De Filosofen Socrates, Plato en Aristoteles · PDF fileIn 367 v.Chr. ging Aristoteles bij de...

4

Click here to load reader

Transcript of De Filosofen Socrates, Plato en Aristoteles · PDF fileIn 367 v.Chr. ging Aristoteles bij de...

Page 1: De Filosofen Socrates, Plato en Aristoteles · PDF fileIn 367 v.Chr. ging Aristoteles bij de Academie van Plato studeren. Hij schreef dialogen en boeken over logica maar omdat hij

De Filosofen Socrates, Plato en Aristoteles

Leonie van Drunen 1VTA

Al in de 5e eeuw v.Chr. dienden er sofisten aan, uit de verhalen kan worden opgemaakt dat zij

zelfingenomen waren en leefden in rijkdom. Ze hadden vaak het beroep van redenaar om mensen

voor de rechtbank te verdedigen of aan te klagen maar stichtten ook scholen waarin ze voor veel

geld jongelui van goede afkomst de redekunst (retoria) bijbrachten en algemene wijsheid (sophia).

Een belangrijke filosofische vraag waarop zij een antwoord zochten, was of de dingen van nature zo

waren als ze waren of dat mensen uit gewoonte en gebruiken de aard van dingen hadden

vastgesteld. Bijvoorbeeld: Bestaan goden echt en hebben zij de wetten geschonken of hebben de

mensen goden uitgevonden (bedacht) en hebben mensen de wetten volgens onderlinge afspraak

gemaakt? De meeste sofisten waren van mening dat alle dingen op gebruiken berustten en dat men

ze daarom ook gemakkelijk kon en mocht wijzigen als de situatie daarom vroeg. Dit betekende dat

een mens en dus ook een sofist, uit mocht maken wat ‘rechtvaardig’ was en het algemene begrip

‘rechtvaardigheid’ niet bestond. Georgias van Leontini: ‘’ Er bestaat niets. Als er wel iets bestaat, is

dit onherkenbaar. Als iets voor iemand kenbaar is, kan hij er niets over vertellen aan anderen’’. Het

volk van Athene begon een gevaar te zien in sofisten, omdat ze door hun slimme redeneerwijze alle

traditionele zekerheden (bijvoorbeeld goden) in twijfel brachten.

Socrates, werd ook als sofist beschouwd. Hij was het echter oneens met de filosofen die bovendien

geld vroegen voor lessen. Socrates vond de filosofie van zijn voorgangers veel te materialistisch en

verlegde zijn aandacht naar de ethiek (wat goed en slecht is). Naar eigen zeggen; ’ wist hij dat hij

niets wist’ en ging opzoek naar kennis bij zijn stadsgenoten. Door zijn ironische manier van vragen

stellen maakte hij zich echter gehaat. Hij werd beschuldigd, van het bederven van de jeugd en het

introduceren van nieuwe goden. Die nieuwe goden verwijzen waarschijnlijk naar het herhaaldelijk

uitspreken van de term; de innerlijke stem, die hem ervan weerhield bepaalde dingen te doen. Hij

werd veroordeeld tot het drinken van de gifbeker. Zijn leerling Plato, omschrijft hem dan ook als

bestrijder (tegenspreker) van de sofisten. Socrates had naast Plato nog vele leerlingen en

bewonderaars, die op hun eigen wijze het gedachtegoed van Socrates openbaar maakten en

uitwerkten. Er zijn geen geschreven bronnen van Socrates zelf.

Al op vrij jonge leeftijd werd Plato een leerling van Socrates en zag het als zijn taak om de ideeën van

zijn leermeester in zijn eigen geschriften voor iedereen kenbaar te maken. Plato kwam uit een oude

en voorname familie. Het is daarom wel moeilijk te bepalen waar Plato de gedachten van Socrates

verwoordt en waar hij echt zijn eigen opvattingen verkondigt. In Athene stichtte Plato in 378 v.Chr.

een school: de Academie. Plato schreef verschillende dialogen, hij probeerde de moeilijke situaties

waar men op vast liep omtrent ware kennis te doorbreken door te stellen dat er boven onze wereld

een andere wereld is van eeuwige vormen of ideeën. In de dialoog de Timaeus kwam Plato hier weer

op terug, hij beschreef hierin op theoretische en speculatieve wijze de schepping van de kosmos

(heelal met alles wat daarin is). De goddelijke handwerksman vormt de vier materiële elementen;

water, lucht aarde en vuur om tot de kosmos en de dingen die er in de kosmos zijn. Terwijl hij terug

blikt op de vormen in de hogere wereld, zal alles hier op aarde wel zo goed mogelijk zijn; in zijn

optiek. Ook was de ziel totaal anders dan het lichaam en zou de ziel na de dood voort leven. Zijn

staatsopvatting was, dat de beste man de staat moest regeren en dat het staatsbelang boven het

individuele belang stond. Plato had een grote belangstelling voor de sterren, die hij als een soort

goden ging beschouwen.

Page 2: De Filosofen Socrates, Plato en Aristoteles · PDF fileIn 367 v.Chr. ging Aristoteles bij de Academie van Plato studeren. Hij schreef dialogen en boeken over logica maar omdat hij

In 367 v.Chr. ging Aristoteles bij de Academie van Plato studeren. Hij schreef dialogen en boeken

over logica maar omdat hij niet als opvolger van Plato werd aangewezen, vertrok hij in 347 v.Chr.

naar Lesbos. Samen met zijn leerling Theophrastus deed hij biologisch veldwerk en schreef het boek:

Onderzoek naar dieren. Van 343 tot 340 v.Chr. was hij de leraar van Alexander, de zoon van de

koning van Macedonië en dus later Alexander ‘de Grote’. In 335 stichtte hij een eigen school; het

Lyceum, te Athene. Na de dood van Alexander, werd Aristoteles uit Athene verbannen; hij stierf in

322. Aristoteles zijn werken vormen een soort aantekeningen voor eigen gebruik. Het gaat

voornamelijk over: logica, fysica, metafysica, letterkunde, astronomie, politiek, ethiek en biologie. In

zijn logische werken ontwikkelde hij een instrumentarium dat hij kon gebruiken bij het bestuderen

van vakgebieden. Hij ging er daarbij vanuit dat we geen andere werkelijkheid kunnen kennen, dan die

we om ons heen zien en dat die de basis van ons onderzoek moet vormen. Hij verwierp de ideeënleer

van Plato, die kon ons niets leren over de werkelijkheid. Ieder ding of wezen was volgens hem een

samenstel van vorm en materie. Als een wordingproces voltooid is, heeft het zijn doel (telos) bereikt.

Men noemt Aristoteles daarom een teleologisch denker. Eerdere filosofen hadden zich niet

afgevraagd waar de eerste beweging vandaan kwam of wat het doel van het wordingsproces in de

kosmos was. Hij ontwikkelde een indrukwekkende theorie over de voortplanting, die het denken

meer dan twintig eeuwen in haar ban hield. De ziel bestuurde het lichaam tijdens het leven, via het

Pneuma (alleen de man bezit dit ‘’luchtig’’ element). De vrouw was dan als het ware een ‘’mislukte

man’’, omdat ze geen eigen vormende bijdrage aan het embryo leverde maar alleen een materiële.

Kenmerken die deze drie, filosofen in denkwijze van elkaar onderscheiden:

Socrates, zei dat de betekenis gezocht moet worden in de individuele persoonlijkheid en de woorden

die men uitsprak. Hij dringt anderen daarbij geen mening op. Hij voerde gesprekken aan op straat en

deze vonden spontaan plaats. Verschillende standpunten van meningen worden tegen elkaar

afgewogen en getoetst. Socrates stelt vragen en spoort zijn gesprekspartners aan tot antwoorden.

Meestal leiden deze meningen tot verder nadenken, Aristoteles stelt later dat Socrates de eerste was

die zich met de definitie van het probleem bezig hield. Wat Socrates beoogt is geen theoretische

kennis maar zelfkennis. Tot op het laatste moment van zijn leven heeft hij men er van geprobeerd te

overtuigen dat waarheid niet wordt aangeleerd maar zelf moet worden gezocht.

Plato, schrijft zijn gedachten in dialoogvorm neer in tegenstelling tot zijn meester Socrates die zijn

gedachten in gesprek met anderen ontwikkelt. De eerste groep dialogen van de meer dan twintig

geschriften schrijft Plato, naar alle waarschijnlijkheid een letterlijke weergave van de denkbeelden

van zijn leermeester. Later ontwikkelt hij een eigen visie, waarin bij probeert een antwoord te vinden

op de vragen die Socrates in zijn discussies opriep. Antwoorden die hij hierop baseerde waren bijv.

kort samengevat: ideeën zijn niet het product van menselijk denken maar vormen de werkelijkheid,

omdat ze de essentie zijn van de waargenomen dingen (wat wij denken en zien is een nabootsing (de

mimesis) van het goddelijke. Er zal volgens hem ook nooit een einde aan problemen in staten

komen, tenzij filosofen in deze wereld koningen worden of de koningen en leiders filosofen worden.

Aristoteles, heeft Plato’s theorie van de twee werelden afgewezen. Hij heeft zich op het materiële

bestaan gericht. De mensen die je ontmoet bijv. of dieren. Hij is voorstander van kunst en Plato een

tegenstander. Kunstenaars zijn ambachtslieden die een kopie van een kopie maken zei Plato,

Aristoteles zij nee een kunstenaar leert ons iets. Ga naar het theater, dan zit je daar en denk je; ben

ik blij, dat ik dat niet ben, die daar wordt omgebracht! Leren van de fouten van een ander; reiniging

van de geest: Catharsis! Hij was de eerste filosoof die onderzocht naar het werkelijke bestaan.

Page 3: De Filosofen Socrates, Plato en Aristoteles · PDF fileIn 367 v.Chr. ging Aristoteles bij de Academie van Plato studeren. Hij schreef dialogen en boeken over logica maar omdat hij

Opgedane informatie over de filosofen tijdens het hoorcollege en in Honour & Flemming:

In de klassieke periode, krijgen we dus te maken met de bakermat van de filosofie; Socrates is de

bron der wijsheid. Hij spoorde mensen aan om zelf na te denken, niet op anderen uit te gaan. Goden,

waarden en zichzelf. Vroedvrouwtechniek, mensen helpen zelf het inzicht te baren. Die kunnen niet

door anderen worden geleerd of opgelegd. Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet. Zijn leerling

Plato, heeft na zijn dood opgeschreven wat over hem bekend was (nadat hij de gifbreker heeft

moeten drinken omdat hij na zijn 70ste beschuldigd werd van het niet geloven in de goden, door zijn

kennis).

Plato, dat alles wat wij denken en zien een nabootsing van de werkelijkheid (de mimesis) en het

goddelijke is. Hij vond daarin bewijs; beschrijf een stoel dan heeft iedereen een ander idee hoe die

stoel omschreven word. Dus alles is nabootsing en een weerspiegeling van iets wat de bron is; van

alles, het leven is in feite een schaduwrijk. In tegenstelling daarmee staat Aristoteles en die is in het

materiële bestaan gericht. Hij richt zich op het aardse bestaan, de mensen die je ontmoet bijv. Hij is

voorstander van de kunsten en Plato een tegenstander. Kunstenaars zijn ambachtslieden die een

kopie van een kopie maken zei Plato. Nee zei Aristoteles, een kunstenaar leert ons iets. Ga eens naar

het theater zei die, dan zit je daar en dan denk je; ben ik blij dat ik niet degene ben, die daar wordt

omgebracht! Zo kun je leren van de fouten van een ander; reiniging van jezelf en dit heet Catharsis!

Plato: het schone, het ware of het goede. Uithangborden voor een praktische, correcte levenswijze.

Ze moesten de mensen voorhouden, hoe ze het best moesten denken om tot de waarheid te komen;

hoe zij het beste konden handelen om het goede te bereiken en hoe ze het schone moesten kennen

en nastreven om tot een harmonieuze, aangenamere wereld en eigen leven te nemen.

De opvattingen van Socrates en Plato over de naturalistische kunst van hun tijd. Vergelijking met

de opvattingen van Aristoteles,

Socrates, zou van beelden gezegd hebben dat ‘de eigenschap om levend te lijken de krachtigste

visuele aantrekkingskracht’ heeft. Maar kort voor het midden van de 4e eeuw voor christus keurde

zijn leerling Plato ‘427-347 v.Chr.’ verdere ontwikkelingen in de richting van het naturalisme af. Hij

maakte onderscheid tussen ‘de kunst om een gelijkenis voor te brengen en de kunst om een

verschijning voort te brengen’ en had een reactionaire (iemand die vanuit politieke overtuiging een

situatie uit het verleden wil herstellen) voorkeur voor de eerste. ‘Kunstenaars geven tegenwoordig

niets om de waarheid’, klaagde hij. ‘Zij maken hun beelden niet meer volgens verhoudingen die

werkelijk mooi zijn, maar die alleen maar mooi lijken’. Elders prijst hij de Egyptenaren, die hun

schilders en beeldhouwers niet toestonden ‘vernieuwingen te introduceren of andere vormen te

scheppen dan de opgeleverde’.

Volgens Aristoteles kun je leren van de fouten van een ander; reiniging van de geest: Catharsis!

Een kunstenaar leert ons iets, hij ziet de werkelijkheid en geeft daar een aanvulling up. Er is meer

dan het oog kan zien, dit vult een kunstenaar in feite aan. De werkelijke wereld kopiëren heeft geen

zin, dan is het bestaan van een kunstenaar teniet gedaan. Hij vult de werkelijke wereld juist aan met

zijn ervaringen of fantasie. De werkelijkheid kennen wij om ons heen, er valt niets meer te leren

zonder nieuwe vormen te scheppen. Hij verwierp de ideeënleer van Plato, die kon ons niets leren

over de werkelijkheid. Ieder ding of wezen was volgens Aristoteles een samenstel van vorm en

materie. Dus: Kunst is een aanvulling op de werkelijkheid.

Page 4: De Filosofen Socrates, Plato en Aristoteles · PDF fileIn 367 v.Chr. ging Aristoteles bij de Academie van Plato studeren. Hij schreef dialogen en boeken over logica maar omdat hij

Socrates, Plato en Aristoteles.

- Socrates; ken u zelf, wat weet ik, mensen vragen en met ze praten (geen aantekeningen bewaard).

- Plato; ideeën, ziet kunst als een kopie minder hoog in aanzien dan Aristoteles.

- Aristoteles; kunst is iets wat belangrijk is om de leerling voor ogen te houden.

Filosofie werd een belangrijk onderdeel, voor de mensen met hoger aanzien zoals rijken. Arme

mensen, slaven en vrouwen hadden weinig te zeggen.