De Jezusverzen in de Koran

24
Karel Steenbrink De Jezusverzen in de Koran Uitgeverij Meinema, Zoetermeer

description

Een fragment

Transcript of De Jezusverzen in de Koran

Page 1: De Jezusverzen in de Koran

Karel Steenbrink

De Jezusverzen

in de Koran

Uitgeverij Meinema, Zoetermeer

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 3

Page 2: De Jezusverzen in de Koran

www.uitgeverijmeinema.nl

Ontwerp omslag: Oblong, Jet FrenkenIllustratie omslag: Maria grijpt de palmboom na de geboorte van Jezusdie ‘gewikkeld in doeken’ in een stralenkrans op de grond ligt. Waarschijnlijk van de Perzische schilder Qazvini, ca. 1560.

ISBN-10: 90 211 4102 7ISBN-13: 978 90 211 4102 2NUR 717

© 2006 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden ver-veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier,zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 4

Page 3: De Jezusverzen in de Koran

Inhoud

De historische context: christenen in de omgeving van Mohammed 7

Gesterkt met de heilige Geest 27Soera 2:87, 136 en 253

Kleinzoon van Imraan 34Soera 3:35-63 en 84

Gered van het kruis; geen drie-eenheid 61Soera 4:153-162; 171-172

Dienaar Gods die het Evangelie kreeg 71Soera 5:17-18, 46, 72-79, 110-120

Rechtvaardig als Elia 86Soera 6:85

Ezra en Jezus zijn niet Gods Zoon 90Soera 9:30-31

Geen kind voor God! [1] 96Soera 10:68

Geen kind voor God! [2] 98Soera 18:4

Zoon van Maria 100Soera 19:16-40 en 88-96

Een teken van God 125Soera 21:89-91

Een onderkomen op een heuvel 128Soera 23:50 en 91

Een oprecht verbond 132Soera 33:7

5

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 5

Page 4: De Jezusverzen in de Koran

Eén in religie 135Soera 42:13

Een knecht als voorbeeld 138Soera 43:57-65

Het kloosterleven is geen navolging van Jezus 146Soera 57:27

Corrector van de Torah en voorspeller van Ahmad 148Soera 61:6 en 14

Maria, die haar eerbaarheid bewaarde 152Soera 66:12

God is één 159Soera 112

Bij wijze van conclusie: Een Koranisch Jezusbeeld naastdat van Nicea, unitariërs en evangelicalen? 160

Bibliografie 177

Register 182

6

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 6

Page 5: De Jezusverzen in de Koran

De historische context:

christenen in de omgeving

van Mohammed

Moeten we de historische context kennen voor een goed begripvan de Jezusverzen in de Koran? Er zijn twee redenen om hetniet te doen en dus deze inleiding maar over te slaan! Allereerstis er de opvatting van een aantal moslims, dat de Koran van eeu-wigheid bestaat en door de engel Gabriël rechtstreeks aan Mo-hammed is geopenbaard. Waarom zou de historische contexthierbij een rol spelen? Dan is er de stijl van de Koran zelf. Daar-in staan heel weinig verwijzingen naar concrete omstandighedenuit het leven van Mohammed. Er zijn daarin geen christenen diemet name genoemd of preciezer aangeduid worden. Er zijn ookgeen rechtstreekse citaten uit bijbelboeken. Het lijkt dus op heteerste gezicht een beetje om de Korantekst heen praten als we in dit hoofdstuk ter inleiding toch aandacht geven aan die ge-varieerde groepen christenen in een brede cirkel om het Arabiëvan Mohammed heen.

Anderzijds moet een inleiding die ook recht doet aan de moder-ne tradities van godsdienstwetenschappelijk onderzoek toch aandeze historische omgeving aandacht geven. De Koran reageertimmers duidelijk op bepaalde vormen van christendom, stemt ermee in of wijst ze af. Waarom? Wat wordt precies in de Koran ge-corrigeerd? Voor een goed begrip van de Jezusverzen van de Ko-ran is het nodig dat ze in de juiste context van het ontstaan vande islamitische beweging geplaatst worden. Die reageerde dui-delijk op joden en christenen in de omgeving van Mohammed.Voor ons doel zijn daar twee verschillende invalshoeken voor no-dig. Allereerst moeten we de Koran plaatsen tegen de interne ont-wikkeling van de Arabische maatschappij en van de speciale po-sitie van Mohammed daarbinnen. In de tweede plaats moeten we

7

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 7

Page 6: De Jezusverzen in de Koran

kennis nemen van de godsdienstige ontwikkelingen in de naasteen verdere omgeving van het Mekka van Mohammed. Daarbijzullen we uiteraard ook wat aandacht geven aan de joden, de ma-nichaeërs, het Perzische mazdeïsme en eventuele Johannes-vol-gelingen, maar vooral zullen we in dit inleidende hoofdstuk kij-ken naar de christenen in Arabië zelf en in de naaste omgeving,hun diversiteit en naar de mogelijkheid dat Mohammed metmeerdere van deze groepen contact heeft gehad.

Religie in zesde-eeuws Arabië: het verhaal van (af)goden engodinnen

De Arabische cultuur en religie, voorafgaande aan de komst vanMohammed, wordt ‘tijd van onwetendheid’ of djahilija genoemd.In de klassieke beschrijvingen was het een tijd waarin geen respectwas voor het leven, waarin meisjes niet meetelden en vaak zelfslevend werden begraven. Het was vooral ook de tijd van de cultusvan de afgoden. Volgens sommige verhalen waren er 360 afgodenin de Ka’ba, één voor iedere dag van het jaar. Er werden godinnenvereerd, Al-Laat, Al-Oezza, Al-Manaat, die ook in soera 53 wor-den genoemd. De mannelijke godheid Hoebal wordt genoemd alsspeciaal met de Ka’ba van Mekka verbonden. Volgens de overle-vering kwam de Hoebalverering oorspronkelijk uit het gebied vanMesopotamië, Irak, of uit het huidige Jordanië. In het begin vande derde eeuw zou hij naar Mekka gebracht zijn door een voor-aanstaand lid van de Choezai-stam, die bij warmwaterbronnen ge-nezing had gevonden en daarom een afbeelding van die godheidmeegenomen had. Oorspronkelijk was Hoebal een godheid, ver-bonden met een sterrenbeeld. In Mekka functioneerde hij vooralals voorspellende godheid aan wie orakels werden voorgelegd envoor wie het lot werd geworpen. Er wordt ook wel gedacht datdeze Hoebal een soort voorbeeldfiguur is geweest, die later weermet de profeet Abraham is geïdentificeerd, en die een belangrijkerol heeft gespeeld in de wordingsgeschiedenis van de islam.

Populaire of eerder afschrikwekkende, bovennatuurlijke fi-guren waren Asaf en Naila, een man en vrouw die binnen deKa’ba van Mekka seksuele omgang zouden hebben gehad en alsstraf daarvoor in stenen beelden waren veranderd door Allah,

8

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 8

Page 7: De Jezusverzen in de Koran

de hoogste godheid. Zij stonden boven de bron Zemzem, eenkrachtige waterbron die van groot economisch belang was om-dat veel karavanen hierom Mekka aandeden. De Zemzembronis in de islamitische tijd geïdentificeerd met de bron waar Hagarwater vond voor zichzelf en haar zoon Ismaël nadat zij doorAbraham waren weggestuurd.

Volgens Ibn Ishaq was er ook een geschilderde afbeelding (eenikoon?) van Maria met Jezus in de Ka’ba. Bij de zuivering van deKa’ba op het einde van Mohammeds leven was er een vrouw uitde christen-Arabische stam Ghassan van Noord-Arabië aanwezig.Zij zou bij het zien van de ikoon gezegd hebben: ‘Mijn vader enmoeder mogen als onderpand genomen worden: jij bent echt eenArabische vrouw.’ Daarop liet de profeet Mohammed alle af-godsbeelden uit de Ka’ba weghalen, maar de ikoon van Jezus enMaria mocht blijven. Dat versterkt de speculatie van sommige la-tere christenen, dat de Ka’ba een plaats voor een christelijke cul-tus was. Daar zijn evenwel geen harde gegevens voor.

De Koran zelf roept de gelovigen vaak op om af te zien vande verering van de vele goden, de éne God te aanbidden en deafgodsbeelden te vernietigen. Dit wordt vaak verbonden met deprofeet Abraham. In minstens drie passages (6:74-90; 19:41-50 en21:51-70) vertelt Abraham hoe hij de afgoden van zijn volk opéén na vernietigde. Toen zei hij tegen zijn vader: die godheid isde machtigste, want hij heeft de andere overwonnen. Waaropzijn vader, handelaar in beelden, zei dat godenbeelden toch he-lemaal niets kunnen en dat Abraham alleen zijn handelswaar hadkapot gemaakt. Dit is een verhaal dat ook al in de Talmoed voor-komt. We mogen dus veronderstellen dat de Arabische cultuurin het algemeen al neigde naar ééngodendom, en daarvoor me-de argumenten aan het jodendom en het christendom ontleen-de. In de formulering van de Koran is deze afkeer van de on-wetendheid van het veelgodendom en de toewending naar deverering van de éne godheid een van de belangrijkste punten vande boodschap van de islam.1

9

1. Voor de afbeelding van Maria en Jezus in de Ka’ba: A. Guillaume,The Life of Muhammad. Lahore: Oxford University Press, 1955, p. 552.Verdere referenties in de Encyclopaedia of the Qur’an, III, p. 475-483(Hawting over Idolatry).

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 9

Page 8: De Jezusverzen in de Koran

Religie in zesde-eeuws Arabië: de sociaal-politiekeontwikkelingen

Het Arabische woord djahilija wordt ook nog in een heel anderebetekenis dan ‘onwetendheid’ gebruikt. Het betekent dan fier-heid, dapperheid, tot de negatieve betekenis van doldriest envooral macho: een overmatig trots-zijn op de eer van familie envooral clan. Mannelijkheid en trots worden in de pre-islamiti-sche gedichten vaak als de hoge deugden bij uitstek beschouwd.Tegenover deze fierheid of stoerheid staat dan als andere deugdde lieftalligheid, zachtheid (djahil tegenover halim).

In de jaren tussen 1950 en 1960 hebben meerdere westerse on-derzoekers benadrukt dat de ethiek van de Koran een reactie wasop veranderende sociaal-economische omstandigheden. Mekkawas een handelsstad, waar de elite deelnam aan de groeiendehandel met de omringende landen. In die stad ging het oudestamverband gedeeltelijk verloren. Het waren niet meer de clan-leiders die de verantwoordelijkheid op zich namen voor de we-duwen en wezen, voor de sociaal zwakkeren. De handelseliteging zich individualistisch gedragen, onttrok zich aan socialeverplichtingen en ging winsten investeren in meer handelskara-vanen. Hiertegen ontstond de ethiek van de Koran als een ver-dediging van de zwakkeren in een steeds meer individualistischwordende stedelijke maatschappij. De handel zou immers deechte motor van de groei van de stad zijn geweest, die leidde toteen geestelijke en morele crisis. De nieuwe stad had een nieuwsociaal en geestelijk evenwicht nodig. De taal van de Koran isdaarom doorspekt met financiële termen.

Mohammed gaf een nieuwe ethiek ter vervanging van de oudesolidariteit van de stam. Hij bood een morele richtlijn voor de in-dividuele rijken (en armen). Niet het stamverband, niet de eer vande clan of van de familie is de basis voor solidariteit met de zwak-ken, armen, weduwen en wezen. Het geloof in God als schepperen als rechter op de oordeelsdag werd de basis voor dat nieuwemorele élan. Ieder mens heeft de rijkdom slechts tijdelijk van deschepper in beheer gekregen en moet later verantwoording af-leggen. Vanwege zijn profetisch optreden werd Mohammed destad uitgezet, moest hij uitwijken naar de verdeelde landbouw-

10

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 10

Page 9: De Jezusverzen in de Koran

oase Medina, op zo’n 400 kilometer afstand, waar hij tussen tweegrote Arabische en drie joodse stammen vrede moest stichten.

Deze bijna-marxistische reconstructie van Rodinson en Wattziet weinig in de erfenis van het traditionele Arabische veelgo-dendom. Dat was volgens hen nauwelijks meer van existentiëlebetekenis. De belangrijkste levensfilosofie was een soort ‘Ara-bisch humanisme’, gebouwd op stameer, familietrots en vooralde mannelijkheid (djahil) van de grote individuele leiders. Denieuwe economie had die tribale tradities verder uitgehold endaarvoor was nu dus een nieuwe levensbeschouwing gekomen.

Het sociaal-profetische vinden we vooral in de vroegere Mek-kaperiode, kort na 610. Mohammed was toen in de leeftijd van40 tot 52 jaar. Rodinson en Watt doen weinig met de vele ontle-ningen aan jodendom en christendom die in de latere Mekkaan-se, maar vooral in de Medina-openbaringen te vinden zijn. In dedebatten met Mekkanen komen verwijzingen naar de joodse en enkele Arabische profeten vooral voor ter verdediging vanMohammeds optreden. In de Medinaperiode (622-632) was Mohammed volgens Watts beroemdste boek niet meer de Mek-kaanse profeet, maar was hij vooral staatsman geworden.2 In dieperiode zijn de verwijzingen naar jodendom en christendom ende bewerkingen ervan wel veel talrijker.

Vijf niet-Arabische kerken

Over het christendom in de wijde omgeving van MohammedsMekka en Medina is veel bekend. Hoe dichter we bij dat deel vanArabië komen, des te zeldzamer de gegevens evenwel worden.We moeten ons ook steeds in gedachte houden dat het geen twin-tigste-eeuws westers christendom is geweest in de omgevingwaarvan Mohammed opgroeide. Zelfs geen modern oosters-orthodox christendom. De precieze gestalte ervan kan slechts bijbenadering worden vermoed.

11

2. W. Montgomery Watt, Muhammad, Prophet and Statesman. London:Oxford University Press, 1960.

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 11

Page 10: De Jezusverzen in de Koran

De ruimste cirkel rondom het Arabië van Mohammed toonde,wat betreft het christendom, vijf grote stromingen: drie in hetnoorden (Byzantijnen, Syrische monofysieten en Perzische nes-torianen) en twee in het westen (Kopten van Egypte en de Abes-sijnse christenen in wat nu Ethiopië is).

1° Byzantijnen. Vanuit het Oost-Romeinse keizerrijk van Con-stantinopel (nu Byzantium) was er het staatschristendom dat degrote concilies accepteerde van Nicea (325, erkenning van detriniteitsleer, één God in drie personen) tot en met Chalcedon(451, Jezus als zoon van God én volledig mens, twee naturen inéén persoon). De aanhangers hiervan waren oorspronkelijk voor-al Grieken of gehelleniseerden uit de bovenlaag in deze streken.Dit was een Griekssprekend en door de keizer gedomineerdchristendom, dat vanaf de tiende eeuw, toen veel gelovigen Ara-bisch waren gaan spreken, ook de naam melkieten (letterlijk ‘ko-ninklijken’) heeft gekregen. Het gebied ten noorden van het Ara-bisch schiereiland lag in de invloedssfeer van dit keizerrijk. In614 werden de Byzantijnen door de Perzen uit Jeruzalem ver-dreven, maar nog tijdens Mohammeds leven, tussen 626 en 629,kwamen zij er weer terug. De Koran heeft daar een verwijzingnaar in soera 30, vers 2-6 (waar Roem of Romein duidt op watwij nu de Byzantijnen zouden noemen):

Overwonnen is de RomeinIn een land dichtbij, en zij:Na de nederlaag zal hun de overwinning zijn!Wacht slechts een korte termijn,Aan God is de beslissing vroeger en later,Dan zullen de gelovigen lachen, blijIn Gods hulp. Hij helpt wie Hij wil,En Hij is machtig en barmhartig.

Belofte Gods. God breekt zijn belofte niet!Maar bijna niemand die het weet of ziet!

Als vaker in de Koran is de verwijzing naar de historische ge-beurtenis niet met absolute zekerheid te duiden, maar hier mo-

12

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 12

Page 11: De Jezusverzen in de Koran

gen we toch wel concluderen tot een verwijzing naar de neder-laag van de Byzantijnen tegen de Perzen in 614, dus enkele jarenna de eerste openbaringen die Mohammed in Mekka ontving. Degelovigen die zullen lachen, mogen we wel opvatten als de re-vanche van de Byzantijnse legers op de Perzen in de jaren 626tot 629, dus in een periode waarin Mohammed succesvol leiderwas geworden van de nieuwe moslimgemeenschap in Medina.Het belangrijkste centrum van de Byzantijnse kerk in de gebie-den die nu Turkije, Syrië, Jordanië en Arabië uitmaken was An-tiochië.

2° Nestorianen. De tegenstanders van de Byzantijnen, de Perzen,waren in die tijd een religieus gemengd volk. In het in 247 naChr. ontstane Sassanidenrijk was het mazdeïsme, de latere ont-wikkeling van de leer van Zoroaster (ca. 600 voor Chr.), de staats-godsdienst. De Sassaniden waren toleranter dan de Byzantijnen,die nauwelijks andere godsdiensten tolereerden en het zelfs dejoden in Palestina erg lastig maakten. De drie belangrijkste min-derheidsreligies in het rijk waren jodendom, christendom en ma-nicheïsme. De eerste twee waren vooral te vinden in de stedenvan Mesopotamië, het huidige Irak. Zij vormden er kleine ge-meenten, meestal van migranten uit delen van het Byzantijnserijk als Palestina, Turkije of West-Syrië. Zij spraken in hun litur-gie geen Perzisch, maar het Aramees, ook wel Syrisch genoemd,dus een Semitische taal, duidelijk verschillend van het Grieks derByzantijnen of van de Perzische rijkstaal. Hun Syrisch-Arameeswas wel verwant aan het Arabisch.

De dominerende vorm van christendom was het nestorianis-me, genoemd naar de priester Nestorius die de besluiten van hetconcilie van Efese (431) afwees. Hij vond dat in de uitspraak datMaria Moeder Gods genoemd mocht worden de menselijke per-soon Jezus te zeer was verenigd met de goddelijke natuur. Demenselijkheid en de goddelijkheid binnen de persoon van Jezusmoesten volgens hem blijvend onderscheiden worden. De nes-toriaanse kerk kreeg in 315 een eerste hoogste leider, Katholikosgenoemd. Deze resideerde in Seleukia-Ktesifon, aan de oever vande Tigris, dicht bij het huidige Bagdad. Deze plaats was ook dewinterhoofdstad van het Sassanidenrijk.

13

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 13

Page 12: De Jezusverzen in de Koran

Er wordt wel gedacht dat de Jezusleer van de Koran ver-wantschap vertoont met die van de nestorianen. De persoon vanJezus wordt als menselijke persoon duidelijk onderscheiden vande godheid, die niet geleden heeft bij het lijden dat het lichaamvan de menselijke persoon onderging.

3° Monofysieten. De derde niet-Arabische kerk in de omgevingvan Arabië was de West-Syrische, Arameessprekende christen-heid van het huidige Jordanië en delen van Syrië. Zij wezen decompromisformule van het concilie van Chalcedon af, waarin deeenheid van Jezus als Christus werd beleden, zij het in de vormvan twee te onderscheiden ‘naturen’, de menselijke en de god-delijke. Zij erkenden slechts één natuur in Jezus Christus, alleende goddelijke, en werden daarom monofysieten genoemd. Erwas een lange periode van grote wisselingen, waarbij zelfs af entoe een patriarch van Constantinopel de Chalcedonformule af-wees.

Ook was er de eigenaardige situatie dat keizer Justinianus(527-565) pro-Chalcedon was, maar zijn vrouw Theodora, zelf af-komstig uit Syrië, steun en bescherming gaf aan de monofysieten.Zij ondersteunde de wijding van Jakob Baradeus, die bisschopvan Edessa werd en vanuit deze plaats tegen de Byzantijnse kerkvan Antiochië in een aparte Syrische monofysitische kerk orga-niseerde. Deze Syrisch-Arameessprekende kerk werd later daar-om wel de Jakobitische kerk genoemd, ook al wordt die naamtegenwoordig niet vaak meer gebruikt. In de latere islamitischegeschiedschrijving worden de christenen algemeen verdeeld inmelkieten, nestorianen en jakobieten. Jakob Baradeus stierf in 578(dus toen Mohammed een jaar of 8 was) als leider van een ster-ke en zelfbewuste, wat anti-Byzantijns gerichte kerk, die zijn ba-sis had in de zuidoostelijke gebieden van het Byzantijnse rijk. De-ze kerk had ook enkele vestigingen in het Perzische rijk, metname in de hoofdstad Seleukia-Ktesifon.

4° Kopten. Een vierde christelijke kerk in het Midden-Oosten wasde Egyptische, gegroeid rond het patriarchaat van Alexandrië inde Nijldelta. In dit gebied werd oud-Egyptisch gesproken, alge-meen Koptisch genoemd. Dat was echter niet de officiële taal van

14

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 14

Page 13: De Jezusverzen in de Koran

land en kerk onder de Byzantijnse overheersing die duurde totde snelle Arabische overwinning in 641, nog geen tien jaar na dedood van Mohammed. Tot die islamitische verovering was deofficiële taal het Grieks van de Byzantijnen. Na het concilie vanChalcedon (451) ontstonden ook hier problemen. Het compro-mis van ‘één persoon, twee naturen’ in de Christus werd nietaanvaard door patriarch Dioscurus. Daar was ook een kerk-po-litieke reden voor. Het concilie van Chalcedon (gehouden in eenvoorstadje van Constantinopel) had bepaald dat de patriarch vanConstinopel tweede in rang zou worden na de patriarch van Ro-me en zo een hogere status zou krijgen dan de andere oostersepatriarchen die gedeeltelijk onder het gezag van Constantinopelzouden komen. Dit was teveel voor de Egyptische patriarch, diezijn kerk als de grootste van de toenmalige wereld beschouwde,tevens een kerk van vele martelaren, geloofshelden, grote theo-logen en asceten. Dioscurus werd afgezet, maar zijn achterbanaccepteerde dit niet. Het resultaat was een splitsing, waardoorer twee patriarchen in Alexandrië kwamen, één Griekstalige ge-steund door de overheersende Byzantijnen van Constantinopel,één Koptischtalige die in geloofszaken de dogmatische besluitenvan Chalcedon afwees en als monofysitisch wordt gezien.

5° Abessijnse christenen. De vijfde christenheid in de omgevingvan Arabië was die van Aksum of Abessynië, het tegenwoordi-ge Ethiopië. Over de oorsprong van deze christelijke presentiezal hieronder meer gesproken worden, omdat zij rond 350 ont-stond in nauwe samenhang met die in het zuiden van Arabiëzelf, in het huidige Jemen. Ook dit christendom is wel groten-deels monofysitisch geweest en heeft de concilies van Efese nochChalcedon aanvaard.

De twee concilies van Efese en Chalcedon (431 en 451) zijn voorde christenen van het Midden-Oosten dus uitgesproken ramp-concilies te noemen. Zij brachten scheuring teweeg tussen de By-zantijnse Grieken van Constantinopel en de christenen in de uit-gestrekte gebieden die zij controleerden. De GriekssprekendeByzantijnen werden in die gebieden beschouwd als de verte-genwoordigers van een koloniale kerk, terwijl de nestorianen,

15

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 15

Page 14: De Jezusverzen in de Koran

jakobieten en kopten zich verbonden voelden met de lokale be-volking.

Over de christenen zegt de Koran meermalen dat zij het on-derling oneens zijn. De grote tegenstelling tussen de Byzantijn-se Grieken en de door hen overheerste volkeren in het Midden-Oosten wordt wel als een van de verklaringen gezien waaromde islamitische beweging na de dood van Mohammed in 632 bin-nen tien jaar de grote gebieden van Egypte, Syrië, Jordanië enMesopotamië tot Perzië toe kon veroveren.

Concilies Godsleer Jezusleer Afgewezen door(hier slechts drie van dezeven alge-meen aan-vaarde)

Nicea 325 Triniteit Homoousios: Arianen: Arius maakte Zoon is één scheiding tussen godde-in wezen met lijkheid en Jezus; hij de Vader werd vooral door veel

Spaanse christenen ge-volgd

Efese 431 Maria: Theotokos Nestorius’ ‘extreme (Moeder van tweenaturenleer’ (Irak-de éne Jezus Perzië of rijk der Sassa-Christus) niden)

Chalcedon 451 Een persoon in Monofysieten vantwee naturen Alexandrië, Egypte,

Abessynië en veel West-Syriërs; ook door hetArabisch Nadjraan

Arabische christenen zonder een Arabische heilige schrift

De wijdere cirkel van christelijke gemeenschappen rond Mekkaen Medina die wij in de vorige paragraaf hebben besproken wasal redelijk ingewikkeld. Religieus en politiek verdeeld, geeft hetgebied in ieder geval niet een beeld van een homogene en eens-

16

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 16

Page 15: De Jezusverzen in de Koran

gezinde religieuze christelijke beweging. Het wordt nog inge-wikkelder als we in de Arabischsprekende wereld komen. Hierzijn drie belangrijke geografische groepen te onderscheiden. Deeerste en belangrijkste zijn die van de christenen van Zuidwest-Arabië en die van Abessynië, beter bekend onder de modernenaam Ethiopië. De oorsprong van deze christenen is punt vandiscussie. In het algemeen gaat men ervan uit dat er tussen de-ze twee gebieden samenhang bestond. Het christendom is van-uit Zuidwest-Arabië (nu Jemen) naar Aksum, de hoofdstad vanhet vroeg-Abessijnse christelijke rijk, gekomen. Daarnaast heb-ben beide gebieden hun eigen geschiedenis van het beginnendechristendom gehad. Er was in Ethiopië ook Egyptische invloeden in Jemen waren er naast jakobieten uit West-Syrië vooral nes-torianen uit het Perzische rijk. Immers, niet alleen in Syrië en Pa-lestina, ook in Jemen woedde de strijd tussen het Byzantijnse enhet Perzische rijk. In 520 stak een Ethiopisch leger nog de zui-delijke tak van de Rode Zee over, in een alliantie met de Byzan-tijnen. Uit wraak daarop en om zelfstandigheid tegenover Ethio-pië te bewijzen, zou een lokale sympathisant met het jodendom,Joesoef Zoenoewaas, zijn religie verspreid hebben en in de stadNadjraan een slachting onder de christenen hebben aangericht.De verering van de christelijke martelaren van Nadjraan is inniet-islamitische bronnen uitvoerig gedocumenteerd. Men ver-moedt ook dat de eerste verzen van soera 85 op deze vervolgingduiden, waarbij de martelaren in een kuil werden gegooid enverbrand.

Bij de hemel, met zijn sterrenwachtEn de dag, zo lang verwacht.Bij de getuige en wat is bedacht.

Dood aan de makers van het gatvan het vuur, de brand,terwijl iedereen erbij zat.Zij waren getuigen van wie zijn omgebracht.

Zij [de joodse aanvallers?] koesterden alleen maar wrok tegenhen [de christenen van Nadjraan?] omdat zij geloofden in God,

17

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 17

Page 16: De Jezusverzen in de Koran

de machtige, de lofwaardige, die de heerschappij over de he-mel en de aarde heeft. En God is van alles getuige.

In deze tekst komt het woord getuige driemaal voor: eenmaal inde inleidende eedformule, het conventionele deel van een sacra-le tekst. De tweede maal wordt het verbonden met de slechte par-tij, diegenen die martelen, terwijl het de derde keer op God wordttoegepast. Het Arabisch woord sjahied heeft de dubbele beteke-nis van ‘getuige’ en ‘iemand die sterft voor het geloof’, zoals ookhet Griekse martyr.3

Een volgend fragment van de geschiedenis van het christendomvan Jemen, in die tijd Himjaar genoemd, is verbonden met soe-ra 105 van de Koran. In een aan het Arabisch rijm aangepastevertaling luidt deze korte tekst:

Zag jij niet hoe jouw Heer die van de olifant heeft aangepakt?Heeft Hij hun plan niet kundig verlakt?En troepen gestuurd, een compagnie compactEn zo harde stenen op hen neergesmakt!En hen zo tot kaalgevreten stro gemaakt!

De historische context van deze op het eerste gezicht nogal duis-tere tekst wordt gegeven in de oudste overgeleverde beschrijvingvan Mohammeds leven, die van Ibn Ishaq. Een christelijke vorstvan Jemen, Abraha, zou in de hoofdstad Sana’a een kolossale ka-thedraal hebben laten bouwen, die geacht werd de grootste terwereld te zijn. Abraha wilde de bedevaart daarnaar bevorderenen zag in het West-Arabische heiligdom van Mekka een grote ri-vaal, die hij wilde aanpakken. Een legermacht, waarin een oli-fant meeging als grootste militair voertuig, zou op weg zijn ge-gaan naar Mekka. Op korte afstand van de stad weigerde deolifant verder te gaan. De troepen van Abraha hadden intussen

18

3. Zie voor de exegese van deze soera: Steenbrink, De korte hoofdstuk-ken van de Koran, p. 63-67. De christelijke documenten zijn uitge-geven door Irfan Shahid, The Martyrs of Najran. New Documents.Bruxelles: Société des Bollandistes, 1971.

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 18

Page 17: De Jezusverzen in de Koran

tweehonderd kamelen van Abdoel Moettalib, Mohammedsgrootvader, buitgemaakt. Deze kwam bij Abraha om te onder-handelen over teruggave. Abraha zei dat hij alleen de Ka’ba alsreligieus heiligdom wilde vernietigen. Laconiek gaf AbdoelMoettalib ten antwoord dat hij zelf alleen belang had bij de ka-melen, want dat was zijn bezit. Als de goden van de Ka’ba hetniet met de aanval eens zouden zijn, moesten zij zelf maar op-treden. Op hem wordt het volgende tweeregelige gedicht terug-gevoerd:

O God, een gewone man verdedigt zijn huis. Verdedig jij dus hetjouwe.Laat niet hun kruis en kundigheid de macht over jou behouden.

De volgende morgen zou de olifant terug naar het zuiden, rich-ting Jemen gelopen zijn. Hij was niet tegen te houden. Daaropkwam er een dramatische aanval van vogels. In het verhaal vanIbn Ishaq: ‘Daarop zond God vogels vanuit de zee, als zwaluwenen spreeuwen. Iedere vogel droeg drie stenen, zo groot als erw-ten of linzen, een in de bek en twee in de pootjes. Iedereen diegetroffen werd, stierf, maar niet iedereen werd getroffen. Demannen van Abraha vluchtten daarop in de richting vanwaar zijgekomen waren en zij dwongen Noefail [een Arabische gids]weer om hen de weg te leiden. Tijdens hun terugtocht viel de eenna de ander getroffen neer. Ook Abraha werd getroffen. Toenmen zijn lichaam oppakte, vielen zijn vingers van de handen afen een stank als van etter en bloed was te ruiken waar die vin-gers waren gevallen. Het onttakelde lijk werd wel teruggebrachtnaar Sana’a. Abraha’s zoon Jaksoem volgde hem op. Dit was vol-gens sommige bronnen ook het eerste jaar dat mazelen en pok-ken in Arabië werden waargenomen en dat men bittere kruidenals wijnruit en kolokwint zag.’4 Deze wonderbaarlijke verdedi-ging van Mekka en zijn heiligdom wordt geplaatst in 570, hetjaar waarin Mohammed werd geboren.

19

4. Uitvoeriger bespreking en referenties in Steenbrink, De korte hoofd-stukken, p. 143-149.

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 19

Page 18: De Jezusverzen in de Koran

Hoe men ook over het rijkelijk met wonderen en boven-natuurlijke verschijnselen versierde verhaal moge denken: Abra-ha is in ieder geval een historische figuur, die ook in Byzantijn-se bronnen bekendstaat als een krachtige persoon, wellicht eenAfrikaanse slaaf of huursoldaat, die zich tegen de Ethiopiërs intot koning van een onafhankelijk Jemen-Himjaar heeft kunnenontwikkelen. Dat duurde evenwel niet lang. In 575 veroverdende Perzen Zuid-Arabië op wat werd beschouwd als een vazalvan de Byzantijnen. Na die tijd waren er pro-Perzische vorstenof stadhouders in Jemen. In de steden waren aanzienlijke groe-pen christenen, naast gemeenschappen van joden en aanhangersvan traditionele godsdiensten. Van maart 630 tot maart 631 gingeen delegatie van de meest christelijke stad, Nadjraan, naar Medina om met Mohammed over speciale privileges te onder-handelen, zoals uitvoeriger besproken zal worden in het com-mentaar op de Jezusverzen van soera 3. Kort na de dood van Mo-hammed in 632 kwam ook Jemen onder islamitisch-Arabischeinvloed.

Een tweede kern van Arabisch christendom vinden we in hetnoordwesten van Arabië, waar de grotendeels nog niet seden-taire stam van de Banoe Ghassan allianties had met de Byzantij-nen. Hun gebied was veel beperkter dan het oude Arabische rijkder Nabataeërs, dat tot de derde eeuw delen van Jordanië maarook de Sinaï omvatte. De Banoe Ghassan moeten we vooral zoe-ken in het huidige Jordanië en Zuidwest-Syrië (rond het huidi-ge Damascus). Hun leider al-Harith (in het Grieks tot Aretas om-gevormd) werd door de Byzantijnen van de zesde eeuw erkenden zelfs ‘patriarch’ genoemd. Tegen de patriarch van Alexandriëin, maar met hulp van de bovengenoemde keizerin Theodora,kon hij de bisschopswijding van Jakob Baradaeus voorschrijven.Politiek en religie waren in het Byzantijnse rijk immers zeer nauwmet elkaar verweven en de Arabische stammen hadden aan degrenzen van het rijk enige politieke én geestelijke vrijheid. Diewijding had plaats in 542. In datzelfde jaar werd nog een bis-schop gewijd bij de Banoe Ghassan, een Theodosius die ‘Bisschopvan de Kampementen’ werd genoemd. Kampementen warenplaatsen waar de nomaden zich tijdelijk vestigden, vaak in de

20

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 20

Page 19: De Jezusverzen in de Koran

buurt van kloosters of heilige graven. Al-Harith, die soms ookwel koning werd genoemd, heeft veel moeite gedaan om binnende Byzantijnse kerk ruimte te krijgen voor priesters en bis-schoppen die Chalcedon afwezen en dus monofysieten waren.Dankzij goede relaties met Theodora lukte dat ook. Hij had daar-naast net als zijn opvolger Moenzir V (569-582) veel te makenmet de onderlinge debatten onder christenen. Bij een bezoek aanConstantinopel in 563, dus zeven jaar voor Mohammeds ge-boorte, bracht hij een document van Jakob Baradaeus mee waar-in de ketterij van tritheïsme, drie-godendom, werd veroordeeld.Dit doet denken aan het verwijt van de Koran (4:171 en 5:73) datsommigen zeggen dat God drie is.5

Een derde min of meer christelijk Arabisch gebied was dat vande Lakhmiden, in het huidige Zuid-Irak. Zij waren meer seden-tair en de stad Hiera, ter hoogte van Ktesifon (nabij het huidigeBaghdad) aan de Eufraat gelegen, was hun urbane centrum. Hunvorsten waren bijna geen van allen christen, maar wel zeer tole-rant, zoals gewoonlijk binnen de invloedssfeer van het Perzischerijk. In 410 was bisschop Hosea van Hiera aanwezig bij de sy-node van Ktesifon, waar de nestoriaanse kerk zichzelf een orga-nisatorische vorm gaf. De synode van Markabta in 420, waarbijde nestoriaanse kerkorganisatie zich formeel van die van het By-zantijnse rijk en de patriarchen van Antiochië afscheidde, vondplaats in het gebied van de Lakhmiden. In de stad Hiera en om-geving was een groot aantal kerken en kloosters. De eerste vorstdie zelf ook tot het nieuwe geloof overging was Noe’man IV, dierond 592 openlijk het christendom ging belijden. De Lakhmidenwaren bekend om hun dichters en er zijn vele herinneringen aan christelijke dichters bewaard gebleven door latere moslim-geschiedschrijvers.

Het gebied der Lakhmiden lag aan de grens van de Byzan-tijnse invloed en het gebied is dan ook meermalen tussen het Per-zische en Byzantijnse rijk gewisseld. Bij deze machtswisselingen

21

5. J.S. Trimingham, Christianity among the Arabs in Pre-Islamic Times.London: Longman, 1979, p. 182-184.

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 21

Page 20: De Jezusverzen in de Koran

hoorden ook bekeringspogingen, met name van de kant der By-zantijnen. De laatsten hebben het verhaal overgeleverd dat in eenperiode van Byzantijnse voorspoed een gezantschap werd ge-stuurd door patriarch Severus van Antiochie naar Moenzir III(506-554). Toen de twee monofysitische bisschoppen bij de vorstaankwamen speelde die alsof hij in grote verwarring en droef-heid was. Na enige tijd wilde de vorst de bisschoppen toch tewoord staan en hij vertelde dat hij zo geschokt was omdat hij zo-juist had gehoord dat de aartsengel Gabriël was gestorven. Debisschoppen verklaarden daarop, dat engelen onlichamelijk zijnen helemaal niet kunnen sterven. Daarop zei Moenzir dat hij tochgemakkelijker kon geloven dat engelen zouden sterven dan datde goddelijkheid, in vereniging met de menselijkheid in Chris-tus in één enkele natuur, zou kunnen sterven aan het kruis. Hetverhaal lijkt onwaarschijnlijk, maar geeft wellicht toch weer hoede vorst aarzelend was om zelf christen te worden en ook hoede debatten tussen de diverse vormen van christenen liepen. Detwijfel aan de goddelijkheid stervend aan het kruis zullen we ooktegenkomen in de bespreking van Koran 4:157.6

Contextualisering van de joods-christelijke boodschap?

Was er ook een Arabische bijbelvertaling? Of minstens een ver-taling van een van de evangelies? Algemeen wordt aangenomendat er geen echte Arabische vertaling was, niet mondeling en nietschriftelijk. De Palestijnse theoloog Mitri Raheb heeft het ont-breken van het Arabisch in de liturgie, dus ook in hymnen, ge-beden en bijbellezingen, onlangs zelfs centraal gesteld in zijn in-terpretatie van het ontstaan van de islam. Volgens Raheb hebbende Banoe Ghassan én de christenen van Hiera de Syrische litur-gie van hun respectievelijke moederkerken gevolgd, omdat zedaarmee nu eenmaal verbonden bleven. Ze hebben nooit een ei-gen synode of andersoortige organisatievorm gekregen. Zij ble-ven als Arabische minderheden onderdeel van de Syrisch-Ara-

22

6. Trimingham, Christianity among the Arabs, p. 188-201.

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 22

Page 21: De Jezusverzen in de Koran

meessprekende monofysitische en nestoriaanse kerken. De chris-tenen van Abessynië hadden al vanaf het einde van de vijfdeeeuw een vertaling in het Ge’ez.7 Over Nadjraan wordt ook ge-sproken als een Syrisch-monofysitische enclave in Arabisch ge-bied.8 Raheb ziet de kern van Mohammeds optreden dan ook alshet creëren van een eigen Arabische openbaring. Nadat God aande joden een Hebreeuwse, aan de Byzantijnen een Griekse, aande monofysitische en nestoriaanse christenen een Syrische en aande Egyptenaren een Koptische openbaring had gegeven, gaf hijnu aan de Arabieren een openbaring in hun eigen taal (zie Ko-ran 12:2 ‘Wij hebben het als een Arabische Koran neergezonden’).

Volgens Raheb was het Mohammeds basisidee om parallelaan de Ethiopische, Koptisch-Egyptische, Griekse en Syrischekerken een echte Arabische nationale kerk, een onafhankelijkemaatschappij en staat te stichten, niet via een vertaling van tek-sten maar via een nieuwe openbaring van God door een profeetuit het eigen en echte Arabische volk. Dit idee zou vooral in demiddelperiode van Mohammeds optreden, in de late Mekkatijden in de vroege Medinatijd, de openbaringen hebben gedomi-neerd. De Koran is immers niet alleen heilsgeschiedenis en on-derwijzing, het is tegelijk ook gebedenboek en wetboek. Rahebnoemt de islam dan ook een project tot Arabische contextualise-ring van de christelijke boodschap.9

Hoe aantrekkelijk de positie van Mitri Raheb ook is, er blijfttoch ook nog heel wat op aan te merken. Hij kijkt wel erg naarde christelijke kant en veel minder naar de joodse. Er is wel ge-zegd dat de joodse wortels van de Koran nogal zwak zijn, dat erweinig rabbijns materiaal in is verwerkt en dat het joodse mate-riaal ook wel via de christelijke bronnen zou kunnen zijn bin-nengekomen. Dat valt te betwijfelen, omdat de Jezusverzen in

23

7. Trimingham, Christianity among the Arabs, p. 289.8. Syney Griffith s.v. Narjan in Encyclopaedia of the Qur’an.9. Mitri Raheb, ‘Der Islam: Ein gescheitertes oder gelungenes Projekt

christlich-arabischer Kontextualisierung?’, in: Ulrich Dehn & KlausHock (red.), Jenseits der Festungsmauern. Verstehen und Begegnen. Fest-schrift Olaf Schumann. Neuendettelsau: Erlanger Verlag für Missionund Ökumene, 2003, p. 281-318.

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 23

Page 22: De Jezusverzen in de Koran

vergelijking met de grote hoeveelheid materiaal over Mozes,Abraham en andere profeten toch maar gering zijn. Daarnaastwas er in Mekka nauwelijks een joodse aanwezigheid, maar de-ze was zeer significant in Medina, waar drie joodse stammenwoonden, deel van een grote joodse streek in Noordwest-Ara-bië, ten noorden van Medina. Noch in Mekka, noch in Medinazijn ooit in groter aantal christenen aanwezig geweest. De ‘be-kendste christen uit Mohammeds omgeving’, Waraqah bin Nau-fal, een neef van zijn vrouw Chadidjah, was al overleden kort na-dat Mohammed zijn eerste openbaring kreeg. Twee van de groepvan vier ‘godzoekers’ of hanief rond Mohammed bekeerden zichtijdens Mohammeds leven tot het christendom in Abessynië ofin Constantinopel. De laatste was al overleden voor de eersteopenbaring.10 We mogen de oorsprong van de islam dus niet alte zeer vanuit het christendom bekijken.

Joden-christenen?

Over de aard van de christenen in Centraal-Arabië en in de on-middellijke omgeving van Mekka en Medina kunnen we maarmoeilijk precieze omschrijvingen geven die passen op de huidi-ge hoofdstromingen van jodendom of christendom. Arend vanLeeuwen, radicaal voorstander van een secularisatietheologie inde jaren 1960, schreef een eigenaardig oordeel in zijn grote boekHet Christendom in de wereldgeschiedenis:

Eigenlijk was er in de eerste periode van de opkomende islam geenenkele dwingende reden de beweging niet als een wat eigenaardigevorm van christendom te beschouwen. De wijze waarop sommigeabessijnse stammen het christendom hebben aangepast aan hun oude tradities wijkt in sommige opzichten veel verder af van watwij christendom zouden noemen dan de islam.11

24

10. Trimingham, Christianity among the Arabs, p. 263.11. Arend Th. van Leeuwen, Het Christendom in de wereldgeschiedenis.

Hilversum: Paul Brand, 1966, p. 184 (eerste Engelse editie uit 1964).

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 24

Page 23: De Jezusverzen in de Koran

Julius Wellhausen, bij bijbelkenners vooral bekend als ‘uitvinder’van de vier-bronnen theorie over de eerste bijbelboeken (Jahwist,Elohist, Deuteronomist, Priestercodex), heeft in 1887 een Latijns-Griekse omschrijving gebruikt voor de Arabische christenen:Arabia ferax haereseon. Arabië dat zo wild is van ketterijen enscheuringen! Daar moest je de officiële leer van de Byzantijnserijkskerken niet verwachten en ook nog niet de leer van de ver-schillende nationale kerken van het oosten. Nee. Het land zat volmet ‘obscure sekten die allemaal op een primitief niveau warenblijven steken en nauw verwant waren aan de joden.’12

Afgezien van de nogal sterk negatieve bewoordingen, moe-ten we hier toch een stuk historische waarheid in zien. Allereerstmoeten we dan kijken naar de term waarmee de christenen in deKoran worden aangeduid. Zij heten daar Nasara, dat wel kan dui-den op het joodse Nazareeër voor iemand die een gelofte alsSimson had afgelegd, maar toch vooral verbonden moet wordenmet Jezus, de man uit Nazareth. Nasara wordt voor christenenvooral gebruikt door joden (in de Talmoed), maar rond 400 ookwel voor Jezusbelijdende joden (zogenaamde joodse christenen)in Syrië. In dit geval zouden we dus in de Koran en in het levenvan Mohammed niet hoeven te kiezen tussen joden óf christe-nen, maar zou er een tussenvorm tussen beide grotere traditiesaanvaard moeten worden. Probleem van deze oplossing is even-wel dat er geen concrete tradities van deze waarschijnlijk kleinegroeperingen zijn overgebleven die dicht bij Mohammed teplaatsen zijn.13

25

12. Geciteerd in Wilhelm Rudolph, Die Abhängigkeit des Qorans von Ju-dentum und Christentum. Stuttgart: Kohlhammer, 1922, p. 6.

13. Karel Steenbrink, ‘Muslims and the Christian Other: Nasara inQur’anic Readings’, in: Frans Wijsen & Peter Nissen (eds.), Missionis a Must: Intercultural Theology and The Mission of the Church (Fest-schrift Rogier van Rossum. Amsterdam & New York: Ropodi, 2002, p. 200-222. Recentelijk heeft Hans Küng (in samenwerking met Jo-seph van Ess) sterk gepleit voor het plaatsen van de islam tegen deachtergrond van de kleine joods-christelijke sekten, daarin begre-pen de joods-christelijke wortels van het manicheïsme. Hans Küng,Der Islam. Geschichte, Gegenwart, Zukunft. München: Piper, 2004, p. 62-78.

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:34 Pagina 25

Page 24: De Jezusverzen in de Koran

Wat moet onze conclusie zijn na deze historische wirwar, om niette spreken van een doolhof? Allereerst dat er veel gegevens zijnover joden, maar ook veel over christenen in de wijde omgevingvan Mekka. Syrische, Egyptische, Ethiopische, ook wel Arabischechristenen. Maar hoe dichter we bij West-Arabië, de hidjaaz ende stad Mekka komen, des te minder gegevens zijn er. Het isgoed om een besef te hebben van de rijke en gevarieerde ge-schiedenis van het christendom in deze streken. Mohammedheeft op velerlei manieren daarvan gehoord en heeft er zelf ookrechtstreeks contact mee gehad. Daarbij moet er steeds wel re-kening mee gehouden worden dat er in de Arabische streken ner-gens een absoluut en dominerend meerderheidschristendomwas. Het was vaak ook niet veel meer dan een politieke alliantiemet de Byzantijnen of de Ethiopiërs. Uiteindelijk moeten we hetJezusbeeld van de Koran toch vooral opbouwen uit de tekstenvan de Koran zelf.

26

Het gebied waar de islam ontstond (naar J. Waardenburg (red.), Islam,Norm, ideaal en werkelijkheid. Fibula 2000:32).

50336_Jezusverzen 02-02-2006 11:35 Pagina 26