De · 2020. 2. 13. · Wapenrusting afb.9 Detail uit De Heerverschijnt aan Jozua. Links na eersre...

6

Transcript of De · 2020. 2. 13. · Wapenrusting afb.9 Detail uit De Heerverschijnt aan Jozua. Links na eersre...

Page 1: De · 2020. 2. 13. · Wapenrusting afb.9 Detail uit De Heerverschijnt aan Jozua. Links na eersre stap van de schoonmaak, rechrs erv66r afb.10 Macro-opname mer zichrbaar residu van
Page 2: De · 2020. 2. 13. · Wapenrusting afb.9 Detail uit De Heerverschijnt aan Jozua. Links na eersre stap van de schoonmaak, rechrs erv66r afb.10 Macro-opname mer zichrbaar residu van

De -res-tauratie-van Fer-dinand-Bol

In het Bonnefantenmuseum is perma-nent een restauratieatelier ingerichtdoor de Stichting Restauratie AtelierLimburg (SRAL).Op deze wijze vestigthet museum aandacht op het feit datkunstwerken ook fysieke objecten zijn,die kwetsbaar zijn en een hele geschie-denis met zich meedragen. In dezeUitgelicht is de restauratie beschrevenvan vier monumentale wandschilder-

ijen van Ferdinand Bol,waaraan op ditmoment de laatste hand wordt gelegd.

In het restauratieatelier van de Stich-

ting Restauratie Atelier Limburg (SRAL)

werd het afgelopen jaar gewerkt aan derestauratie van vier monument ale doekenvan Ferdinand Bol.Het them a van de

vier voorsteIlingen, Devinding van Mozes,

Aeneas ontvangt zijn Wapenrusting, De

HeerverschijntaanIozua en Koning Salomo

ontvangt geschenken, is moeilijk te duiden.Twee ervan kunnen worden wellicht

worden geinterpreteerd als aIlegorie op degastvrijheid. De anderen verwijzen mis-schien heel algemeen naar godsdienstzin

en gulheid jegens de kerk, maar het heefter aIle schijn van de opdrachtgeefster,de schatrijke Utrechtse Jacoba Martens-Lampsins, in 1657vooral een indrukwek-

kend ensemble van de meest gevierdeHoIlandse schilder van dat momentwenste: Ferdinand Bol.

Oorspronkelijk maakte de vier wandbe-spanningen deel uit van een serie vanvijf en vormden ze de decoratie van hethuis aan de Nieuwe Gracht 6 in Utrecht.

De doeken bleven daar tot ze in 1892 aan

het Rijksmuseum in Amsterdam werdenovergedragen. Dit liet vier van de doeken

in 1912naar het Vredespaleis overbrengenwaar ze sindsdien (met een onderbrekinggedurende WaIl) hangen. Het vijfde doek,Abraham ontvangt dedrieEngelen,werd 14

jaar geleden al door de SRALgerestau-reerd en bevindt zich in het Provinciehuisin Den Bosch.

Van Vredespaleis naar BonnefantenAlvorens de doeken naar Maastricht over

te brengen werden ze eerst in situ in hetVredespaleis onderzocht. De kunstwerkenwaren tussen 1892 en 1913bedoekt; met

behulp van een waslaag voorzien van een

tweede doek achter het oorspronkelijke.Het moest dus vaststaan dat vervoer van

de kwetsbare doeken veilig was. Toenbleek dat de werken stabiel waren en vei-

lig getransporteerd konden worden moest

nog een praktisch probleem worden op-gelost. De doeken waren immers te grootom zowel door de deuren of ramen van

het Vredespaleis te kunnen, als door dievan het restauratieatelier. Daarom werdende kunstwerken in de 'Bol-zaal' uit hun

speciale omlijsting genomen en daarnavan het spieraam gehaald (afb.3). Daarnakonden ze worden opgerold op speciaalvoor dit doel ontworpen cilinders. Iedere

stap van dit proces werd nauwgezet gefo-tografeerd (afb. 4)-Na aankomst in het restauratieatelier wer-

den aIle doeken op dezelfde manier voor-

zichtig afgerold en teruggeplaatst op hun

spieraam. Gelukkig bleek op sommigeplaatsen de omgeslagen rand met gaatjes,waarmee het oorspronkelijke doek wasopgespannen, nog aanwezig. Meestal wer-den dergelijke randen na het bedoeken

eenvoudigweg afgeknipt. De kwetsbarestaat waarin de randen zich bevonden

vereiste directe behandeling, dus werd eraan de achterzijde een 'facing' van Japanspapier aangebracht en werd de rand aande voorzijde op zijn plaats gehouden doormiddel van zuurvrij karton (afb. 5).

Pas nadat de doeken op deze wijze op-

nieuw waren opgespannen werden ze meteen takel rechtop gezet en vastgezet.

Technisch onderzoek

am beter inzicht te krijgen in de tech-

niek en bewaringstoestand werd tech-nisch onderzoek aan de doeken gedaan

voordat de daadwerkelijke behandelingkon beginnen. Ze zijn dan weliswaar opdoek geschilderd, maar het bleek dat de

schilderijen vanwege hun exceptioneelformaat moesten worden samengestelduit meerdere stukken canvas. De vin-

ding van Mozes bestaat bijvoorbeeld uitniet minder dan vijf aan elkaar genaaidestukken. De doeken zelf werden met met

doorschijnend licht en R6ntgenstralingbestudeerd. Rontgenstraling dringt ge-makkelijk door zachte materialen, waar-

onder doek en verf, maar wordt tegenge-houden door ijzeren spijkertjes, maar ook

door bijvoorbeeld het loodwit-pigmentin verf. Op een rontgenfoto kan men

dus informatie krijgen over de drager enover het gebruik van loodwit, dat vaak in

voorbereidende onderschilderingen werdgebruikt (afb. 6). ~

De verflaag werd nauwgezet met eenstereomicroscoop onderzocht. Boven-

dien werden er verfmonsters genomen.Dergelijke monsters zijn kleiner dan eenspeldenprik en worden altijd verwijderd

uit beschadigde delen van het schilderij.Wanneer ingegoten in kunsthars en ge-slepen kunnen ze onder een micros coopworden bestudeerd en geven vaak eenschat aan informatie over bijvoorbeeldpigmentgebruik, samensteIling van deverf en grondering (afb. 7). De vernis-

laag werd onder een micros coop en metbehulp van UV licht bestudeerd. UVheeft

een kortere golflengte dan zichtbaar lichten kan niet door de vernislaag dringen.Deze lijkt daardoor violet en beschadigin-gen of wijzigingen in het vernis worden

zodoende letterlijk aan het licht gebracht(afb. 8). Door al deze onderzoeksmetho-

den werd grondig inzicht gekregen in dedrager, de verflagen en het vernis, en in

de technieken die Ferdinand Bol voor zijnschilderijen gebruikte (afb. 9).

ReinigingHet grootste gedeelte van de schoonmaak

van de doeken bestond uit het verwij-deren van oppervlaktevuil, verregaandvergeelde vernislagen en de verkleurdeoverschilderingen die over de jaren op deschilderijen waren aangebracht. Nadat

het vuil aan de oppervlakte was wegge-nomen, en na verdere proefneming, werdeen systeem in twee stappen toegepast,om het vernis te verwijderen. Voor deeerste stap - een uitvinding van de SRAL- werd gebruik gemaakt van tissues diedoordrenkt zijn van een gel met oplos-middel. De tissues werden verticaal onder

elkaar tegen de schilderijen gehangen enlosten het grootste gedeelte van de boven-ste, dat wil zeggen de meest recente ver-

nislagen op. Een raster van draden zorgdeervoor dat de tissues precies op elkaar

Page 3: De · 2020. 2. 13. · Wapenrusting afb.9 Detail uit De Heerverschijnt aan Jozua. Links na eersre stap van de schoonmaak, rechrs erv66r afb.10 Macro-opname mer zichrbaar residu van

aansloten en dat geen stukje kon worden

overgeslagen of tweemaal aan deze behan-deling zou worden blootgesteld (afb. 10).Detissues werden van te voren seriematig

geprepareerd om tijd te besparen en derestauratoren zo weinig mogelijk aan deoplosmiddelen bloot te stellen.

Na deze behandeling bleven nog de oudstevernisresten over, die al voor de schoon-

maak als craquele en in andere holle sple-ten tussen de verf zichtbaar waren (afb.11).Het is gebruikelijk dat restauratoren

dergelijke vernisresten nog aantreffenna de schoonmaak, omdat bij vroegere

restauraties het vernis niet - zoals tegen-

woordig gebruikelijk is - gelijkmatig heeftverwijderd. De moeilijkst bereikbareplaatsen blijven dus meestal het meestminst gereinigd. Deze tweede stap werdnu wel zorgvuldig en handmatig uitge-voerd, metwattenstokjes en oplosmiddel.Met deze twee stappen kan het vernis

(desgewenst) geheel worden verwijderdmet een minimale blootstelling van deschilderijen aan oplosmiddel.In de praktijk werd een zeer dunne en

gelijkmatige vernislaag op de verflagenintact gelaten. Gude retouches en over-

schilderingen werden hierna verwijderd,waarbij soms weer de originele verflaagvan Ferdinand Bol tevoorschijn kwam.Gedurende het hele proces werd de

voortgang met behulp van UV-licht ge-controleerd (afb. 12)om ervoor te zorgendat de schilderijen een gelijkmatige enonderlingsamenhangendeschoonmaakondergingen.

'Finishing Touch'Gude beschadigingen aan de schilderijen,waarbij delen van de verf en grondlaag

verloren zijn gegaan, kunnen wordengerestaureerd met vullingen en retou-ches. Hierdoor kan de textuur, de vorm en

de kleur van de originele verflaag exactworden nagebootst. De beschadigingenaan de schilderijen van Bol werden zo-

doende gecamoufleerd (niet gerepareerd)en ze kunnen weer als een geheel worden

'gelezen.' Slechts een dunne vernislaagwas nog nodig om de retouche te vervol-ledigen en om deze te beschermen.

Vroegere restauratoren gebruikten juist

zoveel mogelijk de originele materialen

van het schilderij, maar dat maakt zeook moeilijk te scheiden van het origi-neel. Tegenwoordig is het vereist dat eenrestauratie 'reversibel' is, dat wil zeggenomkeerbaar. Toekomstige restaurato-ren moeten in staat worden gesteld dedoeken opnieuw te behandelen naar hunnieuwe inzichten. Men maakt nu dus

gebruik van materialen die eruit zien alshet origineel, maar chemisch volstrektanders zijn, en desgewenst weer gemak-

kelijk te scheiden van het oorspronkelijkekunstwerk. Mochten de monumentalewanddecoraties van Ferdinand Bolverder

in de toekomst opnieuw moeten wor-den behandeld, dan kan met de huidigeingrepen direct herkennen en desgewenstongedaan maken. Het minutieus bijge-

houden restauratierapport zal hen in staatstellen te achterhalen wat zich in 2006 en

2007 van dag tot dag heeft afgespeeld inhet restauratieatelier van de SRALin hetBonnefantenmuseum.

Ferdinand Bol1616-1680

Ferdinand Bol werd in 1616geboren alszoon van een Dortse chirurgijn. Zijn leer-

tijd als schilder begon bij zijn stadgenootJ.G.Cuyp, maar in 1635 of 1536verhuisde

hij naar Amsterdam om bij Rembrandtverder te leren en werken. Hij assimileer-de Rembrandts stijl ZQeffectief, dat tot opheden over enkele schilderijen gediscus-sieerd wordt of ze nu van Rembrandt of

van Bol zijn. Het eerste gesigneerde engedateerde werk van Bol is van 1642 ennadien werd zijn stijl gaandeweg elegan-ter, misschien om zijn afzetmarkt bij de

gegoede burgerij te vergroten.Bol verkreeg in 1652 het burgers chap vanAmsterdam, en door zijn huwelijk in

1653 met dochter uit een regentengeslachtkreeg Bol toegang tot een belangrijken rijk clienteel, dat hem belangrijkeopdrachten verschafte. Zo schilderde hij

voor het Amsterdamse stadhuis (Paleisop de Dam) twee schoorsteenstukken, enkreeg nadien vergelijkbare opdrachten,zoals van het Leidse stadsbestuur en het

schuttersgilde van Gouda. De opdrachtvoor de wanddecoratie van het huis aan

de Nieuwe Gracht 6 in Utrecht in 1657

past ook in dit rijtje. Ze behoorden op datmoment tot de omvangrijkste ensemblesin de Nederlanden. In 1669 trouwde Bol

een rijke weduwe en verviel voor hem

de noodzaak nog langer het fysiek zwareschildersambacht uit te voeren. Hij over-leed in 1680 in Amsterdam

Page 4: De · 2020. 2. 13. · Wapenrusting afb.9 Detail uit De Heerverschijnt aan Jozua. Links na eersre stap van de schoonmaak, rechrs erv66r afb.10 Macro-opname mer zichrbaar residu van

Afbeeldingenvan links naar rechts,van boven naar onder

De Bol-zaal in het Vredespaleis. ansichtkaart uit c.l913afb.2

De doeken worden van hun omlijsting losgemaaktafb.3

De opgerolde doeken worden getransporteerdafb.4

Bescherming van de oorspronkelijke randenafb.5

Roentgenfoto met zichtbare naad en licht

loodwi t-partijenafb.6

Verfdoorsnede uit De vindin9 van Moses

afb.7

Page 5: De · 2020. 2. 13. · Wapenrusting afb.9 Detail uit De Heerverschijnt aan Jozua. Links na eersre stap van de schoonmaak, rechrs erv66r afb.10 Macro-opname mer zichrbaar residu van

Ii

11

'I,t

f<'A

,

\

1

,

I.

'\~ .., l'

\,\

\, 111,

QI, ;-

!I' ~.~ "."

'\

",~

. '.$.

"-

\.;,

~~

a

III

~

~

VredespaleisTijdens de eerste vredesconferentie inDen Haag in 1899 werd het Permanent

hofvanArbritage opgericht. De Rus-sische en Amerikaanse diplomatenFriedrich Martens en Andrew Dickson

White waren van mening dat hiervoor

ook permanente huisvesting moestkomen. De laatste benaderde zijn vriend

en multimiljonair Alfred Carnegie, diena enig aandringen dit project wel wildefinancieren. Het gebouw in Neo-Renais-

sancestijl werd ontworpen door de Frans-man Louis Cordonnier en aangepast doorde Nederlander Van der Stem. De tuinen

zijn van de hand van de Engelman Tho-mas Mowson. Tijdens de tweede vredes-

conferentie van Den Haag werd de eerstesteen gelegd voor het Vredespaleis en hetgebouw werd in 1913voltooid.Het paleis werd ingericht en gedecoreerdmet geschenken van de deelnemende

landen aan de Haagse conferentie. Ne-

derland droeg de vier schilderijen vanFerdinand Bol bij. Voor drie ervan werdeen speciale 'Bol-zaal' ingericht (afb. 2).

De vierde, GodverschijntaanJoshuahangtelders in het Vredespaleis. Het plafondvan de 'Bol-zaal' werd voorzien van De

allegorieop devrijhandel (1672)van Gerardde Lairesse (1640-1711), dat afkomstigwas uit het huis van de Amsterdamse

burgermeester.

Afbeeldingenvan links naar rechrs,

van boven naar onder

Derail van DevindingvanMosesin UVlichr.

De donkere vlekken zijn oude overschilderingenafb.8

Macro.opname ui r Aeneasonrvangt zijnWapenrusting

afb.9

Detail uit De Heerverschijntaan Jozua. Links na eersre

stap van de schoonmaak, rechrs erv66rafb.10

Macro-opname mer zichrbaar residu van oud vernisafb.ll

DerailvanAeneasonrvangtzijnWapenrusting in UVlichr rijdens schoonmaakafb. 12

Page 6: De · 2020. 2. 13. · Wapenrusting afb.9 Detail uit De Heerverschijnt aan Jozua. Links na eersre stap van de schoonmaak, rechrs erv66r afb.10 Macro-opname mer zichrbaar residu van

UitgeliCht-1QVerder lezen:

A.Blanken, "Ferdinand Bolin een Utrechts

Burgerpaleis", Kunstschrift36/6 (1992),P.23-27.

A. Blanken, Ferdinand Bol (1616-1680),

Rembrandt's pupil, Doornspijk 1982.

K. Nicolaus, Handboek voor het

restaureren van schilderijen, Keulen 1999 (en

vele andere edities).

K. Nicolaus, Het schilderij: materiaal,

techniek-behoud, De Bilt 1981.

Het werk van Ferdinand Bolis goed vene-genwoordigd in de belangrijke Nederlandsecollecties Hollandse schilderkunst, waaron-

der die van het Rijksmuseum, het Amster-dams Historisch Museum, het Mauritshuis

in Den Haag en het Dordrechts Museum.

Colofon:

Het Bonnefanrenmuseum besteedt regel-matig bijzondere aandacht aan een specifiek

werk of ensemble uit de vaste opstelling, datvanwege techniek, iconografie, herkomst ofom een andere reden bijzondere aandachtverdienr.

Tekst: Gwendoline Fife (SRAL)Venaling en redactie: Lars Hendrikman

(Bonnefanrenmuseum).Afbeeldingen: Gwendoline Fife,@ SRAL, behalve afb. 2.

@ Bonnefanrenmuseum 2007

Bonnefantenmuseum

Avenue Cerami que 250NL - 6221 KX Maastricht

Postbus 1735

NL- 6201 BS Maastricht

Tel: + 3143 3290 190 (di-zo)

Fax: + 31 43 3290 199www.bonnefanren.nl

[email protected]

Het Bonnefanrenmuseum ontvangtstructUreel subsidie van de

Provincie Limburg

provincie limburg Ii

BonnefantenmuseumMaastricht

Afbeelding CoverVerwijderingvande Devinding van Mozesuit de Bol-zaal

van het Vredespaleis op 3 april200Gafb.l