De gekke gent van GercoIn 88 procent van de gevallen kunnen we dus wat leren van de out-of-the-box...

2
VRIJDAG 5 SEPTEMBER 2014 Trouw Gerco van Beek met Jan. FOTO RITA HOGERHUIS O p vakantie in Bretag- ne redde Gerco van Beek een gewonde jan-van-gent. Een jan-van-gent is een enorme zeevogel met een twaalf centimeter lange torpedo-snavel. In het Frans heet zo’n vogel Fou de Bassan, wat iets betekent als laaghartige gek. Oppassen dus. Maar de jan-van-gent de Bassan liet zich zonder protest helpen. “Hij kon ook niet bewegen”, zegt Gerco. “Ik klauterde over de rotsen en zag een grote vogel liggen”, ver- telt de vakantieganger. “Ik dacht dat hij dood was. Maar hij bewoog even. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat het een jan-van-gent was. Hij zat verstrikt in visdraad en haken. Eén om zijn snavel, één om zijn poot en één in zijn romp. Alles bijeengebonden door dat na- re nylon visdraad.” Met hulp van zijn vriendin Rita Hogerhuis wist Gerco de vogel te bevrijden van de vishaken en met een tang knipte hij de meeste lij- nen weg. “Als een heuse dierenarts voerden we een mooie operatie uit! De vo- gel werd helemaal rustig toen hij van die troep bevrijd was. Alleen toen ik opstond om met hem naar de auto te lopen, hapte hij naar me. Tsjak, een bloedende snee in mijn wang.” De jaap van jan-van-gent. De sna- velhouw had Gerco een oog kun- nen kosten. “Het gaf me niks”, zegt hij. “Ik had zo met dat dier te doen. Som- mige nylon visdraden hadden zich in het lijf gesneden en kreeg ik er niet uit.” Ze reden met Jan naar een véteri- nair, vijftien kilometer verderop, die tinctuur en antibiotica gaf. “Jan zou het wel redden, zei de dierenarts. Toen hebben we onze Fou de Bassan vrijgelaten aan de Bretonse rotskust.” KOOS DIJKSTERHUIS natuurdagboek 5 september 2014 De gekke gent van Gerco Scheveningse blauwe vinvis zat onder de blauwe plekken Microscopisch onderzoek heeft be- vestigd wat ze al dachten: de recent aangespoelde blauwe vinvis is ge- sneuveld door een aanvaring. Het zeezoogdier, dat eerst bij Kat- wijk ronddobberde en uiteindelijk op het Scheveningse strand in stuk- ken is gesneden, leefde nog voordat hij getroffen werd door een harde klap. Onderzoekers van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht vonden bloedingen, die te in- terpreteren zijn als blauwe plekken. Tientallen strandgangers waren eind augustus getuige van de stin- kende resten. Dat de 17 meter lange walvis waarschijnlijk een acute dood is gestorven, bleek toen al uit de vondst van een volle maag en darm- stelsel: het mannetjesdier had duide- lijk vlak voor zijn dood nog gegeten. Er waren meer aanwijzingen: de ge- broken ruggenwervels, de staat van ontbinding en de vindplaats van het karkas maken het zeer aannemelijk dat de vinvis op de boeg van een schip richting Nederlandse wateren is getransporteerd. De afgelopen drie jaar is er elk jaar een vinvis de haven van Rotterdam binnengevaren op de boeg van grote containerschepen. Elke keer gebeur- de dat in de zomermaanden.Ook de- ze vinvissen zijn onderzocht door specialisten van de faculteit Dierge- neeskunde. In twee van de drie geval- len werd een aanvaring als logische oorzaak genoemd. Ook deze vinvis- sen waren relatief jong, nog niet vol- wassen. Het weefselonderzoek heeft ook be- vestigd dat de vinvis meerdere lever- abcessen had, waarin overblijfselen en eitjes van parasieten zijn gevon- den. Hoe het dier aan de abcessen is gekomen, hoopt de Universiteit van Utrecht nog te achterhalen. Een bacteriële of schimmelinfectie aan de lever kan de vinvis namelijk wel verzwakt hebben. Hoewel de verre staat van ontbin- ding het vinden van afwijkingen moeilijk maak, zijn in de longen, het hart, de maag, de darmen en het rug- genmerg verder geen rare dingen aangetroffen. Maag en delen van de darm zullen nader worden onder- zocht op inhoud door Imares, onder- deel van Wageningen UR. REDACTIE GROEN V oorbeelden te over. Ylva Poel- man kan bijna niet ophouden met haar opsomming van op- lossingen uit de natuur die uit- eindelijk zullen leiden tot technische innovaties, of dat al hebben gedaan. Laat ze eens een eerste probleem bij de kop pakken. “Archi- tecten hebben bij hun ontwerp voor kantoor- gebouwen in Afrika grote moeite met de ven- tilatie en klimaatbeheersing.” Ze hebben daar- om gekeken hoe termieten hun heuvels bou- wen waarin hun voedsel – een gevoelige schim- melsoort – alleen bij een constante tempera- tuur van 30 graden gedijt. “Geïnspireerd door het ventilatiesysteem van een termietenheu- vel”, vertelt Poelman, “ is vervolgens het East- gate Centre in Harare (Zimbabwe) gebouwd, dat slechts 10 procent energie gebruikt ten op- zichte van conventionele gebouwen; en nog eens 10 procent van de totale bouwkosten werd bespaard door de geringe installatiekos- ten.” Kijk, dat schiet op. Nog een voorbeeld: de Japanse snelheidstrein ‘de Shinkansen Bullet’, gevormd als een stom- pe kogel, sjeest met 300 kilometer per uur door de tunnels heen, maar laat bij het verlaten van die kokers steeds een enorme knal horen. Poel- man: “Hij drukt namelijk door de snelheid alle lucht in die tunnel samen, en die ontsnapt in één keer waardoor het lijkt alsof de trein door de geluidsbarrière gaat.” De vorm van de ijsvo- gel bracht uitkomst. Deze ‘snijdt’ bij een duik door het water. “Door de vorm van de kop te- rug te laten keren aan voor- én achterkant van de trein, is de trein niet alleen stiller geworden, maar ook 10 procent sneller en gebruikt hij 15 procent minder energie.” Nog eentje dan: chirurgen zijn meesters met pinnen, schroeven en bouten als het gaat om het herstel van botbreuken. “Maar voor de overgebleven splinters hebben ze eigenlijk lijm nodig. Die moet in een lichaam wel biologisch afbreekbaar zijn en geen reacties veroorza- ken.” Wat blijkt: mossels kunnen zich in tur- bulent zeewater uitstekend vasthechten aan objecten met zogenaamde byssusdraden, die bestaan uit eiwitten. “Op basis hiervan kan su- persterke bio-lijm worden gemaakt.” De voorbeelden roepen misschien meer vra- gen op dan dat ze antwoorden geven, maar Yl- va Poelman zal ze de komende tijd allemaal uitvoerig beschrijven in een nieuwe tweewe- kelijkse column op deze pagina. Poelman, die eerder natuurkunde en sterrenkunde studeer- de en zich daarna heeft toegelegd op de inno- vatieve ICT, is verbonden aan het Bionica Inno- vatie en Expertise Centrum in Groningen. In die hoedanigheid probeert ze steeds een link te leggen tussen de wetenschappelijke kennis die op de universiteit aanwezig is, en de toe- passingen voor het bedrijfsleven. Poelman is een echt natuurmens, een wande- laar die vaak met haar hond in het Groningse buitengebied is te vinden. Op de middelbare school hing ze in de pauzes niet in het fietsen- hok, maar struinde de warenhuizen en boek- winkels af op zoek naar afgeprijsde natuurboe- ken. Door die passie heeft ze uiteindelijk de studies gevolgd waarin ze ook is afgestudeerd. Bionica “Een paar jaar geleden zag ik op de Duits/Fran- se zender Arte een uitzending over wat we nu bionica zijn gaan noemen, en ik hoorde nog net geen engelenkoor, maar ik was wel ge- raakt. Het sloot zo nauw aan bij mijn belang- stelling voor natuur én innovatie. Waarom doen we daar in Nederland niets aan? Het zal best zo zijn dat een individuele wetenschapper zich in dit onderwerp verdiepte, maar er be- stond geen studierichting of onderzoeksgroep.” In dat gat is Poelman gesprongen en ze is in- middels expert op het gebied van bionica, dat ook biomimicry, biomimetica of zelfs ‘bio-geïn- spireerd’ wordt genoemd. “Maar het staat alle- maal voor hetzelfde”, stelt Poelman gerust. In deze wetenschap worden biologische oplossin- gen die er in bijna vier miljard jaar zijn ont- staan, als inspiratie gebruikt om tot menselijke ‘Een vogel mag niet te zwaar zijn, maar hij moet ook tegen een stootje kunnen. Die balans is in de natuur perfect.’ Een nieuwe columniste van wie je wat opsteekt. Elke twee weken beschrijft de Bionische Vrouw, Ylva Poelman, hoe oplossingen uit de natuur inspiratie vormen voor technische foefjes. TEKST Hans Marijnissen Wat termiet en ijsvogel ons leren deVerdieping duurzaamheid & natuur 10

Transcript of De gekke gent van GercoIn 88 procent van de gevallen kunnen we dus wat leren van de out-of-the-box...

Page 1: De gekke gent van GercoIn 88 procent van de gevallen kunnen we dus wat leren van de out-of-the-box aanpak van de natuur. Bovendien geeft bionica vaak verbe-teringen van niet slechts

VRIJDAG 5 SEPTEMBER 2014 Trouw

Gerco van Beek met Jan. Foto Rita HoGeRHuis

O p vakantie in Bretag-ne redde Gerco vanBeek een gewondejan-van-gent. Eenjan-van-gent is een

enorme zeevogel met een twaalfcentimeter lange torpedo-snavel.In het Frans heet zo’n vogel Foude Bassan, wat iets betekent alslaaghartige gek. Oppassen dus.Maar de jan-van-gent de Bassanliet zich zonder protest helpen.“Hij kon ook niet bewegen”, zegtGerco.“Ik klauterde over de rotsen enzag een grote vogel liggen”, ver-telt de vakantieganger. “Ik dachtdat hij dood was. Maar hij bewoogeven. Toen ik dichterbij kwam,zag ik dat het een jan-van-gentwas. Hij zat verstrikt in visdraaden haken. Eén om zijn snavel, éénom zijn poot en één in zijn romp.Alles bijeengebonden door dat na-re nylon visdraad.”Met hulp van zijn vriendin RitaHogerhuis wist Gerco de vogel te

bevrijden van de vishaken en meteen tang knipte hij de meeste lij-nen weg.“Als een heuse dierenarts voerdenwe een mooie operatie uit! De vo-gel werd helemaal rustig toen hijvan die troep bevrijd was. Alleentoen ik opstond om met hem naarde auto te lopen, hapte hij naarme. Tsjak, een bloedende snee inmijn wang.”De jaap van jan-van-gent. De sna-velhouw had Gerco een oog kun-nen kosten.“Het gaf me niks”, zegt hij. “Ikhad zo met dat dier te doen. Som-mige nylon visdraden hadden zichin het lijf gesneden en kreeg ik erniet uit.”Ze reden met Jan naar een véteri-nair, vijftien kilometer verderop,die tinctuur en antibiotica gaf.“Jan zou het wel redden, zei dedierenarts. Toen hebben we onzeFou de Bassan vrijgelaten aan deBretonse rotskust.”KOOS DIJKSTERHUIS

natuurdagboek 5 september 2014

De gekke gentvan Gerco

ScheveningseblauwevinviszatonderdeblauweplekkenMicroscopisch onderzoek heeft be-vestigd wat ze al dachten: de recentaangespoelde blauwe vinvis is ge-sneuveld door een aanvaring.Het zeezoogdier, dat eerst bij Kat-

wijk ronddobberde en uiteindelijkop het Scheveningse strand in stuk-ken is gesneden, leefde nog voordathij getroffen werd door een hardeklap. Onderzoekers van de faculteitDiergeneeskunde van de UniversiteitUtrecht vonden bloedingen, die te in-terpreteren zijn als blauwe plekken.Tientallen strandgangers waren

eind augustus getuige van de stin-kende resten. Dat de 17 meter langewalvis waarschijnlijk een acute doodis gestorven, bleek toen al uit devondst van een volle maag en darm-stelsel: het mannetjesdier had duide-lijk vlak voor zijn dood nog gegeten.Er waren meer aanwijzingen: de ge-broken ruggenwervels, de staat vanontbinding en de vindplaats van hetkarkas maken het zeer aannemelijkdat de vinvis op de boeg van eenschip richting Nederlandse waterenis getransporteerd.De afgelopen drie jaar is er elk jaar

een vinvis de haven van Rotterdam

binnengevaren op de boeg van grotecontainerschepen. Elke keer gebeur-de dat in de zomermaanden.Ook de-ze vinvissen zijn onderzocht doorspecialisten van de faculteit Dierge-neeskunde. In twee van de drie geval-len werd een aanvaring als logischeoorzaak genoemd. Ook deze vinvis-sen waren relatief jong, nog niet vol-wassen.Het weefselonderzoek heeft ook be-

vestigd dat de vinvis meerdere lever-abcessen had, waarin overblijfselenen eitjes van parasieten zijn gevon-den. Hoe het dier aan de abcessen isgekomen, hoopt de Universiteit vanUtrecht nog te achterhalen.Een bacteriële of schimmelinfectie

aan de lever kan de vinvis namelijkwel verzwakt hebben.Hoewel de verre staat van ontbin-

ding het vinden van afwijkingenmoeilijk maak, zijn in de longen, hethart, de maag, de darmen en het rug-genmerg verder geen rare dingenaangetroffen. Maag en delen van dedarm zullen nader worden onder-zocht op inhoud door Imares, onder-deel van Wageningen UR.REDACTIE GROEN

V oorbeelden te over. Ylva Poel-man kan bijna niet ophoudenmet haar opsomming van op-lossingen uit de natuur die uit-eindelijk zullen leiden tottechnische innovaties, of datal hebben gedaan. Laat ze eens

een eerste probleem bij de kop pakken. “Archi-tecten hebben bij hun ontwerp voor kantoor-gebouwen in Afrika grote moeite met de ven-tilatie en klimaatbeheersing.” Ze hebben daar-om gekeken hoe termieten hun heuvels bou-wen waarin hun voedsel – een gevoelige schim-melsoort – alleen bij een constante tempera-tuur van 30 graden gedijt. “Geïnspireerd doorhet ventilatiesysteem van een termietenheu-vel”, vertelt Poelman, “ is vervolgens het East-gate Centre in Harare (Zimbabwe) gebouwd,dat slechts 10 procent energie gebruikt ten op-zichte van conventionele gebouwen; en nogeens 10 procent van de totale bouwkostenwerd bespaard door de geringe installatiekos-ten.” Kijk, dat schiet op.Nog een voorbeeld: de Japanse snelheidstrein

‘de Shinkansen Bullet’, gevormd als een stom-pe kogel, sjeest met 300 kilometer per uur doorde tunnels heen, maar laat bij het verlaten vandie kokers steeds een enorme knal horen. Poel-man: “Hij drukt namelijk door de snelheid allelucht in die tunnel samen, en die ontsnapt inéén keer waardoor het lijkt alsof de trein doorde geluidsbarrière gaat.” De vorm van de ijsvo-gel bracht uitkomst. Deze ‘snijdt’ bij een duikdoor het water. “Door de vorm van de kop te-rug te laten keren aan voor- én achterkant vande trein, is de trein niet alleen stiller geworden,maar ook 10 procent sneller en gebruikt hij 15procent minder energie.”Nog eentje dan: chirurgen zijn meesters met

pinnen, schroeven en bouten als het gaat omhet herstel van botbreuken. “Maar voor deovergebleven splinters hebben ze eigenlijk lijmnodig. Die moet in een lichaam wel biologischafbreekbaar zijn en geen reacties veroorza-ken.” Wat blijkt: mossels kunnen zich in tur-bulent zeewater uitstekend vasthechten aanobjecten met zogenaamde byssusdraden, diebestaan uit eiwitten. “Op basis hiervan kan su-persterke bio-lijm worden gemaakt.”De voorbeelden roepen misschien meer vra-

gen op dan dat ze antwoorden geven, maar Yl-va Poelman zal ze de komende tijd allemaaluitvoerig beschrijven in een nieuwe tweewe-

kelijkse column op deze pagina. Poelman, dieeerder natuurkunde en sterrenkunde studeer-de en zich daarna heeft toegelegd op de inno-vatieve ICT, is verbonden aan het Bionica Inno-vatie en Expertise Centrum in Groningen. Indie hoedanigheid probeert ze steeds een linkte leggen tussen de wetenschappelijke kennisdie op de universiteit aanwezig is, en de toe-passingen voor het bedrijfsleven.Poelman is een echt natuurmens, een wande-

laar die vaak met haar hond in het Groningsebuitengebied is te vinden. Op de middelbareschool hing ze in de pauzes niet in het fietsen-hok, maar struinde de warenhuizen en boek-winkels af op zoek naar afgeprijsde natuurboe-ken. Door die passie heeft ze uiteindelijk destudies gevolgd waarin ze ook is afgestudeerd.

Bionica“Een paar jaar geleden zag ik op de Duits/Fran-se zender Arte een uitzending over wat we nubionica zijn gaan noemen, en ik hoorde nognet geen engelenkoor, maar ik was wel ge-raakt. Het sloot zo nauw aan bij mijn belang-stelling voor natuur én innovatie. Waaromdoen we daar in Nederland niets aan? Het zalbest zo zijn dat een individuele wetenschapperzich in dit onderwerp verdiepte, maar er be-stond geen studierichting of onderzoeksgroep.”In dat gat is Poelman gesprongen en ze is in-

middels expert op het gebied van bionica, datook biomimicry, biomimetica of zelfs ‘bio-geïn-spireerd’ wordt genoemd. “Maar het staat alle-maal voor hetzelfde”, stelt Poelman gerust. Indeze wetenschap worden biologische oplossin-gen die er in bijna vier miljard jaar zijn ont-staan, als inspiratie gebruikt om tot menselijke

‘Eenvogelmagniet tezwaar zijn,maarhijmoet ook tegeneenstootjekunnen.Diebalans is indenatuurperfect.’

Een nieuwe columniste van wie je wat opsteekt.Elke twee weken beschrijft de Bionische Vrouw,Ylva Poelman, hoe oplossingen uit de natuurinspiratie vormen voor technische foefjes.tekst HansMarijnissen

Wat termieten ijsvogelons leren

deVerdieping duurzaamheid&natuur10

Page 2: De gekke gent van GercoIn 88 procent van de gevallen kunnen we dus wat leren van de out-of-the-box aanpak van de natuur. Bovendien geeft bionica vaak verbe-teringen van niet slechts

DeBionischeVrouw

VRIJDAG 5 SEPTEMBER 2014Trouw

toepassingen te komen die beter én duurzamerzijn. Die kunnen technisch van aard zijn, maarook maatschappelijke en sociale problemenoplossen.“Het is dus niet zo dat we die natuurlijke op-lossingen een-op-een kopiëren”, onderstreeptze. “In de vliegtuigbouw maken we gebruikvan de aerodynamische principes van vogels,maar we trekken niet met z’n allen vleugelsaan.” In haar praktijk ontmoet Poelman bedrij-ven die met een vraag zitten, bijvoorbeeld: hoecreëer ik koelte in een kantoorgebouw in Afri-ka? Vervolgens gaat zij in de wetenschappelijkeliteratuur op zoek naar gelijksoortige proble-men (de termieten die in de hitte en kou hunschimmels op temperatuur moeten houden),en onderzoekt ze hoe de natuur dit oplost (meteen ingenieus ventilatiesysteem in een heuvelboven de kolonie).Die oplossing is voor technici vaak het beginvan ‘anders denken’. “Dat valt erg op”, zegtPoelman. Ze spreekt in dat kader graag van‘doorbraakinnovaties’. “Bionica leidt zelden totaanpassingen van bestaande technieken waar-door het resultaat iets wordt aangescherpt.“Brits onderzoek laat zien dat de natuur en demens slechts in 12 procent van vergelijkbaretechnische uitdagingen dezelfde oplossing kie-zen. In 88 procent van de gevallen kunnen wedus wat leren van de out-of-the-box aanpak vande natuur. Bovendien geeft bionica vaak verbe-teringen van niet slechts een paar procent,maar levert ze direct 30, 40 of 50 procent ver-betering. Het is economisch zeer interessant.”

Die economische winst komt vooral voort uitduurzame aanpassingen. “Als de natuur ergensgoed in is, is het wel energiezuinigheid. Hetdier dat met het minste energiegebruik hetmeeste kan, overleeft de buurman. Die verhou-ding is in de natuur door de evolutie volstrektgeoptimaliseerd. Door daarvan gebruik te ma-ken in menselijke toepassingen, kan er somsenormworden bespaard. Bekend is het binnen-vaartschip dat een aandrijfmechanisme heeftdat is gebaseerd op een walvisstaart. Dat schipgebruikt minstens 30 procent minder brand-stof.”

MateriaalgebruikEen andere eigenschap die in de natuur telkensterugkeert, is het materiaalgebruik, of beter ge-zegd: de materiaalzuinigheid, al is dat een le-lijk woord. “Een vogel mag niet te zwaar zijnanders komt hij de lucht niet in, maar hij moetook tegen een stootje kunnen. Die balans is inde natuur perfect.”Energiezuinig, materiaal besparend, deze ei-genschappen passen volgens Poelman perfectin duurzame en economisch interessante ont-wikkeling. “Je kunt zelfs zeggen dat de natuurhet ijkpunt is voor duurzaamheid. De natuurheeft duurzaamheid bedacht, als basis voor hetvoortbestaan is er een cyclisch systeemontstaan.” Wat dat betreft past Poelmansnieuwe column perfect op de pagina’s Duur-zaamheid & Natuur van Trouw. Met de kennisuit de natuur op naar de optimale duurzaam-heid.

Vanwege haar kennis van bionica wordt YlvaPoelman ‘de Bionische Vrouw’ genoemd. Diegeuzennaam verwijst naar de Amerikaanse tele-visieserie ‘The Bionic Woman’, oorspronkelijkuitgezonden in de jaren zeventig. In Nederlandheette de serie ‘De vrouw van zes miljoen’. Deserie was een afgeleide van de televisieserie

‘Man van zes miljoen’. Na een ongelukkige para-chutesprong werden benen, rechterarm enrechteroor vervangen door bionische implanta-ten die de tv-heldin superkrachten gaven.Die implantaten zijn in zekere zin ‘inspiratie uitde natuur’, maar daar zijn nu wel veel beterevoorbeelden van, laat Ylva Poelman ons zien.

Poelman laat bedrijven anders denken over problemen en oplossingen. foto JörgeN Caris

deVerdieping 11duurzaamheid&natuur

Wie was die andere Bionische Vrouw?

D e één doet het niks,de ander valt al flauwbij het zien van dekleinste injectienaald.Hoe het ook zij, be-

werkt worden met een spuit isniemands favoriete hobby.Een ander voorbeeld uit de cate-gorie ‘niet fijn’ is de steekmug. Al-leen al het horen van het hoge ir-ritante zoemtoontje roept eentoekomst op vol met jeukendebultjes. Merkwaardig genoegheeft het ene ongemak de oplos-sing voor het andere. We merkennamelijk pas later dat we te gra-zen zijn genomen door een steek-mug, als de bultjes tevoorschijnkomen en we een onbedwingbarebehoefte hebben om helemaal loste gaan met krabben. De ‘prik’zelf hebben we helemaal niet op-gemerkt.Alleen muggenvrouwtjes heb-ben het op ons bloed voorzien,omdat ze bepaalde voedingsstof-fen in ons bloed nodig hebbenvoor het aanmaken van hun ei-tjes. In de tijd dat ze geen eitjesleggen leven ze, net als de manne-tjes, alleen van nectar. De vrouwe-lijke muggen steken ons niet meteen angel, zoals een bij of eenwesp, maar bijten ons met hunmond. Steekmuggen zijn dus ei-genlijk bijtmuggen.Voor de steekmug is de pijnlozebeet uitermate handig. Zoudenwe haar opmerken tijdens debeet, dan was ze waarschijnlijkweinig succesvol: we jaagdenhaar weg, probeerden haar plat teslaan of op een andere creatievemanier naar de andere wereld tehelpen. Dat maakt de overlevings-kansen van de steekmug en haarnageslacht er niet beter op.De monddelen van een steek-mug zijn uitstekend geschiktvoor het pijnloos doorboren vanonze huid. Ze bestaan uit een‘slurfje’ met daarin twee buisjes.Het ene buisje bevat het prikme-chanisme, het andere buisjescheidt een stof af om ervoor tezorgen dat het bloed vloeibaarblijft. Gestold bloed zuigt immersniet zo gemakkelijk op. Ons li-chaam verdedigt zich tegen dezestof en die reactie veroorzaakt dejeuk. Gelukkig voor de steekmugduurt het even voordat de krie-

bels optreden en is zij tegen dietijd al lang gevlogen.Het prikmechanisme bestaat uiteen microscopisch dun naaldjemet gekartelde randen. De muglaat het naaldje vibreren zodathet zich door de huid heen werktals een soort miniatuur ‘drilboor’.Het vernuft van de onmerkbareprik zit hem in de kartels en dekleine afmeting van het naaldje.De kartels zorgen ervoor dat hetcontactoppervlak met de huidwordt verkleind, doordat alleende punten van de kartels contactmaken met de huid. Dit zorgt er-voor dat het naaldje gemakkelijknaar binnen ‘vibreert’. Bovendienis het naaldje slechts half zo dikals een mensenhaar. Door dezegeringe afmeting is de kans mini-maal dat de mug een zenuwraakt, wat je wel degelijk zou voe-len.Japanse onderzoekers hebbenzich door de slimme techniek vande steekmug laten inspireren omeen injectienaald te maken voormedisch gebruik. Hierbij zijn zo-wel de geringe dikte als de kartel-randjes afgekeken om de prik zopijnloos mogelijk te maken. Metdeze spuit kan een vloeistof inge-spoten worden of bloed wordengeprikt, zonder dat het een centjepijn doet.Zo blijkt maar weer dat elk na-deel z’n voordeel heeft: we wor-den niet vrolijk van een muggen-beet, maar wel van de op de muggeïnspireerde pijnloze injectie-naald. Kom maar op met dat ding!YLVA POELMAN

Ylva Poelman schrijft tweewekelijkshoe het vernuft van de natuur leidttot technische hoogstandjes.de QR-code geeft toegang tot extrainformatie op internet.

Kop van uitvergrote malariamug. foto Zwiebel laboratory, VaNderbilt UNiVersity

Demug laat haarnaaldje vibrerenzodat het zichpijnloosdoor dehuid heenboort

Nooit meer bang voorde injectienaald