De kloosters lopen leeg, maar God roept nog welreldwijd bloeit, in India bijvoorbeeld.” Ook al...

1
BRABANTS DAGBLAD ZATERDAG 16 NOVEMBER 2013 VERDIEPING 39 H ij komt uit een groot pro- testants gezin, de 35-jari- ge Jan ter Maat, geboren in Den Bosch. Hij is eveneens sinds augustus postulant bij de Franciscanen in Megen. Door de oecumenische contacten van zijn vader, een dominee, kwam Jan al vroeg in aanraking met het katho- lieke geloof. Toen hij in Leuven ge- neeskunde ging studeren, huurde hij een kamer in de abdij van de Benedictijnen. „Ik ging daar steeds vaker naar de katholieke kerk. Die vieringen raakten mij in het hart.” Zijn ouders hadden geen enkele moeite met zijn vrija- ge met het katholieke geloof. „Omdat wij allemaal christenen zijn.” Ter Maat merkte vanaf zijn twin- tigste dat hij misschien wel het klooster in wilde gaan. „Ik heb nu de knoop doorgehakt.” Ter Maat wil intensief met God bezig zijn. „Alleen is dat best wel moeilijk, in een klooster kan dat veel be- ter.” Het leven in Megen voldoet aan zijn verwachtingen. „Nu ik hier een paar maanden ben, merk ik dat broeders gewone mensen zijn, met ieder hun eigenaardighe- den. Ik heb de overtuiging dat dit de weg is die ik moet gaan.” Hij vergelijkt zijn intreden met een keuze voor een levenspartner. „Het is als een huwelijk.” Buiten de kloostermuren is Ter Maat ac- tief in de jeugdpsychiatrie in Ede. door Tom Vos T egendraadse enkelingen zijn de hoop van de kloosters in bange dagen. Zoals Hans-Peter Bartels (25) en Jan ter Maat (35) die in au- gustus zijn ingetreden in het klooster van de Franciscanen in Megen. Wat bezielt ze? Wat is hun perspectief? Stukje bij beetje sterft het ooit wijdverbrei- de religieuze gemeenschapsleven uit. Er zijn volgens onderzoeksbureau Kaski nog circa 6.000 kloosterlingen in Nederland, vooral zusters. Terwijl er eind jaren zestig ruim zeven keer zoveel waren. De gemid- delde leeftijd ligt boven de tachtig. In Noordoost-Brabant zijn welgeteld vier levende kloostergemeenschappen over. Die moeten alle zeilen bijzetten om te over- leven. Intreders hebben de Norbertijnen in Heeswijk, de Birgittinessen in Uden en de Clarissen in Megen nauwelijks. De Francis- canen in Megen prijzen zich gelukkig met hun twéé nieuwelingen. Hans-Peter Bar- tels uit Beverwijk is een van de ‘postulan- ten’, hij zit in de inleidende fase. Hij laat zich niet afschrikken door het onzekere toe- komstbeeld. „Het standaardplaatje is dat je trouwt. Maar die keer dat ik een vriendin had was geen succes.” Hij deelt zijn leven voortaan met tien broeders. „Het klooster is nooit kil of koud. Er is altijd een luiste- rend oor.” Bartels heeft een diep verlangen bij God te zijn. „Door onvoorziene omstan- digheden had ik opeens geen werk of stu- die meer. Toen heb ik veel aan het geloof gehad.” Volgend jaar wacht het 1-jarige no- viciaat, de tweede fase in aanloop naar defi- nitieve intreding, in het Duitse Rhe- da-Wiedenbrück. „Een interessant land. Ik volg ook een deeltijdopleiding om partti- me leraar Duits te worden. Als Franciscaan werk je ook buiten het klooster.” Bartels hoopt dat het kloosterleven over- leeft, als een doorlopende lijn. Mocht dat niet zo zijn, dan wil hij toch Franciscaan blijven. „Dan zal ik intreden in een ander klooster. Het mooie is dat onze orde we- reldwijd bloeit, in India bijvoorbeeld.” Ook al zijn levende kloostergemeenschap- pen blij met nieuwelingen, ze stellen voor- waarden. Van kandidaten verwachten de Franciscanen een afgeronde opleiding, com- municatieve vaardigheden en een stabiele werksituatie. „En ze zijn altijd eerst een jaar postulant”, zegt gardiaan Theo van Ad- richem, de overste. Theoloog Frank Bosman (Universiteit van Tilburg) begrijpt dat mensen ondanks het onzekere vooruitzicht nog intreden. „In be- paalde kringen is het niet ongewoon dat je je als betrokken katholiek afvraagt of het je weg is voor een religieus leven te kiezen. Het is een klein groepje dat zo’n onderzoek met een positief antwoord afsluit.” Bos- man heeft ‘veel respect’ voor mensen die intreden. „Het vergt moed. Zij zullen het af- takelen van medebroeders meemaken en misschien sluiting van hun huis.” Ook trendwatcher Eric van den Berg, die de site Katholiek.nl runt, denkt dat er intredes blij- ven ondanks de teloorgang van het reli- gieus leven. „Mensen kiezen er niet zozeer zelf voor, maar ervaren een roeping.” De 35-jarige postulant Jan ter Maat in Me- gen is ondanks de crisis in het christen- dom optimistisch over het perspectief. Vooral omdat hij in Nederland niet de eni- ge jongere is die bij de Franciscanen is inge- treden. De orde heeft volgens hem nog steeds relevantie. Hij is niet bang dat hij er- later alleen voor staat. Of dat hij dan alleen nog oudere broeders verzorgt. „Ik zal man- telzorg verlenen, maar voor verpleegkundi- ge taken hebben de Franciscanen een goe- de regeling getroffen. Zij willen jonge broe- ders daar niet mee belasten: die moeten hun gewone werk kunnen blijven doen.” Zelf houdt Ter Maat zich graag bezig met projecten die passen in deze tijd, zoals het opkomen voor mensen in verdrukking. „Ik heb bewust gekozen voor een orde die met de buitenwereld is verbonden. Binnen adem ik in, buiten adem ik uit.” Door die verbondenheid met buiten denkt Ter Maat dat de orde levensvatbaar blijft. „De spiri- tualiteit van Franciscus zal mensen blijven aanspreken.” Dat laatste blijkt wel nu ook de nieuwe paus zich naar Franciscus heeft genoemd. Ook kerkhistoricus Jan Jacobs ziet perpectief. „Het religieuze leven, ge- richt op onderwijs, ziekenzorg en missie, heeft afgedaan. Voor het monastieke of ge- mengd religieus leven blijft interesse.” Het beeld verandert wel, zegt trendwatcher Van den Berg. „Het is meer het perspectief van kleine gemeenschappen of als ‘thuis- monnik’ in gemeenschap met anderen.” bd.nl/oost Bekijk welke tientallen kloosters en or- des Noordoost-Brabant gekend heeft. Met God bezig zijn, dat kan het beste in een klooster Jan ter Maat, postulant Een handjevol kloostergemeenschappen zijn er nog, de rest is uitgestorven. Toch treden er nog mensen in. Wat drijft hen? ‘Intreden is een huwelijk aangaan’ Jan ter Maat foto Edwin van Zandvoort/Photo-Prestige A50 A59 A2 Oss sinds 1857 20 paters/broeders geen novicen. rond 1967, ca 66 bewoners sinds 1713 7 zusters; twee zusters zijn nog niet definitief ingetreden. rond 1946, ca 40 bewoners Norbertijnen, Heeswijk-Dinther Birgittinessen, Uden Uden Heeswijk-Dinther De kloosters lopen leeg, maar God roept nog wel

Transcript of De kloosters lopen leeg, maar God roept nog welreldwijd bloeit, in India bijvoorbeeld.” Ook al...

Page 1: De kloosters lopen leeg, maar God roept nog welreldwijd bloeit, in India bijvoorbeeld.” Ook al zijn levende kloostergemeenschap-pen blij met nieuwelingen, ze stellen voor-waarden.

BRABANTS DAGBLAD ZATERDAG 16 NOVEMBER 2013 VERDIEPING 39

H ij komt uit een groot pro-testants gezin, de 35-jari-ge Jan ter Maat, geboren

in Den Bosch. Hij is eveneenssinds augustus postulant bij deFranciscanen in Megen. Door deoecumenische contacten van zijnvader, een dominee, kwam Jan alvroeg in aanraking met het katho-lieke geloof. Toen hij in Leuven ge-neeskunde ging studeren, huurdehij een kamer in de abdij van deBenedictijnen. „Ik ging daarsteeds vaker naar de katholiekekerk. Die vieringen raakten mij inhet hart.” Zijn ouders hadden

geen enkele moeite met zijn vrija-ge met het katholieke geloof.„Omdat wij allemaal christenenzijn.”Ter Maat merkte vanaf zijn twin-tigste dat hij misschien wel hetklooster in wilde gaan. „Ik heb nude knoop doorgehakt.” Ter Maat

wil intensief met God bezig zijn.„Alleen is dat best wel moeilijk,in een klooster kan dat veel be-ter.”Het leven in Megen voldoet aanzijn verwachtingen. „Nu ik hiereen paar maanden ben, merk ikdat broeders gewone mensenzijn, met ieder hun eigenaardighe-den. Ik heb de overtuiging dat ditde weg is die ik moet gaan.” Hijvergelijkt zijn intreden met eenkeuze voor een levenspartner.„Het is als een huwelijk.” Buitende kloostermuren is Ter Maat ac-tief in de jeugdpsychiatrie in Ede.

door Tom Vos

Tegendraadse enkelingen zijn dehoop van de kloosters in bangedagen. Zoals Hans-Peter Bartels(25) en Jan ter Maat (35) die in au-gustus zijn ingetreden in het

klooster van de Franciscanen in Megen.Wat bezielt ze? Wat is hun perspectief?Stukje bij beetje sterft het ooit wijdverbrei-de religieuze gemeenschapsleven uit. Erzijn volgens onderzoeksbureau Kaski nogcirca 6.000 kloosterlingen in Nederland,vooral zusters. Terwijl er eind jaren zestigruim zeven keer zoveel waren. De gemid-delde leeftijd ligt boven de tachtig.In Noordoost-Brabant zijn welgeteld vierlevende kloostergemeenschappen over.Die moeten alle zeilen bijzetten om te over-leven. Intreders hebben de Norbertijnen inHeeswijk, de Birgittinessen in Uden en deClarissen in Megen nauwelijks. De Francis-canen in Megen prijzen zich gelukkig met

hun twéé nieuwelingen. Hans-Peter Bar-tels uit Beverwijk is een van de ‘postulan-ten’, hij zit in de inleidende fase. Hij laatzich niet afschrikken door het onzekere toe-komstbeeld. „Het standaardplaatje is dat jetrouwt. Maar die keer dat ik een vriendinhad was geen succes.” Hij deelt zijn levenvoortaan met tien broeders. „Het kloosteris nooit kil of koud. Er is altijd een luiste-rend oor.” Bartels heeft een diep verlangenbij God te zijn. „Door onvoorziene omstan-digheden had ik opeens geen werk of stu-die meer. Toen heb ik veel aan het geloofgehad.” Volgend jaar wacht het 1-jarige no-viciaat, de tweede fase in aanloop naar defi-nitieve intreding, in het Duitse Rhe-da-Wiedenbrück. „Een interessant land. Ikvolg ook een deeltijdopleiding om partti-me leraar Duits te worden. Als Franciscaanwerk je ook buiten het klooster.”Bartels hoopt dat het kloosterleven over-leeft, als een doorlopende lijn. Mocht datniet zo zijn, dan wil hij toch Franciscaan

blijven. „Dan zal ik intreden in een anderklooster. Het mooie is dat onze orde we-reldwijd bloeit, in India bijvoorbeeld.”Ook al zijn levende kloostergemeenschap-pen blij met nieuwelingen, ze stellen voor-waarden. Van kandidaten verwachten deFranciscanen een afgeronde opleiding, com-municatieve vaardigheden en een stabielewerksituatie. „En ze zijn altijd eerst eenjaar postulant”, zegt gardiaan Theo van Ad-richem, de overste.Theoloog Frank Bosman (Universiteit vanTilburg) begrijpt dat mensen ondanks hetonzekere vooruitzicht nog intreden. „In be-paalde kringen is het niet ongewoon dat jeje als betrokken katholiek afvraagt of het jeweg is voor een religieus leven te kiezen.Het is een klein groepje dat zo’n onderzoekmet een positief antwoord afsluit.” Bos-man heeft ‘veel respect’ voor mensen dieintreden. „Het vergt moed. Zij zullen het af-takelen van medebroeders meemaken enmisschien sluiting van hun huis.” Ooktrendwatcher Eric van den Berg, die de siteKatholiek.nl runt, denkt dat er intredes blij-ven ondanks de teloorgang van het reli-gieus leven. „Mensen kiezen er niet zozeerzelf voor, maar ervaren een roeping.”De 35-jarige postulant Jan ter Maat in Me-gen is ondanks de crisis in het christen-dom optimistisch over het perspectief.Vooral omdat hij in Nederland niet de eni-ge jongere is die bij de Franciscanen is inge-

treden. De orde heeft volgens hem nogsteeds relevantie. Hij is niet bang dat hij er-later alleen voor staat. Of dat hij dan alleennog oudere broeders verzorgt. „Ik zal man-telzorg verlenen, maar voor verpleegkundi-ge taken hebben de Franciscanen een goe-de regeling getroffen. Zij willen jonge broe-ders daar niet mee belasten: die moetenhun gewone werk kunnen blijven doen.”Zelf houdt Ter Maat zich graag bezig metprojecten die passen in deze tijd, zoals hetopkomen voor mensen in verdrukking. „Ikheb bewust gekozen voor een orde die metde buitenwereld is verbonden. Binnenadem ik in, buiten adem ik uit.” Door dieverbondenheid met buiten denkt Ter Maatdat de orde levensvatbaar blijft. „De spiri-tualiteit van Franciscus zal mensen blijvenaanspreken.” Dat laatste blijkt wel nu ookde nieuwe paus zich naar Franciscus heeftgenoemd. Ook kerkhistoricus Jan Jacobsziet perpectief. „Het religieuze leven, ge-richt op onderwijs, ziekenzorg en missie,heeft afgedaan. Voor het monastieke of ge-mengd religieus leven blijft interesse.” Hetbeeld verandert wel, zegt trendwatcherVan den Berg. „Het is meer het perspectiefvan kleine gemeenschappen of als ‘thuis-monnik’ in gemeenschap met anderen.”

bd.nl/oostBekijk welke tientallen kloosters en or-des Noordoost-Brabant gekend heeft.

Met God bezig zijn,dat kan het beste in eenkloosterJan ter Maat, postulant

Een handjevol kloostergemeenschappen zijner nog, de rest is uitgestorven. Toch tredener nog mensen in. Wat drijft hen?

‘Intreden is een huwelijk aangaan’

� Jan ter Maat foto Edwin van Zandvoort/Photo-Prestige

A50

A59

A2

Oss

sinds 185720 paters/broedersgeen novicen. rond 1967, ca 66 bewoners

sinds 17137 zusters; twee zusters zijn

nog niet definitief ingetreden.rond 1946, ca 40 bewoners

Norbertijnen, Heeswijk-Dinther Birgittinessen, Uden

UdenHeeswijk-Dinther

De kloosters lopen leeg,maar God roept nog wel