De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer...

76
De Jonqe Steller. Steloefeningen de la.gere school, B. BAAS, Hoofd der School te Blesse. DERDE STUKJE. Voor leerlingen van I I à 12 jaar. Tweede, herziene druk. P. NOORDHOFF - 1911. - GRONINGEN. Compl.: 3 stukjes à 10,20.

Transcript of De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer...

Page 1: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

De Jonqe Steller. Steloefeningen vo~o:, de la.gere school,

B. BAAS, Hoofd der School te Blesse.

DERDE STUKJE.

Voor leerlingen van I I à 12 jaar.

Tweede, herziene druk.

P. NOORDHOFF - 1911. - GRONINGEN.

Compl.: 3 stukjes à 10,20.

Page 2: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

H. DE RAAF en B. BAAS.

Een Klaverblad. Jleesl esj es met plaatj e s vo or de kleinen.

le stukje, ge druk f 0.25. 2e stukje, ge drulè " 0.25. Se stukje, 8e druk " 0.25.

"De sehr\ivers volgen eene geregelde opklimming; de inhoud hunner lieve boekjes is voor de kleinen alleraangenaamst, daarbij gaan lezen en verstaan gepaard; een knap onderwijzer moet goede uitslagen bekomen met deze leesmethode. Derhalve bevelen wij die zeer gunstig aan." lNationale School)

"Dit is een zeer lief eerste leesboekje met allerfraaiste plaatjes in den tekst. Al de lesjes bevatten enkel eenlettergrepige woordjes van twee en drie klanken. Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams genomen wordt.

voor de kleintjes, dat meestal aan en rond hen waar­Wij bevelen 't werkje zeer gunstig aan."

(De Vej·eeniging.)

H. DE RAAF en B. BAAS.

Een Rozeblaadje. Eerste leeslesjes voor de kleinen.

Prijs f 0.:1.;;.

"Dit boekje bevat 12 keurig uitgewerkte platen, voorstellingen uit den kring van de kinderlijke ervaring, met, er tegenover, leesstukjes over de afbeeldingen. Daarin komen alleen woorden van 2 of a klanken in voor, waarvoor niet meer dan 14 letters werden gebezigd. Het werk moet dienst doen als eerste leesboekje in de methode de Raaf-Baas. (Keurboeken.)

Uitgaven van P. NOORDHOFF te Groningen.

Page 3: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

DE JONGE STELLER.

Steloefeningen voor de lagere school,

DOOR

B. BAAS, Hoofd der School te Blesse.

DERDE STUKJE.

Voor leerlingen van I I à 12 jaar.

Tvveede. herziene druk.

P. NOORDHOFF. - 1911. - GRONINGEN.

Page 4: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al
Page 5: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

BIJ DEN TWEEDEN DRUK.

Bij den herdruk van dit deeltje is de inhoud met enkele

nieuwe oefeningen vermeerderd, waardoor, naar ik flOOjJ,

het boekje in bruikbaarheid zal hebben gewonnen.

BLESSE. B. BAAS.

Page 6: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al
Page 7: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

I. UIT DE AARDRIJKSKUNDE.

Ons Vaderland.

Eerst een onherbergzaam plekje: Hier een uitgestrekt moeras,

Daar in 't woud het wild gedierte, Ginder weder poel en plas.

N u een goed en lief'lijk woonoord, Waar geen roofdier langer aast;

Maar waar in de groene weide Rustig 's landmans rundvee graast.

Hier een stad en daar een dorpje, Half verscholen in het groen

En omringd door weel' ge akkers: Wat verschil toch n u en toe n!

1. Maak de zinnen, waarvan een gedeelte is weggelaten, vol­ledig. Let daarbij op de vragen.

De grens van ons land.

Ons land wordt (a a n wel k e zijd e?) begrensd door Duitschland en (a a n wel k e zij de?) door België.

Page 8: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

6

(In welke richting?) van Nederland golft de Noordzee. (Waar?) heeft zij in vroeger eeuwen een breeden inham gevormd, nI. de Zuiderzee.

(L a n g s wel k e zee?) bezit ons land duinen. Deze strekken zich uit van Sluis (i n wel k e pro v i n c ie?) tot Den Helder (wa a r?). Tweemaal is er echter een gaping in de duinenrij, nI. (b ij wel k dor p, op welk eiland?) en (tusschen welke dorp­jes, in welke provincie?). De duinen zetten zich voort (0 p wel k e e i I a n den?), die men (a a n wel ken kan t?) van ons land vindt. De eene zijde dezer eilanden is gekeerd (n a ar wel ke zee?); de andere (waarheen?).

De landgrens begint in het noordoosten (b ij wel k wat er?). Zij loopt, soms met groote bochten, (i n wel k e ri é h tin g ?). Voor een klein gedeelte vormt de Rijn de grens. Deze rivier komt (uit welk land?) en stroomt (b ij wel k dor p je?) ons land binnen. De rivier de Maas vormt (wa ar?) een deel der grens. Even (boven welke stad?) behoort zij ons geheel, doch even (wa ar ben ede n?) stroomt zij weder langs ons land. Nog een andere belangrijke rivier vloeit (waarover?). Zij heet de Schelde. Deze komt (uit wel k I a n d ?) en stroomt (d oor wel k e pro v i n c ie?) (naar welke zee?). (Waar?) is zij een breede stroom. Zij heet daar (h 0 e?).

2*. Vul deze zinnen aan.

Een vleermuis is geen vogel, al . . .. .- In ons land wonen vele menschen, al . . . . . - De bij is

Page 9: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

7

nuttig, al..... - Een varken is ook nuttig, al . . . . . - De dijk bezweek niet, al. . . . . - Een mol wordt vaak gedood, al . . . . . - Ik zou den prijs niet winnen, al . . . . . - Spoken zijn er niet, al . . . . . - De doove man hoort u niet, al ..... -Gij zoudt niet gaarne opgesloten worden, al . . . . . -De boer wou den harddraver niet missen, al ..... -Er blijft altijd nog wat te leeren , al. . . .. - Je zult den trein niet meer halen, al . . . . . - Een zee­man is niet bevreesd, al ..... - Het briefport be­draagt slechts vijf cents, al . . . . . -

3. Als no. 1.

In 't lage land.

Ons land is (h 0 e?) gelegen j daarom heet het ook Nederland. Doordat het lager is dan (welke lan­den ?), stroomen door Nederland groote rivieren. Van deze rivieren is de Rijn (wat?). Duizenden stroomen en stroompjes neemt hij op, en al dat wa­ter voert hij (waardoor en wa arheen?).

(Wanneer?), toen er nog (wat niet?) waren, overstroomden de rivieren dikwijls de lage streken. Om die reden waren de eerste bewoners van ons land verplicht, (wa art 0 e ?). Thans vindt men langs de rivieren zware dijken, en toch hoort men soms nog, (wat?).

De dijken liggen niet onmiddellijk langs het water; er bevindt zich nog land (waartusschen?). Dat zijn de uiterwaarden. Niet altijd is ook de bedding

Page 10: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

8

der rivier even breed. (Wan neer?) is ze breeder dan (wann eer?). Daarom spreekt men ook (waar­van?).

Zooals wij zeiden, stroomde (wan nee r?) de rivier bij hoog water vrij (waarover?). Keerde zij in haar bedding terug, dan bleef er (wat?) achter. Zoodoende werd de grond (w a a rIa n g s?) allengs met een dikke laag (wa a r van?) bedekt. Geen won­der dus, dat (welk deel van ons land?) zoo vrucht­baar is!

4*. Kies voor het volgende andere uitdrukkingen.

De winter staat voor de deur. - Eindelijk kregen wij de stad in het gezicht. - De schilder legt de laatste hand aan het portret. - Het gaat niet ge­makkelijk zich een vreemde taal eigen te maken. -Niet alle peren kan men uit de hand eten. - De edelen zagen met lee de oogen den vooruitgang der burgers. - Die ondeugende knaap heeft al heel wat op zijn kerfstok. - Ik heb een brief van huis ont­vangen. - De vijand koos het hazenpad. - Naar mijn inzien is de man niet strafbaar. - Vondel aan­schouwde te Keulen het eerste levenslicht. - De verrader ontving loon naar werk. - Eerst wou de knaap de waarheid verbloemen, maar eindelijk viel hij door de mand. -- De tijd van vertrek naderde met rassche schreden. - De kinderen waren onder 't vertellen geheel oor. - De vijand moest wijken. -Deze knaap bezoekt de school te hooi en te gras. -Je neef schrijft een goede hand. - De arme vrouw

Page 11: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

9

was zeer erkentelijk voor de ondersteuning. - Ik luister wel: ga maar door! -- Uw oom gaat voor een eerlijk man door.

5. Beantwoord deze vragen; gebruik daarbij de woorden omdat, daar, dewijl, enz.

Wat is de reden?

Waarom noemt men Amsterdam wel eens de IJ­of Amstelstad? - Hoe heet Rotterdam wel, en waarom? - Waarom noemt men Haarlem wel ) de Bloemenstad' '? - Waarom mag Vlissingen niet de Scheldestad heeten? - Waarom heet Utrecht soms »de grijze Bisschopsstad"? - Waarom geeft men aan Meppel wel eens den bijnaam »het Drentsch Rotter­dam"? - Waarom heet Enschedé ) het N ederlandsche Manchester"? - Waarom komen juist te Utrecht zooveel spoorwegen samen? - 'vVaarom heeft men Nijmegen niet aan den rechteroever der Waal en Arnhem niet aan den linkeroever van den Rijn ge­bouwd? - Waarom vindt men in ons land geen handelssteden aan de kust? - Waarom heeft de Rijn bij Arnhem niet zooveel water, als bij Lobit? -Waarom moet men in kanalen sluizen bouwen? -Waarom zou men sommige kleine rivieren kanalisee­ren? - Waarom heeft men vroeger vele meren droog­gemaakt? - Waarom moet rondom een polder een dijk gelegd worden? - Waarom kan men tegen­woordig groote plassen spoediger droogmaken dan in vroeger eeuwen? - Waarom vindt men in ons

Page 12: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

10

land zooveel spoorbruggen? - Waarom beplant men de duinen met helmriet? - Waarom moet men op vele plaatsen bij het bouwen van een huis vooraf palen in den grond slaan? - Waarom heette de haringvisscherij vroeger de goudmijn van ons land? -Moet men zeggen: Willem Beukelsz. v 0 n d het haring­kaken ui t, of dient men te zeggen, dat hij het ont­dek te? Waarom? - Waarom kan de oester, die een zeedier is, in de Hivier" de Schelde leven? -'AT elk deel van ons land is een schiereiland, en waarom?

6*. Vul deze zinnen aan.

Wie te laat in de school komt, verstoort de orde; daarom wil de onderwijzer niet, dat ..... - Uw neef heeft den trein niet gehaald; ik dacht het wel, dat . . . . . - Goud is moeilijk te verkrijgen; ik be­grijp daarom wel, dat . . . . . - Men vertelt wel eens van kaboutermannetjes j maar wie gelooft nog, dat . . . . . - De aarde draait in 24 uur eenmaal om haar as; vroeger meende men, dat ..... - De vij­and legerde zich om de stad; hij eischte, dat ..... -Ik las, dat een walvisch wel 20 meter lang is; ik had nooit gedacht, dat ..... - De jongen sarde den hond; 't is dus geen wonder, dat . . . . . - Wij zouden op schaatsen naar de stad geweest zijn j hoe jammer dus, dat ..... - Zie, wat bloeit die appel­boom! 't Is te hopen, dat ..... - Een mol ver­slindt vele schadelijke insecten j daarom is het ver-

Page 13: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

11

keerd . . . . . De zangvogels zijn nuttig; daarom is het bij de wet verboden, .....

7*. Geef een beschrijving van eon dier of plant. in de les behandeld. Volg daarbij de vragen, door je onderwijzer opgegeven.

8. Als no. 1.

De Veluwe.

De Veluwe is een gedeelte (van welke pro­v i n c ie?). De grond is daar meestal (h 0 er). (Wa ar?) is de bodem echter vruchtbaar. Hij bestaat daar uit (welke grondsoort?), afkomstig (waarvan?). De Rijn vormt namelijk (welke grens?) en de Ijsel (welke gre ns?) der Veluwe. Dien vruchtba­ren rand noemt men wel eens (h 0 e?). Met het )vale kleed" wordt dan (wa t?) bedoeld.

Midden op de Veluwe ziet men uitgestrekte vlak­ten, (w a arm e ê beg roe i d?), groote bosschen (van welke bo omen?) en lange rijen (waarvan?). On­der deze laatste zijn er, die meer dan (h 0 e vee I . meters?) (waarboven?) uitsteken. (Om welke red en?), is de bevolking er minder dicht dan el­ders. De meeste en grootste plaatsen liggen (wa ar?). Zoo vindt men Harderwijk en Nijkerk (waaraan?), Wageningen en Arnhem (waaraan?), Dieren, Brum­men en Hattem (a a n ?).

T och treft men ook midden op de Veluwe groote dorpen aan. Het voornaamste is Apeldoorn; bij dit dorp staat (wat? wie daar dikwijls woont?).

Page 14: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

12

Niet ver van (welke grens?) ligt Barneveld. De naam van dit dorp wordt ook in ons boekje (welk?) vermeld. Daar offerde Jan van Schaffelaar zich op (voor wie?). (Wat?) zijn ook Epe en Ede, al dragen ze maar (wat?). Het eerste dorp ligt (a a n welken locaalspoorweg?), het andere (aan welken spoorweg?).

Vele steden en dorpen op de Veluwe hebben mooie omstreken. (In welk jaargetijde vooral?) is het heerlijk daar een wandeling te doen. Heu­vels en dalen, bosschen en korenvelden (wat doe n ze?). Hier en daar ziet men een fraai landhuis, (w a a r d oor 0 m rin g d ?). V ooral de omstreken (van wel k est a d?) trekken des zomers (w ie?).

9*. Beantwoord deze vragen; gebruik daarbij de voegwoorden: wan nee r, a Is, i n die n, zoo, enz.

vVanneer neemt iemand een voorstel met beide han­den aan? - Wanneer houdt men iemand de hand boven 't hoofd? _. Wanneer zet men iemand den voet dwars? - Wanneer zegt men, dat iemand van hooge geboorte is? - Wanneer heeft een man een hoogen dunk van zich zeI ven ? - Wanneer zit iemand met de handen in 't haar? - Wanneer aardt iemand naar zijn vader? - Wanneer heeft een knaap aanleg voor de schilderkunst? - Wanneer is men met iemands lot begaan? - Wanneer springt men voor iemand in de bres? - Wanneer is iemand de plank mis? -Wanneer voert iemand niet veel goeds in het schild?­Wanneer spiegelt men zich aan een ander? - Wan-

Page 15: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

13

neer komen Wij JUlst van pas? - Wanneer komt iets ons goed te pas? - Wanneer is iemand in een goeden luim? - Wanneer bouwt iemand luchtkastee­len? - Wanneer komt men iemand op het mat? -Wanneer zegt men van iemand: »Ik kan hem niet thuis brengen"? - Wie is een ingebeelde zieke? -Wanneer praat men iemand naar den mond? - Wan­neer trekt iemand zijn neus voor iets op?

10. Als no. 1.

De kaart van Limburg.

Wij zullen nu eens een kaart van de provlllcie Limburg teekenen. Eerst trekken wij de grens. Is deze gereed, dan schrijven wij de namen op van de provinciën en de landen, .die... . . Het zijn: -, -, - en -. Nu teekenen wij de rivier de Maas, welke (hoe doorstroomt zij Limburg?). (Hoe­veel zijrivieren ontvangt zij rechts? hoe heeten ze?); den loop dezer stroompjes duiden we ook aan. Het zuiden van Limburg is heuvelachtig; (wat teekenen wij daar?). Den Vaalserberg 1) vergeten we niet, (waarom niet?). Ook de St.­Pietersberg wordt aangewezen, (wa ar 0 mr).

Zijn we zoover gereed, dan teek enen wij eenige kringetjes, die (wat d u i den ze a a n?). Van de plaat­sen aan de Maas kiezen wij Mook, waar (wat i ser een s voo r g e v a 11 en?) ; Venlo, waar (h 0 e vee I

1) Hoogte: 322,5 M.

Page 16: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

14

spoorwegen kom en er samen?); Roermonde, dat (waaraan ontleent het zijn naam?); Maastricht, (wat is het van de provincie?) en Eisden, waar (wat doet de Maas daar?). Be­halve van deze plaatsen geven wij nog de ligging aan van Vaals, (in de buurt van welke Duitsche stad?); Valkenburg, (waardoor beroemd?); ~erkrade, (wa ar d oor bek end?); Sittard, Ca a n wel ken spoor weg ?) en Weert, (a a n wel k e va art gel e gen?).

Als wij nu nog de spoorweg lijnen geteekend heb­ben, • . . ... Dan schrijven we netjes (wa a r?) het opschrift: Kaart (wa a r van?).

11*. Schrijf het tegengestelde er naast.

Een I a a g huis - een I a g e daad - de har d e grond - een har d e winter - een di c h t vat -een d i c h t e haag - een dood dier -- een d 0 0 d e taal - dood hout - wil d e jongens - een wil d e roos - een w i I d paard - w i I d e volksstammen -een ruwe steen - ruwe lieden - ruwe manie­ren - een zwartejas -zwartzien-eenwarme dag - een war m e ontvangst - een st e r k e knaap - een sterk geheugen - sterke toe­ren - een d rog e peer - maten voor d rog e waren - een d r oog huis - een sla p touw -een s I a p p e tijd - s I a p p e thee - een fl a uwe spijs - een fl a uwe jongen - een fl a u w licht­v 0 11 e zalen - v 0 11 e maan ..,..- een bek end e plant - een bek end e misdaad - z u i ver wa-

Page 17: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

ter - z u i ver spel - een z 0 et e smaak - een zo et jongetje - zo et e geuren.

12. Vul het volgende eens in. Waar een streepje staat, moet één woord ingevuld worden; waar punten staan, meer dan één.

Drente en Zeeland.

Als wij deze beide provinciën met elkander verge­lijken, bemerken wij veel -. Zeeland ligt in het -, Drente - in het - van ons land. Terwijl Zeeland uit verschillende stukken -, vormt Drente - -. In - provincie is de grond hoog, in - laag. In­dien er geen duinen en dijken waren, zou Zeeland ..... ; Drente - zou . . . .. Daar Zeeland zoo laag ligt, ontvangt deze provincie water uit - - en wordt zij door breede stroomen -. In Drente ziet men het -. Daar zijn enkel - -, en deze vloeien -andere provinciën.

Veel verschil bestaat er in de - van den grond. Terwijl Zeeland bijna - klei bevat, bezit Drente

Hieruit vloeit weer voort, dat de landbouwers in beide streken . . . . .. Zeeland- beste tarwe -, - in Drente rogge en boekweit - -. De mindere vruchtbaarheid van den grond is ook -, dat Drente, -grooter dan Zeeland, minder inwoners telt. - de ligging aan zee is de lucht in Zeeland - dan in Drente. Terwijl in de eene provincie velen ..... in de bereiding van turf, - in de andere tal van men­sehen - - met de oester-, mossel- en ansjovisvangst.

15

Page 18: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

13·. Als no. 4.

Wij zullen steenkolen opdoen, want de winter is op handen. - Dezen brief moest ik u ter hand stel­len. - Toen de politie kwam, bakte de brutale man zoete broodjes. - De ouders beoogen het welzijn hunner kinderen. - Uit een winkel in deze straat zijn eenige horloges ontvreemd. - De dieven werden op heeterdaad betrapt. - Een rijmelaar mag geen aanspraak maken op den naam van dichter. - De wind wakkert aan. - De marskramer gaat van huis tot huis) om zijn waren aan den man te brengen. -Wij hebben de schilderijen bezichtigd. - De brood­dronken knaap zal aanstonds nog een ongeluk krij­gen. - Ik zal de onkosten wel dragen. - Duid het mij niet ten kwade, dat ik niet gekomen ben. -De edelen waren den graaf niet genegen. - Heb je nog niet een sommetje achter de hand r - Wat hapert er aan? - Het doet mij leed, dat gij niet geslaagd zijt. - Zij is een goede moeder voor haar kroost. - Heugt u dat nog? - Het gebouw is kant en klaar. - Ik heb de zaak rijpelijk overwogen. -Met het krieken van den dag togen wij verder.

14. Als no. 1.

Van Groningen naar Zwolle.

Wij stappen te Groningen, (h 0 e wel een s g e­n 0 e m d?), in den trein en na verloop van een half uur bevinden we ons reeds te Assen , (van wel k e

16

Page 19: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

pro v i n c i ede hoof d sta d ?). Met den spoor­trein reist men vlug, want, (i n wel k ge val?), zouden we drie à vier uur noodig gehad hebben. Assen bezit een groot en mooi bosch, (wa art 0 e 10k t het 's zo mer s vee 1 st ede I i n gen u i t ?).

Onze reis voortzettende, brengt de trein ons door het midden van Drente. De weg is eentonig, want (wat strekken zich aan weerszijden uit?). Waarschijnlijk kunnen we onderweg wel een herder of, zooals (hoe zegt men hier?), opmerken, die (wat doet hij al breiende?). Langs het groote dorp Hoogeveen, dat (waar a a n he e ft he t zij n opkomst te danken?), komen we te Meppel, (hoe wel genoemd, waarom?).

Van Meppel tot Zwolle biedt de weg ook weinig afwisseling aan, wijl (wat I i g t t u s s c hen bei d e st ede n ?). Een paar malen rijden we over een spoorbrug; een ervan ligt over de Dedemsvaart, (wat is ze?), dat (wa a r beg int en wa a r ei n di g t het?) en een andere over de Vecht, (wat i s ze?), die (w a a ron t s p rin g t zee n w a a rin I 0 0 P t z e u i t ?).

Zijn we de Vechtbrug gepasseerd, dan duurt het niet lang meer, of (wat rijden we binnen?). De trein . . . . .; de portieren . . . . .; WIJ • • • • .,

geven . . . . . af en . . . .. .

B. BAAS, De Jonge Steller I I I, 2e druk. 2

17

Page 20: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

18

15. Beantwoord deze vragen.

Waarom ons land veel scheepvaart heeft.

Wat is er meer in ons land: bouwland of weiland? Wa t hier verbouwd wordt, dient dat ook wel altijd tot voedsel? Wat bereidt men b.v. van het kool­zaad; waartoe dient het vlas; wat doet men met den hennep? Waartoe dienen a n der e gewassen, zooals de spurrie, enkel? Wat groeit er zoo do ende in ons land niet genoeg? Van wie moeten de Neder­landers dit daarom koopen? Wat halen onze zee­lieden zoo uit de landen aan de Oostzee, uit welke landen ta r wee n vanwaar rij s t?

Hebben de Nederlanders alleen behoefte aan koren? Wie moeten veel ijzer gebruiken, en waar wordt dit maar weinig gevonden? Waar kunnen de timmer­lieden niet zonder? Waarmeê was ons land vroeger wel bedekt, maar wat is daarmeê gebeurd? Waar­aan hebben wij 's win ter s behoefte; alleen voor de keuken? Worden de ze nergens in ons land gedol­ven? (, doch). Wat ligt dus voor de hand?

Wat kunnen de Nederlanders daarentegen van sommige zaken? Wie bereiden namelijk veel boter en kaas? Wat fokken z ij aan, waar verkoopen zij dat? Waarheen verzendt men o.a. die boter en kaas en dat vee? Hoe heet de hoofdstad van dat land, hoeveel inwoners telt die stad wel? Wat is dus gemakkelijk te begrijpen? - Aan wie leveren wij

Page 21: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

ook koffie en thee? Groeien d e z e hier, waar dan? Hoe worden ze d a a rom dan ook genoemd?

Door wie worden a I deze waren nu van 't eene land naar 't andere gebracht? Wat is dus geen wonder?

16. Druk de ruim gedrukte zinnen korter uit. (Verkorte of beknopte zinnen; bijv. bepalingen (2); weglating van 't voegw. (als).

De Rijn.

De Rijn, die wel een s d e g r oot v 0 r s t van E u rop a 's s t r oom eng e n 0 e m d wor d t, komt uit Zwitserland. In dit land vindt men hooge ber­gen, die met eeuwigdurende sneeuw be­dek t zij n. Op een dezer bergen, die deS t.­Go tt har d ge h eet e nwo r d t, ontspringt de Rijn. Nadat hij zich met snellen stroom een weg door 't gebergte gebaand heeft, komt hij tot rust in de Bodensee. Ter w ij I hij dit mee r v e r-1 a at, wendt hij zich westwaarts en vormt, a Is hij bij de stad Schaffhausen gekomen is, den waterval, die b ij vel e n bek end i s. Vervolgens stroomt hij rustiger voort tot Bazel, waar hij zich naar 't noorden wendt.

In Duitschland stroomt de Rijn eerst door een breed dal; later baant hij zich een weg tusschen de bergen door. A I s men z e van der i v ier zie t, leveren de hellingen der bergen, die ver si e r d z ij n met wij n g a a r den, een schoon gezicht op. Onder de rivieren, die de Rijn in Duitschland opneemt, zijn

2-

19

Page 22: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

20

de Main, die van't Fichtelgebergte komt, en de kronkelende Moezel de langste. Bekend is ook de Ruhr, die stroomt door een streek, die rij kis a a n s tee n kol e n.

De Rijn wordt in Duitschland druk bevaren. Vele schepen en stoombooten, die met allerlei koop· war e n bel a den z ij n, varen heen en weer; nu eens ziet men lange aken, die met steenkolen gel a den z ij n, dan weer groote houtvlotten, die lang zaam d en stro 0 m af drijven. Des zomers draagt de rivier tal van stoombooten , die met toe· ris ten g e v u I d z ij n.

Aan beide oevers van den Rijn liggen vele steden en dorpen. De grootste stad, die a a n den Rij n ligt, is Keulen, dat bekend is door zijn prach· tig e dom k er k. Hier en daar ontwaart men nog de ruïnen van kasteelen, die dagteekenen uit de middeleeuwen.

Zoo dra hij b ij Lob i t gek 0 men is, heeft de Rijn de grenzen van ons land bereikt, zooals ge weet. Maar is het u ook bekend, waarom men hem wel den grootvorst van Europa's stroomen noemt? A Is j e het n iet wee t , (dan) zul je zeker wel zoo verstandig zijn, dat j e het j eon der w ij z e r v r a a g t. In dat geval zal deze wel zoo goed zijn, dat hij het j e d u i del ij kma a k t.

17*. Als no. 7.

Page 23: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

21

18. Beantwoord deze vragen.

De Rijn In ons land.

In welke landen neemt de Rijn vele rivieren op; wat doet hij daarentegen in ons land? Bij welk dorp splitst hij zich het eerst? In welke richting stroomt de eene arm; waarheen wendt zich de andere? Hoe heet de westelijke tak; welken naam behoudt de an­dere; is deze echter wel zoo breed, als de eerste? Langs welke (plaatsen) stroomt de Waal; wat bereikt zij eindelijk; met welke rivier vereenigde zij zich daar vroeger?

Bij welk dorp heeft de tweede splitsing van den Rijn plaats? Waarheen stroomt weer de eene arm, welke; waarheen de andere, welke? Langs welke (plaatsen) vloeit de Ijsel? Wat doet hij bij de laatst­genoemde stad (Kampen); wat doen die later beide; met hoeveel monden stroomt dus de Ijsel in de Zui­derzee uit?

Langs welke (plaatsen) stroomt de Rijn? Wat strekt zich aan de eene zijde uit; wat verheft zich aan den anderen kant? Waar verdeelde de Rijn zich vroeger nogmaals in twee armen, n.l. in welke; waar­door stroomt thans echter al het Rijnwater? Langs welke (plaatsen) loopt deze, en wat doet ze bij het dorp Krimpen; van welke beide rivieren vloeit het water alzoo eindelijk samen? (zoodat).

Page 24: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

22

19*. Als no. 4.

Neem geen vleierij voor goede munt aan. - De Spanjaarden moesten in den slag bij Nieuwpoort het onderspit delven. - Die kleine schuld scheld ik u kwijt. - In de diergaarde ziet men dieren van aller­lei slag. - Buurman kan wel een nieuw huis koopen: hij zit er warmpjes in. - De vloot stevende den Theems op. - De jager kwam platzak thuis. -Had je vermoed, dat hij de schuldige was? - De gevangenen zijn allen op vrije voeten gesteld. - Ik twijfel niet aan uw onschuld. - Men mag een goe­den raad niet in den wind slaan. - Heemskerk en zijn tochtgenooten moesten op Nova-Zembla over­winteren. - Niemand zag naar de zieke vrouw om. -Het nieuwtje ging van mond tot mond. - Het schip verging met man en muis. - In de stad ontmoette ik een oude kennis. - Het volk droeg zijn wel­doener op de handen. - De moordenaar werd voor zijn euveldaad streng gestraft. - Oranje had goed en bloed voor de Nederlanders veil. - Sommige menschen zien wel den splinter in het oog van een ander, maar den balk in eigen oog niet.

20. Als no. 12.

België.

Het land 7 dat .... 7 heet België. De Belgen zijn dus onze - . Vroeger heette België - - -. Er

Page 25: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

zijn tijden geweest, dat . . . . . bestuurd werden door denzelfden vorst.

België ligt - dan ons land. Dit kunnen wij wel -uit den - der rivieren de Schelde en de Maas, die beide . . .. Van beide rivieren bezit ons land - -; België - - -. Wat de hoogte betreft, bestaat België uit drie deel en , nl. uit een -, een - en een - gedeelte. Het laagland vindt men .... , het bergland .... en het heuvelland . . .. De bergen -- - - Ardennen. De bewoners van het laag­land spreken meest Vlaamsch, - van het bergland -meest Fransch. Men spreekt dus in België niet, -in ons land, één taal, - twee.

- ons land weinig delfstoffen op, de bodem van België is - rijk aan ijzer en steenkool. Vooral­de oevers van de Maas en de Sambre - men vele steenkool- en ijzermijnen aan.

- België niet zooveel in aanraking is - - -, bezit het minder handelssteden - Nederland. -vindt men er een groote handelsstad, - Antwerpen.

- de bodem veel steenkool en ijzer -, is de nijverheid zeer aanzienlijk; in de steden Luik en Gent - men vele en groote fabrieken -.

België is in vroeger tijden dikwijls het - van den - geweest, want bij vele plaatsen zijn - ge­vechten -. Denk maar aan Turnhout en Nieuw­poort , waar . . . .; aan Waterloo, waar . . . ., en aan Hasselt en Leuven, waar ....

De hoofdstad van het koninkrijk is stad, wel eens ~- Parijs" genoemd.

Brussel, een -Zij ligt aan de

23

Page 26: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

Senne, een - van de Schelde. Aan de N oord­zee, waarlangs zich, - in ons land, duinen -, lig­gen Ostende en Blankenberge, beide - badplaat­sen. Niet ver van de kust ligt Brugge, een -grootheid; vroeger toen het door het Zwin met de zee - -, was het een - koopstad. Ten - van de hoofdstad ligt Mechelen, waar in 1572 . . .. Ver­der behooren tot de - plaatsen: Bergen in - , Leuven, - - - Brussel en Namen, - de - de Sambre in de Maas -.

In de streek der Ardennen liggen geen - steden. Dit deel van het koninkrijk wordt om zijn natuur­schoon zeer - en des zomers veel

11. VERTELLINGEN.

Damocles.

Aan het hof van Syracuse Kreeg de hov'ling Damocles,

Die jaloersch was op zijn koning, Van zijn vorst een goede les.

Damocles zou koning wezen, Naar zijn wensch, voor éénen dag.

Och, wat was hij in zijn nopjes! Om zijn lippen zweefde een lach!

24

Page 27: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

Deftig zat hij op zijn zetel En hij zwaaide met zijn staf.

Slaven vloden op zijn wenken, Als hij zijn bevelen g'af.

Hunk'rend naar de lekk're spijzen, Werd het etensuur verbeid;

Eind'lijk was die tijd gekomen En de koningsdisch bereid.

Wat zou Damocles nu smullen! Wildbraad, wijnen, geurig ooft .....

Doch wat schrikt daar de arme koning: Hangt een zwaard hem boven 't hoofd?

Ja, een degen aan een draadj en , Hu! vertoont zich aan zijn blik .....

Nu heeft Damocles geen rust meer; Zie, daar zit hij, bleek van schrik.

Hoe de geur'ge spijzen lokken, Angstig ziet hij naar het zwaard,

Dat zoo straks hem 't hoofd zal klieven; Damocles is gansch vervaard.

"Ach," zoo zegt hij tot zijn koning, ,,'k Liet mij leiden door den schijn;

"Liever dan zóó vorst te wezen, "Wil ik weer uw dienaar zijn."

25

Page 28: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

26

1. Beantwoord deze vragen:

Damocles.

Van welk eiland heeft elk schoolkind wel eens ge­hoord? Welke- stad ligt namelijk op dat eiland en wie is in de haven dier stad overleden; wanneer?

Waar woonde in den ouden tijd een hoveling; hoe heette hij? Waarmeê was hij niet tevreden en wien benijdde hij dagelijks? Wie vernam dit en wat ver­gunde deze?

Hoe was nu Damocles? Wat brak eindelijk aan, welke dag? Hoe kleedde onze hoveling zich en waar nam hij plaats? Hoe zat hij daar met den schep­ter in de hand? Wie omringden hem en wat deden ze; wanneer? Wat kon nu Damocles zich wel verbeelden?

Welk uur brak eindelijk aan; wie had daarnaar zoozeer verlangd? Wat prijkten op de tafel? Wat zou hij nu? Maar ach, waarheen keek hij toevallig en wat zag hij daar; waaraan hing het slechts? Hoe werd nu Damocl~s; waarom? Waarvan durfde hij niets gebruiken; de spijzen lachten hem anders wel toe, niet waar? (, hoe).

Wat verliet hij zoo spoedig mogelijk; wat wilde hij geen oogenblik langer zijn? Hoe had hij zich het leven van een vorst voorgesteld? Aan welke gevaren had hij niet gedacht? (, die).

Waarvan was Damocles nu voorgoed genezen?

Page 29: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

27

2*. Beantwoord deze vragen; gebruik daarbij o.a. deze ver­bindingswoorden: wanneer, als, zoo, indien, enz.

\Vanneer staat iemand met den mond vol tan­den? - Wanneer springt iemand van den hak op den tak? - Wat zijn ellewaren? - Wat is een kwakkelwinter? - Wanneer heet iemand een man van fortuin? - Wanneer is iets van onze gading? -Wanneer heeft men bij iemand een wit voetje? -\Vanneer betaalt iemand den tol der natuur? - Wan­neer trekt iemand een bericht in twijfel? - Wanneer loopt een onderneming goed van stapel? - \Van­neer staat men bij iemand in een goed blaadje? -\Vanneer trekken verschillende personen één lijn? -Wie is tuk op roem? - Wanneer zegt men van iemand, dat hij niet op zijn mondje gevallen is? -Wanneer wordt iemand in hechtenis genomen? -Wanneer gaat het met een zaak den kreeftengang? -­Wanneer zou het met uw leeren den slakkengang gaan? - Wanneer hangt men iets aan de groote klok? - Tot wien zegt men: , Schoenmaker, blijf bij uw leest!"? - Wanneer liggen buren met elkaàr overhoop? Wanneer vindt iemand den hond in den pot? - Wanneer helpt men iemand uit den droomr

Page 30: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

3. Voeg de volgende zinnen telkens samen tot een goed geheel. Verbindingswoorden: en; die; ten einde, om; vóór, voor­dat, eer, eer dat; zoo, Indien, als; want; daar, omdat, dewijl; dat. Bij welke zinnen zullen jullie "inspringen"?

Uilenspiegel en de Voerman.

I. Uilenspiegel reisde eens door een eenzame streek, Hij ontmoette op den steenachtigen weg een voerman,

De voerman sloeg zijn paarden onbarmhartig, (Hij wilde) ze hard doen loopen.

2. De voerman vraagde: "Goede vriend, kan ik nog in de stad komen,

De avond valt?"

3. Uilenspiegel antwoordde: "Dat zal wel gaan,

Je rijdt maar langzaam."

4. De voerman dacht: Dien man scheelt het in den bol,

Hij zette zijn paarden nog meer aan.

5. De zwaar beladen wagen hotste en schudde erg op den hobbeligen weg,

Ten gevolge van het harde jagen brak een wiel.

6. Nu verkeerde de voerman in groote verlegenheid, Er was (niet iemand),

Hij kon hem helpen.

7. Tegen den avond keerde Uilenspiegel terug, Hij trof den voerman opnieuw aan.

28

Page 31: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

8. Deze klaagde Deze jammerde,

Hij zou te laat in de stad komen.

9. Uilenspiegel hernam, "Welnu," ..... "heb ik je niet gezegd,

Je moest langzaam rijden?"

4*. Schrijf het tegengestelde er naast.

Een spaarzame vrouw - een zindelijk ver­trek - behoeftige menschen - een eigen paard - een m i I d e gift - een v r ij w i 11 i g e gift­een voord e elig jaar - een neder ig mensch­een s 0 b e r bestaan - een a a n doe n I ij k tooneel -een oorspronkelijk gedicht - echte paarlen -een uitheemsche plant - werkende vulka­nen - bolle wangen - onze eigen gebreken -een geneesmiddel voor u i t wen di g gebruik - een voorkomend man - met loome schreden.

5. Als no. 3. Verbindingswoorden: en; m a ar, d 0 c h; die; daar; om; of; dat; toen. Bij welke zinnen zullen jullie "inspringen"?

Een luistervink.

I. Anton was een nieuwsgierige jongen, Hij luisterde gaarne.

2. Dikwijls verbood de vader hem dit, Het hielp niet.

29

Page 32: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

3. Eens kreeg zijn vader bezoek van een heer. De vader wandelde toen juist in den tuin,

4. De heer wenschte Antons vader afzonder-lijk te spreken,

Beiden gingen in het tuinhuis.

5. Anton wou 0 zoo graag weten, De heer besprak (iets) met zijn vader;

Hij sloop ongemerkt naar de deur van het tuinhuis, Hij leide zijn oor tegen het sleutelgat,

Hij (wilde) iets van 't gesprek opvangen.

6. Opeens kreeg de knaap een vreemd gevoel in 't oor; Het was net,

Er kroop iets in Er krabde (iets) .

. 7. Spoedig voelde hij zulk een hevige pijn, Hij moest luid schreeuwen.

8. Verschrikt kwamen zijn vader en de heer uit het tuinhuis, Zij lieten den dokter halen.

9. Deze spoot met een spuitje in het oor, Toen kwam er een oorworm uit.

JO. Dit beestje was in Antons oor gekropen. Het had In 't sleutelgat gezeten,

I I. Anton was heel blij, De dokter had hem van de pijn verlost,

Hij speelde voortaan nimmer weer voor luistervink.

Page 33: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

6". Kies voor het volgende andere uitdrukkingen.

Wie heeft de misdaad aan 't licht gebracht? Tevergeefs betuigde De Witt zijn onschuld. - De knaap was zich niet bewust verkeerd gehandeld te hebben. - Ten gevolge van de doorbraak stonden de velden blank. - Och, wat een beeld van een kind! - De Watergeuzen deden den Spanjaarden veel afbreuk. - Om een horloge te koopen, zal ik mijn spaarpot moeten aanspreken. - Het landhuis werd voor een appel en een ei verkocht. - De lente is in aantocht. - De veldheer brak zijn woord. -Velen gingen naar 't goudland, om daar fortuin te maken. - De veldheer liet versche troepen aanruk­ken. - Je neemt mij de woorden uit den mond. -Allaert Beiling was een man van zijn woord. - Uw buurman is een man van de klok. - In een omme­zien ben ik terug. - De krachten van den drenkeling schoten te kort. - Voor Alkmaar stieten de Span­jaarden het hoofd. - Die vrouw heeft het hart op de tong. - De zwaluw maakt jacht op muggen.

7. Als no. 3. Verbindingswoorden: dat; en; maar, doch; die; toen, terwijl; om; zoodat. Bij welke zinnen zullen jullie "inspringen"?

Zorgeloosheid.

I. Mevrouw Van Hal bewoonde een fraai huis, Het huis stond niet ver van de stad.

2. Haar dienstmeisje, Leent je, was zeer zorgeloos,

31

Page 34: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

32

Zij ontving vaak een berisping; Zij gaf er niet veel om.

3. Op een Zondagmorgen wilde Mevrouw naar de kerk gaan, Zij gelastte Leent je ,

(Zij moest) de huisdeur goed sluiten.

4. Leent je beloofde dit, Mevrouw ging naar de kerk.

5. Een half uur daarna ging Leent je water halen uit den put, De put stond naast het huis;

6.

Zij liet ouder gewoonte de deuren openstaan.

Zij stond bij den put met een andere meid te praten,

Een bok liep in huis, Hij kwam in het mooiste vertrek.

7. Daar hing een prachtige groote spiegel, Hij reikte bijna tot den vloer der kamer.

8. De bok zag zijn beeld in den spiegel, Hij meende,

Er was nog een bok.

9. Hij liep op den spiegel toe, (Hij wilde) dien anderen bok wegjagen;

Het beeld kwam nu ook vooruit.

10. De bok werd boos, Hij dreigde met zijn horens,

(Hij wilde) zijn naamgenoot schrik aanjagen, Deze dreigde terug.

Page 35: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

33

1 1. Opeens nam de bok een sprong Hij stiet met de horens tegen den spiegel,

Deze sprong in duizend stukken.

12. Leent je kwam in huis, De spiegel brak.

I 3. Zij schrikte hevig Zij joeg den bok met een stok het huis uit; De spiegel werd daardoor niet weer heel.

14. Mevrouw kwam thuis, Zij stuurde de zorgelooze dienstmeid weg.

I 5. Zoo ondervond Leentj e tot haar schade en schande, Men mag een goeden raad niet in den

wind slaan.

8. Vertel met behulp van de volgende punten de anekdote van Uilenspiegel en den voerman.

Waar Uilenspiegel eens reisde - wien hij ont­moette - waarom de voerman zijn paarden sloeg -wat hij in 't voorbijgaan aan Uilenspiegel vraagde -het antwoord.

Wat de voerman van Uilenspiegel dacht - wat hij nu deed - de wagen - het wiel - de voer­man in groote verlegenheid.

Wanneer Uilenspiegel terugkeerde - wien hij weder aantrof - waarom deze klaagde - wat Uilenspiegel ten antwoord gaf.

9*. Schrijf het tegengestelde er naast.

Een gro ote man - een groot man een B. BAAS, De Jonge Steller III, 2e druk. 3

Page 36: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

34

berucht man - een verstandige daad - een 1 a n g d u ri g e vrede - een sc h a n del ij k e daad -har d v 0 c h tig e menschen - een 0 p g e r u i m d ge­moed - een bek nop t verslag - een v red eli e­vend vorst - dalende prijzen - een eenvou­d i g werktuig - een j u i st antwoord - een g e­wonnen spel - een handige jongen - een ach te r1 ij k e leerling - een 0 n t ken n end ant­woord - met 1 u c h tig en tred.

10. Ais no. 3. Verbindingswoorden o.a.: 0 m, wa ar, eer, dat, doch, en, nadat, als, zoodat, of, daar, toen. Bij welke zinnen zullen jullie "inspringen"?

Een klein verzuim.

I. Een landman zadelde zijn paard,

2.

Hij zag

Hij zei:

Hij reed

(Hij wilde) naar de stad rijden, Hij moest daar een belangrijke som

gelds betalen.

Hij steeg te paard, wel, Uit een der hoefijzers miste een spijker;

"Op één spijker komt het niet aan", weg.

3. Hij had een uurtje gereden, Het paard verloor het hoefijzer.

4. De landman zei nu bij zich zelven: "Er woonde een smid in de nabijheid,

Page 37: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

3S

Ik liet het paard beslaan; Het zal met drie ijzers ook wel in de stad kun­

nen komen."

5. Het dier wondde echter op den steenachtigen grond den hoef,

Het begon kreupel te loopen.

6. De weg leidde nu door een bosch, Pas was de landman de laan ingereden,

Hij werd door twee roovers overvallen.

7. Hij kon op het hinkende paard niet ontvluchten, De roovers hadden hem spoedig in hun macht, Zij ontnamen hem zijn paard en al het geld,

Hij had (dat) bij zich.

8. Hij kwam beroofd te huis, Hij zei:

"Ik had nooit gedacht, Ik zou door het missen van een spij­

ker mijn paard en mijn geld verliezen."

9. Hij had ondervonden, Een klein verzuim kan de oorzaak zijn van zeer

groote schade.

10. Hij had den smid even laten komen, Hij reed weg,

Zijn paard zou niet kreupel geworden zijn, Hij zou niet in handen der roovers gevallen zijn.

3*

Page 38: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

11*. Schrijf een brief aan uw neef (uw nicht) en deel hem (haar) daarin het een en ander mee van je eigen woonplaats. -In volgende brieven beschrijf je iets, dat je zelf gezien of beleefd hebt, of waaraan je zelf hebt deelgenomen, b.v.: een harddraverij; een hardrijderij; een schoolfeest; een uitstapje of een wandeling, met je onderwijzer gedaan, enz. Stel vooraf met behulp van je onderwijzer de .vragen of punten.

12*. Beproef eens een verhaal uit je leesboek na te vertellen. Volg daarbij de p u n ten, door je onderwijzer opgegeven.

111. UIT ONZE GESCHIEDENIS.

Onze Voorouders.

Een volk, beroemd door kloeken zin, Door noeste vlijt en menschenmin,

Woonde eens, waar wij nu wonen. Een vreedzaam volk ten allen tijd; Toch zich verwerend in den strijd,

Als ware heldenzonen.

Het was een volk, dat moedig vocht Voor zijne vrijheid, duur gekocht

In droeve, bange jaren. Dat vrije, kloeke voorgeslacht Zij onze hulde toegebracht!

Laat ons hun deugd bewaren!

36

Page 39: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

37

J. Vul in:

V óór twintig eeuwen.

- lang geleden woonden in ons Vaderland nog geen menschen. - was een stad of een dorp. - waterplassen en - wouden bedekten den grond. Maar - werd ook ons land bewoond. Die - be-woners heetten Friezen en Batavieren. uit een - land, Duitschland geheeten. - het onze.

Zij kwamen Dit land ligt

De eerste bewoners waren nog zeer - en -. Ze woonden in - hutten, van - of - gemaakt en -- gedekt. Daar deze hutten - waren en naar bo­ven - toeliepen, geleken ze wel - op bijenkorven. Deuren en ramen ontbraken -; 't zal er - van binnen wel - geweest zijn.

De Batavieren en Friezen waren - krijgers en -jagers. Met hun - pijlen velden zij het wild. Meestal zwierven zij des daags door de - bosschen, om het - hert of het - everzwijn buit te maken. Het werk op den akker lieten ze - -- hun slaven.

De mannen waren -- en -. Ze hadden - oogen en droegen -, - haar. - of - kleêren kenden ze niet; zij gingen in dierenvellen gekleed. De­kinderen liepen doorgaans geheel -.

Al waren de Batavieren ruwen onwetend, - wa­ren ze niet. Zij hadden hun deugden, - als hun gebreken. Hadden ze iets beloofd, dan kon men er - op rekenen, dat zij hun -- - zouden doen. Moesten ze hun meening zeggen, dan kwamen zij

Page 40: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

- voor hun gevoelen uit. Ontvingen ze een gast, dan werd hij - onthaald. Zoodoende werden ze geroemd als een -, - en - volk.

2*. Beantwoord deze vragen; gebruik daarbij o.a. deze ver­bindingswoorden: wan nee r, a Is, i n die n, enz.

Wie noemt men gekroonde hoofden? - Wanneer wordt de macht van een vorst gefnuikt? - Wan­neer koopt men iets uit de tweede hand? - Wan­neer slaapt iemand een gat in den dag r - Wanneer zegt men van iemand: ,hij is bemiddeld"? - Wan­neer betrekt men een woning? - Wanneer schuift men een werk op de lange baan? - Wat zijn eigen­handig geschreven brieven? - Wanneer noemt men iemand een hals? - Wien noemt men een inhalig mensch? - Wanneer lenigt men iemands smart? -Wanneer is iemand in de lente zijns levens? - Wan­neer worden wij in onze verwachting teleurgesteld? -Wanneer neemt men iets in oogenschouw? - Wan­neer leven de menschen in onmin? - Wanneer re­kent men buiten den waard? - Wanneer antwoordt iemand op hoogen toon?

3. Voeg de volgende zinnen telkens samen tot een goed geheel. Verbindingswoorden o.a.: dat; ten ei n d e, 0 m; wa a r; m a a r; waarop; zood ra; om; daar, dewijl; zoodat. Bij welke zinnen zullen jullie "inspringen"?

De inneming van Den Briel.

I. De Watergeuzen ontvingen bericht van koningin Elizabeth,

Zij moesten de Engelsche havens verlaten.

38

Page 41: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

39

2. Zij zetten daarom koers naar het VIie, (Zij wilden) in Noord-Holland een schuilplaats

zoeken, Zij hadden daar geen hinder van de

Spanjaarden.

3. Door tegenwind kwamen de Watergeuzen echter niet bij het Vlie,

Zij kwamen vóór den mond der Maas bij het eiland Voorne,

De stad Brielle ligt daarop.

4. Van den veerman Koppestok vernamen zij, De Spaansche bezetting was uit Den Briel ver­

trokken.

5. De vrijbuiters hoorden dit, Zij besloten,

(Zij wilden) zich van de stad meester maken.

6. Koppestok werd naar de stad gezonden, (Hij zou) haar in naam van Oranje opeischen.

7. Inmiddels landden de Watergeuzen Zij naderden Den Briel.

8. De poort bleef gesloten, Zij staken deze in brand Zij stieten haar vervolgens met een mast open.

9. Hoezee! de stad was in hun macht.

Page 42: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

40

10. Eenige dagen later zond Alva zijn soldaten, (Zij moesten) Den Briel hernemen

11.

12.

4*.

(Zij moesten) de Watergeuzen verjagen; Dezen lieten het land om de stad onder water zetten,

De Spanjaarden moesten onverrichterzake terugkeeren.

Spottend riepen nu de Nederlanders uit, Alva had zijn bril verloren.

Zij wilden hiermee zeggen, Hij was nu geen meester meer in Den Briel.

Schrijf het tegengestelde er naast.

Een licht ontsteken, iemands gedrag roemen, een geschenk a a n ne men, z i c h van sterken drank on th 0 u den, z i c h van alle vermaken spe n en, een jaartal on t hou den, iemand 1 i e fh e b ben, ie­mand belasteren, iemand vertrouwen, iemand bevelen, een weg verhoogen, de vaart ver­snellen, zich aankleeden, met winst verkoopen, iemand voorgaan, een werk aanvangen, de rijen sI u i ten.

5. Als no. 3. Verbindingswoorden o.a.: to e n, en, do c h, zoodat, dat, om, nadat, daar, die. Bij welke zinnen zullen juilie "inspringen"?

Allaert Beiling.

I. In den tijd - Jacoba van Beieren was toen gravin van Holland en Zeeland - leefde Allaert Beiling.

2. Hij behoorde tot de partij der Kabeljauwschen Hij had het bevel over het kasteel bij Schoonhoven.

Page 43: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

4 1

3. De Hoekschen kwamen Zij belegerden het slot; Beiling weerstond hen zes weken lang.

4. De tijd was om, De levensmiddelen waren opgeteerd,

Beiling moest het kasteel overgeven.

5. Vreeselijk was nu het vonnis, Het werd over hem geveld.

6. Zijn vijanden waren zoo op hem verbitterd, Zij wilden hem levend begraven.

7. Beiling hoorde zijn vonnis bedaard aan; Hij vraagde alleen een maand uitstel,

(Hij wilde) afscheid nemen van zijn familie.

8. Hij had plechtig beloofd, Hij zou terugkomen,

Met liet hem gaan.

9. De maand was verstreken, Beiling vertoonde zich weer aan zijn vijanden,

Hij wilde zijn woord niet breken.

10. Intusschen was de woede der Hoekschen niet bedaard.

I I. Hun haat was nog zoo groot, Zij brachten hun gruwelijk plan ten uitvoer.

12. Bij een molen - de molen "tond niet ver van de stad - werd Beiling levend begraven.

Page 44: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

6*. Kies voor het volgende andere uitdrukkingen.

De wet werd met eenparige stemmen aangeno­men. .- Het volk haakte naar den vrede. - Piet zou een versje opzeggen, maar halverwege bleef hij steken. - De Raad heeft het verzoek van de hand gewezen. - De man ijlde naar huis. - De knecht heeft woorden gehad met zijn baas. - De Batavieren waren tegen de Romeinen niet opgewas­sen. - De vijand werd in den rug aangevallen. -Zet de tering naar de nering. - Jan zou een vlieger oplaten, maar hij had er geen slag van. - De dood der moeder was een zware slag voor het ge­zin. - Hoed u voor de verleiding! - De. oorlog kost aan vele menschen het leven. - De zieke zal het niet lang meer maken. - Eerst ging de reis voorspoedig, maar later sloeg het blaadje om.

7*. Geef een beschrijving van een dier of plant, in de les behandeld. Volg daarbij de punten, door je onderwijzer opge­geven.

8. Beantwoord de volgende vragen. - Verbindingswoorden o.a.: hoe, opdat, dat, alsof, of.

Het turfschip van Breda.

Hoe werd in I 59° de stad Breda aan de Span­jaarden ontrukt?

*Wat zult gij eens vertellen? Waarmee kwam schipper Adriaan Van Bergen in

de maand Februari bij het kasteel van Breda? Waarom gingen de Spanjaarden terstond aan het lossen? Waar­van werd een vuurtje aangelegd en wat bleek toen?

42

Page 45: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

43

Wat zeiden de Spanjaarden daarom tot Van Bergen? Doch wat antwoordde de schipper hierop?

Was er echter wel turf onder in 't schip? Wie zaten daar; waaronder? Wat moesten dezen? Had· den ze een pleizierige reis gehad; waarom niet? Hoe werd het schip op 't laatst ook nog; hoe erg? *Wanneer waren zij dan ook zeer verkouden? Doch wat liet Van Bergen doen; waartoe?

Hoeveel turf was er eindelijk reeds uit het schip gedragen? Hoe hield zich toen de looze Van Ber­gen? Wat gaf hij den dragers en wat verzocht hij hun? Hoe waren dezen met hun fooi, en wat deden ze dan ook?

Hoe kropen de soldaten uit hun schuilhoek; wan­neer? Wie overvielen ze, en wat deden ze daarna? Wat duurde niet lang?

Wat vernamen den volgenden morgen de soldaten in de stad, en wat deden ze van vrees? Wie kwam nog dienzelfden dag voor de poort; aan 't hoofd waarvan, en wat trok hij binnen?

9. Schrijf het tegengestelde er naast.

Met iemands lot beg a a n z ij n Zijn plicht b e­trachten - den arbeid staken - zijn smart verkroppen - slecht gezelschap mij den -een berg beklimmen - zich op iemand wreken - zich bij iedereen bemind maken - borgen -stipt gehoorzamen - met lezen ophouden -zijn hoed 0 p hou den - door de war m t e u i t­ze tt e n - door de war m t e sm el ten - zeI den

Page 46: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

44

thuis zijn - a a n d ach tig luisteren - ernst en .... -lof en .....

Prins Willem I.

Hij was de vriend der vad'ren, Hem bleven zij getrouw;

Op hem was hunne hope, Op Willem van Nassau.

Hij was hun trouwe helper In tijd van hangen nood;

Was 't wonder, dat zij treurden Bij Vader Willems dood?

10. Als no. 8.

Dood van den Prins van Oranje.

Op wien was Filips II zeer boos, waarom? Wat wenschte hij zelfs? Aan wien beloofde hij daarom een som van 25000 gouden kronen? Wien deed hij tevens in den ban? Waar mocht de prins nu niet langer vertoeven, en wat was aan ieder verboden? Ging Oranje echter wel heen? *Wat zouden de Nederlanders ook niet gaarne gezien hebben?

Waar bevond de prins zich in het jaar 158 2? Wie beproefde hem daar van 't leven te berooven? Wat ontving de prins, waar; doch hoe ging het met hem?

Hoe lang daarna wilde een ander den bloed prijs verdienen? Hoe was zijn naam? Wat vertelde hij echter aan den prins? Waarom was hij uit Frankrijk gevlucht, naar hij zei? Maar hoe was dit ook niet?

Page 47: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

4S

Waarom wendde hij dit maar voor? En waarom be­zorgde Oranje hem een ,betrekking?

Waarom liet hij den prins op zekeren Zondagoch­tend om geld vragen? (ten einde). Waar kon hij met zijn oude schoenen niet verschijnen, zei hij? Kocht de valschaard echter wel nieuwe schoenen voor 't ont­vangen geld; wat dan; om wat te doen?

Waartoe begaf hij zich later naar het Prinsenhof? Wat was het vragen om een paspoort echter slechts; want wat droeg hij onder zijn mantel? In welk geval zou hij nu zijn boos opzet volvoeren?

Wat deed Gerards na het ontvangen van het pas­poort? Wanneer kwam hU plotseling uit zUn schuil­hoek te voorschijn? Wat knalde en .... hoe, waar getroffen viel de prins neder?

*Wanneer waren onze voorouders zeer verslagen? Wie vluchtte, doch wat ontging hij niet?

11. Vul deze zinnen aan.

Ofschoon De Ruiter van nederige afkomst was, .... - Hij was nooit trotsch, al ..... - Ofschoon het nog maar een paar nachten gevroren heeft, . . . . -Hoewel don Frederik de stad vergiffenis had aange­boden, . . . .. - Ofschoon thans nog vele Neder­landers van de visscherij bestaan, . . . . - Ofschoon Reinier .Claessen door vier Spaansche schepen werd aangevallen, . . . .. - Ofschoon onze dijken sterk zijn, . . .. ---- Hoewel de storm hevig was, .... -Ofschoon er veel sneeuw gevallen is,. . . . - De Wht werd op de pUnbank gefolterd; nochtans .... -

Page 48: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

Heemskerk en de zijnen hadden veel te lijden; noch­tans, . . .. - Hoewel m~n Hambroek smeekte in het kasteel te blijven, .... - De Engelschen had­den een keten over de rivier gespannen, om onze schepen den doortocht te beletten; toch ..... -Tromp wilde de Spanjaarden bij Duins van kruit voorzien, mits. . .. Hoewel ons land klein is, ....

12. Maak de zinnen, waarvan een gedeelte Is weggelaten, volledig. Let daarbij op de vragen I (Zie De 'l'aalvriend TV)

Piet Hein.

Piet Hein, Zijn naam is klein; Zijn daden waren groot:

Hij heeft gewonnen de Zilvervloot!

Piet Hein, (wan nee ren w a a r geb 0 ren ?), was de zoon van een matroos. Reeds als (h 0 e 0 u d was dek n a a p?) voer hij ter zee; doch de fortuin was hem niet gunstig, want (wat geb eu r d e met hem en zijn vader?). Hun lot was hard en het voedsel, (welk?), gering; doch de jonge Piet Hein wist met kousenbreien, (van wie had hij dat ge­leerd?), eenig geld te verdienen, (wat kocht hij daarvoor?). Na verloop van vier jaren kregen vader en zoon de vrijheid terug. Toen (wat d ede n ze beiden?).

De ruwe behandeling, (van wie ondervonden?), had Piet Hein niet afkeerig gemaakt van de zee; integendeel (wat deed hij al spoedig weer?).

46

Page 49: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

47

Hij ging in dienst van de Westindische Compagnie en gedroeg zich zó6 flink, dat (wa a r 0 ver kr eeg hij het be vel ?). Eindelijk werd hij zelfs bevorderd tot admiraal, (welke rang ter zee is dat?).

In het jaar 1628 werd Piet Hein opgedragen, (wat?). Hij stevende met zijn vloot (waarheen?) en wachtte daar (wat?) op. Eerst ontdekte hij een tiental schepen, (w a a r van war end i e a f g e­dwaald?). Deze werden genomen, al (wat be­~atten ze niet?); want Piet Hein dacht: (wat? wat zegt het spreekwoord?). Na lang wach­ten vertoonden zich ook de schepen, (wat h i el den di e i n?). De Spanjaarden togen op de vlucht, zoo­dra .... ; doch (wat de den deo n zen?) en haal­den hen in. T oen duurde het niet lang, of. . . .

Nu was de taak van Piet Hein echter nog niet afgeloopen. Het was niet genoeg, dat hij de Zil­vervloot veroverd had, hij (wat moe s t hij ook be pro e ven ?). Dit was niet zoo gemakkelijk; want (wat had men in Spanje vernomen?). De Spanjaarden deden nu hun best, (waartoe?); doch dit gelukte hun niet. Piet Hein kwam behouden (wa arm e e?) in het vaderland aan.

In het volgende jaar ging de dappere man over in dienst der Staten. Lang mocht hij dezen echter niet dienen; want ....

13. Als no. 11.

De Batavieren bouwden hun hutten op terpen, ten einde.... - Alva veranderde gedurig van

Page 50: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

legerplaats, ten einde .... - Heemskerk en Rijp zeilden in 1596 uit, om .... - De soldaten van Heraugière zaten tot de knieën in het water, zoodat . . .. - De Leidenaars hadden niet gerekend op de terugkomst der Spanjaarden i vandaar dat .... -Ofschoon in Leiden een hongersnood heerschte, ... -Zoodra de Spanjaarden in Haarlem waren, .... -Boisot en de zijnen voeren op platboomde vaartuigen naar Leiden, wijl. . . . - De Leidenaars riepen uit: ) Zoolang gij een hond hoort blaffen en een ~at

miauwen, .... - Heemskerk en zijn tochtgenooten zouden van honger omgekomen zijn, indien .... -Al leverde de eerste tocht naar Indië geen voordeel op, .... - De Nederlanders wilden met Spanje vrede sluiten, mits . . . . - In het begin der 19de eeuw waren de koloniale waren zeer duur, vermits . . . -Beiling zou het doodvonnis ondergaan, tenzij .... (losgeld!) - Filips II loofde een prijs uit, opdat .... - Men zond Koppestok naar Den Briel, opdat

14. Beantwoord deze vragen. (Zie De Taalvriend IV, bladz. 66.) Verbindingswoorden: toen, maar, dat, waarin, zoodra, zoolang.

De hooiplukkers van Lochem.

*Wanneer waren de Spanjaarden erg boos? Maar wie zouden zij ook eens foppen? Hoe wilden zij ook eens een stad innemen; ook door middel van een turfschip; waarmee dan?

Op welk stadje hadden de Spanjaarden het ge·

48

Page 51: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

49

munt; waar ligt het; aan welke rivier? Waarmee vulden zij een drietal wagens en wie verborgen zich daarin ? Wat deden drie Spaansche krijgslieden; wat moesten dezen?

*Wanneer vonden zij de poort open? Wat dachten nu de gewaande boeren; doch op wien hadden ze niet gelet; waar stond hij? Wat wilde deze knaap; waarvoor waarschijnlijk? *Wanneer voelde hij een laars? Wat dacht hij dadelijk? En wat begon hij terstond te roepen; hoe?

Wat deden de burgers van Lochem op dat ge­roep? \\Tie hoorden het geschreeuw ook? Wat deden ze fluks en wat meer?

Wat was zoo geheel mislukt? Wie hadden er veel schik van; wie niet het minst? Wat mochten zij later vrij doen; hoe lang?

15*. Beantwoord deze vragen; gebruik daarbij o.a. deze ver­bindingswoorden: als, indien, wanneer, zoo, ingeval, enz.

Wanneer is een gebruik verouderd? - Wanneer lacht iemand in zijn vuistje? - Wie is wispelturig van aard? - Wanneer zien we iets over het hoofd? -Wanneer spant iemand de kroon? - Wanneer zegt iemand: ,Ik ben geslaagd"? - Wanneer wil men iemand iets betaald zetten? - Wanneer laat men een ander het spits afbijten? - Wanneer woont men ~en feest bij? - Wanneer vindt een voorstel in een ver­gadering bijval? - Wanneer heeft iemand zijn schaap­jes op het droge? - ·Wanneer dobbert iemand tus­schen hoop en vrees? .- Wien leest men wel eens

B. BAAS, De Jonge Steller, I I I, 2e druk. 4

Page 52: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

de les? - Wie lezen aren? - Wanneer keert iemand onverrichterzake terug? - Wanneer lekt een plan uit? - Wanneer zegt men van iemand, dat hij met de noorderzon vertrokken is? Wanneer is men vluchtelingen op het spoor?

16. Druk de ruim gedrukte zinnen korter ult. (Verkorte of beknopte zinnen j bijv. bepalingen (3)).

Naar 't noorden.

In het jaar 1596 wilden Heemskerk en Rijp be­proeven, of ze I a n g s het n oor den i n I n d i ë zouden kunnen komen. Eerst ging de reis voor­spoedig; doch, toe n z ij i n del J s zee gek 0 men war e n, hadden onze stoute zeevaarders met groote moeilijkheden te kampen.

Door den mist raakten beide schepen van elkander weg, en Rijp, die d ach t, dat hij t 0 c h ni e t ve r­der zou kun n enk 0 men, zocht de haven van Cola op. Heemskerk daarentegen, die den moe d ni e t op gaf, zeilde verder, doch eindelijk was ook hij, daar hij aan alle ka n te n door zwaar ijs was i n ges lot en, genoodzaakt, dat h ij den t 0 c h t sta a k t e. Aan terugkeeren viel niet te denken, zoodat Heemskerk en de zijnen gedwongen waren, dat z e h ier 0 ver win ter den. Gelukkig waren ze bij een eiland, zoodat ze besloten, dat z e van het ges I 0 0 P t e sc hip een hut zou den b 0 u­wen. T oen deze gereed was, werd zij betrokken. De levensmiddelen, die z e u i t het v a cl e r I a n d mee geb r ach t hadden, werden in de hut geborgen.

Page 53: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

Inmiddels naderde de strenge winter. 0 f sc h 0 0 n zei n die ren v e 11 eng e kIe e d war en, moesten de ballingen ontzettend veel koude lijden. Ook had­den ze veel last van de ijsberen, die n u end a n om de hut zw ier ven. Het gelukte hun echter, dat ze eenige van deze dieren doodden, wier huid hun goed te pas kwam. Den 4en Novem­ber brak de nacht aan, die t w a a lf wek end u u r d e. Alleen de maan en het noorderlicht, dat i n cl i e s t rek e n sc h ij nt, verminderden de duisternis een weinIg. Dat was een treurige tijd, die lange nacht! T och verloren Heemskerk en de zijnen den moed niet. Eindelijk was de lange winter voorbij, en toen het ijs wat wegdreef, begaven onze reizigers zich in de booten, 0 p dat zen a a r het vad e rl a n d z 0 u­den ter u g k eer en. Het lijk van een hunner mak­kers, die op het eiland overleden was, moes­t~n ze achterlaten. Jammer, dat op dien gevaar­vollen terugtocht, die »v a nno 0 den dood v e r­zeI d" was, ook de kundige stuurman Willem Ba­rendsz., die u i t g epu t was d oor a I het I ij den, ziek werd en stierf. De overigen vonden, doch eerst na 78 dagen, in de haven van Cola het schip van Rijp. Deze bracht hen naar het vaderland terug, waar de kloeke mannen, ter w ij I zen 0 g gek lee d war e n i n hun die ren v e 11 en, in October aan­kwamen.

17*. Kies voor de volgende zinnen andere uitdrukkingen.

De dronkaard was door eigen schuld tot den be­delstaf gebracht. - Die man heeft het kruit niet

4*

51

Page 54: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

uitgevonden. - Uw oom verkeerde in den waan, dat wij vacantie hadden. - Ve1e burgers werden om het leven gebracht. - Buurman heet in de wandeling: Oude Toon. - Engeland koos onze zijde. - Het stond zoo of zoo, of de jongen was verdronken. -Ik zal u van mijn komst verwittigen. - De trein zal vermoedelijk een half uur te iaat aankomen. -Het bericht was verzonnen. - De redenaar sprak voor de vuist. - Die man zit altijd in de boeken. -De leerling moest verschooning vragen. - Koning Lodewijk liet den handel op Engeland oogluikend toe. - Onze hulp werd versmaad. - De vader had taal noch teeken van zijn zoon ontvangen. - Al de plannen leden schipbreuk. - Op de weekmarkt te S. gaat veel om. - Het mangelt den vijand aan kruit. - Klimmen, dat was een kolfje naar zijn hand. - Die menschen leven van de hand in den tand. - De graaf heeft zijn landgoed te gelde ge­maakt. - Aan die zaak is mij niet veel gelegen. -Wanneer komt het u gelegen, mij te ontvangen? -De belendende gebouwen hebben bij den brand niet veel geleden. - Het bevreemdt mij, dat mijn vriend niet thuis is.

18. Voeg de volgende zinnen samen tot een goed geheel. Verbindingswoorden: die, zooals, doch, dat, zoodra, om, ten einde, zoodat, wat, waarop. Sommige zin­nen moeten verkort worden!

Graaf Floris V.

I. Een der bekendste graven - ze hebben over Holland en Zeeland geregeerd - was Floris V.

52

Page 55: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

53

2. Hij was een zoon van graaf Willem II, (Willem II) - gij weet het - werd bij Hoog­

woude door de \Vest-Friezen vermoord.

3. Evenals zijn vader beschermde hij de burgers; Daardoor haalde hij zich den haat der edelen op den

hals.

4. Eenigen van hen spraken samen af, (Zij zouden) den graaf gevangen nemen (Zij zouden) hem dan naar een ander land voeren.

5. Zij noodigden hun heer op een feest, (Het feest) zou te Utrecht gevierd worden.

6. Hij vermoedde geen kwaad, De graaf verscheen op het feest.

7. Den laatsten dag wilde hij met de edelen ter valken­jacht gaan;

Even buiten de poort werd hij door zijn valsche vrienden gevangen genomen

Vervolgens werd hij door hen naar het slot te Muiden gevoerd.

8. De burgers vernamen, Men had hun graaf gevangen gezet,

Zij kwamen van alle kanten toesnellen, (Zij wilden) hem weer verlossen.

9. Nu trachtten de edelen - zij waren beducht voor het groot aantal dorpers en poorters - den graaf naar Brabant te voeren.

Page 56: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

54

10. (Zij wilden) hem onkenbaar maken, Zij lieten Floris een gemeen, grauw pak aantrekken.

I I. Daarop zetten zij hem te paard, Zij bonden zijn handen en voeten vast Zij stopten hem een handschoen in den mond,

Hij kon niet om hulp roepen.

12. Zoo trokken zij met den graaf langs een zijpad voort; De . burgers ontdekten hen Zij sneden hun den pas aL

13. Toen reed een der edelen, het was Geraert Van Vel­zen, vooruit

Hij vraagde de burgers, Zij wilden (iets).

14. Dezen antwoordden: Wij willen onzen graaf terughebben.

I 5. Dat zal nooit gebeuren! Van Velzen riep uit.

16. Daarna rende hij - hij hief het bloote zwaard om­hoog - op Floris toe,

(Hij wilde) hem het hoofd klieven; Het paard van den graaf schrikte Het paard sprong ter zijde,

Niet het hoofd - daarop was de slag ge­munt - werd getroffen,

De handen werden getroffen.

Page 57: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

55

17. Nu kwamen ook de andere edt;len op den graaf af, Zij brachten hem vele wonden toe.

18. Daarop vluchtten zij.

19. De burgers kwamen bij den graaf, Hij was reeds een lijk.

20. Zoo treurig eindigde het leven van een der braafste vorsten,

Zij hebben in ons land geregeerd.

19. Kies voor de volgende zinnen andere uitdrukkingen.

Niemand durfde de kat de bel aan te binden. 0, wat was het kind in de wolken, toen het de groote pop kreeg! - Over dat voorstel staakten de stemmen. - Dat boek heeft weinig aftrek. -De zaak werd op de lange baan geschoven. - Dat lid steekt zijn gevoelen niet onder stoelen en banken. -Dit zaakje heeft hem geen windeieren gelegd. -Het opzeggen ging van een leien dakje. - Zijn levensdraad werd plotseling afgesneden. - A. heeft zich hier metterwoon gevestigd. - Onze oude Bruin eet het genadebrood. - Iemand knollen voor citroe­nen verkoopen. - Zijn haan moet altijd koning kraaien. - Laat er geen gras over groeien 1 -Deze vrouw mag gaarne anderen over den hekel halen. - Dat is het neusje van den zalm! - Je buurman doet alles op z'n elf-en-dertigst. - Ze spraken over koetjes en kalfjes. - 't Is boter aan de galg gesmeerd. - Wind er maar geen doekjes

Page 58: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

om! - Je maakt van een mug een olifant. - Ik deel uw meening niet. - Deze schilderij zal op de tentoonstelling de kroon spannen. -- 't Is daar het huishouden van Jan Steen. - Dat muisje zal een staartje hebben. - De koopman moest over de brug komen. - Hij was zoo rijk als Croesus.

20. Vul deze zinnen aan.

Allaert Beiling.

In het begin van (wel k e e e u w?) was het een benauwde tijd. (W i e?) twistten hevig onder elkan­der. De eene partij noemde zich (h 0 e?) en de an­dere (h 0 e?).

In dien tijd leefde ook de man, wiens naam (wa ar?) staat. Hij voerde het bevel (wa a r 0 ver?). Daar kwamen zijn vijanden en eischten, (wat?). Beiling wilde hen echter niet (wat?). Daarop werd het kasteel hevig (wat?). Toch hield de bevelhebber de Hoekschen (hoe lang?) (waarbuiten?). Toen waren echter (wat?) geheel opgeteerd en Beiling was (waartoe gedwongen?). Nu trokken de Hoek­schen (wat?) binnen en namen (w i en?) gevangen. Een vreeselijk lot wachtte hem. Zijn vijanden waren zoo nijdig, (h 0 e n ij di g?). Hij moest (wat?). Hem werd evenwel vergund, (wat?). Na verloop van (h 0 e I a n g?) moest hij (wat?). Dit beloofde Beiling. Hij nam afscheid (van wie?), en toen de maand om was, (wat deed hij toen?). Hij wilde (wat?) niet breken. Wat hij plechtig beloofd had, wilde hij (wat?).

56

Page 59: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

57

In het kasteel teruggekeerd, moest hij (wat?) on­dergaan. Even buiten de stad (wa a r?) werd hij (wat?).

Hoe schandelijk handelden (w ie?)!

21. Als no. 7.

22. Druk de ruim gedrukte zinnen korter uit. (Verkorte of beknopte zinnen; bijv. bepalingen (2); weglating van het voegw. ( als) j eilipt. zin (1)).

De slag bij Duins.

In 1639 rustte Spanje een tweede Armada uit, op dat zij deN ede rl a n den zou deo n der w e r­pen. Toe n z ij in het Kan a alg ek 0 men was, werd zij alras opgemerkt door onzen Tromp, die d a a r w ach t t e. 0 f s c h 0 0 n h ij s 1 e c hts 1 3 s c h e­pen b e zat, besloot hij, dat h ij d e g r oot e Spa a n sc h e vloot zou a a n tas ten. Later kwamen ook de schepen van De With en vervolgens die van Joost Bankerts opdagen, en de Spanjaarden, die b e v ree s d w e r den voo r des tee d s a a n­groeiende macht van Tromp, vluchtten naar de reede van Duins. D a ar zij door de En gel­sc hen bes c her m d w er den, dachten de Span­jaarden, dat ze hier een veilige schuilplaats had den. Doch Tromp zocht hen op en hoopte, dat hij hun daar op de reê een gevoelige 1 e s zou kun n eng e ven.

Onze admiraal verzocht de Staten, dat zij hem spo e d i g van s c h epe n zou den voo r zie n; dan wilde hij beproeven, 0 f hij deS p a a n s c h e vloot zou kun n e n ve rni el e n. Aan Tramps verzoek werd

Page 60: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

voldaan, en eindelijk gebood hij over een vloot van 96 schepen, die r u i m van a I het n 0 0 d i g e war e n voo r zie n. Nu verboden echter de Engelschen, die des t ij d s met deS pan j a a r den b e v r i end w a­ren, dat men de Spaansche vloot op de reede zou aantasten. - ,Komt er dan uit!" riep Tromp de vijanden toe. Doch d' Oquendo, die d e a d m i r a aId e rvI oot was, antwoordde, dat hij zonder zijn masten en stengen, die t e D 0-

ver I a gen, niet kon uitzeilen. - ,0, mankeert het daaraan," hernam Tromp, ' die zullen wij u doen ge­worden." De masten en stengen werden gehaald en d'Oquendo nam ze in dank aan. - ,Er uit nu!" herhaalde onze admiraal, die het talmen der Spa n j a a r den moe d e was. - »A I s wij m a a r kruit genoeg hadden," gaven de Spanjaarden nu voor, »dan zouden wij ons gaarne met u meten." -,Wat!" hernam Tromp, ,hebt ge geen kruit genoeg? Dan zullen wij u ook daaraan helpen."

Toen zij van eenige duizenden ponden buskruit vo orzien waren, bleven de Spanjaar­den nog stilletjes in hun schuilhoek. Nu wilde Tromp niet langer wachten en gaf, zon der dat h ij z i c hom 't ver bod der Eng els c hen b e­kom mer de, bevel, dat men deS pan j a ar den zou a a n v alle n. D a a r deS p a a n s c h e v I oot o n ver hoe d s w er d a a n g e g rep en, geraakte (zij) in de grootste verwarring. Vele schepen, die door de haast tegen elkander stieten, werden lek en zonken. Andere, die met onze branders in

58

Page 61: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

59

aanraking kwamen, vlogen de lucht in. Veer­tien galjoenen, die ni e t zoo spo e d i g kon den o n t v I u c h ten, werden buit gemaakt. Slechts aan enkele bodems gelukte het, dat zij 0 n t kwam en.

Van de trotsche Armada kwamen slechts 18 sche­pen in Spanje terug.

23. Als no. 15.

Wanneer vischt men achter het net? Wanneer steekt een leerling anderen de loef af? - Wanneer zegt men: , Daar weet ik geen mouw aan te passen"? - Wanneer valt iemand een steen van 't hart? - Wanneer kent men ieJ;s van haver tot gort? - Wanneer strooit men iemand zand in de oogen? - Wanneer spant men de paarden achter den wagen? - Van welke menschen zegt men, dat zij de zeilen te hoog in top halen? - Van wien zegt men wel eens, dat hij lange vingers heeft? -Wanneer zegt men van een schrijver, dat hij zijn pen in gal gedoopt heeft? - Wanneer zit een familie in zak en asch? - Wanneer noemt men een land­streek stiefmoederlijk bedeeld? - Wanneer belooft men iemand gouden bergen? - Wanneer zegt men van menschen, dat zij het niet breed hebben? -Wanneer zegt men: ) Dat is zoo lang als breed" ? -Wie heet de koning onzer schilders, en waarom? -Welke menschen zijn beroemd? - Welke menschen zijn berucht? - Wanneer geeft men een laconiek antwoord?

Page 62: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

60

24. Maak met behulp van de volgende punten een opstel over Floris V.

Floris V.

Wie hij was - wat hij deed, evenals zijn vader -gevolg daarvan - »der keerlen God" - afspraak van eenige edelen.

De graaf op een feest genoodigd - zal deelnemen aan een valkenjacht - wordt gevangen genomen -Muiden.

De burgers - plan der edelen. Middel, om den graaf onkenbaar te maken -

paard - handschoen - langs een zijpad. T och ontdekt - Van Velzen - vraag - ant­

woord - uitroep van V an Velzen - rent terug -slag - het paard van den graaf - niet het hoofd, maar de handen getroffen - de andere edelen vlucht.

De burgers - de graaf een lijk - slot.

IV. UIT DE NATUUR.

1. Stel met behulp van het volgende een samenspraak op tusschen een onderwijzer en zijn leerling over de aanwezigheid der lucht. De leerling antwoordt in volledige zinnen.

Over de lucht.

O. (Een bierglas op de tafel plaatsende.) Wat is dit?

Page 63: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

61

L. Gemakkelijke vraag - een glas - een bierglas. O. Wat is er in het glas? L. (Het glas omkeerende.) Niets - geheel

ledig. O. Zou er werkelijk niets in 't glas zijn? L. Geen bier, water of zoo iets - wel eens ge­

hoord van lucht - begrijp dit niet recht - zie er niets van.

O. Dus: als ik iets niet Sluit dan eens de oogen. dezelfde plaats?

zie, dan is 't er ook niet. Staat het glas er nog op

L. (Met de hand voelende.) Ja - zie het niet- voel het.

O. Een ander voorbeeld. Je moeder doet een schepje suiker in de thee. Kun je nu de suiker nog zien? Is ze weg?

L. Niet meer zien - niet weg - kan proeven -ze is er nog. (Ofschoon, want).

O. Wat volgt daaruit? L. Iets kan wel aanwezig zIJn - men ziet het

niet. O. Wij willen nu eens onderzoeken, of er iets in

het bierglas is. Steek eerst eens dit lampeglas recht­standig in het water. Zorg, dat het stukje papier, dat daar op 't water drijft, binnen het glas komt. Wat zie je?

L. Zie - water stijgt in het glas op. O. Hoe ver? L. Water binnen en buiten 't glas even hoog -

glas dieper in 't water - water hooger in het glas.

Page 64: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

O. Steek het glas nu eens geheel onder water. Wat merk je nu op?

L. Glas geheel gevuld. O. Leg nu het lampeglas neer en neem het bier­

glas. V uI dit gedeeltelijk met papier, z66 dat het papier bij 't omkeeren van het glas niet naar bene­den glijdt. Steek het glas nu omgekeerd een eindje in 't water. Stijgt dit nu ook in 't bierglas op?

L. (De proef nemende.) Een weinig - wa­ter buiten- hooger dan binnenkant.

O. Dompel nu het glas geheel onder en neem het vervolgens voorzichtig op. Voel er nu eens binnenin: wat merk je?

L. Binnenkant bijna geheel droog - papier ge­heel droog.

O. Wat blijkt nu? L. Water kon niet opstijgen iets zijn, dat dit

belet - een stof, die de ruimte vult tusschen water en papier - zeker de lucht.

O. Zoo is het. Begrijp je nu ook, waarom het lampeglas geheel gevuld werd?

L. Lampeglas aan beide einden open - water kon de lucht uitdrijven - lucht kon boven ontsnappen -bierglas niet.

O. Een jongefl had een ledige flesch en een trechter. Hij omwond de buis van den trechter met een vochtig lapje en stak haar toen zoo stijf moge­lijk in den hals der flesch. T oen zou hij de flesch vol water gieten, maar dit bleef in den trechter staan. Hoe kwam dat?

62

Page 65: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

L. Lucht in de flesch ontsnapt anders door de ruimte tusschen trechter en hals - deze ruimte nu afgesloten - lucht kon niet ontsnappen - hield het water tegen - dit kon derhalve niet in de flesch loopen.

O. Goed geantwoord! 2. Beantwoord deze vragen.

I. Waarom noemt men het goud een edel metaal, maar het ijzer niet?

2. Waarom moet een koperen ketel vertind worden? 3. Waarom kan een visch niet lang buiten het water

leven? 4. Waardoor kan een eend zoo vlug zwemmen? 5. Waardoor komt het, dat een eend in het water

niet nat wordt? 6. Wat is het onderscheid tusschen st oom en

wasem? 7. Waarom ziet men vlak boven de tuit van een

ketel, waarin water kookt, niets? 8. Hoe kan men uit zeewater zout verkrijgen? 9. Waarom zal een stuk ijs, dat onbedekt is,

spoediger smelten, dan een stuk ijs, hetwelk men in een wollen lap heeft gewikkeld?

10. Waartoe worden de aardappelen v66r den winter ingekuild? Waarom bedekt de boer ze met strooP

1 I. Waaraan weet gij, dat vuursteen harder is dan glas?

12. Hoe gaat het met de rijzing en daling van het kwik in den thermometer?

63

Page 66: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

3. Vervang de ruim gedrukte woorden door andere, die ongeveer hetzelfde beteekenen.

De gewone valk of slechtvalk.

De gewone valk of slechtvalk (m a a k t 0 11 0 P h 0 u­del ij k jac h top) allerlei vogels. Hierdoor be r 0 k­ken t hij den jager 0 n m i d d e 11 ij k en den landman middellijk g r oot e sc had e. Komt hij op plaatsen, waar onze (g e v ede r d e za n g ers) in (d e I ent e) hun lieve liedjes (laten weerklinken), dan vluch­ten deze ij 1 i n g s naar alle z ij den en kom en niet spoedig ter u g. Doch vluchten b a a t hun ongeluk­kig dik w ij 1 s wei n i g, doordat de bewonderenswaar­dig be hen cl i g e valk ze met zijn grijp- en moord­wapenen weldra (t e pak ken he e ft). Angstig pie­pen en luid schreeuwen ver kon d i gen ons het lot van den armen vervolgde; maar hoe g r a a g we 't ook zouden willen, hem (te hulp komen) (kun­ne n wen iet). Zijn moordenaar vliegt pijlsnel met hem heen en verscheurt hem weldra.

In de lente, als de vogels uit warmer oor den weer tot ons gekomen zijn, h u i s t de slechtvalk in tuinen, kleine boschjes of op velden. Op de laatste zit hij soms lang te wachten, of een leeuwerikje (zich in de lucht verheft) en bespeurt hij dit, (wee dan het arme dier)! En wanneer de vinken, mee­zen, spreeuwen en vele andere vogeltjes, (b lij met) het mooie weêr, vroolijk rond vliegen, zijn zij i ede r oogenblik in gevaar van 0 ver v a 11 enen mee g e-

64

Page 67: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

sI e u r d te worden. Zelfs de snel vliegende zwaluwen ontkomen hem niet alt ij d. Als deze vogels den roover bern e r ken, (h effe n z ij i n k oor een 1 u i d gepiep aan) en volgen hun vijand. Zij zijn dan loos genoeg, om op te passen, dat (zij bove n hem blijven).

Gelukkig, dat de slechtvalk niet tal r ij k in ons vaderland voo r kom t; enkele provinciën bezoekt hij gedurende eenige maanden; in Gelderland moet hij, (volgens sommigen), ook broeden. Zoodra de jongen zijn u i t geb roe d, kent de roofzucht van den valk geen pal en; dan vermoordt hij een ver b a­zende menigte, meerendeels zeer nuttige vo­gels. Doch ook vooral in (d e n he rf st), wanneer de (g e v ede r d ega s ten) zich tot groote t roe pen vereenigen, pak t hij 0 nt z e tt end veel, en in den winter (h e e ft hij het gem u n top) watervogels, huisduiven, kraaien, enz. Zorgen de vogels slechts bij de nadering van hun vijand, dat zij (zich niet verheffen), dan blijven zij gespaard. Alleen (in de v 1 u c h t) kan de slechtvalk namelijk zijn prooi (meester worden).

BLI]HAM, Vrienden en Vijanden v. d. land· en tuinman.

4. Beantwoord deze vragen.

I. Een groot stuk hout drijft op het water, en een klein stukje ijzer zinkt; waardoor komt dit?

2. Een ijzeren pot drijft op het water. Hoe ver­klaar je dit?

3. Wat gebeurt er, als men een stukje IjZer en B. BAAS, D" Jonge Strlhr, 111. 5

65

Page 68: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

66

een stukje hout op den bodem van een emmer legt en dezen daarna met water vult?

4. Als men een stuk lei en een stuk papier, dat een weinig kleiner is, van dezelfde hoogte laat vallen, wat zal dan het eerst den grond bereiken? Waarom? Hoe zou je het aanleggen, om beide even snel te doen vallen?

S. Waarom vult men een luchtballon met lichtgas? 6. Wat gebeurt er, als de luchtreiziger de klep

opent? Waarom daalt de ballon dan? 7. Wat doet een luchtreiziger, als hij den ballon

wil doen rijzen? 8. In welke richting valt een steen? 9. Waardoor komt het) dat een blad papier niet

recht naar beneden valt? 10. In welke mate neemt de snelheid van vallende

lichamen toe? (Hoe.....) I I. In welke verhouding neemt de kracht, die val­

lende lichamen uitoefenen, toe? (Hoe .... ) 1 2. De rook stijgt omhoog; wordt hij niet door

de aarde aangetrokken? I 3. Een jongen, die over een sloot zal springen,

neemt een aanloop. Verklaar eens, waarom hij daardoor verder springen kan.

14. Waarom gaat een stuiter, dien gij voortrolt, veel verder over het ijs dan over den weg?

1 S. Waardoor komt het, dat de snelheid van een, over het ijs rollenden, stuiter toch langzamerhand ver­mindert?

Page 69: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

5. Vul het volgende in.

Boven lucht en wolken.

De zon is de bron van - Zonder haar zou het altijd - - - zijn. Geen mensch, geen dier zou op aarde - -, geen plant zou er - -.

Wij zien de zon des daags aan - -. EIken dag beschrijft zij een boog van - - - - -. In den zomer is deze boog - - dan in den winter. Daardoor rijst de zon - - ook veel hooger dan - - En hoe hooger de zon rijst, - -- haar stralen zijn.

De zon lijkt klein en toch - - -, veel grooter dan de aarde, waarop - -. Zij komt ons zoo klein voor, dewijl de afstand . .,. . . .

Daar ...... , kan de zon slechts haar halve opper-vlakte verlichten. Op de eene helft, die ...... , is het dag; op de andere -. Indien nu de aarde stil­stond, - de zon, dan zou haar eene helft - -, de andere - altijd - hebben. Zoo is het - niet. De aarde - in 24 uren eenmaal - - -, en zoo­doende - dag en nacht elkander -.

Wij zeiden zoo even , dat de zon -. Dit lijkt ook vreemd. Het schijnt immers, - zij langs den hemel drijft. Doch dit is niet - -. De groote zon -niet om de kleine aarde, maar..... Als wij in een trein zitten, die - - , is het, - de palen langs den weg ons -. Dit is immers ook slechts -. Zoo is het ook met - - der zon. Die beweging IS

67

Page 70: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

68

In sommige streken der aarde rijst de zon elk en - hoog - - -. Daar is het - warm. Daarom spreekt men ook van de - luchtstreek. Bij ons rijst de zon - - - wel hoog, - 's winters -. In den zomer schijnt ze lang, - wel I 6 uren -; - in den winter - - zoo lang. Wij hebben dus een -en een - tijd en wonen in een der twee - lucht­streken. -- deze zijn er twee koude luchtstreken -

Daar rijst de zon - - hoog aan den hemel en soms blijft zij - - - onzichtbaar. Dan zal het daar wel - koud zijn!

De maan lijkt ongeveer even groot - - -, en toch is zij veel -; derhalve moet .... " De maan ontvangt 1 - de aarde, haar licht van de zon. Bij nieuwe maan bevindt zij zich soms juist - ons en de zon; zij - dan het zonnelicht 1 en - ontstaat er een zonsverduistering. Het woord zon sverduis­tering moet men niet letterlijk -; want - -niet, maar - -.

De sterren zien wij des daags niet. Dit komt, -het licht der zon veel - is, dan - Eerst des avonds, als - - - -, zien wij ze. Bij een heldere lucht fonkelen ze 1 - echte diamanten. Doch als de volle maan schijnt, - het licht der sterren weer, - de maan -, - de zon opkomt.

Dat men de zon wel eens de - en de maan de - - - - noemt, hebt ge zeker wel eens gehoord.

e. Beantwoord deze vragen.

I. In welke richting springt een bal terug, als je hem loodrecht naar beneden werpt?

Page 71: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

2. In welk geval zal hij in schuine richting opsprin­gen?

3. Springt de bal altijd even schuins terug? 4. Een spiegel weerkaatst je beeld; een witte

muur doet het niet. Hoe verklaar je dit? S. Waar moet je je vóór den spiegel plaatsen, als

je je beeld wilt zien? 6. Als je schuins vóór den spiegel gaat staan, b.v.

aan de linkerzijde, wat kun je dan niet; wie kan echter je beeld dan wél zien?

7. Hangt het gewicht van een lichaam alleen af van de grootte?

8. In welke verhouding neemt het gewicht van een lichaam toe? ( naarmate).

9. Als je boven een fel brandende kachel een klein stukje papier loslaat, gaat het naar boven; waar­door komt dit?

10. Wat gebeurt er, als van een verwarmde kamer de gangdeur geopend wordt? Hoe stroomt de warme, hoe de koude lucht?

1 I. Waarom gaat de warme lucht naar boven? 1 2. Waardoor ontstaat de wind? 1 3. In welk geval zou er geen strooming in de

lucht zijn? 14. Waarom is bij ons de zuidenwind meest altijd

warm? I 5. Waarom is de noordenwind steeds koud? 16. Waarom zegt men wel eens: ,Zuidwest, regen­

nest" ? 17. Waarom is bij ons de oostenwind een droge wind?

69

Page 72: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

18. Waarom is de oostenwind in den zomer warm, maar des winters koud?

19. Twee personen komen in een matig verwarmd vertrek. De eene zegt: ) 't Is hier koel." De an­dere herneemt: ,Ik vind het hier warm." Hoe ver­klaar je dit verschil?

20. Als je in den regen hebt geloopen, word je soms huiverig; hoe komt dat?

2 I. In Mei vriest het soms des nachts wel bij een heldere lucht, maar bij een donkere lucht niet. Hoe verklaar je dit?

~2. Wanneer ontstaat een regenboog? 23. Is een regenboog altijd even groot? 24. Soms ziet men een dubbelen regenboog. Ver­

toon en beide bogen dezelfde kleuren? (doch). 25. Donder en bliksem ontstaan gelijktijdig, en

toch word je den bliksem eerder gewaar, dan den donder. Hoe verklaar je dit?

7*. Geef een beschrijving van een dier of plant, in de les behandeld. Stel, met behulp van je onderwijzer, vooraf de punten.

8*. Beproef eens een verhaal uit je leesboek na te vertellen. Stel v ooraf zelf de punten.

70

Page 73: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

B. BAAS. De Jonge Steller.

Steloefeningen voor de Lagere School, voor leerlingen van 9-12 jaar.

Ie stukje 2e druk, 2e stukje 2e druk, 3e stukje 2e drnk à f 0.20.

Het Stelonderwijs e. a. opstellen.

Prijs j' 0.50.

Help u zelf. Eenvoudige taaloefeningen voor de Volksschool.

Ie stukje. Met plaatjes. 3e druk f 0.25. 2e stukje. Met plaatjes. 2e druk f 0.25.

"De allereerste taaloefeningen, reeds aanlokkelijk voor de kleintjes, omdat ze zoo gemakkeltik opklimmen en toch tot verrassend resultaat leiden, maar daarbij nog afgewisseld dool' wezenlijk snoeperige prentjes, ziedaar al wat we er van zeggen kunnen, maar dat is immers ook

inderdaad genoeg." (Chr. School.)

De Taalvriend. Taaloefeningen voor de Lagere School.

Ie stukje (voor leerlingen van 8 à 9 jaar) 5e druk f 0.20. 2e ( 9 à 10 ) 5e 0.20. 3e

" ( " 10 à 11

" ) 5e " 0.30.

4e ( " 11 à 12 " ) 4e " 0.30,

"Wij bevelen het gaarne aan." (Chr. Schoolbode).

"Wij vinden deze methode zeer doeltreffend en gelooven, dat de arbeid van den heer B. Baas een krachtig hulpmiddel biedt om het grammatisch zuiver schrijven te bevorderen:' (Ons Recht.)

Uitgaven van P. NOORDHOFF te Groningen.

Page 74: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

Verschenen:

DE DERDE HERZIENE DRUK

VAN DE

HANDLEIDING bij 't gebruik der Platen en Leesboekjes

DOOR

H. DE RAAF en B. BAAS. Prijs f 0.60.

In verband met de uitbreiding van den derden druk der Handleiding wordt nu een nieuwe uitgave der Platen hij de Leesmethode verkrijgbaar gesteld.

Voor de bezitters der oude platen zijn de nieuwo Nos. afzonderliïk verkr\jgbaar.

15 fraai in kleuren gedrukte PLATEN bij de Leesmethode

van H. DE RAAF en B. BAAS.

1. Een moeder met haar beide 8. Jongen met duif. kinderen.

2. Een jongen op hobbelpaard. 3. Een meisje op een r\jwiel. 4. Schaatsenr\jder. 5. Een meisje, in den spiegel ziende. 6. Jongen b\j een boom. 7. Knaap met z\jn hond.

9. Touwtjespringen. 10. Herder met koe. n. Jager en hond. 12. Klok. 13. Marskramer. 14. Oude vrouw. 15. Brug.

Prijs van de volledige serie Op karton geplakt .

f 3.75.

" 6.75.

N.B. De nieuwe nos. 1, 3, 5, 7, 8, 9 en 14 zijn ter compIe-teering verkrijgbaar los f 2.75 Op karton geplakt . . . . . . .. ..... " 4.25

Uit~aven van P. NOOROHOFJj' te Groningen.

Page 75: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

Het vrije Stelonderwijs door J. KLOOTSEMA en A. BRANDS.

GEKLEURDE W A.NDPLA.TEN voor het vrije Stelonderwijs in de Lagere School.

Compleet in drie Series van Gedrukt in 8 kleuren.

Zoo juist verschenen de eerste bevatten: No. 1. Beste Truitje. No. 2. Piet uit rijden. No. 3. Jan en zijn bokje. No. 4. Daar had Wim niet aan

gedacht. No. 5. Te laat!

Prijs van elke plaat afzonderlijk:

Los of met metalen staven Op zwaar karton geplakt . Op linnen met houten rollen Idem gevernist.

f 0.90 .. 1.35 " 1.90 " 2.40

10 platen met een Handleiding. Formaat 70 hij 90 cM.

viif nummers van Serie I, welke zal

No. 6. Ondeugende Jaap! No. 7. Die arme pop! No. 8. Hans en de Zwaan. No. 9. Roodborstje. No. 10. Een vonkje maar.

Prijs per serie van 10 platen:

Los of met metalen staven f 7.50 Op zwaar karton geplakt " 12.00 Op linnen met houten rollen " 17.50 Idem gevernist " 21.50

UIT DE BEOORDEELINGEN:

Met het stelonderwijs is het lang sukkelen geweest en mogelik is het dit nog wel hier en daar. Er zijn methoden voor het stelonder­wijs in gebruik, welke die naam niet verdienen. Het samenstellen en het gebruiken beide wijzen er op dat men omtrent het stelonderwijs nog eigenaardige meeningen huldigt. Dat de klachten over de resul­taten van dit deel van het onderwijs nog steeds menigvuldig gehoord worden, behoeft dan ook niet te verwonderen.

Men is nieuwe wegen gaan zoeken. Als een middel dat goede verwachtingen wekt, mag genoemd worden

het gebruik maken van z.g.n. geschiedenis in beeld. Reeds verscheidene jaren geleden werden ze als zoodanig aangediend, maar tot heden werd er maar weinig gebruik van gemaakt.. De methode-Van Strien C.S, heeft er opnieuw de aandacht op gevestigd.

Thans heeft de firma Noordhoff een serie platen in het licht gegeven, geheel met het oog op het stelonderwijs samengesteld. Een vijftal van deze eerste serie ontvingen wij ter beoordeeling.

Wij moeten verklaren met zeer veel genoegen te hebben kennis gemaakt met deze platen. Ze zijn flink van grootte en zeer mooi van kleur en uitvoering, tenvijl de geschiedenisjes die ze in beeld brengen wel geschikt zi.in voor het doel. Elke plaat geeft vier tafereeltjes te zien, naar aanleiding waarvan de leerlingen het verhaaltje moeten samenstellen.

De platen zijn vervaardigd door E. G. SchIette, die zich op ver­dienstelike wijze van ziin taak kweet.

Overigens niets dan lof. De Volksschool 22 Maart 1911. J. v. W. ---------- ----- -----

Uitgave van P. NOORDHOFF te Groningen.

Page 76: De Jonqe Steller. - dbnldbnl.org/arch/baas009jong06_01/pag/baas009jong06_01.pdf · Zij zijn zeer gemakkelijk, maar bevatten toch iets aangenaams ... Die ondeugende knaap heeft al

H. DE RAAF en J. G. ZIJLSTRA.

De Moedertaal. (Eerste reeks).

Een leesboek met taaloefeningen voor school en huis. 1e deeltje. Met 32 plaatjes . Ue druk f 0.30. 2e Met 28 10e . " 0.30. 3e Met 36 ge

" " 0.30. 4e Met 34 7e

" " 0.30. 5e Met 31 6e

" " 0.30. 6e Met 36 5e " 0.30. 7e Met 26 5e • 0.30. 8e

" Met 28 3e .. 0.30.

H. DE RAAF en J. G. ZIJLSTRA.

De Moedertaal. (Tweede reeks.)

Een leesboek met een afzonderlijk stel taaloefeningen.

1e deeltje. Met 26 plaatjes 2e druk f 0.30. 2e Met 31 2e . .. 0.30. 3e

" Met 40 2e " .. 0.30.

4e "

Met 38 2e .. 0.30. 5e

" Met 38 2e " 0.30.

6e Met 32 .. 0.30. 7e Met 27 .. 0.30. 8e Met 25 .. 0.30.

H. DE RAAF en J. G. ZIJLSTRA.

Taaloefeningen

0.20, baas009jong06

De jonge steller. Deel 3

201738_068