De auto in de stad
-
Upload
goudappel-coffeng -
Category
Documents
-
view
245 -
download
3
description
Transcript of De auto in de stad
Titel
Locatie
Kenmerk
Datum publicatie
Auteur
© Copyright Goudappel Coffeng
ABC-beleid 2.0 - De auto in de stad
Impressie van de discussiemiddag op 24 januari 2012
Spoorwegmuseum Utrecht
CPX00300-028/Blk/0212
02 februari 2012
Goudappel Coffeng
Bas Govers, Jos van Kleef, Aart de Koning, Christiaan Kwantes
Niets uit deze rapportage mag worden overgenomen zonder bronvermelding. Aan de
inhoud van de rapportage kunnen geen rechten worden ontleend. Eventuele recht-
hebbenden op gebruikt beeldmateriaal dienen contact op te nemen met de uitgever.
Colofon
Sinds kort woont de meerderheid van de mensheid
in steden. De afgelopen jaren is Nederland in feite
gegroeid tot één samenhangend stedelijk gebied.
Deze ‘stad Nederland’ bestaat uit middeleeuwse
binnensteden met hun schillen, uitgestrekte
buitenwijken, bedrijventerreinen en groene
buitengebieden.
Hierbinnen zoeken mensen elkaar op. Voor werk,
onderwijs, winkelen en ontspanning. Circa driekwart
van de over land afgelegde kilometers komt voor
rekening van de auto.
Het is dus hoog tijd voor een discussiemiddag met
onze partners en opdrachtgevers over de auto
in de stad. Want de auto geeft hinder, maar ook
ontplooiingsmogelijkheden. Samen met u hebben
we gekeken hoe ruimtelijk ontwerp en dynamisch
verkeersmanagement elkaar kunnen helpen en
versterken. Samen werken aan gezonde steden, waar
het prettig is om er te zijn en om terug te komen.
Wij zien kansen in een mobiliteitsbenadering,
gebaseerd op de stedenbouwkundige milieus van de
stad:
▪ A-milieus; de historische binnensteden, langzaam
verkeer bepaalt het tempo en de auto is te gast;
▪ B-milieus; de 19de- en 20ste-eeuwse schillen, auto,
openbaar vervoer en langzaam verkeer moeten de
schaarse ruimte delen;
▪ C-milieus; de buitenwijken en groene
buitengebieden waar de auto een hoofdrol heeft in
de mobiliteit.
Dit boekje geeft een impressie van de verschillende
inzichten uit de discussiemiddag. Samen blijven we
werken aan een mooi, veilig en bereikbaar Nederland.
Voorwoord
“Voor de reis van vandaag en de wereld van morgen”
4 ABC-beleid 2.0
Jos van Kleef, algemeen directeur bij Goudappel Coffeng, leidde de discussie-
bijeenkomst in. Hij benadrukte dat de wereld steeds meer moet worden gezien
in een stedelijke context. En dat onze mobiliteit hierin mee verandert. In de
totale mobiliteit speelt de auto een grote rol. Vandaar dat we samen met u na
willen denken over de relatie tussen stad en automobiliteit.
Angelo van Turenhout
werkt als Traffic Manager
bij MAPtm. Hij is
gespecialiseerd in dynamisch
verkeersmanagement;
het besturen van
verkeersstromen door de stad. In zijn presentatie liet
hij enkele state-of-the-art-projecten zien. Dynamisch
verkeersmanagement biedt kansen voor ruimtelijk
ontwerp; bij een betere verkeersbenutting is minder
asfalt nodig. Voorbeelden van Angelo waren: een
rijstrook die alleen in de drukste richting functioneert
(tidal flow) en tijdelijke opstelvakken die buiten de
spitsperiode van functie veranderen.
Paul Achterberg is
landschapsarchitect en
directeur bij Atelier Quadrat.
Hij gaf een historische
schets van de relatie tussen
infrastructuur en ruimtelijk
ontwerp. Paul behandelde de case ‘Rooseveltweg’ in
Wageningen. Door de komst van een rondweg kreeg
deze oude radiaal een verkeerskundige afwaardering
in combinatie met een ruimtelijke opwaardering.
Een goed voorbeeld van hoe nauw infrastructuur en
ruimtelijk ontwerp met elkaar zijn verbonden. Aan de
hand van de case Utrecht pleitte Paul voor herstel van
doorgaande ruimtelijke verbindingen.
“Compensatie van wegverbreding door wegversmalling”
“Verkeer is stuurbaar en er kan meer dan u denkt”
“over shared space: het is wel zo natuurlijk om een stoep te hebben” “Beter benutten = minder asfalt”
Impressie bijeenkomst
De auto in de stad 5
De tweede helft van het
programma was gereserveerd
voor debat met stellingen van
Christiaan Kwantes – adviseur
Strategie en Beleid bij Goudappel
Coffeng. Zijn collega Bas Govers
wist als discussieleider met verve de reacties in goede
banen te leiden.
Allereerst constateerde het publiek dat het
ruimtelijk ontwerp en verkeersmanagement wel
heel verschillende werelden zijn. Maar ook dat er
enorme winst te behalen is in het verbinden van deze
werelden. De ene discipline heeft de andere nodig.
“Voor een goed A- en B-milieu zijn al in het C-milieu maatregelen nodig”
De grenzen tussen de A-, B- en C-milieus werden
als belangrijk gezien. Deze kunnen fungeren
als ruimtelijke landmarks om overgangen te
benadrukken. Aansluitend bij de perceptie van de
mobilist. De grenzen zijn ook logische plekken voor
verkeersmanagementsmaatregelen: plekken om
autoverkeer te doseren, of om een overstap naar een
andere vervoerwijze aan te bieden. Hierin kunnen
ruimtelijk ontwerp en verkeersmanagement elkaar
versterken.
“Het gaat ook om de fiets en oV, die conflicteren vaak”
De middag was te kort voor het diverse gezelschap
om alle facetten tegen het licht te houden. Maar de
mogelijkheid om de verschillende inzichten te delen,
maakten het tot een inspirerende bijeenkomst.
Dagvoorzitter Willem Scheper, regiomanager
Noordelijke Randstad, sloot de middag af. In zijn
afsluiting zag hij volop ruimte voor consensus: “Wie
heeft een levenspartner die werkt in een heel andere
branche?” Zonder aarzeling werden de handen
opgestoken. “Als u er thuis in slaagt verschillende
werelden te verenigen – dan moet dat binnen het
werkveld toch zeker lukken?” Waarmee de toon was
gezet voor een gezellige, gezamenlijke borrel.
De auto in de stad 7
Goudappel Coffeng kijkt naar mobiliteit vanuit de
bredere stedelijke samenhang en stedenbouwkun-
dige structuren. De benadering vanuit ABC-milieus
komt hier ook uit voort.
Inzoom op ABC-milieus
De auto in de stad 9
De basis van het A-milieu zijn de binnensteden zoals die zijn gegroeid tot
de Industriële Revolutie in Nederland, rond 1850. Het is het goud van onze
steden. Dit milieu is dicht bebouwd en kent een enorme intensiteit en
diversiteit in centrumfuncties. De hoeveelheid openbare ruimte is beperkt,
dus moet zuinig met de ruimte worden omgesprongen.
In de openbare ruimte zijn fietsers en voetgangers de maat der dingen.
Auto’s en openbaar vervoer zijn te gast. Voor zover toegelaten, rijden
auto’s en openbaar vervoer met gepaste snelheden. De straten bestaan bij
voorkeur niet uit asfalt, maar bijvoorbeeld klinkers. Autoverkeer wordt zo
veel mogelijk opgevangen aan de randen van het gebied.
Shared space en een maximale verblijfskwaliteit vormen de basis van de
ontwerpprincipes voor dit milieu. Parkeren - zowel op straat als op eigen
terrein – krijgt zo veel mogelijk een plek in openbare voorzieningen zoals
P+R of P+W (Park&Walk).
A-milieu
Badweg
F.B. Deurvorststraat
Waterstraat
Veld
stra
at
Bongersstraat
Veld
stra
at
4A
3 2B 1A 1B
6
10
5
722
1
3
16
14
16
14
12
10
8
25
2321
19
15
2A
12A4
46
23
24
26
26A
26B
28
30
32
34
36
38
42
44
24 26
11
2
6
4
2
46
6-1
6
1311
9
26
2C
3A
1
17
2
244C4D
4B
50-47
1A
21A
Vorm
erij
Keurkamer
2D
9
2
ASF
BKK
KK
G
VB
VM
VB
VB
VB
VB
BKK
KK
VB
VB
•• • • • •• • • •••••••••••
•• • • • •• • • •••••••••••
•• • • • •• • • •••••••••••
9002
ASF
Bt
Bt99
2
6
6-16-1
10 ABC-beleid 2.0
Ontwerpen voor A-milieus is ook belangrijk voor
kleinere kernen. Ulft heeft ongeveer 10.000 inwoners.
De provinciale weg vormde een scheiding tussen
de dorpscentrumfuncties (horeca, winkel) en het
waterfront van de Oude IJssel.
De betrokken overheden besloten om op deze
belangrijke plek de verblijfsfunctie van de weg centraal
te stellen. Er zijn shared space-elementen toegevoegd:
Voorbeeldprojecten A-milieu
Centrumgebied Ulftverkeren op oogcontact, betere menging van
verschillende verkeerssoorten. Er ontstaat een plein
waar de ruimtelijke functies beter tot hun recht komen.
Onze verkeersontwerpers hebben gezorgd dat het niet
alleen een mooie ontmoetingsplek wordt, maar ook
een verkeersveilige plek.
De auto in de stad 11
De gemeente Zwolle had de wens om de nauwe
straatjes in de wijk Assendorp (A-milieu) meer
verblijfsfuncties te geven. Echter, aantrekkelijke straten
met volop ruimte voor verblijven zijn mooi, maar het
moet wel kunnen. Een deel van de parkeerplaatsen zou
moeten verdwijnen.
Goudappel Coffeng heeft samen met bewoners,
gemeente en het Kennisplatform Verkeer en Vervoer
onderzocht of en hoe dit zou kunnen. Een combinatie
van ruimtelijk ontwerp met parkeer- en planologisch
onderzoek.
Parkeren in Zwolle-AssendorpDe betrokken partijen hebben voorgesteld om een
deel van het parkeren op afstand te brengen (300 m)
aan de rand van de wijk. Door wervende ontwerpen
waren de bewoners van Assendorp enthousiast om dit
idee een kans te geven. In de straatjes komt dan meer
leefruimte. De gemeente is nu bezig met de verdere
uitwerking van de pilot.
Voor Na
B-milieu
De auto in de stad 13
De B-milieus zijn de stedelijke schillen uit de 19de en 20ste eeuw. Ze
worden vaak gezien als de ‘klassieke’ compacte stad. Grote delen van dit
milieu zijn ontwikkeld, voordat de auto zijn intrede deed. Ook B-milieus
kennen hierdoor een schaarse openbare ruimte.
Er zijn veel verblijfsfuncties, meestal aan de drukkere straten. Het
verkeersontwerp van boulevards en pleinen moet vooral gericht zijn op de
‘leesbaarheid’ en de logica van de ruimtelijke structuur van een stad.
De beschikbare ruimte moet worden gedeeld door auto’s, fietsers,
voetgangers en het openbaar vervoer. Om de verschillende ruimteclaims
een plek te geven, is voor het autoverkeer doorgaans één enkele rijstrook
per richting het maximum.
Met verkeerslichten wordt het autoverkeer gedoseerd om congestie
verderop te voorkomen. Gefiscaliseerd parkeren geeft de gemeente greep
op gestalde en rijdende auto’s.
8
14 ABC-beleid 2.0
Midden in het stedelijk gebied van Enschede (B-milieu)
zijn sommige straten nog erg breed en hebben een
slechte oversteekbaarheid. Dit terwijl het de bedoeling
is dat het doorgaande autoverkeer buitenom via de
ring rijdt.
Om deze mobiliteitsstrategie verder te ondersteunen,
heeft Goudappel Coffeng gekeken naar een
vormgeving van de wegen binnen de ring die beter
past bij hun nieuwe stedelijke functie.
Het bij elkaar brengen van de rijbanen geeft een
optische versmalling. Hierdoor rijdt het autoverkeer
langzamer. Ook ontstaat meer ruimte voor overige
verkeersdeelnemers, verblijfsfuncties en groen. Het
geheel heeft een rustiger verkeersbeeld.
Nijverheidstraat Enschede
Voorbeeldprojecten B-milieu
NaVoor
De auto in de stad 15
De kern Oosterbeek worstelt met doorgaand
autoverkeer door de kern richting Arnhem. Ook is
het de wens om de doorstroming van het openbaar
vervoer te verbeteren.
Goudappel Coffeng onderzoekt nu in hoeverre de
gewenste effecten werkelijkheid kunnen worden met
doseermaatregelen op ‘de randen’ van Oosterbeek.
De maatregelen geven een tijdsvertraging voor het
doorgaande autoverkeer, waardoor de hoeveelheid
verkeer zal afnemen. En het openbaar vervoer kan
ongestoord de wachtrij passeren.
Utrechtseweg OosterbeekLast but not least verbeteren de oversteekbaarheid
en de leefbaarheid in de kern. Het onderzoek wordt
uitgevoerd met dynamische microsimulaties van het
verkeer (VISSIM).
C-milieu
De auto in de stad 17
Het C-milieu bestaat uit de buitenwijken, maar ook het groene
buitengebied. De bebouwing kent lagere dichtheden en een ruimer
grondgebruik. Een deel van deze gebieden is ruimtelijk monofunctioneel
ingericht, zoals bedrijventerreinen, sommige VINEX-wijken, of grotere
natuurgebieden.
In C-milieus heeft de auto de hoofdrol in de vervoerwijzeverdeling (modal
split). Een actief beleid op het terugdringen van het autogebruik is daarom
nauwelijks zinvol.
In de hoofdstructuren zijn de verschillende verkeerssoorten uiteengelegd
met eigen hoofdassen voor fiets, openbaar vervoer en auto. In de
microstructuren komen verkeerssoorten wel bij elkaar, net als in de eerder
genoemde B-milieus.
Als het gaat om parkeernormen is het stellen van minimum normen eerder
nodig dan het benoemen van maximum normen.
18 ABC-beleid 2.0
De Waterlinieweg in Utrecht lijkt nu een snelweg in de
stad. Het is een zware barrière tussen het B-milieu aan
de binnenstadszijde en de overzijde van de weg (nu
nog C-milieu). Utrecht wil deze weg meer onderdeel
laten zijn van de stad.
Het B-milieu kan dan over de Waterlinieweg heen
‘groeien’. De Waterlinieweg wordt onderdeel van de
stadsboulevard die alle B-milieus in Utrecht onderling
verbindt; van scheiding naar verbinding.
Dit past in de mobiliteitsstrategie van de stad. Deze
strategie zorgt ervoor dat doorgaand autoverkeer meer
via de ring gaat rijden.
Waterlinieweg in Utrecht
Voorbeeldprojecten C-milieu
Na de transformatie krijgt de weg (visuele)
adresvorming. Het wordt voor automobilisten
duidelijk dat ze langs De Lunetten rijden, het Rietveld-
Schröderhuis en de Kromme Rijn.
De auto in de stad 19
Het autoverkeer tussen Rotterdam en Zoetermeer
(C-milieu) rijdt via provinciale wegen. Om het verkeer
zo goed mogelijk te sturen via gewenste routes, heeft
Goudappel Coffeng een regelstrategie ontwikkeld.
Afhankelijk van de drukte op de tussengelegen
kruispunten past de situatie op de groene kruispunten
(1 en 2) zich aan.
Zodra de wachtrijen rondom de paarse kruispunten te
lang worden, gaat het systeem het autoverkeer sturen:
▪ Automobilisten krijgen informatie over de nieuwe
gewenste route.
▪ De verkeerslichten passen hun groentijden aan
zodat gebruikers worden aangemoedigd om de
voorkeursroutering te nemen.
▪ Verkeerslichten doseren het verkeer dat toch naar de
overbelaste route rijdt.
Vergelijkbare systemen kunnen ook in de stad zelf
toepassing krijgen. Bijvoorbeeld bij het creëren van
extra verblijfskwaliteit langs waardevolle historische
routes. Het is op deze routes wenselijk om de
verkeershoeveelheid door zo’n straat te beheersen. Dat
kan door op drukke tijdstippen het verkeer dynamisch
te doseren en langs andere routes te sturen.
Rechtsboven de alternatieve routes en rechtsonder de
acceptabele wachtrijen, voordat ingegrepen wordt.
Regelstrategie Rotterdam-Zoetermeer
20 ABC-beleid 2.0
De toekomst is meer dan een extrapolatie vanuit het
verleden. In de maatschappelijke onderstroom zien we
echter wel belangrijke trends als het gaat om (auto)
mobiliteit in de stad.
We zien een sterkere nadruk op hoogwaardige
openbare ruimte. Mensen en bedrijven kiezen
niet alleen voor bereikbare steden, maar ook voor
aantrekkelijke steden. Om te verblijven, te flaneren en
terug te komen. Beleving wordt steeds belangrijker.
Mooie straten die verkeerskundig ook goed
functioneren, vergen een integrale benadering van
stedelijk ontwerp en mobiliteitsexpertise, maar ook
gedragsbeïnvloeding en mobiliteitsarrangementen.
Nieuwe vormen van co-creatie, samen met
sleutelfiguren in de samenleving.
Naar de toekomst
Dynamisch verkeersmanagement kent ook nieuwe
uitdagingen: hoe beïnvloeden DRIPs en route-
informatiepanelen het verkeer nog als de meeste
automobilisten goede navigatiesystemen hebben?
De tijd stelt nieuwe eisen:
▪ Doseren van verkeer op basis van de
verkeersopnamecapaciteit van de stad (stedelijke
kwaliteiten).
▪ Zorgen dat de gewenste hoofdroutes ook de snelste
routes zijn, zodat navigatiesystemen het verkeer via
de wenselijke routes sturen.
▪ Meer sturen van routegedrag door flexibele
prioriteiten bij verkeerslichten.
▪ Sturen op netwerkniveau en niet vanuit optimalisatie
van kruispunten of routes.
▪ Bieden van reistijdgaranties aan de multimodale
mobilist (reismenu’s, mobiliteitsdiensten, all-in-
tomtom’s, autodelen).
Kruispunten doseren op opnamecapaciteit van het stedelijk gebied en betrouwbare reistijden
Aan de randen van B-milieu dosering en route-info naar mate van verkeersverzadiging in B-milieu
Multimodale routeinformatierichting P+R, P+W
Park+Walk met aantrekkelijke wandelroutes naar het centrum
Mobiliteitsbeleid maakt gebruik van natuurlijke stedelijke overgangen (landmarks, mental map)
De auto in de stad 21
22 ABC-beleid 2.0
Christiaan Kwantes
Adviseur Strategie en Beleid
Angelo van Turenhout
Traffic Manager, MAPtm
angelo.vanturenhout@
maptm.nl
Bas Govers
Adviseur Strategie en Beleid
Paul Achterberg
Landschapsarchitect en
directeur, Atelier Quadrat
Willem Scheper
Regiomanager Randstad-Noord
Jos van Kleef
Algemeen directeur,
Goudappel Coffeng
Meer weten?
De auto in de stad 23
“Wij werken aan bereikbaarheid,
leefbaarheid en economische vitaliteit”
De Goudappel Groep is met haar ruim 250 mede-
werkers een unieke specialist. We benaderen als
geen ander mobiliteitsvraagstukken vanuit alle
invalshoeken en expertises die nodig zijn, van
planologie tot gedragsverandering van individuen,
van geavanceerde verkeersmodellen tot bestuurlijke
procesregie, van strategisch advies tot en met
exploitatie.
Wij zijn gevestigd in Amsterdam, Den Haag, Deventer,
Eindhoven en Leeuwarden.
www.goudappel.nl
Amsterdam De Ruyterkade 143 1011 AC Amsterdam T +31 (0)20 420 92 17
Deventer Snipperlingsdijk 4 7417 BJ Deventer T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Postbus 161 7400 AD Deventer
Den Haag Verheeskade 197 2521 DD Den Haag T +31 (0)70 305 30 53
Eindhoven Flight Forum 92-94 5657 DC Eindhoven T +31 (0)40 235 25 00
Leeuwarden F. HaverSchmidtwei 2 8914 BC Leeuwarden T +31 (0)58 253 44 46