De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum...

40
EDITO Marc Cools, Voorzitter VSGB INHOUD De eisen van de Belgische steden en gemeenten In november 2013 trad onze Vereniging met een gewestelijk memorandum naar buiten, een bundeling van de eisen van de Brusselse gemeenten ten aanzien van de politieke partijen en de toekomstige gewestregering. In dat document wordt gepleit voor “Sterke gemeenten, partners van een sterk Gewest”. Eén van de eisen uit dat memorandum is stelselmatige dialoog en overleg – wat momenteel niet het geval is – tussen de lokale besturen en het Gewest als er maatregelen uitgewerkt worden die een stijging van de uitgaven of een daling van de inkomsten teweegbrengen of invloed hebben op de organisatie en de werking van de lokale besturen. De federale Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten (VBSG) heeft op haar beurt ook een memorandum opgesteld dat gericht is tot de toekomstige federale regering. Die laatste behoudt belangrijke bevoegdheden met betrekking tot de lokale besturen (financiering van politiezones en OCMW’s, pensioenen van gemeentepersoneel, …). De eisen ten aanzien van de federale overheid zijn op verschillende punten vergelijkbaar met die op gewestelijk niveau. Twee van de voornaamste eisen zijn budgettaire neutraliteit van federale maatregelen voor de lokale besturen en nauw overleg tussen het federaal niveau en de lokale besturen telkens als er maatregelen genomen worden die hen aanbelangen. Een ander thema dat in het federale memorandum aan bod komt, is de financiering van de pensioenen van het gemeentepersoneel, als het ware een tikkende tijdbom voor de lokale besturen. Daarom is – zoals de drie regionale Verenigingen van Steden en Gemeenten voorstellen – een structurele hervorming van de financiering van het gemeentepersoneel absoluut noodzakelijk, een grotere betrokkenheid van de federale overheid daarbij en de invoering van maatregelen zoals een gemengd pensioen (jaren als contractant, eventueel aangevuld met een tweede pijler pensioen, komen in aanmerking voor een privépensioen en enkel de jaren als statutair worden in aanmerking genomen voor een overheidspensioen), maatregelen om mensen aan te moedigen tot 65 jaar te werken, … De drie Verenigingen van Steden en Gemeenten zijn gekant tegen elke nieuwe verschuiving naar de lokale politie van politietaken die aanvankelijk aan het federaal niveau toegekend waren, bij gebrek aan middelen op dat niveau. Een dergelijke overdracht van taken - een verhulde besparing voor de federale overheid - kan onder de huidige financieringsnormen niet meer ten laste genomen worden op lokaal niveau. Wij vragen ook effectief overleg tussen de federale overheid, de burgemeesters en de politiezones, zowel over de evolutie van de taken van de lokale politie als over de financiering en het werkingskader. Net zoals de lokale besturen betrokken moeten worden bij de beslissingen die hen aanbelangen, vragen wij dat ze tevens rond de tafel geroepen worden bij alle onderhandelingen met vakbondsorganisaties aangaande de bezoldiging, de arbeidsvoorwaarden en de pensioenen van het personeel van gemeenten, OCMW’s en politiezones. Het federaal memorandum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Het gewestelijk memorandum van de VSGB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 De gemeentelijke bevoegdheden, resultaat van het subsidiariteitsbeginsel . .18 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Europese Week van de Lokale Democratie 2014 : Doe mee ! . . . . . . . . . . .29 De Europese Unie steunt stadsrenovatie in Anderlecht . . . . . . . . . . . . . . . .30 De Vereniging in actie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Ver. Uitg. MarcThoulen - Nr 7317 Nr 2014/ 02 - april / mei 2014 In dit nummer : - het federaal memorandum van de drie Verenigingen van Steden en Gemeenten - het gewestelijk memorandum van de VSGB Save the date : 25 juni 2O14 Een maand na de verkiezingen van 25 mei houdt de Vereniging haar Algemene Vergadering. Het volledige programma wordt binnenkort bekendgemaakt op www.vsgb.be Een uitgelezen moment voor ontmoetingen tussen gemeenten en met de Vereniging. Hopelijk tot dan.

Transcript of De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum...

Page 1: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

ED

ITO

Marc Cools, Voorzitter VSGB

INHOUD

De eisen van de Belgische steden en gemeentenIn november 2013 trad onze Vereniging met een gewestelijk memorandum naar buiten, eenbundeling van de eisen van de Brusselse gemeenten ten aanzien van de politieke partijen en detoekomstige gewestregering. In dat document wordt gepleit voor “Sterke gemeenten, partners van eensterk Gewest”. Eén van de eisen uit dat memorandum is stelselmatige dialoog en overleg – watmomenteel niet het geval is – tussen de lokale besturen en het Gewest als er maatregelen uitgewerktworden die een stijging van de uitgaven of een daling van de inkomsten teweegbrengen of invloed

hebben op de organisatie en de werking van de lokale besturen.

De federale Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten (VBSG) heeft op haar beurt ook een memorandum opgesteld datgericht is tot de toekomstige federale regering. Die laatste behoudt belangrijke bevoegdheden met betrekking tot de lokalebesturen (financiering van politiezones en OCMW’s, pensioenen van gemeentepersoneel, …). De eisen ten aanzien van defederale overheid zijn op verschillende punten vergelijkbaar met die op gewestelijk niveau. Twee van de voornaamste eisen zijnbudgettaire neutraliteit van federale maatregelen voor de lokale besturen en nauw overleg tussen het federaalniveau en de lokale besturen telkens als er maatregelen genomen worden die hen aanbelangen.

Een ander thema dat in het federale memorandum aan bod komt, is de financiering van de pensioenen van hetgemeentepersoneel, als het ware een tikkende tijdbom voor de lokale besturen. Daarom is – zoals de drie regionale Verenigingenvan Steden en Gemeenten voorstellen – een structurele hervorming van de financiering van het gemeentepersoneelabsoluut noodzakelijk, een grotere betrokkenheid van de federale overheid daarbij en de invoering van maatregelen zoals eengemengd pensioen (jaren als contractant, eventueel aangevuld met een tweede pijler pensioen, komen in aanmerking voor eenprivépensioen en enkel de jaren als statutair worden in aanmerking genomen voor een overheidspensioen), maatregelen ommensen aan te moedigen tot 65 jaar te werken, …

De drie Verenigingen van Steden en Gemeenten zijn gekant tegen elke nieuwe verschuiving naar de lokale politie vanpolitietaken die aanvankelijk aan het federaal niveau toegekend waren, bij gebrek aan middelen op dat niveau. Een dergelijkeoverdracht van taken - een verhulde besparing voor de federale overheid - kan onder de huidige financieringsnormen niet meerten laste genomen worden op lokaal niveau. Wij vragen ook effectief overleg tussen de federale overheid, deburgemeesters en de politiezones, zowel over de evolutie van de taken van de lokale politie als over de financiering en hetwerkingskader.

Net zoals de lokale besturen betrokken moeten worden bij de beslissingen die hen aanbelangen, vragen wij dat ze tevens rondde tafel geroepen worden bij alle onderhandelingen met vakbondsorganisaties aangaande de bezoldiging, dearbeidsvoorwaarden en de pensioenen van het personeel van gemeenten, OCMW’s en politiezones.

Het federaal memorandum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2Het gewestelijk memorandum van de VSGB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14De gemeentelijke bevoegdheden, resultaat van het subsidiariteitsbeginsel . .18Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25Europese Week van de Lokale Democratie 2014 : Doe mee ! . . . . . . . . . . .29De Europese Unie steunt stadsrenovatie in Anderlecht . . . . . . . . . . . . . . . .30De Vereniging in actie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33

Ver.

Uitg.

Mar

cTho

ulen

-Nr7

317

Nr 2014/02- april /mei 2014

In dit nummer :

- het federaal memorandum van de drieVerenigingen van Steden en Gemeenten

- het gewestelijk memorandum van de VSGB

Save the date : 25 juni 2O14Een maand na de verkiezingen van 25 mei houdt de Vereniging haarAlgemene Vergadering.Het volledige programma wordt binnenkort bekendgemaakt opwww.vsgb.be

Een uitgelezen moment voor ontmoetingen tussen gemeenten enmet de Vereniging. Hopelijk tot dan.

Page 2: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

De gemeenten, centraal in het lokaal bestuur, vinden hunbestaansreden in de dienstverlening aan de burger.

Als lokaal bestuur haalt de gemeente in de eerste plaats haardoeltreffendheid uit haar relatie met de burger. Haarnabijheid waarborgt de beste aanpassing van haar actie aande werkelijke behoeften en de eigenheid van het terrein.

Als verkozen bestuur dat verantwoording verschuldigd isaan de burger, is de gemeente onderworpen aan dedemocratische controle, wat een goede waarborg vormt voorhaar luisterbereidheid naar de bevolking toe.

De bevolking zet zich echter enkel in als die inspraak eenuitdaging inhoudt, in die zin dat de bevoegdheden en demiddelen van de instelling waaraan ze wil meewerken, reëelzijn, in die zin dat de instelling aan goed bestuur doet.

Daarom wil de Vereniging - die de doelstellingen vandemocratische inspraak ten volle onderschrijft - in hetvooruitzicht van een duurzame ontwikkeling van onzesamenleving, dat men de gemeenten de nodige middelenverschaft om alle bevoegdheden van gemeentelijk belang tekunnen uitoefenen.

Daarbij moeten de volgende principes voor ogen gehoudenworden :

- subsidiariteit : vertrouwt taken toe aan hetmachtsniveau dat het dichtst bij de burger staat, zolangniet vaststaat dat een hoger machtsniveau het beter zoudoen; een principe dat bekrachtigd wordt in hetEuropees Handvest van de Lokale Autonomie, dat doorons land geratificeerd werd en waarvan deengagementen momenteel het voorwerp uitmaken vaneen monitoring door de Raad van Europa.

In de mate van het mogelijke moeten de takengebundeld worden in coherente gehelen op iedermachtsniveau. Als dat niet mogelijk is, zouden erstelselmatig samenwerkingsmechanismen uitgewerktmoeten worden, met respect voor goed bestuur opverschillende niveaus.

- decentralisering : de beslissingen moeten genomen - enniet alleen uitgevoerd (wat het onderscheidt vandeconcentratie) - worden op een zo lokaal mogelijkniveau.

Net zoals de reikwijdte van de bevoegdheden is debeslissingsbevoegdheid van het lokaal bestuurbelangrijk om de participatie van de bevolking temotiveren. Die beslissingsbevoegdheid moetbetrekking hebben op de vastlegging van regels, hettoezicht op de uitvoering en de bestraffing vanovertredingen.

- evenwicht tussen de taken en de middelen die iedermachtsniveau krijgt.

Dit principe hangt samen met de budgettaireneutraliteit van de maatregelen die genomen wordenop gewestelijk niveau - en op ieder ander niveau - als zebelang hebben voor de lokale besturen. Daartoe moetvan iedere geplande beslissing de financiële enadministratieve weerslag op de lokale besturen geraamdworden. In geval van negatieve impact op de financiënen het beheer van de lokale besturen, moet de bevoegdeoverheid de nodige compensatiemaatregelen nemen. Ermoet ook een compensatie voorzien worden voor debevoegdheden die overgeheveld worden naar deGewesten in het kader van de zesde staatshervorming,als een deel ervan toegevoegd wordt aan hetgemeentelijk takenpakket.

Dit principe van evenwicht houdt ook overwegingenvan billijkheid in. De financiële stromen naar de lokalebesturen moeten billijk toegekend worden in functievan objectief beoordeelde behoeften. Als ersolidariteitsmechanismen bestaan, moeten diegefundeerd en transparant zijn.

- en tot slot stelselmatig overleg in het kader van eengestructureerd partnership met de lokale besturen enhun vereniging, wanneer er sprake is van maatregelendie leiden tot bijkomende uitgaven of minder

2 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

REGIONAAL MEMORANDUM

STERKE GEMEENTEN, PARTNERS VAN EENSTERK GEWEST

De Raad van Bestuur van de Vereniging heeft een memorandum samengesteld in het vooruitzicht van dekomende gewestverkiezingen.

Dit memorandum bundelt de bekommernissen van de lokale besturen van ons Gewest en concretiseert debeginselen van subsidiariteit, decentralisering, evenwicht en overleg, die aan de basis liggen van de lokaledemocratie en goed bestuur.

Dit memorandum bevat de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan hetwerkingskader van de gemeenten, uitgezonderd de sociale zaken, die aan bod komen in het specifiekememorandum van haar Afdeling OCMW, en ook onderwijs, dat behandeld wordt door hetOnderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten OVSG voor de Vlaamse Gemeenschap en door deConseil de l’Enseignement des Communes et des Provinces CECP voor de Franse Gemeenschap.

De eisen van de Brusselse gemeenten ten aanzien van de politieke partijen en de toekomstige regering vanhet Brussels Gewest.

Page 3: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2 3333

inkomsten of die gevolgen hebben op regelgevend oforganisatorisch vlak voor de lokale besturen,overeenkomstig de principes van goed bestuur totregeling van de betrekkingen tussen verschillendebestuursniveaus. De Vereniging van de Stad en deGemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewestmag niet ontbreken in die dialoog tussen het Gewest ende lokale besturen.

Deze principes bouwen een kader waar iederoverheidsniveau zijn volle verantwoordelijkheid kannemen en werken aan sterke gemeenten, partners vaneen sterk Gewest !

Dit kader moet aangevuld worden met regels voor deontwikkeling van goed bestuur, niet alleen in degemeenten maar ook in de betrekkingen met hetGewest en binnen het Gewest zelf. De Vereniging legtzich toe op die taak, die zij als essentieel beschouwt omde burgerparticipatie op te baseren, en – zoals in hetbesluit geschreven wordt – ze stelt voor dat samen metalle gemeenten en hun partners te doen.

Dit memorandum bundelt de voornaamsteverbeteringen die de Vereniging vraagt door te voerenaan het werkingskader van de gemeenten, uitgezonderdde sociale zaken, die aan bod komen in het specifiekememorandum van haar Afdeling OCMW, en ookonderwijs, dat behandeld wordt door hetOnderwijssecretariaat van de Steden en GemeentenOVSG voor de Vlaamse Gemeen-schap en door deConseil de l’Enseignement des Commu-nes et desProvinces CECP voor de Franse Gemeenschap.

I. Werkingsmiddelen in verhouding tot hetgemeentebeleid

Gepaste middelen

De evolutie van de financiële middelen van deBrusselse gemeenten moet behandeld worden in hetlicht van een dubbele vaststelling: enerzijds een dalendebijdragecapaciteit van de bevolking, toe te schrijven aande stadsvlucht van de middenklasse, die vervangenwordt door minder gegoeden die de bijkomende kostendie ze teweegbrengen niet kunnen compenseren doorbelastingontvangsten enerzijds, en een sterke groei vandeze bevolkingsgroep, die steeds hogere uitgaven vergt,met name ten behoeve van de jongsten onder hen. Zomoeten de gemeenten de uitgaven dragen vankinderopvang en scholen, bij gebrek aan tussenkomst –of voldoende tussenkomst – van de Gemeenschappen.Hetzelfde geldt voor de culturele of sportieveactiviteiten, waarbij de kosten van de infrastructurensteeds meer op de gemeenten rusten.

De Vereniging wijst op het aanzienlijk verlies aanfinanciële middelen dat de Brusselse gemeentengeleden hebben bij de regionalisering van hetGemeentefonds. In de loop der jaren is de algemenedotatie aan de gemeenten wel gestegen, zonder die

verliezen evenwel te kunnen compenseren. Devergelijking met de andere grote steden van het landblijft op dit vlak dramatisch ongunstig voor deBrusselse gemeenten. Meer dan ooit moet definanciering van de gemeenten in de toekomst steunenop een verhoging van de algemene dotatie.

De Vereniging is dus tevreden met de tussenkomst vande federale regering voor een billijkere financiering vande Brusselse instellingen, zijnde 461 miljoen euro perjaar vanaf 2015. Die tussenkomst vormt echter slechtseen gedeeltelijke compensatie voor de meerkost die hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest moet dragen wegenszijn drieledige rol als stadsgewest, nationale eninternationale hoofdstad, en het financieel nadeel dattotnogtoe gedekt was door de Brusselsebelastingplichtigen, wiens gemiddeld inkomen perinwoner het laagste van het land geworden is.

In dat opzicht compenseert de zogenaamde“pendelaars-dotatie” van 44 miljoen euro, vanaf 2015,slechts zeer gedeeltelijk dat de inkomsten niet belastworden waar men werkt maar waar men woont. Eenrechtvaardige verdeling van de personenbelastingtussen werk- en woonplaats moet alle aandacht krijgenvan de politieke verantwoordelijken van het BrusselsGewest in hun contacten en onderhandelingen met defederale overheid en de deelstaten.

De Vereniging erkent de inspanningen die het Gewestde voorbije jaren geleverd heeft om de financiëlemiddelen voor de gemeenten te verhogen, en vindt datde 24 miljoen euro die de federale overheiduitgetrokken heeft om de dode hand beter tecompenseren, naar de gemeenten zou moetenterugvloeien. Ze herinnert eraan dat de gemeenten eenbelangrijke rol te spelen hebben op het vlak vanmobiliteit en ze vraagt dat een deel van de 135 miljoeneuro die daarvoor voorzien waren in de herfinancieringvan de Brusselse instellingen, aan hen toegekend zouworden. Algemeen zou de federale herfinanciering vanhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest die voortvloeit uitde zesde staatshervorming, een deel van de aanvullendedotatie naar de gemeenten moeten doen terugvloeien,aangezien een deel van de opdrachten die met diefinanciering verricht moet worden, door henuitgevoerd wordt.

In naam van het behoud van essentiële aspecten voor degemeentelijke autonomie dringt de Vereniging erop aan– en daarbij verwijst ze naar het Europees Handvest vande Lokale Autonomie – om de algemene dotatie ookuniverseel en onvoorwaardelijk te houden. Ze magnamelijk niet ingeperkt worden ten gunste van desubsidies voor specifieke doeleinden.

De Vereniging vraagt het behoud van de gewestelijkesteun voor de sanering van de gemeentekas, zijnde 30miljoen euro per jaar. Als het Gewest naast de algemenedotatie zijn bijstand aan de gemeenten zou verhogen,

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 4: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

4 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

vindt de Vereniging dat de sanering van degemeentekassen een primordiaal doel moet blijven. Indat opzicht herinnert de Vereniging er ook aan dat desnelle betaling van de subsidies en toelagen zoubijdragen tot de verlichting van de financiën van degemeenten, in het bijzonder diegene die zich in eenbenarde financiële toestand bevinden.

Reeds in de vorige bestuursperiode werd de overnamedoor het Gewest van de inning van de onroerendevoorheffing aangekondigd, wat – gezien de ervaring inVlaanderen - enorme ongerustheid uitlokt. Daaromvraagt de Vereniging dat die regionalisering geen enkelverlies van inkomsten voor de gemeenten zouteweegbrengen, te meer daar de opcentiemen op deroerende voorheffing, in het bijzonder in Brussel, met30 % het grootste deel van de gemeente-inkomstenuitmaken. Om te waarborgen dat de overname geenenkel verlies aan inkomsten zou teweegbrengen voor degemeenten, vraagt de Vereniging dat het Gewest netzoals in Vlaanderen zou overwegen een systeem metvoorschotten uit te werken gespreid over de eerste zesmaanden van het jaar. Concreet vraagt de Verenigingdat het Gewest aan de gemeenten 95 % van deinkomsten waarborgt van het jaar vóór de operatie vanovername van de inning door een voorschottensysteemgespreid over 6 of 12 maanden; het jaar nadien zou daneen regularisering doorgevoerd worden.

Uit verschillende contacten met het ministerie vanFinanciën blijkt dat het bedrag van de gemeentelijkeinkomsten uit de onroerende voorheffing minderafhangen van de inningspercentage (sinds enkele jarengestabiliseerd) dan van de kwaliteit en de snelheid vande overdracht van de informatie die nodig is voor devaststelling of de herziening van het kadastraalinkomen. Daarom vraagt de Vereniging dat hetGewest, in het kader van de overname van de inningvan de onroerende voorheffing, de gemeenten zouhelpen de evolutie van het onroerend goed op hetterrein beter te volgen om de persoon die het kadastraalinkomen moet bepalen, beter te informeren.

Tot slot vindt de Vereniging dat de herziening van hetkadastraal inkomen geen taboe meer mag zijn. Dieherziening moet rekening houden met de sociologischeevolutie van het Gewest en moet komaf maken metbepaalde ongerechtvaardigde verschillen en zou eenpositieve impact hebben op de gemeentefinanciën.

Sinds enkele jaren willen de gemeenten eenrechtvaardigere vergoeding voor de terbeschikkings-telling van het openbaar domein. De Vereniging heefthet Gewest reeds geïnterpelleerd over de nood aan eeninstrument ter vergoeding van de dienst die verleendwordt aan de concessiehouders die veel openbareruimte inpalmen voor allerlei werken zoals het leggenvan leidingen, kabels en andere vaste of mobieleinstallaties. Bepaalde gebruikers van de openbareruimte, waaronder de operatoren van een openbaartelecommunicatienetwerk of intercommunales, menen

omwille van specifieke wettelijke bepalingen vrijgesteldte zijn van taksen en retributies. De gemeenten demogelijkheid bieden een retributie te vestigen alstegenprestatie voor de terbeschik-kingstelling van hetopenbaar domein is een maatregel die dringendgeconcretiseerd moet worden. De Vereniging vraagt indat kader dat het Gewest, in samenspraak met degemeenten, een doeltreffend systeem zou uitwerken vancompensaties bij bezetting van het openbaar domein.

Het is ook belangrijk de gemeenten in staat te stellen deinvordering van de op die manier gevraagde retributieste organiseren. Er is een wetswijziging nodig om eenprocedure in te voeren voor de invordering, die voorzietin dezelfde betalingsfaciliteiten als bij belastingen, nl.het privilege van het voorafgaande en de gedwongenuitvoering tegenover onwillige belastingplichtigen. DeVereniging vraagt dat de gewestelijke wetgever eenbepaling in die zin zou toevoegen in de NieuweGemeentewet.

Deze vraag van de VSGB werd al ingelost met de wijzigingvan artikel 137 van de Nieuwe Gemeentewet. Meerdaarover in de rubriek “Vereniging in actie”.

Hoewel de Vereniging sterk gehecht is aan de fiscaleautonomie van de gemeenten, blijft een homogeniteitvan de belastingen soms noodzakelijk, in het bijzondervoor de ontwikkeling van de economische activiteiten.Daarom vraagt de Vereniging aan het Gewest minstenshet behoud van de jaarlijkse dotatie van 15 miljoeneuro ter compensatie van afgeschafte gemeente-belastingen.

Tot nu toe hebben de boekhoudnormen ESR 95 noggeen problemen gesteld voor de gemeenten. Dezelaatste maken zich evenwel zorgen over de eventueledeelname van de lokale besturen aan het stabiliteitspacten de individuele oplegging van de ESR95-normen aanelk lokaal bestuur : gemeente, OCMW, intercom-munale, … De Vereniging herinnert eraan dat degemeentewet de gemeenten verbiedt om tekorten tevertonen, dat die laatste meer dan 50 % van deoverheidsinvesteringen in ons land voor hun rekeningnemen, tegenover slechts 5 % van de overheidsschuld.Als eerste partner van de burger hebben de gemeentenheel weinig of niet bijgedragen tot de huidigebudgettaire moeilijkheden. De Vereniging vraagt metaandrang dat elk overheidsniveau bijdraagt tot debesparingsinspanningen binnen de grenzen van zijneigen mogelijkheden in de huidige financiëlemoeilijkheden. Ze is hevig gekant tegen iedereonverantwoorde verlaging van de reeds uiterst beperktefinanciële middelen van de Brusselse gemeententegenover de steeds grotere behoeften van de burgers.

De Vereniging vindt ook dat nieuwe financierings-wijzen, zoals publiek-private samenwerking of hetinroepen van een derde investeerder, uitgebouwdzouden moeten worden. Het Gewest zou ookondersteuningscellen voor de gemeenten moeten

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 5: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2 55

oprichten om ze te begeleiden op technisch, juridischen financieel vlak in het kader van de nieuwefinancieringswijzen. In het kader van die samenwerkingvindt de Vereniging dat de gemeenten aanspraakzouden moeten kunnen maken opinvesteringssubsidies.

Die nieuwe financieringswijzen voor de gemeentelijkeinvesteringen zijn des te meer nodig daar de relaties vande gemeenten met de bankensector ook getroffenwerden door de recente banken- en financiële crisis. De banken zijn terughoudender geworden inlangetermijnleningen (20 of 30 jaar), behalve debanken die gespecialiseerd zijn in dienstverlening aanlokale overheden. Die gespecialiseerde banken biedeneen waaier aan financiële en intellectuele diensten diehun concurrenten niet kunnen volgen, behalve opkortetermijnleningen. De gemeenten moeten een bankkiezen die in staat is om tegemoet te komen aan hunbehoeften, zowel op korte als op lange termijn. Daaromvraagt de Vereniging de gewestelijke overheden definanciële behoeften van de gemeenten op langetermijn in beschouwing te nemen wanneer ze definanciële keuzes van de gemeenten moetengoedkeuren.

Personeelsbeleid

Om degelijke diensten aan de bevolking te kunnenleveren, hebben de gemeenten een dynamischpersoneelsbeleid nodig en een aantrekkelijk lokaalopenbaar ambt waaraan voldoende middelengekoppeld zijn.

Zowel in de definitie als in de uitvoering moet hetpersoneelsbeleid afhangen van de gepaste organen vanhet lokaal niveau, of het nu gaat om de gemeente of hetOCMW. In dat opzicht herinnert de Vereniging eraandat het College niet alleen een politiek orgaan is maarook een administratief en bestuursorgaan dat somsbijgestaan moet worden, maar niet van zijnbevoegdheden beroofd mag worden.

De gemeentelijke vertegenwoordigers moeten nauwbetrokken worden bij alle besprekingen, met name metde vakbondsorganisaties, die gevolgen hebben voor hunpersoneelsbeleid. Onderhandelingen, zoals diebetreffende het Sociaal Handvest, zouden via tripartiteoverleg moeten gebeuren, met een vertegenwoordigingvan de werknemers en een vertegenwoordiging van delokale besturen, naast het Gewest. Wat dewerkgeversvertegenwoordiging betreft, vraagt deVereniging naast de vertegenwoordiging die aan deConferentie van Burgemeesters toevertrouwd wordt,dat de Vereniging als deskundige zou kunnendeelnemen aan de onderhandelingen van hetgewestelijk Comité C.

De loonschaalverhogingen die eventueel op gewestelijk

niveau beslist worden, zouden volledig ten laste moetenkomen van het Gewest, met inbegrip van het effect opde pensioenen. Tot slot zou iedere maatregelbeoordeeld moeten worden op het vlak van definanciële haalbaarheid, ook als het Gewest belooft eendeel van de last te dragen.

Het Gewest moet de gemeenten financieelaanmoedigen om programma’s voor taallessen uit tewerken, zodat hun personeel beide landstalen goedbeheerst.

De gemeentebesturen zijn de enige die de pensioenlastvan hun personeel integraal moeten financieren. Depensioenen zijn een federale materie – ditmemorandum komt daar verder nog op terug, in eenhoofdstuk over de steun die van het Gewest gevraagdwordt ten aanzien van de federale regering – zodat opdit niveau de nodige structurele maatregelen genomenzouden worden voor de redding van het pensioenstelselvan de statutairen.

Op gewestelijk vlak kunnen we ook niet voorbijgaanaan de weerslag van de hervorming in de financieringvan het pensioenstelsel van de statutairen, op definanciën van de Brusselse gemeenten, met name als dieonderworpen zijn aan hoge responsabiliserings-bijdragen. Er zouden structurele maatregelen genomenmoeten worden om er de oorzaken van weg te werkenen de Vereniging vraagt in dat kader de steun van hetGewest.

Een ander probleem dat aangepakt moet worden, is deuitwerking - vooral in het Vlaams Gewest - van eentweede pensioenpijler, voor de contractuelen, watonvermijdelijk de aantrekkingskracht van het lokaalopenbaar ambt in Brussel zal verminderen en er optermijn aanwervingsproblemen zal creëren. DeVereniging vraagt dat het Gewest naast het wettelijkkader dat ontwikkeld moet worden om de invoeringvan die tweede pijler juridisch te waarborgen, er ookhet financieel kader van zou uitwerken. Er zou eengemengde formule moeten komen, waarbij voor hetoverheidspensioen enkel de jaren als statutair inaanmerking genomen worden, terwijl de jaren alscontractueel enkel voor het privépensioen inaanmerking komen.

Een moderne organisatie

De Vereniging pleit in de eerste plaats voor eenprogramma van administratieve vereenvoudiging methet oog op een doeltreffende werking van degemeenten zelf en de vergemakkelijking van hunbetrekkingen met de burgers. Ze wijst in het bijzonderop de complexiteit van bepaalde procedures op het vlakvan boekhouding en ook voor gemeenten die eensaneringsplan moeten volgen. Ze stelt voor deadministratieve vereenvoudiging met betrekking tot de

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 6: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

6 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

lokale besturen te beschouwen als explicieteverantwoordelijkheid binnen de gewestregering.

Deze behoefte wordt geïllustreerd door het feit datondanks de rationaliseringsinspanningen die dewetgever levert, er nog heel wat regelgevingen enprocedures zijn waarvan de toepassing complex blijft.Zonder de nood aan de verschillende regelgevingen invraag te stellen, moeten de verschillende regelgevingenzo goed mogelijk op elkaar afgesteld worden, met namede stedenbouwkundige en milieuprocedures. Eencoherente en leesbare wetgeving is een waarborg voorefficiëntie in het nastreven van de doelstellingen die deverschillende regelgevingen beogen.

De Vereniging vraagt dat het Gewest in de mate van hetmogelijke de regels met betrekking tot overgeheveldemateries codificeert. Dat geldt voor heel wat bepalingenvan de Nieuwe Gemeentewet, de wet van 24 december1996 betreffende de vestiging en de invordering van deprovincie- en gemeentebelastingen, de wet van 22december 1986 betreffende de intercommunales, dewet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen enlijkbezorging, … Dat zou de juridische leesbaarheidaanzienlijk verbeteren.

In het kader van de openbaarheid van bestuur,gewaarborgd door artikel 112 van de NieuweGemeentewet, vraagt de Vereniging zich af of hetgegrond is dat alle reglementen zonder onderscheidbekendgemaakt moeten worden. Wat het bijzonderbestemmingsplan en de gemeentelijke ontwik-kelingsplannen betreft en de modaliteiten van debekendmaking van de gemeentebegroting, stipt ze aandat er nog een uitvoeringsbesluit genomen moetworden.

Op het vlak van begrafenissen en lijkbezorgingpassen de gemeenten nog steeds de wet van 20 juli1971 toe, die geregionaliseerd werd sinds 2002 engewijzigd werd door verschillende ordonnanties. Eennieuwe ordonnantie terzake zou een betere aanpassingaan de behoeften van de Brusselse gemeenten mogelijkmaken. Een samenwerkingsakkoord tussen deGewesten is noodzakelijk om regelingen te treffen voorde kosten betreffende behoeftigen, de tussenkomst vaneen dokter en de bewaring van het lichaam.

Andere voorbeelden betreffende de bezetting van hetopenbaar domein, het huisvestingsbeleid en steden-bouw worden hier niet uitgewerkt. Naast deze voor-beelden stelt de Vereniging voor in overleg met hetGewest een permanente inventaris op te maken van debeschikkingen met betrekking tot de gemeenten, die inde gewestelijke regelgeving omgezet zouden moetenworden.

Het bundelen van overheidsopdrachten, het gebruikvan gezamenlijke opdrachten en aankoopcentraleszijn de toekomst van de overheidsopdrachten.

De Vereniging is voorstander van de oprichting vanaankoopcentrales. Dat dossier zou in de komendebestuursperiode een boost moeten krijgen, omschaalvoordeel te bewerkstelligen. De Vereniging heeftoverigens actief deelgenomen aan de intergemeentelijkewerkgroep overheidsopdrachten met het oog op decreatie van een wettelijk kader dat de oprichting vanaankoopcentrales tussen Brusselse lokale besturenmogelijk maakt.

De kwestie van de energiemarkt wordt verder nogbehandeld vanuit de invalshoek van de duurzaamheid,maar we kunnen ook de mogelijkheid uitwerken omgeglobaliseerde opdrachten uit te schrijven voor deleningen van de gemeenten. Er wordt ook voorgesteldde gemeenten aan te moedigen om meer gebruik temaken van de gespecialiseerde diensten van het Gewestom advies te krijgen in de leningen die zijonderschrijven en een beroep te doen op deze dienstenvoor het beheer van hun financiële tegoeden.

De gegevensbank subsidies toont dat er heel watsubsidies bestaan, maar we zien een groteverscheidenheid qua procedures en termijnen, enproblemen qua links met andere procedures. De grootstmogelijke homogeniteit moet absoluut behouden blijvenin de subsidiestelsels, in de geest van de ordonnantie van16 juli 1998, die verzwakt naarmate er nieuwesubsidiëringsmogelijkheden komen. Mutatis mutandisis deze aanbeveling zowel van toepassing op deoverheden van de Gemeenschappen, in de mate dathun tussenkomsten vaak gelijk moeten lopen met dievan het Gewest.

Overeenkomstig het plaatselijk-bestuursplan moet degegevensbank subsidies verder uitgebouwd worden, nietalleen door de permanente bijwerking, maar ook doorde uitbreiding tot alle niet-regionale subsidiërendeinstanties, en ook aangevuld worden met eeninspanning op het vlak van vorming en begeleiding. DeVereniging pleit ook voor een tussenkomst van hetGewest in de kosten van een verantwoordelijke, in elkegemeente, die zou waken over de naleving van deverbintenissen en de procedures, om de goedeafhandeling van de gesubsidieerde projecten tewaarborgen.

II. Nauwe samenwerking voor de uitoefeningvan essentiële taken

School-, sport-, sociale en culturele infrastructuren

De gemeenten zijn een belangrijke organiserendemacht voor wat het onderwijs betreft. De creatie vannieuwe klassen om het hoofd te bieden aan debevolkingsgroei is vaak hun verantwoordelijkheid.Hetzelfde geldt voor de kinderdagverblijven en diversesociale of culturele diensten of infrastructuren. DeGemeenschappen moeten de nodige middelenvrijmaken om de gemeenten in staat te stellen huntaken in deze essentiële domeinen te kunnen uitvoeren.

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 7: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2 77

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet daarbij eenaanvulling kunnen leveren: het gewestelijk beleid terondersteuning van de modernisering en de uitbreidingvan de sport- en andere infrastructuur moet voortgezetkunnen worden.

Stedenbouw

De stijging van het aantal stedenbouwkundigeovertredingen schendt het levenskader en de kwaliteitvan de architectuur in ons Gewest. Momenteel nemenprocedures soms jaren in beslag en worden kleineovertredingen vaak geseponeerd. Ter vergelijking heefthet gemengd systeem van strafrechtelijke enadministratieve sancties op het vlak vanmilieuovertredingen zijn doeltreffendheid bewezen.

Voor de Vereniging moet de doeltreffendheid van desancties bij stedenbouwkundige overtredingenverbeterd worden, onder meer door de optrekking vande menselijke en financiële middelen van deadministratieve overheden, maar ook via eenherdefinitie van de wettelijke hulpmiddelen waarmeekleine overtredingen efficiënt bestraft kunnen worden.De Vereniging vraagt in dat kader dat de overheid diede lasten van de vaststelling draagt, ook van deopbrengst van de boetes zou genieten.

Er moeten verder inspanningen geleverd worden om debehandeling van vergunningsaanvragen tevereenvoudigen en te versnellen, met eerbied voor degemeentelijke autonomie, de spil van het lokaal leven.In de procedure van toekenning van stedenbouw-kundige vergunningen, met inbegrip van die welke nudoor het Gewest uitgereikt worden sinds de laatstehervorming van het Brussels Wetboek voor RuimtelijkeOrdening (BWRO), moet er een nauwe dialoogbewaard worden tussen het Gewest en de gemeenten,die het terrein vaak grondig kennen. Niets mag beslistof duurzaam gebouwd worden in Brussel zonder dat ereen consensus heerst tussen deze twee democratischeoverheden, het Gewest en de gemeenten.

Wegen

De MIVB wil het beheer van de wachthokjesovernemen en, op basis van de ordonnantie van 22november 1990 betreffende de organisatie van hetopenbaar vervoer in het Brussels HoofdstedelijkGewest, die stelt dat de MIVB over een gratisgebruiksrecht over de wegen beschikt, eist ze dus eenvrijstelling van retributie voor de bezetting van deopenbare weg.

Sommige gemeenten verliezen dus soms heel watinkomsten. De Vereniging dringt erop aan tenminsteeen systeem van compensatie – al was het maargedeeltelijk - in te voeren voor dit inkomensverlies.

De problematiek betreffende de schoonmaak van deeigen bedding van het openbaar vervoer brengt ookheel wat vragen teweeg aangaande de respectieve mid-

delen en aansprakelijkheden, waardoor de schoon-maak van de beddingen soms in het gedrang komt.

Gewoonlijk wordt er verwezen naar artikel 19.4.4 vanhet besluit van 18 juli 1996 van de Brusselse Regering,dat stelt dat “de verantwoordelijkheid voor de reinheiden het sneeuwvrij maken van de openbare ruimtewordt gedragen door de instantie die deze beheert”, omde verantwoordelijkheid van de schoonmaak aan degemeenten door te schuiven, voor eigen beddingen opwegen waarvan zij de beheerder zijn. De Vereniging isniet tevreden met dat antwoord, omdat de toepassingsensu stricto van deze bepaling niet kadert met despecificiteit van de eigen beddingen, waarvan deschoonmaak ingewikkelder is dan trottoirs en wegen.Gezien de specificiteit van deze sites beschikken degemeenten niet over de technische middelen voor deschoonmaak ervan. De Vereniging vraagt snel eenoplossing, in die zin dat ofwel het Gewest ofwel hetAgentschap Net Brussel verplicht is de eigen beddingenvan het openbaar vervoer schoon te maken opgemeente- en gewestwegen.

Wat tot slot de inrichting van de gewestwegen en deinfrastructuren van de MIVB op gemeentewegenbetreft, vraagt de Vereniging dat de gemeentenstelselmatig geraadpleegd zouden worden, zodat errekening gehouden zou worden met de verplichtingeninzake openbare veiligheid die de inrichtingen met zichkunnen meebrengen, alsook een betere harmoniseringin de planning van de verschillende interventies,rekening houdend met de ordonnantie betreffendewerken op de weg. De Vereniging vraagt ook dat hetGewest de nodige maatregelen zou nemen voor devervolging van de overtredingen tegen deze beschik-kingen.

Mobiliteit

De Vereniging vraagt alle nodige maatregelen te nemenom het aanbod en de frequentie van het openbaarvervoer te verbeteren en vraagt daaromtrent overlegtussen gemeenten, Gewest en openbaar-vervoers-maatschappijen.

De federale wetgeving voorziet in de mogelijkheid vanhet gebruik van de wielklem bij overtredingen tegenbepaalde beschikkingen van de wegcode. De inleidingvan het KB van 5 juni 2013 preciseert evenwel dat hetopportuun is dat de gemeenten de mogelijkheidzouden krijgen om wielklemmen te plaatsen met hetoog op de recuperatie van de door hen voorziene taksenof retributies. Aangezien de vastlegging van de regelsvoor de heffing van de taksen en retributies eengewestbevoegdheid is, moet een dergelijke ordonnantiesnel uitgevaardigd worden om de gebruiksmodaliteitenvoor de wielklem vast te leggen.

De Vereniging moedigt het Gewest aan om hun steunaan de gemeenten op het vlak van mobiliteit tebehouden : financiering van de opstelling en de

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 8: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

8 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

aanpassing van gemeentelijke mobiliteitsplannen, by-pass studies, trage wegen, fietsboxen, …

Wat de overname van het parkeerbeheer door hetgewestelijk Parkeeragentschap betreft, onderstreept deVereniging dat zij het project steunt voor zover debelofte om de 15 % die het agentschap heft op hetbetaald parkeren van de gemeenten, geheel of gedeel-telijk aan te wenden voor de uitvoering van door degemeenten voorgestelde projecten, geconcretiseerd wordt.Ze benadrukt dat hierbij grote transparantie vereist is.

In een eerste fase herinnert de Vereniging eraan dat ereen evenwichtig akkoord gevonden moet wordentussen het Gewest en de gemeenten die gebondenblijven aan beheerscontracten met privéconcessio-narissen, en er ook bijkomende termijnen verkregenmoeten worden voor de doorstorting aan hetagentschap van de inkomsten uit het beheer van deparkeerplaatsen door de gemeenten.

Vaak worden gemeenten niet op de hoogte gesteld vanverkeersmaatregelen die genomen worden door eenandere gemeente of een andere wegbeheerder, zoals hetGewest of de MIVB. Hetzelfde geldt voor de kleineinrichtingen waarvoor geen stedenbouwkundigevergunning vereist is. Die maatregelen hebbennochtans een impact op de lokale mobiliteit of zelfs opde verkeersveiligheid. Er heeft vroeger nochtans eenoverlegstructuur bestaan die haar nut aangetoondheeft. De Vereniging stelt voor die structuur opnieuwte creëren door een overlegcommissie voor deaanvullende reglementen samen te stellen, waarvan zijhet secretariaat kan vervullen.

Openbare ruimte: netheid en leefmilieu

De Vereniging benadrukt het feit dat de eerste stapvoor een beter milieu het net houden van de openbareruimte is, of dit nu preventief of bestraffend is.Hiermee verwijzen we naar de kwestie van deadministratieve sancties en het stadsbeleid, waar weelders in dit memorandum uitgebreider op ingaan.

De Vereniging merkt op dat de gemeente vaak moetoptreden op het vlak van netheid, dat depreventiedienst het werk van Agentschap Net Brusselmoet verifiëren en de gemeente moet schoonmakenwat het Agentschap niet of niet correct doet. Naast eenverwachte verbetering van de werking van hetAgentschap vraagt de Vereniging naar de concretemodaliteiten van de overheveling van de schoonmaakvan Gewest naar gemeenten, op basis van het intra-Brusselse akkoord.

De laatste jaren zijn de milieunormen ingewikkeldergeworden, meer bepaald wat betreft vervuilde bodemsen de energieprestatie van gebouwen, alsook door huninteractie met de procedures voor het onderzoek vanaanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen.

De Vereniging merkt een gebrek aan coördinatie tussende gewestelijke dienst voor stedenbouw en Leefmilieu-Brussel bij gemengde projecten. De termijnen in deprocedure zijn verschillend, de documenten en plannendie de aanvrager moet indienen zijn verschillend …Zou het niet eenvoudiger en begrijpelijker zijn vooriedereen als we modellen van incidentieverslagenopstellen die beantwoorden aan de criteria van beideorganismen, en samen bepalen welke documenten erbijgevoegd moeten worden? Algemener zou er eenpraktische evaluatie verricht moeten worden om decoherentie tussen de stedenbouwkundige en milieu-wetgeving te waarborgen.

Veiligheid en preventie

Op het gebied van veiligheid pleit de Vereniging voorhet behoud van het regionale luik van de steun inzakepreventie, en vooral voor de voortzetting van deveiligheids- en preventiecontracten. In deze fase zou eenevaluatie, met een opdeling in goede en minder goedepraktijken, zeer nuttig zijn om de beschikbaremiddelen in de toekomst zo goed mogelijk te kunnentoewijzen.

De laatste jaren is de bevoegdheid van het Gewest ophet vlak van preventie versterkt. Die trend moetbehouden blijven.

De werking van de gemeentelijke preventiediensten issinds hun oprichting precair, aangezien ze afhangen vande verlenging van de veiligheids- en preventie-contracten. Die instabiliteit is niet langer aanvaardbaar.Het belang van de preventiediensten hoeft niet meeraangetoond te worden en het voortbestaan van dediensten moet gewaarborgd worden. Daarvoor moet definanciering van deze diensten verzekerd worden. Indat opzicht zou het interventiekader van het Geweststabieler moeten worden dan het huidigesubsidiesysteem.

Die bestendiging van de middelen is ook noodzakelijkom een degelijk socio-professioneel statuut tot stand tebrengen voor het preventiepersoneel.

Deze kwestie moet ook gelinkt worden aan de evolutievan de werking van de politie op lokaal niveau. Dieworden geconfronteerd met een stijgend aantalaanvragen, met betrekking tot heel uiteenlopendeonderwerpen. Daardoor is er een verschuiving van detaken naar anderen, in voorkomend gevalgemeenschapswachten, zoals de aanwezigheid bijgemeentelijke activiteiten (braderij, rommelmarkt, …)of om het verkeer bij scholen in goede banen te leiden.Door bepaalde taken lijken de gemeenschapswachtensteeds meer op de vroegere wijkagenten. Daar moetenrekening mee gehouden worden.

Wat de gemeenschapswachten betreft, is het belangrijkdat het Gewest de actie van de gemeenten ondersteuntom te benadrukken dat de gemeenschapswachten eigen

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 9: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2 99

taken hebben ten opzichte van de politie. In datopzicht moet alles in het werk gesteld worden om desamenwerking tussen politie en gemeenschapswachtente bevorderen.

De Vereniging pleit voor een coherenter toezicht op depolitiezones. Momenteel zijn er twee verschillendenormen, waardoor de economische impact vanbepaalde maatregelen, zoals de aankoop vanpolitievoertuigen, niet geanalyseerd kan worden. Opdat vlak zou het toezicht dringend hervormd moetenworden.

Economie en werkgelegenheid

Net als de burgers beschouwen kmo’s en groteondernemingen de gemeente niet alleen als belangrijkegesprekspartner, maar ook als essentiële actor op hetgebied van stedenbouw, milieu, mobiliteit of nogveiligheid in het economisch leven.

Door het aantal en de diversiteit aan jobs die zijaanbieden, zijn de gemeenten belangrijke partners vanhet Gewest in de strijd tegen werkloosheid, debegeleide herscholing en opleiding, in samenwerkingmet de bestaande vormings- en begeleidingsinstanties.

In dat opzicht is de oprichting en opstart van het“referentiecentrum gewijd aan de stadsberoepen en deberoepen van het openbaar ambt”, waaraan deVereniging actief deelneemt, een zeer positief teken.Het heeft inmiddels de nodige middelen voorhanden,maar moet door het Gewest blijven gesteund wordenomdat het werk verschaft, onder meer aanlaaggeschoolde Brusselaars.

In het kader van het diversiteitsbeleid werden de eerstepremies doorgestort aan de gemeenten die personeelaangeworven hebben volgens de vastgelegdevoorwaarden. De inspanning van het Gewest moetvoortgezet worden.

Huisvesting

De Vereniging vindt het uiterst belangrijk het hoofd tebieden aan de bevolkingsgroei in het Gewest, door hetaanbod aan woningen uit te breiden. Zo niet gaat hetGewest zich ontwikkelen op een achtergrond vangrondspeculatie: dat doet de huurprijzen stijgen encreëert problemen qua toegang tot huisvesting.

De Vereniging wil dat eigendomsverwervingtoegankelijker wordt voor gezinnen met eenmiddelmatig tot laag inkomen in het Brussels Gewest.Daarom raadt ze aan om meer middelen terbeschikking te stellen van het Woningfonds van hetBrussels Gewest en om de voorwaarden voor detoegang tot en de toekenning van de steun te herzien,zodat die zo goed mogelijk aansluiten bij de sociaal-economische evolutie.

Algemeen is de Verenging van mening dat er eerstingewerkt moet worden op het aanbod, door bepaalde

publieke initiatieven te stimuleren ten voordele van dehuisvesting van de meest behoeftige en geïsoleerdepersonen. Vooral de verwerving van leegstaandewoningen door de gemeenten moet aangemoedigdworden, zodat die woningen gerenoveerd en opnieuwop de markt gebracht kunnen worden. De proceduresvoor de subsidiëring van projecten voor deherwaardering van wijken zouden vereenvoudigdmoeten worden.

De Vereniging pleit voor de versterking van het sociaalhuisvestingsbeleid, voor zover dit beleid zich kanontwikkelen in een kader dat voldoende aanpasbaar isaan de realiteit en aan de lokale behoeften.

Betreffende de strijd tegen ongezonde en leegstaandewoningen vestigt de Vereniging de aandacht algemenerop het feit dat de gemeenten die beschikken overmiddelen voor politiecontrole, in het Gewest eenbevoorrechte manier vormen om de naleving van degezondheidsnormen te garanderen. Maar zij moetendaarvoor de nodige middelen krijgen en dezeproblemen moeten coherent aangepakt worden doornauwe samenwerking tussen de gemeentedienstenonderling en tussen de gemeentediensten en hetGewest.

Voorts is een betere coördinatie wenselijk tussen deregelgeving betreffende de vereisten inzake salubriteit,veiligheid en uitrusting van woningen enerzijds en dewetgeving betreffende de huurovereenkomst voor dehoofdverblijfplaats anderzijds. Wat dat betreft, zou debevoegde gewestelijke dienst de gemeente moetencontacteren om na te gaan of de woningen die zewegens leegstand wil belasten, niet reeds belast zijndoor de gemeente.

Wat de toekenning van gemeentelijke woningenbetreft, vindt de Vereniging het onaanvaardbaar dat allepolitieke mandatarissen uit de toewijzingscommissieuitgesloten worden. Velen onder hen hebben immerspraktische ervaring die daar benut zou kunnen worden.Om de onafhankelijkheid van de commissie tewaarborgen, moet er als er gemeentemandatarissen aandeelnemen, naar een evenwichtige vertegenwoordigingvan meerderheid en oppositie gestreefd worden, en zoude commissie de mogelijkheid moeten krijgen omdeskundigen aan te trekken.

Duurzame ontwikkeling

De Vereniging is tevreden over de nieuwe gewestelijkeregelgeving om sociale clausules op te nemen inoverheidsopdrachten, en de sensibiliseringsacties methet oog op de ‘greening’ van de openbareaanbestedingen.

Met een ‘groen’ aankoopbeleid' steunen de overhedenimmers de bedrijven die aan eco-innovatie doen enmilieuvriendelijke producten op de markt brengen. Alseerstelijns aankopers die in contact staan met de

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 10: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

10 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

bevolking, kunnen de gemeenten immers eenvoorbeeldrol spelen.

Het Gewest zou dus dezelfde weg moeten volgen alsvoor de sociale clausules, door de gemeenten ook aan temoedigen om op juridisch gebied het kader teverbeteren opdat deze 'greening' er echt zou komen.

In een vergelijkbare gedachtenorde stelt de Verenigingvoor, met de steun van het Gewest, eenaankoopcentrale voor energie op te richten, omgemeenten en OCMW’s, in voorkomend geval met dediensten van het Gewest, in staat te stellen samen deofferteaanvragen en bestellingen van energie teverrichten. Die krachtenbundeling zou naast hetverkrijgen van interessantere voorwaarden ook deoriëntatie van de aankopen naar het gebruik van groeneenergie vergemakkelijken, en een voorbeeld stellen voorde bevolking.

De gewestelijke steun voor de Lokale Agenda’s 21 –die in 2007 in het leven geroepen werden – loopt af. Detoekomst moet voorbereid worden en er moet eennieuw kader uitgetekend worden om het voortbestaanvan de ingezette veranderingen te waarborgen. Dankzijgewestelijke steun en begeleiding op maat werd eendynamiek op gang gebracht: 23 Lokale Agenda’s 21werden opgesteld, goed voor honderden projecten rondduurzaamheid in gemeenten en OCMW’s.

Deze innovaties zijn verworvenheden waaropvoortgebouwd moet worden. De Vereniging vraagt degewestelijke steun te behouden om de dynamiek die opgang gebracht werd, te vrijwaren. De beweging zou eennieuw duwtje in de rug moeten krijgen, door dethematiek uit te breiden tot gender, interculturaliteit,intergenerationele contacten, patrimonium,huisvesting, openbare ruimte, … en de aanpak van hetbestuur te diversifiëren. Daartoe vraagt zij de financiëlesteun aan de deelnemende lokale besturen te behoudenen een programma voor kapitalisering van de knowhowuit te werken.

III. De wereld, Europa, België

Gedecentraliseerde samenwerking : een succes datgevrijwaard en uitgebreid moet worden

De meeste Brusselse gemeenten zijn reeds eensamenwerkingsverband aangegaan met gemeenten inhet Zuiden binnen het federale programma voorgemeentelijke internationale samenwerking. Naast eenfederale financiering stellen zij de expertise van hunpersoneel ter beschikking, wat de Brusselse knowhowin het kader van de stadsberoepen valoriseert. Door tewerken aan de versterking van de capaciteiten vanpartnergemeenten in het Zuiden, hebben zij in de loopder jaren heel wat ervaring vergaard op het gebied vanstadsprojecten die hun partners nieuweontwikkelingsperspectieven bieden. Het unanieme lofvan de fondsenverschaffers op wereldvlak voor hetbelang en de kwaliteit van het werk van de lokale

besturen in de ontwikkelingssamenwerking bewijst dathet nuttig is dit soort programma’s voort te zetten en teontwikkelen.

Aangezien artikel 3 van de statuten van de Verenigingstelt dat al haar acties de versterking van de deelnamevan de lokale besturen in de duurzame ontwikkelingvan onze maatschappij tot doel hebben, wijst ze eropdat haar actie op het vlak van internationalesamenwerking de versterking van de inbreng van deBrusselse lokale besturen op het internationaal toneelvoor de democratie in de wereld, de ontwikkeling en devrede trachten te versterken.

De lange periode van onzekerheid die de gemeenten in2012 gekend hebben met betrekking tot devoortzetting van de financiering van het programma opfederaal niveau, heeft sporen nagelaten. Hoewel dediscussies momenteel wat geluwd zijn, blijft deVereniging uiterst waakzaam en alert voor nieuwoverleg betreffende de zogenaamde geüsurpeerdebevoegdheden op korte of middellange termijn.

De kwestie van de regionalisering – nog steeds nietafgehandeld – mag de einddoelstellingen van deontwikkeling niet doen vergeten, wat veel verder gaatdan onze institutionele discussies. Het Vlaamse enWaalse Gewest hebben dit goed begrepen door deafgelopen jaren specifieke samenwerkingsprogramma’suit te werken, onder meer ter attentie van de lokaleoverheden. Dat versterkt hun rechtstreekse bijdrage totde werelddoelstellingen van armoedebestrijding dievastgelegd werden door de Verenigde Naties, en draagtbij tot het bereiken van de millenniumdoelstellingenvoor ontwikkeling.

Daarom wenst de Vereniging dat het Gewest deBrusselse gemeenten financieel steunt om hun actiesrond gedecentraliseerde samenwerking te bevorderen.De opstelling van een gewestelijk programma zouniet alleen de voortzetting van de samenwerkings-verbanden helpen garanderen indien de federalefinanciering onderbroken wordt, maar ook demogelijkheid bieden om bijkomende acties te voeren,met name om beter rekening te houden met deeigenheid van het Gewest voor wat de origine van debevolking betreft en de samenwerkingsverbanden diehet Gewest voert in het kader van het beleid inzakeexterne betrekkingen.

De actie van de gemeenten op het vlak vanontwikkelingssamenwerking zou overigens versterktworden als ze gestoeld kon worden op een degelijkebasis qua beleid en organisatie. Daartoe vraagt deVereniging dat de ontwikkelingssamenwerking erkendzou worden als basisbevoegdheid van de gemeenten ofdat het minstens deel zou uitmaken van de acties diehet Gewest ondersteunt om duurzame ontwikkeling inde lokale besturen te promoten. Ze vraagt ook dat deBrusselse gemeenten om sensibiliseringsacties op hetgetouw te kunnen zetten, aanspraak zouden kunnen

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 11: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2 1111

maken op gewestelijke financiering, omdat de huidigemiddelen slechts moeilijk te mobiliseren zijn.

Brussel in Europa : doeltreffende synergie tussengemeenten en Gewest

De Vereniging pleit voor een volledige valorisatie vande mogelijkheden van Brussel als zetel van de Europeseinstellingen en stelt daarom voor om de synergie tussengemeenten en Gewest te ontwikkelen.

Soms worden er parallelle programma’s uitgewerktzonder dat de protagonisten elkaar ontmoeten, nemende actoren deel aan verschillende netwerken en wisselenze de informatie waarover ze beschikken, niet uit.Algemeen blijft de aanwezigheid van nuttige informatieen efficiënte knowhow in de gemeenten beperkt, watleidt tot minder subsidies en activiteiten, enimagoverlies. Dat is zeer jammer, aangezien het Gewesten de gemeenten over heel wat vakkennis beschikken,vooral op het gebied van stadsbeheer, en zeer dicht bijde Europese instellingen staan, een positie die nog teweinig uitgespeeld wordt.

Het contact is de voorbije jaren wel nauwer geworden,met name door nauwgezet overleg met het BestuurPlaatselijke Besturen en de deelname van de Verenigingaan coördinatie¬vergaderingen ivm het beleid inzakeexterne betrekkingen. Toch moet er verder gegaanworden door een stelselmatige inventaris van de externebetrekkingen van de gemeenten en het Gewest, wanthet doel is de gemeenten zo nauw mogelijk tebetrekken bij de uitwisselingsprogramma’s van hetGewest, teneinde het extern beleid coherenter temaken.

Wat de subsidiëring betreft, merkt de Vereniging op datde gemeenten, naast de door het Gewest beheerdestructuurfondsen, vrij weinig meegenieten van hetEuropese manna. De Vereniging stelt voor met debijstand van het Gewest de gegevensbank subsidies uit tebreiden tot Europa, de Gemeenschappen en hetfederaal niveau, in samenwerking met de GewestelijkeSchool voor Openbare Besturen een specifieke vormingte organiseren voor gemeentepersoneel en een netwerkte creëren van gemeentebeambten die deze projectenindienen en volgen.

Federaal : het Gewest zet gemeentelijke eisen kracht bij

Ondanks de uitbreiding van de gewestelijkebevoegdheden bezit het federaal niveau nog veelbevoegdheden die interfereren met de werking van degemeenten, waarop het Gewest toezicht uitoefent.Deze bevoegdheden hebben zowel betrekking op hunfinanciële middelen als hun politieke enadministratieve organisatie, en gaan tot het stadsbeleid.De Vereniging heeft op dat gebied een aantalbelangrijke eisen geformuleerd en vraagt - gezien desamenvallende belangen van gemeenten en Gewest - de

steun van deze laatste door middel van de hefbomenwaarover het Gewest beschikt.

Op financieel gebied pleit de Vereniging voor deinvoering van een vast voorschottensysteem voor debetaling van de opcentiemen op de personen-belasting in het eerste semester van het jaar, nl. 90 %van de verwachte opbrengsten in de eerste zesmaanden, een periode die overeenstemt met denormale inkohieringsperiode. Rekening houdend methet feit dat de onroerende voorheffing tijdens hettweede semester aan de gemeenten doorgestort wordt,zou de toekenning van voorschotten op de personen-belasting tijdens het eerste semester de inkomsten overhet hele jaar kunnen stabiliseren.

De toekenning van voorschotten vormt geen extra lastvoor de federale begroting en biedt de gemeenten meerfinanciële zekerheid in de verstoorde financiële contextvan de laatste maanden, die waarschijnlijk nogmaanden zal aanslepen. Dit systeem is een compensatievan het voordeel dat de staatskas verkregen heeft doorde inning van het deel van de gemeentelijkeopcentiemen in de bedrijfsvoorheffing, voor eenperiode van 6 tot 18 maanden.

De Vereniging wijst op de toenemende kost van deredding van het pensioenstelsel van het statutairpersoneel van de Brusselse gemeenten. Er werd immerseen grondige hervorming doorgevoerd vanaf 1 januari2012, gezien de snelle achteruitgang van de verhoudingtussen bijdragen en uitgaven van de RSZ-PPO. Datvertaalde zich op termijn in een alignering van detarieven van de verschillende pools, maar in een eerstefase in een gestage groei van de bijdragevoeten, watvooral de politiezones treft, en de toepassing van eenresponsabiliseringsbijdrage, die enkele gemeenten hardtreft. Voor alle lokale besturen samen heeft deVereniging de meerkost van de hervorming becijferd op40 miljoen euro gemiddeld tot 2016, waarvan 17rechtstreeks ten laste van gemeenten, 13 vanpolitiezones en 6 van OCMW’s.

De Vereniging trekt aan de alarmbel: als er geenmaatregelen genomen worden om de evolutie van deuitgaven af te remmen, zal de financiering van hetstelsel problematisch worden vanaf 2017. Naast degewestelijke aanpak ter correctie van de oorzaken vande meerkost waarvan hierboven sprake, vraagt ze hetGewest gebruik te maken van het evocatierecht opfederaal niveau, zodat die spoedig structurele maat-regelen zouden nemen om dit stelsel te bestendigen.Wat de inkomsten betreft, herinnert de Verenigingeraan dat de gemeentebesturen de enige zijn die depensioenen van hun personeel integraal moetenfinancieren. Wat betreft de uitgaven – die regelinghieromtrent overstijgt het domein van de lokalebesturen – vraagt ze alle mogelijkheden om de evolutiebinnen de perken te houden, zo snel mogelijk tebekijken.

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 12: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

12 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Na een lange periode van onzekerheid omdat hetgrootstedenbeleid deel uitmaakte van de onder-handelingen in het kader van de staatshervorming, is deVereniging blij dat er een oplossing blijkt te komen metde verdeling van een – weliswaar beperkt – krediet, meteen derde dat federaal blijft en twee derden die naar deGewesten overgeheveld worden.

De Vereniging vraagt het Gewest waakzaam te blijvenover de verdeelsleutel, die het percentage moet volgendat tot nu toe aan de Brusselse gemeentenvoorbehouden was. In de mate dat de federalekredieten vooral gericht zouden zijn op socialedoeleinden en in de eerste plaats de OCMW’s beogen,alleen of in samenwerking met de gemeenten, stelt zevoor de regionale kredieten prioritair te oriënteren naarde stadsprojecten, met inbegrip van de problematiekvan de duurzaamheid. Zij vraagt ook de kredieten nietlanger met mondjesmaat vrij te geven en vraagt eenmeerjarenprogrammatie van de projecten en deterbeschikkingstelling van de middelen.

Wat de politiezones betreft, kijkt de Vereniging metongeduld uit naar de aangekondigde hervorming vande financiering van de politie, die een herziening vande KUL-normen inhoudt. Die herziening is dringendnodig, om te vermijden dat er bij gebrek aan middeleneen negatieve spiraal tot stand komt wegensdemotivering, absenteïsme en werkoverlast. Dieherziening zou gebaseerd moeten worden op eenevaluatie waarvoor de Vereniging, in tegenstelling totwat er gebeurde bij de oorspronkelijke vastlegging vande criteria van verdeling van de dotatie, vraagt omrekening te houden met de specifieke ervaring dieopgedaan werd met de werking van de politie in hetBrussels Gewest, met name op het vlak van aanwervingen vorming van politieagenten en de verhouding tussenhun werk in preventie en repressie.

In afwachting van deze hervorming vraagt deVereniging dat de criteria die in de normen verwerktzijn, minstens bijgewerkt zouden worden aangezien deactualisering vlot toegankelijk is, en specifiek hetcriterium van de bevolking, gezien de sterke toenamevan deze laatste de voorbije jaren in het BrusselsGewest, nl. met meer dan 10 %.

Naast deze dotatie moet ook het behoud van de dotatie‘Europese toppen’ gegarandeerd worden, evenals deeenvoud van de regels en de transparante toekenningvan de beschikbare middelen.

Tot slot dringt de Vereniging aan op de stopzetting vanhet systeem van de bevroren solidariteit die opgelegdwordt aan de zes Brusselse politiezones. Aanvankelijkzou die solidariteit de 6 zones zowat 61 miljoen eurokosten tussen 2002 en 2012 op basis van hetoorspronkelijke scenario. Rekening houdend met debevroren solidariteit, eind 2012, hebben de Brusselsezones 86 miljoen euro minder gekregen, zijnde eenverschil van 25 miljoen. Als het huidige scenario

voortgezet zou worden tot het einde in 2046, zullen de6 zones 197 miljoen euro mislopen, zijnde 136 miljoenmeer dan het oorspronkelijke scenario. Die bevriezingvan de solidariteit is onaanvaardbaar, te meer daar eenrecente studie van de Vereniging duidelijk aantoondedat de zes Brusselse zones minder middelen terbeschikking hadden dan de overeenkomstige zones vande vier andere grootsteden van het land.

Wat de werking van de politie zelf betreft, wil deVereniging een debat over de rol en de werking van depolitieraden, teneinde de rol van de raadsledendoeltreffender te maken. Het minimaal aantal vergade-ringen zou opgetrokken moeten worden en hunbevoegdheden uitgebreid. De burgers zouden ook eeninterpellatierecht moeten krijgen in de meerge-meentenzones.

Wat administratieve sancties betreft, wijst deVereniging op het belang van de evaluatie, die binnentwee jaar beloofd werd, maar geen dode letter magblijven. In het kader van deze wet en betreffende hetparkeren, zouden de door een gemeentebeambtegedane vaststellingen bewijskracht moeten hebben. Eenautomobilist kan immers altijd een overtredingbetwisten en de gemeente zal het moeten bewijzen, watmeerwerk betekent. Het verkeersreglement zou ookgewijzigd moeten worden om aan de lijst van bevoegdepersonen de gemeentebeambten toe te voegen die deovertredingen vaststellen. Een voertuig dat het verkeerhindert of geparkeerd is op een plaats waar het eengevaar vormt, kan een administratieve sanctie opgelegdkrijgen, maar de gemeente zal het voertuig niet kunnendoen wegslepen, terwijl de burgemeester aansprakelijkgesteld kan worden indien zich een ongeval voordoet.

Met betrekking tot de organisatie van de gemeenten totslot wijst de Vereniging het Gewest op het feit datsteeds meer mandatarissen, in het bijzonder deburgemeesters, geconfronteerd worden metstrafprocedures voor allerlei soorten tekortkomingen inhun gemeente. De hoofd- en secundaire straffenkunnen immers bijzonder zwaar zijn, zelfs gaande toteen effectieve gevangenisstraf en het verlies vanburgerlijke en politieke rechten. Iedereen zal begrijpendat dergelijke sancties zeer zwaar zijn voor iemand dieeen openbaar mandaat uitoefent, en merendeelsonevenredig met de feiten waarvan de betrokkenebeschuldigd wordt. Het gevaar is reëel dat op termijnsteeds minder mensen openbare functies zullen willenbekleden.

De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de manda-tarissen dient dus beperkt te worden, zonder daaromvolledige immuniteit te creëren. De aansprakelijkheidvan de mandatarissen zou beperkt moeten worden tothun zware fouten, herhaalde lichte fouten enopzettelijke handelingen. Voor alle andere fouten zoude openbare rechtspersoon aansprakelijk moeten zijn.Daarom vraagt de Vereniging dat het Gewest hetvoorstel dat in die zin ingediend werd, zou steunen.

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 13: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

13N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Lokale democratie en goed bestuur : actiefburgerschap bevorderen

De Vereniging wil dit memorandum afsluiten met eenverwijzing naar haar engagement voor alles wat verbandhoudt met goed lokaal bestuur, de sleutel totburgerparticipatie. Daaronder wordt verstaan allewerkwijzen van de gemeentelijke instelling, metinbegrip van de vereisten op het vlak van recht,mensenrechten en gezond financieel beheer, devereisten inzake efficiëntie en doeltreffendheid,reactiviteit, transparantie, ethiek, duurzaamheid, … dievastgelegd werden door de Raad van Europa in diensstrategie voor innovatie en goed bestuur op lokaalniveau. Vorming en sensibilisering van de verkozenenmoet bevorderd worden: het moet gaan om meer danzuivere kennis, nl. gepast gedrag met betrekking tot hetmetier van de verkozene. De Vereniging vraagt daarbijde steun van het Gewest en stelt voor samen teoverleggen over een actieprogramma, naast eventueleaanpassingen van de wetgeving, waarbij ze ook graaggeraadpleegd zou worden. Ze dringt er ook op aan dathet Gewest via het Centrum voor Informatica van hetBrussels Gewest inspanningen blijft leveren om degemeenten te steunen in de ontwikkeling van e-governance.

Tot slot moet de belangstelling van de burger voorsterke en verantwoordelijke gemeenten zeker aangevuldworden met rechtstreekse acties ter bevordering ensensibilisering voor de uitdagingen van de lokaledemocratie. Het succes van de Europese Week van deLokale Democratie, waar de Brusselse gemeenten insynergie met het Gewest en hun Vereniging sinds 2008een voorbeeldrol spelen op Europees niveau, bewijsthet belang hiervan. Nu moeten we echter verdergaanen de Week niet langer beschouwen als een evenement,maar een continue actie ten aanzien van de verkozenenen de lokale besturen. Met het oog op die uitdiepingvraagt de Vereniging de gewestelijke steun voor dezecampagne te behouden.

REGIONAAL MEMORANDUM

Page 14: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

14 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

FEDERAAL MEMORANDUM

In het kader van de staatshervorming en de samenstelling vaneen nieuwe regering stellen de Verenigingen van Steden enGemeenten van Vlaanderen, Wallonië en Brussel – die alleBelgische gemeenten, OCMW’s en politiezones vertegen-woordigen – hun gemeenschappelijk memorandum voor.

De federale overheid is immers bevoegd voor materies diebelangrijk zijn voor het gemeentelijk beheer en dedienstverlening aan de burger. Gaande van de politie tot dehervorming van de brandweer, over de pensioenen van hetgemeentepersoneel of de sociale zekerheid en de weerslagdaarvan op de maatschappelijke dienstverlening … moet ervoldoende rekening gehouden worden met de lokale overheden,opdat het beleid dat uitgestippeld wordt op federaal niveau enin het kader van de staatshervorming zo goed mogelijk zoubijdragen tot de verbetering van het levenskader vaniedereen.

Het federaal niveau moet de gepaste maatregelen nemen om definanciële beklemming van de lokale actie te stoppen ende catastrofale gevolgen te voorkomen van deze situatie op dedienstverlening aan de burger en de economie. Het is hoog tijdom de gemeenten de nodige financiële middelen te verschaffenzodat zij hun taken naar behoren kunnen uitvoeren.

De voornaamste vragen van de steden en gemeenten zijn devolgende :

1. Budgettaire neutraliteit van federalemaatregelen voor de lokale besturenDe federale regering moet zich ertoe verbinden enkelmaatregelen te nemen die budgettair neutraal zijn voorde lokale besturen.

Daartoe moet ze de financiële en administratieveweerslag van elke geplande beslissing op de lokalebesturen ramen aan de hand van een lokaleimpactstudie.

In geval van negatieve impact op de financiën en hetbeheer van de lokale besturen moet de federaleoverheid compensatiemaatregelen nemen, in hetbijzonder op het vlak van aanvullende belastingen,politie/veiligheid, brandweer, pensioenen en socialezekerheid.

2. Overleg met de lokale besturenDe federale regering moet overleg plegen met devertegenwoordigers van de lokale besturen(gemeenten, OCMW’s, politiezones, toekomstigehulpverleningszones) telkens als er maatregelenoverwogen worden die hen aanbelangen, in hetbijzonder als die maatregelen financiële gevolgenhebben voor hen.

De Verenigingen van Steden en Gemeenten moetendeelnemen aan intergouvernementeel overleg tussende federale regering en de Gewesten als deoverlegcomités onderwerpen behandelen die de lokaleoverheden aanbelangen (begrotingstraject, …). Indiezelfde geest moeten deskundigen van deVerenigingen van Steden en Gemeenten ookbetrokken worden bij de werkzaamheden van de HogeRaad van Financiën als de thema’s hen aanbelangen.

3. GemeentepensioenenDe cruciale problematiek van de pensioenen van hetgemeentepersoneel moet opgelost worden via eencoherente benadering van het pensioen van statutairenen dat van contractanten.

De hervorming van de financiering van de pensioenenvan de statutairen bracht – tussen de inwerkingtredingin 2012 en 2016 – een gecumuleerde meerkost van2,250 miljard euro teweeg voor de gemeenten,OCMW’s, politiezones en intercommunales van hetland.

We moeten dringend maatregelen nemen als we willendat de plannen voor de inkrimping van hetgemeentepersoneel niet verzwaren door het effect vande pensioenlast.

Zoals dat reeds het geval is voor de pensioenen vanloontrekkenden, zelfstandigen en het openbaar ambt,moet het federaal niveau ook bijdragen tot definanciering van de pensioenen van hetgemeentepersoneel, bv. via het zilverfonds. De Staatmoet zijn verantwoordelijkheid ook opnemen door demeerkost van de bijdragen ten laste te nemen enerzijdsvan de politie via de dotatie aan de politiezones enanderzijds van het ziekenhuispersoneel via het budgetvan de financiële middelen (BFM).

De financiële kloof is zo enorm dat het niet volstaat deontvangsten te verhogen : de uitgaven moetenbeperkt worden. Daartoe moeten er verschillendemogelijkheden onderzocht worden en de beste ervantoepassen : gelijkstelbare periodes, referentieloon,perequatie, gemengd pensioen gekoppeld aan eentweede pensioenpijler voor contractanten,persoonlijke bijdrage, stimuleringsmaatregelen om aante moedigen tot 65 jaar te werken, …

4. Aanvullende belastingenHet federaal niveau moet dringend een permanentvoorschottensysteem in gebruik nemen voor deaanvullende personenbelasting.

De voornaamste bekommernissen van de Verenigingen vanSteden en Gemeenten in het kader van de verkiezingen

Page 15: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

15N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Momenteel ontvangen de gemeenten de aanvullendebelastingen immers meer dan 18 maanden nadat deoverheid ze geïnd heeft via de bedrijfsvoorheffing envoorafbetalingen. Daardoor verliezen de gemeentenom en bij de 100 miljoen euro aan intresten. Ermoeten dus voorschotten gestort worden in het eerstesemester van het jaar en een regulariseringdoorgevoerd in het tweede semester.

Het federaal niveau moet de heffing van één percentadministratiekosten afschaffen dat het nog eist voor deinning en de doorstorting van de aanvullendepersonenbelastingen aan de gemeenten. In het kadervan de staatshervorming gaat het federaal niveauimmers gratis een vergelijkbare taak op zich nemen tenbehoeve van de gewesten, nochtans voor groterebedragen en met complexere berekeningen.

Het verlies aan belastinginkomsten vanwegegrensarbeiders zou ook op een billijke maniergecompenseerd moeten worden.

De achterstand in de bijwerking van de kadastralelegger – in handen van de federale overheid –berokkent de Waalse en de Brusselse gemeenten ookaanzienlijke verliezen aan opcentiemen op deonroerende voorheffing.

5. Begrotingstraject en ESR-normDe boekhoudmethode ESR beschouwt deinvesteringen op dezelfde manier als de lopendeuitgaven. Doordat er op hen blindelingsboekhoudregels toegepast worden die onaangepast zijnaan hun taken en hun werking, zijn de lokale besturen– die 50 % van de overheidsinvesteringen voor hunrekening nemen, tegenover slechts 5 % van deoverheidsschuld – verplicht om hun ontwikkelings-projecten te beperken en investeringen te laten vallen,wat catastrofaal is voor de economie van het land.

Daarom vragen onze Verenigingen dat de regels voorde participatie van de lokale besturen aan hetbudgettair traject aangepast zouden worden, omrekening te houden met hun rol van eerste investeerdervan het land.

De federale overheid moet in elk geval bij Europapleiten voor een specifiek statuut voor degemeentelijke investeringen. Anders moet hun situatiebeoordeeld worden volgens een macro-economischemeerjarenaanpak.

6. Uitvoering van de EuropeseregelgevingDe federale overheid is meermaals – bv. op het vlakvan BTW (art. 6 Wetboek) of op het vlak vanoverheidsopdrachten – verder gegaan dan wat deEuropese richtlijnen vroegen, wat nodelozemoeilijkheden teweegbracht voor de lokale besturen.

Daarom vragen onze Verenigingen aan de federaleoverheid om de toekomstige Europese richtlijnen nietoverijverig om te zetten en de invoering vanoverbodige eisen te vermijden.

7. PolitieEen doeltreffende nabijheidspolitie blijft het doelvan de hervorming van de lokale politie.

De opslorping van middelen door taken of normendie door de federale overheid opgelegd worden,moet in vraag gesteld worden, want er blijft te weinigpersoneel om in te zetten op het terrein. Het isbelangrijk dat de gerechtelijke taken beperkt blijvenzodat de lokale politie zich kan blijven toeleggen ophun basistaken.

Parallel met een globale herziening van de federalemiddelen voor de politiehervorming, met inbegripvan de kwestie van de financieringscriteria die herzienmoeten worden om bepaalde ongelijkheden tecorrigeren waaraan ze niet of niet meertegemoetkomen, vragen wij een inperking en eenrationalisering van de administratieve en gerechtelijketaken die op de lokale politie terechtkomen en die dewijkpolitie in het gedrang brengen.

Tot slot moeten we voorkomen dat er nog taken naarde lokale politie verschoven worden die aanvankelijkuitgevoerd dienden te worden op federaal niveau, bijgebrek aan voldoende middelen op dat niveau. Eendergelijke overdracht van taken – een verhuldebesparing voor de federale overheid – kan niet meerten laste genomen worden op lokaal niveau in dehuidige staat van de financieringsnormen.

Zonder de belangrijke nieuwe lasten mee te rekenendie verbonden zijn aan de meerkost van definanciering van de pensioenen van hetgemeentepersoneel, dragen de gemeenten momenteel60 % van de werkingskosten van de politiezones. Alsde politiezones de Copernicus-premie verschuldigdzouden zijn, moet die gedragen worden door defederale overheid, die er destijds het principe vangoedgekeurd heeft.

De herziening van de wet op de financiering van depolitie moet ervoor zorgen dat de federale overheidstopt haar engagement in de lokale politie af testoten.

Voorts moet er effectief overleg gewaarborgd wor-den tussen de federale overheden, burgemeesters enpolitiezones.

De Staat moet echt overleg garanderen met betrekkingtot de evolutie van het werkings- en financieringskaderen de taken van de lokale politie, met de werkgevers ende beslissingsinstanties van de politie, nl. degemeenten, en de eerste verantwoordelijken voor deopenbare orde op hun grondgebied, de burgemeesters.

FEDERAAL MEMORANDUM

Page 16: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

16 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

In dat kader is het belangrijk voort te werken aan deevolutie van de huidige structuur (ondoeltreffend enonbevredigend) naar een versterkte overlegstructuurtussen federale en lokale overheden op politievlak(versterking en uitbreiding van de rol van deadviesraad van burgemeesters, in nauw overleg met deVerenigingen van Steden en Gemeenten en depermanente commissie van de lokale politie).

8. PreventieDe werking van de gemeentelijke preventiediensten isal sinds de oprichting precair, omdat ze afhankelijkzijn van de verlenging van de veiligheids- enpreventiecontracten. Die kwetsbaarheid is niet langeraanvaardbaar. Het belang van de preventiedienstenhoeft niet meer aangetoond te worden : hetvoortbestaan van deze diensten moet dus gegarandeerdworden. Daarvoor moeten er bepaalde waarborgenverkregen worden op het vlak van de financiering: diemoet duurzamer kunnen worden dan het huidigesysteem van subsidies.

Deze bestendiging van de middelen is ooknoodzakelijk om te komen tot een socio-professioneelstatuut dat die naam waardig is, voor depreventiemedewerkers. De federale wetgever boektvooruitgang in die richting, maar de valorisering vande functie mag de realiteit op het terrein niet uit hetoog verliezen. Het is bijvoorbeeld jammer dat denieuwe regelgeving betreffende de vaststellers eist datze minstens een diploma hoger secundair onderwijsbezitten. Die eis is verbazend als we kijken naar huntaken en kan het aantal kandidaten voor de functieaanzienlijk beperken.

9. Gemeentelijke administratievesanctiesDe verruiming van het stelsel van de gemeentelijkeadministratieve sancties (GAS) mag niet leiden tot decreatie van parallelle repressie-systemen ten laste vande gemeenten. De politie moet de ernstigsteadministratieve sancties blijven vaststellen.

10. VerkeersveiligheidsfondsDoor de ontoereikendheid van de federale financieringvoor de politiezones is het verkeersveiligheidsfondsnoodzakelijk voor de financiële leefbaarheid van degemeenten en hun politiezones. Het behoud van demiddelen van dit fonds moet aan de lokalenabijheidspolitie gegarandeerd worden (94 miljoeneuro).

11. Financiële neutraliteit van debrandweerhervorming voor degemeentenDe gemeenten vragen de onmiddellijke inwerking-treding van artikel 67, 2e lid, van de wet van 15 mei2007, wat de budgettaire neutraliteit van de

hervorming per zone waarborgt. Het gaat erom deratio van de verdeling “gemeentelijk/federaal” van vóórde hervorming vast te leggen, alsook de berekenings-methode van alle meerkosten, die volledig ten lastezijn van de federale begroting, tot een 50/50 verdelingvan de lasten.

De gemeenten vragen ook de uitvoering van deprocedure die vastgelegd is in artikel 71 van dezelfdewet (bekrachtiging bij wet van de KB’s betreffendezonale dotaties, uiterlijk binnen 6 maanden na huninwerkingtreding; anders hebben ze niet langer effect).Er moet aan de gemeenten en de toekomstige zonesgewaarborgd worden dat hun financiering niet in hetgedrang zal komen, door de onmogelijkheid om debekrachtigingswet binnen de opgelegde termijn uit tevaardigen.

In de loop van de uitvoering van de hervorming moethet federaal niveau :

- overleg plegen over de geplande maatregelen metde Verenigingen van Steden en Gemeenten, in hetbijzonder wanneer het gaat om de bepalingenbetreffende het personeel van de brandweer-diensten (Verenigingen partners bij de onder-handelingen van het toekomstig comité hulp-verleningszones) ;

- alle teksten die in voorbereiding zijn, terbeschikking stellen aan de Verenigingen vanSteden en Gemeenten ; het financiële luik van hetstatuut moet gekoppeld worden aan een zogedetailleerd mogelijke becijferde raming, zoneper zone.

Het administratief en het geldelijk statuut moet eenartikel bevatten dat bepaalt dat de toepassing ervandoor de gemeenten en de hulpverleningszones gebeurtrekening houdend met de door de federale overheidter beschikking gestelde kredieten.

De federale overheid moet alles in het werk stellen omde toekomst van de brandweervrijwilligers teversterken binnen de brandweer.

Volgens de overheersende rechtspraak kan dethuiswacht van vrijwillige brandweerlieden nietbeschouwd worden als werkuren.

Er moet een oplossing gevonden worden voor definanciering van de overgangsfase betreffende deinwerkingtreding van de hervorming, waarin de“beschermde” gemeenten tegelijk de tenlastenemingvan hun aandeel voor de voorgaande jaren en hunaandeel voor de lopende jaren moeten waarborgen.

12. De lokale besturen als werkgeverbetrekken bij vakbondsoverlegDe wet tot regeling van de betrekkingen tussen deoverheid en de vakbonden van haar personeel moetgewijzigd worden, zodat de lokale besturen alswerkgever betrokken zouden worden bij de

FEDERAAL MEMORANDUM

Page 17: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

17N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

onderhandelingen van Comité A, C en D, die debezoldiging, arbeidsomstandigheden en pensioenenbehandelen van hun personeel : gemeentes, OCMW,politiezones, nieuwe hulpverleningszones.

13. StaatshervormingWat de uitvoering van de zesde staatshervormingbetreft, vragen de Verenigingen van Steden enGemeenten dat er meer rekening gehouden zouworden met het lokaal niveau.

Onze vragen :- Voor de bevoegdheden die verdeeld blijven onder

het federaal en het regionaal niveau, is hetabsoluut noodzakelijk gestructureerd overlegtussen federaal en gewesten/gemeenschappen teorganiseren, opdat de lokale besturen eengeïntegreerde aanpak zouden kunnen genieten.De lokale besturen moeten bij dit structureeloverleg betrokken worden, om incoherent beleidop het terrein te voorkomen.

- De financiële stromen naar de lokale besturenmoeten eerlijk verdeeld worden in functie van debehoeften, die op een objectieve manier geraamdworden. Wanneer er solidariteitsmechanismenuitgewerkt worden, moeten die transparant zijnen voldoende gemotiveerd worden.

14. Lokale investeringDe investeringen van openbaar nut door de lokalebesturen moeten berusten op een BTW-tarief van 6 %: wegen, gebouwen en alle openbare uitrustingen.Als de Europese richtlijnen inzake BTW dezeverlaging verhinderen, moet België er een wijzigingvan vragen bij de Europese overheden.

15. Federaal grootstedenbeleidHet federale budget voor het grootstedenbeleid moetvoor de federale bevoegdheden nl. sociale cohesiebehouden blijven voor de steden en OCMW’s.

De federale overheid neemt initiatief om decoördinatie van het gewestelijke en federale steden-beleid t.a.v. de Europese instanties op te nemen.

16. Burgerlijke standHet project tot modernisering en informatisering vande burgerlijke stand moet verder uitgewerkt worden inoverleg met de gemeenten en de gewesten. We moetenovergaan tot de elektronische ondertekening en deelektronische aflevering van alle soorten documentendie de gemeenten voor de federale overheid moetenafleveren aan burgers : dus geen papierengegevensstromen meer. De federale overheid moetfinanciële middelen vrijmaken om de kosten vanimplementatie van deze modernisering voor degemeenten haalbaar te maken.

17. Gemeentelijke internationalesamenwerkingNagenoeg één Belgische gemeente op tien is actief ineen zeer degelijk programma voor gemeentelijkeinternationale samenwerking, dat gefinancierd wordtdoor de DG Ontwikkelingssamenwerking en gedragenwordt door onze Verenigingen. Deze gemeentenhebben zich ertoe verbonden een jarenlange strijdtegen armoede aan te gaan, vanuit de specifiekeinvalshoek van de versterking van de gemeenten in hetZuiden.

Eén van de elementen van het complexe fenomeen datde armoede is, is immers een ongelijke toegang totopenbare goederen en diensten, in het bijzonder denabijheidsdiensten burgerlijke stand, watersanering,afvalbeheer, plaatselijke economische ontwikkeling,verbetering en beheer van de financiële middelen:hierrond is concrete samenwerking tussen Belgische enAfrikaanse of Latijns-Amerikaanse gemeenten.

Dit programma, dat zeer goede resultaten oplevert, ende eraan gekoppelde middelen moeten voortgezet engeconsolideerd worden.

18. OCMWDe federale regering moet zich ertoe verbinden :

- onmiddellijk een einde te maken aan elkeoverdracht van lasten en taken naar de OCMW’s(uitsluitingen uit de werkloosheid, gedetineerdenmet elektronische enkelband, …) ofwel moet deadministratieve en financiële impact er integraalvan gecompenseerd worden : geen enkele nieuweopdracht mag toegewezen worden zonder nieuween integrale financiering ;

- de federale tussenkomst in het leefloon op tetrekken tot 90 % en de reële personeelskost ;

- voldoende verschil te waarborgen tusseninkomsten uit arbeid en een degelijke uitkering,om werk te stimuleren ;

- in het verlengde van de regionalisering demiddelen te geven om de uitdagingen van devergrijzing aan te gaan : de verblijfsplaatsenuitbreiden en diversifiëren (rust- enverzorgingstehuizen, serviceflats, …), alternatieveen gefinancierde vormen voor de opvang vanbejaarden ontwikkelen ;

- komaf te maken met elk mechanisme datsamenwonen en solidariteit penaliseert ofinitiatieven rond groepswoningen afremt ;

- de harmonisering van de verschillendeenergiefondsen (gas, elektriciteit en stookolie) enhet beheer ervan door de POD MaatschappelijkeIntegratie te waarborgen ;

- in het belang van hun taken en hun publiek, defunctionele autonomie van de OCMW’s tevrijwaren, met respect voor hun gesloten deuren.

FEDERAAL MEMORANDUM

Page 18: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

18 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

NIEUW

Zoals we vertelden in het vorige nummer van dit tijdschrift, organiseerde de Conferentievan Burgemeesters op 24 januari een colloquium “De gemeente ten dienste van deburger” in het auditorium van de Passage 44. De Vereniging werkte mee aan devoorbereiding van het evenement maar leverde ook een bijdrage aan de werkgroep“subsidiariteit”, waar ze de kadernota en het verslag van het debat schreef.

Die nota geven we hier weer, zowel om erop te wijzen dat de handelingen van hetcolloquium binnenkort gepubliceerd worden, maar ook omdat wij het – nu nieuweregeringen samengesteld moeten worden en de Verenigingen van gemeenten hunmemorandums bekendmaken – nuttig vinden de grondslag van heel wat van onzevragen toe te lichten, nl. het subsidiariteitsbeginsel. In het licht van deze inzichten zullende eisen van de gemeenten beter gekaderd kunnen worden.

DE GEMEENTELIJKE BEVOEGDHEDEN, RESULTAAT VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSELAls politiek aansprakelijke instantie, met transversalebevoegdheid, die het dichtst bij de burger staat, haalt degemeente haar legitimiteit zowel uit de diensten die ze aande burger verleent als uit de actie die ze uitoefent op diensdirecte leefomgeving.

Deze nabijheid is een troef die de burger een rechtstreekseen toegankelijke gespreks¬partner verschaft, maar die tevenseen beter inzicht in de verwachtingen en de behoeftenbevordert, door de effectieve kennis van de realiteit op hetterrein. Dankzij die nabijheid verbetert de kwaliteit van dedienstverlening aan de burger en de reactiesnelheid en hettoezicht. De rechtstreekse interactie met de burger biedt ookeen betere evaluatie van de aangeboden diensten.

Deze nabijheid van dienstverlening en luisterbereidheidcreëert een band tussen de burger en de gemeente, zijntoegangspoort tot het hele staatsapparaat. Als bakermat vande democratie legt de gemeente tevens de kiem vanburgerschap.

Het subsidiariteitsbeginsel vergt dat de dienst aan de burgergeleverd zou worden op het niveau dat het dichtst bij hemstaat, zolang niet vaststaat dat een hoger bestuursniveau hetbeter zou doen.

Zo behoudt de subsidiariteit een essentiële plaats voor aande lokale besturen in het aanbieden van nabijheidsdienstenaan de burgers, voor zover zij daar meer geschikt voor zijndan andere overheidsniveaus (wat bewezen zal moetenworden, als andere overheidsniveaus zich niet doeltreffenderopstellen).

Maar subsidiariteit kan ook opgevat worden als het relatievevoordeel van de lokale besturen in de tenuitvoerlegging vanhet beleid – zuiver lokaal of gevoerd door hogere overheden– en in de bevordering van burgerschap en democratie inhet algemeen.

In wat volgt, analyseren wij de kracht van de gemeente :

- als leverancier van nabijheidsdiensten

- als katalysator voor continuïteit en transformatie van desamenleving

- als grondlegger van burgerschap en democratie

in het licht van het subsidiariteitsbeginsel

Nabijheidsdiensten

Het debat over de diensten berust op een tweeledig begrip :

- doelmatigheid of efficiëntie, d.w.z. besparing vanmiddelen ten opzichte van de vooropgesteldedoelstellingen

- doeltreffendheid of effectiviteit, d.w.z. relevantie in devastlegging van de doelstellingen

De nabijheid tussen politiek korps, administratie en deburger vergemakkelijkt het inzicht in de verwachtingen ende behoeften van deze laatste, door de kennis van de realiteitvan het terrein. De nabijheid maakt het ook mogelijk dekwaliteit van de dienst te verbeteren en tevens de snelheidvan interventie en controle : dat zijn voornamelijkargumenten van doeltreffendheid.

De vaakst gehoorde bezwaren tegen de doeltreffendheid vande lokale besturen hebben hoofdzakelijk betrekking opschaalvoordelen: door de gemeenten groter te maken ofdoor samenwerking tussen gemeenten te verplichten ofdoor bepaalde diensten aan de gemeenten te onttrekken,zouden we tot grotere dimensies komen, waardoor bepaaldekosten gedrukt kunnen worden. Dat is een argument vanefficiëntie, dat – in het licht van ervaringen van vroeger –nauwgezet bestudeerd moet worden.

Het argument van schaalvoordeel

Het bestaan van schaalvoordeel is immers mogelijk voor deproductie van materiële goederen omwille van de spreiding

Page 19: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

NIEUW

19N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

van de kosten van zware uitrustingen of gespecialiseerdpersoneel over grotere volumes. Mutatis mutandis geldtdezelfde redenering voor de verdeling, die door dehoeveelheid het gewicht van de vaste kosten in de prijs-setting beperkt en die aanzet tot de groepering vanaankopen.

Het belang van schaalvoordeel is daarentegen veel minderevident voor de productie van diensten, in het bijzondervoor de nabijheidsdiensten, die gekenmerkt worden door :

- intense arbeid of lagere techniciteit

- een lager kwalificatieniveau, al dan niet gelinkt aan detechniciteit

- sterke geografische spreiding, in de fysieke betekenis vanhet woord

wat allemaal obstakels zijn voor de doeltreffendheid van hetschaalvoordeel.

De schoonmaak van de straten is het beste voorbeeld waarinal deze kenmerken verenigd zijn en het is wellicht geentoeval dat deze materie met een zeer ruime consensusopnieuw aan de gemeenten toevertrouwd werd. Hetonderhoud van openbare ruimten en speelpleinen heeft ookdie kenmerken als zuivere collectieve diensten, cultuur ofsociale begeleiding als individualiseerbare collectievediensten.

De diensten die de gemeenten leveren, vertonen vaak dezekenmerken, maar er zijn er ook andere waar interessantemogelijkheden bestaan voor gecentraliseerde (i.e.gewestelijke) of gemutualiseerde (i.e. intercommunale)uitvoering. Financieel advies (kwalificatieniveau), eeninstallatie voor afvalverwerking (grote kapitaalsinvestering),een aankoopcentrale (geografisch virtueel) horen daarbij.

Toch moeten we beseffen dat er naast schaalvoordeel ookschaalnadeel bestaat, vooral in de organisatie van dediensten en de uitoefening van de controle.

Schaalnadeel op het vlak van de organisatie verwijst naar hetfeit dat bij groei de moeilijkheden met betrekking totomkadering en communicatie meer dan proportioneeltoenemen aan de basis van de diensten. Als 1 persoon 10anderen bevelen kan geven, vergt een organisatie van 100mensen er 10 en die op hun beurt 1: door te groeien meteen factor 10 heeft de organisatie dus 10 % van haarefficiëntie verloren.

Een vergelijkbare redenering kan gevolgd worden voor deinterne communicatie, met de toename van het aantalgespecialiseerde diensten. De stijging van de communica-tiekosten is hier nog sneller (n!/2), maar die toename wordtgelukkig binnen de perken gehouden door de vooruitgangvan de elektronische communicatiemiddelen.

Wat de controle betreft, is de afstand ten opzichte van hetterrein verbonden met de omvang van de organisatie. Wewijzen hier op het voordeel van de nabijheid op het vlak van

snelheid van de controle (bv. putten in de straat oflawaaihinder rond een café) en de hiërarchische nabijheidmet de uitvoerende diensten. Aan de andere kant zien wesituaties waar maanden gewacht moet worden tot de ad hocgewestdienst ter plaatse komt (bv. controle van het lawaai,de staat van de wegen, leegstaande woningen).

Op het vlak van afstand is er ook de afstand tussen depolitieke verkozenen die bevoegd zijn voor de controle, tenaanzien van de bevolking: een kleine entiteit legt veel meerdruk op de verkozene, omdat die laatste als individubenaderd wordt en dus makkelijk benaderbaar is.

Wat de politieke organisatie van de gemeente betreft,denken wij in tegenstelling tot bepaalde soms wijdverbreideideeën dat democratische controle doeltreffender is als hijvlakbij uitgeoefend wordt.

Terwijl er ooit zones zonder regelgeving bestaan hebben,zijn die lacunes al lang gevuld door de vele normen binnende gemeente zelf en ook door toezicht van het Gewest, waarde interventie versterkt is met de toename van hunfinanciële moeilijkheden. De uitbreiding van de regelgevingsluit de mandatarissen steeds meer uit van hunbeslissingsbevoegdheid, terwijl hun aansprakelijkheidvolledig blijft en zelfs verzwaart.

Samengevat beperken de kenmerken van de door degemeenten verleende diensten en het schaalnadeel op hetvlak van organisatie en controle, de reikwijdte van deargumenten ten gunste van de overheveling van de takennaar hogere niveaus.

Dit sluit niet uit dat nuttige synergie tot stand gebracht kanworden voor de uitbating van zware fysieke uitrustingen,het delen van specifieke bevoegdheden, degemeenschappelijke aankoop van producten of voertuigen,maar we moeten alert blijven voor de – vaak indirecte –neveneffecten van grootschaligheid.

We moeten ook voor ogen houden dat de kleinste Brusselsegemeente groter is dan de helft van de gemeenten van beideandere Gewesten. In heel wat materies overschrijden zij deeffectiviteitsdrempel.

Solidariteit, coherentie, toe-eigening

Er zijn nog andere argumenten die pleiten voor deoverheveling van gemeentelijke bevoegdheden naar eenhoger niveau. Die argumenten verwijzen hier veeleer naarde doeltreffendheid van de diensten, d.w.z. de vraag of dediensten beantwoorden aan de behoeften van de burgers.

Een eerste element is de solidariteit, die niet in aanmerkinggenomen zou worden als diensten gedecentraliseerdvoortgebracht worden. Verschillende financiële omstandig-heden van de ene gemeente tot de andere kunnen aan debasis liggen van een verschillend dienstenaanbod, waar nogbijkomt dat de behoeften ook verschillen, wat immerssamenhangt met de socio-demografische kenmerken.

Page 20: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

NIEUW

20 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Toch moeten op dezelfde manier aan de basisbehoeften vande burgers tegemoet gekomen worden, ongeacht degemeente waar ze wonen. Om alle burgers gelijk tebehandelen, moeten deze diensten daarom aan de gemeenteonttrokken worden ?

De centralisering van de diensten zal vaak tot een aligneringvan de diensten van bovenaf leiden, door de druk vanbepaalde groepen of gewoon door bepaalde dienstenmogelijk te maken die op kleinere schaal niet mogelijkzouden zijn. Dat is zeker positief voor de burger, maar zalniet noodzakelijk het schaaleffect hebben dat van decentralisering verwacht wordt. In andere gevallendaarentegen zal de centralisering van de dienstendoorgevoerd worden door de afschaffing van contactpuntenen dat zal kwaliteit van de dienstverlening verlagen. Globaalgenomen zal de groepering van diensten niet neutraal zijn,noch in kwaliteit noch in kwantiteit.

Volgens ons is het beste antwoord op het probleem van deongelijke beschikking over middelen rechtstreeks debeperktheid van de middelen in bepaalde gemeenten tecompenseren, door veeleer gebruik te maken van algemenedotaties dan van subsidies. Deze procedure heeft alsvoordeel dat de gemeentelijke autonomie gevrijwaard blijft,wat een optimale afstemming van de diensten op de burgerwaarborgt.

De uitkering van subsidies biedt de subsidiërende overheidde zekerheid dat de toegekende middelen gebruikt wordenvoor de voorgeschreven doeleinden, maar dat gaat ten kostevan de aanpassing van de dienst aan de reële behoeften ophet terrein, als het niet die van de gebruikte methodes is. Debewijzen die voorgelegd moeten worden ex ante (deplannen) en ex post (de afrekeningen) slorpen bovendienvaak een groot deel van de middelen op.

Een laatste opmerking over de middelen. Bepaalde materies,die logischerwijs best op gemeentelijk niveau blijven,mogen niet naar een hoger niveau verschoven wordengewoon omdat er niet genoeg middelen meer zijn om ze opdat niveau te beheren. Dat is een afwijking van het begripsolidariteit, die op termijn betaald zal worden met eenverlies aan efficiëntie of effectiviteit. Overdrachten vanmiddelen zouden in elk geval de voorkeur genieten.

Dat sluit niet uit dat in bepaalde gevallen contractualiseringnuttig zou kunnen zijn, om te beantwoorden aan specifiekesituaties en doelstellingen, maar die mogen niet tot doelhebben een algemeen tekort aan middelen te compenseren.

De coherentie van het beleid, in het bijzonder in een ruimtevan een stadsgewest zoals Brussel, is een tweede argumenttegen de decentralisering van dienstverlening aan de burger.

Die denkwijze is vooral relevant voor de diensten die eengrote geografische ruimte beslaan die het gemeentelijkgrondgebied overstijgt. Idealiter hoort mobiliteit daarbij,want maatregelen die genomen worden in één gemeentekunnen effecten hebben daarbuiten, maar met als beperking

in het geval van het autoverkeer dat de maatregelenbetreffende het parkeren ook een typisch lokale impacthebben. Een zuiver lokaal beheer is niet mogelijk voormateries die een grote impact hebben op het hele Gewest ofvice-versa.

Er zijn echter weinig diensten die een zuiver gewestelijke ennagenoeg geen lokale impact hebben. Er zijn er wellichtmeer die vooral een lokale en weinig gewestelijke impacthebben. Voor de meeste gemengde diensten blijkt eenopdeling lokaal/regionaal niet relevant ; de verdeling van detaken onder het gemeentelijk en het gewestelijk niveau isdan niet mogelijk en het beheer vergt een andere aanpak.

Voor deze gemengde materies is het geen ideale oplossingom ze aan één bepaald overheidsniveau toe te vertrouwen.Het komt erop aan een evenwicht te zoeken tussen dediensten en het beleid op gewestelijk en op lokaal niveau.De verdeling van de taken is dus uiteindelijk slechts eenbijkomstig element van de problematiek; de processen vanoverleg en samenwerking – tussen gemeenten of gemeenten-gewest – zijn belangrijker.

De basisvraag zou eigenlijk anders geformuleerd moetenworden: hoe moet het beleid op verschillende niveaus opelkaar afgestemd worden om de coherentie en nabijheid vanhet Gewest en de gemeenten zo goed mogelijk tot hun rechtte doen komen ?

Een connex argument is dat van de leesbaarheid voor deburger, die het spoor bijster geraakt in het kluwen vantarieven, uitrustingen en reglementen in zijn gemeente, diehij dan ook niet meer naleeft.

Het is duidelijk dat territoriale coherentie vereist is ombepaalde aspecten van het gemeenschapsleven in goedebanen te leiden. We denken hier aan de nood aanharmonisering van de politiereglementen.

Maar we mogen het argument niet te ver duwen. Vraagt deburger echt om absolute uniformiteit, wat vervelend kanworden en een aanslag vormen op zijn lokale identiteit (zijn“bourgeoisie” in Zwitserse betekenis) ? Is die van devuilbakken noodzakelijk om zeker te zijn dat we ze gaangebruiken? Is die van de parkeermeters nodig om ze tekunnen gebruiken, zodra een minimumstandaard aanmogelijkheden verworven is ? We mogen geen argumentendie eigenlijk te maken hebben met schaalvoordeel, op derekening van de leesbaarheid voor de burger schuiven.

Kan de burger begrijpen dat de stadsruimte niet overaluniform is en het parkeren een verschillende tariferingvereist volgens de druk die het op de ruimte uitoefent ? Inwerkelijkheid stoot de vereenvoudiging van het gebruik vaneen dienst door de burger, net zoals het beheer ervan doorde overheid, steeds vaker op de complexiteit van de materie,die gewoon de weerspiegeling is van die van onzesamenleving (bv. het beheer van wegen is een gemengdematerie : ook op gewestwegen spelen verschillenderegelgevingen en overheidsniveaus mee).

Page 21: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

NIEUW

21N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Het feit dat een inspanning vereist is met het oog opvereenvoudiging en harmonisering, houdt niet in dat detaken zomaar verdeeld mogen worden onder demachtsniveaus.

Wat er ook van zij, een voluntaristische exploitatie van demogelijkheden van e-government om het leven van deburger te vergemakkelijken neemt niet weg dat er ook eenpermanente inspanning geleverd moet worden op het vlakvan informatie en educatie van de burger.

Lokaal beleid

Aan de hand van de diensten die ze levert, creëert degemeente welzijn en ondersteunt ze de sociale continuïteit.Ze draagt ook bij tot de vooruitgang van onze samenleving,die ze op lange termijn verankert. In dat opzicht zijn degemeenten niet alleen leveranciers van diensten : zij dragenook projecten.

Ten dienste van de sociale continuïteit

Door hun uitgaven spelen de gemeenten een rol vanstabilisering in de crisis, waarbij wij de aandacht zullenvestigen op de investeringen, de tewerkstelling en de socialeuitgaven.

Hoewel de investeringen van de Brusselse gemeenten,gezien hun budgettaire moeilijkheden en de sterkereinterventie van de andere overheidsniveaus, op dezelfde lijnliggen met de andere Gewesten ten opzichte van hetrelatieve gewicht van hun bevolking, vertegenwoordigen delokale besturen toch een aanzienlijk deel van deinvesteringen van alle openbare besturen. Met de helftdaarvan leveren de lokale besturen een niet te verwaarlozenbijdrage tot het behoud van de economische activiteit, watwelkom is in een periode met dalende trend.

Het is echter vooral op het vlak van tewerkstelling dat hunbijdrage bepalend is, te meer daar hun tewerkstellingsprofielmeer dan dat van de privésector het vormingsprofiel van deBrusselse bevolking benadert. Zonder de OCMW’s mee terekenen, stellen de gemeenten in Brussel nagenoeg 11.000personen te werk, tegenover minder dan 8.000 in deverschillende gewestelijke diensten. Het stabiliserend effectvan deze tewerkstelling en de daaraan gekoppeldeinkomsten is belangrijk, te meer daar de verhoudingpersoneel dat in het Gewest woont, steeds hoger is in degemeenten dan op gewestelijk niveau.

Tot slot hebben ze nog – en meer dan elders – eenbelangrijke sociale rol. Wij wijzen in het bijzonder op detussenkomst van hun OCMW’s voor de toekenning van hetleefloon, die in de toekomst nog zal toenemen omwille vande doorverwijzing van werklozen die hun rechten verliezen,naar maatschappelijke hulp. Als we het herrekenen naar debevolking toe is het aantal leefloners momenteel 12 % hogerin de Brusselse gemeenten dan in de vier andere grote stedenvan het land en bijna 3 maal hoger dan op nationaal niveau.Het contracyclisch effect van de sociale actie van de lokalebesturen is overduidelijk.

Algemeen leveren de lokale besturen – en de Brusselse lokalebesturen in het bijzonder – een significante bijdrage tot deregulerende rol van de Staat.

Naast hun economische impact beschikken de gemeentenook over een essentieel regelgevend vermogen voor socialecontinuïteit.

Voor de burger is de gemeente het eerste schild tegeneventueel individueel misbruik, maar ze beschermt degemeenschap ook tegen datzelfde misbruik.

De gemeente haalt haar algemene bevoegdheden uitrevolutionaire decreten betreffende orde, salubriteit enopenbare rust, die aanleiding gegeven hebben tot hetontstaan van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet engeconcretiseerd werden in de bevoegdheden van deburgemeester en algemene politiereglementen.

Naast de algemene beschikkingen inzake nachtlawaai,sluikstorten, respect voor de openbare ruimte, … hebben degemeenten ook bevoegdheden geërfd ter aanvulling ofprecisering van de bijzondere politiebevoegdheden vanandere overheden, waarvan sommige het dagelijks leven vande burgers rechtstreeks beïnvloeden : de salubriteit vanwoningen, de organisatie van markten, de openingsuren vanhandelszaken, …

De strijd tegen onburgerlijk gedrag tot slot, door middelvan administratieve sancties, is een ander actiedomein datnog in evolutie is en dat nog niet op kruissnelheid is.

Met de hefbomen in handen om het openbaar leven ingoede banen te leiden, spelen de gemeenten aldus eeneersterangsrol in de naleving van de regels van hetgemeenschapsleven, in hun dagelijkse dimensie.

Naar een duurzamere samenleving

Diensten en beleid

De gemeente is een belangrijke speler in de omzetting vanhet op andere beslissingsniveaus gewilde beleid, omdat zedit beleid goed kan “aanpassen” aan de lokaleomstandigheden. Die omzetting in de praktijk van dedoelstellingen van hogere overheden gaat niet noodzakelijkvanzelf: men moet de plaats goed kennen, de acties moetenaangepast kunnen worden en goede communicatiewaarborgt het welslagen. Dit bevoorrechte statuut heeft temaken met de nabijheid tussen gemeente en burger.

Naast deze uitvoering van het beleid dat door de hogereoverheden gepromoot wordt, volgen de gemeenten huneigen beleid: de inrichting van de openbare ruimte, deorganisatie van de zachte mobiliteit, de creatie van plaatsenen diensten voor ontmoeting, op het vlak van sport encultuur, jeugd en derde leeftijd, bv. waarmee de gemeentezelf sociale banden creëert en rechtstreeks bijdraagt totsociale cohesie.

De doeltreffendheid van het beleid wordt ook bevorderddoor de mogelijkheid voor de gemeente om de

Page 22: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

NIEUW

22 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

medewerking van de burgersamenleving te verkrijgen, viacampagnes waarbinnen de gemeentelijke identiteit eenstimulerende factor vormt. Campagnes voor netheid ofbebloeming zijn daar wellicht de beste voorbeelden van.

De educatieve rol van de lokale besturen voor de nalevingvan de verschillen draagt bij tot het ontstaan van een typischBrusselse identiteit, op basis van wederzijdse erkenning,alsook de creatie van een ruimte voor cohesie, met nalevingvoor de mensenrechten.

Door hun communicatiemiddelen kunnen de gemeentende mentaliteit van de mensen beïnvloeden. De gemeentebeschikt over middelen voor educatie (lagere school) ensensibilisering (bulletins, affichage, websites, …) waarvan dedoeltreffendheid nog verbetert dankzij de nabijheid waaropgeen enkel ander overheidsniveau prat kan gaan.Campagnes, evenementen en ontmoetingen tonen debelangrijke bijdrage van de lokale besturen voor een meersolidaire samenleving.

We vestigen ook de aandacht op de rol die de gemeentenspelen ten aanzien van de burgers, om hen te informerenover de beschikkingen die op hoger niveau genomenworden. Door het gebruik van haar communicatiemiddelenfungeert de gemeente als verbindingsschakel tussen deburger en het hele staatsapparaat.

Tot slot speelt de gemeente ook een voorbeeldrol : door denabijheid merkt de burger de actie van de gemeente op. Diezichtbaarheid is belangrijk, want dit stimuleert ook hetengagement van de burger.

Die actie komt tot uiting in het aankoopbeleid van degemeente, in de bevordering van eco-consumptie, hetsorteren en recycleren van afval in de administratie, debevordering van alternatieve verplaatsingswijzen voor hetpersoneel.

De nabijheid met de burger en de politieke verantwoor-delijkheid van de gemeente is een troef in de opbouw vaneen duurzame samenleving, die met geen enkele andereinstantie gedeeld wordt.

Burgerschap en democratie

De gemeenten vormen niet alleen de basis van dedemocratie. Ze zijn ook de bakermat van burgerschap.

Er is immers een band tussen de grootte van de gemeenten(de leveringsruimte voor hun diensten) en de levensruimtevan de burgers voor een significant deel van hun dagelijkseactiviteiten (handel, educatie, veiligheid, verplaatsing, …).In die dubbele ruimte creëert de nabijheid van dienst enluisterbereidheid een unieke band tussen de burger en degemeentelijke instelling, toegangspoort tot het helestaatsapparaat.

Als de gemeente wel degelijk een bestaansreden hebben, isdat omdat ze de eerste plaats zijn voor ontmoeting tussen de

burger en alle overheidsdiensten. De gemeente is het eersteechelon, het meest toegankelijke, voor dialoog met alleoverheden.

Als basis van de piramide van de overheidsbesturen is degemeente de voornaamste schakel naar de instanties vanhoger niveau, van de evoluties op het terrein. De rol vaneerstelijns getuige is belangrijk in een opwaartse lijn, eenonmisbare aanvulling op de neerwaartse procedures van deoverheidsactie.

Voor de burger is de gemeente ook ombudsman. Degemeentediensten merken dat dagelijks: als de leefomgevingvan burgers verstoord wordt, vragen ze de gemeente omverantwoording, ongeacht of de verantwoordelijke entiteithet Gewest of de Staat is. Meer nog : voor een gemeente lijkthet zich verschansen achter een andere overheid als opgeven.

De gemeente ligt aan de basis van het engagement van deburger

De bevoorrechte relatie tussen de burger en degemeentelijke instelling – resultaat van een overlappingtussen dienstenruimte en levensruimte – ligt ook aan debasis van het engagement van de burger in het openbareleven. De gemeente is een essentieel echelon in het politiekengagement van de burger en het bouwen aan burgerschapin het algemeen.

De burger moet zijn streven naar engagement kunnenbaseren op een instelling : de gemeente is in dat opzicht deeerste verantwoordelijke en transversale referentie-overheid.De actiedomeinen van de lokale besturen zijn vaak weinigtechnisch, waardoor zo veel mogelijk mensen erbij kunnenaansluiten. Het is ook op dit niveau dat de actie van hunverkozenen het meest merkbaar is.

De band tussen levensruimte enerzijds en diensten- enactieruimte anderzijds ligt dus aan de basis van hetengagement van de burger. Deze noodzakelijke voorwaardeis echter niet voldoende : er moet ook nog eenvertrouwensrelatie opgebouwd kunnen worden tussen hemen de gemeentelijke instelling.

Want de burger engageert zich enkel als er een uitdaging isen deze uitdaging vereist dat er eerst een effectieve dienst is.Als de gemeenten geen middelen hebben om deze dienstwerkelijk aan te bieden, zal de burger zich niet engageren :dat brengt ons bij de kwestie van de bevoegdheid en demiddelen.

Er zal niet veel engagement van de burger komen als dezehet gevoel heeft dat de gemeente geen werkelijkebeslissingsbevoegdheid heeft : dat brengt ons bij debesprekingen over decentralisatie en deconcentratie.

Tot slot moet de burger, om zich te engageren, eenvertrouwensrelatie met de verkozenen kunnen aangaan, watverwijst naar de bestuursgewoonten.

1 www.coe.int > Démocratie > Bonne gouvernance

Page 23: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

NIEUW

23N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

In dat opzicht lijkt het interessant te verwijzen naar decampagne van de Raad van Europa om de democratischebestuursprincipes op lokaal niveau te promoten. De Raadheeft daartoe een strategie in 12 punten 1 uitgestippeld, dieer als volgt uitziet :

1. Billijke vertegenwoordiging en participatie

2. Reactiviteit

3. Effectiviteit en efficiëntie

4. Openheid en transparantie

5. Rechtsstaat

6. Ethisch gedrag

7. Knowhow en capaciteit

8. Innovatie en bereidheid tot verandering

9. Duurzaamheid en oriëntatie op lange termijn

10. Gezond financieel beheer

11. Mensenrechten, diversiteit en sociale cohesie

12. Verplichting om rekenschap af te leggen

Deze 12 principes beschrijven een reeks voorwaarden dievallen onder de institutionele en gedragssfeer, het wettelijken het ethisch domein, die samen het landschap van hetgoed bestuur vormen.

Deze voorwaarden lijken evenwel aanvullend ten opzichtevan de kwesties van bevoegdheden en middelen die hogeropgeregeld moeten worden.

We zien ook dat burgerparticipatie geen deel uitmaakt vandeze principes. Het is meer dan een voorafgaandevoorwaarde : het resultaat van een vertrouwensklimaattussen verkozenen en burgers. Hier moet ook aan educatieen sensibilisering van de burger gedaan worden, parallel metwat er gedaan wordt ten aanzien van de ambtenaren en delokale mandatarissen.

We moeten verder kijken dan de paradox, meer bepaald datwe zowel een toenemende desinteresse van de burger voorhet politieke leven vaststellen als een toenemend verlangenvan de bevolking om deel te nemen aan hetgemeenschapsleven, waarbij de Brusselaars van allochtoneorigine niet achterblijven, wel integendeel. In werkelijkheidzijn het slechts de traditionele vormen van het politiek levendie zo aangetast worden. Misschien is de informatie-samenleving waar alles onmiddellijk en universeelbeschikbaar lijkt, niet te verzoenen met de trage werkingvan de overheidsdiensten en de soms noodzakelijkevertrouwelijkheid van de politieke besluitvorming.

Page 24: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

NIEUW

24 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Slotopmerkingen en voorlopige conclusies

In de eerste plaats merken we op dat de gemeenten nietmeer dan de andere overheidsniveaus een defensievehouding moeten aannemen : de andere organisatievormenzouden hun efficiëntie ook moeten aantonen, wat een vaakverwaarloosde oefening is.

In dat opzicht wijzen we op het feit dat de Brusselsegemeenten met 19 zijn, maar we vergeten dat het Gewestzelf meer dan een twintigtal afzonderlijke organisaties teltdie hun eigen autonomie hebben. Waarom zou de evaluatievan de efficiëntie van het Brusselse institutionele systeemvoorbijgaan aan die van zijn gewestelijke instellingen ? Huncoherentie hangt samen met gemeenschappelijkedoelstellingen, compatibele normen, bruggen tussendiensten, geharmoniseerde termijnen, …

Het debat ging niet over het onderscheid tussendecentralisatie en deconcentratie, omdat het onderscheidtussen een delegatie van bevoegdheden met of zonderbeslissingsbevoegdheid niet meer zo duidelijk is. En watgeniet uiteindelijk de voorkeur ? Doelstellingen opgelegdkrijgen maar de middelen en de modaliteiten nog mogenkiezen of de beslissingsbevoegdheid behouden maar eendwingend methodologisch kader opgelegd krijgen ? Inrealiteit kan deconcentratie zowel wegen op de beslissings-bevoegdheid als op de organisatiebevoegdheid van degemeente.

De recente geschiedenis is een beknibbeling op degemeentelijke bevoegdheden, misschien minder op het vlakvan behandelde materies dan op het vlak van opgelegdemethodes (bv. steeds meer plannen die niet noodzakelijkcoherent zijn met elkaar) en de toename van het aantalnormen (met de problemen qua compatibiliteit entermijnen die daaruit voortvloeien).

Doeltreffende gemeentelijke autonomie neemt geen genoe-gen met begrenzingen, maar wij zijn ons bewust van degrenzen aan de efficiëntie van de gemeentelijke autonomie zelf.

We hebben gezien dat er heel wat argumenten opgelijstkunnen worden ter verdediging van de gedecentraliseerdeprestatie van de meeste nabijheidsdiensten, maar dat sluitgeenszins uit dat er naar synergie gezocht moet worden. Indat opzicht moet een onderscheid gemaakt worden tussende “oplossingen” van institutionele hergroepering en deandere: de eerste kunnen de vorm aannemen vanmutualisering (intergemeentelijk) of decentralisering(Gewest, …), maar daarnaast bestaan er nog andere vormenvan overleg en samenwerking, waarbij contractualiseringeen tussenweg vormt.

We hebben ook gezien dat er steeds meer gemengdedomeinen komen, die ook een lokale, supralokale of zelfsgewestelijke impact hebben, naar het beeld van de complexesamenleving waarin we leven. Voor deze materies is detoewijzing aan een bepaald bestuursniveau geen vlekkelozeoplossing : de voorkeur moet veeleer gegeven worden aanoverlegprocessen en samenwerkingsakkoorden. Er moet eenperfecte combinatie gewaarborgd worden tussen degeleverde diensten en het gevoerde beleid op gewestelijk en

lokaal niveau. De verdeling van de taken is slechts eenafgeleide discussie van deze problematiek.

Als er bevoegdheden overgeheveld worden, moet dezeoverdracht gekoppeld worden aan een overdracht vanmiddelen – financiële en andere – gestoeld op een dubbelproces van evaluatie en overleg. Elke overheveling vanbevoegdheden die enkel voortvloeit uit het feit dat andersgeen financiële perequatie gevoerd kan worden, moetuitgesloten worden. Dit valt buiten de algemene taak vanhet Gewest om erover te waken dat de ambities van delokale besturen niet verder gaan dan hun middelen reiken.

Voor complexe materies is het aangewezen het werk toe tevertrouwen aan task-forces waarin alle betrokken partijenvertegenwoordigd zijn. Dat kan de rol zijn van decontrolediensten van het Gewest : het werk op verschillendeniveaus organiseren, in naleving van de principes vanbestuur op verschillende niveaus (evenwichtig overleg,voorafgaande analyse van de impact, …).

Deze evolutie zou in elk geval gaan in de richting van deevolutie die we in de loop der jaren hebben kunnenwaarnemen : toezicht evolueerde naar advies, op zijn beurtvoorloper van samenwerking. Zo’n evolutie moet voortgezeten zelfs aangemoedigd worden.

In dat opzicht moeten we eraan herinneren dat deuitoefening van toezicht ook een verplichting is voor hetGewest, die voortvloeit uit een van diens wettelijke taken.Het dwingende van deze taak zal de komende jaren nogversterken, gezien de gewenste bijdrage van de deelentiteitenen hun ondergeschikte besturen aan de doelstellingen vanhet stabiliteitspact.

Het begrip opportuniteit bestaat niet meer officieel in demotivering van het toezicht, maar het streven naarcoherentie blijft noodzakelijk, in het bijzonder in eenstedelijke entiteit. Terugkeren naar opportuniteitstoezicht isuitgesloten door het Europees Handvest van de LokaleAutonomie, dat ons land goedgekeurd heeft. Waaromzouden we dan in de wet geen institutionele overleg-procedures vastleggen, waarbij het toezicht op de wettigheidvan het toezicht er ondermeer in bestaat zich te vergewissendat de procedures wel degelijk nageleefd werden ?

Tot besluit vindt de toepassing van de subsidiariteit haarnatuurlijke en noodzakelijke aanvulling in die vanpartnership.

Deze nota werd opgesteld door Marc Thoulen, directeurvan de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB), met bijdragen vanzijn medewerkers, het gemeentesecretariaat van Sint-Lambrechts-Woluwe en het kabinet van de burgemeestervan Ganshoren, die kostbaar advies gaven. De auteur dankttevens Paul-Henri Philips voor de bespreking van de puntenbetreffende governance en Etienne Schoonbroodt, auteurvan een parallelle nota voor het colloquium, waarop hij zichgedeeltelijk inspireerde. In elk geval neemt hij het gebruikvan deze inbreng volledig op zich.

Marc Thoulen

Page 25: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

25N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

WETGEVING

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10.02.2014 t/m 20.04.2014

BESTUURLIJKE POLITIE

19.07.2013 Wet wijz. wet 08.04.1965 betr. dejeugdbescherming, het ten laste nemen vanminderjarigen die een als misdrijf omschreven feithebben gepleegd en het herstel van de door dit feitveroorzaakte schadeB.S.,16.09.2013,

B.S.,27.03.2014, err. - 276309

BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING

03.02.2014 KB waarbij de Nationale Bank vanBelgië en de bank-, wissel-, krediet- enspaarinstellingen bedoeld in artikel 322 van hetWetboek van de inkomstenbelastingen 1992,gemachtigd worden tijdelijk toegang te hebben tothet Rijksregister van de natuurlijke personen

(deel 3) - B.S.,10.02.2014 - 127959

29.01.2014 Wet houdende bepalingen inzake desociale identiteitskaart en de ISI+-kaart

B.S.,12.02.2014 - 280544

11.02.2014 MB tot vastlegging van de datumwaarop de vervanging van de kartonnenverblijfskaarten en verblijfstitels door elek-tronische kaarten voltooid is

B.S.,20.02.2014 - 280737

24.02.2014 KB tot uitvoering van art. 6, par. 6,van de wet 19.07.1991 betr. de bevolkingsregisters,de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten ende verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet08.08.1983 tot regeling van een Rijksregister vande natuurlijke personen

B.S.,28.02.2014 - 280980

25.02.2014 KB tot bepaling van de datum vaninwerkingtreding van de wet 09.01.2012 wijz. art.6, par. 6, van de wet 19.07.1991 betr. debevolkingsregisters, de identiteitskaarten, devreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumentenen wijz. de wet 08.08.1983 tot regeling van eenRijksregister van de natuurlijke personen -

B.S.,28.02.2014 - 280982

28.02.2014 MB betr. het afsluiten van devernieuwingsperiode van de identiteitskaarten

B.S.,06.03.2014 - 281023

26.02.2014 KB tot uitvoering van de wet29.01.2014 houdende bepalingen inzake de socialeidentiteitskaart en de ISI+-kaart

B.S.,07.03.2014 - 281044

05.01.2014 KB wijz. KB 16.07.1992 betr. hetverkrijgen van informatie uit de bevolkings-registers en uit het vreemdelingenregister,B.S.,17.01.2014, B.S.,28.02.2014 (addendum)

28.02.2014 Wet wijz. wet 28.05.2002 betr. deeuthanasie, teneinde euthanasie voor minder-jarigen mogelijk te maken

B.S.,12.03.2014 - 281090

22.10.2013 KB wijz. KB 10.12.1996 betr. deverschillende identiteitsdocumenten voor kinderenonder de twaalf jaar

B.S.,21.03.2014 - 281426

28.02.2014 KB wijz. KB 16.07.1992 totvaststelling van de informatie die opgenomenwordt in de bevolkingsregisters en in hetvreemdelingenregister en tot voorschrift van deinschrijving in het wachtregister van devreemdelingen die niet beschikken over eenidentificatienummer van het Rijksregister en die inhet huwelijk willen treden

B.S.,24.03.2014 - 281494

ERFGOED

26.03.2014 KB wijz. KB 09.11.2003 tot regelingvan de voorwaarden en modaliteiten van deeigendomsoverdracht van administratieve enlogistieke gebouwen van de Staat naar degemeenten of meergemeentepolitiezones en debepaling van de correctiemechanismen en totregeling van de principes inzake de tenlastenemingdoor de gemeenten of meergemeentepolitiezonesvan de huurkosten

B.S., 11.04.2014 - 282342

FINANCIËN/BELASTINGEN

27.03.2014 BBHR tot vastlegging van debasisregels die opgenomen dienen te worden in alleovereenkomsten betreffende de modaliteiten en deengagementen respectievelijk van het Parkeer-agentschap en de gemeenten inzake de controle ende inning van de retributies

B.S.,17.04.2014 - 282552

GEMEENTEBEHEER

13.02.2014 Ordonnantie betr. communicatie viaelektronische weg in het kader van de betrek-kingen met de overheden van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest

B.S.,05.03.2014 - 281021

14.02.2014 Wet met betrekking tot derechtspleging voor het Hof van Cassatie in

strafzaken - B.S.,27.02.2014 - 280897

28.03.2014 KB betr. de rechtsplegingvergoedingbedoeld in art. 30/1 van de gecoördineerde wettenop de Raad van State van 12.01.1973 -

B.S.,02.04.2014 - 282006

04.04.2014 Bijzondere wet wijz. de bijzonderewet 06.01.1989 op het Grondwettelijk Hof -

B.S.,15.04.2014 - 282440

HUISVESTING

31.01.2014 MB tot delegatie van bevoegdheid entekenbevoegdheid voor het administratieve enfinanciële beheer van de herhuisvestingstoelagen -B.S. 11.02.2014

13.02.2014 BBHR tot instelling van eenhuurtoelage voor de kandidaat-huurders dieingeschreven staan op de lijsten van de sociale

huisvesting - B.S.,28.02.2014 - 280984

30.01.2014 Ordonnantie wijz. de ordonnantie08.09.1994 tot regeling van de drinkwater-voorziening via het waterleidingnet in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest

B.S.,06.03.2014 - 281029

[wijzigt de voorwaarden waarin de abonnee solidairverplicht is de door de gebruiker verschuldigdebedragen te betalen voor drinkwatervoorziening viahet waterleidingnet]

LEEFMILIEU

Bericht van openbaar onderzoek GewestelijkNatuurplan van het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest - B.S.,12.02.2014 - 228621

30.01.2014 Ordonnantie wijz. de ordonnantie totopstelling van een kader voor het waterbeleidteneinde de doelstelling van internationalesolidariteit te verwezenlijken

B.S.,06.03.2014 - 281027

Grondwettelijk hof - Arrest nr. 134/2012 van30.10.2012 - Het beroep tot vernietiging van deart. 33, 7°, b), 35, 37, 38, 39bis en 41 van deordonnantie van het Brusselse HoofdstedelijkeGewest 25.03.1999 betr. de opsporing, devaststelling, de vervolging en de bestraffing vanmisdrijven inzake leefmilieu - B.S.,29.11.2012,

B.S.,19.03.2014 - 269265

MANDATARISSEN/ORGANEN

27.02.2014 Ordonnantie wijz. Nieuwe Ge-

meentewet - B.S.,02.04.2014 - 279048

OCMW

06.02.2014 Omz. betr. het uniek verslag -

244363

Gezins- en bejaardenhulp

07.02.2014 KB wijz. KB 23.05.2001 tot instellingvan een algemeen reglement betr. deinkomensgarantie voor ouderen en tot opheffingvan het KB 05.06.2004 tot uitvoering van art. 6,par. 2, derde lid en van art. 7, par. 1, derde lid en

Page 26: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

26 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

WETGEVING

par. 2, tweede lid, van de wet 22.03.2001 totinstelling van een inkomensgarantie voor ouderen -

B.S.,18.02.2014 - 280675

KSZ

27.03.2014 Omz. FOD Financiën -

JVG/PhK/CircSPFF20140327 - 281883

28.03.2014 Omz. Kwaliteitscontrole A036 - Ref.

JVG/PhK/CircCQA03620140328 - 281932

RMI

01.12.2013 KB betr. de minimumvoorwaardenvoor het sociaal onderzoek verrichtovereenkomstig art. 19, par. 1, van de wet26.05.2002 betr. het recht op maatschappelijke

integratie - B.S.,14.03.2014 - 281190

Vreemdelingen

Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 166/2013 van19.12.2013 - Het beroep tot vernietiging van art.2 van de wet 16.11.2011 'tot invoeging van een art.74/9 in de wet 15.12.1980 betr. de toegang tot hetgrondgebied, het verblijf, de vestiging en deverwijdering van vreemdelingen, inzake het verbodop het opsluiten van kinderen in gesloten

centra'- B.S.,12.03.2014 - 279306

19.12.2013 MB tot vaststelling van dedeontologische code voor de personeelsleden vande opvangstructuren voor asielzoekers -

B.S.,28.03.2014 - 281861

19.03.2014 MB houdende toekenning van eenfederale toelage tot dekking van een deel van dekosten betreffende de verwezenlijking vanprojecten in het kader van het Europees Integra-tiefonds, programmering 2011, federaal luik, basis-

allocatie 2014 - B.S.,15.04.2014 - 251319

Rust- en verzorgingstehuizen

02.03.2009 MB wijz. MB 06.11.2003 totvaststelling van het bedrag en de voorwaarden voorde toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld inart. 37, par. 12, van de wet betr. de verplichteverzekering voor geneeskundige verzorging enuitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, in derust- en verzorgingstehuizen en in de rustoordenvoor bejaardenB.S.,09.03.2009,

B.S.,11.03.2014, erratum - 236155

07.02.2014 KB wijz. KB 23.05.2001 tot instellingvan een algemeen reglement betr. deinkomensgarantie voor ouderen en tot opheffingvan het KB 05.06.2004 tot uitvoering van art. 6,par. 2, derde lid en van art. 7, par. 1, derde lid en

par. 2, tweede lid, van de wet 22.03.2001 totinstelling van een inkomensgarantie voorouderen

B.S.,18.02.2014, B.S.,12.03.2014 - 280675

Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 6/2014 van23.01.2014 - De prejudiciële vragen over deordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeen-schapscommissie van 24.04.2008 betr. devoorzieningen voor opvang of huisvesting vanbejaarde personen, en, in het bijzonder, art. 11, par.1, vijfde lid, 8°, en de bepalingen van hoofdstuk III('Erkenning') van die ordonnantie

B.S.,04.04.2014 - 280090

09.03.2014 KB wijz. KB 21.09.2004 houdendevaststelling van de normen voor de bijzondereerkenning als rust- en verzorgingstehuis, alscentrum voor dagverzorging of als centrum voorniet aangeboren hersenletsels

B.S.,10.04.2014 - 282297

Tewerkstelling

30.01.2014 Ordonnantie wijz. ordonnantie14.07.2011 betr. het gemengd beheer van dearbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest - B.S.,24.02.2014 - 280827

16.02.2014 KB wijz. KB 16.05.2003 totuitvoering van het Hfst. 7 van Titel IV van deprogrammawet van 24.12.2002 (I), betr. deharmonisering en vereenvoudiging van deregelingen inzake verminderingen van de socialezekerheidsbijdragen

B.S.,11.03.2014 - 281068

17.02.2014 Omz. betr. art. 60, par. 7 verhoogdestaatstoelage 2014

B.S.,28.03.2014 - 198329

28.03.2014 KB wijz. art. 63 van het KB25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglemen-tering in het kader van een aanpassing van denieuwe regeling inzake de inschakelings-

uitkeringen - B.S.,04.04.2014 - 282135

03.03.2014 MB tot vaststelling van de lijst vansteden en gemeenten waarvan de openbare centravoor maatschappelijk welzijn kunnen genieten vaneen verhoogde staatstoelage voor specifiekeinitiatieven gericht op sociale inschakeling -

215279

Sociale hulp

16.02.2014 KB wijz. KB 19.11.2013 betr. dedatum van inwerkingtreding van art. 32 en 36 vande wet 27.12.2012 houdende diverse bepalingeninzake de toegankelijkheid van gezondheidzorg -

B.S.,14.03.2014 - 281183

18.02.2014 KB betr. de controle van medischeen farmaceutische kosten in het kader van art.9ter van de wet 02.04.1965 betr. het ten lastenemen van de steun verleend door de openbarecentra voor maatschappelijk welzijn

B.S.,14.03.2014 - 281188

01.12.2013 KB betr. de minimumvoorwaardenvoor het sociaal onderzoek verricht overeen-komstig art. 9bis van de wet 02.04.1965 betr. hetten laste nemen van de steun verleend door deopenbare centra voor maatschappelijk welzijn -

B.S.,14.03.2014 - 281193

14.03.2014 Omz. van POD MI betr. deminimumvoorwaarden voor het sociaal onderzoekin het kader van de wet 26.05.2002 betr. het rechtop maatschappelijke integratie en in het kader vande maatschappelijke dienstverlening door deOCMW’s die overeenkomstig de bepalingen vande wet 02.04.1965 door de Staat terugbetaald

wordt - 281327

Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 1/2014 van16.01.2014 - Het beroep tot gehele of gedeeltelijkevernietiging (de art. 2 en 3) van de wet 15.03.2012'tot wijz. van de wet 15.12.1980 betr. de toegangtot het grondgebied, het verblijf, de vestiging [en deverwijdering van vreemdelingen] en de wet17.05.2006 betr. de externe rechtspositie van deveroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan hetslachtoffer toegekende rechten in het raam van destrafuitvoeringsmodaliteiten'

B.S.,21.03.2014 - 279820

Werking

09.03.2014 KB waarbij algemeen verbindendwordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomstnr. 109 van 12.02.2014, gesloten in de NationaleArbeidsraad, betr. de motivering van het ontslag -

B.S.,20.03.2014 - 281342

27.02.2014 Ordonnantie wijz. Nieuwe Ge-meentewet teneinde de coördinatie tussengemeente en OCMW te versterken -

B.S.,02.04.2014 - 281989

OVERHEIDSOPDRACHTEN

07.02.2014 KB wijz. meerdere koninklijkebesluiten tot uitvoering van de wet 15.06.2006betr. overheidsopdrachten en bepaalde opdrachtenvoor werken, leveringen en diensten, alsook van dewet 13.08.2011 inzake overheidsopdrachten enbepaalde opdrachten voor werken, leveringen endiensten op defensie- en veiligheidsgebied

[reparatie-KB] - B.S.,21.02.2014 - 278878

Page 27: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

27N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

WETGEVING

PERSONEEL

30.01.2014 MB wijz. het UBPOL inzake dearbeidstijdorganisatie en het jaarlijks vakantieverlof

- B.S.,11.02.2014 - 280523

Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 152/2013 van13.11.2013 - Het beroep tot vernietiging van deart. 112, 113 en 115 van de programmawet van

22.06.2012 - B.S.,12.02.2014 - 280550

03.02.2014 KB wijz. KB 14.11.2011 totuitvoering van de art. 49, 50 en 51 van de wet03.07.1978 betr. de arbeidsovereenkomsten, wat demededelingen aan de Rijksdienst voor Arbeids-voorziening betreft

B.S.,13.03.2014 - 281161

Bericht - Aanpassing buiten index op 01.09.2013van het bedrag van sommige sociale uitkeringen -

B.S.,24.03.2014 - 275015

19.03.2014 KB wijz. KB 12.03.2003 totvaststelling van de wijze en van de termijn vanaangifte van een arbeidsongeval

B.S.,10.04.2014 - 282295

09.03.2014 KB wijz. een aantal bepalingen inzakeinterne diensten en eerste hulp met betrekking totlichte ongevallen en bijscholing van hulpver-

leners - B.S.,10.04.2014 - 282290

19.03.2014 KB wijz. KB 12.12.2006 totuitvoering van art. 42bis van de arbeids-ongevallenwet van 10.04.1971

B.S.,17.04.2014 - 282536

17.04.2014 Omz. Clio

B.S.,17.04.2014 - 282537

POLITIE

29.01.2014 KB wijz. het KB 30.03.2001 totregeling van de rechtspositie van het personeelvan de politiediensten

B.S.,11.02.2014 - 280525

29.01.2014 KB tot vaststelling van de taalkadersvan de eerste taaltrap van de centrale diensten vande algemene inspectie van de federale politie en vande lokale politie en van het controleorgaan bedoeldin art. 44/7 van de wet op het politieambt -

B.S.,13.02.2014 - 280566

30.01.2014 MB betr. de vierdagenweek met ofzonder premie voor de personeelsleden van de geïn-

tegreerde politie - B.S.,14.02.2014 - 280599

29.01. 2014 KB betr. de vierdagenweek en hethalftijds werken vanaf 50 of 55 jaar voor depersoneelsleden van de geïntegreerde politie en vande algemene inspectie van de federale politie en van

de lokale politie - B.S.,14.02.2014 - 280601

03.02.2014 KB wijz. KB 30.03.2001 tot regelingvan de rechtspositie van het personeel van depolitiediensten betr. het geweld tegen politie-

personeelsleden - B.S.,20.02.2014 - 280739

13.02.2014 MB wijz. MB 28.12.2001 totuitvoering van sommige bepalingen van het KB30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten -

B.S.,25.02.2014 - 280849

07.02.2014 Wet tot invoering van hetelektronisch toezicht als autonome straf

B.S.,28.02.2014 - 280974

21.02.2014 Ministeriële omz. GPI 79 betr. desteun van het Stressteam van de federale politie aande lokale politiezones met betrekking tot de opvangen de begeleiding van de personeelsleden,slachtoffer van geweld door derden, evenals van

hun familie - B.S.,13.03.2014 - 281169

26.02.2014 KB wijz. KB 08.02.2001 totuitvoering van de wet 24.03.1999 tot regeling vande betrekkingen tussen de overheid en devakverenigingen van het personeel van de politie-

diensten - B.S.,13.03.2014 - 281159

09.03.2014 KB betr. de burgerlijkeaansprakelijkheid van en de rechtshulp en zaak-schadevergoeding voor personeelsleden van de poli-

tiediensten - B.S.,21.03.2014 - 281427

09.03.2014 KB tot aanwijzing van de categorieënvan personen die bevoegd zijn om in real time debeelden te bekijken van de bewakingscamera’s diein niet-besloten plaatsen geïnstalleerd zijn, en totbepaling van de voorwaarden waaraan dezepersonen moeten voldoen

B.S.,24.03.2014 - 281496

14.02.2014 Bericht inzake de bijlage B bij deMinisteriële richtlijn MFO-2 van 13.04.2012 betr.het solidariteitsmechanisme tussen de politiezonesinzake versterkingen voor opdrachten vanbestuurlijke politie - Gehypothekeerde capaciteit -Prestatielijn HYCAP 2014

B.S.,24.03.2014 - 219088

17.08.2013 Wet wijz. wet 07.12.1998 totorganisatie van een geïntegreerde politiedienst,gestructureerd op twee niveaus

B.S.,30.08.2013 - 276110

18.03.2014 KB tot uitvoering van art. 94 van dewet 07.12.1998 tot organisatie van een geïn-tegreerde politiedienst, gestructureerd op twee

niveaus - B.S.,28.03.2014 - 281854

18.03.2014 Wet betr. het politioneleinformatiebeheer en wijz. de wet 05.08.1992 ophet politieambt, de wet 08.12.1992 totbescherming van de persoonlijke levenssfeer tenopzichte van de verwerking van persoonsgegevensen het Wetboek van strafvordering

B.S.,28.03.2014 - 281843

26.03.2014 Wet houdende optimalisatie-maatregelen voor de politiediensten

B.S.,31.03.2014 - 281880

21.03.2014 Ministeriële omz. GPI 36ter betr. deschadeloosstelling van de gedeeltelijke tijdelijkearbeidsongeschiktheid

B.S.,07.04.2014 - 282181

Beslissing betr. art. VI.I.7, 8°, RPPol. Lijst vanrecurrente gebeurtenissen die een afwijking

noodzaken - B.S.,07.04.2014 - 205048

17.03.2014 Ministeriële omz. GPI 80 betr. devakbondsrelaties binnen de geïntegreerde politieen binnen de Algemene Inspectie van de federalepolitie en van de lokale politie

B.S.,16.04.2014 - 282483

08.04.2014. Omz. OOP 42 betr. evenementen diein het kader van het WK voetbal 2014 kunnenplaatsvinden in België

B.S.,17.04.2014 - 282343

PREVENTIE

11.03.2014 KB betr. de toekenning van eentoelage voor een veiligheids- en samen-levingscontract voor gemeenten die vroegereen veiligheids- en samenlevingscontracthadden in het kader van de implementatie vanlokaal beleid voor veiligheid en preventie voorhet jaar 2014

B.S.,09.04.2014 - 243476

28.03.2014 MB wijz. MB 24.12.2013 totbepaling van de indienings-, opvolgings- enevaluatievoorwaarden en tot bepaling van detoekennings-, aanwendings- en controlevoor-waarden van de financiële toelage van destrategische veiligheids- en preventie-plannen 2014-2017

B.S.,18.04.2014 - 282588

Page 28: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

2828 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

WETGEVING

REGIE/VZW

26.01.2014 KB waarbij algemeen verbindendwordt verklaard de collectieve arbeidsovereen-komst nr. 108 van 16.07.2013, gesloten in deNationale Arbeidsraad, betr. de tijdelijkearbeid en uitzendarbeid

B.S.,10.02.2014 - 280513

[enkel voor gemeentelijke vzw’s]

STEDENBOUW/LEEFOMGEVING

12.12.2013 BBHR tot vaststelling van desamenstelling van het dossier van de aanvraagvoor een stedenbouwkundige vergunning -

B.S.,12.03.2014 - 281114

VERKEERSVEILIGHEID

29.01.2014 KB wijz. KB 15.03.1968houdende algemeen reglement op detechnische eisen waaraan de auto's, hunaanhangwagens, hun onderdelen en hunveiligheidstoebehoren moeten voldoen, vanhet KB 01.12.1975 houdende algemeenreglement op de politie van het wegverkeer envan het gebruik van de openbare weg en vanhet KB 23.03.1998 betr. het rijbewijs -

B.S.,13.02.2014 - 280568

29.01.2014 MB wijz. MB 11.10.1976 waarbijde minimumafmetingen en de bijzondereplaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekensworden bepaald en van het MB 09.01.2007betr. de gemeentelijke parkeerkaart -

B.S.,13.02.2014 - 280570

24.02.2014 Wet tot bekrachtiging van enkeleartikelen van het KB 30.09.2005 totaanwijzing van de overtredingen per graadvan de algemene reglementen genomen ter uit-voering van de wet betreffende de politie overhet wegverkeer

B.S.,28.02.2014 - 280970

29.01.2014 Wet wijz. KB 01.12.1975houdende algemeen reglement op de politievan het wegverkeer en van het gebruik van deopenbare weg ter invoering van eensnelheidsbeperking voor de wegenaangewezen door de borden F99a, F99b en

F99c - B.S.,21.03.2014 - 281419

26.03.2014 KB wijz. KB 10.10.1974houdende algemeen reglement op detechnische eisen waaraan de bromfietsen, demotorfietsen en hun aanhangwagens moeten

voldoen - B.S.,02.04.2014 - 281987

29.01.2014 MB wijz. MB 11.10.1976 waarbijde minimumafmetingen en de bijzondere

plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekensworden bepaald en van het MB 09.01.2007betr. de gemeentelijke parkeerkaart -

B.S.,13.02.2014 - 280570

28.03.2014 KB wijz. KB 20.07.2001 betr. deinschrijving van voertuigen en KB 15.03.1968houdende algemeen reglement op detechnische eisen waaraan de auto's, hunaanhangwagens, hun onderdelen en hunveiligheidstoebehoren moeten voldoen -

B.S.,07.04.2014 - 282168

VERKIEZINGEN

10.02.2014 Wet houdende diverse bepalingeninzake verkiezingen

B.S.,14.02.2014 - 278827

07.02.2014 Wet tot organisatie van de elek-tronische stemming met papieren bewijs-

stuk - B.S.,14.02.2014 - 280596

21.03.2014 KB tot regeling van sommigekiesverrichtingen voor de gelijktijdigeverkiezingen van het Europese Parlement, deKamer van volksvertegenwoordigers en deGewest- en Gemeenschapsparlementen op25.05.2014

B.S.,26.03.2014 - 281670

21.03.2014 MB houdende de afmetingen vande stembiljetten die afgedrukt worden dooreen elektronisch stemsysteem met papierenbewijsstuk, alsook de vermeldingen erop, bijde gelegenheid van de gelijktijdige verkiezin-gen van het Europees Parlement, de Kamer vanvolksvertegenwoordigers en de Gewest- enGemeenschapsparlementen van 25.05.2014 -

B.S.,26.03.2014 - 281668

21.03.2014 KB tot vaststelling van de kleurvan de stembiljetten voor de verkiezingen vanhet Europees Parlement, de Kamer van volks-vertegenwoordigers en de Gewesten Gemeen-schapsparlementen

B.S.,26.03.2014 - 281666

21.03.2014 MB tot vaststelling, in de kantonsen gemeenten die gebruik maken van eengeautomatiseerd stemsysteem of een elek-tronisch stemsysteem met papieren bewijs-stuk, van de volgorde waarin de stemmenworden uitgebracht bij gelijktijdige verkiezin-

gen - B.S.,26.03.2014 - 281663

21.03.2014 KB wijz. KB 15.04.1994 totvaststelling van de afmetingen van destembiljetten, alsmede de kleur van destembiljetten voor de rechtstreekse verkiezing

van de leden van de Raad voor maatschap-

pelijk welzijn - B.S.,26.03.2014 - 281661

21.03.2014 MB tot vaststelling van demodellen van de onderrichtingen voor dekiezer in de kieskantons en gemeenten dievoor het gebruik van een elektronisch stem-systeem met papieren bewijsstuk zijnaangewezen bij de gelijktijdige verkiezingenvoor het Europese Parlement, de Kamer vanvolksvertegenwoordigers en de Gewest- enGemeenschapsparlementen

B.S.,26.03.2014 - 281654

21.03.2014 MB tot vaststelling van demodellen van de onderrichtingen voor dekiezer in de kieskantons en gemeenten dievoor het gebruik van een geautomatiseerdstemsysteem zijn aangewezen bij de gelijk-tijdige verkiezingen van het EuropeseParlement, de Kamer van volksvertegen-woordigers en de Gewest- en Gemeenschaps-

parlementen - B.S.,26.03.2014 - 281651

21.03.2014 KB tot vaststelling van dealgemene erkenningsvoorwaarden van deelektronische stemsystemen met papieren

bewijsstuk - B.S.,26.03.2014 - 281643

21.03.2014 KB tot bepaling van de regelsvolgens welke de lijsten en de kandidatengetoond worden op het beeldscherm van destemcomputers met papieren bewijsstuk -

B.S.,26.03.2014 - 281638

14.03.2014 KB aanwijzing van de kies-kantons en gemeenten voor het gebruik vaneen elektronisch stemsysteem

B.S.,26.03.2014 - 281635

24.03.2014 Advies - Formulieren voor deverkiezingen van het Europese Parlement en deGewest- en Gemeenschapsparlementen van

25.05.2014 - B.S.,27.03.2014 - 281695

10.04.2014 KB tot vastlegging van demodellen van oproepingsbrieven voor deverkiezingen van het Europees Parlement, vande Kamer van volksvertegenwoordigers, vanhet Vlaams Parlement, van het BrusselsHoofdstedelijk Parlement, van de Brusselseleden van het Vlaams Parlement en van hetParlement van de Duitstalige Gemeenschap -

B.S.,17.04.2014 - 282525

WEGEN

30.01.2014 BBHR betr. de coördinatie van de bouwplaatsen op de openbare weg -

B.S.,18.02.2014 - 280685

Page 29: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

29N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Beste collega’s schepenen,

De Europese Week van de Lokale Democratie (EWLD) werd in 2008 in het leven geroepen in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest en vindt elk jaar in de maand oktober plaats in de Brusselse gemeenten. Het is eeninitiatief van de Raad van Europa dat de burgers iets wil bijleren over hun lokale overheden en hen wilaanmoedigen om eraan deel te nemen. De schijnwerpers worden er gericht op het belang van de lokale besturenin de opbouw van een actieve en efficiënte lokale democratie die volop haar rol vervult.

Dit jaar draait alles rond het thema van de participatieve democratie: “delen, voorstellen, stemmen”.

De voornaamste doelstellingen voor Brussel zijn de uitwerking van acties voor het jonge publiek promoten,aanzetten tot uitwisselingen tussen verkozenen en burgers, werken rond het principe van goed bestuur met onzemandatarissen en de campagne doortrekken in het dagelijks werk van de Brusselse lokale besturen. Bij deVSGB werd overigens een werkgroep “jongeren” opgericht, met voorstellen van acties rond het themaverkiezingen en participatie van jongeren. In dat kader zullen er in de gemeenten rondetafels georganiseerdworden tussen jongeren en verkozenen. De wens is in elke gemeente een jongerenraad op te richten.

Aangezien ik me persoonlijk geëngageerd heb voor dit gebeuren, wil ik iedereen sensibiliseren voor devooropgestelde doelstellingen en vraag ik actief deel te nemen in uw respectieve gemeente. Ik vind het uiterstbelangrijk om deze acties ter bevordering van burgerschap en democratie te ondersteunen.

Ik dank u bij voorbaat voor de acties die u in uw gemeente tot stand brengt.

Eric JASSINSchepen te Sint-Joost-ten-NodeOndervoorzitter van de VSGB

Tijdens de Week worden altijd heel watactiviteiten georganiseerd voor de jeugd,zoals wandelingen ter kennismaking metburgerparticipatie.

EUROPESE WEEK VAN DE LOKALE DEMOCRATIE

Om deel te nemen aan de Brusselse editie van de Europese Week van de Lokale Democratie kanu contact opnemen met Barbara Decupere: tel. 02 238 51 66 - [email protected] over de EWLD op www.vsgb > Materies > Lokale democratie > Europese Week van deLokale DemocratieInfo over de EWLD op Europees niveau: www.coe.int/t/congress/demoweek

De Europese Week van de Lokale Democratie heeft zopas het themavoor 2014 bekendgemaakt.

De Brusselse editie zal plaatsvinden van 13 tot 19 oktober.

Eric Jassin, ondervoorzitter van de VSGB, roept op om mee te doen.

“DOE MET ONS MEE VOOR EDITIE 2014”

Page 30: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

30 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

1. Aan welke Europese projecten hebt u deelge-nomen ?

Anderlecht was vrij actief in het zoeken van Europesefinanciering, aanvankelijk onder impuls van de celgesubsidieerde Europese projecten. Ik zal me hierbeperken tot de projecten waaraan mijn dienstdeelgenomen heeft, en daarbij een onderscheid makentussen EFRO, INTERREG en URBACT.

EFRO maakt het mogelijk investeringen te financierenom de verschillen in levensniveau weg te werken. InAnderlecht hebben wij er een beroep op gedaan voor derenovatie van de wijk Kuregem, bv. voor de restauratievan de veeartsenijschool en als bron van mede-financiering voor het kinderdagverblijf Les Tulipes.

Veeartsenijschool

Doel : renovatie van het geklasseerde gebouw, om ergroeiende bedrijven in onder te brengen en er tegelijk eenenergiezuinig pand van maken

Duur : 2009-2015 (onder voorbehoud)FEDER-bijdrage : 4,86 miljoen €www.bruplus.irisnet.be > Espace Lumière

Les Tulipes

Doel : bouw van een kinderdagverblijf met 28 plaatsen,goed voor 6 jobs

Duur : 2010-2015 (onder voorbehoud)FEDER-bijdrage : 288.000 www.bruplus.irisnet.be > Accueil de la petite enfance

INTERREG en URBACTsteunen projecten rond terri-toriale samenwerking tussenlokale overheden, gebaseerdop de uitwisseling van goedepraktijkvoorbeelden en deuitvoering ervan. URBACTheeft specifiek betrekking opde stedelijke uitdagingen.

Van de drie projecten die weuitgevoerd hebben, wil ikhier enkel ingaan op LINKS.Een twaalftal thematischeseminaries hebben onsertoe gebracht historische stadscentra te herbe-kijken in een optiek van duurzaamheid, waarbij zo goedmogelijk rekening gehouden wordt met de uitdagingeninzake bescherming van het erfgoed, lokale ontwik-keling, duurzaam bouwen, huisvesting en socialeinschakeling. Wij hebben ons gebaseerd op hetvoorbeeld van de transformatie van de Veeartsenijschooltot een bedrijvenhotel 1 en een conferentie-centrum dat beantwoordt aan de normen van lage-energiegebouwen. Elke partner heeft een lokaalactieplan 2 opgesteld om de duurzaamheid van zijnhistorisch centrum te verbeteren en rekening te houdenmet specifieke omstandigheden. We hebben ook eensynthese gemaakt van onze werkzaamheden, waarintevens aanbevelingen voor Europese parlementsledenopgenomen werden. 3

LINKS

Doel : behoud van het erfgoed en het leefmilieu omduurzame ruimte te creëren voor de huisvesting van allerleibevolkingsgroepen in het hart van historische stadscentra

Partners : Bayonne (Frankrijk), Almería (Spanje),Anderlecht (België), Brasov (Roemenië), Budrio (Italië),Delft (Nederland), Kilkenny (Ierland), Veria (Griekenland)

Duur : 2010-2013Bedrag : 644.400 € waarvan 73,2 % URBACThttp://urbact.eu > Urban renewal > List of projects > LINKS

1 Het verschil met een bedrijvencentrum is dat zich hier bedrijven mogen komen vestigen die volop in expansie zijn.2 http://urbact.eu/fileadmin/Projects/LINKS/outputs_media/LAPcollectioncomplet_1.pdf 3 http://urbact.eu/en/projects/urban-renewal/links/news/?newsid=1053

DE EUROPESE UNIE STEUNT STADSRENOVATIEIN ANDERLECHT

“Europese projecten in mijn gemeente"Met de oprichting van een dienst Europese projecten bij de Vereniging (zie artikel in vorig nummer) buigtde Nieuwsbrief zich over de knowhow van de Brusselse gemeenten. Terwijl het Gewest zopas eenprojectoproep gelanceerd heeft voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling EFRO, hadden wij eengesprek met Davy Fiankan van de dienst Stadsrenovatie van de gemeente Anderlecht, die deel uitmaakt vande intergemeentelijke werkgroepen Europa, om te peilen naar zijn ervaring als beheerder terzake.

EUROPAGINA

Davy Fiankan, gemeenteAnderlecht, dienst stadsrenovatie,[email protected]

kinderdagverblijfLes Tulipes

Page 31: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

31N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

EUROPAGINA

2. Welke lessen kunnen jullie trekken uit dedeelname aan EFRO ?

EFRO was een belangrijke bron van financiering voorvernieuwende en nuttige investeringen die anders nooitmogelijk geweest waren, zoals het kinderdagverblijf inhet wijkcontract. In dat kader wijzen wij er ook op datduurzame wijkcontracten 4 ook als medefinancieringaangewend kunnen worden.

EFRO blijkt echter ingewikkeld op het vlak vanadministratief beheer, tijdbeheer en financiëleconstructies. Men moet tegelijk ambitieus zijn om het teverkrijgen maar tegelijk ook zeker zijn van zijncapaciteit om de engagementen na te komen. In hetgeval van het kinderdagverblijf vertraagden devaststelling van bodemvervuiling, een rechtszaak en demoeilijkheid om een stedenbouwkundige vergunning teverkrijgen, de planning, die nochtans nageleefd moestworden omwille van de voorwaarden van hetwijkcontract en EFRO. Daardoor ging de bijdrage vanhet wijkcontract in dit project verloren. Het is dus nietaltijd gemakkelijk om de voorwaarden van EFRO na televen maar tegelijk ook rekening te houden met andere.

Als ik tips moet geven aan een gemeente die een dossierwil indienen voor EFO in 2014, wil ik erop wijzen dathet naast het zoeken naar financiering belangrijk dat ereen duurzaam project uitgewerkt wordt door er op alleniveaus ecologische voorwaarden in op te nemen (zerovervuiling 100 % recyclage) die in het verlengde liggenvan het beleid van de gemeente, in samenwerking metandere Brusselse actoren.

3. Welke lessen trekt u uit uw deelname aanINTERREG en URBACT ?

Dankzij deze programma’s kan men gebruik maken vande ervaring van steden die verder staan, om uit hunervaringen te leren. De seminaries, bezoeken op hetterrein en interactie met deelnemers zijn uiterstverrijkend om het beleid en de aanpak te doen ‘rijpen’.

Jammer genoeg worden reizen onterecht bekeken als devoornaamste motivatie voor het project. Zo kunnenweliswaar andere perspectieven ontdekt worden, maardeze programma’s vergen veel werk, want deontmoetingen met de partners zijn zeer kort, de agendagoed gevuld en de doelstellingen ambitieus. Bovendienbevorderen studiereizen de groepsgeest, zowel wat degemeentediensten betreft als met de andere partners.Die goede relaties kunnen nog van nut zijn nadien, alshet programma afgelopen is, voor andere projecten 5.

Het is dus essentieel dat er een politiek draagvlak is en steunvan de hiërarchisch oversten om een groot deel van onzewerktijd te besteden aan taken die soms ver van onzefunctiebeschrijving liggen.

Die steun is ook noodzakelijk om de actie te verlengen, alsde subsidie afgelopen is. Sommige acties uit ons lokaalactieplan LINKS moeten bijvoorbeeld nog uitgevoerdworden. Wij hebben een onderscheid gemaakt tussen deacties die de gemeente alleen kan voeren en die waarvoor delokale steungroep URBACT (met de lokale betrokkenpartijen) ons kan helpen, en tot slot grondigere strategischetransformaties, waar de medewerking van het Gewestnoodzakelijk is. De tenuitvoerlegging van dergelijkeactieplannen kan in theorie op zijn beurt aanspraak makenop nieuwe EFRO-fondsen, maar dat is niet altijd mogelijk.

4. Wenst u tot slot nog nieuwe projecten optouw te zetten ?

Ja, dat zijn wij wel van plan. In de continuïteit van hetlokaal actieplan LINKS zouden wij graag een nieuwe impulsgeven aan de Wayezstraat, die naar het historisch centrumvan Anderlecht leidt. Wij willen ook werken aan de lokaleeconomie en de stadslandbouw. We zijn van plan deprojectoproep EFRO 2014 grondig te bestuderen en wijkijken uit naar de nieuwe programma’s INTERREG enURBACT voor 2014-2020.

4 Een duurzaam wijkcontract is een actieplan dat afgesloten wordt tussen het Gewest, de gemeente en de inwoners van een Brusselse wijk. Het legt eenprogramma vast met acties die uitgevoerd worden met een bepaald budget: www.wijken.irisnet.be.

5 De verplaatsingen en incentives werden aangekaart in parlementaire vraag nr 764 van Françoise Schepmans van 27 januari 2014: “Professionele verblijven alsincentive en werkseminaries van de personeelsleden van de EFRO-cel” in Vragen & antwoorden – Brussels Parlement – 15/3/2014 (nr 49).

Interview door Camille Lépinay,VSGB

De dienst “Europese projecten” van de VSGB begeleidt de19 Brusselse gemeenten in het opzetten van Europeseprojecten. De dienst wordt medegefinancierd door hetGewest en wordt gecoördineerd door de gemeente Sint-Jans-Molenbeek.

Camille Lépinay staat ter beschikking om uw vragen tebeantwoorden.

[email protected]

Page 32: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

32 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

EUROPAGINA

6 http://urbact.eu > About URBACT > Urbact 2014-20207 www.nweurope.eu > The programme > Draft Cooperation Programme Consultation8 www.interreg4c.eu > Programme > 2014-2020

Begin april keurde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hetoperationeel programma 2014-2020 voor EFRO goed en op12 mei werd een officiële projectoproep gelanceerd.

Met een totaal budget van 200 miljoen euro zal hetprogramma verschillende projecten financieren rond :

- onderzoek en innovatie

- stimulering van ondernemerschap

- de ontwikkeling van circulaire economie en rationeelgebruik van grondstoffen

- verbetering van het levenskader in achtergestelde wijkenen voor kansarmen

De initiatieven in het kader van deze 4e pijler beogen in hetkader van het gebied voor stadsvernieuwing :

- verhoging van het aantal plaatsen in de kinderopvang

- versterking van het aanbod aan culturele infrastructuuren uitrusting, gekoppeld aan de revitalisering vanachtergestelde wijken

- bevordering van de deelname van de inwoners aan destadsdynamiek en projecten voor stadsinrichting inachtergestelde wijken

De andere pijlers van het programma leggen zichvoornamelijk toe op de ontwikkeling van 5 domeinen :

- media, creatieve sectoren en toerisme

- grondstoffen en afval

- duurzame voeding en horeca

- duurzaam bouwen en hernieuwbare energie

- gezondheid en dienstverlening aan personen

De projectoproep loopt tot 25 juli 2014. Tot dan zal hetGewest antwoorden op vragen van geïnteresseerden (ookgemeenten) aan de hand van infosessies en oriëntatienota’s.

Praktische informatie & contact: www.efro.irisnet.be

Voor URBACT III 6 en INTERREG (twee subprogramma’svoor Noord-West-Europa 7 en heel Europa 8 ), zijn deoperationele programma’s bijna klaar en de eersteprojectoproepen worden verwacht in februari 2015.

Alle informatie ivm de Europese subsidies is te vinden in degegevensbank Subsidies op www.vsgb.be

Projectoproep EFRO 2014 - Brussel

Debat over EFRO in het Brussels Parlement

Geregeld zijn er interpellaties en vragen betreffende de Europese fondsen in het Brussels Parlement. Enkele voorbeelden :

- “Europees fonds voor regionale ontwikkeling 2007-2013”, interpellatie van Hamza Fassi-Fihri aan Minister EvelyneHuytebroeck, Brussels Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de Huisvesting – zitting 2013-2014 - 22/4/2014 (nr 70).

- Vraag nr 758 van Hamza Fassi-Fihri van 15/1/2014 : "Balans van het programma 2007-2013 van EFRO”,in Vragen & antwoorden – Brussels Parlement – 15/3/2014 (nr 49).

- Vraag nr 752 van Hamza Fassi-Fihri van 20/12/2013 : “Balans van het programma 2007-2013 van EFRO”,in Vragen & antwoorden – Brussels Parlement – 15/2/2014 (nr 48).

- Interpellatie van Alain Hutchinson ivm “EFRO” in het Brussels Parlement – Integraal verslag – Commissie voor deHuisvesting – zitting 2013-2014, nr 54, 25/2/2014. Deze interpellatie heeft betrekking op de periode 2014-2020.

- Vraag nr 624 van Françoise Schepmans van 15/05/2013 : “De voorbereiding van het EFRO-programma 2014-2020” inVragen & antwoorden – Brussels Parlement – 15/06/2014 (nr 41).

Andere interpellaties : zie www.bruparl.irisnet.be

Page 33: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

33N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

DE VERENIGING IN ACTIE

De periode waarvan we hier verslag uitbrengen, beslaat driemaanden, van midden februari tot midden mei.

In die periode vergaderde het Bureau 3 keer (op 12 februari,19 maart en 30 april) en de Raad van Bestuur op 12 maart,met een uiteenzetting van het kabinet van de minister-president over de hervorming van de Nieuwe Gemeentewet,en de federale Raad van Bestuur op 10 maart, voor degoedkeuring van het federaal memorandum van degemeentelijke eisen, in het verlengde van het gewestelijkmemorandum, dat al van november dateert. De presentatievan deze twee memorandums vormt de kern van ditnummer.

Politieke actie

Niet-fiscale schuldvorderingen : invordering vergemak-kelijkt, een eis van de Vereniging

Eén van de nieuwe beschikkingen tot wijziging van deNieuwe Gemeentewet – waarover de Vereniging uiteraardhaar opmerkingen doorgegeven had – heeft betrekking opde lokale financiën en verheugt de Vereniging in hetbijzonder, nl. de vereenvoudiging van de invordering vanniet-fiscale schuldvorderingen.

Terwijl er reeds specifieke maatregelen bestaan op het vlakvan belastingen, was er nog geen specifieke procedure voorde andere bedragen die aan de lokale overheid verschuldigdzijn. Bij voorbeeld op het vlak van parkeerretributies, deafgifte van bestuursdocumenten en de levering van bepaaldediensten bevond de overheid zich in een nagenoegcontractueel kader dat niet de mogelijkheid booddwangbevelen te gebruiken, waardoor ze niet over eenvoorafgaande titel beschikte om de verschuldigde bedragente verkrijgen.

Onze Vereniging had lang aangedrongen op de vertaling vandit principe in de Brusselse regelgeving en is daar ondermeer op teruggekomen in het recentste memorandum.Thans is onze eis gematerialiseerd, meer bepaald in artikel137bis van de Nieuwe Gemeentewet. Na ingebrekestellingen voorlegging aan het college – twee verplichte etappes –kan de ontvanger een dwangbevel uitvaardigen voor debetaling van niet-fiscale schuldvorderingen. Hetdwangbevel wordt bij deurwaarder aan de burger betekend.

Handelingen en werken vrijgesteld van steden-bouwkundige vergunning : de Vereniging verkrijgt eenvereenvoudiging van de procedure

Artikel 98, §2 van het BWRO, zoals gewijzigd door deordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kaderinzake mobiliteitsplanning onderwerpt bepaaldewegenwerken en handelingen aan een voorafgaandeverklaring. De gemachtigde ambtenaar zal de vrijstelling vanvergunning binnen een termijn van vijftien dagenbevestigen. Het doel is om na te gaan of de werken niet instrijd zijn met het gewestelijk mobiliteitsplan.

De Brusselse regering had in eerste lezing een voorontwerpvan uitvoeringsbesluit bestudeerd, dat het Regeringsbesluitvan 13 november 2008 tot bepaling van de handelingen enwerken die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundigevergunning wijzigt, om de samenstelling van devoorafgaande verklaring vast te leggen. Volgens ditvoorontwerp moest de verklaring onder meer gegevensbetreffende de verkeersmaatregelen bevatten, een plan endwarsdoorsneden van de bestaande en de geplandetoestand.

Op 27 februari reageerde de Vereniging met een brief op datvoorontwerp. Zij wees erop dat de geplande maatregeleneen aanzienlijke en ongegronde bijkomende werklastzouden teweegbrengen voor de gemeenten. Zij stelde dathet doel van de voorafgaande verklaring niet bereikt was,aangezien die geen betrekking heeft op andere wegenwerkenen handelingen die vrijgesteld zijn van vergunning terwijldie meer impact kunnen hebben op de mobiliteit. DeVereniging twijfelt aan het nut van de voorafgaandeverklaring, aangezien handelingen en werken slechtsvrijgesteld zijn van vergunning voor zover ze geen enkeleafwijking inhouden ten aanzien van hogerestedenbouwkundige normen, met inbegrip van hetgewestelijk mobiliteitsplan, en ze onderstreepte ook dat hetbesluit in strijd is met de doelstellingen van administratievevereenvoudiging, omdat het verplicht om plannen endwarsdoorsneden voor te leggen die voor dergelijke werkendoorgaans niet opgemaakt worden.

Als reactie op deze brief en rechtstreekse contacten met hetkabinet van staatssecretaris Bruno De Lille werd er intweede lezing een nieuw ontwerpbesluit voorgelegd aan deregering. Dat schaft de verplichte voorlegging van een planaf: een plan met markeringen en signalisatie zal enkel geëistworden als het beschikbaar is. De procedure werd dusduidelijk vereenvoudigd en sluit beter aan bij hetvooropgestelde doel.

Regionalisering Ikea-wet : de Vereniging verkrijgtadministratieve vereenvoudiging en vrijwaart debevoegdheid van de gemeenten

De wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunningenvan handelsvestigingen wordt geregionaliseerd op 1 juli. DeBrusselse regering heeft er de principes van vastgelegd in eenontwerp van ordonnantie.

De tekst stelt voor de socio-economische vergunningen inhet BWRO onder te brengen, door ze te fusioneren met destedenbouwkundige vergunningen. Volgens het oorspron-kelijke ontwerp zou voor handelsvestigingen één vergun-ning vereist zijn, afgeleverd door het Gewest vanaf 400 m2,met incidentieverslag vanaf 400 m2 en incidentiestudievanaf 4.000 m2.

In een brief aan minister-president Rudi Vervoort op 19 maart gaf de Vereniging enkele opmerkingen bij de

VSGB ACTIEF OP ALLE FRONTEN

Page 34: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

34 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

DE VERENIGING IN ACTIE

hervorming, nl. dat ze de gemeentelijke bevoegdhedenschendt en economische initiatieven zou kunnenbelemmeren.

Als het voorstel goedgekeurd werd, betekent dit dat devergunningen afgegeven zouden worden door deafgevaardigde ambtenaar vanaf 400 m2, terwijl projectenvoor een handelsoppervlakte tot 1.000 m2 thansonderworpen zijn aan een vergunning afgegeven door hetcollege van burgemeester en schepenen. De Verenigingvroeg ook pas een incidentieverslag te verplichten vanaf1.000 m2. Dat is veel coherenter, rekening houdend met debepalingen van het GBP.

De socio-economische en stedenbouwkundigevergunningen samensmelten is overigens geenadministratieve vereenvoudiging. Aangezien de tweedezwaarder is dan de eerste, vragen de meesten immersdoorgaans eerst de socio-economische vergunning en pasnadien de stedenbouwkundige aan, naargelang ze de eersteverkregen hebben. Beide vergunningen versmelten zou deprocedure voor iedereen verzwaren, wat economischeinitiatieven kan ontmoedigen.

Na ons initiatief wijzigde de regering haar ontwerpbesluit ingunstige zin voor de gemeenten, teneinde deadministratieve last te beperken en de bevoegdheid van degemeenten te vrijwaren. De vergunningen betreffende dehandelsvestigingen tot 1.000 m2 worden afgegeven door degemeenten. Daarboven worden ze afgegeven door hetGewest, met een incidentieverslag tot 4.000 m2 en eenincidentiestudie vanaf die oppervlakte.

Het behoud van het onderscheid tussen de socio-economische en de stedenbouwkundige vergunning wasechter niet mogelijk, aangezien de Europese diensten-richtlijn een verbod oplegt op individuele economischetesten krachtens de vrijheid van inplanting van de handel,zodat de beoordelingscriteria inzake afgifte van socio-economische vergunningen enkel nog betrekking kunnenhebben op de lokalisering van de vestiging, de vrijwaringvan de omgeving, de bescherming van de consument en denaleving van de sociale en de arbeidswetgeving.

Als de gemeenschapswacht politieagent wordt …

Op 24 maart schreef de Vereniging naar de minister vanBinnenlandse Zaken betreffende een ontwerp van KB dat deovergang zou vergemakkelijken van gemeenschapswacht ofgemeenschapswacht–vaststeller naar politieagent : zijzouden vrijgesteld worden van proeven, waaronder delichamelijke, en het moraliteits- en antecedentenonderzoek,als ze een anciënniteit van drie jaar kunnen aantonen.

Of de persoon geschikt is om politieagent te worden, moetdan vastgesteld worden door de burgemeester en dekorpschef. Een zware last op de schouders van deburgemeester en de korpschef, want hoe zullen ze dat‘potentieel’ kunnen meten ?

Daarnaast lijken er ook juridische bezwaren te rijzen, zoalsde ongelijkheid bv. in de nationaliteitsvereisten :gemeenschapswachten moeten er niet aan voldoen en ledenvan het politiekorps wel. Bovendien moet elke kandidaatmomenteel een stage lopen, maar dat zou niet het geval zijnvoor gemeenschapswachten. Dat is jammer, want een stageis een uitgelezen manier om iemand on the job op te leiden.Wij hebben ook vraagtekens geplaatst bij de afschaffing vande lichamelijke proeven.

Stedenbouwkundige overtredingen : gemeenten zijnbevoegd … maar subsidiair

De vele stedenbouwkundige overtredingen brengen hetlevenskader en de architecturale kwaliteit van ons Gewest inhet gedrang. Procedures slepen soms jaren aan en kleineovertredingen worden vaak geseponeerd. Ter vergelijking:het gemengde systeem van strafrechtelijke enadministratieve sancties bij milieumisdrijven heeft zijndoeltreffendheid bewezen.

De effectiviteit van de bestraffing van stedenbouwkundigeovertredingen zou dus verbeterd moeten worden, met namedankzij een uitbreiding van het personeel en een verhogingvan het budget van de betrokken instanties, maar ook viaeen herziening van de wettelijke middelen die hen in staatstellen kleine overtredingen doeltreffend aan te pakken,geïnspireerd op het stelsel van de milieuovertredingen.

In een brief van 15 oktober aan staatssecretaris voorstedenbouw Madrane had de Vereniging gevraagd dat degemeente die de overtreding vaststelt, ook de opbrengst vande administratieve boetes zou ontvangen. Er lag toenimmers een voorontwerp van hervorming van het juridischstelsel voor de vervolging van stedenbouwkundigeovertredingen voor bij de regering, dat voornamelijk gerichtwas op de invoering van de mogelijkheid voor het Gewestom administratieve sancties op te leggen.

In die brief vroeg de Vereniging dat de overheid die de lastvan de vaststelling draagt, ook zou genieten van deopbrengst van de boetes : het opsporen en vaststellen vanovertredingen op het gemeentelijk grondgebied vergtimmers de inzet van aanzienlijke menselijke en financiëlemiddelen voor de gemeenten.

Tijdens de plenaire vergadering van 29 maart keurde hetBrussels Parlement de tekst goed. Het in commissiegoedgekeurde ontwerp stipuleerde immers dat enkel dedoor het Gewest aangestelde sanctionerende ambtenaargemachtigd was om administratieve boetes op te leggen.Twee amendementen die tijdens de plenaire zittinggoedgekeurd werden, hebben dat evenwel bijgestuurd.

Volgens de goedgekeurde tekst geldt immers het volgende:wanneer de sanctionerende ambtenaar de overtreder eenbrief stuurt waarin hij hem op de hoogte stelt van deinstelling van de procedure, stuurt hij tegelijk een kopienaar het college. Als de sanctionerende ambtenaar binnendrie maanden na het versturen van de brief zijn beslissing

Page 35: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

35N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2 35N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

DE VERENIGING IN ACTIE

om een boete op te leggen niet meegedeeld heeft aan dezegemeente, mag het college beslissen om zelf de proceduretot administratieve boete in te stellen, waarbij het collegezich in de plaats stelt van de sanctionerende ambtenaar.

De gemeenten erven dus uiteindelijk de bevoegdheid vanhet Gewest om administratieve boetes op te leggen,weliswaar subsidiair ten opzichte van het Gewest. Wat devraag betreft om de nodige middelen vrij te maken voor degemeenten om de vernieuwde regelgeving toe te passen,merken we op dat de opbrengt van de boetes gestort zalworden in een fonds waarop de gemeenten aanspraakkunnen maken, maar dit wordt geval per geval beoordeeld.De Vereniging blijft dus bij die eis.

Raad van Europa : democratie kent geen grenzen

Volledigheidshalve stippen weook aan dat het Congres vanLokale en Regionale Overhedenvan de Raad van Europa inplenaire zitting in Straatsburgop 25 maart een verklaringgoedgekeurd heeft na eenhoogdringend debat over desituatie in Oekraïne.

De verklaring werd aangebrachtdoor Marc Cools en kreeg 148 stemmen ‘voor’, 22 ‘tegen’ en8 onthoudingen. Het Congres herhaalt “dat het degeldigheid niet erkent van het referendum dat op 16 maartgeorganiseerd werd zonder de minimale democratischewaarborgen van een stembusgang. Deze pseudo-raadplegingmag op geen enkele manier de weg banen voor eenverlegging van de grens tussen Rusland en Oekraïne”. HetCongres is bereid een delegatie te zenden naar Oekraïne,met inbegrip van de Krim, om de situatie te onderzoeken.Het staat ook ter beschikking van de Oekraïenseautoriteiten om mee te werken aan de waarnemingen bij delokale verkiezingen van 25 mei. Het Bureau van hetCongres had vlak voordien nogmaals bevestigd dat ze dedialoog met Rusland willen behouden.

Zie ook ww.coe.int - http://www.coe.int>Sessions>26e sessionU vindt er de tekst van de verklaring en de video-opname vande presentatie door Marc Cools

Vormingen

De formele motivering van bestuurshandelingen

Om de strijd aan te binden tegen willekeur bij het bestuuren om de burgers te informeren over de motivering vanbestuurshandelingen, moeten de gemeenten heel wat aktenvan een motivering voorzien. Die verplichting is vastgelegdin de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijkemotivering van de bestuurs-handelingen, dieaanleiding gegeven heeft tot heel wat rechtspraakin verschillende domeinen.

Tijdens een studienamiddag georganiseerd op 24 februari door de Brusselse intergemeentelijkewerk- en informatiegroep WIG Lex, werden het

wettelijk kader en de rechtspraak met betrekking tot demotivering van bestuurshandelingen overlopen, in hetbijzonder de belastingreglementen en de steden-bouwkundige vergunningen. Onze Vereniging leverde eenbijdrage, meer bepaald omdat haar adviseur BoryanaNikolova er een overzicht bracht van de rechtspraakomtrent de motivering inzake belastingreglementen.

Organisatie van de komende verkiezingen : praktischeaspecten

De gewestelijke, federale en Europeseverkiezingen van 25 mei brachten heel watwerk met zich mee voor de gemeenten. DeFOD Binnenlandse Zaken ondersteunde zedaarbij. Daarom organiseerde de Verenigingop 10 maart een infosessie voor degemeentediensten die de verkiezingen ingoede banen moesten leiden.

De praktische kennis over de laatste wettelijkenieuwigheden en de organisatie van de stembusgangkwamen aan bod, evenals het luik elektronisch stemmen.Aan het woord kwamen specialisten van de helpdeskVerkiezingen van de FOD Binnenlandse Zaken. Deinformatie werd ook ter beschikking gesteld op de websitevan de Vereniging.

Nieuwigheden inzake huurtoelagen

Onder bepaalde voorwaarden kunnen huurders eentegemoetkoming genieten bij hun huur. Op 13 maartorganiseerde de Vereniging in samenwerking met deDirectie Huisvesting van Brussel Stedelijke Ontwikkelingeen presentatie van de nieuwe regelgeving.

Twee recent in werking getreden besluiten wijzigen devoorwaarden waaronder een tegemoetkoming in de huurtoegekend kan worden aan de huurders van gemeente-woningen. Het toepassingsgebied van de huurtoelage wordtverruimd tot woningen beheerd door het OCMW of inopenbaar beheersrecht, terwijl de herhuisvestingstoelage deVerhuis-, Installatie- en Huurtoelage (VIHT) vervangt enverruimd wordt tot de personen die de hoedanigheid vandakloze verliezen.

Tijdens deze infosessie maakten de deelnemers kennis metde nieuwigheden aangaande de verschillende soortentegemoetkomingen en ook hier werd de documentatie op dewebsite van de Vereniging ter beschikking gesteld werd.

Overheidsopdrachten van juridische diensten

De intergemeentelijke werk- en informatiegroep WIG Lexen de Vereniging wijdden op 31 maart een studienamiddagaan de overheidsopdrachten van juridische diensten met

advocaten, deurwaarders en notarissen. Deimplementering van dergelijke overheidsop-drachten in gemeenten en OCMW's is nog volopaan de gang en confronteert de personen die zemoeten opstellen met heel wat praktische vragen.

Page 36: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

36 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

DE VERENIGING IN ACTIE

Tijdens de vergadering behandelden de sprekers – zowel vande Brusselse balie als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ende gemeenten Elsene en Sint-Gillis – de theoretischeaspecten van de opdrachten van juridische diensten (in hetbijzonder die met betrekking tot advocaten), gestaafd metpraktische voorbeelden. Daarnaast werden heel wat vragenvan deelnemers beantwoord.

Toewijzing van gemeentelijke woningen : de Verenigingverleent advies aan gemeente en OCMW

Het Brussels Parlement heeft de ordonnantie goedgekeurdtot wijziging van het Brussels Wetboek voor RuimtelijkeOrdening. Dat wijzigt onder meer de regels voor detoewijzing van woningen die te huur gesteld worden dooropenbare operatoren. Op 1 juli moeten de gemeenten enOCMW’s een reglement goedgekeurd hebben dat deprocedure en de toewijzingscriteria bepaalt, op basis van eenmodelreglement dat opgesteld wordt door de Brusselseregering, waarin de criteria vastgelegd worden voor detoewijzing van woningen, de toewijzingsprocedure en demogelijkheden om bezwaar aan te tekenen. Voorts wordt erook ingegaan op de samenstelling en de werkwijze van eenonafhankelijke commissie die een advies moet uitbrengenalvorens een woning toegekend wordt.

Ondanks en omwille van het feit dat het regeringsbesluitnog steeds niet bekendgemaakt is, wou onze Vereniging deschepenen voor huisvesting en vertegenwoordigers van dediensten voor gemeente-eigendommen samenbrengen, omde krachtlijnen van de hervorming voor te stellen eninformatie uit te wisselen over de mogelijkheden waarovergemeenten en OCMW’s beschikken om het model-reglement aan te vullen, zonder te wachten tot er eenofficiële tekst uitgevaardigd wordt.

Deze werkvergadering vond plaats op 5 mei in de lokalenvan de Vereniging.

Duurzame stad

Duurzame ontwikkeling

Op 25 februari organiseerde hetForum een workshop over het'Reference Framework For Euro-pean Sustainable Cities'. Dewebtool RFSC wordt sinds 2013gratis ter beschikking gesteld vanEuropese steden en helpt bij detoepassing van de beginselen voorduurzame ontwikkeling in delokale beleidsvoering en acties.

Tijdens de workshop, die georgani-seerd werd insamenwerking met ICLEI, het wereldwijde netwerk vanduurzame steden, werd niet alleen meer informatie overdeze tool verstrekt, maar werden er ook tests meeuitgevoerd.

Het Reference Framework is te vinden op www.rfsc.eu - op hun facebook-pagina of via Twitter.

Op 3 maart was de Vereniging tegast bij radiozender La Premièrevan de RTBF, in het kader vanhet programma 'Utopia'. Deonderwerpen van dit dagelijksenamiddagprogramma houdenverband met de uitdagingen op het vlak van economie,ecologie, energie en milieu. Die dag ging het debat overafvalbeheer in grote steden.

Op 11 maart kwam de jury samen in het kader van deprojectoproep 2014 – Agenda Iris 21. In totaal werden 19 projecten geselecteerd, goed voor bijna 470.000 euro aansubsidies die aan de Brusselse gemeenten en OCMW'stoegekend worden. De jury koos onder meer voor deoprichting van een sociale schrijnwerkerij, een project rondhet gebruik van onverkochte goederen van de vroegmarktals voedselhulp georganiseerd door het Brusselse OCMW,de 'kringloopwinkel' van Sint-Pieters-Woluwe en deoprichting van een keten 'vaste planten' voor de groeneruimten van de stad Brussel.

Op 13 maart en 24 april organiseerde de Vereniging deeerste twee voorbereidings-vergaderingen met het oog op deaanwezigheid van de gemeenten enOCMW's op het Milieufeest. Dat vindtplaats op 1 juni in het Jubelpark en dezeeditie heeft als thema 'Mijn leefomgeving in2039 : hoe zien de Brusselaars hunleefomgeving over 25 jaar ?'. Dedeelnemende gemeenten en OCMW'szullen aan de stand van de lokale overhedenhun goede praktijkvoorbeelden van vandaagvoorstellen, die ze aan de hand vanarchiefdocumenten vergelijken met desituatie in de jaren ‘80.

Op 17 maart vond de officiële uitreiking van het labelEcodynamische Onderneming plaats. Van de 65 laureatendit jaar kreeg de Vereniging twee sterren als erkenning vangoed milieubeheer. Het label erkent de vooruitgang van eenbedrijf, voornamelijk op het gebied van energieverbruik,

Page 37: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

37N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

DE VERENIGING IN ACTIE

afvalpreventie, beheer van de verplaatsingen en milieu-bewustzijn onder het personeel.

Op 25 maart vond in de gebouwen van de Vereniging eenworkshop plaats over de Transition Towns. Rob Hopkins isde oprichter van deze beweging, die onderzoek verricht naarde veerkracht, met andere woorden het vermogen van eeninstelling, groep of structuur om zich aan te passen aan eenveranderende omgeving. In de voormiddag vond eenbijeenkomst plaats met ambtenaren en lokale projectleiders,om toelichting te geven bij het concept en de concreteuitvoering ervan en om eventuele samenwerking op testarten.

Op 6 mei werd de Vereniging gevraagd om de Brusselseervaring in het begeleiden van de lokale agenda's te schetsenop het Congres van de ABECE, de Belgische verenigingvoor milieuadviseurs, waarop een honderdtal Waalseambtenaren en mandatarissen aanwezig waren. PhilippeMertens, adviseur bij de Vereniging, heeft deze taak metverve volbracht door in de voormiddag zelf een lezing tegeven en in de namiddag in een panel te zetelen.

Op 14 mei ten slotte organiseerde het Forum samen met deStichting voor Toekomstige Generaties een workshop overhet beheer van projecten rond duurzame ontwikkeling. Eentwintigtal vertegenwoordigers van gemeenten en OCMW'skregen de kans om de tools die in het eerste deel voorgesteldwerden, concreet toe te passen op enkele Brusselseprojecten.

Mobiliteit

Op 27 februari organiseerde deMobiliteitscel samen met Taxistopeen informatievergadering overMinderMobielenCentrales. Eenvijftiental gemeenten woonden de

presentatie bij van deze dienst, die de verplaatsingen vanminder mobielen tracht vlotter te doen verlopen via eencentraal reserveringssysteem dat iedere gemeente organiseertmet de logistieke steun van Taxistop.

In februari en maart organiseerde MobielBrussel, met de bijstand van deMobiliteitscel, van half maart tot halfapril, een regionale verkeersveiligheids-campagne rond snelheid. De cel nam op12 maart deel aan de persconferentie voorde lancering van de campagne.

Op 30 april organiseerde de Verenigingin het kader van de voorbereiding op devolgende autoloze dag (21 september)

een samenkomst voor de werkgroepen 'doorgangsbewijzen'en 'politie', die de werkwijzen van de Brusselse politiezonesen gemeenten zo veel mogelijk op elkaar moetenafstemmen.

Gemeentelijke internationale samenwerking

Van 4 tot 9 maart ging de directeur van de Verenigingsamen met de gemeente Sint-Joost-ten-Node naarMarokko, om er deel te nemen aaneen platform voor Zuid/Zuid-uitwisselingen tussen Marokkaansegemeenten die meewerken aan hetprogramma voor GemeentelijkeInternationale Samenwerking. Hijhad er een ontmoeting met deMarokkaanse partnergemeenten,de provinciegouverneur en deregionale wali. Verder bracht hij een bezoek aan derealisaties van de gemeente Sint-Joost-ten-Node en haarpartnergemeente, en tevens gastgemeente van deontmoeting, Ain Beni Mathar.

Sinds enkele maanden helptde Vereniging de gemeenteSint-Gillis bij de voorberei-dingen op een nieuwesamenwerking met de stadLikasi in de provincieKatanga. Tijdens een plaat-selijke missie onder leidingvan de gemeente Sint-Gillis,van 14 tot 22 april, werddeze nieuwe samenwerkingboven de doopvont gehou-den. Deze actie brengt hetaantal samenwerkingsverbanden tussen een Brusselse en eenCongolese gemeente op 7 !

Op 4 april had de Vereniging in het ministerie vanBuitenlandse Zaken een gesprek met het bestuur van deDirectie-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking overhet voorgestelde samenwerkingsprogramma voor 2014-2016. Hoewel alle onderdelen van het programma aanvaardwerden, moest de Vereniging toch wat extra uitlegverstrekken nadat het dossier bestudeerd werd door hetbestuur en een externe expert. Het definitieve antwoord ende ondertekening van een koninklijk besluit voor de periode2014-2016 worden de komende weken verwacht, nu hetdossier gevalideerd is. Als het programma definitiefgoedgekeurd wordt, zal de nieuwe fase in juli 2014 van startgaan.

Op 14 april had de Vereniging de eer om de burgemeestervan de stad Goma in de Democratische Republiek Congo temogen ontvangen. De burgemeester werkt al enkele jarensamen met de gemeente Sint-Pieters-Woluwe mee aan hetGIS-programma en wenste een gesprek met de Vereniging,om een stand van zaken van dit dossier op te maken en hetverdere verloop tot juni 2014 te plannen : er werd dus eenplanning van de activiteiten gemaakt.

Page 38: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

38 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Van 16 tot 23 april heeft de Vereniging de gemeente TerHulpen in het kader van het GIS-programma, en meerbepaald haar leidersrol voor het onderdeel Marokko,geholpen met het opstarten van samenwerking met deplattelandsgemeente Gourrama in de provincie Tafilalet.Deze missie kadert in de samenwerking van de Verenigingmet onze Waalse zustervereniging voor het beheer van hetsamenwerkingsprogramma. Naast ontmoetingen met delokale overheden bracht de delegatie een bezoek aanverschillende verenigingen die zich inzetten voor deMarokkaanse thematiek in het kader van het programma,namelijk sociale actie. Aan het einde van de missie hebbenTer Hulpen en Gourrama een samenwerkingsprotocolondertekend en een volledig actieplan goedgekeurd voor2014-2016.

Afdeling OCMW

Algemene Vergadering van de Afdeling : de staats-hervorming als kern van het debat

Op 27 maart vond de Algemene Vergadering van deAfdeling OCMW plaats. Het ideale moment om in eersteinstantie verslag uit te brengen over de acties van 2013. Uitde debatten met de aanwezigen bleek bovendien dat hetactieonderzoek dat met de faculteiten Saint-Louisvoortgezet werd, de rode draad van de actie van de Afdelingmoet blijven.

Maar de vergadering richtte ook de spots op deregionalisering van de tewerkstelling.

De zesde staatshervorming zal gevolgen hebben vooriedereen. Maar die overdracht van bevoegdheden gaat nietgepaard met de vereiste middelen. Dat is de prijs die wemoeten betalen. Vanuit budgettair oogpunt zijn devoornaamste materies die naar de Gewesten overgeheveldworden, de financiering van de rusthuizen, de tewerkstellingen de kinderbijslag. Deze drie materies nemen 75 % van definanciën voor hun rekening, goed voor om en bij de 20 miljard euro.

Dat plaatst het Brussels Gewest voor twee uitdagingen. Teneerste : continuïteit, want de rusthuizen en rust- enverzorgingstehuizen, werkgevers, werknemers en gezinnenmoeten krijgen waar ze recht op hebben. Ten tweede : deuitwerking van een Brussels model, een moeilijke opgaveaangezien de gewestadministratie nog in 'opbouw' is en hetGewest institutioneel complex is.

Wat de tewerkstelling betreft, zijn de OCMW's werkgeversmaar ook actoren op de arbeidsmarkt via hun acties op hetvlak van socioprofessionele inschakeling.

De regionalisering van de tewerkstelling houdt onder meerde controle van de beschikbaarheid van de werklozen en dedienstencheques in, maar vooral de kortingen opwerkgeversbijdragen voor de doelgroepen en de activeringvan werkzoekenden, waarvan de knelpunten toegelichtwerden door Sarah Scaillet, directeur-generaal bij de RSZ envoorzitster van het beheercomité van de sociale maribeloverheidssector, en Bernard D’Hoore, directeur van hetdepartement tewerkstelling en sociale economie van hetOCMW van de stad Brussel.

Na deze federale en lokale kijk op de zaken werd aan deaanwezigen de vraag voorgelegd van de plaats van deOCMW's in de regionalisering, met de precisering dat eronderhandelingen aan de gang zijn met vertegenwoordigersvan de OCMW's, die het gewestelijk memorandum van deOCMW's als ondersteuning gebruiken bij hun overleg.

Gewestelijk memorandum : belangrijke uitdagingenvoor de Brusselaars

De belangrijkste eisen van de 19 Brusselse OCMW's methet oog op de gewestelijke verkiezingen van 2014 werden ineen memorandum gegoten, dat op 20 februari bekrachtigdwerd door het Directiecomité. Met de opstelling van debeleidsprogramma's in het vooruitzicht vestigen de 19 Brusselse OCMW's de aandacht van de partijen opmeerdere dossiers die al evenveel cruciale uitdagingen vooralle Brusselaars vormen.

In het memorandum komt eerst en vooral de instelling'OCMW' met haar autonomie en specifieke kenmerken aanbod, waarbij gepleit werd voor een correcte vertegen-woordiging, permanent overleg tussen OCMW en Gewesten een diepgaandere dialoog met de gemeente, zonder definancieringskwestie te vergeten. Vervolgens gaat het dieperin op specifieke beleidsaspecten : diensten voor bejaarden engezinnen, huisvesting, daklozen en extreme uitsluiting,

DE VERENIGING IN ACTIE

© L

uc D

eviè

re

Page 39: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

39N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

DE VERENIGING IN ACTIE

schuldbemiddeling, energie en werkgelegenheid. Tot slotwordt via het memorandum aan de gewestelijke overhedengevraagd om de Afdeling te blijven steunen.

Dit document werd opgesteld in overleg met de Conferentievan OCMW-voorzitters en -secretarissen van het BrusselsGewest.

Het gewestelijk memorandum ligt in het verlengde van eenfederaal memorandum, een gezamenlijk werk van deFederaties van Waalse, Vlaamse en Brusselse OCMW's, datin november al goedgekeurd werd tijdens federaal overleg.Dit federale memorandum met als titel 'Een menswaardigbestaan voor iedereen' bundelt alle verwachtingen van deOCMW's ten aanzien van de politieke partijen van ons landin het kader van de regionale, federale en Europeseverkiezingen op 25 mei.

De verhoging van het leefloon als kern van de actie vande Afdeling

Op politiek vlak ondernam de Afdeling verschillende acties.Eerst en vooral waren er de twee vrij technische brieven van28 maart. De eerste was gericht aan Staatssecretaris MaggieDe Block en steunt de voorstellen van Fedasil om deovergang van materiële hulp naar financiële hulp voorasielzoekers te reorganiseren via lokale opvanginitiatieven.De tweede was voor de Kamer van Volksvertegenwoordigersen vraagt om te vermijden dat DAVO voorschotten oponderhoudsgeld kan invorderen die verdergaan dan hetbedrag van het leefloon, om te voorkomen dat het OCMWmoet tussenkomen. De eerste brief leverde voorlopig geenresultaten op, terwijl het tweede project helaas al in een tevergevorderd stadium zit om nog wijzigingen aan tebrengen.

Maar uit de afgelopen periode onthouden we vooral dat erop 24 april een motie aangenomen werd met de vraag omde leefloonbedragen op te trekken.

Het Directiecomité heeft een motie van het OCMW vanGent unaniem goedgekeurd, dat opkwam tegen het feit dat

de huidige bedragen van het leefloon of gelijkwaardige steunhelemaal niet afgestemd zijn op de dagelijkse realiteit vanhet OCMW-publiek om op een waardige manier aan hetmaatschappelijke leven te kunnen deelnemen.

De tekst van de motie was gebaseerd op de resultaten van deKatholieke Hogeschool Kempen, auteur van de studie "Watheeft een gezin minimaal nodig?" (Acco, 2009), diebevestigt wat maatschappelijke assistenten en directieledenvan de OCMW's op dagelijkse basis rapporteren. Zoals veleandere OCMW's heeft het Gentse OCMW een systeemvoor aanvullende ondersteuning ontwikkeld, een 'nood-zakelijk kwaad' omdat de leefloonbedragen te laag zijn omde basiskosten te kunnen dekken.

Tijdens een studiedag van het Centrum voor budgetadviesen -onderzoek op 14 februari in Brussel werd gewezen op denadelen van dit systeem, waarbij het grootste nadeel hetgebrek aan eenvormigheid is. Doordat de aanvullende steunuitsluitend ten laste van de gemeenten valt, hangt hetbedrag af van hun financiële draagkracht en verschilt hetdus sterk van gemeente tot gemeente. Bovendien worden degemeenten met een groter aantal arme inwoners met nóghogere lasten geconfronteerd. Aangezien het gaat om eenbudget voor basiskosten, de sleutel om te kunnendeelnemen aan het maatschappelijke leven, mag dezesolidariteit niet afhangen van de financiële draagkracht vande gemeente en zou het veel beter zijn als die op federaalniveau geregeld zou worden.

Deze motie werd ook goedgekeurd door het Directiecomitévan de Federatie van Waalse OCMW's en de voorzitter vanhet Gentse OCMW, die tevens voorzitter van de Federatievan Vlaamse OCMW's is. Het feit dat deze motieaangenomen werd, betekent dus dat de OCMW's van hetland op één lijn zitten.

Het Directiecomité van de Afdeling OCMW juichte, samenmet de zusterfederaties, ook het initiatief van de federaleregering toe om bepaalde terugbetalingspercentages van hetleefloon met 5 % te verhogen. Samen hebben de Federatiesop 9 mei een brief geschreven aan de eerste minister, waarinzij hun tevredenheid met de verhoging met 5 % vanbepaalde terugbetalingspercentages van het leefloon uitten,maar ook nogmaals wezen op hun andere eisen.

Marc Thoulen

De voorzitters van de drie Federaties van OCMW’s steldenhun gemeenschappelijk federaal memorandum voor : MichelColson (Brussel), Claude Emonts (Wallonië) en Rudy Coddens(Vlaanderen).

Page 40: De eisen van de Belgische steden en gemeentenalle gemeenten en hun partners te doen. Dit memorandum bundelt de voornaamste verbeteringen die de Vereniging vraagt door te voeren aan

40 N i e u w s b r i e f 2 0 1 4 / 0 2

Directie : Marc Thoulen

Coördinatie : Philippe Delvaux

Redactie : Marc Cools, Eric Jassin, Céline Lecocq, Camille Lépinay, Marc Thoulen

Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest

Secretariaat : Chantal Matthys

Abonnementen :Patricia De Kinne : 02 238 51 49 - [email protected]

Publiciteit : Agentschap Publiest - 02 550 38 04 - [email protected]

Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier

Cette revue existe aussi en français.Si vous souhaitez recevoir le Trait d'Union,

contactez notre secrétariat : [email protected]

Sinds 2002 is Nieuwsbrief-Brussel integraal beschikbaar op www.vsgb.be

Gepubliceerd met de steun van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest, Belfius en Ethias

Vereniging van de Stad en de Gemeentenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Aarlenstraat 53 bus 4-1040 Brussel Tel 02 238 51 40 - Fax 02 280 60 90

[email protected]

Redactie : [email protected]

Nieuwsbrief

Nr 2014-02april/ mei 2014

De vzw Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB)

werft aan :

HOOFD VAN DE AFDELING OCMW (m/v)

Taak :

Het hoofd van de Afdeling OCMW coördineert de activiteiten omtrent studie,

vertegenwoordiging en informatie ten behoeve van de 19 Brusselse OCMW’s.

Deze functie houdt het volgende in :

• een team leiden en het budget beheren

• de Brusselse OCMW’s vertegenwoordigen en hun belangen behartigen

• advies en bijstand verlenen aan de OCMW’s

• de informatieverstrekking aan OCMW’s in goede banen leiden

Profiel :

• algemene kennis van de regelgeving voor de OCMW’s en hun diensten

• ervaring met personeelsbeheer

• een strategisch plan en een begroting kunnen opstellen en beheren

• standpunten diplomatisch en overtuigend kunnen verdedigen

• politieke feeling en zin voor onderhandelen

• kennis van het Nederlands en het Frans

• universitair of gelijkwaardig diploma

Wij bieden :

• een gevarieerde en boeiende functie, met een voltijds contract voor

onbepaalde duur

• een stimulerende werkomgeving

• een motiverend loon

Geïnteresseerd ?

Zend uw CV met motivatiebrief vóór 20 juni 2014 naar :

Michel COLSON, Voorzitter van de Afdeling OCMW van de VSGB

Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel

Fax 02 238 51 58

E-mail [email protected]

Info : www.avcb-vsgb.be

De geselecteerde kandidaten worden persoonlijk verwittigd.