De Moderne Woning In conformiteit stellen van de ......Veiligheids en gezondheidsplan In...

Veiligheids en gezondheidsplan In conformiteit stellen van de elektrische installatie - Steenboklaan 200 tot 238 te 1200 Sint-Lambrecht-Woluwe Ref. PS2: 310/0575/02-Habitation Moderne Versie 1 Ref. MO: n° SLRB: 2700/2014/04/01 – n° HM: REN 091 Pagina 1 van 29

De Moderne Woning

In conformiteit stellen van de elektrische installatie Steenboklaan 200 tot 238 1200 Sint-Lambrecht-Woluwe

Koninklijk Besluit van 25/01/2001 betreffende de veiligheids- en gezondheidscoördinatie: Het Veiligheids- en gezondheidsplan

Bureau d’Etudes PS2 sprl Rue Auguste Lannoye 43/201 1435 Mont-Saint-Guibert TEL : 010/65.91.13 FAX : 010/65.17.27 Email : [email protected] Web : www.bureaups2.be Versie 1: 18/06/2015


Inhoudstafel

1. Inleiding ..................................................................................................................................................................................... 3

2. De algemene preventie- EN BESCHERMINGSbeginselen ............................................................................................................. 4

2.1 Voorafgaande kennisgeving ................................................................................................................................................. 4

3. Bijzondere voorschriften ............................................................................................................................................................ 6

3.1 Analyse van het project en beschrijving van de werken en de voornaamste risico’s ............................................................. 6

3.2. Werking van de veiligheidscoördinatie in het kader van deze werken: ................................................................................ 2

3.3. Risico’s verbonden aan de inwerking en opeenvolging van de werkzaamheden van de diverse tussenkomende partijen. .. 2

3.4 Risicoanalyse van de werken en van co-activiteiten op de bouwplaats ................................................................................ 3

4. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ................................................................................................................................................... 10

4.1 Veiligheids- en Gezondheidsplan van de onderneming en Postinterventiedossier .............................................................. 10

4.2 Valbescherming ................................................................................................................................................................. 11 4.2.1. Collectieve valbeschermingen ............................................................................................................................................11 4.2.2 Persoonlijke valbescherming ...............................................................................................................................................11

4.3. Elektriciteit ....................................................................................................................................................................... 11 4.3.1 Elektrisch materieel .............................................................................................................................................................12 4.3.2 Specifiek materieel ..............................................................................................................................................................12 4.3.3 Nazicht van de elektrische installaties .................................................................................................................................13 4.3.4 Opleiden en informeren van het personeel .........................................................................................................................13

4.4 Werken betreffende het verwijderen van asbest ............................................................................................................... 13 4.4.1 Gemeenschappelijke basis van de asbest verwijderingwerken ...........................................................................................13

4.5 Vergrendeling, buiten werking stelling ............................................................................................................................... 14

4.6 Brandbestrijding ................................................................................................................................................................ 15

4.7 Eerste hulp ......................................................................................................................................................................... 16

5. FORMULIER TEN AANZIEN VAN DE UITVOERING VAN ARTIKEL 30 van het KB van 25/01/2001 ................................................. 17

6. ATTEST van goedkeuring van het VGP ...................................................................................................................................... 18

7. BEOORDELINGSFICHE “VEILIGHEID EN GEZONDHEID” .............................................................................................................. 19

8. Meetstaat veiligheid – BEREKENINGSNOTA VAN DE KOSTEN VOOR DE VEILIGHEID .................................................................. 23

9. Overzicht van de bij de prijsofferte te voegen documenten ...................................................................................................... 24


1. INLEIDING

Het Veiligheids- en Gezondheidsplan heeft ten doel de verschillende actoren die meewerken aan het project en de verwezenlijking ervan te informeren aangaande de preventiemaatregelen die moeten worden toegepast tijdens alle verwezenlijkingsfasen van de in conformiteit stellen van de elektrische installatie – Steenboklaan 200 tot 238 te 1200 Sint-Lambrecht-Woluwe.

De algemene preventiebeginselen moeten absoluut worden nageleefd. De uitvoeringsmethodes zullen bijgevolg in functie daarvan worden gekozen.

De werken zullen met name worden uitgevoerd volgens:

1. De wet van het Welzijn op het Werk van 4 augustus 1996 2. De Codex over het Welzijn op het Werk 3. Het ARAB en het AREI 4. Het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. 5. Het Koninklijk Besluit van 31 augustus 2005 betreffende tijdelijke werkzaamheden op hoogte 6. Het Koninklijk Besluit van 16 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmidddelen 7. Het Koninklijk besluit van 11 februari 2014 op de elektronische registratie van het personeel

En bijzonder voor de verwijdering van het asbest: 8. Artikel 148 decies 2.5 van ARAB 9. Het Vademecum van de NAVB op asbestverwijdering 10. Management programma opgenomen in de inventaris van asbesthoudende materialen

De onderneming moet dus in haar eenheidsprijzen voor de uitvoering de kosten die voortvloeien uit de inachtneming van deze preventiebeginselen en van deze reglementen inbegrijpen.

Het Veiligheids- en Gezondheidsplan zal door de Coördinator worden geüpdatet naarmate de werken vorderen en de verschillende uitvoerders hun werken uitvoeren. Deze updates zullen worden gemaakt door het leveren van de veiligheidsplannen van de ondernemingen en van hun analyses van de risico’s die verbonden zijn aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd. Deze risicoanalyses worden maandelijks of op de eerste dag van de werken van de onderneming uitgevoerd, al naargelang de omvang van de werken. Alle vergaderingen ter voorbereiding van de werken worden in het Coördinatiedagboek opgetekend.

De ondernemingen moeten absoluut vóór de aanvang der werken hun werkmethodes met bijbehorende preventiemiddelen ter goedkeuring aan de Veiligheidscoördinator voorleggen. Samen zullen ze de preventiebeginselen toepassen en de coördinator zal de risico’s tussen de verschillende ondernemingen beoordelen, teneinde de toe te passen werkmethoden te bepalen.


2. DE ALGEMENE PREVENTIE- EN BESCHERMINGSBEGINSELEN

De algemene preventiebeginselen zijn de volgende (Wet van het Welzijn op het Werk van 4 augustus 1996 –artikel 5):

a) Risico’s voorkomen b) De evaluatie van risico’s die niet kunnen worden voorkomen c) De bestrijding van de risico’s bij de bron d) De vervanging van wat gevaarlijk is door wat niet gevaarlijk of minder gevaarlijk is e) Voorrang aan maatregelingen inzake collectieve bescherming boven maatregelen inzake individuele bescherming f) De aanpassing van het werk aan de mens: keuze van de werkuitrustingen en werkmethoden, enz.. g) De risico’s zoveel mogelijk inperken rekening houdend met de ontwikkelingen van de techniek h) De risico’s op een ernstig letsel inperken door het nemen van materiële maatregelen met voorrang op iedere andere

maatregel i) De planning van de preventie j) De werknemer voorlichten over de aard van zijn werkzaamheden, de daaraan verbonden overblijvende risico’s en de

maatregelen die erop gericht zijn deze gevaren te voorkomen of te beperken k) Het verschaffen van passende instructies aan de werknemers

De goedkeuring van de werkmethodes en de preventiemaatregelen van de onderneming door de coördinator zal op deze algemene preventiebeginselen gebaseerd zijn. Deze beginselen moeten door de ondernemingen in de opstelling van onderstaande werkorganisaties worden opgenomen: A - De termijnen, de organisatie en de coördinatie - de werktermijnen en de werkfases aanpassen rekening houdend met de voortgang der werken, - de samenwerking tussen de werkgevers en de zelfstandigen organiseren, om de bescherming van de werknemers op de site te waarborgen - de nodige voorzieningen treffen om de onderlinge informatie-uitwisseling over de coördinatie van de preventiemaatregelen met betrekking tot de beroepsrisico’s waaraan de mensen op de bouwplaats zijn blootgesteld, tussen de werkgevers en de zelfstandigen mogelijk te maken, - het correct toezicht op de werkprocedures organiseren, - de bouwplaats in interventiezones indelen. B – De orde, het verkeer en de opslag op de bouwplaats - de orde en hygiëne op de bouwplaats handhaven, - de nodige maatregelen treffen, zodat alleen bevoegden de bouwplaats kunnen betreden, - de werkposten schikken met toegang tot veilige verkeerswegen en -zones (het gebruik van ladders beperken, de trappen op voorhand bouwen), - de opslagplaatsen afbakenen en inrichten, vooral als het gaat om gevaarlijke producten, - de opslag, het verwijderen en het opruimen van de gevaarlijke producten, het afval en het puin organiseren. C - De handling op de bouwplaats - de handlingfases op de bouwplaats organiseren - het onderhoud controleren, de controle voor de inbedrijfstelling en de periodieke controles vereist om de gezondheids- en veiligheidsrisico’s weg te werken. D – De omgeving van de bouwplaats - de risico’s van de gelijktijdige activiteiten tussen de activiteiten van de bouwplaats en de onmiddellijke omgeving ervan (straten, wijken, winkels, kantoren, openbare wegen, enz.) voorkomen.

2.1 Voorafgaande kennisgeving

Dit document waarvan een model volgt, moet minstens 15 dagen vóór het begin van de werkzaamheden van de onderneming op de bouwplaats door de onderneming aan de ambtenaar die belast is met het toezicht op arbeidsveiligheid, worden gestuurd. Dit document moet eveneens minstens 10 dagen vóór het begin van de werken op de bouwplaats worden uitgehangen.


Voorafgaande kennisgeving (volgens bijlage 2 van het K.B. van 25/01/01 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen)

Datum van de mededeling: · ............................................................................................................................................... Volledig adres van de bouwplaats: ...................................... Steenboklaan 200 tot 238 te 1200 Sint-Lambrecht-Woluwe Aard van het bouwwerk: .................................................................. In conformiteit stellen van de elektrische installatie Vermoedelijke datum van aanvang der werkzaamheden op de bouwplaats: ................................................................... Vermoedelijke datum van einde der werkzaamheden op de bouwplaats: ........................................................................ Vermoedelijke duur van de werkzaamheden: ................................................................................................................... Vermoedelijk maximumaantal werknemers op de bouwplaats: ........................................................................................ Gepland aantal ondernemingen en zelfstandigen op de bouwplaats: ...............................................................................

Onderneming / Naam Adress telefoon en fax

Bouwheer

De Moderne Woning Mevrouw Denies

Sint-Lambertusberg 2 1200 Brussel

02 776 79 20

Afgevaardigd Bouwheer

De Moderne Woning De Heer Schramme

Sint-Lambertusberg 2 1200 Brussel

0498 77 00 93

Veiligheids- en Gezondheidscoördinator(en) tijdens de uitwerkingsfase van het ontwerp van het bouwwerk

Bureau d’Etudes PS2 sprl

Rue A. Lannoye 43/201 1435 Mont-St-Guibert

010 65 91 13 010 65 17 27

Veiligheids- en Gezondheidscoördinator(en) tijdens de verwezenlijkingsfase van het bouwwerk

Bureau d’Etudes PS2 sprl

Rue A. Lannoye 43/201 1435 Mont-St-Guibert

010 65 91 13 010 65 17 27

Opgemaakt te op

Naam + Handtekening


3. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN

3.1 Analyse van het project en beschrijving van de werken en de voornaamste risico’s

De werkzaamheden worden uitgevoerd voor rekening van: De Moderne Woning Sint-Lambertusberg 2 1200 Brussel Vertegenwoordigd door Mevrouw Yolande Denies Tél.: 02 776 79 20 E-mail: [email protected]

Het project is ontworpen door het architectenbureau:

De Moderne Woning Sint-Lambertusberg 2 1200 Brussel Vertegenwoordigd door De Heer Pierre Schramme GSM: 0498 77 00 93 E-mail: [email protected]

De veiligheids en gezondheidscoördinatie wordt toevertrouwd aan coördinatiebureau:

Bureau d’Etudes PS2 sprl Rue A. Lannoye 43/201 1435 Mont-Saint-Guibert Tél.: 010 65 91 13 Fax: 010 65 17 27 Email: [email protected] Web: www.bureaups2.be

Geanalyseerde documenten:

PLANNEN : Capricorne 200-214 ETAGE PLAN Capricorne 200-214 REZ PLAN Capricorne 216-232 PLAN NIV INF Capricorne 218 COUPES

Capricorne 218 PLAN NIV 2-4-6 Capricorne 218 PLAN NIV 3-5-7 Capricorne 218 PLAN NIV 8

Capricorne 218-230 PLAN DUPLEX INF Capricorne 218-230 PLAN DUPLEX SUP Capricorne 234-238 PLANS

BESTEK cahier des charges CSS -REN 091 - 30.04.2015 II 2. Fr-REN091 F+®vrier-2015 - Description des Travaux +élec 2 Inventaris Asbest 1Analyse échantillon Galaxie 1Inventaire-Habitation Moderne-Galaxie

Werken voor het in conformiteit stellen van de elektrische installatie: Onderhavige onderneming omvat meer bepaald het demonteren en afvoeren van de bestaande installaties met inbegrip van de schakelaars, de stopcontacten, de voedingsdoos, de toevoer in het plafond, alsook het vervangen van de bedrading. De onderneming omvat ook het toevoegen van nieuwe stopcontacten en goten (plaatsing in opbouw). De onderneming omvat het vervangen van het beschermingsbord en het volledig in orde brengen met het Algemeen Reglement op Elektrische Installaties (AREI) en het aanpassen aan de normen van het Huisvestingswetboek van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De belangrijkste risico's berusten in het bijzonder in de volgende verrichtingen: - Installatie van bouwterrein. - Werkzaamheden in grootte; - Werkzaamheden van dépose van de oude apparaten en de installatie (kabels en tubage) - Werkzaamheden van afwerking


3.2. Werking van de veiligheidscoördinatie in het kader van deze werken:

Alle op de bouwplaats aanwezige ondernemingen moeten absoluut een startvergadering veiligheidscoördinatie bijwonen waarop ze het volgende voorstellen:

de werken die gedurende de komende maand zullen worden uitgevoerd en de preventiemiddelen waarvan ze daarbij gebruik zal maken (update van hun risicoanalyse). Deze uiteenzetting gebeurt schriftelijk.

De update van de algemene planning.

De nieuwe firma’s die tijdens de komende maand(en) werken zullen moeten uitvoeren (uitgenodigd door de reeds aanwezige firma’s).

De veiligheids- en gezondheidsplannen van deze nieuwe firma's (algemene informatie, planning, analyse van de eigen risico’s, enz.).

Al naargelang de omvang of de dringendheid van de werkzaamheden, de moeilijkheden waarmee men wordt geconfronteerd, krijgt de coördinator uitleg tijdens zijn controlebezoeken. Geen enkele onderneming mag met haar werken starten zolang ze van de Bouwheer of diens vertegenwoordiger, bijgestaan door de Veiligheidscoordinator, geen akkoord over de inhoud van haar veiligheidsplan heeft gekregen. De hoofdaannemer ziet erop toe dat zijn onderaannemers voormelde procedures in acht nemen en brengt de Bouwheer en de coördinator onmiddellijk van hun aanstelling op de hoogte. De hoofdaannemer ziet er vooral op toe dat zijn onderaannemers de veiligheids- en gezondheidscoördinatievergaderingen bijwonen en de administratieve taken die tijdens de veiligheidscoördinatievergadering worden voorgesteld, vervullen. Geen enkele algemene risicoanalyse (fotokopieën, …) zal worden aanvaard. De onderneming is verplicht om al haar werkzaamheden te bestuderen en er een bijzondere risicoanalyse voor op te stellen en er bijzondere preventiemiddelen voor aan te wenden.

3.3. Risico’s verbonden aan de inwerking en opeenvolging van de werkzaamheden van de diverse tussenkomende partijen.

A. Risico’s voor derden (verbonden aan …):

geluidsoverlast,

vallend materiaal,

bouwplaatsverkeer (afvoer van puin, levering van materialen)

struikelen/vallen op begane grond B. Belangrijkste risico’s: Horizontale en verticale co-activiteiten, vallen van een hoogte, struikelen/vallen op begane grond, vallend materiaal op personeel dat zich eronder bevindt. C. Personenverkeer op de site:

Verhoogd valrisico op benedenverdieping in zones waar werken aan de gang zijn of zones waar materiaal wordt opgeslagen.

Risico op vallend materiaal in zones onder zware manoeuvres of onder werkposten op hoogte (bijvoorbeeld in geval van gevel- en dakwerken)


3.4 Risicoanalyse van de werken en van co-activiteiten op de bouwplaats

3.4.1. SPECIFIEKE BOUWPLAATSRISICO’S

3.4.1.1. Bouwplaatsinrichting – Omgeving van de bouwplaats – EHBO-organisatie

Werkzaamheden Risico’s Preventie

Alle Gebrekkig beheer van de co-activiteiten.

De aannemer stelt een nauwkeurige en gecoördineerde planning op van alle werken teneinde risico’s van co-activiteiten te kunnen opsporen en beheren. Deze planning wordt regelmatig door de aannemer geüpdatet en voorgelegd (minstens maandelijks).

Bouwplaatsinrichting Ongevallen met derden. Vanaf de eerste dag van de bouwplaats, sluit de aannemer (zie infra) het gehele eigendom waar de werken worden uitgevoerd met een schutting af. De aannemer laat zijn bouwplaatsinrichtingsplan vooraf door de coördinator, de Bouwheer, de gemeente- en de gewestelijke diensten goedkeuren. Het bouwplaatsinrichtingsplan vermeldt alle in dit veiligheidsbestek vereiste informatie (zie hoofdstuk 4.1) Ingeval van inrichtingen op het openbaar domein, moet de aannemer vooraf de nodige vergunningen hebben verkregen, waarbij de gebruikers in geen geval aan een groter ongevallenrisico mogen worden blootgesteld dan in de bestaande situatie. De signalisatie van de werken en de bescherming van de gebruikers van de openbare weg worden eveneens uitgevoerd en aangepast naarmate de werken vorderen.

Bouwplaatsinrichting Afwezigheid van een bouwplaatsschutting. Niet-conforme bouwplaatsschutting: ongevallen met derden of met het bouwplaatspersoneel.

De bouwplaatsschutting is van het Heras-type met een minimumhoogte van 2 m. De verschillende elementen worden mechanisch met elkaar verbonden. De schutting moet tegen weer en wind bestand zijn en met de gebruikelijke veiligheidsaffiches en gelijkmatig geplaatste verlichting worden uitgerust. De plaatsing ervan wordt op het bouwplaatsinrichtingsplan aangeduid en ter algemene goedkeuring voorgelegd (zie supra). Het dagelijkse onderhoud van deze schutting en van de signalisatie zijn ten laste van de aanneming.

Bouwplaatsinrichting Diverse ongevallen met gebruikers van het bestaande gebouw.

Vanaf de eerste dag van de bouwplaats, neemt de aannemer de nodige maatregelen om voor de aangrenzende woningen en voor de buurtbewoners vallend materiaal en in het algemeen enig risico van ongevallen te voorkomen.

Verkeer van bouwplaatsvoertuigen en leveranciers

Verkeersongevallen.

De in- en uitgangen van vrachtwagen worden op het bouwplaatsinrichtingsplan van de aanneming voorgesteld en aangeduid. Er wordt een aangepaste signalisatie voorzien. Het reinigen van de trottoirs en van de openbare weg zijn ten laste van de aanneming.

Verkeer op de bouwplaats Afwezigheid van verlichting: diverse ongevallen, struikelen/vallen op begane grond, enz.

De aannemer is verplicht alle verkeerszones van de bouwplaats met een permanente verlichting uit te rusten. Daarenboven worden de werkzones met een specifiek of algemene verlichting uitgerust. Deze algemene bouwplaatsverlichting wordt vanaf de fase van de grond- of afbraakwerken geïnstalleerd.


Verkeer op de bouwplaats: netheid

Diverse ongevallen, struikelen/vallen op begane grond, enz.

Elke verkeershindernis moet onmiddellijk worden verwijderd. De netheid en het regelmatig reinigen van de bouwplaats behoren tot de prioriteiten van de aanneming. De verdiepingen worden regelmatig aan de rand van de vloerplaten en aan de rand van de technische kokers gereinigd. Een ander voorbeeld: naast elke cirkelzaag wordt een afvalbak voorzien.

Verkeer op de bouwplaats Vallen op begane grond door over elektrische kabels te struikelen.

De elektrische draden zal worden doorgestuurd naar elke verdieping van de kanalen, die aanvankelijk een verdeelkast zal worden voorbereid. Deze doos of kast wordt vergrendeld en uitgerust met een differentieel 30mA. Elektrische kabels zijn gebundeld en geen belemmering te vormen voor het verkeer.

Verkeer op de bouwplaats: uitvallen van de verlichting

Struikelen/vallen op begane grond, duisternis.

In de trappenhuizen wordt een noodverlichting geïnstalleerd. Deze verlichting is autonoom en onafhankelijk van het accidenteel uitvallen van de voorlopige bouwplaatsverlichting.

Alle werkzaamheden Gebrekkig beheer van noodsituaties. De nooduitgangen zijn niet gekend. Slechte communicatie tussen de tussenkomende partijen.

Op elke verdieping worden de nooduitgangen duidelijk zichtbaar aangeduid. Naast elk trappenhuis wordt het verdiepingsplan aangeplakt. Via aanplakking (aan de liften, trappen, in de kleedkamers) deelt de algemene aannemer het bouwplaatspersoneel de specifieke werkzaamheden mee die tijdens die dag of week zullen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld: montage/demontage van de bouwsteigers, inbedrijfstelling van de liften, stroomonderbreking, montage/demontage van bouwkranen, enz.

Ongeval op de bouwplaats Gebrekkige EHBO-organisatie. Onmogelijkheid om de gewonde te verplaatsen. Onmogelijkheid om de gewonde eerste hulp te bieden.

Afhankelijk van de ernst van het ongeval, bieden de EHBO’ers van de aanneming de eerste hulp. De aannemer moet er dus op toezien een minimaal aantal EHBO’ers op de bouwplaats ter beschikking te hebben en wel voor zijn eigen personeel als voor enige andere persoon die op de site werkzaam is. In de EHBO-keet van de bouwplaats zijn een berrie en geneesmiddelen voor eerste hulp beschikbaar. De EHBO-organisatie wordt bij de aanvang van de bouwplaats vastgesteld en wordt op elke verdieping naast het plan van de nooduitgangen aangeplakt.

Bouwplaatsinrichting: kleedkamers, douches, toiletten

Gebrek aan hygiëne. Afhankelijk van het aantal op de bouwplaats aanwezige personen, neemt de aannemer de geldende reglementen in acht. Rekening houdend met de aard van de werken, moeten de kleedkamers en het sanitair regelmatig worden gereinigd (minstens 1x/week). De aannemer plaatst de voorlopige toiletten op doordachte wijze op de verschillende verdiepingen van het uit te voeren bouwwerk.

Organisatie van de werken Struikelen/vallen op begane grond en vallend materiaal.

De opslagzones worden in de nabijheid van de werkzones geplaatst (en beschermd). De opslag op de bouwplaats wordt tot een minimum beperkt om het verkeer van het personeel op de bouwplaats niet te hinderen.


3.4.1.2. Afbraak – Demontage - Verwijdering van bekledingen

Werkzaamheden Risico’s Preventie

Afbraak - demontage - verwijdering van bekledingen

Vrijkomen van asbestvezels. Vóór enige uitvoering van deze werkzaamheden, vergewist de aannemer zich bij de Bouwheer van de al dan niet aanwezigheid van asbest in het gebouw.

Asbestverwijdering Inademen van asbestvezels. De aannemer neemt de geldende wetgeving in acht (zie eveneens punt 4.4 van dit VGP).

Ontvoering van materialen met asbest in dak

Daling van grootte Inademing van vezels

De aannemer zal zijn manier van uitvoering en preventie aan de coördinator voor implementatie voorleggen.


Ontploffing Brandwonden.

Vóór de uitvoering van enigerlei werkzaamheden, is de aannemer verplicht de werkzone te controleren op de al dan niet aanwezigheid van installaties onder druk of van gasleidingen onder druk (of niet-inert).


Stof. Geluidshinder.

De aannemer neemt de gemeentelijke en gewestelijke reglementen in acht. Bij de keuze van de mechanische werktuigen, geeft de aannemer de voorkeur aan machines die een voldoende geluidsdemping bieden. Beperking van stofvorming door een gerichte besproeiing, door een correcte keuze van de uitvoeringsmiddelen en door een afdekking met stofzeilen, …

Afbraak van bestaande elektrische installaties

Blootstelling aan of contact met elektrische stroom.

Vóór de uitvoering van de werken stelt de aannemer zich op de hoogte van de installaties die nog onder spanning zouden staan. Vóór het begin van de afbraakwerken moet de stroom in de af te breken gedeelten verplicht worden uitgeschakeld.


Derden in het gebouw. Vóór de uitvoering van enige afbraakwerken, moet de aannemer verplicht een inspectiebezoek van het gebouw uitvoeren om te controleren of zich niemand meer in het gebouw bevindt.

Einde van de werkdag, pauzes tijdens de dag, enz.

Vallen van personen. Vallend materiaal op personen die zich eronder bevinden. Ongecontroleerde afbraak.

De aannemer mag geen afbraakwerken ondernemen die een residueel gevaar inhouden (bijvoorbeeld op het einde van de werkdag), zonder vooraf de nodige maatregelen te hebben genomen om dit gevaar te annuleren. Het personeel mag een werkzone in afbraak slechts verlaten indien de zone vrij is van ongevallenrisico’s (afwezigheid van vallende materialen, afsluiting van gevel- en vloerplaatopeningen).

Afbraak of verwijdering van schadelijke stoffen, van ondergrondse tanks (benzine, stookolie)

Inademing of contact met schadelijke, giftige, irriterende stoffen.

Afhankelijk van de aanwezige stoffen of producten, neemt de aannemer zowel voor de verwijdering als voor de afvoer de geldende reglementen in acht. Analyse per geval en dragen van aangepaste PBM. Vóór enige vonkvorming (gebruik van een slijpschijf, snijbrander), meet de aannemer het explosierisico van de tanks.

Gebruik van hefgondels (telescopische gevelliften of schaarliften).

Kantelen (omvallen van de gondel). Overbelasting.

Deze hefgondels mogen slechts worden bestuurd door personen die hiertoe een specifieke opleiding hebben gehad. De stabiliteit van de basis moet te allen tijde worden gecontroleerd, de toelaatbare belasting van de gondel moet in acht worden genomen en het personeel moet zich met een veiligheidsharnas aan het laagste punt van de gondel vastmaken.


Demontage en afvoer van bestaande installaties, elke demontage stelt het personeel aan valgevaar bloot

Vallen van personen met dodelijke afloop. Vallend materiaal op personen die zich eronder bevinden.

Elke co-activiteit in de kokers is verboden. Bij gebrek aan de uitvoering van collectieve beschermingsmiddelen, moet het personeel persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen van een hoogte dragen. Vóór de uitvoering van zijn werken, legt de aannemer zijn uitvoeringswijze aan de veiligheidscoördinator en aan de adviseurs van de Bouwheer voor.

Gebruik van handgereedschap Contact met een bewegend voorwerp. Steenschilfers.

Dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (bril, handschoenen).

Gebruik van explosieven Geluidshinder, ongecontroleerde explosies, …

Het is verboden om voor deze afbraakwerken explosieven te gebruiken.

Gebruik van een snijbrander Brand. Controleer met de veiligheidscoördinator of een vuurvergunning vereist is. Zie erop toe dat zich in de nabijheid van de werkpost geen brandbare producten of gas bevinden. Stel op de bouwplaats een aantal blusapparaten ter beschikking. Voorzie voor het personeel in een toereikende steiger.

Gebruik van een snijbrander Niet-ioniserende straling. Schadelijke dampen. Brandwonden. Vonken/spatten.

Het personeel moet worden gesensibiliseerd voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Zorg voor voldoende ventilatie. Stel een blusapparaat ter beschikking. Bescherm derden tegen de vonken/spatten.

Alle werkzaamheden Diverse ongevallen. Gebrekkige EHBO-organisatie.

Zie de noodprocedure en verzamelpunten voor de externe nooddiensten. Een verzamelpunt zal worden afgesproken voor de ontmoeting met de nooddiensten . Dit verzamelpunt wordt op het bouwplaatsinrichtingsplan aangeduid en aan de nooddiensten meegedeeld.

3.4.2. ALGEMENE RISICO'S WAARMEE MEN REKENING MOET HOUDEN

Varia

Alle Allerhande ongevallen met derden

Vanaf de eerste dag van de werken een bord aanbrengen met het verbod om op de bouwplaats te komen. Er wordt aangeraden om een werfafsluiting te plaatsen. De onderneming is als enige verantwoordelijk voor eventuele ongevallen met derden op haar werf.

Alle Slecht beheer van gelijktijdige activiteiten

Een gecoördineerde, nauwkeurige planning van alle werken opstellen om de risico's van gelijktijdige activiteiten te kunnen opsporen en beheren.

Werkpost Belastingen, verkeerde bewegingen, uitglijden bij de hantering van lasten door deze op te tillen vanuit een stereotype houding

Opstelling van schriftelijke procedures voor de werkmethodes en grondige studie van repetitieve werkzaamheden.


Onthaal van de werknemers, leveranciers en onderaannemers.

- Risico's wanneer een nieuwkomer op de bouwplaats zijn werkpost inneemt (groter risico op val van hoogte, val op begane grond, botsing met bewegend voorwerp).

- Een duidelijke afspreekplaats meedelen aan de leveranciers en nieuwkomers op de bouwplaats. - De ondernemingen moeten hun personeel inlichten over de praktische verplichtingen m.b.t. de orde en het verkeer op de bouwplaats en de procedures bij ongevallen.

Behandeling van lichte lasten op de werkpost

Val van materialen vanaf een werkpost in de hoogte Lumbago en andere rugletsels door zware lasten te dragen

- Wanneer materialen naar beneden kunnen vallen, moeten maatregelen getroffen worden om de ruimte eronder af te bakenen en de toegang tot deze ruimte voor iedereen te verbieden. - Voldoende goederenbehandelingsmiddelen voorzien op de site (kraan, goederenlift, enz.). - Bij de keuze van de bouwelementen en bestelling van leveringen rekening houden met het gewicht van de te dragen elementen.

Behandeling van zware lasten Val van materialen tijdens de behandeling van de lasten, stoot en instorting

Een inrichtingsplan opstellen, met: - de plaatsen van de verschillende goederenbehandelingsmiddelen (kranen, goederenliften, enz.) - de plaatsen van de opslagzones, - de plaatsen van de laad- en loszones, - de trajecten van opgehangen lasten. Bij de opstelling van dit inrichtingsplan moet er rekening gehouden worden met het zicht van de bestuurder op de bouwplaats naarmate de constructie vordert, en met de risico's verbonden aan de verplaatsing van lasten boven wegen en andere gebruikte gebouwen (of werfgedeelten) in de directe omgeving.

EHBO

Eerste hulp Slechte organisatie van de eerste hulp

- Op de eerste werfvergadering wordt een te volgen procedure voor ongevallen uitgewerkt, waarin onder andere de volgende aspecten gedefinieerd worden: de afspreekplaats(en) met de hulpdiensten, de signalisatie ervan, de aanwezigheid van EHBO'ers op de site, de verspreiding van deze informatie naar de werknemers. - De EHBO-instructies worden aan de werknemers uitgelegd bij hun aankomst op de bouwplaats, en worden vervolgens herhaald door middel van uithangborden. De onderneming moet ervoor zorgen dat er vanaf de eerste dag een conforme EHBO-koffer en poederblustoestel aanwezig zijn op de bouwplaats.

Allerhande gereedschap Machines

Allerhande: alle werktuigen, methodes en producten

blootstelling aan geluid blootstelling aan trillingen blootstelling aan gevaarlijke producten

Voor de bescherming van werknemers die niet aan de basis liggen van geluidshinder maar wel in een getroffen zone werken uitvoeren, moeten alle tussenkomende partijen op de bouwplaats geschikte beschermingsmiddelen uitreiken aan de werknemers (helmen en doppen). Wat de aanwezigheid van gevaarlijke producten betreft, moeten de ondernemingen de coördinator op de hoogte brengen van het gebruik ervan en de aard van het risico nauwkeurig omschrijven.


Zaagwerken met diamantschijf (uitsnijdingen, doorboringen sleuven,..)

allerhande verwondingen aan de handen, armen, benen van het uitvoerende personeel of derden

Opleiding van het uitvoerende personeel. Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (bril, masker, handschoenen). De werkzone afbakenen. Er zich van vergewissen dat voorbijgangers of ander werfpersoneel niet verwond kunnen worden door opspringende deeltjes.

Allerhande: alle werktuigen en methodes

andere vorm blootstelling aan geluid blootstelling aan trillingen

- persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (geluid); - machines isoleren (geluid en trillingen).

Gebruik van handbediend gereedschap

contact met bewegend voorwerp hamer, beitel, wegspringende deeltjes

Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (bril, handschoenen).

Gebruik van een brander brandwonden - Veiligheidsafstand respecteren ten opzichte van warme oppervlakken

Gebruik van een brander Brand - Controleren of er geen ontvlambare producten of gassen aanwezig zijn in de buurt van de werkpost. - Een blustoestel beschikbaar stellen op de bouwplaats, vlakbij de plaats waar de brander gebruikt wordt. - Gasflessen dienen vastgemaakt en verticaal opgesteld te worden.

Gebruik van een brander Niet-ioniserende straling Schadelijke dampen

Het personeel aanzetten tot het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor voldoende ventilatie zorgen.

Verkeer Verplaatsing

Verkeer op de bouwplaats Val van hoogte - De bouwplaats zodanig afbakenen, dat onbeschermde zones niet toegankelijk zijn. - Voor de bescherming zorgen van plaatsen waar een interventie nodig is, door middel van borstweringen, persoonlijke beschermingsmiddelen of andere methodes (die verantwoord moeten worden in het veiligheidsplan van de ondernemingen). - Het personeel opleiden bij aankomst op de bouwplaats.

Verkeer op de bouwplaats Beschadiging van borstweringen

De onderneming moet middelen voorstellen die toelaten de borstweringen in correcte staat te houden tijdens de volledige duur van de werf: - aanduiding van een verantwoordelijke, - gebruik van borstweringen die geschilderd zijn of die een zodanige doorsnede bezitten, dat ze niet "als noodoplossing" voor de bekisting gebruikt kunnen worden, - sensibilisering van iedereen (inclusief onderaannemers bij het gunnen van opdrachten in onderaanneming).

Verkeer op de bouwplaats Val op begane grond - Verlichting bestuderen van alle delen van de bouwplaats, inclusief van de buitenverlichting als de lichtsterkte niet groot genoeg is. - Ervoor zorgen dat het verkeer correct blijft verlopen (orde en netheid op bouwplaats, circulatiewegen correct bepalen).


Verkeer op de bouwplaats Val van materialen, instorting

- Zones definiëren op de bouwplaats (bijvoorbeeld: de zones afbakenen waar afbraakwerken aan de gang zijn) - Elke bezoeker of leverancier op de bouwplaats laten begeleiden door de verantwoordelijke van de werkzaamheden.

Verkeer op de bouwplaats Contact bewegend voorwerp, scherp of snijdend voorwerp,…

Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (helmen, veiligheidsschoenen)

Steigers Ladders

Gebruik van mobiele steigers Val van hoogte Op de bouwplaats moeten steigers op wielen gebruikt worden voor alle werkzaamheden waarvoor een verhoogd werkplatform nodig is. De hoogte van deze installatie mag echter niet groter zijn dan 3 x de breedte van de steiger. De wielrem moet automatisch ingeschakeld worden. Schragen zijn verboden op de bouwplaats.

Werken op ladders Risico op valpartijen en/of allerhande verwondingen

Werken op ladders met elektrisch materieel zijn verboden op de bouwplaats. Andere werkzaamheden op ladders dienen zoveel mogelijk vermeden te worden.

Afbraak

Afbraakwerken Stof, opspringende deeltjes, ongecontroleerde afbraakwerken

Maatregelen opleggen aan de aannemer om de uitstoot van stof te beperken (besproeiing, uitvoeringsmiddelen, bescherming door middel van zeilen, …). Het personeel moet aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (handschoenen, bril, helm, ...). De werkzone dient gesignaleerd te worden tegenover derden of ander werfpersoneel. De afbraakmethode moet zorgvuldig gekozen en ter goedkeuring voorgelegd worden aan de persoon die de stabiliteit van het bouwwerk controleert.

Belangrijke opmerking: de hierboven beschreven risicoanalyse en voorgeschreven maatregelen bevatten niet de risico's die eigen zijn aan elke activiteit. Deze risico's zijn immers afhankelijk van de gebruikte uitvoeringsmiddelen. De risico's en toe te passen preventiemaatregelen voor deze uitvoeringsmiddelen moeten in het veiligheidsplan staan dat door elke onderneming op de bouwplaats wordt opgesteld onder impuls van onder andere de preventieadviseurs. Deze laatste waken erover dat de activiteiten op de bouwplaats worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet van 4 augustus 1996 en uitvoeringsbesluiten ervan. Deze Veiligheidsplannen van de ondernemingen, die het onderhavige Veiligheids- en Gezondheidsplan (VGP) aanvullen, moeten aan de Veiligheidscoördinator en Opdrachtgever voorgelegd worden op de maandelijkse coördinatievergadering van de werken en/of uiterlijk 10 werkdagen voordat de ondernemingen met hun werken starten.


4. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

4.1 Veiligheids- en Gezondheidsplan van de onderneming en Postinterventiedossier

De ondernemingen moeten een bijzonder veiligheidsplan opstellen dat voldoet aan de eisen van dit Veiligheids- en Gezondheidsplan (VGP). Dit Veiligheidsplan van de onderneming wordt ter beoordeling door de coördinator bij de prijsopgave gevoegd. Als de onderneming wordt geselecteerd krijgt ze de commentaren voor een update en een goedkeuring vóór het begin der werkzaamheden. Het veiligheidsplan wordt geleidelijk aangevuld en aangepast door de ondernemingen naarmate de werkzaamheden vorderen. Het wordt schriftelijk geüpdatet tijdens de maandelijkse coördinatievergaderingen en/of op het einde van de werkzaamheden. Nadat ze hun werkzaamheden hebben uitgevoerd moeten de ondernemingen absoluut meewerken aan het opstellen van het Postinterventiedossier, en dit, op initiatief van de coördinator.

A. Modaliteiten voor het opstellen van het Veiligheidsplan van de onderneming

De coördinator brengt de aannemers op de hoogte van hun plichten via dit Veiligheids- en Gezondheidsplan (VGP) dat bij de prijsaanvraag wordt gevoegd. De ondernemingen moeten hun onderaannemers hun Bijzonder Veiligheidsplan en het VGP dat door de Bouwheer en de coördinator is opgesteld, bezorgen. Deze documenten maken deel uit van de voorwaarden van de onderaannemingsopdracht. Elke onderneming stelt haar eigen bijzonder veiligheidsplan op dat aan de coördinator wordt bezorgd om het in dit VGP op te nemen. Elke onderneming moet van de coördinator de goedkeuring van haar veiligheidsplan krijgen vóór de aanvang van de werkzaamheden. Aangezien de bijzondere veiligheidsplannen van de ondernemingen kunnen evolueren, moet een door de onderneming geüpdatet exemplaar voortdurend op de bouwplaats worden bewaard zodat de officiële instellingen het kunnen inkijken. De aannemer bewaart zijn bijzonder veiligheidsplan gedurende vijf jaar vanaf de einddatum van de werkzaamheden.

B. Inhoud van het Veiligheids- en Gezondheidsplan van de onderneming

1) De namen en het adres van de onderneming. Het adres van de bouwplaats en het te verwachten effectief. De namen en functies van de personen die de opdracht hebben de uitvoering van de werkzaamheden te leiden en die er de veiligheid moeten waarborgen. De GSM-nummers van deze personen. 2) De beschrijving van de werkzaamheden en werkmethodes, waarbij het volgende wordt onderstreept:

a) de risico’s eigen aan de onderneming en rekening houdend met de bijzondere eisen van de bouwplaats evenals de in functie daarvan gekozen preventiemiddelen. b) de werkzaamheden die interferentierisico’s met andere ondernemingen inhouden en de voorgestelde preventiemiddelen.

3) De planning der werken 4) De modaliteiten voor het rekening houden met de door de coördinator bepaalde algemene coördinatiemaatregelen. 5) De hygiënemaatregelen en lokalen voor het personeel geplaatst of ter beschikking gesteld zoals voorzien in het algemeen coördinatieplan. 6) De organisatie van de Eerste hulp van de onderneming met in het bijzonder het beschikbaar medisch materieel, de aanwezige eigen EHBO-ers, de maatregelen getroffen voor de evacuatie van de gewonden in het kader van het Veiligheids- en Gezondheidsplan. Het gedeelte beschrijving van de werkzaamheden is het belangrijkste gedeelte van het plan; het moet vergezeld gaan van een gedetailleerde analyse van de risico’s verbonden aan de werkmethoden, het materieel, inrichtingen en installaties, het gebruik van gevaarlijke stoffen of preparaten, het verkeer en de verplaatsingen op de bouwplaats. De voor de bouwplaats opgemaakte plannen of schetsen vervangen tekst op een gelukkige manier. Fotokopieën van algemene documenten moeten worden vermeden en worden niet aanvaard. Het plan kan evolueren, er kunnen steeds wijzigingen worden aangebracht aan werkmethoden, preventiemaatregelen, als de gelopen risico’s zijn afgenomen of als de preventiemaatregelen een gelijke of grotere waarborg bieden.


4.2 Valbescherming

4.2.1. Collectieve valbeschermingen De toepassing van de algemene preventiebeginselen leidt tot het onderzoek van collectieve valbeschermingen van bij het ontwerp en bij het bepalen van de werkmethodes. Dit document preciseert deze verplichtingen. Risico dat het personeel van op een hoogte valt Dit belangrijk risico moet worden weggewerkt door onderstaande maatregelen:

A. – Inrichtingen die moeten verhinderen dat personen vallen Voorrang dient te worden gegeven aan: plaatsing van de architecturale elementen en bouwelementen bepaald tijdens de ontwerpfase naarmate de uitvoering

van het betrokken bouwelement vordert. gebruik van stevige bouwproducten. leggen van voorlopige vloeren.

B. – Inrichtingen om de gevallen persoon op te vangen plaatsing van stijve opvangoppervlakken gelegen op minder dan 3 meter van de werkvloer. plaatsing van soepele opvanginrichtingen van het type net die de val tot 6 meter beperken.

De inrichtingen moeten het personeel tijdens de verschillende interventies van de ondernemingen beschermen.

Risico op vallende voorwerpen het aantal toegangen beperken, afbakening op de grond plint verplicht langsheen de werkoppervlakken op een hoogte (op alle zijden van de werkvloer). controle van de zware hijstoestellen en het hijstoebehoren

Risico’s bij werken boven elkaar en bij gevaarlijke gelijktijdige activiteiten (vallende voorwerpen en vallend materieel)

De maatregelen hierna moeten in prioriteitsorde worden getroffen: De bouwplaats opdelen in interventiezones en zones waar gelijktijdige activiteiten niet zijn toegelaten, Uitwerking van een vooruitgeplande werkkalender waarbij deze interferentie wordt vermeden of verschuiving in de tijd

van de interventies. Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan deze kalender door de coördinator; geen enkele verticale gelijktijdige activiteit zonder passend preventiemiddel zal op deze bouwplaats worden aanvaard.

4.2.2 Persoonlijke valbescherming De persoonlijke beschermingsmiddelen zullen uitsluitend worden gepland in het geval waar de collectieve beschermingsmiddelen niet kunnen worden geplaatst, na raadpleging en akkoord van de Bouwheer en de Veiligheidscoördinator (bijvoorbeeld: plaatsing van holle elementen, breedplaten, enz.). Onder persoonlijke bescherming verstaan we het dragen van het veiligheidsharnas, in voorkomend geval voorzien van een valstop. De verankeringspunten dienen door het adviesbureau stabiliteit ten laste van de gebruiker te worden goedgekeurd. Deze elementen moeten in orde zijn met de periodieke controle. Het personeel dat deze werken uitgerust met deze beschermingen moet uitvoeren, moet ervaren zijn.

4.3. Elektriciteit

Elektriciteit ligt aan de basis van ernstige, ja zelfs dodelijke arbeidsongevallen; men moet dus het materieel en de veiligheidsbeginselen verbonden aan dit risico kennen. De mechanische weerstand van de kabels op de bouwplaats moet aan de gebruiksomstandigheden worden aangepast. Alleen H07RN-F-, CTMB-N-, CTFB-N- of soortgelijke kabels mogen op de bouwplaats worden gebruikt. De laskabels moeten CTSB-N-kabels zijn.


4.3.1 Elektrisch materieel Het kan aan de hand van twee hoofdcriteria worden gekenmerkt: de beschermingsgraad en de klasse. 1) Beschermingsgraad

Bepaalt het vermogen van het omhulsel van het toestel om te weerstaan aan externe invloeden. Ze wordt aangeduid met het acroniem: IP XX beschermingsgraad 2 cijfers Het eerste cijfer bepaalt de bescherming tegen de binnendringing van vaste externe lichamen, Het tweede cijfer bepaalt de bescherming tegen water (vochtigheid, regen, beschermingen ...), Een derde cijfer vult deze IP-graad aan en bepaalt de mechanische schokweerstand. Voor de courante bouwplaatsen moet op zijn minst materieel IP 44 en minstens graad 7 voor de bescherming tegen mechanische schokken worden gekozen: - die geen vaste lichamen met afmetingen van meer dan 1 mm laten binnendringen, - ondoordringbaar voor regenspatten uit alle richtingen, - bestand tegen de val van een massa van 1,5 kg van op 0,40 m.

2) Klasse Bepaalt het isolatietype van het materieel en de verbinding met de aarde. - Klasse I: Dit materieel moet met de aarde worden verbonden; het aansluitsnoer moet dus een groen-gele

beschermingsgeleider bevatten die de aardklem van het toestel met de hoofdequipotentiaalverbinding van de

bouwplaats verbindt. Aardingssymbool: - Klasse II: Dit materieel is voorzien van een dubbele isolatie. Het wordt op de elektrische installatie aangesloten zonder

aardgeleider. Het typeplaatje moet volgend symbool dragen: - Klasse III: Dit materieel is geschikt om slechts met een zeer lage veiligheidsspanning van minder dan 50 V (25 V op de

bouwplaatsen) te worden gevoed.

4.3.2 Specifiek materieel Looplampen

Ze moeten van het professioneel model met een bescherming van de lamp en conform de normen (CEBEC-label) zijn, van een niet demonteerbaar type zijn en minstens beschermingsgraad IP 45 hebben. Het gebruik van “in elkaar geknutselde” looplampen is ten strengste verboden!

Verlengsnoeren Voor materieel van klasse I moeten ze een beschermingsgeleider bevatten

Elektrische kasten Er moeten stopcontacten op aangesloten kunnen worden, zonder dat de deur van de kast hoeft te worden geopend. De deur moet met een sleutel op slot gehouden worden. Ze moeten vanbinnen uitgerust zijn met een hooggevoelige

differentieelinrichting n 30 mA voor de aansluiting van draagbaar gereedschap. Draagbare differentieelinrichting 30 mA

Met deze draagbare inrichtingen kan de gebruiker worden beschermd ongeacht de beschermingsgraad van de elektrische installatie stroomopwaarts.

Veiligheidstransformatoren Wanneer men in kleine geleidende afgesloten ruimten (bijvoorbeeld sanitaire vides) werken uitvoert, moet men elektrische apparaten gebruiken die worden gevoed met zeer lage veiligheidsspanning (25 volt); deze dient te worden verkregen via een veiligheidstransformator 230 V/25 V gelegen buiten de geleidende ruimte. Het gebruik van een scheidingstransformator 230 V/230 V van klasse II is mogelijk op voorwaarde dat elke transformator slechts één elektrische toestel van klasse II voedt. De looplampen moeten absoluut worden gevoed met zeer lage veiligheidsspanning 25 V.

Stroomaggregaten De kleine bouwplaatsstroomaggregaten zijn van twee klassen:

. Klasse I: - koppeling van alle massa’s (aggregaat en gebruikstoestellen van klasse I), beveiliging van elk aansluitpunt door een hooggevoelige differentieelinrichting, als het aggregaat zelf niet is uitgerust met deze inrichting.

. Klasse II: Zelfde maatregelen als in klasse I behalve dat de beveiliging door hooggevoelige differentieelinrichting niet is vereist in volgende gevallen: geheel van de installatie gerealiseerd in klasse II, een enkel toestel van klasse I wordt door het aggregaat van stroom voorzien.


4.3.3 Nazicht van de elektrische installaties De elektrische installaties moeten worden nagezien:

bij het opstarten van de bouwplaats of bij de inwerkingstelling van de werkplaats, jaarlijks na het eerste nazicht, bij elke structuurwijziging.

Dit nazicht wordt toevertrouwd aan een erkend organisme. Behoudens uitzondering mag alleen het periodiek nazicht door een bevoegd persoon van de onderneming worden verricht. Elk nazicht moet het voorwerp zijn van een gelijkvormigheidsverslag. Het eventuele voorbehoud moet het voorwerp zijn van de daarmee overeenstemmende werken.

4.3.4 Opleiden en informeren van het personeel Het personeel moet van de gebruiksvoorwaarden van het elektrisch materieel op de hoogte worden gebracht. Zonder bijzondere opleiding mag men een stekker alleen aansluiten of een hoofdzekering alleen opstarten, op voorwaarde dat geen enkel onbeschermd deel in de buurt onder spanning staat.Voor specifiekere elektriciteitswerken moet men speciaal opgeleid zijn of een bevoegdverklaring in handen hebben.

4.4 Werken betreffende het verwijderen van asbest

Het bedrijf houdt zich aan de geldende wetgeving betreffende het verwijderen van materialen die asbest bevatten, te weten artikel 73 van het Koninklijk Besluit van 16 maart 1996. Het bedrijf heeft voorafgaand van de eigenaar van de site de inventaris ontvangen van alle asbest en alle materialen die asbest bevatten die zijn geregistreerd in het gebouw waarop de werken webtrekking hebben. Op basis van deze inventaris wordt een beoordeling van het blootstellingrisico uitgevoerd. De resultaten van deze beoordeling zijn de basis voor de algemene en specifieke preventiemaatregelen die het bedrijf zal treffen. De overschrijding van de drempelwaarden voor blootstelling en het type asbest dat aanwezig is zijn bepalende factoren voor de keuze van de preventiemethoden en de behandelingstechnieken. In het Waalse Gewest bepaalt de hoeveelheid te verwijderen elementen die asbest bevatten, afhankelijk van het type element (leiding, pakking, platen,…) de categorie van de werken ( 1 tot 3) en derhalve de op te stellen declaraties of aan te vragen vergunningen VOORDAT de werken aanvangen.

4.4.1 Gemeenschappelijke basis van de asbest verwijderingwerken De volgende maatregelen moeten minimaal worden genomen voor aanvang van de werken:

1. Opstellen van een werkplan 2. Vaststelling van de aard van de vezels (zie inventaris) 3. Instellen van collectieve beschermingsmaatregelen: ventilatie, bevochtiging, afzuigsysteem, keuze van gereedschap en

technieken,… 4. Plaatsen van borden die de voorzienbare overschrijding van de drempelwaarden van blootstelling signaleren 5. Aan arbeiders ter beschikking stellen van geschikte ademhalingsapparatuur 6. Verwijderen van asbest vóór vernietiging, indien technisch mogelijk 7. Opstellen van een vezelmetingprogramma 8. Ontsmetting van alle personen, gereedschap en kleding die in contact is geweest met elementen 9. Keuze van afvalafvoerprocedure 10. Verplicht gebruik van handgereedschap en mechanisch gereedschap met lage snelheid dat alleen stof van grote afmeting

of schaafsel produceert. 11. Handhaven van hygiëne en netheid van de werkzones 12. Schriftelijk informeren van de arbeiders over de gekozen procedures en bescherming

Deze procedure wordt afhankelijk van het type aanwezige asbest aangevuld met onderstaande preciseringen


4.4.1.1 Betreffende de verwijdering van gebonden asbest:

1. Opstellen van een plan voor het verwijderen van het materiaal 2. De vorming van stof tot een minimum beperken door het gebruik van geschikt gereedschap voor elke werksituatie en het begieten van de elementen met een bindmiddel of water (let op, deze vloeistof mag de oppervlakte niet glad maken en moet dus snel drogen) 3. De voorkeur geven aan interventiemiddelen die de beste garantie geven ter voorkoming van het risico van vallen van personen 4. Demonteren of sectioneren van bevestigingselementen 5. Indien punt 4 technisch niet mogelijk is, handmatig verzagen van de plaat die door middel van verstuiving is bevochtigd (P3 masker dragen). Spijkers en schoreven worden met een schroevendraaier of tang verwijderd. Nietjes worden verwijderd met een boor voorzien van een goedgekeurde afzuiger. 6. De elementen naar beneden halen zonder ze te breken. Een zeil op de grond leggen voor het opvangen van eventuele afvalstukken in het geval van werkzaamheden aan gevels. 7. Afvoer van afval naar een stortplaats van klasse 2 of 3 afhankelijk van de herkomst en de aard van het afval (verpakking niet nodig)

4.4.1.2. Betreffende het verwijderen van asbestvlokken (niet gebonden)

1. Opstellen van een werkplan 2. Controleren van de goedkeuring van het bedrijf dat met de werken is belast (verplicht indien de drempelwaarden voor blootstelling hoogstwaarschijnlijk zullen worden overschreden) 3. Kennisgeving van de werken bij de Administratie 4. Bijhouden van een register en aanwijzen van een ervaren verantwoordelijke die aanwezig is op het werk voor de opvolging van de aanbevelingen en procedures 5. Inrichting van de werken, voorbereidende werken, afbakening en signalering van de werkzones: borden ter vermelding van het risico op asbeststof, toegangbeperking, verbod op eten en drinken, indicatie nooduitgang,… 6.Demontage van apparaten die zich in de werkzone bevinden, afsluiting van openingen, afdekken van de vloer en muren met dubbele polyethyleen zeilen, demontage van elektrische netwerken, … 7. Installatie van een afzuigsysteem: werkzone wordt in depressie gehouden en de lucht wordt met een absoluut filter gefilterd. Luchtverversing aan 3 tot 4 keer het volume/werkuur. Installatie van een sas voor het personeel 8. Controle van de waterdichtheid van het gebouw 9. Verwijdering van asbestvlokken: dragen van een antistofmasker met overdruk met behulp van pure gecomprimeerde lucht, dragen van geschikte voor dat doel ontworpen beschermende kleding. Keuze van de verwijderingtechniek voor een maximale beperking van stofproductie (droog of vochtig verwijderen). 10. Visuele controle en besproeien van de zeilen met een bindmiddel 11. Verpakking en afvoer van afval: dubbele verpakking in polyethyleen zakken en dagelijkse afvoer naar stortplaatsen 12. Afsluitende ontsmettingsmaatregelen

4.5 Vergrendeling, buiten werking stelling

Voor interventie aan machines, apparaten of installaties die zijn uitgeschakeld, moet gecontroleerd worden of de interventie zonder risico voor de operator kan plaatsvinden. De operator voert derhalve zijn interventies uit op basis van instructies van de Bouwheer. Een van de te nemen maatregelen is het vergrendelen van de machine of installatie.


4.6 Brandbestrijding

Brandbescherming Er moeten brandblusapparaten waarmee doeltreffendheid een begin van brand kan worden bestreden, worden geplaatst in de buurt van de lokalen of de zones waar zich ontvlambare producten bevinden (opslaglokalen, kleedkamers/refters, transformatorlokaal, terrassen, daken tijdens de afdichtingswerken, ...). Deze brandblusapparaten moeten periodiek worden gecontroleerd, om er zeker van te zijn dat ze goed werken. De keuze van het product moet worden aangepast aan de brandklasse en aan de lokalen waar het brandblusapparaat kan worden gebruikt (al dan niet met elektrisch risico). Brandklassen:

Type A: branden van vaste stoffen (hout, papier, karton, ...). Type B: branden van vloeistoffen (bitumen, teer, oliën, solventen, ...). Type C: branden van gassen (aardgas, butaan, propaan, ...). Type N: branden van metalen (magnesium, aluminium, ...).

In feite gebruikt men, behalve voor branden van type A waar verstoven water het beste blusmiddel is, voor alle andere brandtypes poederblussers die doeltreffend zijn en goed isoleren tegen de elektrische stroom. NB: Bij de keuze van de materialen waaruit de werkplaatsen, kantoren en lokalen voor het personeel bestaan evenals van de isolatie moet rekening worden gehouden met de brandweerstand ervan. Het gespecialiseerd personeel voor de brandbestrijding moet de tactiek kennen die moet worden gebruikt in elk waarschijnlijk geval en de gebruikstips van de brandblusapparaten volgen. Brandalarm Bij het geringste teken van brand of verdachte rook – tenzij het gaat om een kleine brand die onmiddellijk kan worden geblust door de personen ter plaatse – moet de brandweer zonder aarzelen worden opgeroepen. De brandweerinterventie is gratis en de deze oproep is verplicht bij wet. De telefoon is het beste communicatiemiddel om de Brandweer op te roepen. In België moet u gewoon de 100 bellen, het algemeen en enige oproepnummer bij een ramp. Dit zijn de andere hulpnummers: - Medische urgentiedienst 100 - Brandweer 100 - Rijkswacht en Politie 101 - Rode Kruis van België 105 - Brandwondencentrum 02/268 62 00 - Antigifcentrum 070/245 245 Een brand moet kalm, duidelijk en volledig worden gemeld, zodat de brandweer de plaats en de aard van de ramp precies kan bepalen. Een training m.b.t. het doorgeven van deze inlichtingen is zeker niet overbodig. Nadat de brandweer is opgeroepen

Leid de brandweer naar de plaats en bereid de toegang voor Verleen de brandweerlieden de medewerking die ze wensen Breng ze op de hoogte van de bijzondere kenmerken van de plaats: meld de plaatsen waar er zich personen in gevaar

bevinden, meld de plaats waar de gevaarlijke producten zijn opgeslagen, als deze niet konden worden verwijderd


4.7 Eerste hulp

Doelstelling Zo spoedig mogelijk hulp verlenen aan de persoon die het slachtoffer is van een ongeval. Hiertoe hangt de onderneming op verschillende plaatsen op de bouwplaats en in de directiekeet de oproepnummers voor de hulpdiensten en de oproepprocedure (eenvoudige woorden die de plek op de bouwplaats, de precieze plaats waar de persoon die het slachtoffer is van een ongeval op de bouwplaats bepalen, worden vóór elk telefoontoestel aangebracht) uit. Bij brand of ontploffing wordt de evacuatie van de bouwplaats uitdrukkelijk geformuleerd op voormeld document en eveneens op verschillende plaatsen uitgehangen (zie trefpunten hieronder). EHBO-doos Op alle bouwplaatsen en in de werkplaatsen moet men over een EHBO-tas of –doos beschikken die de bedrijfsarts aanpast aan de risico’s en het opleidingsniveau van de EHBO’ers. Deze dozen moeten te allen tijde compleet zijn. De externe hulpdiensten en trefpunten De instructie voor het inschakelen van de hulpdiensten moet duidelijk zijn en de oproepnummers moeten uithangen (zie affiche “eerste hulp op de bouwplaats” opgemaakt door de bouwplaatsverantwoordelijke, met routebeschrijving naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis). Neem van tevoren contact op met de externe hulpdiensten om ze op te stellen. De begeleiding van de externe hulpdiensten voorzien (de trefpunten gebruiken) Op de bouwplaats en de werkzones die moeilijk bereikbaar zijn, moeten de plaatsen of deze zones met de externe hulpdiensten worden aangeduid. Dit leidt doorgaans tot het opstellen van een noodplan. De bouwplaats moeten te allen tijde bereikbaar zijn en er moet(en) één of meer trefpunt(en) voor de externe hulpdiensten worden bepaald, dat(die) door iedereen gekend is(zijn). Dit trefpunt wordt meegedeeld aan de externe hulpdiensten wanneer deze worden opgeroepen.


De Moderne Woning

In conformiteit stellen van de elektrische installatie Steenboklaan 200 tot 238 te 1200 Sint-Lambrecht-Woluwe

5. FORMULIER TEN AANZIEN VAN DE UITVOERING VAN ARTIKEL 30 VAN HET KB VAN 25/01/2001

Volledig ingevulde bijlage bij offerte voegen.

De opdrachtgever behoudt zich het recht voor de offerte van de indiener nietig en ongeldig te beschouwen indien dit volledig

ongevulde document niet is toegevoegd

WAARSCHUWING VOOR INDIENER

Dit analysedocument moet absoluut door de inschrijver worden ingevuld. Hij dient zich hiervoor op de informatie in dit Veiligheids- en Gezondheidsplan te baseren. Zo kan de Bouwheer enerzijds beoordelen of de nodige maatregelen zijn getroffen om de risico’s te beoordelen, te verminderen of aan de bron uit te schakelen en anderzijds of de onderneming een goed beleid inzake de strijd tegen arbeidsongevallen voert en getuigt van een goede aanpak terzake. ! U wordt verzocht de werkmethode voor werken op hoogte duidelijk te preciseren!

Deel in te vullen door elke indiener

Activiteit in het VGP

Activiteiten / operaties

Uitvoeringsmethoden die de indiener voorstelt te gebruiken

preventiemaatregelen die de indiener voorstelt toe te passen

Raming van de kosten van de preventiemaatregelen die de indiener voorstelt toe te passen

Verdeling van de kosten van de preventiemaatregelen over de offerte

Signalisatie, afbakening, hekken, etc. Afsluiting toegang

Type ? Afrastering?

Installatie(s) van werkzaamheden en sociale ruimtes

Type ? Afrastering ?

Werkmethode voor werken op hoogte

Beschrijf de methode Beschrijf de genomen maatregelen


6. ATTEST VAN GOEDKEURING VAN HET VGP

Zelfstandig ondernemer of bedrijf handelend: * op persoonlijke titel namens het bedrijf

Adres:

Tel: Fax: E-mail :

Verklaart hiermee:

- het geheel aan voorschriften dat is opgesteld in onderhavig VGP te hebben ontvangen en hiervan kennis te hebben genomen en bevestigt volledig te hebben begrepen welke prestaties hijzelf, zijn arbeiders en eventuele erkende onderaannemers moeten uitvoeren en volgen.

- zich te verplichten tot het respecteren en door mijn personeel en eventuele erkende onderaannemers respecteren van de voorschriften van onderhavig document en het geheel aan wettelijke verplichtingen inzake veiligheid en gezondheid. - dat de volledige kosten die verband houden met veiligheid en gezondheid opgenomen zijn in de prijs voor:

%…………….…………………….. *(Procent) van de eenheidsprijs.

€……………………………………. *(Euro) van de globale forfaitaire prijs.

*Vink de keuze van het indienende bedrijf aan

Voor akkoord

Voor akkoord

Datum: …………………………… Datum: …………………………………

Directeur van het bedrijf: De veiligheidsverantwoordelijke van de site:

Naam: ………………………………………………………… Naam: ………………………………………………………… Handtekening Handtekening

Bedrijfsstempel:


7. BEOORDELINGSFICHE “VEILIGHEID EN GEZONDHEID”

De volledig ingevulde bijlage moet bij de offerte worden gevoegd.

De bouwheer behoudt zich het recht voor de offerte van de indiener als ongeldig en onrechtmatig te beschouwen als deze

ingevulde bijlage niet is bijgevoegd

WAARSCHUWING VOOR INDIENER

Dit analysedocument moet absoluut door de inschrijver worden ingevuld. Hij dient zich hiervoor op de informatie in dit Veiligheids- en Gezondheidsplan te baseren. Zo kan de Bouwheer enerzijds beoordelen of de nodige maatregelen zijn getroffen om de risico’s te beoordelen, te verminderen of aan de bron uit te schakelen en anderzijds of de onderneming een goed beleid inzake de strijd tegen arbeidsongevallen voert en getuigt van een goede aanpak terzake. Kenmerken van de onderneming

Frequentiegraad

en Ernstgraad 2012 2013 2014 Opmerkingen

Frequentiegraad van de ongevallen voor uw onderneming

:

Ernstgraad van de ongevallen

:

Globale ernstgraad

Preventiestructuur: Verantwoordelijke: Afgevaardigde op de bouwplaats:

Certificatie Kwaliteit / Veiligheid Type + datum van toekenning


Organisatie van de preventie op de bouwplaats (BIJZONDERE EN NIET-ALGEMENE RISICOANALYSE !)

De veiligheidseisen waaraan de onderaannemers moeten voldoen, worden geïntegreerd: - bij de prijsaanvraag aan de onderaannemer? - bij de keuze van de onderaannemer? - bij de ondertekening van het contract met de onderaannemer? Beschrijf in het kort deze eisen:

Tussenkomst van de preventiestructuur van de onderneming bij het gunnen van opdrachten in onderaanneming: - Bij de prijsaanvraag - Bij de keuze van de onderaannemer - Bij de ondertekening van het contract

Geplande opleidingen voor uw personeel voor dat van uw onderaannemers

Inrichting van de bouwplaats

Eerste hulp - Procedure - Gebruikt materieel - EHBO'ers op de bouwplaats

VOEG EEN COMPLEET INRICHTINGSPLAN CONFORM 4.1 BIJ

Eetzalen, vestiaires, sanitaire voorzieningen, kantoren - Ligging, aantal, type - Voor welk personeel?

Verticaal verkeer

Horizontaal verkeer


Brandbestrijding - Gepland materieel en voorgestelde plaatsen

Opslagzone Voorbereidingszone voor de werken (prefabricage bijvoorbeeld)

Sortering en afvoer van afval

Verkeerssignalisatie

Preventie van hinder

Gevaarlijke producten - Preventie van risico's voor uw werknemers - Opslagplaatsen

Lawaai - Preventie van risico's voor uw werknemers - Gebruikt materieel - Controlemiddelen

Preventie van specifieke risico's

VOEG UW BIJZONDERE RISICOANALYSE VOOR ONDERHAVIGE BOUWPLAATS BIJ - Aard van de specifieke risico's beschrijven - Preventie van risico's voor uw werknemers en voor derden - Gebruikt materieel - Beperking van gevaarlijke gelijktijdige activiteiten - Toegang tot de putten en bescherming ervan

Voorziene persoonlijke beschermingsmiddelen


Valbeschermingsmiddelen (in detail voor deze bouwplaats): putten, inspectieputten - Preventie van risico's voor uw werknemers en voor derden - Gebruikt materieel - Beperking van gevaarlijke gelijktijdige activiteiten - Demontage en terugplaatsing van de afschermingen van openingen: procedures

Heftoestellen, machines - Preventie van risico's voor uw werknemers - Bij te voegen controledocumenten van het erkende organisme - Gebruikt materieel - Beperking van gevaarlijke gelijktijdige activiteiten (verplaatsingen van lasten boven personeel)

Sortering en afvoer van de bestaande installaties

Werken op een hoogte - Gepland materieel en geplande voorzorgsmaatregelen

Vervoer van gasflessen - Gebruikt materieel, opslagplaats en -methode

Machines (pneumatisch / elektrisch gereedschap, ...)

Gelieve de voorziene planning van uw werken, uw werfinrichtingsplan (conform het betreffende artikel in onderhavig Veiligheidsplan) EN uw BIJZONDERE risicoanalyse voor deze bouwplaats bij te voegen.


8. MEETSTAAT VEILIGHEID – BEREKENINGSNOTA VAN DE KOSTEN VOOR DE VEILIGHEID

Nr. Post Een-heid

Aantal Eenheidsprijs (euro excl. BTW)

Totale prijs (euro excl. BTW)

1 Alle veiligheidsmaatregelen in de verschillende werkposten die verplicht zijn in het kader van de Wet betreffende het Welzijn op het werk

fft

1

Opmerking:

- Post 1: de vermelde totale kostprijs in deze tabel is het totaal van alle uitgaven voor de veiligheid en gezondheid die volgens u vervat zijn in de eenheidsprijzen van de verschillende werken in het technisch bestek. Deze totale kostprijs is bijgevolg louter informatief en vormt geen toeslag.

- Elke inschrijver wordt verzocht om de bovenvermelde forfaitaire post te specificeren.


9. OVERZICHT VAN DE BIJ DE PRIJSOFFERTE TE VOEGEN DOCUMENTEN

1. Evaluatiefiche veiligheid en gezondheid

2. Veiligheids-en gezondheidsplan met:

2.1 Werfinrichtingsplan

2.2 Algemene risicoanalyse

2.3 Bijzondere risicoanalyse

2.4 Voorziene planning van de werken

3. Meetstaat Veiligheid en Gezondheid

De Moderne Woning In conformiteit stellen van de ......Veiligheids en gezondheidsplan In...

Documents

Transcript of De Moderne Woning In conformiteit stellen van de ......Veiligheids en gezondheidsplan In...