DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich...

222
DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND DOOR Mr. M. W. F. TREUB HAARLEM H. D . T J E E N K WILLINK & ZOON AMSTERDAM 3CHELTEMA & HQLKEMA'S BOEKHANDEL

Transcript of DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich...

Page 1: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

D E E C O N O M I S C H E T O E K O M S T V A N

N E D E R L A N D D O O R Mr. M. W. F. T R E U B

H A A R L E M H . D. T J E E N K W I L L I N K

& Z O O N

A M S T E R D A M 3 C H E L T E M A & H Q L K E M A ' S

B O E K H A N D E L

Page 2: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,
Page 3: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,
Page 4: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,
Page 5: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN

NEDERLAND.

Page 6: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,
Page 7: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE ECONOMISCHE

TOEKOMST VAN NEDERLAND

DOOR

Mr. M. W. F. TREUB

I e-10e DUIZEND

HAARLEM

AMSTERDAM

H. D. TJEENK WILI,INK

SCHELTEMA & HQLKEMA'S

& ZOON

BOEKHANDEL

1917

Page 8: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,
Page 9: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

INHOUD.

Blz.

I. Inleiding . I

II. De kosten van den oorlog .. 8

III. Vaagheid omtrent de dekking der krijgskosten . 20

IV. Het economisch verlies der neutralen . 27

V. Belgie en Nederland . 38

VI. Warenprijzen na den oorlog. 42

VII. Voorbereidingen van krijgvoerenden voor den

economischen strijd . . . 52

VIII. Hun hervormingsplannen ten aanzien van nijver-

heid en landbouw . 82

IX. Kapitaal en arbeid na den oorlog .. 97

X. De Nederlandsche landbouw na den oorlog . 132

XI. De toekomst van nijverheid en handel hier to

lande . . . 152

XII. De vooruitzichten van den geldhandel . . i 8o

XIII. Moederland en kolonien . • 197

Page 10: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,
Page 11: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

Een woord vooraf

Dit boek dankt zijn ontstaan aan een reeks artikelen over deeconomische toekomst van Nederland, welke ik van Novembertot Februari jl. in het weekblad „Haagsche Post" schreef.In de eerste paragrafen werden eenige dier artikelen op onder-geschikte punten omgewerkt. Daarmede begon ik reeds voordat hetlaatste artikel van de reeks was verschenen.

De eerste vellen waren al in het midden van Februarigedrukt en deden als proefvellen dienst bij de aanbieding ervan aan den boekhandel. Toen hiermede met mijne toestem-ming door de uitgevers wend begonnen, kon ik niet vermoedenreeds zoo spoedig weer tot de Regeering te worden geroepen.Toch geschiedde dit, met het gevolg, dat ik vooreerst geen tijdmeer aan dit werk besteden kon. 1k drong er bij de uitgeversop aan, van mijn contract te worden ontslagen. Het bleek mijechter, dat zij daarmede in groote ongelegenheid zouden komentegenover den boekhandel, die reeds een aantal exemplarenhad gekocht.

1k moest toen wel „faire bonne mine a mauvais jeu" en hetboek voltooien. Daarbij deed zich echter de moeilijkheid voor,dat inmiddels zulke gewichtige en nieuwe.gezichtspunten openendegebeurtenissen hadden plaats gevonden, dat de omwerking dernog in portefeuille zijnde artikelen veel ingrfpender zijn moest.Bij vergelijking der eerste drie vellen met de volgende zal mendan ook gemakkelijk kunnen nagaan, dat zij reeds in de eerstemaanden van het jaar werden bewerkt en dat ,er slechts bier

Page 12: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VIII

en daar, door tusschenvoeging van een enkelen volzin, nog eenigs-zins rekening kon worden gehouden met latere gebeurtenissen.

Ik behoef wel nauwelijks to zeggen, dat ik in mijne tegen-woordige positie aan dit boek niet zou zijn begonnen. Bij debeoordeeling zal men wel in het oog willen houden, dat hetde vrucht is van verloren uren.

Den Haag, 7uni 1917. TR.

Page 13: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I. INLEIDING.

„Profeten rechts, Profeten links,

Der Weltkrieg in der Mitte."

Wie zich verstout in den tegenwoordigen tijd overeconomische toestanden te schrijven, heeft groote voor-zichtigheid in acht te nemen. Zelfs bij profetieen overwaarschijnlijkheden, die hij in zeer nabije toekomst ziet,loopt hij gevaar door den feitelijken loop der gebeur-tenissen te worden gelogenstraft. Altijd door, ook inrustige tijden, hebben er veranderingen in de maat-schappij plaats. Voor haar, zoo goed als voor de enkeleindividuen en voor al wat er leeft in dit ondermaanschegeldt, dat „bestaan is anders worden". Doch in gewonetijden gaat dat „anders worden" langzaam en geleide-lijk in zijn werk langs lijnen, die men, bij behoorlijke be-studeering, ook voor de naaste toekomst met vrij grootenauwkeurigheid en vrij groote zekerheid kan vervolgen.Het maakt dan den indruk als had de maatschappij hettempo en den aard harer bewegingen afgezien van dedeftige afgemetenheid des rechtgeaarden Hollanders vanden ouden stempel. Thans echter is van deftige afge-metenheid in de maatschappelijke bewegingen niets tebespeuren ; wat er om ons heen gebeurt, doet veeleer

I

Page 14: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

2 INLEIDING.

denken aan de gedragingen van een wispelturigen los-bol, van wien men zich voortdurend afvraagt, welkedwaasheid hij morgen zal uitvoeren.

Aan dwaasheden is er op het tooneel van hetwereldgebeuren tegenwoordig waarlijk geen gebrek. Enhelaas zijn de losbandigheden, waaraan Europa zichovergeeft, zelfs niet eens te vergelijken met die vanden jeugdigen losbol, die bezig is zijn wilde haren uitte strooien, en die. als hij uitgeraasd zal hebben, mis-schien een beter man en een flinker staatsburger zalworden dan de brave Hendrik, die den indruk maaktvan met een gekleede jas en een hoogen hoed te zijn ge-boren. De buitensporigheden van het oude Europa doenveeleer denken aan de uitspattingen van den grijsaard,die in een vlaag van overmoed zich te buiten gaat,als ware hij een opgeschoten jongen en die, nu hijeenmaal is begonnen, niet meer de kracht heeft omop te houden, al moet hij zichzelven bekennen, dat hij,bezig is aan langzamen zelfmoord.

Bij natuurvolken en zelfs ook bij jonge volken, diehet stadium van het natuurvolk reeds lang achter den rughebben, is het zich onderling bekrijgen een deel van hetdagelijksch leven. Bij zulke volken is het de in de.orde der dingen liggende wijze, waarop de strijd omhet bestaan gestreden en de maatschappelijke selectie'uitgeoefend wordt. Bij hoogere beschaving wordt destrijd niet minder, maar anders ; men tracht dan elkan-der niet meer uit te moorden, doch door onderlingemededinging niet alleen op het gebied van handel ennijverheid, maar ook op dat van kunst en wetenschap voor

Page 15: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

INLEIDING. 3

zichzelf en zijn yolk een voorrang te scheppen, en min-der scherpzinnige handelaars, minder goed toegerusteindustrieelen, minder hoogstaande kunstenaars, mindertalentvolle beoefenaars der wetenschap op zij de teschuiven. Deze laatste strijd, de strijd des vredes, zalgestreden worden zoolang er een menschelijke samen-leving zal zijn ; slechts de vormen daarvan zullen ver-anderen ; in het wezen der zaak zal de onderlingewedijver blijven, totdat — om met den Britschen ge-leerde Huxley te spreken — er een vriendelijke planeettegen onze aarde zal aanbotsen en aan het geheelemenschelijke drama voor goed een einde zal maken.

Strijd staalt. Dat geldt ook voor den kamp metde wapenen, waarbij het op het leven van den tegen-stander is gemunt. Maar voor dien vorm van strijdgeldt het slechts in bepaalde en wel in zeer jongetijdperken van menschelijke ontwikkeling. Op hoo-ger maatschappelijk peil wordt de waarde van denmensch naar anderen maatstaf gemeten dan naar dekracht van zijn arm, de zwaarte van de strijdbijl, diehij hanteeren kan. Wel kunnen er in het leven vande beschaafde volken zoowel als in het leven van be-schaafde volwassen personen nu en dan momentenvoorkomen, waarin zij herinnerd worden aan hun kinds-.heid en in omstandigheden komen te verkeeren, waar-onder physieke kracht meer van pas is dan geestelijkoverwicht ; maar zulke momenten zijn hooge uitzonde-ringen op den geregelden gang der gedragingen vanhet beschaafde yolk of den beschaafden mensch. Wienhet vechten z66 in het bloed zit, dat hij in den dage-

Page 16: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

4

INLEIDING.

lijkschen omgang een vechtersbaas wordt, geeft daar-mede te gelijk zijn aanspraken op beschaving prijs.

Of er ooit een tijdperk in de menschelijke geschie-denis komen zal, waarin oorlogen voor goed tot hetverlecten zullen behooren, waag ik niet te voorspellen.Zeker echter is het, dat bij den tegenwoordigen ont-wikkelingstrap der verschillende samenlevingen op ver-wezenlijking van dat ideaal in afzienbaren tijd niet valtte rekenen. Evenals de meest vreedzame mensch, wan-neer hij bedreigd wordt door minder vredelievenden danhij, wel eens genoodzaakt wordt het vuistrecht in toe-passing te brengen, zoo worden ook vreedzame volkerenwel eens tot den oorlog gebracht, omdat de omstandig-heden z(56 dreigend werden, dat zij sterker invloed

kregen dan hun vredelievend willen.Is de oorlog eenmaal uitgebroken, dan doet hij den

oorlogvoerende op de helling der menschelijke ontwik-keling naar omlaag glijden. Alleen hoever dat afglijdengaan zal, is onzeker ; dat proces zelf is onvermijde-lijk, ortidat een oorlog niet denkbaar is zonder ver-heerlijking van lichamelijke kracht, zonder overwin-ningen, welke, hoe ook voorbereid door den geest desveldheers en des • oorlogstechnicus, ten slotte bevochtenworden door ruw geweld. Een kreupele of een tering-lijder kan in - wetenschap of kunst uitblinken ; in denoorlog is hij een - nonvaleur. De oorlog doet het lagerehooger, het hoogere lager waardeeren. Daar is geenontkomen aan. Hoe scherper de krijg wordt, des testerker zal die wijziging in den waardeeringsmaatstaf totuiting komen ; hoe meer hij om zich been grijpt, des te

Page 17: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

INLEIDING. 5

bedenkelijker die verandering in haar gevolgen wordenzal. Mocht het eindresultaat wezen, dat de oorlogs-waardeering geruimen tijd zou blijven doorwerken, danzou dit een schade beteekenen voor den menschelijkenvooruitgang, van welker ernst men zich nauwlijks eenvoorstelling maken kan. Hoe langer de oorlog duurt,des te grooter wordt dit gevaar.

Europa is niet alleen bezig te verbloeden ; het looptook gevaar geestelijk te verworden. Het een is nietminder erg dan het ander. In de oorlogvoerende landenzelf zijn er wel, die dit inzien, maar de regeeringen dierlanden zien het niet in of zijn niet bij machte het teverhinderen, en zooals de krijg verloopt, is het gevaarmaar al te groot, dat de inkeer eerst komen zal, wanneerhet kwaad reeds diep zal hebben ingevreten. Hoe langerhet zal duren eer het zwaard in de scheede zal wordengestoken, hoe waarschijnlijker het ook worden zal, datEuropa de leiding in de verdere ontwikkelingsgeschiedenisder menschheid aan anderewerelddeelenzal moeten afstaan.

Zelfs de hoogst verblijdende versterking van den yolks-invloed, welke in Europeesche landen met verouderdestaatsinstellingen met onweerstaanbare kracht tot uitingkomt, zal deze machtsverschuiving tusschen de wereld-deelen onderling wel niet meer kunnen voorkomen.

Op financieel-economisch gebied verplaatst zich deconjunctuur reeds zienderoogen ten gunste van Amerika;daarnevens komt de onderlinge verdelging der Euro-peesche grootmachten aan het gele ras, onder de leidingvan Japan, ten goede. Waarheen deze verschuivingenin de volgende decennien voeren zullen, behoort tot de

Page 18: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

6 INLEIDING.

dingen waaromtrent men voorzichtig doet zijne voor-spelling-en voor zich te houden. De beweging en derichting welke zij neemt, kan men waarnemen ; maarniet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoegzal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zichzelf toe te brengen, om v66r het te laat is, den ver-loren invloed te herwinnen. Geheel zal dit zeker nietgelukken ; hoever het nog mogelijk zijn zal, zal de toe-komst moeten leeren. Daaromtrent valt vooreerst nietste zeggen. Maar wel zullen alle landen, de neutralezoowel als de oorlogvoerende, bij hun economische toe-komstpolitiek met een in rijkdom, macht en invloedaanzienlijk gestegen Amerika en Japan moeten rekenen.

Daarbij komt, dat als de strijd met de wapenen zalzijn uitgestreden, de krijg naar economisch gebied zalworden overgebracht. Hierbij zal de onderlinge econo-mische afhankelijkheid, het in meerdere of mindere mateop elkander aangewezen zijn, ook van de thans oorlog-voerenden ten aanzien van hunne vijanden, wel dwingentot het in acht nemen van zekere gematigdheid. Ookhier zal de wal het schip wel keeren. Maar dit neemtniet weg, dat na den krijg met de wapenen, tarieven-oorlogen tusschen de gewezen vijanden zijn te wachten,die wel niet zulk een bedenkelijken terugslag zullenhebben op de mentaliteit der volkeren van Europa, alsten aanzien van den zich voortsleependen oorlog meteen enkel woord werd aangewezen ; maar die toch nietjoist zullen zijn aan te merken als stappen vooruit opden weg naar het ideaal van een in vreedzamen wedijver2ich geleidelijk ontwikkelende menschenmaatschappij.

Page 19: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

INLEIDING. 7

Naast de aanwakkering der vaderlandsliefde en deversterking der democratie, twee goede zijden van denoorlog, staat de wederopleving van het in zich zelf ge-keerd nationalisme, welke een der vele schaduwzijdenvan den krijg is. Het internationale verkeer zal na denoorlog blijken geducht te hebben geleden niet alleen doorhet torpedeeren van schepen, het opblazen van bruggen,het verwoesten van spoorwegen, maar meer nog door dengeest van verbittering, welken de oorlog tusschen de tweegroote groepen der volkeren van Europa heeft gewekt.Zeer waarschijnlijk zullen de gezonken schepen zijn ver-vangen, de spoorwegen zijn hersteld, de bruggen zijnwederopgebouwd, Lang voordat bij de oorlogvoerendende geest van wederkeerige verbittering zal hebbenplaats gemaakt voor een geest van wederzijdsche waar-deering, voor een opnieuw teruggekeerd en krachtigzich uitend besef van onderlinge afhankelijkheid enonmisbaarheid en voor een daaruit voortspruitende be-reidwilligheid tot onderlinge samenwerking.

Ziedaar in hoofdtrekken de conjunctuur der naastetoekomst. Amerika en Japan versterkt, Europa verzwakt,en ook na den oorlog die verzwakking nog verergerendedoor wederkeerige verdeeldheid, wederkeerigen naijver,wederkeerige verbittering en een wederkeerig strevenelkander te benadeelen zelfs ten koste van eigen huid.

Voor de neutraal gebleven landen van Europa zijndie hoofdtrekken niet juist bemoedigend en toch wijzenzij op een taak, welke juist de neutralen bij het herstelvan Europa's beteekenis in het wereldverkeer zullenkunnen en moeten vervullen.

Page 20: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

II. DE KOSTEN VAN DEN OORLOG.

Aan het slot der „Inleiding" schreef ik dat de hoofd-trekken van den economischen toestand, welke na denoorlog naar alle waarschijnlijkheid in Europa zal heerschen,niet juist bemoedigend zijn. Voor zoover ik daarmededoelde op de geestelijke verwijdering, die de oorlog tus-schen de twee machtige groepen van Europeesche volke-ren heeft gekweekt, behoef ik daaraan niets toe te voegen.Daarentegen schijnt het mij niet overbodig, op deeconomische verzwakking welke de oorlog heeft teweeg-gebracht en welke eerst na het sluiten van den vredein het voile licht zal komen, wat dieper in te gaan.

Op grond van verschillende meer of minder betrouw-bare statistieken, welke over de oorlogskosten der ver-schillende krijgvoerende landen nu en dan zijn opge-maakt, kan men het bedrag daarvan, uitgedrukt inNederlandsche guldens, thans stellen op 200 a 220

milliard. Of dit bedrag een 1 o of 20 tal milliard telaag of te hoog is gesteld, doet niet ter zake. Aan eenboom zoo vol geladen, telt men vijf, zes pruimpjes niet.Echter houde men in het oog, dat dit cijfer alleen op dedirecte oorlogskosten betrekking heeft. Daarin is nietbegrepen hetgeen verwoest is en weder zal moetenworden hersteld, noch hetgeen de strijdende grootmach-ten met hunne kleinere bondgenooten aan menschelijke

Page 21: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE KOSTEN VAN DEN OORLOG. 9

productiekracht zullen hebben verloren, niet slechts doorhet verbijsterende aantal in de lente of in de krachtvan hun leven gesneuvelden, maar ook door het physiekongeschikt geworden zijn van een aantal zwaar-gewondenalsmede door de productieve minderwaardigheid, waarinvelen na den krijg zullen verkeeren, voor wier lichaamof geest de verschrikkingen van den oorlog te zwaarwaren, ook al bleven zij voor kogel, granaat of bajonetvan den vijand gespaard.

Alle pogingen om die verliezen aan productiekrachtonder cijfers te brengen, spotten met de werkelijkheid.Zij zijn niet bij benadering te berekenen, omdat, albrengt het verlies van elken man wel een ongeveergelijk verdriet in den kleinen kring van zijn familie envrienden, elk yolk zijn verliezen niet alleen zal moetentellen, maar ook wegen. Zoo goed als in den oorlogheeft men ook in de werken des vredes kader noodig,niet alleen in den zin van industrieele en commercieeleleiders, maar bestaande ook uit beoefenaars der zuiverewetenschap en uit technisch-wetenschappelijk gevormdehulpkrachten.

Dass sich das grosste Werk vollende,

Genugt ein Geist fur tausend

Wie zal zeggen, hoeveel geestkracht, m. a. w. hoe-veel toekomstige leiders, toekomstige geleerden, toe-komstige wetenschappelijke helpers, toekomstige organi-satoren, toekomstige kunstenaars door den krijg zijnten onder gegaan ? En wie zal zich vermeten, dat ver-lies onder cijfers te brengen ? Aileen dit staat wel vast,dat dit voor alle volken die in den reusachtigen krijg zijn

Page 22: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

T 0 DE KOSTEN VAN DEN OORLOG.

betrokken, met uitzondering van Japan en van de Ameri-kaansche en Aziatische landen die zich enkele maandengeleden tegen Duitschland keerden, geweldig is en dathet, indien het onder cijfers ware te brengen, het be-drag der materieele schade, Welke de krijg heeft gebrachten nog steeds brengt, reusachtig zou verhoogen.

En toch is het cijfer van f 200 milliard directe oorlogs-kosten, zonder bijberekening der indirecte materieeleschade, reeds zóó overweldigend, dat het juist door zijnreusachtigheid niets meer zegt. Om er de beteekeniseenigszins van te benaderen, moet men vergelijkingenmaken. Ook dan blijft het nog moeilijk, zich er een voor-stelling van te maken, maar het komt dan toch watmeer binnen de grenzen van ons bevattingsvermogen.

Volgens de uitkomsten van de vermogensbelastingover het dienstjaar 19'4—'15 was het geheele nationalevermogen hier te lande f 7,7 milliard. Deze uitkomstis intusschen veel te laag. De vermogentjes van benedenf 13.000 zijn er niet bij in rekening gebracht; het onbe-bouwd onroerend goed is daarbij gemiddeld tot niet meerdan ruim de helft, het bebouwd onroerend goed tot nietmeer dan 8o pct. zijner waarde aangenomen ; de vermo-gens van naamlooze vennootschappen, vereenigingen enstichtingen alsmede van den Staat, van provincien, wa-terschappen en gemeenten zijn er bij verwaarloosd. Ditkomt ten aanzien van de vermogens van vennootschap-pen en vereenigingen weer te recht in de aanslagender aandeelhouders of vereenigingsleden, voor zooverzij bier te lande wonen, maar overigens ontsnappen devermogens zoowel van de privaat- als van de publiek-

Page 23: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE KOSTEN VAN DEN OORLOG. II

rechtelijke rechtspersonen aan de statistiek van hetvolksvermogen, welke uit de uitkomsten der vermogens-belasting is op te maken. En eindelijk behelzen deaangiften der belastingplichtigen, zelfs na correctie doorde belastingambtenaren, niet juist de heilige waarheid.Daar ontbreekt helaas heel wat aan, gelijk vooral bijde heffing der verdedigingsbelastingen, waarbij amnestiewerd verleend voor onjuiste aangiften voor de vermo-gensbelasting in vroegere belastingjaren, maar al te dui-delijk is gebleken. De vermogensbelasting is dan ook nietgeschikt om als uitgangspunt te dienen voor een schat-ting van het nationale vermogen in Nederland. Langsanderen weg kan men te dien aanzien tot een resultaatkomen, dat, hoewel het eveneens onzekere elementenbevat, toch aan de werkelijkheid veel meer nabij komt.

In verband met de voorgenomen herziening dergrondbelasting werd in 1915 een onderzoek ingesteldnaar de verhouding tusschen de prijzen, die voor allein de jaren 1911, 1912 en J913 verkochte gebouwdeen ongebouwde eigendommen werden besteed en debelastbare opbrengst van die onroerende goederen.Aangezien de totale belastbare opbrengst der gebouwdeen ongebouwde eigendommen, welke in de grondbe-lasting vallen, bekend is, kan men, die verhouding ken-nende, tot een vertrouwbare schatting van de verkoop-waarde van alle in Nederland zich bevindende gebouwdeen ongebouwde eigendommen komen, voor zoover dezeeigendommen in de grondbelasting zijn aangeslagen. Zoo-als in de Memorie van Toelkhting bij het ontwerp vanwet tot herziening der grondbelasting wordt medegedeeld,kwam men op die wijze er toe, dat de verkoopwaarde

Page 24: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I2 DE KOSTEN VAN DEN OORLOG.

van het gebouwd en ongebouwd onroerend goed bierte lande is te stellen op ruim f 7 milliard.

Volgens de statistiek van de successiebelasting is deverhouding van het roerend tot het onroerend goed inhet actief der nalatenschappen te stellen op 2 : I. Naardeze verhouding zou dus het roerend vermogen bier telande kunnen geraamd worden op f 14 milliard. Vanhet roerend en onroerend vermogen te zamen is, naardeze vrij betrouwbare methode rekenende, de verkoop-waarde dus te stellen op ruim f 21 milliard. Echtermoet daarvan het passief der vermogens worden afge-trokken. Volgens de gegevens van het successierecht zijnde schulden der boedels gemiddeld te stellen op ongeveerI /8e van het actief. Voor alle vermogens te samen moet,hiervan uitgaande, voor schulden worden afgetrokkenruim f 2.5 milliard ; er blijft dan als bedrag van het natio-naal vermogen per saldo ongeveer f 18.5 milliard over.

Daarbij bleef echter een belangrijk deel van datvermogen buiten rekening. Geen grondbelasting wordtnamelijk geheven over : de eigendommen van den Staat,provincien, gemeenten, polders en waterschappen, voor-zoover die uitsluitend voor den publieken dienst bestemdzijn ; kerken en pastorieen; begraafplaatsen ; hoogere,middelbare en lagere scholen, bewaarscholen, kweek-scholen en seminarian; gebouwen, bestemd voor armen-verzorging, van kerkelijke of burgerlijke armeninstel-lingen ; gebouwen, uitsluitend dienende ten algemeenennutte. Bedenkt) men dat onder deze vrijstellingen o. m.vallen zoo goed als alle onze openbare wegen, vaarten,kanalen en havens, en dat verschillende der genoemdelichamen en instellingen ook een meer of minder aan-

Page 25: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE KOSTEN VAN DEN OORLOG. 13

zienlijk roerend vermogen hebben, dat bij de zooevengemaakte berekening eveneens buiten aanmerking bleef,dan is men wel aan den voorzichtigen kant door dewaarde van een en ander, na aftrek der schulden vande openbare lichamen, to stellen op een bedrag vanf 1.5 milliard. Dit aannemende, komt men voor het natio-naal vermogen van Nederland tot een schatting vanzuiver f 20 milliard.

Ons geheele nationale vermogen staat derhalve onge-veer gelijk met twee jaar rente der oorlogsleeningen vande belligerenten berekend tegen 5 pCt., aangenomen datde oorlogskosten geheel uit leeningsgeld werden betaald,hetgeen, als men Engeland uitzondert, vrijwel met de wer-kelijkheid strookt. En zelfs in Engeland kon slechts eenklein deel der oorlogskosten uit belastingen worden gedekt.

Een andere vergelijking, die eenige voorstelling vanbet directe materieele oorlogsverlies mogelijk maakt, zijhiei-aan nog toegevoegd. Volgens een schatting uit het jaar1909 bedroeg het geheele nationale vermogen van hetDuitsche rijk 376 a 397 milliard Mark. Rekent mendit bedrag om in Nederlandsch geld, de Mark stellendeop 6o centen, dan geeft die schatting van het Duitschenationale vermogen een cijfer van f 225 a f 240 mil-liard, dus ongeveer evenveel als de directe oorlogskostender verschillende krijgvoerenden weldra zullen bedragen.

HELFFERICH, de tegenwoordige minister van Financienin Pruisen, kwam in 1913 tot een lagere schatting vanhet volksvermogen in het Duitsche Rijk. Hij stelde hetop 33o milliard Mark of, in Nederlandsch geld, de Markweer stellende op 6o centen, ongeveer f 200 milliard.

Page 26: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

1 4

DE KOSTEN VAN DEN OORLOG.

Voor het doel, waarvoor ik die schattingen hier behoef,ga ik liever uit van de hoogste van de twee. Bij eenevergelijking van het totaal der rechtstreeksche oorlogs-kosten van alle belligerenten te zamen van het beginvan den oorlog af, met het totale volksvermogen inDuitschland, ontloop ik daardoor het gevaar, dieoorlogskosten vergelijkenderwijze te hoog aan te slaan.Het bedrag daarvan is al z66 overweldigend groot, datmen het waarlijk niet behoeft te overdrijven.

Voorzichtigheidshalve voeg ik hieraan nog toe, datde hier voor het volksvermogen in Nederland en inDuitschland gegeven cijfers voor onderlinge vergelij-king geheel ongeschikt zijn. Het zijn slechts ruweschattingen, welke naar geheel verschillende methodenwerden opgemaakt ; zij leeren ons dus niets hoege-naamd omtrent de gemiddelde welvaart per hoofd derbevolking in Nederland en in Duitschland v66r denoorlog. Voor ons doel, een aithans eenigszins grijpbaarbeeld te krijgen van de totale directe oorlogskosten derkrijgvoerenden, te zamen genomen, zijn zij intusschenvoldoende bruikbaar.

Brengt men nu daarnaast ook het niet onder cijferste brengen verlies aan menschenlevens en aan arbeids-kracht door geestelijke of lichamelijke onbruikbaarwor-ding of verzwakking, zoo goed en zoo kwaad als hetgaat, in rekening, dan komt men tot de slotsom dat dekrijg Europa ongeveer evenveel heeft verzwakt, alsofeen vloedgolf het geheele Duitsche Rijk met ten minstede helft zijner bevolking had verzwolgen. Immers hetkomt bij de berekening van het economische verliesniet alleen aan op kwantiteit en kwaliteit der gesneu-

Page 27: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE KOSTEN VAN DEN OORLOG. 15

velden en der voor de productie onbruikbaar of minder-waardig gewordenen ; men moet er daarbij ook mederekenen, dat die alien of kostwinners waren of hetbinnen weinige jaren zouden worden.

Welke der oorlogvoerende partijen het grootste deelvan den last van dat verlies drag-en zal en welk yolkbij elk dier partijen daaronder het meest gebukt zalgaan, is moeilijk te zeggen, en voor zoover men daar-omtrent iets in het midden zou kunnen brengen, onthoudik mij daarvan, om zelfs den schijn van vooringenomen-heid te vermijden. Bovendien zal het van den uitslagvan den krijg afhangen of een der partijen aan deandere het betalen van vergoedingen voor door haargeleden verliezen zal kunnen opleggen. Op dit oogen-blik is uit dien hoofde nog niet te zeggen, welk deelvan de gezamenlijke krijgsverliezen op elk der belli-gerenten ten slotte drukken zal.

Volgens Duitsche schrijvers komt thans ongeveer 1/3der gezamenlijke directe oorlogskosten voor de centralemogendheden en ongeveer 213 voor de geallieerden.Fransche en Engelsche schrijvers zetten de rekeningeenigszins anders op en komen tot een voor hunnevijanden ongunstiger verhouding.

Waar de indirecte kosten van niet minder beteekeniszijn dan de directe en het niet bij benadering is tebepalen, welk yolk in de toekomst zal blijken daaronderhet meest te hebben geleden (met uitzondering vanBelgie en Servie, die wel het sterkst geteisterd zijn)behoeven neutralen zich weinig warm te maken overzulke onwillekeurig en onvermijdelijk gekleurde verhou-

Page 28: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

1 6 DE KOSTEN VAN DEN OORLOG.

dingscijfers, welke van belligerenten afkomstig zijn. Vaststaat, dat de economische verzwakking van alle oorlog-voerenden, zij het dan ook van den een wat meer ofwat minder dan van den ander, al wat de geschiede-nis der menschheid tot nog toe te zien gaf, ver achterzich laat.

Men zal mij misschien te gemoet voeren, dat ik nu tochal te pessimistisch zie. De „man in the street" of „ Jan"— om met de beursbezoekers te spreken — heeft ereen heel anderen kijk op.

Er wordt ook in den oorlog geproduceerd evengoedals in vredestijd, zij het ook grootendeels munitie enverdere oorlogstoerusting in plaats van machinerieen enandere kapitaalgoederen ; en de mannen die nu in denoorlog zijn, moesten ook gevoed worden, toen zij infabrieken en werkplaatsen, op het land of in mijnenwerkten. De oorlog doet het geld wel wat anders rollendan in vredestijd, maar hij brengt het toch ook onderde menschen. Vooral Duitschland, dat zijn oorlogs-leeningen onder zijn eigen landslieden plaatst en zijneigen munitie en kanonnen voortbrengt, zal — zooredeneert „ Jan" — na den oorlog nauwlijks armerzijn, alleen zal de verdeeling der vermogens daar blij-ken heel anders te zijn geworden.

Weinigen zijn er, die deze of dergelijke beweringenniet hebben gehoord, en talrijk zijn degenen, die zulkebeschouwingen in de societeit of aan den huiselijken haardals de hoogste economische wijsheid ten beste geven.

Onlangs vond ik een even populaire als afdoende weer-legging van deze zoo algemeene vergissing in een En-gelsch geschrift over de economische gevolgen van den

Page 29: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE KOSTEN VAN DEN OORLOG. 17

oorlog, en ik kan niet beter doen dan die weerleggingbier te doen volgen.

„Tot nog toe, zoo zal „the man in the street" uzeggen, heeft de oorlog ons (Engeland) meer dan 2 milliardpond sterling gekost. Bij het vermelden van die somzal hij waarschijnlijk denken aan zakken „sovereigns",aan een drukpers die met koortsachtige haast bank-biljetten voortbrengt en aan de verschillende wijzen vanhet maken van gemunt geld of credietpapier, waarmedehij vertrouwd is. Maar het zou hem waarschijnlijk vreemdin de ooren klinken, dat de hoeveelheid „sovereigns"in het land waarschijnlijk grooter is dan vO6r den oorlogen dat het in omloop zijnde geld over het algemeenenorm is vermeerderd gedurende de afgeloopen 24maanden ; want het is niet het geld, dat verbruikt is.Dezelfde „man in the street", inzonderheid als hij woontin een munitiedistrict, zal waarnemen dat een overvloedvan geld in circulatie is ; dat het yolk er welgedaanuitziet en leeft zooals het te voren zelden of nooit kondoen, en hij zal wellicht tot de conclusie komen, dat deoorlog per slot van rekening nog zoo slecht niet is ; hijbrengt ten minste welvaart.

„Wat is de waarheid ? Als wij zeggen dat de oorlog2 milliard pond sterling heeft gekost, bedoelen wij datwij dat bedrag hebben verbruikt aan goederen en dien-sten ; dat wij kapitaal en arbeid hebben geleid in nieuweproductiekanalen, maar dat deze kanalen, anders dandie, welke zijn verbonden met een goed plan van irrigatie

hetwelk de wildernis kan doen bloeien als . de roos —zijn leeggeloopen in de woestijn en dat de beddingen

2

Page 30: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

i8 DE KOSTEN VAN DEN OORLOG.

nu droog en waardeloos zijn. Om het duidelijk uit tedrukken : de oorlogvoerende mogendheden hebben, som-mige geheel, andere voor een grooter of kleiner deelhun aandacht overgebracht van waardegevende productie— de voortbrenging van rijkdom, welker gebruik ofruil nieuwen rijkdom zal brengen — naar de productievan instrumenten van verdelging. Wanneer deze instru-menten worden gebruikt, verteren zij niet alleen zichzelve en laten zij, practisch gesproken, niets over, maarzij volbrengen een werk van vernietiging, dat het ver-lies van andere voorraden van rijkdom of van mogelijk-heden van voortbrenging daarvan met zich brengt.Bovendien is het verbruik van de oorlogsinstrumentenen van munitie niet het eenige noch het grootste mate-rieele verlies der combattanten. De mannen welke diewapenen bedienen, moeten worden geoefend en over-gebracht naar het slagveld, gevoed gedurende het tijd-perk van hun dienst, verpleegd als zij ziek of gewondzijn, gekleed en op een of andere manier gehuisvest. Aldeze operaties kosten een hoeveelheid voedsel, kleedingen andere goederen van verschillende soort, en er blijfttegenover die uitgaaf absoluut niets tastbaars over.

„Om ons eigen (Engelands) geval te nemen, 5 millioenman, die geoefend zijn voor de nijverheid, die helpenom handel en nijverheid van het land in gang te houden,zouden ongeveer evenveel voedsel, kleeding en anderegoederen verbruiken als de mannen in het veld en opde oorlogsvloot ; maar tegenover dat verbruik staat eenmeer dan correspondeerende productie van nuttige zaken,machines, schepen, spoorwegen, enz., die op hun beurtweer helpen bij het werk der ontwikkeling van de,

Page 31: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE KOSTEN VAN DEN OORLOG. 19

natuurlijke welvaartsbronnen der wereld of bij het recht-streeksch voortbrengen van nieuwe voorraden. De toestandis daarom z66, dat wij gedurende twee jaar bezig zijnonze welvaart in te teren en dat wij tot het beloopdaarvan armer zijn geworden en gebrek hebben aanallerlei goederen en diensten, welke wij gewoon warenals noodzakelijke levensbehoeften te beschouwen ; eengebrek dat blijven zal tot wij, door nieuwe krachtsinspan-ning en door terugkeer tot handel en nijverheid, invredestijd maatregelen zullen hebben genomen, om dienuttige dingen, welke zullen zijn verteerd, weder tevervanuen " 1\

4,,, - )

Het is daarbij onverschillig of de staat, die zulk eenimproductieve en verdelgende oorlogsvertering doet, zijnkrijgsmateriaal door eigen ingezetenen doet vervaardi-gen en het geld, dat ter voortzetting van den oorlogonmisbaar is, van eigen landgenooten leent, dan wel ofhij dat oorlogsmateriaal en dat geld ten ' deele ook uithet buitenland betrekt.

J ) Labour, Finance and the War, London, 1916, pag. 1-2.

Page 32: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

III. VAAGHEID OMTRENT DE DEKKINGDER KRIJGSKOSTEN.

Het is begrijpelijk genoeg, dat men zich in de oorlog--voerende landen reeds sedert maanden bezig houdt metde vraag, hoe het er na het sluiten van den vrede opeconomisch gebied zal uitzien en welke wegen men zalmoeten bewandelen, om de verzwakking niet tot uit-putting te laten verergeren, haar integendeel zoo spoedigmogelijk te boven te komen en daarmede een tijdperkvan nieuwe volkswelvaart in te leiden. De lijnen waar-langs de krijgvoerende grootmachten, na het sluiten vanden vrede, zullen trachten haar economische politiek tevoeren, teekenen zich allengs duidelijker af. Slechts opeen gewichtig onderdeel blijft men zich nog in nevelenhuIlen ; namelijk ten aanzien der regeling van de rijks-financien.

Laat ons hierbij eerst een oogenblik stilstaan, omdoor deze kwestie later niet telkens te worden afgeleid.Het kan Been verwondering wekken, dat men bij allebelligerente partijen vooralsnog schroomt zich omtrentdit punt anders dan in zeer vage termen uit te laten.

In de eerste plaats hoopt men van beide kanten nog,dat het einde van den strijd zoodanig zijn zal, dat meneen deel van het geleden verlies in den vorm eenerop te leggen oorlogsschatting op den tegenstander zal

Page 33: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VAAGHEID OMTRENT DE DEKKING DER KRIJGSKOSTEN. 2I

kunnen afwentelen. Echter heeft de loop der zaken ookte dezen aanzien verandering gebracht in de voorstellingwelke men in de eerste oorlogsmaanden daarvan had.Van Duitsche zijde wordt nog slechts bij hooge uitzonde-ring de voorstelling gewekt, dat de vijanden de kostenvan den oorlog, zullen moeten betalen. Wanneer thans vanden kant der geallieerden nu en dan een uiting in dientoon wordt gehoord, dan komt deze hierop neer, dat eenoverwinning op de centrale mogendheden in staat zal stel-len, dezen op te leggen niet een schatting in eens, maareen jaarlijksche vergoeding, waardoor die mogendheden,inzonderheid Duitschland, gedurende een zeker aantaljaren schatplichtig zouden blijven. Over het algemeen zalmen in de neutrale landen wel van oordeel zijn, datnaar alle waarschijnlijkheid ieder der krijgvoerenden zijnoorlogskosten in hoofdzaak zelf zal hebben op te brengen.Eenige landen en landstreken, die bijzonder werden ge-teisterd, zullen wel op de eene of andere wijze eenschadeloosstelling moeten ontvangen voor hetgeen ervernietigd en verwoest werd, maar noch omtrent denaard, noch omtrent het bedrag dier schadeloosstellingenvormt men zich reeds eenigszins concrete denkbeelden,en beide partijen vleien zich nog met de hoop, dat dieschadeloosstellingen door de tegenpartij zullen wordengedragen.

De staatsuitgaven der belligerenten zijn reeds totzulk een hoogte gestegen, dat de rente der geslotenoorlogsleeningen — afgezien nog van de aflossingen,welke toch ook niet verwaarloosd zullen kunnen wor-den -- bij verschillenden hunner al een grooter bedrag

Page 34: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

2 2 VAAGHEID OMTRENT DE DEKKING DER KRIJGSKOSTEN.

vertegenwoordigt dan het totaal der staatsuitgaven v66rden oorlog. En dan bedenke men, welke sommen boven-dien aan weduwen- en weezenpensioenen en aan invalidi-teitsrenten zullen zijn te betalen ten behoeve van deachtergeblevenen van hen, die in den dienst des vader-lands sneuvelden, en van het groote aantal dier anderen,die er wel het leven afbrachten, maar die voor hunverder bestaan een meer of minder ernstig letsel over-hielden, dat hun geheel of ten deele verhindert, voortaanhet brood voor henzelven en hun gezin te verdienen.Ook als men zich er tracht in te denken, welke sommendaarmede zullen zijn gemoeid, komt men weer tot be-dragen om van te duizelen.

Hoe men in de verschillende oorlogvoerende landenhet zal aanleggen om dien last dragelijk te maken,laten de regeeringen nog in het midden en ook wijbehoeven ons daarin niet te verdiepen. Welke uitwegdaarvoor ook zal worden gekozen, steeds zal men daarbijstuiten op groote, zoo niet onoverkomelijke moeilijk-heden. Misschien zal men zijn toevlucht nemen tot het invorige eeuwen zoo gangbare middel der muntverzwak-king, d. w. z. tot vermindering van het gehalte aan edelmetaal van de standaard-munt, dus tot vermindering vanhet goudgehalte der 20 mark- of 20 frankstukken of derponden sterling. Misschien ook zal men het voorbeeldnavolgen, dat Napoleon in het begin der 19 de eeuw tenaanzien der schulden van het vroegere Koninkrijk Hollandgaf, en de rente der oorlogsleeningen tot de helft of eenderde van haar bedrag terugbrengen. Maar hoe menzich ook uit de moeilijkheid zal trachten te redden,steeds zal men wonden slaan, die algemeen diep zullen

Page 35: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VAAGHEID OMTRENT DE DEKKING DER KRIJGSKOSTEN. 23

kwetsen en die voor een niet gering aantal der eigeningezetenen financieel doodend zullen zijn.

Wie zich maar halverwege indenkt in de ingewikkeld-heid van het moderne economische leven en van de onder-linge afhankelijkheid der ondernemingen, welke daar aandeelhebben, zal spoedig tot de conclusie komen, dat zulkepaardemiddelen een financieel bankroet niet zoudenkunnen voorkomen. Zij zouden slechts teekenen zijn datzulk een bankroet aanwezig was, met alle schadelijkegevolgen van dien ; gevolgen die niet zouden wordenverminderd, al werd bij de toepassing van zulke maat-regelen nog zoo roerend op het klavier der vaderlands-liefde getokkeld. Waar het zakenleven zijn eischen stelt,„hOrt die Gemiithlichkeit auf."

Te dezen aanzien staat slechts dit vast, dat deingezetenen der oorlogvoerende landen, hoe de regee-ringen daarvan zich ook zullen trachten te redden, tenminste twee a driemaal zooveel aan de schatkist zullenhebben op te brengen, als zij v66r den oorlog deden.

Dit zal een aanmerkelijke verandering brengen in deverdeeling van het volksinkomen, in deze richting, dateen veel grooter aandeel daarvan dan voorheen hetgeval was aan de schatkist, aan de gemeenschap, zaltoevallen en dat reeds daardoor alleen de economischeverhouding van den staat tot zijn burgers zich tengunste der gemeenschappelijke „Wirthschaft" op kostender individueele huishoudingen zal wijzigen. Ditzelfdegeldt ook voor de neutrale staten, welke door den oor-logstoestand tot abnormaal hooge staatsuitgaven werdengebracht ; maar het geldt voor de zwaarst getroffenen der

Page 36: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

24 VAAGHEID OMTRENT DE DEKKING DER KRIJGSKOSTEN.

neutralen, en daartoe behoort in dit opzicht zeker onseigen vaderland, toch in verhouding tot de belligerentenin veel geringere mate. En in dit ondermaansche is nueenmaal alles relatief.

Men kan er zeker van zijn, dat men overal welgedwongen zal wezen die sterk verhoogde staatsuit-gaven niet alleen uit directe belastingen te dekken,welke rechtstreeks zoo goed mogelijk naar draag-kracht treffen, maar dat ook zakelijke belastingenals grondbelasting, effectenbelasting, en belasting dernaamlooze vennootschappen, en niet minder de indirectebelastingen, met name accijnzen, beursbelasting, enz.,daartoe het hare zullen moeten bijdragen.

Men zal zich door de omstandigheden ook wel ge-dwongen zien, om te zinnen op het overbrengen inhanden van de overheid van bedrijven, welke voorstaatsexploitatie geschikt kunnen worden geacht enwaarvan te verwachten is, dat zij door de winsten, diezij afwerpen, de schatkist zullen kunnen stijven.

Voor zoover het middel der accijnsverhooging intoepassing zal worden gebracht, ook ten aanzien vanwerkelijke levensbehoeften, — en het ziet er naar uit,dat ook dadraan in de oorlogvoerende landen geen ont-komen zijn zal, — dan zal dit de tendens der prijsver-hooging van de levensmiddelen nog versterken en voorde individueele gezinnen dus werken als een nog verdergaande vermindering der koopkracht van het geld-inkomen.

Zeker zal men in alle landen in de eerste plaats deoorlogswinsttrekkers trachten te treffen ; dat geschiedt

Page 37: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VAAGHEID OMTRENT DE DEKKING DER KRIJGSKOSTEN. 25

reeds vrijwel overal en men zal wel gedwongen zijntegenover hen steeds minder egards te hebben. Trouwensniemand zal de billijkheid ontkennen juist dat deel derbevolking in de eerste plaats in de financieele gevol-gen van den oorlog te doen dragen, . . . . mits de fiscusin staat is hen op niet al te ongelijkmatig werkendewijze er toe te dwingen, den Keizer te geven wat desKeizers is.

In dit opzicht nu heeft Duitschland door het plaatsenzijner leeningen in het eigen land en het betrekkenzijner oorlogsbehoeften van zijn eigen industrieelen on-tegenzeggelijk een voorsprong. Het kan de hand leggenop een evenredig deel van (ale oorlogswinsten, welkedoor de plaatsing dier leeningen en vooral door delevering van dat oorlogstuig werden gemaakt. Voorzoover daartegenover de geallieerden in Europa door hetbetrekken van oorlogstoerusting uit het buitenland aanAmerika of Japan oorlogswinsten toewerpen, ontglippendie winsten bij hen als belastingobject aan de vingersvan den thans tot steeds dieper greep gedwongen fiscus.

Toch overdrijve men het verschil zelfs in dit opzichtniet. Voor zoover de bedoelde landen hun van eldersbetrokken kanonnen en munitie door uitvoer van goederenbetalen en met de productie of het .vervoer dier ruil-goederen door hun eigen ingezetenen oorlogswinstenworden behaald, treden deze winsten als belastingobjectin de plaats der directe voordeelen, welke anders metde vervaardiging van oorlogsmateriaal worden gemaakt.Dit vermindert eenigszins het verschil tusschen Duitsch-land en zijn bondgenooten aan den eenen kant en degeallieerden anderzijds, maar opheffen doet het dit ver-

Page 38: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

26 VAAGH1ID OMTRENT DE DEKKING DER KRIJGSKOSTEN.

schil toch niet. Te dezen aanzien hebben de centralemogendheden ontegenzeggelijk een streep voor, ook alis die niet zoo breed als zij veelal wordt voorgesteld.Zij danken dat privilege aan den natuurlijken rijkdomvan hun bodem aan steenkool en mineralen, zoowel alsaan de groote ontwikkeling hunner metaalindustrie enhunner chemische nijverheid. In beide opzichten stekenzij den geallieerden de loef af.

Maar ik zou onwillekeurig komen tot het maken vanvergelijkingen tusschen de financieele positie der ver-schillende belligerente partijen na den oorlog, en daar-van wil ik mij juist onthouden. Welke dier partijenblijken zal financieel het zwaarst te zijn getroffen, zal detoekomst ons moeten leeren. Slechts zooveel staat vast,dat alien het zwaar te verantwoorden zullen hebben,dat overal een grooter deel van het volksinkomen aanden staat, de gemeenschap, zal toevallen en dat ditallerwegen de prijsverhoogingstendenz, waarop ik nogterugkom, zal versterken.

Page 39: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

IV. HET ECONOMISCH VERLIES DERNEUTRALEN.

In de vorige paragrafen heb ik mij tot taak gesteldeen beeld te geven van de vermindering in productie-kracht, welke de oorlog in de verschillende krijgvoe-rende landen heeft teweeg gebracht ; een verminderingwelke uit den aard der zaak grooter afmetingen aan-neemt naar gelang de strijd langer duurt. Ook inde neutrale landen van Europa brengt de krijg datgevolg teweeg, zij het ook in veel geringere verhou-dingen. Ook bij hen is het verkeer door den oorlogs-toestand zeer belemmerd en wordt door de mobilisatievan leger en vloot een veel aanzienlijker deel der be-volking aan den arbeid in dienst der productie ont-trokken, dan in vredestijd het geval is. Geen land inEuropa is er, waar dientengevolge handel en nijverheidin het nuttig effect, dat zij voor de volkshuishoudingafwerpen, niet belangrijk zijn gekortwiekt.

Daar staat wel tegenover, dat zoowel in de oorlogvoe-rende zelf als in de neutrale staten zekere groepen derbevolking oorlogswinsten maken, maar, gezien van hetstandpunt der wereldhuishouding, wordt hierdoor hetverlies aan productief vermogen, dat de oorlog, met nogzooveel meer, op zijn debetzijde heeft te boeken, zelfsniet in het minst goedgemaakt. De oorlogswinsten zijn

Page 40: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

2 8 HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN.

positief en tastbaar voor de ondernemingen, welke haartrekken ; zij brengen daardoor een verandering in deverdeeling van den volksrijkdom teweeg. Ook kunnenzij de verandering in de relatieve sterkte van de ver-schillende volkeren der aarde, — welke als gevolg vande reusachtige worsteling om ons heen, ook zonder hetelement der oorlogswinsten, toch reeds zoo bij uitstekgroot is, — nog meer of minder sterk accentueeren.Als sprekend voorbeeld hiervan wijs ik weer op deVereenigde Staten en op Japan. Ook Nederland magen moet in dit verband worden genoemd, zoowel als deScandinavische rijken. Maar voor de neutrale landen vanEuropa is het zelfs geen vraag meer, of, het yolk alsgeheel genomen, het oorlogsverlies de oorlogswinst nietovertreft.

.Men staat hier weer voor een probleem, dat niet ondercijfers is to brengen. Met de. oorlogswinsten zelf zou dit,aangenomen dat men ze alle benaderen kon, natuurlijkwel het geval zijn. Dit gelds ook voor het verlies doorbepaalde ondernemingen als gevolg van den oorloggeleden. Dit laatste blijkt uit balansen en winst- enverliesrekeningen, althans voor zoover het ondernemin-gen betreft, welke behoorlijk boekhouden, evenzeer als bijandere de oorlogswinst. Maar wie zal uitmaken hoeveelhet verlies is, dat de geheele bevolking, als samenvattingvan het totaal der inlandsche verbruikers, lijdt door deverhoogingen der prijzen van alle verbruiks- en genot-middelen, of, anders uitgedrukt, door de verminderingvan de koopkracht van het geld ? Men staat hier vooreen vraagstuk dat slechts onderstellenderwijs in cijferseenigszins verduidelijkt kan worden. Wanneer ik hier-

Page 41: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN. 29

omtrent toch enkele cijfers geef, waarschuw ik er reedsaanstonds met klem tegen, daaraan groote waarde tehechien. Ik zou er mij dan ook geheel van onthouden,ware het niet, dat zij er toe kunnen bijdragen den aardvan het probleem eenigszins te verduidelijken.

De bevolking van ons land is tegenwoordig tennaaste bij 6,5 millioen ; aannemende dat elk gezin ge-middeld uit ruim vier personen bestaat, komt men toteen aantal gezinnen van omstreeks 1,5 millioen. Hetgezinsinkomen, arm en rijk dooreen genomen, stellendeop f I 200 per jaar, zou dit een totaal jaarlijks inkomengeven van ten naastenbij f 2 milliard. Men is nu welniet zoo heel ver van de waarheid als men de prijs-verhooging der verschillende verbruiksartikelen, welkein de laatste maanden in angstwekkende mate toeneemt,door elkander genomen, op 6o a 8o pCt. stelt. Zelfs alsmen er rekening mede houdt, dat een deel van hetvolksinkomen niet wordt verteerd, maar gekapitaliseerd,zou dit neerkomen op een algerneen verlies in den vormvan mindere verbruiks- en gebruiksartikelen, welke uithet inkomen kunnen worden betaald, dat op een waardevan ten minste een half milliard per jaar is te stellen.Voor het eerste oorlogsjaar is dit bedrag zeker te hooggegrepen, voor het tweede zal het aan de werkelijkheidniet meer zooveel ontloopen en thans ziet het er uit, datde jaarlijksche schade, welke hier te lande door de be-volking in den vorm van prijsstijging van alle warenwordt geleden, in het derde oorlogsjaar het zoo evengenoemde cijfer nog belangrijk zal overtreffen.

Sedert eenige maanden toch heeft men bovendien ook

Page 42: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

30 HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN.

hier niet slechts te rekenen met eene even sterke alsabnormale prijsstijging, maar komt er bovendien gebrekaan verschillende levensbehoeften. Brood moest reedssedert het begin van het jaar gerantsoeneerd worden enverschillende andere verbruiksartikelen moesten volgen ;aan aardappelen is er in een aantal plaatsen gebrek,en boonen en erwten of andere volksvoedingsartikelenzijn niet in voldoende mate aanwezig, om de uit dieschaarschte allengs verder om zich been grijpende onder-voeding voldoende te kunnen tegengaan.

Daarbij komt dat de natuur zich tot taak schijntte hebben gesteld, de door de dwaasheid der volke-ren ontketende ellende nog te verscherpen. De strengekoude heeft de kolenschaarschte dezen winter toteen ramp doen worden, waaronder wet in de eersteplaats de mindergegoeden en daardoor tevens minder-weerstandskrachtigen hebben geleden, doch waaraan ineen aantal plaatsen ook de welgestelden slechts tenhalve of minder dan ten halve zijn ontkomen.

Wanneer men, dit een en ander in het oog houdende,de rekening opmaakt : aan de eene zijde stellende debedrijfswinsten welke de 0. W.ers op kosten van hetbuitenland maakten, — aan den anderen kant bij elkanderoptellende (voor zoover het finder cijfers is te brengen)i° de verliezen door de ingezetenen als verbruikers ten-gevolge van prijsstijging-en geleden en de nooden, waar-aan zij als gevolg der schaarschte aan levensmiddelen enbrandstoffen blootstonden en nog staan; 2° de bedrijfs-verliezen en winstdervingen der ondernemingen, die doorden oorlog meer of minder ernstig in het ongereede

Page 43: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN. 31

geraakten, en 3° hetgeen de staat tengevolge van denoorlogstoestand aan improductieve uitgaven voor legeren vloot heeft te besteden, — dan is het niet twijfel-achtig, dat men tot een belangrijk nadeelig saldo voorhet yolk in zijn geheel zal komen.

Ik vergeet hierbij niet, dat de geldloonen over hetalgemeerie verhoogd werden, in sommige takken van,bedrijf zelfs zeer sterk verhoogd, en dat zoowel parti-culiere ondernemingen als de staat en de lagere publiek-rechtelijke lichamen aan hunne ambtenaren en beambtenduurtetoeslagen gaven. Dit heeft er wel toe bijge-dragen, voor de verschillende individueele huishoudingenden last der prijsstijgingen in meerdere of mindere matete verlichten en in sommige gevallen zelfs geheel weg-te nemen, maar voor de volkshuishouding en bloc ge-

nomen, verandert dit de rekening niet.Wat particuliere ondernemingen op die wijze aan hun

personeel uitkeerden, verminderde hun winst, indien zijwinst maakten, of verhoogde hun verlies, voor zooverdoor den oorlogstoestand hun bedrijf reeds kwijnde.En wat het Rijk en zijn onderdeelen aan duurtetoesla-gen uitgeven, moet in den vorm van belastingen vande ingezetenen worden teruggenomen. Ditzelfde geldtook voor de inmenging van het Rijk in de volkshuis-houding in den vorm van distributie van levensmiddelentegen verminderde prijzen. Daardoor lenigen staat engemeenten wel op meer of minder gelukkige wijze enmet meer of minder succes den door prijsstijging enlevensmiddelenschaarschte te voorschijn getreden nood,maar de millioenen die voor de levensmiddelendistributie

Page 44: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

3 2 HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN.

uit 's Rijks schatkist en voor een klein deel ook uit degemeentelijke geldmiddelen worden besteed, zullen deingezetenen onvermijdelijk in de bedragen hunner belas-tingaanslagen terugvinden.

Dit een en ander heeft dus wel verplaatsing enbetere verdeeling van den last der prijsstijgingen tengevolge ; verminderen kan het dien last uit den aardder zaak voor de volkshuishouding, in haar geheelgenomen, niet.

En dan werd bij onze rekening niet eens gelet op dewerkloosheid. In de eerste oorlogsmaanden liet deze zichhoogst dreigend aanzien. Wel is waar keerde zij in degroote meerderheid der bedrijven spoedig tot normaleverhoudingen terug en sloeg zij zelfs op verschillendeplaatsen in een aantal bedrijfstakken in arbeiders-schaarschte om. Maar in den loop van dit voorjaar stakzij tengevolge van de toenemende moeilijkheid voor eenaantal fabrieken om zich de noodige grond- en hulp-stoffen te verschaffen, alsmede wegens de noodzakelijk-heid om hun bedrijf in te krimpen, waarin de kolen-schaarschte vele ondernemers bracht, het hoofd weer op.

Ook al heeft zich onder den drang der behoeftenvan den oorlogstijd het instituut der werkloosheids-verzekering sterk ontwikkeld en al dragen KoninklijkNationaal Steuncomite en plaatselijke steuncomites ervooral in de groote steden voortdurend en sedert eenigentijd weer in toenemende mate toe bij om den mooddoor werkloosheid zoo goed mogelijk te lenigen, tochbrengt de oorlogswerkloosheid, welke bij de eindeloozevoortzetting van den oorlog allengs dreigender wordt, inbreede kringen der bevolking onberekenbare armoede en

Page 45: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTR..4LEN. 33

ellende met zich. Ook dit komt op de debetzijde derzooeven opgestelde rekening.

Hoe gebrekkig die rekening ook moge zijn en hoeweinig vast verschillende der gegevens, waaruit zij isop te maken, ook moge wezen, het resultaat • dat zijoplevert, is niet twijfelachtig. Zoowel hier te lande alselders sluit zij met een bedroevend verliescijfer.

Aileen het bedrag en de relatieve beteekenis van datverliescijfer zal in de verschillende neutrale staten vanEuropa verschillen, maar verlies is ov er al inEuropa het eindresultaat van de oorlogs-balans, ook in de neutrale landen. Alleenoverzeesche landen, zooals de Vereenigde Staten enJapan, sluiten die balans met een batig saldo, ook alzijn zij onder de oorlogvoerenden te rekenen, — gelijkmet Japan van het begin of en met de VereenigdeStaten sedert korten tijd het geval is.

Vooral tegenover de averechtsche voorstelling, Welkein verschillende krijgvoerende landen is gewekt, als zoumen zich in de neutrale landen van Europa en speciaalin Nederland aan den oorlog hebben vetgemest, scheenhet mij hoog noodig toe, de zaken op dit punt rechtte zetten.

Oorlogswinsten zijn hier ongetwijfeld gemaakt, maarde oorlogsverlieien zijn belangrijk veel hooger. GeheelEuropa zucht onder den oorlog, neutralen zoowel alsbelligerenten, hoewel de verwoestingen bij de laatstenonweersprekelijk veel ernstiger zijn. Europa verbloedtniet alleen wegens het enorme verlies aan menschen-

3

Page 46: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

34

HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN.

levens en aan menschelijke gezondheid, maar ook wegenshetgeen aan economische zoowel als aan ethische waardeelken dag opnieuw wordt ingeboet. In verhouding totde nog veel meer verzwakte belligerenten zullen deneutralen, zuiver economisch gesproken, na den vredesterker te voorschijn komen, maar, op zich zelf genomen,zullen ook zij wezenlijk verzwakt zijn. Stelt men zich geheelEuropa voor als een huishouding, dan wordt het verliesdat de krijgvoerende onderdeelen daarvan door den strijdzullen hebben geleden, als het eindelijk weer vrede zijnzal, niet voor het kleinste deel goedgemaakt door winstvan neutralen. Integendeel zal de economische toestandder neutralen na den vrede, zij het in veel geringeremate, de algemeene economische verzwakking vanEuropa nog verergeren.

Intusschen is men overal bezig, het economischeverlies zooveel mogelijk reeds gedurende den oorlog ofte schrijven door het bevorderen van eene meer soberelevenswijze. Het sterkst geschiedt dit onder den drangder omstandigheden in Duitschland en Oostenrijk-Hongarije, welke landen door den economischen krijg,die het gevecht met de wapenen ondersteunt, zoogoed als geheel op zichzelf zijn aangewezen. Maar ookbij de geallieerden gaat het in die richting en deneutralen zijn wel gedwongen te volgen.

Voor zoover op deze wijze weelde-uitgaven wordenbeperkt of ingekrompen, is dit zoowel uit het oogpuntvan elke volkshuishouding op zich zelve, als uit dat vande geheele Europeesche huishouding, en bloc genomen,een onvermengd voordeel. Maar het blijft niet bij

Page 47: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN. 35

beperking van uitgaven, welke voor de instandhoudingvan de physieke en psychische gezondheid overbodigof schadelijk zijn. Op tal van levensbehoe f ten wordteveneens bezuinigd en op allerlei wijze moeten voedings-gewoonten worden gewijzigd. Ook dit verschijnsel doetzich in den meest geprononceerden vorm bij de bevol-kingen der centrale mogendheden voor, maar eldersontkomt men er evenmin aan, bij de neutralen zoo minals bij de geallieerden. Voor ons land, dat over hetalgemeen wel meer land- en tuinbouwartikelen voort-brengt dan het zelf behoeft, maar welks landbouw slechtsvoor enkele maanden in de behoefte aan broodkorenkan voorzien, ziet de toekomst, als er niet spoedig vredekomt, er dan ook allesbehalve rooskleurig uit.

Op dit oogenblik komt ook bier to lande reeds onder-voeding voor. Tot voor korten tijd had die voor de yolks-kracht nog geen bedenkelijk karakter, maar in de winter-maanden is het er waarlijk niet beter op geworden.Voor zoover mij bekend is, wijzen de geboorte- ensterftecijfers bij ons nog wel niet op uitputting ofverzwakking der bevolking. Maar het ziet er naar uit,dat het weldra anders zal worden. Bij het steeds felleren meedoogenloozer worden van den strijd, de steedsverder gaande negatie der rechten en belangen van,de neutralen wordt hun toestand in Europa en spe-ciaal in ons land met den dag hachelijker. Bijnaelke dag brengt nieuwe moeilijkheden en nieuwezorgen ; voor optimisme is thans, voor zoover betreftde economische toestanden gedurende den oorlog, geenplaats meer.

Page 48: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

36 HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN.

Maar ik ben nog niet gekomen aan de specialebespreking van ons land zelf. Wie zich omtrent deeconomische toekomst van een klein yolk als 't onzeeenigszins een denkbeeld vormen wil, moet eerst, zoogoed en zoo kwaad als het gaat, zich voorstellen, hoehet er na den oorlog in de groote landen die ons omrin-gen, zal uitzien. Wel niemand nu zal ontkennen, dat decentrale mogendheden een periode van ernstige onder-voeding en van ingrijpende veranderingen in sedertjaren bestaande voedingsgewoonten ondergaan. Degeallieerden zijn er in dit opzicht wel minder slechtaan toe, maar rooskleurig ziet het er ook bij hen nietuit, en het beeld wordt ook daar met den dag som-berder. Welk een invloed zal dit niet hebben op devolkskracht na den oorlog ? Wat men zoo nu en danhoort over geboorte- en sterftecijfers in de oorlog--voerende landen, maakt wel duidelijk dat de menschen-reproductie niet minder in het ongereede is geraaktdan de reproductie van voortbrengingsgoederen, alsookdat de abnormale afslijting en vroegtijdige verouderingvan het menschenmateriaal door gebrek aan regelmatigen voldoend onderhoud, het kwaad nog verergert in eenomvang, die eerst in de toekomst zal kunnen wordengemeten. Hoelang Europa noodig zal hebben om dezephysieke en psychische verzwakking te boven te komenen welk land daaronder niet alleen het ergst maar ookhet langst zal gebukt gaan, wie zal daarover voorspel-lingen - durven wagen ? Zullen — om slechts twee pun-ten aan te stippen — de Duitsche kinderen, die in hettijdperk van ondervoeding worden geboren of hun pril-ste jeugd doorbrengen, daarvan -- voor zoover zij er

Page 49: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

HET ECONOMISCH VERLIES DER NEUTRALEN. 37

niet onder bezwijken — de gevolgen hun leven langondervinden, of zal hun veerkracht groot genoeg zijnom de ongunstige condities, waaronder zij werden ge-baard en in hun eerste levensjaren gevoed, betrekkelijkspoedig te overwinnen ? En zal de krijg in Frankrijk eenregeneratie te weeg brengen ; zal zij den Franschen vrou-wen hebben geleerd, dat zij v66r den oorlog bezig warenhaar eigen yolk langzaam maar zeker te doen verdwijnenuit de rij der groote Europeesche naties ? Van het ant-woord dat de toekomst alleen reeds op deze tweevragen geven zal, zal het lot van Europa voor eengroot deel of hangen.

Het staat intusschen vast, dat men voor den eerstentijd zal hebben te rekenen met een economisch, physieken psychisch verzwakt Europa.

1k zie hierbij niet over het hoofd, dat de oorlog ookheel wat indolentie heeft weggerukt, heel wat sluime-rende energie heeft wakker geschud, heel wat karaktersheeft gevormd. Dit komt ontegenzeggelijk op zijn credit-zijde en kan dan ook het debet wel eenigszins verlichten,maar dat het dit zou kunnen compenseeren, gelooft welzelfs ternauwernood de meest verstokte militairist.

Page 50: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

V. BELGIE EN NEDERLAND.

Onder III sprak ik met een enkel woord over deschadeloosstelling, welke zeker aan enkele landen enlandstreken zal worden toegedacht. Daarbij dacht ik inde eerste plaats aan Belgie. Volgens de bekende vredes-voorwaarden der geallieerden zal die schadeloosstelling,voor zoover zij in de uitbetaling eener geldsom zalbestaan, door Duitschland moeten worden opgebracht.

Het is echter bekend genoeg, dat men in verschillendeBelgische kringen bovendien aan een schadeloosstellingdoor uitbreiding van grondgebied denkt. In enkele daar-van wordt daarbij ook aan uitbreiding ten koste van onsland gedacht. Hoewel dit annexionisme, dat door deBelgische regeering op volkomen correcte wijze werdgedesavoueerd, niet zulk een kracht heeft, dat men ereen dreigend gevaar in behoeft te zien, moeten wij ertoch op bedacht zijn en blijven, dat, als het eenmaaltot vredesonderhandelingen komen zal, tegen elk strevenin die richting met kracht zal moeten worden front ge-maakt. Schadeloosstelling van Belgie voor hetgeen hette lijden had, door vergrooting van zijn gebied ten kostevan ons land, hoe groot of hoe klein eene dergelijkegrondgebiedsafneming aan Nederland ook zijn mocht, zoubeteekenen, dat het recht der kleine nation, hetwelk inden krijg onder den drang der oorlogsnoodzakelijkheid

Page 51: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

BELGI1 EN NEDERLAND. 39

herhaaldelijk werd geschonden, ook voor den vredestijden dan voor goed als een nonvaleur zou worden terzijde gesteld.

Al heeft het internationale recht in dezen oorlog alheel wat te verduren gehad, — dat het tot zulk eeneaperte rechtsverkrachting komen zou, is niet aan tenemen, vooral niet van de zijde der geallieerden, onderwie Engeland nog steeds zich er op beroept, dat hetter wille van de vrijheid en onafhankelijkheid der kleinenaties in den oorlog is gegaan en den strijd volhoudt.

Elke schending van ons grondgebied bij het vredes-tractaat der toekomst zou een volkenrechtelijke misdaadzijn ; ging zulk een schending z66 ver van ook onzeeconomische belangen ernstig te schaden, dan zou zijniet alleen ten hemel schreien, maar bovendien eenallerbedenkelijkste diplomatieke fout zijn. Het is dan ookniet aan te nemen, dat zoo iets zou zijn te duchten vanernstige mannen, die samen zullen komen om de grond-slagen te leggen voor een duurzamen vrede in Europa,hoezeer zij ook door den krijg en de daaruit voort-gevloeide verbittering belemmerd mogen zijn in hetzien der dingen in hun ware verhoudingen.

Maar wij hebben bij de Belgische kwestie nog eenander belang. Voor Nederland is het herstel van eenniet alleen in naam maar inderdaad vrij Belgie vanoverwegende beteekenis.

Reeds aanstonds toen het te voorzien was, dat Ant-werpen zou worden belegerd, — een belegering dieongedacht snel tot den val der oogenschijnlijk z66 bij

Page 52: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

40

BELGI1 EN NEDERLAND.

uitstek sterke vesting heeft geleid, — moest het weltot iederen Nederlander doordringen, dat daar iets stondte gebeuren, dat voor ons land niet onverschillig konzijn. Ik doel hiermede niet alleen op de sympathie voorhet Belgische yolk, dat onschuldig in den krijg wasbetrokken en onder den voet geloopen werd. Het lotdat aan Antwerpen zal beschoren zijn, had en heeftvoor Nederland een belang van de eerste orde in ver-band met de voorwaarden van zijn eigen bestaan alszelfstandige natie. Dat belang mocht natuurlijk niet lei-den tot rechtstreeksche of zijdelingsche inmenging inhet krijgsbedrijf van het Duitsche leger ; elke pogingtot zulk een inmenging zou gelijk gestaan hebben methet prijsgeven onzer onzijdigheid.

Als onzijdigen hadden wij ons niet in te laten methetgeen bij de bezetting van Belgie aldaar plaats had,hoe pijnlijk die bezetting ons ook moge hebben aan-gedaan, maar als het zwaard in de scheede zal zijngestoken, zullen wij er wellicht toe gedwongen worden,onze stem in deze aangelegenheid te doen hooren. Hetis toch voor ons van het grootste gewicht wat er danmet Antwerpen en daarmede met geheel Belgie zalgeschieden. Mocht het alsnog zóó loopen, dat Belgie,hoewel een zekere mate van zelfstandigheid terug-krijgende, toch door een opgelegd bondgenootschap ofop welke andere wijze ook, zoodra het vragen van nietuitsluitend binnenlandsche politiek betrof, van Duitsch-land zou afhankelijk zijn, dan zou dit voor de toekomstvan Nederland lang niet zonder bedenking wezen.

Het staat niet te vreezen, dat als zulk een lot aanBelgie als uitkomst van den krijg zou beschoren worden,

Page 53: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

BELGI1 EN NEDERLAND. 4r

hierin een onmiddellijk gevaar ook voor onze zelf-standigheid en onafhankelijkheid zou liggen ; maar alsNederland na den oorlog, gelijk thans, zou zijn begrensddoor het machtige Duitschland ten Oosten, doch boven-dien, ongelijk aan den toestand van v66r den oorlog,ten zuiden door een staat die, onder welke uiterlijkevormen van zelfstandigheid ook, feitelijk een meer ofminder streng gebonden vazalstaat van het DuitscheRijk zijn zou, zou dit oj5 den duur niet anders danbeslissend kunnen zijn ook voor Nederlands werkelijkezelfstandigheid. Een klein land als het onze, ter land-zijde aan alle kanten begrensd deels door Duitschland,deels door een onder Duitsch oppertoezicht staandennabuur, zou zijn economische zelfstandigheid heel moeilijken, naar mijne overtuiging, op den duur zelfs in het geheelniet kunnen handhaven. Waartoe tolverbonden van eenkleinen staat met een oppermachtigen nabuur leiden, daar-omtrent laat de geschiedenis weinig twijfel over.

Hoewel het zeer twijfelachtig is, of het Duitschlandgelukken zal, zich bij de vredesvoorwaarden eenigezeggingschap over Belgie van welken aard en welkenomvang dan ook voor te behouden, zijn er bij het lotdat aan Belgie zal beschoren worden, zulke levensbe-langen voor ons land betrokken, dat men van Neder-landsche zijde dat onderdeel van de voorwaarden, waarop— naar is te hopen, binnen niet te langen tijd — devrede in Europa zal worden gesloten, met de meestenauwgezetheid zal hebben te volgen en op dit punt,zoo noodig, de grootste waakzaamheid zal hebben aanden dag te leggen.

Page 54: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VI. WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG.

Van overwegenden invioed op de economische toe-komst van geheel Europa en dus ook van Nederlandzullen de prijsbewegingen zijn, welke na den oorlog tevoorschijn zullen treden. De prijzen, die over het alge-meen reeds eenige jaren v6Or den oorlog rijzend waren,zijn sedert het uitbreken van den krijg naar boven ge-vlogen. Daarbij was door het grootendeels buiten werkingraken van den nivelleerenden invloed van den buitenland-schen handel, deze prijsstijging in de verschillende landenzeer ongelijk. Het sterkst deed zij zich, als gevolg van depolitiek der economische isoleering, door de geallieerdenonder aanvoering van Engeland tegenover de Centralemogendheden als element in de volkerenworsteling toe-gepast, in Duitschland en Oostenrijk-Hongarije gevoelen.

Eigenaardig, maar niet onverklaarbaar is, dat onderde geallieerden Engeland meer van prijsstijging telijden had dan Frankrijk. Vergis ik mij niet zeer, danmoet de hoofdoorzaak van dit verschijnsel gezocht wordenin de relatief veel grootere beteekenis van den landbouwin vergelijking met de nijverheid in dit land dan in Groot-Britannie.. Daar in het Vereenigd Koninkrijk de eigenlandbouw relatief zoo weinig beteekent, ondervindt ditrijk, ondanks de welhaast onuitputtelijke hulpbronnendie het in zijn eigen overzeesche kolonien heeft en

Page 55: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG. 43

ondanks den graan-import uit Noord- en Zuid-Amerikaden invloed der verhoogde vrachtprijzen van de voedings-middelen nog veel meer dan zijn overigens economischminder sterken bondgenoot. De toestand bier te landeis te dezen opzichte beter te vergelijken met dien vanFrankrijk dan met dien van Engeland.

Als de krijg zal zijn geeindigd, zoo al, naar allewaarschijnlijkheid, niet beslist, zullen die groote prijs-verschillen spoedig worden verminderd, wellicht — behou-dens verschillen veroorzaakt door invoerrechten — zelfsworden weggevaagd. Dat zal de taak zijn van den alsdanopnieuw in werking komenden internationalen handel.

Zien wij een oogenblik of van de invloeden, welkeop die nivelleerings-tendenz storend zullen inwerken enstellen wij ons voor, dat het handelsverkeer de prijzen,inzonderheid die der levensmiddelen, na den oorlog inde verschillende landen eenige maanden na het herstelvan den vrede op ongeveer gelijk peil zal hebben ge-bracht, zal dat peil dan, naar het zich laat aanzien,ongeveer gelijk zijn aan hetgeen het voor den oorlogwas ? Wel niemand, die niet geheel vreemdeling is op ditgebied, zal zich daarmede durven vleien. In Duitschlanden Oostenrijk-Hongarije alsook in Engeland zullen deprijzen, in vergelijking met wat zij tijdens den oorlogwaren, zeker wel vallen. Maar voor die landen die nuongeveer het midden houden tusschen de verschillendeprijsstijgingen, en daartoe zijn zoowel Nederland alsFrankrijk te rekenen, doet men voorzichtig niet te veelop belangrijke prijsdalingen voor het eerste tijdperkna den vrede te rekenen. Natuurlijk geldt dit voor 't

Page 56: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

44 WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG.

gemiddelde der verschillende prijzen; zeker zullen erwel enkele artikelen zijn, die een sterke prijsdalingzullen te zien geven en zullen ook de buitengewoneprijsstijgingen die gevolg waren van den niets ont-zienden duikbootenoorlog wel vallen. Ik denk hierbijechter aan de prijzen, gelijk zij in het laatst van 1916waren. Wij hebben hier bovendien niet met de detailsmaar met de hoofdlijnen der te verwachten economischebeweging te maken.

Waaraan is het nu toe te schrijven, dat met eenegroote mate van zekerheid is te voorspellen dat gedu-rende misschien wel 1 o of 20 jaren de prijzen na denoorlog niet onbelangrijk hooger zullen zijn dan daarv66r?Men kan daarvoor verschillende secundaire invloedenaanwijzen, maar die alle in hoofdzaak terug te brengenzijn tot deze hoofdoorzaak, dat eenerzijds ontzaglijkgroote voorraden van allerlei goederen, zonder of metonvoldoende reproductie, zijn verteerd of vernietigd endat een niet minder groote hoeveelheid kapitaalgoede-ren, welke geregeld had moeten zijn vernieuwd enaangevuld, in stede daarvan eveneens werd verwoestof in haar normale vernieuwing en uitbreiding ernstigwerd gestoord, en dat daartegenover anderzijds degoudproductie, welke zoo goed als geheel plaats heeftbuiten het oorlogsterrein, vrijwel ongestoord haar gang isgegaan. Daar nu op den duur de prijzen worden bepaalddoor de verhouding van goederen en geld (goud), zaler niet alleen terstond na den oorlog, maar gedurende eenwaarschijnlijk vrij lang tijdperk een zoodanige veranderingin die verhouding, in vergelijking met den toestandveer den oorlog, blijven bestaan, dat het goed tegenover

Page 57: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG. 45

het goud schaarscher en daardoor waardevoller is ge-worden, wat hetzelfde wil zeggen, als in prijs gestegen.

Men kan dit zich ook wel aanschouwelijker voor-stellen, wanneer men bedenkt, hoeveel fabrieken zijnverwoest of voor oorlogsdoeleinden ingericht en wedermoeten worden opgebouwd of opnieuw voor de voort-brenging van producten des vredes moeten wordenin orde gemaakt, hoeveel land door minder zorgzamebehandeling en bemesting is verarmd, hoeveel handels-schepen zijn verdwenen en vervangen moeten worden,hoeveel menschelijke productiekracht is vernield, enz.,enz. Dit alles zijn intusschen slechts bepaalde, duidelij-ker zichtbare en meer sprekende karaktertrekken vanhet eene groote, zooeven door mij aangeduide, ver-schijnsel.

Deze algemeen werkende oorzaak van verhoogdeprijzen na den oorlog in vergelijking met het jaar1913 zal geruimen tijd nog worden versterkt door eenbijkomenden invloed, welke in ieder land op zichzelfverschillend werken kan, maar in alle Europeeschelanden, neutrale zoowel als oorlogvoerende, in dezelfderichting en alleen met verschil in intensiteit werken zal.

Op den duur, en de wereld gezien als gene grootehuishouding, worden de prijzen weliswaar bepaald doorde verhouding van goederen en goud, maar in elk con-creet land hangen zij of van de verhouding tusschende goederen en het aldaar in omloop zijnde geld, waar-onder het geldswaardig papier een belangrijke plaatsinneemt. In alle Europeesche landen nu is de uitgiftevan bankpapier of van een daarmede gelijk to stellen

Page 58: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

46

WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG.

ruilmiddel gedurende den oorlog op reusachtige schaaluitgezet.

Ten deele is dat papier verstopt en heeft het dusals ruilmiddel op de verhouding van goederen en geldgeen invloed ; voor een ander deel was er meer geldnoodig, omdat het ruilmiddel-uitsparende handelscredietniet meer zoo op rolletjes loopt als v66r den oorlog ener wegens toeneming der handelstransacties A contant nietmeer kon worden volstaan met dezelfde hoeveelheid geld.Maar zelfs al brengt men deze invloeden in rekening, istoch het in omloop zijnde geld, hetgeen zoo goed alsuitsluitend zilver- en papieren geld is geworden, in ver-houding tot den omvang van het goederenverkeer zeertoegenomen. Zulk een vergrooting nu heeft, waar zij iswaar te nemen en zoolang zij aanhoudt, een geheel over-eenkomstig effect als eene algemeene verandering inkwantiteitsverhouding van goud en goederen ten gunstevan het goud.

Aan die vermeerdering van het papieren geld in denoorlogstijd is geen enkel land van Europa ontkomen,ook Nederland niet, en ook te dezen aanzien is er,zooals steeds bij maatschappelijke verschijnselen, wissel-werking. De prijsverhooging, welke door de toenemingvan het ruilmiddel nog wordt verscherpt, werkt op haarbeurt die uitzetting weer in de hand. Voor contantebetaling van een bepaalde hoeveelheid goed, waarvoormen v66r den oorlog aan een bankje van f i oo vol-doende had, zal men nu en na den oorlog bijv. nogvier of vijf bankjes van f ro, zoo niet meer, op denkoop toe noodig hebben. Mocht het papieren geld inenkele landen na den oorlog een officieelen gedwongen

Page 59: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG. 47

koers krijgen of houden, d. w. z. niet inwisselbaar zijntegen gemunt geld, en het is ver van onwaarschijnlijkdat men daartoe in de staten die er economisch hetslechtst aan toe zijn, noodgedrongen, zijn toevlucht zalmoeten nemen, of — beter uitgedrukt — zal moetenblijven nemen, dan zal in zulke landen de prijsstijgendeinvloed van de buitensporig groote papiercirculatie omzoo to zeggen onbegrensd zijn. Dat landen, waarin hetdaartoe zal moeten komen, als het internationale verkeerweer zijn gang zal gaan, daaronder sterk zullen lijden,behoeft wel geen betoog, ook al komt het in dat verkeerzelf, voor zoover daarin niet met goederen wordt betaald,alleen op het goud als betalingsmiddel aan.

Dit brengt ons tot een niet minder gewichtig puntin de prijzenkwestie, zooals zij zich na den oorlog zalvoordoen, dat voor alle internationale handelsbetrek-kingen en met name voor die van Nederland van uit-nemend gewicht is. Zooals algemeen bekend is, is dewaarde van de munten der krijgvoerende landen tegen-over den Nederlandschen gulden sterk gedaald. Vooralde waarde van het Oostenrijksch-Hongaarsche en vanhet Duitsche geld is tegenover ons geld veel verminderd.Terwijl v66r den oorlog de gulden gelijk stond metomstreeks twee Oostenrijksche kronen, staat zij nu gelijkmet meer dan vier van die muntstukken. Met de DuitscheMark is het wel niet z66 slecht gesteld, maar fraai staathet daarmede ook niet ; terwijl men v66r den oorlogf I.— kon omwisselen tegen 1.7o M., kan men daar-voor nu ongeveer 2.65 M. krijgen. De frank en zelfs hetpond sterling vertoonen ditzelfde verschijnsel, hoewel in

Page 60: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

48

WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG.

veel geringere mate, vooral wat het laatstgenoemde geldbetreft.

De hoofdoorzaak van dit verschijnsel is niet ver tezoeken. Afgezien van bijzondere invloeden, welke daarophebben ingewerkt, is het hieruit te verklaren, dat Neder-land naar die verschillende landen meer uit- dan daar-uit ingevoerd heeft en dat hetzij wegens verbod vangouduitvoer hetzij wegens feitelijke belemmering dergoudverscheping (Engeland), het verschil niet in goud konworden gedekt. Toch heeft men uit verschillende dierlanden, met afwijking van de oorlogspolitiek ten aanzienvan het goud, groote hoeveelheden goud hierheen gezon-den. Zonder die goudzendingen zouden de waardeverhou-dingen der geldeenheden van de belligerenten tegenoverden gulden nog abnormaler zijn geworden. Zij hebben,dit gelds vooral voor de Oostenrijksch-Hongaarsche kroonen de Mark, den val in die waardeverhoudingen echterevenmin kunnen voorkomen als de belangrijke handels-credieten, welke ook aan Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche huizen in verband met den aankoop vangoederen hier te lande werden verleend.o

Op welke wijze en in welk tempo die waardever-houdingen niet alleen tusschen Nederland en die landen,maar in het geheele internationale handels- en geld -verkeer weer normaal zullen worden, is nog niet tevoorzien. Slechts zooveel is zeker, dat men zich nietbehoeft voor te stellen, dat Nederland en de landen,die zich in eene overeenkomstige positie bevinden, metname de Scandinavische rijken en Zwitserland, met goudzullen worden overstroomd, indien zij den goudinvoer

Page 61: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG. 49

niet verhinderen of belemmeren. Zoodra de grenzenvoor het Internationale verkeer niet meer zoo herme-tisch gesloten zullen zijn als thans, zal de abnormaletoestand zijn eigen geneesmiddel brengen.

Er zal, om bij ons sprekendste voorbeeld to blijven,een groote aandrang ontstaan tot export van goederenuit Oostenrijk-Hongarije naar Nederland. Wie toch vandaar naar hier goederen verzendt, maakt van elkengulden, waarvoor hij die hier verkoopt, vier kronen inplaats van twee. Hij kan dus een heel wat hoogerevracht en meer dan normale onkosten op zijn goederenEiden, ja, ter wille van de concurrentie, in Nederlandschgeld, zelfs onder de markt verkoopen en toch nogeen mooie winst maken. Maar naar gelang op die wijzede goedereninvoer uit Oostenrijk-Hongarije toeneemt,komt er een element in het spel, dat, als het niet dooreen gelijken goederenuitvoer wordt opgewogen, de han-klelsbalans tusschen beide landen ten gunste van hetnaar hier uitvoerend land moet verbeteren. Het onver-mijdelijke g-evolg hiervan zal zijn rijzing van de kroontegenover den gulden. Omgekeerd zal goederenuitvoervan hier naar Oostenrijk-Hongarije zijn belemmerd door,dezelfde oorzaak, waardoor de uitvoer van ginds naarhier zal zijn aangewakkerd. Terwiil toch de Oostenrijk-sche exporteur naar Nederland vier in plaats van tweekronen krijgt voor elken gulden, dien hij ontvangt, krijgtde Nederlandsche exporteur naar Oostenrijk-Hongarijevoor elke kroon, die hij beurt, slechts een kwartje inplaatsvan 5o centen. Men kan zich wel voorstellen, welk eenbron van moeilijkheden dit voor de geheele Nederland-fsche industrie, maar bovenal voor onze exportindustrie

4

Page 62: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

50 WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG.

in de eerste maanden na den oorlog zal opleveren.Deze moeilijkheden zullen slechts in zeer geringe mateworden verlicht door de omstandigheid, dat de muntender Scandinavische rijken en van Zwitserland tegen-over den gulden eenigszins zijn gestegen.

De Nederlandsche voortbrenger zal op de binnen-landsche markt tegenover concurrenten als den bedoeldenOostenrijkschen exporteur in het nadeel zijn ; op debuitenlandsche markt zal hij voor een belangrijk deelzijn lam geslagen, en voor een ander deel staan tegen-over dezelfde ongelijke concurrentie als op de binnen-landsche. Onze producenten en handelaars zullen echterte dezen aanzien vrijwel gelijk staan met hunne vak-genooten in andere neutrale landen in Europa en hunafzetgebied naar overzeesche landen zal veeleer vergrootdan ingekrompen zijn.

Men stelle zich op dit punt de zorgen dan ookniet te groot voor. In de eerste plaats werkt dewaardevermindering van de buitenlandsche munt tegen-over den gulden juist tegenovergesteld, voor zooverbetreft grondstoffen, welke men na den oorlog uit landenmet in waarde verminderde munteenheid zal betrekken;in de tweede plaats zal de indust'rie in de landen, die:economisch het meest onder den oorlog te lijden had-den — en daartoe behooren de landen met de sterkst.verminderde valuta wel in de eerste plaats — allerleiandere ongunstige condities, welke aanbod van waren.tegen concurreerende prijzen in den weg staan, hebbente overwinnen ; in de derde plaats zal de oorlog juistin die landen de productie- en daarmede ook de export-

Page 63: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

WARENPRIJZEN NA DEN OORLOG. 51

kracht het sterkst aangetast hebben, zoodat aldaar vangoederenexport op groote schaal, althans in het eerstejaar na den oorlog, wel geen sprake zal zijn, en inde vierde plaats zullen de regeeringen van dergelijkelanden den uitvoer van goederen maar niet plotselinggeheel ongebreideld toestaan, op gevaar of daardoor inhet eigen land schaarschte aan bepaalde producten tedoen ontstaan. Er zullen dus tegen-tendenzen genoegin werking treden ; deze zullen het proces langzameren geleidelijker doen verloopen. Maar de hoofd-tendenz,waarop ik wees, zal zich niettemin laten gelden, zoolangde waardeverhouding der munten niet weder normaalzal zijn geworden.

Als gevolg daarvan zijn naast voorbijgaande moei-lijkheden voor onze industrie ook tijdelijke buitengewoneprijsverlagingen van bepaalde import-artikelen te ver-wachten. Het voordeel van zulke prijsverlagingen zalechter, voor zoover de Nederlandsche industrie er doorin ongelegenheid mocht komen, slechts schijnbaar zijn ;de verlaging zal in dat geval heel spoedig door eenabnormale verhooging van waarschijnlijk veel langerenduur worden gevolgd. Men zij op zijn hoede.

Page 64: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VII. VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDENVOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD.

Wanneer het wapengekletter eindelijk zal zijn ver-stomd, zal, naar het zich laat aanzien, tusschen de thanskrijgvoerende mogendheden een nieuwe wedijver be-ginnen, welke slechts in zeer betrekkelijken zin vreed-zaam zal kunnen worden genoemd. Het ziet er helaasnaar uit, dat men zich alsdan met economische wapeneneven verbitterd zal bestrijden, als men het thans metkanonnen en duikbooten doet. Terwijl het krijgsgewoelnog in vollen gang is, bereidt men zich overal reedsop meer of minder duidelijk waarneembare wijze voorop den nieuwen strijd, welke op den oorlog zal volgen.

In alle landen der beide groepen van oorlogvoerendenzint men op de middelen om de economische ver-zwakking van het eigen yolk en van zijn bondgenootenzoo spoedig mogelijk te boven te komen, alsook om inden economischen strijd, dien men als vervolg op denkrijg met de wapenen denkt te voeren, den tegenstanderde baas te worden of te blijven.

Sedert het midden van 1915 beginnen de denkbeeldenen plannen daaromtrent allengs vasteren vorm te ver-krijgen. De voorbereiding van hetgeen op economischgebied na den oorlog te doen zal zijn, werd ingezet inDuitschland, waar Friedrich Naumann, in zijn boek

Page 65: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 53

getiteld : „Iiiiiieleuropa" blijkens den enormen opgangdien dit maakte, (van Augustus 1915 tot Mei 1916werden er een i oo.000 exemplaren van verkocht) uit-sprak wat ,r in de hoofden en harten van velen onderde invloedrijksten van het Duitsche yolk omgaat. DeEconomische Conferentie in Juni 1916 door de geaiii-eerden te Parijs gehouden, is voor een niet gering deelte beschouwen als hun antwoord op Naumann's ideaalvan een groot Midden-Europa, dat met instandhoudingvan zekere politieke bevoegdheden van de daarin op tenemen staten, een gesloten handelsstaat zal vormen,die in zichzelf alles zal voortbrengen, waaraan het yolkbehoefte heeft. Indien Naumann's ideaal verwezenlijktwerd, zou — naar deze schrijver zich voorstelt — bijeen volgenden krijg een economisch isolement als waarinDuitschland en Oostenrijk-Hongarije thans verkeeren,Midden-Europa niet ernstig kunnen treffen.

Dat ideaal is door en door staatssocialistisch gedacht ;het is als het ware de bestendiging van hetgeen inDuitschland in den oorlogstoestand gegroeid is. Handelen industrie zouden — indien Naumann's denkbeeldenin vervulling mochten gaan — in geheel Midden-Europaonder staatstoezicht worden georganiseerd. Als het erop aan komt, zal, volgens zijne voorstelling, de opperste(staats)leiding zeggingschap hebben niet alleen overloonen en prijzen, maar ook over afzetgebieden. Zooalswel van zelf spreekt, ziet Naumann namelijk niet overhet hoofd dat ook Midden-Europa, hoe zelfgenoegzaamhij het zich moge voorstellen, slechts ten deele een geslo-ten handelsstaat zijn kan. Het zal evenmin als het tegen-woordige Duitschland of welk economisch ontwikkeld

Page 66: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

54 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

land ook, geheel op zich zelf kunnen blijven staan ; hetzal behoefte hebben aan producten van elders en het-geen het aan bepaalde artikelen meer voortbrengt danhet voor eigen gebruik noodig heeft, op de meest doel-treffende manier naar buiten moeten afzetten. Doordiende export-industrie van Duitschland voor den oorlogzich op een wijze ontwikkelde, welke — om er niet meervan te zeggen — de ongerustheid van zijne mededin-gers, met name Engeland, niet zonder reden opwekte,heeft vooral het denkbeeld, dat na den oorlog de afzetder Duitsche producten in het buitenland centraal georga-niseerd zou worden, er toe bijgedragen om de geallieerdenin het economisch harnas te jagen.

Blijkens uitingen van verschillende Fransche enEngelsche economisten zien zij het economisch verschiet,indien van de zijde hunner regeeringen daartegen geenmaatregelen van tegenweer worden genomen, ongeveeraldus : Duitschland zal door zijn staatssocialistisch georga-niseerden uitvoer telkens op de zwakste economische plaat-sen van den tegenstander, waar het zijn industrie wil doenzegevieren, zóó groote hoeveelheden producten tegen z(56,lage prijzen uitstorten, dat andere landen daartegen nietzullen kunnen concurreeren. Den economisten onder degeallieerden is de vrees voor het Duitsche „dumping"-stelsel (onder „dumping" verstaat men: in het buitenlandonder de markt en zoo noodig beneden productieprijs ver-koopen, ten einde zich aldus afzetgebieden te verzekerenen concurrenten uit het veld te slaan) zoozeer in het hartgedrongen, dat men nauwlijks een beschouwing over deeconomische toekomst na den vrede van die zijde kanlezen, waarin niet op dat aanbeeld wordt gehamerd.

Page 67: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 5 5

Voor een deel is die vrees zeer zeker gerechtvaardigd,al is zij van overdrijving niet vrij te pleiten. Naumann'sideaal van een staatssocialistisch georganiseerd Midden-Europa, waarin het geheele yolk op overeenkomstige wijzeeconomisch gedrild en georganiseerd zijn zal, als hetthans militair gedrild en georganiseerd is, is gemakke-lijker in boekvorm smakelijk te maken dan in de wer-kelijkheid door te voeren. Of Oostenrijk en vooralHongarije zich daarbij onvoorwaardelijk zouden aanslui-ten, valt bovendien ernstig te betwijfelen, al geeft Nau-mann zich nog zooveel moeite de bevolkingen dezerlanden, vooral de Hongaren, te overtuigen van hetvoordeel eener aansluiting bij Midden-Europa — onderde opperheerschappij van Pruisen, zooals het door hemklaarblijkelijk wordt bedoeld, al wacht hij zich wel, ditmet zooveel woorden te zeggen.

Maar al zal, naar alle waarschijnlijkheid, de werkelijk-heid zich na den vrede in de Centraal-Europeesche landenniet geheel naar Naumann's model schikken, al loopt hijveel te los heen over belangenverschillen zoowel tusschende- landen, die den Midden-Europeeschen Opperstaatzullen moeten vormen, als tusschen groote groepen vanbelanghebbenden in elk dier landen en al vinden zijnedenkbeelden ook in Duitschland zelf . geen onverdeeldeinstemming, neemt dit toch niet weg, dat het wel zoogoed als zeker een heel eind weegs in de door hemgeschetste richting gaan zal. Na den oorlog zal er on-getwijfeld een nauwere economische aaneensluiting komentusschen de thans gezamenlijk tegen gemeenschappelijkevijanden strijdende Centraal-Europeesche mogendheden.En even stellig zullen daar, met name in Duitschland,

Page 68: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

5 6 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

handel en industrie alsdan nog meer georganiseerdoptreden dan v66r het uitbreken van den grooten strijdhet geval was. Het is alleen de vraag : hoever het metdie aaneensluiting en die organisatie gaan zal.

In deze opvatting ben ik zeer gesterkt door de uitingvan een goed ingewijden Hongaarschen staatsman, denoud-minister Szterenyi, die omtrent mijne meening tedezen aanzien op een dwaalspoor werd gebracht dooreen niet onjuist, maar uit den aard der - zaak onvolledigkort verslag van hetgeen ik dienaangaande in Januarij.l. zeide in een voordracht, gehouden in een tweetalafdeelingen van de Maatschappij van Nijverheid, welkverslag hem bovendien waarschijnlijk slechts in uittrek-sel, dus dubbel gecondenseerd, onder de oogen kwam.

In een der nummers van de Nieuwe RotterdamscheCourant van het laatst van Januari komt eene belang-rijke correspondentie uit Boedapest voor, welke alciusaanvangt :

„Naar aanleiding van de lezing, die prof. Treubin de vorige week voor de leden van de Maat-schappij van Nijverheid te Amsterdam en Rotter-dam over de voorbereiding van Nederland voorden toestand op oeconomisch gebied na den oorlogheeft gehouden, en waarvan een uitvoerig verslagin de Nieuwe Rotterdamsche Courant van den I IdenJanuari j.1. was opgenomen, heeft de gewezen eerstestaatssecretaris van het departement van koophandel7osef Szierenyi, die als een der Hongaarsche ver-tegenwoordigers bij de onderhandelingen over eennieuwe regeling der handelsverbindingen tusschen

Page 69: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 57

Duitschland en Oostenrijk-Hongarije uit den aardder zaak de plannen en bedoelingen der centralemogendheden kent, mij verzocht het volgende aande N. R. C. te willen toezenden om eenige mede-deelingen van prof. Treub, die volgens hem minderjuist zijn, te weerleggen.

„Prof. Treub — schrijft mij de minister — heeftenkele mededeelingen gedaan, die niet onbeantwoordmogen blijven. Met betrekking tot hetgeen hij om-trent de plannnen der centrale mogendheden opoeconomisch gebied heeft gezegd, zijn het vooraltwee principieele mededeelingen die dringend eenrepliek vereischen."

De correspondentie behandelt dan eerst een punt,waarover de Hongaarsche oud-minister tegenspraaknoodzakelijk acht, doch dat ik in dit verband voorloopigmoet voorbijgaan en waarop ik zoo aanstonds 1) terugkom. Daarop laat de correspondent van de NieuweRotterdamsche Courant hem aldus verder spreken :

„De tweede mededeeling die ik wensch te weder-leggen betreft den „Opperstaat", waarvan men inDuitschland droomt. Wanneer prof. Treub alleenheeft willen zeggen, dat er in Duitschland stemmenzijn opgegaan, die een dergelijke organisatie be-pleitten, kan ik hem niet tegenspreken, daar in deDuitsche literatuur inderdaad zulke plannen voorden dag zijn gekomen.

„De bekende geleerde Von Liszt heeft, zooals

1 ) Zie blz. 68.

Page 70: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

5 8 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

bekend, het allereerst een dergelijke aaneensluitingvan staten aanbevolen en ook dr. Naumann be-spreekt in zijn belangrijk werk „Mitteleuropa", den„opperstaat".

„Het is dus juist, dat men hier en daar van eeninnige verbinding op oeconomisch gebied droomt,maar bij Been enkele onderhandeling werden zulkedenkbeelden voorgesteld of bepleit, en zelfs betplan van een tolunie werd dra verworpen en voorniet uitvoerbaar verklaard, omdat een zoodanigeoplossing niet vereenigbaar is met de souvereiniteitder verbonden landen. Op alle bezwaren die daar-aan verbonden zijn, is het wellicht niet noodig tewijzen. Een algemeene staatscontrOle op de nijver-heid, de verplichting tot bepaalde kartels toe tetreden, en de contrOle van deze kartels van staats-wege, dat zijn toch slechts plannen die in het rijkder droomen thuis behooren."

Hieraan gaat evenwel in die correspondentie de vol-gende uiting van den heer Szterenyi vooraf:

„Wij wenschen een nauwere aaneensluiting, uit-sluitend met het doel ons oft oeconomisch gebied —zoowel wat landbouw als nijverheid betreft — weder-zijds aan le vullen, en eventueele aanvallen vanvijandeliyhe zijde gemeenschafifielijk of /6' slaan."

Wie deze uitlatingen van zoo gezaghebbende zijdevergelijkt met hetgeen ik hierboven schreef — en datkomt geheel overeen met hetgeen ik in de bedoeldelezing over dit onderwerp zeide — zal niet miskennen,dat hetgeen ik in het midden bracht, geheel strookt met

Page 71: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 59

de mededeelingen van den Hongaarschen staatsman, dieals een der vertegenwoordigers van zijn land bij deonderhandelingen over een nieuwe regeling der handels-verbindingen tusschen Duitschland en Oostenrijk-Hon-garije tegenwoordig was.

Nergens heb ik beweerd, en zelfs geen oogenblikheb ik vermoed, dat de Duitsche Regeering zasó verzou willen gaan, als Naumann in zijn genoemd boek haarvoorhoudt. Zijn toekomstideaal is zonder besnoeiing enloutering niet voor verwezenlijking vatbaar. Wat men. ook aan die Regeering mocht willen verwijten, zekerniet, dat zij economische chimeres najaagt.

Naumann's boek is niettemin, ondanks de overdrij-ving waarvan het de kenmerken draagt, van groote be-teekenis voor hetgeen hij en velen zijner landgenootenomtrent de economische toekomst van Duitschland enzijn bondgenooten hopen en verwachten.

Hoever Midden-Europa zich zou uitstrekken, indienzijn ideaal eens werd verwezenlijkt, laat Naumann voor-zichtigheidshalve in het midden. Daaromtrent schrijft hij

„Er zijn in Duitschland zooals ook elders inEuropa wel juist nu een menigte lieden, die hunnegrenzenlooze phantasie in het geheel niet in toomhouden en z66 spreken alsof zij als nevenbetrekkingde zaken van Nederland, Skandinavie, Roemenie,Bulgarije, Griekenland en het Turksche Rijk haddente bezorgen en slechts de namen van deze landenop het papier hadden te schrijven, om ze in heteconomisch verband Midden-Europa op te nemen.Ja! er zijn zelfs koene denkers, die terstond ook

Page 72: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

6o VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

nog Zwitserland, Frankrijk, Spanje en, na een zekerquarantaine-tijdperk, ook Italie daarin opnemen endan, met of zonder Belg-id, de Vereenigde Statenvan Europa stichten willen. Dat alles heeft slechtsde waarde van een spel met mogelijkheden ; hetdoet echter kwaad als het in de betrokken statengelezen wordt, daar het doorgaans eenzijdig Duitschgedacht is en er geen rekening mede gehoudenwordt, dat voor het sluiten van een verdrag tenminste twee partijen noodig zijn, van welke iederhaar eigen belangen en zorgen heeft. Wie op ditgebied te veel wil, wil ten slotte niets dan alleenuitdrukking geven aan zijn eigen gedachte. Wijlaten ons, zonder eenige wegdoezeling, met dezegemakkelijke en virtuose behandeling van het pro-bleem niet in." (blz. 167/8).1)

A.ls de vos de passie preekt,Boer pas op je kippen !

Wat met Naumann's stilzwijgend voorbijgaan van hetprobleem der grenzen van Midden-Europa bedoeld wordt,behoeft men niet eens te raden. Een paar bladzijdenvroeger spreekt hij over de andere „Midden-Europeeschestaten en naties" en zegt daar omtrent hen het vol-gende :

„Zij hebben inderdaad slechts de keus tusschenaansluiting (bij Midden-Europa of bij Engeland enzijne bondgenooten) aangezien het isolement hunreeds in een menschenleeftijd ondragelijk worden

I) a citeer uit de Volksausgabe.

Page 73: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 6i

zou, moeten zij vroeger of later beslissen met welkwereldverband zij naar geografische ligging, pro-ductie en geestesrichting gaan willen of kunnen.Dat is een harde dwang, een zwaar noodlot, maarhet is een oppermachtige trek des tijds, de kate-gorische imperatief van de ontwikkeling der mensch-heid. Nu tusschen de territoriale en nationale stateneener- en de menschheid anderzijds de machtigetusschenvormen zich eenmaal inschuiven, heipt geentegenstribbelen en klagen. Men kan het noodzake-lijke vroeger of later doen, vrijer of gedwongener,maar het wereldparool is uitgegeven en moet na-gekomen worden; en wie het tijdiger volgt, zal inhet algemeen betere toekomstvoorwaarden verkrij-gen, dan wie zich over het historische tijdstip heenlaat wegdringen en schuiven." (blz. 165 6).

A bon entendeur, demi mot suffit ! Wat hiermedebedoeld wordt, speciaal voor ons land, kan wel aanniemand ontgaan. Naumann's „wereldparool" zal intus-schen — hoe streelend het ook aan velen onder zijnelandgenooten in de ooren moge klinken, — door deDuitsche Regeering wel niet tot het hare worden ge-maakt. Mocht dit, onverhoopt en tegen elke redelijkeverwachting in, toch geschieden en dat wachtwoord aanNederland wat al te sterk worden opgedrongen, dan zouhet antwoord van ons yolk, als een man, Goddank, heelantlers luiden dan Naumann zich voorstelt, al verbeeldthij zich, niet eenzijdig Duitsch te denken.

Het door Naumann geidealiseerde en gepropageerde

Page 74: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

6 2 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

denkbeeld van een hecht aaneengesmeed economisch.Midden-Europa heeft de geallieerden opgeschrikt. Zijstellen zich de kans op verwezenlijking daarvan grootervoor dan wij, die als gevolg onzer neutraliteit de zakenmet meer objectiviteit kunnen bekijken. Maar het istoch — afgezien van de oorlogsnervositeit, Welke allebelligerenten heeft bevangen, — alleszins begrijpelijk,dat de geallieerden tegenover het onmiskenbaar strevenbij hunne vijanden naar economische eenheid, niet blevenstilzitten. Al komt de door Naumann gewenschte ennoodzakelijk geachte samensmelting niet tot stand, zoo,ziet het er toch naar uit, dat na den oorlog de econo-mische samenwerking tusschen Duitschland en Oosten-rijk-Hongarije hechter en inniger zal zijn dan ooit.

Daartegen stellen de geallieerden zich in het geweer.In hunne conferentie van Juni 1916 hebben zij onder-ling overlegd, wat zij hadden to doen ter bezweringvan het gevaar, dat zij van zulk eene innige economischesamenwerking van de landen van Centraal-Europa voorde industrie en den handel der tot hun bondgenoot-schap behoorende landen duchten. De resultaten dieroverleggingen werden neergelegd in een drieledig stelverklaringen betreffende : I. maatregelen voor den oor-logstijd ; II. maatregelen voor den overgangstijd dercommercieele, industrieele, agrarische en maritieme recon-structie der geallieerde landen ; III. blijvende maat-regelen van wederkeerige hulp en samenwerking tusschende geallieerden.

De maatregelen voor den oorlogstijd bevatten nietsnieuws. Die voor den overgangstijd zetten in met deuitdrukkelijke verklaring, dat alle handelsverdragen met

Page 75: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 63

de vijandelijke landen vervallen zijn ; het voorrecht vande bekende clausule der meest begunstigde natie zal,gedurende een bij onderling overleg tusschen de geal-lieerden te bepalen aantal jaren, bij nieuw te sluitenhandelsverdragen niet aan een der vijandelijke mogend-heden kunnen worden toegekend.

„Gedurende dat tijdperk verbinden de geallieerdenzich over en weer elkander zooveel mogelijk afzetge-bieden ter compensatie te verzekeren, voor het geval detoepassing dezer bepaling nadeelige gevolgen mochthebben voor hun handel." Deze verklaring heeft tendoel, aan de tot de „entente" toegetreden staten tegen-over hunne vijanden voile vrijheid in de regelinghunner buitenlandsche handelspolitiek te verzekeren enhen van den lastigen band der meest-begunstigings-clausule te ontslaan. Deze in handelsverdragen zeergebruikelijke clausule heeft namelijk tengevolge, dat elketariefconcessie, welke aan een bepaald land wordt gedaan,automatisch werkt ook ten gunste van alle landen, metwelke een handelstractaat met die clausule gesloten werd.

De geallieerden verklaren voorts hunne natuurlijkeeconomische rijkdommen in de eerste plaats te reser-veeren voor zichzelf en hunne bondgenooten en verbindenzich voor den overgangstijd maatregelen te zullen treffen,die den ruil daarvan zullen kunnen vergemakkelijken..

„Ten einde hun handel, industrie, landbouw enscheepvaart te verdedigen tegen een economischenaanval, door middel van „dumping" of van elkander procede van deloyale concurrentie, bepalende geallieerden dat gedurende een tusschen hen,

Page 76: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

64 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

overeen te komen tijd de handel der vijandelijkelanden zal onderworpen zijn aan speciale regelenen dat de producten uit die landen of zullen wordengeweerd of onderworpen zullen zijn aan een af-doende bijzondere regeling. De geallieerden zullenvoor dien tijd gemeenschappelijke maatregelenberamen, waaraan de handelsschepen der vijandigelanden zullen zijn onderworpen."

Onder de „blijvende" maatregelen neemt deze deeerste plaats in, dat de geallieerden er naar zullen stre-ven, zich zooveel mogelijk onafhankelijk te maken van degrond- en hulpstoffen, welke hunne industrie v66r denoorlog uit vijandelijke landen betrok. Daartoe wordenverschillende maatregelen aanbevolen, die er op wijzen,dat ook zij een meer wetenschappelijke en hooger geor-ganiseerde exploitatie der natuurlijke hulpbronnen vaneigen bodem en van dien hunner bondgenooten zullenin toepassing brengen. Voorts zullen de geallieerdenzooveel mogelijk streven naar gelijkmaking van diedeelen hunner economische wetgeving, waarbij zij eengemeenschappelijk belang hebben, bijv. van het wissel-recht, het vennootschapsrecht, het zeerecht, enz. en zul-len zij den ruil hunner producten vergemakkelijken doorhet instellen van geregelde internationale verbindingente land en ter zee tegen verminderde vrachten en doorhet verbeteren van hun underling telegrafisch- en post-verkeer.

Deze resoluties zijn niet vrij van vaagheid. Dit konwel niet anders, als men bedenkt, welke groote econo-

Page 77: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 6 5

mische belangenverschillen er tusschen Engelschen, Rus-sen, Franschen en Italianen bestaan. Aan een eco-nomischen opperstaat, waaraan alle geallieerde landenzich zouden onderwerpen, gelijk Naumann zich dienvoor Midden-Europa voorstelt, denkt bij de geallieerdenwel niemand ; maar al zullen de vormen bier losser zijn,toch is het wel duidelijk, dat men zich moet voorbereidenop een toestand na den oorlog, waarin de geallieerdendoor handelsverdragen hunne bondgenooten zullentrachten te bevoordeelen en aan handel en nijverheidhunner gewezen tegenstanders zooveel mogelijk afbreukzullen doen.

Wanneer men de economische toekomstplannen derbeide groepen van krijgvoerenden met elkander verge-lijkt, ziet men naast groote overeenstemming ook grootverschil. Aan beide zijden wordt er naar gestreefd, zichvoor het volksonderhoud minder • afhankelijk te makenvan het internationale verkeer, en landbouw en industriezoodanig te hervormen en te ontwikkelen, dat dezebronnen van welvaart, ook bij een toekomstig haperen in-of stilliggen van het internationale verkeer, aan de be-hoeften van het binnenlandsch verbruik voldoende zullenkunnen beantwoorden. Tot zoover dus groote overeen-stemming; op deze zijde der toekomstplannen der oorlog-voerenden kom ik hieronder terug. 1)

Eerst moet ik een oogenblik stilstaan bij het tweedehoofddeel dier plannen, dat van groot verschil getuigtalthans in de overwegingen, waaruit zij werden geboren.

Duitschland, dat zich sedert 187o op uiterst snelle wijze

1 ) Zie blz. 88.

5

Page 78: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

66 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

industrieel heeft ontwikkeld en die ontwikkeling v66rden oorlog in steeds sneller tempo voortzette, had zichvoor zijne industrie een wereldmarkt veroverd, welkehet jaar op jaar uitbreidde en versterkte. In tal vantakken van nijverheid was het aan Engeland reeds overhet hoofd gegroeid, en met Noord-Amerika, waar deindustrie in de laatste decennia eveneens met reuzen-schreden vooruitging, voerde het sedert jaren voor ver-schillende producten zijner ijzer- en staalindustrie eenallengs scherperen strijd om den voorrang op de wereld-markt.

De oorlog heeft dien economischen strijd tijdelijk doenluwen, maar alle partijen beseffen dat zij, als er weervrede zijn zal, hervat zal worden en zal moden worden.

Duitschland, wiens exportindustrie tijdelijk is lamgeslagen, zal en moet zich er op toeleggen het verlorenterrein zoo ,spoedig mogelijk te herwinnen. Mocht heter niet in slag-en zijne nijverheid binnen enkele jaren weerop de hoogte te brengen, welke zij v66r den oorloghad, dan zou dit voor het machtige Midden-Europeescherijk een ramp zijn van niet minder beteekenis dan eennederlaag op het slagveld.

Aileen door inwendige organisatie zijner eigen hulp-bronnen kan het zich voor die komende worstelingter herovering zijner wereldmarkt vereischte innerlijkekrachtsverhooging niet verzekeren. Daartoe heeft het dehulp van Oostenrijk en vooral van het graanrijke Hon-garije noodig. Het economische fundament van deze.noodzakelijkheid behandel ik onder VIII.

Voorloopig is het genoeg te constateeren, dat het

Page 79: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 67

tweeledige economische doel, hetwelk ook door Enge-land en Frankrijk, maar met de grootste intensiteit doorDuitschland wordt beoogd en moet worden nagejaagd,lijdende is aan een innerlijke tegenspraak.

Duitschland, dat nog pas sedert enkele tientallenjaren over het keerpunt heen is, waarop zijn industriezoodanig was gegroeid, dat zijn landbouw niet meer instaat was de voedingsbehoeften van het yolk ten voilete bevredigen, kan niet tegelijk zijn nijverheid tot hoogerpeil opvoeren, haar sterk genoeg maken om op dewereldmarkt haar mededingers te verslaan, en toch zijnlandbouw zoodanig versterken, dat deze voor afzien-baren tijd kan voldoen aan de geheele voedingsbehoefteook eener zich uitbreidende industrieele bevolking.

Anders staat het er echter voor, wanneer het zichzoodanig met Oostenrijk' en Hongarije verbindt, dat hetmogelijk is een verdeeling van arbeid tusschen de drielanden te bewerkstelligen, waarbij Duitschland zich metvoile kracht kan toeleggen op de ontwikkeling van zijnindustrie en voor zijn graanbehoefte kan steunen opHongarije, dat bij meer intensief beoefenen van zijnlandbouw veel meer koren kan produceeren dan thansen met zijn overvloed de Duitsche industrieele bevol-king kan helpen voeden.

Wie zich indenkt in den toestand, waarin Duitschlandzich ten aanzien van deze levenskwestie voor zijn eco-nomische ontwikkeling bevindt, begrijpt daarmede vanzelf dat de geallieerden, en vooral Engeland, in devorming van een meer of minder innig samenhangendMidden- Europa een gevaar zien, niet slechts en zelfs

Page 80: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

68 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

niet in de eerste plaats in verband met een toekomstigenoorlog, maar vooral wegens de verhooging van Duitsch-lands economische expansiekracht in vredestijd, welkedaaruit zou voortspruiten.

Duitschland kan zijn exportindustrie niet laten ver-kwijnen. Het moet alles op het spel zetten om zijn oudeplaats op de wereldmarkt te heroveren en deze zoospoedig en zoo ruim mogelijk uit te breiden. Het slagenin deze richting is voor onze oostelijke naburen eenlevenskwestie. Meer nog dan voor den oorlog zullenzij zich allerlei moeite en ontbering getroosten om metde producten hunner nijverheid in vreemde landen enwerelddeelen binnen te dringen en voor zoover zij daarinslagen, zich met de grootste volharding in de verkre-gen positie te handhaven. Regeeringssteun voor fabriekenen scheepvaartlijnen, „dumping" en alle andere middelen,die tot het doel kunnen voeren, zullen daartoe in practijkworden gebracht en dan ook als eisch van economischenoodzakelijkheid aangewend moden worden. In mijnerede, uitgesproken in de departementen Amsterdam enRotterdam van de Maatschappij van Nijverheid, drukteik dit met een enkel woord aldus uit, dat Duitschlandzich voor den economischen strijd, die na den oorlogzal gestreden worden, voorbereidt op het offensief, d. w. z.op het heroveren van oude en het winnen van nieuwebuitenlandsche afzetgebieden, of anders gezegd : op hetbinnendringen met zijne producten in de buitenlandschemarkten.

Het woord „economisch offensief ' heeft misverstandgewekt. De hongaarsche oud-Minister van Koophandel

Page 81: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 69

Josef Szterenyi, die met den correspondent van deNieuwe Rotterdamsche Courant te Boedapest sprak,heeft daaruit afgeleid, dat naar mijne meening de Cen-trale mogendheden van Europa „ook na den oorlog engverbonden willen blijven om de exportnijverheid dervijanden te bekampen, althans zich daarvan onafhankelijkte maken". De Hongaarsche staatsman laat daarop vol-gen : „dat is evenwel niet juist ; van een dergelijke nei-ging was tot heden bij de onderhandelingen en bij debespreking der Duitsche, Oostenrijksche en Hongaarscheplannen nimmer sprake."

Voorts zegt hij :

„Professor Treub is van meening dat Duitschlandzich op oeconomisch gebied op een offensief voor-bereidt, terwijl de geallieerden zich slechts gemeen-schappelijk willen verdedigen.

„Na de bekende besluiten die op de conferentiete Parijs werden genomen, waarbij werd overeen-gekomen dat de centrale mogendheden niet alsmeestbegunstigden mogen worden behandeld ; datde schepen der vijanden van heden niet op den-zelfden voet als die der bondgenooten zullen wordentoegelaten, maar meer havengeld en andere kostenzullen moeten betalen : dat handelsverbindingenmet kooplieden in Duitschland en Oostenrijk-Hongarije zullen worden verboden, evenals eeninvoer uit deze landen, kan toch moeilijk alleen vaneen defensief verbond der geallieerden wordengesproken, terwijl Duitschland en zijn bondgenooten,die hun vijanden wel als meestbegunstigden willen

Page 82: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

7o VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

beschouwen, beschuldigd worden, zich op een offen-sief voor te bereiden."

Deze tegenwerping gaat geheel langs het door mijin het midden gebrachte heen, omdat mijn Hongaarschebestrijder in den door mij gebezigden term „economischoffensief ' iets gansch anders heeft gelezen dan er medewerd bedoeld. Dit blijkt ook duidelijk uit de belang-wekkende uiteenzetting van hetgeen de Centrale Mogend-heden op economisch gebied wel willen, welke hij eraan vastknoopt.

„Gedurende den oorlog heeft zich in alle oorlog-voerende en zelfs in neutrale landen op economischgebied het verschijnsel voorgedaan, dat men alsnugedwongen was in de eigen behoeften uitsluitenddoor eigen voortbrenging te voorzien, daar nietalleen de handelsverbindingen met den vijand warenafgebroken, doch ook die , met de neutralen toteen minimum waren beperkt. Wij zagen in deentente landen en in de Vereenigde Staten vanAmerika pogingen doen om anilinekleurstoffen tevervaardigen, en met hulp van den staat eennieuwen tak van nijverheid in het Leven te roepen,om zich van den Duitschen invoer onafhankelijkte maken. Wij zagen de vereeniging van grooteEngelsche gummifabrieken, en die der vier grootsteAmerikaansche fabrieken, die alleen over een kapitaalvan 3/4 milliard gulden beschikken, om met deDuitsche, Oostenrijksche en Hongaarsche nijverheidte kunnen wedijveren, en in de laatste algemeenevergadering van aandeelhouders van een der Engel-

Page 83: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 71

sche ondernemingen bevestigde de voorzitter, datde Duitsche concurrentie reeds als vernietigd konworden beschouwd.

„Precies hetzelfde wat alle staten in het belangvan hun industrie doen, doen ook, door den oorlogs-toestand gedwongen, de centrale mogendheden,doch elke tendentie tegen de vijandelijke statenontbreekt ten eenenmale. Duitschland betrok, —om een voorbeeld te noemen, — v66r den oorlog,jaarlijks voor ongeveer Ioo millioen gulden Chili-salpeter uit Chili. Door den oorlog was dit niet meermogelijk, en derhalve werden 3 fabrieken voor devervaardiging van- deze belangrijke meststof op-gericht.

„In Hongarije werd eveneens een fabriek in hetleven geroepen, en het spreekt van zelf dat dezeondernemingen, waarin op het oogenblik reeds bijnamo millioen gulden zijn belegd, ook na den vredezullen blijven doorwerken.

„Tegenover de bewering van professor Treub,dat de aaneensluiting der centrale mogendhedeneen vijandige strekking tegen de vijanden vanheden heeft, wensch ik vast te stellen, dat integen-deal bij alle besprekingen steeds op den voorgrondheeft gestaan, dat onze aaneensluiting de interna-tionale handelsbetrekkingen niet mag bemoeilijkenen dat wij aan andere landen de meestbegunstigingniet mogen onthouden. Onder deze landen zijn,zooals van zelf spreekt, ook onze vijanden begrepen.Aileen op enkele bizondere voorrechten, welke decentrale mogendheden elkaar verleenen, zullen

Page 84: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

7 2 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

andere landen geen aanspraak kunnen maken."

Op deze voorstelling der toekomstplannen van decentrale mogendheden heb ik, voor zoover Honga-rije en Oostenrijk betreft, niets of te dingen. WatDuitschland aangaat, is zij daarentegen wel is waar nietonjuist, maar onvolledig, omdat zij de economischeexpansiepolitiek, welke Duitschland niet missen kan,onvermeld laat. In een Hongaar, die voor zijn land debehoefte aan zulk een politiek niet gevoelt, is het stil-zwijgen daarover begrijpelijk genoeg. Indien een Duitschstaatsman, even ingewijd als de heer Szterenyi, zichmet even groote openhartigheid over deze zaken uitliet,zou hij dit hoofdpunt zeker niet ter zijde hebben gelaten.Duitschland moet nu eenmaal eene economische verove-ringspolitiek voeren (niet te verwarren met staatkundigeannexatiepolitiek) ; dit is geen liefhebberij van zijneregeerders of van de leiders zijner ondernemingen ; hetis de onafwijsbare conseqentie van den economischentoestand, waarin het zich bevindt.

Geen wonder dat men onder de geallieerden denoodzakelijkheid gevoelt, zich tegenover die Duitscheexpansie politiek te wapenen. V66r den oorlog werdenhunne markten door Duitsche goederen overstroomden nu de economische krijg, welke het gevecht met dewapenen ondersteunt, hen in de noodzakelijkheid stelthet zonder de producten van Duitschlands industrie tedoen, ondervinden zij daarvan dubbel nadeel. Hetgemis dezer producten, waaronder er zijn, welke zij voorhun eigen nijverheid brood-noodig hebben, brengt henin groote ongelegenheid. Daarnaast kwelt het hun door

Page 85: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 73

de macht der feiten te worden gedwongen Duitschlandssuperioriteit in verschillende takken van nijverheid temoeten erkennen.

Voor een deel behoeven zij zich bij deze erkenningniet in hun nationale ijdelheid gekrenkt te gevoelen.Zoo zou bijv. Frankrijk met den besten wil van dewereld op het gebied der ijzer- en staalindustrie niet metDuitschland kunnen concurreeren, omdat het niet overde natuurlijke hulpbronnen beschikt, welke Duitschlandin zijn kolen- en ertsdistricten heeft, en omdat het wathet daarvan had, in 187o grootendeels aan Duitschlandmoest afstaan.

In een bijzonder belangwekkend artikel in de „llaagschePost" van 27 Januari 19 I 7, getiteld : „De ijzeren sleutelvan Duitschlands macht", wordt er met zeer overtuigendecijfers op gewezen, hoezeer de overgang van Lotharingenvan Frankrijk naar Duitschland het eerstgenoemde landeconomisch heeft verzwakt, het laatste heeft versterktmet den rijkdom aan kolen en ijzererts van den Lotha-ringschen bodem. Door de bezetting van Noord-Frankrijken van Belgie, zegt de schrijver van dat opstel, zouDuitschland, indien het die bezette gebieden blijvendkon behouden, in staat zijn de steenkool- en ijzer-productie dermate op te voeren, dat zij zelfs die vande Vereenigde Staten zou kunnen overvleugelen.

„Het belang vooral van de ijzerbeddingen in deveroverde gewesten — zoo luidt dit artikel verder— blijkt duidelijk uit een verzoekschrift, op 3o Mei1915 door zes groote Duitsche industrieele- enlandbouwvereenigingen tot den Duitschen Kanselier

Page 86: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

74 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

gericht. Ofschoon de munitiebehoefte sedert nogreusachtig toenam, was reeds toen 4000 ton ruwijzer per dag voor projectielen noodig. „Als grond-stof voor deze hoeveelheden", zegt bedoelt verzoek-schrift, „neemt de minette (oolitisch ijzererts) eensteeds belangrijker plaats in, als zijnde de eenigesoort ijzererts, welke in ons land in snel toenemendehoeveelheden kan worden gedolven." De productiein andere districten is belangrijk verminderd, ende aanvoer van overzee, zelfs wat betreft Zweedscherts, is z6.6 moeilijk geworden, dat ook buitenLotharingen en Luxemburg in vele districten deminette 6o A. 8o pCt. der grondstof levert. Indiende productie van minette werd belemmerd, zoudede oorlog zoo goed als verloren zijn."

„Duitschland krijgt deze minette zoo goed alsgeheel uit Lotharingen. Van de 28.607.000 tonijzererts, die er in 1913 werden gedolven, kwamen2 I .135.000 tons uit de in 187i geannexeerde pro-vincie. Ook leverden de steenkoolmijnen van ditgewest 3.200.000 tons. De hoogovens brachten3.800.000 tons ruw ijzer voort, en de staalproductiebereikte 2.300.000 tons. De waarde van een enander was ongeveer 8o millioen Mark; doch datcijfer slaat alleen op de ruwe producten. Als grond-slag voor de talrijke verfijnde ijzerindustrieen wasdit ijzer natuurlijk van veel grooter waarde. Envan bijzondere beteekenis is het feit, dat alleen deproductie van Lotharingen ongeveer even groot wasals die van geheel Frankrijk, dat in 1911 4.000.000ton ruw ijzer en 3.800.000 ton staal voortbracht.

Page 87: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 75

Had het dus in 1871 den Elzas niet verloren,Frankrijk zoude in de fundamenteele ijzerindustriehet dubbele hebben gepresteerd, en Duitschlandcorrespondeerend minder.

..... „Het lijdt weinig twijfel dat de (Fransch-Duitsche grens in Lotharingen) in 187o z66 werdgetrokken, dat zij al het toen bekende en waardevolgeoordeelde erts aan den Duitschen kant bracht.Zoowel Fransche als Duitsche deskundigen haddentoen vastgesteld, dat de ertsen alleen aan de opper-vlakte waarde hadden, en reeds op een diepte vanweinig honderden meters te arm bleken om tekunnen worden geexploiteerd. Dank zij deze voorFrankrijk gelukkige vergissing stelden de Duitscherszich tevreden met 19 ijzer-, 16 steenkool- en 14andere mijnen, een aantal fabrieken in het Moezeldal,en de beroemde De Wendel-ijzersmelterijen, diedestijds alleen een tiende van de Fransche pro-ductie gaven. Maar Frankrijk behield het toenversmade, en sedert zoo waardevol gebleken Briey-district. Daar werd zijn groote ijzerindustrie totontwikkeling gebracht, en, trots het oorlogsgevaarkwam 8o pCt. van zijn metaalproductie uit deOostelijke en Noordelijke provincien.

„Duitschland produceerde in 1913, zooals wijreeds zagen, rond 28 millioen tons ijzererts, waarvandrie vierden, 21 millioen tons, uit Lotharingenkwamen. Bovendien moest het nog 14 millioen tonsuit het buitenland invoeren — voornamelijk uit Zwe-den, Spanje en Marokko. Het geraamde erts-in-zicht van alle Duitsche mijnen is ongeveer 2800

Page 88: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

76 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

millioen tons, doch hiervan liggen 2000 millioentons in het vroegere Fransche Lotharingen. Hetlegenwoordige Fransche ijzerdistrict, geheel door deDuitschers bezet, bevat beddingen met een geraam-den inhoud van 3000 millioen tons, bijna de helftvan den op 7000 millioen tons geraamden totalenFranschen ertsvoorraad. En die cijfers omkleedende eischen der Duitsche ijzermagnaten op het puntvan „een verbetering der Fransch-Duitsche g-rens"met een bijzondere beteekenis. Trouwens, om diebeteekenis winden zij geen doekjes. Professor Her-mann Schumacher uit Bonn en de zes grooteindustrieele vereenigingen waarvan wij reeds hier-boven spraken, komen rond uit voor de beteekenisvan Briey. „Boven al het andere moeten wij onsverzekeren van ruw materiaal voor onze oorlog-s-industrieen, en onze vijanden er van ontblooten.Zonder het ijzererts in Lotharingen zouden wijzonder het ijzer en het staal zitten, dat wij voorden oorlog noodig hebben. Het Verdrag van Frank-fort had ons geheel Lotharingen gegeven, maar degeologen ,wier voorlichting Bismarck zocht, begingeneen vergissing. wij weten dat reeds sedert 188o,tegen Bismarck's verwachting in, de omgeving van

Briey, die een voortzetting is van het district

Longwy, een der rijkste getieelten van .Frankrijk

is geworden. wij kunnen nu die foul herstellen0,

aangezien wij sedert het uitbreken van den oorloghet tweede meest belangrijke materiaal voor oorlogs-industrieen hebben veroverd en bezet gehouden :steenkool. Zooals wij zonder de rijke ertsbeddingen

Page 89: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 77

van Lotharingen den oorlog niet zouden kunnenvoortzetten, zoo zouden wij de zege niet kunnenbereiken zonder de rijke kolenvelden van Belgie en:Noord-Frankrijk. Nu wij eenmaal weten wat munitiein een oorlog beteekent, moeten wij er wel vanovertuigd zijn, dat het absoluut noodig is voor hetleven van ons yolk, dat wij zoowel voor vredestijd

als voor oorlogstijd al deze bronnen en militaire

en commercieele kracht in ons bezit krijgen."

Deze hoogst interessante beschouwing werd door mijingelascht, omdat zij in dubbele mate voor ons onder-werp van belang is. In de eerste plaats maakt zijduidelijk in hoe hooge mate de strijd in Noord-Frankrijken het verloop daarvan van even groote economischeals militaire en staatkundige beteekenis is ; in de tweedeplaats doet zij zien dat, tenzij de oostgrens van Frank-rijk als gevolg van den oorlog gewijzigd wordt, Frankrijkzich ten aanzien van zijn behoefte van ruw ijzer en staalniet van Duitschland onafhankelijk maken kan.

Voor zoover Duitschlands suprematie op industrieelgebied te danken is aan zijne natuurlijke hulpbronnen,kunnen zijne tegenstanders die aan hun vijand benijden,maar zij behoeven hun eigenliefde Been geweld aan tedoen, door dien voorsprong te erkennen. Daarnevensechter hebben zij er ook rekening mede te houden, datDuitschland sedert 187o zijn hulpbronnen heeft geex-ploiteerd op een wijze die de bewondering van vrienden vijand afdwingt. Dit te erkennen valt den geallieerdenmoeilijker ; maar al spreken zij die erkenning niet

Page 90: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

78 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

openlijk uit, stilzwijgend ligt ze in hun toekomst-plannen opgesloten. Hunne voornemens omtrent re-organisatie en verheffing hunner eigen industrie zijn —zooals ik hieronder met een enkel woord nader be-spreken zal — op Duitsche leest geschoeid of althansvan Duitschland afgezien.

In zoover is er dus, zooals ik reeds opmerkte, grooteovereenstemming. Maar daarnevens zijn de geallieerdenin onderling overleg getreden, om hun eigene industrieenover en weer zooveel mogelijk te steunen en de pro-ducten van Duitschlands nijverheid door de maatregelen,die ik hierboven met een enkel woord aangaf, zooveelmogelijk van hun eigen markten te weren.

Bij het in toepassing brengen daarvan zullen zij on-getwijfeld heel wat water in hun wijn moeten doen,daar zij verschillende producten der Duitsche industriein afzienbaren tijd niet missen kunnen. Maar de geest,die hunne maatregelen bezielt, is niettemin even duide-lijk als die, welke Duitschlands buitenlandsche econo-mische politiek beheerscht. Duitschland moei zijn bestdoen, om voor een groot deel der voortbrengselenzijner nijverheid buitenlandsche afzetgebieden te vinden ;daartegenover stellen de geallieerden zich ten doel deninvoer daarvan in hunne landen, voor zoover zij dieproducten maar eenigszins ontberen kunnen, zooveelmogelijk tegen te gaan.

Het is zeer wel mogelijk dat deze laatste politiekveel agressiever zal worden gevoerd dan Duitschlandsexpansiepolitiek. Over het meer of minder agressiefkarakter van de economische politiek der beide oorlog-voerende groepen heb ik mij bij geen enkele gelegen-

Page 91: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 79

heid uitgelaten. a heb mij daarin zelfs niet verdiept,omdat het mij voor de onzijdige landen tamelijk on-verschillig schijnt, wie der beide concurreerende groepentegenover de andere het scherpst optreedt. Daarentegenachtte ik het van het hoogste belang voor de neutralen,en inzonderheid voor ons land, den aard der economischepolitiek van beide groepen zoo goed mogelijk te door-gronden en bloot te leggen. Ik hoop na deze uiteen-zetting niet meer te worden misverstaan, wanneer ikDuitschlands economische politiek als offensief en dieder geallieerden als defensief aanduid.

Ook Engeland is een exporteerend land en het zalzich aangorden om zijne nijverheid na den oorlog, deelsnaar Duitsche methode, hooger op te voeren. HetVereenigd Koninkrijk kan een wereldmarkt dan ook even-min missen. Het groote verschil met Duitschland is echterdat het in zijn onmetelijk koloniaal wereldrijk eenexpansiegebied heeft, dat aan Duitschland ontbreekt,en dat het uit Bien hoofde minder behoefte heeft aanhet stelselmatig en kunstmatig uitstorten zijner productenop de, markten buiten het gebied zijner „dominions" enbezittingen. Nu men Engelands bondgenooten nog daarbijkan voegen, bestrijkt het Britsche afzetgebied drie kwartvan de wereld. Voor Amerika's industrie staat de zaak,bij den loop die de gebeurtenissen hebben genomen,.weinig anders.

Dat de oorlogvoerenden na het sluiten van den vredeelkander ook op economisch terrein de hand zoudenreiken, is uitgesloten te achten, hoe gelukkig het ookzou zijn, indien het anders ware. Men moet zich ver-

Page 92: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

80 VOORBEREIDINGEN VAN KRIJGVOERENDEN

trouwd maken met de gedachte, dat na den krijg metde wapenen de handels- en tarievenstrijd nog veelfeller zal worden gevoerd, dan v66r het uitbreken vanden oorlog het geval was.

In dien strijd zullen beide partijen de neutrale statentrachten te overtuigen van hun welbegrepen eigenbe-lang om zich bij haar aan te sluiten. De neutralen zullenintusschen goed doen, zich noch door verlokkingen nochdoor bedreigingen er toe te laten verleiden, hun econo-mische zelfstandigheid prijs te geven. Van beide kan-ten zal men na den oorlog wel beginnen, — gelijkNaumann reeds deed doorschemeren en men ook bijFransche zoowel als bij Engelsche schrijvers vindenkan — , met pogingen om de neutralen op economischterrein schrik aan te jagen en hun aan boord te ko-men met de bedreiging : „wie niet met ons is, istegen ons."

Moeilijkheden, groote moeilijkheden zal de economischetoestand, die uit den maalstroom van den krijg naarboven zal komen, voor de neutrale landen zonder eenigentwijfel opleveren. Maar zOO ernstig, dat zij wel verplichtzouden zijn, hun economische zelfstandigheid prijs tegeven en zich in Godsnaam maar aan een der beide..t.partijen op genade of ongenade over te geven, ziet heter gelukkig toch niet uit. Men behoeft de neutralen,al zijn zij in de minderheid, en al neemt hun aantalbijna met den dag af, nog niet met een lantaarntje tezoeken ; ook zij zullen elkander nog wel kunnen helpen.En bovendien heeft geen der partijen er belang bij,den boog tegenover de onzijdigen of tegenover enkelenonder hen z66 sterk te spannen, dat zij gevaar loopen

Page 93: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VOOR DEN ECONOMISCHEN STRIJD. 81

deze in de armen van de economische tegenpartij todrijven. Voor kleinmoedigheid is dus Been reden ; welechter voor verdubbelde waakzaamheid en voor tijdigevoorbereiding, hoe men aan de gevaren, die allengsduidelijker worden, weerstand zal bieden.

6

Page 94: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

VIII. HUN HERVORMINGSPLANNEN TENAANZIEN VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW.

Niet minder dan hetgeen geallieerden eenerzijds ende Centrale mogendheden anderzijds zich voorstellenomtrent hun internationale economische politiek na denvrede, zijn voor Nederland enkele hoofdpunten vanhun nationale economische politiek der toekomst vanbelang.

Wij zagen reeds dat Naumann zich eene organisatie

van handel en nijverheid van Midden-Europa voorstelt,geschoeid op staatssocialistische leest, waarbij die vanhet Pruisische militairisme tot voorbeeld werd genomenook voor de toekomstige nationale economische regelingen inrichting. Ook dit deel van zijn ideaal zal welniet in vervulling gaan, zonder dat de werkelijkheid heelwat water in zijn Midden-Europeeschen wijn zal doen.

Trouwens indien de economische organisatie vanDuitschland en Oostenrijk-Hongarije op z66 strammeleest geschoeid werd, daarin z66 weinig ruimte werdgelaten voor" het particulier initiatief, dan zou dit wel het.sterkste beletsel zijn tegen de verwezenlijking van de inDuitschland gekoesterde verwachtingen omtrent verster-king en uitbreiding der economische macht van het va-derland, door krachtige voorbereiding der ontwikkelingvan de nationale nijverheid.

Page 95: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

TEN AANZIEN VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW. 83

De militairistische inrichting van Midden-Europa's be-drijfsleven, zooals die in Naumann's boek geschetstwordt, doet sterk denken aan de economische organisa-tie in het laatste tijdperk van het Romeinsche keizer-rijk, welke, door haar verstijving van de economischekrachten van het Romeinsche yolk, niet weinig heeftbijgedragen tot het verval van dat eeuwenlang alles-overweldigende en beheerschende rijk. Maar dit neemtniet weg, dat de Midden-Europeesche staten na den oor-log in hun bedrijfsorganisatie aan de staatsinmengingeen veel grootere rol zullen toedeelen dan v66r dienhet geval was. De sterk gecentraliseerde oorlogsorgani-satie zal in vredestijd wel niet geheel gehandhaafdworden, maar zij zal evenmin geheel verdwijnen. Water in de Duitsche industrie nog aan individualistischeelementen over was, zal na den oorlog grootendeelszijn verdwenen. Organisatie en socialisatie is er hetwachtwoord der economische toekomst.

Bij de geallieerden is het economisch toekomst-ideaalwel anders, maar ook daar, zelfs in Engeland, wordt debehoefte aan een hechtere organisatie der nationaleindustrie gevoeld. Wel zal men er na den oorlog allichtminder sterk op den staat steunen en meer hell zoekenin de vrijwillige samenwerking der belanghebbenden inde verschillende takken van bet bedrijfsleven, maar hetindividualisme zal bij de geallieerden even goed wordenteruggedrongen als in de landen van Centraal-Europa.

Het economisch leven zal na den oorlog overal veelmeer gesocialiseerd worden dan v66r dien het g-evalwas, al zal niet overal aan het hoofd van dat gesocia-

Page 96: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

84

HUN HERVORMINGSPLANNEN

liseerde leven de rechtstreeksche leiding van den staatbehoeven te staan. De maatregelen van Lloyd Georgezijn alleen voor den oorlog bedoeld ; het is echter ondenk-baar dat hun staatssocialistische trek niet na het sluitenvan den vrede zou nawerken. Economische revoluties,als waarvan wij tegenwoordig getuigen zijn, zonder erons meer over te verwonderen, blijven onvermijdelijknawerken, als de tijd waarvoor zij bestemd zijn, reedslang is verstreken.

Ongetwijfeld zullen de regeeringen na het einde vanden krijg niet alleen de sociale organisatie van het be-drijfsleven aanwakkeren ; zij zullen ook alles inspannenom het op den hoogsten trap van ontwikkeling te brengen,en krachtsverspilling, welke het gevolg is van het intoepassing houden van verouderde werkmethodes en het

gebruik van verouderde machinerieen, zooveel mogelijktegen te gaan.

Men kan er zeker van zijn, dat de oorlog vooral indit opzicht aan de geallieerden en speciaal aan Engelandheel wat zal hebben geleerd ; dat het de beteekenis vangoed technisch Onderwijs, van goed toegeruste technischehoogescholen voor bedrijfsleiders zoowel als van yak-scholen voor toekomstige opzichters, helpers en voor-mannen in de industrie thans in enkele jaren beter heeftleeren beseffen, dan in tientallen van jaren daarv66r,toen het onder den waan van nog altijd de industrieelesuprematie in handen te hebben, lijdelijk toezag, dat hetallengs zoowel door Duitschland als door Amerika werdovervleugeld.

Er zal m. a. w. overal, bij de geallieerden zoowel

Page 97: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

TEN AANZIEN VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW. 85

als bij de centrale mogendheden, gestreefd worden naarhet hoogst mogelijke rendement van het voortbrengings-proces met den kleinst mogelijken inzet aan kapitaalen arbeid Alleen de methodes, waardoor men die hoog-ste intensiteit zal trachten te verkrijgen, zullen waar-schijnlijk verschillen, en ik zou mij al zeer vergissen,indien daarbij de Duitsche methode in de toekomst demeest navolgenswaardige bleek.

Het verschil te dezen aanzien tusschen - Duitschlanden Engeland komt nu reeds in de economische toekomst-literatuur der beide landen duidelijk naar voren. Bij debeschrijving van de economische organisatie van Mid-den-Europa — zooals Naumann zich deze voorstelt —vindt men nauwelijks hier en daar eenige denkbeeldenontwikkeld over het in dergelijke wereldorganisatieszoo bij uitstek moeilijke arbeidersvraagstuk.

Te verwonderen behoeft dat niet. Wie zich de maat-schappelijke organisatie op industrieel, handels- enlandbouwgebied voorstelt naar het model van hetPruisische militairisme, behoeft zich met het arbeiders-vraagstuk niet veel het hoofd te breken. Waar deeconomische arbeid tevens nakoming van een dienst-plicht is, blijft er voor strijd op groote schaal tusschenwerkgevers en arbeiders weinig ruimte over. Daardwingt de staatssocialistische bedrijfsorganisatie om inte gaan, arbeiders zoowel als ondernemers.

Toch is ook hier de vraag gewettigd, of dat alleswel zoo glad van stapel zal loopen, als bijv. Naumannhet zich voorstelt. Ilc twijfel daaraan zeer, zelfs nuDuitschland en inzonderheid Pruisen zich door de maat-schappelijke veranderingen, welke de oorlog heeft te

Page 98: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

86 HUN HERVORMINGSPLANNEN

weeg gebracht, genoodzaakt ziet over te gaan tot demo-cratiseering der staatsinrichting en tot afschaffing derstandsvoorrechten van het „ Junkertum". Zonder diedemocratiseering zou een op militaire leest geschoeidebedrijfsorganisatie trouwens geheel onmogelijk zijn. Detijd is voorbij, dat Europeesche werklieden zich goed-schiks laten dwingen tot arbeiden in openbare en half-openbare fabrieken en werkplaatsen zonder eenige mede-zeggingschap in de voorwaarden, waarop zij hun arbeidhebben te praesteeren.

Maar zelfs met de democratiseering, welke niemandminder dan de Keizer zelf in uitzicht heeft gesteld,zou eene zoo ver gaande staatssocialistische bedrijfs-organisatie als ten gevolge van de oorlogstoestanden inde hoofden van verschillende Duitsche staathuishoud-kundigen is doorgedrongen, op onoverkomelijke moei-lijkheden stuiten, ook wanneer men het probleem uitden gezichtshoek van het arbeidersvraagstuk bekijkt.

Het is nog onzeker wanneer en tot welke grenzende in uitzicht gestelde democratiseering zal wordendoorgevoerd. Verder dan zij in Engeland, Frankrijk enNederland gevorderd is, zal zij — indien zij niet on-verwachts, als in Rusland, door een revolutie wordsdoorkruist — wel niet gaan. Men behoeft zich maarde voortdurende klachten onzer in staatsdienst werkendearbeiders te herinneren, om te begrijpen dat men bij eenorganisatie van het geheele bedrijfsleven in staatssocia-listischen geest het arbeidersvraagstuk op de spitsdrijven zou en de scherpste kanten daarvan naar vorenzou brengen.

Maar bovendien, al zou de staatsrechtelijke hervor-

Page 99: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

TEN AANZIEN VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW. 87

ming in Pruisen z66ver gaan, dat zij niet slechts aande staatsrechtelijke bevoorrechting van den adelstandeen einde maakte, maar zelfs de sociaaldemocratieop het kussen bracht, dan zou daarmede de econo-mische macht, waarover de jonkers hoofdzakelijkmaar niet uitsluitend op agrarisch gebied beschikken,hoogstens ingeperkt maar nog niet gebroken zijn.Zelfs een staatkundige hervorming, welke met eenvreedzame maar niettemin grondige revolutie zou g-elijk-staan, zou de leiding van het economisch leven nog nietin handen der vakvereenigingen leggen ; en slechts als deeconomische omwenteling z66ver ging, dat de vakver-eenigingen de leiding der bedrijven in handen kregen,zou de staatssocialistische bedrijfsorganisatie niet op hetarbeidersvraagstuk behoeven of te stuiten. Dat zij inder-daad z66ver gaan zal, m. a. w. dat de Keizer met zijnetoezegging tot afschaffing der standsvoorrechten hetvoorspel der sociaal-democratische ordening van heteconomisch leven zou hebben ingeluid, verwacht intus-schen wel niemand. Het is dus ijdel, zich er in te ver-diepen, op welke groote bezwaren de stramme bedrijfs-organisatie, welke Naumann en anderen zich voorstellen,zelfs onder die omstandigheden, zou stranden.

Op bet arbeidersvraagstuk ga ik later 1) en niet alleenmet het oog op Duitsche toestanden nader in. Thanswil ik eerst nog een oogenblik stilstaan bij de plannen,welke men bij beide groepen van oorlogvoerenden tenaanzien van den landbouw koestert.

1 ) Zie onder IX.

Page 100: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

88 HUN HERVORMINGSPLANNEN

Zoowel in de Midden-Europeesche staten als bij degeallieerden staan die plannen duidelijk in het teeken vanhet streven naar vermindering der wederzijdsche eco-nomische afhankelijkheid. Men beseft wel allerwegendat economische onafhankelijkheid slechts tot op zekerehoogte te bereiken is en dat in het moderne economischleven geen enkel land het internationale goederenverkeerkan missen en in zichzelf genoegzaam zijn kan. Nu menechter gezien heeft, welk een invloed de oorlog op descheepsvrachten en daarmede op den prijs der levens-middelen heeft, alsmede hoezeer de handelsscheepvaartdoor een duikbootenactie kan worden gehinderd, zintmen op middelen, om in de toekomst bij een mogelijkeherhaling van een slachting, als wij thans om onsheen zien, ten minste voor zijn eerste levensmiddelen,het internationaal ruilverkeer zooveel mogelijk te kun-nen ontberen.

Duitschland prijst zich als het ware elken dag geluk-kig, dat het bij het uitbreken van den krijg niet nogverder op den ontwikkelingsweg van een agrarischentot ten industriestaat was gekomen. Daaraan dankt het,dat het economisch isolement waarin het werd gebracht,voor zijne ingezetenen alleen groote ontberingen tengevolge had, maar niet tot een werkelijken hongersnoodleidde, welke tot het opgeven van den strijd moestdwingen. Het spreekt wel van zelf, dat Naumann inzijn beschouwingen over het toekomstige Midden-Europadit probleem niet voorbijgaat maar het is teekenendvoor den geest, die er in Duitschland rondwaart, dat hijhet niet bij den wortel durfde aanpakken.

Wie ook maar eenigszins met den Duitschen landbouw

Page 101: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

TEN AANZIEN VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW. 89

bekend is, weet dat de landhuishoudingen van de rid-dergoedbezitters aldaar over het algemeen allesbehalvemodellen van intensieve „Wirthschaft" zijn. Men lost hetvraagstuk, waarom het hier gaat, niet op, door — gelijkNaumann doet — er op te wijzen, dat de landbouw inHongarije nog zeer weinig intensief is en dat de bodemdaar bij een meer wetenschappelijke bewerking twee a.driemaal meer zal kunnen opleveren dan thans.

Op zichzelf genomen, is dat wel onbetwistbaar enwordt het ook niet betwist. Hongarije staat nog pasaan het begin van zijne economische ontwikkeling ; hetheeft natuurlijke rijkdommen waardoor het, bij intensieveen technisch hoog ontwikkelde exploitatie, in de toekomsteen der rijkste landen van Europa zal kunnen worden.Het is daarom verklaarbaar, dat Naumann, vooral waarhij aan de bevoorrechte positie der riddergoedbezittersin het eigen land niet durfde tornen, zich er mee ver-genoegde, voor den Midden-Europeeschen opperstaatnaar Hongarije te verwijzen, dat bij betere behandelingzijner gronden aan Duitschland zal kunnen opleveren,wat dit land, behalve de producten van zijn eigen land-bouw, aan graanvruchten behoeft om zijne bevolking,bij een nieuw isolement, voor ontbering te vrijwaren.Toch zal Midden-Europa op die wijze niet lang geredkunnen worden, indien het — wat wel de bedoelingniet zijn zal — zijne industrieele ontwikkeling niet aanzijn agrarische onafhankelijkheid wil opofferen.

Hongarije is wel is waar nog in hoofdzaak een land-bouwstaat, maar het bevindt zich, naar den indruk dienmen er krijgt, wanneer men land en yolk wat meerleert kennen dan de pleizier-reiziger doet, aan den

Page 102: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

90 HUN HERVORMINGSPLANNEN

vooravond eener machtige ontwikkeling. De natuurlijkehulpbronnen daarvoor zijn overvloedig aanwezig. Wan-neer het inwendig tot politieke rust zal zijn gekomen;zijn aandacht niet meer in hoofdzaak zal behoeven tewijden aan het vraagstuk der magyariseering van deverschillende tot zijn gebied behoorende nationaliteiten ,meer dan thans invloed op den gang der staatszakenzal toekennen aan de bevolking; op het revolutionnairevoorbeeld van Rusland of het evolutionnaire voorbeeldvan Pruisen de bevoorrechting der hoogere standen zalopruimen, en bovenal het vraagstuk der volksontwikke-ling krachtig ter hand zal nemen, staat een rijke econo-mische toekomst voor het land open.

Een yolk dat, hoewel nog slechts half ontwaakt,zulke groote economische mogelijkheden voor zichheeft, zal er zich wel voor wachten om door handels-verdragen met bevriende staten, — al is de band methen door den oorlog, waarin zij schouder aan schouderstonden, nog zoo zeer versterkt en aangehaald — zijneontwikkeling aan banden te leggen.

De roi, die in het denkbeeld van den Midden-Euro-peeschen opperstaat aan Hongarije wordt toebedeeld,bestaat hierin, dat het zoolang mogelijk landbouwstaatmoet blijven, om Duitschland in de gelegenheid te stellenzijne industrie te ontwikkelen zonder voor zijn graan-voorziening te veel van Rusland en van overzeeschelanden afhankelijk te worden. Het zou getuigen vanbijim misdadige kortzichtigheid der Hongaarsche staats-lieden, indien zij op een economisch bondgenootschap,dat op zulk een rolverdeeling gevestigd was, ingingen.

Het is dan ook geen toeval, dat toen het verkorte

Page 103: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

TEN AANZIEN VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW. 91

verslag van hetgeen ik over Naumann's denkbeeldenin mijne lezingen in de departementen Amsterdam enRotterdam van de Maatschappij van Nijverheid zeide,tot het misverstand aanleiding gaf, als zou ik de waar-schijnlijkheid der vestiging van diens Midden-Europee-schen opperstaat hebben bepleit, daartegen juist dooreen Hongaarschen staatsman werd opgekomen. Hoeaanlokkelijk de vestiging van zulk een economischenbond voor Duitschland en speciaal voor Pruisen ookmoge wezen, voor Hongarije zou het zoete daarvanmet zooveel bitters vermengd zijn, dat een ingewijd engezaghebbend man reeds in opstand komt, als hij meentdat een onzijdig vreemdeling zijn land bereidwilligheidtoedicht om dezen drinkbeker te ledigen.

Duitschland zal de moeilijkheid der combinatie vanzijn innerlijk tegenstrijdig streven naar industrieele ex-pansie en agrarische onafhankelijkheid niet op de schou-ders van bevriende natien kunnen afwentelen. Het zaldie innerlijke tegenstrijdigheid zoo goed mogelijk in zichzelf moeten overwinnen.

Elk land, dat over het tijdperk heen is van in hoofd-zaak landbouwstaat te wezen — en Duitschland heeftzich seders 187o met bijna ongeevenaarde snelheid enkracht over dat tijdperk been ontwikkeld, — heeft voorzijne steeds aangroeiende industrieele bevolking allengsminder voldoende aan de voortbrengselen van zijn eigenbodem en heeft een gestadig toenemend deel zijnernijverheidsproducten noodig, om in te ruilen tegen brood-koren van andere landen, welke meer graan verbouwendan zij voor eigen behoefte moeten behouden.

Page 104: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

9 2 HUN HERVORMINGSPLANNEN

Geen land in Midden- en West-Europa is er, datdeze ontwikkeling niet heeft doorgemaakt of niet bezigis zich in die richting te bewegen ; de West-Europeeschelanden zijn daarin over het algemeen alleen wat verdergevorderd dan Duitschland en Oostenrijk.

Daartegen valt niet te reageeren ; het is een econo-misch onvermijdelijk gevolg van de wijziging in getal-sterkte der industrieele- en der boerenbevolking ten gun-ste van de eerste en ten koste van de laatste. Welechter kan men dit g-evolg verschuiven, indien men erin slaagt zijn eigen landbouw op hooger peil vanwetenschappelijke intensiviteit op te voeren en daardoorin verhouding tot het deel der bevolking, dat er zichmede bezig houdt, aan den bodem een hooger rende-ment of te dwingen. Dit is dan ook de weg, welkenDuitschland, indien het zoolang en zoover mogelijkeconomisch onafhankelijk wil blijven, op zal moetengaan, desnoods tegen zijne agrariers in. Maar deze wegzal voor het land niet glad geeffend zijn. Opdat deDuitsche landbouw zijn hoogste rendement zal kunnenafwerpen, zal eerst met het groot-grondbezit der land-jonkers moeten worden afgerekend.

Men haalt uit het land niet het hoogste wat mener uit trekken kan, als men het in bezit laat van half-feodale groot-grondeigenaars. Op dit punt heeft de er-varing feitenmateriaal genoeg geleverd. Voor den meestintensieven landbouw is niet het groot- maar het middel-soort-bedrijf de meest geschikte vorm. Te dezen aan-zien is er een hemelsbreed verschil tusschen landbouwen nijverheid.

Dit onderwerp heeft, voor zooveel Midden-Europa be-

Page 105: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

TEN AANZIEN VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW. 93

treft, voor ons alleen in zoover belang, als het doet zien,welke groote, om niet te zeggen onoverkomelijke hinder-palen zoowel op agrarisch als op industrieel terrein aande verwezenlijking van het ideaal van een economischonafhankelijk Midden-Europa in den weg zullen staan.

Die hinderpalen zullen wel wezenlijk worden ver-minderd, als de democratiseering, welke de Keizer inuitzicht heeft gesteld, spoedig haar beslag krijgt. Maarzelfs als dit geschiedt, zal daarmede het grootgrond-bezit der landjonkers nog niet hebben plaats gemaaktvoor een verdeeling van den grond in boerderijen vanmiddelmatige grootte, toebehoorende aan eigengeerfdeboeren of in exploitatie bij pachters met lange pacht-overeenkomsten. Indien het in Duitschland al tot zulkeene economische revolutie komen zou, dan zou dezeveel dieper ingrijpen en veel langer tijd noodig hebbenvoor hare doorvoering dan de staatkundige hervorming,welke „von allerhochster Stelle" werd aangekondigd,zelfs al ging deze z66 ver, dat zij met eene omwentelingware gelijk te stellen.

De geallieerden staan zeer verschillend tegenover ditvraagstuk. Rusland is nog overwegend een landbouwenden graanexporteerend land.

Frankrijk heeft vooral in het thans bezette Noordendes lands terreinen, welke van groote beteekenis zijnvoor zijn industrie, maar tevens gronden van zeer hoogeagrarische waarde. Het bre- ng-t nog een belangrijk deelvoort van het graan, dat het voor eigen behoefte noodigheeft. In dat land staan ook geen uit het feodale tijd-perk overgebleven agrarische toestanden aan de toe-

Page 106: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

94

HUN HERVORMINGSPLANNEN

passing der meest intensieve cultuur in den weg, en dezeer ontwikkelde coOperatie op landbouwgebied, welkeer het nadeel van de te groote versnippering van het

our ndbezit vermindert, zal na den vrede het strevenonaar meer oordeelkundige behandeling van den grondzeer in de hand kunnen werken.

Voor Italie, althans voor het Noordelijk deel daarvan,met name voor Lombardije, geldt ongeveer hetzelfde.

Geheel anders daarentegen staat Engeland er voor.Daar is de landbouw in vergelijking met handel enindustrie zoozeer in de minderheid, dat Groot-Brit-tannie voor de voeding zijner bevolking haast geheelvan overzeeschen aanvoer van landbouwproducten, metname van granen, afhankelijk is.

De oorlog heeft ook daar te lande op dit zeer ge-wichtige probleem de aandacht gevestigd en een sterkverlangen naar het brengen van verbetering doen ont-staan. Meer nog dan in Duitschland zijn de toestandenop het gebied van de verdeeling van den grond in En-geland onder den invloed van overblijfselen uit betfeodale tijdperk. Naar den vorm zijn de Engelsche wette-lijke regelen betreffende de rechten op den grond nogmeer verouderd dan de Duitsche, maar het groote ver-schil tusschen beide landen is, dat terwijl het Engel-sche conservatisme zich meer tot den vorm bepaalt, betDuitsche het wezen der zaak raakt. In den grond derding-en zijn de toonaangevenden onder de Eng-elschen :democraten, onder de Duitschers : — althans tot nogtoe — conservatieven. In Engeland schroomt men dan

ook niet van verschillende kanten op de noodzakelijk-heid te wijzen, om na den oorlog het kleine landbouw-

Page 107: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

TEN AANZIEN VAN NIJVERHEID EN LANDBOUW. 95

bedrijf op groote schaal tot ontwikkeling te brengen.Men kan dit daar te lande doen zonder het geringstegevaar te loopen daarmede eene sociale of staatkundigerevolutie te ontketenen. Men strijdt thans in Engelandhoofdzakelijk over den juridischen vorm waaronder detoekomstige kleine landbouwbedrijven zullen worden inhet leven geroepen. Die juridische kwestie kan ons koudlaten ; de zaak zelve daarentegen kan voor ons land vangroot belang zijn. In normale tijden gaat immers eenbelangrijk deel van onze landbouwproducten, voor zoo-ver zij voor export bestemd zijn, naar Engeland. Mendenke slechts aan onze boter en onze kaas, om vande exportslachterijen en den uitvoer van verschillendegroente- en vruchtensoorten niet te spreken.

Engeland nu heeft met zijn voorbereiding der verbe-tering van zijn landbouw een tweeledig doel. Het be-oogt niet alleen zijne afhankelijkheid van overzeeschelanden voor de voeding zijner bevolking zooveel moge-lijk te verminderen door een betere, meer oordeelkun-dige behandeling van zijn voor de teelt van voedingsge-wassen geschikten grond. Dit doel staat wel is waarop den voorgrond, maar het wordt met een ander ge-combineerd.

Groot-Britannia is zich bewust, dat velen onder hendie gedurende een paar jaar aan het front een open-lucht-leven hebben geleid, niet meer geschikt zullen zijnvoor het werken in vaak bedompte fabrieken en werk-plaatsen. Dit probleem zal men na den vrede in alleoorlogvoerende landen onder de oogen hebben te zien.In het Vereenigd Koninkrijk zoekt men de oplossing-daarvan in deze richting, dat men de oud-strijders, die

Page 108: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

96 HUN HERVORMINGSPLANNEN.

voor het buitenleven worden geschikt geacht, nuttigwerk wil doen verrichten door kleine boeren van hente maken. Ook hierbij zal het niet altijd van een leiendakje gaan en zal er heel wat ontgoocheling zijn teboeken, als de plannen daartoe in verwezenlijking zul-len gaan.

Het boerenbedrijf is, vooral als het intensief en we-tenschappelijk moet worden beoefend, niet z66 eenvoudig,dat een stadsjongen, die door een verblijf aan het frontaan de fabriek ontgroeid is, het maar „mir nichts, dirnichts" zou kunnen beoefenen.

Onze boeren behoeven voor, die concurrentie nog nietaanstonds aan den haal te gaan. Maar dit neemt nietweg, dat er aan deze plannen een bij uitstek gezondegedachte ten grondslag ligt en dat, al slagen zij niet

aanstonds in hun vollen omvang, zij na betrekkelijk kor-ten tijd toch een verandering van beteekenis kunnenbrengen in de Britsche behoefte aan invoer juist van dieproducten van land- en tuinbouw, welke Engeland voor-namelijk uit ons land betrekt.

Page 109: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

IX. KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

Het is zeer waarschijnlijk, dat de maatschappelijkeveranderingen, welke de oorlog na zich sleepen zal,nog belangrijker en ingrijpender zullen zijn dan depolitieke gevolgen, welke men voor een deel reedsthans kan waarnemen. En het is bijzonder opmerkelijkdat, naar nu al met zekerheid kan worden gezegd,zoowel de sociale als de staatkundige hervormingen enomwentelingen, welke de oorlog heeft gebracht of bezigis voor te bereiden, geheel tegen de bedoelingen enverwachtingen ingaan van hen, die voor het ontketenenvan den krijg, welke haast de heele beschaafde wereldin vuur en vlam heeft gezet, de grootste verantwoorde-lijkheid dragen.

Bij de behandeling van de philosophie der geschiedenisspreekt de Duitsche wijsgeer Hegel herhaaldelijk de ge-dachte uit, dat wegens het begrensd en van stem-mingen afhankelijk zijn van zijn oordeelen en willen,het den mensch beschoren is, dat uit zijn handelenjets gansch anders te voorschijn komt, dan hij bedoelden gewild heeft. Wel nooit heeft het gebeuren in degeschiedenis der volkeren deze waarheid z66 duidelijkveraanschouwelijkt als thans. Welke gevolgen, diedoor niemand der verantwoordelijke regeerders voor-zien werden, de oorlog verder nog zal hebben, ligt

7

Page 110: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

9 8 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

in de nevelen der voor ons ondoordringbare toe-komst gehuld. Die thans nog onzekere gevolgen zullenna ons komende generaties eerst kunnen vastsrtellen enwaardeeren, niet alleen omdat zij dan met werkelijk-heden zullen kunnen rekenen en niet, zooals wij, opzijn best slechts met waarschijnlijkheden, maar ook om-dat zij door den afstand, van waar zij de dingenzullen zien, de hoofdlijnen daarvan beter zullen kunnenonderscheiden dan voor ons mogelijk is. Wij staan teveel in het midden van het grootsche en geweldigegebeuren, dat de menschheid beroert, wij worden te zeerdoor de snelle opvolging der feiten verrast, en on-willekeurig door hetgeen ons het naast ligt, te veelbeheerscht, dan dat wij reeds in staat zouden zijn,om de thans zich z$66 bij uitstek snel voltrekkendestaatkundige en maatschappelijke ontwikkeling met denoodige objectiviteit en de vereischte onderscheidingtusschen hoofd- en bijzaken te zien.

Maar toch staat een ding reeds vast : de staatkundigeen maatschappelijke gevolgen van den oorlog zullengansch anders zijn, dan bevroed, bedoeld of gehooptwerd door hen, die deze moderne zwarte pest overEuropa loslieten.

Het ligt niet in mijne bedoeling mij bier te mengen.in de strijdvraag — waarover de thans levenden het welniet eens zullen worden — of Duitschland den krijg ge-wild heeft, dan wel of, zooals van Duitsche zijde daar-tegen wordt ingebracht, het door de groote troepen-bewegingen in Rusland tot het grijpen naar de wapenenwerd gedwongen. 1k kan daaraan des te gemakkelijker

Page 111: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. 99

voorbijgaan, omdat die vraag voor hetgeen ik hier hebte behandelen, onverschillig is. Immers zelfs van Duitschezijde wordt niet weersproken, dat Frankrijk door denoorlog werd verrast en het is onloochenbaar datEngeland -- met welke bedoelingen dan ook — eerstin den oorlog is gegaan, nadat deze tusschen Duitsch-land en Oostenrijk-Hongarije aan den eenen en Servie,Rusland en Frankrijk met het geschonden Belgie aanden anderen kant reeds uitgebroken was.

Zoowel in Duitschland als in Rusland werd door demilitaire partij bij meer dan een gelegenheid druk uit-geoefend om door een oorlog, die, naar men hoopte, zuive-rend op de internationale toestanden en verhoudingenwerken zou, een einde te maken aan den gewapendenvrede, welke in Europa heerschte en waarin de militairengeen gelegenheid hadden hun kennen en kunnen ten toonte spreiden. Onverschillig nu of de hoofdschuld van hetuitbreken van den voor Europa zoo verwoestenden en uit-puttenden krijg bij de Duitsche dan wel bij de Russischemilitairisten moot worden gezocht, in elk geval komt zitop het hoofd van militairisten neer. Men heeft het rechtdit te constateeren, al vergeet men niet, dat hun drijvenniet tot den oorlog zou hebben gevoerd, als niet ookeconomische motieven in de richting eener krachtmetingtusschen de groote Europeesche mogendheden haddengewezen. In beide genoemde landen nu worden demilitairisten hoofdzakelijk gerecruteerd uit de hoogerestanden, in Duitschland vooral uit den landadel.

Hadden de bevoorrechte standen in Rusland en Duitsch-land maar een oogenblik vermoed, dat het allereersteen misschien ook wel het op den duur allerbelangrijkste

Page 112: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I00 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

gevoig van den door hen verlangden, zooal niet ont-ketenden strijd het opruimen van hun eigen stands-voorrechten wezen zou, dan zou het zwaard wel in descheede zijn gebleven. Nu het op aandrang van mili-tairistisch gezinde jonkers of grootvorsten werd getrokken,is daaruit jets gansch anders te voorschijn gekomen, dande aanstokers tot den krijg gewild en bedoeld hebben.Vandaar dat men bij deze tegenstelling tusschen bedoelingen resultaat onwillekeurig denkt aan hetgeen Hegel alsalgemeene stelling daaromtrent opmerkte.

In Rusland heeft de omwenteling met het oude regimegeheel gebroken en de democratie in haar meest krassenvorm op het kussen gebracht ; in Duitschland .gaat hetdemocratiseeringsproces langs andere, meer geleidelijkverloopende banen, maar het is niet twijfelachtig, dathet ook daar begonnen is en er niet meer te keerenzijn zal. De democratische stroom, waarvan de voorstearmen reeds Langer dan een eeuw geleden West-Europaomvingen en die zich sedert [848 met voile en steedstoenemende kracht over het Westen uitstortte, is thansook in Midden- en Oost-Europa losgekomen. Aan terug-dringen daarvan valt niet meer te denken ; wie ditzou willen beproeven, zou worden doodgedrukt. Volks-stroomingen, als zich in Rusland hebben geopenbaarden in Duitschland beginnen baan te breken, zijn on-weerstaanbaar. Men kan ze hoogstens leiden ; tegen-houden kan men ze niet.

De stroom der democratie, Welke bezig is in Oost-en Midden-Europa de standsvoorrechten op te ruimen,en door het algemeen en geheim kiesrecht de regee-ringen afhankelijk te maken van den volkswil, zooals

Page 113: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITA AL EN ARBEID NA DEN OURLOG. 101

deze zich in de vertegenwoordiging des yolks openbaart,dwingt niet slechts op staatkundig gebied al wat haarweerstaat, tot buigen of bersten. Zij gaat veel dieperen is veel breeder. De staatkundige revolutie of evolutie,waartoe zij voert, is slechts de meest naar voren ko-mende uiting van haar dieper liggende maatschappelijkekracht.

Hetgeen thans in Oost- en Midden-Europa gebeurt,vertoont naast groote verschilpunten ook treffende puntenvan overeenkomst met hetgeen zich in West-Europa in1789 en 1848 afspeelde. Ook toen werden de uitbar-stingen voorafgegaan door jaren van schaarschte, diehet yolk tot vertwijfeling bracht ; ook toen werd hetstreven naar politieke rechten gevoed door het meerof minder bewuste verlangen naar maatschappelijke gelijk-heid. Thans komt daar nog bij, dat in de oorlogvoerendelanden aan de offervaardigheid van het yolk ten dienstevan het vaderland eischen moeten worden gesteld vaneen voorheen onmogelijk geachte zwaarte. Nog nooitwerden de gelederen der volkeren ter wille van hetvaderland zoo schromelijk gedund. Geen stand, geenklasse in de maatschappij der oorlogvoerenden, welkedaaraan niet haar tol heeft betaald en helaas moetblijven voortgaan te betalen. Onder dien druk lijdende volksklassen zeker niet het minst.

Is het dan wonder, dat juist in zulk een tijd, eentijd van zóó groot gebeuren, z66 groot lijden en z66groote veranderingen, het gevoel van recht op een ge,lijk deel in de vruchten van hetgeen men met gelijkeopoffering en gelijke doodsverachting heeft veroverd oftegen zijn vijanden heeft weten te beschermen, zich

Page 114: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

0 2 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

met onweerstaanbare kracht aan de volksklassen op-dringt ? In Oost- en Midden-Europa uit zich dat gevoelvoorshands vooral in de democratische revoluties enhervormingen, die daar op politiek terrein in gang zijnof worden voorbereid. In West-Europa, waar die poli-tieke revoluties en hervormingen reeds in een vroegertijdperk werden doorgemaakt, komt dat gevoel tot uitingin den eisch tot verandering in de verdeeling van hetvolksinkomen ten gunste der arbeidende klasse en vanmedezeggingschap der arbeiders niet slechts op politiek,maar ook op economisch gebied.

Een Fransch verdediger van de rechten der arbeidersschreef verleden jaar in een lezenswaardig, hoewel watzeer idealistisch en zelfs geexalteerd vlugschrift : „Welkburger, die geholpen heeft om de rechten der natie teredden, zal er in toestemmen niet ook zichzelven teredden door te eischen wat in billijkheid aan zijn arbeidtoekomt ? De man, die gehard uit den strijd te-rugkeert, zal de „sournoiserie du sabotage" verachten.Zijn eisch zal open en duidelijk zijn. .De arbeidzal gehandhaafd willen blijven in de erkenning, welkede oorlog hem heeft gegeven. De Franschen die alssoldaten, en als arbeiders (in de wapen- en munitiefa-brieken) de Duitsche invasie hebben teruggeworpen,zullen er zich voor hoeden in hun ambacht een andereinvasie te ondergaan, als deze hen zal berooven van al watzij meenden te hebben verdiend door hun opoffering." 1)

Nuchterder maar niet minder duidelijk sprak Gosling,de president van het in 19 1 6 te Birmingham

1 ) Pierre Hamp, La France Pays Ouvrier, Paris 1916, bl. 37.

Page 115: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I03

gehouden congres van Trade Unions : „Sommigemenschen rekenen met welgevallen op groote loonsver-lagingen. wij trade-unionisten — die reeds veel in denoorlog hebben geleden door het niet gelijk opgaan vanloonen en prijzen — moeten het duidelijk uitspreken,dat, hoewel wij geen industrieelen oorlog zoeken, wijniet van plan zijn om onder de blijdschap over denvrede eenigen verderen aanslag op onzen levensstand-aard te dulden." En hij liet daarop, wat betreft demedezeggingschap in het bedrijf volgen : „wij verlangenniet te zitten in den raad van directeuren of onste mengen in den aankoop van grondstoffen of in denverkoop der producten. Maar wij gevoelen, dat wij alswerklieden recht hebben op een stem — zelfs op eengelijke stem — met het bestuur zelf in het dagelijksch be-heer van de zaak, waarin wij ons arbeidersleven slijten,in welker atmosfeer en onder welker voorwaarden wijhebben te arbeiden ; in de uren van aanvang en eindevan het werk, in de betalingsvoorwaarden en zelfs inde wijze van optreden van voormannen, met wie wijhebben om te gaan."

Ilan duidelijkheid omtrent hetgeen er omgaat in dehoof den en harten der Fransche en Engelsche werk-lieden laten dergelijke uitlatingen niets te wenschenover. En men zal wel niet meenen, dat de arbeidersin Oost- en Midden-Europa er anders over denken,ook al zijn hun gemoederen thans nog grootendeelsvervuld met de verovering of bevestiging hunner poll-tieke mondigheid.

Hoe zullen de ondernemers tegenover de door den

Page 116: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I04 KAPITAAL EN ARBE}D NA DEN DORLOG.

oorlog verhoogde eischen der arbeiders staan ? Tendeele komt het hierbij aan op hun willen, ten deele ophun kunnen. En juist dit laatste is in alle oorlogvoe-rende landen in Europa door den krijg sterk achteruitgegaan.

De wereldstrijd, die om ons heen woedt, heeft overalbestaande tegenstellingen verscherpt en nieuwe opge-roepen. 'Op internationaal terrein zijn die nieuwe ofverscherpte tegenstellingen z66 opvallend, dat men welverplicht is ze te zien. Daarentegen is het op het eerstegezicht niet zoo duidelijk, dat de oorlog in de krijg-voerende landen ook tot groote verscherping der anti-these tusschen kapitaal en arbeid heeft geleid. Toch ishet niet anders. Wat hij in de gemoederen der arbei-ders heeft wakker geroepen of versterkt, zagen wijzooeven. De werkgevers heeft hij wel is waar in hunverhouding tegenover hun arbeiders niet verhard. Veel-eer het tegendeel is aan te nemen. De algemeenedemocratiseerende strooming zoowel op politiek als opsociaal gebied is stellig ook aan het gros der werk-gevers niet ongemerkt voorbijgegaan. In zoover is inde oorlogvoerende landen van de zijde der ondernemerseen grootere ontvankelijkheid te verwachten voor deeischen en verlangens hunner arbeiders, met wie zij zooeven nog schouder aan schouder den gemeenschappelijkenvijand bevochten.

De beteekenis van deze vermoedelijke bereidwilligheidvan werkgevers om zooveel mogelijk aan de eischen hunnerarbeiders toe te geven en zoo het maar eenigszins kan, invrede en vriendschap met hen te leven, is niet te onder-schatten. Zij zal er toe kunnen leiden dat stakingen niet om

Page 117: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I05

verbetering van arbeidsvoorwaarden maar om erkenningvan de vakvereeniging der arbeiders in de toekomstvermeden zullen worden, zonder dat het noodig zijnzal, de werkgevers bij de wet tot erkenning van de ver-eenigingen der arbeiders en van hare wettig gekozenvertegenwoordigers te dwingen.

Dit is reeds veel, maar het is niet alles en het isniet genoeg. Ook waar het aan den goeden wil nietontbreekt, komt het toch in de eerste plaats op hetkunnen aan. „Zet eens een vuist, als je geen hand hebt,"pleegt men in arbeiderskringen te zeggen. De econo-mische macht toch, om aan de eischen der arbeiderstoe te geven, is in de krijgvoerende landen van Europadoor den oorlog bij de overgroote meerderheid derwerkgevers zeer verzwakt. Natuurlijk zijn er wel uit-zonderingen en vindt men er wel takken van bedrijf, diena den oorlog een goeden, hier en daar zelfs een goudentijd te gemoet gaan. Maar regel zal dit in de bellige-rente landen voor handel en industrie vooreerst zekerniet zijn ; slechts voor den landbouw zijn daar de voor-uitzichten over het algemeen gunstig.

Reeds herhaaldelijk waarschuwde ik in woord en ge-schrift tegen het m. i. even bedenkelijke als bodemloozeoptimisme, dat Europa dezen uitputtenden oorlog zoukunnen doorstaan zonder aan een economische crisis teworden blootgesteld, waarvan wij alleen het uitbrekenkunnen voorzien, maar van welker ernst, welker duuren welker gevolgen men zich voorshands geen voor-stelling kan vormen. Wat door mij hierover in hetalgemeen gezegd werd, vond ik onlangs voor de Duit-sche industrie op zeer overtuigende wijze uiteengezet

Page 118: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

i o6 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

in eene brochure getiteld : Geken wir einer flochcon-

iunctur entgegene van Dr. Oscar Stillich, Docent aande Humbolt-Akademie te Berlijn.

De beschouwingen van dezen schrijver zijn ook insociaal-democratische kringen niet ongemerkt voorhij-gegaan. De bekende revisionist Eduard Bernstein, diehet echter met de internationale politiek der revisionis-tische meerderheidsgroep van de Duitsche sociaal-democratie niet vinden kan, schrijft naar aanleiding vandie beschouwingen : „Tegenover de veel gehuldigdeopvatting, dat na het einde van den oorlog de industrieeen grooten opbloei zal tegemoet gaan, heeft Dr. OscarStillich bedenkingen ontwikkeld, die mij groote bewijs-kracht schijnen te bezitten." 1)

De conclusie nu waartoe Stillich komt, heeft speciaalbetrekking op Duitschland, maar zij geldt, behoudensenkele ondergeschikte punten, voor geheel Europa. Ikacht haar uit dien hoofde belangrijk genoeg om haarbier onverkort mede te deelen

„Kwantiteit en kwaliteit der voor Duitschlandseconomische voortbrenging noodige arbeiders zullenna den oorlog anders zijn dan daarvO6r. De verhou-ding der productieve tot de onproductieve elementenzal sterk ten gunste van de laatste zijn verschoven.Het voor de productie beschikbare kapitaal zal nade enorme kapitaalvorderingen door de jarenlangeoorlogshuishouding en door den noodzakelijken in-voer van grondstoffen uit het buitenland, onder de

I ) Eduard Bernstein, Socigldemokratische Plkerpolitik, Leipzig 1917,

bi. 195.

Page 119: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I 0 7

vooropstelling van het herstel der bewegingsvrij-heid van het goud, slechts moeilijk to krijgen zijn.Dit schaarscher zijn van het industrieele kapitaalzal niet slechts ongunstig werken op de loonen (inden zin van een verminderde vraag van het kapitaalnaar arbeiders), maar ook op de rente en den prijs.De rentevoet zal (onder de vermelde vooropstelling)hoog zijn en de prijs der waren zal vooreerst algemeensterk onder het niveau van de oorlogshuishoudingterugvallen. Voor alle waren, die in het binnenland involdoende mate worden voortgebracht, zal die waar-schijnlijk zelfs tot onder het peil der voorafgaandevredesjaren dalen. 1) Het sterkst zal deze prijsdalingzijn bij die waren, welke Duitschland tot nog toe inovervloed produceerde en op de wereldmarkt wierp,tenzij door kartellen een geweldige beperking derproductie en een prijsdictatuur mogelijk is. De grootsteDuitsche uitvoerindustrieen, de machine-industrie, deijzerindustrie, de kolenindustrie, de textielindustrie,de suikerindustrie, de papierindustrie en de chemischeindustrie zullen meer of minder groote exportmoei-lijkheden hebben. Er is voorts in verband met deprijsontwikkeling der fabrikaten van alle voor hungrondstoffen van het buitenland afhankelijke takkenvan nijverheid een productiebeperking uit anderenhoofde noodzakelijk. De door deze bedrijven voort-gebrachte waren zullen ondanks eene door den6oorlog veroorzaakte eventueele opzameling der be-

1 ) Dit schijnt mij wel voor Duitschland, maar niet algemeen waar-

schijnlijk.

Page 120: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

io8 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

trokken grondstoffen in het buitenland eene ver-hooging hunner productiekosten ondervinden, zoo-lang de Duitsche valuta slecht staat, de scheeps-ruimte schaarsch is en het buitenland ons af-zetmoeilijkheden in den weg legt. Gelukt het aanindustrie, handel en landbouw (door aanstelling vanoorlogsinvaliden, vrouwen en kinderen) de loonente drukken, dan kan wel is waar, overal waar hetloon een groot deel uitmaakt van de waarde vanhet product, de anders onder de werking van deduurte der van elders ingevoerde grondstoffen in-tredende prijsverhooging meer dan goedgemaaktworden, zoodat de prijs der producten ook bij eengrondstof-importeerende industrie niet stijgt maarzelfs valt .....

„Zoo zullen in ons vaderland na den oorlog diekenteekenen voorhanden zijn, welke men in het eco-nomisch leven onder den collectieven term „crisis"pleegt samen te vatten : verminderde koopkrachtder menigte, lage loonen, gebrek aan kapi-taal, beperking van het crediet en voor dewaren deels lage, deels hooge prijzen, — meteen woord: stagnatie op de gebieden dereconomische werkzaamheid en achteruitgangvan den gezamenlijken economischen toe-stand in vergelijking met het tijdperk v66rden oorlog."

Dit beeld is naar mijne meening op enkele puntenzelfs voor Duitschland te donker geteekend en voorandere belligerente landen gelden sommige onderdee-len er van in veel mindere mate, men denke slechts

Page 121: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I09

aan de afhankelijkheid der industrie van een onbe-lemmerden export. Maar dit neemt niet weg, dat. dealgemeene indruk, dien men er van krijgt, de werkelijk-heid, welke de eerste vredesjaren, misschien na eenkortstondig tijdperk van fictieven opbloei, te zien zullengeven, treffend weergeeft. Vooral is in deze voorstellingopmerkelijk en voor ons onderwerp van bijzondere be-teekenis, dat verlaging der loonen een der voorwaardenvan de industrieele herleving zijn zal. Of dit onderdeelder teekening juist is, staat nog te bezien, maar datin de landen, waar de productiekracht zoo sterk isachteruitgegaan, de werkgevers wel zullen moeten trach-ten ook op dit onderdeel hunner bedrijfskosten te be-zuinigen, is niet twijfelachtig.

Wie daartegenover stelt hetgeen zooeven in herinne-ring werd. gebracht over de eischen en aspiraties derarbeidende klasse en over de verhoogde kracht, welkede oorlog daaraan in de belligerente landen heeft ver-leend, kan zich niet ontveinzen, dat zich aan den econo-mischen hemel zware onweerswolken beginnen samente pakken en dat er heel wat door orkanen en bliksem-slagen zal worden ontworteld en verwoest, v66r Europazal kunnen genieten van de gezuiverde atmosfeer, welkeook op dit onweer zal volgen.

Door ieder wordt gevoeld, dat de heele beschaafdewereld thans leeft op een zwaar werkende vulkaan, maarmen beseft over het algemeen nog veel te weinig, datals het militaire vuur, dat door dien berg thans wordt uit-gespuwd, eindelijk zal hebben uitgewerkt, men helaas nietzal mogen rekenen op een tijdperk van rust en verade-ming. Het gevaar is groot dat de sociale rommelingen,

Page 122: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I I 0 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

Welke reeds nu voor hen, die het oor daartoe te luiste-ren leggen, waarneembaar zijn, na het sluiten van denvrede door nieuwe uitbarstingen zullen worden gevolgd,die in de krijgvoerende landen van Europa een vuurzullen uitbraken, dat nauwlijks minder verterend zijn zaldan het krijgsvuur dat thans zijne verschrikkingen overde wereld verspreidt.

In de landen die tot nog toe het geluk hebben gehad.neutraal te kunnen blijven, heeft de oorlog de aangewezenverscherping van het conflict tusschen kapitaal en arbeidniet gebracht. Maar men kan er zeker van wezen, dat debinnenlandsche strijd en de uitbarstingen, die in de belli-gerente landen daarvan het gevolg zullen zijn, hun terug-slag in de geheele wereld, ook in de onzijdige landen,zullen doen gevoelen.

Het is jammer genoeg, dat dit hier te lande nog zooweinig wordt beseft, en dat als gevolg der miskenningvan den ernst der sociale toekomst zooveel kracht wordtverspild aan den strijd over onderwerpen, die tegenoverde reusachtige problemen, welke die toekomst aan alle be-schaafde volkeren, zonder onderscheid, stellen zal, nauw-lijks meer dan futiliteiten kunnen worden genoemd.

Vooral in Engeland heeft men begrepen, dat men zichzoo goed mogelijk een objectief oordeel moest vormenover den maatschappelijken strijd, die na den oorlog tewachten staat en welke nog moeilijker en ingewikkelderzal worden, doordien het vraagstuk van den vrouwen-arbeid en het probleem van het aan het werk zettenvan invaliden, zonder dat daardoor indirecte druk uit-geoefend wordt op de loonen der volsiagen arbeiders,

Page 123: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. III

in de oorlogvoerende landen onder de nieuwe toestandenveel scherper gesteld zullen worden, dan voorheen ooithet geval was.

De sectie voor staathuishoudkunde en statistiek van„the British Association for the Advancement of Science"heeft naar de elementen, die op een komende „socialunrest" wijzen, een onderzoek ingesteld en daarbij haaraandacht gewijd aan verschillende, ook hier te landebekende, pogingen tot voorkoming van den indus-trieelen strijd.

Als voorbeeld noem ik de „profit-sharing", het deelgeven in de winst der onderneming ook aan de arbei-ders, het nog verder gaande „co-partnership", waarbijde arbeiders deelhebben ook in het kapitaal der onder-neming, en de uiterste consequentie van deze socialeproefnemingen, de productieve coOperatie. Men komtbij dat onderzoek terecht tot de conclusie, dat in dierichting de oplossing niet moet worden gezocht. On-der zeer gunstige omstandigheden kunnen zulke proef-nemingen wel hier en daar slag-en, maar de ervaring--heeft er vrijwel overal over ten gericht gezeten en zeals factoren van beteekenis bij de industrieele hervor-ming en ontwikkeling der maatschappij te licht bevonden.Zij eischen van de arbeiders „en bloc" eigenschappen,waarover slechts enkelen onder hen beschikken en zijworden door de vakvereenigingen met leede oogen aan-gezien, omdat deze er terecht of ten onrechte poginger.achter zoeken, om den georganiseerden strijd der arbei-ders voor betere arbeids- en levensvoorwaarden te ver-wateren en te verzwakken.

Langs dezen weg is de bereiking van den socialen.

Page 124: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I I2 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

vrede niet met eenige kans op succes te beproeven ,het onderzoek van de „British Association for the Advan-cement of Science" wijst dan ook in andere richting.

Naar aanleiding van deze uiting over hetgeen deervaring heeft geleerd omtrent het onvoldoende enondeugdelijke van de „profit-sharing" en het „co-partner-ship" also middelen om tot den socialen vrede te komen,heeft de heer H. Polak, de bekende voorzitter van denAlgemeenen Nederlandschen Diamantwerkersbond zichin het Weekblad van Bien bond van 26 Januari 1917over mij vroolijk gemaakt.

„Viet zonder eenig leedvermaak — zoo schreef hij —lazen wij deze beschouwing, die niets minder is dan deerkenning door den heer Treub van het fiasco eenerpolitiek-economische stelling, waarvan hij de vader is enwaarop de vrijzinnig-democratische partij sinds jarenteert: namelijk de these der tempering van den klas-senstrijd.

„Immers, die fameuze tempering heette te kunnen ente zullen plaats hebben door toepassing juist van alle demiddelen en methoden, waarvan de beer Treub thansde volkslagen onbruikbaarheid proclameert ! Profit-sharing, co partnership, productieve coOperatie : het isde heer Treub, die sinds vele jaren de propagandist,de profeet van deze dingen was."

Gesteld een oogenblik, dat het hiermede inderdaadzoo gesteld was als de beer Polak het voorstelt, danzou ik hem zijn leedvermaak gaarne gunnen. Waarlijk,men behoeft zich niet te schamen, als men op een ofander punt, hoe gewichtig het ook zijn moge, als ge-

Page 125: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. 113

volg van den oorlog van meening is veranderd. Wat errinds 1914 in Europa en sedert enkele maanden overongeveer de heele beschaafde wereld gebeurt, is z66overweldigend, grijpt z66 diep in alle politieke en maat-schappelijke verhoudingen in, dwingt z66 zeer tot toetsingvan het eigen oordeel aan den nieuwen en te vorenzelfs niet voor mogelijk gehouden loop der dingen, datmen het gerust kan bekennen, als zulk een toetsing totrevisie van dat oordeel leidt. Veeleer beschamend ishet, dat over het algemeen het geweldig gebeuren omons been onze tijdgenooten zoo weinig tot dieper naden-ken heeft gebracht en hen nog slechts bij uitzonderinger toe heeft bewogen hunne oude meeningen, waarin zijzich door de macht der routine zoo gezellig thuis ge-voelen, eens grondig te toetsen aan de toestanden, diede oorlog heeft teweeggebracht of doet verwachten, endie meeningen voor zooveel noodig te herzien.

De beer Polak beging evenwel een vergissing, toenhij meende dat eerst de oorlog mij er toe gebracht had,profit-sharing, co-partnership en productieve cooperatiete wegen en te licht te bevinden. Het is juist, dathet Sociaal W eekblad in het laatst van de vorige eeuwdeze dingen aanprees, als kunnende leiden tot den soci-alen vrede en tot tempering van den klassenstrijd, endat ik destijds daarvan ook gedurende enkele jarengroote resultaten verwachtte. Maar de ontgoochelingkwam bij mij lang v6Or den oorlog, reeds bij het in-treden van de eeuw, waarin wij thans leven. Toch isdaardoor mijn standpunt ten aanzien van den klassen-strijd niet gewijzigd en ben ik blijven doorgaan te ver-kondigen, dat de maatschappelijke organisatie zich tot

8

Page 126: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I 14 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

hooger peil zal ontwikkelen niet langs den weg vanverscherping maar van tempering van den klassenstrijd.En ik ben in dat oordeel zelfs niet geschokt, nu ikeven goed als de belijders van de sociaal-democratischeleer van den klassenstrijd, voor de eerste jaren na denoorlog geen verzachting maar veeleer ernstige verscher-ping daarvan voorzie.

In den tweeden druk van mijne „brie hooldstukkenuit de geschiedenis der Staathuishoudkunde" , welke in1904 verscheen, schreef ik : „De eischen, welke deproductieve associatie aan Naar beoefenaars stelt, zijnslechts in uitzonderinggevallen voor dezen niet te zwaar.Of dat in de toekomst anders worden zal, is niet tevoorspellen. Betere resultaten heeft de samenwerkingvan kapitaal en arbeid in sommige zoogenaamde „ co-partnershipsondernemingen" opgeleverd, maar ook hierzijn zoovele moeilijkheden, dat deze ondernemingsvormhet nog niet tot een krachtigen wasdom heeft kunnenbrengen.

„Wie niet blind is voor de feiten der maatschappe-lijke ontwikkeling, moet erkennen dat de arbeiders totnog toe betere resultaten hebben bereikt, waar zij ernaar gestreefd hebben hunne arbeidsvoorwaarden als loon-arbeiders te verbeteren, dan waar zij gepoogd hebbenhunne positie als loonarbeider voor die van deelgenootin een productieve onderneming te doen plaats maken"(bl. 128).

In een noot voegde ik daaraan toe : „Wie het hiergeschrevene vergelijkt met het slot van het artikel :„Van slavernij tot co-partnership" in de Vragen desTijds van 1898, van welk artikel dit opstel grooten-

Page 127: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. 115

deels een reproductie is, zal bemerken, dat mijne ver-wachtingen omtrent de productieve coOperatie eenigejaren geleden hooger gespannen waren dan thans. Na-dere bestudeering der coOperatie heeft mijne verwach-tingen van hetgeen de coOperatie in het algemeenbijdragen kan tot de maatschappelijke ontwikkeling nogversterkt, maar mij tevens de overtuiging geschonkendat daarbij de productieve associatie vooreerst geen be-langrijke rol spelen zal."

En in het in 1 903 verschenen tweede deel van mijnboek over Het wijsgeeri g-economisch stelsel van Karl

Marx, schreef ik over dit onderwerp:„De productieve coOperatie daarentegen, de coOperatie

die de arbeiders aan hun eigen, voor gezamenlijkerekening uitgeoefende zaak zou lelpen en die de leuze :„de werkplaats voor de werklieden" in vervulling zoubrengen ; -- zij is gebleken niet in staat te zijn, dehooge verwachtingen te vervullen, welke een dertig-of veertigtal jaren geleden van haar werden gekoesterd.Vooral de geschiedenis der productieve coOperatie inFrankrijk is leerzaam ; wat al illusies ten aanzien vande productieve coOperatie zijn daar sedert 1848 in rookvervlogen ! Welk een opoffering van geld en krachthebben ze gekost, de in aantal betrekkelijk geringe,in omvang slechts bij uitzondering eenigszins beteeke-nende productieve associaties, waarvan het meerendeelnog met jaarlijksche regeeringssubsidies en dergelijkeondersteuningen moet worden op de been gehouden.

„De productieve cooperatie, die de wereld uit debanden van het loonstelsel verlossen zou en de kroonzou zetten op de coOperatieve beweging ; voor welke

Page 128: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

116 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

de andere takken daarvan als treden zouden dienstdoen, ten einde haar to helpers bij het omhoog stijgen?zij is in de koude werkelijkheid een nauwlijks levens-vatbare stumper gebleken, die met strompelendeschreden achter hare krachtige en levensvolle zustersblijft aansukkelen.

„In het practische Engeland, dat de cooperatie zoobij ervaring kent, heeft men de productieve associatieomgezet in het co-partnership, een tusschenvorm tusschende productieve-, de verbruiks- en de credietcoOperatie,en ook elders wordt deze gedaantewisseling nagevolgd.

„Of die gewijzigde — en stellig verbeterde — vormvan cooperatie zich eenigszins in gelijk tempo zalkunnen ontwikkelen als de verschillende vormen vanzuivere koopers-cooperatie zal nog moeten blijken"(bl. 133/4).

Deze aanhalingen laten wel geen ruimte voor twijfelover, dat het leedvermaak van den beer Polak elkenfeitelijken grondslag mist. Mijnerzijds wil ik mij nu nietvroolijk maken over het gebrek aan geheugen van denbeer Polak. Zelfs Homerus slaapt wel eens. De vraaghoe mijn oordeel over profitsharing, co-partnership enproductieve cooperatie in mijne algemeene overtuigingomtrent den klassenstrijd en zijne ontwikkeling past,ligt hier buiten mijn bestek.

1k moest hierbij wel een oogenblik stilstaan, omdat,hoezeer in de tegenwoordige omstandigheden verande-ring van opinie ook gerechtvaardigd zijn kan, ik hettoch niet kan toelaten, dat speciaal in arbeiderskringende legende zou worden verspreid, als zoude ik plotseling„de volslagen onbruikbaarheid" hebben geproclameerd

Page 129: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I I 7

van dingen, waarvan ik „sinds vele jaren de propa-gandist, de profeet was."

De sectie voor staathuishoudkunde en statistiek vanhet Britsche Genootschap voor de bevordering derWetenschappen, met welker onderzoek wij ons bezighielden, ziet de noodzakelijkheid in van verder uitge-bouwde organisatie der industrie ook in dezen zin, datde ondernemers georganiseerd zullen optreden nietalleen tegenover hunne afnemers, maar ook tegenover devereenigingen der arbeiders en dat zij met deze overlegzullen plegen over de hoofdpunten in de vooruitzichtender industrie en over de mogelijkheid het brengen vanverbetering in de productiewijze. Voorts dat zij in over-leg met de vakvereenigingen regelingen zullen treffen,om ook de arbeiders zelf economisch te interesseerenbij veranderingen in de inwendige inrichting der fabrie-ken, waardoor, hetzij tengevolge van invoering van nieuwemachines, hetzij als gevolg eener verbeterde organisatievan het werk, arbeid wordt gespaard, of, anders uitge-drukt, het nuttig effect van den arbeid wordt ver-hoogd.

Dit alles is bij uitstek moeilijk en eischt een grootemate van goeden wil zoowel bij ondernemers als bijarbeiders. De ondernemers zullen over het algemeenheel wat hebben te veranderen in hun tot nog toetegenover hunne arbeiders en de arbeiders-organisatiesgevolgde wijze van optreden, maar de arbeiders vanhun kant en hunne organisaties zullen zich niet mindergrondig hebben te herzien.

Tegenover het vele goede, dat de vakbeweging op

Page 130: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

1 1 8 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

haar credit schrijven mag, staat eene groote schaduw-zijde, namelijk de door haar op hare leden uitgeoefendwordende drang, om geen sterker woord te gebruiken,om toch vooral niet hun uiterste krachten in te spannenen om ook bij grooter arbeidsvermogen niet meer tepresteeren dan een op zijn gemak werkend man vanhet yak met gemiddelde bekwaamheid en gemiddeldenijver aan arbeid leveren kan. Deze tendenz der vak-vereenigingen wordt slechts bij uitzondering door dezeopenlijk erkend, maar zij is niettemin vrij algemeenaanwezig, en dat zeker niet alleen in Engeland. Overal,hier te lande zoo goed als elders, heeft de vakvereeni-ging dien half verborgen trek. Begrijpelijk is het ont-staan en de taaiheid van die tendenz wel ; immers dearbeiders redeneeren deels bewust, deels slechts halfbewust aldus : „indien wij onze uiterste krachten geven,worden onze eenheidsloonen naar die hoogste arbeids-intensiteit gemeten en werken wij ons — zooals degeijkte expressie is — dood ter wille van onze werk-gevers." De zucht om bij het werken in uurloon zich vooralniet te veel in te spannen en de afkeer tegen stukloon,welke in arbeiderskringen haast algemeen is, zijn uitin-gen van een en denzelfden geest.

Dien geest bij de arbeiders uit te drijven, zal zekerniet gemakkelijker gaan, dan om de werkgevers en hunneorganisaties te brengen tot geregeld overleg met dearbeiders en hun vakvereenigingen. En toch moet hetdien kant uit, zoowel bij de werkgevers als bij de werk-lieden, wil men tot die hoogste intensiteit der productiekomen, naar welke men na den oorlog in alle oorlog-voerende landen streven zal, en die men tegenover de

Page 131: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I 19

enorme verwoestingen aan kapitaal en arbeidskracht,welke hebben plaats gehad, wel zal dienen te verwezen-lijken, wil men op economisch gebied niet blijvend tenachter raken. En ik behoef wel nauwelijks op te mer-ken, dat, indien het in de groote landen gelukken zaldien weg met goed gevolg op te gaan, de kleine welzullen moeten volgen, willen zij het relatieve voordeelvan geen arbeidskracht en minder kapitaal te hebbenverloren, niet binnen korten tijd geheel inboeten.

Toen ik de bovenstaande meening over den drangder vakvereenigingen op hare leden, om toch vooral niethun uiterste krachten in te spannen, in de HaagschePost had uitgesproken, werd ik daarover door twee yak-vereenigingsleiders ter verantwoording geroepen. Deheer Polak sprak in zijn reeds aangehaald artikel inhet Weekblad van den Algemeenen NederlandschenDiamantbewerkersbond van een beschuldiging, die allengrond mist, en het onder redactie van den heer Oude-geest staande blad De Vakbeweginp,- zeide in het hoofd-artikel van 26 Januari 1907 : „de vakvereenigingen mis-sen die tendenz".

1k zou kunnen volstaan met de heeren te verwijzennaar het bekende werk van den Engelschen schrijverDavid F. Schloss, getiteld : Methods of IndustrialRemuneration, waar men zelfs een brief in vindenkan van een Engelschen vakvereenigingsleider aan eenwerkgever, waarin hij mededeelt, hoeveel werk deleden zijner vereeniging maximaal per uur zullen ver-richten. Schloss voegt aan de vermelding van dienbrief toe : „Men zal begrijpen, dat als een arbeider inzulk een geval na drie kwartier bemerkt, dat hij het

Page 132: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

1 20 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

bepaalde maximum bereikt heeft, hij er dan recht opheeft en door de afspraak met zijn mede-arbeiders ertoe gebonden is, gedurende de overblijvende vijftienminuten met gekruiste armen te blijven staan" 1).

Maar ik zal mij tot dat voorbeeld uit Engeland nietbepalen en ik behoef dit niet te doen, omdat de heerenPolak en Oudegeest zelf onwillekeurig het voldingendebewijs leveren, waartoe zij mij sommeeren. Op zijnesommatie laat de heer Polak namelijk onmiddellijk volgen:

„Intusschen willen wij gaarne de mogelijkheiderkennen, dat er vele, zeer vele arbeiders zijn, wel-licht vormen zij zelfs de meerderheid, die zich bijhet volvoeren van hun taak nu juist niet tot hetuiterste inspannen, zonder evenwel tot lijntrekkente vervallen.

„En wij zullen de laatsten zijn, om hen ongelijkte geven.

„Waarom ook zouden zij zich kapot werken?Om het beetje loon, dat zij krijgen ?"

De heer Oudegeest laat zich in geheel denzelfdengeest uit :

„De arbeider, die op uurloon werkt, doet zooveelals een „op zijn gemak" (lees : rustig) werkendman van het yak met gemiddelde bekwaamheiden gemiddelden ijver aan arbeid leveren kan."

„Zoo is het ! Een waarheid als een koe ! Maarzet nu in de plaats van arbeider, het woord ambte-naar, kamerlid, professor, minister, — wat Treubzegt, blijft waar : de gemiddelde mensch vertegen-

1) Zie bl. 2 2 van den derden druk.

Page 133: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I 2 I

woordigt de over- overgroote meerderheid , ditgeldt voor alle klassen in de maatschappij.

„Maar Treub wil, dat de enkelen, die „grooterarbeidsvermogen" hebben, hunne „uiterste krach-ten" zullen inspannen."

„Welk recht heeft hij om dit te vragen ? Doende ambtenaren enz. dit ? In hunne vast bezoldigdebetrekking zeker niet. Als zij het doet, is het voornevenverdienste. Eene hoogst enkele uitzondering,waaronder wij Treub zelf gaarne rangschikken,daargelaten.

„Bovendien heeft hij het recht niet om dezeneisch te stellen, daar het uurloon geheel op gemid-delden en niet op buitengewoon goeden of snellenarbeid is gebaseerd. Dit weet ieder, die iets vanhet loonvraagstuk afweet en zeker Treub zelf.Indien het uurloon gebaseerd ware op buitengewooninspannenden arbeid, zoodat ieder, die normaalwerkte, ontslagen zou worden, dan zou er redenkunnen zijn den eisch van „uiterste krachtsinspan-ning" te stellen."

Meer bewijzen voor hetgeen ik zeide, behoeft menwel niet, wanneer twee z66 invloedrijke mannen in deNederlandsche vakbeweging als de heeren Polak enOudegeest aldus over het „rustig" werken der arbei-ders schrijven. Zij kennen toch hun eigen invloed welin de arbeiderswereld en op de leden der „neutrale"vakvereenigingen. Maar welk een ernstig en treuriggemis aan besef van de pxdagogische beteekenis hunneruitlatingen spreekt er dan uit hun woorden ! Zeker, onderde door Oudegeest genoemde categorieen van personen

Page 134: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I 2 2 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

zijn er maar al te veel, die zich niet veel moeite geven,maar voor de meerderheid hunner geldt dat toch, voorzoover mijn ervaring reikt, gelukkig niet. En al zouOudegeest gelijk hebben, wordt dan zulk een wijze vanopvatting van hun taak bij ambtenaren, enz., door per-sonen van eenig gezag uit bourgeois-kringen soms ver-goelijkt ? Gaat niet ieder er zooveel mogelijk tegen in,doet niet ieder, die zich in het openbaar of in particu-here gesprekken uitlaat, voorzoover hij niet zelf totde gemakzuchtigen behoort — en dat zal wel niemandvan mannen als Polak en Oudegeest zeggen — zijnuiterste best om den Jan-Salie-geest uit het yolk ookin zijn hoogere en midden-lagen uit te drijven ? Hetzou een misdaad zijn tegenover land en yolk, als in-vloedrijke „bourgeois" het kwaad, waarop ik ten aan-zien van de arbeiders wees, ten opzichte van hun eigenklassegenooten verontschuldigden. Maar zij hebben dit bijmijn weten, gelukkig nimmer gedaan. En wat zou ervan ons yolk terecht komen, als onderwijzers tegenoverhunne leerlingen een gemakzucht vergoelijkten, alsPolak en Oudegeest bij de arbeiders, gelijk zij zelvenzich niet kunnen ontveinzen, door hun uiterst verschoo-nende woorden zelfs aanwakkeren !

Niet slechts voor de toekomst der arbeidersbeweging,maar voor die van het gansche Nederlandsche yolk ishet te hopen, dat de leiders onzer vakbeweging spoedigzullen inzien, dat het vergoelijken en meer nog hetaanwakkeren van laksheid, tegenover welke klasse vande bevolking het ook geschiedt, een kanker doet zwellen,die voor de volkskracht doodend zijn kan.

Het gaat hier niet om de vraag of de loonen thans

Page 135: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I 2 3

over het algemeen hoog genoeg dan wel te laag zijn.Al heb ik vaak den theoretischen grondslag waarop,en nu en dan ook de middelen waarmede het ge-schiedde bestreden ; toch heb ik van den eersten dagaf, dat ik aan het openbare leven deelnam steeds hetstreven der arbeiders naar lotsverbetering toegejuicht,de vakbeweging, voor zoover ik daartoe in staat was,aangemoedigd, en getuigenis afgelegd van mijne innigeovertuiging, dat — gelijk Adam Smith het reeds uit-drukte — het een yolk niet welgaan kan, als de grootemenigte in een toestand van armoede en ontberingverkeert. Z66 is het gelukkig in Nederland niet meergesteld en het streven moet er stellig op gericht blijven,de economische emancipatie van den vierden stand inde toekomst tot veel grootere hoogte op te voeren,dan zij thans heeft bereikt.

1k liet mij ook in den laatsten tijd waarlijk niet onbe-tuigd, om werkgevers en kapitalisten daarvan zooveelmogelijk te doordringen. De toestanden, die door denoorlog zijn te voorschijn geroepen of in de naaste toe-komst te verwachten zijn, verlangen van de werkgeversniet minder dan van de arbeiders, dat zij in hun op-treden tegenover elkander fundamenteele wijziging zullenbrengen. En van beiden, van arbeiders zoowel als vanwerkgevers eischen zij voile ontplooiing van hunneenergie en voile toewijding niet alleen waar en voor-zoover zij ieder van hun kant voor tegenstrijdige groeps-of klassebelangen opkomen, maar niet minder waar zij, opden grondslag van een door gemeen overleg verkregencompromis ten opzichte hunner strijdige belangen, samenhebben te werken aan den opbloei van hun tak van

Page 136: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I 2 4 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

bedrijf en daarmede aan de opleving van de ganscheNederlandsche nijverheid en aan de verhooging der be-teekenis van het geheele Nederlandsche yolk.

Op Welke basis zal die voor de economische toekomstook van Nederland onmisbare samenwerking tusschenondernemers en arbeiders kunnen worden voltrokken ?

Wel niemand is zoo naief die noodzakelijke inwendigehervorming van de industrie te verwachten van eenverteedering der harten hetzij bij de werkgevers, hetzijbij de arbeiders, ook al mag voor de oorlogvoerendelanden — zooals ik zooeven aanstipte — worden aan-genomen, dat er bij de werkgevers eene grootere be-reidwilligheid dan vroeger zijn zal, tot het plegen vanoverleg met de vakvereenigingen. Het gaat hier ombelangen, die wel een gemeenschappelijken grondslaghebben, maar welker onderling verschil bij beide par-tijen meer spreekt dan het gemeenschappelijk belang.Daarom behoeft men zich ook niet te vleien met deillusie, dat in een tijd waarin alle levensmiddelen duur-der zijn geworden en de industrie voor ongekend grootemoeilijkheden wordt gesteld en ongekend groote dingenvan haar verwacht worden, de strijd tusschen onder-nemers en arbeiders tijdelijk zal worden bijgelegd.

Integendeel, indien niet alle voorteekenen bedriegen,dreigt die strijd, in de thans oorlogvoerende landen niethet minst, feller te zullen ontbranden dan ooit. Doordie branding zal de Europeesche industrie heen moeten;wetten noch dwangmaatregelen zullen haar daaraan doenontkomen. Maar wel zal de wet er toe kunnen en moetenmedewerken, om uit dien strijd een beteren toestandte voorschijn te roepen, opdat het voor de indus-

Page 137: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I 2 5

trie zal kunnen wezen een : reculer pour mieux sauter.Naar gelang de economische strijd tusschen onder-

nemers en arbeiders van beide zijden beter georgani-seerd gevoerd wordt, stijgen de kansen, dat hij eindigenzal met compromissen, waarbij beide partijen van hunvroeger standpunt de scherpste kanten afronden. Maaropdat zulke compromissen werkelijk mijlpalen zullen zijnop den weg van den industrieelen vooruitgang, moetenzij, eenmaal gesloten, voor den tijd waarvoor zij werdenaangegaan, ook gehandhaafd worden.

Compromissen van dien aard, waarbij werkgevers- enarbeiders-organisaties met elkander overeenkomen overde arbeidsvoorwaarden in het vak, zijn de collectievearbeidscontracten en een der eerste dingen, waartoe dewetgever kan medewerken, is aan die contracten eenzoodanige kracht te geven, dat zij niet telkens door terzijde gebleven minderheden kunnen worden ondermijnd.

Voor de hoogere organisatie van de industrie is v66ralles noodig, dat onderkruiperij van de zijde van werk-gevers zoowel als van arbeiders worde tegengegaan. Dattoch is anti-sociaal, van welken kant het ook in toe-passing wordt gebracht.

Het Nederiandsche recht kent in art. 1637 n vanhet Burgerlijk Wetboek aan het collectieve arbeidscon-tract reeds rechtskracht toe, maar het heeft nog slechtsden eersten stap gezet op den weg der rechtsontwikke-ling, welke door de eischen van den industrieelen voor-uitgang gevorderd wordt. Die overeenkomst behoort totde krachtigste middelen om de vreedzame industrieeleontwikkeling te bevorderen. Naar gelang zij zich meerinburgert, zal zij onwillekeurig en onvermijdelijk ook

Page 138: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

1 26 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

een dieperen en breederen inhoud krijgen. Langs dienweg is, wel niet binnen enkele j aren, maar toch ineen niet al te verre toekomst, te voorzien, dat aande voorwaarden voor een krachtig opbloeiend econo-misch leven zal worden voldaan, wanneer de voor denaaste toekomst na den oorlog te verwachten socialestormen over hun hoogtepunt zullen zijn heengekomen.

Als de vakvereenigingen allengs meer erkend zullenworden in de organisatie der industrie zelve, als daarbijaan de arbeiders meer waarborgen zullen worden ge-geven, dat verbeteringen in de inrichting van fabriek ofwerkplaats niet op hun kosten zullen worden ingevoerd,is te verwachten, dat de zoo even aangewezen anti-socialegeest van toch vooral niet zooveel arbeid te leveren alsmen leveren kan, bij hen zal plaats maken voor eensteeds meer con amore medewerken aan de verheffingvan hun vak, om de nijverheid waarvan zij deel uitma-ken, tot hooger peil te brengen, overtuigd als zij danzullen kunnen zijn, dat de honig dien zij vergaren, nietmeer uitsluitend voor anderen zal zijn.

Wat ik omtrent de noodzakelijkheid van den verderenuitbouw der wettelijke regeling van de collectieve arbeids-overeenkomst in het midden breng, is waarlijk niet nieuw.Daarop is ook hier te lande sedert jaren zoowel van dezijde der vakbeweging als door belangstellenden in desociale vraagstukken van onzen tijd aangedrongen. Maarde oorlog heeft ook aan dien aandrang meer klem bijgezet.Wat voorheen wenschelijk was, zal spoedig noodzakelijkblijken te wezen. De sterk verminderde productiekrachtin de oorlogvoerende landen, en deze vertegenwoordigen

Page 139: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. 127

de groote meerderheid van de bevolking van Europa,heeft het tot een onafwijsbare noodzakelijkheid gemaakt,uit het overschot daarvan alles te halen wat er tit tehalen is. Dit geldt voor den arbeid zoowel als voor hetkapitaal. Voor het kapitaal in dezen zin dat met ver-ouderde machinerieen en productieprocessen zoo spoedigmogelijk zal moeten worden gebroken en dat aan deneisch van het meest intensief gebruik van de overgeblevenkapitaalgoederen geen ontkomen meer is. Voor denarbeid beteekent het niet, dat de arbeider zal moetenwerken tot hij er bij neervalt, maar wel dat hij zoolang hijwerkt, zich geheel aan zijn taak zal moeten geven en zichgedurende dien tijd de voile krachtsinspanning zal moetengetroosten, waartoe hij in staat is zonder zijn gezondheidte benadeelen of zijn opgewektheid er bij in te boeten.

Noch het een noch het ander zal zonder kleerscheurenworden bereikt. Aan stof tot conflicten zal het daarbijwaarlijk niet ontbreken. Maar indien men, nu de oorlogde verhouding van voortbrengingsmiddelen en bevolkingzoo sterk ten nadeele van de eerste heeft gewijzigd, erniet in wil berusten, dat de productie zeer geruimen tijdzal blijven beneden hetgeen voor een bevolking als dievan Europa, volstrekt onmisbaar is, — en daarin mag menniet berusten, — zal van overheidswege alles moetenworden gedaan om te voorkomen, dat de conflicten tus-schen werkgevers en arbeiders een chronisch karakterkrijgen. Daarom is het thans meer clan ooit noodig, datwerkgevers en arbeiders een wettelijk afgebakend terreinvinden, waarop zij elkander kunnen ontmoeten en, nahun krachten te hebben gemeten, aan hun compromissenbindende kracht kunnen geven.

Page 140: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

128 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG.

De collectieve arbeidsovereenkomst is niet het allesomvattende geneesmiddel tegen de te verwachten maat-schappelijke troebelen, maar naast een goede arbeids-wetgeving en een behoorlijk geregelde arbeidersver-zekering kan zij toch zeer veel tot verbetering der ver-houdingen bijdragen. In enkele bedrijfstakken, waar deorganisatie zoowel van de werkgevers als van de arbei-ders reeds ver gevorderd is, slaagde men er ook bierte lande in zonder afdoenden steun van de wet, aan decollectieve arbeidsovereenkomst dwingende kracht tegeven, en door het (contractueel) verplichte lidmaatschap,ook de vakgenooten, die liever afzijdig bleven, te dwingenom in te gaan. Dat is hier gelukt door de in December1 9 16 hernieuwde „collectieve arbeidsovereenkomst in detypografie in Nederland." Daarnaast is de organisatiein de diamantindustrie van beide kanten zoodanig ont-wikkeld, dat bijkans het geheele bedrijf als gevolg vangemeen overleg tusschen de juweliers- en de diamant-bewerkersvereenigingen geregeld is.

Maar over het algemeen is noch de organisatie derwerkgevers noch die der arbeiders zoover gevorderd,als die in het diamant- en in het typografenvak. Daaromis voor de handhaving van collectieve arbeidsovereen-komsten wettelijke regeling en rechtsbescherming daar-van onmisbaar.

In 1911 werd door eene commissie, benoemd doorde „Vereeniging van Voorzitters en Secretarissen vanKamers van Arbeid in Nederland", van welke com-missie Mr. H. L. Drucker voorzitter was en die, naastbelangstellenden, zoowel werkgevers als bekende vak-vereenigingsleiders tot haar leden telde, ook op bevor-

Page 141: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. I29

dering der collectieve arbeidsovereenkomst in het belangvan den socialen vrede aangedrongen. „Dit nu — zoozegt het door die commissie uitgebrachte verslag —kan in de eerste plaats geschieden door een behoorlijkeprivaatrechtelijke regeling van deze overeenkomsten,welke thans nog ontbreekt, opdat de partijen hunne uitde overeenkomst voortvloeiende rechten zooveel mogelijkzien gewaarborgd. De commissie is echter van oordeel,dat de wetgever niet bij een civielrechtelijke regelingclient halt to maken. Wanneer de overgroote meerder-heid der beoefenaars van een vak (b.v. drie-vierden derwerkgevers en drie-vierden der werklieden) door eenecollectieve arbeidsovereenkomst gebonden zijn, moet het,in het belang van de organisatie en de rust in het be-drijf, mogelijk zijn, dat door de overheid de inhoud vaneen zoodanig contract tot algemeene bedrijfsregelingwordt verklaard, die ook den niet-tot-het-contract-toe-getredene bindt."

Hoe die commissie dit denkbeeld verder uitwerkt,moet ik in het midden laten. Ik zou anders vervallenin bespreking van details, die hier niet ter zake die-nende zijn.

Waarop het aankomt is, dat omzetting van het in191 I door de bedoelde commissie .aanbevolen en reedsvroeger van verschillende zijden gepropageerde denk-beeld in een daad des wetgevers thans niet slechtsmeer wenschelijk maar dringend noodzakelijk is.

Het is daarom bij uitstek verblijdend dat de van..arbeiderszijde vaak met veel aandrang verlangde bevor-dering van de collectieve arbeidsovereenkomst door de-wet, ook op het in September 1916 gehouden congres

9

Page 142: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I 30 KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG,

van de Algemeene Roomsch-Katholieke Werkgevers-Vereeniging instemming vond.

Men zal bij een wettelijke regeling dier overeenkomsteen onpartijdig en bij beide partijen vertrouwen genie-tend rechtscollege noodig hebben, welks sanctie hetcollectieve contract in elk speciaal geval zal behoeven,om het bindend te doen zijn ook voor de minderheden,die er niet vrijwillig aan deelnamen. Ontwikkelt hetrecht zich niet in deze richting, dan zal elke collec-tieve arbeidsovereenkomst de kiem van haar eigen ont-binding reeds bij haar ontstaan in zich dragen. Immerszij zal dan steeds bloot staan aan de langzame invretingder onderkruiperij, hetzij deze kome van den kant derarbeiders of van dien der ondernemers.

Zelfs met een dergelijke medewerking van den Staatwaarbij deze — om een uitdrukking van Thorbecke tegebruiken — slechts zijne roeping als rechtsvereenigingzal vervullen, zullen in de practijk bij de ontwikkeling-van het instituut der collectieve arbeidscontracten nogheel wat moeilijkheden te overwinnen zijn ; maar zonder

die medewerking zal Nederland op dit zeer gewichtigegebied de mededinging met de nijverheid van anderelanden, waar zich bij de rechtsvorming breeder inzichten meer vooruitziende blik zullen doen gelden, nietkunnen volhouden.

Eenerzijds zal het noodig zijn, dat men de organisa-ties der beide partijen zoo weinig mogelijk in haarvrijheid van onderhandelen belemmere, en aan denanderen kant, dat men haar zoo krachtig mogelijk steune-tot handhaving van hetgeen zij overeenkwamen. Be-grijpen de partijen zelve, de werkgevers- zoowel als de

Page 143: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

KAPITAAL EN ARBEID NA DEN OORLOG. 131

arbeidersorganisaties, dat het in hun welbegrepen eigenbelang dien kant uit moet, en onthouden de wetgevendemachten der verschillende landen er niet hun onmis-baren steun aan, dan zal de oorlog die in Europa, naastzooveel andere ellende, ook het vooruitzicht op eentijdelijk hoog oplaaienden klassenstrijd brengt, daarnaasttoch de inwendige industrieele ontwikkeling indirect eengroote schrede voorwaarts hebben gebracht. Moge erlater althans dit van getuigd kunnen worden.

Page 144: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

X. DE NEDERLANDSCHE LANDBOUWNA DEN OORLOG.

De landbouw heeft hier to lande een eigenaardigkarakter. Hij heeft groote exportbelangen, niettegen-staande er hier veel minder graanvruchten, met name,broodgranen, verbouwd worden dan voor de binnen-landsche behoefte noodig zijn. Onder normale omstan-digheden zou onze tarweoogst gedurende niet langerdan drie maanden en onze roggeoogst gedurende nietmeer dan een goed half jaar in de binnenlandschebehoefte kunnen voorzien. Nederland behoort dan ookreeds sedert vele jaren tot de graanimporteerende lan-den. Maar daartegenover voert het heel wat andere pro-ducten van landbouw, tuinbouw en veeteelt uit. Sommigeonderdeelen van den landbouw zijn zelfs geheel vanden uitvoer afhankelijk. Dit geldt in de eerste plaatsvan het bloembollenbedrijf en de boomkweekerij. Voortsis het algemeen bekend, dat hier veel meer boter enkaas wordt voortgebracht, dan voor het binnenlandschverbruik noodig is, en dat de waarde der geexporteerdwordende zuivelproducten v66r den oorlog jaarlijks toe-nam. Met de teelt van verschillende soorten van groentenis het niet anders gesteld. Allengs worden meer groentenvoor den export verbouwd, welke of wel in verschentoestand worden uitgevoerd of eerst in groentedrogerijen

Page 145: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 133

worden gedroogd. Met de suikerbieten is het ongeveerevenzoo gesteld ; deze worden wel niet in belangrijkemate onverwerkt uitgevoerd, maar zij worden niette.min indirect ook hoofdzakelijk voor den uitvoer ge-teeld. Het grootste deel toch van het product dersuikerfabrieken en -raffinaderijen gaat in normale jarenover de grenzen.

De aardappelen staan in een eenigszins andere ver-houding. Het meerendeel van den Nederlandschen aard-appeloogst is bestemd voor het binnenlandsch verbruik,maar toch is er in gewone tijden, als er geen misgewasis, een groot jaarlijksch overschot, dat kan worden uit-gevoerd. Bovendien werden v66r den oorlog in toe-nemende mate zoogenaamde fabrieksaardappelen ver-bouwd, die minder aangenaam van smaak zijn, (zooalsmen in oorlogstijd bij ervaring heeft geleerd) maar diespeciaal geschikt zijn als grondstof voor de aardappel-meelfabrieken. Het aardappelmeel nu wordt hoofdzakelijkvoor den export geproduceerd.

De fabricatie van stroocarton, een verwerking vanhet stroo, welke v66r den oorlog een groote vlucht nam,is van den uitvoer nog meer of hankelijk.

De eierenproductie nam hier to lande in de laatste jarenv66r den oorlog zelfs z66zeer toe, dat terwijl vásOr 1907 deinvoer grooter was dan de uitvoer, de verhouding van in-en uitvoer met dat jaar omsloeg en sedert dien de uitvoervan eieren den invoer jaarlijks meer overtrof. In welkemate de eierenproductie hier groeide, kan men hieruitafleiden, dat in de jaren 1897 tot 1906 gemiddeld jaarlijksruim voor een waarde van ruim f 4 millioen aan eierenwerd uitgevoerd en in 1913 voor ruim f 23 millioen.

Page 146: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

134 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

In vee was van oudsher een levendige uitvoerhandel,die nog grooter zou zijn geweest, indien de buitenland-sche grenzen voor het Nederlandsche vee niet zoo her-haaldelijk op grond of onder voorwendsel van veeziektewaren gesloten geworden. De uitvoer van varkens ingeslachten toestand nam haast in even snel tempo toeals de eierenuitvoer. Inzonderheid naar Engeland werdhet halfvette zoogenaamde bacon-varken, na eerst hierte zijn geslacht, in steeds toenemende mate uitgevoerd.De export-slachterijen maakten v66r den oorlog goedezoo niet uitstekende zaken.

Het is bekend genoeg, dat gedurende den oorlog hetden landbouw over het algemeen zeer voor den windis gegaan. Slechts enkele takken daarvan, met name deboomkweekerij en de bloembollenteelt hebben geleden ;overigens steeg de buitenlandsche vraag naar de pro-ducten van onzen landbouw en onze veeteelt zoozeer,dat de boeren over het algemeen groote oorlogs-winsten hebben kunnen maken, ondanks het duurderworden van meststoffen en voederartikelen of, om eenmeer algemeenen term te gebruiken, ondanks de ver-hooging hunner bedrijfsonkosten. Vooral geldt dit voorde landbouwers op de vette kleigronden. Maar hoeweldeze het leeuwendeel van de oorlogswinsten der boerenkonden behalen, hebben de over het algemeen kleinereen minder kapitaalkrachtige zandboeren toch ook geenreden tot klagen. Alles bijeen genomen, is er in denlandbouw in den oorlogstijd goed, om niet te zeggen :„prof " geld verdiend. Thans schijnt echter, in verbandmet de steeds stijgende bedrijfsonkosten en de moeilijk-heden bij den toevoer van kunstmest en veevoeder het

Page 147: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 135

vet wat van den ketel te zijn. Intusschen hebben wijminder te maken met den toestand van thans, dan metde waarschijnlijke vooruitzichten van onzen landbouw,als de oorlog zal zijn afgeloopen.

Uit hetgeen ik omtrent enkele der belangrijkste pro-ducten van den Nederlandschen landbouw aanstipte,blijkt wel afdoende — ook voor dengene, die op ditgebied geheel vreemdeling is — hoezeer deze belang-rijke tak van ons volksbestaan van het internationaleverkeer en speciaal van het handelsverkeer naar hetbuitenland afhankelijk is. Maar tevens blijkt er uit,Welk een levensbelang er voor de gansche bevolking,als verzameling van broodeters, gemoeid is bij den invoervan tarwe en rogge uit het buitenland.

Mocht men in Nederland het onzalige denkbeeld wil-len ten uitvoer leggen van, in navolging van hetgeenelders onder den drang der oorlogsnoodzakelijkheidwordt beproefd, het land zooveel mogelijk van het bui-tenland economisch onaf hankelijk te maken, dan zou dit— afgezien van andere onheilen — een revolutie in denlandbouw te voorschijn roepen, welke aan de welvaartop het platte land, die ook voor den oorlog reeds sedert20 of 25 jaar in hoogst verblijdende mate toenam,spoedig een einde zou maken.

Ook wanneer men uitsluitend let op het belang vanden landbouw ziet men den wegwijzer, die naar toene-ming van 's lands economische kracht en 's lands wel-vaart wijst, toch niet in de richting der belemmeringvan het internationaal verkeer staan.

Voor zoover onze landbouw belangen heeft bij denexport — en dat heeft hij, zooals wij zagen, in hooge

Page 148: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

136 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

mate — zal hij na den oorlog, in verband met de zoobij uitstek abnormale verhoudingen op de Internationalewisselmarkt, niet ontkomen aan de moeilijkheden, welke,zooals ik in paragraaf VI aanwees, als gevolg der waarde-vermindering van de munteenheden der oorlogvoerendelanden tegenover den gulden zijn ontstaan. Toch staatde landbouw er in dit opzicht minder ongunstig voor,dan die exportindustrieen, wier producten, zoo ze alniet tot de weeldeartikelen behooren, toch gemakkelijkerkunnen gemist worden. De voortbrengselen van onzenlandbouw behooren immers over het algemeen tot devoedingsmiddelen. Zij zullen aftrek blijven vinden, alzullen zij in het vreemde land, waarheen zij uitgevoerdworden, duur betaald moeten worden, ook wegens denachteruitgang in waarde van het daar gangbare geldtegenover den gulden.

In landbouwkringen heeft men over het algemeen eensomberder verwachting voorzoover den export vanonze zuivelproducten aangaat. Ten aanzien van de kaasis daarvoor echter weinig reden. Fijne luxe-kaas wordthier • weinig gemaakt en . surrogaten voor onze overalbekende exportkaas heeft men nog niet gevonden. Dezoozeer in trek zijnde Edammer bijv. zal ook na denoorlog zijn weg naar het buitenland wel blijven vinden.

Met de boter staat het er inderdaad eenigszins andersen minder gunstig voor. De kunstboter wordt allengsmeer geperfectionneerd en het is niet onwaarschijnlijk,dat in verband met de groote vermindering in rijkdomvan de landen, waarheen onze boter \T6& den oorloghoofdzakelijk haar afzetgebied vond, de kunstboter aldaaraan de natuurboter een nog scherpere concurrentie zal

Page 149: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 137

aandoen, dan v66r den oorlog het geval was. Tochzou ik mij al zeer moeten vergissen, indien de vreesvoor deze concurrentie niet zeer overdreven zal blijkente zijn.

Als een weelde-artikel, in den eigenlijken zin van hetwoord, zal ook na den oorlog de natuurboter toch welniet worden aangemerkt. Veeleer zal, ook in verbandmet de vermindering der ongelijkheid in de verdeelingvan het volksinkomen, welke — ondanks de door som-mige groepen gemaakte oorlogswinsten — als belangrijkeconomisch resultaat van den oorlog is te verwachten,een toenemend aantal personen naast kunstboter ooknatuurboter willen gebruiken. Gaat het inderdaad aldus,dan behoeven onze boeren zich voor vermindering vanden afzet van hun boter niet beducht te maken, nochvoor zoover de buitenlandsche, noch voor zoover debinnenlandsche vraag betreft.

Dit brengt mij een der hoofdargumenten in her-innering, waarmede indertijd, toen ik als wethoudervan Amsterdam de naasting der gasfabrieken voor-bereidde, daartegen gewaarschuwd werd. Die naastingzou aan de gemeente op groote verliezen te staankomen ; immers het electrisch licht was toen juist in op-komst en dit licht zou het gaslicht verdringen. Hoe andersis het uitgekomen ! Het electrisch licht heeft zich inder-daad in de laatste 25 jaar zeer uitgebreid, maar hetgasverbruik is er niet door verminderd. Met de con-currentie tusschen kunstboter en natuurboter zal het zeerwaarschijnlijk niet anders gaan. Er zal zeker in de toe-komst meer kunstboter worden gebruikt, maar het ziet ernaar uit, dat dit product de natuurboter evenmin verdrin-

Page 150: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

138 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

gen zal, als de electriciteit het gas verdrongen heeft.

Een andere vraag is, of de verhoogde belangstellingin den landbouw, welke in de oorlogvoerende landenwordt aan den dag gelegd, niet haar terugslag op denuitvoer van onze landbouwproducten zal doen gevoelen.Die terugslag zal zeker niet geheel uitblijven. 1k achthet dan ook ver van onwaarschijnlijk, dat enkele onder-deelen van het bedrijf, zooals het tegenwoordig uitge-oefend wordt, minder loonend zullen worden en dat bieren daar de bakens wat zullen dienen te worden verzet.Zoo schijnt het mij om hiervan een enkel voorbeeldte noemen — ver van onmogelijk, dat men in Groot-Britannie de varkensfokkerij voldoende zal uitbreiden,om den invoer van bacon-varkens uit ons land over-bodig te maken of sterk te doen verminderen. Mochtdit inderdaad gebeuren, dan zou het een groote slagzijn voor onze exportslachterijen en zou de nevenver-dienste, welke in menig land- en tuinbouwbedrijf in devarkensfokkerij gevonden wordt, grootendeels ophouden.

Indien er op mocht worden gerekend, dat na denoorlog Duitschland daartegenover als afzetgebied voorde producten onzer varkensfokkerij zal blijven openstaan,dan zou dit alleen wijziging behoeven te brengen in denaard der fokkerij en zou het Nederlandsche varkenaangenomen dat het blij is te leven — er het voordeelvan hebben, dat het eenige maanden langer, d. w. z. dentijd dien het noodig heeft om van half vet bacon-varkentot vet varken te groeien, van het leven zal kunnengenieten. Maar de varkens, die daarop mochten specu-leeren, zullen vermoedelijk bedrogen uitkomen.

Page 151: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 139

Na den vrede zal de Duitsche grens waarschijnlijk nogwet eenigen tijd voor ons vee en voor onze varkensopenblijven, totdat de vee- en de varkensstapel daarvoldoende hersteld zullen zijn, maar dan zullen de agra-riers er als van ouds op aandringen, dat lastige concur-rentie uit den vreemde hun zal worden bespaard. Onder't eerste het beste eenigszins aannemelijke voorwendselvan mond- en klauwzeer onder het vee of van vlek-ziekte onder de varkens of onder welk ander voorwendselook, zal dan, tenzij hun invloed geheel gebroken is,de grens worden dichtgeworpen. En het is bekend ge-noeg, dat als die om zulk een officieele reden eenmaaldicht is, zij hoogstens nu en dan op een kier wordtopengezet.

Hoe het met zulke grenssluitingen gaan zal, is thansnog slechts veronderstellender wijze to bespreken. Eener-zijds ziet het er naar uit, alsof onder den invloed vanhet streven naar economische onafhankelijkheid de krachtder agrarische overwegingen, welke daarheen voeren,nog zal toenemen. Maar aan den anderen kant zal deopkomst der democratie bij onze oostelijke naburen debeteekenis en den invloed van het agrarisch conserva-tisme doen afnemen en de belangen der groote menigtebij goedkoope volksvoeding of althans niet duurderevoeding dan onder de omstandigheden onvermijdelijkis, allicht sterker doen spreken dan het belang der land-bouwers bij kunstmatig hooge prijzen hunner producten.Welke van deze tegen elkander ingaande stroomingen desterkste zijn zal, zal voor een goed deel afhanged van dewijze, waarop aan den oorlog een einde komt. Eindigthij met eene „partie remise", welke de kiem van nieuwe

Page 152: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

140 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

conflicten in zich draagt, dan zal de overweging ontleendaan het belang der economische onafhankelijkheid zoogoed als zeker, zelfs onder een democratisch regime, desterkste zijn. Komt hij daarentegen tot een beslissing meteen daarop volgende regeling der vredesvoorwaarden,waarvan een duurzame vrede onder de volkeren vanEuropa te verwachten is, dan zal de zooeven bedoeldeoverweging het in kracht en invloed wel moeten afleggentegen het volksbelang van goedkoop voedsel.

Zoo hangt zelfs de varkensmesterij en de export vanvette varkens van den uitslag van den wereldkrijg af.Het is wel duidelijk, dat wat ik hier van de varkenszeg, met eenige verandering, al naar gelang van denaard van het landbouwproduct waar het om gaat, ookvoor andere voedingsartikelen geldt.

Wel zal men er mede moeten rekenen, dat onaf han-kelijk van den invloed van den oorlog op den binnen-landschen strijd tusschen democratie en agrarisch con-servatisme in de landen van Midden-Europa, men daarmeer dan vroeger er op bedacht zal zijn, om uit den grondte halen, wat er van te halen valt, en dat dit op denexport van verschillende land- en tuinbouwproducten,welke thans uit ons land worden betrokken, een voorons ongunstige uitwerking zal kunnen hebben. Het zoumij echter verwonderen indien, om een voorbeeld tenoemen, het verbouwen van kool in Duitschland zulkeen vlucht zou nemen, dat men er den invoer vanNederlandsche koolsoorten kon missen en dien invoer,hetzij door hooge invoerrechten, hetzij op andere wijze,zou willen belemmeren of verhinderen.

In Engeland heeft de noodzakelijkheid eener betere

Page 153: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 141

behandeling van den productiefactor grond nog meer deaandacht getrokken dan in Duitschland. Het is daar,wegens de veel grootere of hankelijkheid van het bui-tenland niet alleen voor broodkoren maar voor vrijwelalle voedingsartikelen, nog van veel meer beteekenis danin Duitschland, dat aan de weinig economische wijze,waarop er tot nog toe met den bodem werd omge-sprongen, zoo spoedig en zoo radicaal mogelijk een eindewordt gemaakt. Toch betwijfel ik, dat in den uitvoeruit Nederland van vruchten en groenten voor Engelschejam- en conservenfabrieken stagnatie komen zal. Mochtmen zich in Engeland er op willen toeleggen, zich ookin dit opzicht van het buitenland, met name van onsland, onaf hankelijk te maken, dan zullen er toch zekerwel eenige jaren mee heengaan, v66rdat die toeleg metvoldoend succes bekroond zal zijn.

Ook onze aardappelteelt schijnt mij weinig bedreigden de suikerbieten zullen na den oorlog in onze fabrie-ken wel niet minder afzet vinden dan voorheen. Menzal zich in de belligerente landen, die thans het bezwaarder afhankelijkheid van het buitenland voor de oplossingvan het voedingsprobleem gevoelen, wel in de eersteplaats op een grootere graanproductie toeleggen. Boven-dien zal het wel niet z66ver komen, dat — ook al mochtmen er in Engeland toe overgaan op eenigszins be-teekenende schaal suikerbieten te verbouwen — deinvloed hiervan op de suikermarkt van overwegendebeteekenis zijn zal. En voor de aardappelenteelt zijnverschillende onzer gronden zoo bij uitstek geschikt, datwij niet behoeven te vreezen, voor dit product vanonzen bodem, voor zoover wij het niet zelf behoeven,

Page 154: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

142 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

Been afzetgebied meer in het buitenland te zullen kun-nen vinden, waar wij het tegen concurreerende prijzenzullen kunnen aanbieden en aan den man brengen. Maarhoe dit zij, toch is het zeer waarschijnlijk, dat er inverschillende landbouwbedrijven eenige verandering inde teelt der gewassen zal moeten worden gebracht. Debloemen-, bloembollen- en boomkweekerijen zullen mis-schien wel het langst onder den toestand lijden, maartulpen, hyacinthen en andere bloemen, alsmede coniferenen ander sierhout behooren toch niet tot de weelde-artikelen, die het yolk, dat er eenmaal aan gewend is,lang zal willen missen. Dat zal na den oorlog waar-schijnlijk spoedig genoeg te recht komen, al zal de afzetnaar Amerika en andere verder afgelegen exportlandennog geruimen tijd onder de hooge scheepsvrachten lijden.

Hoofdzaak is echter, dat tegenover deze en dergelijkeongunstige omstandigheden in de conjunctuur van denlandbouw-export gunstige factoren staan van heel watwijdere strekking.

Zoo zal de te verwachten hoogte der scheepsvrachten,— welke zeker gedurende een tijdperk van 5 of 10jaar, belangrijk boven het peil van v66r den oorlog blij-ven zal, — de concurrentie van het overzeesche graanmet het inlandsche in dezen zin doen afnemen, dat deAmerikaansche en Russische tarwe en rogge, zoolang,die hooge vrachten aanhouden, niet tegen even lageprijzen zullen kunnen worden aangeboden als v66r denoorlog. Reeds toen was er een langzame stijging vande graanprijzen merkbaar en de hoofdoorzaak daarvanzal na den oorlog nog sterker werken dan daarv66r.

Page 155: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 143

De gemiddelde marktprijzen per hectoliter waren vol-gens de 7aarciffers over 1915 :

tusschen : voor tarwe : voor regge :

18 9 1_1 900 5.5e 4.451901-1910 6.251911-1913 6.88 5.48

Behalve wegens de verhoogde vrachten is nog uiteen andere oorzaak versterking van deze opwaartschebeweging te verwachten, al zullen natuurlijk de abnor-male oorlogsprijzen na den vrede niet lang stand houden.

Onder de graan-exporteerende landen nemen, naastRusland, de Vereenigde Staten en Argentinie een eersteplaats in. Deze landen zelven nu staan in economischeontwikkeling ook niet stil; hun industrie neemt met dendag in beteekenis toe. Dit geldt wel in de eerste plaatsvoor de Vereenigde Staten, maar toch ook voor Argen-tinie en andere graanexporteerende landen. Voor Rus-land zal het na den oorlog waarschijnlijk zelfs in zeerhooge mate gelden.

Het gevolg bier van is tweeledig : I°. komt er eenverandering in den aard van den uitvoer van zulkelanden in dezen zin, dat in het totaal daarvan de graan-uitvoer relatief of-, de uitvoer van industrieproducten rela-tief toeneemt ; — ten aanzien van de Vereenigde Statenwerd dit verschijnsel reeds v66r eenige jaren statistischgeconstateerd ; — 2°. heeft bij die verandering in de pro-ductieverhoudingen het uitvoerend land zelf een allengsgrooter deel van zijn graanproductie voor eigen behoeftenoodig. Dientengevolge moet het, ten einde aan de toe-nemende vraag zoowel uit binnen- als buitenland tekunnen blijven voldoen, hetzij minder gunstig gelegen

Page 156: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

144 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

of ,minder vruchtbare landen in cultuur brengen, hetzijvan de aanvankelijk 'zeer ruwe en extensieve bebouwingvan den grond, waaraan het vrijwel geheel aan de natuurwordt overgelaten, wat zij wil laten groeien, tot eeneallengs meer intensieve cultuur overgaan, waarbij aanden grond steeds meer arbeid en kapitaal (inzonderheidmest) wordt ten koste gelegd.

Dit leidt er onvermijdelijk toe, dat de graanprodu-centen de geheele markt niet meer kunnen voorzientegen even lagen prijs als vroeger. Waar nu algemeenbekend is, dat zoowel de Vereenigde Staten als Argen-tinie in den oorlog reusachtige sommen hebben verdiendaan hun graanexporten tegen sterk gestegen prijzen, endat de winsten, welke de Vereenigde Staten maken metden uitvoer van oorlogstuig voor de geallieerden, nietminder groot zijn, is het wel duidelijk dat sedert eenpaar jaren de geleidelijke verandering in den aard dervoortbrenging en van den export dier landen, waaropik zooeven wees, bezig is met reuzensprongen verderto gaan. Rusland heeft daarentegen door den oorlogwel is waar zeer geleden, maar toch staat ook dit reus-achtige rijk aan den vooravond eener groote economischeontwikkeling. 1k zou niet gaarne het gevolg, welke diteen en ander op de exportprijzen der granen na denoorlog hebben zal, in getallen uitdrukken. Daartoe be-schik ik niet over voldoende gegevens, maar dat dedoor mij aangegeven factoren in de richting van prijs-verhooging moeten werken, zal — naar ik vertrouw —wel geen enkel economist tegenspreken.

Maar als na den oorlog de exportprijzen van de voor-naamste graanuitvoerende landen blijvend en de vracht-

Page 157: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 145

prijzen alsdan geruimen tijd hooger zullen zijn, dan v66rdien het geval was, zal deze tweeledige prijsverhoogingvan het buitenlandsche koren natuurlijk terugwerken opden prijs ook van het binnenlandsche graan en zaldientengevolge het verbouwen van broodkoren voor demarkt voor verschillende boeren, die v66r den oorlogniet meer rogge teelden dan zij noodig hadden voorhun eigen bedrijf, weer loonend worden.

Dientengevolge zal in een aantal bedrijven, die oplichten grond worden uitgeoefend, de roggebouw voorden verkoop gunstige resultaten gaan opleveren en naaralle waarschijnlijkheid worden uitgebreid. Op de zwaar-dere gronden zal de tarwe, die zooveel terrein aan desuikerbiet moest afstaan, tegenover deze waarschijnlijkweer aan de winnende hand komen. Deze, om zoo tezeggen natuurlijke, factoren zullen met heel wat betergevolg op de verhooging der teelt van graanvruchteninwerken, dan van dwang of — gelijk in Frankrijk — vanpremies van overheidswege te verwachten is.

Die te verwachten veranderingen in de kwantitatievebeteekenis van de teelt van verschillende Nederlandschelandbouwgewassen, haar oorsprong vindende in de stij-ging der buitenlandsche graanprijzen, zullen ook indirectegevolgen hebben. Voor zoover de landbouw in engerenzin er voordeeliger door wordt dan de veeteelt, zul-len zij er toe leiden, dat weilanden, die voor bouwlandgeschikt zijn, worden gescheurd. Neemt onder deninvloed der genoemde factoren het graanland toe, zoo-wel ten koste van het weiland als van het aard-appel- en het bietenland, dan zal dit weer het aanbodverminderen zoowel van zuivelproducten, als van bieten

I0

Page 158: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

146 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

en aardappelen. Hierin ligt een prijsverhoogende ten-denz ook voor die landbouwproducten, welke door denoorlog niet rechtstreeks in die richting worden ge-influenceerd. Alles bijeengenomen zijn dan ook de gun-stige factoren voor de toekomst van den landbouw veelsterker en naar alle waarschijnlijkheid heel wat duurzamerdan de ongunstige en gaat de landbouw na den vredeeen tijdperk van langdurigen bloei te gemoet.

Onze boeren, die zich over het algemeen gaarnearmer voordoen, dan zij zijn, geven die conclusie nietzoo grif toe. Van hun kant wordt een tweeledigekeerzijde naar voren gebracht, met het doel duidelijk temaken, dat tegenover prijsverhooging der producten invergelijking met den toestand van v66r den oorlog eeneten minste daarmede gelijkstaande vermeerdering derproductiekosten te verwachten is.

Die toeneming der bedrijfskosten zal in de eersteplaats ontstaan door verhooging der prijzen van mest-stoffen en andere bedrijfsbenoodigdheden. Het is niette miskennen, dat de te verwachten algemeene prijs-verhooging, waarover ik in paragraaf VI sprak, zichook over de hulpstoffen van den landbouw zal uitstrekken,maar er is geen enkele houdbare grond om aan tenemen, dat zij hier z66 ver zal gaan, dat de hoogerewaarde van het product er geheel door wordt gecom-penseerd. In het totaal der kosten van het landbouw-bedrijf nemen toch de aan kunstmeststoffen en vanelders aan te voeren voederstoffen en zaaigranen of-zaden te besteden bedragen slechts een ondergeschikteplaats in. De prijsverhooging van deze artikelen zoudus buiten verhouding sterk moeten zijn, indien er een.

Page 159: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 147

geheel teloorgaan van het voordeel der hoogere gelds-waarde van de landbouwproducten van zou zijn to duchten.

Er komt echter — zoo zegt men van den kant derlandbouwers — nog een tweede ongunstig element bij.De loonen der boerenarbeiders zullen z66 sterk stijgen,dat de boer een groot deel van zijne hoogere winstaan hen zal moeten afstaan. Ook deze verwachtingis zeker niet ongegrond. Wij zien haar trouwens reedsin vervulling gaan. Al zullen de hooge loonen, welkethans onder de zoo buitengewone omstandigheden, waar-onder ook de landbouw uitgeoefend worden moet, intijden van groote drukte in het bedrijf betaald worden,na den oorlog wel geen stand houden, toch is hetzeer waarschijnlijk, dat het arbeidsloon ten plattenlande niet onbelangrijk hooger zal blijven dan v66rdien het geval was.

Edoch, alleen de boeren zelf zullen hierover klagen,ook al zullen zij er niet onder lijden. Eenerzijds zal heter toe voeren, dat ook de landbouw in toenemendemate met machinale kracht zal worden uitgeoefend en datdus ook hier het economisch doel van het verkrijgender hoogste opbrengst met de kleinste voortbren-gingsmoeite, allengs meer zal worden benaderd. Inverband met de reeds lang in gang zijnde verplaatsingder plattelandsbewoners naar de steden en de van zelfdaarmede gepaard gaande afvloang van arbeids-krachten moet de landbouw tegen wil en dank dierichting toch uit. De cooperatie, welke den boer trou-wens in verschillende onderdeelen van het bedrijf reedsin verblijdende mate helpt, zal daarbij van grooten

dienst kunnen zijn.

Page 160: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

148 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

Voorts zal het, de zaak bekeken van algemeen maat-schappelijk standpunt, allesbehalve een nadeel zijn, alsde arbeiders ten platten lande meer verdienen en eenhoogeren levensstandaard kunnen bereiken en ophouden.Voor het platte land geldt evengoed als voor hetgeheele yolk, dat het niet welvarend zijn kan, als degroote menigte er in behoeftige omstandigheden verkeert.

„Pauvres ftaysans, j5auvre royaume" zoo schreef inhet laatst der 17e eeuw de maarschalk Vauban, met debedoeling duidelijk te maken, dat men ter wille van's lands welvaart en kracht zich aan den toestand, waarinde boeren verkeerden, gelegen moest laten liggen. Degezonde kern, die in dat gezegde ligt, is ook thans nogvan toepassing, mits men onder „paysans" niet slechtsde landbouw-ondernemers verstaat, maar alle „laboureurs",waaronder de landarbeiders evenzeer te rekenen zijnals de boeren, die aan het hoofd van het bedrijf staan.

Uit een algemeen maatschappelijk oogpunt gezien, isde waarschijnlijkheid van het hoogere loon ten plattenlande in vergelijking met den toestand van v66r denoorlog, niet een keerzijde van de te verwachten grooterewinstgevendheid van het landbouwbedrijf. Dat verhoogdeloon zal het voertuig zijn, waarmede die grootere winstenvan den landbouw over meer hoofden zullen wordenverdeeld. Van hooger standpunt uit bekeken dan vanhet eigenbelang van den boer is, bij de te verwachtengoede toekomst, welke de landbouw tegemoet gaat, destroom naar hoogere belooning van het werk deslandarbeiders een onvermengd voordeel.

De belanghebbenden vreezen trouwens zelven niet, datzij hunne hoogere winsten geheel aan hunne arbeiders

Page 161: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 149

zullen moeten afstaan ; anders zouden de landerijen, diein de twee laatste jaren aan de markt zijn gekomen,niet zulke buitengewoon hooge prijzen hebben opge-bracht. Hoe het hiermede gesteld is, kan iedere dorps-notaris u vertellen.

Intusschen is niet uit het oog te verliezen, dat er nogeen andere factor in het spel is, welke er toe leidt,dat de vraag naar land toeneemt en de prijs daarvanwordt opgevoerd. De boeren zijn er namelijk op uit, deoorlogswinsten welke zij gemaakt hebben — en welkenaar het oordeel van alle ter zake kundigen heel watgrooter zijn, dan men uit hetgeen het landbouw-bedrijfin de oorlogswinstbelasting bijdraagt, zou afleiden —bij voorkeur in land te beleggen. Zij besteden uit Bienhoofde bij grondaankoop prijzen, waarbij zij slechtseen zeer matige rente van hun kapitaal kunnen ver-wachten.

Maar al houdt men hiermede rekening, dan zoudentoch de koopprijzen van landerijen niet in die matenaar boven zijn geloopen, als thans het geval is, indienniet de gegadigden zelven een gunstige meening haddenover de vooruitzichten van den landbouw.

Hoe het, terstond nadat er weer vrede zal zijn inEuropa, met de prijzen van het broodkoren gaan zal,valt moeilijk te zeggen. Sommigen verwachten dan vooreen korten tijd een zeer groot aanbod van producten uitlanden, van waar die thans niet uitgevoerd kunnen worden.Zij denken daarbij vooral aan Rusland. Op zichzelf iszulk een verhoogd aanbod zeker niet onwaarschijnlijk,maar alles wijst er op, dat als de centrale mogendhedenweer als graankoopers op de wereldmarkt zullen optre-

Page 162: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I 5 0 DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG.

den, de plotselinge verhooging van de vraag die vanhet aanbod nog belangrijk zal overtreffen. Zelfs tijdelijkis dan ook geen val in de graanprijzen te voorzien,maar al ware dit anders, dan zou zulk een tijdelijkongunstige conjunctuur, de door mij omtrent de goedetoekomst van den Nederlandschen landbouw uitgesprokenverwachting, niet logenstraffen.

Aan de boeren, die hun bedrijf op hun eigenhofstede uitoefenen, komt het voordeel der, over het geheelgenomen, betere bedrijfsvoorwaarden in den landbouwgeheel ten goede. Anders staat het daarentegenmet hen, die hun woning met het daarbij behoo-rend land in huur hebben. Zij zullen wel niet alien aan-stonds met de voile tegenwaarde van de grootere winst-gevendheid van het bedrijf in pacht worden opgesiagen.Maar voorzoover dit niet gebeurt, wordt het nagelatenuit overwegingen, welke buiten het economisch ter-rein liggen en slechts tijdelijk hair invloed doen gelden. ,Op den duur winnen in dergelijke zaken de economischefactoren het toch. De betere bedrijfsvoorwaarden leidentot verhooging niet alleen der koop- maar ook derpachtsommen van de landerijen.

De consequentie hiervan is, dat de oorlog bezig isden grondeigenaren indirect, in den vorm van waarde-verhooging hunner landerijen, oorlogswinsten in den zakte drijven, waarvoor zij in de oorlogswinstbelasting nietkunnen worden aangeslagen.

Nu het toch noodig en bovendien uitermate billijkis ook de grondeigenaren als zoodanig door eene ver-hooging der grondbelasting en door afschaffing van debevoorrechting, welke zij bij de heffing der vermogens-

Page 163: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE NEDERLANDSCHE LANDBOUW NA DEN OORLOG. 151

belasting genieten, hun aandeel te doen bijdragen in deverhoogde belastingen, die, zoo hier als elders, moe-ten worden opgelegd, treft het bijster gelukkig, dat denoodzakelijkheid dier belastingverhooging valt in eentijdperk, waarin de grondeigenaren verrijkt worden dooralgemeen werkende economische oorzaken, waaraan , zijgeen toedoen hebben.

Dit neemt wel is waar niet weg, dat zij zich methand en tand tegen die even noodzakelijke als billijkebelastingverhoogingen zullen verzetten. Voor den be-lastingwetgever echter kan het niet anders dan eenspoorslag te meer zij n, om zich door dat verzet niet telaten weerhouden van het doorvoeren ook van dit onder-deel der belastingherziening. In een tijdperk van bloeivoor den landbouw zal het den grondeigenaren geen na-deel berokkenen, maar hun slechts een deel hunnerindirecte oorlogswinsten doen derven.

Page 164: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

XI. DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID ENHANDEL HIER TE LANDE.

De toekomst van onzen handel en onze nijverheidligt zoo goed als geheel in handen van onze hande-laren en industrieelen zelven. Of onze industrie, omeerst bij deze een oogenblik stil te staan, het noodigeorganisatieproces zal doormaken, waarop ik in paragraafVIII ten aanzien der krijgvoerende landen de aan-dacht vestigde, zal moeten worden afgewacht. Hetindividualisme zit bij velen onzer industrieelen enzeker niet bij de minsten onder hen nog zoozeer inhet bloed, dat zij een groote overwinning op zichzelvenzullen moeten behalen om die richting, waarbij zij onver-mijdelijk een grooter of kleiner deel hunner zelfstandig-heid in eigen zaak zullen moeten prijsgeven, op te gaan.Voor zoover de organisatie bestaat in nauwere samenwer-king met concurrenten door kartelvorming tegenoverafnemers zal de tegenstand waarschijnlijk minder grootzijn, dan wanneer het gaat om een geregeld en allengsmeer wezenlijke punten der industrie betreffend overlegmet de organisaties der arbeiders. Doch hierop be-hoef ik niet terug te komen.

Ook hier te lande heeft de oorlog de industrie in denstroom der organisatie medegesleept. In bijna alle bedrijfs-takken zijn vereenigingen van ondernemers ontstaan in

Page 165: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID EN HANDEL I 5 3

verband zoowel met de moeilijkheden om de noodigegrondstoffen te krijgen, als met de bezwaren, welke deafzet der producten ondervindt. Voor verschillende be-drijven wordt de gelijkmatigheid in de verdeeling dergrond- en hulpstoffen voorts bevorderd door distributie-regelingen van overheidswege krachtens de wet.

De overheidsdistributie zal na den oorlog niet langerstand houden dan strikt noodzakelijk zal blijken, en het is teverwachten, dat alsdan verschillende der onder den drangder oorlogsmoeilijkheden geboren ondernemersvereeni-gingen na korteren of langeren tijel eveneens ver-dwijnen zullen. Maar toch zal de samenwerking tot hetverkrijgen van grond- en hulpstoffen, welke in dezencrisistijd begon, wel niet voorbijgaan zonder haar sporenachter te laten. Alles wijst er op, dat de cooperatie,welke in het landbouwbedrijf bij het aanschaffen vanmeststoffen, veevoeder, enz., reeds lang uitnemende dien-sten bewees, in het vervolg ook in -de industrie voorgoed wortel heeft geschoten.

Die cooperatie zal trouwens, voor zooveel het half-fabrikaten betreft, welke andere takken van nijverheidhebben te voltooien, het eenige afdoende tegenwicht zijntegenover de te verwachten kartelvorming van producen-ten tot regeling van de voortbrenging met het doelde prijzen hunner artikelen hoog te houden. Voor zooverdie kartelvorming eindproducten zal omvatten, zal de ver-bruikerscooperatie en, indien de handeldrijvende mid-denstand zijn belang begrijpt, ook de winkeliers-cooperatietegen overmatige prijsopdrijving kunnen en moeten waken.De toenemende organisatie op het gebied der nijverheidzal ongetwijfeld leiden tot uitbreiding der koopers-

Page 166: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

154 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

coOperatie zoowel onder hen, die producten der nijverheidvoor hun huishouding, als onder hen, die deze voorhun bedrijf noodig hebben.

Men kan daarin moeilijk iets anders zien dan een dersporten op de ladder, welke naar hoogere maatschap-pelijke ordening voert, ook al ontveinst men zich nietdat daardoor telkens bepaalde groepen van tusschen-personen in het gedrang zullen komen. Ook de spoorwegheeft de diligence, de stoomboot heeft de trekschuit ver-drongen. De maatschappij is geen stilstaand en levenloosblok, maar een zich ontwikkelend organisme, dat in zijnontwikkeling telkens wrijving wekt. In z66 bewogen tijdenals de maatschappij thans doormaakt, gaat die ontwikke-ling in zeer versneld tempo en wordt de daaruit ont-staande wrijving op vele punten voor hen, die er aanbloot staan, z66 pijnlijk, dat zij wel gedwongen zijn ervoor terug te wijken, willen zij er niet onder bezwijken.

Het is onmogelijk aan te geven, wie daaronder hetmeest te lijden zullen hebben, slechts dit kan als alge-meen verschijnsel voor de toekomst worden voorspeld,dat de tusschenpersonen in den handel het over het al-gemeen hard te verantwoorden zullen hebben, en in aan-tal en verdienste, hier wat sneller daar wat langzamer,zullen worden teruggebracht tot hetgeen wordt gewet-tigd door de diensten, welke zij in een hooger ontwikkeldmaatschappelijk organisme aan het goederenverkeer nogkunnen bewijzen. Het lot dat hen bedreigt, zullen ookzij slechts door samenwerking kunnen verzachten, voor-zoover zij het niet afwenden kunnen. Maar opdat decoOperatie der tusschenpersonen op gezonden grondslagworde opgetrokken en uitgebouwd, moet daarbij het

Page 167: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 15 5

doel voorzitten, door den tusschenhandel aan niet meerpersonen een bestaan te willen verzekeren, dan voorhet verkeer in het nieuwe en hoogere maatschappelijkeontwikkelingsstadium noodig zijn.

De groote aderlating welke de productiekrachten inde wereldhuishouding door den oorlog hebben onder-gaan, dwingt de maatschappij der toekomst niet slechtstot het overboord gooien van verouderde machinerieenen productiemethodes, maar ook tot het uitdrijven vanhet economisch parasitisme, waar en in welken vormzich dit ook openbaart.

Het besef, dat er behoefte bestaat aan betere samen-werking in de industrie heeft verschillende belangstel-lenden, die zich gedwongen gevoelden daartegenoverniet stil te blijven zitten, er toe gebracht goed bedoeldevereenigingen en instellingen in het leven te roepen,om de industrieelen bij elkander te brengen. Als uitingvan de kracht, waarmede de drang naar organisatiezich onder de door den oorlog geschapen omstandig-heden overal uitwegen zoekt te banen, is dit nietvan belang ontbloot. Er zijn onder die vereenigingenook wel enkele, die een nuttig effect kunnen hebben,maar over het algemeen verdienen hare oprichters nietmeer dan een eervolle vermelding voor hun goede be-doeling. Zij voeren onwillekeurig tot versnippering vankrachten en lijden in den regel aan het euvel, dat hetdilettantisme op elk gebied aankleeft.

Hiermede bedoel ik allerminst een over het algemeenongunstig oordeel te vellen ook over verschillende uiting-envan belanghebbenden om tot organisaties op industrieel

Page 168: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

156 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

gebied te komen, welke zich niet bepalen tot de belangenvan een enkelen tak van bedrijf. Integendeel, verschil-lende van die uitingen getuigen van een gezond bedrijfs-leven. Het spreekt wel van zelf, dat ik die nieuwe ofdoor den oorlog van meer beteekenis geworden organi-saties niet met name wensch te bespreken. Ik zou daarbijonwillekeurig onvolledig zijn en den schijn wekken, alszou ik de niet genoemde regelingen en instellingen opindustrieel gebied voor minder beteekenend of mindervol aanzien. Slechts voor een organisatie, welke uit dendrang van den oorlogstoestand is ontstaan, wil ik een uit-zondering maken. Ik bedoel de Utrechtsche Jaarbeurs.Naar aanleiding van de opening der eerste jaarbeursschreef ik in het weekblad „In- en Uitvoer" van 28Februari een artikel, waaruit ik het volgende overneem :

„De jaarmarkten dagteekenen uit de middeleeuwenen waren, bij het ontbreken van geregelde verkeers-middelen, bij de onmogelijkheid van het dagelijkschhandeldrijven anders dan ter plaatse zelf en met denaaste omgeving, de door de omstandigheden gecreeerdeorganen voor den handel in goederen uit den vreemde.Destijds waren zij de organen, die in de behoeften vanBien handel hadden te voorzien, de functie van hettoen nog zeer primitieve internationale ruilverkeer haddente vervullen.

„Wie geen vreemdeling is in de economische geschie-denis en iets weet van de beteekenis en de functie derjaarmarkten in vorige eeuwen, moet er wel doorgetroffen warden, dat zoo plotseling in den oorlog de„Leipziger Messe" en de „foire de Lyon" een nieuwebeteekenis hebben gekregen, en dat op het voetspoor

Page 169: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 157

van die aloude instellingen ook bier het denkbeeld isgerijpt een jaarbeurs te stichten. Men heeft daarvoorzelfs een onzer oudste steden als plaats van vestiginggekozen, als wilde men (wat waarschijnlijk wel niet hetgeval zal wezen) daarmede te kennen geven, dat menmet de jaarbeurs niet iets nieuws beoogde, maar deherleving eener instelling uit vervlogen tijden, die onderden invloed der omstandigheden, door den oorlog teweeggebracht, weder modern staat te worden.

„Reeds door het kiezen van den naam „jaarbeurs" inplaats van „jaarmarkt" heeft men echter willen aanduiden,dat de nieuwe instelling wel eenige gelijkenis heeft metde oude jaarmarkten, maar daarmede toch niet op gelijkelijn te stellen is. Dat is juist, hoewel uit taalkundigoogpunt ook op den naam „jaarbeurs" wel het een enander zou zijn of te dingen. Op de oude jaarmarktenkwamen verkoopers en koopers samen om handel tedrijven. Dit nu zal ook op de jaarbeurs wel voorkomen;maar het doel daarvan is toch een ander. De jaarbeursopent voor de verkoopers en inzonderheid voor devoortbrengers, de fabrikanten, een jaarlijks wederkeerendegelegenheid om te toonen wat zij te verkoopen hebben,welke eigenschappen het heeft en tegen welke prijzenzij het kunnen leveren ; de koopers tracht zij tot zichte trekken, opdat zij zich zullen kunnen overtuigen, watde eigen Nederlandsche nijverheid in staat is te leveren.Niet dus om de transacties, welke ter jaarbeurs zelf totstand komen is het in de eerste plaats te doen, maarom de relaties, die er zullen worden aangeknoopt endie, naar bedoeld wordt, zullen blijven, nadat de jaar-beurs reeds lang zal zijn gesloten.

Page 170: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

158 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

„Voor zooverre men hierbij gedacht heeft aan hetsamenbrengen van de binnenlandsche industrieelen enhunne binnenlandsche afnemers was de tijd voor hethouden der eerste jaarbeurs gelukkig gekozen, ook alwordt zij geopend onder zeer ongunstige omstandig-heden, waarop haar voorbereiders bij geen mogelijkheidbedacht hadden kunnen zijn. Een Nederlandsche jaar-beurs moet echter meer willen zijn, zij moet ook aande buitenlandsche afnemers willen en kunnen toonen,wat de Nederlandsche nijverheid hun bieden kan. Eerstals zij dit doet, zal zij aan haar doel ten voile beantwoorden.

„Zoolang de oorlog duurt, is het uit den aard derzaak onmogelijk er anders dan bij uitzondering vreem-delingen heen te trekken. Maar reeds nu heeft menzich er op voor te bereiden, hierin zoo spoedig mogelijkverandering te brengen, als er weer vrede zal zijn inEuropa. Reeds nu moet men er op bedacht zijn, deNederlandsche jaarbeurs in het buitenland door voort-durende reciame bekend te maken en die bekendheidlevendig te houden. Maar dit is nog slechts de helftvan hetgeen te doen is. Niet slechts de buitenlandershelpen bij hun onderzoek, welke producten zij uitNederland kunnen betrekken, kan het doel zijn. Dit iseen zeer belangrijk deel, daarvan, maar het voile doelis het niet en mag het niet zijn.

„Niet minder noodig is, dat het bestuur der jaarbeurszich er op toelegge, zoo goed mogelijk op de hoogtete komen van de landen en de streken, waar er goedekans is op afzet van de Nederlandsche producten, diehet instituut tentoonstelt. Als ook deze taak met krachten ernst ter hand genomen wordt, zal de jaarbeurs er

Page 171: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 1 5 9

waarlijk toe kunnen bijdragen om onze nijverheid endaarmede onze volkswelvaart tot hooger peil op tevoeren. De jaarbeurs zal ter vervulling van dit deelder taak, welke de nieuwe toestanden haar opleggen,in geregelde verbinding moeten blijven met de officieeleinlichtingendiensten van den staat. Maar zij zal daar-mede niet kunnen volstaan ; zij zal zich zelfstandig erop moeten inrichten die diensten aan te vullen ; zij zalde resultaten van haar onderzoekingen in overzichtelij-ken vorm aan hare exposanten moeten ter kennis brengenen door grafische voorstellingen, die steeds — als zijgoed en met kennis van zaken worden gemaakt — zoosterk tot den beschouwer spreken, alsmede door bro-chures die resultaten ter kennis moeten brengen vande bezoekers harer instelling in volgende jaren.

„ Dat is evenzeer noodig als het toonen aan dennederlandschen en den vreemden afnemer wat de bin-nenlandsche nijverheid hem bieden kan. De behoefteaan het geven van zoo groot mogelijke bekendheid aanhetgeen onze industrie leveren kan, heeft de jaarbeursdoen ontstaan. De behoefte aan de functie heeft ookbier het orgaan in het leven geroepen. Maar nu heter eenmaal is, moet het zijne functie ook ten voilevervullen, mag het niet halverwege blijven staan.

„Het streven om onze Nederlandsche verbruikers of tebrengen van hun verderfelijke gewoonte van alles beterte vinden als het maar uit het buitenland komt ; hen teovertuigen dat zij niet zelden onder een vreemd etiket Ne-derlandsch goed koopen, waarvoor zij den neus zouden.optrekken, als zij den oorsprong er van wisten; hun te doenzien, dat onze nijverheid er wezen mag en — naar wij

Page 172: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

16o DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

alien hopen en verwachten — er na den oorlog allengs meerzal molten wezen, dat streven valt niet genoeg te prijzen.

„Nu de Jaarbeurs echter eenmaal is tot stand geko-men en zich tot orgaan heeft gemaakt der openbaar-making van het kunnen onzer industrieelen, mag zijdaarbij alleen niet blijven staan. Haar oprichters hebbeneen groote en grootsche taak op zich genomen, maarzij hebben daarmede tevens de moreele verantwoorde-lijkheid tegenover het heele Nederlandsche yolk aanvaard,die vrijwillig opgenomen taak met de uiterste kracht-inspanning ten voile uit te voeren. Daartoe behoort nietalleen den afnemers te toonen wat men bier makenkan, maar niet minder den fabrikanten behulpzaam tezijn bij hun zoeken naar de streken, waar zij hunproducten met succes kunnen verkoopen."

Ik maak van deze opwekking, welke ik tot het bestuurder Utrechtsche Jaarbeurs richtte, vooral melding,omdat mij onlangs bleek, dat ik daarmede niet aandoovemans deur klopte. De Jaarbeurs zal niet alleenniet bij haar eerste optreden blijven staan, en zich, naarmen hoopt, als blijvende, periodiek weerkeerende, instel-ling handhaven, maar haar bestuur stelt zich ook voorhaar werkkring en organisatie op den duur in de doormij aanbevolen richting uit te breiden. Van een en anderverwacht ik grooten steun voor onze nijverheid in dejaren, welke wij te gemoet gaan en waarin georganiseerdoptreden, ook tegenover het buitenland, niet slechts nuttigmaar noodig wezen zal.

Welke vooruitzichten opent nu de toekomst voor onzenhandel en onze nijverheid ? Ook op deze vraag kanmen slechts onderstellenderwijze antwoord geven. Veel

Page 173: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 161

zal er te Bien opzichte afhangen van de wijze waarop en demate waarin het den oorlogvoerenden gelukken zal, hunneplannen tot het voeren van hun economischen strijd naden vrede, welke ik in paragraaf VII besprak, te ver-wezenlijken. Die strijd zal, voor zoover hij een tarieven-strijd zal wezen, aan onze nijverheid op bepaalde pun-ten zeker moeilijkheden in den weg leggen en nadeelenberokkenen. Maar men stelle zich de toekomst in verbanddaarmede toch niet te donker voor.

Het streven der groote naties naar economische onaf-hankelijkheid kan — welke krachten zij daartoe ook zulleninspannen — slechts in zeer beperkte mate in vervulling0-aan. Geen enkel beschaafd yolk kan zich nu eenmaalvan de wereld afsluiten en het internationaal verkeermissen. Aangezien nu het streven naar economischeonafhankelijkheid niet over de geheele linie voor toe-passing vatbaar is, zal het zich in de eerste plaatsrichten naar onafhankelijkheid van de industrie envan den handel der landen, tegen welke men in denwereldoorlog te velde trok. Hierin ligt een vingerwij-zing voor de mannen van taken in de neutrale landen.

Wat den handel betreft, zeide ik hiervan in het na-jaar van 1915, in de Memorie van Toelichting bij hetontwerp van wet betreffende de grondslagen van hetstelsel van 's Rijks belastingen : „Waar zooveel oudehandelsrelaties verbroken zijn, zooveel nieuwe relaties,als de oorlog voorbij zal zijn, zullen moeten wordenaangeknoopt, en waar in zooveel gevallen het aan-knoopen van rechtstreeksche relaties tusschen hande-laren uit landen, die nog kort te voren met elkanderin oorlog waren, door de opgewekte gevoelens en ge-

II

Page 174: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

16 2 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

voeligheden zal worden bemoeilijkt, daar is voor onzenhandel een breed terrein van werkzaamheid geopend,waarop hij niet alleen voordeelig werkzaam zal kunnen zijnvoor zich zelven, maar tegelijk een bij uit stek nuiiige rolzal kunnen vervullen als verbindingsschakel bij het wederaanknoopen van internationale banden, die rechtstreeksniet zoo gemakkelijk zouden kunnen worden hersteld."

Wat ik daar van den handel schreef, geldt, wat dehoofdzaak betreft, ook voor de industrie in de neutralelanden. Deze is, voor zoover zij export-industrie is, doorde omstandigheden, welke de oorlog in het leven riep,er op aangewezen, zich vooral op de vervaardigingvan die producten toe te leggen, die de oorlogvoerendenvroeger over en weer van elkander betrokken. Daaromvinden, om slechts twee voorbeelden te noemen, zoo-wel de hoogoven- en staalindustrie als de chemischenijverheid thans bij ons kansen van slagen, zooals zijvoor den oorlog nooit hebben gehad.

Hoezeer de oorlog op de gemoederen en daarmedeop het internationale verkeer inwerkt, wordt ook inde krijgvoerende landen zelf ingezien. Zoo schreefBernstein in zijn reeds door mij aangehaald geschriftover „Socialdemokratische Volker.politik" : „Ook waargeen haat ontstaat of voortduurt, daar zal toch een diepwantrouwen zijn plaats vinden, en de uitwerking daarvanzal ten aanzien der mogelijkheden van het verkeer vaakgeen haar breed verschillen van die van den haat. Diepwantrouwen zal . . . . de gemoederen der Franschentegenover Duitschland en de Duitschers vervullen ; datzal echter ook de overheerschende toon zijn in destemming der Engelschen tegenover Duitschland en de

Page 175: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 163

Duitschers" (bl. 191). Omgekeerd zal van Duitschezijde misschien minder sterk tegenover de Franschenmaar ongetwijfeld even diep tegenover de Engelschenhaat of wantrouwen gevoeld worden. En hoe zal hetna den krijg in dit opzicht tusschen Italianen enOostenrijkers gesteld zijn ?

Het is treurig genoeg, dat de oorlog de wereld op diewijze uiteengereten heeft. Maar het zou dwaze sentimen-taliteit zijn, nu het eenmaal zoo is, de dingen niet te willenzien, gelijk zij zijn, en de economische veranderingen,welke van die groote wederzijdsche verwijdering en ver-bittering het gevolg zullen zijn, te laten optreden, zonderer mede rekening te houden en er — mede in het belangder van elkaar vervreemde naties zelve — ter wille vaneigen handel en industrie partij van te trekken.

Of onze handel en onze nijverheid de gelegenheidwelke hun door de nawerking van den wereldoorlog zalgeboden worden, zullen aangrijpen, zal afhangen vanhet doorzicht en de energie onzer handelaren en indus-trieelen zelven. Opdat, zoodra de vrede zal zijn geslo-ten, van die gelegenheid gebruik zal worden gemaakt,dient men zich daarvoor reeds thans voor te bereiden.Gelukkig zijn er teekenen, dat aan die voorbereiding opverschillend gebied wordt gewerkt en dat het onzenNederlandschen handelaars en industrieelen niet aan denoodige energie ontbreekt.

Gedurende den oorlog zijn reeds verschillende indus-trieele ondernemingen opgericht en plannen voor andere,nog meer omvattende bedrijven zijn in wording. Wordter, zooals ik zooeven bij de bespreking van de Utrecht-sche Jaarbeurs met een enkel woord uiteenzette, ' daar-

Page 176: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

164 DE TOEKOMST VAN NUVERHEID

nevens voor gezorgd, dat men in het buitenland enspeciaal in de landen, waar de kansen van afzet vooreen bepaald product gunstig zijn, kan weten, wat onzeindustrie voortbrengen en leveren kan, dan ziet heter, alles bijeengenomen, voor de toekomst van onzenijverheid en onzen handel niet donker uit, ook al zul-len zij aan de slagen, welke in de crisis, die op denoorlog volgen zal, zullen vallen, niet geheel ontkomenen al zullen zij heel wat innerlijken en uiterlijken strijdmoeten doormaken, voor zij de basis zullen hebben ge-vonden, voor vreedzame samenwerking van niet te kort-stondigen duur met de arbeiders in hun bedrijf. Maar ookhier zullen de moeilijkheden, welke te overwinnen zijn,stalen tot den strijd om ze te boven te komen en zullenzij den besten onzer mannen van zaken in zich zelvenden dieperen zin doen gevoelen der woorden van Cor-neille : „a vaincre sans peril, on triomphe sans gloire".

Voor de toekomst onzer scheepvaart behoeft menzich niet bezorgd te maken evenmin als voor die vanonzen landbouw. Vooral nu de duikbootoorlog de be-schikbare scheepsruimte dagelijks doet verminderen,zullen de vrachten nog jaren lang hoog blijven. Welis waar zullen na den vrede de Duitsche handelsschepenweer in de vaart komen en zal het deel der handels-vloot van de geallieerden, dat nu voor oorlogsdoelein-den wordt gebruikt, aan zijn eigenlijke bestemmingworden teruggegeven, maar het neemt toch niet weg,dat de oorlog in de voor den handel beschikbare scheeps-ruimte een groot bres heeft geschoten.

Toch is hetgeraden, ook in dit opzicht op zijn hoede te zijn

Page 177: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 165

Worden de plannen, der krijgvoerenden om ook hunscheepvaart meer of minder scherp nationaal of super-nationaal te organiseeren, verwezenlijkt, dan zal Neder-land daarbij wel niet lijdelijk kunnen toezien en zal deRegeering het recht moeten behouden, om zich in deregeling der scheepsvrachten te mengen, bovenal teneinde de eenheid van Nederland en zijne kolonien totuitdrukking te doen komen en eventueele pogingen vanandere staten om ons economisch uit onze eigen kolo-nien te verdringen door een nationals Nederlandschevrachtpolitiek te kunnen tegengaan.

Hoe minder ver in deze richting door rechtstreek-schen of indirecten dwang van overheidswege zal be-hoeven te worden gegaan, hoe beter het zal wezen,maar dat neemt de wenschelijkheid niet weg, dat deoverheid in deze de noodige bevoegdheid hebbe enhoude. Tot maatregelen van dien aard zal de toestandna den oorlog wel noodzaken, opdat onze economischezelfstandigheid niet in gevaar kome, welke bezwarenvan de zijde der belanghebbenden daartegen ook mogenworden ingebracht.

Gaat het die richting uit, dan zal daarbij aan tweevoorwaarden moeten worden voldaan. In de eerste plaatszal de Regeering bij de toepassing van een dergelijkenmaatregel zich moeten doen bijstaan door een onpar-tijdig samengesteld college van deskundigen en zal erbij beklag over speciale toepassingen van algemeenewettelijke bevoegdheden een recht van beroep moetenzijn op een van de regeering onaf hankelijk college metrechterlijke competentie. In de tweede plaats zal eendergelijk ingrijpen de noodzakelijkheid medebrengen van

Page 178: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

166 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

subsidieering van die reederijen, welke daardoor oneven-redig zwaar mochten worden getroffen.

Het oppertoezicht ook op de vrachttarieven der spoor-wegen zal uit overeenkomstige overwegingen zoodanigmoeten worden verscherpt, dat deze een waarlijk ratio-nale handeispolitiek zooveel mogelijk zullen steunen.Vooral nu de beide groote spoorwegmaatschappijen dehanden in elkaar hebben geslagen, waarvan een nietonbelangrijke besparing op haar exploitatiekosten is teverwachten, moet daarnevens het staatstoezicht wordenverscherpt, opdat het publiek door dit monopolie nietworde geschaad.

Hetgeen er na den oorlog op economisch gebiedstaat te gebeuren, wijst z66. duidelijk in de richtingder staatsexploitatie, of althans eener exploitatie onderstaatstoezicht ook wat de geheele economische gestieder spoorwegmaatschappijen en vooral wat haar vracht-politiek betreft, dat ik na al wat ik vroeger over ditonderwerp schreef, daarvoor niet nog eens een lansbehoef te breken.

Slechts bij een onderdeel der vrachtpolitiek onzerspoorwegen wil ik een oogenblik stilstaan. Tot voorkorten tijd stond die sterk onder den invloed der onder-linge concurrentie. Dit zal nu wel anders worden. Maardaarentegen zal zij zich waarschijnlijk nog scherperkeeren naar de concurrentie met de binnenlandschescheepvaart.

Tot op zekere hoogte is daar niets tegen, voor zoo-ver het er namelijk toe leidt, de goederenvervoerderstegen te hooge eischen van binnenschippers te vrijwa-ren ; maar wanneer het tevens tot het lang niet denk-

Page 179: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 167

beeldige gevolg voert, de spoorvrachten tusschen aanhet water gelegen gemeenten constant lager te houdendan voor gelijke afstanden tusschen minder bevoorrechteplaatsen, is er voor den Staat alle aanleiding toe, voordie concurrentie, waar zij niet in speciale gevallen doorbijzondere omstandigheden gerechtvaardigd wordt, eenstokje te steken.

Nog erger nadeel doet de concurrentie a outrancevan de spoorwegen met de schipperij aan het alge-meene nationale belang, wanneer ze er toe leidt, datte veel wagens beschikbaar worden gehouden voorlijnen, die met de waterwegen concurreeren, en een zoo-danig percentage van het goederenvervoer door despoorwegen aan zich wordt getrokken, dat een deel derschipperij stil rrioet liggen, terwijl tegelijkertijd de stre-ken, waar de spoorwegmaatschappijen de concurrentievan de binnenvaart niet te duchten hebben, reden hebbentot klagen over gebrek aan wagenruimte. Klachten vandien aard heeft men vaak genoeg kunnen vernemen. Zijwijzen op een dermate oneconomisch gebruik van hetnationale transportvermogen, dat de Regeering na denoorlog en misschien zelfs wel reeds vroeger verplicht zalzijn, daarin in te grijpen. Het is te hopen, dat het te dienopzichte bij regelingen met een hoofdzakelijk preventiefkarakter zal kunnen blijven. Bij de groote internationalekrachtsinspanningen, welke na den oorlog op economischgebied zullen noodzakelijk zijn, zal Been enkele natie zichzulke krachtsverspillingen, als waartegen ik hier waar-schuwde, straffeloos kunnen veroorloven.

Deze zaak heeft in ons land nog een bij uitsteknationaal belang. De Limburgsche mijnstreek is ten

Page 180: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

168 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

aanzien van het vervoer helaas alles behalve gunstiggelegen. Het is daarom te hopen, dat de kanalisatievan de Maas, waardoor Heerlen ook te water zalzijn te bereiken, na den oorlog met de grootsteenergie zal worden ter hand genomen. Maar zelfs algeschiedt dit, dan zal het nog jaren duren v66r deLimburgsche kolen per schip van de mijnen zullenkunnen worden gehaald. Zoolang dit niet het geval zalzijn, blijft het een nationaal belang van de allerhoogsteorde, niet alleen dat de vrachtprijzen voor de Neder-landsche steenkool zoo laag mogelijk worden gehouden,maar vooral ook dat het den mijnen op geen enkel oogen-blik aan de noodige wagenruimte ontbreekt.

Waar men allerwegen zich er op toerust nijverheiden handel onder staatstoezicht te organiseeren, kan hetspoorwegverkeer hier te lande dat toezicht nog mindermissen dan het scheepvaartverkeer. Voor dat algemeeneeconomische toezicht zal de Regeering evenwel, zondergrondige reorganisatie van dit lichaam, aan de advie-zen van den Raad van Toezicht op de Spoorwegen nietgenoeg hebben.

Behalve door het houden van toezicht op- en, zoonoodig, door het ingrijpen in de vrachtpolitiek derNederlandsche reederijen en spoorwegen, zal de Staatook langs anderen weg de binnenlandsche nijverheidhebben te bevorderen.

Jammer genoeg, wordt bevordering der binnenlandschenijverheid van Staatswege hier te lande over het alge-meen synoniem geacht met invoering en toepassingvan een protectionistisch tarief van invoerrechten. Zooals

Page 181: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 169

ik in de zooeven aangehaalde Memorie van Toelichtingbij het ontwerp van wet betreffende de grondslagenvan 's Rijks belastingstelsel uiteenzette, acht ik die wijzevan bevordering der nijverheid na den oorlog voorNederland minder geschikt dan ooit.

Hoe voor zulk eene politiek de condities dan in eenwereldrijk zijn zullen, kan ons als Nederlanders vrijwelkoud laten. Ons land is nu eenmaal geen wereldrijkmaar een klein land, en zelfs als wij niet alleen reke-ning houden met het Rijk in Europa tellen wij tochonder de wereldrijken niet mee. Bovendien zou eenprotectionisme, dat ook de kolonien omvatte en dezedaardoor min of meer afsluiten zou voor den vreemdenhandel en het vreemde kapitaal, op de ontwikkeling vanIndic z66 belemmerend inwerken, dat het wel de ge-vaarlijkste koloniale handelspolitiek zou wezen, welkeons land in den tijd, die ons na den oorlog te wachtenstaat, zou kunnen volgen. Alleen dan zou men 'in ditopzicht wel verplicht zijn, maatregelen van zelfbehoudte nemen, indien er noodzaak kwam tot verweer tegenpogingen om ons economisch uit onze eigen koloniente dringen.

Practisch gesproken zou een protectionistisch tariefalleen het Rijk in Europa kunnen omvatten, zooalstrouwens ook in de protectionistisch getinte wetsont-werpen, welke hier onder vroegere ministeries werdeningediend, werd beoogd. Maar wat stelt men zich vande toekomst van Nederlands nijverheid voor, als degroote mogendheden handelsverdragen zullen gaan slui-ten, waardoor Europa grootendeels in twee meer ofminder nauw sluitende tolverbonden zal werden verdeeld?

Page 182: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

1 70 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

Aansluiting bij een dier beide verbonden wil toch welniemand, die gehecht is aan onze economische zelfstan-digheid, en die niet vergeet dat prijsgeving daarvanook onze politieke zelfstandigheid spoedig in groat ge-vaar zou brengen.

Maar als men dat niet wil, welke voorstelling maaktmen zich dan van protectionistische zijde omtrent detoekomst der Nederlandsche nijverheid? Meent men, datzich hier een bloeiende en krachtige nijverheid zalkunnen ontwikkelen, die genoeg zal hebben aan hetafzetgebied binnen eigen grenzen? Wel niemand diebij eenig nadenken en eenige kennis van zaken, dit zaldurven volhouden. Daarvoor is Nederland veel to klein.Wil het naast zijn landbouw en zijn handel ook zijnnijverheid tot bloei brengen, dan moet deze in degroote meerderheid der takken van industrie, voor welkerbeoefening de voorwaarden hier gunstig zijn, haar afzet-gebied in toenemende mate vinden in het buitenland, —moet zij steeds meer export-industrie worden. Belangrijketakken van nijverheid zijn er, welker oprichting, naarhet algemeen oordeel van der zake kundigen, zondergegronde kans op afzet van haar product in het buiten-land, zelfs niet denkbaar zou zijn.

Exportnijverheid nu kan desnoods in een wereldrijkdoor protectionisme worden in de hand gewerkt, datreuzensommen kan besteden aan openlijke en bedekteuitvoerpremien en aan stelselmatig doorgevoerde dum-pingpractijken ; een klein land kan die wapenen in deninternationalen economischen strijd niet met succes han-teeren. De sommen, welke het daaraan zou ten kostekunnen leggen, zijn zóó gering in vergelijking met het-

Page 183: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 1 7 1

geen bijv. de Duitsche of de Amerikaansche industrieer, zoo zij dit in haar belang acht, aan kan besteden,dat het voeren van den strijd met zulke wapenen vanmeet af op schade en schande voor ons zou moetenuitloopen. In Nederland kan men met een protectionis-tische handelspolitiek aan de exportindustrie slechtsnieuwe moeilijkheden in den weg leggen.

Even weinig echter is het theoretische vrijhandels-stelsel voor de toestanden, welke na den oorlog opeconomisch gebied zullen ontstaan en zich thans reedsduidelijk genoeg beginnen af te teekenen, in de prac-tijk houdbaar. Overal maakt de overheid zich gereed,om zich, in overleg met de organen van handel enindustrie, op veel intenser wijze te gaan bemoeien methet economisch leven dan v66r den oorlog het gevalwas. Evenmin als een klein land als Nederland daar-tegenover met vrucht kan reageeren door het in toe-passing brengen van een algemeen protectionistischtarief, evenmin mag de Staat er in dit opzicht eenstruisvogelpolitiek volgen, door de oogen te sluiten voorhetgeen die buitenlandsche overheidsbemoeiingen voorhet internationaal verkeer beteekenen, en handel ennijverheid alleen laten staan in hun strijd tegen denieuwe moeilijkheden, welke zij zullen hebben te over-winnen. De handelspolitiek der non-interventie, van hetGods water over Gods akker laten loopen, is in detoekomst voor ons land al even ongeschikt als eeneprotectionistische handelspolitiek zou zij n.

In hoever kan en moet de Staat dan wel optreden?Bij de bespreking van het scheepvaart- en spoorweg-

Page 184: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I 7 2 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

verkeer gaf ik daarvan reeds een paar voorbeelden.Eenige andere wil ik daaraan nog toevoegen.

Zooeven wees ik op de nawerking, welke de doorden oorlog gewekte verbittering tusschen de thansoorlogvoerende volkeren op het internationaal verkeerhebben zal. De handelaren en industrieelen der neutraalgebleven landen, inzonderheid de Nederlandsche mannenvan zaken behoeven zich wel is waar niet te vleien, datzij na den oorlog over het algemeen met groote sym-pathie in de thans oorlogvoerende landen zullen wordenbegroet en bejegend; maar in vergelijking met den haaten het wantrouwen, waarmede de industrie en de handeluit het voor enkele jaren nog vijandige land zullenhebben te worstelen, is gebrek aan sympathie reedseen relatief voordeel.

Men mag dan ook met grond aannemen, dat wanneer,hetzij door de geallieerden, hetzij door de centralemogendheden differentieele tarieven zullen worden inge-voerd, met voorkeurrechten voor de vrienden, de neu-tralen daarbij, zoo zij al niet met deze zullen wordengelijk gesteld, toch ook niet als vijanden zullen wordenbehandeld.

De relatieve voorkeur nu, welke na den oorlog devroegere neutralen tegenover de oude vijanden zullenhebben, zal, naar te verwachten is, er onder meer toeleiden, dat ook Nederland zal worden overstroomd methandelshuizen, die hun werkelijke nationaliteit achtereen Nederlandsch omhulsel zullen trachten te verbergen.

Daartegen in te gaan door het vestigen van vreemdehandelaars en vreemde handelshuizen te bemoeilijken,zou geheel indruischen tegen onze al-oude tradition.

Page 185: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 1 7 3

Maar het vrij toelaten van vreemde kooplieden, ookals zij zich achter Nederlandsche firma-namen verber-gen, brengt het gevaar mede, dat bijv. Engeland enFrankrijk in onze industrie en onzen handel bedekteDuitsche bedrijven zullen zien, 66k als zij bona fide

Nederlandsch zijn. Dit gevaar mag niet als hersen-schimmig worden weggepraat; men moet het onderde oogen durven zien even goed als andere moeilijk-heden.

Het te keeren zal eensdeels de taak zijn van de be-langhebbenden zelven, anderdeels van den wetgever. Debelanghebbenden zullen goed doen, voorzoover hunzaak in den vorm eener vennootschap wordt gedreven,hunne statuten er op na te zien, of zij tegen vreemdeinvasie voldoende zijn beveiligd, en zoo neen, er alsnogtijdig waarborgen daartegen in op te nemen.

De wetgever zal niet langer mogen dralen met hetinstellen van een handelsregister, waarin alle handelaarsen industrieelen ingeschreven zullen moeten worden enwaaruit tevens blijkt van welke nationaliteit de werke-lijke eigenaars van vennootschappen onder firma of vanzoogenaamde firma's zijn. Was dit al lang ter bestrij-ding van ongewenschte concurrentie, om geen sterkerwoord te gebruiken, noodig; thans is het een dringendeeisch des tijds geworden. Bij den aandrang daartoe,welke van verschillende zijden wordt geoefend, sluit ikmij zonder voorbehoud aan.

Theoretisch gesproken, heeft men zich tegenover hethier bedoelde gevaar naar alle zijden te weren. Dewettelijke regeling zal dan ook, gelijk wel van zelf spreekt,een algerneen karakter moeten dragen. Dit neemt intus-

Page 186: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

174 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

schen niet weg, dat de maatregel practisch in hoofdzaakten opzichte van enkele Duitsche handelshuizen werkenzal. En dit niet alleen, omdat de Duitsche handelaars enindustrieelen zich hebben gekenmerkt als bijzonder ener-giek ook in hun optreden in het buitenland, maar ookomdat de economische dwang om collie que cod te buiten-landsche afzetgebieden te veroveren of te herwinnen, zooalsik in paragraaf VII uiteenzette, zich vooral voor en inDuitschland zal doen gevoelen. Onder dien drang dereconomische noodzakelijkheid zal ook, naar wel van zelfspreekt, het pogen om langs een omweg te profiteerenvan de relatieve voorkeur der neutralen, niet achter-wege blijven.

Het is wel te betreuren, dat een niet slechts wensche-lijke maar dringend noodige maatregel zich practischhoofdzakelijk naar een zijde keeren zal, maar dit mager toch niet toe Leiden, hem achterwege te laten. Hetgeldt hier een groot Nederlandsch belang en „charitebien ordonnee commence par soi-mtme".

Voorts is het te hopen, dat de wetgever eindelijk tijdzal vinden, om de zoo noodige herziening van ons Wet-boek van Koophandel, speciaal wat betreft het vennoot-schapsrecht, het wisselrecht en het zeerecht, — eeneherziening, die reeds lang is voorbereid, — tot stand tebrengen.

Naast die medewerking van den Staat aan de ont-wikkeling van handel en industrie en aan het afwendenvan gevaren, die haar bedreigen, een medewerking welkevan het Departement van Justitie moet uitgaan, kanhij ook op andere wijze hulp en bijstand verleenen.

Page 187: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

EN HANDEL HIER TE LANDE. 1 7 5

Gelijk ik hierboven aangaf, 1 ) is het noodig, dat doorbelanghebbenden een organisatie wordt in het Levengeroepen, om eenerzijds de buitenlandsche vraag naarprodukten, welke hier in Nederland worden vervaar-digd, in te lichten, dat men die hier kan bevredigen,anderzijds de Nederlandsche industrie op de hoogte tebrengen en te houden van de landen en streken, waarzij voor de produkten der verschillende bedrijven eenafzetgebied kunnen vinden. Hier nu biedt zich een bijuitstek ongezochte gelegenheid tot samenwerking tus-schen den Staat en het particulier initiatief aan. Diesamenwerking bestaat van oudsher. De Staat helpt met.zijne consulaire ambtenaren de handelaars en indu-strieelen, die in het buitenland zaken doen, maar deconsulaire dienst kan en moet verbeterd worden.

Hiertoe werd, op voorstel van het Ministerie vanBuitenlandsche Zaken, reeds een eerste stap gezet doorde verhooging der begrooting van dit departement voorhet loopende dienstjaar met f 50.000 ten bate van dendienst der economische voorlichting in het buitenland.De Memorie van Toelichting bij dat voorstel, hetwelkbeoogt onzen consulairen dienst meer mobiel te makersen daardoor beter aan zijn doel te doen beantwoorden,vangt aan met de volgende woorden : „Welhaast met.zekerheid kan worden aangenomen, dat na afloop vanden thans woedenden wereldoorlog op economisch ge-bied eene scherpe concurrentie tusschen de verschillende:landen zal ontstaan, hetzij om verloren markten te her-winnen, hetzij om zich nieuwe te verwerven, hetzij om.

1 ) Zie blz. 159 en volg.

Page 188: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

176 DE TOEKOMST VAN NIJVERHEID

zich op reeds veroverde te handhaven. Nederland zal indien vreedzamen krijg voor de behartiging zijner be-langen hebben te waken ; het zal er voor zorg moetendragen, dat het de veroverde plaatsen bezet houdt en erzoo mogelijk nieuwe bij wint." Uit deze woorden, zoowelals uit het voorstel zelf, blijkt, dat het Ministerie vanBuitenlandsche Zaken voor de economische eischen vande toekomst niet blind is. Gelukkig hebben de Staten-Generaal — zooals trouwens niet anders was te ver-wachten — zich met deze verbetering van den buiten-landschen inlichtingendienst ten behoeve van handel ennijverheid vereenigd. Wat er door de aanneming vanhet bewuste voorstel is bereikt, is nog wel niet veel,maar het is de vraag, of men met de consulaire krachten,waarover men beschikt, wel aanstonds veel verder zoukunnen gaan. Hoofdzaak is, dat uit bet voorstel deerkenning blijkt, dat men in de toekomst nog veel min-der dan vroeger de vertegenwoordiging van Nederland'sindustrieele en handelsbelangen in het buitenland vooreengroot deel ma overlaten aan honoraire con-suls, onder wie velen niet eens Nederlanders zijn endie voor het speciale Nederlandsche standpunt in denkomenden economischen strijd onmogelijk een open oogen een open oor kunnen hebben.

Uit het bovenstaande volgt wel, dat er voor denStaat op verschillende wijze en op verschillend terreingelegenheid is, mede te werken aan den opbloei vanNederlands handel en nijverheid, en aan het afwerenvan gevaren, welke dien opbloei kunnen bedreigen. Hijbehoeft daarbij ook het hulpmiddel van het tarief van

Page 189: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

NIJVERHEID EN HANDEL. 177

invoerrechten niet te beschouwen, als een verboden wapenwaaraan hij niet raken mag.

Heel lets anders dan het voeren van eene algemeenprotectionistische politiek is het op zijn hoede te zijn,indien bepaalde takken van nijverheid, wier bestaans-voorwaarden hier niets kunstmatigs hebben, met onder-gang bedreigd worden door dumpingspractijken, — ditwoord hier genomen in zijn uitgebreidste beteekenis, —van den eenen of anderen grooten concurrent. Daar-tegen zulk een nijverheid, zoo noodig, door tegenmaat-regelen te beschermen, is politiek van lijfsbehoud, waar-van men zich niet door theoretische vrijhandelsover-wegingen zou mogen laten afbrengen.

Zonder twijfel zal men zich niet mogen verhelen,dat dit middel steeds een tweesnijdend zwaard kan blijkente zijn en dat het slechts met groote kennis van zakenen groote voorzichtigheid mag worden toegepast. Maarhet zou niet in 's lands belang zijn, het a priori uithet economisch arsenaal der staatsbemoeiing met handelen nijverheid te verwijderen. Men houde het zoo langmogelijk achter slot en grendel, maar men schrome niethet te voorschijn te halen, wanneer blijkt, dat men hetter bescherming van de eene of andere industrie tegenvreemde vernietigingspogingen noodig heeft.

Waar de Staat ter bevordering van handel en nijver-heid zoo veel en zoo velerlei op zijn weg zal vinden, iscer dringende behoefte aan een veel beter ingerichte eco-nomische voorlichting der Regeering, dan waarover dezethans beschikt. Met het oog op de toekomstige eischen,welke aan verschillende departementen van algemeen

I2

Page 190: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

178 DE TOEKOMST VAN NEDERLANDS

bestuur gesteld zullen worden, stel ik mij voor, dat een Raadvan Handel en Nijverheid dient te worden ingesteld, ondervoorzitterschap van den Minister van Handel en Nijver-heid ; de Ministers van Buitenlandsche Zaken, van Water-staat, van Kolonien en van Financier, misschien ook deMinister van Justitie zouden er ambtshalve lid van moetenzijn. Die Raad zou voorts moeten bestaan uit vertegen-woordigers van den grooten geldhandel, den grootengoederenhandel en de groote nijverheid. Of hij ookvertegenwoordigers van den landbouw zal moeten be-vatten, acht ik twijfelachtig. Natuurlijk zal bij de eco-nomische politiek van den Staat op de belangen vanden landbouw evenzeer moeten worden gelet, als op dievan nijverheid en handel. Hierover kan niemand intwijfel zijn. Voorloopig wil het mij echter voorkomen,dat men de belangen van den landbouw het best zaldienen door reorganisatie en uitbreiding der bevoegd-heden van het Nederlandsch Landbouw Comite, waar-van een vertegenwoordiger in den Raad van Handelen Nijverheid zou kunnen zitting hebben. Dit is intusschenslechts een detail, dat op verschillende wijzen goectgeregeld kan worden.

De Raad zal periodiek, bijvoorbeeld eenmaal per maand,moeten bijeenkomen en de Regeering van advies moetendienen, omtrent alle vragen op het gebied van het.internationale handelsverkeer. Op die of op eene der-gelijke wijze toegerust, zal de Regeering de zware taak,welke ten aanzien der bevordering van handel en nijver-heid op haar schouders zal komen te rusten, kunnenvervullen zonder al te eenzijdig te werk te gaan en in:al te groote fouten te vervallen.

Page 191: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

NIJVERHEID EN HANDEL. 179

De instelling van zulk een lichaam zal bovendien eentweeledig bijkomend voordeel hebben, waarvan de grootebeteekenis vooral van het eerste deel, indien bet ver-wezenlijkt wordt, wel algemeen zal worden erkend. Hetzal er namelijk toe kunnen bijdragen, dat het vraagstuk vande handels- en nijverheidsbevordering aan de partijpolitiek,waarin het te kwader ure verzeild raakte, onttrokken wordt.

Voorts zal het de samenwerking der verschillendedepartementen op economisch gebied bevorderen, eensamenwerking, die in het begin van den oorlogstijd,onder den drang der omstandigheden wel eenigszinsverbeterde, maar die toch, gelijk algemeen bekend is,nog zeer veel te wenschen overlaat.

Page 192: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

XII. DE VOORUITZICHTEN VAN DENGELDHANDEL.

Tot de vele onvoorziene gevolgen van den ourlog opeconomisch gebied behooren ook de groote versnellingvan het proces der bedrijfsconcentratie en de toenemingvan den invloed van het bankwezen op de industrieen haar ontwikkeling.

Over het concentratieproces in de industrie bestaat veelmisverstand. Zeer in het algemeen sprekende, kan menterecht gewagen van een tendenz der industrie naar con-centratie ; men mag daarbij evenwel niet vergeten, datniet alle bedrijfstakken aan dat proces in gelijke matedeelnemen. Er zijn een aantal takken van nijverheid, waarinhet klein en vooral het middelgroot bedrijf zijn plaatsen zijn zelfstandigheid heeft weten te behouden envooreerst ook wel handhaven zal.

Zelfs komen in den lateren tijd factoren op den voor-grond, welke aan de bedrijven, die geschikt zijn om opniet te groote schaal economisch te worden uitgeoefend,nieuwe levenskracht geven. Als zoodanig is vooral devlucht, welke de electrificatie bezig is te nemen, vanbeteekenis. Door de electrische centrales, die binnenkorten tijd vrijwel het geheele land zullen kunnen be-dienen, wordt het mogelijk aan de kleinere bedrijvenmechanische kracht ter beschikking te stellen, zonder

Page 193: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL. 1 81

dat deze hun duurder te staan komt dan aan hetgrootbedrijf. Bovendien stelt de steeds meer veldwinnendecooperatie ook in de nijverheid de kleinere industrieelenin staat, bij den inslag hunner grondstoffen en, voor-zoover hun cooperatie ook den verkoop omvat, bij denafzet hunner producten, de voordeelen van het groot-bedrijf te combineeren met die van het kleinere bedrijf,waarin de leider zijn oog ook over de bijzonderhedenkan laten gaan.

Er wordt vaak verkondigd, dat er een scherpe af-scheiding zijn z9u tusschen landbouw en industrie indezen zin, dat in de nijverheid het concentratieprocesalgeineen zou zijn waar te nemen, in den landbouw niet.Zoo is het met het concentratieproces in die twee grootetakken van ons volksbestaan intusschen niet gesteld.Inderdaad is het waar, dat voor den landbouw in engerenzin het grootbedrijf niet de meest rendeerende bedrijfs-vorm is, maar er zijn toch sommige takken van exploi-tatie der natuurkrachten van den grand, die zichinzonderheid voor het grootbedrijf leenen. Men denkeslechts aan den boschbouw. Ook voor de teelt vansommige exportgewassen, speciaal van bloembollen,levert het grootbedrijf voordeelen op, doch dit zijn uit-zonderingen op den regel.

Daartegenover vertoont de meerderheid der takkenvan nijverheid de neiging tot concentratie, maar anderezijn er, waarin deze neiging zich niet of slechts flauwvertoont. Men geeft daarom van de werkelijkheid een j uisterbeeld, door, wat het concentratieverschijnsel betreft, nietvan een scherpe tegenstelling tusschen landbouw ennijverheid te spreken, maar door zich een geleidelijk,

Page 194: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

182 DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL .

zij het hier en daar wat sprongsgewijze, verloopendelijn te denken, tusschen, het over het algemeen zeergedecentraliseerde landbouwbedrijf en enkele bij uitstekgeconcentreerde takken van nijverheid, zooals het hoog-oven- en het mijnbedrijf.

Een reeds lang waargenomen verschijnsel in de in-dustrieele concentratie nu is, dat er wisselwerking bestaattusschen de bedrijfsconcentratie en het werken van be-paalde takken van nijverheid voor de wereldmarkt.De exportindustrieen zijn over het algemeen het meestgeconcentreerd, en omgekeerd hebben de meest gecon-centreerde, op de grootste schaal gedreven wordendebedrijven, de wereldmarkt voor den afzet hunner pro-ducten het meest noodig.

Waar nu de wereldoorlog zulk een diep doordrin-genden invloed uitoefent op het internationaal goederen-verkeer, en de exportindustrieen in de verschillendelanden, zooals ik hierboven in paragraaf VII besprak,na het sluiten van den vrede vocir grootendeels nieuwetoestanden en vaak ook voor nieuwe moeilijkhedenzullen komen te staan, kon het wel niet anders, of hijmoest ook het concentratieverschijnsel in de export-nijverheid zeer in de hand werken. Reeds nu teekentzich dit duidelijk af. Juist bij de bedrijven, die toch alde grootste neiging tot samentrekking vertoonden, zaldeze tendenz dientengevolge, voor zoover zij zich thansnog niet vertoont, na den oorlog sterk tot uiting komen.

Men mag voorts, zooals ik daar aangaf, met grondverwachten, dat in de krijgvoerende landen die gecon-centreerde exportindustrieen veel meer onder recht-streekschen staatsinvloed zullen komen dan v66r den

Page 195: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL. 183

oorlog het geval was. Inzonderheid de mijnindustrie isin den oorlogstijd zoowel in Engeland als in Duitschlandreeds geheel onder overheidscontrOle gekomen. Die con-trOle zal vooral in Engeland na het sluiten van denvrede wel niet zoo streng gehandhaafd blijven, maarzelfs in het vrijheidlievende Groot-Britannic zal naaralle waarschijnlijkheid de algeheele exportvrijheid vanvoorheen wel niet terugkeeren. Voor Duitschland is datnog minder aannemelijk.

De versterking van het sociale element in de maat-schappelijke organisatie, welke de oorlog heeft te weeggebracht, komt behalve in de andere wijzen en vormen,waarop ik in vorige paragrafen de aandacht vestigde,ook tot uiting zoowel in de diepere inmenging van denStaat in de exportnijverheid als in de grootere con-centratie daarvan.

Nu ik dit punt aanroer, wil ik er tevens tegen waar-schuwen hier zonder meer uit of te leiden, dat de oorlog ooktot grootere samentrekking der vermogens in de handen vaneen kleiner aantal bezittenden geleid heeft of leiden zal.

Er zijn inderdaad teekenen, die ook hierop wijzen ;in sommige bedrijfstakken in de oorlogvoerende landen,vooral in die, welke oorlogsmateriaal leveren, en in deneutrale landen inzonderheid in de scheepvaart en in ver-schillende exportbedrijven zijn groote oorlogswinsten ge-maakt, die over het algemeen aan een betrekkelijk kleinaantal ondernemingen ten goede zijn gekomen. Daaren-tegen werden de oorlogswinsten van den landbouw, welkeevenmin gering zijn, over een groot aantal personenverspreid. Ook vergete men hierbij niet, dat er zoowelin enkele takken van den landbouw (boomkweekerij en

Page 196: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

184 DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL.

bloembollenteelt) als in verschillende takken van nijver-heid verliezen werden geleden, waarvan men den om-vano- en de beteekenis niet kent, doch die zeker nietbuitsluitend de kleine vermogens troffen.

Toch is het wel mogelijk, dat ook grootere samentrek-king van vermogen onder het saldo van de economischeoorlogsrekening zal voorkomen, maar indien dit inder-daad mocht blijken het geval te wezen, teekent dit ver-schijnsel zich toch veel minder scherp of dan de bedrijfs-concentratie in de exportnijverheid. Bovendien zou zulkeen samentrekking der vermogens in een kleiner aantalhanden, indien zij werkelijk plaats gevonden had ofonder den invloed van den oorlog nog plaats vindenzou, niet gelijk staan met grootere ongelijkheid in deverdeeling van het volksinkomen. Zooals volgt uit bet-geen ik in paragraaf IX over de verhouding van kapitaalen arbeid na den oorlog uiteenzette, is integendeel tedien opzichte eene verandering in die verdeeling in derichting van vermindering der bestaande ongelijkheid teverwachten.

De oorlog heeft groote en plotselinge veranderingengebracht in de verdeeling van bet volksvermogen. Hetnaar buiten vaak ietwat luidruchtig optreden der nou-veaux riches trekt echter onwillekeurig meer de aandachtdan de stillere uiting van geleden verlies bij zooveelanderen. Vandaar dat men lichtgeneigd is uit hetgeenmen ziet ook tot vermogensconcentratie te besluiten.Maar ook hier is het geraden rekening te houden nietalleen met „ce qu'on voit", maar niet minder met „cequ'on ne voit pas."

De bedrijfsconcentratie, welke thans als een der

Page 197: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL. 185

economische gevolgen van den oorlog waarneembaar is,wordt niet speciaal te weeg gebracht door het verdringenvan kleinere bedrijven door grootere — al zal ook ditverschijnsel zich na den oorlog waarschijnlijk wel openkele punten in verhoogde mate voordoen -- maardeels door nauwere samenwerking, deels door samen-smelling van vroeger op zich zelf staande ondernemingen.De oorlog heeft, om het kort uit te drukken, zoowelde kartelvorming als de cooperatie onder de onder-nemingen van handel en nijverheid in de hand gewerkt.

Langs dien weg zal ook in de toekomst grooteresamentrekking der bedrijven samen kunnen gaan meteen verspreiding van de voordeelen daarvan : eerst overde verschillende bij die concentratie betrokken en daar-van afhankelijk geworden ondernemingen en vervolgens,in elke onderneming, over de aandeelhouders en verderedeelgerechtigden in de winsten der vennootschap.

Bij dit een en ander is echter het meest opmerkelijke,dat de verschillende door den oorlog zoo snel opgekomenveranderingen in het bedrijfsleven den invloed van hetbankwezen op handel en nijverheid sterk hebben ver-hoogd. In de paniek, die in het begin van den oorlogontstond, moest het groote bankkapitaal hulp verleenen.Hoe deze hulpverleening hier te lande in samenwerkingmet de Nederlandsche Bankplaats vOnd, verhaalde ikelders 1). Toen de paniek voorbij was en oorlogswinstenbegonnen binnen te komen, sloeg de balans over. Erbehoefde toen veel minder dan in normale tijden van het

1 ) Zie „Oorlogstijd" , hoofdstuk IV, § i .

Page 198: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

1 86 DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL.

crediet der banken gebruik te worden gemaakt. Dit ver-schijnsel teekent zich ook duidelijk of in de hulp, welkein de oorlogsjaren door de Nederlandsche Bank als cen-trale credietinstelling behoefde te worden verleend; dezebleef ver onder het normale peil. Daarentegen hadden enhebben zoowel kleine als groote banken abnormaal hoogedeposito's van hunne clienten in ontvangst te nemen.

Zoowel bij de plotselinge credietbehoefte als bij delater opgekomen ruimte van geld, kwam het publiekonwillekeurig bij de banken terecht. Dit op zich zelf heefthet bankwezen reeds versterkt. Daarbij komt, dat de oorlogeen krachtmeting is geworden niet alleen op krijgskundigen oorlogstechnisch maar ook op financieel gebied. Ditheeft in de oorlogvoerende landen den geldhandel onwil-lekeurig nog aan invloed en in beteekenis doen winnen.

Rechtstreeks werd in de neutrale landen de invloedvan het bankwezen op den exporthandel versterkt, toenin den oorlogstoestand de handelsbalans met verschil-lende belligerente landen spoedig bij uitstek abnormaalwerd wegens de wanverhouding, welke er tusschen denuit- en den invoer van goederen ontstond. Een dereerste gevolgen daarvan was, dat de krijgvoerenden,die meer producten in- dan uitvoerden, hun geld in hetinternationale ruilverkeer in waarde zagen dalen tegen-over de munteenheid van het land, waaruit zij zulkegrootere importen betrokken. Door uitvoer van effecten,alsmede door toezending van goud — als uitzondering ophet verbod van uitvoer van dit edel metaal — werd doorhen wel gepoogd die koersdaling van het eigen geld tegente gaan of althans te remmen, maar die middelen kondenzij slechts in beperkte mate toepassen, en afdoende ver-

Page 199: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL. 187

meerdering van den goederenuitvoer uit de bedoeldelanden was niet mogelijk of kwam niet overeen met deoorlogsbelangen, die alle andere overwegingen in deschaduw stelden.

Het onvermijdelijk gevolg van een en ander was, dater uit de landen met in waarde achteruitgaande valutagroote aandrang kwam, om hetgeen men noch metgoederen, noch met effecten noch met goud in vol-doende mate betalen kon, op crediet te koopen. Hierbijging het om zóó enorme bedragen, dat ook die crediet-vraag wel bij de groote banken terecht moest komenen dat deze hier te lande daaraan zelfs niet kondenvoldoen zonder onderling overleg en zonder zich voorafvan de medewerking van de Nederlandsche Bank ver-zekerd te hebben. Onze circulatiebank verleende diemedewerking bovendien niet, dan na zich er van tehebben vergewist, dat zij er niet door in conflict zoukomen met de inzichten der Regeering omtrent hetbetrachten der neutraliteit ook in de internationale han-dels- en credietpolitiek in den oorlogstijd.

Meer bijzonderheden hieromtrent kan men vinden inhet laatste jaarverslag van de Nederlandsche Bank.Dieper er op in te gaan, ligt buiten mijn bestek. Watik hier slechts aanstipte, is voldoende om te doen uit-komen, dat ook de abnormaliteit in de handelsbalansenen de wisselkoersen tusschen de belligerente en deneutrale landen den invloed en de beteekenis van hetbankwezen heeft versterkt.

De taak, waarvoor — om bij ons land te blijven —het bankwezen werd gesteld, was grooter en omvatten-der dan ooit te voren, zelfs al houdt men geen rekening

Page 200: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

188 DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELD EIANDEL.

met hetgeen de geldhandel had te doen in verband metde ongekend groote credietbehoeften van den Staat zelf.Dit alles leidde tot een drang naar innerlijke versterkingvan het bankwezen, welke in de richting der concen-tratie, die zich hier te lande op dit gebied al bijzonderduidelijk afteekende, een uitweg zocht. Verschillendekleinere banken werden in grootere opgenomen en degrootere sloten zich z66 nauw aaneen, dat men bijnaons geheele bankwezen zich in den oorlogstijd heeft zienconcentreeren in twee groote groepen, die met elkanderom den voorrang strijden. De kleinere banken zijn, openkele uitzonderingen na, economisch afhankelijk gewor-den van een der beide groepen, ook in die gevallen,waarin zij hare juridische zelfstandigheid en haar uiter-lijke onafhankelijkheid hebben behouden.

Dientengevolge is de wijze waarop en de richtingwaarin het Nederlandsche bankwezen wordt geleid, vanoverwegende beteekenis geworden voor de toekomstigeontwikkeling van de verschillende takken van ons yolks-bestaan.

De bankconcentratie is, vooral in verband met dengrooten invloed, welke de geldhandel daardoor op deontwikkeling van handel en nijverheid kan uitoefenen,zeker geen onvermengd voordeel. Zij legt de economi-sche toekomst van ons yolk voor een te groot deel inhanden van enkele bankmagnaten. Deze zullen het vaakin de hand hebben, of de oprichting eener onderneming,waarmede een eenigszins belangrijk kapitaal gemoeid is,al dan niet mogelijk zijn zal. Mochten onze twee leidendebankgroepen te eeniger tijd de handen ineenslaan, dan

Page 201: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL. 189

zou het overwicht van den geldhandel op de nijverheidvoor de ontwikkelingskansen van nieuwe ondernemingen,welke eene dergelijke voogdij niet wenschen te aan-vaarden, bepaald bedenkelijk kunnen worden. De onder-linge concurrentie der bedoelde groepen is voor deontwikkeling onzer bronnen van welvaart een gelukkigverschijnsel, ook al heft zij het aangeduide bezwaarslechts ten deele op en al leidt zij tot sommige minder.verkwikkelijke uitwassen.

Daarnaast is er nog een tweede schaduwzijde aanhet concentratie-verschijnsel op dit gebied, welke onderbepaalde omstadigheden nog heel wat donkerder wordenkan dan de eerstgenoemde. Nu de geldhandel eenmaalbezig is, zich zoodanig te concentreeren, dat enkelebankbesturen richting en tempo van ontwikkeling derNederlandsche indpstrie grootendeels beheerschen kun-nen, wordt het voor het buitenlandsche grootkapitaal,voorzoover het er belang bij heeft, invloed in- en oponzen handel en onze nijverheid te verkrijgen, zeerverleidelijk, den kortsten weg daarheen te bewandelenen zich in een der leidende bankgroepen binnen tedringen. Dat men hier niet met een denkbeeldig ge-vaar te doen heeft, behoef ik na hetgeen ik boven opbl. 17314 schreef, niet te herhalen. Tegen dit gevaarkunnen intusschen alleen onze banken zelf de noodigevoorzorgsmaatregelen nemen. Van overheidswege zalhet, voorzoover de op die bladzijden aangegeven wegniet ten doel voert, niet te keeren zijn.

Gelukkig echter kan het ook door zijn concentratie.zooveel machtiger geworden bankwezen, zoodra het omgroote internationale zaken gaat, toch de medewerking

Page 202: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

I 90 DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL.

van de Nederlandsche Bank practisch niet missen enmag er wel op worden gerekend, dat deze hare mede-werking ook na den oorlog niet zal verleenen tottransacties, die wellicht voor de eer en het eigenbelangvan de daaraan deelnemende banken zeer aantrekkelijk,maar voor het grootere economische belang der natieniet zonder bedenking zouden wezen. Gelukkig ook,dat de leiders onzer bankinstellingen in en door denoorlog hebben leeren inzien, dat zij ook als het weervrede zijn zal, een waarlijk nationale bankpolitiek zullenhebben te voeren.

Juist in verband met onze nijverheid uit zich dat reedsnu en zal het zich na den oorlog, naar te hopen en teverwachten is, nog duidelijker vertoonen. Naast zooveelandere lessen, die de oorlog op economisch gebied heeftgegeven, heeft hij er ook de groote nationale beteekerlisvan duidelijk gemaakt, dat het bankkapitaal zich laatgelegen liggen aan de ontwikkeling der nijverheid. Reedslang v66r den oorlog wist men, dat er in dit opzichteen hemelsbreed verschil was tusschen het Engelscheen het Duitsche bankwezen. Het Engelsche bankwezenfinancierde, om het met een enkel woord uit te drukken,de heele wereld, het Duitsche de binnenlandsche nijver-heid en den binnenlandschen landbouw. „In Duitschlandzijn sedert 1895 — zoo schrijft de handelsredacteur vande Frankfurter Zeitung — 95 pct. van het beschikbarekapitaal in de binnenlandsche industrie en bovenal ookin den landbouw belegd, terwijl omgekeerd in Engeland87 pct. naar het buitenland gezonden werd."1)

1 ) Ernst Kahn, Unsere Valutasorgen, Leipzig 1917, bl. 21.

Page 203: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL. 191

Men kan er zeker van zijn, dat deze verhouding tus-schen het naar buiten werkende en in binnenlandscheindustrie en landbouw belegde kapitaal in Groot-Britanniana den oorlog merkbaar anders zal worden, ook al zalLonden — ter wille van het behoud van hetgeen hetvan zijne positie op de internationale geldmarkt door denoorlog niet reeds heeft ingeboet, — in zijn bankpolitiekveel meer internationaal blijven dan Berlijn ooit was.

De toestand der geldmarkt hier te lande, wanneer menook het effectenbezit der Nederlandsche beleggers daarbijin aanmerking neemt, gelijkt wat betreft de verhoudingvan de binnen- tot de buitenlandsche beleggingen, heelwat meer op dien van de Engelsche dan op dien derDuitsche markt.

V66r den oorlog werd hier aan het Duitsche bank-wezen steeds ten laste gelegd, dat het zich veel tenauw met de industrie had verbonden ; dat het in ver-band daarmede een veel te groote portefeuille had vanniet op korten termijn te liquideeren credietpapier, endat het deswegen bij de eerste ernstige crisis in grooteongelegenheid moest komen. Het is evenwel andersuitgekomen. De oorlogscrisis van 1914 is voor hetBritsche bankwezen wel zoo gevaarlijk geweest als voorhet Duitsche.

Intusschen doet men toch goed, om niet te voorbarig-te zijn met het maken zijner gevolgtrekkingen hieruit.Het Britsche bankwezen heeft zijn crisis reeds door-staan ; dat het na het sluiten van den vrede opnieuwonverwachte groote moeilijkheden zal hebben te over-winnen, is niet waarschijnlijk, ook al zal het zijne orga-

Page 204: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

192 DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL.

nisatie, die te veel op normale tijden met ongeschoktcrediet berekend was, op sommige punten grondig heb-ben te herzien. Voor het Duitsche bankwezen daaren-tegen zijn de moeilijkheden niet voorbij ; zij zijn veeleerslechts opgeschort. Zoodra de oorlog zal geeindigd zijn,zal de Duitsche nijverheid groote behoefte hebben aanvlottende middelen tot betaling van de reusachtigehoeveelheden grond- en hulpstoffen, welke zij van elderszal moeten betrekken. De Duitsche banken zullen dandoor de industrieelen, die hunne vlottende middelen inobligaties der oorlogsleeningen hebben moeten omzetten,worden bestormd. De groote moeilijkheden zullen voorhet Duitsche bankwezen eerst dan, maar dan ook metverdubbelde kracht opkomen. Men moet afwachten, ofen in hoever het in staat zal zijn, daaraan het hoofdte bieden.

Het blindelings volgen van het Duitsche voorbeeldzou dan ook geen aanbeveling verdienen. Toch heeftde ervaring wel bewezen, dat men zich de nadeelenvan deze bankpolitiek onzer oostelijke naburen te groot,de voordeelen daarvan niet groot genoeg heeft voor-gesteld. Het is daarom een gelukkig verschijnsel datonze beide groote bankgroepen er zich als om strijdop toeleggen om de kapitalen, waarover zij beschikken,veel meer dan v66r den oorlog het geval was ten dienstete stellen ook van de Nederlandsche nijverheid. Deinvloed, dien zij, door in deze richting te werken, op debeleggingen van het Nederlandsch kapitaal uitoefenen,zal, mits met het noodige beleid werde te werk gegaan,aan de economische kracht van ons land zeer ten goedekomen.

Page 205: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL. 193

Voor Nederland evenwel is evenmin als voor Groot-Britannie te verwachten, dat de verhouding in debeschikbaarstelling van het kapitaal voor binnenlandschebedrijven eener- en voor buitenlandsche credietbehoefteni

anderzijds in de toekomst zich zoozeer ten gunste vande binnenlandsche belegging wijzigen zal, dat ons landin dit opzicht met Duitschland op gelijke lijn zoukomen. Dat is niet te verwachten en het zou ook nietwenschelijk zijn, zelfs als men ook de Nederlandsch-Indische ondernemingen mederekent.

In paragraaf XI besprak ik reeds • wat een neutraalland als Nederland na den oorlog ten bate van hetinternationaal goederenverkeer zal kunnen doen. Watik daar van den goederenhandel zeide, geldt in nietmindere mate van den geldhandel. Nu ook Amerikazich in den oorlog tegen de centrale mogendheden heeftgekeerd, zullen deze, als er eindelijk weer vrede zijnzal, nog meer behoefte hebben aan neutrale tusschen-komst bij de hervatting van het Internationale verkeerclan aanvankelijk het geval was. Het zou verregaandkortzichtig zijn het Nederlandsche bankwezen te willenbelemmeren in de rol, die het op financieel gebiedbij de herleving van dat verkeer zal kunnen vervullen.Voorts zijn, vooral uit Centraal-Europa, na den oor-log groote credietaanvragen o. a. op de Nederlandschegeldmarkt te verwachten. De credietbehoefte zal zich6

in de landen, die zich bij de entente aansloten, bij dehervatting der werken des vredes wel in niet minderemate laten gevoelen, doch aangezien Amerika en Enge-land wel aan de te verwachten vraag zullen kunnenvoldoen, voor zoover het bankwezen van het betreffende

13

Page 206: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

194 DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDH ANDEL.

land zelf daartoe niet bij machte is, zal men daar dehulp der neutralen in Europa minder noodig hebben.

Ook de centrale mogendheden zullen zich, zoowelin het belang van hun handel en industrie als tot herstelhunner valuta en tot regeling hunner openbare financien,wel rechtstreeks of door tusschenkomst van neutrale bank-huizein tot hun vijanden van gisteren, en inzonderheid totAmerika moeten wenden. Maar het ligt voor de hand,dat zij, bij de noodzakelijkheid van het spoedig herstelvan hun zoo diep geschokt economisch leven, ook bij degroote banken der neutraal gebleven landen zullenaankloppen, al zal de hulp, welke deze zullen kunnenverleenen slechts in de millioenen kunnen loopen, waarmilliarden noodig zijn. Onder de neutrale landen nu,op welke voor de vervulling dezer functie bij het her-stel van het internationale geldverkeer en het interna-tionaal crediet gerekend wordt, neemt Nederland zekerniet de laatste plaats in.

De taak welke het Nederlandsche bankwezen wacht,zal dan ook na den oorlog bij uitstek belangrijk zijn.Daarbij zal het voor het moeilijke probleem worden gesteld,de juiste maat te houden tusschen de credietaanvragen,welke haar van den kant der binnenlandsche nijverheiden die, welke haar van buitenlandsche zijde zullenbereiken. Den Nederlandschen geld-- en fondsenhandeldwingen uitsluitend met de binnenlandsche credietbe-hoefte rekening te houden of slechts bij uitzondering ookhet terrein van het internationale crediet te betreden,zou niet mogelijk zijn. En indien het mogelijk ware,,zou het niet wenschelijk wezen.

Page 207: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

DE VOORIJITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL. 195

Maar dit neemt niet weg, dat er een groot lands-belang bij is betrokken, dat niet opnieuw het Neder-landsche bankwezen en de Nederlandsche beurs eenzijdignaar de zijde der buitenlandsche transacties en den han-del in buitenlandsche fondsen zullen overhellen. Bij hettegengaan hiervan zal in hoofdzaak moeten worden ge-rekend op het beleid en het nationaal gevoel der leidersvan onzen geldhandel. Waar dit gevoel gevaar mochtloopen te bezwijken voor de verleiding der winstge-vendheid van groote buitenlandsche transacties, zal deNederlandsche Bank voorts een remmenden invloedkunnen doen gelden, en zij zal zeker niet nalaten, zoonoodig van haar macht daartoe gebruik te maken. Ge-vaar dat de belangen van Nederlands nijverheid, land-bouw en handel na den oorlog ernstig zouden wordenachtergesteld bij een mogelijk financieel belang van on-zen geldhandel, om zich bij voorkeur bezig te houdenmet de internationale geld- en credietaanvragen, zie ikdan ook niet.

Het zou evenwel ongeraden zijn, om als men tegen-strijdigheid der belangen van den geld- en den fond-senhandel met het algemeene volksbelang voor de toe-komst ook maar als mogelijk voorziet, de behartigingvan het laatste geheel over te laten aan de vaderlands-liefde onzer bankiers en geldbeleggers.

Sedert het begin van den oorlog werken zoowel defondsen- als de geldhandel onder staatstoezicht en wordtdoor de Nederlandsche Bank voortdurend ruggespraakmet de Regeering gehouden, waar het belangrijke inter-nationale credietzaken betreft. Als de oorlogstoestandzal zijn geweken, zal de band, welke aan de effecten-

Page 208: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

196 DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GELDHANDEL.

beurs en aan den geldhandel is aangelegd, losser kunnenworden gemaakt. Het zou echter niet getuigen van wijsbeleid, dien band dan' geheel te verbreken en de onge-bondenheid van vd•Or den oorlog te laten terugkeeren.

Om redenen, die ik wel niet behoef te ontvouwen,ga ik op hetgeen de overheid te dezen opzichte zalkunnen en m. i. moeten doen, niet dieper in. Had ikbij deze bespreking evenwel over het vraagstuk van hetstaatstoezicht op den geld- en den fondsenhandel eenvolledig stilzwijgen bewaard, dan zou dit tot verkeerdegevolgtrekkingen hebben kunnen leiden. Het zal zaakzijn, na den oorlog dien handel zoo vrij mogelijk te laten,maar de vrijheid van handelen zal ook op dit terreinbinnen de grenzen moeten blijven, welke in het belangeener goede voorziening in de binnenlandsche behoeftezijn te stellen.

De vooruitzichten van het Nederlandsche bankwezenzijn gunstig en groot, doch ook op onzen geldhandelzal in de naaste toekomst van toepassing zijn, dat wienveel gegeven is, veel te verantwoorden zal hebben.

Page 209: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

XIII. MOEDERLAND EN KOLONIEN.

Hoewel ik maar al te goed weet, dat ik over hetkoloniale vraagstuk niet met gezag spreken kan, zoueen verhandeling over de economische toekomst van onsland, waarin over de verhouding van Nederland tot Indiegezwegen werd, al te onvolledig zijn. Uit dien hoofdedien ik althans enkele hoofdpunten van dit even moeilijkeen veelzijdige als gewichtige probleem aan te stippen.Van alle vraagstukken, waarvoor onze tijd de volkerenen hunne regeeringen plaatst, is voor Nederland hetkoloniale vraagstuk wel het allerbelangrijkste.

De verhouding tusschen moederland en kolonien werddoor den oorlog rechtstreeks slechts oppervlakkig, in-direct daarentegen zeer diep beroerd. De veranderingenin de machtsverhouding tusschen de groote mogend-heden in ons werelddeel en meer nog tusschen een ver-sterkt Amerika en Azie tegenover een verzwakt Europa,welke uit den krijg zullen te voorschijn komen, rakenonze koloniale politiek ten nauwste. De wereldoorlogstelt aan Nederland als koloniseerende mogendheid welis waar geen nieuwe problemen ter oplossing; hij maaktechter de problemen, die reeds om oplossing vroegen,dringender en urgenter dan ooit.

Bij hetgeen dit voor Indie's defensie zeggen wil, staik slechts even stil. Dit ligt grootendeels buiten mijn

Page 210: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

198 MOE DERL AND EN KOLONI1N.

onderwerp. Bovendien gevoel ik mij niet in staat, mijpartij te stellen in den strijd der deskundigen of bij diedefensie het zwaartepunt in de vloot dan wel in hetleger moet worden gelegd. Als leek is het mij her-haaldelijk voorgekomen, dat beide partijen de zaak wateenzijdig bekijken en dat het streven er op moet gerichtzijn, om, binnen de grenzen van het financieel vermogenvan moederland en kolonie, vloot en leger in Neder-landsch-Indie zooveel mogelijk in harmonisch verbandmet elkander op te bouwen.

Veel uit te geven aan den bouw en de bewapeningvan een relatief sterke vloot zonder evenredige ver-sterking van het landleger in Nederlandsch-Indie schijntmij evenzeer geldverspilling als het omgekeerde.

Even weinig bevoegd ben ik om mij te mengen inhet vraagstuk der inlandsche militie. Men moet landen yolk kennen, om hierover een eigen oordeel te hebben,en die kennis mis ik helaas. Alleen dit kan thans iederbelangstellend Nederlander, die niet geheel onverschilligis voor wat er in Indie omgaat, wel beseffen, dat hetweerbaar maken van Indie tot uitgangspunt hebben moet,in den inlander een vertrouwen te stellen, dat weder-keerig vertrouwen wekt.

Hoe men nu de defensie van Indie ook regele, steedszal men er geld voor over moeten hebben : veel geld.Dit zal vooreerst wel voor een groot deel door hetmoederland aan de kolonie moeten worden geleend enin den last van die weerbaarheidsleeningen zal hetmoederland zijn aandeel hebben bij te dragen evenredigaan het belang, dat het daarbij heeft.

Wie op dit aanbeeld hamert, wordt door de politici, die

Page 211: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

MOEDERLAND EN KOLONIN. 199

gewoon zijn elken andersdenkende in een bepaald hokjein te deelen, als imperialist in een donker hoekkastjegestopt. Dit debatteeren met etiketten in plaats van metsteekhoudende argumenten zou bier een onschuldig poli-tiek ganzenbordspel zijn, indien het niet het gevaaropleverde, dat moederland en kolonien beide er door„in den put" terecht komen.

Zonderling genoeg wordt de niet idealistische maaronvervalscht sentimenteele politiek, dat men geen defen-sie-uitgaven voor en in Indie mag noteeren, het sterkstaanbevolen door die partij, welke zich er op laat voor-staan, zich op den stevigen grondslag van het historisch-materialisme te bewegen. Die beschouwing der geschie-denis nu, welke, mits zij niet tot het absurde wordtgedogmatiseerd, als werkmethode bij het historischonderzoek en de historische waardeering groote ver-diensten heeft, wijst hen, die haar aanhangen, in deallereerste plaats op het betrekkelijk in de waarde vanalle maatschappelijke regelingen. Deze moeten zich aan-passen aan den, in den loop der tijden en bij de ver-schillende volkeren voortdurend veranderenden, econo-mischen grondslag der samenleving. Die grondslag nuomvat, volgens de geijkte historisch-materialistische voor-stelling, terecht ook Jigging en klimaat van een bepaaldland en van zijn naburen, alsmede de raseigenschappenen economische behoeften en aspiraties zoowel zijnereigen bewoners als van die zijner omgeving.

Hoe pacifistisch gezind men nu ook moge wezen enwelke verwachtingen men ook moge koesteren omtrenteen duurzamen vrede in Europa, — welke, indien hijwerkelijk het resultaat van den oorlog mag wezen, duur

Page 212: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

200 MOEDERLAND EN KOLONI1N.

genoeg zal zijn gekocht — moet men zich bij zijnebeschouwing van wat er in Oost-Azie gaande is, opwerkenvan den bodem van het historisch materialisme tot dewolken der romantiek, als men zich zelven en anderenwil wijsmaken, dat als resultaat van den wereldoorlog,waaraan Japan behalve als leverancier van oorlogstuignauwlijks meer dan formeel deelneemt, dat land zijneexpansiebehoefte niet meer gevoelen en zijn expansie-aspiraties opgeven zal. Ook in de Oostersche kwestie ishet zaak te rekenen met realiteiten. De expansiebehoeftevan Japan nu, sedert het in de rij der industrieele mogend-heden is gekomen en zich daarin zoo verbazend snelnaar voren dringt, is een realiteit ; vooral ook, omdatdaar de rijstbehoefte een overeenkomstige plaats inneemtals de graanbehoefte in de industrieele landen vanEuropa, maar er eerder dan in normale omstandighedenin Europa met die behoefte het geval is, in een rijstnoodkan overslaan.

Ware het nu tenminste z661 gesteld, dat het voor denIndier zelf en zijne ontwikkelingskansen onverschilligwas of zijn land Nederlandsch dan wel Japansch zouwezen, dan zou het van algemeen menschelijk stand-punt nog te begrijpen zijn, als een groep onreeeleNederlandsche idealisten verkondigde, dat ons land zichom de verdediging van onze Aziatische kolonie niethad te bekommeren. Wanneer echter een Nederlandschestaatkundige partij en dan nog wel een partij, die zichverbeeldt in haar waardeering der dingen historisch-materialistisch te zijn, zich zelfs onder zulke omstandig-heden daarbij zou aansluiten, zou dit ervan getuigendat zij of, haar basis verloochenende, in een bodemloos

Page 213: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

MOEDERLAND EN KOLONI1N. 201

idealisme was gevlucht, of wel haar vaderlandsch gevoelop haar kapitalistenvrees had afgestompt.

Maar het is juist voor den inlander en zijne ont-wikkelingskansen niet onverschillig, of hij al dan nietNederlandsch blijven zal. De bewoners van Nederlandsch-Indie zijn ontwaakt, even goed als de Japanners, alleenis bij hen de ontwaking eenige tientallen jaren later.gekomen. Nu het eenmaal zoo ver gekomen is, ge-voelen zij naast een bij den een waarschijnlijk meerbewust, bij den ander meer onbestemd verlangen naargeestelijke ontwikkeling, ook hun zwakte tegenover even-tueele veroveringspogingen van een buitenlandschenvijand. En in het besef van die zwakte vragen zij uiteigen beweging van Nederland bescherming door be-wapening.

Zou het nu niet misdadig kortzichtig zijn, hen of tewijzen met het breede gebaar van den Westerschencitoyen-satisfaii, die op zijn bruinen broeder neerzietals op een kind, dat de dingen niet begrijpt en zoetgehouden moet worden 1); en dat wel, omdat men vooronze westersche toestanden het militairisme verfoeiten niet historisch-materialistisch genoeg durft denken,om zich zelven de overtuiging te schenken, dat voorIndie vooreerst nog noodig zijn kan en is, wat menvoor Europa misschien weldra als een overwonnen stand-

1) Ik denk hierbij aan het in het wezen der zaak even laatdunkende

als romantische hoofdartikel in Het Volk van 1 Juni 1917, waarin

Abdoel Moeis, naar aanleiding van zijn uitroep : „ik ben patriot; ik

ben een strijder" wordt afgescheept met de schoolmeesterachtigheid :

„de beschavingsgeschiedenis der menschheid is tot de oplossing van

het probleem der wapening genaderd."

Page 214: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

2 0 2 MOEDERLAND EN KOLONI1N.

punt in de geschiedboeken der menschheid zal kunnenaanteekenen ?

De weerbaarmaking van Indie is van groot belangvoor het land zelf maar niet minder voor Neder-land : zoowel moreel en politiek als economisch. Hetzou dwaasheid zijn te ontkennen, dat het moederlanddaarbij ook groote economische belangen heeft. De tijdis gelukkig voorbij, dat koloniseeren gelijk stond metuitmergeling der bevolking van het land der nederzet-ting. Elke koloniseerende mogendheid heeft in zijn ge-schiedboek bladzijden staan, die zij liefst voor anderenverborgen houdt en ook zelve niet zonder blozen lezenkan. Maar de opvatting-en van hetgeen tegenover denbruinen broeder oirbaar is, hebben zich in den loopder tijden en vooral in de laatste halve eeuw funda-menteel gewijzigd. Vroeger stond — om een beeld uitde natuurlijke historie te gebruiken — de kolonisatie inhet teeken van het parasitisme, thans staat zij in datder symbiose.

Er is een tijdperk geweest, waarin bij de kolonisatiehet bezette land en zijn bevolking „taillable et corve'ablea merci" of liever „sans merci" werden geacht. Toenwaren de westerlingen de overheerschers, de inboor-lingen de overwonnenen, die zich alles moesten latenwelgevallen; ten aanzien van wie er zelfs niet aangedacht werd, dat ook zij menschen waren en belangenhadden. Die 17e eeuwsche opvatting is ons geheelvreemd geworden. In de twintigste eeuw stelt men zichde verhouding van westerling tot inlander geheel andersvoor. Of die kentering alleen of zelfs in hoofdzaak moetworden toegeschreven aan in kracht toegenomen huma-

Page 215: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

MOEDERLAND EN KOLONI1N. 203

nisme betwijfel ik sterk; ik zou het ook weinig gelukkigachten, indien zij niet een meer realistischen achtergrondhad. Het parasitisme heeft plaats gemaakt of is bezigplaats te maken voor de symbiose, omdat de kolonisee-rende westerling heeft leeren inzien, dat beider belangen.daardoor beter gediend worden ; niet alleen dat vanden inlander maar ook het zijne.

In het tijdperk van het parasitisme ontwoekerde hijzijn winsten aan het bezette gewest en zoog hij daar-toe, zoo noodig, de bevolking uit ; in dat van desymbiose, dat wij zijn ingetreden, leeft en werkt hijmet zijn bruinen broeder samen, om met vereendekrachten en tot gezamenlijk profijt de rijkdommen,welke de grond in zich bergt, naar boven te brengen.De verhouding tot den Javaan, om meer concreet tespreken, is van de zijde van den Nederlander gewordenals die tot een jongeren broeder, die nog moet wordenopgevoed en geleid.

Voor die moderne kolonisatie is misschien geen . enkelland zoo geschikt als Nederland, niet alleen omdat heteen langdurige ervaring achter zich heeft en zich kanspiegelen aan eigen fouten in het verleden, maar ook,omdat het als klein Europeesch land niet met de hoog-hartigheid van den heerscher is behept en bovenal, omdathet vrij is van rassenvooroordeel en „the conflict ofcolour" gelukkig niet gevoelt en niet kent.

Nederland heeft bij zijne kolonien een groot belangwegens de vruchtdragendheid van het kapitaal, dat daarin ondernemingen, vooral in cultuur-ondernemingen, isbelegd. Het vindt er ook een onschatbaar afzetgebiedvoor verschillende producten zijner export-industrie, men

Page 216: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

204 MOEDERLAND EN KOLONI1N.

denke — om slechts een voorbeeld te noemen — aande Twentsche katoennijverheid. Tot nog toe heeft Indionaast petroleum, tin en steenkool, in hoofdzaak land-bouwproducten opgeleverd. De Indische mijn- en land-bouw kunnen zeker nog heel wat verder ontwikkeldworden. Maar het moet geleidelijk ook een industrieel landworden. Aan grondstoffen en verdere hulpbronnen vooreen aantal industrieen ontbreekt het er waarlijk niet.Wel echter aan de mannen, die deze hulpbronnenkunnen doen vloeien.

Het bedrijf in Indio is zoo goed als geheel in han-den van Europeanen. De inlander vervult er slechtsde rol van werkman; hier en daar begint hij reeds eenhoogere en meer verantwoordelijke plaats in de onder-neming in te nemen, maar dat zijn nog uitzonderingen.Voor die hoogere en meer verantwoordelijke plaatsenmist hij over het algemeen nog de noodige ontwikkeling ;dit wordt door de intellectueelen onder hen sterk ge-voeld. Vandaar hun drang naar onderwijs, algemeenontwikkelend zoowel als technisch onderwijs. De Neder-landsche Regeering en het Nederlandsch-IndischeGouvernement laten zich niet onbetuigd om aan dienaandrang gevolg te geven.

Het was intusschen een even gezonde als gelukkigegedachte, toen de sterke uiting van dien aandrang,welke zich ook bij de leden van het comite „Indio weer-baar" openbaarde, het plan deed rijpen om door particu-liere belanghebbenden een kapitaal te doen bijeenbrengenvoor de stichting van een centraal instituut voor hoogertechnisch onderwijs in Nederlandsch-Indio. Zooals vanzelf spreekt, verleent de Regeering daaraan hare voile

Page 217: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

MOEDERLAND EN KOLONItN. 205

medewerking; de kroon werd er op gezet door de be-reidwilligheid van H. M. de Koningin aan het instituuthet predicaat „Koninklijk" te verbinden. Als symboolvan het ernstig streven naar symbiose is deze combinatievan particulier initiatief, regeeringsbemoeiing en konink-lijke sympathie van hooge beteekenis.

Indie heeft evenwel niet alleen behoefte aan algemeeneen technische ontwikkeling van zijne bevolking, maarook aan het noodige kapitaal tot exploitatie zijnernatuurlijke hulpbronnen. Dat kapitaal heeft het thanszelf nog niet. Het ontvangt dit van elders, met hetvoordeel dat het arbeidsgelegenheid schept, maar ookmet het nadeel dat het de winsten der ondernemingwegvoert. Hierin kan niet op eenmaal veranderingkomen ; alleen geleidelijk zal ook de Javaan zelf kapitaalkunnen vormen. Dit zal samengaan met zijn groei ingeschiktheid voor ingenieur en ondernemer.

Voor geruimen tijd zal Indie zijn kapitaalbehoefteelders moeten bevredigen. Zoowel voor het land zelf,als voor Nederland is het van belang, dat die .kapitaal-bevrediging in de eerste plaats uit het moederland endaarnaast uit andere westersche landen kome. Zooals ikboven in paragraaf XI reeds opmerkte, is het geraden,dat wij er zooveel mogelijk de handelspolitiek van deopen deur volgen. Wij moeten er evenwel op be-dacht zijn, niet alleen niet staatkundig maar ook nieteconomisch door vreemde mogendheden uit onze eigenkolonie te worden weggedrongen.

Differentieele rechten passen als stelsel voor onzekolonien niet. Worden wij echter door maatregelen vananderen daartoe gedwongen, dan moeten wij ons door

Page 218: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

206 MOEDERLAND EN KOLONItN.

dogmatische overwegingen niet laten weerhouden ooktot dat economisch verweermiddel in bepaalde gevallenonze toevlucht te nemen.

Nederland alleen is ook economisch in het wereld-verkeer slechts van geringe beteekenis. Met Indie samenkan het een economische macht zijn, waarmede hetbuitenland rekening heeft te houden. Daartoe is noodig,dat de band tusschen moederland en kolonien steedsnauwer worde aangehaald. Dit kan geschieden doorhet bevorderen niet alleen van de grootste mogelijkeintensiteit in het personen- en goederenverkeer als•mede van de industrieele ontwikkeling van Indie in hetgemeenschappelijk belang van moederland en kolonien,maar ook van het gevoel van saamhoorigheid door aan-kweeking van intellectueele ontwikkeling en door ver-spreiding van de Nederlandsche taal als voertaal bijhet hoogere technisch en wetenschappelijk onderwijs, —in een woord door het wegnemen van wederzijdsch mis-verstand en het bevorderen van wederzijdsche waardee-ring en wederzijdsch vertrouwen, naast eerlijke erkenningvan rasverschillen, die wel ongelijk doen zijn, maargelijkwaardigheid bij gelijke ontwikkeling niet uitsluiten.

Waarheen zal dat voeren? Goed aangepakt, zeerzeker tot grootere zelfstandigheid van Indie en zijnbevolking. Die zelfstandigheid behoeft intusschen niettot verwijdering van het moederland te leiden. In ditopzicht geeft Groot-Britannia trouwens voorbeeldengenoeg van hoogeren vorm van symbiose tusschenhet moederland en hoog ontwikkelde kolonien. Docheven stellig zal ook aan de verlichte koloniale politiek,welke Nederland heeft te voeren, bewaarheid worden,

Page 219: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

MOEDERLAND EN KOLONI1N. 207

dat elk menschelijk streven en doen er toe voorbeschiktis, zich zelf geleidelijk overbodig te maken, naar gelanghet zijn roeping vervult.

Vat ik ten slotte hetgeen ik in deze en de vorige para-grafen schreef, bijeen, dan dringt zich daaruit de slotsornnaar voren, dat ook Nederland aan den vooravondvan groote gebeurtenissen staat. Groote moeilijkhedenzullen zijn te overwonnen; groote dingen zullen zijnte doen.

Daartoe zullen ook Regeering en wetgever hebbenbij te drag-en. In hoever onze overheid nu en in detoekomst slagen zal in haar medewerking aan den op-bouw van 's lands economische toekomst, zal afhangenniet alleen van haar goeden wil, — een goede wil,waaraan wet niemand twijfelen zal, — maar niet mindervan haar kracht orn zich los te maken niet alleen vanpartijleuzen, maar ook van economische theorieen, die,voor normale tijden en normale omstandigheden bestemd,,in een zó6 buitengewonen, z66 abnormalen tijd, als wij,tegemoet gaan, ten hoogste hier en daar toetssteen,maar nergens richtsnoer voor de economische politiekder naaste toekomst mogen zijn.

Maar vooral zal het afhangen van de mannen vanzaken zelven. Of de moeilijkheden, waarvoor het landstaat, overwonnen, of de dingen, die er te doen zijn,gedaan, of de nieuwe mogelijkheden, welke de toekomstopent, verwezenlijkt zullen worden, hangt — men kanhet niet genoeg herhalen — v66r en boven alles of vanonze bankiers, onze industrieelen, onze handelaars, onze

Page 220: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,

208 MOEDERLAND EN KOLONIEN.

landbouwers en onze arbeiders — van h u n kennis,h u n energie, h u n doorzicht, h u n organisatievermogenen h u n vaderlandsliefde.

De economische toekomst van Nederland ligt inhun handen, maar zij ligt voor hen ook open ; mogede geschiedenis van hen kunnen getuigen, dat zijtoonden voor de grootsche taak, welker vervulling vanhen thans verwacht wordt, berekend to zijn.

Page 221: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,
Page 222: DE ECONOMISCHE TOEKOMST VAN NEDERLAND · 2011. 3. 25. · niet nagaan kan men of Europa zich spoedig genoeg zal herstellen van de slag-en, welke het bezig is zich zelf toe te brengen,