De sportvereniging als wijkpartner: samenwerking tussen zorg en sport
De MZO als schakel tussen migrantenouders en ...7 Samenwerking tussen reguliere instellingen en...
Transcript of De MZO als schakel tussen migrantenouders en ...7 Samenwerking tussen reguliere instellingen en...
De MZO als schakel tussen migrantenouders en opvoedondersteuning
Samen over de brug
3
Hoofdstuk 1 InleidingVoor veel niet-westerse migranten ligt de drempel
erg hoog om met opvoedvragen aan te kloppen bij
het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) of andere
instanties. Dit heeft verschillende redenen, zoals
onbekendheid met het aanbod, argwaan, negatieve
ervaringen met (verplichte) jeugdhulpverlening
of een taboe op het vragen om hulp bij de opvoe-
ding. Migrantenzelforganisaties (MZO’s) vormen
een onderdeel van het netwerk van migrantenou-
ders en kunnen een belangrijke rol spelen bij het
overbruggen van de kloof tussen het aanbod van
opvoedondersteuning en de behoefte hieraan bij
migrantengezinnen. Hiervoor is het van belang dat
migrantenzelforganisaties en instanties die opvoed-
ondersteuning bieden elkaar weten te vinden en op
een succesvolle manier kunnen samenwerken.
Voor u ligt de handreiking ‘Samen over de Brug’.
Dit is een praktische leidraad om samenwerking
tussen reguliere instellingen en migrantenzelfor-
ganisaties op het gebied van opvoedondersteuning
vorm te geven.
Deze handreiking is het resultaat van onderzoek
naar de vraag hoe de samenwerking tussen re-
guliere instellingen en migrantenzelforganisaties
(MZO’s) verbeterd kan worden. Voor dit onderzoek
zijn ouders, vertegenwoordigers van MZO’s en in-
stellingen die opvoedondersteuning bieden (of heb-
ben geboden), bevraagd. Dat gebeurde door middel
van vragenlijsten, individuele interviews en groeps-
interviews. Het onderzoek vond plaats in Utrecht en
Amersfoort, in de periode november 2010 tot okto-
ber 2011. Uit het onderzoek blijkt dat samenwerking
beperkt voorkomt, maar veel kan opleveren. In de
bijlage vindt u informatie over de leden van de pro-
jectgroep, die het onderzoek aanstuurde.
Een migrantenzelforganisatie definiëren wij als
een organisatie waarvan de leden zich op vrijwillige
basis, en op basis van een ideële doelstelling, inzet-
ten voor de belangen van een bepaalde etnische
groep en zo hun deelname in onze samenleving
vorm en inhoud geven.
Van dit onderzoek is tevens een onderzoeksverslag
beschikbaar, en de resultaten van dit onderzoek zijn
vertaald naar een filmpje. Beide zijn op aanvraag
beschikbaar bij Alleato.
Wat levert samenwerking op?Voor reguliere instellingen kan samenwerking met
een migrantenzelforganisatie de toegankelijkheid
van moeilijk bereikbare doelgroepen vergroten.
Migrantenouders vinden eerder en makkelijker
de weg naar opvoedbureau’s en Centra voor
4
Uit ons onderzoek zijn de volgende barrières
bij opvoedingsondersteuning aan
migrantenouders naar voren gekomen:
» Migrantenouders ervaren een hoge drempel
om naar een reguliere instelling voor
opvoedondersteuning te gaan. Als zij er
niemand kennen, is de instelling vreemd en is
er geen vertrouwen.
» In sommige culturen is het niet gewoon om
‘’de vuile was buiten te hangen’’, dus wachten
sommige migrantenouders lang met hulp
zoeken.
» Veel migrantenouders zijn bang om de
zeggenschap over hun kind kwijt te raken.
Er doen veel negatieve verhalen de ronde over
Bureau Jeugdzorg en over uithuisplaatsing.
Dit negatieve imago van Bureau Jeugdzorg
straalt af op gemeentelijke instellingen voor
opvoedondersteuning.
» De werkwijze van de opvoedondersteuning van
Barrières bij opvoedondersteuningreguliere instellingen sluit vaak niet aan bij
migrantenouders. Ze willen graag een
‘’recept’’, concrete handvatten. Geen
geruststellende woorden als ‘’Het hoort bij de
leeftijd’’. Soms vinden migrantenouders de
benadering zelfs bedreigend zoals bijvoor-
beeld de manier waarop op het consultatie-
bureau naar de gezinssituatie wordt gevraagd.
» Migrantenouders vinden dat reguliere
instellingen te weinig rekening houden met
de diversiteit aan opvoedpraktijken.
» De dossiers die gemaakt worden in
de reguliere hulpverlening schrikken
migrantenouders af. Zij zijn bang dat alle
informatie gedeeld wordt en dat je je leven
lang last kan hebben van een bepaald
dossier. Zelfs bij opvoedcursussen willen
migrantenouders soms hun naam en
adresgegevens niet geven, omdat ze bang
zijn dat die voor andere doeleinden worden
gebruikt.
5
Jeugd en Gezin. Ze hebben ook meer zicht op het
aanbod aan opvoedondersteuning. Daarnaast krij-
gen opvoedondersteuners een betere relatie met
migrantenouders en kunnen bijvoorbeeld daardoor
makkelijker op huisbezoek. Leden van MZO’s spre-
ken doorgaans dezelfde taal, hebben dezelfde cul-
turele achtergrond en vaak dezelfde religie en zijn
daardoor vertrouwd en laagdrempelig voor veel
migrantenouders.
Een ander argument voor samenwerking is dat door
verschillende maatschappelijke ontwikkelingen zo-
als de invoering van de WMO en Welzijn Nieuwe Stijl,
samenwerking met vrijwilligersorganisaties steeds
belangrijker wordt.
Zelfs als reguliere instellingen allochtone mede-
werkers in dienst hebben, kan het nuttig zijn om met
MZO’s samen te werken. Zo heeft een Marokkaans-
Nederlandse hulpverlener meestal geen netwerken
» Centra voor Jeugd en Gezin en andere
instellingen die zich bezighouden met
opvoedondersteuning
» Migrantenzelforganisaties die activiteiten voor
ouders en kinderen (willen) organiseren.
Voo r wie is deze handreiking?
In het volgende hoofdstuk vindt u informatie over vormen van samenwerking die we tijdens het
onderzoek zijn tegengekomen. Tevens schetsen we een aantal voorbeelden van die samenwerkings-
verbanden. Waar bestaat de samenwerking uit? En hoe kwam deze tot stand?
In hoofdstuk 3 volgt een stappenplan dat u op weg helpt bij het vormgeven van een eigen samen-
werkingsverband. Indien u geïnspireerd bent geraakt door de voorbeelden in hoofdstuk 2, of sowieso
van plan was de samenwerking op te zoeken met een MZO of instelling die opvoedondersteuning
verzorgt, vindt u hier tips en trucs. Dit stappenplan is opgesteld aan de hand van gesprekken met
vertegenwoordigers van MZO’s en instellingen die opvoedondersteuning verzorgen.
Leeswijzer
onder bijvoorbeeld de Turks-Nederlandse doel-
groep. Door samenwerking wordt de reguliere in-
stelling cultureel sensitiever.
Voor MZO’s kan samenwerking helpen om tegemoet
te komen aan een vraag vanuit de achterban. Ook is
het voor MZO’s een manier om zich beter te profile-
ren en hun nut te laten zien, in een tijd dat subsidie
vaak alleen nog beschikbaar is voor organisaties die
duidelijk meetbaar resultaat kunnen laten zien.
6
Hoofdstuk 2 Voorbeelden van samenwerking
Intensieve samenwerking
Doorverwijzing
Reguliere instelling voor opvoedondersteuning
of (verplichte) hulpverlening
» geeft zwaardere hulpverlening
Reguliere instelling voor opvoedondersteuning
» geeft zwaardere hulpverlening
MZO
» gaat naast de ouder(s) staan en vervult
brugfunctie
» leidt toe/gaat mee naar de reguliere
instelling
MZO
» geeft zelf opvoedondersteuning
» verwijst door
7
Samenwerking tussen reguliere instellingen en MZO’s kent verschillende vormen, van ’intensieve
samenwerking’ tot ’geen samenwerking’. Dit hangt voor een groot deel af van de rol die een MZO speelt.
In het schema hieronder en op de vorige pagina zijn de verschillende vormen weergegeven die wij
tegenkwamen tijdens ons onderzoek.
Lichte samenwerking
Geen samenwerking
Reguliere instelling voor opvoedondersteuning
» geeft opvoedondersteuning
» geeft voorlichting via MZO, en bereikt op deze
manier (moeilijk bereikbare) ouders
MZO
» activiteiten voor ouders en/of kinderen
» organiseert voorlichting
» verwijst door
Reguliere instelling voor opvoedondersteuning
» geeft opvoedondersteuning
MZO
» bezig met culturele activiteiten
8
9
Intensieve samenwerking
In sommige gevallen werken een MZO en een regu-
liere instelling nauw samen, bv. om ouders toe te
leiden naar hulpverlening. De MZO kan in dit geval
een echte brugfunctie vervullen: zij gaan naast de
ouder staan en nemen deze mee over de brug naar
de hulpverlening.
Doorverwijzing
Sommige MZO’s geven zelf opvoedondersteuning.
Bij gevallen waarvan zij vinden dat zij geen hulp
kunnen bieden, verwijzen zij door naar reguliere
instellingen.
Lichte samenwerking
MZO’s die al activiteiten voor ouders en kinderen or-
ganiseren, zoals huiswerkbegeleiding, combineren
dit vaak met themabijeenkomsten en cursussen over
opvoeding. Daarin werken ze soms samen met regu-
liere instellingen. Voor reguliere instellingen kan dit
een manier zijn om moeilijk bereikbare ouders toch
te informeren.
Geen samenwerking
Sommige MZO’s richten zich alleen op culturele ac-
tiviteiten en ondersteuning van hun leden. Voor hen
is opvoedondersteuning geen doel. Dan ligt samen-
werking niet voor de hand.
Voorbeelden De volgende samenwerkingsverbanden in Utrecht en
Amersfoort geven een beeld van hoe een samenwer-
kingsverband tussen MZO’s en reguliere instellingen
die opvoedondersteuning verzorgen er uit kan zien.
GG&GD Utrecht en verschillende MZO’s zoals
Tamount, Morc en de Essidik Moskee
De GG&GD Utrecht verzorgt cursussen opvoedon-
dersteuning voor ouders. Deze cursussen worden
gegeven door een Voorlichter in Eigen Taal en Cul-
tuur (VETC’er) en worden in het Turks, Arabisch of
Berbers aangeboden. Een cursus bestaat uit een
serie bijeenkomsten en is bedoeld voor ouders die
(lichte) opvoedingsproblemen of -vragen hebben, of
toekomstige problemen willen voorkomen. Tijdens
de bijeenkomsten is aandacht voor kennisover-
dracht, het leren van vaardigheden en het uitwisse-
len van ervaringen. De VETC’er werft de deelnemers
voor de cursussen via onder andere Tamount, Morc
of de Essidik Moskee. De MZO stelt op verzoek van
de GG&GD een groep samen en regelt een ruimte
waar de cursus kan plaatsvinden. De VETC’er bena-
dert de MZO’s via het eigen netwerk. Het gaat vaak
om bestaande persoonlijke contacten waardoor er
veel wederzijds vertrouwen is tussen de GG&GD en
de MZO.
Bureau Jeugdzorg Utrecht en Al Amal
Al Amal is een Marokkaanse organisatie die sinds
2001 vooral actief is in de Utrechtse wijk Kanale-
neiland. Al Amal noemt zichzelf geen MZO, maar
10
een vrouwenorganisatie. Al Amal werkt met veel
verschillende partijen samen, waaronder Bureau
Jeugdzorg (BJZ). Om de Marokkaanse jeugd en
daarmee ook de ouders tijdig en adequaat te berei-
ken en toe te leiden naar de hulpverlening heeft Al
Amal de aanpak ‘Tussen In’ ontwikkeld. Het doel van
de methode ‘Tussen In’ is de kloof tussen Marok-
kaanse gezinnen en hulpverleningsinstellingen te
verkleinen. Hiertoe worden vertrouwenspersonen
(intermediairs) ingezet van Al Amal. Uitgangspunt is
dat het een te grote stap is om de bemiddeling vanuit
de instelling die de hulp verleent te laten verlopen.
De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke
rol en staat ‘in dienst’ van het gezin. Al Amal heeft
als vrijwilligersorganisatie een enorm vertrouwen
opgebouwd binnen de Marokkaanse gemeenschap.
Vanuit dit vertrouwen wordt de bemiddeling van
‘Tussen In’ door de Marokkaanse gezinnen geac-
cepteerd.
Als een gezin dat is aangemeld bij BJZ de hulpver-
lening niet wil accepteren, schakelt BJZ Al Amal in.
Al Amal probeert het gezin te overtuigen van het nut
van de (vrijwillige) hulpverlening om zo te voorko-
men dat het gezin op een later tijdstip in de gedwon-
gen hulpverlening terecht komt.
Portes en de Abi Bakr moskee
Welzijnsorganisatie Portes werkt onder andere sa-
men met een moskee in de Utrechtse wijk Zuilen, de
Abi Bakr moskee. Vooral bij werving van de Marok-
kaanse doelgroep speelt de moskee een cruciale rol.
Er is door Portes veel energie gestoken in het op-
bouwen van het contact met zowel oudere als jonge-
re sleutelfiguren in de moskee. Deze sleutelfiguren
verwijzen mensen door naar het aanbod van Portes.
Portes biedt opvoedondersteuning, maar ook andere
vormen van gezinsondersteuning. De samenwerking
staat niet beschreven op papier, maar is gebaseerd
op onderlinge mondelinge afspraken.
SOVEE en verschillende MZO’s zoals SMOR en
stichting Rahman
SOVEE geeft pedagogische hulp en ondersteuning
in de gemeente Amersfoort. SOVEE heeft een breed
aanbod voor de doelgroep 0-23 jaar, waaronder ook
opvoedondersteuning in onder andere het Arabi-
sche/Berbers en de Turkse taal. Om migrantenou-
ders beter te kunnen bereiken, werkt SOVEE samen
met verschillende MZO’s, waaronder SMOR en stich-
ting Rahman.
De Stichting Marokkaanse Ouderraad (SMOR) wil
een bijdrage leveren aan de verbetering van de ont-
wikkelingskansen van Nederlands- Marokkaanse
jongeren en hun ouders in Amersfoort. Ze geven
huiswerkbegeleiding en lessen eigen taal en cultuur.
Daarnaast organiseren ze voorlichting over allerlei
thema’s voor ouders, waaronder opvoedthema’s. Dit
gebeurt onder andere in samenwerking met SOVEE.
SMOR regelt de logistieke zaken (koffie/ thee, zaal)
en draagt zorg voor het werven van de ouders, waar-
bij de mensen persoonlijk worden uitgenodigd. Een
11
professional van SOVEE geeft de voorlichting. Na de
voorlichting blijft de voorlichter vaak na om indivi-
duele gevallen te bespreken en vervolgafspraken te
maken. Op die manier worden er veel mensen door-
verwezen naar reguliere opvoedondersteuning.
Stichting Rahman Educatief Centrum is een isla-
mitische organisatie, die deel uitmaakt van Milli
Görüs Nederland. Stichting Rahman heeft tot doel
om voor de achterban de emancipatie, participatie
en integratie in de maatschappij te bevorderen door
middel van het organiseren van educatieve, sociaal-
culturele, sportieve en religieuze activiteiten. Op
het gebied van opvoedondersteuning wordt hierbij
samengewerkt met SOVEE. Momenteel kijken ze
naar de mogelijkheid van een coachingsproject voor
schoolverlaters. Rahman gaat deze coaches werven
onder de eigen achterban en SOVEE gaat de coaches
begeleiden. Rahman verwijst, als dat nodig is, door
naar verschillende instellingen, zoals SOVEE en
jeugdzorginstelling De Rading.
12
13
Hoofdstuk 3 Stappenplan
Zoals in het vorige hoofdstuk naar voren kwam kan
samenwerking veel opleveren. MZO’s kunnen daar-
door beter tegemoet komen aan vragen die leven in
hun achterban en reguliere instellingen kunnen via
MZO’s moeilijk bereikbare groepen tóch bereiken.
Om tot een goede samenwerking te komen,
onderscheiden we de volgende stappen:
» Stap 1 Verkenning van de samenwerking
» Stap 2 Aangaan van de samenwerking
» Stap 3 Onderhouden van de samenwerking
Bij elke stap geven we aan wat zowel MZO’s als
reguliere instellingen kunnen doen om de samen-
werking tot een succes te maken.
14
Verkenning van de samenwerkingDe eerste stap is het belangrijkst. Reguliere instellingen en MZO’s moeten elkaar leren
kennen en ontdekken of samenwerking zinvol is. Maar hoe pak je dat aan?
Aandachtspunten voo r MZO’s:
Profileer jezelfZorg dat instellingen weten wat ze aan jullie MZO
hebben. Waar ligt jullie specialisme? Welke doel-
groepen worden bereikt? Welke resultaten boeken
jullie? Maak dit duidelijk, bijvoorbeeld door mid-
del van een folder, website of in een gesprek dat
op jullie initiatief plaatsvindt. Laat zien dat je een
brug wil slaan naar reguliere instellingen voor
opvoedondersteuning.
Bewijs jezelfHet duurt even voor instellingen jullie zien staan.
Ze zullen niet snel in zee gaan met een MZO die net
is opgericht of die nog niets heeft georganiseerd
op het gebied van opvoedondersteuning. Bijt dus in
het begin even door, laat zien wat er in huis is en
dat jullie een serieuze partner zijn.
Neem initiatiefAls je als MZO wilt samenwerken met een regu-
liere instelling, neem daar dan stappen in. Wellicht
zijn jullie (nog) niet in het vizier bij een instelling,
of heeft de instelling een verkeerd (verouderd)
beeld van jullie aanbod en expertise. Stap dus,
indien nodig, zelf op de instelling af en ga met hen
in gesprek.
Ken de sociale kaartOm jullie leden op de juiste manier door te verwij-
zen bij opvoedvragen en -problemen, maar ook om
te weten welke partners er nog meer in het veld
zijn en wie jullie eventueel kunnen benaderen,
is het belangrijk om de sociale kaart te kennen.
Welke organisaties houden zich bij jullie in de
buurt met opvoedondersteuning bezig? Met andere
woorden: wie moet je hebben bij welk probleem?
15
Aandachtspunten voo r reguliere instellingen
Zie het belang in van MZO’sMZO’s kunnen om diverse redenen een belangrij-
ke rol spelen in de maatschappij. Zo bereiken zij
vaak migrantenouders die je als reguliere instel-
lingen niet bereikt. Ook in het kader van ontwik-
kelingen zoals Welzijn Nieuwe Stijl,
waarbij vrijwillige inzet steeds belangrijker
wordt, is het noodzakelijk steeds meer groepen
in de maatschappij te bereiken en te activeren.
Verdiep je in MZO’sCheck welke MZO’s er zijn in de omgeving. Welke
doelstellingen hebben ze? Vaak hebben MZO’s het
geven van opvoedondersteuning niet als primair
doel maar zien zij wel het belang voor hun ach-
terban om op dit gebied samen te werken.
Het kan vooral de moeite waard zijn om MZO’s
die al activiteiten hebben voor kinderen
(bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding of sociaal
culturele activiteiten voor de jeugd) te benaderen.
Kijk met een open blik naar MZO’sWelke expertise hebben ze in huis? Wat is de
achtergrond van bestuur en vrijwilligers? Het
beeld van MZO’s die alleen gerund worden door
laagopgeleide mannen van de eerste generatie
klopt niet meer. Veel MZO's hebben jonge hoog-
opgeleide vrijwilligers.
stap 1
16
Formuleer een duidelijke vraagHet is belangrijk dat je duidelijk kunt maken naar
andere partijen wat je behoefte is. Welke behoeften
en vragen hebben jullie leden en wat verwachten
jullie van de ander? Op die manier worden verkeer-
de verwachtingen voorkomen.
Geef mogelijke beperkingen aanMaak duidelijk aan instellingen dat MZO’s vaak
volledig gerund worden door vrijwilligers die hart
voor de zaak hebben en vaak erg actief zijn, maar
ook beperkt zijn in hun mogelijkheden en tijd. Wees
ook open over mogelijke problemen, bijvoorbeeld
Aangaan van de samenwerking Als jullie elkaar eenmaal hebben gevonden en besloten hebben tot samenwerking, moeten er
afspraken worden gemaakt. Op welke manier wordt er samengewerkt, wat zijn de verwachtingen,
wie doet wat?
dat ouders veel wantrouwen hebben naar reguliere
instellingen toe en dat het veel energie
en tijd zal kosten om vertrouwen te winnen.
Maak duidelijke afsprakenMaak je eigen wensen kenbaar op een zakelijke
manier. Vraag bijvoorbeeld een vrijwilligers-
vergoeding voor inzet van je vrijwilligers.
Aandachtspunten voo r MZO’s:
17
Betrek MZO’s vanaf het beginGa ruim voor het opstellen van een projectplan in
gesprek met MZO’s. Betrek hen bij de ontwikke-
ling. Zo beperk je de kans dat het project slecht
aansluit bij de beoogde doelgroep. Bovendien
wordt het project dan een gezamenlijke onderne-
ming en voelt de MZO zich medeverantwoordelijk
voor een goed resultaat. Wanneer je een MZO pas
in een later stadium betrekt, kan dit op hen erg
negatief overkomen. Het kan de indruk wekken
dat zij geen inspraak meer hebben in de vorm en
manier van uitvoering.
Benader MZO’s op een gelijkwaardige manier
Vraag naar wat je voor elkaar kunt betekenen. De
leden van de MZO moeten niet het idee krijgen dat
jij hen voor je karretje wilt spannen. Zoek naar de
wederzijdse belangen.
Aandachtspunten voo r reguliere instellingen
stap 2Wees duidelijkGeef duidelijk aan wat je doelen zijn en wees
helder waarom je als reguliere instelling contact
zoekt met een MZO. Wees helder in je verwach-
tingen. En vraag het als je iets wilt weten van een
MZO. Als reguliere instellingen en MZO’s elkaar
beter kennen, kunnen ze op elkaars deskundig-
heid aansluiten en aanvullend werken.
Geef niet te snel opLeden van MZO’s met eerdere frustraties over
samenwerking zijn soms terughoudend om weer
samen te werken met een reguliere instelling.
Veel geduld, aandacht en ‘’hen oprecht zien’’ is
hierbij nodig.
18
Onderhouden van de samenwerkingAls de samenwerking eenmaal loopt, moet deze – zoals in elke relatie – onderhouden
worden. Anders bestaat het risico dat de organisaties uit elkaar groeien of elkaar niet
meer begrijpen.
Aandachtspunten voo r MZO’s:
Zorg dat de samenwerking niet persoonsgebonden is
Zorg dat de organisatie niet leunt op een of twee
mensen. Zorg dat er veel mensen betrokken zijn en
op de hoogte zijn van de activiteiten. Op die manier
staat een instelling niet in de kou als er een per-
soon wegvalt door bv. ziekte of verhuizing.
Verlies de vrijwilligers niet uit het oog
Om als serieuze partner te worden gezien, met een
stevige achterban, is het belangrijk dat er voldoen-
de oog is voor de vrijwilligers. Bied hen iets aan,
bv. trainingen, een kleine vergoeding, mogelijkheid
om ervaringen uit te wisselen (intervisie). Op die
manier blijft de MZO stabiel en laat deze naar bui-
ten toe dezelfde gezichten zien. Dit draagt bij aan
een positieve uitstraling van de organisatie.
19
Aandachtspunten voo r reguliere instellingen
Wees flexibelWees niet verbaasd als de samenwerking met
MZO’s informeel verloopt en afspraken monde-
ling worden gemaakt. Probeer flexibel om te
gaan met werktijden. Een ‘9 tot 5’ mentaliteit
werkt niet in de samenwerking met MZO’s. MZO’s
werken met vrijwilligers die vaak in de avonduren
of weekenden actief zijn. Hetzelfde geldt voor het
vastleggen van afspraken e.d. op papier. Soms
lukt dat niet, terwijl in de praktijk blijkt dat de
mondeling overeengekomen afspraken tot volle
tevredenheid werken.
Houd contact met meerderepersonen binnen de MZO
Zorg dat je met meer dan één persoon binnen de
MZO contact hebt, zodat de samenwerking niet
te kwetsbaar wordt. Zorg er ook voor dat de MZO
binnen jullie eigen organisatie meerdere contact-
personen heeft zodat de samenwerking niet stopt
als één persoon wegvalt door bijvoorbeeld ziekte
of vertrek uit de organisatie.
Houd het contact goed
Bouw vertrouwen op met leden van de MZO,
door afspraken na te komen en hen als serieuze
partner te zien, ook buiten het project. Houd
informeel contact, ga af en toe langs. Wissel
informatie uit over nieuwe ontwikkelingen, stuur
nieuwsbrieven en nodig MZO’s uit voor bijeen-
komsten of evenementen.
Maak jezelf bekender bij de doelgroep
MZO’s kunnen een rol hebben in het organise-
ren van voorlichtingsactiviteiten voor de eigen
achterban, in het advies geven bij lichte op-
voedproblematiek of in het doorverwijzen naar
reguliere instellingen. Het Opvoedbureau en de
Centra voor Jeugd en Gezin zijn onbekend bij
veel migrantenouders. Organiseer bijvoorbeeld
een PR campagne over de Opvoedbureaus/CJGs
samen met een MZO. Zij weten wat belangrijk is
voor migrantenouders. Stem de voorlichting af
op de doelgroep.
stap 3
20
21
Zoals duidelijk is geworden, komt de samenwer-
king met een instelling die opvoedondersteuning
geeft of een MZO, niet altijd zonder problemen tot
stand. Maar wat vooral duidelijk werd tijdens het
onderzoek is dat samenwerking veel kan opleveren.
Hierdoor ontstaat namelijk: verbreding van de activi-
teiten, toegang tot doelgroepen die voorheen moei-
lijk bereikbaar waren, wederzijds vertrouwen en een
sterkere positie in de wijk.
Als we samen over de brug gaan, dan komen we
er zeker.
Tot slot
Leden van de projectgroep:
Alleatowww.alleato.nl
Alleato is een adviesbureau voor sociale vraagstuk-
ken in de provincie Utrecht. Alleato brengt overhe-
den, instellingen en burgers bij elkaar en onder-
steunt hen bij het benutten van hun kwaliteiten.
Alleato heeft krachtige netwerken en brengt nieuwe
inzichten in praktijk.
De Onderzoekerijwww.onderzoekerij.nl
De Onderzoekerij is een onafhankelijk onderzoeks-
bureau, gespecialiseerd in het uitvoeren van toege-
past onderzoek op het gebied van maatschappelijke
vraagstukken. De Onderzoekerij biedt onderzoeks-
ondersteuning aan lokale en landelijke non-profit
organisaties.
Cumuluswww.cumuluswelzijn.nl
Cumulus Welzijn is een professionele welzijnson-
derneming, actief in de Utrechtse wijken Binnen-
stad, Noordoost, Oost en Overvecht. In deze wijken
bouwt Cumulus door middel van een breed aanbod
van activiteiten, diensten en voorzieningen samen
met anderen aan een duurzame samenleving, die
kansen en mogelijkheden biedt voor iedereen.
Bijlage
22
SOVEEwww.sovee.nl
SOVEE werkt aan het vergroten van kansen voor
kinderen en jongeren van 0 - 23 jaar. SOVEE biedt
begeleiding, advies, training en coaching aan jon-
geren, ouders, peuterspeelzalen, scholen en an-
dere organisaties die met jeugd werken in de regio
Amersfoort.
Stichting Ashawww.stichtingasha.nl
Stichting ASHA is een Utrechtse zelforganisatie
voor de Hindoestaanse Surinamers. De organisatie
is zeer actief op terrein van emancipatie, onderwijs
(huiswerkbegeleiding, ouderparticipatie), arbeids-
markt (sollicitatiebegeleiding en netwerken) en
ouderenzorg (dagopvang ouderen en oudereninfo
m.b.t. voorzieningen).
Tamountwww.stichtingtamount.nl
Stichting Tamount is opgericht in 1984 met als doel
het vergroten van de leefbaarheid in Utrecht. Ta-
mount betekent ‘hand in hand’ of ‘samenwerken’. ‘Als
we samenwerken staan we sterker’ is de gedachte ach-
ter de naam. Stichting Tamount verzorgt: voorlichting
over school, huiswerkbegeleiding voor kinderen,
recreatieve activiteiten, opvoedcursussen voor ou-
ders, contact tussen jong en oud en taallessen.
Stichting Rahman
www.stichtingrahman.nl
Stichting Rahman Educatief Centrum heeft tot doel
om voor de achterban de emancipatie, participatie
en integratie in de maatschappij te bevorderen mid-
dels het organiseren van educatieve, sociaal-cul-
turele, sportieve en religieuze activiteiten. Rahman
doet dat vanuit een op de islam geïnspireerde maat-
schappelijke verantwoordelijkheid, die op verschil-
lende terreinen tot uitdrukking komt.
23
Colofon:
Het onderzoek ‘Samen over de Brug’ werd uitgevoerd door Alleato en
De Onderzoekerij, in het kader van het programma ‘Diversiteit in het
Jeugdbeleid’ van het ministerie voor Jeugd en Gezin en het ministerie voor
Wonen, Wijken en Integratie. ZonMW financierde het onderzoek.
Het onderzoek werd aangestuurd door een projectgroep, bestaande uit:
» Cumulus Welzijn
» SOVEE
» CJG Amersfoort
» Stichting Rahman
» Stichting Asha
» Stichting Tamount
Eindredactie van deze handleiding: Esther Poort, Justine Anschütz,
Miriam Zandvliet en Anna Roos Meerbach
Illustraties: Brigida Almeida