De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht...

30
De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18) Het gebruik van de groene buitenruimte in het onderwijsleerproces MIDTERM RAPPORTAGE Leiden, juli 2015

Transcript of De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht...

Page 1: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)

Het gebruik van de groene buitenruimte in het onderwijsleerproces

MIDTERM RAPPORTAGE

Leiden, juli 2015

Page 2: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling
Page 3: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

1

Inhoudsopgave

1. Inleiding .......................................................................................................................................... 3

2. Terugblik op fase 1 ......................................................................................................................... 5

2.1 Activiteiten ............................................................................................................................. 5

2.1.1 Algemene activiteiten ............................................................................................................ 5

2.1.2 Onderzoekstraject 1 ............................................................................................................... 5

2.1.3 Onderzoekstraject 2 ............................................................................................................... 5

2.2 Deliverables ............................................................................................................................ 6

2.2.1 Algemene activiteiten ............................................................................................................ 6

2.2.2 Onderzoekstraject 1 ............................................................................................................... 7

2.2.3 Onderzoekstraject 2 ............................................................................................................... 8

2.3 Samenwerking binnen het consortium ................................................................................. 8

2.4 Aansluiting met de wetenschap ............................................................................................ 9

2.5 Aansluiting met het onderwijs ............................................................................................. 11

2.6 Aansluiting met het werkveld .............................................................................................. 13

2.7 Verschil tussen planning en realisatie (met toelichting)..................................................... 14

2.7.1 Algemeen ............................................................................................................................. 14

2.7.2 Onderzoekstraject 1 ............................................................................................................. 16

2.7.3 Onderzoekstraject 2 ............................................................................................................. 17

2.8 Aandachtspunten en verbeterpunten (met toelichting) .................................................... 21

2.8.1 Algemeen ............................................................................................................................. 21

2.8.2 Onderzoekstraject 1 ............................................................................................................. 21

2.8.3 Onderzoekstraject 2 ............................................................................................................. 22

3. Vooruitblik naar fase 2 ................................................................................................................. 23

3.1 Uitgewerkt activiteitenplan in lijn met begroting ............................................................... 23

3.2 Verwachte resultaten en doorwerking ................................................................................ 23

3.2.1 Wetenschappelijke praktijk .................................................................................................. 23

3.2.2 De onderwijspraktijk ............................................................................................................ 24

3.2.3 De beroepspraktijk ............................................................................................................... 25

3.4 Concrete vormgeving van aandachtspunten en verbeterpunten (zoals blijkt uit fase 1) . 26

3.4.1 Algemeen ............................................................................................................................. 26

3.4.2 Onderzoekstraject 1 ............................................................................................................. 26

3.4.3 Onderzoekstraject 2 ............................................................................................................. 27

Page 4: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

2

Page 5: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

3

1. Inleiding De ontwikkeling van groene schoolpleinen heeft in korte tijd een grote vlucht genomen, gevoed door een groeiend besef van het belang van natuurrijke speelleeromgevingen voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. Kinderen spelen steeds minder buiten en komen steeds minder in contact met de natuur. Tegelijkertijd is er een toename in het aantal kinderen met overgewicht en psychische problemen, zoals ADHD. Alhoewel leerkrachten in de praktijk de meerwaarde van groene schoolpleinen ervaren, ontbreekt het hen aan handvatten om deze ervaringen te vertalen in concrete leeropbrengsten. Deze vertaling is echter van groot belang voor de legitimering van groene schoolpleinen. Basisscholen worden in het kader van het opbrengstgerichte werken immers steeds nadrukkelijker aangestuurd om de toegevoegde waarde van hun activiteiten inzichtelijk te maken. Daarbij worden schoolpleinen slechts in beperkte mate gebruikt als onderwijsleeromgeving. Basisschoolteams beschikken veelal niet over de juiste kennis en expertise om een integraal gebruik van het plein te realiseren in de dagelijkse onderwijspraktijk. De doelstelling van dit project is dan ook tweeledig: 1. Het concretiseren en beschrijven van de opbrengsten van groene schoolpleinen voor het

onderwijsleerproces (onderzoekstraject 1). 2. Het optimaliseren van een integraal gebruik van groene schoolpleinen in het

onderwijsleerproces (onderzoekstraject 2). Beide doelen zijn uitgewerkt in twee parallel lopende onderzoekstrajecten (onderzoekstraject 1 en onderzoekstraject 2) waarin respectievelijk de volgende onderzoeksvragen zijn uitgewerkt: 1. Wat zijn de opbrengsten van (als leeromgeving ingerichte) groene schoolpleinen voor het onderwijsleerproces? In het bijzonder als het gaat om:

- De waardering van het plein. - De bewegingsintensiteit en -variatie op het plein. - Het spel op het plein. - De aandacht en concentratie na de pauze in de klas. - De sociale en emotionele ontwikkeling.

2. Hoe kan een groen schoolplein worden geïntegreerd in het onderwijsleerproces? In het bijzonder als het gaat om:

- Gebruiksvormen. - Kansen en belemmeringen die een rol spelen bij het realiseren van een integraal gebruik. - De expertiseontwikkeling die nodig is bij leerkrachten (in opleiding) om dit gebruik te realiseren. - Verankering van de kennis in het basisonderwijs.

Methode Onderzoekstraject 1 Met een prospectieve interventiestudie worden in het eerste onderzoekstraject op drie momenten - voormeting (voorjaar 2014), eerste nameting (voorjaar 2015) en tweede nameting (voorjaar 2016) - data verzameld ten aanzien van de hierboven gemarkeerde ‘opbrengsten’, bij leerlingen van de groepen 4, 5 en 6 op 10 basisscholen, te weten:

Page 6: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

4

• 1 school die het plein na de voormeting vergroent en waar de bruikbaarheid van de onderzoeksinstrumenten wordt getest, de zogenaamde pilotschool.

• 1 school die tijdens de voormeting al een groen schoolplein heeft, om zo na te gaan of de onderzoeksinstrumenten ook bruikbaar zijn voor metingen op een groen plein.

• 3 scholen die gedurende de gehele studie een grijs schoolplein houden. • 5 scholen die hun schoolplein na de voormeting vergroenen.

Om de gegevens te verzamelen komt het onderzoeksteam op elke basisschool per meetmoment 1 dag langs. Op de betreffende dag worden door 3 onderzoekers samen met gemiddeld 7 PABO-studenten in de groepen 4, 5 en 6 verschillende instrumenten ingezet om de data te verzamelen. Naast de leerlingen worden ook de ouders en leraren (middels vragenlijsten) en directie (middels interview) bij het onderzoek betrokken. Onderzoekstraject 2 In de vorm van een zogenaamd collaborative action research, een onderzoeksmodel gericht op de synergie van theorie en praktijkontwikkeling en met als doel transformatie in denken en handelen van leerkrachten, doorloopt het onderzoeksteam met 5 schoolteams, na een nulmeting, meerdere innovatiecycli met ontwerp-, discussie- en analysefasen gedurende 2 cursusjaren. De innovatiecycli zijn gericht op een integraal gebruik van het groene schoolplein in het onderwijsleerproces op deze scholen. In de nulmeting worden het huidige gebruik en de toekomstige gebruiksbehoeften van het plein van alle aan het onderzoek deelnemende scholen in kaart gebracht. Dit gebeurt met de volgende kwalitatieve methoden: (1) focusgroepgesprekken met leerkrachten en directie; (2) schriftelijke consultatie van MR’s en ouderraden, en (3) kansen- en drempelanalyse op basis van literatuuronderzoek, de focusgroep-gesprekken en de schriftelijke consultatie. Op grond van de nulmeting worden algemene en per school specifieke innovatievragen en kennisbehoeften geformuleerd. Zo kan de ene school de behoefte hebben om rekenles te geven op het schoolplein, terwijl een andere school het gebruik wil richten op leerlingen met een speciale zorgvraag. Op basis van de vastgestelde innovatievragen en kennisbehoeften wordt met elk schoolteam een innovatietraject opgesteld, waarin de te realiseren doelen en activiteiten staan beschreven en een planning wordt opgenomen. De activiteiten betreffen onder meer: het ontwerpen en uitvoeren van groene onderwijsactiviteiten (zoals natuurinteractief rekenen op het plein); het leren gebruiken van instrumenten voor het registreren van leeropbrengsten door gebruik van het plein, en professionaliseringsactiviteiten voor teamleden. Elke ontwerp- en uitvoeringsfase wordt door het onderzoeksteam systematisch in kaart gebracht en geëvalueerd. De resultaten worden per school in een focusgroepgesprek met de leerkrachten en directies bediscussieerd en geanalyseerd, waarna het team op basis van de conclusies het vervolg van het innovatietraject vaststelt. Vervolgens werkt het team deze plannen in een volgende ontwerp- en uitvoeringfase uit en evalueert het onderzoeksteam opnieuw het traject. Ook deze resultaten worden in focusgroepgesprekken met de schoolteams besproken. In een meta-analyse worden de uitkomsten van de innovatiecycli op de betrokken scholen per ronde door het onderzoeksteam geëvalueerd en bediscussieerd met de schoolteams. Op basis daarvan ontwerpt en test het onderzoeksteam activiteiten (bijvoorbeeld professionaliseringsactiviteiten) ter ondersteuning van de innovatietrajecten op de scholen. Conform de hermeneutische methode wordt na afloop een secundaire analyse uitgevoerd van geheel traject 2, gericht op het beantwoorden van de onderzoeksvragen, en uitgewerkt in een voor het basisonderwijs bruikbare handreiking.

Page 7: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

5

2. Terugblik op fase 1

2.1 Activiteiten 2.1.1 Algemene activiteiten

Opzetten en uitvoeren werkstructuur projectgroep.

Opzetten en uitvoeren projectadministratie.

Werving klankbordgroep en organisatie van 2 bijeenkomsten.

Aanstellingen: AIO, praktijkexpert ‘passend onderwijs buiten’, onderzoeker ‘passend onderwijs buiten’ en onderzoeker ‘ouders & schoolpleinen’.

Opzet participatie PABO-docenten en PABO-studenten in onderzoek, en ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van onderwijs.

Opzet participatie bachelor- en masterstudenten van de Vrije Universiteit, en ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van onderwijs.

Opzet samenwerkingsrelaties met scholen.

Opzet samenwerkingsrelaties met diverse partners.

Twee kennisnetwerkbijeenkomsten (‘Groene schoolpleinen’ en ‘Onderzoekend leren’).

Regelmatige berichtgeving in nieuwsbrieven consortiumpartners.

2.1.2 Onderzoekstraject 1

Verkrijgen ethische goedkeuring voor uitvoering onderzoek.

Werving scholen voor deelname aan het onderzoek.

Ontwikkelen onderzoeksinstrumenten voor data-verzameling bij kinderen, ouders en leerkrachten en directeuren.

Ontwikkelen onderzoeksprotocol en trainen van studenten om te werken met het protocol.

Realiseren van passende planning voor de onderzoeksscholen in afstemming met de curricula van de betrokken opleidingen voor twee metingen.

Uitvoering voormeting op de onderzoeksscholen.

Verwerken (invoeren en controleren) en analyseren van de data van de voormeting.

Schrijven eerste praktijkpublicatie met behulp van de gegevens van de voormeting.

Voorbereiden presentatie internationale conferentie (augustus 2015).

Voorbereiden wetenschappelijke publicaties.

Verfijnen onderzoeksinstrumenten voor eerste nameting op basis van de ervaringen met de voormeting.

Voorbereiden eerste nameting, inclusief onderwijs aan studenten.

Uitvoering eerste nameting op de onderzoeksscholen.

Opstart verdieping ‘ouders en groene schoolpleinen’, zie 2.2.2 en 2.7.1.

Verwerken (invoeren en controleren) van de data van de eerste nameting.

Ontwerp observatielijst voor het in kaart brengen van losse en vaste speelelementen op het schoolplein.

Ontwerp methode voor het analyseren van de video-opnamen.

2.1.3 Onderzoekstraject 2

Werving scholen voor deelname aan het onderzoek.

Ontwikkelen onderzoeksinstrumentarium nulmeting.

Uitvoering nulmeting.

Verwerken en analyseren van de data van de nulmeting.

Ontwikkelen instrumentarium innovatietraject. o Opzet teambijeenkomsten (focusgroepgesprekken).

Page 8: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

6

o Observatie-instrumenten. o Mondelinge en schriftelijke consultatievormen, waaronder: reflectieverslagen

teamleiders van de bijeenkomsten; logboek/review board voor de teamleden.

Eerste uitvoering innovatietraject integraal gebruik van de buitenruimte. o 5 teambijeenkomsten per school. o Tussentijdse activiteiten door teamleden van de onderzoeksscholen. o Expertactiviteiten ten behoeve van professionalisering teamleden.

Verwerken en analyseren van de data eerste uitvoering innovatietraject. o Mondelinge en schriftelijke consultaties. o Video-opnamen van de bijeenkomsten.

Herontwerp van het traject op basis van eerste uitvoering.

Gebruik buitenruimte voor kinderen met een ondersteuningsvraag (passend onderwijs). o Ontwerp, uitvoering en evaluatie onderwijs voor PABO 1 (mini-arrangement, zie

2.2.3 en 2.7.1). o Herontwerp onderwijs voor PABO 1 en ontwerp voor PABO 2, beide voor cursusjaar

2015-16. o Ontwerp en uitvoering nascholingactiviteit in de vorm van workshop (mini-

arrangement, zie 2.2.3 en 2.7.1). o Ontwerp maxi-arrangement voor SBO-school (zie 2.2.3 en 2.7.1).

2.2 Deliverables

Belangrijkste resultaten

2.2.1 Algemene activiteiten

Startbijeenkomst met consortiumpartners en 2 klankbordgroepbijeenkomsten waarin onder meer het consortium is vertegenwoordigd.

2 kennisnetwerkbijeenkomsten gerealiseerd voor: participerende basisscholen; PABO-docenten, basisscholen en PABO’s uit de netwerken van beide hogescholen, Veldwerk Nederland en Fonds 1818; VMBO & MBO-groenopleidingen, en theoretische en praktijkgerichte experts. Beide bijeenkomsten hadden een vergelijkbare structuur, te weten: 3 korte plenaire inleidingen op het thema; twee workshopronden gebaseerd op kennisbehoeften van de participerende scholen & netwerkdinner.

o 16 april 2014 op Thomas More Hogeschool; thema ‘Groene Schoolpleinen’; bezocht door 60 deelnemers.

o 11 maart 2015 op Wellant College Boskoop; thema ‘Onderzoekend leren’; bezocht door 120 deelnemers.

Kennisdeling en netwerkvorming in diverse gremia (presentaties, workshops, discussiefora, gebruik van onze materialen in ander onderzoek), waaronder: team Veldwerk Nederland; docententeam cluster educatie Hogeschool Leiden; de scholenbesturen waarmee Hogeschool Leiden en Thomas More Hogeschool samenwerkingsrelaties onderhouden; Landelijke Pedagogennetwerkdag; Sophia Stichting; VO, MBO & HBO groenonderwijs en NME-werkveld; Onderzoek ‘Gezonde Schoolpleinen’ (Wageningen Alterra) en Onderzoek ‘Alchemie; pedagogische chemie als vakmanschap in het werk van professionals in opvoeding, onderwijs, resocialisatie, zorg en handhaving’ (Hogeschool Leiden Expertisecentrum Jeugd).

Internationale conferenties, te weten: o IAPS, 2014: International Association Person-Environment Studies.

o ETEN, 2015: European Teacher Education Network.

Page 9: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

7

Topic presentation: How can outdoor learning be realized within the Dutch

educational system? An interactive seminar in which we invite practitioners and

researchers from other countries to reflect on our findings and share their

experience.

o BCEP, 2015: Biennial Conference on Environmental Psychology.

Topic presentation: Greening playgrounds: method and first results of a prospective intervention study (presentation part of symposium on restorative environments).

o Inspiratiedag Natuur & Welzijn, Dilbeek, België.

Onderwerp van presentatie: Belang van natuur voor de gezondheid van mensen met

speciale nadruk op effecten van groene schoolpleinen.

Summer schools

o Werkbezoek Center for Research in Environmental Psychology.

o STEP3: Summer school on Theories in Environmental Psychology.

o Lifbi: Summer school on Longitudinal and life course analysis.

Het project is terugkomend aandachtspunt in managementteam van het brede cluster Educatie en van het Expertise Centrum Jeugd, Hogeschool Leiden.

o Het onderzoeksthema is een van de vier aandachtsgebieden in een nieuw onderzoeksproject Alchemie; pedagogische chemie als vakmanschap in het werk van professionals in opvoeding, onderwijs, resocialisatie, zorg en handhaving, van het Expertisecentrum Jeugd van de Hogeschool Leiden, in samenwerking met 3 andere lectoraten (start juni 2015).

Onderwijs over groene schoolpleinen in post-HBO opleiding Het Jonge Kind op beide PABO’s.

Onderwijs over het project in onderwijsmodule schoolomgeving op beide PABO’s.

Onderwijs over het project en trainingen onderzoeksvaardigheden in PABO 1, 2 en 3 op PABO’s.

o Jaarlijkse participatie van ongeveer 80 PABO-studenten ten behoeve van het onderzoek.

Onderwijs over het project en trainingen aan bachelor en masterstudenten aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

2.2.2 Onderzoekstraject 1

Ethische goedkeuring voor uitvoering van het onderzoek.

Scholen geworven.

Een arsenaal aan onderzoeksinstrumenten is ontwikkeld, waarvan een aantal instrumenten ook in ander onderzoek al wordt gebruikt (Van den Berg in Groene wand in de klas; De Vries in Gezonde schoolpleinen).

o Werkboekje 1 – Concentratietaken. o Werkboekje 2 – Stemming en sociale ontwikkelingstaken. o Werkboekje 3 – Vragenlijsten over o.a waardering schoolplein, gebruik van het plein,

functioneren op school et cetera. o Werkboekje 4: Kwaliteit van leven en social mindfullness taak. o Ouder- & leerkrachtenvragenlijst en interviewvragen voor directeuren.

Er zijn twee metingen uitgevoerd. Bij beide metingen zijn ongeveer 805 leerlingen betrokken, de leerkrachten van de betrokken groepen, directeuren en ouders.

Databestand met data van de voormeting gereed.

Data eerste nameting ingevoerd.

Rapportage getiteld De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen. Hoe leerlingen uit groep 4, 5 en 6 het schoolplein ervaren, gebruiken en waarderen.

Page 10: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

8

(zie: http://www.hsleiden.nl/binaries/content/assets/hsl/lectoraten/natuur-en-ontwikkeling-kind/leerkracht-van-schoolpleinen.pdf).

Samenwerkingsrelatie gerealiseerd met lectoraat Ouderschap & Ouderbegeleiding van de Hogeschool Leiden in verband met ‘wijkende’ data voor wat betreft de houding van ouders ten opzichte van groene schoolpleinen, dit in de door ouders ingevulde vragenlijsten en in de focusgroepgesprekken met de schoolteams. Op grond daarvan is besloten onderzoek naar de houding van ouders te intensiveren (zie ook 2.7.1).

2.2.3 Onderzoekstraject 2

Scholen geworven.

Onderzoeksinstrumentarium voor nulmeting en innovatietraject ontwikkeld.

Nulmeting uitgevoerd; 13 focusgroepgesprekken met schoolteams en directies; 2 focusgroepgesprekken met professionals, cq experts; vragenlijst OR/MR betrokken basisscholen.

Databestand en data-analyse van de nulmeting gereed. Terugkoppeling naar basisscholen gerealiseerd.

Het innovatietraject is opgestart met 3 basisscholen. Per basisschoolteam in 5 teambijeenkomsten: terugkoppeling en reflectie op resultaten nulmeting; reflectie op betekenis integraal gebruik in relatie tot visie/missie van de school en teamcommitment aan integraal gebruik buitenruimte; formulering lange, middellange en korte termijn doelen voor team(leden) op basis van nulmeting; formulering planning en ontwikkeling eerste activiteiten; uitvoering activiteiten door teamleden; systematische reflecties met teams op inhoud en proces in de bijeenkomsten; kennis input door middel van werkvormen in teambijeenkomsten en workshops op kennisnetwerkdagen.

De uitvoering van het innovatietraject is met het ontwikkelde instrumentarium gemonitord; data is uitgewerkt en eerste analyse is uitgevoerd. Op basis daarvan vindt momenteel herontwerp van innovatietraject plaats dat op hoofdlijnen is/wordt voorgelegd aan leden van de schoolteams.

Samenwerkingsrelatie gerealiseerd met scholenbestuur Agora en daarbinnen SBO-school De Tijstroom. In samenwerking met Agora en lectoraat Passend Onderwijs aan de Hogeschool Leiden worden ‘groene’ zorgarrangementen ontwikkeld. Het betreft mini-arrangementen; activiteiten met gebruikmaking van de buitenruimte die leerkrachten zelf eenvoudig kunnen uitvoeren voor kinderen met een ondersteuningsvraag. En een ‘groen’ maxi-arrangement, dat wil zeggen: een samenwerkingsrelatie van een SBO-school met reguliere basisscholen, waarbij de buitenruimte van de SBO-school ook wordt ingezet voor kinderen uit het samenwerkingsverband. In aansluiting hierop zijn:

o Workshops gerealiseerd ‘ontwerp mini-arrangementen’ op kennisnetwerkbijeenkomst.

o Onderwijs ‘ontwerp mini-arrangement’ gerealiseerd in PABO 1 Hogeschool Leiden. o Bruikbare arrangementen worden gebundeld en op de website geplaatst van het

lectoraat en Stichting Agora.

Praktijkpublicatie. Hovinga, D. & A. Mol Lous (2014). Passend onderwijs vind je buiten. In: Zorg Primair. Vakblad voor het primair en speciaal onderwijs. CNV Onderwijs 05.2014, pp. 28-30.

2.3 Samenwerking binnen het consortium Klankbordgroep Alle consortiumpartners zijn vertegenwoordigd in de klankbordgroep. De bijeenkomsten ervaart het onderzoeksteam als constructief. Consortiumpartners denken constructief kritisch mee, delen hun

Page 11: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

9

expertise en netwerkcontacten, en zijn tevens bereid specifieke verantwoordelijkheden, cq. activiteiten ten behoeve van de voortgang van het project op zich te nemen. Overleg met projectteam Consortiumpartners houden buiten de klankbordgroepbijeenkomsten contact met het projectteam en evalueren het project niet alleen inhoudelijk, ten behoeve van de voortgang, maar ook in relatie tot de ontwikkelingen binnen de eigen organisatie. Het projectteam ervaart bij een meerderheid van de partners een grote betrokkenheid en een gedeelde verantwoordelijkheid om het project tot een succes te maken. Kennisontwikkeling Consortiumpartners stellen zich coöperatief op ten aanzien van initiatieven die in het project ontstaan, zoals op het vlak van onderwijs, ouders en passend onderwijs. Er is ruimte om initiatieven te verkennen, te brainstormen over realisatievormen en vervolgens is er ook daadkracht; er wordt ruimte gecreëerd om zaken uit te proberen en daar kritisch op te reflecteren. Kennisdeling Consortiumpartners worden door het projectteam geïnformeerd en ontvangen de nodige verslagen, rapportages, mailings, aankondigingen en dergelijke via de projectassistent. Consortiumpartners kunnen de resultaten, zoals pdf’s van artikelen, gebruiken en/of op hun websites plaatsen. Aanvankelijk is gewerkt met een Dropboxfile, maar dit bleek een onvoldoende werkbaar format omdat een te grote groep mensen in Dropbox ging werken. Dit bleek niet constructief. Daarbij was ‘werken met Dropbox’ niet even bekend bij alle partners, waardoor we zaken toch ook apart gingen mailen. Consortiumpartners gebruiken hun reguliere communicatiekanalen, zoals nieuwsbrieven en website om kennis in hun netwerken te verspreiden en/of netwerken op de hoogte te stellen van aan het project gerelateerde activiteiten. Consortiumpartners participeren in kennisnetwerkbijeenkomsten. Consortiumpartners denken mee over mogelijkheden om in de eindfase van het onderzoek internetfora gericht op kennisdeling te verbinden en/of te integreren. Projectadministratie De administratieve en financiële systemen van de diverse consortiumpartners sluiten niet goed op elkaar aan, waardoor de urenadministratie veel aandacht en meer tijd vraagt dan voorzien van het projectteam en de financiële controller van de Hogeschool Leiden. 2.4 Aansluiting met de wetenschap Verankering in de wetenschappelijke praktijk wordt gegarandeerd vanuit het consortium (Hogeschool Leiden, Vrije Universiteit Amsterdam en Rijksuniversiteit Groningen). Het onderzoek staat onder supervisie van twee hoogleraren prof. dr. M. van Vugt en prof. dr. A. van den Berg, respectievelijk Vrije Universiteit Amsterdam en Rijksuniversiteit Groningen. Zij staan borg voor de methodologische en theoretische kwaliteit van het onderzoek. Tevens begeleiden zij als promotoren de onderzoeker in opleiding, MSc J. Wesselius van de Vrije Universiteit Amsterdam, die zal promoveren op ‘De ‘leer’ kracht van Groene Schoolpleinen.’ De dagelijks begeleidster van de onderzoeker in opleiding is dr. J. Maas, senioronderzoekster van de Vrije Universiteit Amsterdam. Lector dr. D. Hovinga van Hogeschool Leiden begeleidt onderzoekstraject 2. Beiden fungeren als copromotor. Deze constructie garandeert gefundeerde kennisontwikkeling, internationale wetenschappelijke publicaties ten behoeve van de promotie en internationale presentaties. Vier kenniskringleden van de lectoraten Natuur & Ontwikkeling Kind en Passend Onderwijs voeren deeltrajecten uit binnen het onderzoek. De kenniskringleden werken onder de verantwoordelijkheid

Page 12: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

10

van de betrokken lectoren, dr. D. Hovinga en dr. A. Mol Lous, en in samenwerking met de senioronderzoekster en onderzoeker in opleiding van de Vrije Universiteit Amsterdam. Buiten het consortium is het project in de wetenschappelijke praktijk verankerd door onder meer de volgende activiteiten:

Er is een samenwerkingsrelatie met dr. S. de Vries van Alterra die al enige jaren onderzoek doet naar groene schoolpleinen. De heer De Vries heeft zitting in de klankbordgroep, wordt geconsulteerd als expert, en vice versa maakt hij gebruik van de door ons ontwikkelde methodiek om de aandacht en concentratie van kinderen te meten rondom de pauze. Hij gebruikt deze methodiek in een onderzoek (Gezonde schoolpleinen) dat wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport.

Er is een samenwerkingsrelatie met professor dr. B. Van Oers (Vrije Universiteit Amsterdam) die is gespecialiseerd in ervaringsgericht en ontwikkelingsgericht leren. De heer van Oers heeft zitting in de klankbordgroep.

Er vindt participatie plaats in een studiegroep van wijsgerig pedagogen ( De Amersfoortse Kring), waarin methodologische literatuur en vraagstukken worden besproken. De emeritus hoogleraar van deze kring, professor dr. M.A.J Margadant-van Arcken, heeft zitting in het curatorium van het lectoraat Natuur & Ontwikkeling Kind. In dit curatorium is het project tevens onderwerp van aandacht.

De lectoraten Natuur & Ontwikkeling Kind en Passend Onderwijs maken deel uit van het Expertisecentrum Jeugd van Hogeschool Leiden, waarin 10 lectoren gezamenlijk inhoud en vorm geven aan onderzoek in het brede werkveld van jeugd, zorg en onderwijs. Vanuit het Expertisecentrum Jeugd is onlangs tevens de lector Ouderschap & Ouderbegeleiding betrokken bij de voorbereiding van een wetenschappelijke publicatie over de houding van ouders ten aanzien van het gebruik van het plein als onderwijsleeromgeving (zie 2.2.2 en 2.7).

De wetenschappelijke netwerken waarbinnen de verschillende onderzoekers werkzaam zijn zorgen voor verbinding met en gebruik van betekenisvolle ontwikkelingen in het onderzoek- en praktijkveld. Ter zake doen:

o Samenwerking met CREAL (Center for Research in Environmental Psychology) waar intensief onderzoek wordt gedaan naar het effect van groen op kinderen.

o Participatie in Children & Nature Network. o Participatie in Restorative Environment Network. o Internationale en nationale deelnamen aan conferenties, zie 2.2.1. o He onderwijstheoretische debat over de taakstelling van het onderwijs. Dit naar

aanleiding van recente publicaties van professor dr. G.J.J. Biesta – zie http://www.gertbiesta.com- . Zijn gedachtengoed heeft momenteel veel aandacht in het beroeps- en onderwijsveld en beïnvloedt de ontwikkelingen die gaande zijn in het onderwijsveld.

o De publicatie ‘Onderwijs en onderzoek van eigen makelij. Onderzoek met en door leraren’, van professor dr. P. Ponte (2012) over actie-onderzoek en de wetenschapspraktijk die hieraan ten grondslag ligt.

o De aandacht in het beroepsveld voor ontwikkelingen op het vlak van persoonlijk meesterschap en professionele identiteit, en de uitwerking hiervan in publicaties zoals van lector dr. M.C.P. Ruijters met Je binnenste Buiten. Over professionele identiteit in organisaties (2015).

Page 13: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

11

2.5 Aansluiting met het onderwijs

Verankering in de onderwijspraktijk wordt gegarandeerd vanuit het consortium (Hogeschool Leiden, Thomas More Hogeschool Rotterdam, Vrije Universiteit Amsterdam en Rijksuniversiteit Groningen). Dit gebeurt onder meer als volgt:

In het onderzoek participeren twee lectoraten met elk een kenniskring waarin meerdere PABO-docenten zitting hebben als onderzoeker.

o Vanuit deze kenniskringen participeren docenten in het onderzoek. o Tevens is het project onderwerp van reflectie in de kring en worden met de kring

aan het project gerelateerde activiteiten ondernomen, zoals deelname aan een masterclass fenomenologisch onderzoek en het gezamenlijk lezen en bediscussiëren van aan het onderzoek gerelateerde onderzoeksmethodologieën en -instrumentarium. Dit leidt ertoe dat ook docenten die zelf niet direct werkzaam zijn in het onderzoek, methodologieën en instrumentarium gaan gebruiken in het onderwijs dat zij aan studenten geven. Het gebruik van het boek van Ponte (zie 2.4) is hier een concreet voorbeeld van, evenals het gebruik van onderzoeksinstrumenten door studenten in onderwijsactiviteiten.

PABO-docenten (8) hebben gerelateerd aan het project onder meer de volgende activiteiten ondernomen:

o Door de participatie professionaliseren de docenten zich inhoudelijk en onderzoeksmatig op grond van de activiteiten die zij gerelateerd aan het onderzoek uitvoeren en de begeleiding die zij hierin krijgen.

o Activiteiten met schoolteams, waaronder focusgroepgesprekken, c.q. teambijeenkomsten ten behoeve van onderzoekstraject 2.

o Workshops (zoals taalonderwijs buiten en huis-tuin & keukennatuur) ten behoeve van de kennisnetwerkdagen in april 2014 en maart 2015.

o Presentaties/workshops op conferenties, aan schoolbestuur, NME-werkveld en dergelijke.

o Onderwijs aan studenten in schoolomgeving (PABO 2) en onderwijsvisies (PABO 3). o Onderwijs aan PABO 1, 2 en 3 in de onderzoeksleerlijn (in totaal zes klassen) op het

vlak van methodologie en begeleiding in uitvoering onderzoek van studenten. o Onderwijs aan PABO 1 (twee klassen) in ontwerp mini-arrangement voor kinderen

met een ondersteuningsvraag (passend onderwijs). ‘Goede’ ontwerpen worden via de website van het lectoraat en van Stichting Agora gedeeld met onderwijs- en beroepspraktijk.

o Onderwijs in post-HBO opleiding Het Jonge Kind. o Kennisdeling met collega’s in vergaderingen, curricula-ontwikkeling en interne

nieuwsbrieven.

Het onderzoeksteam ondersteunt de betrokken docenten in ‘onderwijs in onderzoek’. Enerzijds door met de betrokken docenten nieuwe onderwijsvormen te ontwikkelen en anderzijds door gastcolleges en trainingen onderzoeksvaardigheden te geven, docenten te adviseren en mede studenten te begeleiden en te beoordelen.

Het onderzoeksteam ondersteunt de betrokken docenten inhoudelijk met gastcolleges en/of ‘input’ voor onderwijs, zoals bijvoorbeeld in het vak ‘schoolomgeving’ en in de post-HBO opleiding Het Jonge Kind.

De afgelopen twee cursusjaren hebben gemiddeld per jaar 80 PABO-studenten geparticipeerd in het onderzoek door onderzoeksactiviteiten uit te voeren, en/of een aan het onderzoek gerelateerd onderzoek zelf uit te voeren. Het betrof onder meer de volgende activiteiten:

o Dataverzameling middels beweegmeters, testen en vragenlijsten. o Dataverwerking: invoeren data. o Data-analyse.

Page 14: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

12

o Beschrijven resultaten. o Maken van een plattegrond van de buitenruimte. o Ontwerp onderwijsleeractiviteiten buiten. o Inspireren en uitdagen van schoolteams.

Een PABO-docent die studenten in PABO 3 begeleidt met een eigen onderzoek, merkte onlangs op dat zij verschillen ervaart tussen studenten die wel, of juist niet eerder hebben geparticipeerd in het project. Studenten die eerder hebben deelgenomen aan het project hebben een beter, dat wil zeggen een realistischer, begrip van wat onderzoek inhoudt en wat zij zelf zouden kunnen realiseren in hun eigen project.

In het eerste jaar heeft het onderzoeksteam ervaren dat de onderzoeksmatige taal- en werkhouding van het project te ver af staat van zowel de studenten als de docenten. Het ontbrak tevens aan contextkennis. Hierdoor stonden de onderzoeksactiviteiten te ver van de onderwijspraktijk. Daarom is besloten om de resultaten van de voormeting van project 1 zo te beschrijven dat de studenten meegenomen worden in ‘onderzoek doen’, en zij tevens het project in een bredere context kunnen plaatsen. Aan de publicatie (De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen. Hoe leerlingen uit groep 4, 5 en 6 het schoolplein ervaren, gebruiken en waarderen (zie bijlage 1) is extra zorg en aandacht besteed voor wat betreft leesbaarheid en toegankelijkheid. De studenten die het tweede onderzoeksjaar (2015) participeerden in het traject hebben de publicatie gekregen. De docenten hebben het boekje op de literatuurlijst geplaatst. Ook in cursusjaar 2015-2016 zal met de publicatie worden gewerkt.

Via de lectoren, de docenten in de kenniskring en via docenten die studenten begeleiden bij participatie in het project, vindt doorwerking plaats in het onderwijs op de PABO’s:

o Discussie over de huidige onderzoeksleerlijn in betrokken onderwijsteams. o Discussie over huidige onderzoeksleerlijn in managementteams en besluit tot

herontwerp van onderwijs in onderzoek. o Discussie over het vak schoolomgeving en herzieningen in de module. o Discussie in management over een specialisatieklas ‘natuur’, analoog aan de huidige

sportklas. o Het verder ontwikkelen van onderwijs in ‘ontwerp mini-arrangementen voor

leerlingen met een ondersteuningsvraag’ (passend onderwijs), zowel inhoudelijk als wat betreft de plaats in het curriculum.

o Ideeënvorming nascholing ‘gebruik buitenruimte’.

In de klankbordgroep zitten vertegenwoordigers van het PABO-netwerk en van de Duurzame PABO. Via deze netwerken worden andere PABO’s geïnformeerd over het onderzoek. Op de kennisnetwerkbijeenkomst van 11 maart 2015 waren meerdere PABO’s vertegenwoordigd. Voor het najaar 2015 en voorjaar 2016 staan opnieuw presentaties/workshops geprogrammeerd voor de HBO-docenten op landelijke conferenties.

Binnen de faculteiten waarin de onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam werkzaam zijn, hebben de afgelopen twee jaar bachelor en masterstudenten geparticipeerd in het project. Zij hebben voor een specifiek aandachtspunt of vraag literatuuronderzoek verricht en/of data verzameld, geanalyseerd en verwerkt in een verslag of rapportage. Meer specifiek zijn de volgende studenten betrokken geweest:

o 7 masterstudenten Gezondheidswetenschappen/Sociale & Organisatie Psychologie. Vier studenten hebben geholpen met de dataverzameling. Drie studenten hebben hun masterscriptie geschreven met behulp van de in het project verzamelde data. Dit heeft geleid tot de volgende masterscripties:

Dondorp, M. (2015). Characteristics of the schoolyard associated with physical activity intensity levels during recess: a cross-sectional study. Amsterdam: Vrije Universiteit.

Millenaar, W. (2015). The Grass is Always Greener on the Other Side - but does it Matter? The Relation between Access to Green Space and Children’s

Page 15: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

13

Self-Reported Overall and Emotional Wellbeing. Amsterdam: Vrije Universiteit.

o Masterstudent Pedagogiek. Dit heeft geresulteerd in de masterscriptie: Zuijderwijk, L. (2014). Natuur als spelomgeving op school: een kwalitatieve,

beschrijvende case study naar het buitenspel van kinderen op een groen schoolplein in de middenbouw van het basisonderwijs. Amsterdam: Vrije Universiteit.

o 8 Bachelorstudenten Sociale & Organisatiepsychologie. Hun werk heeft geleid tot de volgende bachelorscripties: 2014

Gerlach, M.L. (2014). Individuele verschillen in pro-sociaal gedrag: het effect van leeftijd, sekse en sociale steun op pro-sociale oriëntatie van basisschoolleerlingen. Amsterdam: Vrije Universiteit.

Hattum, N.L van. (2014). Pro-sociaal gedrag bij kinderen: de invloed van sekse, groep en broers/zussen. Amsterdam: Vrije Universiteit.

Hermans, P.S. (2014). De invloed van lichamelijke activiteit op de concentratie van kinderen. Amsterdam: Vrije Universiteit.

Wijman, B.M. (2014). Physical activity and cognitive performance. Amsterdam: Vrije Universiteit.

2015 Kors, A. (2015). Effect van het aantal speelelementen op pesten gemedieerd

door verveling. Amsterdam: Vrije Universiteit. Remmelts, E. (2015). Grootte van het schoolplein en het alleen- of samenspel

van basisschoolkinderen. Amsterdam: Vrije Universiteit Scheurs, M. (2015). Differences in level of physical activity at different play

facilities. Amsterdam: Vrije Universiteit.

2.6 Aansluiting met het werkveld

Verankering in de beroepspraktijk wordt gegarandeerd vanuit het consortium (Hogeschool Leiden, Thomas More Hogeschool Rotterdam, Vrije Universiteit Amsterdam, Rijksuniversiteit Groningen, Veldwerk Nederland en Sophia Stichting). Dit gebeurt onder meer als volgt:

De beroepspraktijk is in dit project van meet af aan betrokken en medeverantwoordelijk voor de uitvoering:

o Het voorstel is tot stand gekomen vanuit een nauwe samenwerking tussen de onderzoeks-, onderwijs- en praktijkpartners, waarbij de praktijkvraag als uitgangspunt is genomen.

o De Sophia Stichting maakt als scholenbestuur deel uit van het consortium en is samen met de andere partners verantwoordelijk voor de uitvoering van het project. Dit geldt ook voor Veldwerk Nederland als kennis- en praktijkcentrum.

o Een medewerker van de Sophia Stichting en een medewerker van Veldwerk Nederland zijn als onderzoeker betrokken bij de uitvoering van het onderzoek.

o De onderzoeksmethoden zijn zo gekozen dat kennisconstructie plaats vindt in dialoog met de beroepspraktijk.

o De beroepspraktijk participeert in de onderzoeksgroep, de klankbordgroep en in de COP en draagt daarmee mede verantwoordelijkheid voor een kwalitatief goed verloop van het project.

In het onderzoek participeren twee lectoraten met elk een kenniskring waarin meerdere praktijkprofessionals zitting hebben als onderzoeker.

o Vanuit de kenniskring participeren praktijkprofessionals in het onderzoek. o Praktijkprofessionals realiseren directe feedback op onderzoeksactiviteiten, brengen

Page 16: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

14

praktijktheorieën in en leveren kritische reflecties op bruikbaarheid en haalbaarheid van projectactiviteiten.

o Praktijkprofessionals realiseren doorwerking in hun eigen werkkring onder andere door presentaties, kennisdeling, het verbinden van netwerken en het stimuleren van collega’s deel te nemen aan projectactiviteiten, zoals studentpresentaties en conferenties.

o Praktijkprofessionals verbinden schoolteams aan het project.

In het onderzoek participeren direct 15 basisscholen. Indirect participeren de stagescholen van de PABO-studenten middels de stage-opdrachten, waarin overleg met en reflecties van de klasse-leerkracht onderwerp van aandacht zijn. Gezien de aandacht voor het onderwerp zijn er in fase 1 ook studenten geweest die op de stageschool een onderzoek hebben uitgevoerd over het gebruik van de buitenruimte.

o Voor 5 scholen geldt in het bijzonder dat het onderzoekstraject een innovatietraject is, gericht op schoolontwikkeling en professionalisering. In dit traject ontwikkelt het team samen met de onderzoekers integrale gebruiksvormen van het plein.

o Onderzoeksscholen met een groen plein staan open voor bezichtigingen door praktijkprofessionals over en weer.

De basisscholen uit de netwerken van Fonds1818, Veldwerk Nederland, de beide hogescholen en de Sophia Stichting worden standaard geïnformeerd over het project en uitgenodigd voor kennisnetwerkbijeenkomsten. Beide kennisnetwerkbijeenkomsten zijn door het beroepsveld goed bezocht (zie 2.2.1).

Via de post-HBO opleiding Het Jonge Kind vindt kennisdeling plaats. Naar aanleiding van de gegeven workshops waren er het afgelopen jaar ‘follow ups’ via e-mail en telefoon ter ondersteuning van de leerkrachten ten behoeve van initiatieven op de eigen basisschool.

Kennisdeling en netwerkvorming in diverse gremia, zie 2.2.1.

De rapportage getiteld De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen. Hoe leerlingen uit groep 4, 5 en 6 het schoolplein ervaren, gebruiken en waarderen is zo vorm gegeven dat het goed leesbaar is voor het beroepsveld en er zijn handvatten in opgenomen die leerkrachten makkelijk kunnen toepassen in de eigen praktijk.

Samenwerkingsrelatie gerealiseerd met scholenbestuur Agora en daarbinnen met SBO-school De Tijstroom. In samenwerking met Agora en het lectoraat Passend Onderwijs aan Hogeschool Leiden worden ‘groene’ zorgarrangementen ontwikkeld (zie 2.2.3 en 2.7.1). In aansluiting hierop zijn workshops georganiseerd en worden bruikbare arrangementen gebundeld en op de website geplaatst.

Momenteel worden gesprekken gevoerd met diverse scholen die belangstelling hebben voor het project. Om te beoordelen in hoeverre een vergelijkbaar traject mogelijk is (opbrengsten meten van een vergroening en/of teaminnovatie ten behoeve van een integraal gebruik).

Vakpublicatie. Hovinga, D. & A. Mol Lous (2014). Passend onderwijs vind je buiten. In: Zorg Primair. Vakblad voor het primair en speciaal onderwijs. CNV Onderwijs 05.2014, pp. 28-30.

2.7 Verschil tussen planning en realisatie (met toelichting)

2.7.1 Algemeen

Aanstelling Onderzoeker in Opleiding Vanwege pragmatische redenen startte de Onderzoeker in Opleiding twee maanden later dan gepland. Bijeenkomst projectgroep Het projectteam houdt elke donderdagochtend een voortgangsoverleg van 1 uur. Afhankelijk van de inhoud en benodigde acties worden in de week die volgt extra overlegvormen ingelast.

Page 17: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

15

Naast het projectteam hebben de onderzoekers in wisselende samenstelling wekelijks overleg. Algemene tussenrapportages De algemene tussenrapportages zijn uitgewerkt conform format SIA en hebben dientengevolge een andere naamstelling. Houding van ouders Naar aanleiding van uitkomsten uit eerder onderzoek (pilotonderzoek Groene Schoolpleinen Helmond) en eerste bevindingen van de kansen- en belemmeringenanalyse (nulmeting traject 2) is besloten de focus van de onderzoeker die vanuit Veldwerk Nederland is gedetacheerd specifiek te richten op de vraag hoe ouders staan ten opzichte van het gebruik van ‘groene’ schoolpleinen. Een eerste indicatie wijst in de richting dat de beeldvorming van schoolteams over het standpunt van ouders wellicht anders is dan het standpunt dat ouders zelf innemen. Hiertoe is een samenwerkingsrelatie aangegaan met het lectoraat Ouderschap en Ouderbegeleiding van Hogeschool Leiden. Ook is de oudervragenlijst zoals uitgevoerd in de nulmeting aangepast en opnieuw uitgezet. De werkzaamheden (literatuuronderzoek, data-verzameling via vragenlijsten, data-analyse en rapportage) beogen te resulteren in een wetenschappelijke publicatie. Arrangementen voor kinderen met een ondersteuningsvraag (passend onderwijs) In deze eerste projectfase is het projectteam regelmatig gebeld door schoolbesturen en schooldirecteuren basisonderwijs en speciaal basisonderwijs met de vraag om concrete handvatten in de vorm van arrangementen ten behoeve van het gebruik van het plein voor kinderen met een ondersteuningsvraag (passend onderwijs). Binnen scholenbestuur Agora, Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek, was het plan opgevat om concreet twee type arrangementen te ontwikkelen, namelijk voorbeeldarrangementen die leerkrachten zelf kunnen realiseren binnen hun eigen groep en/of schoolsituatie, de zogenaamde ‘mini-arrangementen’. En arrangementen met een complexere structuur, omdat het arrangement is gesitueerd op de school voor speciaal basisonderwijs, waarbij reguliere basisscholen uit het samenwerkingsverband gebruik kunnen maken van dit arrangement voor kinderen die niet de gehele week in de reguliere schoolsituatie kunnen functioneren, het zogenaamde ‘maxi-arrangement’. In de ontwikkeling van de arrangementen is samenwerking gezocht met de lectoraten Natuur & Ontwikkeling Kind en Passend Onderwijs. Vanuit de ambitie en doelstellingen van het consortium lag hier een belangrijke kans voor het project. In het projectplan staat immers vermeld dat het consortium drie actuele verbindingen - groene schoolpleinen, opbrengstgericht werken en passend onderwijs - wil verbinden door samenhangen te beschrijven en onderwijsvoorbeelden te generen. Het arrangementsdenken is hiervoor een betekenisvol voertuig omdat het voor scholen herkenbaar en actueel is. Op grond daarvan is besloten om:

1. Een samenwerkingsrelatie aan te gaan met Stichting Agora door de aanstelling van hun expert op het vlak van (groene) arrangementen in het project voor 1,5 dag in de week.

2. Een verschuiving in de aard van de werkzaamheden van betrokken PABO-docenten in combinatie met het onderwijs aan de studenten. Concreet houdt dit in:

a. Onderzoek:

Retrospectief onderzoek naar groene zorgarrangementen die in het speciaal basisonderwijs in de vorm van leerateliers hebben gefunctioneerd.

Evaluatieonderzoek naar het huidige maxi-arrangement binnen Agora.

Onderzoek naar mini-arrangementen ontwikkeld binnen onderhavig project. b. Onderwijspraktijk:

Ontwikkelen van onderwijs ‘mini-arrangementen’ als stage-opdracht; onderwijs in methoden ‘observeren en gespreksvoering’; ontwerp, uitvoering en evaluatie van

Page 18: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

16

arrangement.

Geven van onderwijs aan de studenten.

Evalueren, door ontwikkelen en opschalen van de activiteiten binnen beide PABO’s.

Voorbeeldarrangementen voor de studenten. c. Beroepspraktijk:

Workshops.

Voorbeeldarrangementen.

Op basis van evaluatie mogelijke verkenning van opschaling maxi-arrangement naar schoolbesturen in regio Rotterdam en Leiden.

De ontwikkelingen rondom de arrangementen wil het onderzoeksteam uitwerken in een praktijkpublicatie. Los van de aan het zorgarrangement gerelateerde onderwijsactiviteiten voor studenten, zijn er de onderwijsactiviteiten in de onderzoeksleerlijn en de module schoolomgeving, zoals beschreven onder 2.5. Er hebben tot nu toe meer studenten mee gedaan aan de onderzoeksactiviteiten dan was voorzien. Tegelijkertijd is met de ontwikkeling van de arrangementen een belangrijk accent komen te liggen op de onderwijsonderdelen onderzoek, pedagogiek en passend onderwijs buiten. Aangezien de PABO’s de ambitie hebben om de onderzoeksleerlijn te herzien en meer aan te laten sluiten bij onderzoek zoals dit in onderhavig project wordt vormgegeven, zal hier de komende periode (evenals in de afgelopen periode) vanuit het projectteam de nodige aandacht naar uitgaan. Met de publicatie van De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen. Hoe leerlingen uit groep 4, 5 en 6 het schoolplein ervaren, gebruiken en waarderen (zie 2.2.2 en 2.5) hebben de docenten een betekenisvol handvat om het gebruik en de werking van een kwantitatieve interventiestudie in het onderwijs inzichtelijk te maken. Op een vergelijkbare wijze is er tevens behoefte aan een beschrijving van een kwalitatieve, sterk op de praktijk van het onderwijs gerichte, vorm van ‘onderzoek doen’. Daarbij speelt bij Hogeschool Leiden het idee om wellicht een specialisatie ‘natuurklas’ te ontwikkelen, analoog aan de sportklas, waarbij PABO-studenten een verzwaard programma doorlopen en zich daarmee extra kunnen kwalificeren. Met de ontwikkelingen rondom het lerarenregister en academische opleidingsscholen geeft dit een sterk dynamische onderwijspraktijk, wat om een zorgvuldige afstemming vraagt voor wat betreft de gewenste output.

2.7.2 Onderzoekstraject 1

Vrijwel alle activiteiten verlopen volgens planning. De scholen zijn op tijd geworven, de onderzoeksinstrumenten zijn ontwikkeld en waar nodig voor de eerste nameting aangescherpt. De gegevens voor de voormeting en eerste nameting zijn verzameld, ingevoerd en deels geanalyseerd. Er zijn echter ook de volgende wijzigingen ten aanzien van de planning:

1. In het plan was aangegeven dat er 8 scholen zouden deelnemen in traject 1. In totaal nemen

er 10 scholen deel. 1 school geldt als pilotschool. Tevens zijn er metingen verricht op een

school met een groen plein om na te gaan of de ontwikkelde onderzoeksmaterialen ook

geschikt zijn voor scholen met groene pleinen.

2. We hebben moeten besluiten de motorische en mathematische ontwikkeling niet mee te

nemen in het onderzoek. Voor scholen bleek het een te grote belasting te zijn om gegevens

te verzamelen over deze ontwikkelingen. Scholen hebben hier wel gegevens over in hun

leerlingvolgsysteem, maar wilden deze gegevens niet beschikbaar stellen aan het onderzoek,

omdat deze data vertrouwelijk zijn.

Page 19: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

17

3. Eveneens vertrouwelijk zijn gegevens van zorgleerlingen. Het onderzoeksteam heeft daarom

in onderzoekstraject 1 niet specifiek data kunnen verzamelen over zorgleerlingen. Met de

ontwikkeling van zorgarrangementen in onderzoekstraject 2 komen echter wel gegevens

beschikbaar over gebruiksvormen voor kinderen met een ondersteuningsvraag.

4. De grote, complexe en tegelijkertijd rijke hoeveelheid aan data die in dit traject is en wordt

verzameld (denk onder meer aan: 805 leerlingen; beweegdata van 300 leerlingen, en meer

dan 300 minuten aan beeldmateriaal van spelende kinderen), biedt unieke mogelijkheden

om effecten van vergroening op leerlingen nauwkeurig in kaart te brengen. Dit genereert

mogelijkheden te kunnen publiceren in tijdschriften met een hoge impactfactor.

Tegelijkertijd kost dit de onderzoekers meer tijd dan voorzien. Met name het opschonen,

controleren en analyseren van de data heeft de onderzoekers meer tijd gekost dan

aanvankelijk was gedacht. Dit heeft te maken met het feit dat voor de analyse van de

resultaten verschillende complexe onderzoekstechnieken nodig zijn, zoals longitudinale

multi-level analyses. Een belangrijk onderdeel is ook het analyseren van het speelgedrag.

Hier zijn internationaal nog weinig methoden voor ontwikkeld. In paragraaf 3.1 en 3.4.2

wordt uiteengezet hoe het onderzoeksteam hier in fase 2 op wil anticiperen.

5. De leerkrachten zijn niet via een semi-gestructureerd interview benaderd, maar via een online-vragenlijst. Hiervoor is gekozen om hen tijd te besparen. Tijdens de voormeting was de respons van de leerkrachten laag. Bij de eerste nameting is er voor gekozen de leerkrachtgegevens te verzamelen op het moment dat het onderzoeksteam toch al in de klas is voor de data van de leerlingen. Dit blijkt goed te werken.

6. De internationale wetenschappelijke publicaties vinden alsnog plaats op conferenties in de vorm van presentaties. Gezien het karakter van de studie - een prospectieve interventiestudie - worden inzichten in de effecten van de vergroening pas zichtbaar nadat de nametingen zijn uitgevoerd en de data zijn verwerkt. Nu de eerste nameting is uitgevoerd kunnen deze data worden ingevoerd en gecontroleerd, waarna een analyse rondom de korte termijneffecten plaats kan vinden. Meer gegronde uitspraken zijn echter pas mogelijk indien tevens de tweede nameting is gerealiseerd en verwerkt. In de projectplanning is dit gegeven onvoldoende doordacht. Ten behoeve van het proefschrift van de onderzoeker in opleiding wordt momenteel wel gewerkt aan een methodologisch en theoretisch kader.

7. De eerste praktijkpublicatie is omvangrijker geweest dan voorzien (zie 2.5). Dit heeft uiteraard de nodige aandacht en tijd gevraagd. Daarom is besloten de tweede en derde praktijkpublicatie te bundelen in de vorm van een factsheet. De betrokken basisscholen geven aan behoefte te hebben aan een handzaam en overzichtelijk product, bijvoorbeeld te gebruiken tijdens ouderavonden, waarbij in één oogopslag inzichtelijk wordt welke opbrengsten een vergroend schoolplein al dan niet kan hebben. Een eerste versie van de factsheet verschijnt in 2016. Na de tweede nameting wordt de factsheet herzien en aangevuld met de nieuwe gegevens.

2.7.3 Onderzoekstraject 2

Deelname scholen In het plan staat aangegeven dat 5 scholen zouden deelnemen aan het innovatietraject; 3 in ronde 1, gedurende twee jaar, en 2 in ronde 2, gedurende 2 jaar. Bij de start van het onderzoek was dit traject overtekend daarom was besloten om een extra school

te honoreren;3 in ronde 1, gedurende twee jaar, en 3 in ronde 2, gedurende 2 jaar. Het afgelopen jaar is een van de basisscholen uit ronde 1 gestopt vanwege verschoven prioriteiten door toedoen van de onderwijsinspectie. Een andere school uit ronde 1 kreeg halverwege het cursusjaar te horen dat de school zou moeten

Page 20: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

18

sluiten, waardoor een periode de aandacht van het team werd verlegd naar het open houden van de school. Uiteindelijk blijft de school toch open en blijft de school ook participeren in het traject. Tot slot was er een school uit ronde 2 waar de vergroening niet vlot genoeg plaats vond, waardoor tevens onzeker was of de school in september 2015 zou kunnen starten aan ronde 2. Op grond van deze drie ontwikkelingen, en de daarmee samenhangende onzekerheid of voldoende scholen zouden kunnen deelnemen aan onderzoektraject 2, was het onderzoeksteam de afgelopen periode genoodzaakt extra wervingsactiviteiten te verrichten. Dit heeft van het onderzoeksteam de nodige tijd en aandacht gevraagd die niet was voorzien. Momenteel (juli 2015) hebben 5 basisscholen toegezegd deel te nemen aan het innovatietraject; 2 in ronde 1, en 3 in ronde 2. In ronde 2 participeren naast 2 reguliere basisscholen, ook een basisschool voor speciaal basisonderwijs. Het betreft de school van Stichting Agora waar het maxi-arrangement (zie 2.7.1) in ontwikkeling is. De veranderende verhoudingen in ronde 1 en 2 hebben implicaties voor de inzet van het onderzoeksteam en de verwerking van de data. Enkel 1 casus zal kunnen worden afgerond aan het einde van ronde 1 (in de planning werd uitgegaan van drie casussen), waarna er nog vier volgen aan het einde van ronde 2. Tot slot hebben vier basisscholen aangegeven graag op een later moment aan het innovatietraject te willen starten. Gezien deze belangstelling overweegt het onderzoeksteam de handreiking ‘Schoolontwikkeling Integraal Gebruik Groen Schoolplein’ door te ontwikkelen tot een gecertificeerde nascholing (in aansluiting op het lerarenregister) waar deze vier scholen dan als pilot een rol in zouden kunnen spelen. Gesprekken hierover staan in de periode juni 2015 tot en met januari 2016 gepland. Planning De planning, zoals opgenomen in het projectplan, had als startpunt februari 2013, waardoor er een natuurlijke start kon zijn met de scholen aan het begin van een cursusjaar, en tevens aan het einde van het traject nog 7 maanden overbleven om de data te verwerken en eindproducten te realiseren, waaronder een congres op een voor het beroepsveld ‘toegankelijk’ moment. Het projectvoorstel werd echter in tweede instantie gehonoreerd, waardoor het project is gestart in september 2013. Daarmee kwam de start van het innovatietraject te liggen in april 2014, en dit was voor de betrokken scholen geen haalbaar moment. Met de feestdagen, Koningsdag en vakanties in deze periode wilden de schoolteams niet ‘echt’ beginnen. Daarom is besloten om de twee ronden gelijk met de cursusjaren te laten lopen. Dit impliceert dat innovatieronde 2 loopt tot en met juni 2017, waarna 2 maanden overblijven om de data te verwerken en de eindresultaten te realiseren. Dit is geen realistisch gegeven. Daarbij komt dat augustus (voor een deel) een vakantiemaand is voor zowel de beroepspraktijk als de onderwijspraktijk, en september voor een groot deel wordt gebruik voor de opstart van het schooljaar, waar schoolkampen en bestuurlijke studiedagen onderdeel van uit maken. Met andere woorden: het zijn geen goede maanden om een project te kunnen afsluiten en een congres te kunnen realiseren. Op grond van deze en andere redenen (zie 3.2) wil het onderzoeksteam daarom aan de commissie voorstellen het project te verlengen. Nulmeting In het plan staat aangegeven dat in de nulmeting met 11 basisscholen focusgroepgesprekken zouden worden gevoerd. Uiteindelijk zijn met 13 schoolteams focusgroepgesprekken gerealiseerd. De reden hiervoor is dat aanvankelijk ons RAAK Pro-voorstel was afgewezen. Toch wilde het lectoraat Natuur & Ontwikkeling Kind een start maken met de focusgroepgesprekken. Hiervoor zijn toen scholen benaderd met groene, grijze en vergroenende pleinen. Een aantal van deze scholen wilde wel mee doen aan het gesprek, maar later niet aan het gehele onderzoek. De data verworven tijdens de gesprekken heeft het onderzoeksteam wel een plaats willen geven in het onderzoek.

Page 21: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

19

Daarbij zijn 2 groepsgesprekken gerealiseerd met professionals (onder andere leerkrachten, directeuren, NME-consulenten, beleidsmedewerkers en onderwijsontwikkelaars (n=25)) die tijdens een conferentie (Van deadline naar lifeline. Natuur een groeiruimte voor kinderen, maart 2013) op het gesprek hadden ingetekend in de vorm van een workshop. Verder hebben niet alle scholen van traject 1 deelgenomen aan het focusgroepgesprek omdat sommige scholen gezien de tijdsinvestering, expliciet de keuze hebben gemaakt om enkel deel te nemen aan een van beide trajecten. Aangezien wij moeite hadden met werving van scholen voor traject 1 hebben we dit gehonoreerd. Op basis van de resultaten van de kansen- & belemmeringenanalyse die naar aanleiding van de focusgroepgesprekken is gemaakt, in combinatie met de resultaten van de OR/MR-vragenlijsten en de oudervragenlijsten in de pilot in Helmond, is besloten om een verdiepend onderzoek te verrichten naar de houding van ouders (zie 2.7.1). Hiertoe zijn onlangs opnieuw vragenlijsten uitgezet. Afhankelijk van de opbrengsten van deze data wordt besloten of dit voldoende resultaten levert voor een wetenschappelijke publicatie, of dat eveneens meting 3 in traject 1 wordt gebruikt om de gegevens te verfijnen. Dientengevolge staat deze publicatie voor 2016 gepland.

De resultaten van de nulmeting zijn gerapporteerd aan de drie schoolteams die in ronde 1 zijn gestart aan het innovatietraject. De schoolteams hebben gereflecteerd op herkenbaarheid en bruikbaarheid van de resultaten, en hebben vervolgens op basis hiervan ontwikkelpunten geformuleerd voor het eigen team. De resultaten van de kansen- & belemmeringenanalyse zijn rijk, omvatten meerdere reflectieniveaus, en bieden verschillende mogelijkheden voor publicatie. Ten eerste, in navolging van Biesta (zie 2.4) biedt de onderwijsdiscussie over een bredere taakstelling van de school dan de huidige eenzijdige focus op kwalificatie en rendement een onderwijstheoretisch kader. Ten tweede biedt het wetenschappelijke discours professionele identiteit en daaraan gerelateerd persoonlijk meesterschap een handvat, en ten derde past ook een meer methodologisch kader in de lijn van actie-onderzoek en het gebruik van de fenomenologie als methode voor pedagogisch waarnemen. Het afgelopen jaar is mede gebruikt om deze theoretische kaders te doorgronden. Aansluitend op de voorbereidingen voor innovatieronde 2 staat het onderzoeksteam voor de keuze in wat voor type publicatie de resultaten van de kansen- & belemmeringenanalyse het beste kunnen worden verwerkt. Collaborative Action Research en het werken in een community of practice (COP) Onderzoekstraject 2 betreft een ontwikkelingsonderzoek in de vorm van een zogenaamd collaborative action research, een onderzoeksmodel gericht op de synergie van theorie en praktijkontwikkeling en met als doel transformatie in denken en handelen van leerkrachten. Voor deze methodologie is gekozen vanwege: a) het exploratieve karakter van het onderzoek; er is immers nog geen structuur ontwikkeld voor een integraal gebruik van groene schoolpleinen in het onderwijsleerproces; b) het doel; practice-based evidence, en c): het middel; kennisconstructie in kritische dialoog met de belanghebbenden (het werken in een community of practice). De gekozen methodologie maakt het mogelijk om niet voor, maar met schoolteams te komen tot een toepasbaar ontwerp ‘Integraal Gebruik Groen Schoolplein’. Inherent aan de keuze om met schoolteams te werken, is dat op basis van hun input wijzigingen optreden in de vormgeving en planning van het proces. Het betreft de volgende aanpassingen: 1. De fasen van de innovatiecycli In het projectplan staat: het onderzoeksteam doorloopt met de schoolteams een innovatiecyclus met een ontwerp-, discussie- en analysefase. Elke school doorloopt deze cyclus 2 keer. Het handelen van de leerkrachten wordt op deze manier geleid door een systematische reflectie op state of the art

Page 22: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

20

praktijkkennis. In het activiteitenplan staan deze fasen systematisch uitgelijnd in blokjes van maanden. In de praktijk verloopt dit echter meer organisch. In aansluiting op de dynamiek van de scholen en ten behoeve van het ontwikkelen van eigenaarschap bij de schoolteams zijn de volgende veranderingen aangebracht:

a. De innovatie vormt een doorgaande ontwikkeling gedurende 2 cursusjaren. b. Per cursusjaar worden 4 à 5 plenaire bijeenkomsten georganiseerd, waarin gerichte reflectie

plaats vindt op de afgelopen periode, discussie over het verloop en ontwerpactiviteiten (doelen, activiteiten, planning, et cetera) ten behoeve van het vervolg van het traject. Voor het onderzoeksteam betekent dit een intensivering van activiteiten in vergelijking met het oorspronkelijke plan.

c. In de plenaire bijeenkomsten is tevens ruimte voor kennisinhoudelijke activiteiten ten behoeve van de professionalisering van het team.

d. Middels logboek en review boards is aan de leerkrachten gevraagd tussen de bijeenkomsten door korte aantekeningen te maken van gerealiseerde activiteiten, resultaten, reflecties en eventuele vragen. Tot nu toe heeft dit onvoldoende resultaat. Het is onderwerp van aandacht in gesprekken met de betrokken teams om te beoordelen hoe dit in ronde 2 tot een beter resultaat kan leiden. Momenteel worden twee opties verkend, namelijk een digitaal logboek en een korte vragenlijst voor en na de teambijeenkomst die de teamleden ter plekke dienen in te vullen.

2. De communities of practice Een aantal taken van de communities of practice (COP) is anders ingevuld, te weten:

e. De inhoudelijke en pragmatische afstemming over feitelijke zaken vindt direct met een contactpersoon (veelal de directeur) plaats. Het onderzoeksteam levert hiervoor ondersteunende informatiedocumenten aan.

f. Scholen en PABO’s hebben behoefte aan kennisnetwerkbijeenkomsten waar ook expertkennis is te halen, zoals over passend onderwijs, taalonderwijs en het onderhoud van pleinen. Daarom zijn er 2 kennisnetwerkbijeenkomsten aangeboden waar zowel informatie en discussie plaatsvindt over het onderzoek, als workshops worden gerealiseerd door experts en waar ruimte is voor een netwerkbuffet.

g. Het ritme van de schoolteams in traject 2 is niet uniform. Sommige scholen hebben behoefte aan een kortere planning en andere willen meer tijd tussen de bijeenkomsten. De onderzoekers hebben hier ruimte aan gegeven met het oog op signalen van ‘weerstand’. Dit betekent dat de bijeenkomsten tot nu toe zijn ingepland per school en er het afgelopen jaar weinig ruimte is geweest voor kennisuitwisseling tussen de teams. Opvallend is dat nu het project wat langer loopt schoolteams behoefte krijgen om elkaar te bezoeken en ervaringen uit te wisselen. Hiertoe organiseert het onderzoeksteam in nauw overleg met de scholen een inspiratiedag (studiedag) in september 2015.

3. Evaluatie verloop innovatietraject Het verloop van het innovatietraject wordt door het onderzoeksteam systematisch in kaart gebracht met behulp van: video-opnamen van de teambijeenkomsten; observatieverslagen; korte opdrachten en/of vragenlijsten voor, na en/of tijdens de bijeenkomsten; reflectieverslagen, en de resultaten van de logboeken en review boards. Deze data worden uitgewerkt en geanalyseerd, en de resultaten hiervan worden geëvalueerd. Hiertoe gebruikt het onderzoeksteam hermeneutische methoden uit actie-onderzoek en werkt met het RE-AIM model (Glasgow, 2001), waarbinnen triangulatie en een terugkoppeling naar de schoolteams plaatsvindt.

Page 23: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

21

2.8 Aandachtspunten en verbeterpunten (met toelichting)

2.8.1 Algemeen

Het project realiseert behoorlijk wat spin off, zowel in de beroepspraktijk, in het bijzonder in relatie tot passend onderwijs en speciaal basisonderwijs, als op de PABO’s, zoals de herziening van de onderzoeksleerlijn, onderwijs in arrangementen en eventueel de ontwikkeling van een nascholing en een natuurklas. Dit betekent dat afbakening en clustering van activiteiten onderwerp van aandacht zijn in de tweede fase, zodat het project zowel de wetenschappelijke opbrengsten realiseert als relevante onderwijs- en beroepspraktijkproducten oplevert. Ten aanzien van de producten is het onderzoekteam zich bewust dat er meer mogelijk is dan realiseerbaar. In paragraaf 3.4.1 worden acties beschreven die in fase 2 ten aanzien van dit punt worden ondernomen.

De dynamiek in het basisonderwijs en in het HBO-onderwijs is hoog. Dit betekent dat een goede afstemming een aandachtspunt blijft. Het onderzoeksteam heeft geïnvesteerd in proactief handelen en persoonlijke contacten met schoolteams en PABO-docenten. Dit werkt, realiseert verbinding en commitment, en is tegelijkertijd een intensieve werkvorm. Ook in fase 2 zal het onderzoeksteam hierop inzetten.

Uit voorafgaand betoog blijkt dat er wijzigingen zijn geweest in de planning van activiteiten. Het betreft de volgende type wijzigingen:

o Vertraging, door onder meer: een andere startdatum van het project en een andere startdatum van het aantal scholen verdeeld over ronde 1 en 2 in traject 2 (zie 2.7.3); een latere aanstelling van de onderzoeker in opleiding (zie 2.7.1), en het volledig doordenken van consequenties van een prospectieve interventiestudie (zie 2.7.2).

o Intensivering van taken, door onder meer: de complexiteit die er bestaat om de planning van de basisscholen goed af te stemmen op de planning van de curricula van de opleidingen, de kloof in verstaanbaarheid tussen de wetenschappelijke praktijk en de opleidingspraktijk (zie 2.5) en het dynamische karakter van de beroeps- en onderwijspraktijk, waardoor het onderzoeksteam is genoodzaakt zaken te herzien of opnieuw uit te voeren (zie 2.7.3).

o Nieuwe taken; ouders en groene schoolpleinen (zie 2.7.1) en zorgarrangementen (2.7.1).

In paragraaf 3.1 en 3.4.1 wordt uiteengezet hoe het onderzoeksteam hier in fase 2 mee om wil gaan.

2.8.2 Onderzoekstraject 1

Vergroening van scholen. Bij twee scholen is het ondanks hun inzet en wens niet geluk om hun schoolplein al ten tijde van de eerste nameting te vergroenen. Voor één van deze scholen zal het schoolplein volgend jaar zeker groen zijn. Voor de andere school is het de vraag of het team de beloofde/gewenste vergroening ook daadwerkelijk van de grond gaat krijgen. We zullen nauw contact houden met de school en hen oplossingen aanreiken om de vergroening te realiseren.

De resultaten van de prospectieve interventiestudie worden na de tweede nameting inzichtelijk (zie 2.7.2). In paragraaf 3.4.2. wordt uiteengezet hoe het onderzoeksteam de beoogde wetenschappelijke publicaties wil realiseren.

De respons van ouders op de oudervragenlijst is een punt van aandacht. Tot nu toe zijn ouders benaderd via een brief in de nieuwsbrief van de school, waarin een link staat naar de vragenlijst. Dit heeft te weinig data opgeleverd omdat het ouders onvoldoende heeft gemotiveerd om de vragenlijst in te vullen. In 3.4.2. staat beschreven hoe het onderzoeksteam dit aspect hanteert in fase 2.

Page 24: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

22

2.8.3 Onderzoekstraject 2

De afstemming van het traject met de verschillende schoolplanningen is een punt van aandacht. De onderzoekers hebben voor de komende fase de planning naar de scholen uitgelijnd, en hier en daar aangepast op basis van feedback van scholen/PABO’s. Aan scholen/PABO’s is en wordt gevraagd deze planning te bevestigen. Tegelijkertijd heeft het onderzoeksteam ervaren dat door de praktijk van de dag er toch aanpassingen zullen plaats vinden op verzoek van de scholen/PABO’s. Een ander punt is dat er vanuit het project ook ruimte moet zijn voor voortschrijdend inzicht. Beide aspecten vragen voortdurend een zorgvuldige afweging tussen de verschillende belangen.

Het eigenaarschap voor een integraal gebruik bij de schoolteams houden, is eveneens een punt van aandacht. In de afgelopen fase lag het belang van de innovatie voor de betrokken scholen soms meer bij het project, alsof de teamleden het voor ons deden in plaats van voor de ontwikkeling van de school. Om meer eigenaarschap te creëren wordt het huidige innovatietraject herzien. De tweede ronde start in september 2015. De aandachtspunten die hiervoor zijn geformuleerd, staan in paragraaf 3.4.3 beschreven.

In voorafgaande zijn verschillende ontwikkelingen geschetst waar het onderzoek op aan zou kunnen sluiten. Het onderzoeksteam dient dit kalenderjaar de inhoudelijke en meer procesmatige ontwikkelingen goed in ogenschouw te nemen, om vervolgens tijdig een adequate keuze te maken voor wat betreft de ontwikkelingen waar het traject op aan gaat sluiten. In paragraaf 3.4.3 staan de activiteiten beschreven die het onderzoeksteam hiertoe zal ondernemen.

Page 25: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

23

3. Vooruitblik naar fase 2

3.1 Uitgewerkt activiteitenplan in lijn met begroting In bijlage 2 is het activiteitenplan opgenomen voor de tweede fase. Op grond van dit plan stelt het onderzoeksteam voor het project te verlengen met 12 maanden, en dit met gebruikmaking van projectgelden die in de eerste fase niet zijn besteed. Argumenten (zie ook paragraaf 2.7 en 2.8) 1. De onderzoeker in opleiding is 2 maanden later gestart. 2. De grote, complexe en tegelijkertijd rijke hoeveelheid data in beide trajecten die aansluiten op

zowel ontwikkelingen in de wetenschap als in de onderwijs- en beroepspraktijk. 3. Het feit dat het project in tweede instantie is goedgekeurd, waardoor de planning van het

innovatietraject niet synchroon liep met een cursusjaar van het basisonderwijs. 4. De ontwikkeling van zorgarrangementen voor de beroeps- en onderwijspraktijk. 5. Onderzoek naar de houding van ouders. Financiering In fase 1 is, zoals de huidige prognose laat zien (zie bijlage 3), € 292.000 besteed. Dit betekent dat € 108.000 van de projectgelden niet is besteed en zou kunnen worden overgeheveld naar fase 2 ten behoeve van de volgende kosten:

a. Aanstelling Onderzoeker in Opleiding (1,0 fte voor 12 maanden): € 47.000. b. Aanstelling onderzoeksassistent (0,4 fte gedurende 12 maanden): € 18.000. c. Aanstelling Docentonderzoeker ten behoeve van opschaling zorgarrangementen

(0,4 fte voor 12 maanden): € 18.000. d. Aanstelling senior onderzoeker (0,1 fte voor 12 maanden): € 8.000. e. Aanstelling lector (0,1 fte voor 12 maanden): € 10.000. f. Materiële (extra publicatie zorgarrangementen) en reiskosten: € 7.000.

Met de financiële rapportage zal de penvoerder hiertoe een onderbouwd schriftelijk verzoek indienen.

3.2 Verwachte resultaten en doorwerking

3.2.1 Wetenschappelijke praktijk

Het project levert een bijdrage aan wetenschappelijke kennisontwikkeling ten aanzien van de betekenis en het belang van een groen schoolplein voor de ontwikkeling van kinderen. Centraal staan de relaties: groen schoolplein en gerichte aandacht; groen schoolplein en de sociale en emotionele ontwikkeling; groen schoolplein en bewegingsintensiteit en –differentiatie; groen schoolplein en spelintensiteit en –differentiatie. Ook levert het onderzoek wetenschappelijke kennisontwikkeling als het gaat om het gebruik van het plein als onderwijsleeromgeving. Tot slot levert het kennisontwikkeling voor wat betreft (de waarde van) het gebruik van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden in onderzoek in de onderwijspraktijk.

De kennisontwikkeling wordt gebruikt in projecten van lectoren van het Expertise Centrum Jeugd, zoals gebeurt in het onderzoek ‘Alchemie; pedagogische chemie als vakmanschap in het werk van professionals in opvoeding, onderwijs, resocialisatie, zorg en handhaving’.

De kennisontwikkeling wordt gebruikt in projecten van de Rijks Universiteit Groningen op het vlak van restorative environment en groene wanden in de klas.

De kennisontwikkeling wordt gebruikt in projecten van de Vrije Universiteit Amsterdam op

Page 26: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

24

het vlak van natuur en ontwikkeling kind. Daarbij maken collega’s en studenten kennis met praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek, en daaraan gerelateerd met aanvullende visies en methoden. Relevant met het oog op het valorisatievraagstuk van universiteiten.

De kennisontwikkeling wordt gebruikt in het in onderzoek ‘Gezonde Schoolpleinen’ (Wageningen Alterra), waarbij men gebruik maakt van het onderzoeksinstrumentarium.

Producten

1. Internationale wetenschappelijke presentaties; 3 zijn er gerealiseerd in fase 1 en voor fase 2 vinden er minimaal nog 2 plaats (totaal minimaal 5).

2. Internationaal wetenschappelijke publicaties (minimaal 5). 3. Afgeronde promotie. 4. Onderwijs in praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. 5. Netwerk met sterke verbindingen tussen de praktijken van wetenschap, onderwijs en

beroepsveld. 6. Kennisvalorisatie in HBO-onderwijs en basisonderwijs.

3.2.2 De onderwijspraktijk

Inzicht in de opbrengsten van groene schoolpleinen voor het onderwijsleerproces en

daarmee een onderbouwing van het gebruik van het plein als onderwijsleeromgeving.

De wetenschappelijke publicaties leveren PABO’s een gefundeerde onderbouwing voor onderwijsontwikkeling, bijvoorbeeld ten aanzien van de natuurklas en nascholingsaanbod.

Instrumentarium om een integraal gebruik van groene schoolpleinen te realiseren.

Handvatten, onder meer: onderwijsvormen, methoden en voorbeelden, om de verworven inzichten in te passen in het curriculum.

Curriculumontwikkeling in reguliere en nascholingsprogramma’s: o Schoolomgeving o Onderzoeksleerlijn o Onderwijsarrangementen o Post-HBO Jonge Kind o Onderwijsvisies o En mogelijk:

Nascholing ‘gebruik buitenruimte als onderwijsleeromgeving’ Natuurklas

Professionalisering docenten op het vlak van onderzoek doen en in relatie tot het gebruik van de fysieke omgeving als onderwijsleeromgeving, en de betekenis van dit gebruik voor het leren en ontwikkelen van kinderen op school.

Inspiratie en ondersteuning van docenten, en ook kritische reflecties op huidige activiteiten.

Voorbeeldlocaties basisscholen.

Voorbeeldlocaties PABO’s.

Kennisnetwerk.

Nascholingsaanbod.

Ondersteuning management in onderwijsinnovatie.

Producten 1. Praktijkpublicatie: Wesselius J., J. Maas & D. Hovinga (2015). De ‘leer’kracht van groene

schoolpleinen. Hoe leerlingen uit groep 4, 5 en 6 het schoolplein ervaren, gebruiken en waarderen. Leiden: Hogeschool Leiden.

2. Praktijkpublicatie. Hovinga, D. & A. Mol Lous (2014). Passend onderwijs vind je buiten. In: Zorg Primair. Vakblad voor het primair en speciaal onderwijs. CNV Onderwijs 05.2014, pp. 28-30.

3. Praktijkpublicatie Zorgarrangementen.

Page 27: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

25

4. Digitale praktijkpublicatie met: o Factsheet (2016-2017) Opbrengsten groene schoolpleinen. o Voorbeeld gebruiksvormen (2016-2017). o Workshops (2015-2017). o Gebruik plein in onderwijstheoretisch perspectief (2017).

5. Praktijkpublicatie. Met oog voor kinderen. Onderzoek gericht op pedagogisch handelen (2016). 6. (Digitale) Handreiking ‘Schoolontwikkeling Integraal Gebruik Groen Schoolplein’ (2018),

waaronder kansen en belemmeringen gebruik groen plein, methoden, bouwstenen en inspiratie, mogelijk uitgewerkt tot formele nascholing.

7. Lezingen, workshops en afsluitend congres (2015-2018). 8. Wetenschappelijke publicaties ter onderbouwing van schoolontwikkeling (2016-2018).

3.2.3 De beroepspraktijk

Inzicht in de opbrengsten van groene schoolpleinen voor het onderwijsleerproces en een onderbouwing van het gebruik als onderwijsleeromgeving (praktijktheorie).

De wetenschappelijke publicaties leveren scholen een gefundeerde onderbouwing en handvat voor schoolontwikkeling.

Instrumentarium om een integraal gebruik van groene schoolpleinen te realiseren.

Inspiratie en ondersteuning van schoolteams.

Erkenning van praktijktheorie.

Professionalisering schoolteams, c.q. bijdrage aan professionele identiteit leerkrachten.

Voorbeeldlocaties.

Voorbeelden via stage-opdrachten van studenten in scholennetwerk.

Kennisnetwerk.

Nascholingsaanbod. Producten

1. Praktijkpublicatie: Wesselius J., J. Maas & D. Hovinga (2015). De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen. Hoe leerlingen uit groep 4, 5 en 6 het schoolplein ervaren, gebruiken en waarderen. Leiden: Hogeschool Leiden.

2. Praktijkpublicatie. Hovinga, D. & A. Mol Lous (2014). Passend onderwijs vind je buiten. In: Zorg Primair. Vakblad voor het primair en speciaal onderwijs. CNV Onderwijs 05.2014, pp. 28-30.

3. Praktijkpublicatie Zorgarrangementen. 4. Digitale praktijkpublicatie met:

o Factsheet (2016-2017) Opbrengsten groene schoolpleinen. o Voorbeeld gebruiksvormen (2016-2017). o Workshops (2015-2017). o Gebruik plein in onderwijstheoretisch perspectief (2017).

5. Praktijkpublicatie. Met oog voor kinderen. Onderzoek gericht op pedagogisch handelen (2016). 6. (Digitale) Handreiking ‘Schoolontwikkeling Integraal Gebruik Groen Schoolplein’ (2018),

waaronder kansen en belemmeringen gebruik groen plein, methoden, bouwstenen en inspiratie, mogelijk uitgewerkt tot formele nascholing.

7. Lezingen, workshops en afsluitend congres (2015-2018). 8. Wetenschappelijke publicaties ter onderbouwing van schoolontwikkeling (2016-2018).

Page 28: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

26

3.4 Concrete vormgeving van aandachtspunten en verbeterpunten (zoals blijkt uit fase 1)

3.4.1 Algemeen

Afbakening en clustering

Prioriteren op: o De basislijnen, dat wil zeggen: de drie metingen in onderzoekstraject 1 met huidig

instrumentarium en theoretische kaders, en het innovatietraject in onderzoekstraject 2 op basis van het huidige instrumentarium, de resultaten van de nulmeting en theoretische kaders (zie 2.4).

o Huidige ontwikkelingen die door betrokkenen positief zijn geëvalueerd; de onderwijsactiviteiten in de onderzoeksleerlijn en zorgarrangementen.

Gespreksvoeringen met betrokken managers en directies van opleidingen en scholen in de eerste 6 maanden van fase 2. Op basis daarvan beoordelen welke ontwikkelingen het meest relevant zijn met het oog op projectdoelstellingen en tevens een goede kans maken binnen de termijn van het project te operationaliseren, zoals de natuurklas en de gecertificeerde nascholing. De uiteindelijke keuze wordt afgewogen in relatie tot de gestelde prioriteiten.

Resultaten voor de onderwijs- en beroepspraktijk worden in een meer open structuur van bouwstenen geplaatst in een digitale omgeving waardoor opbrengsten eerder toegankelijk kunnen worden gemaakt, zoals zorgarrangementen, factsheet en instrumentarium, terwijl er tevens ruimte blijft om zaken aan te passen aan de dynamiek van de praktijk.

Planning

Zie paragraaf 3.1.

Zie paragraaf 3.4.1., afbakening en clustering.

Aanstelling onderzoeksassistent ter ondersteuning van het verwerken en analyseren van de onderzoeksdata in traject 1.

Aanstelling van docentonderzoeker ter ondersteuning van de uitvoering van zorgarrangementen.

Werven van universitaire masterstudenten ter ondersteuning van dataverwerking en –analyse in traject 1.

Afstemming van de projectplanning met de verschillende school- en opleidingsplanningen. Hiertoe worden de volgende acties ondernomen:

o Planning naar de basisscholen en PABO’s vroegtijdig uitlijnen, en aanpassen op basis van feedback van scholen/PABO’s.

o Aan scholen/PABO’s is en wordt gevraagd de planning te bevestigen. o Maatwerk leveren; het format ‘Schoolontwikkeling Integraal Gebruik Groen Plein’

dient een open flexibele structuur te hebben, waardoor het te vormen is naar teams; naar hun wensen en mogelijkheden. Dit sluit aan bij de werkwijze van de zorgarrangementen die voor kinderen wordt ontwikkeld. Deze structuur ‘van maatwerk’ wordt momenteel uitgewerkt en start in september 2015.

3.4.2 Onderzoekstraject 1

Vergroening van 2 scholen

Er wordt een nauw contact onderhouden met de scholen door tijdens contactmomenten (zoals uitzetten oudervragenlijst en inplannen nieuwe datum voor bezoek) ook te vragen naar de stand van zaken omtrent de vergroening. Daarbij worden met scholen afspraken gemaakt over momenten waarop het onderzoeksteam wordt geïnformeerd over de vorderingen. Het onderzoeksteam stelt zich oplossingsgericht op en reikt mogelijkheden aan om alsnog de vergroening te realiseren. Hierbij maken we gebruik van ons netwerk.

Page 29: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

27

Wetenschappelijke publicaties

Om dit proces te ondersteunen wordt in fase 2 gedurende een jaar een onderzoeksassistent aangesteld om de analyses voor te bereiden en mogelijk ook deels te analyseren.

De senioronderzoekster zal zich in fase 2 intensief bezig houden met het analyseren van een deel van de data.

Bachelor en masterstudenten worden ingezet om analyses voor te bereiden en deels literatuuronderzoek te verrichten.

In paragraaf 3.1 is tevens voorgesteld ruimte te geven aan deze publicatiedruk door het traject met een jaar te verlengen.

Respons ouders

Om de respons van de ouders te vergroten zal in september 2015 een papieren vragenlijst worden meegegeven aan de leerlingen van de groepen die in het schooljaar 2014-15 hebben deelgenomen aan het onderzoek. We zullen de leerkrachten van de betreffende groepen vragen of zij de vragenlijsten mee willen geven aan hun leerlingen. Hierbij zal aan de leerlingen worden gevraagd de vragenlijst aan hun ouders te geven, en binnen een week ingevuld in te leveren op school. Uit ander recent onderzoek is gebleken dat dit een goede methode is om de respons van ouders te vergroten.

3.4.3 Onderzoekstraject 2

Eigenaarschap

Activiteiten van teamleden staan in het herziene format van het innovatietraject in ronde 2 centraal met gebruikmaking van het actie-onderzoekmodel in combinatie met een meer fenomenologische benadering van de onderwijspraktijk. Van meet af aan wordt dit expliciet gecommuniceerd en worden teamleden met vragen/verwachtingen geappelleerd deze actieve rol te vervullen.

Mogelijke verwachtingen worden met behulp van de ervaringen van afgelopen jaar vooraf verhelderd, waarna wordt onderbouwd welke wel/niet realiseerbaar zijn.

In ronde 2 wordt rekening gehouden met specifieke teambehoeften op basis van de resultaten van de eerste ronde. Door tussentijdse terugkoppelingen wordt gemonitord in hoeverre verdere aanpassingen nodig zijn.

De werkbaarheid van de herziening wordt voorgelegd aan afgevaardigden van de teams. Afstemming op huidige ontwikkelingen

Zie paragraaf 3.4.1, afbakening en clustering.

Zoals eerder aangegeven zijn de resultaten van de kansen- & belemmeringenanalyse rijk, omvatten meerdere reflectieniveaus, en bieden verschillende mogelijkheden voor publicatie.

o Op grond van de huidige voorbereidingen voor innovatieronde 2 - waarin het actie-onderzoeksmodel wordt uitgewerkt in combinatie met een meer fenomenologische benadering van de onderwijspraktijk - en de ontwikkelingen binnen de onderzoeksleerlijn en zorgarrangementen die hier naadloos op aansluiten, is van belang de resultaten eerst te plaatsen in een meer methodische publicatie. Dit biedt leerkrachten (in opleiding) een handvat om gebruiksvormen van het plein te leren zien en anderzijds opbrengsten van dit gebruik inzichtelijk te maken.

o Een onderwijstheoretische onderbouwing van het gebruik van het plein is een belangrijke aanvulling op de empirische evidenties die mogelijk in traject 1 worden gevonden. Daarbij is een dergelijke publicatie voor scholen & opleidingen van belang ter verantwoording van schoolontwikkeling in relatie tot de visie en missie van het onderwijs. Tot slot wordt met een dergelijke publicatie een volgende stap gezet in

Page 30: De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen · Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015 3 1. Inleiding De ontwikkeling

Raak Pro Midterm rapportage ‘De ‘leer’kracht van groene schoolpleinen (PRO 4-18)’, juli 2015

28

het wetenschappelijke discours over taakstellingen van onderwijs. Dit debat wordt op een vrij abstract niveau gevoerd, en kan nu worden geplaatst en geoperationaliseerd in een specifieke onderwijscontext.

o Het wetenschappelijke discours professionele identiteit en daaraan gerelateerd persoonlijk meesterschap zal vooralsnog meer impliciet worden gebruikt, namelijk ten behoeve van de inhoud en vormgeving van het innovatietraject.