De auto (PDF, 1.46 MB)
Transcript of De auto (PDF, 1.46 MB)
1
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
67% van de
woon-
werkverplaatsingen
worden gedaan met
de auto (alleen of
met familie)
5 . D E A U T O ‘ S
De auto is het vervoermiddel dat het vaakst gebruikt wordt.
Overdreven of irrationeel gebruik van de auto heeft negatieve
gevolgen voor de werkgever, de werknemer, de samenleving en het
milieu. Denk maar aan de verkeersopstoppingen en hun negatieve
gevolgen, de economische en sociale kosten, de verschillende
soorten vervuiling en hinder.
Autosolisme is aan heel wat kritiek onderhevig. Er wordt dan ook
intens gezocht naar alternatieve oplossingen. Ook andere vormen
van gebruik van de individuele wagen gaan niet vrijuit, maar doen
vaak minder kwaad of kunnen zelfs worden aangemoedigd:
- Carpooling “deelt” als het ware de negatieve gevolgen door het aantal passagiers in de
wagen;
- Gebruik van de auto voor en/of na het openbaar vervoer voor intermodale verplaatsingen:
de auto ondersteunt in zekere zin een verplaatsing die hoofdzakelijk met het openbaar
vervoer wordt gedaan;
- Het gebruik van minder vervuilende wagens.
In dit hoofdstuk geven we enkele maatregelen die de bedrijven kunnen nemen om het autogebruik
te verminderen en het aandeel van het autosolisme in de woon-werkverplaatsingen te verkleinen.
De maatregelen die we beschreven in de andere onderdelen stelden zich tot doel om mensen te
overtuigen van het belang van duurzame woon-werkverplaatsingen. Deze maatregelen zullen we hier
niet meer herhalen. Dit hoofdstuk beperkt zich tot maatregelen die rechtstreeks betrekking hebben
op de auto en het beperkte gebruik ervan: hoe kunnen we het autogebruik vermijden, en vooral, hoe
stappen we af van het autosolisme?
2
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
5.1 5.1 5.1 5.1 COMMUNCOMMUNCOMMUNCOMMUNICAICAICAICATITITITIEEEE, , , , SENSIBILISERING EN ISENSIBILISERING EN ISENSIBILISERING EN ISENSIBILISERING EN INFORMATIENFORMATIENFORMATIENFORMATIE
De werkgever kan in zijn communicatie- en informatiestrategie de nadruk leggen op de schadelijke
gevolgen van het autogebruik om de werknemers te overtuigen om geheel of gedeeltelijk over te
schakelen op een andere, meer duurzame woon-werkverplaatsing. Hij stelt daarbij de auto
tegenover alle andere verplaatsingswijzen die als duurzamer worden beschouwd.
BNP Paribas Fortis lanceerde in 2013 de “Mobility Bingo”, een actie om de werknemers op een
ludieke manier bewust te maken van en aan te moedigen tot het gebruik van een duurzamer
verplaatsingswijze om zich naar het werk te begeven.
BNP Paribas Fortis stelt in België bijna 16 000 personen tewerk waarvan 50% in zijn
grote administratieve centra in Brussel. In 2005 werkte de bank een
bedrijfsvervoerplan uit en stelde ze een “Sustainability Team” samen bestaande uit
experts in alle domeinen van het leefmilieu, waaronder mobiliteit. Een van de acties
die de bank recent lanceerde voor haar 16.000 werknemers is “Mobility Bingo”, dat
zich tot doel stelt de mensen op een ludieke manier bewust te maken van en aan te
moedigen tot een duurzame mobiliteit: iedere week, op een willekeurige dag, wordt
de naam getrokken van een medewerker van BNP Paribas Fortis. Als deze
medewerker die dag is komen werken met een duurzaam vervoermiddel, wint hij de
pot. In het andere geval wordt het bedrag van de pot opnieuw ingezet en
gecumuleerd met de prijs van de volgende trekking.
Volgens de evaluaties van de bank heeft meer dan drie vierden van de 44 werknemers
(onder wie 19 automobilisten) die al werden getrokken over de campagne gepraat en
meent de helft van de getrokken automobilisten dat Mobility Bingo een efficiënte
campagne is om een gedragsverandering te induceren. De campagne werd in het
algemeen positief onthaald en promoot duurzame mobiliteit. Deze maatregel zet de
werknemers op een speelse manier aan om zich op een meer duurzame manier te
verplaatsen.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 14
De terbeschikkingstelling van een rondreizend informatieplatform en een programma dat in real
time een antwoord biedt op de vraag “hoe verplaats ik me best van punt A naar punt B”, rekening
houdend met alle mogelijke vervoermiddelen.
In bepaalde steden worden een aantal projecten ontwikkeld, bijvoorbeeld:
- SYSMO 2015 waarin ook het carpoolingaanbod is opgenomen en dat zal
worden uitgeprobeerd op de Plateau de Saclay in de Parijse regio;
- OPTIMOD’LYON dat in real time de bestaande gegevens over parkeren, de
verkeerstoestand, het openbaar vervoer, de verplaatsingen te voet, met de fiets
integreert…
Deze tool moet uiteraard niet alleen worden ontwikkeld, maar ook worden verspreid
en toegankelijk worden gemaakt voor de werknemers. De werkgever vervult daarbij
een centrale rol.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 14
3
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
In slechts 1%
van de inrichtingen
moeten de
werknemers
betalen voor hun
parkeerplaats
5.2 5.2 5.2 5.2 FINANCIËLE STIMULANSFINANCIËLE STIMULANSFINANCIËLE STIMULANSFINANCIËLE STIMULANSENENENEN
Financiële stimulansen om de wagen te laten staan en een meer duurzame verplaatsingswijze te
kiezen worden heel vaak gekoppeld aan de financiële voordelen die we in de andere onderdelen
beschreven (premies voor het gebruik van meer duurzame
verplaatsingswijzen).
Geen parkeerplaats ter beschikking stellen in de inrichting of de
werknemers voor hun parkeerplaats laten betalen, zijn maatregelen die
het gebruik van de individuele wagen voor woon-werkverplaatsingen
kunnen ontraden. Dergelijke maatregelen kunnen worden gemoduleerd
naargelang het beoogde doel. De toegang tot een parkeerplaats in de
inrichting kan bijvoorbeeld enkel worden toegekend aan carpoolers, voor
elektrische wagens of wagens op gas, enz.
Een premie toekennen aan werknemers die geen parkeerplaats innemen
is nog een andere manier om het autogebruik te verminderen.
Betalend parkeren in het Erasmusziekenhuis om het autogebruik te ontraden.
Het Erasmusziekenhuis in Rotterdam kampte na de verbouwing van de campus met
heel wat parkeerproblemen. Het aantal parkeerplaatsen was immers van 2 700
gedaald tot 1 700.
Het ziekenhuis voerde het betalend parkeren in als middel om het autogebruik te
ontraden. Tijdens de normale uren kunnen de werknemers parkeren voor slechts 1,50
€ per dag, maar met een maximum van 12 keer per jaar. Vanaf de 13de
keer betalen
ze 12,50 € per dag. Samen met deze tariefmaatregel, biedt het ziekenhuis 0,10 € per
km aan diegenen die andere vervoermiddelen dan de auto gebruiken voor hun woon-
werkverplaatsingen.
Sinds de invoering van dit systeem daalde het aantal werknemers die met de auto
naar het werk komen van 45% naar 20%. Bovendien is de kost van dit
mobiliteitsbudget voor de onderneming veel lager dan de kost van de aanleg van een
nieuwe parking.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 14
4
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
In 2011 werd
carpooling
georganiseerd in
6% van de
inrichtingen
In 2011 werd
carpooling minder
toegepast dan in 2005:
deze praktijk
vertegenwoordigde nog
slechts 3,5% van de woon-
5.3 ZOEKEN NAAR ALTE5.3 ZOEKEN NAAR ALTE5.3 ZOEKEN NAAR ALTE5.3 ZOEKEN NAAR ALTERNATIEVEN VOOR HET ARNATIEVEN VOOR HET ARNATIEVEN VOOR HET ARNATIEVEN VOOR HET AUTOSOLISMEUTOSOLISMEUTOSOLISMEUTOSOLISME
Naast het promoten van duurzamere verplaatsingswijzen dan de auto (zie andere vervoersmodi),
bestaan er ook maatregelen om de werknemers aan te moedigen tot een rationeler gebruik van hun
auto:
- carpooling;
- autodelen;
- maatregelen ter bevordering van de intermodaliteit.
(a) Carpooling
Omdat carpooling slechts weinig wordt toegepast voor woon-
werkverplaatsingen, stellen we maatregelen voor die de
factoren die carpooling afremmen wegnemen. Hierbij dient
benadrukt dat de uitwerking van een globaal en geïntegreerd
plan dat een coherent geheel van maatregelen ter bevordering
van carpooling voorziet, meer vruchten zal afwerpen dan
afzonderlijke maatregelen.
Een van de problemen die potentiële carpoolers vaak aanhalen, is dat ze
binnen de onderneming maar moeilijk in contact komen met andere
kandidaten. De oprichting van (virtuele en reële) platforms om carpoolers
met elkaar in contact te brengen (matching), het maken van afspraken,
enz. kan daarin verandering brengen. Deze platformen kunnen worden
opgericht op initiatief van de werkgever, een groep werkgevers die bij
elkaar in de buurt zijn gevestigd of worden georganiseerd door
gespecialiseerde ondernemingen (die voor deze taak soms subsidies
ontvangen). De werkgevers hebben er vaak belang bij om zich te verenigen,
kwestie van de kritieke massa te bereiken die nodig is om de woonplaatsen
van de werknemers geografisch te dekken (voldoende groot en ruimtelijk
gevarieerd aanbod).
Smartphone apps maken het systeem makkelijker en efficiënter en dragen bij tot de bevordering van
carpooling.
Een aantal werkgevers (ULB, Mobistar, Shanks…) of bedrijvenparken (Créalys, Ecolys,…) verenigen
zich in platforms om carpooling te organiseren.
Bedrijven zoals Djengo, Carpoolplaza, enz. vergemakkelijken en organiseren
carpooling voor werkgevers via een programma dat het aanbod vergelijkt met de
vraag. De dagelijkse en occasionele trajecten van de carpoolingpartners worden
geregistreerd in een databank. Deze bedrijven verstrekken ook alle nuttige informatie
over deze verplaatsingswijze.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 14
5
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
De verhouding
inrichtingen die zijn
aangesloten bij een
databank voor
carpooling neemt toe
(7% in 2011 tegenover
4% in 2005)
Voor de woon-werkverplaatsingen van hun personeel kunnen de werkgevers apps promoten voor
iPhone en Androïd.
In Frankrijk lanceert Green Monkeys, gespecialiseerd in carpoolingoplossingen, het
concept dynamische carpooling via een nieuwe gratis app die beschikbaar is voor
iPhone en Androïd. De gebruikers van deze app kunnen snel de details van hun traject
regelen en berekenen hoeveel CO2 ze uitsparen.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 14
Bij carpooling ontstaan er vaak gewoontes die een gevoel van
veiligheid creëren: steeds met dezelfde mensen, op dezelfde
tijdstippen, op dezelfde plaatsen van afspraak. In werkelijkheid
worden de carpoolers echter geconfronteerd met onvoorziene
omstandigheden waardoor ze de gemaakte afspraken niet kunnen
nakomen. Dat is bijvoorbeeld het geval als een carpooler langer dan
gewoonlijk moet werken (om een dringend dossier af te werken,
een uitlopende vergadering bij te wonen, enz.). In dat geval moet
de werkgever ervoor zorgen dat deze persoon weer thuis geraakt:
meerijden met een ander carpoolingteam, zijn openbaar vervoer
betalen, zijn taxi betalen, een dienstwagen of autodelen ter
beschikking stellen… De werkgever die carpooling wil promoten in
zijn inrichting moet dus reserveoplossingen voorzien om geen
gevoel van onveiligheid te creëren tegenover deze
verplaatsingswijze.
Ook de kwestie van de instapplaats is een bekommernis van de carpoolers. Om carpooling te
bevorderen, kan de werkgever gratis parkeerplaatsen ter beschikking stellen die speciaal zijn
voorbehouden voor carpoolers. Deze plaatsen bevinden zich bij voorkeur dicht bij de ingang van de
inrichting en moeten duidelijk worden afgebakend en aangeduid.
6
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
3% van de
inrichtingen stelt de
carpoolers
voorbehouden
parkeerplaatsen ter
beschikking
Marks & Spencer (Chester, Verenigd Koninkrijk) voerde een carpoolingsysteem in in het kader van zijn
mobiliteitsplan van 1997.
Marks & Spencer kampte met het probleem dat zijn parking verzadigd was en de
vraag naar parkeerplaatsen voortdurend toenam. Er was kortom een tekort aan
parkeerplaatsen bij de onderneming.
De oorspronkelijke doelstelling van dit mobiliteitsplan (1997) bestond erin om tegen
2001 30% van het personeel te overtuigen om aan carpooling te doen. In 1999 werd
een geïnformatiseerd carpoolingplatform opgericht waar de werknemers met elkaar
konden communiceren. De carpoolers kregen voorbehouden parkeerplaatsen en
genoten daarnaast de volgende voordelen:
- gegarandeerd thuis geraken;
- aankoopbons van Marks & Spencer bij de eerste deelname (30 euro);
- beloning na 6 tot 12 maanden carpooling.
De resultaten van het project waren overtuigend: meer dan 30% van de werknemers
gebruikt het systeem een of meerdere keren per week. Carpooling is goedkoop te
organiseren, maar vraagt wel enig beheer.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 14
De overheid tracht de veiligheid en het comfort van de
carpoolers te verbeteren door speciale parkings aan te leggen:
de carpools. Ook de bedrijven kunnen daarvoor een inspanning
leveren.
In Wallonië werden op het privédomein van Decathlon 143 parkeerplaatsen gemobiliseerd voor
carpooling.
Het tekort aan carpoolingparkings houdt heel wat automobilisten tegen om dit
systeem te gebruiken voor hun woon-werkverplaatsingen. Daarom werden eind 2013
carpoolingparkings geopend op privédomeinen in Wallonië.
Via dit project wil Wallonië tegen eind 2016 ongeveer 1500 parkeerplaatsen op 60
privéparkings voorbehouden voor carpooling. Door op zijn terrein 143
parkeerplaatsen ter beschikking te stellen, draagt Decathlon aanzienlijk bij tot deze
actie. De parkeerplaatsen zijn bewaakt, verlicht en afgebakend. Ze zijn toegankelijk
voor alle carpoolers, en dus niet alleen voor de carpoolers van de inrichting die de
plaatsen ter beschikking stelt.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 14
7
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
Behalve acties die erop gericht zijn de obstakels voor carpooling weg te werken, kan de werkgever
ook stimulansen voorzien, waaronder financiële stimulansen. Carpoolers kunnen immers fiscale
voordelen genieten op voorwaarde dat de carpooling wordt georganiseerd door hun bedrijf en dat er
een overeenkomst bestaat tussen werknemer en werkgever. De rol van de werkgever is dus van
kapitaal belang om deze voordelen te mobiliseren.
Sommige werkgevers passen al fiscale maatregelen toe om het carpoolen aan te moedigen,
bijvoorbeeld1:
- Familie-Zorg West-Vlaanderen biedt de carpoolingchauffeur een financiële
compensatie aan;
- Record Bank betaalt de verplaatsingskost voor de chauffeur en de passagier
terug;
- AG Insurance biedt gratis parkeerplaatsen aan aan carpoolers, evenals een
franchisevrije omniumverzekering op het traject dat wordt afgelegd met
carpooling;
- De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB)
betaalt 150% van de verplaatsingskost met carpooling terug.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
(b) Autodelen
Het feit dat ze tijdens de dag een auto nodig hebben voor hun verplaatsingen voor het werk
(vergaderingen …), zet heel wat werknemers ertoe aan om met de auto naar het werk te rijden. De
terbeschikkingstelling van dienstwagens of het gebruik van “autodelen” of “car sharing” zijn gepaste
oplossingen voor dat probleem.
Autodelen kan worden georganiseerd door externe ondernemingen, maar ook door verschillende
inrichtingen die in dezelfde wijk of hetzelfde industriegebied zijn gevestigd. De krachten bundelen is
interessant in de mate dat voor elke inrichting de nood aan vervoer en verplaatsingen kwantitatief
beperkt is en zich op verschillende tijdstippen of voor verschillende voertuigen voordoet (personen-
of bestelwagen). De werkgevers kunnen dus samen beslissen over het soort wagenpark dat ze de
groep ter beschikking moeten stellen, afhankelijk van de noden:
- Elektrische of hybride wagens, auto’s op gas, zuinige wagens, enz. die beantwoorden aan een
gedeelde bekommernis om het milieu;
- Diversifiëring binnen dit wagenpark: personenwagens, bestelwagens, enz.;
Autodelen helpt om het gebruik van individuele bedrijfswagens te beperken.
1 Enquête over de woon-werkverplaatsingen 2011, Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
8
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
Cambio als alternatief voor de dienstwagen voor verplaatsingen voor het werk bij Dexia (nu
Belfius).
Een van de basisdoelstellingen van Dexia bestaat erin om het aantal woon-
werkverplaatsingen met de individuele wagen (autosolisme) te verminderen. In die zin
stelt de bank haar werknemers een wagenpark ter beschikking voor bepaalde
verplaatsingen in het kader van het werk.
De bank besloot om 10 van haar 40 dienstwagens te vervangen door Cambio-
abonnementen. Door de samenwerking met Dexia konden er drie nieuwe Cambio-
stations worden ingericht voor de hoofdgebouwen in Brussel. De werknemers krijgen
daardoor de mogelijkheid om de verplaatsingen voor hun werk te doen met een
gedeelde wagen. Met de abonnementen kunnen ze bovendien de Cambio-wagens
ook gebruiken vanaf andere plaatsen, met name de stations als ze voor hun werk
naar een andere Belgische stad moeten waar een Cambio-station is gevestigd. Zo
wordt intermodaliteit openbaar vervoer-autodelen mogelijk. Het initiatief zet de
werknemers aan om voor dit soort lange verplaatsingen vaker gebruik te maken van
het openbaar vervoer, waarbij ze op voorhand een wagen kunnen reserveren aan het
station van bestemming.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
(c) Maatregelen ter bevordering van de intermodaliteit
De werkgevers kunnen maatregelen voorstellen om het autogebruik te verminderen en het gebruik
van aanvullende verplaatsingswijzen te bevorderen. Een terugbetaling van de kosten van
transitparkings kan bijvoorbeeld wordt aangeboden aan werknemers die vanaf hun woning met de
wagen naar het dichtstbij zijnde NMBS-station rijden (zie onderdeel openbaar vervoer).
Er bestaan nog andere mogelijkheden, speciaal voor werknemers die hun bedrijfswagen combineren
met het openbaar vervoer. De NMBS biedt een formule aan, “Railease” genaamd, om het gebruik
van de bedrijfswagen te verminderen dankzij het forfaitaire gebruik van de trein.
9
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
Met Railease biedt de NMBS de bedrijven een mobiliteitsoplossing die de trein combineert met de
bedrijfswagen.
De NMBS biedt de werkgevers “Railease” aan, een contract dat het gebruik van de
trein combineert met het gebruik van de bedrijfswagens, geheel volgens de noden
van de werknemers. Naast de kilometers die ze afleggen met hun bedrijfswagen,
kunnen ze gedurende 20, 40 of 60 dagen per jaar (dwz tot 1 dag per week) vrij en
onbeperkt reizen op de netten van de NMBS, de TEC, De Lijn en de MIVB. Deze
formule verlaagt de kosten van de autoleasingcontracten, want de bedrijfswagen
rijdt minder kilometers. En ook de brandstofkosten dalen, net als de CO2-uitstoot.
Railease omvat een treinkaart op naam van de werknemer, plus verschillende
treintickets die niet op naam zijn (veelvouden van 20) en één dag geldig zijn. De
werknemers hoeven er enkel de datum van de reis op te noteren, niet het traject. De
gebruiker kan op de ingevulde datum dus onbeperkt reizen op het hele Belgische
spoorwegnet.
De tickets zijn niet verbonden aan de persoon maar aan het bedrijf. Verschillende
werknemers van eenzelfde bedrijf kunnen ze dus vrij uitwisselen wanneer dat nodig is.
Railease biedt de werknemer comfort en de werkgever een aantal voordelen:
- Het aantal kilometers dat per dag mag worden afgelegd met Railease is
onbeperkt. De formule is dus bijzonder interessant voor lange afstanden;
- De bedrijfswagens rijden minder kilometers, er zijn dus minder kosten aan
verbonden;
- Railease is 100% fiscaal aftrekbaar;
- Tijdens een deel van het jaar worden de parkeerkosten uitgespaard.
Sommige leasingmaatschappijen van bedrijfswagens willen Railease opnemen in het
leasingcontract, zonder bijkomende kosten voor het administratief beheer. Bij Athlon
Car Lease combineert Railease gemiddeld 7 000 km op een contract van 35 000 km,
dat is het equivalent van één ton CO2.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
10
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
Twee voorbeelden van de toepassing van Railease, bij Ernst&Young en Delhaize.
In 2009 koos Ernst & Young, dat op 14 sites 1 200 mensen tewerkstelt, voor
“Railease” naast de “derde-betalerovereenkomsten” voor het openbaar vervoer. Van
de 100 contracten die aanvankelijk werden ondertekend, steeg het aantal naar 332,
waarvan 75% in Brussel, 13% in Antwerpen en 8% in Gent. De uitgaven voor
autoleasing werden daardoor verminderd: de kost van Railease wordt
gecompenseerd door de besparing van kilometers en parkeerkosten van de
bedrijfswagens, maar ook door de hogere productiviteit. De algemene mobiliteitskost
per werknemer ligt dus een stuk lager.
Delhaize startte in 2012 een Railease-project voor de werknemers die beschikken over
een bedrijfswagen. In plaats van elke dag hun bedrijfswagen te gebruiken, hebben 20
werknemers het project uitgeprobeerd en namen ze soms de trein en de metro om
naar hun werk in Brussel te komen. Bijna alle deelnemers verklaarden de formule te
gebruiken om te ontsnappen aan de stress wanneer ze met hun wagen in de file staan
en 17 deelnemers wensten Railease verder te blijven gebruiken.
In 2013 waren al 43 personen, dwz meer dan het dubbel in vergelijking met 2012,
vooral werknemers van de Brusselse inrichtingen, geïnteresseerd om deel te nemen
aan het Railease-project.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
11
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
5.4 SCHONERE WAGENS5.4 SCHONERE WAGENS5.4 SCHONERE WAGENS5.4 SCHONERE WAGENS
Wagens op LPG of aardgas en elektrische wagens zijn minder vervuilend dan wagens die op benzine
of diesel rijden. De werkgevers beschikken over een aantal middelen om het gebruik van minder
vervuilende wagens voor woon-werkverplaatsingen te bevorderen: installatie van oplaadpalen,
verstrekking aan de werknemers van een kaart met aanduiding van de tankstations voor aardgas
(bestaande en voorziene tankstations) en LPG, of financiële maatregelen.
De RTBF test het gebruik van wagens op aardgas voor haar mobiliteitsbehoeften: het pilootproject
Mobilitissimo 2.
Het beoogde doel betreft de woon-werkverplaatsingen onrechtstreeks. Heel wat
werknemers van de radio- en televisiemaatschappij moeten zich immers verplaatsen
tijdens de werkuren (voor opnames, nieuwsfeiten, verbinding tussen productiecentra,
enz.). Het feit dat ze op hun werkplek kunnen beschikken over een wagen, zorgt
ervoor dat ze het mobiliteitsprobleem niet meer kunnen inroepen als reden om met
de auto naar het werk te komen. Een tweede bekommernis van de maatschappij
heeft eveneens betrekking op het milieu: de auto’s die vanuit de onderneming worden
gebruikt moeten “schoner” zijn.
Mobilitissimo, een pilootproject dat in 2007 werd gestart, onderwerpt de zachte
mobiliteitsoplossingen van de RTBF aan een pertinentietest. Bedoeling is om de
broeikasgasemissies en het brandstofverbruik te verminderen en de RTBF het imago
te geven van een ecologisch verantwoordelijke maatschappij. Met Mobilitissimo 2,
dat plaats vond in 2013, wilde de RTBF een nog duurzamer en zuiniger
mobiliteitsoplossing uitproberen dan tijdens Mobilitissimo 1 in 2012 (uittesten van
elektrische en hybridewagens). Ze dacht daarvoor aan aardgas, een brandstof die
slechts weinig fijn stof uitstoot en 27% minder CO2 dan benzine.
In samenwerking met verschillende spelers uit de energiesector – Electrabel, Cofely
en de Koninklijke Vereniging van Belgische Gasvaklieden (KVBG), testte de RTBF zes
maanden lang het gebruik van 14 wagens op aardgas om na te gaan of ze konden
beantwoorden aan haar gevarieerde mobiliteitsbehoeften. Op de sites van de RTBF
werden zes oplaadpalen geïnstalleerd: in Brussel (Reyers), Bergen, Charleroi, Rhisnes,
Namen en Luik.
Na zes weken het nieuwe wagenpark te hebben getest, waren de gebruikers zeer
positief over het project.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
12
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
IDETA installeerde elektrische oplaadpalen in vier bedrijvencentra.
De intercommunale voor de economische ontwikkeling van de arrondissementen
Doornik, Ath en de omliggende gemeenten (IDETA) plaatste 8 oplaadpalen voor
elektrische wagens in haar vier bedrijvencentra langs de as Rijsel-Brussel: Negundo
in Doornik, Le Carré in Frasnes-lez-Anvaing, La Sille in Ghislenghien en La Lanterne in
Enghien. De palen zijn verbonden met en worden gestuurd door GPRS en een
magneetkaart en worden gevoed door productie-eenheden van groene stroom, mini-
windenergie en fotovoltaïsche energie.
Het doel van dit project bestaat erin om de werknemers aan te moedigen en te
sensibiliseren en het gebruik van elektrische twee- of vierwielers te vergemakkelijken
door ze de kans te bieden om de batterijen van hun wagen gratis op te laden op hun
werkplek. De oplaadmogelijkheid die wordt geboden door IDETA staat ook open voor
haar bezoekers en klanten. De gebruikers moeten zich aan de oplaadpalen
identificeren met een magnetische badge. Dit project kan het imago van de
onderneming versterken. Het toont immers aan dat ze ronduit kiest voor duurzame
ontwikkeling.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 16
Zen Car, de elektrische versie van autodelen.
De voordelen van het autodelen voor woon-werkverplaatsingen hebben we al eerder
beschreven. Het delen van een elektrische wagen is een extra stap in de richting van
duurzame mobiliteit.
Electrabel en Zen Car sloegen de handen in elkaar om deze verplaatsingswijze, die
veel milieuvriendelijker is, te promoten.
Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 16
13
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
De Groep P&V lanceerde in 2010 voor al haar zetels de “Green Car Policy”, een duurzame
mobiliteitsstrategie waarin de werknemers onder meer worden aangemoedigd om minder
vervuilende bedrijfswagens te kiezen.
Werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen mogen vrij het merk en het
model kiezen, maar worden aangespoord om te kiezen voor een minder vervuilende
wagen. Ze moeten immers zelf een deel van de brandstofkosten betalen, afhankelijk
van het gekozen model. Wie een model kiest dat meer CO2 uitstoot, moet daar meer
voor betalen. De werknemers hebben de keuze tussen:
- een minder vervuilende wagen met een CO2-taks lager dan 60 euro (dat
stemt overeen met een uitstoot van 145 gr CO2/km). In dat geval gebruiken ze
niet heel hun budget en kunnen ze de rest besteden aan extra opties;
- een meer vervuilende wagen (het toegelaten maximum is 175 gr CO2/km)
met een CO2-taks hoger dan 60 euro. In dat geval overschrijden ze hun
budget en moeten ze een leasingsupplement betalen of een voertuig kiezen
met minder opties.
Werknemers die met een ‘schonere’ wagen rijden moeten ook minder bijdragen in de
brandstofkosten dan werknemers met een meer vervuilende wagen
In 2014 bedroeg de gemiddelde CO2-uitstoot van het wagenpark 131 gr/km, in 2010
was dat nog 170 gr/km. In vier jaar tijd is de CO2-uitstoot dus met ongeveer 23%
gedaald.
De Groep P&V wil deze “Green Car Policy” als volgt herzien:
- de CO2-uitstoot van de bedrijfswagens mag nog maximaal 145 gr CO2/km
bedragen in plaats van 175 gr;
- Wagens met een ecoscore lager dan 57 worden uitgesloten (de ecoscore
bepaalt de milieuprestatie van het voertuig volgens de CO2-uitstoot, de
microdeeltjes en het lawaai);
- De referentie-CO2-uitstoot, dwz de waarde waarboven de medewerker moet
delen in de brandstofkosten, wordt behouden op 85 gr/km. Dit plafond zou
overeenstemmen met de helft van de gemiddelde CO2-uitstoot die in 2010
werd gemeten in het hele bestaande wagenpark.
- Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 16
14
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
RRRREFERENTIESEFERENTIESEFERENTIESEFERENTIES
5.1 Communicatie, sensibilisering en informatie
Mobility Bingo - BNP Paribas Fortis
• Mobiliteit manager : Annelies Develtere
Rondreizend informatieplatform SYSMO 2015 en OPTIMOD’LYON
• Website Les Transports du Futur :
http://transportsdufutur.typepad.fr/les_transports_du_futur_l/
5.2 Financiële stimulansen
Betalend parkeren in het Erasmusziekenhuis in Rotterdam
• Website slim reizen : http://www.slimreizen.nl/projectDocuments/caseDescription_1950.pdf
5.3 Zoeken naar alternatieven voor het autosolisme
(a) Carpooling
Virtuele platforms : Djengo en carpoolplaza
• Website de Djengo : http://agc.djengo.be/nl/pages/home
• Carpooling website van de ULB via Djengo : http://solvay-campus.djengo.be/nl/pages/home
• Gebruikings gids voor de Djengo website (gecreëerd door ULB) :
http://www.ulb.ac.be/mobilite/docs/comment_utiliser_djengo_v2.pdf
• Website de Carpoolplaza : http://www.carpool.be/
• Carpolling website Créalys via Carpoolplaza : http://crealys.carpoolplaza.be/node/1
Green Monkeys bedrijven
• Sequovoia, Facilitateur de développement durable :
http://www.sequovia.com/actualites/8910-green-monkeys-le-covoiturage-dynamique-sur-
votre-smartphone.html
Marks & Spencer
• IDAE (Institute for Diversification and Savong of Energy) (2005). « Gestion de la mobilité, des
nouvelles habitudes de déplacement » : http://www.energies-davenir.com/bibliotheque-
ea/deplacement_infrastructures_de_transport/management_mobilite.pdf
Inhuldiging van de eerste carpoolparking in particuliere terreinen in Wallonië
• Inauguration des premiers parkings de covoiturage installés sur des espaces privés en
Wallonie, UWE, 2012. http://www.uwe.be/uwe/mobilite-transport-logistique/dernieres-
infos-sur-ce-theme/inauguration-des-premiers-parkings-de-covoiturage-installes-sur-des-
espaces-prives-en-wallonie
15
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
fiscale maatregelen om het carpoolen
http://ws.carpool.be/NL/www/cpl2$docs.getFile?p_vccnr=8&p_type=MANUAL-WN-NL
(b) Autodelen
Cambio bij Dexia
• Cellule Mobilité de l'Union Wallonne des Entreprises : http://www.mobilite-
entreprise.be./mobilite-entreprise/news-1/dernieres-infos-sur-ce-theme/cambio-solutions-
de-mobilite-supplementaires-destines-aux-entreprises/?searchterm=carsharing
(c) Maatregelen ter bevordering van de intermodaliteit
Railease
• Website NMBS Mobility : http://www.belgianrail.be/nl/bedrijven/railease.aspx
• Website Athlon Car Lease : http://www.athloncarlease.com/athlon-be/?language=nl
Voorbeelden Railease, Ernst&Young en Delhaize
• Union Wallonne des Entreprises, Colloque Mobilité : Témoignage Railease chez
Ernst&Young : http://www.mobilite-entreprise.be/mobilite-entreprise/agenda/colloque-
mobilite/colloque-
2009/presentation%209%2010%2009%20Ghislain%20Vanfraechem%20Ernst%20-
%20Young.pdf
• Mobiliteit manager bij Delhaize : D.Decock
5.4 Schonere wagens
Mobilitissimo 2 - RTBF
• Video (rtbf.be) « En bref : Mobilitissimo (projet pilote de la voiture au gaz » :
http://www.rtbf.be/video/detail_en-bref-mobilitissimo-projet-pilote-de-voiture-au-
gaz?id=1854106
• Presentatie van het project (RTBF- Facility & Real Estate, 2012) :
http://economie.fgov.be/nl/binaries/Presentatie_Frederic_Pairoux%20_RTBF_tcm325-
200558.pdf
• Website RTBF, Dernières nouvelles. « Mobilitissimo 2 : la RTBF lance un nouveau projet pilote
de mobilité verte » : http://www.rtbf.be/entreprise/actualite_mobilitissimo-2-la-rtbf-lance-
un-nouveau-projet-pilote-de-mobilite-verte?id=8092586
16
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit
Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
IDETA, installatie van elektrische auto-oplaadpalen
• Website Agence intercommunale de développement IDETA : http://www.ideta.be/contenu-
nl/welkom-op-de-website-van-het-intercommunaal-ontwikkelingsagentschap-ideta
• persartikel (Trends.be). « Voitures électriques : 8 bornes de recharge dans le Hainaut » :
http://trends.levif.be/economie/actualite/entreprises/voitures-electriques-8-bornes-de-
recharge-dans-le-hainaut/article-1194995179116.htm
Zen Car, de elektrische versie van autodelen
• website BECI (Brussels Entreprises Commerce and Industry) – Mobility. « Mobiliteitshub:
elektrisch autodelen in een stroomversnelling » :
http://www.beci.be/nl/voice_of_brussels/mobiliteit/elektrische_wagens/elektrisch_autodel
en/
• officieel website Zen Car : https://www.zencar.eu/nl/
Green Car Policy - P&V
• Mobiliteit manager : Cathy Vigneron