Datum 05-04-2013 Auteur ir. S.W.H. Drosteftp.hofvantwente.nl/Reo/St Elisabeth/33....
Transcript of Datum 05-04-2013 Auteur ir. S.W.H. Drosteftp.hofvantwente.nl/Reo/St Elisabeth/33....
Project St. Elisabeth verpleeghuis Delden
Onderwerp Uitgangspuntenrapport DO
Projectnummer EE08086
Documentnummer DO-C-R01.01
Status Definitief
Datum 05-04-2013 Auteur ir. S.W.H. Droste
Versie 1.0 Vrijgave ing. A.H. Heerink
Projectrelaties
Opdrachtgever Twinta Projectontwikkeling B.V.
Contactpersoon De heer G.J. Nijenhuis
Adres Boortorenweg 20
Plaats 7554 RS Hengelo
Telefoon 074 - 367 73 51
E-mail [email protected]
Contactpersoon De heer B. Vedders (intern projectmanager)
Adres Boortorenweg 20
Plaats 7554 RS Hengelo
Telefoon 074-3677351 of 06-34350001
E-mail [email protected]
Architect IAA Architecten
Contactpersoon De heer H. Kokkeler
Adres M.H. Tromplaan 55
Plaats 7513 AB Enschede
Telefoon 053 – 480 44 44
E-mail [email protected]
Adviseur W- en E- installaties Schreuder Groep Ingenieurs/Adviseurs
Contactpersoon De heer G. Romijn
Adres Abe Lenstra Boulevard 50-5
Plaats 8448 JB Heerenveen
Telefoon 058-2449150 of 06-52080654
E-mail [email protected]
Interieurarchitect PARK ontwerpburo
Contactpersoon De heer D. den Breejen
Adres Voortsweg 559
Plaats 7524 DA Enschede
Telefoon 06-28882045
E-mail [email protected]
Project- en documentgegevens
Opsteller rapport Bartels Ingenieursbureau B.V.
Vestiging Enschede
Projectnummer EE08086
Adviestaak Ontwerpend constructeur
Contactpersoon Ir. S.W.H. Droste
Adres Hengelosestraat 563
Plaats 7521 AG Enschede
Telefoon 053 – 433 85 58
E-mail [email protected]
Projectteam
Projectleider Ir. S.W.H. Droste
Tekenaar V. Nijmeijer
Rapporthistorie
Verantwoording
Versie Datum Omschrijving
v1.0 05-04-2013 Uitgangspuntenrapport DO - definitief
Datum Naam paraaf
auteur
paraaf
controle
paraaf
vijgave
Auteur 05-04-2013 ir. S.W.H. Droste
Controle 05-04-2013 ing. G.B.M. Grote Beverborg
Vrijgave 05-04-2013 ing. A.H. Heerink
INHOUDSOPGAVE
1 Algemeen 4
1.1 Inleiding 4
1.2 Definitie 4
1.3 Documenten 4
1.4 Algemene projectgegevens 4
2 Ontwerpuitgangspunten 6
2.1 Algemeen 6
2.2 Functie bouwwerk 6
2.3 Gevolgklasse, ontwerplevensduur en belastingfactoren 6
2.4 Belastingsschikking 7
2.5 Belastingcombinaties voor het gebouw 7
2.6 Belastingen 7
2.6.1 Overzicht belastingen op vloeren en daken 7
2.6.2 Massa van bouwmaterialen 8
2.6.3 Overzicht Ψ-factoren 9
2.6.4 Specifieke belastingopgave overig 9
2.6.5 Windbelastingen 9
2.7 Imperfecties 10
2.8 Bijzondere belastingen 10
2.8.1 Explosiebelastingen 10
2.8.2 Aanrijdbelastingen 10
2.8.3 Brandwerendheid 10
2.9 Constructieve samenhang 11
2.10 Bouwfysische eisen 11
2.10.1 Geluid 11
2.10.2 Trillingen 11
2.11 Vervormingen 11
2.12 Eisen uit omgeving 12
3 Constructief ontwerp 12
3.1 Ontwerpkeuzes 12
3.2 Geotechniek 13
3.2.1 Grondonderzoek en geotechnische gegevens 13
3.2.2 Bouwput 13
3.3 Fundering 13
3.4 Gebouwdilataties 13
3.5 Gebouwstabiliteit 13
3.6 Hoofdopzet constructie 13
3.7 Uitbreidingsmogelijkheden en flexibiliteit 15
3.8 Materialen en kwaliteiten 15
3.9 Isokorven 15
3.10 Gevelmetselwerk 16
4 Risico-analyse en V&G Plan 17
5 Gegevensverstrekking 18
6 Aandachtspunten voor vervolgfasen 21
1 Algemeen
1.1 Inleiding
Voor het project nieuwbouw St. Elisabeth verpleeghuis te Delden is door Twinta Projectontwikkeling B.V. aan
Bartels Ingenieursbureau B.V. te Enschede opdracht verstrekt voor het constructie advies. In dit rapport worden
de resultaten weergegeven van het engineeringproces van de fase Definitief Ontwerp (DO).
Het rapport vormt samen met de volgende documenten het fasedossier:
Definitief Ontwerp tekeningen van Bartels Ingenieursbureau B.V. d.d. 05-04-2013, status definitief
Bladnr. Onderdeel
D001 Funderingsoverzicht
D100 Constructieoverzicht begane grond
D101 Constructieoverzicht 1e verdieping
D102 Constructieoverzicht 2e verdieping
D103 Constructieoverzicht 3e verdieping
D104 Constructieoverzicht Dak
D200 Doorsneden
Dit uitgangspuntenrapport en de bijlagen (constructietekeningen) kunnen worden gebruikt voor de aanvraag van
de omgevingsvergunning.
1.2 Definitie
De adviestaak van Bartels Ingenieursbureau B.V. heeft betrekking op de constructieve draagstructuur van het
project. Omdat een aantal elementen die hieronder vallen, niet vallen onder de definities uit het Bouwbesluit 2012
van “hoofddraagconstructie” en “hoofddraagconstructie bij brand”, wordt in dit document de term constructieve
draagstructuur gehanteerd. Hiervoor wordt de volgende definitie gegeven:
Constructieve draagstructuur:
Tot de constructieve draagstructuur worden de volgende elementen gerekend:
− Elementen die vallen onder “hoofddraagconstructie” zoals gedefinieerd in Bouwbesluit 2012.
− Elementen die vallen onder “hoofddraagconstructie bij brand” zoals gedefinieerd in Bouwbesluit 2012.
− Elementen ten behoeve van verticale draagkracht, waarbij lokaal bezwijken mogelijk is. Voorbeelden hiervan
zijn dakconstructies, balkon- en galerijconstructies.
1.3 Documenten
Het constructie ontwerp is gebaseerd op de volgende documenten:
− De DO-tekeningen van IAA Architecten d.d. 04-04-2013.
1.4 Algemene projectgegevens
Het project betreft de vervangende nieuwbouw voor het woon- zorgcomplex van St. Elisabeth te Delden. Het
project is binnenstedelijk en sluit gedeeltelijk aan op de bestaande bebouwing. Ten behoeve van de nieuwbouw
dient de bestaande bebouwing inclusief kelders gesloopt te worden. De bestaande gebouwen zijn naar alle
waarschijnlijkheid op palen gefundeerd. Het ontwerpproces vindt in samenwerking met de opdrachtgever en
architect plaats.
Situatie
1.5 Kengetallen
Dit project bestaat uit een woonzorggebouw met een binnentuin.
Het gebouw heeft een rechthoekige plattegrond. De beukbreedte is circa 19 m. De bovenste verdieping is
voorzien van een kap.
Gebouwafmeting bouwdeel
Lengte (m) 67
Breedte (m) 80
Hoogte (m) 12
Aantal verdiepingen 3/4
Brutovloeroppervlak
BVO (m2)
8150
2 Ontwerpuitgangspunten
2.1 Algemeen
In dit hoofdstuk worden de ontwerpuitgangspunten vermeld die de basis vormen voor het constructief ontwerp van
het project. De informatie is gebaseerd op het programma van eisen en het Bouwbesluit 2012. Tevens zijn de
ontwerpgegevens opgenomen die volgen uit de interactie met de overige ontwerpdisciplines zoals deze in het
ontwerptraject tussen betrokken partijen zijn bepaald.
Van toepassing zijnde normen en voorschriften:
- NEN-EN 1990+NB Eurocode Grondslagen van het constructief ontwerp
- NEN-EN 1991+NB Eurocode 1 Belastingen op constructies
- NEN-EN 1992+NB Eurocode 2 Ontwerp en berekening van betonconstructies
- NEN-EN 1993+NB Eurocode 3 Ontwerp en berekening van staalconstructies
- NEN-EN 1994+NB Eurocode 4 Ontwerp en berekening van staalbetonconstructies
- NEN-EN 1995+NB Eurocode 5 Ontwerp en berekening van houtconstructies
- NEN-EN 1996+NB Eurocode 6 Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk
- NEN-EN 1997+NB Eurocode 7 Geotechnisch ontwerp
- NEN-EN 1998+NB Eurocode 8 Ontwerp en berekening van aardbevingbestendige constructies
- NEN-EN 1999+NB Eurocode 9 Ontwerp en berekening van aluminiumconstructies
- Bouwbesluit 2012
Met betrekking tot de belastingen geldt dat naast de in het document vermelde belastingen, het gestelde in NEN-
EN 1990 (Eurocode 0 met Nationale Bijlage) en NEN-EN 1991 (Eurocode 1 met Nationale Bijlage) als
minimumeis onverkort van kracht blijft.
2.2 Functie bouwwerk
De gebouwcategorieën zijn conform tabel NB.2-A1.1 uit NEN-EN 1990 als volgt bepaald:
Bouwlaag Categorie Functie
Begane grondvloer A,C,D en E ***
1e bouwlaag A en B **
2e bouwlaag A *
3e bouwlaag A *
Dak H ****
*) Gezondheidszorgfunctie/ overige gebruiksfunctie
**) Gezondheidszorgfunctie/ overige gebruiksfunctie/ kantoorfuncties
***) Gezondheidszorgfunctie/ overige gebruiksfunctie/ bijeenkomstfunctie/ industriefunctie/ winkelfunctie
****) Daken
2.3 Gevolgklasse, ontwerplevensduur en belastingfactoren
De constructie van deze gebouwen moet worden berekend volgens de NEN-EN 1990 + NB (2011) – Grondslagen
van het constructief ontwerp. Uit deze norm volgen de volgende gegevens:
Gevolgklasse CC2a
Betrouwbaarheidsklasse RC2
KFI-factor voor belastingen 1,0
Ontwerplevensduur 50 jaar (klasse 3)
Permanente belasting γ;f;g;ongunstig 1,2 1,35* Uiterste grenstoestand
(UGT) Permanente belasting γ;f;g;gunstig 0,9
Veranderlijke belasting γ;f;q 1,5
Permanente belasting γ;f;g;ongunstig 1,0
Permanente belasting γ;f;g;gunstig 1,0
Bruikbaarheidsgrenstoestand
(BGT)
Veranderlijke belasting γ;f;q 1,0
* afhankelijk van de beschouwde combinatie
2.4 Belastingsschikking
Conform NEN-EN 1991-1-1 art. 6.2.1. en 6.2.2.
2.5 Belastingcombinaties voor het gebouw
Belastingcombinaties in de uiterste grenstoestanden (UGT) worden aangenomen volgens art. 6.4.3 van de NEN-
EN 1990.
Belastingcombinaties in de bruikbaarheidsgrenstoestanden (BGT) worden aangenomen volgens art. 6.5.3 van de
NEN-EN 1990.
2.6 Belastingen
2.6.1 Overzicht belastingen op vloeren en daken
Onderstaande tabel geeft voor het gebouw een samenvatting van de karakteristieke waarden van de blijvende
(permanente), opgelegde (veranderlijke) belastingen en Ψ-waarden.
Het gestelde in NEN-EN 1991-1-1 blijft onverkort van kracht. Met betrekking tot de belastingen geldt dat naast de
in dit hoofdstuk vermelde belastingen, het gestelde in NEN-EN 1990 (Eurocode 0 met Nationale Bijlage) en NEN-
EN 1991 (Eurocode 1 met Nationale bijlage) als minimumeis onverkort van kracht blijft.
Onderdeel Blijvend Opgelegd Ψ-waarden
G;k q;k Q;k Ψ0 Ψ1 Ψ2
kN/m² kN/m² kN
Plat dak (kap)
dakbedekking 0,10
dakisolatie 0,25
houten balklaag 0,20
plafond 0,15
0,70 1,00a 1,50
c 0,00 0,00 0,00
Plat dak (beton)
dakbedekking 0,10
dakisolatie 0,25
280 mm breedplaat 6,75
7,10 1,00a 1,50
c 0,00 0,00 0,00
3e verdiepingsvloer
afwerkvloer (max. 70 mm) 1,40
280 mm breedplaat 6,75 1,75
verlaagd plafond nvt. 0,05 1,20b
8,20 2,95 3,00d 0,40 0,50 0,30
2e verdiepingsvloer
afwerkvloer (max. 70 mm) 1,40
280 mm breedplaatvloer 6,75 1,75
verlaagd plafond. 0,55 1,20b
8,20 2,95 3,00d 0,40 0,50 0,30
1e verdiepingsvloer
afwerkvloer (max. 70 mm) 1,40
280 mm breedplaat 6,75 1,75
verlaagd plafond 0,55 1,20b
8,20 2,95 3,00d 0,40 0,50 0,30
Begane grondvloer
afwerkvloer (max. 70 mm) 2,10
geisoleerde kanaalplaat 260 3,80
5,90 5,00 7,00d 0,60
f 0,70 0,60
Begane grondvloer
afwerkvloer (max. 70 mm) 1,40 1,75
geisoleerde kanaalplaat 200 3,10 1,20b
4,50 2,95 3,00d 0,40 0,50 0,30
Ontsluitingswegen
afwerkvloer (max. 70 mm) 1,40
280 mm breedplaat 6,75
verlaagd plafond nvt. 0,05
8,20 2,95(g)
3,00e 0,60
f 0,50 0,30
Balkons
250 mm prefab beton 6,00 2,50 3,00d 0,40 0,50 0,30
Trappen en bordessen
250 mm prefab beton 6,00 2,00 3,00d 0,60
f 0,70 0,60
Stalen trappen
stalen trappen en bordessen 1,00 2,00 3,00d 0,60
f 0,70 0,60
a excl. installaties op dak en incl. wateraccumulatie
b verplaatsbare scheidingwanden
c werkend op een oppervlakte van 100x100 mm
d werkend op een oppervlakte van 50x50 mm
e werkend op een oppervlakte van 500x500 mm
f De waarde 0,6 geldt voor delen van het gebouw die in geval van een calamiteit zwaar kunnen worden belast door een
mensenmenigte (vluchtroutes, trappen enz.); de waarde 0,4 geldt in overige gevallen g
(1,75 + 1,20) i.p.v. 2,00 kN/m² aangehouden
2.6.2 Massa van bouwmaterialen
Materiaalomschrijving massa
In het werk te storten beton 24,00 kN/m³
Prefab-beton 25,00 kN/m³
Kalkzandsteen 20,00 kN/m³
Metselwerk 20,00 kN/m³
Staalconstructies 78,50 kN/m³
Hout 5,00 kN/m³
Glas 25,00 kN/m³
2.6.3 Overzicht Ψ-factoren
In onderstaande tabel zijn de waarden van de Ψ-factoren voor gebouwen gegeven.
Belastingcategorie Ψ0 Ψ1 Ψ2
Categorie A : woon- en verblijfsruimten
Categorie B: kantoorruimten
Categorie C: bijeenkomstruimten
zie hoofdstuk 2.6.1
Categorie H: daken (normale daken) 0,00 0,00 0,00
Sneeuwbelasting 0,00 0,20 0,00
Belasting door regenwater 0,00 0,00 0,00
Windbelasting 0,00 0,20 0,00
Temperatuur (geen brand) 0,00 0,50 0,00
2.6.4 Specifieke belastingopgave overig
In de vervolgfasen nog nader te bepalen in overleg met de opdrachtgever:
– belastingen uit tilliften
– verkeer op binnenterrein in verband met mogelijke aanrijdbelastingen.
Tevens zullen de belastingen uit installaties en liften nog nader moeten worden opgegeven.
2.6.5 Windbelastingen
Voor rechthoekige gebouwen met een gelijkmatige vorm kan de windbelasting bepaald worden volgens
NEN-EN 1991-1-4. Voor de bebouwing leidt dit tot de volgende gegevens:
windgebied volgens figuur NB.1: III
terreincategorie volgens tabel NB.3-4.1: II (onbebouwd gebied)
hoogte boven maaiveld: 12,50 m
extreme stuwdruk qp(z) volgens tabel NB.5: 0,76 kN/m²
Druk- en krachtcoëfficiënten en de bouwwerkfactor zijn bepaald volgens hoofdstuk 5 t/m 7 van NEN-EN1991-1-4.
2.7 Imperfecties
In het ontwerp wordt rekening gehouden met de volgende imperfecties:
Palen geen, plaatsingafwijking kleiner dan 50 mm vallen binnen de marge van de
controleberekeningen en behoeven niet separaat in rekening te worden
gebracht.
Betonconstructies geen, imperfecties zijn opgenomen in de wijze van controleberekening mits
deze binnen de maattoleranties van de geldende normen vallen (NEN2886 /
NEN 2889)
Staalconstructies imperfecties worden in rekening gebracht volgens artikel 5.3. van NEN-EN
1993-1-1
2.8 Bijzondere belastingen
2.8.1 Explosiebelastingen
De adviseur installaties heeft aangegeven dat in de technische ruimten gasgestookte toestellen worden geplaatst.
Voor deze technische ruimten moet dan wellicht rekening worden gehouden met explosiebelastingen. Het dak en
de gevels zullen zodanig moeten worden ontworpen dat bij een calamiteit er geen belastingen optreden die
schade toebrengen aan de eronder gelegen hoofddraagconstructie.
2.8.2 Aanrijdbelastingen
Uitgangspunt is dat in de definitieve gebruiksituatie in de directe omgeving van de constructieve draagstructuur
geen verkeer aanwezig is. Onderstaande tabel geeft de waardes die als bijzondere belasting bij het ontwerp van
de constructie moeten worden aangehouden indien dit wel het geval is en die volgen uit de NEN-EN 1991-1-7.
Verkeerscategorie Fdx
a
kN
Fdy a
kN
db
m
Fa,β
kN
Wegen in stedelijke gebieden 1000 500 10 450
Auto’s 100 50 1 - Binnenplaatsen en parkeergarages
met toegang voor: Vrachtwagens
(> 3,5 ton) 200 100 2 -
Opmerking:
Er moet rekening gehouden worden met stootbelastingen op de onderbouw ( Fdx, Fdy en db) en stootbelastingen
op de bovenbouw (Fdx en Fa,β).
a x = normale rijrichting, y = loodrecht op de normale rijrichting
In een volgende fase zal nader moeten worden onderzocht of belastingen op de hoofddraagconstructie kunnen
optreden of door voorzieningen kunnen worden vermeden c.q gereduceerd.
2.8.3 Brandwerendheid
Voor de constructie dient de brandwerendheid beoordeeld te worden bij brand.
De karakteristieke waarden van belasting bij brand volgens NEN-EN1991-1-2.
Voor de brandwerendheidseis van de constructieve draagstructuur zijn de volgende aspecten bepalend:
− Gebruiksfunctie woongebouw met zorg, verblijfsvloer op hoogte ca. h =9,00 m: basiseis 90 minuten.
− Reductie brandwerendheidseis is niet mogelijk.
Bovenstaande resulteert in brandwerendheidseis van 90 minuten voor de constructieve draagstructuur.
Daken zonder vluchtfunctie en open trappen en loopbruggen zijn geen constructieve draagstructuur bij brand,
voor deze onderdelen geldt geen brandwerendheidseis voor de hoofddraagconstructie.
Voor de betonconstructies zijn eisen gesteld aan de minimale dikte en afmetingen van kolommen, balken, wanden
en vloeren om aan de brandwerendheidseis te kunnen voldoen.
Aan de brandwerendheidseis kan worden voldaan indien de vereiste minimum dekking op de hoofdwapening in
acht wordt genomen. Globaal kan gesteld worden dat bij brandwerendheidseisen van 90 minuten deze eisen
overeen komen met de eisen ten aanzien van sterkte en stijfheid. Nadere verantwoording zal worden opgenomen
in de controleberekeningen van de betreffende onderdelen, gebaseerd op NEN-EN 1992-1-2.
Brandwerendheid van staalprofielen, die onderdeel zijn van de constructieve draagstructuur, zal op de volgende
manieren worden bewerkstelligd:
− Toepassing van brandwerende verf. Een onderhoudsprotocol met garantieverklaring dient te waarborgen dat
de bescherming adequaat aanwezig is.
− Toepassing van brandwerende bekleding. Dit wordt toegepast bij de overige staalconstructies.
2.9 Constructieve samenhang
Het gebouw kent een verticale hoofddraagstructuur van kalkzandsteen wanden in combinatie met betonvloeren
en bezit daarmee een sterke mate van samenhang. Voor de constructieve samenhang worden in NEN-EN 1991-
1-7 bijlage A aanbevolen strategieën vermeld.
Het gebouw wordt geclassificeerd als gevolgklasse 2a. Dit houdt in dat de volgende eisen worden gesteld:
− Gevolgklasse 1 geen eisen
− Gevolgklasse 2a horizontale trekbanden in de gevel en loodrecht op de gevel
− Gevolgklasse 2b als 2a met aanvullend verticale trekbanden
− Gevolgklasse 3 opstellen van een risicoanalyse met eventueel aantonen van 2e draagweg
Voor een gedetailleerde omschrijving wordt verwezen naar het Stufib rapport 8 “Constructieve samenhang van
bouwconstructies” d.d. september 2006 waarmee dit aangetoond kan worden.
2.10 Bouwfysische eisen
2.10.1 Geluid
De opdrachtgever heeft verzocht er rekening mee te houden dat in de toekomst de zorgwoningen mogelijk als
appartementen gebruikt kunnen gaan worden. De geluidseisen zullen door de bouwfysische adviseur vertaald
moeten worden naar massa eisen voor vloeren en wanden. Ook zal er nader onderzoek gedaan moeten worden
naar de invloed van geluid en trillingen van de trappenhuizen en liften naar de wooneenheden en overige ruimten.
2.10.2 Trillingen
Met betrekking tot beperking van trillingshinder van de vloeren gelden de volgende eisen:
gebruikfunctie frequentie-eis gelijkwaardige eis
q;rep;pb+;mom > 5,0 kN/m²
of Q;rep;pb+mom > 150 kN (totale belasting per ligger)
lopen 3 Hz
of f;dbg < 34 mm
springen en dansen 5 Hz f;dbg < 13 mm
2.11 Vervormingen
Aanvullend op het bouwbesluit worden in deze paragraaf de vervormingeisen aangegeven die bij het ontwerp en
uitvoering gehanteerd dienen te worden.
Verticale vervorming van vloeren en daken
bijkomende doorbuiging van vloerconstructies: u;bij ≤ 0,003 x L;rep
bijkomende doorbuiging voor vloeren die weinig
vervormbare (bijvoorbeeld steenachtige)
scheidingswanden dragen
u;bii ≤ 0,002 x L;rep
u;bii ≤ 15 mm liggers op meerdere steunpunten
u;bii ≤ 10 mm uitkragingen
bijkomende doorbuiging van dak u;bii ≤ 0,004 x L;rep
einddoorbuiging van vloeren u;eind ≤ 0,004 x L;rep
einddoorbuiging van daken u;eind ≤ 0,004 x L;rep, afschot groter dan 1,6%
Horizontale vervorming van gevels en
stabiliteitselementen
horizontale doorbuiging gebouw met meerdere
bouwlagen
u ≤ h;totaal/500 (meer dan 1 bouwlaag) en
u ≤ h;verdieping/300 (per bouwlaag)
(L;rep is de lengte van de overspanning of twee maal
de uitkraging)
Indien nodig worden de einddoorbuigingen beperkt door het toepassen van een zeeg / toog. Aan
constructieonderdelen die bijvoorbeeld glas dragen of waarvan doorbuigingen sterk zichtbaar zijn, kunnen
afhankelijk van de situatie strengere eisen worden gesteld. In de vervolgfase zullen onderdelen, die hiervoor in
aanmerking komen nader worden gespecificeerd.
Voor glasgevels zijn in de VMRG (voorschriften metalen ramen en gevels) en de CE-markering van dit soort
constructies vervormingseisen in en uit het vlak van de gevel aangegeven. De eisen zijn oorspronkelijk bepaald
voor verdiepingshoge elementen. Voor vliesgevels en hellende daken kan veelal niet aan deze eisen worden
voldaan. In overleg met de leverancier worden de maximaal toelaatbare vervormingen bepaald.
2.12 Eisen uit omgeving
Voor het ontwerp en de uitvoering dient rekening te worden gehouden met de volgende omgevingsfactoren:
− Bestaande belendingen grenzend aan de nieuwbouw.
− Sloopwerkzaamheden van de bestaande bebouwing inclusief kelders en fundaties op palen.
− In fasen slopen en bouwen.
3 Constructief ontwerp
3.1 Ontwerpkeuzes
Om tot een optimaal constructief ontwerp te komen is er interactie geweest met de verschillende disciplines die bij
het project betrokken zijn. Voor de in dit rapport opgenomen fase betekende dit dat opdrachtgever,
projectmanagement, architect, installatie adviseur, landschapsarchitect , interieurarchitect en constructeur in het
ontwerpproces diverse technische oplossingen op elkaar hebben afgestemd. Omdat integraal ontwerpen het
uitgangspunt is hebben de volgende aspecten een rol gespeeld bij de gemaakte keuzen:
− esthetische aspecten: gezocht is naar een technische oplossing met balans tussen de helderheid van de
constructie en het esthetisch beoogde resultaat.
− integratie met de installatie: door toepassing van vlakke plaatvloeren is de onderzijde van de vloerconstructie
vlak en is de flexibiliteit met betrekking tot installaties optimaal.
− flexibiliteit: de belastingaanname en structuur geeft de gebruiker optimale vrijheden in het herindelen van de
gebouwen en het ombouwen van zorgfunctie naar woonfunctie.
− bouwkosten: gestreefd is naar optimalisatie in materiaalgebruik en afstemming op hetgeen voor de gebruiker
noodzakelijk en in de toekomst wenselijk is.
− brandwerendheid; het brandveiligheidsconcept is zodanig opgezet dat de eisen en daarmee de benodigde
voorzieningen voor de constructieve draagstructuur zoveel mogelijk beperkt zijn.
Het constructieontwerp wordt in dit hoofdstuk nader toegelicht.
3.2 Geotechniek
3.2.1 Grondonderzoek en geotechnische gegevens
Uit de door de opdrachtgever beschikbaar gestelde gegevens blijkt dat de bestaande gebouwen een bouwpeil van
21,35 m + NAP hebben en de funderingspalen een paalpunt niveau van circa 15 m + NAP.
Gezien de geringe beschikbare gegevens zullen na de sloop van de bestaande bebouwing de nodige
grondonderzoeken moeten worden uitgevoerd op basis waarvan een definitief funderingsadvies kan worden
opgesteld. Mogelijke consequenties moeten daarna in het palenplan en de fundering worden verwerkt. Gezien de
fasering in de sloopwerkzaamheden zullen ook deze onderzoeken en engineeringswerkzaamheden gefaseerd
moeten worden uitgevoerd.
3.2.2 Bouwput
Voor de uitvoering van de liftputten en de aanleg van de fundering moet wellicht rekening worden gehouden met
een bemaling. Dit is wel afhankelijk van de tijdens de uitvoering aanwezige grondwaterstand.
3.3 Fundering
Op grond van het bestaande geotechisch advies wordt gekozen voor een fundering op palen. Het paalsysteem
dat in het ontwerp opgenomen wordt is trillingsarm in de vorm van mortelschroefpalen.
Voor de afvoer van de vrijkomende grond bij het boren van de palen dienen de milieutechnische wettelijke
bepalingen in acht te worden genomen. Met betrekking tot geluid gelden de wettelijke bepalingen.
Voor een nadere omschrijving met betrekking tot het funderingsontwerp wordt verwezen naar het nog op te stellen
geotechnisch advies.
3.4 Gebouwdilataties
In verband met de lengte en constructieve opbouw van het gebouw zijn 3 dilataties aangebracht die het gebouw in
4 delen opdelen.
3.5 Gebouwstabiliteit
De horizontale stabiliteit wordt verzorgd door de schijfwerking van de verdiepingsvloeren en dakvloer. De
kalkzandsteenwanden verzorgen de verticale stabiliteit van de gedilateerde gebouwdelen.
3.6 Hoofdopzet constructie
De dak- en verdiepingsvloeren worden uitgevoerd in breedplaatvloeren (BPV) met een constructief benodigde
dikte van 280 mm. Deze vloeren worden gekozen vanwege de overspanning en om voor de geluidseisen
voldoende massa te leveren. Diverse installaties kunnen in deze constructievloeren worden weggewerkt. De
mogelijkheid om in deze vloeren versterkte stroken toe te passen reduceert het toepassen van staalconstructies
(balken, ravelingen en lateien). Doordat in deze vloeren iso-korven kunnen worden ingestort zijn uitkragende
balkons te realiseren. De staalconstructie voor de kapvorm kan worden afgesteund en bevestigd op de
breedplaatvloeren.
De begane grondvloeren zijn kanaalplaatvloeren (KPV) met een constructieve dikte van 200 en 260 mm. Deze
vloeren dienen in de ruwbouw voldoende belasting uit het stortgewicht van de verdiepingsvloeren te kunnen
opnemen.
De dragende wanden worden uitgevoerd in kalkzandsteen, waarbij de dikte wordt bepaald door de vereiste massa
uit de geluidseisen. De woningscheidende wanden hebben een dikte van 300 mm (massa voor geluid 1750
kg/m³). De overige dragende (eind)wanden hebben een dikte van 214 mm (massa voor geluid 1750 kg/m³).
De trappen en bordessen worden uitgevoerd in prefab-beton.
De balkons worden eveneens uitgevoerd in prefab-beton. De uitkragende balkons worden door middel van
isokorven en handjes aan de breedplaatvloeren bevestigd.
De daken moeten worden voorzien van noodoverstorten om wateraccumulatie te voorkomen. In de opgelegde
belasting van het dak is rekening gehouden met 100 mm water (1,00 kN/m²).
3.7 Uitbreidingsmogelijkheden en flexibiliteit
Bij het ontwerp is geen rekening gehouden met uitbreidingsmogelijkheden van het gebouw.
Flexibiliteit is een belangrijk ontwerpaspect. De opdrachtgever heeft verzocht er rekening mee te houden dat In de
toekomst de zorgwoningen mogelijk als woonappartementen gebruikt kunnen gaan worden. In het ontwerp van de
constructie is hiermee rekening gehouden.
3.8 Materialen en kwaliteiten
Beton
fundaties C20/25
druklagen vloeren C28/35
schil breedplaatvloeren C35/45
Mortelvoegen
prefab-beton constructies: injecteren / aangieten K70
vullingsgraad 90%
staalconstructies: : injecteren / aangieten K70
vullingsgraad 90%
Constructiestaal
walsprofiel, algemeen S235JRH
walsprofiel, hoogwaardig staal, aangegeven op tekening S355J2
rond buisprofiel, algemeen, warm vervaardigd S235JRH
vierkant buisprofiel, algemeen, warm vervaardigd S275JOH
buisprofiel, waar aangegeven, warm vervaardigd S355J2H
bouten, algemeen thermisch verzinkt sterkteklasse 8.8
moeren, algemeen thermisch verzinikt sterkteklasse 8
fundatie-einden, algemeen thermisch verzinkt S235JR
fundatie-einden, waar aangegeven (niet buigen of lassen) thermisch verzinkt sterkteklasse 8.8
Roestvaststaal
profielstaal 316 TI / 304
bouten / moeren A4-80 / A4-70
Hout
Constructiehout C24
Gelamineerde liggers GL24h
Metselwerk
Kalkzandsteen, metselwerksterkte 8,5 N/mm2
steensterkte / bloksterkte CS20
mortel / lijm M12 / gelijmd
3.9 Isokorven
Bij het bepalen van de afmetingen van de isokorf-elementen moeten de volgende uitgangspunten aangehouden
worden:
– Belastingsgraad isokorven voor de balkons maximaal 75%.
– Detaillering isokorf volgens fabrikant/leverancier (dwarskrachtstaven op dezelfde hoogte als de
bovenstaven).
– Ruimte tussen de achterzijde van de prefab balkonplaat en de breedplaatvloer maximaal 80.
– Verticale overlap tussen prefab-beton en breedplaatvloer moet minimaal 220 mm zijn.
3.10 Gevelmetselwerk
Metselwerkdilataties dienen door de aannemer in overleg met de fabrikant/leverancier te worden bepaald.
4 Risico-analyse en V&G Plan
Het beheersen van risico’s is een belangrijk onderdeel van het ontwerp- en bouwproces. Om risico’s te kunnen
beheersen moeten ze benoemd worden. De risicoanalyse kan gebruikt worden voor het V&G plan, maar ook
andere risico’s dan V&G aspecten kunnen in het project een rol spelen.
In onderstaande tabel zijn een aantal risico’s aangegeven en de wijze hoe hier in het ontwerp mee om wordt
gegaan.
Onderstaande tabel is een voorbeeld van een risicoanalyse
Aspect Gevolg / Risico Maatregel
Ontwerpfase
Afstemming bouwdelen met
derden
- oneconomische constructies in
één of meer bouwdelen
- inefficiënt werken t.a.v.
raakvlakken, bijvoorbeeld
assenplannen, detaillering
- faalkosten door foutieve
aansluitingen
- regulier overleg inplannen vanaf eerste fase
- voldoende uitwisselen gegevens; bijvoorbeeld
documenten in elke fase onderling regelmatig
uitwisselen
- voor afstemming verantwoordelijke personen
benoemen
- duidelijke demarcaties in werkzaamheden en
verantwoordelijkheden benoemen
Robuustheid constructie
(veiligheid tegen bezwijken)
- schade, letsel
- kosten
- voor belangrijke constructieonderdelen tweede
draagweg of extra veiligheid inbouwen
- kwaliteitscontrole in de uitvoering
- aanbrengen trekbanden en koppelingen
conform rapport constructieve samenhang
(Stufib rapport 8)
Kniklengtes profielen - onjuiste inschatting: bezwijken
- kosten herstel
- zorgvuldig bepalen kniklengtes en knikkromme
- opnemen krachten in kniksteunen controleren
Uitvoeringsfase
Montage grote onderdelen - constructie in montagefase uit
zichzelf niet stabiel
- mogelijk conflict gebruik
bouwplaats derden
- obstakels op en naast
bouwterrein
- uitgangspunten montagewijze opnemen in
werkplannen bouwkundig aannemer.
- principe tijdelijke kniksteunen / torsiesteunen
bepalen en aangeven in werkplannen.
- uitgangspunten eenduidig vastleggen in
hoofdberekeningen
Montage vloeren - stempelingen kunnen niet
geplaatst worden
- tijdig coördinatieoverleg tussen uitvoerende
partijen en verslaglegging in werkplannen
5 Gegevensverstrekking
De opdrachtgever heeft Bartels Ingenieursbureau B.V. de taak van ontwerpend constructeur opgedragen. In dit
rapport zijn de uitgangspunten voor het ontwerp van de constructieve draagstructuur weergegeven.
Voor de vervolgfase technisch ontwerp (bestekfase) wordt het rapport als uitgangspunt gebruikt voor de opstelling
van de hoofdberekeningen en dimensioneringsberekeningen van de draagstructuur. Tevens zullen in deze fase
de gewichts- en stabiliteitsberekeningen worden samengesteld voor de bepaling van de funderingsconstructies en
het palenplan. In het ontwerpteam dient nadere afstemming plaats te vinden over de planning, de
gegevensverstrekking door architect, adviseurs en uitvoerende partijen en de opstelling van de
besteksdocumenten. De door Bartels Ingenieursbureau B.V geleverde tekeningen in de fases tot en met het
technisch ontwerp (bestekfase) dienen beschouwd te worden als principetekeningen van de constructieve
draagstructuur.
De definitieve productie- en uitvoeringstekeningen worden in de detailleringfase vastgesteld. Afhankelijk van het
betreffende onderdeel worden de documenten geleverd door de bouwkundige aannemer of door Bartels
Ingenieursbureau B.V. (zie onderstaande tabel). In hoofdlijnen geldt dat voor de volledig ter plaatse gestorte
betonconstructies door Bartels Ingenieursbureau B.V. de vorm- en wapeningstekeningen worden geleverd en dat
de overige onderdelen met hun aansluitingen op de hoofddraagconstructie (o.a. dragend metselwerk,
geprefabriceerde onderdelen in beton, staal- en houtconstructies) door de bouwkundige aannemer worden
geleverd. Bartels ingenieursbureau B.V vervult dan in de uitvoeringsfase de rol van coördinerend constructeur.
Overzicht werkzaamheden uitvoeringsfase (te verwerken in het bestek) Uitvoerende partij
Aannemer Constructeur
00 ALGEMEEN, BEREKENINGEN, TEKENINGEN EN CONTROLES
Opstellen kwaliteitsplan, keuringsplannen en -rapporten t.b.v. detailengineering,
werkvoorbereiding en uitvoering
x
Coördinatie van detailengineering door deelconstructeur(s) van onderaannemers
en leveranciers
x
Wijzigingenbeheer in detailengineering en uitvoering inclusief beoordeling door
hoofdconstructeur en bouwtoezicht
x
Tekeningen en berekeningen tijdelijke hulpconstructies, stempelplannen x
Overzichtstekeningen constructies (bestektekening) x
Gewichts- en stabiliteitsberekening en dimensioneringsberekeningen x
Verstrekken documenten constructeur aan aannemer en deelconstructeur(s) x
Maken van constructieve werktekeningen (zoals per paragraaf is aangegeven) x x
Controle van de door de constructeur vervaardigde tekeningen op maatvoering,
vorm, hoeveelheden en uitvoeringsaspecten
x
Controle van vervaardigde berekeningen door deelconstructeur(s) x
Controle van vervaardigde tekeningen door deelconstructeur(s) op
ontwerpuitgangspunten, constructieve principes en samenhang
x
Indienen van documenten inclusief van derden bij bouwtoezicht x
Revisietekeningen constructies x
05 Bouwplaatsvoorzieningen
Berekeningen en tekeningen voor bouwputvoorzieningen x
20 Funderingspalen en damwanden
Uitvoeringstekening palenplan x
Aannemer Constructeur
Berekeningen en wapeningstekeningen palen x
Inmeten en akoestisch doormeten palen na het aanbrengen x
Berekeningen en tekeningen voor paalmisstanden x
21 Betonwerk, ter plaatse gestort
Technische coördinatie en controle sparingen en voorzieningen t.b.v. installaties x
Uitwerken en detailleren voorzieningen t.b.v. aanbrengen, aansluiten en
bevestigen van bouwkundige onderdelen
x
Aangeven eisen brandwerendheid draagconstructie x
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen voor funderingsconstructies x
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen voor liftputten x
Detailberekeningen en tekeningen voor stekken ter plaatse van aansluitingen
van in het werk te storten betonconstructies en prefab-betonconstructies
x
Voor breedplaatvloeren en prefab-beton constructies zie hoofdstuk 23.
22 Metselwerk
Technische coördinatie en controle sparingen en voorzieningen t.b.v. installaties x
Uitwerken en detailleren voorzieningen t.b.v. aanbrengen, aansluiten en
bevestigen van bouwkundige onderdelen
x
Overzichtsplattegrond dragend metselwerk wanden x
Detailberekeningen en detailtekeningen x
Aangeven van dilataties x
Berekening zwaarte en type metselwerkopvang x
Overzichtsplattegronden metselwerkopvang merken en types inclusief details x
Berekenen en tekenen spouwankers en bevestigingen x
23 Vooraf vervaardigde steenachtige elementen
Uitwerking Indeling Categorieën volgens KIWA: categorie 5 x
Opgave uitgangspunten x
Opgave belastingen x
Hoofdberekeningen x
Detailberekeningen externe samenhang (uitwerking naar categorie 5) x
Detailberekeningen interne samenhang x
Detailberekeningen individuele elementen x
Overzichtstekeningen elementen x
Vorm- en wapeningstekeningen elementen x
Vorm- en wapeningstekeningen van in het werk gestorte delen van
samengestelde constructies
x
Controle en goedgekeurde documenten indienen bij bouwtoezicht x
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen breedplaatvloeren x
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen kanaalplaatvloeren x
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen voor trappen en bordessen x
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen voor balkons x
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen voor prefab balken x
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen voor prefab kolommen x
Aannemer Constructeur
Berekeningen met vorm- en wapeningstekeningen voor prefab lateien x
24 Ruwbouwtimmerwerk
Overzichtstekeningen constructies (bestektekening) x
Detailberekening constructies, verankeringen, verbindingen x
Tekening ankerplan x
Overzichtstekening constructies: merken en posnummers x
Detailtekeningen onderdelen x
25 Metaalconstructiewerk
Technische coördinatie en controle sparingen en voorzieningen t.b.v. installaties x
Aangeven eisen brandwerendheid draagconstructie x
Coördinatie tekeningen procedure sparingen en voorzieningen x
Overzichtstekening constructies (bestektekening) x
Detailberekening ankers, stekken x
Detailberekeningen staalconstructies x
Detailberekening verbindingen (lassen en bouten) x
Tekening ankerplan x
Overzichtstekening constructies: merken en posnummers x
Detailtekeningen onderdelen x
Overzichtstekening stalen dakplaten (bestektekening) x
Berekening stalen dakplaten x
Tekeningen stalen dakplaten x
Klein staalwerk x
100 Bouwkundige constructies
Overzichtstekening bouwkundige constructies (bestektekeningen architect)
Overzichtstekening bouwkundige constructies uitvoeringsfase x
Detailberekeningen en detailtekeningen x
Het controleren van gedetailleerde uitwerking x
Indienen bij bouwtoezicht van goedgekeurde berekeningen en tekeningen x
Coördinatie van voorzieningen aan de hoofddraagconstructie x
Controle van voorzieningen aan de hoofddraagconstructie x
Aangeven en berekenen van noodoverstorten x
Dimensionering en detaillering van brandwerende bekledingen x
6 Aandachtspunten voor vervolgfasen
In de volgende fase dienen de volgende punten nader uitgewerkt of bepaald te worden, zodat het constructief
ontwerp van de constructieve draagstructuur hier nader op afgestemd kan worden:
− ontwerpkeuzes voor de onderdelen:
o peilmaat t.o.v. NAP
o paalsysteem o.b.v. uit te voeren sonderingen/ geotechnisch advies
− bouwkundige constructies van:
o kap- en spantconstructies
− detailuitwerking op basis van nadere bouwkundige uitwerking en keuzes:
o dakafwerking (grind, tegels)
o dimensionering en noodoverlaten
− afstemming van de brandwerendheidseisen van de constructieve draagstructuur op het door derden te leveren
brandveiligheidsplan.
− het afstemmen van de werktuigbouwkundige en elektrotechnische ontwerp op het ontwerp van de
constructieve draagstructuur met betrekking tot:
o belastingen
o sparingen
o geïntegreerde oplossing zoals betonkernactivering, leidingvloeren etc.
− bepaling definitieve maatvoering liftschachten inclusief putafmetingen en belasting;
− bepaling gevolgen van mogelijk bestaande paalfunderingen.