De groene kikker  · Web view2016-05-03 · Soms word het zwakste kuiken opgegeten of uit de boom...

8
PO: Eten of gegeten worden 2a1 2015 Hugo Huijben en Ties van den Brand

Transcript of De groene kikker  · Web view2016-05-03 · Soms word het zwakste kuiken opgegeten of uit de boom...

PO: Eten of gegeten worden

2a1 2015Hugo Huijben en Ties van den Brand

Leefwijze 3 dieren

De groene kikkerDe groene kikker leeft overdag, vooral in het water. Hij zont graag op de oever om zichzelf op te warmen, want het is een koudbloedig dier. ‘S winters houdt de groene kikker een winterslaap op de modderbodem van het water. Doordat een groene kikker 10% van zijn zuurstofbehoefte via de huid laat komen is dat genoeg om de winterslaap onder het zand te overleven, maar het is niet genoeg zuurstof voor de jacht. Dan zal de groene kikker via de longen moeten ademen. Hij vangt zijn prooien vaak met een sprong. De groene kikker eet voornamelijk insecten, wormen, geleedpotigen en slakken. Sommige dieren vindt hij vies. Vaak hebben die dieren waarschuwingskleuren. Dieren die stil zitten merkt de kikker niet op, maar als ze voor de kikker voorbij komen slaat hij zijn slag. Dat gaat heel snel! Zijn tong glijdt uit zijn mond en kleeft het insect vast. Het dier wordt in zijn geheel doorgeslikt. Tijdens het slikken draaien de ogen van de kikker helemaal dicht naar binnen. Kikkers planten zich onder water voort. Het vrouwtje kromt de rug en dan komen er eitjes vrij. Het mannetje herkent dit en loost zijn sperma. Hoe snel de eitjes uit komen hangt af van de temperatuur van het water. Daarna komen de kikkervisjes die uitgroeien tot een kikker.

De RingslangIn Nederland leven ringslangen in Zeeland, Utrecht, Noord-Brabant, Noord-Holland en Zuid-Holland. Ringslangen leven overdag. De ringslang is een snelle slang die zowel op land als over water prima kan leven. Meestal zwemmen ze met de kop net boven het water langs de oever en jagen ze op kikkers en salamanders. Doordat de slang het meest op t land leeft koelt hij langzaam af en daarom kan die op gematigde gebieden leven. ’S Nachts schuilen ze onder stenen of hout. ’S Ochtends gaan ze eerst zonnen om op te warmen, omdat ze koudbloedig zijn. Net als de kikker. Daarna kunnen ze op jacht gaan. Het reukzintuig van de slang is het belangrijkste. Door zijn tong uit te steken kan die nauwkeurig ruiken waar zijn prooi zich bevind. Kikkers gaan vaak verstijft staan als de ringslang voor ze staat. Vroeger dacht men dat de ringslang zijn prooi hypnotiseerden, maar de kikkers en padden doen het om zich groter te maken of onopgemerkt te blijven. Ze zuigen zichzelf vol met lucht. Maar de ringslang heeft zich hierop aangepast en slaat zijn slag. In tegenstelling tot andere slangen begint de ringslang met het achterlijf, omdat hij zo de ingezogen lucht uit de kikker of pad kan persen. Anders zou het hem niet lukken. Tijdens de paringtijd strijden meerdere mannetjes om een vrouwtje. De grootste duwt de kleinere weg en mag met het vrouwtje paren. Alle slangen hebben 2 penissen zodat ze via elke kant kunnen paren. De ringslang zet de eieren af en probeert het nest zo warm mogelijk te houden want ook bij de ringslang speelt de temperatuur van de omgeving waarin de eieren liggen een grote rol. De ringslang legt gemiddeld 30 eitjes. De eitjes plakken tegen elkaar

tegen uitdroging. Nadat ze uitgekomen zijn en voor het eerst zijn verveld zijn ze 13 tot 20 cm lang en zijn ze meteen zelfstandig. Ze worden gemiddeld 20 jaar oud .

De buizerdDe buizerd is een middelgrote roofvogel, ongeveer iets groter dan de kraai. Overdag vliegt hij in de lucht als een echte zweefvlieger en kijkt hij met zijn goede ogen of hij een prooi kan vinden. Dan laat hij zich met een duikvlucht naar beneden gaan en slaat die met zijn vleugels over het dier en dood hij het dier met de klauwen. Meestal is de prooi een klein zoogdier, kikker of een kleine vogel, maar soms is de buizerd ook een aaseter. Buizerds houden ervan om op hoge palen of lantaarnpalen te zitten. Zo kunnen ze ook prooien zoeken. De resten spuugt de buizerd uit in de vorm van een braakbal. Concurrenten als de kraai jagen vaak de buizerd weg . Buizerds zie je vaak alleen. In de paartijd zoeken ze hun partner. In het voorjaar (mei) legt hij 2 tot 4 eieren, hoog in de boom. Het zijn witte eieren met bruine vlekken. De broedtijd is 28 tot 31 dagen. Het jong wat als eerste uitkomt heeft het meeste kans om te overleven. Soms word het zwakste kuiken opgegeten of uit de boom gegooid. Na 6 tot 7 weken gaan de jonge uit het nest. Ze ontdekken steeds een stukje meer buiten hun nest. Na 3 of 4 jaar is de buizerd pas geslachtsrijp. Dat betekent dat hij zich dan kan voortplanten. In de natuur kunnen buizerds gemiddeld 26 jaar oud worden.

ExtraAl deze foto’s zijn zelfgemaakte foto’s.

Herten (planteneter)Hier zie je een populatie herten. Het is een populatie, omdat het dezelfde soort dieren zijn die bij elkaar leven. Sommige zijn gras aan het eten (producent) en daarom zijn het consumenten van de 1e

orde. Anderen zijn aan het opletten wat er gebeurd.

Het paard (planteneter)Hier zie je een paard wat gras (producent) aan het eten is. Het paard is daarom een consument van de 1e orde.

De aap (alleseter)Op deze foto zie je dat de aap een noot aan het eten is. Zijn voorkeur gaat dan ook naar noten en andere planten, maar apen eten soms ook vlees. Op deze foto is de aap een consument van de 1e orde, want hij eet een noot (producent).

De boomDe boom is een producent. Op deze foto vindt fotosynthese plaats in de bladeren van de boom, maar op het moment van de foto niet heel veel, want de zon scheen niet zo fel.

De koe (planteneter)Op deze foto zie je dat de koeien gras (producent) aan het eten zijn. Het zijn dus consumenten van de 1e orde.

Het biotoop van het voedselweb

Het biotoop van ons voedselweb is het bos, akkers en weilanden. Ons voedselweb is niet perse aan te duiden in een enkel gebied. Een combinatie van bos,weilanden en akkers is perfect voor ons voedselweb. Bijvoorbeeld een natuurgebied als de Veluwe. De dieren zijn voor elkaar biotische factoren die invloed hebben op elkaar, want ze leven van elkaar. Bijna elk dier heeft een soortgenoot, een concurrent(concurrent om hetzelfde eten), een predator(vijand die het dier opeet) en parasieten(kunnen ziektes veroorzaken). Dat zijn biotische factoren. Een paar voorbeelden van abiotische factoren die invloed hebben op de dieren in dit biotoop zijn temperatuur, water, lucht en bodem. Temperatuur, zodat de dieren goed kunnen leven. In Nederland kan dit voedselweb uitstekend leven omdat Nederland een gematigd klimaat heeft. Water, omdat er in de buurt wel sloten, meren en vijvers moeten liggen als drinkwater voor de dieren. Lucht, omdat er genoeg zuurstof in de lucht moet zitten. En de bodem, moet bijvoorbeeld vochtig genoeg zijn voor de planten.

BronvermeldingDit zijn de websites die we hebben gebruikt:

- Het biologie boek- Wikipedia- Schooltv- Nog wat overige sites:

http://jungerius.net/buizerd/jacht/ing http://jungerius.net/buizerd/jacht/ing http://home.deds.nl/~hetbos/hetbos/wat_eten_vossen.htmhttp://www.infotalia.com/nld/tuin/tuinaanleg_en_onderhoud/dieren_in_de_tuin/dier_detail.asp?id=2214 http://www.beesies.nl/kikker.htm

Voedselketen

Rode bessenstruik.producent

Bladluis.Consument 1e orde, planteneter

Lieveheersbeestje.Consument 2e orde, vleeseter

Libelle.Consument 3e orde, vleeseter Groene kikker,

Consument 4e orde, vleeseter

Ringslang,Consument 5e orde vleeseter

Buizerd,Consument 6e orde vleeseter