De kleine zusters van het Atomium, een werk van … · (2) André Breton, « La confession...

3
De kleine zusters van het Atomium, een werk van Cécile Pitois voor het 101 e % Het 101e % werd in 2001 door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) in het leven geroepen om hedendaagse kunst een plaats te geven in de sociale huisvesting. Het is een geduldig en veeleisend proces met als doel kunstwerken te creëren in een bepaalde context en in samenspraak met de bewoners, de operatoren, de verkozenen. Een avontuur dat zich afspeelt daar waar de kunst, het sociale leven en de stad elkaar ontmoeten. Tussen individu en collectief Kunstenares Cécile Pitois werd geselecteerd voor een project in de onlangs opgewaardeerde woonwijk « Wannekouter » van de Lakense Haard (opdrachtgever). De kunstenares breit hier een vervolg aan haar ontwerpreeks Sculptures à Souhaits met drie werken die elk een op zichzelf staand deel vormen van een geheel dat de naam De kleine zusters van het Atomium kreeg. Midden een onophoudelijk komen en gaan belichten de drie werken, elk volgens hun eigen dynamiek, de relatie individu/collectief. De kunstenares richt zich met haar werk tot iedereen, maar benadrukt daarin tezelfdertijd het anders zijn van elk individu. Hoe kan je, temidden van alle bedrijvigheid, een beetje tijd en ruimte voor jezelf nemen om je daarna opnieuw open te kunnen stellen voor de anderen? De kleine zusters van het Atomium De kleine zusters van het Atomium, dat dezelfde naam kreeg als het project in zijn geheel, draagt door zijn functie een zekere dubbelzinnigheid in zich : het is een plaats waar je heel wat heen-en-weer-geloop mag verwachten, maar die ook stabiliteit oproept. Het was een moedige keuze om het kunstwerk niet bij de woningen, maar in de publieke tuin van de Stad Brussel te installeren. Het werk vormt een overgang tussen de woningen en de wijk, de stad. Het kunstwerk is een platform met ronde contouren dat zich van de weg onderscheidt door kleur, textuur en ligging. De toegang verloopt via een gelijklopend stuk weg of langs enkele (steeds groter wordende) treden. Het contrast met de weg wordt nog meer in de verf gezet door de ondergrond die zorgt voor een andere gewaarwording en die je stappen een ander ritme meegeeft. In het midden vindt de bezoeker een jeu de boules-baan met daarrond bollen van gesatineerd inox die één per één of per twee of drie verspreid zijn over het platform en als zitbankje kunnen dienen. Elke bol kreeg een verschillend patroon van lijnen en punten ingekerfd : een knipoog naar het jeu de boules-spel en naar het nabijgelegen symbool van de wereldtentoonstelling van 1958. De kleine zusters van het Atomium is een plaats waar je een babbeltje kan slaan, even kan ontspannen, ... een plaats, kortom, die zich niet onder één noemer laat brengen. Cécile Pitois zou de bewoners van de woningen genummerde boules willen geven en ze de mogelijkheid willen bieden om jeu de boules-lessen te volgen. Niet het spel staat daarbij centraal, maar wel de uitnodiging tot sociale interactie, dagelijkse contacten, de mogelijkheid om elkaar te leren kennen. Daar horen regels bij, maar die hangen ook af van de omstandigheden. Cécile Pitois reikt mogelijkheden aan, maar laat de rest aan de gebruikers over. Perscommuniqué September 2012

Transcript of De kleine zusters van het Atomium, een werk van … · (2) André Breton, « La confession...

De kleine zusters van het Atomium, een werk van Cécile Pitois voor het 101e%Het 101e % werd in 2001 door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) in het leven geroepen om hedendaagse kunst een plaats te geven in de sociale huisvesting. Het is een geduldig en veeleisend proces met als doel kunstwerken te creëren in een bepaalde context en in samenspraak met de bewoners, de operatoren, de verkozenen. Een avontuur dat zich afspeelt daar waar de kunst, het sociale leven en de stad elkaar ontmoeten. Tussen individu en collectief Kunstenares Cécile Pitois werd geselecteerd voor een project in de onlangs opgewaardeerde woonwijk « Wannekouter » van de Lakense Haard (opdrachtgever). De kunstenares breit hier een vervolg aan haar ontwerpreeks Sculptures à Souhaits met drie werken die elk een op zichzelf staand deel vormen van een geheel dat de naam De kleine zusters van het Atomium kreeg. Midden een onophoudelijk komen en gaan belichten de drie werken, elk volgens hun eigen dynamiek, de relatie individu/collectief. De kunstenares richt zich met haar werk tot iedereen, maar benadrukt daarin tezelfdertijd het anders zijn van elk individu. Hoe kan je, temidden van alle bedrijvigheid, een beetje tijd en ruimte voor jezelf nemen om je daarna opnieuw open te kunnen stellen voor de anderen?

De kleine zusters van het AtomiumDe kleine zusters van het Atomium, dat dezelfde naam kreeg als het project in zijn geheel, draagt door zijn functie een zekere dubbelzinnigheid in zich : het is een plaats waar je heel wat heen-en-weer-geloop mag verwachten, maar die ook stabiliteit oproept. Het was een moedige keuze om het kunstwerk niet bij de woningen, maar in de publieke tuin van de Stad Brussel te installeren. Het werk vormt een overgang tussen de

woningen en de wijk, de stad. Het kunstwerk is een platform met ronde contouren dat zich van de weg onderscheidt door kleur, textuur en ligging. De toegang verloopt via een gelijklopend stuk weg of langs enkele (steeds groter wordende) treden. Het contrast met de weg wordt nog meer in de verf gezet door de ondergrond die zorgt voor een andere gewaarwording en die je stappen een ander ritme meegeeft. In het midden vindt de bezoeker een jeu de boules-baan met daarrond bollen van gesatineerd inox die één per één of per twee of drie verspreid zijn over het platform en als zitbankje kunnen dienen. Elke bol kreeg een verschillend patroon van lijnen en punten ingekerfd : een knipoog naar het jeu de boules-spel en naar het nabijgelegen symbool van de wereldtentoonstelling van 1958. De kleine zusters van het Atomium is een plaats waar je een babbeltje kan slaan, even kan ontspannen, ... een plaats, kortom, die zich niet onder één noemer laat brengen. Cécile Pitois zou de bewoners van de woningen genummerde boules willen geven en ze de mogelijkheid willen bieden om jeu de boules-lessen te volgen. Niet het spel staat daarbij centraal, maar wel de uitnodiging tot sociale interactie, dagelijkse contacten, de mogelijkheid om elkaar te leren kennen. Daar horen regels bij, maar die hangen ook af van de omstandigheden. Cécile Pitois reikt mogelijkheden aan, maar laat de rest aan de gebruikers over.

PerscommuniquéSeptember 2012

Toevlucht der dromen Vlakbij de tuin ligt één van de ingangen van de woningen : een doorgang onder een gebouw, waar je even in het schemerdonker wordt ondergedompeld. Dat werd de locatie voor Cécile Pitois’ Toevlucht der dromen. Zoals kenmerkend is voor Sculptures à Souhaits werd er op de muur een tekst en op het plafond een visueel element

aangebracht. Het verhaal, dat het midden houdt tussen fictie en werkelijkheid, is geworteld in de geschiedenis van de wijk. Het nodigt zijn lezers uit één van hun kinderwensen toe te vertrouwen aan het hemelgewelf waarin sterren fonkelen van allerlei formaten.De schilderingen werden uitgevoerd in sgraffito, een techniek die in het begin van de 20ste eeuw, onder andere in België, veelvuldig werd gebruikt voor geveldecoratie en die een dieptegevoel en lichtgevende intensiteit creëert. In de geborgenheid van het portaal kan de bewoner/ bezoeker ingaan op de uitnodiging om zijn droom een plaatsje te geven tussen de vele anderen. Van de oneindige uitgestrektheid van het heelal naar onze kindertijd : volgens Cécile Pitois is het maar een kleine stap.

Requiem voor een ster Ook bij Requiem voor een ster koos Cécile Pitois voor een plaats waar veel mensen voorbijkomen : een open doorgang met een bakstenen boog die twee gebouwen met elkaar verbindt. Een legende leidt ons binnen in de wereld van Flor Van der Vinnen, een bekend personage uit de geschiedenis van de wijk. Ze verwijst naar een beeld, nog een ster - al is het er nu slechts één – die, als was ze weggevlucht, in de hoek tussen de muur en de boog zit geplooid. Op manshoogte, in de fysieke nabijheid van wie haar observeert. Al gaat het ook hier weer over dromen, dit keer zijn het dromen van het individu voor de gemeenschap. Eén zin uit de tekst komt uit een krant : « De eenzame denkt alleen en schept nieuwe waarden voor de gemeenschap »(1). En de ster, die fonkelt nog na. Een klein aandenken aan de tijd die we voor onszelf hebben genomen om daarna ook eens aan de anderen te denken.

Mogelijkheden en wonderen in alledaagse dingenAan de hand van gewone voorwerpen en gebruiken – het spel, de bol, de ster, de hemel, het verhaal – praat Cécile Pitois over datgene wat ons als individu, in al onze verscheidenheid, bindt met onze medemens. Ze neemt afstand van de grote politieke discoursen en kiest voor een alledaags verhaal. Zo kan ze elk individu aanspreken en steunen op de mogelijkheden en de wonderen in alledaagse dingen, waarover André Breton het heeft in « Le vent de l’éventuel ».(2) Cécile Pitois schrijft geen geschiedenis, ze brengt simpelweg een boodschap over met plastische vormen. Hiermee kunnen wij de stedelijke indeling bespelen en in contact komen met lichaam en geest in de dagelijkse ruimte met haar onverwachte wendingen.

Gunther Ludwig(1) Citaat van Albert Einstein (2) André Breton, « La confession dédaigneuse », in « Les pas perdus », 1924, uitg. Gallimard.Heruitgave OEuvres complètes I, Bibliothèque de la Pléiade, uitg. Gallimard, 1988.

Cécile Pitois Cécile Pitois (1968) woont en werkt in Tours (Frankrijk). Ze onderzoekt de relaties tussen mensen en de omgeving waarin ze leven. Die benadering vertaalt zich in verschillende werkmethodes en media: schilderijen, fotografie, performances en projecten in samenwerking met choreografen. De beeldhouwkunst geeft haar de mogelijkheid om één bepaald moment in een vaste vorm te gieten. Cécile Pitois werkt al een tiental jaar aan de reeks Sculptures à Souhaits met werken die vaak een plaats krijgen in de publieke ruimte. Ze vinden hun grondslag in de locatie waar de kunstenares aan het werk gaat en nodigen de voorbijganger uit om even uit de mallemolen van het leven te stappen en stil te staan bij zichzelf, bij zijn band met de stad en haar inwoners. Op de grens tussen fysieke en mentale werkelijkheid vertellen ze een verhaal over een meerlagige werkelijkheid en bieden ze een ritueel aan dat tot de

verbeelding spreekt. A mon seul désir en La Fontaine des amoureux, werken die in 2005 en 2006 in Touraine werden gerealiseerd, en de projecten Over walls voor Red Hook (2007) Brooklyn – New-York en Der esel der zuhört te Halle (2010) Sachsen-Anhalt (Duitsland) sluiten aan bij die noeste en genereuze betrachting.

Contactpersoon pers : Christine Henrard Tel : 00 32 (0)2 474 05 77 / [email protected] Andere contactpersonen :

• Email : [email protected] • Site : www.cecilepitois.org

• 101e

% : www.bghm.irisnet.be/het101e• SLRB : www.bghm.irisnet.be• Lakense Haard http://www.lakensehaard.be/NL/index_NL.php