn...

6
de Rechtspraak Rechtbank Rotterdam AANTEKENEN en PER MAIL SteensmaEven Rechtbank Rotterdam tav de heer mr. A.W. van Leeuwen Bestuursrecht Postbus 21695 3001 AR Rotterdam bezoekadres Wilhelminaplein 100/125 correspondentieadres Postbus 50951 3007 BM Rotterdam datum 26 februari 2021 t 088-36 26000 onderdeel bestuur 2 f 088-36 10566 contactpersoon mevr M. Zwikstra www.rechtspraak.nl doorkiesnummer 088-36 11932 ons kenmerk zaaknummer ROT 19 / 4875 BC VRLK Bij beantwoording de datum en uw kenmerk ons kenmerk vernielden. Wilt u slechts één zaak in uw brief bijlage(n) behandelen. faxnummer afdeling 088-36 10566 onderwerp het beroep van FNV c.s. en de werkgevers Geachte heer, Over het beroep met zaaknummer ROT 19 / 4875 BC VRLK deel ik u het volgende mee. De rechtbank heeft uitspraak gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak. Indien in deze uitspraak wordt verwezen naar een uitspraak met een ECLI-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraak onder dat nummer gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dient te worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door een beroepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. In uw beroepschrift moet u vermelden waarom u het niet eens bent met de uitspraak. Het is voor burgers en voor advocaten ook mogelijk om digitaal hoger beroep in te stellen via http::”lokct.rechtspraaL.nl. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening. Kijk op de genoemde internetpagina voor de precieze voorwaarden. Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie van de rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. Als u4e recjan1be1t of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden. —r Hoogadhjr / /,-._ r frSgriffer Uw persoonsgegevens en indien van toepassing die van uw cliënt worden, voor zover nodig, voor een goede procesvoering verwerkt in de BEOO1 registratiesystemen van de Rechtspraak.

Transcript of de Rechtspraak 19-4875.pdf2.… · de vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn...

Page 1: de Rechtspraak 19-4875.pdf2.… · de vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn van twee weken na haar brief van 12 april 2019 bezwaar is gemaakt door FNV c.s en

de RechtspraakRechtbank Rotterdam

AANTEKENEN en PER MAIL

SteensmaEven Rechtbank Rotterdamtav de heer mr. A.W. van Leeuwen BestuursrechtPostbus 216953001 AR Rotterdam

bezoekadresWilhelminaplein 100/125

correspondentieadresPostbus 50951 3007 BMRotterdam

datum 26 februari 2021 t 088-36 26000onderdeel bestuur 2 f 088-36 10566

contactpersoon mevr M. Zwikstra www.rechtspraak.nldoorkiesnummer 088-36 11932

ons kenmerk zaaknummer ROT 19 / 4875 BC VRLK Bij beantwoording de datum enuw kenmerk ons kenmerk vernielden. Wilt u

slechts één zaak in uw briefbijlage(n) behandelen.faxnummer afdeling 088-36 10566onderwerp het beroep van FNV c.s. en de werkgevers

Geachte heer,

Over het beroep met zaaknummer ROT 19 / 4875 BC VRLK deel ik u het volgende mee.

De rechtbank heeft uitspraak gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak. Indien in deze uitspraakwordt verwezen naar een uitspraak met een ECLI-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraakonder dat nummer gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.

Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dientte worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door eenberoepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan het College van Beroep voor hetbedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. In uw beroepschrift moet u vermelden waarom u hetniet eens bent met de uitspraak. Het is voor burgers en voor advocaten ook mogelijk om digitaal hogerberoep in te stellen via http::”lokct.rechtspraaL.nl. Daarvoor moet u wel beschikken over eenelektronische handtekening. Kijk op de genoemde internetpagina voor de precieze voorwaarden.

Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie van derechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer.

Als u4e recjan1be1t of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden.—rHoogadhjr

/ /,-._

rfrSgriffer

Uw persoonsgegevens en indien van toepassing die van uw cliënt worden, voor zover nodig, voor een goede procesvoering verwerkt in deBEOO1 registratiesystemen van de Rechtspraak.

Page 2: de Rechtspraak 19-4875.pdf2.… · de vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn van twee weken na haar brief van 12 april 2019 bezwaar is gemaakt door FNV c.s en

uitspraakRECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: ROT 19/4875

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 februari 2021 in de zaak tussen

1. FNV Havens en 21 natuurlijke personen, eisers 1 (FNV c.s.),2. DFDS Seaways B.V. en 11 andere vennootschappen, eisers 2 (DFDS c.s.)gemachtigde: mr. A.W. van Leeuwen,

en

De Nederlandsche Bank, verweerster (DNB),gemachtigden: mr. A.J. Boorsma en mr. S.O. Visch.

Procesverloop

Bij besluit van 26 februari 2019 (het instemmingsbesluit) heeft DNB ingestemd met deovergang van de rechten en verplichtingen uit alle levensverzekeringen bij een juridischefusie van Optas Pensioenen N.V. (Optas) als verdwijnende rechtspersoon met AegonLevensverzekering N.V. (Aegon) als verkrijgende rechtspersoon.

Bij besluit van 12 augustus 2019 (het bestreden besluit) heeft DNB de daartegen doorFNV c.s en DFDS c.s. gemaakte bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.

Tegen dit besluit hebben FNV c.s en DFDS c.s. beroep ingesteld bij de rechtbank.

DNB heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is op 4 december 2020 ter zitting behandeld. Namens FNV c.s en DFDS c.s. is hungemachtigde verschenen, vergezeld door N. Stam van FNV Havens. DNB is ter zittingvertegenwoordigd door haar gemachtigden, vergezeld door mr. W.M. Haverkamp,medewerker van DNB.

Overwegingen

1. 1. Optas, een levensverzekeraar, was sinds 2007 een dochteronderneming van Aegon,eveneens een levensverzekeraar met een vergunning op grond van artikel 2:27, eerste lid,van de Wet op het financieel toezicht (Wfi). Bij Optas waren tienduizenden polishouders,waaronder de 21 natuurlijke personen die deel uitmaken van eisers 1, met eenlevensverzekering aangesloten.

1.2. Op 4 september 2018 heeft Optas aan DNB verzocht in te stemmen met devoorgenomen overgang van de rechten en verplichtingen uit alle levensverzekeringen (degehele verzekeringsportefeuille) bij een juridische fusie van Optas, als verdwijnenderechtspersoon, met Aegon, als verkrjgende rechtspersoon.

Page 3: de Rechtspraak 19-4875.pdf2.… · de vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn van twee weken na haar brief van 12 april 2019 bezwaar is gemaakt door FNV c.s en

zaaknummer: ROT 1914875 FNV c.s. en DFDS c.s. / DNB 2

1.3. Op 19 oktober 2018 heeft DNB vastgesteld dat de gegevens die zijn overgelegd bijdit verzoek voldoende zijn voor de voorbereiding van haar beschikking.

1.4. In opdracht van DNB heeft Optas op 3,4 en 5 november 2018 in drie landelijkedagbladen bekendgemaakt dat zij voornemens is om met ingang van 1januari 2019 derechten en verplichtingen uit alle overeenkomsten van levensverzekering in de portefeuillevan Optas te laten overgaan naar Aegon. Van dit voornemen heeft Optas op 5 november2018 ook in de Staatscourant (2018, nr. 62174) mededeling gedaan. Bij de mededeling in deStaatscourant is vermeld dat polishouders zich binnen 30 dagen na dagtekening van dezeStaatscourant bij DNB schriftelijk kunnen verzetten tegen de overgang en dat, indien eenvierde of meer van de polishouders zich binnen deze termijn tegen de overgang heeft verzet,de overgang niet zal volgen.

1.5. Bij brief van 13 november 2018 heeft FNV Havens aan DNB meegedeeld dat entoegelicht waarom zij en de polishouders op basis van de op dat moment bekende informatiebedenkingen hebben bij een overgang van de rechten en verplichtingen uit delevensverzekeringen naar Aegon. Bij brief van 27 november 2018 heeft DNB hieropgereageerd en te kennen gegeven dat zij de opmerkingen en zorgpunten van FNV Havenszal meenemen in de definitieve beoordeling van de voorgenomen fusie. FNV Havens heeftin reactie hierop DNB bij brief van 29 november 2018 meegedeeld dat zij de naar vorengebrachte bedenkingen niet juist interpreteert en DNB dringend verzocht haar uit te nodigenvoor een mondelinge toelichting, zodat DNB precies weet wat zij mee moet nemen in haarafwegingen. In reactie hierop heeft DNB FNV Havens bij e-mail van 3 december 2018geantwoord dat DNB haar, hoewel zij namens de polishouders geen verzet kan aantekenen,uitnodigt voor een gesprek bij DNB op 10 of 11 december 2018 om haar zorgpunten nadertoe te lichten. Bij e-mail van 4 december 2018 heeft FNV Havens DNB laten weten dat zijop 11 december 2018 op het kantoor van DNB aanwezig zal zijn. Bij e-mail van10 december 2018 heeft DNB FNV Havens meegedeeld dat zij heeft begrepen dat FNVHavens haar eigen analyses heeft uitgevoerd (of opdracht heeft gegeven tot) met betrekkingtot de verwachte impact op het rendement als gevolg van het verschil individendterugvordering tussen Optas en Aegon en gevraagd of FNV Havens deze analysewil delen met DNB. In reactie hierop heeft FNV Havens DNB bij e-mail van 10 december2018 te kennen gegeven dat de gevraagde informatie naar het gesprek zal wordenmeegenomen en dat zij ervan uitgaat dat DNB deze informatie uitsluitend gebruikt voorinterne afweging en niet zonder toestemming met Aegon deelt. Daarop heeft DNB bij e-mailvan 10 december 2018 geantwoord dat zij de analyses wil gebruiken voor interne afwegingen zij de informatie natuurlijk niet zonder toestemming zal delen met Aegon. Het gesprektussen DNB en FNV Havens heeft vervolgens op 11 december 2018 plaatsgevonden. Bij email van 12 december 2018 heeft FNV Havens DNB bedankt voor, wat zij noemt, dehoorzitting en haar opmerkingen nogmaals kort weergeven. Bij e-mail van 13 december2018 heeft DNB FNV Havens in reactie hierop meegedeeld dat zij een helder beeld heeftgekregen van de zorgpunten en dat DNB, als zij nog aanvullende vragen heeft, dit laatweten.

1.6. Omdat zich volgens DNB binnen de gestelde termijn niet een vierde of meer vande poLishouders tegen de voorgenomen overgang heeft verzet en tegen de overgang bij DNBgeen bedenkingen bestaan, heeft DNB bij het instemmingsbesluit van 26 februari 2019ingestemd met de overgang van de rechten en verplichtingen uit alle levensverzekeringen bijeen juridische fusie van Optas, als verdwijnende rechtspersoon, met Aegon, als verkrjgenderechtspersoon.

Page 4: de Rechtspraak 19-4875.pdf2.… · de vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn van twee weken na haar brief van 12 april 2019 bezwaar is gemaakt door FNV c.s en

zaaknummer: ROT 19/4875 FNV c.s. en DFDS c.s. / DNB 3

1.7. Bij e-mail van 27 maart 2019 heeft FNV Havens DNB meegedeeld dat zij al vanaf8 maart 2029 in de wandelgangen bij Aegon hoort dat DNB goedkeuring heeft verleend,maar dat zij hierover niets kan terugvinden. Daarbij heeft zij gevraagd naar de stand vanzaken met betrekking tot de voorgenomen fusie tussen Optas en Aegon en of er al eenpublicatie in de Staatscourant is geweest van de beslissing van DNB. Bij e-mail van28 maart 2019 heeft DNB hierop gereageerd met de mededeling dat zij vanwege haargeheimhoudingsplicht op de uitkomst van haar beoordeling niet kan ingaan. Daarbij heeftDNB opgemerkt dat haar besluit wordt toegestuurd aan de overdragende verzekeraar en dat,indien sprake is van een instemmend besluit, deze verzekeraar dit moet communiceren viade Staatscourant. In reactie hierop heeft FNV Havens DNB bij brief van 29 maart 2019verzocht binnen 10 dagen aan te geven hoe DNB met haar bezwaren/opmerkingen enzorgpunten is omgegaan ende belangen van de verzekerden veilig zijn gesteld voor nu en inde toekomst.

1.8. In de Staatscourant van 2 april 2019 (2019, nr. 14032) heeft Aegon, onderverwijzing naar de publicatie in de Staatscourant van 5 november 2018, aan de polishoudersbekendgemaakt dat met instemming van DNB, verleend bij besluit van 26 februari 2019, derechten en verplichtingen uit alle levensverzekeringen zijn overgegaan naar Aegon metingang van 1 april 2019, de dag volgende op die waarop de notariële akte van de fusie isverleden.

1.9. In reactie op de brief van FNV Havens van 29maart2019 heeft DNB FNV Havensbij brief van 12 april 2019, onder verwijzing naar de relevante bepalingen in de Wft, inalgemene bewoordingen geïnformeerd over de procedure die is doorlopen en meegedeelddat zich niet een vierde of meer van de polishouders tegen de voorgenomen overgang heeftverzet, waarna DNB, zoals uit de mededeling van Aegon in de Staatscourant kan wordenafgeleid, instemming heeft verleend aan de overgang van de rechten en verplichtingen vanOptas aan Aegon. Daarbij heeft DNB opgemerkt dat uit het feit dat zij instemming heeftverleend, kan worden geconcludeerd dat DNB van mening is dat de bezwaren die FNVHavens heeft geuit in het kader van de overgang afdoende zijn geadresseerd.

1.10. Bij brief van 7mei2019 heeft FNV c.s. een bezwaarschrift ingediend gericht tegenhet instemmingsbesluit. Op 9 mei 2019 heeft DFDS c.s. via de digitale bezwarenbox vanDNB een bezwaarschrift ingediend gericht tegen dit besluit.

1.11. Nadat de voorzieningenrechter van deze rechtbank DNB bij uitspraak van 5juli2019 (ECLI:NL:RBROT:2019:5587) had opgedragen het instemmingsbesluit aan een vande polishouders te verstrekken, hebben FNV c.s. en DFDS c.s. in juli 2019 kennis genomenvan dit besluit en de inhoud daarvan.

2. Bij het bestreden besluit heeft DNB de bezwaren van FNV c.s en DFDS c.s. tegenhet instemmingsbesluit niet-ontvankelijk verklaard, omdat de bezwaarschriften eerst naafloop van de bezwaartermijn zijn ingediend en redeljkerwijs niet kan worden geoordeelddat dit verzuim verschoonbaar moet worden geacht. Daarbij heeft DNB met een beroep opde vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn van twee weken na haar briefvan 12 april 2019 bezwaar is gemaakt door FNV c.s en DFDS c.s..

3. FNV c.s en DFDS c.s. betogen dat, nu DNB ten onrechte niet heeft voldaan aanartikel 3:43 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), moet worden uitgegaan van eentermijn van zes weken vanaf 12 april 2019 waarbinnen zij bezwaar tegen het

Page 5: de Rechtspraak 19-4875.pdf2.… · de vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn van twee weken na haar brief van 12 april 2019 bezwaar is gemaakt door FNV c.s en

zaaknummer: ROT 19/4875 FNV c.s. en DFDS c.s. / DNB 4

instemmingsbesluit konden maken. Voor zover de rechtbank hen daarin niet volgt, betogenFNV c.s en DFDS c.s. dat zij voor het maken van bezwaar redelijkerwijs meer tijd nodighadden dan een termijn van hvee weken vanaf 12 april 2019, zodat ook in dat geval sprakeis van een verschoonbare term ij noverschrjd ing.

3.1. Op grond van artikel 6:7 van de Awb bedraagt de termijn voor het indienen vaneen bezwaarschrift zes weken. Op grond van artikel 6:8, eerste lid, van de Awb vangt dezetermijn aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze isbekendgemaakt. Op grond van artikel 3:41, eerste lid, van de Awb geschiedt debekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht doortoezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager. Op grond van artikel6:9, eerste lid, is een bezwaarschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van determijn is ontvangen.

3.2. Het instemmingsbesluit is bekend gemaakt door toezending daarvan aan Optas enAegon op 26 februari 2019. De bezwaartermijn is aangevangen op 27 februari 2019 engeëindigd op 9 april 2019. De bezwaarschiften van FNV c.s en DFDS c.s. zijn dus niet tijdigingediend.

3.3. Op grond van artikel 6:11 van de Awb blijft ten aanzien van een na afloop van determijn ingediend bezwaarschrift niet-ontvankel ij kverklaring op grond daarvan achterwegeindien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

Op grond van artikel 3:43, eerste lid, van de Awb wordt van het besluit tegelijkertijd met ofzo spoedig mogelijk na de bekendmaking mededeling gedaan aan degenen die bij devoorbereiding ervan hun zienswijze naar voren hebben gebracht.Op grond van het tweede lid van dit artikel wordt bij de mededeling van een besluit tevensvermeld wanneer en hoe de bekendmaking ervan heeft plaatsgevonden.

3.4. Volgens vaste rechtspraak (bijvoorbeeld de uitspraken van het College van Beroepvoor het bedrijfsleven van 12 februari 2019, ECLI:NL:CBB:2019:62 en van de Afdelingbestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 februari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:556)dient een belanghebbende die niet door middel van kennisgeving of publicatie op de hoogteis gesteld van een op juiste wijze bekendgemaakt besluit, in beginsel binnen twee wekennadat hij van het bestaan van dat besluit op de hoogte is geraakt daartegen op te komen. Dewettelijke termijn vangt niet opnieuw aan.

3.5. Niet is in geschil dat FNV c.s en DFDS c.s. met de brief van DNB van 12 april2019 van het bestaan van het instemmingsbesluit op de hoogte zijn geraakt en dat zij nietbinnen twee weken daarna bezwaar hebben gemaakt tegen dit besluit. Voor zover FNV c.s.en DFDS c.s. moeten worden gevolgd in hun standpunt dat DNB ten onrechte niet heeftvoldaan aan artikel 3:43 van de Awb, biedt dit geen reden om van deze twee weken termijnaf te wijken. Een eventuele schending van de mededelingsplicht als bedoeld in dit artikellaat onverlet dat binnen twee weken bezwaar kan worden gemaakt. Ditzelfde geldt voor destelling van FNV c.s. en DFDS c.s. dat pas na kennisneming van het instemmingsbesluit ende inhoud daarvan een verantwoorde afweging kan worden gemaakt over het al dan nietmaken van bezwaar tegen dit besluit. Nog daargelaten dat FNV c.s. en DFDS c.s. reeds inmei 2019 tegen dit besluit bezwaar hebben gemaakt terwijl zij pas in juli 2019 van ditbesluit en de inhoud daarvan kennis hebben genomen, volgt uit de in 3.4 genoemde vasterechtspraak dat het er niet om gaat dat FNV c.s. en DFDS c.s. op de hoogte zijn gebracht

Page 6: de Rechtspraak 19-4875.pdf2.… · de vaste rechtspraak erop gewezen dat niet binnen een termijn van twee weken na haar brief van 12 april 2019 bezwaar is gemaakt door FNV c.s en

zaaknummer: ROT 19/4875 FNV c.s. en DFDS c.s. / DNB 5

van de precieze inhoud en de bewoordingen van het instemmingsbesluit, maar dat zij op dehoogte zijn geraakt van het bestaan van dit besluit. De wijze waarop FNV c.s. en DFDS c.s.op de hoogte zijn geraakt van het bestaan van het instemmingsbesluit, noch of dit pas na denodige correspondentie met DNB is gebeurd, doen daarbij ter zake. Op het moment datFNV c.s. en DFDS c.s. van het bestaan van het instemmingsbesluit op de hoogte zijngeraakt, kunnen zij immers een summier bezwaarschrift indienen, desgewenst met hetverzoek de gronden van het bezwaar te mogen aanvullen nadat zij inhoudelijk (meer)informatie hebben verkregen. Mocht op grond van die informatie worden geconcludeerd datde bezwaren die FNV Havens heeft geuit in het kader van de portefeuilleovergang afdoendezijn geadresseerd, dan kunnen FNV c.s. en DFDS c.s. hun bezwaren desgewenst intrekken.Met deze gang van zaken zijn nauwelijks kosten gemoeid, zodat de door FNV Havensgenoemde plicht zorgvuldig en efficiënt met haar financiële middelen om te gaan reeds omdie reden niet tot een ander oordeel kan leiden.

3.6. Gezien het voorgaande faalt het betoog. DNB heeft de bezwaren van FNV c.s. enDFDS c.s. tegen het instemmingsbesluit terecht niet-ontvankelijk verklaard vanwegeniet-verschoonbare term ij noverschrj ding.

4. Het beroep is ongegrond.

5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. P. Vrolijk, rechter, in aanwezigheid vanmr. M.J.F.J. van Beek, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 26 februari 2021.

de griffier is buiten staat de rechter is verhinderd te tekenen

griffier rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: 26 FEB 2021

RechtsmiddelTegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroepworden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

OPlECONFOR1De griffier van de Rechtbank Rotterdam

ErBueChJ