lfrv

t.

Werkplootsi nstructies

HYDRAUTISCHE REGULATEUR

INHOUD

Blz.

3

5

5

8

9

ll

14

tó

Storingstqbel ...r.....o..................o...... . 21

DAF-gereedschop 23

@Printed in Hollond

) dili

Werkploqlsi nslructies

rA A.\rn to':ZR\:"o-ffEll-t\f. f ,rt

-

Rechfer oonzicht von de hydroulische reguloteur.

Fig. t. Linker qqnzicht vdn de hydroulische reguloteur.

2.Fig.

Hydroulische reguloteur

TECHNISCHE GEGEVENS

Fobri koot CAV

Type GRHGI I óC

Droo irichting (gezien tegen de rechisomochterziide von de inspuit-pomp)

Voorgeschreven test-olie Shell Fusus-A(of geliikwoordigl

Opvoerdruk von brondstoftoevoerpomp bii 100 l5 - l8lb/sq. in {1,05 - 1,27 kglcm2lomw.1min.:

Hogedruk-ontlostklep openingsdruk (bii 100 omw. 44 - 46 lb/sq. in (3,09 - 3,23 kglcm2l/min.)' plus de druk vqn de loevoerpomp

Logedruk-ontlostklep openingsdruk (bii 100 omw. 2l - 23lb/sq. in 11 ,48 - 1 ,62 kglcmzl/min.): plus de druk von de toevoerpomp

Nullostklep sluitdruk bii stot. îoerentol (170 omw./ 13,5 - .|4,5 lb/sq. in (0,95 - l,O2kglcm2l

min.): plus de druk von de toevoerpomp

Beginregeling toerentol *,(stelbout mox. toerento I in regu loteurhuis)

1030 - 1040 omw./min.

Aonslogbout mox. toerento I oon buitenziide vonreguloteurhuis moet op 30 omw./min. loger wor-den ofgesteld.

Moximum toerenlol (einde brondstof-inspuifing): 7S - 95 omw./min. hoger don beginregeling-toerenÌo I

Moximum. no-iiling (toerentol woorbii de inspui- 30 omw./min. loger don moximum toerentolting weer begint):

*) Toerento l, woorbii de brondstof pomp-regel-stong zich in de richting von de nul-opbrengstb"gint te verplootsen.

@

^A rl\!trta k-?à, a

--1f$D-Ij\I f.r/tWFDLE

-Werkplootsi n slructies

meer-opbrengst

H

minder-opbrengst

€-----{

r-l

f!iltitrjil

Fig. 3.

de werking vqn de hydroulische

M. Nullostklep-binnenveerN. Nullostklep-binnenplunierO. Nul lostklep-buitenveerP. Nullostklep-buitenpluniera. StelboutR. Bedieningsklep-binnen-

plunierS. Bedieningsklep-buiten-

plun ierT. Bedieningsklep-veerU. Regelnok

Vloeistof onder "openings"-druk

Vloeistof onder druk von de

brondstofopvoerpomp

reguloleur.

V.

Schemq von

A. TondrodpompB. Loge-druk ontlostklepC. Hoge-druk ontlostklepD. Geperforeerde zeefplootE. VersterkerklepF. VersterkerzuigerG. ServozuigerH. Servozuiger-veerJ. Brondstofpomp- regelstongK. VerbindingsschokelL. Schokelblok

rt-t

Vloeistof onder druk von dereg u I oteu r-to nd rodpomp

Vloeistof onder "sluit" -druk

W.X.

Y.

z.

Al.

I nwendige bedieningshef-boomBedienings-osAonslog voor mox.toerento I

Uitwendige (occelerotie)hefboomAonslog voor stotionoirtoerento I

Ontluchtsch roeven

ffiI

Hydroulische reguloleur

De hydroulische reguloteur is tegen de ochterziidevo n de bro ndstof inspuitpomp bevestigd.De oqnslog voor de moximum brondstofopbrengstis gecombineerd met de koudstort-inrichting en

bevindt zich in het reguloteurhuis.Voor het ofzetten vo n de motor is een stophef-boom oongebrocht, welke met de hond wordtbediend. Bovendien wordt de regelstong outomo-tisch in de nu l-opbrengststo nd getrokken , zodrode druk in de brondstof wegvolt.De reguloteur werkt door middel von de normolemotorbro ndstof , welke tevens o ls smeermiddeldient. Doortoe is een konool oonwezig, dot degosolie von de brqndstofpomp leidt noor de in-lootziide von de tondrodpomp, die de werkdrukvoor de reguloteur opwekt.De tondrodpomp heeft twee gewone rechte tond-wielen en is tegen het onderste gedeelte von het

reguloteurhuis oongebrocht. De oondriiving heeftmet behu lp vo n een zelfcentrerende koppelingploots vqnof de nokkenos von de brqndstofin-spuitpomp. Het pomphuis bestoqt uit drie delen.Een doorvon bevot de oslogers; het gietiizerenmiddengedeelte is nouwkeurig vlok geslepen enomvot de tondwielen, terwiil een lichtmetolendeksel het geheel completeert. De drie delen wor-den met pospennen en twee longe doorlopendebouten biieengehouden, woo rbii geen gebruikwordt gemoq kt vo n po kkingen.

Reinheid vdn de vloeistof is de qllerbelongriikstevoorwqqrde voor een goede werking von dereguloteu r.

Niettemin beperkt het onderhoud zich tot de nor-mole verzorging von de filters von het brondstof-systeem.

INLEIDING

WERKING

De werking von de hydroulische reguloteur berusîop het principe von de "omgekeerde hydroulischeversterker". Hierbii wordt een gering drukverschilin een bepocrld gedeelte von het systeem omgezetin een veel g roter verschi I in een o nder gedeelte.De toepossing hiervon wordt verduideliikt oon dehond von onderstoonde uiteenzetting en figuur 3.

De tondrodpomp A kriigt de gosolie uit de brond-stof pomp oo ngevoerd en perst deze door een

geperforeerde zeefploot D nqor de versterker-ruimte.Von hieruit komt de vloeistof vio kleine openingenin de bodem vo n de versterkerzuiger F, in deruimte qon de ondere ziide von deze zviger. De

druk oon de linkerziide von de versterkerzuiger is

of ho n keliIk vo n de snelheid vo n de to nd rod pom p

en oongezien deze door de brondstofpomp-nokkenos wordt oongedreven

- dus ook ofhon-

keliik vo n het motortoerento l. De geringe door-stroomsnelheid tengevolge von de kleine openin-gen in de zvigerbodem heeft tot resu ltoot, dottinks von de zvigerbodem een hogere vloeistof-druk heerst don oCIn de ondere ziide, zodot een

druk op de zuigerbodem wordt uitgeoefend, welkede versterkerzuiger noor rechts wil verplootsen.

t@

De druk in de vloeistof rechts vcrn de versterker-zviger werkt op de servo-zuiger G en zal dezezuiger, tegen de veerdruk von de servoveer H in,noor rechts doen verplootsen. Deze zvigerbewe-ging wordt vervolgens vio schokelblok L en ver-bindingsschokel K overgebrocht op de regelstongvon de brondslofpomp, welke in de meer-op-brengst wordt verplootst.Een te hoge d ru k oo n de rechterziide vo n deversterkerzuiger wordt voorkomen door de hoge-druk-ontlostklep C, die de vloeistof kon lotenontwiiken noo r de i n lootziide vo n de to nd rod-pomp.

De druk die door de vloeistof wordt uitgeoefendop de linkerziide von de versterkerzuiger wordtook overgebrocht op de versterkerklep E. In hoe-verre de vloeistofdruk in stoot is om de versterker-klep le openen, wordt bepoold door de tegendrukwelke veer T op de klep uitoefent. Op ziin beurtis deze veerdruk ofhonkeliik von de mote woorinde veer wordt somengeperst tussen de pluniers R

en S doordot de bedieningsnok U, die op dezelfdeos W is bevestigd woormede ook het occelerotie-pedool is verbonden vio de hefboom Y, tegen deplunier S drukt. Uiteindeliik is het dus de bestuur-

^l À.aE r\tFl-'

@-ft/t

I \il--l(l{rf)l--sFot

Fz

-Werkp loqtsi n stru cties

der, die door middel von het occelerqtiepedoo I

bepoolt wonneer de versterkerklep zich zalopenen.

De vloeistof welke door de geopende versterker-klep stroomt, komt in de servozuiger terecht enwil deze zviger

- hierbii geholpen door de druk

v6;n de servoveer H -

noqr links drukken. Lootst-genoemde druk de "sluitdruk" werkt dustegengesteld qo n de dru k welke oo n de o ndereziide op de servozuiger wordt uitgeoefend de"openingsdruk" en het resultoot hiervcrn is,dot de servozuiger in een evenwichtstoesto ndkomt te verkeren.

De "sluitdruk" wordt b"grensd door de loge-d ru k-ontlostklep B, welke zich opent zodrq dedruk een bepoolde woorde overschriidt, zodat devloeistof noor de inlo olziide von de tondrodpompkqn ontwiiken.

De "sluitdruk" wordt eveneens geregeld door denullostklep M-N-O-P. Deze klep bestoqt uit eencilinder woqrin sleuven ziin oongebrocht en tweepluniers welke in de cilinder schuiven en o ldoendede sleuven ofsluiten of vriigeven. In het loqtsiegevol kon de vloeistof ontwiiken noor de inloot-ziide von de tondrodpomp, woordoor de "sluit-druk" dus wordt verloogd.De nullostklep geeft bii stolionoir drooien von demotor een grotere gevoeligheid don uitsluitendmet de versterkerzuiger kon worden bereikt.

Ter verduideliiking von de werking von de nul-lostklep zol nu eerst de inwendige bedienings-hefboom V worden besproken. Deze hefboom isoon ziin ondereinde schornierend bevestigd. Hetboveneinde is door middel von het schokelblokL verbonden met de servozuiger. Voorts is hetboveneinde ook verbonden met de verbíndings-schokel K, welke is bevestigd oon de regelstongvon de brondstofinspuitpomp. Holverwege dehef boom V bevindt zich de stelbout Q, wel kesteeds in oonroking is met de buitenste plunierP von de nullostklep. Aldus wordt bereikt, dot debeweging von de plunier P mede ofhonkeliik isvon de bewegingen von de servozuiger en vonde regelsto ng.

De twee pluniers N en P von de nulloslklep wor-den vo n elkoo r of gehouden door de builensteveer O. De binnenste veer M bevindt zich tussende binnenste plunier N en het reguloteurhuis,zodot de beide pluniers tegen de stelbout O opde hefboom V wordt oongedrukt.

Een klein konool in de binnenste plunier N mookthet mogeliik, dot de ruimte lussen de beidepluniers gevuld is met vloeistof welke onder"sluitdruk" stoot. Anderziids echter wordt dedoorstroming von de vloeistof beperkt tengevolgevon de geringe diometer von het konool, zodot

6

op deze wiize een zekere mote vo n dem pi ngwordt verkregen.

Bii snel heen en weer goonde bewegingen vonde regelstong zoo ls die zich voordoen tiidensstotionoir drooien, zel de geringe doorloot totgevolg hebben, dot de vloeistof ols 't wore ge-vongen wordt gehouden tussen de beid" pluniers,zodot deze zich ols één voste plunier goon ge-drogen. Dit heeft tot gevolg, dot de nullqstklepslechts bii heftige bewegingen vqn de regelstongreogeert, hetgeen dus biizonder geschikt is voorhet verkriigen von een constont stotionoir toeren-tol. Bii longzoom bewegen von de regelstong isechter voldoende gelegenheid voor de vloeistofom door het konool te stromen , zodot ocrn beideziiden von het konqol zich dezelfde omstondig-heden voordoen. Het gevolg hiervo n is, dot deplunier N een stond zol goon innemen, welke nietolleen ofhonkeliik is von de ploots woor debuitenste plunier P zich bevindt, moor ook of-honkeliik von de druk die door de veren M en Owordt uitgeoefend.

De buitenste veer O is slechts holf zo sterk ols debinnenste veer M. Wonneer plunier P permonenteen positie inneemt, zal dit dus tot gevolg heb-ben, dot plunier N zich slechts over 'h gedeeltevon de ofstond verplootst, die door plunier P isofgelegd. De bedoeling hiervon is het beperkenvqn de permonente regulering door de reguloteur,zodot bii wiiziging von de belosting tiidens sto-tionoir drooien de hiervqn het gevolg ziindewiiziging vCIn het stotionqire toerentol slechtsgering is.

Terugkerende tot de nullostklep, zien we dqtwonneer de regelstong zich in de richting von demeer-opbrengst verplootst, o ls gevolg hiervo n denullostklep zich noor buiten kon bewegen, zodotde binnenste plunier N de sleuven ofsluit. Devloeistof kon dus niet noor de tondrodpomp terugontwiiken, hetgeen de "sluitdruk" doet toenemen,woordoor de servozuiger en de regelstong in derichting von de minder-opbrengst worden ge-drukt. De nullostklep wil dus steeds de regel-stong

- en derholve het motortoerentol

- in de

positie houden welke door deze is ingenon-ìen.

Het toerentql von de motor wordt bepoold doorde stond von de nok U en derholve door het occe-lerotiepedoo l. De regu loteur regelt vervolgens debrondstofpompopbrengst, opdot het verkozentoerentol ook ondonks belosting-vcrrioties gehond-hoofd zal bliiven, Uiteroord met in ochtnemingvon het moximool beschikbore rnotorvermogen.De stelbout O von de nullostklep heeft tot tookde gevoeligheid von de reguloteur bii stotionoirdrocrien te regelen.

Ter verduideliiking von de werking von de regu-loteur volgt nu een verkloring von hetgeen ploots-

Hydroulische reguloleur

vindt vonof het storten von de motor tot oon hetdrooien onder belosting.

STARTEN.

Het occelerotiepedool wordt geheel ingetropt,woordoor de versterkerklep op ziin zitting wordtgehouden. Vervolgens wordt de motor getornddoor de sto rtmotor en de to nd rod pom p beg intdus gosolie nqor de reguloteur te persen. Hetbetreft slechts een kleine hoeveelheid vloeistof,zodot qon weersziiden von de versterkerzuigereen nogenoeg geliike druk heerst en de versterker-klep dus gesloten bliift. Op een gegeven momentzal de "openingsdruk" voldoende hoog ziin op-gelopen om de servozuiger en doormedetevens de regelstong von de brondstofpompnoCIr rechts te bewegen, woordoor de inspuit-pomp begint met brondstof te leveren. Dit duurtvoort totdot de motor oq nsloot.

AANSIAAN.

De motor sloot oo n en het toerento I loopt op.H ierdoor ontstoot oo n weersziiden vo n de ver-sterkerzuiger een drukverschil, dot tenslotte dezuiger noo r rechts doet verplootsen en de ver-sterkerklep doet openen. Als gevolg hiervo n komtde vloeistof in de servozuiger onder druk te stoon,woordoor deze zich noor links verplootst en debro ndstoftoevoer noo r de motor wordt vermin-derd. Wonneer vervolgens het occelerotiepedoolwordt losgeloten, zal de reguloteur door middelvon de nullostklep het stotionoire toerentol con-sto nt houden.

ONBEIAST DRAAIEN.

Het motortoerentol wordt vervolgens door middelvon het occelerotiepedool ingesteld. Het introp-pen von het pedool veroorzaakt vio de nok U ende veer T een druk op de versterkerkl"p, woordoordeze, noqr mote het pedool wordt ingedrukt,minder vloeistof zal doorlqten of zich helemoolzal sluiten. Het gevolg hiervon is een scherpedoling von de vloeistofdruk oon de "sluit" -ziidevCIn de servozuiger en een sterke drukverhoging

oon de "openings"-ziide. De servozuiger zal dusde regelsto ng noor rechts drukken, totdot degrotere brondstofpompopbrengst het gewenstemotortoerento I doet bereiken. Wonneer dit toeren-tol eenmool is bereikt, zol de verhoogde vloeistof-druk de versterkerzuiger noor rechts doen bewe-gen, woo rdoor de versterkerklep zich tegende verhoogde druk vcrn veer T in zal openenen de vloeistof noor de "sluiÌ" -ziide vCIn de servo-zviger doorloot. Het gevolg hiervon is, dot servo-zuiger en regelstong in de evenwichtstoestondworden gebrocht, welke overeenkomt met hetn ieuwe moto rtoerento | .

BETAST DRAAIEN.

Wonneer nu de motor wordt belost, zal de regu-lqteu r trochten het motortoerento I consto nt tehouden. Zokt het motortoerentol slechts weinigtengevolge von de hogere belosting, don zolhierdoor de druk op de versterkerzviger enigszinsofnemen, zodot de versterkerklep minder vloeistofzal doorloten. De "openings"-druk op de servo-zviger neemt toe en de regelstong verplootst zichnoor de meer-opbrengst, woordoor het oorspron-keliike toerentol weer wordt bereikt. Als vervol-gens het occelerotiepedool nog dieper wordt in-getro pf , zal dit het toerentol doen oplopen, woor-door meer vermogen beschikboor is bii dit hogeretoerento l. Het bovenstoo nde ko n zich herho lentotdot de oonslog voor moximole brondstofop-brengst op de pomp een nog verdere verploot-sing von de regelstong verhindert. Op dot mo-ment ontwikkelt de moto r ziin moximo le ver-mogen en koppel, welke bii dot bepoolde toeren-to I behoren.

BEPERKING VAN HET MAX. TOERENTAT

Het motortoerentol is ofhonkeliik von de stondwelke door de nok U wordt ingenomen. De uit-slog von deze nok wordt bepoold door de hef-boom Y, welke op dezelfde CIs W is bevestigdols de nok, doch zich slechts tussen de oonslog-bouten X en Z kan bewegen.Doorbii wordt met bout X het moximum toerentolen met bout Z het stotionoire toerentol ingesteld.

NL-o r -ó3

I6n r\rn tt

@-ftt

I lùf-[fai,l-f .t\l-t^t

Y Werkploolsi nstructies

KOUDSTART-INRICHTING EN AANSLAG VOOR MAX. BRANDSTOFOPBRENGST.

De belo ng riikste onderdelen vo n de koudsto rt-inrichting (fig. 4l worden gevormd door een be-dieningshefboom 6 welke is verbonden met depompregelstong en rondom de os 8 kqn schor-nieren. Op de bedieningshefboom is een geleider5 qongebrocht, woorin het stopblok 2 zich vriikon bewegen. De veren 3 en 7 drukken in resp.horizontole en verticqle richting op het stopblok.Een uit-stekend gedeelte von het stopblok hoo ktuchter een opening in de geleider. Boven op hetreguloteurhuis bevindt zich de veerbeloste plun-ier 13, beschermd door een rubberdop 14. Hetindrukken von de plunier stelt de koudstort-in-r ichting in werking.Een verstelbore oonslog 12 is in het reguloteur-Ceksel geschroefd. Een oontol veerbeloste stel-plooties, welke zich tussen de oo nslog en hetreguloteurdeksel bevindt, b"grenst de moximumbrondstofopbrengst, welke von buitenof doormiddel von de stelbout kon worden ingesteld.Uitdrooien von de stelbout verhoogt de mox. op-brengst. Schroefdop l0 kon worden verzegeld,zodot onbevoegden geen wiizigingen kunnenbrengen oqn de ofstelling.

Fig.5 verduideliikt de werking von de koudstort-inrichting.A geeft de toestond weer, woorbii de koudstort-inrichting buiten werking is.Het vlok M von het stopblok bevindt zich tegen-over de oonslog 2.B. Door middel von plunier I wordt het stopblok3 omloqg gedrukt, woordoor dit blok met ziin

@Fig. 4 Aonstos voor -"-;"rl.f;fftofopbrengst en koudslort-

t4

rlt2ll

l. Bus2. Stopblok3. Veer4. Kogel5. Geleider6. BedieningshefboorYì7 . Veer

8. As9. Borgmoer

10. SluitdopI l. Stelplooties| 2. Verstelbore oonslogI 3. Veerbeloste plunier14. Rubber stofdop

horst 4 ochter de geleider bliift hoken. (Depf unier springt weer in ziin normole stond terug.),Als gevolg hiervon komt nu het vlok E tegenoverde oonslog 2 te liggen.C. Hier is te zien, hoe de hefboom ols gevolgCoo rvo n verder do n ziin normo le sto nd voor

,d l. Plunier2. Aonslog3. Stopblok4. Borst5. Geleider6. Veer7. Veerbeloste kogel8. Borst

M

3

Fig. 5 Koudstort-inrichting

HydroulÍsche reguloleur

trìoximum brondstofopbrenst kon worden ge-

brocht. Hierbii wordt het stopblok -

tegen veer-drvkT ip1

- enigszins noor rechts gedrukt, woor-

door de borst 4 weer vrii von de geleider komt.Als gevolg von veerdruk 6 wordt het stopblokomhoog geduwd, totdot ziin borst B tegerr deoonslog stuit.

D. Zodra het motortoerentol oploopt, doet de re-

guloteurwerking de bedieningshefboom noor de

minder-opbrengst richting verplootsen. Borst Irookt vrii von de oonslog en veer 6 drukt het

stopblok nog verder omhoog , zodot de moximurnbrclndstofopbrengst weer op normo le wiize be-

grensd wordt door het vlok M.

u;\

DEMONTAGE

de

hethetbe-

2.

3.

Het qfnemen vqn de reguloleur

{Zie fig. 6 en 7l

l. Verwiider de zes moeren (l ), moor loot deo

"' *o: S';"* "l:ffi l";lni',î" t!' :3|: ; H:pomp met ziin pokking over de topeinden;zorg er voor, de veer (3ó) von de klouwkop-peling niet te verliezen. Demonteer de klouw-koppeling (37l'.Verwiider de zes moeren l29l en neem hetdeksel (31 ) von het reguloteurhuis los.Verwiider moer (ó) en borgploot (5) von het

schokelblok.4. Drooi de droodspil door het blok en loot

verbi nd i ng sscho kel (B) zo kken.5. Verwiider de moer en de borgploot von

schokelblok von de servozuiger en drukosie uit het oog von het blok, zodot dedieningshefboom nu vrii komt.

5. Demonteer de buitenste plunier en devon de nullostkluP.

7. Verwiider de7 moeren (20) en trek de regu-loteur voorzichtig of von de pomp.Leg dereg u loteu r op z' n ochterziide ter voorkomi ng

dot de zuigers er uit vollen.

Het demonteren vqn de regulqteur

(Zie fig 6 en 7l

l. Verwiider de geperforeerde zeefploot (17ll en

neern de versterkerzu ig er ( I ó) en d ierr s g e-

leidebus (l 3) uit de reguloteur.

2. Verwiider de servozuiger (19) en diens ge-

leidebus ( I 8).

3. Druk de veerschotel l22l tegen de veer (23),

verwiider de veerschotelspie (211 en demon-teer de veerschotel en de veer. Hierno kunnende verbindingsstong en het schokelblok wor-den weggenomen. Schroef de stonggeleideruit het huis.

4. Demonteer de complete hogedruk- en loge-d ru k-ontlo stkleppen.

5. Schroef de complete versterkerklep uit het

huis en demonteer vervolgens de plunlers en

de veer (34) von de bedieningsklep.6. Demonteer de oqnsloghefboom (3) en de

occelerotiehefboom (9), woorno de loger-f lenzen (21 en (l I ) kunnen worden wegge-nomen.

7 . Mook de borgbout von de bedieningsnok (41

los en demonteer de bedieningsos (10). De

bedieningsnok en de bedieningshef boom (12]|

kunnen nu worden verwiiderd.

8. Verwiider de centreerbout (35) en demonteervervotgens het plunierhuis (32ll. (Zie ookf ig. I 0).

9. Verwiider de opsluitmoer en demonteer ver-volgens nullostklephuis (261, -Plunier l25l en

-veer (241.

Bewoor olle reguloteuronderdelen in schone pe-

troleum of gosolie.

Neem niet onnodig de tondwielpomp trit elkoor.

vee r

37 3óFig. ó Longs- en dworsdoorsnede von de hydroulische reguloteur

26 27 28

3l . Reguloteurdeksel32. Plunierhuis33. Buitenste Plunier34. Veer35. Centreerbout voor (32)

3ó. Drukveer37. Klouwkoppeling

20t9

r8

14&

t7tó

lst3

I . Bevestigingsbouten vonto ndrodpom Phu is

2. Flens met osloger3. Aonsloghef boom

4. Regelnok5. Borgploot6. Stelbout von verbindings-

schokel7 . Stophefboom8. Verbindingsschokel9. Uitwendige (occelerotie)

hefboom

I 0. Bedienings-osI I . Flens met osloger12. lnwendige bedienings-

hefboomt 3. Bus voor (1ó)

| 411 5. VersterkerklepI ó. Versterkerzuiger17. Geperforeerde zeefPloot18. Bus voor (ì 9)

I 9. Servozuiger20. Reguloteur bevestigings-

bout

21 .

22.23.24.25.26.27.28.29.

30.

VeerschotelspieVeerschotelServozuiger-veerDrukveer voor (25)

Nu I lostklep- bi n nen Pl u n ierNullostklephuisKoudstort-knopNu I I ostklep- bu iten Pl un ierBevestigingsbouten voor(3t)Aonslog voor mox.bro ndstof opbrengst

I e"-

) dienings-

J rr.o

Irn r z{rl.tr!to-,4:0-ft[{{,|-r-\-r-t^t_

[:ì

@wwr\

l0

Fig. 7. De hydroulis

Werkploolsi nstructies

E=Ú$e--'\=l)z-'---

I

MONTAGE-OVERZICHT

/'-----/l'--I o@-,56pV

%2F---sd'-

-\ \ _ __\_

6@@)-

CI0

e reguloteur in onderdelen.

Hydroulische reguloleur IF

CONTROLE

Algemeen

Moo k o !le onderdelen schoon in zuivere benzineof gosolie.Controleer de onderdelen op corrosie- en sliitoge-',rerschiinselen.

Geperfoneerde zeefploot

Reinig de zeef plqot in schone gosolie. Een ver-vuilde zeef ploqt wiist op een onvoldoende brond-stoff iltrering door de f ilters.

Versterkerzuiger en geleidebus

Controleer de zuiger en ziin geleidebus op slii-togeverschiinselen. Dompel de beide onderdelenin test-olie, wocl rno de zviger onder ziin eigengewicht longzoom en geliikmotig door de ge-leidebus moet gliiden. Wonneer de zviger on-donks !nsmeren met tolk nog in de geleidebushliift kleven, moeten de onderdelen worden ver-nieuwd. Gebruik hier geen sliipposto!

Versterkerklep (fig. B)

Wonneer de versterkerklep corrosie- en/of sliitoge-versch iinselen toont op zitting en klepsteel, moetCe klep worden vernieuwd.Bovendien moet de versterkerklep ols volgt wor-den gecontroleerd op een verstuivertestpomp.1 . Ploqts de versterkerklep in het specio le test-

qpporoot (DAF-gereedschop 4-99-535258) en

leg een kopereh sluitring tussen de klep enhet o ppo root.

2. Sluit het opporoot oon op de testPomp, Woor-op de normole monometer is vervongendoor een monometer met een meetbereik von0- I 00 lb/sq.in l0-7 otm.).

Fig. 8.

De versterkerklep en de

bedieningsklep in onderdelen.

I . ofdichtingsring2. geperforeerde zeef ploot3. versterkerzuiger4. geleidebus voor 3

5. versterkerklephuis6. versterkerklep7. plunierhuis8. ofdichtingsringen9. binnen-plunier

I 0. veerI l. buiten-plunier

Vul de testpomp met test-olie en verdriif o llelucht, door o I pompende de versterkerklepopen te houden.Oefen een ziidelingse druk uit op de klep-steel (fig. 9A) en neem de tiid op, welke erverloopt tussen de momenten dot de vloei-stofdruk von 40 tot 30 lb/sq.in (2,92-2,19kg/cmz) is gedoold. Deze tiid mog niet min-der don I minuut bedrogen.Herhool deze controle, terwiil uit de ondererichtingen een ziidelingse druk wordt uitge-oefend op de klepsteel (fig. 9 B, C en D).

Wonneer het tiidsverloop minder don I mi-nuut bedroogt, duidt dit op een niet goedofdichtende versterkerklep, welke dus moetworden vervo ngen.

mI3.

4.

5.

n

il\

tllii@cuE@

Fig. 9. Het leslen von de versterkerklep op ziin ofdichtinggeschiedt door von qlle kqnlen een ziidelingse drukop de klep uit le oefenen, hetgeen niet hei ferug-lopen von de vloeistofdruk tengevolge mog hebben,

il

r=--=-

I

^l^\t'a

-o--tr@À,---o-rtla

I \ùErtlîìrt

ltL f ,rtl4wt

ìi7Werkp loolsi nslruclies

Bedieningsklep (f ig. I 0).

Controleer pluniers, plunierhuis en klepveer opsliitoge en corrosie. De plunier moet gemokkeliikin het huis gliiden.Op*erking

'de beide pluniers zien er ogenschiinliik ge-liik uit. Dit is echter niet het gevol. Omdeze reden is in de binnenste plunier hetwoord,,lN" gegroveerd.

Fig. I O. Het demonleren von het plun-ierhuis vtln de bedieningsklepmet behulp vqn DAF-gereed-schop 4-99-535253 en 4-99-53s254.

Nullostklep (fig. ll).Controleer de onderdelen op corrosie- en sliitoge-verschiinselen. De pluniers moeten gemokkelíikin het klephuis kunnen gliiden. Controleer of hetgecolibreerde gootie in de binnenste plunier nietv ersto pt i s.

7. ofdichtingsringB. slu itring9. sluilmoer

)"*'

432

nullostklep in onderdelen.

4. buiten-plunier5. onderlegring6. plunier

12

9--((u*du*fu*kJ*d

Fig. II. De

I . binnen-veer2. binnen-plunier3. buiten-veer

Hydroulische reguloteur

Fig. l2.I . servozulger2. geleidebus3. ofdichtingsring4. veerschotelspie

De servozuiger en

Servozuiger (fig . 12ll.

Controleer de servozuiger en de geleidebus opcorrosie- en sliitogeverschiinselen. Wonneer dezuiger zelfs no het gebruik von tolkpoeder nogniet onder eigen gewicht geliikmotig door ziingeleidebus wil zakken, moeten zuiger en bus' /orden vervongen. Gebruik hier geen sliipposto!

Ontlostkleppen (fig. I 3).

llet controleren von de ontlqstkleppen geschiedtmet behu lp vo n een ontlo stklep-testo ppo roqt(DAF-gereedschop 4-99-5352591 en een verstui-vertestpomp met een monometer met een meet-bereik von 0- 100 lb/sq.in (0-7 otm.).

Hogedru k-onfloslklep lest.

I . Schroef de H D-ontlostklep in het ontlostklup-testopporoot en sluit het oppqroot oon op deverstu ivertestpom p.

2. Vul de pomp met test-olie en ontlucht hetgeheel.

3. Voer de druk op tot 45 !b/sq.in (3,3 kg/cmz).4. De druk mog niet teruglopen. Mocht dit ech-

ter het gevol ziin, don moet de klep met eenf iine lo pposto op ziin zitting worden inge-slepen. Herhoo I vervolgens de controle.

5. Voer de vloeistofdruk zo ver op, totdot de

Fig. I3. De ontlostklep in onderdelen

l. pokkíngring2. ofdichtingsring3. klephuis4. plunier5. veer6. ofdichtingsring7 . of stelplootieB . slu itplug

ziin onderdelen.

5. veerschotel6. veer7. stonggeleiderB. zuigerstong

openingsdruk von de klep (zie onder ,,Tech-nische gegevens") wordt bereikt. Wonneer deklep te vroeg of te loot opent, moet door hetbiiplootsen, resp. wegnemen, von ofstel-plooties onder de sluitplug de iuiste openings-druk worden ingesteld.

Logedruk-onllostklep lesf.

I Vervo ng de veer vo n de LD-ontlo stklep ti i-deliik door de veer von een hogedruk-ontlost-klep.Herhoo I de we rkzao mheden zoo ls beschrevenonder,,Hogedruk-ontlostklep test".Ploots weer de originele veer in de LD-ont-lostklup.Stel de openingsdruk of op dezelfde wiizezoo ls beschreven is onder ,,Hogedruk-ontlost-klep test' '.

Op-erkingen:o. No het instellen von de openingsdruk

rnoet worden nogegooh, dol de kleplicht-iroogte tenminste I mm bedroogt. Eengeringere lichthoogte duidt op een on-deugdeliike veer.

b. Ondonks deze onllostklep-test moeten deontlostkleppen stro ks wederom wordengecontroleerd, terwiil zii op de regulo-teur ziin gemonteerd.

n./-.

a

4.

2I

076543

JrJ,*óJr3

Werkploolsi nstructies

l

stlf,o-,4-9-ftHt,l-f,!\l,t6t

.-tz

Bedieningsqs-lqgers.

Controleer de bedieningsos en ziin logers op slii-toge en vervong zonodig deze onderdelen.

Wonneer de osloger-flenzen worden vernieuwd,rnoeten deze in het reguloteurhuis worden ge-i'nonteerd en vervolgens in-liin worden geruimdmet behulp von DAF-gereedschop 4-99-535255.

Tondrod pom p-kop pel ing.

Controleer de klouwkoppeling op sliitoge en ver-vong deze zonodig.

Tqndrqdpomp.

Slechts bii zeer hoge uitzondering zal een on-deugdeliike werking vqn de hydroulische regu-loteur ziin oorzook bliiken te hebben in de tond-rodpomp. Bestoot desondonks het ver moeden,Cot de tondrodpomp niet in goede conditie ver-keert, dsn kon dit op de snelste wiize wordenvostgesteld door tiideliik een nieuwe pomp temonteren en vervolgens nCI te gqqn of hierdoorde moeiliikheden uit de weg ziin geruimd. Aon-gezien een revisie von de tondrodpomp slechtsin een gespecio liseerde werkploots ko n wordenu itgevoerd, heeft het geen nut om de porn p u itelkoor te nemen, indien niet de benodigdeoutilloge oonwezig is.

Voor het controleren von de tondrodpomp is eenspeciole testinstollotie nodig, welk op de brond-stofpomptestbonk moet worden'opgesteld. Dezeiestinstqllotie is o.m. voorzien vqn reductietqnd-.nrielen, zodat de toerentollen welke hieronderworden vermeld niet mogen worden verword metde toerento llen vo n de bro ndstof pom pentest-bonk.

Controle von de druk bil cfgesloten circuit.

l. Plqots de tondrodpomp op de test-instol-lotìe en stel het geheel op de brondstofpom-pentestbqnk op.

2. Sluit de brondstoftoevoer oon op de inloot-ziide von de pomp en verbind de uitlootziide

vqn de pomp met een monometer met eenmeetbereik von 0-]0 otm.

3. Lqot de pomp met 100 omw./min. drooien enloot doo rbii de controle- kroq n net zo lo ngopen stoon, totdot olle lucht is ontweken.

4. Breng de snelheid von de pomp terug tot 25omw./min. en sluit vervolgens de controle-kroon geleideliik. Wonneer bii geheel ge-sloten kroon de pompdruk niet tenminste3,5 kg/cm2 bedroogt, moet de pomp wordenofgekeurd, oongezien een te loge pompdrukbii loog toerentql zsl leiden lot stortmoeiliik-heden.

Op-erking'Wqnneer de pomp tiidens het droqien veellqwooi mookt, moet hii worden vervongen.

Drukverloop proef.

Het controleren vqn het drukverloop vindt olsvolgt ploots:I . Open de controle-kroqn en voer het toeren-

tol op tot 50 omw./min.2. Sluit vervolgens de kroon longzoqm totdot

de meter een gemiddelde druk von 3 kglcm2oo nwiist.

3. Onder deze omstondigheden mog het druk-verloop niet meer don 0,7 kg/cm2 bedrogen,d.w.z. dot de drukschommelingen zich tenhoogste tussen de 2,5 en 3,2 kg/cm2 mogenvoordoen.

4. Wonneer grotere drukschommelingen zichvoordoen, moet de pomp worden ofgekeurd.

Regultlteurhuis.

Controleer het reguloteurhuis nouwkeurig opmogel i ike moterioo l-scheurties.Schenk voorol ook oondocht qon de vlqkken,\r/ocrrmede de reguloteur-onderdelen tegen el-koo r po ssen.Zviver zonodig de schroefdrood von de ontlost-kleppen op door middel von een speciole tqp(DAF-gereedschop 4-99-5352561. Gebruik hierbiitevens de geleidebus (DAF-gereedscho p 4-99-5352571 welke verhindert, dot de schroetdroodscheef wordt getopt.

MONTAGE

Opmerking:

het sqmenstelling vtrn de regulqleur mqgslechts geschieden, nqdqt de onderdelen inschone lest-olie ziln gereinigd.De onderdelen moelen nqt worden gemon-teerd en mogen dus niet worden droog ge-blqzen of met poetsdoeken worden ofge-veegd.Gebruik oltiid nieuwe O-ringen!

14

Zie fig. 6.

l. Monteer de gef eidebus (32lr met behulp vonde DAF-gereedschqppen 4-99-535253 en 4-99-535254. (Zie ook fig. 14l,. Verwiider degereedschoppen en zet de bus op z'n plootsmet de centreerbout (35).

2. Monteer het nullostklephuis (261 met ziinbinnenste plunier (25) en veer (241. Breng de

Hydroulische reguloleur IF

3.

opsluitmoer oon en borg deze d.m.v. debout. Controleer of de plunier ongehinderdkon schuiven.Monteer de bedieningsos {.|0) tesomen metde bedieningshefboom (12l' en de bedie-ningsnok (4l'. De hefboom moet vrii rond deos kunnen drooien en de nok moet gemok-keliik over de groeven in de os kunnensch u iven.Monteer de complete logerf lenzen (21 en (l I ).Zet de flenzen vost, moor controleer of debedieningsos nog vrii kon drooien.Schroef de stonggeleider von de servozui-ger op ziin ploots. Monteer de stong metziin scho kelb lok, veer (231, veerschotel (22]'

en s pie (21ll .

Monteer de pluniers (33) met de veer Bal inhun geleidebus (32ll en breng de completeversterkerklep (l 4 en I 5) op ziin ploots.(Aonhoolkoppel 30 ft. lb)Monteer de hogedruk- en logedruk-ontlost-kl ep pen.

8. Monteer de servozuiger (19) en diens gelei-debus (.|8).Controleer met behulp von DAF-9ereedschop4-99-535260 dot de zuiger zich over de vollelengte von de geleidebus vrii kon bewegen.

9. Breng de versterkerzviger (l ó) en ziin ge-leidebus (l 3) op hun ploots.Voordot de reguloteur op de inspuitpompwordt gemonteerd, moet worden gecontro-leerd of de geleidebus vo n de servozuigernouwkeurig oonsluit op de rubber ofdich-tingsring. Voor het uitvoeren von deze con-

trilEr.rrHel monleren von hel plunierhuis vqn de bedienings-klep met behulp von DAF-gereedscho p 4-99-535253en 4-99-535254.

trole moet een nieuwe pokking op de regu-loteur worden gelegd en moet de normolegeoerforeerde zeef ploot worden vervo ngendoor een controle-ring (DAF-gereedschop4-99-5352611.Controleer of de servozuiger en de verster-kerzuiger zich vrii kunnen bewegen, woornclde montogeploot en de controle- ring weerkunnen worden verwiiderd.De geleidebus von de servozuiger moet nueen volledige cirkelofdruk hebben ochter-geloten op de rubber ofdichtingsring tenbewiize dot de qfsluiting volkomen in ordeis.

ì 0. Breng de normo le geperforeerde zeef ploot(l7l nodot deze in schone gosolie is ge-reinigd er op ziin ploots met het zeef-goos noor de buitenzíide (d.i.von de ver-sterkerklep of) gericht.

ì l. Bevestig de reguloteur met behulp von deinbusbouten oon de tussenploot op de in-spuitpom p.

12. Drooi olle uitwendige moeren vost, die dereguloteur oon de tussenploot bevestigen.Monteer de veer en de buitenste plunier (28)vo n de nu I lo stkl"p.

13. Schuif het verbindingsosie von de stong vonde servozuiger en de bro ndstof regelsto ngdoor het oog von de bedieningshefboom.Schuif het osie door de schokelblokies enbreng de borgploten oon.

14. Monteer de reguloteur verder of .

15. Monteer nouwgezet de tondwielpomp zo,dot deze in de goede richting drqoit (fig. l5).

@Fig. I 5. Stond von de tondrodpomp

voor de iuiste drooirichting(rechtsom).

4

5.

6.

7.

c

Fig. l4.

l5

.a,A À\f-l-W

-Ittr

I ì,ùI7uríHrrtlrf. Y Trtl^u,

YWerkplootsi nstructi es

BEPROEVING EN AFSTELLING

TEST-BENODIGDHEDEN.

Voor het controleren vo n de werking vo n eeni'rydroulische reguloteur dient men de beschik-king te hebben over een testbo n k voor het be-proeven von inspuitpompen en de hierno ge-noemde o ppofotuur:

I . Een mo nometer met een rneetbereik vo n0-ó otm. (0-80 lb/sq.in).

2. Een mo nometer met een meetberei k vo n0-3 otm. (0-40 lb/sq.in).Twee f lexibele bro ndstof leidingen vo n elkI meter lengte met oonsluitnippels.Twee verloopnippels voor oonsluiting ophet reguloteurhuis.

5. Twee demperkleppen met ontluchting tenbehoeve von de monometers.

6. Een brondstoff iinf i lter (F-type).7 . Een ontluchtingsnippel behorende bii het

f iinf i lter.8. Een meetglos, gecolibreerd von 0-35 cm3.9. Een stel steunen voor de inspuitpomp.

I 0. Een mo nometer met een meetberei k vo n0-2 otm . (O-25 lb/sq.in).

OPSTELIING VAN DE TEST-INSTALLATIE. (Fig. I ó).

De twee monometers met de demperkleppenmoeten stevig worden bevestigd op eenhoogte von 50-ó0 cm boven de reguloteur.Bevestig de steunen op de lestbqnk ter on-dersteuning von het brqndstofpomphuis.Plocrts de pomp op de testbonk en sluit hemoon op de brclndstofleidingen von de test-bo n k, woo rbii een F-type bro ndstoff iinf iltenmef ontluchtingsnippel dient te worden op-genomen in de toevoerleiding.Mox. ofstond tussen opvoerpomp en fiin-f ilter: 0,80 meter. Mox. hoogteverschil tus-sen opvoerpomp en f iinf ilter' 0,ó0 meter.Mox. ofstond tussen opvoerpomp en brond-stof reservoirt 0,90 meter.

Vervong de twee ontluchtingsschroeven ophet regu loteurhuis door de beide verloop-nippels.Slult de 0-ó otm. monometer op de hoge-druk-ziide oon en de 0-3 otm. monometerop de logedruk-ziide (de logedruk-nippelbevindt zich het verst von de inspuitpomp).Gebruik hiervoor de beide flexibele lei-

l.

2.

3.

3.

4.

4.

5.

Fig. 16. De instqllotie voor het controleren en ofstellen vonde hydroulische reguloieur.

16

Hydroulische reguloleur

dingen.6. Sluit de 0-2 otm. monometer oon op de

ontluchtingsnippel von het brondsfofpomp-huis.

7 . Het brondstoff iinf ilter moet zich tussen debro ndstofopvoerpomp en de inspuitpompbevi nden.

Opterkingen:Het is von belong dot men zich houdt oonde opgegeven hoogte vqn 50-ó0 cffi, qon-gezien een wiizig ing vo n deze hoogte in-vloed uitoefent op de vloeistofdrukken in dereg u lo teu r.ln verbond met de slechts geringe toleron-ties in de vloeistofdrukken, moeten demeters veelvu ldig worden gecontroleerd opeen nouwkeurigheid von 0,035 otm. (0,5 lb/sq.in).Het gebruik von de demperkleppen is nood-zokeliik teneinde hevige drukschommelin-gen te voorkomen en het ontluchten von deinsto llotie mogeliik te mq ken.

CONTROLES EN AFSTELTINGSWERKZAAMHEDEN

Voorbereidende werkzsqmheden.

Alvorens de hydroulische reguloteur kqn wordengetest, dient eerst de brondstofinspuitpomp tezi in geco libreerd en qfgesteld. Ook de goedewerking vo n de bro ndstoftoevoerpom p en vq n

Fig. 17. De ofstellingsmogeliikheden von de hydroulischereguloleur,

28. stelbout von verbindingsschokel29. stelbout voor mox. brondstofopbrengst30. inwendige oonslogbout voor mox. toerenlol31. uitwendige oonslogbout voor mox. toerentol32. stef bout von nullostklep33. uitwendige oonslogbout voor stotÍonoir toerentol

de afzuigpomp moeten eerst gecontroleerd ziin.l. Stel het toerentol von de testbonk in oP 300-

400 omw./min.2. Ontlucht het gehele systeem, doch drooi de

ontluchtingsschroeven niet te ver open, doqrhierdoor lucht in de regulqteur kon wordenbinnengezogen.

3. Verwiider het deksel von de reguloteur.4. Beweeg tiidens het ontluchten de brondstof-

pomp-regelstong enkele mo len snel heen enweer. Gebruik hiervoor DAF-gereedschop4-gg-535260.

5. Verwiider de bescherm ko p oo n het einde vo nde brondstofpompregelstong.

6. Demonteer de oonslog voor moximum brond-stofopbrengst op het reguloteurdeksel (29,f ig. 17l', verwiider de of stelplooties en brengde oo ns log weer oo n.

7. Verwijder zowel de inwendig ols de uitwen-dig oongebrochte oonslogbouten voor hetmqximum toerentol (30 en 3ì , fig. 17ll.

8. Verwiider de uitwendig oongebrochte oon-slogbout voor stotionoir toerentol (33, fig. 17llen evenzo de stelbout vqn de nullostklep (32,f ig. t7l.

Controle vqn brqndstoftoevoerpompdruk.

l. Zet de occelerotiehefboom op minimum toe-rento l.

2. Stel het toerentol in op .|00 omw./min.

3. Controleer of de druk von de brondstoftoe-voerpomp voldoet oo n de voorgeschrevenwoctrde (zie "Technische gegevens").

Controle vqn hogedruk-ontlcstklep.

I . Zet de occelerotiehef boom op moximumtoerento l.

2. Stel het toerento I in op I 00 omw./min.3. Controleer of de oongegeven druk op de

H D-monometer voldoet oon de voorgeschre-ven woorde (zie "Technische gegevens). Stelzonodig de openingsdruk of zools oongegevenop blzl t 3.

4. Beweeg de occelerotiehef boom enkele mo lenvo n minimum op moximum toerento I en letdoo rbii op de oo ngegeven d ru k. Afwi ilcendeoflezingen von de druk wiizen op een on-deugdelí[ke werking von de HD-ontlostklepof von de versterkerklep. Indien de druklongzoom of in het geheel niet oploopt, duidtdit op een ondeugdef iike H D-ontlostklep oftondrodpomp.De ontlostklep mog slechtsworden goedgekeurd o ls steeds dezelfdevoorgeschreven woorde wordt ofgelezen.

eontrole vqn lqgedruk-ontlqstklep.

1 . Zet de occelerotiehef boom op minirnum toe-rento l.

2. Trek de inwendige bedieningshef boom och-terwoorts met behulp von DAF-gereedschop4-99-535260.

3. Controleer of de oongegeven druk op de LD-monometer voldoet oon de voorgeschrevenwoorde (zie "Technische gegevens"). Stel zo-

17

,-l I trro-H.---o-1(ÉfÈ))-l4ìgt

Werkp lootsi nstructies

nodig de openingsdruk qf zools oongegevenop blz. 13.

4. Loot de inwendige bedieningshefboom weerin ziin normo le positie terug komen en trekhem doorno wederom ochterwoorts.

5. Herhqol deze hondeling enkele molen en letdoorbii op de monometer. Wonneer steedseen ondere druk wordt ofgelezen, duidt ditop een ondeugdeliike werking vo n de LD-

ontlcrstklep of von de nu llostklep.

Afstelling v<rn de verbindingsschqkel (K in fig. 3).

Cpmerking '

Deze of stelling mog slechts plootsvinden noolle eventuele uitwendige lekkoges te heb-ben verh o I pen .

l. Zet de occelerotiehefboom op minimum toe-rento l.

2. Stel de teslbonk in op hel toerentol, woorbiiin het geheel geen brondstofinspuiting meerplootsvindt.

3. Drooi de stelbout (28, fig. 17ll von de ver-bindingsschqkel zover uit, totdot de pompiuist met het inspuiten von brondstof begint.

4. Drooi nu de bout I ò 11/, slcrg terug en borgde bout.

Inwendige lekkoge proeven.

Proef A.

l. Ontlucht de reguloteur.2. Blokkeer de occelerotiehefboom in de stond

voor mCIximum toerentol.3. Controleer dot de hogedruk-ontluchtingsnip-

pel gesloten is.4. Open de logedruk-ontluchtingsnippel.5" Stel het toerentql in op I00 omw./min. en loot

de testbonk enkele minuten drooien.6. Meet de hoeveelheid brondstof, welke uit de

LD-ontluchtingsnippel ontwiikt. Deze mog tenhoogste 12 cc per minuut bedrogen bii eentemperotuur von 20oC. Bii ondere tempero-turen mogen de weggelekte hoeveelhedenbrondstof o ls volgt bedfoeen:

Tem pero tu u r Lekko g ecc/m i n.

8r01214t6r8

H:#;ri':""';i: ffJ5; "

3 :fl " iL,?|, ff :

of

s. Ondeugdeliike nullostklep ols gevolg voh:I . Te ruime possing vo n de binnenste

plu n ier.2. Vostzittende plunier.3. Oniuiste of beschodigde veren4

3: i

i';:,.';T""iLHo:"";i;î;j?î.,:'?;l;geplootst!)

5. Slechte ofdichting tussen nullostklup-huis en reguloteurhuis.

b. Ondeugdeliike LD-ontlostklep ols gevolgVO t-r:

l. Lekkende klepzitting.2. Vostzittende klep.3. Vervorming tiidens montoge.4. Gebroken veer.5. Oniuist ofgestelde openingsdruk.6' ffiXiil3|;;l

verkeerd semonreerde

c. Beschodigde of verkeerd gemonteerde of-dichtingsring op het huis von de bedie-ningsklep.

ll. Wonneer de druk snel een woorde bereikt,welke hoger ligt don de opvoerdruk von debro ndstoftoevoerpoffip, duidt dit op een ofmeer von de hierno genoemde storingen.

tl. Ondeugdeliike versterkerklep ols gevolgVCI h:I . Lekkende klepzitting.2. Slechte ofdichting tussen de klep-on-

d erd elen.3. Vervorming tiidens de montoge.4. Vostzittende klep.

b. Ondeugdeliike servozuiger q ls gevolg Vo n:I . Beschodigde of verkeerd gemonteerde

ofd ichtingsring.2. Te ruime possing tussen zuiger en huis.

c. Slechte ofdichtingen tussen ruimten in dereguloteur, woor loge- en hogedrukkenh eersen.

Breng o lle geconstoteerde gebreken in orde enherhool de proef. Hierno moet wederom de <rf-stelling von de verbindingsschqkel worden ge-controleerd. Beweeg de occelerotiehef boom en-kele molen heen en weer, terwiil de reguloteurmet 100 omw./min. drooit en controleer op uit-wendige lekkoges. Zet de controles voort met deproeven B en C.

Proef B.

l. Blokkeer de occelerotiehefboom in de stondvoor minimum toerentq l.

2. Loot de testbonk met 100 omw./min. drooien.3. Ontlucht het systeem en sluit doornq de ont-

luchtingsnippel von zowel de HD- qls vonde LD-monometer.

4. Gebruik DAF-gereedschop 4-99-535260 voor

oct01520253035

oF

5059ó8778ó95

lndien de weggelekte hoeveelheid vloeistof meerbedroogt don de hierboven oqngegeven woor-den, moet de LD-ontluchtingsnippel worden ge-sloten, doorbii lettende op het drukverloop opde LD-monometer.

l. Wonneer deze druk snel een woorde bereikt,welke geliik is oon de opvoerdruk von de

l8

Hydroulische reguloleur

het zover mogeliik ochterwoCIrts trekken vonde inwendige bedieningshef boom.

5. Let op het drukverloop op de LD-monometer.De voorgeschreven openingsdruk von de LD-ont-lostklep (zie "Technische gegevens") dient binneneen zeer kort tiidsbestek te worden bereikt. In-dien dit niet het gevol is, duidt dit op een on-deugdeliike LD-ontlostklep of een vostzittendenullqstkl"p.Breng de geconstoteerde gebreken in orde enherhoo I de proef .

jProef C.

I . Blokkeer de occelerotiehef boom in de sto ndvoor minimum toerentol.

2. Controleer dot de HD- en LD-ontluchtingsnip-pels op de monometers gesloten ziin.

3. Loot de testbonk met 100 omw./min. drooien.4. Beweeg met behulp von DAF-gereedschop

4-99-535260 de inwendige bedieningshef-boom longzaam voor- en crchterwoorfs.

5. Let hierbii op de bewegingen von de nullost-klepplu nier.Opmerking,

de buitenste plunier von de nullostklepmoet voortdurend in oonroking ziin metde inwendig oongebrochte stelbout voorhet stotionoire toerento l.

6. Terwiil de plunier zich noor buiten beweegt,moet de druk op de monometer oplopen.

7. Terwiil de plunier zich noor binnen beweegt,moet de druk op de monometer teruglopen.

Wonneer deze resultqten niet worden verkregen,duidt dit op de hierno genoemde storihgeh:o. Een vostzittende plunier von de nullostklup.b. Ondeugdeliike nullostklepveren.c. Oniuist gemonteerde nulloslklepveren- (De

sterkste veer moet zich oo n de binnenziidebevinden!)

Breng de geconstoteerde gebreken in orde en

herhool de proef. Eerst nodot de proeveíì A, B en

C geen enkele storing hebben oqngetoond, moethet controleren von de reguloteur worden voort-g ezet.

Afsfelling vqn stqtionqir toerenlql.

l. Loot de testbonk met de voor het stotionoirtoerento I voorgesch reven snelheid d roo ien(zie "Technische gegevens").

2. Stel de uitwendig oongebrochte oonslogboutvoor het stotionoire toerenlol en de stelboutvon de nullostklep zodonig of, totdot devoorgeschreven brondstofopbrengst bii sto-tionoir toerento I en de voorgeschreven sluit-druk von de nullostklep ziin verkregen.

Opmerking,De mogeliikheid bestoot, dot de bedie-ningsnok von de nullostklep in een onderestond op het osie moet worden geschoven,

teneinde de uitwendig oongebrochte oon-slogbout voor het slotionoire toerentol opde Iuiste wíize te kunnen instellen.

3. No het ofstellen von het stotionoire toerentolmoeten o lle mCI nometers worden gedemon-teerd en worden vervongen door de ontluch-tingsnippels.

Afstelling vqn mqximum brondstofopbrengst.

l. Controleer dot de koudstort-inrichting buitenwerking stoot.

2. Monteer het reguloteurdeksel.3. Loot de testbonk drooien met het voorge-

schreven toerentol, woorbii de brondstofin-spuiting wordt beéindigd (zie "Technischeg eg evens' ').

4. Blokkeer de occelerotiehef boom in de stondvoor het moximum toerentol.

5. Drqoi de oonslogbout voor de moximumbro ndstofopbrengst (f ig. I 8) zo ver in, toldotde voorgeschreven moximum brondstofop-

@Fig. t 8. Het ofstellen vqn de moximum brondstofopbrengst.

brengst is berei ktgevens") en borg de

(zie "Technische ge-bout voorlopig.

Afstelling vqn mqximum loerenlol.

I . Monleer de uitwendig oo ngebrochte oo n-slogbout voor het moximum toerento I {3.| ,

f ig. 17l'.2. Blokkeer de occelerotiehef boom in de sto nd

voor moximu m toerento l.3. Loot de testbonk drooien met het toerento l,

dot is voorgeschreven ols ofstelling voor deinwendig oongebrochte stelbout voor moxi-mum toerentol (zie "Technische gegevens").

4. Drooi de uilwendig oongebrochte oonslog-bout zo ver in, totdot de brondstof pomp-regelstong zich net begint te verplootsen inde richting vo n de nu l-opbrengst.

5. Controleer of de brondstofpomp-regelstonginderdqod zich in de richting von de nul-

l9

I

\fn''o..:R\:g-trlt}r-Itf-r trt

l.-\-I-laf

-Werkplootsi nslructies

ili

12.r3.

opbrengst begint te verplootsen, zodro hetonder 3 vermelde toerentol wordt bereikt.

6. Zet de testbo n k sti I en verwiider het reg u-lqteurdeksel.

7. Stel de inwendig oongebrochte oonslogboutvoor het moximum toerentol (30, fig. 17l'zodonig in, dot de inwendige en uitwendigebouten geliiktiidig tegen hun qonslogenstu iten.

8. Monteer het reguloteurdeksel.9. Loqt de testbonk drooien met het toerentol,

dqt overeenkomt met de voorgeschrevenofstelling von de uitwendig oongebrochteoonslogbout voor hel moximum loerentql.(Zie "Technische gegevens").

10. Droqi de uitwendig oongebrochte oqnslog-bout voor het moximum toerentol zo ver in,totdqt de brondstofpomp-regelstong zichnet in de richting von de nul-opbrengst be-gint te verplootsen.

I I . Controleer of de toerentollen, woorbii'o. de brondstofpomp-regelstong zich net

in de richting von de nul-opbrengst be-gint te verplootsen;

b. de brondstofinspuiting geheel beéindigdis;

c. de brondstofpomp-regelstong zich netweer in de richting vo n de meer-op-brengst beg int te verplootsen,

overeenstem men met de h iervoor bi i de"Technische gegevens" vermelde woorden.Schokel de testbonk uit.Meet de ofstond tussen het reguloteurdekselen de oonslog voor de moximum brond-stofopbrengst en vu I deze opening op methet nodige qontol qfstelplooties (fig. I9).

14. Borg de inwendig oongebrochte qonslog-

Fig. 19. Het opmeten von de ofstond lussen het reguloteur-deksel en de oonslog voor de moximum brondstof -opbrengst. Deze opening moet worden opgevuld melofstelringen.

bout voor het moximum toerentol d.m.v. eeniizerdroodie. Hier GEEN verzegeling oon-breng en !

15. Monteer het reguloteurdeksel.16. Controleer nogmools de moximum brond-

stof o pb reng st.

20

Controle vqn tqndrodpomp enkoudstortin richting .

1 . Breng een kriitstreep oo n op de koppelingvo n de bro ndstof pom p.

2. Loot de testbonk drooien met 100 omw./min.3. Blokkeer de occelerotiehefboom in de stond

voor moximum toerento l.4. Druk de knop vqn de koudstort-inrichting

in.5. Schokel de testbonk uit.6. Schokel de testbonk in en tel het qontol om-

wentelingen von de koppelihg, totdot debrqndstofpomp-regelstqng tegen de qqnslog

10

:1)l -f,-tr@ru1\LJ-'--

11 12@

Fig. 20. Het siophefboom-mechqnisme in onderdelen.

l. veergeleidebus2. veer3. sluitring4. stophef boom5. hefboom-os6. splitpen

7. borgploot8. oslogerbus9. borgring

I 0. hefboomI ì. veerring12. bout

von de koudstort-inrichting stuit. Dit oontqlomwentelingen mog ten hoogste vier be-drogen.

7 . Scho kel de testbo n k u it.8. Ploots de qccelerotiehef boom weer in de

stqnd voor minimum toerentql en controleerdoorbii, dot de brondstofpomp-regelstonggeheel noqr de nul-opbrengst is terugge-keerd.

Afstelling vqn sfophefboom (fig. 2Ol.

l. Loot de testbonk met stotionoir toerentold ro o ien.

2. Trek de stophef boom in de stop-sto nd encontroleer of de brondstofpomp-regelstondgeheel in de nul-opbrengst stoot. Verstel zo-nodig de stophef boom op ziin os.

1\îî I 5

-ofw -iiI

iI

.J

Hydroulische reguloleur IF

STORINGSTABEL

Bii storingen oon de hydroulische reguloteur is het noodzokeliik om eerst de inspuitpomp en dereguloleur terdege te ontluchten olvorens een gedetoilleerd onderzoek in te stellen.

I. MOTOR START NIET.

A. Lucht in reguloteur en inspuitpomp.

Ontlucht de pomp en de reguloteur. Alsde storing oplreedt bii een wogen dieeen tiid long buiten gebruik is geweest,moet hel gehele systeem worden gecon-troleerd op luchtlekken in de oonzuig-ziide vCIn de toevoerpomp en op lekkoges,woordoor er brqndstof von de pomp noorde reguloteur ksn ziin gelekt.

B. Brondstofpomp-regelstong zl|. vqsl.

Als de regelstong bliikt vost te zitten ofstroef te gqo n, moeten de stophef boom- el

verbindingen, de servozuigerstong enzvon de reguloleur worden gecontroleerd.Controleer vervolgens of de regelkwo-dronten en pluniers von de inspuitpompvri i ku n nen bewegen.

Bedieningsnok stelt plunier niet in wer-king.

Controleer de verbinding tussen het occe-lerotiepedool en de bedieningshefboom.Als de onderdelen ontzet ziin, moet wor-den gecontroleerd of de bedieningsnokzich nog in de iuisle stond ten opzichtevo n de oo ns log bouten voor stotiono ir enmoximum toerentol bevindt.

Hogedruk-ontlostklep open.

Controleer deze klep op kleven, iuisre 3.openingsdruk en op de toestond der of-d ichti ng sring en.

Tqndrqdpomp werkt niet.

Pomp vernieuwen. Controleer op voldoen-de oxiole speling in de oondriiving. Pos

hiervoor de pomp eerst zonder pokkingtegen het regu loteurhuis; indien do nenige speling oonwezig is, zal dezespeling zeker voldoend e ziin, ols de pompdef initief met ziin po kking is gemonteerd.

F. Geperforeerde zeefploqt verslopt.

Vernieuwen.

G. Servozuiger kleeft.

Versterkerzuiger kleml.Verslerkerklep bliift open stoon.Binnenste plunie.r vqn bedieningsklepklemf .

Veer vdn bedieningsklep gebroken of ver-slopt.Losse zitting von versterkerklep.

Reinigen of nieuw onderdeel monteren.

MAXIMUM TOERENTAL TE LAAG.

A. Aqnslqgbout ontregeld.

Controleer de inwendige oqnslogbout enstel deze opnieuw of.

B. Foutieve pedoolverbinding.

Controleer de verbinding tussen pedool enbedieningshef boom.

C. Geperforeerde zeefploot verstopl.

Vernieuwen.

D. Hogedruk-ontlostklep reogeert lroog.

Controleren op testbonk.

MAXIMUM TOERENTAT TE HOOG.

A. Aonslqgbout onlregeld.

Controleer de inwendige en uitwendigeoonslogbout en stel deze opnieuw of.

B. losse sleun vqn qonslogbout.

Vo stzetten.

C. Lucht in regulqleur.

Ontluchten.

c.

D.

E.

2l

aAr\, rr ItwN\I/"

--7 Werkp lo o ts i n s tru cties

4. MOTOR DRAAIT WEt MET MAX. TOERENTAI,MAAR NIET BIJ MIDDETMATIGE TOEREN-TAILEN.

Stophefboom te ver voorwoorts geplootst, zo-dot de bedieningshefboom de regelstong nietnoqr meer-opbrengst kon bewegen, beho lvewonneer de bedieningsnok zich in de stondvoor mox. toerentol bevindt.

5. MOTOR GATOPPEERT BIJ GEDEETTELIJKE BE-IASTING.

A. lucht in de regulqfeur.

Ontluchten.

B. Brqndsfofpomp-regelstong sfroef.

Controteer kwodronten, pornpptuniers enz.en evenzo de hefboomverbindingen vond e reg u loteu r.

C. Regulqteurzuigers kleven.

Reguloteur demonteren en olle zuigers enpluniers controleren.

D. Defecte tqndrodpomp.

Vervo ngen.

E. Servo-veer ondeugdeliik.

Vervo ngen door een veer vcl n voorge-sch reven lengte en sterkte.

Opmerking:

B en C doen de motor in longzoom tem-po m et g rote toerento lversch i I len g o lo p-peren,

6. MOTOR SLAAT AF BIJ STATIONA|R DRAAIEN. g.

A, Te loca stqtionqir loerenttrl.

Afstellen op voorgeschreven toerentql.

Versterkerklep sluit niet goed qf.

Versterkerklepzitti ng co ntro leren.

Oniuiste qfstelling vqn de verbinding tus-sen regulqteur en pomp.

Afstellen volgens voorschrift.

Oniuiste qfstelling vqn de stophefboom.

Afstel len volgens voorschrift.

Oniuiste instelling vqn de vloeistofdruk-ken bii stqtionqir toerenlql.

Reg u loteu r op testbq n k of stel len.

F. Stroef bewegende delen in pomp enfofregu lqteu r.

Zie 58 en 5C.

G. Klevende pluniers vqn nullqstklep.

Contro leren.

H. Hogedruk-ontlcstklep sluit niet qf.

Controleer ofstelling, klepzitting en of-d ichtingsringen.

ONREGETMATIG STATIONAIR TOERENTAL.

A. Lucht in pomp of regulqleur.

Ontluchten.

Oniuiste instelling vdn de vloeistofdruk-ken bii stolionqir toerenlql.

R"guloteur op testbonk ofstellen.

Stroef bewegende delen in reguloteur enlof pomp.

Zie 58 en 5C.

Klevende pluniers vqn nullqstklep.

Controleren.

Oniuiste qfstelling vqn nullqstklep.

Afstellen volgens voorschrift.

MOTOR KAN NIET WORDEN STOPGEZET.

A. Stophefboom-verbindingen oniuist ofge-steld.

Contro leren.

9. MOTOR ONTWIKKETT NIET VOttE VER-MOGEN.

Oniuiste qfstelling von hefboomverbindingenlussen pomp en regulqfeur.

Af stellen volgens voorschrift.

OPMERKING:

Wonneer de brondstoftonk leeg is geweest,moet no het vullen het gehele brondstofsys-teem worden ontlucht. Mook hierbii gebruikvon de hondbediening von de opvoerpomp.

7.

B.

c.

D.

E.

"ùl

B.

c.

D.

E.

22

Hydroulische reguloleur

DAF-GEREEDSCHAP

(Bestelnummers stoon tussen hookies oongegeven)

Trekker voor demontoge vqn klquwkoppeling.l4-gg-5352491

Pen-sleutel voor (de-)montoge vqn sluitplug.14-99-5352491

Kruissleutel voor inbusboulen.14-e9-5352501

Sleutel voor demonloge vqnl4-ee-s35251)

-{

servozu i ger-g el eideb us .

23

(ìAÀ

-R-p-l(Lrfll-r.t\r-r^'tIr^-

.-Z Werkp lootsi nstructies

ú

cE@

Moersleutel en trekker voorkoppeling en nullqstklephuis.14-99-5352521

(de-lmonloge vqn klquw-

Trekker voor (de-)montoge vonhuis.l4-ee-s3s2531

bed i en in gskl ep-p I u ni er-

(De-)montoge-pen voorté-99-5352541

bed ien ingsklep-plu nierhu is.

Ruimer voor in-liin ruimen vqn bedieningsos-logerflenzen.l4-ee-s3s2s5)

.{É}''4m

Drqodtqp voor opzuiverenvoor ontlqstklephuis.(4-99-5352561

Geleidebus voor drqqdlqp.té-99-5352571

vqn schroefdrqod vqn boring

24

Hydroulische reguloteur

l-qtu

Verloopstuk voor teslen von(4-ee-s352581

verslerkerklep.

Verloopstuk voor leslen von ontlqstklep.(4-ee-53s2sel

Hook ten behoeve vqn diverseheden.l4-ee-s3s2ó0)

qfstellingswerkzqom-

servozu ig er-geleidebus.Controle-ring voor monloge vdnl4-ee-53s26r1

ffi @Sluitpluggen voor conlrole vqn tqndrodpomp.l4-9e-s3s2621

NL-o r -ó3 25