De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec....

19
22-10-2014 1 1 De last van de schuld op onze overheidsfinanciën Luc Buffel BIOF 16/09/2011 Begroting 2011 Fiscaal beleid 2 INHOUDSOPGAVE 1. Historiek van de overheidsfinanciën 2. Algemene beschouwingen over de overheidsschuld 3. Evolutie van de rentelasten en van de rentevoeten 4. Mogelijke evolutie van de schuld in de toekomst en weerslag van de vergrijzing 5. Weerslag van de financiële crisis 6. Eindbeschouwingen

Transcript of De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec....

Page 1: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

1

1

De last van de schuld

op onze

overheidsfinanciën

Luc Buffel

BIOF 16/09/2011

Begroting 2011 – Fiscaal beleid

2

INHOUDSOPGAVE

1. Historiek van de overheidsfinanciën

2. Algemene beschouwingen over de overheidsschuld

3. Evolutie van de rentelasten en van de rentevoeten

4. Mogelijke evolutie van de schuld in de toekomst en weerslag van de vergrijzing

5. Weerslag van de financiële crisis

6. Eindbeschouwingen

Page 2: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

2

3

1. Historiek van de overheidsfinanciën

4

Vorderingensaldo en primair saldo

(1990-2010) van de GO

-25.000

-20.000

-15.000

-10.000

-5.000

0

5.000

10.000

15.000

20.000

19

90

19

91

19

92

19

93

19

94

19

95

19

96

19

97

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

In m

iljo

en

en

eu

ro's

Vorderingenoverschot (+) of -tekort (-) Primair saldo

Page 3: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

3

5

Vorderingensaldo en geconsolideerde

brutoschuld van de GO

0

20

40

60

80

100

120

140

160

-9

-8

-7

-6

-5

-4

-3

-2

-1

0

1

19

90

19

91

1992

19

93

19

94

19

95

19

96

19

97

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

2008

20

09

20

10

%G

DP

% G

DP

Consolidated gross debt (right sc.) Overall balance (left sc.)

6

Kerncijfers financiën gezamenlijke overheid

(in % bbp)

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

45%

50%

55%

60%

199

0

199

1

199

2

199

3

199

4

199

5

199

6

199

7

199

8

199

9

200

0

200

1

200

2

200

3

200

4

200

5

200

6

200

7

200

8

200

9

201

0

Interest expenditure Overall balance (EDP) Receipts Total expenditure Primary expenditure

Page 4: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

4

7

Overheidsschuld en overheidstekort van de GO

in % bbp

80

90

100

110

120

130

140

150

-9 -8 -7 -6 -5 -4 -3 -2 -1 0 1

ov

erh

eid

ss

ch

uld

overheidstekort

19901991

1992

19931994

1995 1996

1997 1998

19992000

2001

2002

2003

20042005

2006

2007

2008

2009

2010

8

2. Algemene beschouwingen over

de overheidsschuld

Page 5: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

5

9

Enkele kengetallen van de Federale Staatsschuld

eind 2010

Schuld in euro: 99,97% (juli 2011: 99,64%)

Korte/halflange en lange termijn: 14,6/85,4%

Vaste/vlottende rentevoet: 84,65/15,35%

OLO’s: 75,56%, Schatkistcertificaten: 11,84%

Average term to maturity: 6,45 jaar

Federale staatsschuld :341,61 (341,19) mrd euro

Geconsolideerde schuld van de GO: 341,02 (96,6% bbp)

Intrestlasten FO: 11,21 mrd

Fed. Interestlasten in % van de federale uitgaven: 21,51%

10

Enkele kengetallen van de geconsolideerde brutoschuld

van de gezamenlijke overheid (Maastricht-schuld)

Eind 2010: 341,02 mrd (96,6% bbp) (a-b-d)

Brutoschuld: 404,5 mrd (a)

Fin. activa geplaatst bij de overheid: 74,8 mrd (b)

Overige fin.activa: 72,0 mrd (c)

Nettoschuld: 284,7 mrd (a-b-c)

Gecons. brutoschuld bevat niet (d) de netto voorzieningen van de huishoudens in niet-zelfstandige pensioenfondsen opgericht door de overheid en te betalen rekeningen.

Bijdrage van de schuld van de Schatkist tot de Maastricht-schuld: 332,71 mrd (94,7%), uitstaande schuld berekend aan nominale waarde (= op vervaldag) en na consolidatie

Is niet gelijk aan financieel passief ESR95 (alle instrumenten en waardering tegen marktprijs).

Page 6: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

6

11

Algemene beschouwingen (1)

Ook een impliciete schuld: niet-gedekte pensioenverplichtingen en milieuschuld alsmede contingent liabilities (waarborgen)

Voor het schuldbeheer is de schuldomvang een extern gegeven

Schuld wordt voor het grootste deel maar niet alleen bepaald door gecumuleerde begrotingstekorten

Belgische LT overheidsschuld: tweede hoogste kredietrating (AA+, AA+ en (Moody’s) AA1).

12

Algemene beschouwingen (2)

Optimale schuldgraad?

Houdbaarheid kan hier in een ruime zin omschreven worden als financiële stabiliteit op termijn van de overheidsfinanciën (in termen van tekorten en van schuldgraad) die het mogelijk maakt de geraamde budgettaire kosten van de vergrijzing te dekken zonder breuken of een betekenisvolle discontinuïteit te moeten opleggen in het gevoerde begrotingsbeleid (neutraliteit doorheen de tijd) en die intergenerationele neutraliteit nastreeft (HRF, maart 2007).

Endogene schuldvariatie: interne schulddynamiek

Exogene schuldvariatie: stock flow adjustments, verrichtingen buiten vorderingensaldo

Page 7: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

7

13

Interne schulddynamiek

Endogene schuldevolutie bepaald door wisselwerking tussen bbp-

groei, impliciete rente en primair saldo (PS).

Endogene schuldvariatie is het verschil tussen het voor stabilisatie van de schuldgraad vereist PS (= (schuld/bbp)t-1* [(i-n)/(1+n)]t en het effectief PS.

Met een tekort van 3,6% bbp (begrotingsdoelstelling) in 2011 ontstaat in 2012 opnieuw een omgekeerd sneeuwbaleffect (endogene afname van de schuldgraad). In 2010 nam het sneeuwbaleffect sterk af.

Daarnaast ook een exogene schuldvariatie door verrichtingen buiten vorderingensaldo, hoogste waarde in 2008: 6,5% bbp (6,35% bbp steun aan de financiële sector).

14

Debt ratio and its determinants

Source: National Accounts Institute

In% of GDP 2006 2007 2008 2009 2010 2011e 2012e

Actual debt ratio 88,10% 84,20% 89,60% 96,20% 96,60% 96,10% 95,40%

Annual differential (% of GDP) -4,00% -3,90% 5,40% 6,60% 0,40% 0,50% 0,80%

Required primary balance (RPB) -0,30% -0,50% 1,40% 5,20% -0,30% -1,50% -0,60%

Actual primary balance (APB) 4,20% 3,60% 2,60% -2,20% -0,60% -0,10% -0,40%

(1) Endogenous debt adjustment (RPB) – (APB) -4,60% -4,10% -1,20% 7,40% 0,30% -1,40% -0,20%

(2) Transactions outside the financing balance 0,60% 0,20% 6,60% -0,80% 0,10% 0,90% -0,50%

Technical parameters

Implicit interest rate “I” 4,70% 4,70% 4,70% 4,10% 3,80% 3,70% 4,00%

Nominal GDP growth “n” 5,10% 5,30% 3,00% -1,70% 4,10% 5,30% 4,70%

Real GDP growth 2,70% 2,90% 0,80% -2,70% 2,10% 2,60% 2,20%

Adjusted nominal differential “(i-n)/(1+n)” -0,4% -0,6% 1,7% 5,9% -0,3% -1,5% -0,7%

Page 8: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

8

15

3. Evolutie van de rentelasten en

van de rentevoeten

16

Rentelasten FO (in miljarden euro en % bbp) Agentschap van de schuld, juli 2011

12,0

8

12,0

8

12,2

6

12,2

4

11,4

6

11,0

6

11,4

0

12,7

9

13,3

7

14,8

8

15,9

9

4,00%3,81%

3,71%

3,55%

3,38%

3,16%3,07%

3,30% 3,32%3,54%

3,64%

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

0,0%

0,5%

1,0%

1,5%

2,0%

2,5%

3,0%

3,5%

4,0%

4,5%

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

20

11

20

12

20

13

20

14

20

15

mrd

eu

ro

% b

bp

rentelasten in mrd. Euro (rechterschaal) rentelasten in % bbp (linkerschaal)

Page 9: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

9

17

Ratio rentelasten/overheidsuitgaven

(gezamenlijke en federale overheid)

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

ratio rentelasten/overheidsuitgaven (gezamenlijke overheid)

ratio rentelasten/overheidsuitgaven (federale overheid)

18

Evolutie van de rentelasten (1)

Gew. gem. rentevoet van de rentegevende schuld uitgegeven of overgenomen door de Federale Staat: eind 2007: 4,65%, 2008: 4,30%, 2009: 3,68%, 2010: 3,51%.

Fed. interestlasten in % van de federale uitgaven:

2006: 27,18, 2007: 26,91, 2008:17,47, 2009: 24,41, 2010: 21,51.

Opgelet: bepaalde rentelasten (Rijksschuldbegroting) verschoven naar de departementale begroting van Financiën vanaf 2011 (FEDCOM).

Ook primaire uitgaven op Schuldbegroting

Page 10: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

10

19

Evolutie van de rentelasten (2)

Staatsbegroting 2011:

Kasbasis: 2010: 11,21 mrd, 2011: 11,30 mrd

Ec. basis EDP (en incl. op schuld ION): 2010: 11,07 mrd, 2011: 11,57 mrd

Laatste beschikbare ramingen Thesaurie:

Intresten staatsschuld zouden enkel wegens rentevoetenverhoging (schuldgraad quasi constant) stijgen van 3,07% bbp in 2011 tot 3,64% bbp in 2015.

Impliciete rentevoet schuld uitgegeven of overgenomen door de FO: van 3,56% in 2011 tot 4,25% in 2015.

FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 :

Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door de verdere stijging van de rente (tot 2014 voor LTr en tot 2016 voor de KTr) zou verbetering primair saldo ongedaan maken.

Rentelasten lager op EDP-basis dan op ESR95-basis dankzij swaps.

20

Yields on the secondary market of 10-year

government bonds (benchmark)

0,00

1,00

2,00

3,00

4,00

5,00

6,00

jan/06 jul/06 jan/07 jul/07 jan/08 jul/08 jan/09 jul/09 jan/10 jul/10 jan/11 jul/11

België Duitsland Spanje Frankrijk Nederland Italië

Page 11: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

11

21

Yields on the secondary market of 10-year

government bonds (benchmark)

0,00

2,00

4,00

6,00

8,00

10,00

12,00

14,00

16,00

18,00

jan/06 jul/06 jan/07 jul/07 jan/08 jul/08 jan/09 jul/09 jan/10 jul/10 jan/11 jul/11

België Griekenland Ierland Portugal

22

Evolutie rentevoeten (1)

Algemene sovereign bonds crisis, vlucht naar Bunds als veilige haven

Bijdrage politieke onzekerheid tot LT-rentespread B-D gering

Evolutie schuldgraad in Europese context belangrijker dan hoogte schuldgraad op zich

Gunstige macro-economische fundamentals: overschot lopende rekening betalingsbalans, dus is België globaal een netto-kapitaalexporteur, netto financieel vermogen van 75 mrd; land in zijn geheel is dus heel solvabel, ondanks zeer hoge overheidsschuld.

Page 12: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

12

23

Evolutie rentevoeten (2)

Verlaging LT-rentespread B-D mogelijk door: Rust op financiële markten (exogeen), (o.m. door inwerkingtreding Eur.

beslissingen 21/7/2011: uitbreiding interventiemogelijkheden Eur. Noodfonds (EFSF), implementatie tweede hulpplan voor Griekenland)

Structurele maatregelen begrotingssanering die de economische groei, die de terugbetalingscapaciteit van de schuld garandeert, niet aantasten = delicate evenwichtsoefening

Aangegane verbintenissen Stabiliteitsprogramma goed naleven schept vertrouwen

Wegnemen politieke-institutionele onzekerheid

Schuldbeheer is reeds efficiënt, daarvan dus geen noemenswaardige bijdrage te verwachten

24

4. Mogelijke evolutie van de schuld in de

toekomst en weerslag van de vergrijzing

Page 13: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

13

25

Vergelijking van de schuldgraad in drie

alternatieve scenario's met het Basisscenario

82%

86%

90%

94%

98%

102%

106%

110%

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

In %

va

n h

et

bb

p

Basis (0)

Verminderde groei v.h. bbp (1)

Hogere groei v.d. PRU (2)

Gemengd of (1 & 2) gecombineerd (3)

Bron: HRF – maart 2011

26

Zilverfonds

Bedrag portefeuille eind 2010: 17,627 mrd (wv 3,985 mrd gekapitaliseerde intresten) (22,722 mrd op eindvervaldag) en eind 2011: 18,38 mrd of 5% bbp

Link schuld(graad)afname – prefinanciering pensioenen

Schatkistbons-ZF maken deel uit van de schuld uitgegeven of overgenomen door de fed. Staat maar niet van de Maastricht-schuld

Vermogenstoename alleen nog door gekapitaliseerde intresten

Uitvoering wet 5/9/2001 (gewijzigd 20/12/2005) blijft ‘dode letter’: financieringstijdpad niet nageleefd bij gebrek aan vorderingenoverschotten

Fusionering met Toekomstfonds geneeskundige verzorging???

Page 14: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

14

27

Wat zou de toekomst kunnen brengen

SCvV juli 2011

De budgettaire kosten van de vergrijzing

bedragen 5,6% bbp in 2010-2060 (-0,5%

bbp tov SCvV juni 2010);

structureel begrotingsevenwicht in 2015 is

dus zeker slechts een tussenstap.

28

Genormeerd begrotingstraject voor de

gezamenlijke overheid

In % van het bbp 2010 2011 2012 2013 2014 2015

NFB

HRF maart 2011 -4,6 -3,7 -2,8 -1,8 -0,8 0,2

StabPr ap 2011 -4,1 -3,6 -2,8 -1,8 -0,8

Schuldgraad

StPr ap 2011 96,8 97,5 96,5 95,1 92,2

HRF maart 2011 97,5 97,5 96,9 94,8 91,8 88,0

PM: Basisscen. HRF maart 2011 97,5 98,4 99,1 99,6 100,3 100,9

PM: FPB mei 2011 96,9 97,1 97,8 98,3 98,1 97,7

Page 15: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

15

29 29

Debt ratio, financing balance and primary balance

in the long term (in % of GDP)

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

2010 2014 2018 2022 2026 2030 2034 2038 2042 2046 2050 2054 2058

-5

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

5

Debt ratio (left-hand scale) Financing balance (right-hand scale) Primary balance (right-hand scale)

Source: Stability Programme

30

Weerslag van de financiële crisis

Page 16: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

16

31

Steun aan de financiële sector

Weerslag op de Maastricht-schuld door KVD (kapitaalinjecties): aandelen (13,52 mrd) en obligaties (alleen KBC, naast

tijdelijk (reeds terugbetaald) deposito bij FPIM):

2008: FO: 20,02 mrd, Tot.: 22,02 mrd (6,38% bbp)

2009: FO: -4,7 mrd, Tot.: -1,2 mrd (-0,35% bbp)

Tot. Netto 2008-2009: 20,82 mrd (6,14% bbp)

De schuld daalt opnieuw bij terugbetaling leningen (KBC: wanneer?) of verkopen van aandelen

Waarborgen: contingent liabilities, verhogen de overheidsschuld niet,

Theoretisch maximumniveau eind 2009, 2010 en 2/9/2011: resp. 92,4 mrd, 55,7 mrd en 53,2 mrd.

Netto budgettaire weerslag (ESR95) in mln (excl. Bijdragen BBF):

2008: -27 mln, 2009: -33 mln en 2010: +252 mln (0,1%bbp), 2011: hoger positief bedrag vergoedingen staatswaarborg en te ontvangen netto-intresten zullen nadien kleiner worden. Bijdragen Bijz. beschermingsfonds (BBF): 2010: 252,0 mln, 2011: 758,6 mln.

Opgelet! Naast (thans) gunstige directe budgettaire weerslag evenwel ook een belangrijke negatieve indirecte weerslag van de financiële crisis

32

Steun aan eurolidstaten (1)

Bilaterale leningen aan Griekenland: 2010: 0,76 mrd, begroting 2011: 1,287 mrd, in totaal max.: 2,86 mrd

Geraamde rente-ontvangsten: 2011: 67 mln (73,75 mln in begroting), 2012: 113,59 mln

Bijdrage aan EFSF (waarborgen) die de officiële schuld van de federale Staat niet verhoogt, maar door rerouting via de EAMS verhogen de sommen die het EFSF uitleent wel de Maastricht-schuld van de waarborgverlenende EAMS.

In totaal 0,037*165(overwaarborgpercentage)*440= maximum 27 mrd. (incl. waarborg intresten: 34,5 mrd) garantiestellingen van België.

Tweede steunplan via EFSF voor Griekenland: weerslag op Maastrichtschuld B.:

In totaal (niet alleen 2011) max.: 0,037*76(/109)= 2,8 mrd (0,7% bbp)

De schuld door die steun vermindert opnieuw wanneer de steun wordt terugbetaald.

Page 17: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

17

33

Steun aan eurolidstaten (2)

Vanaf midden 2013: via Eur.Stabiliteitsmechanisme (ESM): alleen staatswaarborgen die in tegenstelling tot bijdrage aan EFSF geen weerslag hebben op de Maastrichtschuld (3,477% voor België).

Enkel de bijdrage aan het volgestort kapitaal van het ESM heeft een weerslag op de Maastricht-schuld (0,03477*80=2,78 mrd), niet het opeisbaar kapitaal (620 mrd).

34

6. Eindbeschouwingen

Page 18: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

18

35

Mogelijke beleidsopties (1)

IMF-voorzitster: combinatie van schuldafbouw op middellange termijn en groeiondersteuning op korte termijn

Selectief saneringsbeleid (doel: verhoging primair overschot), niet besparen op groeibevorderende overheidsinvesteringen; uitgavengroei mag niet hoger zijn dan de trendmatige economische groei

Onvoorziene bijkomende ontvangsten (conjuncturele winsten) aanwenden voor schuldafbouw

36

Mogelijke beleidsopties (2)

Privatiseringen (bv. verkopen deelname in banken bij gunstige marktomstandigheden)

(geen weerslag op het vorderingensaldo, wel op de schuld)

= One shot-maatregel, gemakkelijkheidsoplossing? vermindering van rentelasten en tegelijkertijd van dividenden (of verhoging van huurgelden bij verkoop van gebouwen).

Structurele economische hervormingen die de werkgelegenheidsgraad bevorderen en de productiviteit verhogen.

Algemene beleidsopties als reactie op de financiële crisis: Werkgelegenheidsbevorderende fiscale hervormingen (bv BTW-verhoging en SZ-bijdragenverlaging zoals in D); opkopen van vastgoedkredieten en aandelen door centrale banken, euro-bonds (P. Artus van Natixis)

Page 19: De last van de schuld op onze overheidsfinanciën - IBFP · 2015. 11. 24. · FPB: Ec. Vooruitzichten 2011-2016 : Stijging rentelasten FO van 3,3% bbp in 2011 tot 3,6% in 2016 door

22-10-2014

19

37

Eindconclusies

Gelet op de vergrijzing dient de overheidsschuld

verlaagd te worden.

Een geloofwaardige saneringsinspanning verhoogt het vertrouwen van de bevolking en de bedrijven, zodat die meer gaan consumeren en investeren. Economische effecten van begrotingssanering op korte termijn (wellicht -) verschillend van die op lange termijn (+).