De Erfenis van Briek volgens De Morgen

1
“Nu reizen de mensen de wereld rond. Hoe verder, hoe beter. Maar de wereld is rond. Als ge halverwege zijt, zijt ge al aan het terug- keren. Ge moet u vooral aan het kleine of het gewone verbazen.” Het lexicon van Briek Schotte is altijd beperkt geweest, maar hoe korter de zinnen, hoe krachtiger de boodschap. Het woord flandrien is voor hem gemaakt. Schotte, dat is wroeten, werken, maar ook gewoon eerlijk zijn. De erfenis van Briek verbaast zich vooral over het kleine of het gewone. Het is een reliek, een breviertje dat je met de neus in de moze duwt. Koers, maar bovenal het simpele leven. De liefde voor de velg en de passie voor papier druipen er vanaf. Je moet niet weten wat ‘de grote plateau’ betekent. Je hoeft niks te kennen van een ‘Chasse Patate’, maar leert wel het Briekbrood kennen en zijn zo geliefde ossobuco in het Kortrijkse restaurant Da Gianni: “Hij dronk daarbij telkens één glas wijn. Op een dag herkende ik hem van een foto in de krant. ‘Jij bent coureur geweest’, vroeg ik hem. ‘Ja’, zei hij. ‘’k Heb koersen gereden. Veel koersen.’” Het heerlijke woord van Rik Vanwalleghem en Anna Luyten, de lens van Stephan Vanfleteren en het zo treffende ontwerp van Ron Reuman van Maandacht maken van De erfenis van Briek dé voorjaarsklassieker van 2011. De opgediepte foto’s uit het stadsarchief van Waregem geven het breviertje een haast Bijbelse aura. Het testament van Briek is de volksfi- losofie van nu (“Door de kleurentele- visie is de koers veel grijzer gewor- den”). Een boekje dat lijkt gevonden op de zolder van ons grootmoeder. Onder het stof en het spinrag. Het uit- neembare fotootje van ijzeren Briek op de cover, de goedbekkende quotes en Trigon Pomada, zijn zalf tegen zadelpijn. Een eerbetoon is het. Een laatste groet aan degene die “zo zeere koste rien”. De erfenis van dit com- pacte stukje Brood en Spelen is bij- zonder groot. Beter doen wordt moeilijk. Een nicheproduct, dat wel, maar een onvervalste benchmark in een tijd waarin iedereen wel een centje tracht te puren uit de wieler- wilde Vlaming. Een keurslager zon- der bewaarmiddelen. Kannibaal heeft Briek goed begrepen: “Ga voor wat ge staat.” 2 Briek Schotte haalt zijn rug- nummer af, Parijs- Brussel, 1952. ‘Ge moet u vooral aan het kleine verbazen’ FOTO ARCHIEF STADSARCHIEF WAREGEM/CRVV) Rik Vanwalleghem & Anna Luyten De erfenis van Briek Kannibaal, 192 p., 19,95 euro.

description

dé wielerklassieker van het voorjaar

Transcript of De Erfenis van Briek volgens De Morgen

Page 1: De Erfenis van Briek volgens De Morgen

Hoe zal de Vlaming zicheigenlijk voelen maandag?Als Cancellara het pelotonmisschien nog maar eensaan grut heeft gereden. DeRonde van Vlaanderen, dat is deEtna. Wekenlang smeult er rook uitde krater, wekenlang staat iederekoers in het teken van de Ronde.Kijk naar de Omloop (“Die is mis-schien té vroeg in vorm voor deRonde”), ga naar Waregem (“Ai, ai,nu al over zijn top”) of stop inHarelbeke (“Die is klaar voorMeerbeke”). Het wielervoorjaar telteen resem mooie koersen, maaralles staat in het teken van. DeRonde, dat is de ultieme eruptie.Het elastiekje dat knapt. De goes-ting gulpt er die dag uit. Dit jaarmeer dan ooit. Niet alleen door degenialiteit van Jan Eelen, ook doorde commercialiteit van de uitge-vers. De Eénreeks heeft een papie-ren variant gekregen, maar zal bijde boekenboer de nodige concur-rentie krijgen van die andere DeRonde, van uitgeverij Lido.

Voor De Ronde ging StijnVanderhaeghe in gesprek met eenrist aficionado’s van de koers. VanWim Opbrouck en DimitriVerhulst, tot Yves Leterme en TomBoonen. Het resultaat is af. In dewildgroei aan koersboeken valt DeRonde wel op. Mee surfend op dekoershype is de timing goedgepland. De lay-out is knap, de tek-sten zijn gezellig. Je zit op de fiets,maar ook aan de toog. Op de Muuren in de volgwagen. Michel Wuytsdie zijn ultieme Rondehoogtepuntuit de doeken doet. De eerste kransvan Eddy Merckx, in 1969: “In eendolle bevlieging, tegen de wind in,in de pletsende regen ging Merckxervandoor. Zijn ploegleider LommeDriessens ging op een bepaald

moment naast hem rijdenom te vragen of hij nu hele-maal zot geworden was entoen sprak Eddy Merckx de

historische woorden: ‘Kusteens ferm mijn kloten!’, reed

verder en won.” Als lezer voel je demodder aan je benen hangen.

En toch, ere wie ere toekomt. Demayonaise pakt wel in De Ronde,maar Lido heeft de mosterd eldersgehaald. Het boek doet denken aanMerckxissimo van uitgeverijKannibaal. Ook een boek waar per-soonlijke getuigenissen overlopenin oud en nieuw beeldmateriaal. InMerckxissimo vind je ook WimOpbrouck en Dimitri Verhulst, ookJan Hoet en Hugo Camps. De Rondeis puik, maar niet nieuw. Lido wilzich als nieuwe Vlaamse uitgeverijtoeleggen opexclusieve non-fictieboeken.Ze mikken opboeken over deAvenue Louise,op de vroegejaren vanSabena en dusook op deRonde vanV l a a n d e r e n .Exclusief is hetboek dus niet, daarvoor heeftKannibaal de lat net iets te hooggelegd. Of dat slecht nieuws is aande kassa? Mogelijk niet. Het boek isniet goedkoop, maar het koerspa-thos van de Vlaming overtreft veelalde prijs.

34 WOENSDAG 30 MAART 2011 DE MORGEN

U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N N O N - F I C T I E U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N

Getuigenissen over de Ronde, de intriges vanhet peloton, een breviertje over Briek Schotteof een heus alfabet van de koers: in navolgingvan de modale Vlaming steken ook de uitgeve-rijen een tandje bij. De koershype heeft nu ookde boekenboer bereikt. Al gelden in de biblio-theek ook de wetten van het peloton. Je hebtkopmannen en waterdragers. DOOR MATTHIAS DECLERCQ

“Nu reizen de mensen dewereld rond. Hoe verder,hoe beter. Maar de wereldis rond. Als ge halverwegezijt, zijt ge al aan het terug-keren. Ge moet u vooral aanhet kleine of het gewone verbazen.”Het lexicon van Briek Schotte isaltijd beperkt geweest, maar hoekorter de zinnen, hoe krachtiger deboodschap. Het woord flandrien isvoor hem gemaakt. Schotte, dat iswroeten, werken, maar ookgewoon eerlijk zijn. De erfenis vanBriek verbaast zich vooral over hetkleine of het gewone. Het is eenreliek, een breviertje dat je met deneus in de moze duwt. Koers, maarbovenal het simpele leven. De liefdevoor de velg en de passie voorpapier druipen er vanaf. Je moetniet weten wat ‘de grote plateau’betekent. Je hoeft niks te kennenvan een ‘Chasse Patate’, maar leertwel het Briekbrood kennen en zijnzo geliefde ossobuco in hetKortrijkse restaurant Da Gianni:“Hij dronk daarbij telkens één glaswijn. Op een dag herkende ik hemvan een foto in de krant. ‘Jij bentcoureur geweest’, vroeg ik hem. ‘Ja’,zei hij. ‘’k Heb koersen gereden.Veel koersen.’”

Het heerlijkewoord van RikVanwalleghemen Anna Luyten,de lens van

Stephan Vanfleteren en het zotreffende ontwerp van RonReuman van Maandachtmaken van De erfenis van

Briek dé voorjaarsklassiekervan 2011. De opgediepte foto’s uit

het stadsarchief van Waregem gevenhet breviertje een haast Bijbelse aura.Het testament van Briek is de volksfi-losofie van nu (“Door de kleurentele-visie is de koers veel grijzer gewor-den”). Een boekje dat lijkt gevondenop de zolder van ons grootmoeder.Onder het stof en het spinrag. Het uit-neembare fotootje van ijzeren Briekop de cover, de goedbekkende quotesen Trigon Pomada, zijn zalf tegenzadelpijn. Een eerbetoon is het. Een

laatste groet aan degene die “zo zeerekoste rien”. De erfenis van dit com-pacte stukje Brood en Spelen is bij-zonder groot. Beter doen wordtmoeilijk. Een nicheproduct, dat wel,maar een onvervalste benchmark ineen tijd waarin iedereen wel eencentje tracht te puren uit de wieler-wilde Vlaming. Een keurslager zon-der bewaarmiddelen. Kannibaalheeft Briek goed begrepen: “Ga voor

wat ge staat.”

Waarom blijft het volken masse kijken naar eenspektakel dat doordron-gen is van list en bedrog?Sociologen hebben zich alhet hoofd gebroken over dezevraag. De Vlaamse NederlanderHerman Chevrolet heeft zo zijneigen antwoord: “Omdat wielren-nen in wezen hetzelfde is als deverhalen die we al eeuwenlangvertellen en hervertellen in allemogelijke vormen en combina-ties die denkbaar zijn.” Chevroletkwam tot die conclusie na hetlezen van de literatuurtheorieënvan Joseph Campbell enChristopher Booker. Die laatstestelt dat alle verhalen te herleidenvallen tot zeven genres, of het nuom Marcel Proust of James Joycegaat. Volgens Chevrolet hebbenwielerwedstrijden nu eenmaaldezelfde structuur als mythes enklassieke verhalen. Net zoals heteinde van een Hollywoodfilmvoorspelbaar is, voelt Chevroletnaar eigen zeggen ook het scriptvan een echte koers aan.Wielrennen is voor hem geennon-fictie meer.

In Het feest van list en bedrogwordt de wielergeschiedenisopgedeeld in drie grote periodes:die van de wreedheid, vijand-schap en waanzin. De wreedheidslaat op het absolute begin van dewielersport: coureurs die een deel

van het parcours afsnijdenof gewoon de treinnemen. De periode van devijandschap gaat om de

pure rivaliteit tussen detopcoureurs. Te beginnen

met de confrontatie Coppi-Bartali, later Bahamontes-Loroño,Anquetil-Poulidor, De Vlaeminck-Maertens en Merckx tegen ieder-een. De periode van al dan nietgespeelde vijandigheid eindigt

met het secondespel tussenLeMond en Fignon op de Champs-Élysées. Net die vijandigheid isvolgens Chevrolet het ontbreken-de ingrediënt in het huidige tijds-gewricht, dat van de waanzin. Detijd van de georganiseerdedoping, van bloed als stroop.Bestonden bloedverdunners nietin de jaren negentig, dan wasBjarne Riis nu geen ploegleidervan Alberto Contador.

Midden de diarree aan wieler-boeken is Het feest van list enbedrog, een absolute aanrader.Het boek is anders. Het heeft geennood aan barok taalgebruik, nochaan de heroïek van Vlaamse kas-seien. Chevrolet vermengt grotedenkers met simpele knechten.Hij praat over Vincenzo Nibali enTheodore Dalrymple, de conserva-tieve Britse publicist met wie BartDe Wever danig dweept. Geenfoto’s, geen statistieken, geenpodia, en toch zoveel koers. Hetlijkt vergezocht, koers vergelijkenmet mythes, met cinema, met fic-tie. Maar Chevrolet heeft de aan-dacht van de lezer strak in han-den. Hij vertelt verhalen en kop-pelt ze aan het verleden.Natuurlijk barst het peloton vande list en het bedrog. “Daarom zalhet wielrennen ondanks alleschandalen blijven bestaan, hetappelleert aan onze drang om ver-halen te vertellen. En omdat list enbedrog de mooiste verhalen ople-veren is wielrennen juist daaromde meest intrigerende sport die er

bestaat.“Het is niet

anders.”

FO

TO’S

MA

RC

ST

EC

ULO

RU

M IN

‘LID

O’

■ Café ’t Hemelryck inGeraardsbergen,gelegen op hettopje van de Muur.

1

2 3

Modder aan de benen

DE DEMARRAGE

■ Ronde vanVlaanderen, de Muur vanGeraardsbergen.

■ Briek Schottehaalt zijn rug -nummer af, Parijs-Brussel, 1952.

Hugo Camps & Stijn VanderhaegheDe RondeLido, 266 p., 49,90 euro.

‘Ge moet u vooral aan het kleine verbazen’

FO

TO A

RC

HIE

F S

TAD

SA

RC

HIE

F W

AR

EG

EM

/CR

VV

)

Rik Vanwalleghem& Anna LuytenDe erfenis van BriekKannibaal, 192 p., 19,95 euro.

Koers als mythe

Herman ChevroletHet feest van list en bedrogDe Arbeiderspers, 420 p., 25 euro.

Omdat list enbedrog de mooisteverhalen opleverenis wielrennen juistdaarom de meestintrigerende sportdie er bestaat

35WOENSDAG 30 MAART 2011DE MORGEN

U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N U I T G E L E Z E N

Hoeveel vertrouwen kaneen renner hebben in zijnploeg? Johan Molly, verzor-ger bij de Belgische forma-tie Quick-Step, vergat ophotel ooit zijn busje massage-olie en haalde dan maar een potmayonaise in de keuken. Hijmaakte de coureurs wijs dat hetom een nieuwe crème ging.

Een weetje, niks meer dan dat,maar wel bijzonder leuk om telezen. Het mayonaiseverhaal iseen van de honderden witzen enwijsheden die auteur ManuAdriaens heeft neergepend in Zotvan de koers. Het boek is een ency-clopedie van anekdotes en faitsdivers uit de romp van het pelo-ton. Wist u dat een groupie diewielerwedstrijden volgt om in debuurt van de tenoren te komenook een ‘derailleurdel’ wordtgenoemd?

Adriaens is zelf gepokt en gema-zeld in het wielermilieu en is metZot van de koers niet aan zijnproefstuk toe, al was het al vijftienjaar geleden dat hij zijn pen nogeens drenkte in wielerzweet. Datde auteur gewoon zelf wielergekis, straalt van het boek af. De bibli-ografie op het einde van het boekis langer dan de uitslag van eenwielerwedstrijd. Adriaens heeftzich serieus ‘ingelezen’ voor zijnzoveelste boek.

Het gros van de weetjes is ook

gewoon grappig. Zo is erhet verhaal(tje) van deNederlander Gerrie Knete -mann. Op de vraag of hij

zijn vrouw miste in het bui-tenland, klonk het doodleuk:

“Na een paar weken wordt het zoerg dat ik al opgewonden raak vaneen damesfiets.” Of EddyPlanckaert die klaagde over hetgejaagde leven van een wielren-ner: “Ik zou op dit moment nogliever een fazant zijn dan een ren-ner. Want fazanten worden tegen-woordig minder opgejaagd danwij. Wij moeten ’s morgens, ’s mid-dags en ’s nachts op commandokunnen pissen. ’t Is geen levenmeer.”

Het ontzettend brede scala aantrefwoorden maakt van Zot van dekoers een amusant alfabet, waar-aan de auteur bij het schrijvenongetwijfeld zelf veel plezierbeleefde: “Voor mij is wielerge-schiedenis in de eerste plaats eenpeloton kleurrijke anekdotes diehet gevecht met de vergetelheidkunnen aangaan, een uit de mond

van een coureurontsnapte mooieformulering.”

Het wielrennen ten voetenuit, dat is Peloton van Tim DeWaele. Een rasecht fotoboekin een tijd waarin uitgeversvan wielerboeken vooral stre-ven naar een evenwicht tussentekst en beeld. Als persfotograafdwaalt De Waele al een dikke vijf-tien jaar rond in de buik van hetpeloton. Hij leeft van het wielren-nen maar woont ook in het wereld-je. Tom Boonen en FabianCancellara zijn geen onderwerpenmaar vrienden. En net dat zorgtweleens voor kritiek. De Waele zoute dicht op zijn onderwerp kleven,wat ten koste zou gaan van zijn kri-tische blik. Daar valt iets voor tezeggen. Quotes als “Tom (Boonen,md) weet dat hij me kan vertrou-wen en, misschien nog belangrij-ker, hij weet dat ik kan zwijgen”,zaaien enkel maar meer verwar-ring. Tegelijk stelt de betrokken-heid met de renners de fotograaf instaat om net dat andere beeld temaken. Om op te vallen tussen degrijze massa aan koersbeelden. Hijheeft weleens geluk, zegt hij zelf,maar slaagt er wel in om sport enemotie samen te vatten.

De eenzaamheid van de fietser.Boudewijn de Groot had er een vol-ledig lied voor nodig, De Waele éénbeeld. In 2006 geldt de AmerikaanGeorge Hincapie als een van defavorieten in Parijs-Roubaix. Involle finale breekt het stuur van

Hincapie plots af, middeneen kasseistrook. Eindeverhaal. Terwijl de gansekaravaan voorbijdendert,

houdt De Waele even halt.Het resultaat is een eenzame

renner en een begripvolle foto-graaf. De Waele: “Op zulke momen-ten sta je als mens voor een enormdilemma: moet ik professioneelblijven of vooral menselijk? Deenorme concurrentiestrijd onderde fotografen dwingt me er helaastoe om voor mijn job te kiezen ende foto’s te nemen die ik nodig heb.Na de koers is er opnieuw tijd voorde emotionele kant.”

De Waele aarzelt ook niet omkoers met kunst te verbinden.Sommige beelden draaien niet omde sport, maar om de esthetiek. Zois er het beeld van het peloton in deRonde van Californië van vorigjaar. Een slang die zich door een alte dreigend bos kronkelt, al betrofhet een schilderij van Caspar DavidFriedrich. Peloton kent de zachte,maar tegelijk ook de harde kantvan de koers. De prima fotoselectietoont Museeuw na zijn val in hetbos van Wallers, met daarnaast zijnoverwinning in Roubaix, wijzendnaar de opgelapte knie. Heroïek entragiek.

Toch is het boek ook meer danslijkpaden en sprintzeges. DeWaele neemt je mee naar Oman enQatar, toont oliesjeiks langs de

weg. Maar ook nonnen tijdens de Ronde van Frankrijk.Internationale beelden, waar hetmonkellachje nooit ver weg is. Hetindrukwekkende beeld van IvanBasso in een windtunnel of FabianCancellara op de bodem van eenzwembad, ook dat is Peloton. In hetboek vind je geen beelden vanMerckx die demonstreert op deTourmalet of Briek Schotte die eenboterham smeert. Geen zwart-wit,

geen sepia, gewoonde koers van nu.

5

■ (Boven) Het peloton inde Ronde van Californië,2010.

■ (Onder) Tom Boonen en Stefano Zanini, op derustdag tijdens de Rondevan Frankrijk, 2004.

VAN DE WIELERBOEKEN

Tim De WaelePelotonKannibaal, 256 p., 34,50 euro.

Manu AdriaensZot van de koersLannoo, 220 p., 14,99 euro.

4

‘Professioneel blijven of vooral menselijk’ Abc van de koers

FO

TO’S

TIM

DE

WA

ELE

IN ‘P

ELO

TON